Bodemchemisch onderzoek perceel Q1668 in het Annabos te Uden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bodemchemisch onderzoek perceel Q1668 in het Annabos te Uden"

Transcriptie

1 ONDERZOEKCENTRUM 9 Bodemchemisch onderzoek perceel Q1668 in het Annabos te Uden Adviesmemo :.Xĩ : ÉåšÉi Sfc- jééfc Ipsjļśăp wěmêēm WĚĚĚĒĚk üüi..- Ar ' mm 'm t 1 íl wêěěěk ^ säk'i.ĩ. V lil BIOGEOCHEMICAL WATER-MANAGEMENT a APPLIED RESEARCH ON ECOSYSTEMS Opdrachtgever: Ketelwald B.V.» Projectnummer: PR » Rapportnummer: RP Auteurs: Bas van de Riet & Fons Smolders» Datum:

2 1. Inleiding In 2015 is door Onderzoekcentrum B-WARE op verschillende percelen in de omgeving van het Annabos te Uden bodemchemisch onderzoek verricht in het kader van de omvorming van voormalige landbouwgronden naar natuur (Van Mullekom, Smolders & Timmermans, 2015). Voor een nieuw aan te kopen perceel in dit gebied, heeft Ketelwald B.V. ten behoeve van het opstellen van een inrichtingsplan bodemchemisch onderzoek laten verrichten. Het betreft perceel Q1668 met een totale oppervlakte van circa 1 hectare (zie figuur 1 voor globale ligging). De verwachting is dat als gevolg van het jarenlange landbouwkundige gebruik de toplaag verrijkt is met fosfor. Om deze voedselrijke, soortenarme landbouwgronden om te vormen naar matig voedselrijk tot voedselarme, soortenrijke natte/vochtige schraallanden of hooilanden is P-afvoer uit de toplaag dan vereist. Door middel van dit bodemchemisch vooronderzoek kunnen zowel de natuurpotenties als de mogelijkheden van verschillende verschralingsmethoden (verschralingsbeheer en ontgraven) in kaart worden gebracht. Bij de gebiedsinrichting kunnen hiermee weloverwogen keuzes worden gemaakt. De resultaten van het bodemchemisch onderzoek worden toegelicht in voorliggende memo. 'j ' Hullies Speelboerderij Van der ValkHptel. Uden - Veģtìei Rondweg1 ìasterij de Pier.Restaurant/... Annabos Perceel Q1668 De Pier Recreatie Uden 1 m v oam»rül Even Resort Hotel Uden,K.arperdl k 'B\d a# Moleneind Figuur 1. Overzicht van de ligging van perceel Q1668 in het Annabos nabij Uden. 2

3 2. Werkzaamheden 2.1 Bemonstering Annabos perceel Q1668 Op 10 november 2017 is het perceel Q1668 in het Annabos bemonsterd door Dhr. J. Vermeer van Het Veldwerkbureau. De bemonstering heeft plaatsgevonden op de volgende dieptes: cm-mv 2. Restant bouwvoor cm onder de bouwvoor cm onder de bouwvoor Op verzoek van de opdrachtgever zijn 2 locaties geselecteerd waar bodemmonsters zijn verzameld voor chemische analyse. Tevens is het bodemprofiel (inclusief horizonten) beschreven tot minimaal 120 cm-mv. Hierbij is ook de actuele grondwaterstand en de GLG/GHG, indien waar te nemen in het profiel, genoteerd. In bijlage 1 worden de boorprofielen (inclusief coördinaten) weergegeven. De boorlocaties zijn gekozen in de nabijheid van twee bestaande peilbuizen op het perceel (zie tabel 1 voor de XY-coördinaten en figuur 2 voor de ligging op kaart). Tabel 1. XY-coördinaten van de 2 monsterlocaties, waar de profielbeschrijvingen zijn gemaakt en de bodemmonsters zijn verzameld voor chemische analysen. monsterlocatie beschrijving X Y 8 Nabij peilbuis Nabij peilbuis Q1668 Yftv 100 Meter Figuur 2. Overzicht van de ligging van de boorlocaties 8 en 9 in perceel Q1668. Op dezelfde plek staan ook peilbuis 8 en 9. 3

4 2.2 Analysen De bodemmonsters zijn na het verzamelen in het veld zo snel mogelijk geanalyseerd. Hieronder staan de verschillende analysetechnieken kort beschreven. De parameters die essentieel zijn bij de interpretatie van de dataset en het in kaart brengen van de natuurontwikkelingsmogelijkheden worden kort toegelicht. 1. Drooggewicht en organisch stofgehalte Om het vochtgehalte van het verse bodemmateriaal te bepalen wordt het vochtverlies gemeten door bodemmateriaal per monster af te wegen in aluminium bakjes en gedurende minimaal 48 uur te drogen in een stoof bij 60 T. Het percentage organisch stof in de bodem wordt berekend door het gloeiverlies te bepalen. Hiertoe wordt het bodemmateriaal per monster, na het drogen, gedurende 4 uur verast in een oven bij 550 T. Het gloeiverlies komt in dit type bodems goed overeen met het gehalte aan organisch materiaal in de bodem. 2. Olsen-extractie Bij de Olsen-extractie wordt de hoeveelheid plantenbeschikbaar-p vrijgemaakt door verdringing van fosfor door bicarbonaat. Tevens worden ijzer- en aluminiumhydroxides gehydroliseerd waardoor geadsorbeerd P vrijkomt. De Olsen-P concentratie is een goede maat voor de concentratie plantenbeschikbaar P. Uit onderzoek op voormalige landbouwgebieden is gebleken dat een Olsen-P concentratie van circa 300 ^mol per liter bodem als een grenswaarde kan worden beschouwd waarboven een (ernstige) verruiging van de vegetatie kan optreden. Dit is een goede streefconcentratie voor de ontwikkeling van natte schraallanden. Op zeer ijzerrijke bodems en kleibodems kan een streefconcentratie van ^mol per liter bodem worden gehanteerd voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld een voedselrijker vochtig hooiland (dotterbloemhooiland). De combinatie van een Olsen-P extractie en een destructie maakt het mogelijk om de (indicatieve) verschralingsduur per bodemlaag uit te rekenen bij maaien en afvoeren (P-afvoer: 10 kg P/ha/jaar) en uitmijnen (P-afvoer: 40 kg P/ha/jaar). Hiermee wordt duidelijk in hoeverre verschralingsbeheer een reële beheeroptie is of dat een (beperkte) ontgronding meer perspectieven biedt. Methodiek: Bij deze extractie wordt aan 3 gram droog bodemmateriaal 100 ml 0,5 M natriumbicarbonaat (NaHCO3) toegevoegd. De ph van het extractiemedium wordt op ph 8,5 gesteld met behulp van NaOH. Gedurende 30 minuten worden de monsters uitgeschud op een schudmachine (100 r.p.m.) waarna het supernatant onder vacuüm wordt verzameld met behulp van teflon poriewaterbemonsteraars. Het extract wordt bij 4 T bewaard tot verdere analyse met de ICP-OES Destructie Met behulp van een destructie worden de totale concentraties in de bodem bepaald. Destructieanalyses zijn van groot belang om de P-voorraad en de potentiële P-nalevering van de bodems te bepalen. Daarnaast wordt ook de calcium-, ijzer- en aluminiumconcentratie van de bodem bepaald. Dit zijn belangrijke fosfaatbinders die de beschikbaarheid voor planten kunnen beperken. De totaal-calcium concentratie in de bodem geeft daarnaast een beeld van de mate van buffering en de totaal-aluminiumconcentratie van de kleiigheid/het lutum (en silt)gehalte van de bodem. Andere parameters die worden gemeten zijn S, Al, Mg en K. Destructieanalyses geven ook inzicht in de verhouding tussen ijzer en zwavel in de bodem (Fe/S ratio). De Fe/S ratio is van belang om in te kunnen schatten hoe goed ijzer nog in staat is om fosfaat te binden na eventuele vernatting van de toplaag. 4

