Besluitenlijst van de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders

Transcriptie

1 Besluitenlijst van de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders Nummer 41 Locatie Gemeentehuis Den Burg Datum 9 oktober 2018 Aanwezig De heer M.C. Uitdehaag (voorzitter) Mevrouw E. van der Bruggen (secretaris) De heer E. Kooiman (wethouder) Mevrouw H. Huisman (wethouder) De heer S. van Knippenberg(wethouder) Afwezig -- Openbaar Vaststelling verslag week 40 van de vergadering van 2 oktober 2018 Het verslag wordt overeenkomstig het voorgestelde ontwerp vastgesteld. 236 Convenant informatiedeling persoonsgerichte aanpak CTER Noord-Holland / Directie Het college besluit burgemeester M. Uitdehaag te machtigen om het privacy convenant informatiedeling contraterrorisme, extremisme en radicalisering (CTER) ook namens het college van burgemeester en wethouders te ondertekenen. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om de burgemeester te machtigen om ook namens het college het convenant informatiedeling contraterrorisme, extremisme en radicalisering te ondertekenen. Gemeenten in Noord-Holland, het Openbaar Ministerie, politie, Raad voor de Kinderbescherming en Reclassering Nederland hebben dit convenant ondertekenend. In het convenant is vastgelegd hoe informatie (in de vorm van persoonsgegevens) wordt gedeeld ten behoeve van de bestrijding van terrorisme, extremisme en radicalisering. 238 Positief reageren op verzoek wijzigen van de bestemming Oorsprongweg 41 / Dienstverlening Het college besluit: 1. het principeverzoek positief te beoordelen en medewerking verlenen aan het veranderen van de maatschappelijke bestemming naar Wonen Vrijstaand ; 2. de wijzigingsprocedure starten nadat het verzoek hiervoor is ingediend. Het college reageert positief op het principeverzoek voor een bestemmingsverandering van het perceel Oorsprongweg 41 in Oosterend. Gevraagd werd een wijziging van de bestemming maatschappelijk naar Wonen - Vrijstaand. Het vervolg is dat voor dit perceel een verzoek kan worden ingediend voor het starten van de noodzakelijke wijzigingsprocedure. Op het perceel Oorsprongweg 41 in De Cocksdorp staat een voormalig schoolgebouw. Dit gebouw is nu in gebruik als praktijkruimte met een bedrijfswoning. Het perceel heeft een

2 maatschappelijk bestemming. In de regels van de bestemming Maatschappelijk is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen naar de bestemming Wonen Vrijstaand. Daarin staan voorwaarden die betrekking hebben op de gevolgen van een wijziging van de bestemming voor de omringende gronden, bedrijven en woningen. De gevraagde wijziging van de bestemming heeft voor dit perceel geen negatieve gevolgen voor de omgeving. Het dichtstbijzijnde bedrijf staat op ruim 100 meter afstand. De wijziging van de bestemming beperkt de bedrijfsvoering van dit bedrijf niet. Ook voor de nabijgelegen woningen zijn de veranderingen beperkt. Het wegvallen van de maatschappelijke bestemming leidt tot minder verkeer. Daarmee heeft deze wijziging een positief gevolg voor de directe omgeving. De oppervlakte van het gebouw kan in stand worden gehouden. In de regels van het bestemmingsplan is opgenomen dat een woning maximaal 120 m² groot mag zijn, tenzij de bestaande oppervlakte al groter is. De bestaande oppervlakte van de woning is groter. In het voormalig schoolgebouw is met omgevingsvergunning in 2008 een woning met een oppervlakte van ongeveer 350 m² gerealiseerd. Dat wordt nu aangemerkt als de bestaande oppervlakte van de woning. Een verdere uitbreiding kan niet meer. Ten slotte ligt het perceel ook binnen de grenzen met de gebiedsaanduiding Luchtvaartverkeerszone 3. In de regels is opgenomen dat geen gevoelige bebouwing kan worden opgericht. Een woning valt onder gevoelige bebouwing. Maar op dit perceel is nu ook al een woning aanwezig en er wordt niet nieuw gebouwd. De aanduiding Luchtvaarverkeerszone 3 is nu geen belemmering voor de omzetting van de bestemming. De conclusie is dat het principeverzoek voor het veranderen van de bestemming past binnen de regels en voorwaarden opgenomen in het bestemmingsplan Midden en Zuid-Eierland. Op basis daarvan is het verzoek ook positief beoordeeld. De verzoekers kunnen, als zij eigenaar zijn geworden van het pand, of toestemming hebben van de eigenaar verzoek om de wijzigingsprocedure te starten. Dan wordt het ontwerp wijzigingsbesluit ter inzage gelegd en kunnen er zienswijzen worden ingediend. 