Module 3 PRESENTEREN
|
|
- Vera Ida Gerritsen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Module 3 PRESENTEREN
2 1 Voorbereiding Thema s: A Doelgroep en doel van een presentatie B Hulpmiddelen en presentatietechniek C Statistische gegevens In deze les komen de volgende onderwerpen aan de orde: audiovisuele hulpmiddelen reserveren statistische figuren beschrijven positieve ontwikkelingen beschrijven neutrale ontwikkelingen beschrijven negatieve ontwikkelingen beschrijven gegevens vergelijken A Doelgroep en doel van een presentatie 1 Leestekst Hora Trainingen is een bedrijf dat trainingen geeft in communicatie. Hieronder ziet u een folder met informatie over de training Presenteren met succes. Lees de folder. Presenteren met succes HORA COMMUNICATIE Uw product, uw project of uw adviesvoorstel is klaar. U bent trots. Nu moet u anderen net zo enthousiast maken. Dit wilt u doen door middel van een presentatie. Wij geven trainingen om dat succesvol te doen. Voor wie is de training? Iedereen die wel eens een presentatie moet houden voor een kleine of grote groep mensen en die wil zorgen dat zijn boodschap overkomt. Inhoud van de training Kern van het programma is: leren door doen! U krijgt vier weken voor de training het cursusboek toegestuurd. Dit boek moet u bestuderen. U krijgt ook de opdracht om een presentatie voor te bereiden. Tijdens de training doorloopt u stap voor stap alle stadia van een presentatie. Bij elk stadium worden belangrijke tips gegeven. U oefent direct alle stadia in een minipresentatie. Onderwerpen zijn onder andere: structuur van een presentatie, omgaan met vragen en spreekangst. Programma: Een goede voorbereiding Wat wilt u bereiken? Hoe structureert u uw presentatie? Hoe krijgt u contact met uw publiek? Hoe blijft u boeien? Hoe gaat u om met spreekangst? 68
3 Voorbereiding Les 1A Omgaan met uw publiek Hoe gaat u om met vragen? Hoe reageert u op kritiek? Audiovisuele hulpmiddelen Welke audiovisuele hulpmiddelen gebruikt u? Hoe past u ze toe? Oefenen, oefenen, oefenen Het oefenen met de eigen presentatie, waarbij iedere deelnemer reacties krijgt van de trainer en de deelnemers. Overige informatie Duur: drie dagdelen Data en tijden: woensdag 8 juni, woensdag 15 juni en woensdag 22 juni van tot uur. Aantal deelnemers: maximaal 12 Uw trainer: de heer K. Doemans 2 Vragen bij de tekst Bekijk het schema. Komen de onderwerpen in de training voor? Zet een kruisje bij Ja of Nee. stemtraining zenuwen presentaties in andere talen reacties van het publiek gebruik van een videorecorder Ja Nee 3 Woorden uit de tekst Deze woorden staan in de leestekst. Zoek de betekenis op in de woordenlijst op pagina 194 of in een woordenboek. de audiovisuele hulpmiddelen (r. 30) de deelnemer (r. 34) de presentatie (r. 6) het publiek (r. 24) de reactie (r. 34) de structuur (r. 17) Vul de woorden in. 1. Gisteren heb ik bij een klant een gehouden over ons bedrijf. 2. Ik was wel heel zenuwachtig, maar het reageerde positief. 3. Ook de van de manager was positief. 4. Hij vond de van de presentatie heel duidelijk. 5. Ik heb geen gebruikt. 6. Er was één die dat jammer vond. 69
4 Les 1A Voorbereiding 4 Woorden uit de tekst Deze woorden staan in de leestekst. Zoek de betekenis op in de woordenlijst op pagina 194 of in een woordenboek. bereiken (r. 22) boeien (r. 25) doorlopen (r. 15) oefenen (r. 16) omgaan met (r. 17) reageren op (r. 29) voorbereiden (r. 14) Vul de woorden in. 1. Ik ga mijn presentatie heel vaak. Hopelijk ben ik dan minder zenuwachtig. 2. Het publiek mag tijdens de lezing de spreker. 3. Ze moet echt beter leren haar collega s. 4. Zo meteen zullen we de verschillende fasen van het project. 5. Henk heeft geen tijd om te lunchen, hij moet zijn presentatie nog, want die is nog niet klaar. 6. De thema s van dat congres me helemaal niet! 7. We willen dat iedereen weet dat ons product het beste is. 5 Luisteren 45 U gaat luisteren naar Paul van Dam en Ellen Roest. Paul en Ellen zijn collega s. Ellen heeft onderzoek gedaan naar een nieuw medicijn tegen allergie. Ze heeft er een rapport over geschreven. Volgende week houdt ze een presentatie over het onderzoek. Ellen praat met Paul over de presentatie. Hieronder ziet u de tekst van het gesprek. De tekst is niet compleet. Luister naar het gesprek en maak de tekst compleet. Ellen Paul Ellen Paul Ellen Paul Ellen Paul Ellen Hoi Paul, fijn dat je even tijd voor me hebt. Ik heb nog niet zo vaak een presentatie gegeven, dus ik ben (1) zenuwachtig. Hopelijk kun je me een beetje helpen, want ik zie het echt niet zitten! Nou, dat zal wel meevallen hoor! Ik heb je onderzoeksrapport bekeken en dat ziet er hartstikke goed uit. En de mensen zijn natuurlijk erg (2) naar de resultaten. Ja, maar ik heb zoveel te vertellen, en ik heb maar een kwartier de (3). Maar daarna hebben de mensen toch nog de (4) om vragen te stellen? Ja, dat klopt, maar dan nog Je moet ervoor zorgen dat je niet te veel (5) geeft. Overdaad schaadt. Het gaat erom dat je (6) dat dit nieuwe medicijn echt helpt. Ga je trouwens nog een overheadprojector of zo gebruiken? Ja, ik neem de beamer mee. Er komen wel 100 mensen dus dat leek me het duidelijkst. Oké, dan (7) ik je alvast veel succes! Ja, bedankt! 70
5 Voorbereiding Les 1A 6 Woorden uit de tekst Paul zegt in de tekst: Overdaad schaadt.. Wat betekent de uitdrukking overdaad schaadt? Kies het juiste antwoord. a) Hoe meer hoe beter. b) Te veel is niet goed. c )Te hard werken is slecht. 7 Luisteren 46 U gaat luisteren naar Michiel Joste en Annet Jones. Zij geven cursussen over presenteren. In de dialoog geven ze tips aan mensen die een presentatie gaan geven. Bij elke tip hoort een plaatje. Welke tip geeft Michiel en welke tip geeft Annet? Luister naar de dialoog. Zet de juiste naam bij het juiste plaatje doel: Luisteren 46 Luister nogmaals naar de dialoog. Annet praat over het doel van een presentatie. Het doel van de presentatie is wat de spreker met de presentatie wil bereiken. Welke drie mogelijke doelen noemt Annet?
6 Les 1A Voorbereiding 9 Luisteren U gaat luisteren naar fragmenten uit drie presentaties. Wat is het doel van de presentaties? Luister naar de presentaties. Zet een kruisje op de juiste plaats in het schema. tekst 1 tekst 2 tekst 3 Informeren Overtuigen Instrueren 10 Discussie Hieronder ziet u beschrijvingen van acht presentaties. Kies een of twee gesprekspartners en bespreek: wat is het doel van deze presentaties volgens u? Waarom denkt u dat? Vul het schema samen in. Soms zijn er meerdere antwoorden mogelijk. Amuseren Overtuigen Instrueren Informeren toespraak bij het afscheid van een collega presentatie van een nieuw product op een beurs presentatie van de verkoopcijfers van een bedrijf presentatie van een nieuw computersysteem nieuwe medewerker die zich voorstelt presentatie over een onderzoek naar milieuvervuiling presentatie over ziekteverzuim bij een bedrijf presentatie van nieuwe apparatuur 72
7 Voorbereiding Les 1B B Hulpmiddelen en presentatietechniek 1 Woorden Hieronder ziet u plaatjes van zes hulpmiddelen die u kunt gebruiken bij een presentatie. Zet bij elk plaatje de juiste naam de beamer het bord de dvd-speler de flip-over de overheadprojector de videorecorder 2 Luisteren 50 U gaat luisteren naar Max Bergsma en Koen Vervoort. Max gaat binnenkort een presentatie geven. Daarbij heeft hij hulpmiddelen nodig. Die moet hij reserveren bij Koen. Hieronder ziet u de agenda van Koen. Luister naar het gesprek en vul de agenda van Koen in. JUNI JUNI 21 maandag donderdag 24 laptop en beamer voor Ineke 22 dinsdag vrijdag woensdag zaterdag 26 zondag 27 73
8 Les 1B Voorbereiding 3 Rollenspel Kies een gesprekspartner. Een van u speelt persoon A. De ander speelt persoon B. Persoon A leest de instructie op kaartje 10A op pagina 160. Persoon B leest de instructie op kaartje 10B op pagina 168. Speel het rollenspel. 4 Luisteren 51 U gaat luisteren naar Raja Vonk en Joep Mulder. Ze zijn naar een presentatie geweest. Ze noemen voordelen en nadelen van audiovisuele hulpmiddelen: afwisselender, minder saai geheugensteun gevaar dat je alles letterlijk gaat voorlezen informatie blijft beter hangen sneller informatie geven te veel hulpmiddelen geeft rommelig geheel Luister naar de dialoog en vul het schema in. Voordelen Nadelen 5 Discussie Kies een of twee gesprekspartners. Bespreek de volgende vragen: a) Hebt u ervaring met het gebruik van audiovisuele hulpmiddelen tijdens een presentatie? Zo ja: met welke audiovisuele hulpmiddelen? Vertel over uw ervaring. b) Wat vindt u het grootste voordeel van het gebruik van deze hulpmiddelen? c) Wat vindt u het grootste nadeel van het gebruik van deze hulpmiddelen? 6 Discussie Kies een of twee gesprekspartners. Kijk naar de plaatjes. Bespreek bij elk plaatje: a) Wat is niet goed? b) Hoe kan het beter? 74
9 Voorbereiding Les 1C C Statistische gegevens 1 Leestekst Hieronder ziet u een gedeelte uit het jaarverslag van Antilope, een bedrijf dat fietsen maakt. Lees de tekst. In het afgelopen jaar is de verkoop van ons totale aanbod gestegen. Dit heeft als gevolg dat onze omzet groter is dan het jaar daarvoor. In onderstaande grafiek is de omzet van de laatste jaren weergegeven Op de x-as ziet u de jaren, op de y-as ziet u de omzet in miljoenen euro s. Als we naar de ontwikkeling van de afgelopen jaren kijken, zien we dat de omzet over het algemeen is toegenomen. In 2003 was er echter een sterke daling van de omzet. Gelukkig is de omzet de laatste jaren weer gestegen. In onderstaand staafdiagram is te zien hoe de verdeling van onze verschillende producten is kinderfietsen mountainbikes racefietsen dames-/herenfietsen Ten opzichte van 2004 zien we in 2005 een stijging in het aantal kinderfietsen dat verkocht is. De verkoop van mountainbikes is wat afgenomen. De verkoop van racefietsen is drastisch gedaald. Daarentegen zien we een zeer sterke groei in de verkoop van dames- en herenfietsen. 2 Woorden De plaatjes in de tekst zijn statistische figuren: een grafiek en een staafdiagram. Er zijn nog meer statistische figuren. Hieronder ziet u vijf plaatjes van statistische figuren. Zet bij elk plaatje de juiste naam. de grafiek het staafdiagram het stroomdiagram het taartdiagram of het cirkeldiagram de tabel kolom 2 kolom 3 rij 1 rij 2 rij
10 Les 1C Voorbereiding 3 Woorden uit de tekst Deze woorden staan in de tekst. Zoek de betekenis op in de woordenlijst op pagina 194 of in een woordenboek. afnemen (r. 25) dalen (r. 25) stijgen (r. 1) toenemen (r. 7) Met deze woorden kunt u een ontwikkeling beschrijven: iets wordt meer (+) of iets wordt minder (-). Er zijn ook andere woorden waarmee je een ontwikkeling kunt beschrijven. Zet de woorden op de juiste plaats in het schema. stijgen achteruitgaan toenemen afnemen verbeteren groeien vermeerderen meer worden verminderen minder worden verslechteren omhooggaan vooruitgaan omlaaggaan + dalen 4 Woorden uit de tekst Kies het juiste werkwoord. 1. Gelukkig is het ziekteverzuim de laatste tijd vermeerderd / verminderd. 2. Wat fijn dat je salaris sinds januari omhoog is gegaan / omlaag is gegaan. 3. We moeten helaas concluderen dat de verkoop de laatste maanden is toegenomen / afgenomen. 