oterie VAN VERKEER EN WATERSTAAT RIJKSDIENST VOOR DE IJSSELMEERPOLDERS SMEDINGHUIS - LELYSTAD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "oterie VAN VERKEER EN WATERSTAAT RIJKSDIENST VOOR DE IJSSELMEERPOLDERS SMEDINGHUIS - LELYSTAD"

Transcriptie

1 BIBLIO R1JK- U5b.i < OB POLDCrW WERKDOCUMENT STEDELIJKE DRAINAGE IN DE FLEVOPOLDERS door F. Rimmelzwaan Cba September. iki6 q^6o oterie VAN VERKEER EN WATERSTAAT RIJKSDIENST VOOR DE IJSSELMEERPOLDERS SMEDINGHUIS - LELYSTAD 9450

2 -3- VOORWOORD Ten behoeve van de praktijkperiode voor mijn studie aan de Hogere Bosbouw en Cultuurtechnische School (H.B.C.S.) heb ik in totaal 3 maanden doorgebracht bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (R.IJ.P.). Deze stage was in verband met een stage in het buitenland, in 2 periodes verdeeld van respectievelijk een maand in januari 1982 en twee maanden in mei en juni Tijdens deze maanden heb ik me met stedelijke drainage* bezig gehouden waarvan de eerste periode met literatuurstudie en de laatste periode met een onderzoek naar eventuele verdere mechanisatie van drainage in het stedelijk gebied. Beide onderdelen zijn afzonderlijk in een verslag verwerkt waarvan de literatuurstudie nu voor u ligt. Voor de hulp en medewerking die ik gekregen heb van de medewerkers van de afdeling Arbeidstechnisch Onderzoek en speciaal de heer K. v.d. Linde wil ik hen, via deze weg, bedanken. Met de term "stedelijke drainage" wordt in deze literatuurstudie bedoeld: drainage in stedelijke gebieden. 3285/3-9-'82/MvG

3 INHOUD biz. INLEIDING i 1. GEGEVENS TEN BEHOEVE VAN DRAINAGEBEREKENING Algemeen Geologisch profiel van de Flevopolders Neerslag- en verdampingsgegevens Doorlatendheidsbepaling Kleigrond Zandgrond Het waterbergend vermogen van de verschillende 10 grondsoorten 2. STEDELIJKE DRAINAGE Algemeen Doelstellingen Ontwerpcriteria Drainageberekening Horizontale drainage Verticale drainage DRAINAGESYSTEMEN EN HUN TOEPASSINGSMOGELIJKHEDEN 14 IN STEDELIJKE GEBIEDEN 3.1. Horizontale drainage Gebiedsdrainage Enkelvoudige drainage Samengestelde drainage Kruislingse drainage Aanvullende drainage Ringdrainage Cunetdrainage Aanpassingsdrainage Verticale drainage Verticale- en horizontale drainage gecombineerd AANLEG EN VERSTORING Algemeen De aanleg Specifieke aanlegproblemen Kruislingse drainage Ringdrainage Verticale drainage Verstoring HERSTEL EN ONDERHOUD Herstel Onderhoud INVENTARISATIE VAN DRAINAGE-ADVIEZEN Drainage-adviezen 29 SAMENVATTING 30 LITERATUURLIJST 32

4 -7- INLEIDING De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders heeft tot taak de drooggevallen polders in het IJsselmeer gereed te maken voor agrarische, stedelijke, recreatieve en natuurwetenschappelijke bestemmingen. Ten aanzien van deze bestemmingen heeft de R.IJ.P. o.a. tot taak om voor een goede ontwatering te zorgen door middel van sloten, greppels en drainage. Bij drainage valt onderscheid te maken tussen landbouw en stedelijke drainage. Vooral ten aanzien van de laatstgenoemde vorm is er veel onderzoek verricht binnen de R.IJ.P. zijn er veel systemen ontworpen en (dus) is er veel literatuur verschenen. Mijn stageperiode heb ik doorgebracht bij de subafdeling Arbeidstechnisch Onderzoek van de stafafdeling Bedrijfskunde, welke tot taak heeft te adviseren over omvang, samenstelling en inzet van machines en middelen. Mijn stageopdracht, welke door deze afdeling naar voren was gebracht, omvatte een onderzoek naar de problematiek van stedelijke drainage. Met het oog op de periode (geen aanleg) en voor het verkrijgen van theoretisch inzicht heb ik eerst een literatuurstudie gepleegd waarvan de gebruikte hoeveelheid literatuur hoofdzakelijk afkomstig is van de afdeling Waterhuishouding van de R.IJ.P. Het onderzoek naar eventuele verdere mechanisatie van stedelijke drainage verschijnt in een apart verslag en handelt over een onderdeel van de stedelijke drainage nl. ringdrainage. De opbouw van deze literatuurstudie is als volgt: na de behandeling van gegevens die van invloed zijn op afvoerbepalingen voor drainagesystemen wordt het begrip stedelijke drainage uitgewerkt. Vervolgens worden de verschillende drainagesystemen behandeld en hun toepassingsmogelijkheden. Daarna worden aanleg, verstoring, herstel en onderhoud beschreven. Ter afsluiting wordt een inventarisatie van drainage-adviezen gegeven om enig inzicht te krijgen in de toegepaste systemen in voorgaande jaren en nu. Het aspect kosten, vooral met betrekking tot ringdrainage, is niet in deze literatuurstudie opgenomen. Dit met het oog op het feit dat mijn eigenlijke stage-opdracht voor een belangrijk deel uit kostenberekening bestaat en zodoende als aanvulling gezien kan worden van het hoofdstuk ringdrainage.

5 -8-1. GEGEVENS TEN BEHOEVE VAN DRAINAGEBEREKENING 1.1. Algemeen Bij drainage berekening bepalen vele factoren de dimensionering van het drainagesysteem. Aangezien we bij de Flevopolders over een afwijkend stukje Nederland kunnen praten lijkt het nuttig deze verschillende factoren ten aanzienvan drainageberekening langs te lopen. Daarbij werden de volgende factoren bekeken: - Geologische opbouw van de bodem in de Flevopolders; - Neerslag en verdampingsgegevens; - Doorlatendheid van de bovengrond (klei); - Doorlatendheid van het opgebrachte zand; - Het waterbergend vermogen van de verschillende grondsoorten. Aan de hand van deze gegevens zijn ontwerpcriteria vastgelegd die bij drainageberekening gebruikt worden Geologlsch profiel van de Flevopolders In de Flevopolders vinden we de volgende (algemene) opbouw een dun pakket (0-9 m) holoceen materiaal hetgeen gelegen is op een ca. 200 m dik pakket pleistoceen. Voor drainageberekening is het holocene pakket het belangrijkste. Dit pakket is, schematisch, als volgt opgebouwd. Figuur 1. Schematisch geologisch profiel voorkomend in Flevopolder m - m.v. jonge zeeklei - Zuiderzee afzetting - Almere afzetting - Flevomeer afzetting 4 veen min IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIITTT oude zeeklei - Calais afzetting veen llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Pleistoceen - middelfijn zand Ten aanzien van berging en afvoer van (hemel)water speelt de bovenste laag (jonge zeeklei) een belangrijke rol. Deze laag is overwegend kleiig met uitzondering van het noorden en westen waar ook zandige pakketten voorkomen. Bij het droogvallen is het holocene pakket slap en onbegaanbaar ten gevolge van een hoog poriengehalte die geheel gevuld zijn met water. Door indroging treedt fysische rijping op die zich het snelst voltrekt in de bovenste 20 cm.

6 -9- De belangrijkste gevolgen van deze fysische rijping zijn: - scheurvorming: toename van de doorlatendheid en bergingscapaciteit; - verdichting van de grond waardoor draagkracht (en dus begaanbaarheid) toeneemt (Hierbij treedt tevens maaiveldsdaling op). In stedelijke gebieden wordt ten behoeve van bebouwing in vele gevallen 1,0 m zand opgespoten; dit heeft tot gevolg dat de bovenste laag afgesloten wordt waardoor fysische rijping nog slechts zeer langzaam voortgaat. Er treedt uiteraard wel zetting op ten gevolge van de opgebrachte belasting Neerslag en verdampingsgevens De gemiddelde jaarlijkse neerslag voor Nederland bedraagt 750 mm. Van de Flevopolders is het volgende bekend: Neerslag. periode (januari - december). gemeten in Lelystad-Haven gemiddelde jaarlijkse neerslag : 761 mm gemiddelde jaarlijkse 10% overschrijding : 1230 mm gemiddelde maximale 10% overschrijding : 135 rnm/mnd. Open water verdamping (volgens Penman). periode gemeten in Lelystad-Haven jaarlijk gemiddelde : 697 mm gemiddelde jaarlijkse 10% overschrijding : 820 mm gemiddelde maximale 10% overschrijding : 143 mm/mnd. Uit de open water verdamping is het mogelijk om door middel van reductiefactoren (afhankelijk van gewas, jaargetij, klimaat e.d.) de potentiele evapotranspiratie te bepalen. Potentiele evapotranspiratie. periode gemeten in Lelystad-Haven jaarlijks gemiddelde : 530 mm gemiddelde jaarlijkse 10% overschrijding : 629 mm gemiddelde maximale 10% overschrijding : 115 mm/mnd. Het verschil tussen neerslag en potentiele evapotranspiratie noemen we neerslag-overschot. Neerslag-overschot. periode gemeten voor Lelystad-Haven jaarlijks gemiddelde : 231 mm gemiddelde jaarlijkse 10% overschrijding : 731 mm gemiddelde maximale 10% overschrijding : 131 mm/mnd. (131 mm/mnd. =4,2 mm/etm Doorlatendheidsbepaling Kleigrond De doorlatendheid van klei wordt in hoge mate bepaald door de rijpingsfase waarin deze verkeert.

7 -10- De twee uitersten zijn geheel ongerijpt en geheel gerijpte klei. - geheel ongerijpte klei: heeft een hoog porienvolume waarvan de poriengrootteverdeling zeer gelijkmatig is, echter de poriendiameter is zeer klein. Een groot gedeelte van het porienvolume wordt ingenomen door water waardoor de doorlatendheid zeer gering is. Onderzoek naar de doorlatendheid van ongerijpte klei (over diepte van 1,50-3,50 m) leverde dan ook geringe waarden op; ca. 1,7. 10~ 4 mm/ etm. (ter vergelijking: los gestort schoon zand: m/etm.) - In gerijpte toestand blijkt de doorlatendheid tussen de m/etm. te liggen. Voor de stedelijke gebieden, waar, door de opgebrachte belasting, zetting optreedt hetgeen een verkleining van het porienvolume betekent, geldt een zeer geringe doorlatendheid; ca. 10% van de oorspronkelijke waarde: 0, m/etm. Voor drainageberekening verwaarlozen wij deze doorlatendheid dan ook en beschouwen de klei onder het zandpakket als ondoorlatend Zandgrond De doorlatendheid van het opgespoten zandpakket is bepaald volgens de boorgatenmethode. Voor Almere geldt een gemiddelde doorlatendheid van 5 m/etm. Deze waarde is sterk afhankelijk van de kwaliteit en de verdichting van het zand. Uit onderzoek bleek bij voorbeeld het volgende (monsters van Almere-Stad): voor verdichten gemiddelde doorlatendheid 5,8 m/etm. na verdichten gemiddelde doorlatendheid 0,6 m/etm. (Deze afname van doorlatendheid wordt versterkt naarmate het U-cijfer en het lutumgehalte hoger zijn.). Voor drainageberekening gaan we echter uit van opgespoten zand met natuurlijke ligging zodat voor Almere een doorlatendheid van 4-5 m/etm. kan worden aangenomen (door vervuiling van slib kan men beter aan de lage kant gaan zitten om een zekere veiligheid in te bouwen) Het waterbergend vermogen van de verschillende grondsoorten Het waterbergend vermogen is van invloed op de benodigde afvoercapaciteit van het drainagesysteem. In tijden van neerslagoverschot zal de grond een hoeveelheid water bergen alvorens plasvorming optreedt; het zogenaamde waterbergend vermogen. Deze hoeveelheid te bergen water is afhankelijk van het beschikbare porienvolume boven het grondwaterniveau hetgeen bepaald wordt door vochttoestand, zwaarte van de klei (lutumgehalte) en rijpingsstadium. Voor de verschillende grondsoorten voorkomend in de stedelijke gebieden van de Flevopolders zijn de volgende waarden gevonden; Doorlatendheid (mm): Bij grondwaterstand Grondsoort 0,50 m-m.v m-m.v. Zand 45 mm 220 mm Gerijpte klei 135 mm 200 mm vrijwel ongerijpte klei 30 mm 35 mm Angezien er nog geen duidelijke onderzoeksresultaten bekend zijn over het waterbergend vermogen van klei onder opgespoten zand wordt vooralsnog aangenomen dat deze klei te vergelijken is met vrijwel ongerijpte klei (met een minimaal waterbergend vermogen). Dit houdt in dat het waterbergend vermogen van klei onder zand ookpractisch te verwaarlozen is.

8 STEDELIJKE DRAINAGE 2.1. Algemeen Aangezien in de Flevopolder afwijkende omstandigheden voorkomen ten opzichte van de rest van Nederland, zullen ook de doelstellingen en ontwerpcriteria niet altijd hetzelfde zijn Doelstellingen Na het ophogen van gebieden met zand ten behoeve van stedelijke bebouwing wordt drainage toegepast met de volgende functies (doelstellingen) : - het versnellen van de zetting ten gevolge van de opgebrachte belasting; - het realiseren van een goed* ontwaterd en voldoende draagkrachtig bouwterrein; - het realiseren van een goed ontwaterd woon- en werkgebied na de uitvoering van de stedebouw. Voor een goede ontwatering (drooglegging) gebruikt men als criteria dat: - kruipruimtes en kelders droog en vorstvrij moeten zijn (afhankelijk van hun diepteligging); - er geen vorstschade mag optreden na hoge(re) grondwaterstanden; - reparatie aan en het leggen van kabels e.d. droog dient te geschieden (dat geldt voor alle werkzaamheden op bepaalde dieptes) Ontwerpcriteria Afhankelijk van de bestemming van een gebied zijn er bepaalde ontwateringsnormen vastgesteld (een relatie tussen grondwaterstand en afvoer via drains). Deze criteria zijn: Grondwaterstand Afvoer via drain Bestemming in m - m.v. in mm/etm. industrieterreinen stedelijk gebied sportterreinen recreatieterreinen begraafplaatsen 0,50 7 0,70 5 0, , ,30 (onder kist) 10 Toelichting: voor industrieterreinen en stedelijk gebied geldt dat de verhouding verhard-onverhard in het voordeel van verhard uitvalt; regenwater zal dus voor een groot gedeelte opgevangen worden en via het regenwaterafvoerriool (r.w.a.-riool) naar open water afgevoerd worden. Drainafvoeren behoeven daarom dan ook niet zo groot te zijn (in vergelijking tot andere bestemmingen). * goed ontwaterd wil zeggen; geen wateroverlast.

9 Drainageberekening Horizontale drainage Een belangrijke ontwaterings bepalende factor bij drainageberekening is de drainafstand. Deze drainafstand bepaald samen met de doorlatendheid en de gewenste afvoer de opbolling tussen de drains. Figuur 2. Ontwerpschets voor drainage van opgespoten terreinen (kleilaag als ondoorlatend beschouwd) maaiveld r '#!y Drain en sleufopvulling (met b.v. lavaliet) 1. Max. grondwaterstand -M.V. 2. Max. opbolling 3. Dikte van opgespoten zandpakket 4. Diepte drainagesysceem 5. Drainafstand Deze relatie tussen opbolling, drainafstand en gewenste drainafvoer is uit te drukken in een formule; (onder andere) de formule van Hooghoudt. L 2-4. M r K [voor horizontale drainage) waarin: L = drainafstand in m M Q = opbolling in m S = ontwerpafvoer in m/etm. K = doorlatendheid in m/etm. Met behulp van deze relatie kunnen we, na bepaling van K (M 0 en S volgen uit ontwerpcriteria) de drainafstand vaststellen. Voor Almere geldt b.v. dat bij een opbolling van 0,30 m, een ontwerpafvoer van 5 mm/etm. en een doorlatendheid van 4-5 m/etm. een drainafstand van 15 m (uitgaande van enkelvoudige of samengestelde drainage) aangenomen wordt. Theoretisch kan deze afstand groter genomen worden echter in verband met het nooit optimaal functioneren van een drainagesysteem wordt een zekere veiligheidsmarge gebruikt. De diepteligging bij de drainage van opgespoten terreinen is in principe variabel met een minimum van 1,00 m - m.v. De holocene kleilaag wordt namelijk als ondoorlatend beschouwd zodat de bovengrens van deze laag (gemiddeld 1,00 m - m.v.) als referentieniveau geldt voor de maximale opbolling.

10 Verticale drainage Een geheel afwijkende drainageberekening geldt voor verticale drainage. De afvoercapaciteit van de palen wordt namelijk bepaald door de paaldiameter en de doorlaatfactor van het gebruikte opvullingsmateriaal. Benodigde gegeven: - dimensionering van het ruitennet; voor flevopolder 2-5 m - ontwerpcriteria; dezelfde criteria als gehanteerd bij horizontale drainage (grondwaterstand 0,70 m - maaiveld en afvoer 5 mm/etm). De af te voeren hoeveelheid water is afhankelijk van de paalafstand (ruitennet) die voor de Flevopolder vrij klein is. Dit wordt veroorzaakt door de vrij grote stijghoogte van het pleistocene pakket; de afvoer van overtollig water verloopt vrij langzaam. Het beschikbare verhang is gebaseerd op de grondwaterstand minus de stijghoogte in relatie tot de lengte van de paal. Deze laatste factor is weer gerelateerd aan de dikte van het holocene pakket. De keuze van het filtermaterlaal kan in relatie tot de paaldiameter met de volgende formule bepaald worden: Q. K _ Qi - Q? ( d) 2 K = doorlatendheid van het filtermateriaal 0 = af te voeren debiet 01 = grondwaterstand 0 2 = stijghoogte L = lengte van de paal d = paaldiameter L

11 DRAINAGESYSTEMEN EN HUN TOEPASSINGSMOGELIJKHEDEN IN STEDELIJKE GEBIEDEN 3.1. Horizontale drainage Horizontale drainage omvat alle drainagesystemen die wat betreft hun afvoer gebruik maken van het horizontale vlak (d.m.v. verhang). Dit zijn de volgende systemen Enkelvoudige drainage: evenwijdige_drains_di^_rechtstreeks_uitmonden~in~ttijdelijket_sloten_of_grachten - voordelen:. goedkoop en goed te onderhouden. snel en goedkoop aan te leggen. - nadelen:. In gebieden met grote woondichtheden (veel bouwwerken) treedt een zodanige verstoring van het drainagesysteem op dat een aanvullende drainage noodzakelijk is zodat de uiteindelijke drainage kostbaar wordt. Enkelvoudige drainage alleen is dus vrij kwetsbaar.. De grachtafstanden zijn gebonden aan de maximale drainlengte in verband met onderhoud (max. 300 m vanuit een doorsteekpunt). Dit houdt in dat grachtafstanden > 600 m enkelvoudige drainage onmogelijk maken. Fig. 3 Het enkelvoudige drainagesysteem I'l'l'l'l'l I luht I'HHIHU l,i I I l,i I i,l Gracht 'I'l'I'Pl TTT7T W^ r 1. Drainafstand 2. Grachtafstand (max. 4oom) Drain I'f'l' 1!'! 1 1TTTT7I Uitmonding en doorspuitpunt De toepassingsmogelijkheden zijn op grond van de genoemde nadelen zeer beperkt. Door maximale grachtafstanden van 600 m en de ernstige gevolgen van verstroring door bouwactiviteiten is dit systeem ongeschikt voor drainage van stedelijke gebieden (als definitieve drainage).