5 Methodiek: Van gedroogde bodemmonsters wordt 0,5 gram met 4 ml salpeterzuur en 1 ml waterstofperoxide in gesloten teflon cups gedestrueerd (ontsloten) in een magnetron. Hierbij wordt stapsgewijs energie toegediend waarbij alle verweerbare bodemdeeltjes oplossen. Vervolgens worden de monsters verdund tot 50 ml. Op de ICP-OES worden vervolgens de concentraties gemeten voor de verschillende elementen (P, Ca, Fe, Mg, Al, S, K). We passen verschillende analysemethoden toe. Hieronder worden deze methoden nader toegelicht. Chemische analyses Elementenanalyse (ICP en auto-analysers) De concentraties calcium (Ca), magnesium (Mg), aluminium (Al), ijzer (Fe), mangaan (Mn), fosfor (P), zwavel (S; als maat voor sulfaat), silicium (Si) en zink (Zn) werden bepaald met behulp van een Inductively Coupled Plasma Spectrofotometer (ICP-OES ARCOS MV, Spectro). De concentraties nitraat (NO3-), ammonium (NH/) en fosfaat (PO43-) werden colorimetrisch bepaald met een Seal auto-analyser III met behulp van resp. salicylaatreagens, hydrazinesulfaat en ammoniummolybdaat/ascorbinezuur. Chloride (Cl-) werd colorimetrisch bepaald met een Bran+Luebbe auto-analyser III systeem met behulp van mercuritiocyanide. Natrium (Na+) en kalium (K+) werden vlamfotometrisch bepaald met een Sherwood Model 420 Flame Photometer. 5

6 3. Resultaten a discussie 3.1 Bodemchemie Op het perceel is sprake van grote verschillen tussen beide monsterlocaties. Op locatie 8 is een zandbodem met een sterk humeuze bouwvoor van circa 40 cm aangetroffen. De actuele grondwaterstand was 60 cm - mv en uit het boorprofiel is een GHG en GLG afgelezen van 30 respectievelijk 130 cm - mv. Op locatie 9 is een veraarde venige/sterk kleiige bodem (60 cm dik) aangetroffen op een zandondergrond. De bouwvoor is maar 20 cm dik en de actuele grondwaterstand 40 cm - mv. De GHG zit dicht aan het oppervlak (10 cm-mv) en de GLG op 110 cm - mv. Uit de chemische analyse blijkt dat de bouwvoor sterk verrijkt is met fosfor (tabel 2). Beide boorlocaties laten duidelijk zien dat fosfor zich heeft opgehoopt in de bovenste 40 cm van de bodem. De P-totaal concentraties in de toplaag (0-20 cm) zijn op beide locaties vergelijkbaar met concentraties van mmol/l verse bodem. De hoeveelheid plantenbeschikbaar fosfor (Olsen P) is echter tweemaal zo hoog op locatie 8 (ruim 2000 pmol/l verse bodem) dan op locatie 9 (ruim 1000 pmol/l verse bodem). Dit verschil wordt veroorzaakt doordat fosfor in de bodem van locatie 9 beter wordt gebonden, waardoor de voor plantenbeschikbare fractie hier lager is. Op locatie 9 is de bovenste 60 cm rijk aan ijzer ( mmol Fe-tot/l verse bodem) en calcium (45-83 mmol Ca-tot/l verse bodem) (tabel 2). Op locatie 8 is deze minder rijk aan ijzer (28-65 mmol Fe-tot /l verse bodem) en calcium (34-58 mmol Ca-tot/l verse bodem). Op beide locaties zal een deel van het aanwezige fosfor worden gebonden aan ijzer en calcium. Omdat op locatie 9 de calcium- en met name de ijzerconcentraties veel hoger zijn dan op locatie 8 is de hoeveelheid fosfor die beschikbaar is voor planten veel lager op locatie 9. Tabel 2: Overzicht van de grondsoort (zie ook bijlage 1) en de bodemchemie per monsterlocatie. bv = bouwvoor, V = vochtpercentage; MV = massa/volumeverhouding van de bodem in kg/l; OS = percentage organische stof (gloeiverlies); Olsen-P = plantenbeschikbaar fosfaat in een bicarbonaatextractie in pmol per liter bodem; -tot = totaalconcentratie in mmol per liter bodem, Ca+Fe/P = totaalica+feļ/totaal-p in mol/mol. Nr loc grondsoort diepte HZT V MV OS Olsen P P-tot Al-tot Ca-tot Fe-tot (Ca+FeyP Mg-tot S-tot 1 zand, sterk humeus, bv 0-20 cm Apx 23 1,09 6, ,00 93,59 57,98 65,18 3,6 16,0 15,5 2 locatie 8 zand, sterk humeus, bv Apx 21 1,14 5, ,79 81,72 45,59 51,64 6,2 12,3 14,6 3 zand, zwak humeus cm Bcx 21 1,23 2, ,49 59,36 28,29 34,38 11,4 8,6 15,9 4 zand, zwak humeus cm Bcx 20 1,29 1, ,46 123,07 15,5 21,67 25,4 13,0 17,9 5 zand C 17 1,33 1, ,99 68,74 9,97 17,04 27,2 10,1 7,9 6 veen, sterk kleiig, bv 0-20 cm Ap 44 0,74 15, ,49 36,72 10,2 11,4 31,2 locatie 9 7 veen, sterk kleiig O 40 0,63 16, ,14 20,02 45,07 7,1 6,4 27,4 8 veen, sterk kleiig cm O 40 0,80 10, ,68 24,04 45,90 18,9 5,1 34,9 9 zand C 22 1,35 1, ,35 68,12 13,8 90,51 77,0 12,0 50,2 Figuur 3 illustreert dat de hoeveelheid plantenbeschikbaar fosfor (Olsen P) niet alleen afhangt van de totale hoeveelheid fosfor (P-tot) (figuur 3, rechts), maar ook wordt beïnvloed door de concentratie calcium en ijzer. Dit komt tot uitdrukking als we de verhouding tussen de totale calcium-tot + ijzer concentratie en de totale concentratie fosfor ((Ca+Fe^P) uitzetten tegen de concentratie Olsen P (figuur 3, links). Fosfor wordt in bodems zeer effectief geïmmobiliseerd door adsorptie aan ijzer(hydr)oxiden en door de vorming van ijzerfosfaat zouten zoals Fe3(PO4)2 (onder anaërobe condities) en FePO4 onder aërobe condities. Voor de P-immobiliserende werking van calcium is de vorming van relatief slecht oplosbare calciumfosfaat complexen verantwoordelijk. Dit calcium gebonden-p is meestal slecht oplosbaar en komt slechts zeer langzaam vrij door verweringsprocessen. 6

7 # E zl \ 0 ė y ^ x0'914 \ «R^0, (Ca + Feļ/P (mol/mol) O 0 P tot {mmol/kg DW) " 0 y = 28,638x 4-249,26 R2 = 0,7312 Figuur 3. Correlatie tussen de totaal (ijzer + calciumj/totaal fosfor ratio en de Olsen-P concentratie van de bodems (links) en correlatie tussen de totaal-p en Olsen-P concentratie (rechts) in bodems verzameld op verschillende diepten op locatie 8 (blauw) en 9 (oranje). Een verklaring voor de lokale verschillen in ijzer en calcium zit mogelijk in verschillen in de toestroom van grondwater. Het Annabos is een zogenoemd wijstgebied waarbinnen de Peelrandbreuk de overgang markeert tussen de Peelhorst en de lager gelegen Centrale Slenk. In de buurt van de breuk stagneert de grondwaterstroom, waardoor deze als kwel wordt opgestuwd naar het oppervlak. Vlak bij de breuk is de opstuwing het sterkst en komen de natste gronden voor. Wat verder van de breuk af wordt het geleidelijk droger omdat daar de opstuwing minder is. De meer ijzer- en calciumrijke locatie 9 ligt het dichtste bij de breuk. In 2015 is op verschillende plekken in het gebied de kwaliteit van het freatisch grondwater gemeten (Van Mullekom, Smolders Ŭ Timmermans, 2015) en daaruit bleek dat in het grondwater een overmaat aan ijzer aanwezig was ten opzichte van fosfor. Wanneer het grondwater uit zou treden in het maaiveld kan door oxidatie van het opgeloste ijzer fosfaatimmobilisatie plaatsvinden. Boorlocatie 9 ligt dicht bij de Peelrandbreuk (30 meter) en is inderdaad natter en laat hogere organisch stofgehalten zien dan locatie 8 (tabel 2). Uit de profielbeschrijving valt op te maken dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) 10 cm - mv is, waaruit we kunnen afleiden dat in een deel van het jaar de fosfaatrijke bouwvoor (0-20 cm) in contact staat met het grondwater. Hoewel bij de bemonstering op perceel Q1668 geen grondwater is geanalyseerd, lijkt het waarschijnlijk dat een deel van het fosfor in de bodem neerslaat met ijzer en/of calcium dat op deze manier wordt aangevoerd. 3.2 Indicatieve berekening van verschralingsduur Per monsterlocatie worden in tabel 2 de belangrijkste abiotische factoren kort toegelicht. Hierin zijn onder andere de fosfaatconcentraties opgenomen (Olsen-P en totaal-p). De grondsoort en de totale ijzer- en calciumconcentraties van de bodem zijn met name relevant met het oog op de potentiële natuurbeheertypen. Op basis van de verhouding tussen de Olsen-P en P-totaal concentratie (beschikbare P-fractie) is een P-totaal streefconcentratie berekend (deze varieert op basis van de P- beschikbaarheid die beïnvloed wordt door o.a. de lemigheid, ijzer- en calciumconcentraties van de bodem). Op basis van het verschil tussen de streefconcentratie en de actuele totaal-p concentratie is in tabel 3 per bemonsterde laag een verschralingsduur berekend bij uitmijnen (P-afvoer: 40 kg/ha/jr). Bij uitmijnen wordt in het beheer actief ingezet op maximale afvoer van fosfor door de productie van het grasland tijdelijk te verhogen/hoog te houden door inzaai met een gras-klaver mengsel of bijmesting met stikstof en/of kalium, in combinatie met frequent maaien en afvoeren. Traditioneel beheer van maaien en afvoeren (P-afvoer: 10 kg/ha/jr) duurt vier keer zo lang (Van Mullekom, Smolders ŭ Timmermans, 2016). 7

8 Tabel 3: Indicatieve verschralingsduur per bemonsterde laag. U300 = indicatieve verschralingsduur per bemonsterde laag (en daarmee afhankelijk van de dikte) door middel van uitmijnen (in jaren) bij een P-afvoer van 40 kg/ha/jaar op basis van een Olsen-P streefconcentratie van 300 pmol/l (Fe«100 mmol/l). U500 en UM800 = idem, echter op basis van een Olsen-P streefconcentratie van 500 pmol/l, respectievelijk 800 pmol/l (Fe > 100 mmol/l). De relevante uitmijnperiode is gearceerd (groen tot rood). ANNABOS, perceel Q1668 diepte uitmijnen maaien & afvoeren Advies Nr loc grondlaag cm - mv UM300 UM500 UM800 MA300 MA500 MA800 Kansrijkdom uitmijnen (UM) toplaag # jaren 1 zand, sterk humeus, bv 0-20 cm zeer kansrijk 2 zand, sterk humeus, bv (zeer) kansrijk zand, zwak humeus cm kansrijk İ1-20 locatie 8 4 zand, zwak humeus cm matig/beperkt geschikt zand ongeschikt I veen, sterk kleiig, bv 0-20 cm ongeschikt II M0 locatie 9 7 veen, sterk kleiig veen, sterk kleiig cm zand Voor de ontwikkeling van P-gelimiteerde schraal- of hooilanden is een forse verlaging van de P- concentraties vereist. In tabel 3 zijn de verschralingsduren, geschikte ontgrondingsdieptes (de donker- en lichtgroen gearceerde bodemlagen in de kolommen UM300 en UM500 zijn relatief P-arm en daarmee geschikt om het nieuwe maaiveld te vormen). Indien op perceel Q1668 wordt gestreefd naar de ontwikkeling van blauwgrasland of heischraal grasland dan zou de Olsen P concentratie «300 (-500) pmol/l FW en de P-totaal concentratie «5 mmol P-totaal/l FW moeten zijn. De concentraties Olsen-P en P-totaal zijn op beide locaties tot 40 cm diepte echter dusdanig hoog dat het niet mogelijk is om middels uitmijnen binnen afzienbare tijd deze omstandigheden te creëren. Zowel voor locatie 8 als 9 wordt de indicatieve periode voor uitmijnen van de toplaag geschat op meer dan 40 jaar (tabel 3). Afhankelijk van de beoogde ontwikkeling van het perceel kan daarom worden overwogen dat het noodzakelijk is om de voedselrijke laag te verwijderen, al dan niet in combinatie met aanvullend verschralingsbeheer. Een alternatief is om te streven naar voedselrijkere natuurtypen, zoals kruidenen faunarijk grasland. 3.3 Mogelijkheden voor natuurontwikkeling Gegeven de bodemchemische resultaten is het op locatie 8 mogelijk om condities voor de ontwikkeling van soortenrijk schraalgrasland te creëren door 40 cm te ontgronden in combinatie met enkele jaren (~6 jaar) regulier verschralingsbeheer door maaien en afvoeren (tabel 3). De bodemlaag die na 40 cm ontgronden aan het oppervlak komt is matig calciumhoudend (28 mmol Ca-tot/l FW) en voldoende gebufferd voor de ontwikkeling van heischraal grasland. Uit de bodemprofielen is een flink diepe GLG afgelezen (130 cm - mv) met een fluctuatie van meer dan 1 meter. Sinds februari 2017 worden meetgegevens verzameld over de grondwaterstanden en deze laten zien dat de grondwaterstand op locatie 8 het afgelopen jaar (feb-dec) gemiddeld 58 cm beneden maaiveld was met een fluctuatie tussen 28 en 81 cm beneden maaiveld (bijlage 2, figuur 4). In de nieuwe situatie, na 40 cm ontgronding, zou daarmee de gemiddelde grondwaterstand op 18 cm - mv komen met in de winter een oppervlakkige overstroming en in de zomer een uitzakking tot maximaal 41 cm (paarse stippellijn in figuur 4, boven). Onder dergelijke vochtige condities kan eventueel een zuurdere variant van blauwgrasland tot ontwikkeling komen. Als natte omstandigheden langdurig aan zouden houden is de ontwikkeling van kleine zeggenvegetaties mogelijk. Door 20 cm af te graven kan, met aanvullend verschralingsbeheer, een kruiden- en faunarijk grasland worden ontwikkeld (groene stippellijn in figuur 4). 8

9 120 nieuwe maaiveldhoogte bil ontgrondingsdiepte 20 cm 100 nieuwe maaiveldhoogte bij ontgrondingsdiepte 40 cm 1UU [Z~lwrst Veghel neerslag K)-Peilbuis 8 mv nieuwe maaiveld hoogte bij ontgrondingsdiepte 20 cm. i Iwrst Veghel neerslag Peilbuis 9 mv Figuur 4: Verloop van de grondwaterstanden (grijze en zwarte lijn) op locatie 8 (boven) en locatie 9 (onder). In blauw de neerslag (gemeten op weerstation Veghel). De stippellijnen geven de nieuwe maaiveldhoogte aan in geval van in de tekst genoemde opties voor ontgrondingsdiepten. Gegevens verzameld en doorgeleverd door H. Brinkhof. Op locatie 9 is de beschikbaarheid van fosfor veel lager dan locatie 8 (Olsen P 1000 pmol/l in de toplaag 0-20 cm) en daarmee biedt deze locatie kansen voor de ontwikkeling van soortenrijk grasland zonder al te diep te ontgronden. Met actief uitmijnbeheer is binnen een afzienbare periode (~12 jaar) de streefwaarde voor voedselrijkere varianten van kruidenrijk grasland te ontwikkelen (800 pmol Olsen P/l) (tabel 3). Dit type graslanden kan al redelijk bloemrijk zijn en is daarmee interessant voor allerhande fauna, maar echt zeldzame plantensoorten zullen hier waarschijnlijk ontbreken. Een andere optie is om 20 cm van de toplaag te verwijderen om direct gunstiger condities te creëren voor de ontwikkeling van kruidenrijk grasland. De bodem is sterk calciumhoudend (45-83 mmol Ca-tot/l in de laag 0-40 cm) en na 20 cm ontgronden kan onder permanente vochtige tot natte omstandigheden dotterbloemhooiland tot ontwikkeling komen of onder droge omstandigheden een 9

10 kamgrasweide/glanshaverhooiland. Ook hier zal de hydrologie dus in sterke mate sturend zijn voor wat zich kan ontwikkelen. Op basis van de uit het bodemprofiel afgelezen GHG zou na ontgronden het grondwater een deel van het jaar boven maaiveld komen te staan, terwijl de GHG vrij diep uitzakt tot > 1 meter beneden maaiveld. In 2017 bleek op dit deel van het perceel uit de metingen dat de grondwaterstand gemiddeld 22 cm beneden maaiveld was, met een fluctuatie tussen 5 cm boven maaiveld in de winter en maximaal 47 cm beneden maaiveld in de droge periode. Bij dergelijke waterstanden kan vochtig bloemrijk grasland tot ontwikkeling komen, zoals kamgras/glanshaverhooiland. Indien wordt overgegaan tot verwijderen van de toplaag (20 cm), dan zijn de waterstanden geschikt voor de ontwikkeling van dotterbloemgrasland (figuur 4, beneden). De ontwikkeling van Dotterbloemgrasland is wellicht ook mogelijk wanneer wordt uitgemijnd en tevens de grondwaterstand wordt verhoogd. Via het grondwater kan extra ijzer en calcium worden aangevoerd en meer fosfor worden vastgelegd, maar dat is sterk afhankelijk van de lokale grondwaterkwaliteit, en de effectiviteit van het uitmijnbeheer. Tot slot willen we benadrukken dat de bovenstaande mogelijkheden voor natuurontwikkeling gebaseerd zijn op een beperkt veldonderzoek en bij de interpretatie rekening moet worden gehouden met het volgende: (1) De twee monsterlocaties laten onderling grote verschillen zien in bodemchemie en -opbouw. Dit onderzoek geeft geen inzicht in de oppervlakten van beide typen, zoals die in het perceel aanwezig zijn. (2) De lokale hydrologische omstandigheden spelen een belangrijke rol bij de ontwikkelingsmogelijkheden. Dit jaar (2017) zijn tweewekelijks de grondwaterstanden gemeten om inzicht te verkrijgen in de fluctuaties gedurende het jaar. Opvallend is dat de gemeten minimum en maximum grondwaterstanden een stuk hoger liggen dan de GLG en GHG die uitgelezen zijn uit het profiel. Mogelijk is dat een gevolg van hydrologische maatregelen in het recente verleden om meer watervast te houden in het gebied. Dat is een gunstige ontwikkeling, indien hiermee meer ijzer- en calcium aangevoerd kan worden om fosfor vast te leggen. Als blijkt dat na inrichting de bovenste bodemlaag en de vegetatie onder invloed komt van grondwater, bevelen we aan dit grondwater chemisch te laten analyseren. (3) De optie om tot op enige diepte te ontgronden moet worden afgezet tegen het behoud van de aardkundige waarde van de wijstgronden met kwel langs de Peelrandbreuk. 10

11 4. Literatuur Van Mullekom, M., F. Smolders Ŭ B. Timmermans (2016). Bodem- en hydrochemisch onderzoek naar de uitmijnmogelijkheden en nat uurpotenties van voormalige landbouwgronden in het Annabos. Eindrapportage in opdracht van Waterschap Aa en Maas. Rapportnummer: Van Mullekom, M., F. Smolders ft B. Timmermans (2016). Van landbouw naar natuur. Een efficiënte en effectieve aanpak. Onderzoekcentrum B-WARE en het Louis Bolk Instituut. Tweede, bijgewerkte druk. natuurontwikkeling 2016.pdf 11

12 Bijlage 1: beschrijving bodemprofielen Vŵtf bodem Boring: 8 Boring 41 W9ĪJJD ter M ĩ: : v, ji ų CD 4 co J. Vermeer in m to.v. NAP Boormeester Zand,zoor tin, stork r.iliq, stotk mmoin. M50cl45).rwak voon, stork kb ita, zwakqnndp MsOi zwak worm Ihoudond, wortdl űlaorrd, soorcn voon, sporen voon, Kín rctaigjūq, brakkon rand, K wan Ho: u,n*., dorrortrun. Edorunboar Api.goroodo bouwvoa donkorbrum, Edo lean boor. Ap polmvoqí Voon, stork ktoilazwak anndq raa: a.űò donkor zwartbruin, Edo rnanboo r, Zand matig nr, matigs zw nk kľi II11 il M, roston zand K-waardo: 1, Icrt ijjstoco. Edarrarbocr, BC «iets gevlekt Z I MflOfll MflOl m MSO116ŭi speren roost, roston no ut, K- A, Ibht bodoaom, Edwmarboor, Cponpaa hard zand Zand. main tin, main siltn,zwak rvimout, zwak anrdc, MSĹ111S&İ k houthoudond, roston voon, speren rooi, K waar do: Û.ĥ, licm bonogit s, Edolmanboar, C.moong Zand. matkj tin.zwak aind.zwok»inslo.mb0u73t. K-waardo: 2, It hurts, Edolman boor, Cr Zond, motto fr. matig siltśa, M Si, ton na ut. K «v vi rt 1, Icrt vis, Edetmnrtccr, Cr.silbg Projectcode: OF Datum: Boormeester: J. vermeer G el ekenū volgens nln

13 Bijlage 2: grondwaterstanden perceel Q1668 Gegevens verzameld en aangeleverd door de opdrachtgever. i iwrst Veghel neerslag -0-Peilbuis8 mv Peilbuis 9 mv neerslag (mm) 13

14 Bijlage 3: bodemchemische analysen (per locatie en bodemlaag) Locatie 8 Locatie cm 0-20 cm diepte - mv cm cm cm organisch stof (96) organisch stof (96) 0-20 cm 0-20 cm cm cm cm Fe-tot (mmol/l FW) Fe-tot (mmol/l FW) 0-20 cm 0-20 cm cm cm cm Al-tot (mmol/l FW) Al-tot (mmol/l FW 14

15 Bijlage 3: bodemchemische analysen (per locatie en bodemlaag) 0-20 cm 0-20 cm Locatie 9 diepte - mv diepte - mv diepte - mv cm cm ļ Olsen P (pmol/l FW) cm m i 0-20 cm 0-20 cm cm cm cm P-tot (mmol/l FW) 0-20 cm 0-20 cm cm Oise P (pmol/l FW) P-tot (mmol/l FW) Ca-tot (mmol/l FW) Ca-tot (mmol/l FW) 15

16 Bijlage 3: bodemchemische analysen (per locatie en bodemlaag) Locatie 8 Locatie cm 0-20 cm diepte - mv diepte - mv diepte - mv cm cm 0-20 cm cm cm 0-20 cm cm cm S-tot (mmol/l FW) S/fCa+Mg) cm 0-20 cm cm 0-20 cm cm S-totaal (mmol/l FW) 60 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 SACa+Mg) Fe/S

17 Bijlage 3: correlaties bodemchemische analysen (alle diepten en locaties) m Olsen P (ļjmol/kg FW) v.. m ** y s 538 2,7x'0,5u R!:C, # \ «y ş x-1'44a R1 s 0, (Ca H- Fe)/? (mmol/kg ŨW) (Ca 4 Feļ/P (mmol/kg DW) û 40 H JĚ 30 jį Ŝ 20 o * İ # y :: 0,1202) t 3,6394 R^O, Fe tot (m mûl/kg DW) b E 3 10 CL 10 Ũ 7 = 11,505 2x 4,6814 RJ ï 0, t *. * Ca tot (mmol/kgdw) Q 40 ūū. 30 E 3 20 cx m y^-0,1l47sx 4 2 5,494 R ï 0, '9T- 9 y s 2,738x -1, m A] tot (mmol/kgdw) organisch stofgehalte (9İ) 20 17

18 BIOGEOCHEMICAL WATER MANAGEMENT a APPLIED RESEARCH ON ECOSYSTEMS Toernooiveld 1 ^ 6525 ED NIJMEGEN Tel.: ^ info@b-ware.eu

Bodemchemisch onderzoek Pompveld Andelsch Broek

Bodemchemisch onderzoek Pompveld Andelsch Broek Bodemchemisch onderzoek Pompveld Andelsch Broek Foto: Jan Vermeer Eindrapportage Opdrachtgever: Waterschap Rivierenland Projectnummer: PR-6.5 Auteurs: Mark van Mullekom & Fons Smolders Rapportnummer: 6.

Nadere informatie

Onderzoek naar mogelijkheden voor natuurontwikkeling in de depressie van de Moervaart in relatie tot fosfor

Onderzoek naar mogelijkheden voor natuurontwikkeling in de depressie van de Moervaart in relatie tot fosfor Onderzoek naar mogelijkheden voor natuurontwikkeling in de depressie van de Moervaart in relatie tot fosfor Doelstelling Onderzoek naar geschiktheid van bodem voor natte natuur te creëren 72 ha open water

Nadere informatie

Veldwerkplaats. Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden: fosfaat als adder onder het gras

Veldwerkplaats. Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden: fosfaat als adder onder het gras Veldwerkplaats Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden: fosfaat als adder onder het gras Leon Lamers, Fons Smolders, Esther Lucassen en Jan Roelofs Eutrofiëring ring Bodem- en waterprocessen droog

Nadere informatie

Veldwerkplaats vochtige bossen

Veldwerkplaats vochtige bossen Veldwerkplaats vochtige bossen Hoe kan hydrologisch herstel (vermesting), verzuring en verdroging tegen gaan? Emiel Brouwer, onderzoekcentrum BWARE Rob van den Burg, Bosgroep Zuid Nederland Bos op de pleistocene

Nadere informatie

Fosfaat en natuurontwikkeling

Fosfaat en natuurontwikkeling Fosfaat en natuurontwikkeling Verslag veldwerkplaats Laagveen- en zeekleilandschap Arcen, 28 augustus 2008 Inleiders: Fons Smolders, B-Ware Nijmegen en Michael van Roosmalen van Stichting Het Limburgs

Nadere informatie

Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling. Fosfaatverzadiging als uitgangspunt

Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling. Fosfaatverzadiging als uitgangspunt Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling Fosfaatverzadiging als uitgangspunt fosfaatverzadigingsindex (PSI) Plaggen en fosfaatverzadiging van de grond Plaggen is een veelgebruikte methode om de voedingstoestand

Nadere informatie

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT Bladnr. 1 van 6 2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS Bladnr. 2 van 6 PAR 01 TEKENINGEN... 02 PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN... 03 KWALITEITSBORGING Bij het opstellen van een kwaliteitsplan, zoals bedoeld in

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil

Nadere informatie

Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes

Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes Veldwerkplaats Herstel van vochtig schraalland 14 juli 2016 Fons Mandigers Natuurmonumenten Ecologische Hoofdstructuur (Natte

Nadere informatie

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas reg.nr. 17.87199 17.100697 Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas 1. Hydrologie 1.1 Hydrologische voorwaarden voor Schoenetum : zomergrondwaterstanden die niet verder

Nadere informatie

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Wijstgronden Uden

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Wijstgronden Uden Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Wijstgronden Uden Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied

Nadere informatie

Van landbouw naar natuur

Van landbouw naar natuur Van landbouw naar natuur Een efficiënte en effectieve aanpak Mark van Mullekom, Fons Smolders en Bart Timmermans Onderzoekcentrum B-WARE en het Louis Bolk Instituut 1 Foto s voorkant omslag: Hilde Tomassen,

Nadere informatie

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses Landelijke Glasgroente dag De toekomst van de tuinbouw Sjoerd Smits, HortiNova Joan Timmermans NovaCropControl Even voorstellen Sinds 003 bezig met plantsapmengen

Nadere informatie

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT Bladnr. 1 van 7 2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS Bladnr. 2 van 7 PAR 01 TEKENINGEN... 02 PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN... 03 KWALITEITSBORGING Bij het opstellen van een kwaliteitsplan, zoals bedoeld in

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 Nat is zeer laagproductief hooiland op natte, onbemeste, basenrijke veen- en zandgrond dat gewoonlijk een keer per jaar worden gemaaid in de nazomer.

Nadere informatie

Van landbouw naar natuur

Van landbouw naar natuur Van landbouw naar natuur Een efficiënte en effectieve aanpak Mark van Mullekom, Fons Smolders en Bart Timmermans Onderzoekcentrum B-WARE en het Louis Bolk Instituut 1 Van landbouw naar natuur Een efficiënte

Nadere informatie

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV Bijeenkomst PN DA Jongenelen oktober 2013 Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV Waarom een grondanalyse? Inzicht krijgen in de beschikbare voeding voor de plant; Hoofdelementen; Sporenelementen; ph van de

Nadere informatie

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons

Nadere informatie

Biochemisch onderzoek SKNL-project Familie Roossink

Biochemisch onderzoek SKNL-project Familie Roossink Biochemisch onderzoek SKNL-project Familie Roossink Bas van Delft en Fokke Brouwer Alterra Wageningen UR April 2012 In opdracht van Dienst Landelijk Gebied, Regio Oost 1 2012 Alterra (instituut binnen

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

Stand van zaken. 13 juni

Stand van zaken. 13 juni Stand van zaken Bodemchemische h en ecohydrologische h studie Landschap de Liereman en omgeving 13 juni 2012 20-6-2012 1 Opdracht binnen het raamakkoord onderzoek naar de kansen voor natuurontwikkeling

Nadere informatie

Biochemisch onderzoek SKNL-project Visser t Hooft

Biochemisch onderzoek SKNL-project Visser t Hooft Biochemisch onderzoek SKNL-project Visser t Hooft Bas van Delft en Popko Bolhuis Alterra Wageningen UR April 2011 In opdracht van Dienst Landelijk Gebied, Regio Oost Biochemisch onderzoek SKNL-project

Nadere informatie

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Strabrechtse Heide

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Strabrechtse Heide Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Strabrechtse Heide Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied

Nadere informatie

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT Bladnr. 1 van 6 2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS Bladnr. 2 van 6 PAR 01 TEKENINGEN... 02 PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN... 03 KWALITEITSBORGING Bij het opstellen van een kwaliteitsplan, zoals bedoeld in

Nadere informatie

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM Briefrapport betreffende MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM Opdrachtnummer: 1109-0036-001 Veurse Achterweg 10, Postbus 63, 2260 AB, Leidschendam, Tel: 070-3111333.,

Nadere informatie

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer

Nadere informatie

Titel rapport: Quick-scan bodemchemie Voltherbroek, Agelerbroek en Achter de Voort

Titel rapport: Quick-scan bodemchemie Voltherbroek, Agelerbroek en Achter de Voort Quick-scan bodemchemie Voltherbroek, Agelerbroek en Achter de Voort Opdrachtgever: Staatsbosbeheer Projectnummer: PR-11.012 Rapportnummer: 2011.32 Auteurs: RL, FS Datum: 5 juli 2011 Uit dit rapport mag

Nadere informatie

Natte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011

Natte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011 Overzicht situatie en maatregelen per perceel NNP Project: NNP = Perceel is op orde voor realisatie AmbitieNatuurbeheertype = AmbitieNatuurbeheertype is haalbaar door uitvoering maatregelen = AmbitieNatuurbeheertype

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof - Bemonsterings- en analysehodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof VERSIE 3.1 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/04 1 PRINIPE Voor de bepaling van nitraatstikstof

Nadere informatie

Handreiking bij de omvorming van voormalige landbouwgronden naar natuur

Handreiking bij de omvorming van voormalige landbouwgronden naar natuur Handreiking bij de omvorming van voormalige landbouwgronden naar natuur Leo Norda Camiel Aggenbach Leo Norda Drs. C. Aggenbach Rudy van Diggelen, Tjisse Hiemstra, Ido Borkent, Matty Berg, Geert van Duinhoven,

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN Bijlage 2 bij de toelichting BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN i BODEMONDERZOEK GROEILOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN In opdracht van: Tuinbouw Ontikkelings Maatschappij

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den

Nadere informatie

Grip op voeding. Plantsapmetingen, NovaCropControl. Plantsapmetingen vs wateranalyses. 3 oktober 2012. 1

Grip op voeding. Plantsapmetingen, NovaCropControl. Plantsapmetingen vs wateranalyses. 3 oktober 2012. 1 Even voorstellen Grip op voeding Plantsapmetingen vs wateranalyses 3 oktober 2012 Joan Timmermans NovaCropControl Sinds 2003 bezig met plantsapmetingen in aardbei en vollegrondsgroente Brix, Ec, ph, Nitraat,

Nadere informatie

25-3-2015. Sturen op Nutriënten. Sturen op Nutriënten. Doel. Sturen met Water. Sturen op Nutriënten. Waar kijken we naar. Bijeenkomst 19 februari 2015

25-3-2015. Sturen op Nutriënten. Sturen op Nutriënten. Doel. Sturen met Water. Sturen op Nutriënten. Waar kijken we naar. Bijeenkomst 19 februari 2015 Bijeenkomst 19 februari 2015 Jouke Velstra (Acacia Water) 4 Sturen met Water De basisgedachte is dat per perceel de grondwaterstand actief wordt geregeld. Onderwater drainage (OWD) geeft een directe relatie

Nadere informatie

Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Resultaten)

Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Resultaten) Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Deondernemerheefteengangbareteelt.Zijnfocusbijdedemowastekijkenof hijdegewassengezonderenweerbaarderkankrijgen. Vanwegeintensiefspuitenmetgewasbeschermingsmiddeleniservoorgekozen

Nadere informatie

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft

Nadere informatie

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR. analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor

Nadere informatie

Riegman & Starink. Consultancy

Riegman & Starink. Consultancy Riegman & Starink Consultancy Huidige vegetatie Knelpunt analyse Fysisch Chemisch Milieu Fysisch Chemisch Milieu Gewenste vegetatie -Voor alle KRW typen -Voor eigen gekozen plantengemeenschap Chemie 1

Nadere informatie

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Hooibroeken

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Hooibroeken Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Hooibroeken Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied en

Nadere informatie

Waterplanten en Waterkwaliteit

Waterplanten en Waterkwaliteit Waterplanten en Waterkwaliteit Leon van den Berg Moni Poelen Monique van Kempen Laury Loeffen Sarah Faye Harpenslager Jeroen Geurts Fons Smolders Leon Lamers Platform Ecologisch Herstel Meren Vrijdag 11

Nadere informatie

Bodem en Water, de basis

Bodem en Water, de basis Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer

Nadere informatie

Van landbouw naar natuur: op zoek naar kansen!

Van landbouw naar natuur: op zoek naar kansen! Lustrumsymposium B-WARE 19 maart 2013 Landbouwgrond Van landbouw naar natuur: op zoek naar kansen! Uitmijnen Afgraven Mark van Mullekom, Fons Smolders, Esther Lucassen, Roland Bobbink, Maaike Weijters,

Nadere informatie

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven Inventarisatie bladproblemen in de praktijk Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen PPO nr. 32 360 560 00 Maart 2008 2008 Wageningen,

Nadere informatie

Het gebruik van salpeterzuur bij druppelbevloeiing. bij de teelt van paprika's in grond. A.L. v.d. Bos. Naaldwijk 1TZ 1*60^

Het gebruik van salpeterzuur bij druppelbevloeiing. bij de teelt van paprika's in grond. A.L. v.d. Bos. Naaldwijk 1TZ 1*60^ y Het gebruik van salpeterzuur bij druppelbevloeiing bij de teelt van paprika's in grond. A.L. v.d. Bos Naaldwijk december 1984 Intern verslag no. 1TZ 1*60^ Inhoud Inieiding Bemonstering Voed ingsoplossingen

Nadere informatie

Methode BNL-K-1: Bepaling van kalium, oplosbaar in water, in aanwezigheid van organische stof.

Methode BNL-K-1: Bepaling van kalium, oplosbaar in water, in aanwezigheid van organische stof. I protocol analyse stikstofgehalte, fosfaatgehalte en droge stofgehalte in meststoffen, niet zijnde zuiveringsslib of compost, alsmede de hoeveelheden overige nutriënten. 1. stikstof (N) Voor overige anorganische

Nadere informatie

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd) MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015

Nadere informatie

Schraal schraler schraalst

Schraal schraler schraalst Schraal schraler schraalst Van landbouwgrond naar natuur. Maakt het uit hoe we dit aanpakken? Rudy van Diggelen Camiel Aggenbach Matty Berg Jan Frouz Tjisse Hiemstra Leo Norda Jan Roymans 2 Voorwaarden

Nadere informatie

Schraal schraler schraalst

Schraal schraler schraalst Schraal schraler schraalst Van landbouwgrond naar natuur. Maakt het uit hoe we dit aanpakken? Rudy van Diggelen Camiel Aggenbach Matty Berg Jan Frouz Tjisse Hiemstra Leo Norda Jan Roymans Opmerking vooraf:

Nadere informatie

Advies over de ecologische risicoevaluatie. gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem

Advies over de ecologische risicoevaluatie. gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem Advies over de ecologische risicoevaluatie op basis van nieuwe gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem Adviesnummer: INBO.A.3439 Datum advisering: 18 mei 2016 Auteur(s):

Nadere informatie

Bell Hullenaar. Ecohydrologisch Adviesbureau. Natuurontwikkeling Koningsven - De Diepen. Inleiding. Beantwoording zienswijze Korving & De Kreuk

Bell Hullenaar. Ecohydrologisch Adviesbureau. Natuurontwikkeling Koningsven - De Diepen. Inleiding. Beantwoording zienswijze Korving & De Kreuk Natuurontwikkeling Koningsven - De Diepen Beantwoording zienswijze Korving & De Kreuk Datum : 20 december 2013 Door : J.W. van t Hullenaar Bell Hullenaar Ecohydrologisch Adviesbureau Schellerweg 112, 8017

Nadere informatie

Op woensdag 3 juli 2018 is er een onderzoeksrapport van het RIVM verschenen: Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden.

Op woensdag 3 juli 2018 is er een onderzoeksrapport van het RIVM verschenen: Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden. Datum: 04-06-2018 Betreft: Wie: RIVM onderzoek vervuiling door SBR-infill Ewout Timmerman (beleidsadviseur sport) Op woensdag 3 juli 2018 is er een onderzoeksrapport van het RIVM verschenen: Verkenning

Nadere informatie

Bijlage: Situatietekening

Bijlage: Situatietekening Bijlage: Situatietekening Bijlage: Sondeergrafieken Conusweerstand. q [MN/m 2 =MPa] Helling. [graden] c 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 15 M.V. : 14.76 m N.A.P. 0.3 14 13-0.1 12 Conustype:

Nadere informatie

MS_0100_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken. Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas.

MS_0100_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken. Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas Karakteristieken oppervlakte (km²) 876

Nadere informatie

Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten

Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten Grip op voeding Plantsapmetingen vs wateranalyses Sjoerd Smits, HortiNova Joan Timmermans NovaCropControl HortiNova, NovaCropControl Stephan

Nadere informatie

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

De effecten van steenmeel op de grasgroei.

De effecten van steenmeel op de grasgroei. `. De effecten van steenmeel op de grasgroei. Bert Westerhuis Rijnveste 18 Wageningen Bert.westerhuis@wur.nl Tony van Dijke Dijkgraaf 4 1c-1 Tony.vandijke@wur.nl Samenvatting. In dit onderzoek word onderzocht

Nadere informatie

NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08

NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08 NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08 In samenwerking met de werkgroep Landbouw is in voorjaar 2006 het monitoringsplan opgesteld: "Monitoring grondwaterstanden in landbouw percelen, DLG, 1

Nadere informatie

Uitmijnen van voormalige landbouwgrond in het Drents- Friese Wold

Uitmijnen van voormalige landbouwgrond in het Drents- Friese Wold Figuur 1. Overzicht van het Drent-Friese Wold. De landbouwenclave Oude Willem (rood omrand) ligt als een wig midden in het gebied. Uitmijnen van voormalige landbouwgrond in het Drents- Friese Wold Omvorming

Nadere informatie

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen Notitie / Memo Aan: Kees de Vries Van: Anke Luijben en Jasper Jansen Datum: 25 januari 2017 Kopie: Ons kenmerk: WATBE5026-136N001D0.2 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Nadere informatie

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN WMR Rinsumageest B.V. Postbus 5 9104 ZG DAMWÂLD Van Aylvawei 40 9105 KT RINSUMAGEAST Tel. (0511) 42 50 50 Fax (0511) 42 41 84 Internet : www.wmr.nl E-mail : milieu@wmr.nl Bureau Schmidt T.a.v. de heer

Nadere informatie

KPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

KPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Duin- en kreekgebieden Oostvlaamse polders Kust- en Poldersysteem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

BAGGERNUT. Leon van den Berg Moni Poelen Leon Lamers

BAGGERNUT. Leon van den Berg Moni Poelen Leon Lamers Leon van den Berg Moni Poelen Leon Lamers Arcadis B-ware Deltares Radboud Universiteit Nijmegen Waterschappen Witteveen en Bos Diverse deelprojecten: Radboud universiteit Nijmegen veldexperimenten

Nadere informatie

5b-project 'Landbouw met beperkingen' Proefopzet

5b-project 'Landbouw met beperkingen' Proefopzet 5b-project 'Landbouw met beperkingen' Proefopzet 1. Inleiding In het 5b-gebied Westhoek-Middenkust selecteerden we 10 percelen, zie figuur 1 op pagina 2. Op elk perceel is een 10 are groot proefvlak afgebakend

Nadere informatie

CVS_0400_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

CVS_0400_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Oligoceen Aquifersysteem (gespannen) Centraal Vlaams Systeem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1 Onderzoek Onderzoek-/ordernummer: Datum verslag: 731267/002743994 22-07-2011 Oogstdatum: Datum monstername: Monster genomen door: Contactpersoon monstername: 16-05-2011 07-07-2011 Dick Huiberts: 0652002131

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol /~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS ' hxt Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol W. Voogt Naaldwijk, augustus 1980 Intern verslag

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

Resultaten onderzoek relatieve bronnen. B-ware en Royal Haskoning (proefsloten) HH Stichtse Rijnlanden en Aequator (polderanalyse)

Resultaten onderzoek relatieve bronnen. B-ware en Royal Haskoning (proefsloten) HH Stichtse Rijnlanden en Aequator (polderanalyse) Resultaten onderzoek relatieve bronnen B-ware en Royal Haskoning (proefsloten) HH Stichtse Rijnlanden en Aequator (polderanalyse) Overzicht Aanleiding Aanpak Vervolg Waterkwaliteit Lopikerwaard Welke bronnen

Nadere informatie

Kansen voor natuur in de veenweiden. - Eindsymposium Waarheen met het Veen

Kansen voor natuur in de veenweiden. - Eindsymposium Waarheen met het Veen Kansen voor natuur in de veenweiden - Eindsymposium Waarheen met het Veen Bas van de Riet Universiteit Utrecht 8 oktober 29 Overview Introductie: Ontwikkeling in historisch perspectief Natuurwaarden: moeras-

Nadere informatie

Bepalen kansrijke percelen

Bepalen kansrijke percelen Bepalen kansrijke percelen S.P.J. van Delft, Alterra, augustus 2013. De doelstelling van het experiment is: Verbeteren kwaliteit van grond- en oppervlaktewater in het gebied dat hydrologisch de Natura

Nadere informatie

Van landbouw naar natuur

Van landbouw naar natuur Van landbouw naar natuur Een efficiënte en effectieve aanpak Mark van Mullekom, Fons Smolders en Bart Timmermans Onderzoekcentrum B-WARE en het Louis Bolk Instituut 1 Foto s voorkant omslag: Hilde Tomassen,

Nadere informatie

Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk.

Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk. Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk. Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker 27-02-2019 Inhoud De

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden

Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden Arjan Reijneveld 8 N o v e m b e r 2013 Trends in bodemvruchtbaarheid in kaart gebracht met hulp van gegevens grondonderzoek Opbouw presentatie

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

Abiotiek en beheer: hoe werkt stikstof en hoe gaan we er mee om? BIOGEOCHEMICAL WATER-MANAGEMENT & APPLIED RESEARCH ON ECOSYSTEMS

Abiotiek en beheer: hoe werkt stikstof en hoe gaan we er mee om? BIOGEOCHEMICAL WATER-MANAGEMENT & APPLIED RESEARCH ON ECOSYSTEMS Abiotiek en beheer: hoe werkt stikstof en hoe gaan we er mee om? BIOGEOCHEMICAL WATER-MANAGEMENT & APPLIED RESEARCH ON ECOSYSTEMS De atmosfeer bestaat voor 80% uit niet-reactief stikstofgas (N 2 ) 2 Wat

Nadere informatie

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV te Ardooie (Fase 1) ) 1\Ü. /.AfL. 111111 UNIVERSITEIT GENT Fase 1 -I- Ondiep

Nadere informatie

Veenoxidatie en waterkwaliteit in het veenweidegebied: pompen en verzuipen?

Veenoxidatie en waterkwaliteit in het veenweidegebied: pompen en verzuipen? Veenoxidatie en waterkwaliteit in het veenweidegebied: pompen en verzuipen? Alfons Smolders, Jose van Diggelen, Johan Loermans, Gijs van Dijk, Moni Poelen, Mark van Mullekom, Monique van Kempen, Hilde

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Zie Basisscheikunde voor het hbo bij https://www.syntaxmedia.nl/basisscheikunde-voor-het-hbo Uitwerkingen van de opgaven uit: Hoofdstuk 15 Milieu en veiligheid bladzijde 1 Opgave 1 Welke schade veroorzaakt

Nadere informatie

Plas Klein Vogelenzang

Plas Klein Vogelenzang Plas Klein Vogelenzang (bodem)chemisch onderzoek naar waterbodem, slib en de effecten van baggeren, alsmede de toepassing van een slibdepot op landbouwgrond Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Rijnland

Nadere informatie

K (S3. civ60 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

K (S3. civ60 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK Bibliotheek Proefstation Naaldwijk ß. 2. K (S3 civ60 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK WATER-, DTPA- EN AMMONIUMACETAAT-EXTRACT VOOR HET BEPALEN VAN DE BESCHIKBAARHEID VAN MANGAAN IN POTGROND

Nadere informatie

Invloed aswolk van de vulkaanuitbarsting in IJsland op de concentraties van sulfaat, fluoride en (zware) metalen in regenwater

Invloed aswolk van de vulkaanuitbarsting in IJsland op de concentraties van sulfaat, fluoride en (zware) metalen in regenwater Invloed aswolk van de vulkaanuitbarsting in IJsland op de concentraties van sulfaat, fluoride en (zware) metalen in regenwater Eric van der Swaluw & Hans Verboom, Centrum voor Milieu Monitoring (CMM),

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van de fosfaatverzadigingsgraad

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van de fosfaatverzadigingsgraad - Bemonsterings- en analysehodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van de fosfaatverzadigingsgraad VERSIE 3.1 juni 2010 agina 1 van 7 BAM/deel 1/08 1 RINCIE In zure grond reageren

Nadere informatie

Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater

Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater Uitgangssituatie Algemeen Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater Projectnummer: 2008_009 Projectnaam: Inrichting Straelensbroek/Straelens Schuitwater PMJP: B1 Inrichting verworven EHS Natuurdoel:

Nadere informatie

IJzersuppletie in Terra Nova. IJzersuppletie in Terra Nova Wat gebeurt er in de bodem?

IJzersuppletie in Terra Nova. IJzersuppletie in Terra Nova Wat gebeurt er in de bodem? IJzersuppletie in Terra Nova Wat gebeurt er in de bodem? Jeroen Geurts Radboud Universiteit Nijmegen Doel = fosfaatuitwisseling tussen bodem en water verminderen ijzer:fosfaat ratio in bodemvocht verhogen

Nadere informatie

Titel rapport: Bodemchemisch onderzoek Elsenerveen. Auteurs: Mark van Mullekom & Fons Smolders. Opdrachtgever: Provincie Overijssel

Titel rapport: Bodemchemisch onderzoek Elsenerveen. Auteurs: Mark van Mullekom & Fons Smolders. Opdrachtgever: Provincie Overijssel ijlage 5 odemchemisch onderzoek Elsenerveen Foto s: ell Hullenaar Ecohydrologisch dviesbureau EINDPPOTGE Opdrachtgever: Provincie Overijssel Projectnummer: P-13.004 apportnummer: 2013.34 uteurs: Mark van

Nadere informatie

Bewortelingsonderzoek eiken langs de Middachter Molenbeek

Bewortelingsonderzoek eiken langs de Middachter Molenbeek HANHART CONSULT ingenieursbureau voor eco-hydrologisch en bodemkundig advies Bewortelingsonderzoek eiken langs de Middachter Molenbeek In opdracht van: Landgoed Middachten 3 september 2010 Foto op voorpagina:

Nadere informatie

Gagel-en wilgenstruwelen

Gagel-en wilgenstruwelen Gagel-en wilgenstruwelen Knelpunten en beheer Bobbink et al. (2013) Preadvies kleine ecotopen in de hydrologische gradiënt. H7. Vormen en voorkomen Gagelstruweel RG Klasse der hoogveenbulten en slenken

Nadere informatie

KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag.

KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. KEURING KUNSTGRASVELDEN Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. eindrapport Opdrachtgever / Client RecyBEM B.V. t.a.v. de heer drs. C. van Oostenrijk Postbus 418 2260 AK LEIDSCHENDAM

Nadere informatie

Wijst een uniek geohydrologisch verschijnsel

Wijst een uniek geohydrologisch verschijnsel Wijst een uniek geohydrologisch verschijnsel Wat is wijs(t)heid? Door Ir. R. (Rimbaud) Lapperre en M. (Mark) Kerkhoff Inleiding Wellicht heeft u nog nooit van wijst gehoord. Dat kan! Zelfs de Dikke Van

Nadere informatie

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf GROEN FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf FOSFAATMESTSTOF VOOR MAÏS Maïs telen zonder fosfaatkunstmest

Nadere informatie

CVS_0160_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

CVS_0160_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Pleistocene Afzettingen (freatisch) Centraal Vlaams Systeem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

Watersysteem rond 1900 Kaart 9a GHG. A4P Grontmij Nederland bv Alle rechten voorbehouden. Legenda GHG. Hydrologisch onderzoek de Zumpe

Watersysteem rond 1900 Kaart 9a GHG. A4P Grontmij Nederland bv Alle rechten voorbehouden. Legenda GHG. Hydrologisch onderzoek de Zumpe GHG boven maaiveld 0.00-0.10 0.10-0.25 0.25-0.50 0.50-0.75 0.75-1.00 1.00-1.50 1.50-2.00 > 2.00 m beneden maaiveld Kaart 9a GHG Map Document: P:\258828\Water\05_GIS\prj\kaart_09a...mxd) Effect GHG 0,30-0,40

Nadere informatie