5 Schrijven Vul het werkwoord in de voltooid tegenwoordige tijd in. Gebruik het hulpwerkwoord zijn. stijgen Het percentage zieken in dit bedrijf is gestegen. 1. groeien: Het aantal personeelsleden de laatste tijd enorm. 2. verbeteren: Er zijn al lang geleden afspraken gemaakt, maar de situatie nog steeds niet. 3. achteruitgaan: De resultaten dit jaar. 6 Luisteren 52 U gaat luisteren naar Bram Valken. Bram is directeur van een reclamebureau. Hij geeft een presentatie over de geschiedenis van het bedrijf. Hieronder ziet u de tekst van zijn presentatie. De tekst is niet compleet. Luister naar de presentatie en maak de tekst compleet. In 1995 ben ik het bedrijf begonnen. Ik werkte toen alleen. Maar al gauw had ik meer mensen nodig. In 1996 werkten we met z n vieren. In de jaren daarna zagen we een (1) stijging: in 2000 waren hier al 12 mensen werkzaam. In 2002 zijn helaas enkele medewerkers weggegaan, het personeelsbestand (2) tot 8 personen. Dat is een daling van 4 personen (3) de periode daarvoor. Sindsdien is het aantal personeelsleden (4). 76
11 Voorbereiding Les 1C 7 Luisteren U gaat luisteren naar Han Bekker. Han is manager bij Frisco, een bedrijf dat frisdranken maakt. Han geeft een presentatie. U hoort drie fragmenten uit de presentatie. Elk fragment hoort bij een statistisch figuur. Vul in bij welk statistisch figuur elk fragment hoort fragment bronwater cola sinaasappelsap overige fragment fragment 8 Invuloefening Hieronder ziet u een grafiek. De tekst bij de grafiek is niet compleet. Vul de woorden in de tekst in gelijk gestegen de groei groter de ontwikkeling Deze grafiek geeft de (1) weer van het aantal kantoren van ons bedrijf. De laatste jaren is de kantoorruimte van ons bedrijf veel (2) geworden. Zoals u in de grafiek kunt zien, hadden we in 1985, bij de oprichting van ons bedrijf, vier kantoren. Dit aantal is in de loop der jaren (3) tot 32. De sterkste (4) zien we in de periode tussen 1995 en Sindsdien is het aantal kantoren (5) gebleven. 77
12 Les 1C Voorbereiding 9 Invuloefening Hieronder ziet u een grafiek. De tekst bij de grafiek is niet compleet. Bekijk de grafiek en vul de tekst aan. Woon-werkverkeer medewerkers Orbicom ( in %) auto openbaar vervoer fiets / te voet Goedemorgen, welkom allemaal. Ik ga jullie iets vertellen over het woon-werkveer van de medewerkers van ons bedrijf. Zoals jullie in deze (1) kunnen zien, zijn er (2) mogelijkheden om naar het werk te reizen. Dit zijn (3),, en. In de grafiek is te zien hoeveel medewerkers gebruik maakten van de verschillende mogelijkheden tussen (4) en. Ten eerste wil ik het graag hebben over de auto. In 1995 reisde (5) procent van de medewerkers met de auto van hun woning naar het werk. In 2005 was dit percentage (6) tot 50 procent. Vervolgens wil ik het hebben over de medewerkers die met het openbaar vervoer naar het werk komen. Dit was in 1995 nog 20 procent, maar in 2005 is dat (7) tot 30 (8). Ten slotte zijn er ook mensen die op hun fiets of te voet naar het werk komen. Dit is de (9) groep. Ook dat percentage is (10), van 15 naar 20 procent. 10 Spreken Hieronder ziet u een cirkeldiagram. Het diagram laat zien welke communicatiemiddelen medewerkers gebruiken als ze contact hebben met klanten. Beschrijf het diagram in een korte presentatie. U krijgt eerst vijf minuten de tijd om uw presentatie voor te bereiden. U mag aantekeningen maken. 1% 14% 60% 25% telefoon brief fax 78
13 Voorbereiding Les 1R 11 Rollenspel Kies een gesprekspartner. Een van u speelt persoon A. De ander speelt persoon B. Persoon A leest de instructie op kaartje 11A op pagina 160. Persoon B leest de instructie op kaartje 11B op pagina 166. Speel het rollenspel. Reflectie Hieronder staan 10 tips over de voorbereiding van een presentatie. Lees de tips. Kies een of twee gesprekspartners. Bespreek wat u zelf belangrijk vindt bij de voorbereiding van een presentatie. Waarom vindt u dat belangrijk? Wat vindt u minder belangrijk? Waarom? 1. Begin op tijd met de voorbereiding van uw presentatie. 2. Zorg dat uw verhaal past bij uw publiek. 3. Een beeld zegt meer dan duizend woorden: gebruik veel (statistische) figuren. 4. Overdaad schaadt: te veel kleur / beweging in het beeld leidt de aandacht af. 5. Kies het hulpmiddel dat bij het doel van uw presentatie past. 6. Oefen uw presentatie, desnoods voor de spiegel. 7. Controleer alles van tevoren. 8. Denk ook aan uw uiterlijk. 9. Maak de inhoud niet te ingewikkeld. 10. Schrijf de presentatie helemaal uit. 79
14 Les 1T Voorbereiding Taalchecklist De meeste zinnen die in de taalchecklist staan, zijn formeel. U kunt deze zinnen ook informeel maken, bijvoorbeeld: Kunt u voor mij de beamer reserveren? Kun je voor mij de beamer reserveren? In deze grafiek ziet u In deze grafiek zie je Audiovisuele hulpmiddelen reserveren Ik heb de videorecorder nodig. Ik wil graag de videorecorder reserveren. Kan ik volgende week de beamer gebruiken? Kunt u voor mij de overheadprojector reserveren? Hoe werkt deze laptop? Is de beamer nog vrij? Statistische figuren beschrijven In deze grafiek ziet u Als we kijken naar, dan zien we In dit diagram is te zien dat Dit diagram laat zien dat / hoe Deze grafiek geeft de ontwikkeling weer van Positieve ontwikkelingen beschrijven Winst Stijgen / stijging Omhooggaan Groeien / groei Toenemen / toename Verbeteren / verbetering Groter worden Meer worden Vermeerderen Het maximum bereiken Een lichte stijging Een sterke stijging Een grote vooruitgang De verkoop is gestegen. Het percentage is toegenomen. Vooruitgaan Herstellen Neutrale ontwikkelingen beschrijven Gelijk blijven Hetzelfde blijven Negatieve ontwikkelingen beschrijven Verlies Dalen / daling Omlaaggaan Afnemen / afname Verslechteren Kleiner worden Minder worden Verminderen Het dieptepunt bereiken Achteruitgaan Een kleine achteruitgang De omzet is gedaald. Het percentage is afgenomen. Gegevens vergelijken Als we vergelijken met, In vergelijking met We zien een aantal opvallende verschillen. is groter dan is even groot als is net zo groot als 80
15 Voorbereiding Les 1G Grammatica Vergelijken Bekijk de volgende zin uit les 1: We hebben in 2005 dus veel meer geld aan reclame besteed dan in de jaren daarvoor. Om dingen met elkaar te vergelijken, gebruikt men de vergrotende trap of de overtreffende trap. A Vergrotende trap. De vergrotende trap geeft aan dat een kenmerk voor één persoon, ding of handeling meer geldt dan voor een ander(e). bijvoeglijk naamwoord De man is oud. Het aantal werknemers is hoog. Deze kopieermachine werkt slecht. vergrotende trap (bijvoeglijk naamwoord + -er) De vrouw is ouder dan de man. Het aantal werknemers is hoger dan vorig jaar. Die andere kopieermachine werkt nog slechter dan deze. vergrotende trap (als bijvoeglijk naamwoord) De oudere vrouw. Het hogere aantal. De slechtere kopieermachine. B Overtreffende trap. De overtreffende trap geeft aan dat een kenmerk voor één persoon, ding of handeling het meest geldt. bijvoeglijk naamwoord Die gang is heel lang. Dat product is heel slecht. Ons kantoor is erg mooi. Onregelmatige vormen: overtreffende trap (het + bijvoeglijk naamwoord + -st) Maar deze gang is het langst. Dit product is het slechtst. Maar jullie kantoor is het mooist. overtreffende trap (als bijvoeglijk naamwoord) De langste gang. Het slechtste product. Het mooiste kantoor. bijvoeglijk naamwoord vergrotende trap overtreffende trap veel meer meest weinig minder minst goed beter best graag liever liefst Als je twee zaken met elkaar vergelijkt, kunnen ze gelijk zijn. Als ze gelijk zijn gebruik je een constructie met net zo of even. Gelijk Jan is net zo / even oud als Lisa. Frida is net zo / even klein als Esther. Yvon heeft net zo / even weinig geld als Sander. Els kan net zo / even goed leren als Bert. Gelijk Jan en Lisa zijn even oud. Frida en Esther zijn even klein. Yvon en Sander hebben even weinig geld. Els en Bert kunnen even goed leren. 81
16 Les 1G Voorbereiding 1 Vul de vergrotende trap in. Bijvoorbeeld: mooi Haar jas is mooier dan mijn jas. 1. laat Josh kwam op de vergadering dan Deborah. 2. licht In deze zaal is het dan in de kantine. 3. lekker Hij vindt brood dan taart. 4. aardig De secretaresse is dan de telefoniste. 5. lastig Deze klus is dan de vorige. 2 Vul de vergrotende trap in. Bijvoorbeeld: Het verslag is niet duidelijk. Het moet. duidelijker 1. De notulen zijn niet goed. Ze moeten 2. Het winstpercentage is niet hoog genoeg. Het moet 3. Mijn tafel is niet laag genoeg. Hij moet 4. Je bent niet beleefd tegen de klanten. Je moet zijn. 5. Dit kantoor is niet gezellig. Het moet 3 Vul de overtreffende trap in. Bijvoorbeeld: Deze auto is heel snel. Maar _ mijn auto is het snelst. 1. Ik heb een snelle computer. Maar zijn computer is 2. Zijn kamer is erg klein. Maar mijn kamer is 3. Paul werkt heel hard. Maar ik werk 4. Mijn opdracht is saai. Maar jouw opdracht is 5. Dit verslag is slecht. Maar zijn verslag is 4 Bekijk de grafiek en vul de vergelijking in. Bijvoorbeeld: Aantal verkochte boeken In 2005 zijn er meer boeken verkocht dan in Aantal studenten wiskunde In 2005 waren er studenten wiskunde als in Personeel In 2005 was er personeel dan in Prijs van een treinkaartje Haarlem - Utrecht In 2005 was de prijs van een treinkaartje Haarlem - Utrecht dan in
17 Voorbereiding Les 1G 5 Maak nieuwe zinnen. Gebruik de constructie net zo / even als. Bijvoorbeeld: Mijn boek is dikker dan jouw boek. Mijn boek is net zo dik als jouw boek. 1. Deze les is saaier dan de les van gisteren. 2. Deze bloemen zijn mooier dan die bloemen. 3. In het weekend is het in dit restaurant drukker dan door de week. 4. Mijn nieuwe baan is interessanter dan mijn vorige baan. 5. Jouw kantoor is groter dan mijn kantoor. 6 Maak zinnen. Gebruik de vergrotende trap. Bijvoorbeeld: Deze flessen zijn even vol. Mijn fles is voller dan jouw fles. 1. Deze kranten zijn even dun. De krant op maandag is 2. Deze oefeningen zijn even moeilijk. De leesoefening op de computer 3. Die brieven zijn even duidelijk. De brief van Jan is 4. Deze bureaus zijn even hoog. Mijn bureau is 5. Deze laptops zijn even licht. De laptop van mijn collega is 83