12 -15- Wel geschikt voor speelweiden, sportvelden binnen het stedelijk gebied en uiteraard als landbouwdrainage. _ I**.'. JE ' T -11 TW _r_n * M i - ' ybt ajm Samengestelde drainage Wanneer binnen het stedelijk gebied te weinig open waterlopen, te veel obstakels of te grote grachtafstanden ( 600 m) voorkomen is samengestelde drainage een mogelijkheid. Hierbij voeren de drains hun water via hoofddrains af naar het regenwaterafvoer (R.W.A.-)riool of open water. Voor stedelijke gebieden wordt dit drainagesysteem in 2 fases uitgevoerd: le fase - direct na het opspuiten van het terrein enkelvoudige drainage toepassen (gebiedsdrainage) waarvan de diepte zodanig gekozen wordt dat de kans op verstoring minimaal is. 2e fase - nadat het stedebouwkundig matenplan bekend is kan men door het aanbrengen van hoofddrains de afvoermogelijkheden vergroten om op deze manier de kwetsbaarheid van het systeem te verlagen. Voordelen:. als gebiedsdrainage is het samengestelde drainagesysteem minder kwetsbaar dan het enkelvoudig drainagesysteem, terwijl de voordelen van het enkelvoudig systeem (snel en goedkoop aan te leggen), door het in 2 fasen uit te voeren, gehandhaafd blijven (in de le fase). Nadelen:. Als stedelijke drainage bleek het samengestelde systeem toch nog vrij kwetsbaar te zijn; worden er namelijk hoofddrains verstoord dan zijn de afvoermogelijkheden al snel onvoldoende.

13 -16- De 2e fase van dit systeem is erg kostbaar door het noodzakelijk gebruik van een hydraulische graafmachine (H.G.M.). Figuur 4. Het samengestelde drainagesysteem U I'M I'M I IT Tmrr 111,11.1 I'M M 1 ' I rprr Gracht n { * jj i» i j ( 3rran; IM'I'I I J Drainafstand i i.i.iiii i: Uitmonding en doorspuitpunt i 2 Doorspuitlengte vanuit doorsteekpunten en putten (± 100 m) 3 Doorspuitlengte bij doorspuiten vanuit gracht (± 200 m) -\> Afstand tussen inspectieputten (+ 200 m) (zuig) drain % inspectie-/doorsteek-putten hoofddrain X doorsteekpunten Dit systeem is vrij lang toegepast als stedelijke drainage en voldeed goed zolang de diepteligging niet beneden de 1,80 m - maaiveld kwam; > 1,80 m - maaiveld heeft namelijk tot gevolg dat de uitvoering van aanpassingsdrainage erg kostbaar wordt (diepe putten; moeilijke werkomstandigheden). De aanleg is technisch geen probleem. Een groot gedeelte van Lelystad wordt door middel van dit systeem ontwaterd. Door grotere grachtafstanden kwamen de rioleringsbuizen echter dieper te liggen (i.v.m. het verhang) ten opzichte van de situatie in vorige woonwijken. Dit hield in dat de le drainage op 2,50-3,00 m - maaiveld moest worden aangelegd om verstoring door de aanleg van deze (vuilwater)riool te voorkomen. De aanpassingsdrainage die na voltooiing van de bouwwerken uitgevoerd moest worden, ondervond ten gevolge van deze grote diepte veel problemen zodat naar andere mogelijkheden werd gezocht. Dit heeft geleid tot het ontwikkelen en toepassen van het kruislingse drainagesysteem (zie )

14 -17- Conclusie: samengestelde drainage goed en goedkoop toe te passen in stedelijke gebieden met lage bebouwingsdichtheden (i.v.m. verstoringen), niet te grote noodzakelijke draindieptes ten gevolge van het rioleringsnet en geen grotere grachtafstanden dan 600 m Kruislingse drainage Bij dit systeem worden 2 drainagenetten loodrecht op elkaar gelegd. De 2 netten liggen op verschillende dieptes en zijn beide afzonderlijk te vergelijken met het samengestelde drainage systeem. Doordat beide netten een aanvulling van lavaliet boven de drain hebben zodat ter plaatse van kruisingen een onderling contact bestaat worden de afvoermogelijkheden vergroot. Ook bij verstoringen kan dit systeem nog redelijk functioneren. Het systeem kan na de terreinopspuitingen met een draineermachine gelegd worden waarbij tijdelijke sloten voor de afwatering moeten zorgen. Tijdens de aanleg van grachten (waarbij vaak van deze tijdelijke sloten gebruik wordt gemaakt) wordt de drainage in de oeverafwerking opgenomen. Voordelen: theoretisch geen aanvullende dus dure, drainage noodzakelijk terwijl een redelijke afvoer gehandhaafd blijft; dit drainagesysteem is namelijk per oppervlakte eenheid intensiever en heeft meer afvoerrichtingen. Nadelen: De constructie van kruislings draineren vraagt om een vrij nauwkeurige aanleg; kruisingen moeten goed functioneren wil men een goede drainerende werking blijven behouden. Vooral op grote dieptes (> 1,80 m) blijkt dit problemen op te leveren. Figuur 5. Het kruislings drainagesysteem L Bovenaanzicht Doorsnede maaiveld 1 O drain klei lavaliet sleufopvulling 1 Drainafstand bovenste net 2 Drainafstand onderste net 1 Diepte bovenste drainagenet 2 Diepte onderste drainagenet 3 Dikte opgespoten zandpakket

15 -18- Gezien de problemen die optreden bij samengestelde drainage op grote diepte (> 1,80 m) leek het kruislings drainagesysteem een alternatief; door zijn grotere afvoermogelijkheden was een redelijke werking te verwachten, ook na verstoring door bouwactiviteiten. Dit hield in dat ook aanleg > 1,80 m mogelijk was. Echter de praktijk heeft uitgewezen dat ook kruislings draineren zodanig verstoort kan worden dat van een goede drainerende werking geen sprake meer is. Een, al eerder genoemd, probleem is de vereiste nauwkeurigheid van aanleg. Bij slechte weers- (lees terrein)omstandigheden komt deze nauwkeurigheid in gedrang zodat het uiteindelijke resultaat niet voldoet aan de verwachtingen. Conclusie: kruisdrainage heeft theoretisch de voorkeur boven samengestelde drainage gezien zijn grotere afvoermogelijkheden, echter de praktijkervaringen vallen enigszins tegen. De discussies rond dit systeem zijn dan ook nog in voile gang Aanvullende drainage Aangezien de eerste drainage (gebiedsdrainage) in de meeste gevallen zodanig verstoord wordt door bouwactiviteiten of aanleg van rioleringen en nutsleidingen, dat er wateroverlast optreedt, werd er naar mogelijkheden gezocht die voor handhaving van een goede ontwatering moesten zorgen. Er zijn in principe 3 mogelijkheden: 1. herstel van het le drainagesysteem; 2. aanpassingsdrainage toepassen; 3. aanvullende drainage in de vorm van ringdrainage uitvoeren. ad 1. Het herstel van het le drainagesysteem voldoet over het algemeen niet voldoende; zie hoofdstuk 5 Herstel en onderhoud. ad 2. Zie ad 3. Gezien de nadelen van de vorige 2 mogelijkheden is aanvullende drainage een goed alternatief hetgeen dan ook, in de vorm van ringdrainage en cunetdrainage toegepast wordt. Men is namelijk in ieder geval verzekerd van een goede ontwatering (met het nadeel van hoge kosten).

16 Ringdrainage Ringdrainage is alleen gericht op de ontwatering van de (zand)laag direct onder bebouwing; deze drainage wordt dan ook rondom gebouwen of huizen gelegd voor of na de bouwactiviteiten zodat wateroverlast ter plaatse niet meer optreedt. Voorwaarden: - Onder het gebouw moet minstens 0,30 m goed doorlatend zand liggen. - Er moet contact bestaan tussen het zand in de kruipruimte en de drainsleuf; onder de funderingsbalken moet zand voorkomen. - De ringdrainage moet op minimaal 0,30 m onder het oppervlak van de kruipruimte worden aangebracht om verstoring van de drain door hemelwater- en nutsleidingen te voorkomen. De ringdrains liggen 1,50-1,60 m - vloerpeil en hebben per woonblok in de regel 2 lozingspunten op het regenwaterafvoer (R.W.A.-)riool. De drains worden meestal voor de aanvang van bouwactiviteiten gelegd indien het matenplan bekend is en vaststaat. De drains liggen 1,0 m uit de gevel om verstoring door heipalen te voorkomen. Voordelen: - Goede en zekere ontwatering van de funderingslaag van bouwwerken. - Weinig kans op verstoring indien gunstig tijdstip van aanleg mogelijk is. Nadelen: - Relatief vrij duur doordat, op dit moment de aanleg geheel met H.G.M. uitgevoerd wordt. Figuur 6. Ringdrainage Bovenaanzicht Doorsnede t ( Gebouw I r> y I // // yy//yyyy////////, / ', y I Zand Klei kruipruimte Fundatiebalk 1 1 R.W.A.-riool Aansluiting op R.W.A.-riool - Drain j$_j ' _0 Drain en lavalietopvulling 1 Dikte zandpakket 2 Drain-diepte

17 -20- Wat betreft de toepassingsmogelijkheden kunnen we kort zijn; ringdrainage wordt op dit moment algemeen toegepast en voldoet goed. Alleen ten aanzien van het kostenaspect zijn er nog enige vragen Cunetdrainage De bovengrond (holoceen klei, -zavelpakket) van de Flevopolders is weinig draagkrachtig. Bij de aanleg van wegen wordt ter verhoging van deze draagkracht een vrij omvangrijk cunet gegraven welk met zand opgevuld wordt. De klei op de bodem van dit cunet is echter ongeaereerd (ongerijpt) en zoals reeds gezegd is; slecht doorlatend. De afvoer van het water uit het cunet wordt daarom d.m.v. een drainagesysteem verwezenlijkt. Om de opbolling tussen de drains in het zandlichaam minimaal te maken moet de drain lager liggen dan de bodem van het cunet. Dit wordt bereikt d.m.v. een inkassing van 0,20 x 0,20 m onder het cunet. Na aanbrengen van de drain wordt de sleuf aangevuld met lavaliet. Indien de drain een polypropyleen omhulling heeft (wat de laatste jaren het geval is) wordt de sleuf verder aangevuld met zand. Dit systeem wordt in principe nooit verstoort en functioneert goed. Na verloop van enkele jaren vervalt de drainerende functie door dichtslibbing, ijzerafzetting e.d. De kleigrond direct onder het cunet is dan voldoende gerijpt en heeft een redelijke doorlatendheid verkregen. Figuur 7. Cunetdrainage Doorsnede wegverharding Bovenaanzicht Afvoerdrain Afvoerdrain 1 Afstand tussen afvoerbuizen (± 200 m) 2 Diepte sleuf (± 0,20 m) Cunetdrainage wordt bij praktisch alle wegen toegepast (uitgezonderd buurtwegen). De aanleg is vrij eenvoudig en goedkoop. Men voorkomt eventuele wateroverlast (vorstschade) en versnelt de zetting in de bovenste laag zodat de draagkracht enigszins toeneemt (naast een toename van de doorlatendheid).

