DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN ZOÖNOSEN EN VECTOR OVERDRAAGBARE ZIEKTEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN ZOÖNOSEN EN VECTOR OVERDRAAGBARE ZIEKTEN"

Transcriptie

1 DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN ZOÖNOSEN EN VECTOR OVERDRAAGBARE ZIEKTEN Epidemiologische surveillance in Vlaanderen, Wallonië, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en België, 2011 en 2012

2

3 Zoönosen en vectoroverdraagbare ziekten

4 Dit project werd gefinancierd door: Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

5 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP) Operationele directie Volksgezondheid en Surveillance Dienst Epidemiologie van Infectieziekten Programma Zoönosen en vectoroverdraagbare ziekten (ERID) Juliette Wytsmanstraat Brussel België Volksgezondheid en surveillance Juni 2015 Brussel, België Auteurs Javiera Rebolledo 4, Samia Hammadi 4 en Dominique Van Beckhoven 4 COAUTEURS (alfabetische volgorde) Brochier B. 1, Delmee M. 2,3, Ducoffre G. 4, Fretin D. 5, Jacobs J. 6, Kabamba B. 3, Lernout T. 4, Leroy M. 4, Heuninckx W. 7, Litzroth A. 4, Mori M. 5, Muyldermans G. 4, Patteet S. 8, Quoilin S. 4, Truyens C. 9, Vanderpas J. 1, Vanrompay D. 10, Van Esbroeck M. 12,13, Van Gucht S. 1,13, Van Ranst M. 8, Wattiau P Nationaal Referentie Centrum voor Hondsdolheid, Dienst Virale ziekten, Operationele directie overdraagbare en besmettelijke ziekten, WIV-ISP 2 Nationaal Referentie Centrum voor Borrelia burgdorferi, Secteur des sciences de la santé - Pôle de Microbiologie Médicale, Université Catholique de Louvain 3 Referentie Centrum voor Bartonella Henselae, Laboratoire de Microbiologie, Cliniques Universitaires St-Luc 4 Dienst Epidemiologie van infectieziekten, Operationele Directie Volksgezondheid en Surveillance, WIV-ISP 5 Nationaal Referentie Centrum voor Brucella spp., Operationele Directie Bacteriële ziekten, CODA-CERVA 6 Nationaal Referentie Centrum voor Plasmodium spp., Centraal Laboratorium voor Klinische Biologie, Instituut voor Tropische Geneeskunde 7 Nationaal Referentie Centrum voor Coxiella burnetii, Rickettsia spp. en Anaplasma phagocytophilum, Laboratorium Klinische Biologie, Koningin Astrid Militair hospitaal 8 Nationaal Referentie Centrum voor Hantavirus spp., Departement Laboratoriumgeneeskunde - Laboratorium voor Klinische Virologie, UZ Leuven 9 Referentielaboratorium voor Echinococcus spp., Laboratoire de parasitologie, Université libre de Bruxelles Hôpital Erasme 10 Referentielaboratorium voor Chlamydia psittaci, Vakgroep Moleculaire Biotechnologie, Universiteit Gent 11 Nationaal Referentie Centrum voor West-Nilevirus en dengue virus, Centraal Laboratorium voor Klinische Biologie, Instituut voor Tropische Geneeskunde 12 Referentielaboratorium voor chikungunya virus, Leishmania spp., Leptospira interrogans en Entamoeba histolytica, Centraal Laboratorium voor Klinische Biologie, Instituut voor Tropische Geneeskunde 13 Nationaal Referentie Centrum voor tekenencefalitis virus, Dienst Virale ziekten, Operationele directie overdraagbare en besmettelijke ziekten, WIV-ISP 14 Referentielaboratorium voor Bacillus antracis en Yersinia pestis. Biologie, CODA-CERVA

6 Contact Javiera Rebolledo Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele directie Volksgezondheid en surveillance Juliette Wytsmanstraat Brussel België Tel.: Javiera.Rebolledo@wiv-isp.be Dit document is beschikbaar op de website van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dankwoord De dienst Epidemiologie van infectieziekten van het ISP-WIV dankt alle artsen en microbiologen die gegevens hebben verzameld. Drukvoorbereider Hubert De Krahe, WIV-ISP Lay-out Nathalie da Costa Maya, CDCS vzw Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Brussel 2015 Verantwoordelijke uitgever: Dr. Johan Peeters Intern referentienummer: 2015/027 Depotnummer: D/2015/2505/41

7 INHOUDSTAFEL Acroniemen en afkortingen 7 Voorwoord 9 Hoofdstuk 1. Wijze van surveillance 11 Hoofdstuk 2. Zoönosen 15 Amoebiase (E. histolytica/e. dispar) 15 Bartonellose (Bartonella henselae) 17 Brucellose (Brucella spp.) 22 Echinococcose (Echinococcus spp.) 25 Q-koorts (Coxiella burnetii) 29 Hantavirose (Hantavirus spp.) 34 Leptospirose (Leptospira interrogans) 40 Miltvuur of anthrax (Bacillus anthracis) 43 Pasteurellose (Pasteurella spp.) 46 Psittacose (Chlamydia psittaci) 50 Hondsdolheid 53 Tularemie (Francisella tularensis) 59 Hoofdstuk 3. Vectoroverdraagbare ziekten Ziekten die worden overgedragen door teken 61 Anaplasmose - Ehrlichiose (Anaplasma phagocytophilum) 61 Tekenencefalitis (TBEV) 64 Ziekte van Lyme (Borrelia burgdorferi) 66 INHOUDSTAFEL 3.2 Ziekten die worden overgedragen door muggen 73 Chikungunya 73 Dengue 77 Malaria - Paludisme (Plasmodium spp.) 81 West-Nile koorts (WNV) 85 5

8 3.3 Ziekten die worden overgedragen door andere vectoren 87 Leishmaniose (Leishmania spp.) 87 Pest (Yersinia pestis) 92 Rickettsiose (Rickettsia spp.) 93 Bijlagen 97 Bijlage 1: Contactpersonen voor de melding van infectieziekten 97 Bijlage 2: Lijst van interessante websites 98 Bijlage 3: Lijst van auteurs, contactpersonen en coauteurs per pathogeen 99 Bijlage 4: Lijst van de nationale referentiecentra per pathogeen 100 Bijlage 5: Lijst van referentielaboratoria per pathogeen 101 INHOUDSTAFEL 6

9 ACRONIEMEN EN AFKORTINGEN CL Cutane leishmaniose coda-cerva Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie - Centre d étude et de recherches vétérinaires et agrochimiques ECDC EU NRC OD PCR RL European Centre for Disease prevention and Control (Europees centrum voor ziektepreventie en -controle) Europese Unie Nationaal referentiecentrum Operationele directie Polymerase Chain Reaction (polymerasekettingreactie) Referentielaboratorium VL WGO WIV-ISP Viscerale leishmaniose Wereldgezondheidsorganisatie Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - Institut scientifique de Santé Publique Acroniemen en afkortingen 7

10

11 VOORWOORD De surveillance van infectieziekten binnen het WIV-ISP is in 1984 sterk ontwikkeld, met de oprichting van het peilnetwerk van laboratoria. De laboratoria zijn altijd al van essentieel belang geweest voor het begrijpen van de epidemiologie van infectieziekten. De behoefte aan informatie over infectieziekten is steeds belangrijker geworden. Ons instituut heeft dan ook meerdere surveillancenetwerken voor aanvullende gegevens over bepaalde ziekten ontwikkeld, waaronder het netwerk van de nationale referentiecentra in de humane microbiologie. Hierdoor is ook onze rapportering bijgestuurd en geëvolueerd van een netwerkgebonden logica (bv. rapport van het peilnetwerk van laboratoria) naar een ziektegebonden logica, die in dit eerste thematische rapport over zoönosen en ziekten overgedragen door vectoren wordt voorgesteld. De technologische evoluties en de bezorgdheid om onze voetafdruk hebben er ons bovendien toe aangezet om steeds meer elektronische dragers voor de verspreiding van informatie te gebruiken. Hun gebruik biedt ons ook de gelegenheid om veel sneller informatie te verzamelen. Raadpleeg onze website dan ook telkens wanneer u op zoek bent naar informatie! U vindt er de thematische rapporten evenals de epidemiologische situatie, per pathogeen, van de infectieziekten in België en in de verschillende regio s. De wijzigingen waarvan sprake worden nog bijgestuurd, elk voorstel tot verbetering is dan ook welkom! De dienst Epidemiologie van infectieziekten verzamelt alle informatie om te voldoen aan de behoeften van beleidsmakers voor preventie en sensibilisatie alsook voor het beheer van de prioriteiten op het gebied van de volksgezondheid. Regionale specificiteiten zijn in een nationale, Europese en internationale context geplaatst, een benadering die eens zo belangrijk is in het kader van aandoeningen waarvan er veel zogenaamd opduikend zijn en te maken hebben met de veranderingen in onze manier van leven. Tot slot wensen wij de zorgverleners te bedanken die, dankzij hun vrijwillige medewerking aan de surveillancenetwerken, de gegevens ter beschikking stellen op basis waarvan de analyse, de beschrijving en de interpretatie van de impact van infectieziekten en preventieve maatregelen kunnen worden verricht. Voorwoord 9 Namens de leden van de dienst Epidemiologie van infectieziekten, Sophie Quoilin

12

13 1. WIJZE VAN SURVEILLANCE Voor de epidemiologische surveillance van infectieziekten in België en de regio s maakt het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP) gebruik van verschillende surveillancesystemen. Voor de zoönosen en vectoroverdraagbare ziekten die in dit rapport worden besproken, zijn gegevens afkomstig van drie netwerken van laboratoria voor microbiologie, die systematisch informatie over de laboratoriumdiagnose van de belangrijkste pathogene kiemen doorgeven. Het eerste netwerk is het netwerk van peillaboratoria, dat sinds 1983 wordt gecoördineerd door de dienst Epidemiologie van infectieziekten van het WIV-ISP. Dit surveillancesysteem stoelt op een vrijwillige, onbezoldigde participatie van de laboratoria en vertegenwoordigt 61 % van alle laboratoria voor microbiologie (ziekenhuis- of privélaboratoria) in België. Die laboratoria zijn verspreid over 33 van de 43 arrondissementen van het land en vertegenwoordigen naar schatting 80 % van de tests voor een veertigtal pathogenen die door alle laboratoria worden uitgevoerd. Het betreft een stabiel en breed peilnetwerk dat de tendensen inzake de evolutie van de ziekte (uitgedrukt als gerapporteerde incidentie) in België en de regio s volgt. Het betreft dus niet het totale aantal nieuwe gevallen dat zich in de populatie heeft voorgedaan tijdens de vermelde periode, maar het aantal nieuwe gevallen dat door het netwerk werd gediagnosticeerd. Het tweede, meer recente netwerk, is het netwerk van nationale referentiecentra (NRC). Die NRC werden in 2011 opgericht voor 40 pathogene kiemen of groepen van pathogenen [1]. Het betreft één of meer laboratoria (hoogstens drie) per pathogeen of groep van pathogenen die worden aangeduid volgens een procedure die wordt beschreven in het Koninklijk Besluit van 9/2/2011. Dat KB bepaalt ook het juridische en financiële kader waarin de NRC moeten werken. Hun belangrijkste functie bestaat uit de diagnose van bepaalde pathogenen en de diagnostische bevestiging door karakterisering van de stammen die door laboratoria voor medische biologie worden verstuurd. Ze voeren onder meer een serotypering uit en evalueren de resistentie tegen antibiotica. Ze volgen de evolutie van de microbiologische kenmerken, signaleren abnormale verschijnselen zoals het (opnieuw) opduiken van ziekten of het verschijnen van gegroepeerde gevallen en dragen zo ook bij tot de epidemiologische surveillance. 1. Wijze van surveillance 11 Het derde netwerk is het netwerk van de referentielaboratoria (RL) die gespecialiseerd zijn in de diagnose van een bepaalde kiem (één laboratorium = één kiem). Dat netwerk bevestigt de diagnose van stalen die worden verstuurd door andere laboratoria voor microbiologie, en voert aanvullende onderzoeken uit zoals typering van stammen en/of onderzoek van de resistentie tegen

14 antibiotica. Het netwerk van referentielaboratoria functioneert volgens hetzelfde principe als de NRC, maar hun rol en taken zijn niet vastgelegd door een Koninklijk Besluit en het betreft een vrijwillige deelname. De referentielaboratoria dekken dus de pathogenen die niet op de lijst van de 40 pathogenen of groepen van pathogenen van de NRC staan. Deze drie netwerken werken nauw samen en worden gecoördineerd door de dienst Epidemiologie van infectieziekten, Operationele directie (OD) Volksgezondheid en Surveillance van het WIV-ISP. Voor dit rapport zijn we wat betreft de keuze van de informatiebron of het netwerk uitgegaan van de beschikbaarheid van de gegevens of van de bron die het volledigst was. Als er geen NRC bestaat voor een bepaalde pathogeen of als het NRC nog niet functioneel is, hebben we de gegevens gebruikt afkomstig van het netwerk van de referentielaboratoria of het netwerk van de peillaboratoria. Hieronder beschrijven we de bron die we hebben gebruikt voor de pathogenen die in dit rapport worden besproken (tabel 1). Tabel 1 Gegevensbronnen voor de verschillende pathogenen 1. Wijze van surveillance 12 Classificatie (1) Classificatie (2) Pathogeen agens Gegevensbron Bacillus anthracis RL Bartonella henselae RL Brucella spp. NRC Chlamydia psittaci Peillaboratoria Coxiella burnetii NRC Zoönosen Zoönosen Echinococcus spp. RL Entamoeba histolytica RL Francisella tularensis RL Hantavirus spp. NRC/Peillaboratoria Leptospira interrogans RL Pasteurella spp. RL Rabiesvirus NRC Ziekten die worden Anaplasma phagocytophilum NRC overgedragen door Borrelia burgdorferi Peillaboratoria/ NRC teken Tick-borne encephalitisvirus (TBEV) NRC Chikungunyavirus NRC/ Peillaboratoria Vectoroverdraagbare overgedragen door Ziekten die worden Denguevirus NRC ziekten muggen Plasmodium spp. RL/Peillaboratoria West-Nilevirus NRC Ziekten die worden Leishmania spp. RL overgedragen door Rickettsia spp. NRC andere vectoren Yersinia pestis RL

15 Verplichte aangifte Artsen zijn verplicht om (vermoedelijke) gevallen van bepaalde infectieziekten aan te geven aan de bevoegde diensten: de arts infectieziektebestrijding van het Agentschap Zorg en Gezondheid in Vlaanderen, de inspectie voor hygiëne van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de inspectie voor hygiëne van de Federatie Wallonië-Brussel voor Wallonië (zie contactpersonen in bijlage 1). De onderstaande tabel toont de meldingsplicht voor zoönosen en aandoeningen die worden overgedragen door vectoren per gewest. Tabel 2 Verplichte melding van ziekten per gefedereerde entiteit Pathogeen agens Ziekte Vlaamse Gemeenschap Federatie Wallonië- Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest Anaplasma Anaplasmose phagocytophilum Bacillus anthracis Miltvuur (Anthrax) Bartonella Bartonellose Borrelia burgdorferi Ziekte van Lyme Brucella spp. Brucellose Chlamydia psittaci Psittacose Chikungunyavirus Chikungunya Autochtoon geval Coxiella burnetii Q-koorts Denguevirus Dengue Autochtoon geval Echinococcus spp. Echinococcose Entamoeba Histolytica Amoebiase Francisella tularensis Tularemie Hantavirus spp. Hantavirose - - Leishmania spp. Leishmaniose Leptospira spp. Leptospirose Pasteurella spp. Pasteurellose Plasmodium Malaria Autochtoon geval Autochtoon geval Autochtoon geval Rabiesvirus Hondsdolheid Rickettsia Rickettsia-infectie - TBEV Tekenencefalitis West-Nilevirus West-Nilevirus - koorts Autochtoon geval Yersinia pestis Pest - 1. Wijze van surveillance 13

16 Referentie 1. Muyldermans G, Litzroth A, Ducoffre G, Quoilin S. Medical-Technical Advisory Board. Establishment and reinforcement of the national reference centers for human microbiology in Belgium. Arch Public Health Jun 22;70(1): Wijze van surveillance 14

17 2. ZOÖNOSEN Amoebiase (E. histolytica en E. dispar) Samenvatting In 2012 werden 12 gevallen van E. histolytica-infectie gediagnosticeerd in België. De ziekte komt vooral voor in tropische gebieden. Alle 5 de patiënten voor wie die informatie beschikbaar is, werden besmet tijdens een verblijf in Afrika. Inleiding Amoebiase is een parasitaire aandoening die wordt veroorzaakt door Entamoeba histolytica, een protozoön dat wordt overgedragen door water en voedingsmiddelen die gecontamineerd zijn met cysten. De mens is het enige reservoir van de parasiet [1]. Het meest voorkomende ziektebeeld veroorzaakt door E. histolytica is een invasieve darminfectie (dysenterie). Naast de darmen kan de parasiet nog andere organen infecteren zoals de lever, de longen en de hersenen. Amoebiase komt vooral voor in tropische gebieden (rond de evenaar). Methode Amoebiase is geen verplicht te melden ziekte in België. Surveillancegegevens zijn afkomstig van het referentielaboratorium van het Instituut voor Tropische Geneeskunde, dat stoelgangstalen analyseert met microscopie om cysten op te sporen en met antigeendetectiemethoden. Monsters waarin cysten of het antigeen gedetecteerd worden, worden met real time PCR geanalyseerd om een onderscheid te maken tussen E. histolytica en het niet pathogene species E. dispar. Epidemiologische situatie In 2012 heeft het referentielaboratorium 247 stoelgangstalen gerapporteerd die met PCR positief waren op Entamoeba histolytica/dispar. E. dispar werd gedetecteerd in 235 stalen en E. histolytica in 12 (4,9 %) stalen. E. histolytica werd ook met PCR teruggevonden in 4 monsters van leverabcessen. Een infectie met Entamoeba histolytica doet zich meer voor bij mannen (man/ vrouw verhouding 2/1) en de gemiddelde leeftijd is 43 jaar. Vijf patiënten werden geïnfecteerd in Afrika. Van 7 patiënten is niet bekend waar ze werden geïnfecteerd. 2. Zoönosen 15

18 Bespreking en besluit Verdere surveillance van amoebiase is belangrijk, want hoewel de infectie vaak geen symptomen veroorzaakt, kan ze tal van complicaties veroorzaken. Het is ook belangrijk de twee types van Entamoeba te blijven differentiëren. E. dispar is immers niet pathogeen en een infectie hoeft dan ook niet te worden behandeld [1]. Referenties 1. World Health Organization. Weekly Epidemiological Record. 1997, 72 (14): Beschikbaar via: 2. Zoönosen 16

19 Bartonellose (Bartonella henselae) Samenvatting Het aantal positieve tests op Bartonella henselae in België in 2012 (n=863) was hoger dan de vorige jaren. Het aantal gevallen was het hoogst in Wallonië en meer bepaald in Henegouwen (n=327), met een gerapporteerde incidentie van 24,8 gevallen per inwoners, 3-maal hoger dan het nationale gemiddelde (7,9/ ). Als de stijging in 2013 aanhoudt, zou het interessant zijn om die tendens te onderzoeken zodat toereikende maatregelen kunnen genomen worden om de infectie te controleren en te voorkomen. Inleiding De kattenkrabziekte ( cat scratch disease ) is een infectieziekte bij de mens die al 70 jaar bekend is. De mens wordt besmet door een beet of krabben van een kat of door in de ogen te wrijven na het strelen van een kat. Transmissie door de beet van een geïnfecteerde teek of vlo kan evenwel niet worden uitgesloten en zou gevallen van infectie kunnen verklaren bij mensen die zich niet herinneren gekrabd of gebeten te zijn door een kat [1]. De rol van honden bij de overdracht van de ziekte is nog niet duidelijk, maar mogelijks vormen zij wel een blootstellingsrisico [2,3]. Deze zoönose veroorzaakt in 50 % van de gevallen een huidletseltje (eerst een papel, daarna een blaasje en vervolgens een ulcus) op de plaats van inoculatie. De patiënt vertoont lichte koorts en adenopathieën twee weken na te zijn gekrabd of gelikt door een kat of na te zijn gebeten door kattenvlooien. Vaak vertoont de patiënt hoofdpijn, keelpijn, conjunctivitis, een malaise, anorexie en rillingen. In 5-10 % van de gevallen treden atypische verschijnselen op zoals het oculoganglionaire syndroom van Parinaud (periauriculaire adenopathie en palpebrale conjunctivitis). Geïnfecteerde patiënten kunnen ook een meningitis, encefalitis, osteolytische letsels en trombocytopenische purpura ontwikkelen. 2. Zoönosen Methode Bartonellose is geen meldingsplichtige ziekte in België. Surveillancegegevens zijn afkosmtig van het referentielaboratorium van de Cliniques universitaires St-Luc. We beschrijven hier de gevallen met een positieve serologische of moleculaire test die werden gerapporteerd door het referentielaboratorium in 2011 en 2012, volgens leeftijdsgroep, geslacht en provincie. Die gegevens vertegenwoordigen niet alle tests die in België worden uitgevoerd. De gebruikte test voor diagnose is enerzijds de indirecte immunofluorescentie voor detectie van IgG- en IgM-antistoffen tegen Bartonella henselae in het serum en anderzijds, een PCR gericht tegen het RNA polymerase beta-subunit 17

20 gene (rpob), hoofdzakelijk op stalen verkregen door lymfeklierpunctie of -biopsie, gevolgd door een sequencing om het species te bepalen. De serologische screening wordt uitgevoerd met een verdunning van 1/320 voor opsporing van IgG-antistoffen tegen Bartonella. Als de screening positief is, wordt het staal verder apart getitreerd voor IgG (1/320, 1/640 en 1/1280) en IgM (1/100). Een IgG-titer van 1/320 zonder IgM weerspiegelt een oude infectie. Een IgGtiter 1/640 met of zonder IgM kan wijzen op een recente infectie. Epidemiologische situatie In 2011 en 2012 werden 1594 monsters positief getest op Bartonella henselae (731 in 2011 en 863 in 2012). Het aantal gevallen per provincie was het hoogst in Henegouwen, met een hoger aantal in 2012 (327, 37,9 %) vergeleken met 2011 (243, 33,2 %) (Figuur 1). Figuur 1 Gerapporteerde incidentie van positieve tests per inwoners per provincie, België, Zoönosen >24 Frequency Count 18 De distributie per regio was in 2012 vergelijkbaar met die in De gerapporteerde incidentie (15,7 per inwoners) was het hoogst in Wallonië, tweemaal hoger dan het nationale gemiddelde (7,9 per ), gevolgd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (4,8 per ) en Vlaanderen (3,6 per ) (Tabel 1).

21 Tabel 1 Distributie van de gevallen van Bartonella henselae per regio, Regio Aantal gevallen (%) Jaar 2011 Jaar 2012 Incidentie per inwoners Aantal gevallen (%) Incidentie per inwoners Brussel hoofdstad 60 (8,21 %) 5,4 54 (6,26 %) 4,8 Vlaanderen 219 (29,95 %) 3,5 227 (26,30 %) 3,6 Wallonië 448 (61,29 %) 12,7 556 (64,43 %) 15,7 Niet bekend 4 (0,55 %) - 26 (3,01 %) - België 731 (100 %) 6,7 863 (100 %) 7,9 De man-vrouwverhouding in 2012 en 2011 was nagenoeg hetzelfde, namelijk respectievelijk 1,3 en 1,4. Algemeen betreft het veel vaker recente dan oude infecties, zowel bij vrouwen als bij mannen (respectievelijk 83,4 % en 84,4 %). De incidentie van Bartonella henselae-infectie lijkt leeftijdsgebonden te zijn, met een dalende trend bij stijfende leeftijd (Figuur 2). In 2012 is het aantal gevallen in alle leeftijdsgroepen gestegen. Figuur 2 Distributie van de gevallen volgens leeftijdsgroep, België, Number of cases Zoönosen > 70 Age group (years) De incidentie is hoger in de herfst en in de winter, maar er worden het hele jaar door gevallen gediagnosticeerd. Bijna 71 % van de gevallen van kattenkrabziekte wordt gediagnosticeerd tussen oktober en maart, met een piek in de maand november.

22 2. Zoönosen 20 Bespreking en besluit De gegevens van het referentielaboratorium wijzen op een stijging tussen 2011 en Bij analyse van die gegevens worden er grote verschillen vastgesteld tussen de regio s en zelfs tussen de provincies. De jaarlijkse gerapporteerde incidentie van 7,9 per inwoners benadert die in de Verenigde Staten (9,3) [5]. De incidentie van kattenkrabziekte vermindert met de leeftijd. Dat strookt met studies die aantonen dat er een verband bestaat tussen de kattenkrabziekte en de leeftijd [4,6]. De man/vrouw verhouding is 4/1, wat ook overeen komt met de klassieke presentatie van de ziekte, die frequenter voorkomt bij mannen dan bij vrouwen. Die verhouding wordt kleiner met de leeftijd [7]. Het seizoengebonden effect van onze resultaten is vergelijkbaar met een studie die in Frankrijk werd uitgevoerd ( ), waarbij het hoogste aantal gevallen (87,5 %) gemeld werd tussen september en april, met een piek in december [4]. Dat is te verklaren door het feit dat katten in de winter meer binnen blijven. Het belang van de kattenkrabziekte mag niet worden onderschat. De seroprevalentie van Bartonella henselae in België werd nog niet gemeten en bij gebrek aan klinische gegevens hebben we geen idee over de impact van de ziekte in België. Om de epidemiologie van de ziekte beter te evalueren, registreren peillaboratoria sinds 2014 alle gevallen van kattenkrabziekte. Als het aantal gevallen in 2013 opnieuw is gestegen, vooral in Wallonië, is het aanbevolen om een studie uit te voeren naar de wijze van overdracht en de risicofactoren om gepaste preventieve en controlemaatregelen te kunnen nemen. Het zal de komende jaren ook interessant zijn om de gegevens van het netwerk van peillaboratoria te koppelen aan de klinische gegevens, om zodoende de impact van de ziekte te evalueren en de epidemiologie van de kattenkrabziekte in België beter in kaart te kunnen brengen. Referenties 1. Chomel B, Kasten R. Bartonellosis, an increasingly recognized zoonosis. Journal of Applied Microbiology 109 (2010) Sanguinetti-Morelli D, Angelakis E, Richet H et al. Seasonality of Cat-Scratch Disease, France, Emerging Infectious Diseases. April Vol. 17 (4): Dietrich F, Schmidgen T, Maggi R, Richter D et al. Prevalence of Bartonella henselae and Borrelia burgdorferi Sensu Lato. DNA in Ixodes ricinus Ticks in Europe: Applied and Environmental Microbiology, Mar Vol. 76 (5): Boulouis H, Chang C, Henn J, Kasten R et Chomel B. Factors associated with the rapid emergence of zoonotic Bartonella infections. Vet Res May-Jun; 36(3): Keret D, Giladi M, Kletter Y and Wientroub S. Cat-scratch disease osteomyelitis from a dog scratch. J. Bone Joint Surg :

23 6. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Surveillance van Infectieuze aandoeningen door een Netwerk van Labotatoria voor microbiologie Beschikbaar via: 7. Bruno B, Boulouis H, Maruyama S, Breitschwerdts E. Bartonella Spp. in Pets and Effect on Human Health. Emerging Infectious Diseases. March Vol. 12 (3): Zoönosen 21

24 Brucellose (Brucella spp.) Samenvatting In 2012 werden vijf gevallen van brucellose gemeld. Dat stemt overeen met een gerapporteerde incidentie van 0,04 per inwoners en is vergelijkbaar met de incidentie in Ten gevolge van een beroepsmatige blootstelling in de provincie Namen trad er een lokale haard van 3 gevallen op in Inleiding Brucellose, ook maltakoorts genoemd, is een wereldwijd verspreide zoönose die wordt veroorzaakt door een bacterie van het genus Brucella. Brucellose komt in alle leeftijdsgroepen voor. Het is een systemische infectie met aanvankelijk aspecifieke symptomen. Tijdens het verdere ziekteverloop kunnen echter alle organen worden aangetast en de patiënten moeten wegens complicaties vaak in het ziekenhuis worden opgenomen en gedurende verschillende weken worden behandeld met antibiotica [1]. Sommige patiënten ontwikkelen een chronische vorm die jaren kan aanslepen. De veestapel vormt het belangrijkste reservoir. De overdracht gebeurt door het eten van gecontamineerde producten of door direct contact met geïnfecteerde dieren, afgedreven vruchten of geïnfecteerde karkassen. Brucellose wordt beschouwd als een beroepsziekte. De epidemiologie van brucellose bij de mens hangt nauw samen met de infectie van dieren. De frequentie van brucellose is moeilijk te bepalen omdat het klinische beeld zo uiteenlopend is. 2. Zoönosen 22 Methode Brucellose is een ziekte die in België moet worden aangegeven. Surveillancegegevens zijn afkosmtig van het NRC van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA-CERVA) en het Instituut voor Tropische Geneeskunde. We beschrijven de epidemiologische situatie op basis van de gerapporteerde gegevens van het NRC en de verplichte melding. Epidemiologische situatie Tussen 1996 en 2012 werden 49 gevallen bevestigd door het NRC. Jaarlijks werden minstens één en hoogstens acht gevallen gerapporteerd, behalve in 2010, waarin geen enkel geval van brucellose werd gemeld (Figuur 1).

25 Figuur 1 Aantal gerapporteerde gevallen van brucellose per jaar, België, Number of cases In 2011 werden vijf gevallen van brucellose (Brucella melitensis biovar 2) gemeld. Drie gevallen hingen duidelijk samen met een reis naar Turkije, waar brucellose endemisch is. Aangezien B. melitensis niet werd gedetecteerd bij Belgische herkauwers, is het erg waarschijnlijk dat de twee andere patiënten ook in het buitenland werden geïnfecteerd. Om officieel brucellosevrij te blijven, heeft België een surveillanceprogramma opgezet dat stoelt op een bacteriologisch onderzoek van afgedreven vruchten, een willekeurige screening van runderen in de winter en een diagnose van geïmporteerde runderen uit landen die niet vrij zijn van runderbrucellose. Blootgestelde bedrijven worden gedurende twee jaar opgevolgd met screening van de runderen in de winter (FAVV). In 2012 waren er vijf bevestigde gevallen van brucellose (Brucella spp.). Drie gevallen die in Namen werden gediagnosticeerd, zijn vermoedelijk autochtone gevallen met een beroepsmatige blootstelling. Deze drie mensen werkten in bedrijven waarin er zich dat jaar een epidemie van runderbrucellose heeft voorgedaan. Eén geval werd geïmporteerd (Brucella melitensis biovar 3) en hield verband met een reis naar Turkije en één geval werd niet nader gespecificeerd. De vijf gevallen die in 2012 werden gerapporteerd, waren vier mannen van jaar (gemiddelde leeftijd 52 jaar) en één kind van 2 jaar. De man/vrouw verhouding was Zoönosen 23 De gevallen die zich in de jaren 2011 en 2012 voordeden, vertonen een seizoenseffect. De drie autochtone gevallen in 2012 werden gerapporteerd in de maand mei, tijdens de periode van het jongen.

26 Epidemiologische situatie in Europa In 2012 werden in totaal 328 bevestigde gevallen van brucellose bij de mens gesignaleerd door 26 lidstaten van de EU, 2,4 % minder dan in Dat stemt overeen met een rapportering van 0,07 gevallen per inwoners in de EU. Het hoogste aantal gevallen werd aangegeven in Griekenland en Portugal, met respectievelijk 1,09 en 0,36 gevallen per inwoners [2]. De meeste gevallen die aan de ECDC werden gemeld en waarvan het species bekend was, werden veroorzaakt door B. melitensis (83,8 %), gevolgd door B. abortus (10,1 %) en B. suis (3 %). De andere species van Brucella waren goed voor 3,0 % van de gevallen [2]. Slechts acht lidstaten hebben informatie over ziekenhuisopnames gegeven. Gemiddeld werd 78,0 % van de bevestigde gevallen in het ziekenhuis opgenomen. In 2012 heeft Portugal één sterfgeval als gevolg van brucellose gerapporteerd, wat neer komt op een sterfte in de EU van 0,93 % op de 108 bevestigde gevallen voor wie die informatie werd gerapporteerd [2]. 2. Zoönosen 24 Bespreking en besluit Het aantal gerapporteerde gevallen van brucellose bij de mens in België blijft zeer laag (gemiddeld 3 gevallen per jaar). Tussen 1997 en 2011 waren alle gerapporteerde/genotificeerde gevallen te wijten aan een verblijf in endemische gebieden. Mogelijk wordt de ziekte onvoldoende gediagnosticeerd als gevolg van het uiteenlopend klinisch beeld en de aspecifieke symptomen. De beste manier om brucellose bij de mens te voorkomen is controle en eliminatie van de infectie bij dieren en pasteurisatie van de melk. Er bestaan geen specifieke richtlijnen voor de woninghygiëne. In de werkomgeving moeten echter hygiënische maatregelen worden genomen en reizigers moeten op de hoogte worden gebracht van het risico op blootstelling in landen waar brucellose endemisch is. In Europa zijn er enkele landen waar nog brucellose bij dieren voorkomt (landen rond de Middellandse zee), namelijk Turkije, Portugal, Italië, Spanje en Griekenland. Dit zijn landen waar Belgen vaak op vakantie gaan [2]. Referenties 1. Solera J, Espinosa A, Alfaro E, Sanchez L et al. Treatment of Human Brucellosis with Doxycycline and Gentamicin. Antimicrobial Agents and Chemotherapy, Jan. 1997, p The European Union Summary Report on Trends and Sources of Zoonoses, Zoonotic Agents and Food-borne Outbreaks in 2012; Scientific report of EFSA and ECDC. Beschikbaar via:

27 Echinococcose (Echinococcus spp.) Samenvatting In 2011 en 2012 heeft het referentielaboratorium respectievelijk 14 en 4 nieuwe gevallen van hydatidose gerapporteerd (op basis van een positieve serologie). Zowel in 2011 als in 2012 werden twee gevallen van autochtone alveolaire echinococcose gerapporteerd, tegenover 1 geval in In 2008 en 2009 werd geen enkel geval gemeld. In Europa was het aantal gevallen van echinococcose in % hoger dan in Inleiding Humane echinococcose is een parasitaire infectie die wordt veroorzaakt door lintwormen van het genus Echinococcus. De twee vormen die belangrijk zijn voor de volksgezondheid, zijn cystische echinococcose en hydatidose (hydatidencyste) veroorzaakt door E. granulosus en alveolaire of multiloculaire echinococcose veroorzaakt door E. multilocularis. De mens wordt besmet door ingestie van parasieteneitjes in voedsel, water of aarde die gecontamineerd zijn door uitwerpselen van gastheerdieren (de hond voor E. granulosus en de vos voor E. multilocularis) of door direct contact met dierlijke gastheren van de parasiet. Echinococcose is zeldzaam (de mens is een accidentele gastheer), maar kan ernstig zijn. De behandeling is vaak duur en complex. Soms is een heelkundige ingreep vereist, en/of een zware, langdurige medicamenteuze behandeling die belangrijke bijwerkingen kan veroorzaken [1]. De preventie stoelt op hygiëne en regelmatige ontworming van huisdieren. Methode In België is het niet verplicht om gevallen van echinococcose aan te geven. De beschrijving van de epidemiologische situatie in België is gebaseerd op de gegevens van het referentielaboratorium, het laboratorium voor parasitologie van de faculteit Geneeskunde, ULB. De epidemiologische situatie in Europa wordt beschreven op grond van een literatuuroverzicht. Epidemiologische situatie In 2011 heeft het referentielaboratorium 16 nieuwe gevallen van echinococcose (granulosus en multilocularis) bevestigd en in 2012 waren dat er 6 (tabel 1). Dat komt neer op een incidentie van 0,15 per inwoners in 2011 en van 0,05 per inwoners in In 2011 waren er twee nieuwe gevallen van alveolaire echinococcose (een man van 46 jaar en een vrouw van 64 jaar) en 14 nieuwe gevallen van hydatidose (gediagnosticeerd bij tien mannen en 4 vrouwen, mediane leeftijd 42 jaar). Het 2. Zoönosen 25

28 aantal gevallen van echinococcose was in 2011 dus hoger dan in 2010 (10 gevallen waarvan één geval van alveolaire echinococcose) (Figuur 1). Figuur 1 Aantal gevallen van echinococcose (positieve serologie) per species, België, Number of cases E. multilocularis E. granulosus In 2012 werden twee nieuwe gevallen van alveolaire echinococcose gediagnosticeerd (2 mannen, 31 en 77 jaar oud), terwijl slechts vier gevallen van hydatose (op 20 tests) werden vastgesteld, bij één man en 3 vrouwen met een mediane leeftijd van 39 jaar. 2. Zoönosen 26 Epidemiologische situatie in Europa De gevalsdefinitie die in de EU wordt gehanteerd maakt geen onderscheid tussen de twee klinische vormen van de ziekte (alveolaire echinococcose en hydatidose) en de gevallen van echinococcose veroorzaakt door E. granulosus en E. multilocularis worden door de ECDC samen gerapporteerd [2]. In 2011 werden in totaal 781 bevestigde gevallen van echinococcose gerapporteerd in de EU, een stijging met 3,3 % ten opzichte van De gerapporteerde incidentie in de EU was 0,18 gevallen per inwoners. Het hoogste cijfer werd gerapporteerd in Bulgarije met 4,09 gevallen per inwoners, gevolgd door Litouwen met 0,74 gevallen per inwoners. Het species werd gespecifieerd door 13 lidstaten, wat overeenkomt met 79,8 % van de 623 gevallen. Slechts zes lidstaten hebben gevallen van E. granulosus gerapporteerd, twee hebben gevallen van E. multilocularis gerapporteerd en vijf lidstaten hebben beide parasieten bij de mens gerapporteerd. E. granulosus was goed voor 530 van de gevallen (85,1 %), en E. multilocularis voor 93 gevallen (14,9 %).

29 De laatste vijf jaar is het aantal gevallen van infectie met E. multilocularis (alveolaire echinococcose) gestegen en is het aantal gevallen van infectie met E. granulosus (cystische echinococcose) gedaald (respectievelijk gemeld door acht en zeven lidstaten). Bespreking en besluit Sinds 2004 voert het referentielaboratorium gemiddeld serologische onderzoeken per jaar uit voor opsporing van antistoffen tegen Echinococcus multilocularis. In een serologische studie die in 2004 werd uitgevoerd bij een risicogroep (115 boswachters in Wallonië), werd geen enkel verdacht geval van echinococcose geregistreerd [3]. De gerapporteerde incidentie in 2011 was vergelijkbaar met die in de EU (1,1 vs. 1,8) [4,5]. In België werd een lichte stijging van het aantal gevallen van hydatidose en van alveolaire echinococcose waargenomen, terwijl het rapport van de ECDC spreekt van een daling van het aantal gevallen van hydatidose en een stijging van het aantal gevallen van alveolaire echinococcose [4]. De ECDC vraagt echter niet aan de landen om het species te vermelden, en het zou dus kunnen dat bepaalde landen slechts de ene of de andere vorm van de ziekte aangeven, wat een vergelijking moeilijk maakt. Zonder goede behandeling kan een echinococcose fataal aflopen. In 2011 werd een derde van de bevestigde gevallen van echinococcose in het ziekenhuis opgenomen [2]. Het percentage van de patiënten die gehospitaliseerd moeten worden wegens echinococcose (zonder specificatie van het species) varieerde in de lidstaten van de EU van minder dan 10 % tot 100 %. Er werden twee sterfgevallen gemeld, wat de sterfte in de EU op 0,9 % brengt [4]. Veel studies hebben aangetoond dat echinococcose een belangrijk probleem voor de volksgezondheid is dat vaak wordt verwaarloosd, vooral in endemische gebieden [6,7]. Referenties 1. Donald P, Darren J, Wenbao Z,Yurong Y. Diagnosis, treatment, and management of echinococcosis, Clinical review. BMJ, :e3866. Beschikbaar via: 2. Romig T. Echinococcus multilocularis in Europe--state of the art. Vet Res Commun Suppl 1: Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV). Trends and sources Report on zoonotic agents in Belgium. Working group on foodborne infections and intoxications. Beschikbaar via: 4. The European Union Summary Report on Trends and Sources of Zoonoses, Zoonotic Agents and Food-borne Outbreaks in 2012; Scientific report of EFSA and ECDC. Beschikbaar via: TS_2010_2011_S.pdf 2. Zoönosen 27

30 5. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Surveillance van Infectieuze aandoeningen door een Netwerk van Labotatoria voor microbiologie Beschikbaar via: 6. Battelli G. Echinococcosis: costs, losses and social consequences of a neglected zoonosis.vet Res Commun Sep. 33 Suppl 1: Davidson R, Romig T, Jenkins E, Tryland M et Robertson L. The impact of globalisation on the distribution of Echinococcus multilocularis. Trends Parasitol Jun. 28 (6): Zoönosen 28

31 Q-koorts (Coxiella burnetii) Samenvatting In 2012 werden 18 gevallen van Q-koorts gerapporteerd. De incidentie van Q-koorts was het hoogst in de leeftijdsgroep van jaar (0,8 gevallen per inwoners van jaar). In 2012 werden vier autochtone gevallen gediagnosticeerd. Die waren te wijten aan een beroepsmatige blootstelling. Inleiding Q-koorts is een zoönose die wordt veroorzaakt door Coxiella burnetii, een intracellulaire bacterie. De bacterie wordt vooral op de mens overgedragen door inhalatie van geïnfecteerde partikels afkomstig van kuddes geiten, schapen en in mindere mate runderen. Het is hoofdzakelijk een beroepsziekte, die voor het eerst in 1935 werd beschreven bij werknemers van een slachthuis in Brisbane, Australië. Vandaar de oorspronkelijke benaming slachthuiskoorts. De naam werd daarna veranderd in Q-koorts zoals query om te onderstrepen dat de oorzaak en de epidemiologie ervan toen nog niet bekend waren. Q-koorts treedt vooral op bij landbouwers, arbeiders in slachthuizen, wolbewerkers, veeartsen en laboranten. Q-koorts kan asymptomatisch zijn (60 % van de gevallen), maar kan ook koorts of een griepachtig syndroom veroorzaken. Meestal volgt spontane genezing, maar zelden leidt de infectie tot een chronische ziekte (1-5 %). De sterfte tijdens de acute fase wordt geraamd op minder dan 1 %. De chronische vorm wordt vaak gekenmerkt door endocarditis, wat zeer ernstig kan zijn (sterfte van % zonder behandeling). Persistentie van Coxiella burnetii in de baarmoeder bij een zwangere vrouw die wordt geïnfecteerd tijdens de zwangerschap, kan verloskundige complicaties veroorzaken (miskraam, vroeggeboorte, groeiachterstand en mors in utero). Methode Q-koorts moet in de 3 regio s worden aangegeven. Het NRC, bestaande uit een consortium van het militair hospitaal Koningin Astrid, het Instituut voor Tropische Geneeskunde en het CODA-CERVA, staat in voor de epidemiologische surveillance. We beschrijven de epidemiologische situatie in België op basis van de gegevens die we hebben gekregen van het NRC en via de verplichte aangifte. Het NRC stelt de diagnose van Q-koorts met een PCR of serologie. Een positieve PCR of een IgM-antistoftiter (fase II) 1/64 wijst op een recente/acute infectie. Als er vervolgstalen en/of klinische gegevens voorhanden zijn, wordt daar ook rekening mee gehouden bij de interpretatie van de resultaten. 2. Zoönosen 29

32 Epidemiologische situatie Tijdens de periode werden er in België 130 gevallen van Q-koorts gerapporteerd, met een gemiddelde van 26 gevallen per jaar (spreiding 18-34) (Figuur 1). In 2011 werden 23 gevallen van Q-koorts gerapporteerd en in (zeven bevestigde en 11 mogelijke gevallen). Van de 5 gevallen in 2012 waarvoor de informatie beschikbaar was waren er vier autochtone gevallen als gevolg van beroepsmatige blootstelling en één importgeval (reis naar Nederland). De man/vrouw verhouding varieert van jaar tot jaar, maar algemeen worden er meer gevallen gerapporteerd bij mannen dan bij vrouwen. In 2012 bedroeg de M/V verhouding 1/0,8 en in 2011 was dat 2,3/1 (Figuur 1). Figuur 1 Aantal gevallen van Q-koorts volgens het geslacht en per jaar, België, Number of cases Women Men 5 2. Zoönosen In 2012 werd de hoogste incidentie van Q-koorts gerapporteerd in de leeftijdsgroep van jaar (0,8 gevallen per inwoners, n=7), gevolgd door de leeftijdsgroep van jaar (0,7 gevallen per inwoners, n=5) en de leeftijdsgroep van 65 jaar en ouder, met een incidentie van 0,3 per inwoners (n=5). De gevallen worden het hele jaar door gediagnosticeerd. De vier autochtone gevallen in 2012 werden evenwel gediagnosticeerd in de maand maart, de periode van het jongen (Figuur 2)

33 Figuur 2 Aantal gerapporteerde gevallen van Q-koorts per maand, België, Number of cases Jan Feb Mar Apr May June July Aug Sept Oct Nov Dec In 2012 werd het hoogste aantal gevallen geregistreerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een incidentie van 0,35 gevallen per inwoners, tweemaal meer dan het nationale gemiddelde (0,17 per inwoners). De incidentie was 0,17 in Wallonië en 0,11 in Vlaanderen. Drie van de 4 autochtone gevallen in 2012 kwamen voor in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het vierde geval in de provincie Namen. Epidemiologische situatie in Europa De aangifte van Q-koorts is niet in alle landen van de EU verplicht. In 2012 hebben 24 lidstaten in totaal 643 gevallen van Q-koorts gerapporteerd, met een incidentie van 0,17 per inwoners. Het grootste aantal gevallen werd gerapporteerd in Duitsland (n=198) en Frankrijk (n=168). Het aantal gevallen blijkt te dalen. In 2010 en 2011 werden respectievelijk 1380 en 759 gevallen gerapporteerd. De sterke daling tussen beide jaren wordt verklaard door het einde van de epidemie die in Nederland heeft gewoed van 2007 tot 2010, waarbij meer dan mensen werden geïnfecteerd en er 24 zijn gestorven [1,2]. 2. Zoönosen 31 Bespreking en besluit Q-koorts is endemisch in de hele wereld behalve in Nieuw-Zeeland. Zoals in de meeste Europese landen is de gerapporteerde incidentie in België zeer laag, met 0,2 gevallen per inwoners [3,1]. Q-koorts kan echter epidemisch worden. In Europa zijn meerdere epidemieën van Q-koorts gerapporteerd [2,4-9], vooral in Nederland.

34 De incidentie verschilt niet duidelijk volgens het seizoen, maar de perioden waarin geiten en schapen jongen, namelijk het einde van de lente en het begin van de zomer in Europa, zouden een hoger risico inhouden [1,10]. Het infectierisico blijkt hoger te zijn op het platteland als gevolg van veeteelt, maar er zijn ook epidemische opflakkeringen geweest in stedelijke of semistedelijke gebieden, vooral bij immunodeficiënte mensen [2]. Mannen worden iets vaker geïnfecteerd dan vrouwen. Zeer waarschijnlijk is dat toe te schrijven aan het feit dat vooral mannen risicoberoepen uitoefenen. Q-koorts komt ook vaker voor in de actieve bevolking van jaar [1,2,4-10]. Het aantal gerapporteerde gevallen in België wordt waarschijnlijk onderschat, omdat de ziekte vaak geen of aspecifieke symptomen veroorzaakt zodat de diagnose kan worden gemist. Coxiella burnetii is zeer besmettelijk. Eén enkele bacterie volstaat om de ziekte te veroorzaken. Ze kan gemakkelijk worden overgedragen via aerosol. De les die we hebben geleerd uit de epidemie die in Nederland heeft gewoed van 2007 tot 2010, is dat een snelle identificatie van de gevallen en van de blootstellingsbron belangrijk is om toereikende preventieve en controlemaatregelen te kunnen nemen: voorlichting vooral van kwekers over het risico op overdracht van de ziekte en over de algemene maatregelen zoals vernietiging van de moederkoek en het naleven van de reglementering betreffende bemesting [11]. 2. Zoönosen 32 Referenties 1. European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC). Annual Epidemiological Report Beschikbaar via: 2. Van der Hoek W, Dijkstra F, Schimmer B, Schneeberger PM, Vellema P, Wijkmans C, ter Schegget R, Hackert V, van Duynhoven Y. Q fever in the Netherlands: an update on the epidemiology and control measures. Euro Surveill. 2010;15(12):pii= Beschikbaar via: 3. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Surveillance van Infectieuze aandoeningen door een Netwerk van Labotatoria voor microbiologie Beschikbaar via: 4. Armengaud A, Kessalis N, Desenclos J-C, Maillot E, Brousse P, Brouqui P, et al. Urban outbreak of Q fever, Briançon, France, March to June Eurosurveillance 1997 Feb;2(2):12-3. Beschikbaar via: 5. Schimmer B, Morroy G, Dijkstra F, Schneeberger PM, Weers-Pothoff G, Timen A, et al. Large ongoing Q fever outbreak in the south of the Netherlands, Euro Surveill. 2008;13(31):pii= Beschikbaar via: 6. Dijkstra F, Van der hoek W, Wijers N, Schimmer B, Rietveld A et al. The Q fever epidemic in the Netherlands: characteristics of notified acute Q fever patients and the association with dairy goat farming. FEMS Immunol Med Microbiol Feb;64(1): King L, et al. Outbreak of Q fever, Florac, Southern France, Spring Vector Borne Zoonotic Dis Apr;11(4):341-7.

35 8. Selvaggi M, Rezza G, Scagnelli M, Rigoli R, Rassu M, De Lalla F, Pellizzer GP et al. Investigation of a Q-fever outbreak in northern Italy. Eur J Epidemiol Aug;12(4): Van Woerden H, Mason B, Nehaul L, Smith R, Salmon R et al. Q Fever Outbreak in Industrial Setting. Emerg Infect Dis July;10(7): Roest H, Tilburg J, van der Hoek W, Vellema P, van Zijderveld F, Klaassen C et al. The Q fever epidemic in the Netherlands: history, onset, response and reflection. Epidemiol Infect Jan;139(1): Hoge Gezondheidsraad. Aanbevelingen betreffende de preventie en bestrijding van Q-Koorts in België. Publicatie van 12 januari 2011; N Beschikbaar via: belgium.be/internet2prd/groups/public/@public/@shc/documents/ie2divers/ pdf 2. Zoönosen 33

36 Hantavirose (Hantavirus spp.) Samenvatting Sinds 2005 stijgt het aantal gevallen dat door de peillaboratoria wordt gediagnosticeerd. Er worden meer gevallen gediagnosticeerd in Wallonië, vooral in de provincies die grenzen aan Frankrijk. Er worden het hele jaar door gevallen gediagnosticeerd, maar toch meer in de lente en de zomer. 2. Zoönosen 34 Inleiding Hantavirussen maken deel uit van de familie Bunyaviridae. De hantavirussen worden gegroepeerd in virussen van de Oude Wereld (Europa, Afrika en Azië) en van de Nieuwe Wereld (Noord- en Zuid-Amerika) naargelang de geografische verspreiding van de knaagdiervectoren, die de natuurlijke gastheren zijn. Knaagdieren vertonen een asymptomatische infectie, maar scheiden het virus uit in de urine, de stoelgang of het speeksel. De mens wordt vooral besmet via de luchtwegen, door inhalatie van aerosols van de uitwerpselen van knaagdieren. De infectie wordt in de regel niet overgedragen van mens op mens. Enkele zeldzame gevallen van mens-op-mens transmissie werden beschreven met het Andes virus in Argentinië en Chili. Hantavirussen veroorzaken een gegeneraliseerde infectie met een variabele ziektepresentatie afhankelijk van het verwekkend species. Er worden twee grote syndromen onderscheiden: hemorragische koorts met renaal syndroom (HFRS) en hantavirus cardiopulmonaal syndroom (HCPS). Meestal verloopt de infectie goedaardig, maar soms veroorzaakt ze ernstige nierproblemen, waarvoor de patiënt in het ziekenhuis moet worden opgenomen of waaraan hij zelfs kan overlijden. Algemeen blijft de sterfte laag (0,1 % voor Puumala, tot 15 % voor Dobrava) [1]. De belangrijkste risicogroepen zijn mensen die een activiteit uitoefenen waardoor ze in contact kunnen komen met het virus, zoals werk in contact met het bos, landbouwactiviteiten, bouwactiviteiten, en dat vooral in zones waar epidemische opflakkeringen voorkomen [2,3]. Het belangrijkste reservoir van het hantavirus in België, het Puumala virus, is de rosse woelmuis (Myodes glareolus). Methode Een hantavirusinfectie onder de vorm van een hemorragische koorts met een renaal syndroom, moet in België alleen worden aangegeven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De gegevens die we in dit rapport gebruiken om de evolutie van de ziekte in België te beschrijven, zijn afkomstig van het netwerk van peillaboratoria, dat gegevens rapporteert sinds 1996, en het NRC, sinds november 2010 gesitueerd in het UZ Leuven, dat over gegevens

Z O Ö N O S E N E N V E C T O R O V E R D R A A GBA R E Z I E K T E N. Epidemiologische surveillance

Z O Ö N O S E N E N V E C T O R O V E R D R A A GBA R E Z I E K T E N. Epidemiologische surveillance EPIDEMIOLOGIE V AN IN FECTIEZIEKTEN Z O Ö N O S E N E N V E C T O R O V E R D R A A GBA R E Z I E K T E N Epidemiologische surveillance Samenvattend jaaroverzicht 2017 1 W IE WE Z I J N SCIENSANO telt

Nadere informatie

Zoönosen en vectoroverdraagbare Ziekten

Zoönosen en vectoroverdraagbare Ziekten Zoönosen en vectoroverdraagbare Ziekten Samenvattend jaaroverzicht 2015 Epidemiologische surveillance in België Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP) Operationele directie Volksgezondheid

Nadere informatie

DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN ZOÖNOSEN EN VECTOR OVERDRAAGBARE ZIEKTEN

DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN ZOÖNOSEN EN VECTOR OVERDRAAGBARE ZIEKTEN DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN ZOÖNOSEN EN VECTOR OVERDRAAGBARE ZIEKTEN Epidemiologische surveillance in België Samenvattend jaaroverzicht 2015 Zoönosen en Vectoroverdraagbare Ziekten Samenvattend

Nadere informatie

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l. - 217 Auteurs: T. Lernout, M. Depypere, S. Patteet, K. Lagrou, D. Van Cauteren, B. Kabamba- Mukadi Hoofdpunten - In 217 werden

Nadere informatie

Zoönosen en vectoroverdraagbare ziekten

Zoönosen en vectoroverdraagbare ziekten Dienst Epidemiologie van infectieziekten Zoönosen en vectoroverdraagbare ziekten Epidemiologische surveillance in België, 2015 en 2016 Zoönosen en vectoroverdraagbare ziekten Het programma wordt financieel

Nadere informatie

DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN ZOÖNOSEN EN VECTOR OVERDRAAGBARE ZIEKTEN

DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN ZOÖNOSEN EN VECTOR OVERDRAAGBARE ZIEKTEN DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN ZOÖNOSEN EN VECTOR OVERDRAAGBARE ZIEKTEN Epidemiologische surveillance in België, 2013 en 2014 Zoönosen en vectoroverdraagbare ziekten Het programma wordt financieel

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

Humane surveillance van ziekten die door teken worden overgedragen in België

Humane surveillance van ziekten die door teken worden overgedragen in België Humane surveillance van ziekten die door teken worden overgedragen in België Tinne Lernout Epidemiologie van infectieziekten 22/09/2016 Rue Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussels Belgium T +32 2 642 51

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld op mensen [1]

gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld op mensen [1] Gepubliceerd op sciensano.be (https://www.sciensano.be) Home > Surveillance van tekenbeten in België: gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld

Nadere informatie

Tabel 1: Aantal tekenbeten per provincie en per regio, uitgedrukt in absoluut aantal en per inwoners, juli-december 2015

Tabel 1: Aantal tekenbeten per provincie en per regio, uitgedrukt in absoluut aantal en per inwoners, juli-december 2015 TekenNet.be Resultaten juli-december 2015 Voor toelichtingen: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel T + 32 2 642 51 11 F + 32 2 642 50 01 tekennet@wiv-isp.be

Nadere informatie

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie 166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk

Nadere informatie

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING TOESTAND OP 31 DECEMBER 2016 EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV- INFECTIE IN BELGIË

Nadere informatie

Teken-encefalitis: Een teken aan de wand?

Teken-encefalitis: Een teken aan de wand? Teken-encefalitis: Een teken aan de wand? Marieta Braks Medisch Entomologe, Ph.D. Centrum voor Zoőnosen en Omgevingsmicrobiologie/ RIVM Teken-encefalitis: Een teken aan de wand? 29 november 2013 Disclosure

Nadere informatie

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Amendement van het eliminatieplan voor mazelen in België ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Oktober 2006 Comité voor de eliminatie van mazelen en rubella in België INLEIDING In het nieuw `Strategisch plan

Nadere informatie

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100.

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100. TUBERCULOSE in België Dankzij de verplichte melding van alle gevallen van actieve tuberculose kunnen de VRGT (Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding) en de FARES

Nadere informatie

Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties

Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties - 7 Auteurs: Nele Boon and Tine Grammens, Wesley Mattheus², Chloé Wyndham-Thomas Revisie: Paloma Carrillo, Romain Mahieu, Sophie Quoilin,

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N. Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012.

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. Inleiding In 2012 bevestigden de twee laboratoria van het Nationaal Referentie Centrum Bordetella pertussis een

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. N.Botteldoorn WIV-ISP J. Wytsmanstraat Brussel Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Email: Nadine.Botteldoorn@wivisp.be

Nadere informatie

want hondsdolheid in je koffers maakt dodelijke slachtoffers

want hondsdolheid in je koffers maakt dodelijke slachtoffers Steek niks liefs in je valies... want hondsdolheid in je koffers maakt dodelijke slachtoffers Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Wat is hondsdolheid? Hondsdolheid is een zoönose

Nadere informatie

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening Het centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening (IDS) doet microbiologisch onderzoek, (bijzondere) humane diagnostiek en laboratoriumsurveillance

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD2013 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD2013 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/ Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD213 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/24.6.214 24.6.214 cijfers infectieziekten in beeld213 West- 1/31 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers infectieziekten

Nadere informatie

Q-koorts. Dr. Janna Munster AIOS gynaecologie Pathologendagen

Q-koorts. Dr. Janna Munster AIOS gynaecologie Pathologendagen Q-koorts Dr. Janna Munster AIOS gynaecologie Pathologendagen 30-03-2017 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 ANTWERPEN infectieziektebestrijding /

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 ANTWERPEN infectieziektebestrijding / / Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 213 ANTWERPEN infectieziektebestrijding /24.6.214 24.6.214 cijfers infectieziekten in beeld 213 Antwerpen 1/33 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/ / Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 213 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/24..214 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers infectieziekten Oost- 213 3 Cijfers infectieziekten 213 1

Nadere informatie

RSV en influenza seizoen

RSV en influenza seizoen RSV en influenza seizoen 2017-2018 1. Huidige epidemiologie 1.1 WIV Het WIV stelt een wekelijkse update beschikbaar voor de opvolging van het influenza seizoen, aan de hand van de klinische surveillance

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN TEKENBETEN IN BELGIË

SURVEILLANCE VAN TEKENBETEN IN BELGIË EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN SURVEILLANCE VAN TEKENBETEN IN BELGIË 1 W I E W E Z I J N SCIENSANO telt meer dan 700 medewerkers die zich elke dag opnieuw inzetten voor ons motto: levenslang gezond.

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Listeria monocytogenes. Straat: Wytsmanstraat 14

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Listeria monocytogenes. Straat: Wytsmanstraat 14 ationaal Referentiecentrum Coördinator referentiecentrum Rapportering voor het jaar 11 Referentiecentrum voor monocytogenes. amen: Dr. Bertrand Sophie en Dr. Mattheus Wesley Tel: /64 5 8 of /64 5 89 Instelling:

Nadere informatie

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie Het centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie (Z&O) doet onderzoek naar microbiële risico s veroorzaakt door besmet voedsel, door pathogenen (ziekteverwekkers)

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Instelling: WIV-ISP Straat: Wytsmanstraat 14 Stad: 1050 Brussels

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Instelling: WIV-ISP Straat: Wytsmanstraat 14 Stad: 1050 Brussels Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor en Shigella Coördinator referentiecentrum Namen: Dr. Bertrand Sophie en Dr. Mattheus Wesley Tel: 02/642 50 82 of 02/642 50 89 Instelling: WIV-ISP

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 VLAAMS-BRABANT Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 VLAAMS-BRABANT Infectieziektebestrijding/ / Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 213 VLAAMS-BRABANT Infectieziektebestrijding/24..214 24..214 cijfers infectieziekten in beeld 213 Vlaams-Brabant 1/32 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012 Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 0/0/202 3/0/202 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), Volksgezondheid en surveillance, Brussel,

Nadere informatie

De Q koorts epidemie in Nederland

De Q koorts epidemie in Nederland De Q koorts epidemie in Nederland Coxiella burnetii Wim van der Hoek, artsepidemioloog, Centrum Infectieziektebestrijding 1 Huisarts Herpen Toename Q koorts? Microbioloog Huisarts Sint Oedenrode Mei Juni

Nadere informatie

Surveillancenetwerk voor de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België

Surveillancenetwerk voor de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België WIV - CJD 2001- België 8/04/03 1/7 SCIENTIFIC INSTITUTE OF PUBLIC HEALTH 14, Juliette Wytsmanstreet 1050 Brussels Belgium www.iph.fgov.be/epidemio Contactpersoon voor verdere inlichtingen : Dr. Sophie

Nadere informatie

Surveillance van Yersinia enterocolitica en Yersinia pseudotuberculosis in België

Surveillance van Yersinia enterocolitica en Yersinia pseudotuberculosis in België Surveillance van Yersinia enterocolitica en Yersinia pseudotuberculosis in België Verslag werkjaar 2014 Twee universitaire microbiologische laboratoria fungeren in België als referentiecentra voor Yersinia

Nadere informatie

Uitbestede onderzoeken

Uitbestede onderzoeken Medische Microbiologie Uitbestede onderzoeken Het MSL MM besteed het onderzoek uit op: Aciclovir resistentiebepaling HSV Oorspronkelijk materiaal/uitstrijk op wattendrager in virusmedium Afrikaanse slaapziekte

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

Uitbestede onderzoeken

Uitbestede onderzoeken Medische Microbiologie Uitbestede onderzoeken Het MSL MM besteed het onderzoek uit op: Instelling locatie Aciclovir resistentiebepaling HSV Oorspronkelijk materiaal/uitstrijk op wattendrager in virusmedi

Nadere informatie

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2013.

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2013. NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2013. Inleiding In 2013 bevestigden de twee laboratoria van het Nationaal Referentie Centrum Bordetella pertussis een

Nadere informatie

VERKORTE DOCUMENTATIEFICHE EBOLA

VERKORTE DOCUMENTATIEFICHE EBOLA Li / documentatiefiche VERKORTE DOCUMENTATIEFICHE EBOLA Verkorte versie van de operationele procedure van 7 oktober 2014 van de Risk Management Group Belgium over ebola voor gezondheidswerkers/ 10.10.2014

Nadere informatie

Leptospirose Knaagdieren en Zoὃnosen 11e Nationale Symposium Zoὃnosen 23 november 2017

Leptospirose Knaagdieren en Zoὃnosen 11e Nationale Symposium Zoὃnosen 23 november 2017 Leptospirose Knaagdieren en Zoὃnosen 11e Nationale Symposium Zoὃnosen 23 november 2017 Marga Goris, PhD Nationaal Referentielaboratorium voor Leptospirosen (NRL) (OIE) Leptospirose Referentie Centrum Academisch

Nadere informatie

Uitbestede onderzoeken

Uitbestede onderzoeken MaassstadLab Medische Microbiologie Uitbestede onderzoeken Het MSL MM besteed het onderzoek uit op: Instelling locatie Afrikaanse slaapziekte (Trypanosoma brucei) antilichamen Parasitologie (bruin formulier)

Nadere informatie

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

Samenvatting. Etiologie. samenvatting Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding op dit proefschrift. Luchtweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen, die door een groot aantal verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt kunnen

Nadere informatie

Brabant-Zuidoost. Zicht op Q-koorts. Ronald ter Schegget. arts infectieziektebestrijding. GGD Brabant-Zuidoost

Brabant-Zuidoost. Zicht op Q-koorts. Ronald ter Schegget. arts infectieziektebestrijding. GGD Brabant-Zuidoost Zicht op Q-koorts Ronald ter Schegget arts infectieziektebestrijding GGD Brabant-Zuidoost 1 Kernboodschap Q-koorts kunt u oplopen door het inademen van de bacterie. Wees alert op de verschijnselen van

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA. HIV/AIDS IN BELGIE Toestand op 31 december 2008

COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA. HIV/AIDS IN BELGIE Toestand op 31 december 2008 Ministère de la Santé de la Communauté française WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID AFDELING EPIDEMIOLOGIE COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA HIV/AIDS IN BELGIE Toestand op 31 december 2008

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2014 werden bij de actieve monitoring 3.036 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN TEKENBETEN IN BELGIË

SURVEILLANCE VAN TEKENBETEN IN BELGIË EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN SURVEILLANCE VAN TEKENBETEN IN BELGIË 1 W I E W E Z I J N SCIENSANO telt meer dan 700 medewerkers die zich elke dag opnieuw inzetten voor ons motto: levenslang gezond.

Nadere informatie

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j. 4 5 j j j j j j j j. 88 > 65 j.

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j. 4 5 j j j j j j j j. 88 > 65 j. Referentielaboratorium Brussel Inleiding De resultaten in de onderstaande tabel zijn gebaseerd op patiënten van wie : een staal naar het referentielaboratorium is verstuurd (U.C.L. - Brussel) voor diagnose;

Nadere informatie

COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA HIV/AIDS IN BELGIE

COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA HIV/AIDS IN BELGIE Avec le soutien de la Communauté française WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID Operationele Directie Volksgezondheid & Surveillance COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA HIV/AIDS IN BELGIE Toestand

Nadere informatie

Influenza surveillance

Influenza surveillance Influenza surveillance Tijdens de pandemie Hoe het begon in 2009 Begin april eerste infecties Verenigde Staten/Mexico In Nederland 1 e infectie 30 april 11 juni : WHO pandemie Interpandemische fase Laag

Nadere informatie

Uitbestede onderzoeken

Uitbestede onderzoeken Д1Х3Medische Microbiologie Uitbestede onderzoeken Het MSL MM besteed het onderzoek uit op: Aciclovir resistentiebepaling HSV Oorspronkelijk materiaal/uitstrijk op wattendrager in virusmedium Afrikaanse

Nadere informatie

DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN. EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS en HIV INFECTIE IN BELGIË

DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN. EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS en HIV INFECTIE IN BELGIË DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS en HIV INFECTIE IN BELGIË Toestand op 31 december EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS en HIV INFECTIE IN BELGIË Dit project werd gefinancierd door: In

Nadere informatie

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2011 Vlaams - Brabant

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2011 Vlaams - Brabant Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht Vlaams - Brabant Toezicht Volksgezondheid Team Infectieziektenbestrijding Vlaams-Brabant Brouwersstraat bus, Leuven Tel : - 7 Fax: - 7 toezichtvolksgezondheid.vlaamsbrabant@vlaanderen.be

Nadere informatie

Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Informatiemap Leptospirosen. Map voor professionals. A.P. Nauta, bedrijfsarts juli 1997 ACHTERGROND DIAGNOSE

Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Informatiemap Leptospirosen. Map voor professionals. A.P. Nauta, bedrijfsarts juli 1997 ACHTERGROND DIAGNOSE Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Informatiemap Leptospirosen Map voor professionals A.P. Nauta, bedrijfsarts juli 1997 ACHTERGROND DIAGNOSE PREVENTIE Referenties en nuttige adressen ACHTERGROND Inleiding

Nadere informatie

Klik om stijl te bewerken

Klik om stijl te bewerken Klik om stijl te bewerken Coxevac vaccinatie bij geiten 20-2-2019 1 Inhoud Voorstelling Ceva + mezelf Q-koorts: Wat is het? Q-koorts: Symptomen (mens + dier) Q-koorts: Diagnostiek Q-koorts: Preventie Q-Koorts:

Nadere informatie

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals Karin Heimeriks, Arbeidshygiënist, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM 1 14 april 2011 Wat kunnen jullie verwachten? Infectieziektebestrijding

Nadere informatie

De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde

De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde (BVK) ondersteunt deze sensibileringsbrochure. De BVK is een wetenschappelijke vereniging zonder winstoogmerk

Nadere informatie

Advies : Ontwerp koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucel

Advies : Ontwerp koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucel Advies 10-2006: Ontwerp koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucellose en het koninklijk besluit van 30 april 1999 betreffende

Nadere informatie

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2011 West-Vlaanderen

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2011 West-Vlaanderen Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht West-Vlaanderen Toezicht Volksgezondheid Team Infectieziektenbestrijding West-Vlaanderen Koning Albert I-laan - - Brugge Tel : 5-5 7 Fax: 5-9 toezichtvolksgezondheid.westvlaanderen@vlaanderen.be

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen - 1 -

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen - 1 - Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen - 1 - KONINKLIJK BESLUIT HOUDENDE MAATREGELEN VOOR DE BEWAKING VAN EN DE BESCHERMING TEGEN BEPAALDE ZOÖNOSES EN ZOÖNOSEVERWEKKERS 22.05.2005 (B.S.

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09

NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09 Een uitgave van: Nationaal Influenza Centrum (NIC): Rotterdam (Erasmus MC), Bilthoven (RIVM); Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL); Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2008 Dr. Marie-Laurence Lambert Afdeling Epidemiologie Contact : mllambert@iph.fgov.be

Nadere informatie

Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!)

Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!) Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!) De microbiologen zagen zieke mensen. In hun ogen waren dat er veel meer dan normaal en zij spraken van een epidemie. ( ) We hebben de epidemie

Nadere informatie

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2011 Antwerpen

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2011 Antwerpen Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht Antwerpen Toezicht Volksgezondheid Team Infectieziektenbestrijding Antwerpen Lange Kievitstraat -, bus, Antwerpen Tel : - Fax: - toezichtvolksgezondheid.antwerpen@vlaanderen.be

Nadere informatie

TekenNet.be. Resultaten januari-december Inleiding

TekenNet.be. Resultaten januari-december Inleiding TekenNet.be Resultaten januari-december 2016 Voor toelichtingen: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel T + 32 2 642 51 11 F + 32 2 642 50 01 tekennet@wiv-isp.be

Nadere informatie

RIVM Rattenmonitoring

RIVM Rattenmonitoring RIVM Rattenmonitoring Achtergrond en stand van zaken Miriam Maas Centrum voor Zoönosen en Omgevingsonderzoek Jean-Jacques Boujot Themabijeenkomst plaagdiermanagement NVPB en NVRD Zeist, 15 oktober 2015

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2010 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2011 039 Depotnummer: D/2011/2505/67

Nadere informatie

Informatie over de Ziekte van Lyme en andere tekenbeetziekten.

Informatie over de Ziekte van Lyme en andere tekenbeetziekten. Informatie over de Ziekte van Lyme en andere tekenbeetziekten. Zie voor nadere beschrijvingen van de tekenbeet co-infecties en de WWW.TEKENBEETZIEKTEN.NL bijbehorende symptomen de website van de Stichting

Nadere informatie

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2010 Oost-Vlaanderen

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2010 Oost-Vlaanderen Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht Oost-Vlaanderen Toezicht Volksgezondheid Team Infectieziektenbestrijding Oost-Vlaanderen Elf Julistraat, 9 Gent Tel : 9- Fax: 9- toezichtvolksgezondheid.oostvlaanderen@vlaanderen.be

Nadere informatie

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j.

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j. Referentielaboratorium Brussel Inleiding De resultaten in de onderstaande tabel zijn gebaseerd op patiënten van wie : een staal naar het referentielaboratorium is verstuurd (U.C.L. - Brussel) voor diagnose;

Nadere informatie

Koorts na tropenreis. Epidemiologie van reizigersziekten. Epidemiologie van reizigersziekten. Epidemiologie van reizigersziekten

Koorts na tropenreis. Epidemiologie van reizigersziekten. Epidemiologie van reizigersziekten. Epidemiologie van reizigersziekten Koorts na tropenreis Les ASO 22 november 2017 EuroTravNet studie (2011) : 5965 ill-returned travellers in Western-Europe Acute diarrhea 35% Dermatologic syndrome 18% Respiratory syndrome 11% Systemic febrile

Nadere informatie

Ribotype BR027 zet de langzame daling van zijn incidentie voort terwijl andere ribotypes zoals BR014, BR020, BR002 en BR078 in grote mate toenemen.

Ribotype BR027 zet de langzame daling van zijn incidentie voort terwijl andere ribotypes zoals BR014, BR020, BR002 en BR078 in grote mate toenemen. Surveillance van diarree geassocieerd met Clostridium difficile in de Belgische ziekenhuizen: resultaten van de nationale surveillance in 2012. Rapport van het referentiecentrum. M. Delmée, V. Avesani,

Nadere informatie

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2012 West-Vlaanderen

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2012 West-Vlaanderen Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht 1 West-Vlaanderen Toezicht Volksgezondheid Team Infectieziektenbestrijding West-Vlaanderen Koning Albert I-laan 1- - Brugge Registratie van infectieziekten

Nadere informatie

Academische werkplaats publieke Gezondheid (CEPHIR) en Infectieziektebestrijding

Academische werkplaats publieke Gezondheid (CEPHIR) en Infectieziektebestrijding Academische werkplaats publieke Gezondheid (CEPHIR) en Infectieziektebestrijding Een verkenning van de public health impact van 6 proefschriften 2006-2009 Chlamydia trachomatis Screening for Chlamydia

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2009 Dr Marie-Laurence Lambert Afdeling : Public Health and Surveillance Contact

Nadere informatie

15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant 15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant Kamervragen van het lid Thieme aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht meldingsplichtige infectieziekten in het kader van de Wet Publieke Gezondheid

Kwartaaloverzicht meldingsplichtige infectieziekten in het kader van de Wet Publieke Gezondheid Kwartaaloverzicht meldingsplichtige infectieziekten in het kader van de Wet Publieke Gezondheid Hierbij ontvangt u het overzicht van de gemelde infectieziekten die bij de afdeling I&H van de GGD Haaglanden

Nadere informatie

What s hot and what s not? Paul Bijkerk Epidemiologie en Surveillance Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM

What s hot and what s not? Paul Bijkerk Epidemiologie en Surveillance Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM What s hot and what s not? Paul Bijkerk Epidemiologie en Surveillance Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM 1 RIVM - 1909 Opgericht in Utrecht - 1953 Verhuizing naar Bilthoven - 2016 +- 1500 medewerkers

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België:

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België: Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België: Jaar 2012 B. Jans en Y. Glupczynski etenschappelijk Instituut Volksgezondheid (IV), OD Volksgezondheid

Nadere informatie

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0417/2018

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0417/2018 Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0514/2018 5.11.2018 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0417/2018 ingediend overeenkomstig artikel 128, lid

Nadere informatie

Zicht op Q-koorts. Kernboodschap

Zicht op Q-koorts. Kernboodschap Zicht op Q-koorts Deze informatie is tot stand gekomen in samenwerking met het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), diverse organisaties en beroepsgroepen. 1 Kernboodschap Q-koorts kunt

Nadere informatie

Humane salmonellose overgedragen door reptielen

Humane salmonellose overgedragen door reptielen Humane salmonellose overgedragen door reptielen Feiten en cijfers Lapo Mughini-Gras, DVM, PhD Wilfrid van Pelt, PhD 1 2 december 2014 Salmonella en reptielen - basics Salmonella is een natuurlijke darmbewoner

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in de Belgische ziekenhuizen: eerste semester INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

Wereldwijd overzicht ebolavirusinfecties

Wereldwijd overzicht ebolavirusinfecties Wereldwijd overzicht ebolavirusinfecties Epidemiologisch weekoverzicht ebola per 19oktober 2014 Inleiding Dit document bevat een wereldwijd overzicht van de epidemiologische situatie van ebolavirusinfecties

Nadere informatie

Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht 2010 Limburg

Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht 2010 Limburg Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht Limburg Toezicht Volksgezondheid Team Infectieziektenbestrijding Limburg V.A.C. Hendrik van Veldeke Koningin Astridlaan bus Tel : - Fax: - toezichtvolksgezondheid.limburg@vlaanderen.be

Nadere informatie

Twee opvattingen over Lyme-ziekte. Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt

Twee opvattingen over Lyme-ziekte. Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt Twee opvattingen over Lyme-ziekte Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt Oude en Nieuwe opvattingen over Lyme-ziekte Nederlandse CBO richtlijn Lyme-borreliose ILADS richtlijnen voor het management

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 065 Depotnummer: D/2010/2505/70

Nadere informatie

O N D E R Z O E K N A A R Z I E K T E K I E M E N I N T E K E N

O N D E R Z O E K N A A R Z I E K T E K I E M E N I N T E K E N EPIDEMIOLOGIE V AN IN FECTIEZIEKTEN O N D E R Z O E K N A A R Z I E K T E K I E M E N I N T E K E N Tekeninzameling april-oktober 2017 1 W IE WE Z I J N SCIENSANO telt meer dan 700 medewerkers die zich

Nadere informatie

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2012 Vlaams - Brabant

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2012 Vlaams - Brabant Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht Vlaams - Brabant Toezicht Volksgezondheid Team Infectieziektenbestrijding Vlaams-Brabant Brouwersstraat bus, Leuven Tel : - 7 Fax: - 7 toezichtvolksgezondheid.vlaamsbrabant@vlaanderen.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2012 Antwerpen

Epi-nieuws. Toezicht Volksgezondheid. Registratie overzicht 2012 Antwerpen Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht 1 Antwerpen Toezicht Volksgezondheid Team Infectieziektenbestrijding Antwerpen Lange Kievitstraat 111-11, bus 1, 1 Antwerpen Tel : - Fax: - 1 toezichtvolksgezondheid.antwerpen@vlaanderen.be

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2015

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2015 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2015 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2015 werden bij de actieve monitoring 3.218 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht 2010 Vlaams - Brabant

Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht 2010 Vlaams - Brabant Epi-nieuws Toezicht Volksgezondheid Registratie overzicht Vlaams - Brabant Toezicht Volksgezondheid Team Infectieziektenbestrijding Vlaams-Brabant Brouwersstraat bus, Leuven Tel : -9 Fax: -9 9 toezichtvolksgezondheid.vlaamsbrabant@vlaanderen.be

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2011

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2011 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2011 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2011 werden bij de actieve monitoring 3.397 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Laat je niet steken door muggen of teken: Marieta Braks, Medisch Entomoloog RIVM

Laat je niet steken door muggen of teken: Marieta Braks, Medisch Entomoloog RIVM Laat je niet steken door muggen of teken: Marieta Braks, Medisch Entomoloog RIVM 1 Laat je niet bijten door muggen of teken: Marieta Braks, Medisch Entomoloog RIVM 2 Inhoud 1. Plaagdieren 2. Vector-overdraagbare

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2012 werden bij de actieve monitoring 3.220 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie