Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse
|
|
- Cornelia Julia Vink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Sytze Rienstra en Jan van Donkelaar, 15 januari 2010 Er is de laatste tijd bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart veel discussie over het al dan niet toepassen in de kosten-batenanalyse van de rule of half bij het optreden van modal shift. Door het uitvoeren van een project of het invoeren van een maatregel, bijvoorbeeld in de binnenvaart, treedt een verschuiving op van vervoer van weg naar binnenvaart. In een kosten-batenanalyse van een dergelijk project of maatregel worden de baten van de verschuiving berekend. Samenvattend komt deze notitie tot de conclusie dat: 1. In de basissituatie (vrije marktwerking, evenwicht en constante schaalopbrengsten) bij modal shift de rule of half moet worden toegepast. 2. Als de markt anders is dan in de basissituatie is verondersteld, dan moet dat expliciet worden aangetoond en beargumenteerd aangezien dit afwijkt van de basisaanname bij uitvoering van een KBA. Noties over marktwerking/-falen/-macht, substitueerbaarheid en productietechnologie zijn daarbij belangrijk. 3. Bij capaciteitsbeperking wordt dezelfde methode inclusief rule of half toegepast voor de gebruikers van de binnenvaart. Er is verder sprake van een negatieve batenpost omdat de winst van productenten afneemt. 4. Als er sprake is van volledige en effectieve prijsregulering in samenhang met capaciteitstekorten dan mag de helft van het transportkostenverschil tussen weg en binnenvaart toegekend worden als baat. Achtergrond In de praktijk blijken er bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart voor de berekening van de baten bij modal shift twee methoden te worden toegepast: 1. Er wordt verondersteld dat er géén verandering in enige kostenpost optreedt. Er wordt gekeken naar het verschil in transportkosten (per ton lading) tussen weg (hoog) en binnenvaart (laag). Voor de berekening van de baten van het project wordt dit verschil in transportkosten toegepast op de goederen die overgaan van weg naar binnenvaart. 2. Er wordt wél een verandering in kosten, bijvoorbeeld een verlaging van de kosten van de binnenvaart, verondersteld ten gevolge van het project of de maatregel. In dat geval wordt aan het bestaande binnenvaartvervoer de kostenverlaging als baat toegekend. Aan het vervoer dat overgaat van de weg naar de binnenvaart wordt, volgens de rule of half, de helft van de kostenverlaging toegekend. Er is discussie ontstaan over welke methode de juiste is. De discussie betreft de waardering van modal shift in het algemeen; daarnaast spitste de discussie zich toe op situaties waarin sprake is van een capaciteitsbeperking in de binnenvaart, waardoor in de referentiesituatie de markt al meer gebruik van de binnenvaart zou willen maken dan mogelijk is. Deze notitie geeft vanuit de economische theorie aan hoe in de verschillende situaties de modal shift dient te worden gewaardeerd. In de kaders wordt de tekst toegelicht met een voorbeeld. A. Basissituatie: geen capaciteitsbeperkingen De marktaandelen van weg en binnenvaart zijn in een vrije markt het resultaat van marktvoorkeuren. Weliswaar is de binnenvaart goedkoper als de transportkosten worden gemeten in geld, maar blijkbaar zijn er andere voordelen van het wegvervoer waardoor een 1
2 deel van de vragers toch kiest voor de weg. Het gaat dan om zaken als betrouwbaarheid, flexibiliteit, kwaliteit, etc. Als deze aspecten mee worden gewogen moet een goed werkende markt in evenwicht zijn. In de basissituatie is dus sprake van een vrije markt die in evenwicht is en, zo veronderstellen we, wordt gekenmerkt door (vrijwel) constante schaalopbrengsten, zodat er sprake is van een horizontale aanbodlijn. Dit wordt onderstaand geïllustreerd in figuur A. Partijen die verschillende onderdelen van de vervoersketen verzorgen (binnenvaart, overslag, weg) maken in deze situatie een normale winst. Als een partij meer dan normale winst maakt, zal er een nieuwe aanbieder komen die een lagere prijs biedt. Concurrentie zorgt er dus voor dat de markt in evenwicht blijft. De transportkosten per ton lading over de