18 Aanpassingsdrainage Wanneer het eerste drainagesysteem verstoort is zijn er enkele mogelijkheden om een goede ontwatering te handhaven (zie ). Bij aanpassingsdrainage wordt het eerste systeem hersteld door middel van hoofddrains die voor vernieuwde afvoerwegen moet zorgen. De uitvoering geschiedt met behulp van een H.G.M. en is daardoor vrij duur terwijl het resultaat niet altijd even goed is. Dit laatste is erg afhankelijk van de diepteligging van het systeem (zie paragraaf 5.1. Herstel) Verticale drainage De vorige systemen werkten allemaal met behulp van drainbuizen die een horizontale afvoer bewerkstelligen. Het is uiteraard ook mogelijk om neerslagoverschotten naar dieper gelegen (zand)pakketten af te voeren door middel van palen opgevuld met grof materiaal (zand, grind, split etc. ) Voor de Flevopolder geldt dat deze palen in het pleistocene pakket hun afvoer moeten vinden (+ 7,0 m - m.v.). De palen worden in een vierkant net geplaatst waarbij de paalafstand samen met het filtermaterlaal en de stijghoogte in de pleistocene laag de afvoerhoeveelheden bepalen. Verticale drainage kan alleen toegepast worden als er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan: - de stijghoogte in het pleistocene zand moet zodanig zijn dat het water ook inderdaad afgevoerd kan worden (bij te grote stijghoogte bestaat zelfs de kans op infiltratie). - het doorlaatvermogen van het pleistocene zand moet zodanig zijn dat het water redelijk snel kan worden afgevoerd - de zettingen ten gevolge van de betere ontwatering mogen niet te groot zijn (het gevaar bestaat dat de grondwaterstand verder daalt dan gewenst zodat grotere zettingen kunnen optreden). Voor- en nadelen zie paragraaf 3.3. Figuur 8. Verticale drainage Bovenaanzicht Doorsnede -r-0 zand maaiveld klei Jf L_J pleistoceen 1 Paalafstand 2 Paaldiameter 1 Paalafstand 2 Paaldiameter 3 Dikte zandpakket

19 -22- Verticale drainage is alleen toepasbaar wanneer aan de eerder genoemde voorwaarden wordt voldaan. Deze drainage dient direct na opspuiting van het gebied te worden aangelegd en kan daarna niet meer onderhouden worden. Uit berekeningen is gebleken dat voor een gebied met een geologische opbouw als zich voordoet in de polder (uitgezonderd gebieden met een zeer dun holoceen pakket, b.v. rond Dronten) verticale drainage of wel niet mogelijk is door te grote stijghoogten (Lelystad en Almere) of zeer duur door kleine paalafstanden (2-5 m) Verticale en horizontale drainage gecombineerd Bij dit drainagesysteem worden de "palen" van het verticale drainagesysteem loodrecht op de drains van het horizontale drainagesysteem geplaatst met dezelfde afstand tussen de palen als welke tussen de drains aangehouden wordt. Voordelen:. Zowel voor verticale- als een combinatie van verticale- en horizontale drainage geldt dat er een versnelde zetting optreedt door het uittreden van water naar de ondergrond.. Het voordeel van een combinatie is dat gedeeltelijk onderhoud (aan de drain) mogelijk is.. Bij een combinatie van horizontale en verticale drainage zijn grotere afvoermogelijkheden aanwezig zodat verstoring niet funest behoeft te zijn. Nadelen:. Voor zowel verticale drainage als een combinatie geldt dat er erg hoge kosten aan deze vorm van drainage zijn gebonden door de arbeidsintensieve aanleg van het palennet (hetgeen in mindere mate geldt voor een combinatie). Gezien de voorwaarden waaraan deze manier van drainage moet voldoen blijkt toepassing ervan niet altijd mogelijk te zijn. Figuur 9. Horizontale drainage in combinatie met verticale drainage Bovenaanzicht Doorsnede :<_*= = = =. maaiveld = = =& T==? + 1 Drain-/paal afstand 2 Paalafstand 3 Paaldiameter Y//////A Y/A. pleistoceen 1 Paalafstand 2 Paaldiameter 3 Dikte zandpakket A Draindiepte

20 -23- Voor toepassing van dit systeem (combinatie) gelden dezelfde voorwaarden als welke genoemd zijn bij verticale drainage. De paalafstanden kunnen bij een combinatie aanmerkelijk groter worden doordat de drainerende werking over twee systemen verdeeld wordt. Dit brengt een minder arbeidsintensieve, en dus kostenverlagende aanleg met zich mee (t.o.v. alleen verticale drainage). De keuze tussen verticale- of gecombineerde drainage valt wat betreft kosten dus in het voordeel van de laatste uit. Echter beide systemen worden niet of nauwelijks toegepast.

21 AANLEG EN VERSTORING 4.1. Algemeen Bij de uitvoerings-(aanleg)werkzaamheden doen zich verschillende moeilijkheden voor die van invloed zijn op de drainerende werking van het systeem. Om hier enig inzicht in te krijgen volgt een inventarisatie van die problemen De aanleg Bij de aanleg van gebiedsdrainage wordt gebruik gemaakt van een draineermachine waarbij de diepte door middel van "laser plane" met een nauwkeurigheid van 0,02 m kan worden geregeld. Momenteel is het technisch mogelijk om draindieptes van 3,0 m te realiseren. De drainage aanleg kent de volgende algemene problemen: - wateroverlast tijdens de aanleg van drainage; grote dieptes zijn dan vaak moeilijk te realiseren - weinig draagkrachtige grond vlak na de opspuiting door een nog vrij hoog watergehalte geeft moeilijkheden, vooral ten aanzien van sleufopvulling. De ondergrond is niet stevig genoeg zodat de sleuf al gedeeltelijk invalt (sleufopvulling wordt dan een mengsel van klei en zand, in plaats van alleen zand). - Bij aansluitingen op hoofddrains zijn grote (> 1,80 m) dieptes nadelig gezien de grote hoeveelheid grondverzet die noodzakelijk zijn om veilige putten te bewerkstelligen. - Bij diep liggende drains kan infiltratie in plaats van drainage voorkomen, indien het waterpeil in de grachten hoger komt dan de drainuitmondingen.

22 Specifieke aanlegproblemen Kruislingse drainage Bij verstoring behoudt dit systeem afvoermogelijkheden via de kruisingen. Daarom moeten de diepteverschillen en sleufopvulling ter plaatse van de kruisingen aan bepaalde toleranties voldoen. Uit onderzoeksgegevens voor Almere-Stad bleek een standaardafwijking van 2-3 cm t.a.v. de diepteligging (deze afwijking wordt in sterke mate beinvloed door de terreinomstandigheden ten tijde van de aanleg). Onderzoek naar de laagdikte van de sleufopvulling leverde het volgende op; gemiddeld bleek de laagdikte van de sleufopvulling boven de geadviseerde dikte te zitten zodat deze factor weinig problemen oplevert. Van groot belang is echter of de bovenste drain in het filtermaterlaal van de onderste drain ligt. Uit het genoemde onderzoek bleek dat 25% van de kruisingen niet optimaal functioneerden. Waarschijnlijk zal de nauwkeurigheid van de drainligging toenemen naarmate de draindiepte afneemt (vereenvoudiging van de uitvoering; lagere belasting machines e.d.) Ringdrainage De aanleg kan in principe tijdens, voor of na de bouwactiviteiten plaatsvinden. Door de aanwezige obstakels en de mogelijkheid van een natte bouwput legt men de drains bij voorkeur voor het graven van de bouwput indien het matenplan vast ligt. Bij bepaalde bouwwerken wordt soms na het gereed komen van het bouwwerk nog ringdrainage aangelegd indien er wateroverlast is geconstateerd; doordat de machine (H.G.M.) dan bij de werkzaamheden belemmerd wordt en veel schade aanricht is dit meestal vrij kostbaar. De aanleg van drainage voordat de bouwput gegraven wordt geeft de uitvoerende afdeling de beste mogelijkheden (grootste vrijheid).

23 -26- De aanleg van ringdrainage wordt vaak verlaat doordat het definitieve matenplan niet altijd op tijd bekend is. Dit houdt in dat de aanleg van nutsleidingen, stadsverwarming e.d. reeds gestart is zodat deze een obstakel vormen voor de aanleg van drainage. Er moet voorzichtig gewerkt worden, hetgeen een lage productie tot gevolg heeft, en beschadigingen van kabels en leidingen zijn niet uitgesloten. Dit alles kost veel geld en de vraag rijst dan ook of dit organisatorisch niet beter geregeld kan worden. -4* Verticale drainage Deze vorm van drainage kan op twee manieren uitgevoerd worden nl: 1. Met behulp van spuitlanzen: de gaten (palen) worden "gespoten" en vervolgens opgevuld met het filtermaterlaal. Eventueel wordt het filtermaterlaal met behulp van een mantelbuis aangebracht. 2. Door middel van een injectiebuis die reeds gevuld is met het filtermaterlaal (de "drain"); veelal gebruikt voor geodrains. Voor beide methodes geldt dat natte weersomstandigheden een goede aanleg bemoeilijken (t.a.v. transport over terrein) echter de kwaliteit van het systeem ondervindt weinig negatieve invloeden van wateroverlast, zeker in vergelijking tot horizontale drainage Verstoring De mogelijke verstoringen na aanleg (door bouwactiviteiten) kunnen zijn: 1. heipalen 2. rioleringen 3. nutsleidingen 4. bouwputten 5. verstoring van uitmondingen door grachtafwerking. ad 1. Verstoring t.g.v. heipalen zullen altijd plaatsvinden wanneer drains moeten worden gelegd alvorens het matenplan (bekend is en) vaststaat.

24 -27- ad 2 en ad 3. Verstoring door rioleringsbuizen kunnen voorkomen worden door het drainagesysteem dieper te leggen. In de praktijk houdt dit in dat een diepte van ca. 2,20 m - m.v. een sterke daling van het aantal verstoringen zou betekenen. De problemen echter die gepaard gaan met dergelijke dieptes zijn reeds behandeld. Door te ondiepe ligging van de drains kan bij aanleg van nutsleidingen (gas en water) de drainage doorsneden worden. Het is dus van belang de draindiepte zodanig te kiezen dat verstoring door nutsleidingen beperkt wordt. In rioleringsbestekken is opgenomen dat doorsneden drains hersteld dienen te worden; dit gebeurt echter sporadisch of herstel vindt onder slechte omstandigheden plaats. Van deze maatregel is dan ook weinig te verwachten. Een schadevergoedingsregeling lijkt een goede manier om de kosten van herstelwerkzaamheden te drukken. Bovendien zal van een goede schadevergoedingsregeling een duidelijk preventieve werking uitgaan. ad 4. Bij het graven van bouwputten worden regelmatig drains verstoord (stuk getrokken) zodat de gewenste drooglegging teniet gedaan wordt. ad 5. Na afwerking van grachten is geconstateerd dat verstoring van drainafvoeren optrad. Dit werd veroorzaakt doordat de afwerking van uitmondingsvoorzieningen te wensen overliet.

25 HERSTEL EN ONDERHOUD 5.1. Herstel T.a.v. herstelwerkzaamheden ondervindt men de volgende problemen (gedeeltelijk al bij aanleg en verstoring ter sprake gekomen). - Bij draindieptes >1,60 m worden herstelwerkzaamheden niet of kwalitatief slecht uitgevoerd gezien het gevaar voor instorten en door natte werkomstandigheden. - Door de aanwezigheid van obstakels in de vorm van leidingen, verhardingen en gebouwen blijkt herstel vaak onmogelijk (zeker met zwaar materieel). _ Melding van verstoring vaak pas plaatsvindt wanneer er wateroverlast optreedt; herstel wordt dan extra bemoeilijkt. - In rioleringsbestekken is tegenwoordig een clausule opgenomen waarin vastgelegd is dat bij de aanleg van riolering eventuele verstoring aan drains herstelt dient te worden. Zoals bij de behandeling van aanpassingsdrainage reeds naar voren is gebracht lijkt het herstel van de le drainage weinig zin te hebben als naderhand toch nog aanvullende drainage wordt toegepast Onderhoud De grootste handicap bij onderhoudswerkzaamheden was het niet terug kunnen vinden van inspectieputten en doorsteekpunten. Bij terreinafwerking, aanleg van parkeerplaatsen en tuinvergrotingen wordt met drainage namelijk weinig rekening gehouden. Dit geldt vooral voor particulier terrein gezien de onwetendheid van de betreffende eigenaar. Ook bij grachtafwerking geschiedt het herstel vaak onvolledig zodat doorspuiten slecht of niet mogelijk is. Tot nu toe had en heeft dit echter wel tot gevolg gehad dat er een grote achterstand op het onderhoudsschema is (10-30%). En juist gezien het feit dat vervuiling door ijzerafzetting plaatselijk zeer snel verloop is achterstallig onderhoud funest voor een goede ontwatering. Een nu toegepaste methode voor het localiseren van doorspuitinrichtingen is detectie-apparatuur (+ markers). Met behulp van markers kunnen doorspuitinrichtingen naderhand teruggevonden worden. In 1980 is deze detectie-apparatuur het eerst ter sprake gekomen en naar aanleiding van een proef is er een complete set (detector + markers) aangeschaft om de waarde hiervan in de praktijk te toetsen. Onderzoeksgegevens met betrekking tot praktijkervaring met de detector zijn nog niet officieel bekend; het lijkt echter nuttig van deze methode gebruik te blijven maken. Onderzoek naar de resultaten van de toepasbaarheid lijkt echter gewenst. Ten aanzien van doorspuitmachines is er de laatste jaren een snelle ontwikkeling doorgemaakt die er toe heeft geleid dat men nu vrij eenvoudig en snel doorspuitwerkzaamheden kan verrichten en dat er steeds grotere drainlengtes mogelijk worden (max. doorspuitlengte is nu ca. 300 m). Een vereiste, ondanks alle nieuwe ontwikkelingen, blijft dat er goed kaartmateriaal aanwezig moet zijn (revisietekeningen1) om snelle localisering van vooral doorsteekpunten mogelijk te maken.

26 INVENTARISATIE VAN DRAINAGE-ADVIEZEN 6.1. Drainage-adviezen Tot 1976 werd samengestelde drainage algeheel toegepast als stedelijke drainage. Dit systeem functioneerde redelijk aangezien verstoringen beperkt bleven (variatie in bebouwing was toen niet zo groot) en herstel- of aanpassingsdrainage goed mogelijk was gezien de niet te grote diepteligging van het systeem (1,60-1,70 m - m.v.). Echter bij de aanleg van vooral Almere-Stad, stootte men op verschillende problemen die de uiteindelijke werking van het samengestelde drainagesysteem t.o.v. voorgaande projecten ongunstig be'invloedde zoals: - grotere grachtafstanden; - grotere aanlegdieptes (door diepere ligging van riolering); - grotere variatie in bebouwing hetgeen het aantal drain-storingen doet toenemen. Voor Almere-Stad werd dan ook in 1976 besloten om kruislingse drainage toe te passen gezien de te verwachten, grotere, afvoermogelijkheden. Uit onderzoek (Almere-Haven) bleek dat bij een aanlegdiepte van ca. 2,20 m - m.v. het aantal verstoringen voor een groot deel beperkt konden blijven, hetgeen resulteerde in het volgende advies voor de eerste ophoging van Almere-Stad. Een kruislings drainagesysteem waarvan het bovenste net 2,20 m - m.v. met een sleufopvulling van 10 cm lavaliet en het onderste net 2,30 m - m.v. met eveneens 10 cm lavaliet aanvulling. Het bovenste net op een afstand van 15 m en het onderste net op een onderlinge afstand van 30 m. Voor de volgende ophogingen van Almere-Stad werd dit advies in iets gewijzigde vorm gegeven namelijk: het onderste net 5 cm dieper (2,35 m - m.v.) en vergroting van de lavaliet-aanvulling tot 15 cm boven de drains. Na ervaringen met dit systeem kwamen de volgende problemen naar voren: - herstelwerkzaamheden bleken op deze diepte slecht uitgevoerd te kunnen worden; - er was veel grondverzet nodig ten behoeve van afwateringssloten (diepe sloten); - er trad soms infiltratie op door de diepe ligging van het drainagesysteem. Dit leidde in 1979 voor de 2e fase van Almere-Stad tot een nieuw advies: kruislingse drainage met drainafstanden van 30 m en een diepte voor het bovenste net van 1,60 m - m.v. en voor het onderste net 1,80 m - m.v. Reeds tijdens de aanleg van Lelystad en Almere-Haven trad plaatselijk wateroverlast op,hetgeen, indien het bebouwing betrof, door ringdrainage werd opgelost. Tijdens de aanleg van Almere-Stad bleek aanpassingsdrainage noodzakelijk te zijn hetgeen resulteerde in een advies waarin werd voorgesteld om voor alle wegen (uitgezonderd buurtwegen) cunetdrainage toe te passen en rondom alle woningen ringdrainage aan te leggen (vanaf 1979). In 1980 werd naar aanleiding van de ervaringen opgedaan bij de voorgaande projecten het in Almere-Haven toegepaste drainagesysteem weer voorgesteld nl: samengestelde drainage, echter nu op 1,60 m - maaiveld met ringdrainage als aanvullende drainage. Tot heden ligt dit voorstel nog steeds op tafel. De discussies aangaande het in de toekomst toe te passen systeem (voor Almere-Buiten en eventueel Almere-Pampus zijn nog steeds niet verstomd.

27 -30- SAMENVATTING Van het geologisch profiel voorkomend in de Flevopolders is de bovenste laag (jonge zeeklei) het belangrijkste ten aanzien van drainageberekeningen. Doordat deze laag vrijwel geheel ongerijpt is vlak na de drooglegging en onder zandopspuitingen van stedelijke gebieden slechts zeer langzaam rijpt wordt deze laag als ondoorlatend beschouwd. De doorlatendheid van de, opgespoten zandlaag in het stedelijke gebied (slechts weinig stedelijke gebieden in de Flevopolders zijn niet opgespoten t.b.v. bebouwing) wordt nu maatgevend voor drainageberekeningen. Te zamen met de gegevens van neerslagoverschotten (verzameld over een twintigtal jaren), het waterbergend vermogen van de te draineren laag en criteria omtrent (goede) ontwatering zijn er ontwateringsnormen opgesteld die voor het stedelijk gebied als volgt luiden; een grondwaterstand van 0,70 m - maaiveld en een drainafvoer van 5 mm/etm. Met deze ontwerpcriteria kan men met behulp van formules, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen horizontale en verticale drainage, de dimensionering van een drainagesysteem bepalen. Bij de keuze van een drainagesysteem voor het stedelijk gebied spelen vele overwegingen een rol waardoor een bepaald drainagesysteem niet zonder meer de voorkeur heeft. We kennen de volgende systemen (kort toegelicht t.a.v. hun toepasbaarheid in stedelijke gebieden): 1. Horizontale drainage: 1.1. Gebiedsdrainage 1.2. Aanvullende drainage Enkelvoudige drainage; niet geschikt gezien de beperkte afvoermogelijkheden Samengestelde drainage; Toepasbaar. Afhankelijk van bepaalde factoren niet altijd even geschikt. Voorkeur boven enkelvoudige drainage Kruislingse drainage; fheoretisch voorkeur boven samengestelde drainage, praktijkervaringen vallen echter enigszins tegen Ringdrainage; Als aanvullende drainage zeer geschikt, echter vrij duur. Cunetdrainage; Ten behoeve van wegen toegepast en voldoet goed 1.3. Aanpassingsdrainage: Toepassing afhankelijk van wel of geen aanvullende drainage en bij (ernstige) wateroverlast voor bouwactiviteiten. 2. Verticale drainage Gezien de vele specifieke toepassingsvoorwaarden niet altijd mogelijk en in de Flevopolder zelden toegepast. 3. Horizontale en verticale drainage gecombineerd: Hiervoor geldt hetzelfde als genoemd onder verticale drainage. Is t.o.v. verticale drainage goedkoper en biedt nog enige onderhoudsrnogelijkheden.