18 2 Uitvoering Thema s: A De inleiding B De kern C Het slot In deze les komen de volgende onderwerpen aan de orde: het publiek begroeten / welkom heten het onderwerp van een presentatie introduceren structuur aanbrengen samenvatten en concluderen interactie met het publiek afronden A De inleiding 1 Luisteren 56, 57 U gaat luisteren naar twee inleidingen van een presentatie. De inleiding is het begin van een presentatie. a) Geef bij elke inleiding aan welke zaken aan bod komen. Vul het schema in. voorstellen onderwerp van de presentatie lengte van de presentatie overzicht van de structuur / onderwerpen wanneer kan het publiek reageren? tekst 1 tekst 2 b) Welke inleiding vindt u het beste? Waarom? 2 Luisteren 58 U gaat luisteren naar Shang Verweij. Hij geeft een presentatie over marketing. Lees de vragen. Luister naar de inleiding en geef antwoord op de vragen. a) Is dit een goede inleiding? b) Waarom wel / niet? 84
19 Uitvoering Les 2A 3 Luisteren 59 U gaat luisteren naar Jolanda Kuijper. Ze geeft een presentatie over de indeling van een kantoorgebouw. Lees de vragen. Luister naar de inleiding en geef antwoord op de vragen. a) Is dit een goede inleiding? b) Waarom wel / niet? 4 Luisteren 59 Luister nogmaals naar de inleiding. Zet de structuur van de presentatie van Jolanda Kuijper in het schema. Inleiding Aanpak van het Twee oplossingen: Van elk plan de en de Vragen en 5 Hoe zeg je dat in het Nederlands? Kies een gesprekspartner. Geef samen antwoord op de vragen. Wat zegt u als u: het publiek begroet? zich voorstelt? graag wilt dat het publiek reageert op uw presentatie? de lengte van uw presentatie wilt aangeven? 6 Luisteren 60 U gaat luisteren naar Maxim Straatmans. Hij geeft een presentatie over een nieuwe verfsoort. Hieronder ziet u de tekst van de inleiding van de presentatie. De tekst is niet compleet. Luister naar de inleiding en maak de tekst compleet. Goedemorgen. Mijn naam is Maxim Straatmans. Ik heet u van harte welkom bij mijn presentatie over een revolutionaire nieuwe verfsoort. Mijn presentatie bestaat uit drie (1). (2) behandel ik de vraag: Waarom een nieuwe verfsoort? (3) ga ik in op de voordelen van de nieuwe verfsoort. (4) vertel ik iets over de prijzen. 7 Hoe zeg je dat in het Nederlands? Het is belangrijk om een presentatie te structureren. In de inleiding kunt u aangeven wat de structuur is. Maxim Straatmans doet dat door middel van signaalwoorden (zie oefening 6). Er zijn ook andere signaalwoorden, bijvoorbeeld: Eerst, vervolgens., ten slotte. Welke andere signaalwoorden kent u? Kijk eventueel in de taalchecklist op pagina
20 Les 2A Uitvoering 8 Spreken Lees de situatie en de aanwijzingen in het schema. Gebruik eventueel de taalchecklist op pagina 91. Situatie: U werkt bij een bedrijf. U hebt een uitstapje voor de medewerkers georganiseerd. U houdt een presentatie over dit uitstapje. Heet de gasten welkom. Introduceer het onderwerp van uw presentatie. Noem de verschillende onderdelen waarover u gaat praten: 1. Waarheen? 2. Aanmelding. 3. Praktische zaken: tijden en vervoer. Zeg wanneer het publiek kan reageren en op welke manier. Controle: luister naar de modelinleiding op de cd. U kunt de modelinleiding ook lezen op pagina Spreken Hieronder ziet u aantekeningen voor de inhoud van een presentatie. De presentatie gaat over het plan voor de verbouwing van het bedrijf waar u werkt. Lees de aantekeningen door. Werk de aantekeningen uit en maak een inleiding voor de presentatie. Plan voor verbouwing 1. Reden verbouwing 2. Veranderingen 3. Kosten 4. Planning / tijdpad 5. Vragen / discussie 10 Luisteren 62, 63 U gaat luisteren naar twee presentaties over hetzelfde onderwerp. De presentaties worden gehouden door twee verschillende personen. Luister naar de presentaties en geef antwoord op de vraag. Welke presentatie vindt u het beste en waarom? Ik vind de eerste / tweede presentatie het beste, want 86
21 Uitvoering Les 2B 11 Spreken U gaat de inleiding van een presentatie geven. Bedenk zelf het onderwerp van de presentatie of kies een van de volgende onderwerpen: uw geboortestad uw hobby s uw eerste baan uw favoriete sport B De kern 1 Leestekst Bij een presentatie is het belangrijk dat u de aandacht van het publiek vasthoudt. In de tekst staat hoe u dat kunt doen. Lees de tekst. De aandacht vasthouden Als u veel tijd hebt besteed aan de voorbereiding van uw presentatie, is het belangrijk dat het publiek goed naar u luistert. Het is vervelend als de aandacht van uw publiek afdwaalt. Dit is soms te merken aan geroezemoes, het schuiven van stoelen, ritselen van papier et cetera. Het is belangrijk om dit te voorkomen en het publiek bij de les te houden. Daarom moet de inhoud van uw verhaal interessant genoeg zijn. Maar dat is niet voldoende! De boodschap moet op een boeiende manier gebracht worden. Allereerst moet u laten zien dat u enthousiast bent over het onderwerp. Dit enthousiasme kunt u laten zien door uw gedrag en uw stemgebruik: spreek niet te monotoon en sta niet de hele tijd stil. Iemand die meer beweegt, gebaren gebruikt en de toon en het volume van zijn stem afwisselt, houdt de aandacht van zijn publiek beter vast. Spreek duidelijk en niet te snel. Gebruik pauzes om de aandacht ergens op te vestigen. Vervolgens is het goed om voorbeelden te geven en / of een anekdote te vertellen. Dit zorgt voor afwisseling en de presentatie wordt wat minder serieus. Verder is het gebruik van hulpmiddelen een manier om de aandacht vast te houden. Zorg er hierbij voor dat het middel goed past bij het doel van uw presentatie. Ten slotte is het van belang om de tijd goed in de gaten te houden. Als u merkt dat u in tijdnood komt, kunt u beter een gedeelte weglaten dan alles haastig afsluiten. 