239 Beslissing bezwaarschrift over een omgevingsvergunning en een exploitatievergunning (Parkstraat) / Dienstverlening Het college besluit: 1. het bezwaarschrift tegen de verleende omgevingsvergunning voor Parkstraat 5 ontvankelijk en gegrond te verklaren; 2. het besluit tot het verlenen van de omgevingsvergunning te herroepen door de omgevingsvergunning in te trekken en alsnog te weigeren wegens strijd met het bestemmingsplan; 3. het bezwaarschrift tegen de gewijzigde exploitatievergunning waarmee een vergunning voor een terras bij Parkstraat 22 is ingetrokken, ontvankelijk en gegrond te verklaren; 4. het besluit tot het wijzigen van de exploitatievergunning niet te herroepen, maar in de plaats daarvan een nieuwe en afzonderlijke vergunning voor het terras te verlenen (hiermee wordt materieel hetzelfde bereikt). Het college, resp. de burgemeester, hebben een besluit genomen op twee bezwaarschriften gericht tegen: 1. een verleende omgevingsvergunning voor verbouw van het pand Parkstraat 5, het voormalig postkantoor (voor o.a. het plaatsen van twee nieuwe puien); 2. een wijziging van een exploitatievergunning voor het horecabedrijf aan Parkstraat 22, waarmee een terras aan de Parkstraat niet meer is toegestaan. Beide bezwaarschriften zijn overeenkomstig het advies van de commissie Bezwaarschriften ontvankelijk en gegrond verklaard. De omgevingsvergunning is ingetrokken en alsnog

3 geweigerd, en er is een nieuwe vergunning verleend voor het terras. Beide bezwaarschriften werden ingediend door de exploitant van het horecabedrijf. Met de omgevingsvergunning is het mogelijk om een nieuwe toegang te maken in het pand Parkstraat 5. Deze toegang komt uit op het terras van het horecabedrijf. Voor dit terras is een vergunning verleend. De burgemeester besloot vanwege nieuwe feiten en omstandigheden de vergunning voor dit terras in te trekken, omdat een terras op een plaats waar ook een toegang tot een gebouw (winkel) is niet samengaan. Het gaat hierbij om het terras aan de overzijde van de straat en niet om het terras direct voor het horecabedrijf. Voordat de bezwaren werden behandeld door de commissie Bezwaarschriften heeft de voorzieningenrechter zich er over gebogen. De rechter besloot de besluiten niet te schorsen, omdat er geen reden is aan te nemen dat de besluiten onjuist of onrechtmatig zijn. In het bezwaar tegen de omgevingsvergunning is vooral aangevoerd dat er sterke aanwijzingen zijn dat Parkstraat 5 gebruikt gaat worden voor horeca en dat is niet toegestaan. Eerder heeft het college inderdaad om die reden een omgevingsvergunning geweigerd. De nieuwe aanvraag gaf echter geen reden tot weigering van de vergunning. Nadat de vergunning was verleend deed zich echter een cruciale wijziging in de feiten en omstandigheden voor. De ijscorner in een deel van het pand werd beoordeeld als detailhandel, omdat er alleen een afhaalfunctie zou komen. Na verlening van de vergunning werd de ijscorner geopend en werden er meerdere tafels, stoelen en banken geplaatst, zowel binnen als buiten. Hierdoor was er niet langer sprake van detailhandel, maar van horeca. Hiermee ontstond er alsnog strijd met het bestemmingsplan. Tijdens de bezwarenbehandeling is de vrees niet weggenomen dat die strijdigheid zou worden beëindigd of later niet terug zou komen. Gevolg is dat de beoordeling in de bezwaarfase alsnog anders uitpakt. Verder is aangevoerd dat een nieuwe toegang ook op een andere plek kan worden gemaakt en het niet nodig is die te maken op de plek waar ook het terras is geplaatst. Deze bezwaargrond is afgewezen, omdat de eigenaar van het pand een toegang mag maken waar hij dat wil zolang dit geen strijd met het bestemmingsplan of andere regels oplevert. In het bezwaar tegen de gewijzigde horecaexploitatievergunning is aangevoerd dat er geen noodzaak was de vergunning voor het terras in te trekken. Ook zouden er alternatieven zijn. Er van uitgaande dat de omgevingsvergunning terecht is verleend, is de intrekking van de vergunning wegens nieuwe feiten en omstandigheden voor het terras op juiste gronden gebeurd. Ook al is er een rechtsgeldige vergunning voor het terras. Reële alternatieven bleken er niet te zijn. Wat wel een rol van betekenis speelt is dat een beoogde nieuwe gebruiker (huurder, exploitant) van het pand kennelijk niet is gevonden, dan wel is afgehaakt. Niet gebleken is dat een nieuwe gebruiker op korte termijn wel wordt gevonden. Nu in bezwaar ook de omgevingsvergunning niet in stand blijft, is ook ten aanzien van het terras een nieuwe situatie ontstaan. Dit leidt er toe dat er alsnog een nieuwe vergunning wordt verleend voor het terras. Dit wordt een aparte vergunning die wanneer nodig ook weer ingetrokken kan worden. 240 Beslissing tot niet-ontvankelijk verklaren bezwaarschrift Muyweg / Dienstverlening Het college besluit het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren omdat dit niet binnen de wettelijke termijn is ingediend. Wegens de slechte staat van een pand aan de Muyweg heeft het college besloten dit pand af te sluiten. Tegen dit besluit is een bezwaarschrift ingediend. Omdat het bezwaarschrift niet

4 binnen de wettelijke termijn is ingediend heeft het college besloten het bezwaar nietontvankelijk te verklaren. Hiermee volgt het college het advies van de commissie bezwaarschriften. 235 Programmabegroting 2019 fase 2: begroting vaststellen / Advies en Ondersteuning Het college besluit de raad voor te stellen: 1) akkoord te gaan met de begroting 2019 van Werkbedrijf De Bolder inclusief hun investeringsplan; 2) akkoord te gaan met de programmabegroting 2019 en deze via de aparte begrotingscommissie ter vaststelling aan te bieden voor de begrotingsraad van 13 november Hierbij ter kennisname dat de begroting van De Hogeberg voor het eerst niet wordt aangeboden in verband met de verzelfstandiging; 3) met betrekking tot het investeringsplan (hoofdstuk 8): a. akkoord te gaan met het investeringsplan nieuw 2019 en de daarmee samenhangende lasten van en ; b. akkoord te gaan met de vervangingsinvesteringen 2019, welke binnen de beschikbare budgetten voor vervangingsinvesteringen blijven; c. de overige (vervangings-) investeringen voor voor kennisgeving aan te nemen; 4) akkoord te gaan met de nieuwe voorstellen 2019 met een totaal aan structurele lasten van (hoofdstuk 4); 5) akkoord te gaan met de voorstellen 2019 resulterend in een incidentele last van per saldo (hoofdstuk 4); 6) akkoord te gaan met de jaarschijf 2019 van de meerjarenraming , waarin opgenomen zijn de dekkingsvoorstellen, onder andere autonome ontwikkeling toeristenbelasting, niet toekennen indexering budgetten en heroriëntatie gebruik mobiliteitsfonds (hoofdstuk 2); 7) in te stemmen met een éénmalige uitname uit de egalisatiereserve sociaal domein ad om de jaarschijf 2019 van de Programmabegroting 2019 in evenwicht te brengen (hoofdstuk 2); 8) kennis te nemen van de incidentele baten en lasten en de stand van de algemene reserve van ( boven de ondergrens) in hoofdstuk 5; 9) akkoord te gaan met de overhevelingsverzoeken projectgelden (hoofdstuk 9); 10) in te stemmen met het voeren van een fundamentele discussie over te maken keuzes op sociaal/fysiek/organisatorisch terrein om het financieel meerjarenbeeld 2020 en verder structureel in evenwicht te brengen. 11) De belastingen en leges trendmatig te verhogen met 2,4% met uitzondering van: a) Parkeerbelastingen. De parkeertarieven worden niet aangepast. De naheffing parkeeraanslag wordt aangepast aan het wettelijke maximum; b) Leges rij- en reisdocumenten. De wettelijk voorgeschreven tarieven zijn nog niet bekend. Hierover zal uiterlijk in de raad van december een voorstel volgen. Aanpassing aan het wettelijk maximum is hierbij het uitgangspunt; c) Onroerende zaakbelasting. Het tarief van de onroerende zaakbelasting wordt dusdanig aangepast dat de opbrengst met 2,4 % (niet meer dan trendmatig) stijgt. De tarieven moeten nog worden berekend op basis van de waardeontwikkeling van het onroerend goed en zullen uiterlijk in december aan de raad worden aangeboden; d) Forensenbelasting. Het tarief van de forensenbelasting wordt dusdanig aangepast dat de opbrengst met

5 2,4 % (niet meer dan trendmatig) stijgt. De tarieven moeten nog worden berekend op basis van de waardeontwikkeling van het onroerend goed en zullen uiterlijk in december aan de raad worden aangeboden; e) Rioolrechten. De rioolrechten stijgen, in het kader van de kostendekkendheid op basis van het nieuw vastgesteld Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van 265,87 naar 274,25; f) Afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing stijgt, in het kader van de kostendekkendheid, voor eenpersoonshuishoudens van 161,60 naar 175,13 per aansluiting en voor meerpersoonshuishoudens van 260,39 naar 282,19. Dit is inclusief de trendmatige verhoging, de milieubelasting van het rijk op brandbaar afval, stijgende aanlevering grof huisvuil en de hogere kosten als gevolg van de dienstverleningsovereenkomst met de NV Huisvuilcentrale. Begin 2018 heeft het toen demissionaire college, fase 1 van de programmabegroting gepresenteerd. Het vertrekpunt is daarbij de sluitende begroting van 2018 geweest. Op 21 maart 2018 hebben de verkiezingen geleid tot een bestuurlijke wisseling van de wacht. Het nieuwe college wordt gevormd door een coalitie van Texels Belang, VVD en Groenlinks. Samen zullen zij de raad de komende 4 jaar voorstellen doen die Balans Brengen op Texel. Het balans brengen op Texel is sinds het aantreden van dit college in volle gang. En dat heeft ook zijn invloed op de begroting 2019 en verder. Enerzijds zet het college in 2019 een flinke eerste stap richting de uitgesproken ambities in haar coalitie akkoord, anderzijds dwingt het financiële meerjarenperspectief tot voorzichtigheid. In deze begroting wordt tevens tijd en ruimte gecreëerd om richting de begroting 2020 een goede dialoog te kunnen voeren in het college en de raad over aanvullende ambities in relatie tot een toekomstbestendige begroting. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden die vragen om een ruime bestuurlijke aanloop. Deze begroting faciliteert die aanloop. Dit college investeert via deze begroting de komende jaren flink in alle aspecten van de openbare ruimte. Voor de jaren borgt deze begroting de vervanging van de wegen, het groen, onze riolering en de verlichting. Hiermee zorgen we ervoor dat de openbare ruimte aansluiting houdt met wat de Texelaars en haar bezoekers nodig hebben om er goed te kunnen verblijven en verplaatsen. Binnen het sociaal domein worden er ook grote vervolgstappen gezet. De afgelopen periode is in beeld gebracht welke activiteiten en samenhangende middelen nodig zijn om de kwaliteit op het gebied van de WMO, Jeugdwet en Participatiewet op Texel structureel te behouden. Met de voorstellen in deze begroting maakt het college werk van haar ambitie om jongeren gezond en veilig op te laten groeien, ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen en iedereen te laten deelnemen aan de samenleving. In deze begroting wordt doorgewerkt aan een sterke en zelfstandige gemeente, met een duidelijke en vlotte dienstverlening. Conform de opdracht van de raad d.d voorzien de voorstellen in deze begroting in een structurele investering in een gezonde en veerkrachtige ambtelijke organisatie die in staat is de bestuurlijke zelfstandigheid van de gemeente Texel te behouden en kwalitatief goede dienstverlening te blijven bieden. Fase 1 van deze programmabegroting sloot nog af met een groot financieel tekort. Het college is er in geslaagd de begroting 2019 sluitend en overzichtelijk aan te bieden. Er worden

6 ontwikkelingen getemporiseerd, middelen bestemd voor mobiliteit worden direct toegekend aan de uitvoeringsbudgetten voor mobiliteit zonder gebruik te maken van de reserves en de gemeentelijke budgetten worden niet geïndexeerd in Ook wordt er een eerste stap gezet om de begroting in balans te brengen (biba). Doelen, resultaten en middelen worden daarmee verder in samenhang gebracht. Door deze maatregelen is een zeer terughoudend beleid ten aanzien van lokale belastingen en heffingen mogelijk. Tevens wordt er minder aanspraak gedaan op onze reserves, waarmee vrijwel alle structurele lasten worden gedekt met structurele baten. 242 Vaststellen bestemmingsplan Reparatieplan Den Hoorn / Beleid Het college besluit de raad voor te stellen: 1. het bestemmingsplan Reparatieplan Den Hoorn, zoals geometrisch vastgelegd in het Geography Markup Language (GML) bestand NL.IMRO.0448.DNH2018BP0001-on01, ongewijzigd vast te stellen; 2. als ondergrond voor de verbeelding te gebruiken: de Grootschalige basiskaart (GBKN) ondergrond van 12 maart 2018; 3. voor het plangebied geen exploitatieplan vast te stellen ingevolge artikel 6.12, lid 2 Wet ruimtelijke ordening, aangezien er geen ontwikkellocaties zijn opgenomen. Het college heeft besloten de raad voor te stellen het bestemmingsplan Reparatieplan Den Hoorn en de Nota van Zienswijzen vast te stellen. Het ontwerpplan heeft van 4 juni tot en met 16 juli 2018 ter inzage gelegen. Daarop zijn 5 zienswijzen ingediend, die worden beantwoord in de Nota van Zienswijzen. Waarom dit reparatieplan? Op 12 juli 2016 heeft de raad het bestemmingsplan Den Hoorn vastgesteld. Tegen dit bestemmingsplan is beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Op 26 juli 2017 heeft de Afdeling uitspraak gedaan. Eén beroep is gegrond verklaard, waarbij voor de locatie achter de woningen Diek 19 en 21 de bestemming Tuin is vernietigd. De Afdeling heeft in haar uitspraak de gemeente Texel opgedragen voor deze locatie een nieuw besluit te nemen. Uit de uitspraak bleek dat de gemeente het besluit om geen bebouwing en geen recreatief gebruik toe te staan niet voldoende had gemotiveerd. Dit omdat de locatie feitelijk wordt gebruikt als speel- en zonneweide ten behoeve van de gasten van het verblijfsrecreatieve bedrijf Diek 15/17. De locatie Diek achter 19 en 21 wordt in het reparatieplan hersteld met een goede motivatie. De reparatie leidt niet tot meer gebruiks- en/of bouwmogelijkheden voor de eigenaar (dus geen recreatief gebruik mogelijk). Het perceel krijgt de bestemming Tuin. Na de vaststelling bleek dat de locatie Klif 10a niet goed was bestemd. Dit perceel had in het oude bestemmingsplan van 1989 een woonbestemming en mocht ook gebruikt worden als recreatiewoning. In het bestemmingsplan 2016 was alleen een woonbestemming toegekend. Dat wordt nu hersteld door het opnemen van een aanduiding voor een tweede woning, zodat duidelijk is dat deze woning ook recreatief gebruikt mag worden. Omdat er toch een reparatieplan wordt gemaakt, worden enkele andere ambtshalve aanpassingen meegenomen. Dit zijn onder andere verwijzingsfouten, het gebruik van begrippen op onjuiste plaatsen, de juridische regeling van parkeren en de verwijzing naar nieuwe wetgeving.

7 Nota van Zienswijzen De reacties en de standpunten in de Nota van Zienswijzen op de 5 ingediende zienswijzen geven geen aanleiding tot aanpassingen van het ontwerpplan. Over het perceel Diek achter 19 en 21 gaan 2 zienswijzen: De eigenaar wil op het perceel een schuur bouwen en wil de buitenruimte voor de gasten van het verblijfsrecreatieve bedrijf gebruiken. Een belanghebbende geeft in de zienswijze aan dat hij dat ongewenst vindt en dat hij het eens is met de tuinbestemming die in het ontwerpplan is opgenomen: zonder bouwmogelijkheden en geen gebruik voor recreatie. Een andere zienswijze gaat over een aantal aspecten die niet worden gerepareerd in dit plan en daarom is daarop geen zienswijze mogelijk. Eén aspect uit deze zienswijze gaat over de ambtshalve aanpassingen van het parkeren: parkeren wordt op 1 plek in het plan geregeld en niet bij de verschillende bestemmingen. Deze reparatie geeft meer duidelijkheid en is overzichtelijker voor de burger. Voor de volledige reactie op de zienswijzen wordt verwezen naar de Nota van Zienswijzen. Aldus vastgesteld in de vergadering 16 oktober De secretaris, De voorzitter,