28 -31- Bij de aanleg van drainage zijn er twee factoren die vertragend of kwaliteitsbeinvloedend werken: - wateroverlast; - obstakels in de vorm van leidingen, kabels e.d. Dit laatste vooral met betrekking tot aanpassings- en aanvullende drainage. Ten aanzien van kruislings draineren is de nauwkeurigheid van aanleg een belangrijke factor aangezien deze de uiteindelijke drainerende werking bepaald (in belangrijkere mate ten opzichte van b.v. samengestelde drainage). Ondanks vele maatregelen ter voorkoming van verstoringen door heipalen, rioleringsbuizen, nutsleidingen, bouwputten en afwerkingswerkzaamheden blijft deze kwaliteitsbeinvloedende factor een probleem. Bij het herstel van verstoringen is gebleken dat op een diepte groter dan 1,80 m - maaiveld moeilijkheden optreden ten aanzien van veiligheid en kwaliteit van het herstelde gedeelte. Ondiepere ligging is echter niet altijd mogelijk vanwege leidingen e.d. Aanpassings- en/of aanvullende drainage is een oplossing maar wordt als relatief duur ervaren. Bij onderhoudswerkzaamheden bleek in het verleden vooral het localiseren van doorsteekpunten en inspectieputten een probleem te zijn; door de aanschaf van markers en detectie-apparatuur is dit nu verbeterd. Goed kaartmateriaal blijft echter belangrijk (revisietekeningen). In de loop van de jaren zijn de drainage-adviezen regelmatig aangepast aan gewijzigde inzichten van samengestelde naar kruislingse drainage, verschillende diepteliggingen etc. Een algemeen advies geldend onder alle omstandigheden zal dan ook moeilijk blijven.

29 -32- LITERATUURLIJST 1. Evaluatie drainage in stedelijke gebieden in de Flevopolders door Werkgroep Evaluatie Drainagesystemen: A.H. Beemster, H. Brouwers, A.J. Hebbink, L.K. Pennings, H. de Roo, E. Schultz en B.R. Voortman. Werkdocument januari Abw (moet nog verschijnen). 2. Het bepalen van draindiameters bij het ontwerp van een drainagesysteem door G.A. Ven. R.IJ.P.-rapport Abw. 3. Kruislings draineren door A. Overwater. Werkdocument november Abw. 4. Drainage van stedelijke gebieden en recreatieve gebieden in de IJsselmeerpolders door H. de Roo. R.IJ.P.-rapport Abw. 5. De ontwatering van bouwterreinen in Lelystad, Almere-Haven en Almere-Stad gedurende het winterseizoen R.IJ.P.- rapport Abw. 6. Onderzoek aan drainage omhullings- en afdekkingsmaterialen van 1972 t/m 1977 door J. Scholten. R.IJ.P.-rapport Abw. 7. De ontwatering van de stedelijke- en recreatieve gebieden in de Flevopolders in de winter door H. Brouwers en H. Leehuis. R.IJ.P.-rapport Abw. 8. Drainage in stedelijke gebieden door H. de Roo en E. Schultz. Cultuurtechnisch Tijdschrift, jaargang 16 nr. 6. April/mei Functies van mogelijkheden van drainage in stedelijke gebieden in de IJsselmeerpolders door H. Leehuis, H. de Roo en E. Schultz. Werkdocument december Bbw.

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied uit: Riet Moens / Bouwrijp maken http://team.bk.tudelft.nl/publications/2003/earth.htm Uit: Standaardgidsen (1999) 1.7.3 Uitwerking voor stedelijke functies De

Nadere informatie

BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM

BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR HET PARKHUIS TE DUBBELDAM Stichting voor Bodemkartering St aringgebouw Wageningen Tel. O857O - 6573 Rapport nr. 900 BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM door

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

van A. van der Scheer en E. van der Veen datum: juni 1985 Te verwachten zetting bij ophoging van gedeelten van de Binnenschelde nabij Bergen op Zoom

van A. van der Scheer en E. van der Veen datum: juni 1985 Te verwachten zetting bij ophoging van gedeelten van de Binnenschelde nabij Bergen op Zoom -..-.. -- - -. =?at +< J'N pttn RIdKSolt-';,ri:~l \/UC>R 08 Srnedinghuls. Leiystad van A. van der Scheer en E. van der Veen datum: juni 1985 Te verwachten zetting bij ophoging van gedeelten van de Binnenschelde

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Drainage voorkomt grondwateroverlast. Ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin

Drainage voorkomt grondwateroverlast. Ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin Drainage voorkomt grondwateroverlast Ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin Inleiding Als gevolg van een hoge grondwaterstand kan grondwater overlast veroorzaken in huis

Nadere informatie

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Inleiding Dit document is opgesteld als vervolg en update van de analyse van de waterhuishouding, opgesteld in januari 2008. Toen is geconstateerd dat de

Nadere informatie

Ter plaatse van de instabiliteiten treedt op sommige plaatsen water uit het talud

Ter plaatse van de instabiliteiten treedt op sommige plaatsen water uit het talud ., Project Havens Terneuzen Overleg stabiliteitsprobleem Datum:. Tijd: Deelnemers: Archiefnummer: Opsteller verslag 22-03-2006 10.00 Ruud Bosters (DWW), Wilbur van Beijnen (PBZ), Harrie van Gils (PBZ),

Nadere informatie

Stromingsbeeld Rotterdam

Stromingsbeeld Rotterdam Rotterdam centraal en Provenierswijk Bert de Doelder 17-4-2014 Stromingsbeeld Rotterdam Z Maas Freatische grondwaterstand N diepe polders NAP 6,2 m holocene deklaag NAP -5 m 1e watervoerend pakket 1e

Nadere informatie

1 Inleiding en projectinformatie

1 Inleiding en projectinformatie Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan

Nadere informatie

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017 Notitie Stadsontwikkeling Ingenieursbureau Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling Datum : 9 maart 2017 Betreft : Binnentuinen Ageniesebuurt Bezoekadres: De

Nadere informatie

Voorontwerp infiltratievoorzieningen en RWA- leidingen

Voorontwerp infiltratievoorzieningen en RWA- leidingen MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Woningstichting Barneveld : Wolter Tijssen : Wouter Woortman : B4699-03-004 : Watertoets : Voorontwerp waterhuishouding Ons kenmerk : WA-LW20090339 Datum :

Nadere informatie

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt Notitie Aan: Waternet Van: Ben van der Wal, Geert Kerkvliet Datum: 28 mei 2015 Kopie: Gemeente Amsterdam Ons kenmerk: INFRABD3912N004F02 Classificatie: Project gerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure

Nadere informatie

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5 MEMO Aan : bewoners Plakstraat - Raadhuisstraat - Julianastraat - Kerkstraat Van : Cristian Timmermans projectleider gemeente Stein Jean-Philippe Janssens Ducot Engineering & Advies Datum : 24 juni 2015

Nadere informatie

E richard.wilbrink@mwhglobal.com Van. Advies toekomstige hemelwaterberging en afvoer

E richard.wilbrink@mwhglobal.com Van. Advies toekomstige hemelwaterberging en afvoer Aan Gemeente Maassluis Behandeld door Richard Wilbrink T.a.v. De heer E. Zeeman E richard.wilbrink@mwhglobal.com Van Richard Wilbrink MSc. T 015-7511854 Betreft Voorbereidende onderzoeken winkelcentrum

Nadere informatie

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden Opdrachtnummer : 1220128 Opdrachtgever : Wooncorporatie ProWonen Postbus 18 7270 AA BORCULO Coördinaten: X = 218.040 Y = 457.210 Datum : 14 december

Nadere informatie

Rioolnotitie Bouw en woonrijpmaken Woningbouwlocatie Brinkersweide te Rhenen

Rioolnotitie Bouw en woonrijpmaken Woningbouwlocatie Brinkersweide te Rhenen Rioolnotitie Rioolnotitie Kenmerk : RL14IV673 Datum : 10 augustus 2015 Versie : Definitief Auteur : A. van der Stelt Controle : F. Hazen 2 Rioolnotitie Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 1. Uitgangspunten...

Nadere informatie

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den

Nadere informatie

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond Grondwater bestaat uit regenwater en oppervlaktewater dat in de bodem is weg gezakt en kwelwater dat onder druk uit lager

Nadere informatie

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons

Nadere informatie

ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE?

ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE? W E R K D O C U M E N T ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE? door ir. M.A. Viergever 1980-138 Ado april 9340 M ' T N T S T E R I E V A N V E R K E E R E N W A T E R S T A A T S D I E N S T V O O R D E I J

Nadere informatie

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving Anne Mollema IGWR Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving Inhoud Water in de stad, hoe zit dat in elkaar Wie is waarvoor verantwoordelijk Wanneer is er een probleem Grondwaterstanden gemeten Wat kunt

Nadere informatie

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven Project : Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven Projectnummer : NC8110503 Versie : definitief Datum : 15 juli 2008 Aanleiding Het terrein van de Tivolikerk en het naastgelegen Zusterhuis aan de Heezerweg

Nadere informatie

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1. Notitie Datum: 17 juni 2015 Betreft: Afkoppelen nieuwbouw Handelstraat, Apeldoorn Kenmerk: BP30, NOT20150617 Bestemd voor: Bun Projectontwikkeling BV Ter attentie van: de heer J. Spriensma Opgesteld door:

Nadere informatie

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand

Nadere informatie

Het aanleggen van een moeras in het Markermeer

Het aanleggen van een moeras in het Markermeer Het aanleggen van een moeras in het Markermeer Wat hebben we geleerd Petra Dankers 04 april 2014/ update 6 augustus 2014 2 Aanleg - randen Kenmerken Randen opgebouwd uit Geocontainers (7 breed, 1,50 hoog)

Nadere informatie

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte.

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. NATUURBEHEER & LANDBOUW www.hydrorock.com Natuurbeheer en watermanagement Droogte, hittegolven, hevige regenval en overstromingen. Ze komen

Nadere informatie

Mogelijkheden en beperkingen van (Samengestelde) Peilgestuurde Drainage voor sturing grondwaterstanden en zoetwatervoorraad.