2 Woorden uit de tekst Deze woorden staan in de tekst. Zoek de betekenis op in de woordenlijst op pagina 194 of in een woordenboek. afdwalen (r. 4) boeiend (r. 7) enthousiast (r. 9) haastig (r. 19) monotoon (r. 10) Vul de woorden in. 1. Je moet je werk niet afmaken. Je moet het rustig doen. 2. Ik kon mijn aandacht er niet bij houden. Hij praatte zo! 3. De presentatie was ; de inhoud was interessant en er zaten leuke anekdotes in. 4. Het publiek was heel over zijn presentatie. 5. De tekst is zo saai, dat mijn gedachten telkens. 87
22 Les 2B Uitvoering 3 Vragen bij de tekst In de tekst staan tips om de aandacht van het publiek vast te houden. Wat moet je wel doen en wat moet je niet doen als je de aandacht van het publiek vast wilt houden? Vul het schema in. Dit moet je wel doen. Dit moet je niet doen. pauzes gebruiken snel spreken voorbeelden noemen gebaren gebruiken stilstaan 4 Luisteren 64, 65 U gaat luisteren naar de kern van twee presentaties over hetzelfde onderwerp: de verhuizing van een bedrijf naar een ander pand. Welke presentatie is het makkelijkst te begrijpen, de eerste of de tweede? Waarom? 5 Lezen Hieronder staat de tekst van de tweede presentatie. Onderstreep de woorden en zinnen die informatie geven over de structuur van de presentatie... voor de verhuizing naar ons nieuwe pand moeten er verschillende dingen gebeuren. Zoals jullie weten gaan we op 13 juli verhuizen. Ik zal het hebben over de voorbereiding, de verhuizing zelf en de afronding. Ik begin dus met de voorbereiding: als voorbereiding moet elke medewerker op 12 juli uiterlijk zijn spullen in dozen hebben ingepakt. Op 11 juli moet er nog gewoon gewerkt kunnen worden, dus pak nog niet te vroeg je computer in! Verder zijn alle voorbereidingen geregeld. Dan ga ik nu verder met de verhuizing zelf. 13 juli is helemaal gereserveerd voor de verhuizing. Zorg dat je verder dus geen afspraken hebt op die dag. Ten slotte de afronding van de verhuizing: op 14 juli moeten jullie zorgen dat al jullie spullen weer uitgepakt zijn. Dit is alle informatie die ik jullie wilde geven. Bedankt en succes! 6 Luisteren 66 U gaat luisteren naar Anja Kolijn. Ze geeft een presentatie over exportmogelijkheden. U hoort de kern van haar presentatie. Voor de presentatie heeft Anja aantekeningen gemaakt. Luister naar de tekst en vul de aantekeningen aan. Onderwerp: mogelijkheden export 1. Binnen Europa:, en (vooral ) 2. : Azië: 88
23 Uitvoering Les 2C 7 Spreken U gaat nu zelf een presentatie geven. De presentatie gaat over een nieuw kantoor voor het bedrijf waar u werkt. U hebt drie mogelijke locaties uitgezocht voor het nieuwe kantoor. Hieronder ziet u drie foto s van kantoren. In de presentatie vertelt u wat de mogelijkheden zijn en wat de voordelen en nadelen zijn van de drie kantoren. Geef ook een inleiding. Bereid de presentatie goed voor. 1 oud pand in centrum Amsterdam 2 miljoen veel onderhoud slecht bereikbaar met de auto goed bereikbaar met openbaar vervoer 2 bestaand modern pand in een dorp ver buiten Amsterdam 1,8 miljoen weinig onderhoud goed bereikbaar met auto slecht bereikbaar met openbaar vervoer mooie omgeving 3 nieuw kantoor aan snelweg buiten Amsterdam 3 miljoen weinig onderhoud goed bereikbaar met auto slecht bereikbaar met openbaar vervoer C Het slot 1 Luisteren 67, 68 U gaat luisteren naar twee afsluitingen van presentaties. In het slot van een presentatie zet u de belangrijkste conclusies van de presentatie op een rijtje. U vat de belangrijkste zaken samen. Hieronder staan de zinnen waarmee de sprekers conclusies trekken. De zinnen zijn niet compleet. Luister naar de afsluitingen en maak de zinnen compleet. Slot 1 dat de economische recessie ook grote invloed heeft op ons werkterrein., het is nog lang niet zeker dat we dit jaar genoeg opdrachten binnenhalen Slot 2 kunnen we zeggen dat we wel winst hebben geboekt, maar dat die winst kleiner is dan vorig jaar. dat we hard moeten blijven werken! Hiermee wil ik mijn presentatie afsluiten 2 Luisteren 67, 68 Luister nog een keer naar de afsluitingen. De sprekers ronden hun presentatie op verschillende manieren af. Hieronder ziet u de zinnen waarmee ze de presentatie afronden. De zinnen zijn niet compleet. Luister naar de afsluitingen en maak de zinnen compleet. Slot 1 wil ik u allemaal veel succes wensen in de komende maanden. Slot 2 uw aandacht. 89
Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"
Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...
Nadere informatieAlles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
Nadere informatieU leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Nadere informatieHet houden van een spreekbeurt
Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat
Nadere informatieThema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt
Nadere informatieLesbrief 14. Naar personeelszaken.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.
Nadere informatieHoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen
Hoofdstuk 2 Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen 48 Gangbare uitdrukkingen bij contact maken en onderhandelen De meeste zinnen die in dit overzicht staan, zijn formeel. U kunt deze
Nadere informatieCP17. het werkoverleg
CP7 het werkoverleg Als u in Nederland aan het werk bent, overlegt u ook vaak met collega s over het werk. Soms overlegt u tijdens het werk met een colleg Soms doet u ook mee aan een speciaal werkoverleg
Nadere informatieOpstartlessen. Les 1. Kennismaken
www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK
Nadere informatieWeekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.
Weekschema maken Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Leer en oefen: Neem samen me de docent/assistent het fotoboek de
Nadere informatiemaandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...
maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... 1 Gegevens leerling Naam Adres Postcode Woonplaats Geboortedatum Telefoon Afdeling/leerweg Gegevens school Naam Schoolbegeleider Adres Plaats Telefoon
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.
Nadere informatieLes 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts
Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan
Nadere informatie1 Kies je onderwerp Samen met je buurman of buurvrouw. Ons onderwerp: Voorbeeld: Michael Jackson was de beste artiest ooit! Nu jullie!
Na deze les kun je presenteren in vijf stappen: 1. Kies een onderwerp 2. Bedenk een goede opbouw 3. Verzamel informatie 4. Oefen je presentatie 5. Presenteren maar! 8 Vertel je verhaal Regelmatig moet
Nadere informatieHoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen. Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten. Opdracht 1:
Hoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen Opdracht 1: Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten Bij het staatsexamen is het belangrijk dat u de tijd goed verdeelt over de opdrachten. Met
Nadere informatiePeerEducatie Handboek voor Peers
PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieThema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieCP16. ziek- en betermelden
CP16 ziek- en betermelden Bent u ziek? Kunt u daarom niet werken? Geef het dan door aan uw baas. Dat is normaal in Nederland. Als u wat langer ziek bent, maakt u een afspraak met de bedrijfsarts. Als u
Nadere informatieLes 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?
Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen "Welkom:..." Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer samenvatten." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?"
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.
Nadere informatieThema Nederlandse cultuur en gewoontes
http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieSneller, Leuker en Makkelijker : Plannen. Pauline Jonker Maak Mij Wat Wijs!
Sneller, Leuker en Makkelijker : Plannen Pauline Jonker Maak Mij Wat Wijs! Welkom! Allereerst bedankt voor het downloaden van deze planner! Deze planner gaat jou helpen om SLiM te plannen. Je gaat leren
Nadere informatieRV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164
R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken
Nadere informatieAflevering 2: Solliciteren
Aflevering 2: Solliciteren Vragen vooraf: Heb je wel eens gesolliciteerd naar een baan? Hoe deed je dat? Heb je een curriculum vitae? Hoofditem Fragment 1 Korte inhoud: Milouska en Bayu kijken hoe je kunt
Nadere informatieOefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties
Presenteren vmbo-4 Presenteren is aan de ene kant een kunst de één is er beter in dan de ander maar aan de andere kant valt of staat elke presentatie met een goede voorbereiding en veel oefening. Bij presenteren
Nadere informatieDit verhaal. Een Goede Lezing. Voorbereiding. Overzicht. Waar moet ik op letten als ik een lezing geef Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt?
Dit verhaal Een Goede Lezing Waar moet ik op letten als ik een lezing geef Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt? Hans L. Bodlaender 2 Overzicht Voorbereiding van een lezing Opbouw Vormgeving Geven
Nadere informatieTOETS NT2-1 schrijven. Goed voorbereid slagen. voor het staatsexamen NT2 programma 1. Opgavenboekje nr. 1 SCHRIJVEN. niveau B1. tijdsduur: 120 minuten
Goed voorbereid slagen voor het staatsexamen NT2 programma 1 Opgavenboekje nr. 1 SCHRIJVEN niveau B1 tijdsduur: 120 minuten Deel 1: Zinnen afmaken 15 opdrachten Maak de zinnen af: 1. Het is in de vakantie
Nadere informatieTijdsplanning werkstuk groep 5
Naam: Groep 5 Tijdsplanning werkstuk groep 5 Wat wanneer Aan de juf het onderwerp van maandag 21 januari 2013 mijn werkstuk doorgeven inleveren opdracht 1 maandag 28 januari 2013 inleveren opdracht 2 donderdag
Nadere informatieFormeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.
Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent
Nadere informatieLes 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?
Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het
Nadere informatieTuesday, February 8, 2011. Opleiding Interactieve Media
Opleiding Interactieve Media Inhoud Inleiding presenteren 1. Voorwerk 2. Middenstuk 3. Begin presentatie 4. Einde presentatie 5. Visuele middelen 6. Non-verbale communicatie 7. Opdracht 8. Criteria 1.
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze
Nadere informatieWeer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.
Weer naar school Kim en Pieter lopen het schoolplein op. Het is de eerste schooldag na de zomervakantie. Ik ben benieuwd wie onze mentor * is, zegt Pieter. Kim knikt. Ik hoop een man, zegt ze. Pieter kijkt
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatie2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Nadere informatieEen Goede Lezing. Hans L. Bodlaender
Een Goede Lezing Hans L. Bodlaender Dit verhaal Waar moet ik op letten als ik een lezing geef? Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt? 2 Overzicht Voorbereiding van een lezing Algemene voorbereiding
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatie150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!
150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! Scott de Jong http://www.positiefleren.nl - 1 - Je leest op dit moment versie 2.0 van het Ebook: 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft.
Nadere informatieReflectiegesprekken met kinderen
Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.
Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK
Nadere informatieDit verhaal. Een Goede Lezing. Overzicht. Algemene voorbereiding
Dit verhaal Een Goede Lezing Waar moet ik op letten als ik een lezing geef? Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt? Hans L. Bodlaender 2 Overzicht Voorbereiding van een lezing Algemene voorbereiding
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieOPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID
OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid
Nadere informatieThema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Nadere informatieHuiswerk Spreekbeurten Werkstukken
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.
Nadere informatieOpstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen
www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama
Nadere informatieLes 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie. Introductiefase
Les 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige twee lessen hebben we met de kaart gewerkt, waarop alle vragen stonden die we gebruikt hebben om de tekst
Nadere informatieHet verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen
Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over verkopen aan en adviseren van gasten in horecabedrijven. Oftewel: het verkoopadviesgeprek. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart
Nadere informatieWerkboek Het is mijn leven
Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria
Nadere informatieThema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!
Nadere informatieOntwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf!
Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf! Het gaat erom dat je laat merken dat jij zélf verantwoordelijk bent voor het leren: jij kiest de opdrachten, workshops en klussen zélf,
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Nadere informatieHerhalingsles van het thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Les 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van les 7 tot en met 10. Wat leert u in deze les? Vragen
Nadere informatieSpreekbeurt, en werkstuk
Spreekbeurt, krantenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum krantenkring Inleverdatum werkstukken Werkstuk 1: 11 november 2015 Werkstuk 2: 6 april 2016 Bewaar dit goed! Hoe bereid
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatie3 Hoogbegaafdheid op school
3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit
Nadere informatietaalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.
Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een. Op verkenning tk taalkaart Ik ga op reis en Lees het verhaal van Aymen. 8 augustus 007 - In het vliegtuig Wat
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en
Nadere informatieBeginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen
Beginnerslessen Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Wat leert u in deze les? Gesprekken over het inburgeringsexamen begrijpen. Welke examens bij het inburgeringsexamen horen. Waar u kunt oefenen met de
Nadere informatieLes 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieJUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou.
JUST BE YOU.NL Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen Marian Palsgraaf - www.justbeyou.nl Het mooiste wat je kunt worden is jezelf. Mijn passie is mensen te helpen
Nadere informatieen zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht
I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen
Nadere informatieUitleg boekverslag en boekbespreking
Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave
Nadere informatieChecklist Presentatie geven 2F - handleiding
Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Inleiding De checklist Presentatie geven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een presentatie moeten kunnen geven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht
Nadere informatieCp7. het bedrijfsplan
Cp7 het bedrijfsplan Een onderneming starten begint met een idee. U heeft een idee over wat u wilt verkopen en aan wie u dat wilt verkopen. U denkt ook na over een goede plaats voor uw onderneming. Voordat
Nadere informatie(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding
(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg
Nadere informatieLes 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom. Introductiefase:
Les 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom "Welkom:..." Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de laatste keer voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag wij onszelf moeten stellen om
Nadere informatieAuteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design
Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door
Nadere informatieThema Kinderen en school
http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 18. Het 10-minutengesprek. Wat leert u in deze les? Vergelijkingen maken. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. Verkleinwoordjes. Veel succes! Deze les is
Nadere informatieDocument vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:
Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd
Nadere informatieChecklist Gesprek voeren 2F - handleiding
Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de
Nadere informatieEen spreekbeurt houden
Een spreekbeurt houden Groep 4 gaat voor het eerst een spreekbeurt voorbereiden en houden. Moeilijk? Eng?We hebben nu al een beetje geoefend met een boekbespreking, maar voor veel kinderen is praten met
Nadere informatiede aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.
Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.
Nadere informatieThema 4 Communicatie. Taalhulp Telefoneren. Informele situaties - opbellen en opnemen. Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John.
Thema 4 Communicatie Taalhulp Telefoneren Informele situaties - opbellen en opnemen Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John. Met Diana. Met Diana van Someren. Is John ook? Is Diana
Nadere informatieJuf Sabine en juf Maaike
Je moet daar heel wat voor kunnen: - Je moet goed kunnen lezen - En ook goed begrijpen wat je leest - Je moet goed kunnen opzoeken - En goed kunnen kiezen wat je wel en niet nodig hebt. - Je moet je verhaal
Nadere informatieAflevering 2: Solliciteren
Aflevering 2: Solliciteren Vragen vooraf: Heb je wel eens gewerkt in je land van herkomst? Hoe heb je die baan gevonden? Heb je wel eens in Nederland naar werk gezocht? Hoe heb je dat gedaan? Hoofditem
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatieLuisteren en samenvatten
Luisteren en samenvatten Goede communicatie, het voeren van een goed gesprek valt of staat met luisteren. Vaak denk je: Dat doe ik van nature. Maar schijn bedriegt: luisteren is meer dan horen. Vaak luister
Nadere informatiePresenteren the easy way
Presenteren the easy way Dit is een uitgave van Marie-Jose Custers van CustersCoaching (niets uit deze uitgave mag gekopieerd worden) Voor de meeste mensen is presenteren een echte opgave. Ze weten dat
Nadere informatieHoe maak ik... Naam: Groep:
Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen
Nadere informatiewerkbladen, telefoons en opnametoestel
DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf
Nadere informatiewerkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?
werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? Noteer ook 2 reservekeuzen: 1. 2. 1. Wat weet je al van dit beroep? Schrijf het
Nadere informatiedat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden.
CP26 rapporteren Als u in Nederland in de Handel & Dienstverlening werkt, bijvoorbeeld in een winkel of op een kantoor, moet u doorgeven aan uw baas en/of uw collega wat u gedaan heeft en wat er nog moet
Nadere informatieActielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is
Nadere informatieOmgaan met klachten volgens de BOOS-formule
Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule Een klacht is een kans. Wanneer een klant de moeite neemt om zijn onvrede te laten blijken, biedt dat je de mogelijkheid de klant alsnog tevreden te stellen
Nadere informatieLes 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase
Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken
Nadere informatieHet thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.
Tekst Audio Les 7 /m 11 Radio Amsterdam Les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Track 1 Jingle Track 2 Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.
Nadere informatieLes 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas
Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo
Nadere informatie!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN?
Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN? Je vindt dat je teveel tijd doorbrengt met het spelen van games. Je beseft dat je hierdoor in de problemen kunt raken: je huiswerk lijdt
Nadere informatie2.1 FaVoriete leestips
Verhalend 2.1 FaVoriete leestips Van klasgenoten heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften die mij leuk lijken: 1.... 2.... 3.... Van de leraar heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatie