LESSUGGESTIES SCHOOLJAAR de Bib, H. Heymanplein 3, Sint-Niklaas bib.sint-niklaas.be

Transcriptie

1 V.U.: Annemie Charlier, Grote Markt 1, Sint-Niklaas Ontwerp: Miu Vankerckhoven - Kunsthumaniora Forum Da Vinci LESSUGGESTIES SCHOOLJAAR de Bib, H. Heymanplein 3, Sint-Niklaas bib.sint-niklaas.be

2 Geachte directie, Beste leerkrachten, Zoals beloofd volgen hier nog enkele ideeën om op een leuke en creatieve manier rond poëzie te werken in de klas. Wij richten ons tot jullie, omdat de school een sleutelrol speelt in de combinatie jongeren en poëzie. Maar ook omdat poëzie heerlijk is om in klasverband mee aan de slag te gaan. Omdat we overtuigd zijn van de educatieve waarde van het project Stad zkt Kinderstadsdichter. Omdat dichten doet dromen, hopen en lachen. Omdat poëzie het onzichtbare naar boven brengt. Ditmaal hebben we gekozen voor Eureka, Europa! en zetten we reizen in en door Europa in de kijker. Ga op ontdekking met je pen en beschrijf zo de mooiste plaatsen, avonturen of gerechten van Europa. Kortom, laat je fantasie de vrije loop. Wij nodigen jullie uit om met deze ideeën in de klas aan de slag te gaan en ons de resultaten toe te sturen. Wie weet wordt één van jouw leerlingen genomineerd voor Kinderstadsdichter. De wedstrijd loopt tot 30 april 2018! Iedereen tussen 8 en 14 jaar, wonend of school lopende in Sint-Niklaas maakt kans op een nominatie! Het volledige project, met reglement, inschrijvingsformulieren, lesbundels, e.d. vindt u op bib.sint-niklaas.be

3 Inhoud Stiftgedicht Marc groet s morgens de dingen Naamgedicht Gedicht naspelen Raadgedicht

4 STIFTGEDICHT Wat? Dichten door te schrappen. Materiaal Kranten of oude jeugdboeken Zwarte alcoholstiften Aanpak Zorg voor kranten of oude jeugdboeken. Laat de leerlingen 1 artikel of 1 pagina kiezen. TIP In een column vind je mooiere en rijkere taal dan in droge krantenartikels. Laat de leerlingen woorden in potlood omcirkelen die ze leuk, mooi, grappig of cool vinden. Met die woorden proberen de leerlingen creatieve zinnen te vormen. De moeilijkheid zit hem in het feit dat de chronologische volgorde van de oorspronkelijke tekst moet gevolgd worden én dat elk woord moet voorkomen in de tekst. TIP Beperk de leerlingen door een thema aan te bieden, bijvoorbeeld: snoepjes. Wanneer de zinnen gevormd zijn, laat je de leerlingen met zwarte alcoholstift over de woorden gaan die ze niet gebruiken. Laat de verschillende stiftgedichten voordragen.

5

6 MARC GROET S MORGENS DE DINGEN Wat? Leerlingen maken een gedicht over monumenten, bekende plaatsen, typische gerechten van een bepaald land. Materiaal Gedicht: Marc groet s morgens de dingen van Paul van Ostaijen Kladpapier Aanpak Je start met het groeten van enkele voorwerpen uit je klas. Je leest het gedicht Marc groet s morgens de dingen voor. Associeer met de leerlingen over de dingen die ze die dag al gezien hebben. Laat de leerlingen ook een groetgedicht schrijven. Het gedicht heeft ongeveer dezelfde vorm als het originele gedicht. TIP Laat leerlingen steden uit Europa begroeten. Dag Parijs met de Eiffeltoren op het gras, as as, dag baguette met kaas

7 Gedicht Marc groet s morgens de dingen Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem ploem ploem dag stoel naast de tafel dag brood op de tafel dag visserke-vis met de pijp en dag visserke-vis met de pet pet en pijp van het visserke-vis goeiendag Daa-ag vis dag lieve vis dag klein visselijn mijn

8 NAAMGEDICHT Wat? Leerlingen maken verschillende zinnen. De letters van hun naam vormen steeds de eerste letter van de zin. Materiaal Voorbeeldgedicht / Kladpapier Aanpak Je maakt klassikaal een naamgedicht op het bord. Je schrijft een naam verticaal op het bord. Bij iedere letter van deze naam moeten ze een zin verzinnen die met reizen of vakantie te maken heeft. Na deze oefening gaan de leerlingen zelf aan de slag met hun eigen naam. Nadien kunnen de leerlingen die willen hun gedicht voor de klas voorlezen.

9 Voorbeeldgedicht Julie Joepie we gaan op reis! Uren niets doen en eens lekker genieten van het warme weer Lange rijen aan de ingang van het zwembad In de zee gaan zwemmen, lekker languit op het strand. Estland, magisch land!

10 GEDICHT NASPELEN Wat? De leerkracht leest een gedicht voor. De leerlingen maken een kort toneelstuk over het gedicht. Materiaal Gedichten van hier naar hier (Erik van Os) Vakantie (Armand van Assche) Aanpak De leerkracht kiest één van de gedichten en leest het voor. De leerlingen luisteren goed want hierna zullen ze het gedicht in kleine groepjes moeten naspelen zonder dat ze de tekst op papier krijgen. De enige opdracht die ze krijgen is dat er zo dadelijk een stukje voor de klas gespeeld moet worden. Verder worden de leerlingen volledig vrij gelaten. Na enige voorbereidingstijd zal elk groepje zijn stukje voorbrengen. Sommige groepen zullen er een redelijk lang toneeltje van maken, anderen zullen gebruik maken van rekwisieten. Misschien zijn er zelfs leerlingen die het verhaal nog wat langer maken. Op deze manier beseffen de leerlingen dat een tekst voor veel interpretatie vatbaar is en dat je er nog alle kanten mee op kan.

11 Gedichten van hier naar hier (Erik van Os) Waar het stil is ga daar rustig zitten sluit je ogen neem een atlas tussen je oren laat je gedachten kalmpjes door spannende landen bladeren tot ze ergens komen waar het stil is daar waar je rustig ging zitten om wat van de wereld te zien. Vakantie (Armand van Assche) Vakantie! De boeken dicht. De wereld open. Halsoverkop tuimel ik in het gras zwier aan touwen van plezier fietsen en ritsen reizen holderdebolder op zolder schommelen en rommelen robbedoezen en roezemoezen hop galop spattend sop. Zo vrolijk springt mijn hart als een keitje over de rivier. TIP! Alleen vliegt vakantie zo snel als een straaljager voorbij.

12 RAADGEDICHT Wat? Beschrijf iets in de ik-vorm, laat anderen raden wat je bent Materiaal Stad, monument, typisch gerecht uit een Europees land Kladpapier Aanpak Leerlingen kiezen een stad, monument of typisch gerecht uit een Europees land. TIP TIP Kijk eens op het internet of in een boek naar voorbeelden. Vraag de leerlingen of ze al eens op reis gingen in Europa (eigen land mag ook). Ze beschrijven in de ik-vorm wat ze zijn en laten andere leerlingen raden.

13 Voorbeeld Ik sta als een ijzeren reus in het groene gras Dat een kring vormt rond mijn benen Ik zit vol gaten waardoor mensen staren Wie wil, kan op mij klimmen en de wolken raken Ik sta vast maar als je wil kan je me meenemen naar huis In het piepklein (de Eiffeltoren)

14

15

16 V.U.: Annemie Charlier, Grote Markt 1, Sint-Niklaas de Bib Sint-Niklaas H. Heymanplein 3, Sint-Niklaas bib.sint-niklaas.be