THEMA 2 BELLEN EN MAILEN - B1

Transcriptie

1 s avonds tijdens de avond s middags tijdens de middag s nachts tijdens de nacht s ochtends tijdens de ochtend achter de achternaam de avond (-en) de bal (-len) aan de andere kant van iets of iemand, niet voor de naam van je familie. In Nederland staat je achternaam achter je voornaam het deel van de dag tussen de middag en de nacht een rond voorwerp waarmee je kunt spelen beter de breedte (-s of -n) het ding (-en) dit is de overtreffende trap van goed, sterker dan goed de afstand tussen de twee lange kanten of zijkanten van iets iets wat geen mens of dier is de dinsdag (-en) de tweede dag van de week 1 DISK, Boom Amsterdam

2 de aantekening (-en) iets wat je opschrijft om te onthouden en terug te kunnen lezen de absentie (-s) de keer dat je niet aanwezig bent afbellen afzeggen door de telefoon laten weten dat je niet komt of dat iets niet doorgaat zeggen dat je niet komt of dat iets niet doorgaat de ambtenaar (ambtenaren) de assistent (-en) de betrekking (-en) bezetten de contactpersoon (contactpersonen) de directie (-s) de dochter (-s) iemand die voor de overheid werkt iemand die voor zijn beroep iemand anders helpt bij zijn werk, bijvoorbeeld door de gemakkelijkere taken te doen de manier waarop twee of meer personen of zaken met elkaar te maken hebben een bepaalde plaats voor jezelf nemen, vaak vooral een plaats van iemand anders de persoon met wie je contact hebt over een bepaald onderwerp een groep mensen die de baas is van een organisatie het kind van iemand dat een meisje is doorgeven iets wat je eerst zelf hebt gekregen of gehoord aan iemand anders geven of vertellen 2 DISK, Boom Amsterdam

3 het dossier (-s) dringen alle papieren en gegevens in een computer, met informatie over één persoon of één onderwerp tegen mensen duwen om zelf naar voren te gaan dringend de duidelijkheid iets is zo belangrijk dat het meteen moet gebeuren de situatie dat iets goed te begrijpen is eenmalig als iets maar een keer gebeurt eindig als iets een einde heeft geldig goedemiddag halverwege als iets voldoet aan alle voorwaarden om het officieel te gebruiken dit zeg je als je 's middags iemand tegenkomt of afscheid neemt op de helft hier op deze plaats hieronder onder dit voorwerp of deze zaak hierover over dit onderwerp 3 DISK, Boom Amsterdam

4 hoe op welke manier inplannen in de planning opnemen inspreken kort dag iets zeggen wat wordt opgenomen door een apparaat onverwachts snel, wellicht iets te vlug met iets of iemand erbij naartoe onaardig naar een bepaalde plaats, in een bepaalde richting niet aardig schriftelijk als iets geschreven is het signaal (signalen) spoedig een teken waarmee je iets of iemand waarschuwt of iets duidelijk maakt binnen korte tijd, snel de sportdag (-en) de tandartspraktijk (-en) een dag waarop een school of bedrijf sportwedstrijden organiseert voor de eigen leerlingen of medewerkers het bedrijf van een tandarts 4 DISK, Boom Amsterdam

5 het telaatbriefje (-s) een briefje dat je nodig hebt als je te laat op school komt telefonisch via de telefoon het telefoonnummer (-s) tevens de reeks cijfers die je nodig hebt om iemand te bellen ook tijdig op tijd, niet te laat het tijdstip (-pen) een bepaald punt in de tijd tolereren iets goedvinden, je niet verzetten tegen iets verhinderen zorgen dat iets niet gebeurt vermelden officieel noemen, officieel laten weten de verstoring (-en) waarmee de keer dat een situatie op een vervelende manier veranderd wordt met wat of met welke de waarschuwing (-en) de woorden waarmee je tegen iemand zegt dat er gevaar dreigt 5 DISK, Boom Amsterdam

6 de ziekmelding (-en) de keer dat je zegt dat je niet kunt komen omdat je ziek bent de zoon (-s of zonen) het kind van iemand dat een jongen is 6 DISK, Boom Amsterdam