P.5.04/03 Versie : 012 Proceduresops Pagina : 1/17 Geldig Printdatum : 17-Oct-14 INHOUD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "P.5.04/03 Versie : 012 Proceduresops Pagina : 1/17 Geldig Printdatum : 17-Oct-14 INHOUD"

Transcriptie

1 Proceduresops Pagina : 1/17 INHOUD 1. Toepassing / doel Verantwoordelijkheid bloedafname Definities en afkortingen Vakbekwaamheid Veiligheid en hygiëne Veiligheid Hygiëne Handhygiëne Handschoenen Inrichting ruimte voor bloedafname Voorbereiding van patiënt Informatie aan patiënt en aanvrager Nader gebruik van lichaamsmateriaal Bezwaar tegen uitwisseling van uitslagen Aanvraag Benadering van patiënt Bejegening van volwassenen Bejegening van kinderen Identificatie en verificatie van de patiënt (Niet) biologische factoren Verdoving Verwarmen Desinfectie Bloedafname bij specifieke patiëntgroepen MRSA of BRMO dragers Tuberculose (TB) dragers Bloedafname in bijzondere situaties Bloedafname in het kader van CBR keuringen Bloedafname in het kader van keuringen Algemene voorbereiding bij bloedafname Minimale benodigdheden Bloedafnamesystemen Bloedafname buizen Volgorde buizen bij bloedafname Vulling van bloedafnamebuizen Positie patiënt Venapunctie Stuwen Toepassing stuwband Ongestuwde bloedafname Reiniging en desinfectie van stuwband Keuze aanprikplaats Uitvoering venapunctie Problemen bij venapunctie Capillaire bloedafname Algemeen Uitvoering vingerprik Uitvoering hielprik Na bloedafname Stelpen bloeding Etikettering buizen Complicaties patiënt Reiniging en afvalverwerking Meubilair Afvalverwerking...11

2 Proceduresops Pagina : 2/ Opmerkingen Bijbehorende documenten en formulieren Literatuur...12 Bijlage 1 De wet burgerservicenummer in de zorg...13 Bijlage 2: Soorten afnamesystemen...14 Bijlage 3: Bloedafnamebuizen...15 Bijlage 4 Keuze aanprikplaats bij venapunctie...16 Bijlage 5: Problemen tijdens bloedafname...17

3 Proceduresops Pagina : 3/17 1. Toepassing / doel Deze procedure beschrijft de correcte wijze van bloedafname met behulp van venapunctie (veneuze bloedafname) en vingerprik of hielprik (capillaire bloedafname). 2. Verantwoordelijkheid bloedafname Veneuze en/of capillaire bloedafnames worden verricht door daartoe bevoegde medewerkers bloedafname. De eindverantwoordelijkheid voor de bloedafname behoort aan de medisch coördinator of laboratoriumspecialist. 3. Definities en afkortingen BRMO = Bijzonder resistente micro-organismen LSKC = Laboratoriumspecialist klinische chemie MBA = Medewerker bloedafname MRSA = Meticilline-resistente Staphylococcus aureus CB = Coördinator diagnostisch centrum Kleurenkaart = Materiaalcodekaart 4. Vakbekwaamheid Bloedafname is een voorbehouden handeling. Een voorbehouden handeling is een geneeskundige handeling die onaanvaardbare risico s voor de gezondheid van de patiënt met zich kan meebrengen, wanneer ze door een ondeskundige worden uitgevoerd. In de wet BIG is beschreven wie deze handelingen mogen uitvoeren. Voor het uitvoeren van een voorbehouden handeling dient men bevoegd te zijn. Een arts is volgens de wet BIG zelfstandig bevoegd om bloed af te nemen en een medewerker bloedafname mag deze handeling alleen in opdracht van een arts uitvoeren als zij/hij een bekwaamheidsverklaring heeft en zichzelf bekwaam acht. SHO verzorgt de noodzakelijke opleiding en verstrekt de verklaring aan diegene, die praktisch en theoretisch blijk van bekwaamheid heeft gegeven. Specifieke bekwaamheidverklaringen met betrekking tot venapunctie, vingerprik en/of hielprik worden uitgegeven door de kwaliteitsfunctionaris aan daartoe bekwame en bevoegde medewerkers. De bekwaamheidsverklaringen worden gearchiveerd door de coördinator diagnostisch centrum. 5. Veiligheid en hygiëne 5.1 Veiligheid De medewerker bloedafname kan op verschillende locaties bloedafnames verrichten. Hierbij dient de medewerker zich op de hoogte te stellen van de op de betreffende locatie aanwezige veiligheidsvoorzieningen, voorzorgsmaatregelen in geval van calamiteiten en veiligheidsinstructies. Alle medewerkers die bloedafnames verrichten worden preventief gevaccineerd tegen hepatitis B. Bij indiensttreding bij SHO wordt de vaccinatiestatus gecontroleerd. De te nemen maatregelen bij het optreden van incidenten (prikaccident of accidenteel bloedcontact) worden beschreven in de procedure Prikaccident. Preventieve maatregelen ter voorkoming van een prikaccident zijn vastgelegd in de procedure Hygiëne. 5.2 Hygiëne Een goede persoonlijke hygiëne zorgt ervoor dat de kans dat u uzelf en/of de patiënt besmet aanzienlijk reduceert. De noodzakelijke hygiëne voorzorgsmaatregelen worden beschreven in de Procedure Hygiëne.

4 Proceduresops Pagina : 4/ Handhygiëne Op welke wijze en in welke situaties handhygiëne dient te worden uitgevoerd is beschreven in de procedure Hygiëne Handschoenen Handschoenen worden gedragen wanneer de handen in contact komen of kunnen komen met bloed. Handschoenen worden eenmalig en uitsluitend patiëntgebonden gebruikt. Algemeen geldt dat direct contact met biologisch materiaal vermeden moet worden. Wanneer bloed met een vacutainersyteem (gesloten systeem) wordt afgenomen en de patiënt zelf de afnameplaats afdrukt, zijn handschoenen niet noodzakelijk. Bij een verhoogd risico op een eventueel prikaccident, dienen handschoenen gedragen te worden zoals beschreven in de procedure Hygiëne. 6. Inrichting ruimte voor bloedafname Bloedafname ruimten dienen te voldoen aan minimale vereisten ten aanzien van inrichting, verlichting, reinheid en privacy. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij de regiomanager of de coördinator diagnostisch centrum. Mochten er afwijkingen optreden of verbeteringen noodzakelijk zijn, kan in overleg met de coördinator diagnostisch centrum contact worden opgenomen met de afdeling Facilitair. Specifieke informatie over de prikposten is te vinden in Prikpostinfo. 7. Voorbereiding van patiënt 7.1 Informatie aan patiënt en aanvrager Informatie over de voorbereiding van de patiënt op het betreffende onderzoek voor de patiënt of aanvrager is terug te vinden op het aanvraagformulier en op Nader gebruik van lichaamsmateriaal Lichaamsmateriaal dat overblijft kan voor wetenschappelijk onderzoek gebruikt worden. Dit gebeurt op anonieme wijze, dat wil zeggen dat niet meer kan worden nagegaan van wie het materiaal afkomstig is. Indien een patiënt hier bezwaar tegen heeft kan hij/zij dat kenbaar maken bij de bloedafname. Rechts onder op de achterkant van het aanvraagformulier kan de medewerker bloedafname of de patiënt het hokje aankruisen met daarachter de tekst Geen toestemming voor gebruik lichaamsmateriaal. 7.3 Bezwaar tegen uitwisseling van uitslagen Via Uitslagen Online kan een medisch specialist diagnostische uitslagen inzien. Dit biedt verschillende voordelen zoals snellere inzichtelijkheid van uitslagen maar ook inzichtelijkheid van uitslagen door andere medische specialisten. Het biedt een veilige uitwisseling van uitslagen van diverse (functie) onderzoeken. De patiënt kan hier bewaar tegen maken. In dat geval kan de patiënt worden verwijzen naar Uitslagen online. 7.4 Aanvraag Voor of direct na bloedafname dient het aanvraagformulier volledig ingevuld te worden met alle patiëntgegevens, aanvragergegevens, aanvraaggegevens en gegevens mbt de bloedafname in volgens de procedure Invullen aanvraagformulier. 7.5 Benadering van patiënt Bloedafname kan door patiënten ervaren worden als een minder prettige of angstige gebeurtenis. Om de angst van de patiënt zo veel mogelijk te verminderen, dien je de patiënt op een correcte wijze te benaderen Bejegening van volwassenen Zorg er altijd voor dat een patiënt zich op zijn gemak voelt. Een vriendelijke en een begripsvolle uitstraling zijn zeer waardevolle zaken in de benadering van de patiënt, maar blijf professioneel. Ga geen discussie aan met de patiënt; geef een patiënt altijd tijd, maar ga geen uitgebreide gesprekken voeren. Angstige patiënten bestaan wel degelijk; een correcte benadering is erg belangrijk. Laat een patiënt altijd liggen (indien mogelijk) als hij hierom vraagt. Een goede voorbereiding waarborgt goede kwaliteit en geeft uiteindelijk tijdwinst.

5 Proceduresops Pagina : 5/ Bejegening van kinderen Het verkrijgen van een representatief bloedmonster vergt bij kleine kinderen extra aandacht. Ten eerste doordat kinderen zich niet gemakkelijk laten prikken en ten tweede omdat bij hele jonge kinderen de hoeveelheid bloed een rol gaat spelen. Vanwege de risico's op vroegtijdige stolling en bijmenging van weefselvocht, moet hier extra aandacht aan besteed worden. Zonder assistentie kan dit moeilijkheden opleveren. Kijk altijd of een ouder/verzorger bereid en in staat is ondersteuning te verlenen. Neem tijd om het kind voor te bereiden. Een gillend/bewegend kind is niet te prikken. Forceer nooit. Stuur, indien u twijfelt, door naar één van de speciaal voor het verrichten van bloedafname bij kinderen ingerichte locaties. Er is ook een informatiefolder Kinderprikservice SHO beschikbaar. 7.6 Identificatie en verificatie van de patiënt De meest ingrijpende gevolgen van fouten bij laboratoriumdiagnostiek treden op bij een onjuiste patiëntidentificatie. Vandaar dat de patiëntidentificatie op juiste wijze dient te worden uitgevoerd. Voer hierbij een open identificatie uit; dit houdt in dat de patiënt zijn/haar naam en geboortedatum zelf zegt (indien mogelijk). De volgende gegevens worden gecontroleerd en ingevuld op het aanvraagformulier: - volledige achternaam inclusief voorletters: bij personen <18 jaar ook voornaam, bij gehuwde vrouwen ook altijd de meisjesnaam vermelden - geboortedatum - geslacht - adresgegevens patiënt (adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer) Controleer de identiteit van de patiënt aan de hand van een geldig wettelijk identiteitsdocument (zie Bijlage 2 De wet burgerservicenummer in de zorg): indien BSN nummer reeds vermeld staat op etiket aanvrager (dan heeft de huisarts de patiënt geïdentificeerd), dan mag bij bloedafname deze overgenomen worden. Voor het correct invullen van het aanvraagformulier zie procedure Invullen aanvraagformulier. 7.7 (Niet) biologische factoren Voor de aanvrager kan kennis over een aantal (niet)biologische eigenschappen van de patiënt essentieel zijn om de resultaten van het laboratoriumonderzoek juist te kunnen interpreteren. Zo kan leeftijd, geslacht, nuchter, zwangerschap, type bloedafname (capillair?) van belang zijn voor de interpretatie van laboratoriumuitslagen. In deze gevallen kunnen afwijkende referentiewaarden voor diverse bepalingen gehanteerd worden. Op het aanvraagformulier dienen de betreffende factoren aangekruist of genoteerd te worden. 7.8 Verdoving Alleen op aanvraag van de cliënt wordt verdoving gebruikt. Voor bloedafname bij kinderen kan gebruik gemaakt worden van verdoving. Op de speciaal voor het verrichten van bloedafname bij kinderen ingerichte locaties is Xylocaïnespray 10% (Lidocaïne 100 mg/ml) aanwezig. Vanaf één jaar wordt maximaal 3 keer gesprayed op de huid. Kinderen jonger dan één jaar alleen sprayen in overleg met de coördinator diagnostisch centrum of teamleider. 7.9 Verwarmen Bij de bloedafname zijn door SHO geen middelen toegestaan om de doorbloeding van venen te stimuleren zoals verwarmingspads. Zo nodig kan bij capillaire bloedafname de vinger worden verwarmd onder een lauwwarme kraan. Let hierbij op de juiste temperatuurinstelling van de kraan Desinfectie - Desinfecteer de huid eenmaal met alcohol (60-90%) met of zonder 0.5% chloorhexidine. - Laat de huid volledig aan de lucht drogen. - De gereinigde plek mag niet meer met de handen worden aangeraakt. Indien de bloedafname moeilijk verloopt en de huid met de vinger wordt betast, dient de huid opnieuw gedesinfecteerd te worden.

6 Proceduresops Pagina : 6/17 Opmerking: De Werkgroep Infectiepreventie acht desinfectie van de huid voor puncties van patiënten met normale weerstand niet nodig. 8. Bloedafname bij specifieke patiëntgroepen 8.1 MRSA of BRMO dragers Bij kortstondig patiënt contact is de kans op besmetting gering. Een goede handhygiëne is belangrijk. Indien de bloedafname medewerker eczeem aan de handen heeft dienen handschoenen gedragen te worden. Na het prikken reinigt de medewerker met 70 % handenalcohol de handen en droogt deze aan de lucht. Ook de stuwband dient na bloedafname met alcohol gereinigd te worden. 8.2 Tuberculose (TB) dragers Bij TB-dragerschap dient de bloedafname bij voorkeur plaats te vinden na de besmettelijke periode. Als een tuberculosepatiënt in de besmettelijke periode toch een prikpost komt bezoeken, dient dit altijd zo te worden gepland dat de patiënt niet onbeschermd tegelijk met andere patiënten in dezelfde ruimte komt. De nog besmettelijke TB-patiënt dient een FFP2 masker te dragen. Dit om te voorkomen dat de ruimte aërogeen geïnfecteerd raakt. 9. Bloedafname in bijzondere situaties 9.1 Bloedafname in het kader van CBR keuringen Bloedafname voor analyses (o.a. alcohol, CDT, MCV, ALAT, ASAT, GGT) in het kader van CBR keuringen vindt plaats volgens de geldende NVvP en NVKC richtlijn CDT. Hierbij dient persoonsidentificatie plaats te vinden aan de hand van een geldig identiteitsbewijs en wordt het nummer van het identiteitsbewijs voor minimaal een jaar vastgelegd. 9.2 Bloedafname in het kader van keuringen Patiënten met een aanvraagformulier van de huisarts en een formulier voor een keuring (bv hypotheek). Geef beide formulieren een apart labnummer, zo ook de afgenomen bloedbuizen. 10. Algemene voorbereiding bij bloedafname 10.1 Minimale benodigdheden Zorg dat alle benodigdheden klaar liggen en controleer op defecten en de houdbaarheidsdatum - Bloedafnamesysteem - Bloedafnamebuizen - Stuwband - Ontsmettingsmiddel - Zo nodig handschoenen - Overige: gaasjes, naaldcontainer, leukopor - Aanvraagformulier met evt barcode-etiketten met labnummers 10.2 Bloedafnamesystemen Er zijn verschillende bloedafnamesystemen t.w. safetynaald en de butterfly (Vacutainer Push Button). Bij voorkeur wordt de safetynaald gebruikt. Voor uitleg en gebruik van de naalden zie bijlage 2 Soorten afnamesystemen. Bij capillaire bloedafname wordt gebruik gemaakt van safety lancetten Bloedafname buizen Selecteer aan de hand van de kleurenkaart de juiste bloedafname buizen. Voor minder vaak voorkomende onderzoeken of onderzoeken waarvan de juiste bloedafnamebuis onbekend is kan deze worden opgezocht in het handboek Informatie Monsterafname en verwerking. Zo nodig kan ook telefonisch contact worden opgenomen met de coördinator diagnostisch centrum, één van de (assistent)teamleiders of het laboratorium. Afhankelijk van het buistype dient de afnamebuis na de bloedafname op de juiste wijze gezwenkt te worden. Zie bijlage 3 Bloedafname buizen.

7 Proceduresops Pagina : 7/ Volgorde buizen bij bloedafname Om te voorkomen dat carry-over van additieven plaatsvindt tussen de verschillende bloedafname buizen is de aanbevolen volgorde van de buizen bij een veneuze bloedafname als volgt: 1. citraat 2. gelbuis 3. heparinebuis 4. EDTA-buis 5. EDTA (zware metalen) 6. homocysteïnebuis 7. fluoride 10.5 Vulling van bloedafnamebuizen Elke buis bevat een specifieke hoeveelheid additief voor een specifieke hoeveelheid bloed. Vul de buizen altijd tot het juiste vulvolume. Indien een buis ondervuld of overvuld is, verandert de verhouding bloed/additief, hetgeen de uitslag van de test kan beïnvloeden. Indien een buis ondervuld is, dient het vacuüm van de buis gehaald te worden. Pak een safetynaald en steek de naald aan de binnenkant van de huls door de dop. Nooit de dop van de buis afhalen Positie patiënt Laat de patiënt tijdens de bloedafname een comfortabele positie in de stoel innemen. De meeste bloedafname stoelen hebben een armsteun. Stel deze op de juiste hoogte in. 11 Venapunctie Met betrekking tot venapunctie zijn de volgende specifieke onderwerpen van belang: - stuwen - keuze aanprikplaats - uitvoering - problemen bij venapunctie 11.1 Stuwen Toepassing stuwband Te lange stuwing kan leiden tot hemolyse en bijmenging van weefselvocht. Bij voorkeur wordt daarom tijdens de bloedafname zo kort mogelijk gestuwd. Leg de stuwband om de arm van de patiënt, tussen 7,5 en 10 cm boven de punctieplaats. Stuw niet langer dan nodig is (maximaal 1 minuut); als een goede bloedstroom is geconstateerd moet de stuwband ontspannen worden, maar laat deze nog wel om de arm zitten. Patiënten met diepliggende vaten (dit is vaak het geval bij adipeuze patiënten) zijn vaak moeilijk te prikken, waardoor vaak wat langer wordt gestuwd. Als de stuwband langere tijd aangelegd is geweest om een punctieplaats te zoeken, moet deze voor het opnieuw aanprikken van het vat 1 à 2 minuten worden losgemaakt.

8 Proceduresops Pagina : 8/17 De stuwband wordt losgemaakt, zodra het bloed in de bloedafname buizen stroomt Ongestuwde bloedafname - Blauwe buis (stolling) altijd ongestuwd, en nooit als eerste, afnemen, dus prik een blauwe buis, gooi deze weg, vervolgens de volgende blauwe buis kan voor een stollingsbepaling gebruikt worden. Volledig tot het streepje vullen - Kalium altijd ongestuwd afnemen, dat betekend geen vuist laten maken en een tweede buis met gele dop gebruiken voor de kalium (RD1 etiket) Reiniging en desinfectie van stuwband Aan het einde van de dag of bij het sluiten van de prikpost wordt de stuwband met alcohol gedesinfecteerd. Gooi een vieze stuwband weg Keuze aanprikplaats Een aanprikplaats wordt gekozen die voor de patiënt het minst belastend is. Meestal zal dit de elleboogsplooi zijn. Indien een andere aanprikplaats wordt gekozen dan de elleboogsplooi, dient dit te worden vermeld op het aanvraagformulier, zodat dit bij de onderzoeksresultaten kan worden vastgelegd. De interpretatie van onderzoeksresultaten kan worden beïnvloed door de aanprikplaats. Bij de keuze van de aanprikplaats worden de volgende zaken in overweging genomen: - ervaring van de patiënt - bij voorkeur de niet-dominante arm - bij voorkeur niet bloed afnemen uit: o Aan de zijde mastectomie en/of okseltoilet: door de arm aan de mastectromiezijde te stuwen wordt de kans op lymfoedeem bij de patiënt vergroot. Ook de kans op een infectie wordt door de slechte afvloed van lymfe en afvalstoffen aan de geopereerde zijde vergroot. o Uit verlamde/ongevoelige delen: de pijn wordt niet (goed) gevoeld waardoor er mogelijk minder aandacht is voor complicaties. o Uit zone met oedeem: er is sprake van een minder goede perfusie en complicaties treden sneller op. o bij aanwezigheid blauwe plekken: Hematomen zijn pijnlijk. Prik in dergelijke gevallen distaal van het hematoom o Bij uitgebreid littekenweefsel: Dit weefsel heeft een minder herstelvermogen. o Bij aanwezigheid canula, fistula o Infuusarm o Arm met shunt voor hemodialyse De keuze van de aanprikplaats vindt zo veel mogelijk in overleg met de patiënt plaats. Voor een toelichting op de keuze van de aanprikplaats zie bijlage 5 Keuze aanprikplaats 11.3 Uitvoering venapunctie - Stel de patiënt gerust; geef aan dat een prik pijnlijk is maar dat de pijn van korte duur is. Zeg nooit dat het geen pijn doet. - Vraag of de patiënt comfortabel zit en vraag om de arm op de armsteun te leggen (indien er een prikstoel aanwezig is). De arm moet goed ondersteund zijn en mag niet gebogen zijn. - Respecteer de ervaring van de patiënt; de patiënt kan op basis van een eerdere bloedafname aangeven welke vene goed aan te prikken is. - Indien een patiënt aangeeft dat hij/zij vaak flauw valt, zet dan de stoel in ligstand of laat de patiënt plaatsnemen op de brancard alvorens te prikken (indien aanwezig). - Kies de aanprikplaats - Desinfecteer de huid - Pak een naald met voorgemonteerde houder. - Voor zeer moeilijk te prikken patiënten, kinderen, of op de hand kan men gebruik maken van een butterfly. Zie bijlage 2 Soorten afname systemen. - Haal het roze veiligheidskapje volledig naar achter, richting houder.

9 Proceduresops Pagina : 9/17 - Verwijder nu de beschermhoes en fixeer het vat door de huid strak te trekken; raak de huid niet aan in het prikgebied i.v.m. verontreiniging. - De huid wordt aangeprikt (onder een hoek van ongeveer 15 graden) met de schuine zijde van de naald naar boven. De naald wordt verder door het weefsel naar het lumen van de vene bewogen. De weerstand neemt af, zodra de wand van de vene doorboord is. - Duw nu met de vrije hand door middel van de spuit-greep het buisje verder in de houder. Onder invloed van het vacuüm stroomt het bloed het buisje in. Wanneer een goede bloedstroom is geconstateerd, moet de stuwband ontspannen worden, maar laat deze nog wel om de arm zitten. - Fixeer de combinatie met uw linkerhand, door twee vingers tussen de naaldhouder en de huid en de duim op de huls. Wissel de buizen met uw rechterhand (indien linkshandig andersom). - De hoeveelheid bloed wordt bepaald door het vacuüm in de buis. Wissel de buizen niet te snel en controleer of ze voldoende gevuld zijn. Let op afname volgorde! Vooral bij de buizen met vloeibaar anticoagulans is dit nodig om de juiste eindconcentratie te verkrijgen. Voor buizen zonder anticoagulans is dit nodig om onderdruk te voorkomen; dit kan nl. hemolyse veroorzaken. Na het wisselen van de buizen, direct het buisje voorzichtig mengen (terwijl het volgende buisje vol loopt). - Voordat de naald uit de vene verwijderd wordt, wordt gecontroleerd of de stuwband geheel ontspannen is. De naald met een vloeiende beweging verwijderen, terwijl de arm van de patiënt gestrekt blijft. De stuwband verwijderen. - Direct het wondje afdrukken met een schoon gaasje en beoordelen of de patiënt in staat is de wond zelf af te drukken. - Trek de naald terug uit het bloedvat en duw onmiddellijk met de duim het beschermkapje over de naald. Een duidelijke klik geeft aan dat de naald veilig en onomkeerbaar beschermd is. - Gooi naald en naaldhouder als geheel weg in de naaldencontainer. - De buizen identificeren m.b.v. labnummer-etiketten (Buizen zonder identificatie worden op het laboratorium niet geaccepteerd). Er zijn 16 etiketten per patiënt. Plak de barcode met de tekst FORM, op het aanvraagformulier, over het vakje labnummer - De overige etiketten zijn voor de afname buizen, zie hiervoor de kleurenkaart Problemen bij venapunctie Als er geen bloed in de buis stroomt na het prikken, is de naald niet goed in de vene geplaatst. U kunt nu drie dingen doen (zie ook bijlage 5): 1. Probeer voorzichtig te corrigeren door de naald iets terug te trekken of juist dieper in te steken. 2. Verwijder de naald/houder combinatie en begin de procedure opnieuw. Neem bij een tweede keer altijd een schone naald en een nieuwe buis, omdat het vacuüm weg kan zijn. Als de eerste keer de venapunctie niet lukt, mag u een tweede maal prikken. Lukt dit dan nog niet, dan mag u met toestemming van de patiënt het nog een derde keer proberen. Meer dan drie maal prikken bij een patiënt is niet zinvol en nooit toegestaan! Neem altijd contact op met de coördinator diagnostisch centrum of teamleider als het prikken niet lukt en maak een afspraak met de patiënt. 3. Bij zeer moeilijk te prikken patiënten kunt u een vingerprik uitvoeren of een butterfly gebruiken, zie bijlage Capillaire bloedafname 12.1 Algemeen Capillaire bloedafname kan worden verricht in de vinger of hiel (bij kinderen < 1 jaar). Een vingerprik wordt uitgevoerd wanneer er d.m.v. een venapunctie geen bloed kan worden verkregen (bijv. kleine kinderen) Het materiaal dat via een vingerprik wordt verkregen is kwalitatief minder goed dan materiaal verkregen via venapunctie. Dit komt door bijmenging van weefselvocht. Hierdoor zijn de uitslagen minder betrouwbaar. Een hielprik wordt uitgevoerd op verzoek van de arts of verloskundige, meestal voor de bepaling van bilirubine bij baby's. Alleen de daartoe bevoegde medewerkers mogen een vinger- of hielprik uitvoeren.

10 Proceduresops Pagina : 10/ Uitvoering vingerprik - Bepaal de aanprikplaats (bij voorkeur opzij van de top van de vinger). - Ontsmet de prikplaats met desinfectans. - Prik met een safety lancet in één beweging. - Gooi het prikkertje direct weg in de naaldencontainer - Veeg de eerste druppel bloed altijd weg. - Vang het bloed op in de daarvoor bestemde microcontainer: Let erop dat er niet teveel gestuwd wordt (i.v.m. het vermengen van bloed met weefselvocht, en het evt. optreden van hemolyse). - Laat na het vullen van de microcontainers, de patiënt het wondje afdrukken met een schone watje of plak een pleister op de vinger. - Meng de microcontainers die anticoagulans bevatten tijdens het prikken. Zorg ervoor dat het bloed onmiddellijk gemengd wordt om te voorkomen dat het bloed gaat stollen. - De buizen identificeren m.b.v. labnummer-etiketten (Buizen zonder identificatie worden op het laboratorium niet geaccepteerd). Plak een OV etiket op het microbuisje en hang het microbuisje in buis (met beige dop) en plak op deze overbuis het juiste labnummer etiket Zet de buizen per patiënt achter elkaar op volgorde in rekje Uitvoering hielprik - Was altijd eerst de handen - Bekijk het hieltje van de baby en voel of het voetje warm is. Als het voetje koud is kunt u het opwarmen met een warm washandje of door het voetje een tijdje in warm water te dompelen. - U kunt de baby prikken terwijl hij ligt, of u kunt de baby door de moeder of andere persoon rechtop laten houden. - Bepaal de aanprikplaats; omvat het hieltje met de een hand en prik in één beweging met een safety lancet. Waarbij voorkomen moet worden dat het bot geraakt wordt i.v.m. het risico van osteomyelitis. - Veeg de eerste druppel bloed weg; Stuw zo min mogelijk. - Vang het bloed op in een microcontainer; Controleer zorgvuldig of het bloeden gestopt is, nadat u klaar bent met de afname. Plak het hieltje af met een pleister of een verbandje. - Meng de microcontainers die anticoagulans bevatten tijdens het prikken. Zorg ervoor dat het bloed onmiddellijk gemengd wordt om te voorkomen dat het bloed gaat stollen. - De buizen identificeren m.b.v. labnummer-etiketten, om het microbuisje het etiket met OV1 en het overbuisje voorzien van het juiste etiket (Buizen zonder identificatie worden op het laboratorium niet geaccepteerd). Denk ook aan labnummer-etiket op aanvraag en evt. overige materialen (bijv. urine). - Zet de buizen per patiënt achter elkaar op volgorde in rekje Opmerkingen bij capillaire bloedafname - Gevoeligheid en doorbloeding; Aan de zijkant van de vinger of hiel is de gevoeligheid het laagst en de doorbloeding het hoogst. - Osteomyelitis; dit is een ontsteking van het bot, ontstaan door beschadiging a.g.v. te diep prikken.

11 Proceduresops Pagina : 11/17 - Kwetsbaarheid van de huid; De huid van pasgeborenen kan snel beschadigen. - Onderhuidse hematomen; deze kunnen ontstaan door overmatig stuwen. - EDTA-cupjes tussendoor mengen ter voorkoming van stolsels. 13. Na bloedafname 13.1 Stelpen bloeding Na bloedafname wordt de bloeding gestelpt met een schoon gaasje. Laat de patiënt het gaasje licht op de bloedafnameplaats drukken. Draag zorg voor de patiënt dat de bloeding op adequate wijze wordt gestelpt Etikettering buizen Na bloedafname dienen de buizen op de juiste wijze te worden geïdentificeerd of geëtiketteerd. Indien geen bloedafname etiketten beschikbaar zijn, dienen minimaal de naam en geboortedatum van de patiënt op de verschillende afgenomen materialen genoteerd te worden Complicaties patiënt Het komt soms voor dat een patiënt tijdens of na het prikken niet lekker wordt. Meestal geeft hij aan duizelig te worden, begint te transpireren en te geeuwen. - Leg de patiënt plat neer in prikstoel of op een brancard (indien mogelijk). - Als de patiënt zich na verloop van tijd beter voelt, voorzichtig in fasen de patiënt weer rechtop zetten. Zie procedure B Onwel 14. Reiniging en afvalverwerking 14.1 Meubilair - Reinig de tafel met schoonmaakmiddel, bij eventuele bloedspoortjes ook nog met alcohol desinfecteren. - Reinig de prikstoel met water. - Ledig de urinepotjes (wanneer deze niet meegenomen worden naar de hoofdlocatie) in het toilet. De lege plastic potjes mogen afgevoerd worden via het huishoudelijk afval. LET op de naam van de patiënt mag niet zichtbaar zijn (zo nodig afplakken met een sticker of doorstrepen). - Maak de plek schoon waar de urinepotjes hebben gestaan Afvalverwerking Naalden worden in veilige naaldencontainers met UN-keurmerk afgevoerd. Een naaldencontainer goed afsluiten als deze vol is, deze maximaal vullen tot de zwarte lijn. Bij het verlaten van de prikpost, sluit de naaldencontainer af. Een volle naaldencontainer, definitief afsluiten en laten vervoeren naar de hoofdlocatie waar de verdere afvalverwerking plaatsvindt. Zie procedure Afval. 15. Opmerkingen Zorg dat het afgenomen materiaal onder de juiste afnamecondities (temperatuur, licht) bewaard wordt. Let op dat het rekje met afnamebuizen niet in direct zonlicht staat. Plaats, zodra het rekje met afgenomen bloed vol is, direct in de transportkoffer en sluit deze af.

12 Proceduresops Pagina : 12/ Bijbehorende documenten en formulieren Code oud Code nieuw KHB 5.4 Pre-onderzoeksprocessen Procedures B P.5.04/04 Onwel P P.5.04/01 Invullen aanvraagformulier P P.5.01/22 Prikaccident P P.5.01/24 Hygiëne Bijlagen B B.5.04/03a Informatie monsterafname en verwerking B B.5.04/03b Kleurenkaart 17. Literatuur Richtlijn veneuze bloedafname Richtlijn capillaire bloedafname ISO Firma BD Preanalytical Systems, Veneuze bloedafname SHO. Firma Greiner

13 Proceduresops Pagina : 13/17 Bijlage 1 De wet burgerservicenummer in de zorg Artikel 7, lid 2 1. Teneinde het burgerservicenummer van de cliënt vast te stellen, raadpleegt de zorgaanbieder het nummerregister en de registraties, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b en d, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer. 2. De zorgaanbieder kan de raadpleging, bedoeld in het eerste lid, achterwege laten indien het burgerservicenummer is verstrekt door een andere gebruiker als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, die bij of krachtens wet gehouden is het burgerservicenummer van de cliënt vast te stellen aan de hand van het nummerregister en de registraties, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b en d, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer. 3. De zorgaanbieder kan de raadpleging, bedoeld in het eerste lid, achterwege laten indien de zorgaanbieder het burgerservicenummer heeft verkregen uit de basisregistratie personen

14 Proceduresops Pagina : 14/17 Bijlage 2: Soorten afnamesystemen Safetynaald Naald met voorgemonteerde houder Butterfly (Vacutainer Push Button) - Deze afname set is te gebruiken bij kinderen en patiënt die moeilijk te prikken zijn, te gebruiken i.p.v. een normale naald. Hierin zijn twee verschillende diktes van naalden, groen is de normale dikte en blauw is extra dun. - Neem de bloedafnameset uit de verpakking en vermijd contact met het zwarte activatieknopje (zie pijl) - Neem het lichaam van de naald vast tussen duim en wijsvinger of houd de vleugels vast en voer de venapunctie uit. - Zodra de naald goed in de vene zit, is de bloedflash te zien. - Bloedafname wordt verder gewoon uitgevoerd (volgens punt 10.2). - Leg voor de activatie van het veiligheidsmechanisme een gaasje over de punctieplaats (niet aandrukken) en activeer daarna pas het veiligheidsmechanisme. - Activeer altijd wanneer de naald nog in de vene zit Met dit systeem is het ook mogelijk met opensysteem te prikken (dit geniet uiteraard niet de voorkeur). - Haal de dopjes van het vacuumsysteem - Hang het slangetje in de buis en laat deze vol druppelen.

15 Proceduresops Pagina : 15/17 Bijlage 3: Bloedafnamebuizen De buizen die gebruikt worden bij een bloedafname, hebben een vacuüm. Dit vacuüm bepaalt het opzuigvolume van de buis. Dit is voor elke buis verschillend. Er worden verschillende buizen gebruikt omdat er verschillende eisen aan het bloedmonster gesteld worden. Specifieke informatie over de inhoud van de buizen staat op de buis. Om de verschillende buizen eenvoudig van elkaar te kunnen onderscheiden wordt gebruik gemaakt van verschillende kleuren voor de dop van de buis. Sommige bepalingen worden gemeten in volbloed. Andere metingen vinden plaats in serum of plasma. Het anticoagulans dat in de buis aanwezig is in het geval dat in plasma wordt gemeten, kan ook verschillen. Voor serummonsters kan aan de buis een stollingsactivator zijn toegevoegd. Voor de scheiding van cellen met plasma/serum kan in de buis een gel aanwezig zijn die vanwege de chemische structuur geen invloed heeft op het monster. De binnenkant van sommige buizen is bekleed met een siliconenfilm die verder geen invloed heeft op het monster, maar dient om hemolyse (het stukgaan van cellen) tegen te gaan. De doppen zijn van gesiliconiseerd zacht rubber die vanwege hun chemische structuur geen invloed hebben op het monster. Dop Type Mengen Uitleg 1. Blauw (licht blauw) Citraat 4x Deze buis wordt gebruikt om onderzoek naar de bloedstolling te doen. Citraat vangt calcium weg wat nodig is voor de bloedstolling. Door citraat in de buis te doen wordt de bloedstolling geremd zodat het bloed niet stolt in de buis. Door tijdens het uitvoeren van het onderzoek extra calcium aan deze buizen toe te voegen kan het effect van citraat worden opgeheven en daarom worden deze buizen gebruikt voor stollingsonderzoek. 2. (Oker)geel Gelbuis 10x Deze buis wordt o.a. gebruikt voor testen op antistoffen en andere eiwitten. Bij deze testen storen alle middelen die gebruikt worden om het bloed onstolbaar te maken. Deze middelen kunnen dus niet gebruikt worden en voor deze testen wordt een stof toegevoegd die de stolling juist versnelt. Deze stof heeft geen invloed op de testen en op deze manier is er minder kans is dat het bloed nastolt tijdens de test en het gestolde bloed de apparaten verstopt. 3. Groen Heparine 10x Heparine activeert een stollingsremmer die aanwezig is in het bloed. Hierdoor wordt de bloedstolling geremd zodat het bloed niet stolt in de buis. 4. Paars EDTA 10x Deze buis wordt gebruikt om de verschillende cellen die in het bloed voorkomen (rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes) te onderzoeken. EDTA vangt (net als citraat) calcium weg en calcium is nodig voor de bloedstolling. Door EDTA in de buis te doen wordt de bloedstolling geremd zodat t bloed niet stolt in de buis. EDTA zorgt er echter voor dat de bloedcellen niet beschadigen in tegenstelling tot citraat wat de cellen wel beschadigt 5. Grijs Fluoride 10x Bloedcellen verbruiken glucose om te overleven, dat gebeurt ook als het bloed buiten het lichaam in de bloedafnamebuis zit. Het is daarom van belang bloedmonsters snel te testen zodat niet een foutief te lage glucoseconcentratie gemeten wordt. Natriumfluoride zet het energieverbruik van bloedcellen stil waardoor het bloed langer bewaard kan worden voor de glucosetest Voorbeeld 1x mengen / zwenken Afnamevolgorde is van boven naar beneden. Na afname direct alle buizen mengen.