Mogelijkheden en beperkingen van (Samengestelde) Peilgestuurde Drainage voor sturing grondwaterstanden en zoetwatervoorraad. Mogelijkheden en beperkingen van (Samengestelde) Peilgestuurde Drainage voor sturing grondwaterstanden en zoetwatervoorraad Jan van Bakel 13-5-2015 Peilgestuurde drainage 1 Inhoud Inleiding Wat is PGD?

Nadere informatie

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M.

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M. Landgoed De Hattert Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas Datum : 1 oktober 2010 Auteur Opdrachtgever : Ir. L.J.A.M. van Nierop : P. van Kempen VOORWOORD In opdracht van de heer

Nadere informatie

Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk bouwplan

Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk bouwplan Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk 2 Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk De Handreiking Ontgravingen in een

Nadere informatie

Ui tgraven wel 1 en bij Andel st S

Ui tgraven wel 1 en bij Andel st S Ui tgraven wel 1 en bij Andel st S-80.053 J.A. Bei jersbergen Juli 1980 Inhoud 1. Inleiding 2. Verkenni ng 3. Het uitgraven 4. Het opvullen - Blz. 1 1 1 3 Bij 1 agen 1. Situatieschets 2. Dwarsprof i el

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen Open en gesloten WKO systemen Open systemen Een kenmerk van open systemen is dat er grondwater onttrokken en geïnfiltreerd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen doubletsystemen, monobronsystemen

Nadere informatie

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd. partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen Opdrachtnummer: Versie: Uw referentie: Projectnr.: GA-120338-2 V01 Definitief HL091704901 79A Datum rapport: 17 december 2012

Nadere informatie

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen WATERTOETSDOCUMENT Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 20 mei 2010 ingediende digitale formulier. Op 6

Nadere informatie

Grondwater en grondwateroverlast

Grondwater en grondwateroverlast Grondwater en grondwateroverlast Wat is grondwater? Regenwater dat op de straat en het trottoir valt, stroomt vaak weg via de riolering en het oppervlaktewater. Het oppervlaktewater is het water wat u

Nadere informatie

Bouwrijp maken van terreinen. Copyright SBR, Rotterdam

Bouwrijp maken van terreinen. Copyright SBR, Rotterdam Bouwrijp maken van terreinen Bouwrijp maken van terreinen prof. ir. W. A. Segeren ir. H. Hengeveld 99 Stichting Bouwresearch Kluwer Technische Boeken B.V. - Deventer - Antwerpen Ten Hagen B.V. - Den Haag

Nadere informatie

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd) MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015

Nadere informatie

Bodem en Water, de basis

Bodem en Water, de basis Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer

Nadere informatie

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer.

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. INVENTARIS GRONDVERSCHUIVINGEN Steekkaart Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. De gegevens in dit rapport en in de steekkaarten worden enkel meegedeeld

Nadere informatie

BlueTube IT-buizen Drainbuizen INFILTRATIE

BlueTube IT-buizen Drainbuizen INFILTRATIE BlueTube IT-buizen Drainbuizen INFILTRATIE waarom infiltreren Klimaatverandering Hevige regenbuien komen vandaag de dag steeds vaker voor in ons land. Dit heeft onder andere tot gevolg dat veel straten

Nadere informatie

Kenmerk Contactpersoon Plaats en datum Ing. B. Mengers Doetinchem, Tel

Kenmerk Contactpersoon Plaats en datum Ing. B. Mengers Doetinchem, Tel ECOPART BV ZEPHIRLAAN 5 7004 GP DOETINCHEM TELEFOON 03 14-36 81 00 FAX 03 14 36 57 43 E-MAIL INFO@ECOPART-BV.NL INTERNET WWW.ECOPART_BV.NL BTW NR. NL 81 01 466 29 B01 HANDELSREGISTER 100 35 993 RABOBANK

Nadere informatie

Infiltratievoorziening Stadshagen

Infiltratievoorziening Stadshagen betrokken Gemeente Zwolle Afd. Civiel en Groen Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus 10007 8000 GA Zwolle M.Heideveld@zwolle.nl www.zwolle.nl Infiltratievoorziening Stadshagen Programma van eisen Versie Stadshagen

Nadere informatie

Bouwen op goede gronden.

Bouwen op goede gronden. Bouwen op e gronden. In ons land moet helaas in toenemende mate gebouwd worden op gronden die daarvoor minder geschikt zijn. Een juiste situering van de woongebieden is echter van groot belang om de technische

Nadere informatie

Kansrijke maatregelen

Kansrijke maatregelen Kansrijke maatregelen Fase 1: Landbouw op Peil 5 juli 2011 Everhard van Essen Aequator Groen & Ruimte bv Ingrijpen in: Optimalisatie van water in landbouwgebieden: 1. Afwatering (slootprofiel, verhang,

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel De heer M.C.M. Sieben is voornemens een nieuwe rundveestal op te richten op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Nederweert, sectie

Nadere informatie

DE BODEMGESTELDHEID EN DE VERBETERINGS MOGELIJKHEDEN VAN EEN SPORTVEID TE HORST

DE BODEMGESTELDHEID EN DE VERBETERINGS MOGELIJKHEDEN VAN EEN SPORTVEID TE HORST Stichting voor Bodemkartering Staringgebouw Wageningen Tel. 08370-6333 Rapport nr. 867 DE BODEMGESTELDHEID EN DE VERBETERINGS MOGELIJKHEDEN VAN EEN SPORTVEID TE HORST door J.M.J. Dekkers en B.H. Steeghs

Nadere informatie

DSI regenwater infiltratie.

DSI regenwater infiltratie. DSI regenwater infiltratie. De adequate oplossing van een actueel probleem. Klimaatverandering. Het klimaat verandert. Met als gevolg een toename van de duur en frequentie van wateroverlast, verkeersonveiligheid

Nadere informatie

Haalbaarheidsstudie aanleg drainage Prinsessenwijk en Oranjepark

Haalbaarheidsstudie aanleg drainage Prinsessenwijk en Oranjepark Haalbaarheidsstudie aanleg drainage Prinsessenwijk en Oranjepark Analyse proefsleuven t.b.v. aanleg drainage 10 november 2010 Inhoud Blz. 1 Inleiding 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Doel 2 2 Analyse proefsleuven

Nadere informatie

Informatieavond Bouwkavels Molenbeek

Informatieavond Bouwkavels Molenbeek Informatieavond Bouwkavels Molenbeek Informatieavond Bouwkavels Molenbeek Programma informa+eavond 1. Welkom en uitleg van het proces na de ondertekening van de reserveringsovereenkomst door Ariën Schaap

Nadere informatie

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie) Memo Aan Startpunt Wonen Van Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie) Betreft Herontwikkeling Viteliaterrein te Neer Onderdeel: Watertoets Projectnummer: LEU139-0002 Datum 23-06-2016

Nadere informatie

Workshop maatregelen

Workshop maatregelen Workshop maatregelen a) Opzet workshop b) Voorbeeld als introductie (15 min) c) Gesprek over 3 vragen in 3 groepen (30 min) d) Korte terugkoppeling groepen (3x(2+1)) e) Afsluiting Wateroverlast na mitigerende

Nadere informatie

Adviesmemo archeologie zonnepark Grondbank Zuidplas

Adviesmemo archeologie zonnepark Grondbank Zuidplas ONDERWERP Advies memo archeologie aanleg zonnepark locatie Grondbank Zuidplas DATUM 10-8-2016 PROJECTNUMMER C05058.000205.0120 ONZE REFERENTIE VAN Ineke de Jongh AAN gemeente Zuidplas KOPIE AAN Frank Gierman

Nadere informatie

HEMELWATERAFVOER ZUIDELIJK VELD FASE 2 TE AMSTERDAM

HEMELWATERAFVOER ZUIDELIJK VELD FASE 2 TE AMSTERDAM FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Adviesgroep Stedelijke Hydrologie en Waterbeheer RAPPORT betreffende HEMELWATERAFVOER ZUIDELIJK VELD FASE 2 TE AMSTERDAM Opdrachtnummer: 1109-0024-001 Opdrachtgever : DeltaForte

Nadere informatie

Hoorn. Afdeling Stadsbeheer. Overleg Leefbaarheid Grote Waal (OLGW) T.a.v. de werkgroep Drainage Grote Beer 3 1622 ES Hoorn 09.

Hoorn. Afdeling Stadsbeheer. Overleg Leefbaarheid Grote Waal (OLGW) T.a.v. de werkgroep Drainage Grote Beer 3 1622 ES Hoorn 09. Hoorn Afdeling Stadsbeheer Ivan 2 Overleg Leefbaarheid Grote Waal (OLGW) T.a.v. de werkgroep Drainage Grote Beer 3 1622 ES Hoorn Bureau Ingenieursbureau Contactpersoon: J.B.P.P. van Kampen Telefoonnr.

Nadere informatie

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen Workshop 1.4 Kennisconferentie Deltaprogramma Jan van den Akker Alterra / Wageningen UR janjh.vandenakker@wur.nl Bodemdaling Component

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Aangepaste leggerwijziging Tradeportsloot DATUM 14-4-2016 PROJECTNUMMER C01031.000363.0900 ONZE REFERENTIE 078903199 A VAN Joost Veltmaat AAN Waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Klaver 6a

Nadere informatie

drainage en grondwater ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin

drainage en grondwater ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin drainage en grondwater ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin drainage voorkomt grondwateroverlast Als gevolg van een hoge grondwaterstand kan grondwater overlast veroorzaken

Nadere informatie

Informatiedocument Huurlingsedam Fase 2A te Wijchen. Vrije kavels (49, 54 en 68)

Informatiedocument Huurlingsedam Fase 2A te Wijchen. Vrije kavels (49, 54 en 68) Informatiedocument Huurlingsedam Fase 2A te Wijchen Vrije kavels (49, 54 en 68) Bouwpercelen Huurlingsedam Fase 2A In dit informatiedocument worden de randvoorwaarden benoemd voor verdere planuitwerking

Nadere informatie

RAW0717-00184 Gemeente Ridderkerk Bruggen Van Peltterrein te Ridderkerk BESTEK A/25/2009 - Definitief

RAW0717-00184 Gemeente Ridderkerk Bruggen Van Peltterrein te Ridderkerk BESTEK A/25/2009 - Definitief Bladnr. 14 CATALOGUS verwerkingsinrichting 1152 Verhardingen 115210 307312 Opbreken betonstraatstenen. m2 250,00 N Betreft (op te hogen) verharding van de rijbaan t.h.v. de tijdelijke dam en de brug 3

Nadere informatie

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton Funderingsherstel bij woningen en andere gebouwen is niet

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

Opzet technische omschrijving Kievitsland Basispakket

Opzet technische omschrijving Kievitsland Basispakket Opzet technische omschrijving Kievitsland Basispakket 22-12-201 1 Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 3 Technische omschrijving... 3 Fase 1, Voorbereidende werkzaamheden... 3 Oriëntatie kabels en leidingen...

