onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie"

Transcriptie

1 Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie

2 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 1 Inhoudsopgave Anatomie urinewegstelsel...1 Bladderscan...4 Doel van en indicatie voor een bladderscan...5 Blaaskatheterisatie...7 Katheterisatie via urethra...10 Suprapubische katheterisatie...13 Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie...15 Zelfkatheterisatie...20 Urethrastrictuur - urethravernauwing...22 Opvangen van urine voor onderzoek...23 Spoelen van de katheter en/of blaas...26 Blaasinstillatie...30 Nefrostomiekatheter...32 Urinestoma, urinereservoir en deviatie urinewegen...35 Continue Ambulante Peritoneaal Dialyse (CAPD)...39 Complicaties CAPD...43 Glijmiddel...48 Externe katheter (uitwendige katheter, condoomkatheter)...50 Blaaskatheters...53 Frequentie verwisselen blaaskatheter...57 Urineopvangzak...58 Katheterstopje/Katheterventiel/FlipFlo...63 Materialen voor blaasinstillatie met Perfusor -injectiespuit...65 Physioneal...67 Harmonica flacon...70 Vilans

3 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 1 Anatomie van het urinewegstelsel Het urinewegstelsel bestaat gewoonlijk uit twee nieren met ieder een nierbekken, de urineleiders (ureters), de blaas en de plasbuis (urethra). In het nierbekken wordt urine opgevangen. Vanaf ieder nierbekken loopt een urineleider (ureter). De ureters lopen naar de blaas waar ze onder een schuine hoek een uitmonding in de blaas hebben. Door deze schuine hoek wordt de uretermonding door vulling van de blaas dichtgeknepen met behulp van een spier (uretero-vesicale-klep). Deze spier zorgt er onder normale omstandigheden voor dat er geen urine uit de blaas terugstroomt naar de nier. Transport van urine van de nier richting blaas vindt plaats door peristaltiek in de ureters. De urine wordt door dit klepmechanisme richting blaas geknepen. De plaats waar de ureters uitmonden noemt men de blaasbodem. Hier bevinden zich spieren die het terugstromen tegengaan, maar ook blaasvulling registreren en mictie (het plassen) op gang brengen. In de blaasbodem gaat de blaaswand via de blaashals over in de urethra, waarlangs de urine afgevoerd wordt naar buiten. Een spiermechanisme zorgt ervoor dat de mictie willekeurig plaats kan vinden. Bij mannen is de urethra ongeveer 20 tot 25 cm lang en maakt een s-vormige bocht. De sluitspieren van de blaas van de man worden omringd door de prostaat. Bij een vergrote prostaat kan de urethra vernauwd zijn. Bij de vrouw is de urethra aanzienlijk korter dan bij de man, slechts 3 tot 5 cm lang en loopt recht naar beneden. Bij de vrouw is het risico dan ook groter dat bacteriën, die van nature in de endeldarm leven, in de urethra terecht komen. Vilans Inleiding Anatomie urinewegstelsel: 1 (van 3)

4 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 2 Functie van de nieren De functie van de nieren is: het reguleren van de water- en elektrolytenhuishouding; het zuiveren van het bloed van: overtollige stofwisselingsproducten, zoals ureum, galkleurstoffen, kreatinine en urinezuur; medicamenten of de afbraakproducten hiervan en andere lichaamsvreemde stoffen; hormonen of afbraakproducten hiervan; allerlei stoffen, zoals calcium, zouten, vitaminen, enzymen enzovoort; handhaving van het zuurbase-evenwicht in het lichaam; regulering van de bloeddruk; productie van erytropoëtine, het hormoon dat de vorming van rode bloedlichaampjes bevordert. Functie van de blaas De urine, die door de nieren wordt geproduceerd, wordt via de urineleiders naar de blaas getransporteerd om daar tijdelijk te worden opgeslagen totdat de blaas na zich te hebben gevuld geleegd wordt. De functie van de blaas is: Reservoir Uitdrijven van de opgeslagen urine (door samentrekken door een spierlaag en ontspannen van de sluitspier). Aandoeningen aan het urinewegstelsel Aandoeningen aan het urinewegstelsel zijn te verdelen in een aantal categorieën: Ziekten met betrekking tot de bloedaanvoer naar de nier. De zuiverende functie werkt onvoldoende omdat de aanvoer van 'verontreinigd' bloed stagneert, bijvoorbeeld door kalkafzetting in de aderen. Ziekten aan het nierweefsel zelf door verschillende oorzaken, zoals: herhaalde infecties, gebruik van bepaalde medicijnen of door toxische reacties, kan het nierweefsel beschadigd raken de reinigende werking verslechtert of waardevolle stoffen gaan verloren. Ziekten met betrekking tot de afvoer van urine. De vele kleine buisjes in het nierweefsel kunnen verstopt raken, maar meestal zit de verstopping in het nierbekken of in de urineleider (ureter), bijvoorbeeld een nier- of uretersteen. Deze verhindert de zuiverende werking van de nier. De andere nier moet de functie overnemen. Kanker aan de nier: verschillende typen komen voor. Anatomische afwijkingen. Deze zijn veelal aangeboren. Voorbeelden zijn: verdubbeling van de urineleider, beide nieren liggen aan één kant van het lichaam of een nier is in twee delen gesplitst. Deze afwijkingen hoeven geen klachten te geven, behalve wanneer door de afwijking afvoerproblemen ontstaan. Afvoerbelemmeringen zijn vernauwing van de ureter of een reflux. Hierbij stroomt de urine uit de ureter terug naar de nier, wat de nier kan beschadigen. Blaaskanker. Vilans Inleiding Anatomie urinewegstelsel: 2 (van 3)

5 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 3 Blaasontsteking. Een ontsteking van de blaas behoort tot de meest voorkomende infecties bij de mens. Bacteriën komen gemakkelijk via de urethra in de blaas, vooral bij de vrouw (die een kortere urethra heeft). Als een man blaasontsteking krijgt, is er vaak meer aan de hand, bijvoorbeeld blaasstenen of prostaatvergroting. Blaasstenen zijn vaak nierstenen die via de urineleider in de blaas terecht gekomen zijn. Urineverlies bij zeer gevoelige blaas met erg vaak plassen of niet kunnen ophouden van de urine. Urineverlies door slappe sluitspier. Vergrote prostaat waardoor er een vernauwing van de urethra optreedt (alleen bij de man). Definities en begrippen De volgende definities en begrippen worden gebruikt 1. Blaasresidu de hoeveelheid urine die in de blaas achterblijft na mictie (postmictioneel residu). Blaasretentie het onvermogen om de blaas op natuurlijke wijze te ledigen. Blaaskatheter of katheter flexibele buis die ingebracht wordt in de blaas om urine af te laten vloeien en/of om stoffen in de urinewegen te brengen. Blaasspoelen het aanbrengen van medicatie aan de blaaswand (blaasinstillatie). Encrustratie het tot een korst neerslaan van sediment ook wel verkalking of korstvorming genoemd. Katheteriseren een katheter inbrengen bij iemand. Katheterspoelen het frequent reinigen en dus onderhouden van de blaaskatheter met een kleine hoeveelheid veelal zure spoelvloeistof om bijvoorbeeld encrustratie, te voorkomen. Mictie spontane afvoer van urine (vocht geproduceerd door de nier) uit het lichaam. Bron Website Urolog (juni, 2010). Richtlijn Blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April VenVn, EAUN. Katheterisatie. Urethrale en suprapubische verblijfskatheters bij volwassenen. Juni zie: (externe link). 1 Richtlijn Blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April Vilans Inleiding Anatomie urinewegstelsel: 3 (van 3)

6 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 4 Bladderscan Met behulp van ultrageluidsgolven van een BladderScan kan het blaasvolume worden gemeten. Als de sensor met geluidsgolven op de blaas wordt gericht zal het gevonden vloeistofvolume, onder normale omstandigheden de blaasinhoud zijn, omdat de blaasinhoud het enige vloeistofdepot is dat daar te vinden is. In de richtlijn urine-incontinentie bij kwetsbare ouderen geven de experts aan dat het meten van het residu door middel van de blaasscan het minst ingrijpend is en minder nadelige bijwerkingen heeft dan het residu meten door middel van katheterisatie. Een blaasscan mag alleen worden uitgevoerd door getrainde professionals. Contra indicaties Bij ascites (vochtophoping in de vrije buikholte) mag er geen blaasscan worden uitgevoerd. Type Bladderscan In Nederland worden momenteel drie types bladderscan gebruikt: Bladderscan BVI 9400: informatie fabrikant: BladderScan_BVI9400.html (externe link) BladderScan BVI 6100: informatie fabrikant: BladderScan_BVI6100.html (externe link) BladderScan BVI 3000 Quick reference: informatie fabrikant: BladderScan_BVI3000.html (externe link) De resultaten van de BVI 3000 en de BVI 9400 kunnen afgedrukt worden door middel van een printer die zich in het instrument bevindt. De BVI 6100 kan aangesloten worden op een computer om een print te maken. De resultaten van de meting kunnen bij alle bladderscans afgelezen worden in de display. Gebruik van de bladderscan Voor een goede scan dient (aquasonic) gel op de huid te worden aangebracht. De gel zorgt ervoor dat de geluidsgolven ongehinderd de huid passeren en na terugkaatsing weer opgevangen worden. De metingen worden bij voorkeur liggend uitgevoerd. Om de blaas te scannen wordt de sensor 2 a 3 centimeter boven het schaambeen geplaatst en op het staartbeen gericht. Door middel van de positie-icoon / pijl kan worden nagegaan of de scan goed wordt uitgevoerd. Het resultaat van de scan kan op papier worden geprint. Het wordt geadviseerd om drie goede scans te maken en de hoogste waarde van deze drie aan te houden. Reinig na gebruik de sensor met alcohol 70%. E-learning Voor alle types BladderScan is een gratis e-learning beschikbaar. Met deze e-learning wordt de werking van het instrument en enige medische achtergronden uitgelegd. Alle modules zijn te vinden op Bron V&VN, LEVV. Richtlijn urine-incontinentie bij kwetsbare ouderen. September 2010 Controle protocol door Verathon Medical Europe B.V. Vilans Achtergrondinformatie Bladderscan: 1 (van 1)

7 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 5 Doel van en indicatie voor een bladderscan Door middel van een bladderscan wordt het blaasvolume gemeten. Er zijn meerdere redenen om een scan van de blaas uit te voeren, ondermeer: het meten van het residu (het blaasvolume dat achterblijft als de cliënt spontaan geürineerd heeft); het meten van de urineretentie (urine dat achterblijft in de blaas door onvermogen om spontaan te kunnen urineren als de blaas gevuld is); het controleren van het aandranggevoel; het controleren van het opgang komen van de natuurlijke blaaslediging na bijvoorbeeld verwijderen van een verblijfskatheter of suprapubische katheter; vermoeden van overloopblaas of druppelincontinentie. De volgende situaties kunnen aanleiding zijn om een bladderscan uit te voeren: de cliënt heeft een verblijfskatheter (katheter à demeure) maar: heeft al enige uren niet of heel weinig urine geproduceerd, terwijl wel vocht wordt ingenomen; er lekt urine langs de katheter; heeft ondanks katheter aandrang. Indien uit de bladderscan blijkt dat er een blaasinhoud is van: - meer dan 100 ml: de verblijfskatheter is verstopt en moet vervangen worden - minder dan 100 ml: oorzaak onduidelijk: overleg met de arts. de cliënt is normaal gesproken continent en verliest sinds kort druppelsgewijs urine en plast niet. Een overloopblaas of druppelincontinentie door urineretentie moet worden uitgesloten. Indicaties voor acties na de scan bij een blaasinhoud van (tenzij de cliënt spontaan gaat plassen) 1 : meer dan 400 ml: Er is sprake van urineretentie. In overleg met en in opdracht van de arts eenmalig katheteriseren of inbrengen van een verblijfskatheter en in totaal 4 x dgs blaasscan maken; tussen ml: scan binnen 6 uur herhalen en in totaal 3 x dgs een blaasscan maken; tussen ml: scan binnen 12 uur herhalen en in totaal 2 x dgs blaasscan maken; tussen ml: 1 x daags een blaasscan maken en interpreteren of dit een klinische betekenis heeft; tussen ml: na tweemaal achter elkaar vastgesteld; blaasscan stoppen; Met arts wordt vervolgbeleid afgesproken. de cliënt is continent of incontinent en: heeft aandrang, maar plast niet of nauwelijks. Urineretentie dient uitgesloten te worden. Indien na de scan blijkt dat er een blaasinhoud is van meer dan 400 cc zal er in overleg met en na opdracht van de arts eenmalige katheterisatie toegepast worden of een verblijfskatheter geplaatst worden. Na plaatsing van de katheter wordt de urineafloop geobserveerd en vermeld in het dossier. heeft krampende pijn in de onderbuik. Urineretentie dient uitgesloten te worden. Indien na de scan blijkt dat er een blaasinhoud is van meer dan 400 cc zal er in overleg met en in opdracht van de arts een verblijfskatheter geplaatst worden. heeft normaal gedronken, is niet uitgedroogd en heeft al meer dan 16 uur niet geplast. Urineretentie dient uitgesloten te worden of onvoldoende blaasvulling aangetoond. Zie indicaties bij tweede punt. Als urineresidu bepaald moet worden. Vervolg acties bij residu bepaling zijn 2 : 1 Richtlijn Blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011 Vilans Achtergrondinformatie Doel van en indicatie voor een bladderscan: 1 (van 2)

8 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 6 minder dan 100 ml: geen actie, in overleg met arts; ml: nogmaals residu bepalen na volgende spontane mictie, in overleg met arts; meer dan 400 ml: in overleg met arts langdurige blaaskatheterisatie of 4 x dgs intermitterend kathteriseren 2 Richtlijn Blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011 Vilans Achtergrondinformatie Doel van en indicatie voor een bladderscan: 2 (van 2)

9 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 7 Blaaskatheterisatie Onder blaaskatheterisatie wordt verstaan: het inbrengen van een flexibele buis (de blaaskatheter) in de blaas, zodat de urine kan aflopen of om stoffen in de blaas te brengen (blaasspoelen of blaasinstillatie). Indicaties voor blaaskatheterisatie Indicaties voor blaaskatheterisatie zijn enerzijds het onvermogen om de blaas op natuurlijke wijze te ledigen (retentie) en anderzijds het onvermogen om urine vast te houden (incontinentie). Mogelijke oorzaken van een blaasretentie: afvloedbelemmering door obstructie, bijvoorbeeld door: obstipatie, tumor in de blaas, prostaat of cervix, vergroting van de prostaat (prostaathypertrofie), vernauwing van de blaashals (blaashalsstenose), vernauwing van de urethra (urethrastrictuur), stolsel bij bloedingen (bijvoorbeeld na operatie) neurologische oorzaak (bijvoorbeeld bij diabetische neuropathie, multiple sclerose, dwarslaesie) medicatie (blaasspoelen). Incontinentie is alleen dan een indicatie voor katheterisatie wanneer het gepaard gaat met ernstige huidschade bij een bedlegerige cliënt of wanneer de cliënt daar nadrukkelijk om vraagt in verband met ongemak. Geef de cliënt, die vraagt om een blaaskatheter, altijd informatie over risico s en andere oplossingen. Ook wordt geadviseerd om zo weinig mogelijk een blaaskatheter te gebruiken voor diagnostische redenen. Gebruik bij voorkeur een blaasscan om een residu te bepalen. Alleen als deze niet aanwezig is wordt bij een vergrote blaasinhoud overgegaan tot een eerste katheterisatie. Contra-indicaties voor urethrale katheterisatie Acute prostatitis (bacteriële ontsteking van de prostaat) Verdenking van letsel aan de urethra Vormen van blaaskatheterisatie Bij katheterisatie is een onderscheid te maken in: blaaskatheterisatie via de plasbuis (urethra): intermitterende (of eenmalige) katheterisatie; het inbrengen van een verblijfskatheter (katheter à demeure: CAD); blaaskatherisatie via een kunstmatige opening in de buikwand, net boven het schaambeen (suprapubische katheter). Voor het goed uitvoeren van blaaskatheterisatie via de urethra is het van belang om goede informatie te hebben over: de indicatie; de mogelijke complicaties die bij de katheterisatie op kunnen treden. Vilans Achtergrondinformatie Blaaskatheterisatie: 1 (van 3)

10 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 8 Intermitterende blaaskatheterisatie Bij intermitterende katheterisatie of eenmalige katheterisatie wordt de katheter weer verwijderd zodra de blaas leeg is. Intermitterende katheterisatie (= het herhaaldelijk, dus met tussenpozen, legen van de blaas met behulp van een katheter) of eenmalige katheterisatie vindt plaats via de urethra. Indien mogelijk verdient intermitterende katheterisatie de voorkeur boven een verblijfskatheter. Intermitterende katheterisatie is een veilige en effectieve manier om de blaas te legen. Intermitterende katheterisatie wordt overwogen bij een verstopte blaaskatheter en aanhoudende lekkage langs de verblijfskatheter of bloedingen (veroorzaakt door langdurige blaaskatheterisatie). Intermitterende blaaskatheterisatie kan door de meeste cliënten zelf worden geleerd. Katheterisatie met (suprapubische) verblijfskatheter Gezien het infectierisico dient het gebruik van een verblijfskatheter zoveel mogelijk te worden beperkt. Een verblijfskatheter kan het slijmvlies van de urethra en de blaas beschadigen en is één van de grootste oorzaken voor het ontstaan van een urineweginfectie. Een verblijfskatheter wordt alleen ingebracht als het absoluut noodzakelijk is en dan dient de katheter steriel ingebracht worden. Ter voorkoming van urineweginfectie ten gevolge van de verblijfskatheter, is hygiënische werken en goede vochtinname van belang. De vochtinname dient zodanig te zijn dat de urineproductie tenminste 1½-2 liter bedraagt. Levensduur van een katheter De levensduur (het blijven zitten) van de katheter, waarbij altijd wat verkalking of debrisvorming (weefselvorming) aan de binnenkant van de katheter optreedt, kan verlengd worden door: katheterspoelingen met de juiste spoelvloeistoffen goede voeding voldoende vochtinname. Het is goed om de datum van de inbreng en datum en de reden van het verwijderen van de katheter in het zorgleefplan van de client op te schrijven. Hierdoor is na drie tot vijf katheters een duidelijk overzicht van de levensduur van de katheter bij betreffende cliënt te zien 1.Door het openknippen van de katheter na verwijderen, kan de oorzaak voor de verstopping worden achterhaald (debris of verkalking). Aansluiten van de urineopvangzak Een nieuwe urine-opvangzak wordt vóór het inbrengen van een katheter al aan de katheter aangesloten; het systeem is dan gesloten vanaf het moment van inbrengen. Dit verkleint de kans op morsen. In dit geval is het ook niet nodig om de aansluitpunten van de urine-opvangzak en de katheter te desinfecteren. Wanneer eerst de katheter wordt ingebracht en daarna pas de urine-opvangzak wordt aangesloten, moet het aansluitpunt van de katheter wél eerst gedesinfecteerd worden (voordat het wordt aangesloten). Een conus (aansluitpunt) van de urine-opvangzak, die op een niet gereinigde katheter wordt gezet, sluit als het ware de urine op, die blijft hangen aan de binnenkant van de katheter: een bron voor micro-organismen die urineweginfecties veroorzaken. Daarom moet de katheter eerst goed worden gedesinfecteerd. 1 Bron: Braun, Uro-tainer katheteronderhoud. Gids naar het juiste behandelplan. Vilans Achtergrondinformatie Blaaskatheterisatie: 2 (van 3)

11 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 9 Vermijd zoveel mogelijk het loskoppelen van urineopvangzak en katheter. Maar als dit wel nodig is (bijvoorbeeld voor het katheterspoelen of blaasspoelen) desinfecteer dan de aansluitpunten van de katheter en urine-opvangzakken met alcohol. Ook bij het verwisselen van de urine-opvangzak moet het aansluitpunt van de katheter gedesinfecteerd. Hang de urine-opvangzak onder het niveau van de blaas van de cliënt. De zak mag nooit boven het niveau van de blaas worden gebracht. Om terugslag van de urine te voorkomen kan, bijvoorbeeld bij het overtillen van de cliënt, de katheter tijdelijk worden afgeklemd. Urineopvangzak en aftapkraan moeten voldoende hoog van de vloer hangen, dat wil zeggen dat zij noch de vloer, noch de voeten van verzorgers mogen raken, ook niet wanneer een hooglaagbed in de laagste stand wordt geplaatst. Bron Verenso (2011). Richtlijn blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Werkgroep Infectiepreventie. Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra, juli Ziekenhuizen. ( externe link, gezien nov 2010) European Association of Urology Nurses (EAUN), Katheterisatie, urethrale en suprapubische verblijfskatheters bij volwassenen. Evidence based richtlijnen voor best practices in de urologische gezondheidszorg VenVn, EAUN. Katheterisatie. Urethrale en suprapubische verblijfskatheters bij volwassenen. Juni zie: (externe link). Vilans Achtergrondinformatie Blaaskatheterisatie: 3 (van 3)

12 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 10 Katheterisatie via urethra Voor het goed uitvoeren van blaaskatheterisatie via de urethra is het van belang om goede informatie te hebben over: de indicatie; de mogelijke complicaties die bij de katheterisatie op kunnen treden. Vooral bij aandoeningen of vernauwingen van de urethra (bijvoorbeeld tumorgroei of vergrote prostaat) kan het inbrengen van een urethrale blaaskatheter voor problemen zorgen. Overleg met de behandelend arts over het risico van complicaties en of de katheter veilig kan worden ingebracht. In dergelijke situaties wordt de katheter altijd eerst door een arts ingebracht (in aanwezigheid van degene die daarna de handeling overneemt). Het inbrengen van een katheter is een voorbehouden handeling; de arts bepaalt of katheterisatie verantwoord is. Infectiepreventie Voorkom infecties door er altijd voor te zorgen dat er geen bacteriën in de blaas of urinewegen komen. Het inbrengen van een eenmalige of verblijfskatheter gebeurt op dezelfde wijze (aseptisch). Katheterset Het gebruik van een katheterset verdient aanbeveling, hierin bevinden zich alle benodigdheden. Er is echter niet aangetoond dat het werken met een katheterset een meerwaarde heeft boven het verzamelen van de materialen afzonderlijk. Wattenbollen/gazen voor het reinigen van de urethraopening hoeven niet steriel te zijn, wel schoon 1. Reden is dat ze niet in aanraking komen met een steriel gebied. Reinigen bij mannen Trek de voorhuid, indien aanwezig, terug. Maak de glanspenis schoon met een wattenbol/gaas die in water uit een flink stromende kraan is gedrenkt 2. Gebruik elke wattenbol/gaas maar één keer. Leg onder de penis een gaasje. Schuif de voorhuid na het katheteriseren weer terug. Dit moet zorgvuldig gebeuren, omdat anders een zogenaamde paraphimosis (Spaanse kraag = insnoering van de penis door achter de eikelrand teruggeschoven en daarna opgezwollen voorhuid) kan ontstaan, waarbij de teruggetrokken voorhuid strak om de glanspenis spant Reinigen bij vrouwen Maak de urethraopening en de vulva (schaamlippen), schoon met een wattenbol/gaas gedrenkt in water uit een flink stromende kraan. Reinig vijf keer van boven naar beneden in de richting van het perineum. Eerst de grote schaamlippen, daarna de kleine schaampliggen en daarna de urethraopening. Elke wattenbol/gaas maar één keer gebruiken. 1 Gazen en wattenbollen in een katheterset zijn wel steriel omdat ze samen met materialen die steriel moeten zijn gesteriliseerd worden. 2 Indien geen water uit flink stromende kraan voor handen is wordt steriel water gebruikt. Vilans Achtergrondinformatie Katheterisatie via urethra: 1 (van 3)

13 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 11 Vullen van de blaas bij het verwisselen van een verblijfskatheter Wanneer het verwisselen van een verblijfskatheter lastig gaat wordt in overleg met de arts de blaas soms eerst via de oude katheter gevuld met ongeveer 50 ml zoutoplossing. Daarna wordt bij een enigszins gevulde blaas een nieuwe katheter ingebracht 3. Gebruik van glijmiddel Bij mannen en bij vrouwen wordt de urethra eerst ingespoten met een glijmiddel met anestheticum (verdovend middel). Het is belangrijk om de gehele inhoud van het spuitje in te brengen. Hierdoor glijdt de katheter beter naar binnen en voorkomt beschadiging van de urethrawand. De verdovende werking begint 3-5 minuten na inspuiting en duurt ongeveer 1,5 uur (zie voor de juiste termijn de bijsluiter). Steriel inbrengen van de katheter Draag steriele handschoenen bij het, met de hand, inbrengen van de katheter. Wanneer de katheter met een pincet of gebruikmaking van de verpakkingshoes wordt ingebracht, voldoen niet-steriele handschoenen. Sommige katheters zijn zodanig dubbel verpakt dat de katheter kan worden ingebracht vanuit de steriele binnenverpakking. Bij het inbrengen mag de kathetertip niet in contact komen met de omgeving. Gebeurt dit wel, dan een nieuwe katheter nemen. Vullen katheterballon bij verblijfskatheter en aansluiten urineopvangzak De katheterballon zorgt ervoor dat een verblijfskatheter op zijn plaats blijft. Schuif de katheter, op het moment dat urine afloopt, nog iets op (nog 2 cm bij een vrouw en tot 5 cm bij een man om er voor te zorgen dat de ballon in de blaas en niet in het laatste deel van de urethra ligt). Vul daarna de ballon met de voorgeschreven hoeveelheid gedestilleerd water (aquadest) 4. Tekening: een katheter in blaas bij een man. (bron: kiesbeter.nl) Fixeren van de urethrale katheter Het is belangrijk om de katheter vast te maken nadat deze is ingebracht zodat er geen verschuiving en trekkrachten kunnen optreden. 3 Informatie van Dr. J.W. Noordzij en Dr. B.Y.M. Zeijlemaker, urologen. Redactie: (externe link). 4 Sommige fabrikanten raden aan de ontplooibaarheid van de ballon te controleren alvorens de katheter in te brengen. Soms krijgt de ballon niet helemaal een ronde vorm. Vilans Achtergrondinformatie Katheterisatie via urethra: 2 (van 3)

14 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 12 Als de katheter niet op de juiste wijze gefixeerd is kan hij van zijn plaats raken en/of decubitus, (weefsel)schade of ontsteking veroorzaken. Als de urineopvangzak zo veel urine bevat dat hij zwaar wordt, kan de zak aan de katheter gaan trekken. Behalve het schuiven van de katheter, kan dit irritatie en ongemak voor de cliënt opleveren. Fixeer de urethrale katheter bij de man op de buik om te voorkomen dat er necrose ontstaat in de urethra als gevolg van langdurige druk door de katheter. Buig de katheter met een lichte bocht richting het dijbeen en fixeer hem met een hulpmiddel, tape, klitteband of zak. Fixeer de katheter bij vrouwen op het bovenbeen. Verzorgen van de urethrale verblijfskatheter Een volwassene met een urethrakatheter moet een dusdanig vochtinname hebben dat de urineproductie bij voorkeur tenminste 1,5 tot 2 liter per dag bedraagt. Een ruime vochtinname zorgt namelijk voor een ruime diurese (urineproductie) waardoor het spoelmechanisme om bacteriën uit de blaas te verwijderen zo optimaal mogelijk functioneert. De geslachtsdelen en het gebied rondom de katheter worden dagelijks gewassen met water 5. Ophoping van secreet rond de urethramonding bevordert kolonisatie met bacteriën. Onderzoek toont niet aan dat bij meerdere malen per dag wassen van het geslachtstgebied de kans op infecties afneemt 6. Verzorging van de uitwendige genitaliën met een desinfecterende vloeistof of zalf is niet effectief. Verwijderen van de verblijfskatheter Laat voor het verwijderen van de verblijfskatheter de ballon leeglopen. Sluit hiervoor een spuit aan op het lumen naar de ballon. Controleer de hoeveelheid teruggelopen vloeistof in de spuit met de hoeveelheid die ingespoten is. Zuig de ballon niet leeg, want dan kunnen ribbels ontstaan die de urethra kunnen beschadigen. Mocht de ballon niet zelf leeglopen in de spuit, zuig de vloeistof dan wel terug, controleer de hoeveelheid met de ingebrachte hoeveelheid en spuit 1 ml terug. Trek de katheter langzaam door de urethra naar buiten. De eerste 8-24 uur na het verwijderen van de katheter is het belangrijk te controleren of de mictie weer op gang komt. Bron Werkgroep Infectie Preventie. Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis- woonen thuiszorg. September 2004, revisie: september (externe link) Werkgroep Infectie Preventie. Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september Revisie: juli (externe link) Richtlijn Blaaskatheterisatie, Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April EAUN. Catheterisation indwelling catheters in adults. Evidence-based Guidelines for Best Practice in Urological Health Care. Februari 2012 VenVn, EAUN. Katheterisatie. Urethrale en suprapubische verblijfskatheters bij volwassenen. Juni zie: (externe link). 5 6 WIP richtlijn: water en eventueel zeep Artikel in Nursing maart 2012: Is bij blaaskatheter tweemaal daags een onderwassing nodig? (externe link) Vilans Achtergrondinformatie Katheterisatie via urethra: 3 (van 3)