16 Proceduresops Pagina : 16/17 Bijlage 4 Keuze aanprikplaats bij venapunctie Bloedafname uit de mediale vena cephalica of basilica, die gelokaliseerd zijn in de elleboogsplooi. Dit is de meest gebruikelijke lokalisatie voor een venapunctie, omdat dit relatief grote perifere vaten zijn die praktisch te bereiken zijn. Uiteraard kan een venapunctie ook verricht worden door middel van het aanprikken van een andere vene, of bijvoorbeeld venen op de onderarm, hand of zelfs op het onderbeen of de voet. De meest geschikte vaten voor puncties zijn de vena cephalica en vena cubita medialis. Zij hebben de voorkeur omdat aangrenzende arteriën en zenuwen ontbreken. Venen op de handrug zijn meestal gemakkelijk aan te prikken omdat ze dicht onder de huid lopen. Nadeel: het aanprikken is nogal pijnlijk omdat er meer zenuwuiteinden in de huid van de hand zitten dan in de huid van de onderarmen Belangrijk aandachtspunt bij het zoeken van een vene Wanneer er na het aanprikken geen bloed komt en men gaat zoeken, brengt dit het risico met zich mee dat de naald aan de achterzijde van de vaatwand doorschiet. De belangrijkste schade die dan kan ontstaan is: - Het aanprikken van een zenuw; de patiënt zal fel reageren met een heftige pijnreactie. - Het aanprikken van een pees. Peesweefsel is uitermate stug, dus er moet echt wel enige kracht gezet worden om een pees binnen te dringen. - Het aanprikken van een slagader. Het bloed spuit er pulsgewijs uit, is helder rood en gaat gepaard met hevige pijn, het bloeden is moeilijk te stelpen. - Het veroorzaken van een bloeduitstorting. Dit komt het meeste voor. Als de medewerker prikdienst de indruk heeft dat een bloeduitstorting kan ontstaan, is het niet alleen belangrijk het vat dicht te drukken, maar vooral om de druk in het bloedvat te verlagen. Dit wordt eenvoudig bereikt door de arm op te heffen, waardoor deze als het ware leegloopt. Dit heeft het meest effect wanneer dit minstens 3 minuten wordt gedaan. Men kan de patiënt vragen de arm op het hoofd te leggen, terwijl tegelijkertijd de prikplaats wordt dichtgedrukt.

17 Proceduresops Pagina : 17/17 Bijlage 5: Problemen tijdens bloedafname De vene rolt weg of wordt gemist - Er is geen bloedstroom - Haal de buis van de naald - Trek de naald voorzichtig terug - Fixeer de vene - Houd de naaldopening onder de huid - Breng na naald in de vene De naaldopening is verstopt - De naaldopening ligt tegen de vaatwand - Er druppelt kortstondig bloed in de buis - Trek de naald voorzichtig terug totdat het bloed weer gaat stromen De vene is doorboord - Er is een kortstondige bloednevel in de buis - Trek de naald voorzichtig terug totdat het bloed weer gaat stromen De naald is gedeeltelijk ingebracht zodanig dat er een hematoom ontstaat - De bloedstroom houdt langzaam op en er ontstaat een hematoom - Verwijder buis en naald onmiddellijk en kies een andere punctieplaats. De vene is dichtgeklapt - De bloedstroom wordt langzamer en houdt op - Verwijder de bloedafnamebuis en wacht tot de vene zich hersteld heeft (gebruik evt. een butterfly)

1 TITEL 2 DOEL 3 INLEIDING 4 AFKORTINGEN, DEFINITIES EN TERMEN 5 BENODIGDHEDEN 5.1 AFNAMEBUIZEN PROCEDURE VENEUZE BLOEDAFNAME TEN BATE VAN HUISARTSEN

1 TITEL 2 DOEL 3 INLEIDING 4 AFKORTINGEN, DEFINITIES EN TERMEN 5 BENODIGDHEDEN 5.1 AFNAMEBUIZEN PROCEDURE VENEUZE BLOEDAFNAME TEN BATE VAN HUISARTSEN Pagina: 1/6 1 TITEL Deze SOP beschrijft de procedure van de veneuze bloedafname ten bate van huisartsen die binnen hun praktijk bloed afnemen om te laten onderzoeken op het MaasstadLab AKC en KFT of sublocatie

Nadere informatie

HANDELINGEN BIJ BLOEDAFNAME ZELFPRIKKENDE

HANDELINGEN BIJ BLOEDAFNAME ZELFPRIKKENDE HANDELINGEN BIJ BLOEDAFNAME ZELFPRIKKENDE ZORGVERLENERS Inhoud 1. Materialen... 1 2. Algemene voorbereiding... 2 2.1. Na afname... 3 3. Afwijkingen... 4 3.1. Te Markeren buizen... 4 4. In donker bewaren...

Nadere informatie

Bloed voor onderzoek verzamelen via een venapunctie

Bloed voor onderzoek verzamelen via een venapunctie 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Bloed voor onderzoek verzamelen via een venapunctie Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek

Nadere informatie

CAPILLAIRE BLOEDAFNAME

CAPILLAIRE BLOEDAFNAME VHO READER CAPILLAIRE BLOEDAFNAME Propedeuse 1 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Bloedafnamesystemen

Hoofdstuk 6: Bloedafnamesystemen 6 Bloedafnamesystemen 6.1 Vacutainersysteem 6.1.1 Becton Dickinson ( BD ) buizen BD heeft 2 materiaalsoorten voor de afnamebuizen, namelijk glazen en plastic buizen. Beide soorten buizen zijn binnen de

Nadere informatie

Een perifeer infuus inbrengen

Een perifeer infuus inbrengen 0 0 0 0 0 0 Opdrachtformulier Een perifeer infuus inbrengen Naam student: Datum: Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je

Nadere informatie

Huisartsen / externen: bloedafname d.m.v. venapunctie Pagina 1 van 12. Inhoudsopgave

Huisartsen / externen: bloedafname d.m.v. venapunctie Pagina 1 van 12. Inhoudsopgave Huisartsen / externen: bloedafname d.m.v. venapunctie Pagina 1 van 12 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Doel... 2 2. Toepassingsgebied... 2 3. Definities en afkortingen... 2 4. Procedure... 2 4.1 Principe...

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Aanvraag Laboratorium

Hoofdstuk 5: Aanvraag Laboratorium 5 Aanvraag laboratorium 5.1 Identificatie van de patiënt Een patiënt moet geïdentificeerd worden a.d.h.v. een wettelijk identiteitsbewijs. Dit geldt voor zowel spreekuren als voor huisbezoeken, m.u.v.

Nadere informatie

HANDELINGEN BIJ BLOEDAFNAME ZELFPRIKKENDE ZORGVERLENERS

HANDELINGEN BIJ BLOEDAFNAME ZELFPRIKKENDE ZORGVERLENERS GELDIG DOCUMENT WI 04.216 Handelingen bij bloedafname zelfprikkende Versie : 001 Print datum : 15-7-2015 Documenteigenaar M. Bischoff (Mdw Bloedafname) Geverifieerd door M. Dahmen (team manager BD)/ A.

Nadere informatie

BLOEDAFNAME DOOR VENAPUNCTIE

BLOEDAFNAME DOOR VENAPUNCTIE GELDIG DOCUMENT PRO 04.204 Bloedafname door venapunctie Versie : 013 Print datum : 15-1-2015 Documenteigenaar M. Bischoff (Mdw Bloedafname) Geverifieerd door I. de Regt (AH Bloedafname)/ M. Dahmen (team

Nadere informatie

Bloedafname KCL, instructie voor verpleegkundigen en doktersassistenten

Bloedafname KCL, instructie voor verpleegkundigen en doktersassistenten Bloedafname KCL, instructie voor verpleegkundigen en doktersassistenten 1. Toepassingsgebied 2. Theoretische achtergronden 2.1 Afname door middel van het Vacutainer bloedafnamesysteem 2.2 Identificatie

Nadere informatie

Uitvoering hielprik (deel 1)

Uitvoering hielprik (deel 1) Uitvoering hielprik (deel 1) Instructies voor screeners (zie ook de e-learning voor hielprikscreeners) Het gesprek vooraf Vraag of de ouders de folder Screeningen bij pasgeborenen hebben gekregen en gelezen.

Nadere informatie

CODEREN MONSTERS EN FORMULIEREN VOOR LABORATORIUM

CODEREN MONSTERS EN FORMULIEREN VOOR LABORATORIUM GELDIG DOCUMENT Versie : 016 Publicatie datum : 06/05/2015 08:52:26 Documenteigenaar M. Bischoff (Mdw Bloedafname) Geverifieerd door L. Nekeman (AH KCL)/ A. Labrie (Mdw Afname) Laag code 0007>0007.02 Laag

Nadere informatie

Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium. Patiënteninformatie. Bloedafname. Slingeland Ziekenhuis

Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium. Patiënteninformatie. Bloedafname. Slingeland Ziekenhuis Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Bloedafname i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen U bent doorverwezen voor bloedonderzoek. In deze folder kunt u lezen wat u bij bloedafname

Nadere informatie

Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse

Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse Deze brochure geeft informatie over diverse mogelijkheden om een toegang tot de bloedbaan te verkrijgen voor hemodialyse.

Nadere informatie

Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen. Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse

Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen. Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen Deze brochure geeft informatie over diverse mogelijkheden om een toegang

Nadere informatie

Intraveneuze bloedname met een vleugelnaald

Intraveneuze bloedname met een vleugelnaald PATIENTENZORG Intraveneuze bloedname met een vleugelnaald Nr. VT-002 Versie: 2.0 Datum: 21/09/2006 Trefwoorden bloedafname, intraveneus, vleugelnaald, hemoculturen Toepassingsgebied Alle UZA-verpleegeenheden

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Hygiëne, veiligheid en afvalregeling

Hoofdstuk 2: Hygiëne, veiligheid en afvalregeling 2 Hygiëne, veiligheid en afvalregeling 2.1 Persoonlijke hygiëne Tijdens de werkzaamheden van de medewerker bloedafname: is eten, drinken en roken niet toegestaan moet de bedrijfskleding gedragen worden:

Nadere informatie

Titel : Afname van lichaamsmateriaal

Titel : Afname van lichaamsmateriaal Laboratorium Klinische Biologie Document: ALP-0057 Versie: 1.0 Ingangsdatum: 25-2-2013 Goedkeuringstraject Auteur(s):Vrydags Nicolas Revisie Klinisch Bioloog:Van Rossom Paul Revisie Kwaliteitsfunctionaris:Vrydags

Nadere informatie

PARENTERALE THUISVOEDING VIA EEN PICC EN DE BIONECTEUR. Protocol C: het afkoppelen van de perifeer ingebrachte PICC

PARENTERALE THUISVOEDING VIA EEN PICC EN DE BIONECTEUR. Protocol C: het afkoppelen van de perifeer ingebrachte PICC PARENTERALE THUISVOEDING VIA EEN PICC (Perifeer Ingebrachte Centraal veneuze Catheter) EN DE BIONECTEUR Protocol A: het vullen van het toedieningssysteem Protocol B: het aansluiten van de perifeer ingebrachte

Nadere informatie

RICHTLIJN VENEUZE BLOEDAFNAME

RICHTLIJN VENEUZE BLOEDAFNAME RICHTLIJN VENEUZE BLOEDAFNAME Samengesteld door de Werkgroep Preanalyse van de NVKC: Dr. E.C. van Dongen-Lases Dr. E.F. Eppens Dr.ir. N. de Jonge Dr.ing. M.A.M.A. Roelofs-Thijssen Correspondentie: Dr.

Nadere informatie

Methotrexaat. Voorlichting en spuitinstructie

Methotrexaat. Voorlichting en spuitinstructie Methotrexaat Voorlichting en spuitinstructie Inhoud Toedienen van Methotrexaat 3 Methotrexaat onderhuids toedienen 3 Benodigdheden 3 Werkwijze 4 Bewaren van Methotrexaat 7 Naaldencontainer 7 Als u een

Nadere informatie

Shunt bij dialyse INTERNE GENEESKUNDE. Nazorg bij shunt

Shunt bij dialyse INTERNE GENEESKUNDE. Nazorg bij shunt Shunt bij dialyse Nazorg bij shunt INTERNE GENEESKUNDE Omdat u moet starten met hemodialyse heeft u samen met u behandelend arts besloten om een shunt aan te leggen. Deze shunt is noodzakelijk om te kunnen

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Aanvraag Laboratorium

Hoofdstuk 5: Aanvraag Laboratorium 5 Aanvraag laboratorium 5.1 Identificatie van de patiënt Vraag de patiënt zijn naam en geboortedatum te noemen. Niet vragen Wel vragen bent u (naam patiënt noemen) wat is uw naam / hoe heet u is uw geboortedatum

Nadere informatie

Verzorging van de waaknaald bij kinderen

Verzorging van de waaknaald bij kinderen Verzorging van de waaknaald bij kinderen Uw kind mag naar huis na zijn/haar ziekenhuisopname, maar dient de intraveneuze medicijnkuur poliklinisch of via de thuiszorg af te maken. Om deze intraveneuze

Nadere informatie

Een hielprik toepassen bij neonaten

Een hielprik toepassen bij neonaten 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Een hielprik toepassen bij neonaten Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met

Nadere informatie

Instructie zelf toedienen methotrexaat (MTX) door patiënt of mantelzorger

Instructie zelf toedienen methotrexaat (MTX) door patiënt of mantelzorger Instructie zelf toedienen methotrexaat (MTX) door patiënt of mantelzorger In overleg met uw behandelend arts is besloten zelf onderhuids (subcutaan) te gaan injecteren met methotrexaat (MTX). In deze

Nadere informatie

Insuflon canule. Info voor ouders of verzorgers

Insuflon canule. Info voor ouders of verzorgers Insuflon canule Info voor ouders of verzorgers Een insuflon is een canule (plastic buisje) die in de vetlaag onder de huid wordt ingebracht en waardoor insuline toegediend kan worden. De informatie in

Nadere informatie

Checklist hemofilie: thuisbehandeling bij profylaxe

Checklist hemofilie: thuisbehandeling bij profylaxe Checklist hemofilie: thuisbehandeling bij profylaxe naam patiënt: geboorte: diagnose: hemofilie A / B, ernst: % arts paraaf vooraf aan behandeling voor en nadelen thuisbehandeling bespreken risico s thuisbehandeling

Nadere informatie

INTERNE GENEESKUNDE. Als u na het lezen nog vragen heeft, dan kunt u deze vragen stellen aan de arts of verpleegkundige.

INTERNE GENEESKUNDE. Als u na het lezen nog vragen heeft, dan kunt u deze vragen stellen aan de arts of verpleegkundige. Shunt bij dialyse Nazorg bij shunt INTERNE GENEESKUNDE Omdat u moet starten met hemodialyse heeft u samen met u behandelend arts besloten om een shunt aan te leggen. Deze shunt is noodzakelijk om te kunnen

Nadere informatie

Instructie voor de uitvoering van de CRP sneltest met de Orion QuikRead Go

Instructie voor de uitvoering van de CRP sneltest met de Orion QuikRead Go Instructie voor de uitvoering van de CRP sneltest met de Orion QuikRead Go QuikRead go CRP sneltest Kwantitatieve CRP sneltest in volbloed Binnen enkele minuten uitslag Hulpmiddel bij de diagnostiek van

Nadere informatie

Medicatiemeting door middel van vingerprik ('dried blood spot')

Medicatiemeting door middel van vingerprik ('dried blood spot') Medicatiemeting door middel van vingerprik ('dried blood spot') Belangrijke telefoonnummers Algemeen nummer UMCG (050) 361 61 61 U kunt hier ook terecht met algemene vragen over het UMCG. Bijvoorbeeld

Nadere informatie

Titel : Algemene richtlijnen voor staalafname

Titel : Algemene richtlijnen voor staalafname Laboratorium Klinische Biologie Document: ALP-0096 Versie: 1.0 Ingangsdatum: 22-2-2017 Goedkeuringstraject Auteur(s):Vrydags Nicolas Revisie Klinisch Bioloog:Jacobs Nadia Revisie Kwaliteitsfunctionaris:Vrydags

Nadere informatie

Maag-Darm-Leverziekten. Instructie zelf toedienen van Methotrexaat (MTX)

Maag-Darm-Leverziekten. Instructie zelf toedienen van Methotrexaat (MTX) Afdeling: Maag-Darm-Leverziekten Onderwerp: Instructie zelf toedienen van Methotrexaat (MTX) Zelf toedienen van Methotrexaat door patiënt of mantelzorger In overleg met uw behandelend arts is besloten

Nadere informatie

Veneus poort systeem. Handelingsprotocol

Veneus poort systeem. Handelingsprotocol Veneus poort systeem Handelingsprotocol Colofon Handelingsprotocol Veneus poort systeem Uitgave maart 2018 De in dit handelingsprotocol beschreven informatie mag in ongewijzigde vorm vermenigvuldigd worden,

Nadere informatie

Toegang tot de bloedbaan - shunt

Toegang tot de bloedbaan - shunt Toegang tot de bloedbaan - shunt Uw behandelend arts heeft met u besproken dat er bij u een shunt wordt aangelegd om te kunnen dialyseren. In deze folder krijgt u informatie over de shunt; hoe u ermee

Nadere informatie

SOA-onderzoek zelfafname

SOA-onderzoek zelfafname SOA-onderzoek zelfafname Welkom bij Diagnostiek voor U Uw behandelend (huis)arts wil u (uit voorzorg) testen op een geslachtsziekte, ook wel SOA genoemd (chlamydia, gonorroe en/of trichomonas). Voor dit

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 2 2 Thuis bloedspot afnemen 3 3 Uitvoering 4 4 Tot slot 7

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 2 2 Thuis bloedspot afnemen 3 3 Uitvoering 4 4 Tot slot 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Thuis bloedspot afnemen 3 3 Uitvoering 4 4 Tot slot 7 1 1 Inleiding U bent enige tijd geleden getransplanteerd. Om problemen (zoals afstoting) te voorkomen is het belangrijk

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden AKL. Algemeen

Algemene Voorwaarden AKL. Algemeen IJSSELLAND ZIEKENHUIS Titel: Opstellen van dienstverleningsovereenkomsten (SLA) en beoordelen competentie verwijzingslaboratoria en leveranciers (AKL) bijlage: Algemene Voorwaarden laboratoriumonderzoek

Nadere informatie

ETZ Ziekenhuis Titel Versie 2

ETZ Ziekenhuis Titel Versie 2 ETZ Ziekenhuis Titel Versie 2 ETZ - Bloedkweek afnemen ID nummer 023101 Publicatiedatum 15-08-2017 Controledatum 27-06-2019 Autorisator Anton Buiting Auteur Jolanda Krabben - van Gils Beoordelaars Michiel

Nadere informatie

Nefrostomiekatheter Radboud universitair medisch centrum

Nefrostomiekatheter Radboud universitair medisch centrum Nefrostomiekatheter In overleg met uw behandelend arts is er besloten om bij u een nefrostomie-katheter in te brengen. In deze folder staat de gang van zaken rondom het plaatsen, het verzorgen en complicaties

Nadere informatie

Titel : Afname van bloedstalen

Titel : Afname van bloedstalen Laboratorium Klinische Biologie Document: ALP-0057 Versie: 3.0 Ingangsdatum: 22-2-2017 Goedkeuringstraject Auteur(s):Vrydags Nicolas Revisie Klinisch Bioloog:Jacobs Nadia Revisie Kwaliteitsfunctionaris:Vrydags

Nadere informatie

CRP in de praktijk. Het C-reactief proteïne (Engels: C-reactive protein), meestal afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit.

CRP in de praktijk. Het C-reactief proteïne (Engels: C-reactive protein), meestal afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP in de praktijk Het C-reactief proteïne (Engels: C-reactive protein), meestal afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP wordt geproduceerd door de lever en afgegeven in de bloedbaan. Na

Nadere informatie

Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen. Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse

Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen. Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen Deze folder geeft informatie over diverse manieren om een toegang

Nadere informatie

Beenmergpunctie Dagbehandeling interne, locatie Alkmaar.

Beenmergpunctie Dagbehandeling interne, locatie Alkmaar. Beenmergpunctie Dagbehandeling interne, locatie Alkmaar www.nwz.nl Inhoud Wat is beenmerg? 3 Wat is een beenmergpunctie? 3 Uw voorbereiding 3 De punctie 4 Na de punctie 5 Uitslag van de punctie 6 Bent

Nadere informatie

CODIA. Aanleggen van een shunt. Codia Waterland. Dialysecentrum voor de regio Waterland

CODIA. Aanleggen van een shunt. Codia Waterland. Dialysecentrum voor de regio Waterland CODIA Dialysecentrum voor de regio Waterland Aanleggen van een shunt Codia Waterland Inleiding In overleg met uw behandelend arts heeft u ermee ingestemd om een shunt aan te laten leggen. Deze folder is

Nadere informatie

Adalimumab (Humira ) toedienen Instructiefolder

Adalimumab (Humira ) toedienen Instructiefolder Adalimumab (Humira ) toedienen Instructiefolder Instructiefolder NNIC folder Humira instructie- kind uitgave juni 2015 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen binnen het

Nadere informatie

Behandeling van reumatische klachten met medicijnen

Behandeling van reumatische klachten met medicijnen Behandeling van reumatische klachten met medicijnen Metoject Behandeling met Metoject In overleg met uw reumatoloog wordt u binnenkort voor uw reumatische klachten behandeld met het geneesmiddel Metoject.

Nadere informatie

ZELFINJECTIETHERAPIE BIJ ERECTIESTOORNISSEN

ZELFINJECTIETHERAPIE BIJ ERECTIESTOORNISSEN ZELFINJECTIETHERAPIE BIJ ERECTIESTOORNISSEN 839 Inleiding Tijdens uw bezoek aan de polikliniek Urologie heeft uw uroloog met u gesproken over de wenselijkheid van zelfinjectietherapie bij erectiestoornissen.

Nadere informatie

Adalimumab (Humira ) MDL-centrum. Bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa

Adalimumab (Humira ) MDL-centrum. Bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa Adalimumab (Humira ) Bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa Uw behandelend arts en/of IBD verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Adalimumab (Humira ). In deze folder krijgt u informatie

Nadere informatie

Methotrexaat (MTX) toedienen Instructiefolder voor kinderen en jongeren met ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

Methotrexaat (MTX) toedienen Instructiefolder voor kinderen en jongeren met ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Methotrexaat (MTX) toedienen Instructiefolder voor kinderen en jongeren met ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Informatiefolder Instructiefolder NNIC folder MTX instructie- kinder uitgave juni 2015 Deze

Nadere informatie

24-UURS URINE VERZAMELEN FRANCISCUS GASTHUIS

24-UURS URINE VERZAMELEN FRANCISCUS GASTHUIS 24-UURS URINE VERZAMELEN FRANCISCUS GASTHUIS Tabel: verzamelgegevens Afspraak etiket Labnummer Datum en tijd Hoeveelheid dd...om...uur tot dd...om...uur Bokaal 1 Bokaal 2 Totaal (ml) (ml) (ml) In te vullen

Nadere informatie

Urine opvangen via een verblijfskatheter

Urine opvangen via een verblijfskatheter 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Urine opvangen via een verblijfskatheter Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze

Nadere informatie

Een wonduitstrijkje maken

Een wonduitstrijkje maken 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Een wonduitstrijkje maken Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten

Nadere informatie

Adalimumab (Hyrimoz ) bij IBD

Adalimumab (Hyrimoz ) bij IBD Adalimumab (Hyrimoz ) bij IBD Uw behandelende arts en/of IBD verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Adalimumab (Hyrimoz ). In deze folder krijgt u informatie over de werking en het

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel

Patiënteninformatie. Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel Patiënteninformatie Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel Naast het systeem

Nadere informatie

Zelf Fragmin spuiten

Zelf Fragmin spuiten Zelf Fragmin spuiten Wat is Fragmin? Fragmin is een medicijn dat dient ter voorkoming van trombose. Trombose is de vorming van bloedstolsels in hart of bloedvaten, waardoor een bloedvat gedeeltelijk of

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 2. 2 Thuis bloedspot afnemen 4. 3 Uitvoering 6. 4 Tot slot 9

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 2. 2 Thuis bloedspot afnemen 4. 3 Uitvoering 6. 4 Tot slot 9 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Thuis bloedspot afnemen 4 3 Uitvoering 6 4 Tot slot 9 1 Inleiding U bent enige tijd geleden getransplanteerd. Om problemen (zoals afstoting) te voorkomen is het belangrijk

Nadere informatie

CODIA. Aanprikken en controleren van een shunt. Codia Waterland. Dialysecentrum voor de regio Waterland

CODIA. Aanprikken en controleren van een shunt. Codia Waterland. Dialysecentrum voor de regio Waterland CODIA Dialysecentrum voor de regio Waterland Aanprikken en controleren van een shunt Codia Waterland Inleiding U ontvangt deze folder omdat u een shunt heeft. Deze folder is bedoeld om u te informeren

Nadere informatie

PICC Radboud universitair medisch centrum

PICC Radboud universitair medisch centrum PICC Inhoud De PICC 3 Waarom een PICC? 4 Inbrengen 4 Complicaties 5 Leefregels 6 Verzorging insteekplaats 6 Het heparineslot 7 Contact opnemen 7 Tot slot 7 In overleg met uw behandelend arts is besloten

Nadere informatie

Reconstructiechirurgie in het hoofdhalsgebied

Reconstructiechirurgie in het hoofdhalsgebied Binnenkort wordt u in het MCL opgenomen voor een operatie van een kwaadaardig gezwel in het. Deze operatie bestaat uit twee delen: 1. Het wegnemen van de tumor door de hoofdhalschirurg. Dit doet de KNO-arts

Nadere informatie

Shuntoperatie. Shuntoperatie

Shuntoperatie. Shuntoperatie Shuntoperatie Shuntoperatie Afdeling Afdeling dialyse dialyse Locatie Locatie Veldhoven Veldhoven Inleiding U heeft van uw internist te horen gekregen dat u binnenkort moet gaan dialyseren. Om te kunnen

Nadere informatie

Verzamelen van 24-uurs urine Voor 5-HIAA en HVA-VMA onderzoek

Verzamelen van 24-uurs urine Voor 5-HIAA en HVA-VMA onderzoek Verzamelen van 24-uurs urine Voor 5-HIAA en HVA-VMA onderzoek Albert Schweitzer ziekenhuis november 2013 pavo 1064 Inleiding Uw arts heeft laboratoriumonderzoek voor u aangevraagd. Hiervoor is het nodig

Nadere informatie

nierbiopsie Wat is een nierbiopsie?

nierbiopsie Wat is een nierbiopsie? nierbiopsie Na overleg met uw arts laat u een nierbiopsie doen. Bij een nierbiopsie halen we via een punctie enkele kleine stukjes weefsel uit een van uw nieren. Na onderzoek kunnen we meer weten over

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Suprapubische katheter

PATIËNTEN INFORMATIE. Suprapubische katheter PATIËNTEN INFORMATIE Suprapubische katheter 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over de suprapubische katheter. Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over bloedonderzoek

Veelgestelde vragen over bloedonderzoek KLINISCHE CHEMIE Veelgestelde vragen over bloedonderzoek ADVIES Veelgestelde vragen over bloedonderzoek In deze folder leest u de meest gestelde vragen over bloedonderzoek. Hebt u vragen die niet in deze

Nadere informatie

Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Injecteren

Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Injecteren Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Injecteren Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Injecteren 1 Injecteren, opzuigen, ontluchten, desinfecteren

Nadere informatie

Trombof iliescreening

Trombof iliescreening Trombofiliescreening Doel. Een trombofiliescreening is een gericht en gefaseerd bloedonderzoek naar mogelijke oorzaken en/of aanleg van tromboseneiging. Het doel is de oorzaak van de trombose op te sporen

Nadere informatie

Een shunt. Toegang tot de bloedbaan

Een shunt. Toegang tot de bloedbaan Een shunt Toegang tot de bloedbaan Uw behandelend arts heeft met u besproken dat er bij u een shunt wordt aangelegd om te kunnen dialyseren. In deze folder leest u meer over de shunt; hoe u ermee omgaat

Nadere informatie

Nefrostomie katheter. Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis

Nefrostomie katheter. Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis Nefrostomie katheter Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis Inleiding In overleg met uw arts is besloten bij u een nefrostomie katheter in te brengen. Dit is een dun slangetje dat via de huid in uw

Nadere informatie

Shunt - Heterologe shunt (shunt van kunststof)

Shunt - Heterologe shunt (shunt van kunststof) Shunt - Heterologe shunt (shunt van kunststof) Voor een hemodialysebehandeling is een toegang tot de bloedbaan nodig. Hiervoor wordt een shunt aangelegd waarin, voor de behandeling, geprikt gaat worden

Nadere informatie

Algemene instructies staalname, bewaring en verzending

Algemene instructies staalname, bewaring en verzending Algemene instructies staalname, bewaring en verzending Staalname Tenzij dringende gevallen of om speciale doeleinden, wordt veneus bloed afgenomen s morgens vroeg na bedrust bij een nuchtere patiënt. Het

Nadere informatie

Weer naar huis met een shunt

Weer naar huis met een shunt Dialyse-afdeling Weer naar huis met een shunt i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen U heeft een shunt gekregen en mag weer naar huis. In deze folder leest u hoe u met de shunt om dient te

Nadere informatie

PROTOCOL VROEDKUNDE BLOEDAFNAME BIJ NEONATUS

PROTOCOL VROEDKUNDE BLOEDAFNAME BIJ NEONATUS Bloedafname bij de neonatus Linda Colman Basisbenodigdheden gerief voor handhygiëne ontsmettingsmiddel (voorafgaand aan afname voor metabole screening: geen alcohol gebruiken!) + gaasjes (of deppers, of

Nadere informatie

Shunt - Autologe shunt (shunt van het eigen bloedvat)

Shunt - Autologe shunt (shunt van het eigen bloedvat) Shunt - Autologe shunt (shunt van het eigen bloedvat) Voor een hemodialysebehandeling is een toegang tot de bloedbaan nodig. Hiervoor wordt een shunt aangelegd waarin, voor de behandeling, geprikt gaat

Nadere informatie

Embolisatie vena Porta

Embolisatie vena Porta Embolisatie vena Porta Afsluiten van een bloedvat in de lever Afdeling radiologie Locatie Veldhoven Uw behandeling vindt plaats op locatie Veldhoven op Datum: Tijdstip:. Opname verpleegafdeling: Tijdstip:..

Nadere informatie

Methotrexaat (MTX) toedienen

Methotrexaat (MTX) toedienen Methotrexaat (MTX) toedienen Instructiefolder voor kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Waarom deze folder? Je dokter heeft met je gesproken over het gebruik van methotrexaat

Nadere informatie

Een inwendige toegang tot de bloedbaan (Shunt)

Een inwendige toegang tot de bloedbaan (Shunt) Een inwendige toegang tot de bloedbaan (Shunt) Inhoudsopgave klik op het onderwerp om verder te lezen Waarom hebt u een toegang tot de bloedbaan nodig? 1 Typen shunts 2 De autologe shunt 2 De kunststof

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit. Ixekizumab

Gebruikershandleiding. Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit. Ixekizumab Gebruikershandleiding Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit Ixekizumab Voordat u uw voorgevulde injectiespuit gebruikt: Belangrijk om te weten Lees voordat u de Taltz voorgevulde

Nadere informatie

Welkom bij. Voorbereiding

Welkom bij. Voorbereiding Ontlastingonderzoek Welkom bij Diagnostiek voor U Uw behandelend (huis)arts wil uw ontlasting laten onderzoeken in ons laboratorium. Voor dit onderzoek heeft u van uw (huis)arts een aanvraagformulier en

Nadere informatie

Shuntoperatie. Afdeling dialyse

Shuntoperatie. Afdeling dialyse Shuntoperatie Afdeling dialyse Inleiding U heeft van uw nefroloog te horen gekregen dat u binnenkort mogelijk moet gaan dialyseren. Om te kunnen hemodialyseren is er een toegang tot de bloedbaan nodig.

Nadere informatie

Verpleeghuis- woon- en thuiszorg. Veilig werken in de jeugdgezondheidszorg

Verpleeghuis- woon- en thuiszorg. Veilig werken in de jeugdgezondheidszorg Verpleeghuis- woon- en thuiszorg Veilig werken in de jeugdgezondheidszorg Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: september 2004 Revisie: september 2009 Aan de samenstelling van deze richtlijn werd,

Nadere informatie

Inhoud. Wat is dialyse?... 5 Toegang tot de bloedbaan... 6. Een fistel... 6. Een katheter... 8

Inhoud. Wat is dialyse?... 5 Toegang tot de bloedbaan... 6. Een fistel... 6. Een katheter... 8 Inhoud Wat is dialyse?... 5 Toegang tot de bloedbaan... 6 Een fistel... 6 Een katheter... 8 Een femoraliskatheter... 9 Hoe werkt de kunstnier?... 10 Hoe verloopt de behandeling?... 11 Hoe lang duurt een

Nadere informatie

DIENST LABORATORIUMGENEESKUNDE

DIENST LABORATORIUMGENEESKUNDE DIENST LABORATORIUMGENEESKUNDE STAALNAME - VENEUZE BLOEDNAME Opgesteld door: Barbara Depreter Beoordeeld door: Klinisch biologen, Medisch diensthoofd - laboratoriumdirecteur, Operationeel diensthoofd Goedgekeurd

Nadere informatie

PROTOCOL GENEESMIDDELENVERSTREKKING EN MEDISCH HANDELEN

PROTOCOL GENEESMIDDELENVERSTREKKING EN MEDISCH HANDELEN PROTOCOL GENEESMIDDELENVERSTREKKING EN MEDISCH HANDELEN Als het kind geneesmiddelen nodig heeft gedurende het verblijf op de basisschool kunnen de ouders hun zeggenschap over de toediening van de medicamenten

Nadere informatie

Coeliakieantistoffen thuistest

Coeliakieantistoffen thuistest Coeliakieantistoffen thuistest Thuistest voor het bepalen van IgA anti tissuetransglutaminase uit een druppel bloed. Geschreven door S.L. Vriezinga op 28.03.2012, vrij vertaald naar de Engelse gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter (PICC lijn)

Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter (PICC lijn) Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter (PICC lijn) 2 Inleiding Voor de behandeling van uw ziekte krijgt u op dit moment regelmatig medicijnen en/of bloedproducten via een infuus. Ook kan regelmatig bloedafname

Nadere informatie

Chirurgie. Zelf medicijnen tegen trombose spuiten (antistolling)

Chirurgie. Zelf medicijnen tegen trombose spuiten (antistolling) Chirurgie Zelf medicijnen tegen trombose spuiten (antistolling) Chirurgie Binnenkort gaat u met ontslag. In het ziekenhuis kreeg u injecties met medicijnen tegen trombose. Het is de bedoeling dat dit

Nadere informatie

Werkwijze (assisteren bij) arterielijn inbrengen en bloed afname.

Werkwijze (assisteren bij) arterielijn inbrengen en bloed afname. Werkwijze (assisteren bij) arterielijn inbrengen en bloed afname. Document ID NVLA 150417 ww ARTL+BA Document titel Arterielijn inbrengen en bloedafname Publicatiedatum April 2015 Versie 1.0 Herzieningsdatum

Nadere informatie

Afname instructies Medische microbiologie

Afname instructies Medische microbiologie Afname instructies Medische microbiologie Afname materiaal Afname vóór starten antibiotica Zorg voor juiste afname materiaal Zorg voor correcte patiënten labels op zowel materiaal als aanvraagformulier

Nadere informatie

PICC lijn. (Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter)

PICC lijn. (Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter) PICC lijn (Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter) 2 Inleiding Voor de behandeling van uw ziekte krijgt u op dit moment regelmatig medicijnen en/of bloedproducten via een infuus. Ook kan regelmatig bloedafname

Nadere informatie

PICC-lijn. Sophia Kinderziekenhuis. Naar huis met een PICC-lijn. Wat is een PICC-lijn?

PICC-lijn. Sophia Kinderziekenhuis. Naar huis met een PICC-lijn. Wat is een PICC-lijn? Sophia Kinderziekenhuis Uw kind heeft tijdens de opname in het Erasmus MC-Sophia een PICC-lijn gekregen. De verpleegkundige heeft u laten zien hoe u thuis met deze lijn moet omgaan en hierover uitleg gegeven.

Nadere informatie

Inleiding tot de VWING

Inleiding tot de VWING Aanpriktraining Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor alle contra-indicaties, waarschuwingen, aandachtspunten, bijwerkingen en de volledige instructies. 00274 NL rev. F 12sep2014 Inleiding tot de VWING

Nadere informatie

Kolfdagboekje (Aanvulling op folder 'Borstvoeding') Vrouw- Moeder-Kind centrum

Kolfdagboekje (Aanvulling op folder 'Borstvoeding') Vrouw- Moeder-Kind centrum 00 Kolfdagboekje (Aanvulling op folder 'Borstvoeding') Vrouw- Moeder-Kind centrum Inhoudsopgave Borstmassage voor en tijdens het Effectief Afkolfschema s Hygiëne richtlijnen Bewaarschema Opwarmen Verhuur

Nadere informatie

Centrale katheter via de arm (PICC-lijn)

Centrale katheter via de arm (PICC-lijn) Oncologie Centrale katheter via de arm (PICC-lijn) i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Inleiding De arts of verpleegkundige heeft voorgesteld om bij u een katheter via de arm (PICC-lijn) in te

Nadere informatie

DIALYSEKATHETER INFORMATIE OVER HET PLAATSEN EN GEBRUIK VAN DE DIALYSEKATHETER

DIALYSEKATHETER INFORMATIE OVER HET PLAATSEN EN GEBRUIK VAN DE DIALYSEKATHETER DIALYSEKATHETER INFORMATIE OVER HET PLAATSEN EN GEBRUIK VAN DE DIALYSEKATHETER FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Binnenkort wordt er een dialysekatheter bij u ingebracht. In deze folder leest u meer over

Nadere informatie

Toetsstation. Inbrengen intraveneuze canule

Toetsstation. Inbrengen intraveneuze canule Toetsstation Inbrengen intraveneuze canule Alg lgeme mene gegevens Classificatiecode(s) K75, K53 Doelstelling Toetsen of de kandidaat in staat is op de juiste wijze een intraveneuze canule in te brengen

Nadere informatie

24 UUR URINE VERZAMELEN Laboratorium FRANCISCUS VLIETLAND

24 UUR URINE VERZAMELEN Laboratorium FRANCISCUS VLIETLAND 24 UUR URINE VERZAMELEN Laboratorium FRANCISCUS VLIETLAND Het onderzoek Uw behandelend arts heeft onderzoek in '24- uurs urine' aangevraagd. Bij dit onderzoek wordt gekeken welke stoffen voorkomen in uw

Nadere informatie

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Hygiene en infectiepreventie 9

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Hygiene en infectiepreventie 9 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Hygiene en infectiepreventie 9 Beschermende kleding Er wordt ingegaan op het gebruik van handschoenen; overschorten; mondneusmaskers; beschermende

Nadere informatie