weg bedragen 100, met de binnenvaart 50. Verladers beschouwen voor een deel van het vervoer de weg toch aantrekkelijker, omdat vervoer over de weg flexibeler en betrouwbaarder is. Degenen die deze aspecten voor meer dan 50 waarderen kiezen voor de weg; degenen die dit lager dan 50 waarderen kiezen voor de binnenvaart. De markt is in evenwicht. Binnenvaartketen wordt goedkoper door een project of maatregel. Er wordt een maatregel uitgevoerd die er toe leidt dat de binnenvaart meer wordt gebruikt. Dit kan een overheidsinvestering zijn (bredere sluis, diepere vaarweg, etc.) of een private investering (bijv. meer op- en overslagcapaciteit). In dit geval zal de prijs van de binnenvaartketen worden verlaagd. Zonder prijsverlaging zou er namelijk geen modal shift zijn; de markt is immers in het nulalternatief in evenwicht. Door de prijsverlaging kiest een aantal verladers er voor om niet meer over de weg te vervoeren, maar via de binnenvaart. Hierdoor treedt een modal shift op. Daarnaast wordt er door de prijsverlaging wellicht meer vervoerd. De transportkosten per ton lading over de weg bedragen nog steeds 100, die met de binnenvaart worden 40, bijvoorbeeld door 10 lagere opslagkosten. De verladers die de voordelen van de weg voorheen tussen de 50 en 60 waardeerden zullen nu de overstap maken naar de binnenvaart. Voor hen wordt immers de binnenvaart het aantrekkelijkst. Daarnaast zal een aantal verladers er voor kiezen goederen te gaan vervoeren vanwege de lagere prijzen. Uiteindelijk zal al het bestaande vervoer per binnenvaart profiteren van de prijsverlaging. Ook degenen die overstappen van weg naar binnenvaart hebben een voordeel, anders zouden ze de overstap niet maken. Hoe groot dat voordeel is van de overstappers is niet bekend. De eerste overstapper zou al bij een kleine prijsverlaging zijn overgestapt, de laatste pas bij een prijsverlaging van 10. Het voordeel van de overstappers kan worden benaderd met de rule of half. De aanname is dat de overstappers gemiddeld de helft van de prijsverlaging als baat hebben. Het bestaande vervoer via de binnenvaart heeft een voordeel van 10. Degenen die overstappen hebben een kleiner voordeel. De overstappers die het voordeel van het wegvervoer 59 waard vinden hebben 1 voordeel; de overstappers die het voordeel van het wegvervoer 51 waard vinden hebben 9 voordeel. Gemiddeld zullen de overstappers de helft van de prijsverlaging ( 5) als baat hebben. Verder wordt het wellicht voor sommige verladers aantrekkelijk extra te gaan vervoeren. Ook deze hebben volgens dezelfde redenering gemiddeld de helft van de prijsverlaging ( 5) als baat. 2
3 De conclusie is dat in een vrije markt die in evenwicht is en gekenmerkt wordt door constante schaalopbrengsten de baten worden bepaald door de prijsverlaging van bestaande gebruikers geheel en van nieuwe gebruikers voor de helft toe te kennen. In onderstaand figuur A geeft het vierkant tussen P0 en P 1 de baten weer van de bestaande gebruikers en de driehoek de baten van de nieuwe gebruikers. Figuur A Q0 Q1 B. Bijzondere situatie: capaciteitsbeperking (fig. B 0) Figuur B 0 D Consumentensurplus E 0 A Q 0 In de praktijk is de marktsituatie niet altijd zoals in de basissituatie is beschreven. Als de markt anders is dan in de basissituatie is verondersteld, dan moet dat expliciet worden aangetoond en onderbouwd. Zo kan er sprake zijn van een capaciteitsbeperking. Dit kan samenhangen met imperfecte concurrentie (geen vrije marktwerking, monopolie) of met de productietechnologie (een sluis die maximaal benut wordt). In een dergelijke situatie, bijvoorbeeld bij capaciteitsbeperking bij de op- en overslag bij de binnenvaart, kan de aanbieder (of als die dat niet doet een andere partij in de keten) een hogere prijs vragen ( ) 0 P en daardoor een extra winst behalen. Bij een capaciteitsbeperking tot Q 0 geeft P AE 1 0 de aanbodlijn weer. Er ontstaat dan een 3
4 economische rent voor de producent (producentensurplus, vierkant P 0P1 AE0 ). De prijs van de binnenvaart in een dergelijke situatie is hoger dan in een situatie zonder capaciteitsbeperking ( P 0 vs. P 1). Er vindt dientengevolge meer vervoer over de weg plaats en minder via de binnenvaart. Er is een monopolie bij de opslag, waardoor de prijs van de binnenvaart 10 hoger is dan in de vrije marktsituatie. Hierdoor vindt er meer vervoer plaats over de weg en minder via de binnenvaart. Verladers die de positieve aspecten van het wegvervoer tot 40 waarderen maken nog steeds gebruik van de binnenvaart. De overige verladers maken gebruik van de weg. Als vervolgens capaciteitsuitbreiding plaatsvindt door een project of een overheidssubsidie kunnen twee situaties worden onderscheiden: De situatie waarin de capaciteitsbeperking volledig wordt weggenomen De situatie waarin de capaciteitsbeperking slechts ten dele wordt weggenomen. B 1 Situatie waarin de capaciteitsbeperking volledig wordt weggenomen (fig. B 1) Figuur B 1 D Consumentensurplus E 0 A E 1 Q0 Q1 Als door de toename van de capaciteit, bijvoorbeeld van de op- en overslag, de bestaande capaciteitsbeperking volledig wordt opgeheven, zal de prijs van de binnenvaart dalen. Hierdoor treden de eerder besproken baten op voor de bestaande en nieuwe gebruikers P P E. Echter, in dit geval neemt ook (berekend met de rule of half) van de binnenvaart ( ) 1 0 0E1 de overwinst (de economische rent, het producentensurplus, P 0P1 AE0 ) voor de exploitant van de opslag af. De exploitant heeft een negatieve baat die gelijk is aan de prijsdaling voor de bestaande gebruikers van de binnenvaart (de toename van het consumentensurplus voor de bestaande gebruikers is gelijk aan de afname van het producentensurplus voor de exploitant). Per saldo blijven alleen de baten over voor de overstappers en nieuwkomers (driehoek AE E 0 1). 4
5 Door een maatregel wordt de capaciteitsbeperking opgeheven. Ten gevolge van de extra capaciteit daalt de prijs van de opslag, en dus de binnenvaartketen, met 10. De baten voor de bestaande gebruikers van de binnenvaart zijn 10; voor de overstappers en nieuwkomers 5. Echter, in dit geval neemt de overwinst in de opslag af met 10, waardoor er ook een negatieve baat optreedt. Alleen de baten als gevolg van de modal shift en geheel nieuw vervoer leiden dan per saldo tot welvaartseffecten. B 2 Situatie waarin de capaciteitsbeperking slechts ten dele wordt weggenomen (fig. B 2) Figuur B 2 D Consumentensurplus E 0 C E 1 A B Q 0 Q 1 Ook als door de toename van de capaciteit, bijvoorbeeld van de op- en overslag, de bestaande capaciteitsbeperking slechts ten dele wordt opgeheven (tot Q 1), zal de prijs van de binnenvaart dalen (naar P 1). In tegenstelling tot de vorige situatie zal de rent voor de aanbieder (het producentensurplus) hier niet verdwijnen, maar veranderen. Enerzijds zal het producentensurplus dalen door de prijsverlaging, gelijk aan de toename van het consumentensurplus voor de bestaande gebruikers ( P 0P1 CE0 ). Anderzijds zal het producentensurplus toenemen door de toetreding van overstappers en nieuwkomers ( ABE 1 C) ( ABE 1E 0 ). Per saldo blijven de baten over voor de overstappers en de nieuwkomers Door een maatregel wordt de capaciteitsbeperking slechts ten dele opgeheven. Hierdoor daalt de prijs van de opslag, en dus de binnenvaartketen, met 5. De baten voor de bestaande gebruikers van de binnenvaart zijn 5; voor de overstappers en nieuwkomers 2,50. De extra rent in de opslag, behaald op bestaande gebruikers, daalt met 5, waardoor er ook een negatieve baat optreedt. Dit negatieve effect wordt voor een deel gecompenseerd door de nieuwe overwinst door toetreding van overstappers en nieuwkomers van 5 op deze groep. 5
6 B 3 Situatie waarin de overheid de capaciteit en de prijs reguleert In een situatie waarin de binnenvaartmarkt zowel wat betreft aanbod als prijs volledig door de overheid gereguleerd is kan geen enkele partij in de keten zijn prijs verhogen. Dan is het mogelijk dat de prijs van de binnenvaart laag wordt gehouden, terwijl er toch sprake is van een capaciteitstekort, bijvoorbeeld in de op- en overslag. De markt is dan dus niet in evenwicht. Een deel van de verladers wordt gedwongen gebruik te maken van de weg, hoewel de binnenvaart aantrekkelijker wordt gevonden. Hoe groot het verlies is voor deze verladers is niet bekend. Voor de ene verlader is het verlies iets boven nul; voor de andere bijna het transportkostenverschil tussen markt- en gereguleerde situatie. Gemiddeld gaat het dus om de helft van het transportkostenverschil. Een capaciteitsvergroting zonder prijsverandering bij de binnenvaart leidt dan tot een modal shift als er in de nulsituatie in potentie voldoende gebruikers zijn. In dit geval mag het transportkostenverschil voor de helft worden meegenomen. De transportkosten van de binnenvaart bedragen 50, die van het wegvervoer 100. In deze situatie willen 100 verladers gebruik maken van de binnenvaart. De overheid reguleert echter de capaciteit en de prijs; daarom kunnen slechts 40 verladers gebruik maken van de binnenvaart. De overige 60 verladers kunnen kiezen voor de weg, maar kunnen ook besluiten geen vervoersdiensten meer aan te bieden. Zij waarderen de positieve aspecten van de weg ergens tussen 0 en 50. Als ze dit hoger zouden waarderen zouden ze immers in het nulalternatief ook gebruik willen maken van de weg. Vervolgens wordt de capaciteit verhoogd, zodat 30 verladers extra de binnenvaart kunnen gebruiken. De welvaartswinst die optreedt is dan voor deze 30 verladers gemiddeld de helft van het transportkostenverschil tussen weg en binnenvaart ( 25) 6
Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.
Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete
Nadere informatieEconomie Module 3 H1 & H2
Module 3 H1 & H2 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten:
Nadere informatiesamenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt
samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt De perfect werkende markt is een model dat beschrijft hoe markten het meest optimaal zouden functioneren. Bij het bestuderen van echte markten
Nadere informatieEvenwichtspri js MO WINST
Volkomen concurrentie Volledige mededinging Hoeveeldheidsaanpassing: prijs komt door Qa en Qv tot stand, individu heeft alleen invloed op de hoeveelheid die hij gaat produceren Veel vragers en veel aanbieders
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a
Nadere informatieDomein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! Opgaven vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn van
Nadere informatieI. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.
1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de
Nadere informatieDomein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Vervoer
Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet
Nadere informatieWAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF?
VRAAG & AANBOD WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF? De vraag naar een product kan bepaald worden door: Ø Een toe of afname van de bevolking Ø Een toe of afname van het inkomen Ø Een toe of afname behoeften
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) vwo 4
1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Voordat de export wegviel was er evenwicht op de
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) havo 5
Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte
Nadere informatieLESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3
LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieHoofdstuk 8: Volmaakte mededinging
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 8: Volmaakte mededinging 1 Volmaakte mededinging - Inhoudstafel 1. Kenmerken van de competitieve marktvorm 2. Individueel aanbod van de competitieve onderneming 3. Het
Nadere informatieUIT doelstellingen en grafieken
Vraaglijn is prijs-afzetlijn. De vraaglijn die we kennen van de perfect werkende markt, zien we terug bij de niet perfecte marktvormen. Het drukt nu de betalingsbereidheid van de klant voor het specifieke
Nadere informatieInleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1
Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1 Vraag 1 (H1-14) Een schoenmaker heeft een paar schoenen gerepareerd en de klant betaalt voor deze reparatie 16 euro. De schoenmaker
Nadere informatieGrafieken Economie Hoofdstuk 7
Economie: Grafieken Hoofdstuk 7 1 Inhoud Grafieken Economie Hoofdstuk 7 door ieter Nobels ONDERNEMERSGEDRG BIJ OLKOMEN CONCURRENTIE... 3 GLOBL MRKTEENWICHT... 3 ERSCHUIINGEN N RG- EN NBODCURE (GLOBLE MRKT)...
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2005-II
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2009 - I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring
Nadere informatieEindexamen vwo economie 2014-I
Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat verantwoord autogebruik wordt beloond met premiekorting / onverantwoord gebruik wordt gestraft met premieverhoging, zodat voorzichtig rijgedrag
Nadere informatieEindexamen havo economie 2012 - II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat consumenten
Nadere informatieHet Vijfkrachtenmodel van Porter
Het Vijfkrachtenmodel van Porter (een concurrentieanalyse en de mate van concurrentie binnen een bedrijfstak) 1 Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het vijfkrachtenmodel is een strategisch model wat de aantrekkelijkheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting
Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten
Nadere informatieUitwerking Examentraining havo voor economisch tekenen
Uitwerking Examentraining havo voor economisch tekenen Opgave 1 Vraag- en aanbodcurve met consumenten- en producentensurplus. Qv = -0,5p + 10 Qa = 0,5p 2 Qa = Qv Prijs in euro, q in stuks. 1. Teken de
Nadere informatieDomein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.
1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatie4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:
Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%
Nadere informatieSynergie tussen MIRT projecten: synergie in de directe en indirecte effecten
3 - van den Burghweg 1 2628 CS Delft Postbus 5044 2600 GA Delft T (088) 798 2 222 F (088) 798 2 999 dvsloket@rws.nl http://www.rijkswaterstaat.nl/ dvs Synergie tussen MIRT projecten: synergie in de directe
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rookremmers 1 maximumscore 2 De genoemde bijkomende/onbedoelde (maatschappelijke)
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord
Nadere informatieDomein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,
Nadere informatieDe invloed van een goederenvervoerproject op de economie. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid
De invloed van een goederenvervoerproject op de economie Hoe wordt dit meegenomen in een kosten-batenanalyse? Wat is de invloed van een goederenvervoerproject op de economie? Hoe komt het dat een project
Nadere informatieHerhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten
Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Oefening 1: De overheid treedt onder druk van milieugroepen op tegen vervuilende ondernemingen en legt de ondernemingen een belasting per eenheid
Nadere informatieConcrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel)
Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Vrije toe- uittreding Transparante
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl
Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-II
Opgave 1 Uit een krant: Uitzendbranche blijft groeien Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de uitzendbranche in het eerste kwartaal van 1998 flink is gegroeid. In vergelijking
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument & Producent
Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen
Nadere informatieEconomisch perspectief verdieping Nieuwe Waterweg / Botlek
Economisch perspectief verdieping Nieuwe Waterweg / Botlek Sigrid Schenk Irene Pohl Rotterdam, januari 2014 Aanleiding voor verdieping NWW / Botlek Page 2 BRON: HBR Het Botlekgebied / Pernis vormt het
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-II
4 Antwoordmodel Opgave voorbeeld van een juiste berekening: 84.760.000 4 = 2.080 uur 63.000 2 voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat uitzendkrachten in deeltijd werken. 3 voorbeelden
Nadere informatieDomein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische
1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma I
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat mensen met een hoog
Nadere informatieEindexamen economie pilot vwo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit
Nadere informatieEen overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.
Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid
Nadere informatieeconomie havo 2015-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) verkoopmarkt bij (2) monopolistische
Nadere informatieUIT accijns en btw
Kostprijsverhogende belastingen. Zowel accijnzen als BTW zijn kostprijsverhogende belastingen. Zowel accijnzen als de BTW zijn indirecte belastingen. Ze worden via de tussenhandel geheven en niet direct
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Inflatie
Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische-opdracht door een scholier 1658 woorden 20 juni 2005 6,9 44 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Inflatie? Wat is inflatie en wat is een prijsindexcijfer?