15 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 13 Suprapubische katheterisatie Als een verblijfskatheter noodzakelijk is, wordt steeds vaker gekozen voor de suprapubische methode 1. Voordelen van een suprapubische katheter ten opzichte van een urethrale verblijfskatheter zijn: minder kans op het ontstaan van urineweginfecties en urosepsis (blaasontsteking); minder kans op het optreden van blaaskrampen en blaasstenen; geen irritatie/beschadiging van het urethrale slijmvlies; minder belemmering van het seksuele contact; het weer zelf leren urineren (indien van toepassing) is eenvoudiger. Een nadeel van een suprapubische katheter ten opzichte van een urethrale katheter is dat deze de eerste keer door een uroloog ingebracht moet worden. Inbrengen van de suprapubische verblijfskatheter De suprapubische verblijfskatheter wordt de eerste keer met steriele handschoenen ingebracht door een arts (veelal door een uroloog). De huid boven het schaambeen wordt verdoofd en gedesinfecteerd. De volle blaas, die boven het schaambeen te voelen is, wordt aangeprikt met een holle naald en vervolgens wordt de katheter met behulp van een troicart (een soort holle voerdraad) in de blaas geplaatst. Na een aantal weken (6-8 weken) vormt zich rond de katheter een fistel (een onnatuurlijke verbinding van een lichaamsholte met de huid) van de blaas naar de buikwand. Verzorgen van de suprapubische verblijfskatheter De insteekopening wordt de eerste 5 dagen, dus als er nog sprake is van een wond en wanneer deze geïrriteerd is, beschermd door een steriel splitkompres. Het steriele gaasje wordt tenminste eenmaal per dag en bij iedere verontreiniging vervangen. Desinfecterende zalf, zoals betadinezalf, wordt alleen gebruikt op indicatie van de arts (Betadinezalf kan het materiaal van de katheter aantasten). Draag er zorg voor dat een volle urineopvangzak niet aan de katheter gaat trekken. Een katheter onder spanning kan weefselschade, ontsteking of necrose veroorzaken. Fixeer daarom de suprapubische katheter met op de buik en buig de katheter met een lichte bocht naar het dijbeen en fixeer de katheter daar met een hulpmiddel, tape, klittenband of zak. De verzorging is verder gelijk aan de verzorging van de via de urethra ingebrachte katheter. Het gebied rond de suprapubische katheter wordt dagelijks gewassen met water en zeep 2. Draaien en/of dompelen In de richtlijnen voor suprapubische katheters wordt niet meer gesproken over het draaien van de suprapubische katheter voor het vormen van een goede fistel. Er zijn echter artsen die dit (en zelfs het dompelen van de katheter) nog voorschrijven. Overleg dus altijd met de arts of de suprapubische katheter ook gedraaid moet worden en zo ja, hoe vaak. 1 Gebaseerd op richtlijnen Werkgroep Infectiepreventie (WIP): Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. September Revisie: september Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september Revisie: juli Evidence base richtlijn voor best Practice in de urologische gezondheidszorg. Katheterisatie. Urethrale en suprapubische verblijfskatheters bij volwassenen Vilans Achtergrondinformatie Suprapubische katheterisatie: 1 (van 2)

16 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 14 Verwisselen van de suprapubische verblijfskatheter Zolang de fistel nog niet goed is gevormd (meestal de eerste 6 weken), wordt de suprapubische verblijfskatheter door een arts verwisseld (meestal poliklinisch). Na het verwijderen van de suprapubische katheter uit de blaas sluit de fistel binnen 1 tot 6 uur. Een nieuwe suprapubische katheter moet dus altijd zo snel mogelijk worden ingebracht. De cliënt dient thuis een reservekatheter te hebben. Laat voor het verwijderen van de suprapubische katheter de ballon leeglopen. Sluit hiervoor een spuit aan op het lumen naar de ballon. Controleer de hoeveelheid teruggelopen vloeistof in de spuit met de hoeveelheid die ingespoten is. Zuig de ballon niet leeg, want dan kunnen ribbels ontstaan die de fistel kunnen beschadigen. Mocht de ballon niet zelf leeglopen in de spuit, zuig de vloeistof dan wel terug, controleer de hoeveelheid met de ingebrachte hoeveelheid en spuit 1 ml terug. Trek de katheter langzaam door de fistel naar buiten. Een suprapubische verblijfskatheter wordt altijd met steriele handschoenen aan of met een steriel pincet ingebracht 3. Voordat de suprapubische katheter wordt ingebracht wordt katheterglijstof met een anestheticum in de fistel gebracht. Het is aan te bevelen de handeling met twee personen uit te voeren 4. Vullen van de blaas voordat de katheter wordt ingebracht NB In de richtlijn van Verenso en EAUN wordt de blaas niet gevuld of wordt de katheter niet een paar uur afgeklemd voordat de katheter wordt verwisseld. Soms wordt het echter nog voorgeschreven: Het vullen van de blaas met 100 ml blaasspoelvloeistof of het twee uur van te voren afklemmen van de katheter heeft de volgende redenen: een nieuwe suprapubische katheter kan gemakkelijker ingebracht worden in een gevulde blaas; na het inbrengen kan direct worden vastgesteld dat de katheter goed zit. Het vullen van de blaas dient langzaam te gebeuren. Vooral bij cliënten die langere tijd een suprapubische verblijfskatheter hebben, kunnen blaasspasmen optreden ten gevolge van een verminderde blaascapaciteit. Katheter verwijderen zonder terugplaatsing Als een suprapubische katheter blijvend wordt verwijderd sluit de fistel zich normaal gesproken spontaan tussen 1 6 uur. Behandel het wondje, dat ontstaat als de fistel zich niet sluit als een rode of gele wond 5. Bron VenVn, EAUN. Katheterisatie. Urethrale en suprapubische verblijfskatheters bij volwassenen. Juni zie: (externe link) Gebaseerd op richtlijnen Werkgroep Infectiepreventie (WIP): Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. September Revisie: september 2009 Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september Revisie: juli Richtlijn blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011 WCS wondenboek. Vilans Achtergrondinformatie Suprapubische katheterisatie: 2 (van 2)

17 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 15 Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie Aandachtspunten bij de voorbereidingen en tijdens de blaaskatheterisatie De voorbereiding en inbrengen van een eenmalige of intermitterende katheter gebeuren op dezelfde wijze als voor de verblijfskatheter. De katheter wordt ingebracht met steriele handschoenen of steriele pincet. Voor elke katheterisatie bij een cliënt wordt een nieuwe katheter gebruikt. Indien de cliënt zichzelf katheteriseert kan, bij een aantal merken, de katheter onder de kraan worden gereinigd en worden hergebruikt 1. In het ziekenhuis wordt dit niet toegepast en gebruikt de cliënt steeds een nieuwe steriele katheter. Te snelle lediging van de blaas kan eventueel een collaps (flauwte) van de cliënt veroorzaken doordat de grote vaten in de omgeving van de blaas open gaan staan. Dit is afhankelijk van de leeftijd en conditie van de cliënt en de conditie van de nieren 2. Observeer de cliënt tijdens het legen van de blaas. Wanneer de cliënt zich niet goed voelt: Klem de katheter af totdat de cliënt herstelt. Leg de cliënt zo mogelijk in trendelenburg. Overleg met de arts als de cliënt niet herstelt. Na herstel: Adviseer de cliënt zo mogelijk (veel) te drinken. Een katheter moet voorzichtig worden ingebracht. Forceer het inbrengen niet. Een obstructie kan het gevolg zijn van spasmen van de sluitspier of een vernauwing daarvan. Laat de cliënt hoesten of rustig zuchten wanneer bij het inbrengen weerstand wordt ondervonden. Als de katheter daarna nog steeds niet in te brengen is, dient de arts daarover te worden ingelicht. Beëindig bij een bloeding uit de blaas (urethra) de handeling en licht de arts in. Observatiepunten bij verblijfskatheters Let op de volgende punten: de hoeveelheid urine Zeker wanneer de katheter pas is ingebracht dient de urineproductie gecontroleerd te worden. Per 24 uur is de urineproductie ongeveer 1500 ml. Dit betekent ongeveer 60 ml per uur. Onrust of verwardheid van de cliënt Psychische onrust en verwardheid kan het risico op het zelf verwijderen van de katheter vergroten. De volgende observatie punten kunnen wijzen op een blaasontsteking: bestanddelen in de urine Controleer de urine op aanwezigheid van slierten, vlokken, gruis of bloed. Penetrante geur Een penetrante geur kan worden waargenomen tijdens het legen van de urinezak. Let tdaarom ijdens het legen op de geur. 1 2 De Werkgroep Infectie Preventie doet hierover geen uitspraak. Vaak wordt alertheid gevraagd bij een afloop van 500 ml of meer, maar ook bij geringere hoeveelheden kan dit voorkomen. Vilans Achtergrondinformatie Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie: 1 (van 5)

18 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 16 Pijn in de onderbuik Pijn kan wijzen op een blaasontsteking. Blaaskrampen echter wijzen meestal niet op een blaasontsteking. Het is een natuurlijke reactie op de aanwezigheid van een vreemd voorwerp. Door blaaskrampen kan de urine langs de katheter lekken. Het terugbrengen van de hoeveelheid vloeistof in de ballon tot 5 ml kan de krampen en het lekken verminderen. De krampen kunnen ook ontstaan doordat de katheter verstopt of afgekneld is. Temperatuur Verhoging op koorts in combinatie met één van de bovengenoemde punten kan een aanwijzing zijn voor een blaasontsteking. Probleemoplossing bij verblijfskatheters Probleem Oorzaak Voorstel actie Beschadigd slijmvlies van urethra. Cliënt verdraagt de verblijfskatheter niet. Gebrekkige urineafvoer. Verkeerde maat of plaatsing Breng nieuwe katheter in met juiste van de katheter. Gebrekkige maat. inbrengtechniek. Controleer de bevestiging van de Katheter is niet goed katheter en fixeer de katheter (opnieuw) gefixeerd, waardoor zoals het hoort. trekkracht ontstaat. Irritatie van het slijmvlies van de urethra of blaas. Invloed op zelfbeeld van de cliënt. Knik in de slang. Verstopte slang, bijv. door bloedstolsels, bezinking. Gebruik een bandje ter ondersteuning van de katheter om onnodige trekkracht te voorkomen. Bespreek het geven van een anticholinergicum met de medische staf. Overweeg het gebruik van een 100% siliconen katheter bij verdenking van overgevoeligheid voor latex. Geef uitleg over de noodzaak en de functie van de katheter. Stel de cliënt gerust en bied ondersteuning. Bespreek alternatieve behandelmethoden met het multidisciplinaire team. Zorg dat urine vrij kan lopen. Als er een driewegkatheter geplaatst is, begin dan met blaasspoelen. Is er een standaard verblijfskatheter in gebruik, spoel dan de katheter. Spoel de blaaskatheter met een fysiologische zoutoplossing om de doorgankelijkehid na te gaan. Verwissel de blaaskatheter verkort bij een cliënt die geregeld een verstopte blaaskatheter heeft, stapsgewijs het tijdsinterval tussen de katheterwisselingen, tot de voorstopping wordt voorkomen. Zorg voor een ruime vochtinname van 1,5 tot 2 liter per dag. Overweeg bij een verstopte blaaskatheter intermitterende Vilans Achtergrondinformatie Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie: 2 (van 5)

19 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 17 Urinelekkage rond katheter (langs de katheter). Heamaturie Verkeerde plaatsing van een katheter, bijv. in de blaashals. Blaasirritatie. Irritatie door de katheterballon. Onjuiste kathetermaat. katheterisatie. Herplaats de katheter. Zorg dat de katheter/het opvangsysteem goed zijn ondersteund. Overweeg bij aanhoudende lekkage intermitterende katheterisatie Controleer of er 10 ml in de ballon zit (standaard) Verwissel de katheter voor eentje met de juiste maat, meestal 2 Ch kleiner. Ga na of er een kleinere maat blaaskatheter mogelijk is en evalueer het effect op de heamaturie Vul de katheterballon pas nadat de urine is afgevloed en schuif de blaaskatheter daarna nog 2 cm bij vrouwen en 5 cm bij mannen op en evalueer het effect op de heamaturie Urineweginfectie Blaaskrampen Onvoldoende aseptische werkwijze en/of reiniging van de urethra. Besmetting van de kathetertip. Verkeerde omgang met de materialen. Doorbreken van het gesloten systeem. Overweeg bij heamaturie (veroorzaakt door langdurige blaaskatheterisatie) intermitterende katheterisatie Verwissel de blaaskatheter binnen 24 uur na de start van een antibioticabehandeling. Antibiotica krijgt de bacterie niet weg uit de blaaskatheter. De katheter moet worden verwisseld, omdat de katheter anders een bron vormt voor een nieuwe infectie3. Ga na of er een kleinere maat blaaskatheter mogelijk is en evalueer het effect op de blaaskramp Verlies van de katheter. Ballon is niet goed gevuld. Onjuiste fixatie van een katheter zonder ballon. Katheterballon kan leeggelopen zijn, toevallig letsel. Verminder de inhoud van de katheterballon en evalueer het effect op de blaaskramp Controleer of de hoeveelheid water in de ballon voldoende is. Controleer fixatie van de katheter Katheter moet zo snel mogelijk vervangen worden omdat het suprapubische kanaal dicht kan gaan. Neem direct contact op met de verpleegkundige of andere professional die gespecialiseerd is in katheters om de katheter opnieuw in te brengen. 3 Richtlijn blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011 Vilans Achtergrondinformatie Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie: 3 (van 5)

20 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 18 Mogelijke problemen tijdens het verwijderen van de katheter Probleem Oorzaak Voorstel actie Ballon legen lukt niet. Plooien in de ballon na het leeglopen, met als gevolg daarvan de vorming van een verdikking. Pijn Beschadigde of defecte klep Controleer de klep op beschadigingen. in het kanaal van de ballon. Probeer 2-3 ml steriel water in het ballonkanaal te spuiten om de verstopping los te maken. Als dit niet lukt, gebruik dan een spuit met naald om de vloeistof uit het ballonkanaal te zuigen (boven de klep) Obstructie in het kanaal. Bevestig een spuit op het vulkanaal van de katheter en laat deze gedurende minuten erop zitten. Het effect van de zwaartekracht zal het leeglopen bevorderen. Als geen van bovenstaande acties succes heeft, raadpleeg de arts. Ballon kan niet terugkomen in dezelfde vorm als vóór het opblazen, hetgeen een verdikte rand veroorzaakt. Verdikking (zoals hierboven), of gevoeligheid bij de blaashals of in de urethra door de katheter. Nadat de katheter verwijderd is, moet de ballon worden geïnspecteerd om er zeker van te zijn dat deze intact is en er geen resten in de blaas zijn achtergebleven. Trek de katheter voorzichtig terug nadat de ballon geleegd is, maar stop zodra u weerstand voelt. Gebruik een spuit om 1-2 ml NaCl in de ballon te spuiten; deze actie zal ervoor zorgen dat de scherpe randen vervlakken. Het terugtrekken van de katheter moet nu eenvoudiger zijn en het ongemak voor de clënt en de kans op letsel aan de urethra kleiner. Het inbrengen van een anesthetische gel (lignocaïne/lidocaïne) in de afvoeropening van de katheter 3-5 minuten vooraf aan het verwijderen, kan de gevoeligheid bij de blaashals verminderen. Let op dat er meer dan 2-3 ml moet worden gebruikt, aangezien deze hoeveelheid in de katheter achterblijft. Let op: Als er fouten of problemen met het product zijn, is het van belang om contact op te nemen met de fabrikant om hem op de hoogte te brengen van het probleem. Mogelijke problemen na het verwijderen van de katheter Probleem Oorzaak Voorstel actie Frequent urineren en dysurie. Ontsteking van het urethraslijmvlies. Zorg voor een vochtinname van 2-3 liter per dag (30 ml/kg/dag). Informeer de cliënt dat veel plassen en pijn bij het plassen veel voorkomen, maar meestal verdwijnen als iemand drie keer heeft geplast. Informeer de arts als het probleem blijft bestaan. Vilans Achtergrondinformatie Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie: 4 (van 5)

21 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 19 Urineretentie. Kleine hoeveelheden bloed aan het begin, tijdens of aan het einde van de urinestroom van de cliënt. Aandrang om te urineren en niet op tijd bij het urinaal/toilet komen. Kleine hoeveelheden (druppels of scheutjes) urineverlies. Dit probleem moet binnen enkele dagen minder worden. Blaas kan zich niet legen. Angst bij de cliënt. Kleine beschadiging van het weefsel in de urethra. Stimuleer de cliënt om meer vocht in te nemen. Bied de cliënt een warm bad of warme douche om de ontspanning te bevorderen. Als dit niet helpt, palpeer de blaas dan met de hand of doe een bladderscan (indien mogelijk). Informeer de arts als het probleem aanhoudt, want dan moet de client mogelijk opnieuw gekatheteriseerd worden. Stimuleer de cliënt om meer vocht in te nemen. Stel de cliënt gerust dat dit probleem geen kwaad kan. Leg aan de cliënt uit dat dit meestal over gaat binnen uur. Zo niet: urinekweek om urineweginfectie uit te sluiten. Geef de cliënt incontinentiemateriaal. Leg uit dat dit meestal een kortdurende complicatie is van katheterisatie. Bronnen Werkgroep Infectiepreventie (WIP): Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. September Revisie: september 2009 Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september Revisie: juli Richtlijn blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011 European Association of Urology Nursus (EAUN), Katheterisatie, urethrale en suprapubische verblijfskatheters bij volwassenen. Evidence based richtlijnen voor best practices in de urologische gezondheidszorg VenVn, EAUN. Katheterisatie. Urethrale en suprapubische verblijfskatheters bij volwassenen. Juni zie: (externe link). Vilans Achtergrondinformatie Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie: 5 (van 5)

22 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 20 Zelfkatheterisatie Intermitterende katheterisatie verdient de voorkeur boven een urethrale of suprapubische verblijfskatheter. Met zelfkatheterisatie wordt ernaar gestreefd dat de cliënt een zo onafhankelijk en normaal mogelijk leven kan leiden ondanks problemen aan het urinewegstelsel. Bij het zelf inbrengen van een katheter volstaat een schone techniek, waarbij een goede handhygiëne en wassen van de genitaliën met water volstaat. Indien de cliënt zichzelf katheteriseert kan, bij een aantal merken, de katheter onder de kraan worden gereinigd en worden hergebruikt 1. In het ziekenhuis wordt altijd een nieuwe steriele katheter gebruikt en ook niet op deze wijze aangeleerd. Bij het aanleren van zelfkatheterisatie is het zinvol om verschillende soorten katheters op voorraad te hebben. Als een cliënt niet uit de voeten kan met het ene product kan een ander uitgeprobeerd worden. Zelfkatheterisatie kan zowel liggend op bed of staand toegepast worden. De meest succesvolle positie om te katheteriseren is op het toilet, zittend op de toiletzitting of staande boven het toilet waarbij de urine direct het toilet in loopt. Dit is alleen mogelijk met cliënten die een goede rompbalans hebben en het geldt niet voor cliënten in een rolstoel. Een mannelijk cliënt leert zelfkatheterisatie bij voorkeur staand. Zorg er bij de eerste instructie voor dat er een bed aanwezig is zodat hij kan gaan liggen als dat nodig is. De meeste vrouwelijke cliënten leren zelfkatheterisatie op bed. Met behulp van een spiegel kan de opening van de urethra worden gezien. Vrouwen die moeite hebben met het spreiden van hun benen kunnen gebruik maken van beenspreiders, ook kan kleding eventueel worden aangepast. Bij rolstoelgebruiker is het belangrijk om de handeling zittend aan te leren in de rolstoel. Gebruik een kleine onderlegger of maandverband om kleine lekkages op te vangen. Als het niet mogelijk is om de urine direct weg te laten lopen in het toilet, maak dan gebruik van urine-opvangzakken, katheterhouders en opvangbakjes. Wijze van inbrengen bij de vrouw Er zijn twee manieren om zelfkatheterisatie uit te voeren. De katheter wordt vastgehouden bij de trechter en met gebruik van een spiegel in de urethra gebracht. Het voordeel van deze werkwijze is dat het stukje katheter dat in de urethra komt niet wordt aangeraakt. Het beperkt wel het aantal plaatsen waar katheterisatie kan worden uitgevoerd. Op den duur heeft men meestal geen spiegel meer nodig. De katheter wordt op gevoel in gebracht (zoals bij tampongebruik). Het voordeel van deze techniek is dat de handeling op elk willekeurig toilet uitgevoerd kan worden en ook met een beperkte oogfunctie. 1 De Werkgroep Infectie Preventie doet hierover geen uitspraak. Vilans Achtergrondinformatie Zelfkatheterisatie: 1 (van 2)

Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie

Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 19 Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie Aandachtspunten bij de voorbereidingen en tijdens de blaaskatheterisatie

Nadere informatie

Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie

Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 15 Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie Aandachtspunten bij de voorbereidingen en tijdens de blaaskatheterisatie

Nadere informatie

Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie

Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 20 Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie Aandachtspunten bij de voorbereiding en tijdens de blaaskatheterisatie

Nadere informatie

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 8

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 8 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 8 Blaaskatheterisatie Onder blaaskatheterisatie wordt verstaan: het inbrengen van een flexibele buis (de blaaskatheter)

Nadere informatie

Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie

Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie Inhoudsopgave

Nadere informatie

Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie

Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie Inhoudsopgave

Nadere informatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Suprapubische katheter

PATIËNTEN INFORMATIE. Suprapubische katheter PATIËNTEN INFORMATIE Suprapubische katheter 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over de suprapubische katheter. Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig

Nadere informatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

ZELFKATHETERISATIE BIJ MAN OF VROUW

ZELFKATHETERISATIE BIJ MAN OF VROUW ZELFKATHETERISATIE BIJ MAN OF VROUW 25739 Inleiding De arts heeft met u besproken om u 'intermitterend zelfkatheterisatie' aan te leren. Dit betekent dat de blaas op gezette tijden met behulp van een katheter

Nadere informatie

H.367425.0915. Inbrengen katheter via de buik (suprapubische katheter)

H.367425.0915. Inbrengen katheter via de buik (suprapubische katheter) H.367425.0915 Inbrengen katheter via de buik (suprapubische katheter) Inleiding In overleg met uw behandelend arts is besloten bij u een suprapubische blaaskatheter in te brengen. De reden hiervoor is

Nadere informatie

Aandachtspunten bij de verzorging van een zorgvrager met een verblijfskatheter. Bousery Patricia Docent KTA Brugge. Inleiding

Aandachtspunten bij de verzorging van een zorgvrager met een verblijfskatheter. Bousery Patricia Docent KTA Brugge. Inleiding Aandachtspunten bij de verzorging van een zorgvrager met een verblijfskatheter Inleiding KB februari 2006: Verpleegkundige handelingen die zorgkundigen, onder toezicht van een verpleegkundige, mogen verrichten.

Nadere informatie

Toolkit Blaaskatheter

Toolkit Blaaskatheter Doel Het plaatsten van een blaaskatheter om de juiste reden; Voorkomen van onnodig (langdurig) gebruik van blaaskatheters; Voorkomen van complicaties van het (langdurig) gebruik van blaaskatheters; Zorgen

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE TRANSURETHRALE VERBLIJFSKATHETER

PATIËNTENINFORMATIE TRANSURETHRALE VERBLIJFSKATHETER PATIËNTENINFORMATIE TRANSURETHRALE VERBLIJFSKATHETER 2 TRANSURETHRALE VERBLIJFSKATHETER Door middel van deze folder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren over de transurethrale verblijfskatheter. Wij adviseren

Nadere informatie

De suprapubische katheter

De suprapubische katheter Polikliniek urologie 015/50.51.00 De suprapubische katheter Inleiding: Uw uroloog heeft samen met u de noodzaak van een suprapubische katheter besproken. In deze folder kan u alles rustig nalezen. Heeft

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Suprapubische katheter Inleiding In overleg met uw arts zal er bij u een suprapubische blaaskatheter ingebracht worden. Het doel van deze katheter is om permanent de urine afvoer uit de blaas te waarborgen

Nadere informatie

PERMANENT KATHETER INBRENGEN EN VERZORGEN

PERMANENT KATHETER INBRENGEN EN VERZORGEN PERMANENT KATHETER INBRENGEN EN VERZORGEN 1150 Permanent katheter In overleg met uw uroloog is besloten bij u een permanente katheter in te brengen. Dit wordt een supra-pubische katheter genoemd. De reden

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Suprapubische katheter Inbrengen en verzorgen van de suprapubische katheter U bent patiënt bij de afdeling urologie van VU medisch centrum (Vumc). VUmc is een universitair medisch centrum waar medisch

Nadere informatie

PROTOCOL: BLAASKATHETERISATIE: VERBLIJFSKATHETER INBRENGEN, VROUW

PROTOCOL: BLAASKATHETERISATIE: VERBLIJFSKATHETER INBRENGEN, VROUW PROTOCOL: BLAASKATHETERISATIE: VERBLIJFSKATHETER INBRENGEN, VROUW DOEL Het continu af laten vloeien van urine middels een verblijfskatheter bij een vrouw. UITVOERING Bevoegd Uitvoerend Medewerker. INDICATIES

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Suprapubische katheter Urologie Beter voor elkaar 2 Inleiding In overleg met uw arts zal er bij u een suprapubische blaaskatheter ingebracht worden. Het doel van deze katheter is om te zorgen dat de permanente

Nadere informatie

Informatie over uw blaaskatheter

Informatie over uw blaaskatheter Informatie over uw blaaskatheter Als u niet meer goed kunt plassen, is soms een blaaskatheter nodig. De blaaskatheter helpt urine af te voeren uit uw blaas. De blaaskatheter wordt verwijderd als u weer

Nadere informatie

Afdeling: Urologie. Onderwerp: Blaaskatheter

Afdeling: Urologie. Onderwerp: Blaaskatheter Afdeling: Urologie Onderwerp: Blaaskatheter Blaaskatheter Inleiding In overleg met uw arts zal er bij u een blaaskatheter ingebracht worden. Het doel hiervan is om te zorgen dat de urine permanent afloopt

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Suprapubische katheter In overleg met uw arts wordt bij u een suprapubische blaaskatheter ingebracht. Het doel is om permanent de urine-afvoer uit de blaas te waarborgen op een voor u acceptabele wijze.

Nadere informatie

Suprapubische catheter

Suprapubische catheter Suprapubische catheter 1 Inleiding In overleg met uw uroloog zal er bij u een suprapubische blaaskatheter ingebracht worden. Het doel van deze katheter is om de urine-afvloed uit de blaas te waarborgen

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Infobrochure Suprapubische katheter mensen zorgen voor mensen Inleiding Waarom een suprapubische blaaskatheter? Binnenkort wordt u in het Mariaziekenhuis opgenomen voor het inbrengen van een suprapubische

Nadere informatie

Informatie over de verblijfskatheter Urologie

Informatie over de verblijfskatheter Urologie Informatie over de verblijfskatheter Urologie Informatie over de verblijfskatheter In overleg met uw behandelend arts is er bij u een verblijfskatheter geplaatst. Een verblijfskatheter is een dun soepel

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Afdeling: Onderwerp: Gynaecologie 1 De meest voorkomende reden om over te gaan tot het plaatsen van een dergelijke katheter is Retentie: dat wil zeggen dat het niet mogelijk is om op een natuurlijke wijze

Nadere informatie

Urineretentie Moeite hebben met plassen na de bevalling

Urineretentie Moeite hebben met plassen na de bevalling Urineretentie Moeite hebben met plassen na de bevalling U heeft bij uw bevalling of keizersnede urineretentie ontwikkeld. Daarom bent u opgenomen in Meander Medisch Centrum. Uw arts of specialist heeft

Nadere informatie

Blaaskatheterisatie. Marga Mulders & Chantal Jorissen. dinsdag 22 april 2014

Blaaskatheterisatie. Marga Mulders & Chantal Jorissen. dinsdag 22 april 2014 Blaaskatheterisatie Marga Mulders & Chantal Jorissen Indicaties voor blaaskatheterisatie Afvloedbelemmering 250 ml uroloog

Nadere informatie

Informatie suprapubische katheter

Informatie suprapubische katheter Informatie suprapubische katheter Informatie voor patiënten F0271-3415 januari 2011 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam

Nadere informatie

Sophia Kinderziekenhuis. Katheteriseren van de blaas. Handleiding voor ouders/verzorgers

Sophia Kinderziekenhuis. Katheteriseren van de blaas. Handleiding voor ouders/verzorgers Sophia Kinderziekenhuis Katheteriseren van de blaas Handleiding voor ouders/verzorgers U heeft van uw behandelend arts gehoord dat uw kind gekatheteriseerd moet worden. Het is mogelijk dat uw kind zichzelf

Nadere informatie

Handleiding voor (zelf)katheteriseren van de blaas

Handleiding voor (zelf)katheteriseren van de blaas Sophia Kinderziekenhuis Handleiding voor (zelf)katheteriseren van de blaas U heeft van uw behandelend arts gehoord dat uw kind gekatheteriseerd moet worden. Het is mogelijk dat uw kind dit zelf leert.

Nadere informatie

Suprapubische katheter. Poli Urologie Route 60

Suprapubische katheter. Poli Urologie Route 60 00 Suprapubische katheter Poli Urologie Route 60 Het onderwerp suprapubische katheter is bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw arts. De algemene informatie kan niet altijd recht doen aan iedere

Nadere informatie

Suprapubische Katheter

Suprapubische Katheter Suprapubische Katheter In overleg met uw uroloog is besloten, dat u binnenkort een suprapubische katheter gaat krijgen. In deze folder krijgt u uitleg over de ingreep en over hoe om te gaan met de katheter.

Nadere informatie

Blaaskatheter via de buik. Suprapubische katheter

Blaaskatheter via de buik. Suprapubische katheter Blaaskatheter via de buik Suprapubische katheter Uw uroloog heeft met u gesproken over de noodzaak om bij u een suprapubische katheter aan te leggen. In deze folder kunt u alles nog eens rustig doorlezen.

Nadere informatie

BZ-629.0608. Blaastraining. Na een gynaecologische operatie. Gynaecologie

BZ-629.0608. Blaastraining. Na een gynaecologische operatie. Gynaecologie BZ-629.0608 Blaastraining Na een gynaecologische operatie Gynaecologie Blaastraining Na een gynaecologische operatie Gynaecologie Inleiding U heeft een operatie ondergaan om bijvoorbeeld stressincontinentie

Nadere informatie

Thuis met uw Suprapubische Katheter

Thuis met uw Suprapubische Katheter Thuis met uw Suprapubische Katheter Wat is een katheter? Een katheter is een holle, soepele buis waarmee urine uit de blaas wordt afgevoerd. Aan het uiteinde van de katheter zit een ballonnetje. Om de

Nadere informatie

Urologie Blaaskatheter via de buik / suprapubische katheter

Urologie Blaaskatheter via de buik / suprapubische katheter Urologie Blaaskatheter via de buik / suprapubische katheter polikliniek urologie = route 12 poliklinisch Inleiding De uroloog heeft met u gesproken over de noodzaak om bij u een suprapubische katheter

Nadere informatie

Blaaskatheter Radboud universitair medisch centrum

Blaaskatheter Radboud universitair medisch centrum Blaaskatheter U krijgt een blaaskatheter om de urine te laten weglopen. Een katheter is een soepele, holle slang. De katheter blijft zitten in de blaas doordat er een ballonnetje wordt opgeblazen in de

Nadere informatie

Zorg aan de suprapubische katheter

Zorg aan de suprapubische katheter Zorg aan de suprapubische katheter -Wat? - Indicaties : chronische en tijdelijke evacuatie van urine - Voordelen - Nadelen - Hoe een suprapubische katheter plaatsen - Hoe een suprapubische katheter vervangen

Nadere informatie

Een suprapubische blaaskatheter

Een suprapubische blaaskatheter Een suprapubische blaaskatheter HET PLAATSEN VAN EEN SUPRAPUBISCHE BLAASKATHETER In overleg met uw arts zal er bij u een suprapubische blaaskatheter ingebracht worden. Het doel van deze katheter is om

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Infobrochure Suprapubische katheter mensen zorgen voor mensen Inleiding Binnenkort wordt u in het Mariaziekenhuis opgenomen voor het inbrengen van een suprapubische blaaskatheter. In deze brochure vindt

Nadere informatie

Nefrostomiekatheter Radboud universitair medisch centrum

Nefrostomiekatheter Radboud universitair medisch centrum Nefrostomiekatheter In overleg met uw behandelend arts is er besloten om bij u een nefrostomie-katheter in te brengen. In deze folder staat de gang van zaken rondom het plaatsen, het verzorgen en complicaties

Nadere informatie

Een verblijfskatheter inbrengen bij een man

Een verblijfskatheter inbrengen bij een man 0 0 0 0 0 0 Opdrachtformulier Een verblijfskatheter inbrengen bij een man Naam student: Datum: Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten

Nadere informatie

De suprapubische katheter. (buikkatheter) Urologie

De suprapubische katheter. (buikkatheter) Urologie De suprapubische katheter (buikkatheter) Urologie Wat is een suprapubische katheter? Een blaaskatheter kan ingebracht worden via de plasbuis of door middel van het aanprikken van de blaas boven het schaambeen

Nadere informatie

Verblijfskatheter Inbrengen en verzorgen. Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis

Verblijfskatheter Inbrengen en verzorgen. Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis Verblijfskatheter Inbrengen en verzorgen Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis Inleiding In overleg met u is besloten om een katheter te plaatsen in uw blaas. In deze folder geven wij informatie over

Nadere informatie

Informatie over een verblijfscatheter. Afdeling Urologie

Informatie over een verblijfscatheter. Afdeling Urologie Informatie over een verblijfscatheter Afdeling Urologie Er is bij u een catheter ingebracht om de urine uit de blaas te laten lopen. U zult deze catheter gedurende korte of langere tijd inhouden. De behandelend

Nadere informatie

Suprapubisch katheter

Suprapubisch katheter Suprapubisch katheter Afdeling urologie In overleg met uw arts is besloten om bij u een suprapubisch blaaskatheter in te brengen. In deze folder leest u meer informatie over het inbrengen van deze katheter.

Nadere informatie

PROTOCOL: BLAASSPOELEN EENMALIG MBV UROTAINER. DOEL Het spoelen van de Katheter met als doel de levensduur van de katheter te verlengen.

PROTOCOL: BLAASSPOELEN EENMALIG MBV UROTAINER. DOEL Het spoelen van de Katheter met als doel de levensduur van de katheter te verlengen. PROTOCOL: BLAASSPOELEN EENMALIG MBV UROTAINER DOEL Het spoelen van de Katheter met als doel de levensduur van de katheter te verlengen. UITVOERING Bevoegd Uitvoerend Medewerker. INDICATIES Indicatiestelling

Nadere informatie

Informatie suprapubische katheter

Informatie suprapubische katheter Informatie suprapubische katheter U krijgt binnenkort een suprapubische katheter. De uroloog heeft u verteld waarom een suprapubische katheter bij u ingebracht gaat worden. Het inbrengen van de katheter

Nadere informatie

Urologie. Verblijfskatheter

Urologie. Verblijfskatheter Urologie Verblijfskatheter Wat is een katheter? Een katheter is een holle soepele slang waarmee urine uit de blaas wordt afgevoerd. Aan het uiteinde van de katheter zit een ballonnetje. Om te voorkomen

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Urologie Suprapubische katheter www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is een suprapubische katheter?... 3 Voorbereiding... 3 De ingreep... 3 Omgaan met de katheter... 5 Verwisselen van de katheter... 5

Nadere informatie

Inbrengen suprapubische katheter

Inbrengen suprapubische katheter Inbrengen suprapubische katheter Inleiding U heeft met uw arts besproken dat u een zogenoemde suprapubische katheter krijgt. In deze folder staat informatie over deze ingreep en het gebruik. Wat is een

Nadere informatie

Informatie over een verblijfskatheter. Afdeling Urologie

Informatie over een verblijfskatheter. Afdeling Urologie Informatie over een verblijfskatheter Afdeling Urologie Er is bij u een katheter ingebracht om de urine uit de blaas te laten lopen. U zult deze katheter gedurende korte of langere tijd inhouden. De behandelend

Nadere informatie

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 42

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 42 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 42 Urineopvangzak Op de verblijfskatheter of externe katheter wordt na katheterisatie direct een urineopvangzak

Nadere informatie

Continent urinestoma bij kinderen

Continent urinestoma bij kinderen Continent urinestoma bij kinderen Bij kinderen die niet via de plasbuis gekatheteriseerd kunnen worden of die dit niet zelfstandig kunnen, kan een urinestoma worden aangelegd. Een urinestoma is een kunstmatige

Nadere informatie

Urineretentie Moeite hebben met plassen na de bevalling

Urineretentie Moeite hebben met plassen na de bevalling Urineretentie Moeite hebben met plassen na de bevalling U heeft bij uw bevalling of keizersnede urineretentie ontwikkeld. Daarom bent u (langer) opgenomen in Meander Medisch Centrum. Uw arts of specialist

Nadere informatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Suprapubische katheter Urologie Inleiding Binnenkort bezoekt u het MCL voor het plaatsen van een suprapubische katheter. In deze folder kunt u lezen hoe de praktische gang van zaken rondom deze ingreep

Nadere informatie

Suprapubisch katheter

Suprapubisch katheter Suprapubisch katheter Afdeling urologie In overleg met uw arts is besloten om bij u een suprapubisch blaaskatheter in te brengen. In deze folder leest u meer informatie over het inbrengen van deze katheter.

Nadere informatie

Dubbel J-katheter (JJ-katheter)

Dubbel J-katheter (JJ-katheter) Dubbel J-katheter (JJ-katheter) 2 Inhoudsopgave Algemene informatie dubbel J-katheter 4 Waarom een dubbel J-katheter? Dubbel J-katheter Inbrengen dubbel J-katheter 5 Redenen voor het plaatsen van een dubbel

Nadere informatie

Blaastraining na een gynaecologische operatie

Blaastraining na een gynaecologische operatie Blaastraining na een gynaecologische operatie U heeft een operatie ondergaan om bijvoorbeeld stressincontinentie of een verzakking van de blaas/baarmoeder en/of vagina op te heffen. Na de operatie is het

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Suprapubische katheter Er is voor u een afspraak gemaakt om een suprapubische katheter te plaatsen. Suprapubisch betekent boven het schaambeen. De uroloog heeft u daar reeds over ingelicht. In deze folder

Nadere informatie

Een verblijfskatheter inbrengen bij een vrouw

Een verblijfskatheter inbrengen bij een vrouw 1 1 1 1 0 1 0 0 1 Opdrachtformulier Een verblijfskatheter inbrengen bij een vrouw Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze

Nadere informatie

Informatie over het verwijderen. vanwege kanker

Informatie over het verwijderen. vanwege kanker Informatie over het verwijderen van de blaas vanwege kanker INFORMATIE OVER HET VERWIJDEREN VAN DE BLAAS VANWEGE KANKER Deze folder geeft u informatie over het verwijderen van de blaas in verband met

Nadere informatie

Suprapubische katheter (urologie)

Suprapubische katheter (urologie) Binnenkort bezoekt u het MCL voor het plaatsen van een suprapubische katheter. In deze folder kunt u lezen hoe de praktische gang van zaken rondom deze ingreep is. Zo leest u onder meer hoe u zich kunt

Nadere informatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Suprapubische catheter. rkz.nl

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Suprapubische catheter. rkz.nl Patiënteninformatie Suprapubische catheter rkz.nl In overleg met uw arts zal er bij u een suprapubische blaascatheter ingebracht Het doel van deze catheter is om permanent de urineafvloed uit de blaas

Nadere informatie

Transurethrale resectie van de blaas (TURB)

Transurethrale resectie van de blaas (TURB) Transurethrale resectie van de blaas (TURB) 1 Algemeen Onderzoek heeft aangetoond dat u een poliep in de blaas hebt. Uw behandelend uroloog heeft met u besproken dat deze verwijderd moet worden. De ingreep

Nadere informatie

Suprapubische katheter (buikkatheter)

Suprapubische katheter (buikkatheter) Suprapubische katheter (buikkatheter) 2 Inleiding In overleg met uw arts zal er bij u een suprapubische katheter (= buikkatheter) ingebracht worden. Met deze katheter kan de urine de blaas uitlopen. De

Nadere informatie

Een catheter. Albert Schweitzer ziekenhuis januari 2015 pavo 0119

Een catheter. Albert Schweitzer ziekenhuis januari 2015 pavo 0119 Een catheter Albert Schweitzer ziekenhuis januari 2015 pavo 0119 Inleiding De uroloog heeft met u besproken dat u een catheter in uw blaas gaat krijgen. In deze folder willen wij u informeren over het

Nadere informatie

Gebruik van een katheter

Gebruik van een katheter Gebruik van een katheter Wat is een katheter? Een katheter is een holle, soepele buis waarmee urine uit de blaas wordt afgevoerd. Aan het uiteinde van de katheter zit een ballonnetje. Om te voorkomen dat

Nadere informatie

Suprapubische katheter

Suprapubische katheter Suprapubische katheter Een katheter die ervoor zorgt dat de urine goed uit de blaas stroomt Een suprapubische katheter is een buis die door de uroloog door de buikwand boven het schaambeen in de blaas

Nadere informatie

Urologie Verblijfskatheter

Urologie Verblijfskatheter Urologie Verblijfskatheter Katheter à demeure Urologie Inleiding U heeft zojuist een katheter gekregen om de urine uit de blaas te laten lopen. U zult deze katheter gedurende korte of langere tijd inhouden.

Nadere informatie

Informatie urinekatheter

Informatie urinekatheter Informatie urinekatheter Informatie voor patiënten F0370-3415 januari 2011 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam

Nadere informatie

Een buikkatheter. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Een buikkatheter. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Een buikkatheter U heeft een afspraak gekregen om een buikkatheter te laten plaatsen. Dit heet een supra-pubische katheter. Het plaatsen van deze katheter gebeurt op de poli Urologie. In deze folder leest

Nadere informatie

Herplaatsen suprapubische sonde (KB 13 juli 2006)

Herplaatsen suprapubische sonde (KB 13 juli 2006) Herplaatsen suprapubische sonde (KB 13 juli 2006) Indicaties suprapubische sonde Chronische urineretentie bv. door prostaathypertrofie of neurologisch blaaslijden Uretrastrictuur, dwarslaesie, neurologisch

Nadere informatie

Urodynamisch onderzoek

Urodynamisch onderzoek Urodynamisch onderzoek Inleiding Binnenkort wordt er bij u een urodynamisch onderzoek verricht om de oorzaak van uw plasklachten te achterhalen. Een urodynamisch onderzoek wordt verricht indien u klachten

Nadere informatie

Verpleegtechnische vaardigheden Katheteriseren & verzorgen suprapubisch katheter

Verpleegtechnische vaardigheden Katheteriseren & verzorgen suprapubisch katheter Verpleegtechnische vaardigheden Katheteriseren & verzorgen suprapubisch katheter 2017 Zorg-Wijs Floris Versterlaan 19 2316 DZ Leiden info@zorg-wijs.nl 06 20 33 83 86 www.zorg-wijs.nl 2e druk. Alle rechten

Nadere informatie

Blaasspoeling met BCG

Blaasspoeling met BCG Blaasspoeling met BCG Inhoudsopgave Inleiding... 1 BCG blaasspoeling... 1 Het aantal blaasspoelingen... 1 Het starten van de behandeling... 1 De voorbereiding op de blaasspoeling... 2 Behandeling... 2

Nadere informatie

Urologie. Urodynamisch onderzoek

Urologie. Urodynamisch onderzoek Urologie Urodynamisch onderzoek Inleiding Binnenkort wordt er bij u een urodynamisch onderzoek verricht. Doel van het urodynamisch onderzoek is na te gaan wat de oorzaak is van uw plasklachten. Urodynamisch

Nadere informatie

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 61

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 61 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 61 Urineopvangzak Op de verblijfskatheter of externe katheter wordt na katheterisatie direct een urineopvangzak

Nadere informatie

Informatie urinekatheter

Informatie urinekatheter Informatie urinekatheter U heeft een katheter in uw blaas of zal deze binnenkort krijgen. In deze folder staat informatie over het inbrengen van de katheter en hoe u deze moet verzorgen. Een urinekatheter

Nadere informatie

Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen

Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen Op basis van de richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen Een urineweginfectie is een infectie (ontsteking) van de urinewegen. Een blaasontsteking is een

Nadere informatie

UROLOGIE. Nefrostomiekatheter BEHANDELING

UROLOGIE. Nefrostomiekatheter BEHANDELING UROLOGIE Nefrostomiekatheter BEHANDELING Nefrostomiekatheter Na overleg met uw uroloog hebt u tijdelijk of blijvend een nefrostomiekatheter gekregen. De verpleegkundige zal u uitleggen hoe u de katheter

Nadere informatie

Suprapubische blaassonde. Informatiebrochure voor de patiënt

Suprapubische blaassonde. Informatiebrochure voor de patiënt Suprapubische blaassonde Informatiebrochure voor de patiënt 1 VOORWOORD In overleg met uw arts zal er bij u een suprapubische blaassonde ingebracht worden. Het doel van deze sonde is om de urine uit de

Nadere informatie

Urodynamisch onderzoek. Cystometrie-Drukmetingen

Urodynamisch onderzoek. Cystometrie-Drukmetingen Urodynamisch onderzoek Cystometrie-Drukmetingen Inleiding Binnenkort wordt er bij u een urodynamisch onderzoek verricht. Voor dit onderzoek worden ook de termen 'cystometrie' of 'drukmetingen' gebruikt.

Nadere informatie

Maatschap Urologie. Met een katheter naar huis

Maatschap Urologie. Met een katheter naar huis Maatschap Urologie Inleiding U heeft zojuist een blaaskatheter gekregen om de urine te laten weglopen. Een katheter is een soepele slang waardoor urine uit de blaas kan aflopen. Deze slang blijft vastzitten

Nadere informatie

Skillstrainingscentrum Limburg Verzorgende Verpleegkundigen Wijkverpleegkundigen

Skillstrainingscentrum Limburg Verzorgende Verpleegkundigen Wijkverpleegkundigen Skillstrainingscentrum Limburg Verzorgende Verpleegkundigen Wijkverpleegkundigen Module 3 Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen 2016 / 2017 Urologie Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

Nadere informatie

Als uw blaas moet worden weggenomen - Cystectomie

Als uw blaas moet worden weggenomen - Cystectomie Als uw blaas moet worden weggenomen - Cystectomie Omleidingen van de urinewegen Uw blaas wordt verwijderd U wordt binnenkort opgenomen voor het verwijderen van de blaas. Deze ingreep heet een cystectomie

Nadere informatie

Verzorging nierkatheter nefrostomie katheter

Verzorging nierkatheter nefrostomie katheter Verzorging nierkatheter nefrostomie katheter Polikliniek urologie U heeft zojuist een slangetje in uw nier gekregen om de urine weg te laten lopen. Dit slangetje wordt een nierkatheter of nefrostomie katheter

Nadere informatie

Naar huis met een blaassonde

Naar huis met een blaassonde Infobrochure Naar huis met een blaassonde mensen zorgen voor mensen 2 Beste mevrouw, mijnheer, U gaat naar huis met een blaassonde. In deze brochure vindt u enkele tips en adviezen. Het is mogelijk dat

Nadere informatie

Naar huis met een blaaskatheter of suprapubische katheter

Naar huis met een blaaskatheter of suprapubische katheter Urologie Naar huis met een blaaskatheter of suprapubische katheter www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Plaatsing van de katheter... 3 Welke materialen gebruikt u bij de verzorging... 5 Belangrijke leefregels...

Nadere informatie

Met een katheter naar huis

Met een katheter naar huis Met een katheter naar huis U hebt een katheter gekregen. Dit kan tijdelijk of permanent zijn. De reden hiervoor kan verschillend zijn. Het is de bedoeling dat de urine zonder problemen kan aflopen in de

Nadere informatie

URS Ureterorenoscopie

URS Ureterorenoscopie URS Ureterorenoscopie Inhoudsopgave Inleiding... 1 De operatie... 1 Voorbereiding... 1 De operatie... 2 Na de operatie... 3 Bloedverdunners... 3 Mogelijke bijwerkingen van de operatie... 3 Ontslag... 5

Nadere informatie

Urodynamisch onderzoek urologie

Urodynamisch onderzoek urologie Urodynamisch onderzoek urologie 2 Binnenkort krijgt u een urodynamisch onderzoek (blaasdruk meting) op de polikliniek urologie. Met dit onderzoek wil de arts inzicht krijgen in uw plasklachten. Urodynamisch

Nadere informatie

Omgaan met een katheter

Omgaan met een katheter Omgaan met een katheter Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Urine-opvangzakken 2 Persoonlijke hygiëne 4 Wennen aan de katheter 4 Aandachtspunten 4 Tot slot 5 Belangrijke telefoonnummers

Nadere informatie

Blaaskatheter thuis verzorgen. Een blaaskatheter. Urinezak. Beenzak. Nachtzak

Blaaskatheter thuis verzorgen. Een blaaskatheter. Urinezak. Beenzak. Nachtzak Blaaskatheter thuis verzorgen U hebt een blaaskatheter gekregen. Op deze pagina leggen we uit wat dit is en krijgt u tips over de verzorging ervan. Ook leggen we mogelijke problemen uit. Een blaaskatheter

Nadere informatie

Vragen voor het onderzoek Waarom zelfkatheterisatie?

Vragen voor het onderzoek Waarom zelfkatheterisatie? Vragen voor het onderzoek Omdat u gaat zelfkatheteriseren, vragen wij u de volgende vragen over de MRSA/BMRO bacterie te beantwoorden. Wij verzoeken u contact op te nemen met het secretariaat van de polikliniek

Nadere informatie

Ingrijpende operatie 2 Deviaties (omleidingen van de urinewegen) 3 Bricker 4 Voor- en nadelen in vergelijking met andere

Ingrijpende operatie 2 Deviaties (omleidingen van de urinewegen) 3 Bricker 4 Voor- en nadelen in vergelijking met andere De urologen werken samen met de specialisten van de andere ziekenhuizen in Zuidwest Friesland. Wij doen dit in een maatschap met de naam Maatschap Urologie Zuidwest Friesland (maatschap UZF). Sommige behandelingen

Nadere informatie