Nadere informatie

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld Notitie Contactpersoon Inkie Goijer Datum 1 augustus 2008 Kenmerk N002-4579913IGO-evp-V03-NL 1.1 Inleiding De watertoets De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst op de mate waarin

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

Constructie vissteigers en visstoepen

Constructie vissteigers en visstoepen Constructie vissteigers en visstoepen Wanneer de materiaalkeuze, de vorm en grootte van de vissteiger of visstoep zijn bepaald, kan de constructie ervan worden uitgewerkt. Het aanleggen van deze voorzieningen

Nadere informatie

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342. Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342. Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342 Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen 1 Inleiding De gemeente Wijk bij Duurstede is gestart met de ontwikkeling van een woningbouwprogramma

Nadere informatie

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Waterparagraaf Heistraat Zoom Waterparagraaf Heistraat Zoom In Zeelst aan de Heistraat is een ontwikkeling gepland. Voor deze ontwikkeling dient een omgevingsvergunning te worden opgesteld waarvan deze waterparagraaf onderdeel uit

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Steller Versie Drs. A.A. Kerkhoven Definitief-2 Projectcode 12110029 Datum 04-02-2013 Opdrachtgever Uitvoerder

Nadere informatie

Nieuwe riolering in uw straat

Nieuwe riolering in uw straat R Nieuwe riolering in uw straat Vervangen riolering Binnenkort wordt de riolering in uw straat vervangen. Wat doet de gemeente en waarvoor bent u verantwoordelijk? We hopen in ieder geval dat u zo min

Nadere informatie

Module B2300. Inhoud. 1 Inleiding Verantwoording Wat is veranderd? Opstellers en begeleidingscommissie 4 1.

Module B2300. Inhoud. 1 Inleiding Verantwoording Wat is veranderd? Opstellers en begeleidingscommissie 4 1. Module B2300 Functioneel ontwerp: grondwater(overlast) maatregelen Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Verantwoording 3 1.2 Wat is veranderd? 4 1.3 Opstellers en begeleidingscommissie 4 1.4 Leeswijzer 4 2 Functioneren

Nadere informatie

Kernteam overleg. Jouke Velstra en Sieger Burger A PRIL 2016

Kernteam overleg. Jouke Velstra en Sieger Burger A PRIL 2016 Kernteam overleg Jouke Velstra en Sieger Burger A PRIL 2016 1 Hoe zat het ook al weer met de neerslaglens Duinen Een grondwaterstand van 1m boven drainageniveau resulteert in 42m zoete bel eronder. Perceel

Nadere informatie

Handleiding en garantie voorwaarden Toepassing en plaatsingsinstructies voor de hydrorock blokken.

Handleiding en garantie voorwaarden Toepassing en plaatsingsinstructies voor de hydrorock blokken. Handleiding en garantie voorwaarden Toepassing en plaatsingsinstructies voor de hydrorock blokken. Hydrorock wordt toegepast in bebouwde en onbebouwde gebieden, naast of onder verhardingen, rondom gebouwen

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING NOTA no 316, d.d. 5 oktober 1965

INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING NOTA no 316, d.d. 5 oktober 1965 NN31545.0316 INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING NOTA no 316, d.d. 5 oktober 1965 Resultaten van het onderzoek naar de invloed op de intreeweer stand van verschillende omhulling smate rial

Nadere informatie

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Funderingsherstel bij woningen en andere gebouwen is niet zelden zeer ingrijpend. In de regel moet de complete bestaande vloer worden verwijderd

Nadere informatie

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011 Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden Juni 2011 Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de negentiende eeuw,

Nadere informatie

1 Kwel en geohydrologie

1 Kwel en geohydrologie 1 Kwel en geohydrologie 1.1 Inleiding Grondwater in de omgeving van de grote rivieren in Nederland wordt door verschillen in het peil sterk beïnvloed. Over het algemeen zal het rivierpeil onder het grondwatervlak

Nadere informatie

Documentnummer AMMD

Documentnummer AMMD MEMO Kopie aan V. Friedrich-Drouville Van H. Meuwese Onderwerp impact aanleg Oeverdijk en peilbeheer Tussenwater op grondwaterstand dijk en achterland Datum 20 december 2016 Inleiding In dit memo is de

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord Situatie Bargermeer noord Het industrieterrein Bargermeer noord ligt centraal in de stad Emmen. Het is een grootschalig bedrijventerrein met ruimte

Nadere informatie

5 Graven van oppervlaktewater 5.1 Inleiding

5 Graven van oppervlaktewater 5.1 Inleiding 5 Graven van oppervlaktewater 5.1 Inleiding Onder graven van oppervlaktewater verstaat Rijnland alle activiteiten waardoor de hoeveelheid water toemt. Voorbeelden van het graven van water zijn: verbreden

Nadere informatie

IN CENTRUMGEBIED ALMERE-STAD. door. ing. W. van Dijk ing. J. de Man. 1978-35 Ado januari

IN CENTRUMGEBIED ALMERE-STAD. door. ing. W. van Dijk ing. J. de Man. 1978-35 Ado januari W E R K D O C U M E N T IN CENTRUMGEBIED ALMERE-STAD door ing. W. van Dijk ing. J. de Man 1978-35 Ado januari ' L a 4 D I e N s i v o o n oe 1 J s s e L n e E R P o r. o E R s S M E D I N G H U I S L E

Nadere informatie

Van Hogendorpplein te Goirle

Van Hogendorpplein te Goirle VAN WANROOIJ - VAN SCHIJNDEL Van Hogendorpplein te Goirle Waterhuishouding hemelwater Projectnummer: 0551 17 maart 2009 Colofon Opdrachtgever: Project: Van Wanrooij - Van Schijndel Van Hogendorpplein te

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

In de onderstaande tabel zijn de scenario s voor de Bypassdijken noord opgesomd. scenario omschrijving kans van voorkomen

In de onderstaande tabel zijn de scenario s voor de Bypassdijken noord opgesomd. scenario omschrijving kans van voorkomen A. Bypassdijken noord Stap 1 bestaat volgens het stappenplan [lit. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.] uit het opstellen van de basisschematisatie en het ontwerp. Voor de noordelijke bypassdijk is gekeken

Nadere informatie

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel.

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel. NOTITIE NUMMER : P11-0455 : ONDERWERP : advies waterhuishouding : DATUM : 17 december 2012 PLAATS : ELST OPGESTELD DOOR : H.W. Boom 1 Algemeen In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken

Nadere informatie

Memo. Algemeen. drs. D.H. Edelman. Datum 5 maart 2012 Onderwerp Ontwatering Wienercomplex. Van

Memo. Algemeen. drs. D.H. Edelman. Datum 5 maart 2012 Onderwerp Ontwatering Wienercomplex. Van Memo Datum 5 maart 2012 Onderwerp Ontwatering Wienercomplex Van drs. D.H. Edelman Telefoon +31 (0)73 658 22 72 Fax +31 (0)73 658 22 99 E-mail dedelman@breijn.nl Bijlage(n) 1 Aan Dhr. M. van Vemden, Waternet

Nadere informatie

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig. Waterparagraaf Algemeen Huidige situatie De Ir. Molsweg tussen de Pleijweg en de Nieland bestaat uit een enkele rijbaan met twee rijstroken. Via een rotonde sluit de Ir. Molsweg aan op de Nieland. De rijbaan

Nadere informatie

Grondwater onder de Oude en de Nieuwe Delf. Jelle Buma

Grondwater onder de Oude en de Nieuwe Delf. Jelle Buma Grondwater onder de Oude en de Nieuwe Delf Jelle Buma Inhoud - Voorstellen - Grondwatersysteem - Wetgeving - Maatregelen Waterschade Binnenhof (1998) Oorzaak: te diep gebaggerd Inhoud - Voorstellen - Grondwatersysteem

Nadere informatie

tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015

tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015 tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015 Voorstellen multifunctionele landbouw functieverandering landschappelijke inpassing gebiedsontwikkeling

Nadere informatie

Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN. Van : ing. G. Spruijt Paraaf :

Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN. Van : ing. G. Spruijt Paraaf : Memo Datum : 31 oktober 2012 Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN Van : ing. G. Spruijt Paraaf : Projectnummer : 20120560-00 Betreft : Invulling

Nadere informatie

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Gemeente Goirle projectnr. 219713 revisie 3.0 12 juli 2010 Opdrachtgever Gemeente Goirle Afdeling Realisatie en beheer Postbus 17 5050 AA Goirle datum vrijgave

Nadere informatie

Funderingsherstelmethoden. Datum 1 juli 2006 Wijziging A. Aangevuld 16 april 2007

Funderingsherstelmethoden. Datum 1 juli 2006 Wijziging A. Aangevuld 16 april 2007 Funderingsherstelmethoden Datum 1 juli 2006 Wijziging A. Aangevuld 16 april 2007 1 Inleiding In deze publicatie vindt u een overzicht van mogelijke funderingsherstelmethoden voor een houten fundering of

Nadere informatie

Infiltratieblok DA88 met inspectie mogelijkheid. Infiltratiekratten

Infiltratieblok DA88 met inspectie mogelijkheid. Infiltratiekratten Infiltratieblok DA88 met inspectie mogelijkheid Infiltratiekratten Eigentijds infiltreren De laatste decennia is er een aanzienlijke toename aan bebouwde oppervlakte (bebouwing en bestrating). Hierdoor

Nadere informatie

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement. Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement. OVERHEID & PUBLIEKE DIENSTEN www.hydrorock.com Overheden en watermanagement Watermanagement in stedelijke gebieden is zeer actueel. Klimaatverandering

Nadere informatie