Nadere informatieMarkt. Kenmerken van marktvormen:
1 1 1 Markt 1 3 5 7 9 1 1 1 1 1 hoeveelheid 1 3 5 7 9 Qv Qa nieuw Qa Qv nieuw p Kenmerken van marktvormen: Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) Vrije toetreding Alle kennis van
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2002-II
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 0,15 Een voorbeeld van een juiste verklaring
Nadere informatieqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop
qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop Antwoorden webquest asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx
Nadere informatieLesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk
Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.
Nadere informatieAntwoorden Lesbrief Waar voor je geld
Antwoorden Lesbrief Waar voor je geld Deze lesbrief (derde druk, 2015) is een uitgave van De Nederlandse Bank en tot stand gekomen met medewerking van Gerrit Gorter en Han van Spanje (VECON). 1. Prijzen
Nadere informatieSamenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten
Samenvatting................. In juli 2008 heeft de Europese Commissie een strategie uitgebracht om de externe kosten in de vervoersmodaliteiten te internaliseren. 1 Op korte termijn wil de Europese Commissie
Nadere informatieMonitor Financiële Sector:
Nederlandse Mededingingsautoriteit Monitor Financiële Sector: Notitie bij Sectorstudie Vastgoedfinanciering, SEO Economisch Onderzoek oktober 2011 Nederlandse Mededingingsautoriteit Postbus 16326 2500
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en Producent
Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel
Nadere informatieHuurinkomsten van corporaties, De gevolgen van het regeerakkoord
Huurinkomsten van corporaties, 2012 2021. De gevolgen van het regeerakkoord Johan Conijn & Wolter Achterveld Inleiding Op verzoek van Aedes heeft Ortec Finance de financiële gevolgen van het regeerakkoord
Nadere informatieOORDEEL EN BELEVING OV-CHIPKAART NA UITFASERING NVB
OORDEEL EN BELEVING OV-CHIPKAART NA UITFASERING NVB Kwantitatief Onderzoek in de Regio Rotterdam MEIJERS RESEARCH Maart 2010 10011/01 1. Inleiding. Per 11 februari 2010 is het NVB in de regio Rotterdam
Nadere informatieExamen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)
Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal zijn 88 punten te behalen; het examen bestaat
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 600 bezoekers (2.800 2.200) 2 maximumscore
Nadere informatieDomein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3
Domein D: Concept markt Havo 5 Module 2 en 3 Domein D: Concept markt Winst = omzet kosten TW = TO TK TO = 2000 TK = 1500 TW = 500 Omzet per product = gemiddelde omzet = prijs = GO TO = 2000 Als afzet is
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 496 woorden 2 april keer beoordeeld. Economie samenvatting hoofdstuk 8
Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april 2016 6 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting hoofdstuk 8 Een markt is een plaats waar vragers en aanbieders elkaar treffen.
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opgave 1 1 maximumscore 1 oligopolie Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: Er is sprake van een beperkt aantal (twee) aanbieders. Toetreding tot deze markt is moeilijk. 2 maximumscore 2 Prijs bij
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo I
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 nivellering 38,2 : 9,6 = 3,98 : 1 2 maximumscore
Nadere informatieDomein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN havo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn
Nadere informatieUIT grafische elasticiteiten
Elasticiteiten lezen uit grafieken. Een prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid beschrijft het effect van een prijsverandering op de gevraagde hoeveelheid van dat product. De betalingsbereidheid
Nadere informatieRemediëringstaak: Vraag en aanbod
Remediëringstaak: Vraag en aanbod Oefening 1: a. Stijging olieprijs blijft beperkt. Je moet een grafiek tekenen waarin je je aanbod naar links laat verschuiven (aanbod daalt) (wegens pijpleidingen die
Nadere informatieDit is het overzicht van de studiestof van het vak Grondslagen Micro-Economie. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur.
Voorwoord Dit is het overzicht van de studiestof van het vak Grondslagen Micro-Economie. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur. Dit overzicht is geschreven naar eigen inzicht van
Nadere informatieUIT prijsdiscriminatie
Marktmacht. Aanbieders op een niet perfect werkende marktvorm, zoals monopolistische concurrentie, oligopolie en monopolie, hebben marktmacht. Hoe groter de invloed van de aanbieder op de prijs, hoe hoger
Nadere informatieSamenvatting Economie Vervoer
Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieHoofdstuk 3: Vraag en Aanbod
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 3: Vraag en Aanbod 1 Vraag en Aanbod - Inhoudstafel 1. De vraag als uitdrukking van bereidheid tot betalen 2. Het aanbod als uitdrukking van marginale kosten 3. Prijsvorming
Nadere informatieDomein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet
Nadere informatieMarkt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6
Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 1 Nog niet zo lang geleden had je als boer te maken met een melkquotum. Een melkquotum betekent dat je een maximale hoeveelheid
Nadere informatieEindexamen economie pilot havo 2009 - I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 ja Een voorbeeld van een juiste
Nadere informatie1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:
Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opgave 1 1 maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat het tarief per keer legen de inwoners stimuleert om de containers minder vaak aan te bieden om daarmee lasten te besparen 1 het tarief per kilo
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2339 woorden 8 maart 2004 4,9 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie ViaDELTA Economie - Module 3 - Hoofdstuk 1: Markten Vraag
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieHoofdstuk 1: Vraag en aanbod
Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk
Nadere informatiegevraagde hoeveelheid ( mln kilo) P prijs in euro s per kilo varkensvlees aangeboden hoeveelheid ( mln kilo)
Opgave 3 Faalt de markt of faalt de overheid? In een Europees land is de productie van varkensvlees verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de totale uitstoot van broeikasgassen door de landbouw.
Nadere informatieInkoopgedrag van het MKB in geliberaliseerde markten
M200602 Inkoopgedrag van het MKB in geliberaliseerde markten Betere kwaliteiten en lagere prijzen in geliberaliseerde markten? drs. P.Th. van der Zeijden Zoetermeer, mei 2006 Inkoopgedrag van het MKB
Nadere informatieEindexamen vwo economie I
Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing
Nadere informatieCommerciële calculaties
Commerciële calculaties Het programma van vandaag: 8 april 2015 Commerciële calculaties (hoofdstuk 3 en hoofdstuk 7) Bijzondere aandacht voor: Prijselasticiteit en Yieldmanagement slides komen op www.jooplengkeek.nl
Nadere informatieExamen HAVO - Compex. economie 1
economie 1 Examen HAVO - Compex Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 23 mei totale examentijd 2,5 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 19 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 102,4 100 = 101,4866 1,49% 100,9 Voor het antwoord:
Nadere informatieOp elkaar reageren? Kolomspeler. Rijspeler. Is prijsverlaging zinvol? Opbrengstenmatrix. Schoenengigant. Geen prijsverlaging
It s a deal! Kolomspeler Schoenengigant Rijspeler Geen prijsverlaging Footfeel Geen prijsverlaging ( 4500; 6000) Is prijsverlaging zinvol? Schoenengigant Geen prijsverlaging Footfeel Geen prijsverlaging
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 11
Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven
Nadere informatieA ; B ; C ; D Géén van de alternatieven A, B en C is CORRECT.
Vraag 1 De vraagcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q d = 200 P. De aanbodcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q s = 2*P 40. Stel dat de overheid de totale omzet
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een
Nadere informatieINSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia
INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe
Nadere informatieDomein markt: volkomen concurrentie
Domein markt: volkomen concurrentie De markt / het marktmechanisme Vraag-aanbodcurve evenwicht, surplus Elasticiteiten E v p, E v i, E v1 p2, E a p Een van de vele aanbieders Opbrengst Kosten Winst TW
Nadere informatieTrendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012
Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012 Inhoud Inleiding en leeswijzer... 4 1 Tevredenheid en vertrouwen van de consument... 5 2 Tevredenheid over
Nadere informatie