3.28 Bijzondere bijstand 3.29 Íntrekking van een besluit tot verlening van een voorziening 3.30 Terugvordering van een voorziening
|
|
- Joost Vermeiren
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 HOOFDSTUK 2 Inleiding Algemene uitgangspunten 2.1 Begripsbepaling gehandicapte 2.2 Zorgplicht t.a.v. vreemdelingen 2.3 De bevoegde gemeente 2.4 Niet algemeen gebruikelijk 2.5 Subsidiering van meerkosten 2.6 Individueel gericht 2.7 Langdurig noodzakelijk 2.8 Ziekte of gebrek 2.9 Mogelijke andere aanspraken op de gevraagde voorziening 2.8 De toereikende en goedkoopste voorziening (goedkoopst en adequaat) 2.9 Integrale beoordeling van aanvragen 2.10 Eigen bijdragen en eigen betalingen Voorzieningen in natura en eigen bijdrage Financiële tegemoetkomingen en eigen betaling Forfaitaire dan wel gemaximeerde vergoedingen Beperkingen 2.13 Hardheidsclausule HOOFDSTUK 3 Wvg- aanvragen 3.1 Inleiding 3.2 Tijdstip aanvraag 3.3 Ontvangstbevestiging 3.4 Ambtshalve aanvraag 3.5 Aanvragen door echtgenoten/partners 3.6 Aanvraag niet ondertekend 3.7 Wijziging op het aanvraagformulier 3.8 Voor-vroegtijdige aanvragen 3.9 Informatieplicht 3.10 Onderzoek 3.11 Onderzoek voorliggende voorzieningen 3.12 Onderzoek indicatiestelling en advies Advisering Inhoud van het advies Toetsing van het advies 3.13 Verificatie en verantwoording onderzoek 3.14 Identiteitscontrole 3.15 Inname sofinummer 3.16 Inkomenstoets 3.17 Hersteltermijn 3.18 Het horen van de aanvrager 3.19 Bijzondere situaties 3.20 Beslistermijn 3.21 Advies consulent 3.22 Ingangsdatum voorziening 3.23 Toetsing door coördinator 3.24 Herhaalde aanvraag 3.25 Beschikking 3.26 Weigeringsgronden 3.27 Bezwaar en beroep 1
2 3.28 Bijzondere bijstand 3.29 Íntrekking van een besluit tot verlening van een voorziening 3.30 Terugvordering van een voorziening HOOFDSTUK 4 VOORLIGGENDE VOORZIENINGEN 4.1 Inleiding HOOFDSTUK 5 WOONVOORZIENINGEN 5.1 Inleiding 5.2 Aandachtspunten bij aanvragen voor verhuiskosten of voor woningaanpassing 5.3 Primaat verhuizen 5.4 Verhuis- en inrichtingskosten 5.5 Woningaanpassingen Onderzoek m.b.t. de belemmeringen de woonruimte Aanpassingen/verstrekkingen 5.6 Anti-speculatiebeding HOOFDSTUK 6 VERVOERSVOORZIENINGEN 6.1 Inleiding 6.2 Vervoer voor lange afstanden Collectief vervoer Individuele vervoersvoorziening auto/taxi Aanpassingen van de auto Auto s in bijzondere uitvoering Bovenregionaal vervoer De bruikleenauto Een al dan niet aangepaste gesloten buitenwagen 6.3 Vervoer voor korte afstanden Algemeen Scootermobiel Aangepaste fiets Driewielfiets Tandem Tandemet Loopfiets Het vijfde wiel HOOFDSTUK 7 ROLSTOELEN 7.1 Algemene uitgangspunten bij selectie rolstoel 7.2 Soorten rolstoelen Duwrolstoel Handbewogenrolstoel Electrische rolstoel Sportrolstoelen 7.3 Keuze en verstrekking rolstoel 7.4 Aanpassingen aan rolstoelen 7.5 Accesoires 7.6 Stoelen op wielen 7.7 Vergoeding voor oplaadkosten 7.8 Rolstoeltraining 7.9 Vergoeding voor onderhoud en reparatie 7.10 Vergoeding voor verzekering van de rolstoel 7.11 Kinderrolstoelen 2
3 7.12 Overige kindervoorzieningen 7.13 Vervoermiddelen voor kinderen 3
4 HOOFDSTUK 1 INLEIDING Met ingang van 1 april 1994 is de Wet voorzieningen gehandicapten (hierna: Wvg) in werking getreden. Op grond van deze wet hebben de gemeenten de plicht gekregen zorg te dragen voor de verlening van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen aan in de gemeente woonachtige personen met een handicap. De verlening van de voorzieningen dient er op gericht te zijn de mogelijkheden van gehandicapte personen tot maatschappelijke integratie te vergroten. Om de Wvg te kunnen uitvoeren heeft de gemeenteraad de Verordening voorzieningen gehandicapten (hierna: verordening) vastgesteld en hebben burgemeester en wethouders het Besluit voorzieningen gehandicapten (hierna: besluit) vastgesteld. In 1999 is door de gemeenteraad ook het Verstrekkingenboek Wvg vastgesteld. Dit verstrekkingenboek is mede aan de hand van het model van de VNG tot stand gekomen. In het verstrekkingenboek wordt naast de wijze waarop ten aanzien van de te verstrekken voorzieningen moet worden omgegaan eveneens ingegaan op tal van andere onderdelen die op de uitvoering van de Wvg betrekking hebben. Het ligt derhalve voor de hand om niet de naam verstrekkingenboek te gebruiken maar de naam Leidraad Wvg Haaksbergen (hierna: leidraad). De leidraad bevat naast de regels ten aanzien van verstrekkingen aan gehandicapten ook interne regels voor de medewerkers en algemene beleidsregels. De interne regels voor de medewerkers zijn cursief weergegeven. In de leidraad worden op verschillende plaatsen bedragen genoemd. Onder invloed van prijs- en loonstijgingen, alsmede door wettelijke maatregelen, ministeriële richtlijnen, raadsbesluiten en besluiten van burgemeester en wethouders kunnen deze bedragen in de toekomst gewijzigd worden. Door de komst van de euro per 1 januari 2002 moet de leidraad opnieuw vastgesteld worden. Tegelijkertijd zijn bepaalde passages duidelijker weergegeven en is de jurisprudentie van de Centrale Raad van beroep verwerkt. Ook de recente aanpassingen in de verordening en het Besluit financiële tegemoetkomingen zijn meegenomen. 4
5 HOOFDSTUK 2 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN 2.1 Begripsbepaling gehandicapte Onder een gehandicapte wordt verstaan, een persoon die, door ziekte of gebrek, aantoonbare beperkingen ondervindt op het gebied van het wonen of van het zich binnen of buiten de woning verplaatsen (art. 1, lid 1a, Wvg). 2.2 Zorgplicht t.a.v. vreemdelingen De zorgplicht Wvg is beperkt tot Nederlanders en, op grond van de Vreemdelingewet, legaal in Nederland verblijvende vreemdelingen. Dit zijn vreemdelingen die beschikken over een geldige verblijfsvergunning voor (on) bepaalde tijd asiel. Vreemdelingen, die niet de bedoeling hebben zich in Nederland te vestigen (bijv. buitenlandse toeristen, vreemdelingen op zaken- familiebezoek) alsmede illegale en gedoogde vreemdelingen zijn van Wvg-voorzieningen uitgesloten. Dit laatste geldt ook voor asielzoekers die en verzoek hebben ingediend om als vluchteling in Nederland te worden toegelaten en die in het bezit zijn van een zogenaamd W-document. De vaststelling van het rechtmatig verblijf in Nederland is uitdrukkelijk voorbehouden aan de Vreemdelingendienst. Het onderzoek blijft beperkt tot het nagaan van de eventuele verblijfstitel van betrokkene en de eventuele gezinsleden (fotokopie innemen). In de rapportage wordt melding gemaakt van eventuele aan de verblijfstitel verbonden voorwaarden respectievelijk garantstelling. Bestaat er onduidelijkheid over de verblijfstitel, dan kan informatie van de vreemdelingendienst worden gevraagd. Als verificatie van gegevens plaats vindt bij de vreemdelingendienst, wordt de cliënt hier over tijdens de intake geïnformeerd. De behandeling van de aanvraag wordt opgeschort, gedurende de termijn waarin dit nadere onderzoek plaatsvindt. Uitgangspunt is dat de vreemdeling zelf opheldering verschaft over zijn identiteit. Als de identiteit van een vreemdeling niet kan worden vastgesteld, wordt de aanvraag afgewezen op grond van artikel 6.3, sub g, van de verordening. 2.3 De bevoegde gemeente De aanvraag behoort te worden ingediend bij, en moet worden afgehandeld door de gemeente waar de gehandicapte woonachtig is (art. 2 Wvg). De gehandicapte wordt geacht woonachtig te zijn in de gemeente waar zijn hoofdverblijf is. In de verordening wordt onder hoofdverblijf verstaan: hetzij de woonruimte, waar de gehandicapte zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven, dan wel zal staan ingeschreven, hetzij het feitelijk woonadres indien de gehandicapte een briefadres heeft. In afwijking van het vorenstaande kan voor een gehandicapte een woning bezoekbaar worden gemaakt indien deze zijn hoofdverblijf in een AWBZ-instelling heeft (zie hiervoor het hoofdstuk woonvoorzieningen). In deze gevallen moet de aanvraag worden ingediend in de gemeente waar de woning staat. Met betrekking tot het verblijf in een AWBZ-instelling kunnen zich 3 situaties voordoen: 1 Men verblijft tijdelijk in een AWBZ-instelling. In dat geval is de AWBZ-instelling geen 5
6 hoofdverblijf en blijft men ingeschreven in de gemeente waar het hoofdverblijf staat. 2 Het verblijf in een AWBZ-instelling heeft een permanent karakter. In dat geval zal men zich zo snel mogelijk moeten laten inschrijven in de gemeente waar de AWBZ-instelling staat omdat de AWBZ-instelling het hoofdverblijf wordt. 3 Er bestaat onduidelijkheid over de duur van het verblijf in de AWBZ-instelling (permanent of tijdelijk). In dat geval blijft het hoofdverblijf het oorspronkelijk adres totdat zekerheid ontstaat omtrent de duur van het verblijf in de AWBZ-instelling. Opname in de gemeentelijke basisadministratie is mogelijk met de vermelding van een woonadres of een briefadres. De laatste aanduiding is een puur bevolkingsadministratief-technische aangelegenheid. In de periode dat men nog niet ingeschreven staat in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente waar de AWBZ-instelling is gevestigd bij permanente opname (met aanduiding woonadres), zal de aanvraag dus ingediend moeten worden bij de gemeente waar men op dat moment (nog) staat ingeschreven op woonadres. 2.4 Niet algemeen gebruikelijk Op grond van artikel 1.2, lid 3, onder a, van de verordening hanteert het gemeentebestuur bij het verstrekken van voorzieningen voor gehandicapten het uitgangspunt dat slechts die voorzieningen voor vergoeding of verstrekking in aanmerking komen, die gehandicapten nodig hebben in verband met het verminderen of opheffen van beperkingen voortkomend uit ziekte of gebrek en die ten opzichte van niet-gehandicapten niet algemeen gebruikelijk zijn. Waar de grens getrokken moet worden tussen wat wel en wat niet algemeen gebruikelijk is, zal afgemeten moeten worden aan de algemeen maatschappelijke normen, die overigens telkens veranderen. De ontwikkelingen in de jurisprudentie dienen nauwlettend te worden gevolgd. Wat vandaag nog onder het verstrekkingenpakket valt, hoeft dat over enige tijd niet meer te doen. Rolstoelen zullen nooit algemeen gebruikelijk worden. Een fiets daarentegen is dat wel. Het criterium dat een artikel normaal in de handel verkrijgbaar is en door velen- ook niet gehandicapten wordt aangeschaft- is reden om de aanvraag af te wijzen. Dit betekent dat bijvoorbeeld een keramische kookplaat, luchtzuiveringsapparaten, airco s, luchtbevochtigers, stuurbekrachtiging in een auto, eenhendelmengkranen, inbouw/aanschaf douche, ombouw lavet naar douche, een spartamet of snorfiets, een gashaard, een wasmachine, een pyama of een ochtendjas, een waterbed, etc. niet snel voor vergoeding in aanmerking komen. Alleen als een ziekte of gebrek noopt tot een plotselinge, niet voorzienbare noodzakelijke vervanging/aanschaf en indien er bij de aanvrager sprake is van een laag inkomen (minimum) in combinatie met veel kosten verband houdende met de handicap, is een verstrekking mogelijk. 2.5 Subsidiering van meerkosten Bij de subsidiëring van voorzieningen in het kader van de Wvg gaat het om "meerkosten". Dit wil zeggen dat alleen de kosten die een gehandicapte 'meer' heeft dan een nietgehandicapte, op grond van artikel 3 van het Besluit financiële tegemoetkomingen in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Dit speelt met name een rol bij voorzieningen die op zich algemeen gebruikelijk zijn, maar die voor de gehandicapte duurder zijn omdat het gaat om een bijzondere (op de handicap aangepaste) uitvoering. Een goed voorbeeld hiervan is de speciaal aangepaste fiets. Bij een financiële tegemoetkoming hiervoor wordt het bedrag dat een gemiddelde fiets kost op de tegemoetkoming in mindering gebracht. 2.6 Individueel gericht De verordening bepaalt in artikel 1.2, lid 1, onder a, dat een woonvoorziening, een vervoersvoorziening, of een rolstoel slechts kan worden toegekend voor zover deze in overwegende mate op het individu is gericht. Als enige in de wet genoemde uitzondering hierop geldt het collectief vervoer, dat als collectieve voorziening mag worden aangemerkt. 6
7 Het spreekt uiteraard voor zich dat een collectieve voorziening niet in overwegende mate op het individu is gericht. Maar dat is de zorgplicht wel, die de gemeente vervult via het collectieve systeem. Gaat het om een individuele voorziening, dan geldt duidelijk wel dat die op het individu gericht dient te zijn. Dit betekent dat: 1. Een aanvraag voor een gemeenschappelijke voorziening in beginsel niet mogelijk is. Er moet altijd een individuele aanvrager zijn die de voorziening aanvraagt. De voorziening moet voor deze aanvrager ook noodzakelijk zijn in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten. De voorziening moet op die persoon gericht zijn. 2. Een voorziening alleen wordt verstrekt ten behoeve van de gehandicapte zelf. 2.7 Langdurig noodzakelijk De verordening bepaalt in artikel 1.2, lid 1, onder b, dat een voorziening slechts aan een gehandicapte kan worden toegekend voor zover deze voorziening langdurig noodzakelijk is om diens beperkingen op het gebied van het wonen of het zich binnen of buiten de woning verplaatsen op te heffen of te verminderen. Waar de grens van langdurig gelegd moet worden is niet eenduidig aan te geven. "Voor langere tijd" betekent in ieder geval dat wie tijdelijk gehandicapt is, niet voor een voorziening in het kader van de Wvg in aanmerking komt. Betrokkene kan voor tijdelijke voorzieningen een beroep doen op de hulpmiddelendepots van de Thuiszorgorganisaties, die opgezet zijn in het kader van de AWBZ. Waar precies de grens ligt tussen kortdurend en langdurig zal van situatie tot situatie verschillen. In dit kader zal de medisch prognose van groot belang zijn. De gemeente zal bij het verstrekken van hulpmiddelen bekijken of de verstrekking een redelijk definitief (tegenovergestelde van tijdelijk) karakter heeft. De adviseur speelt bij de bepaling of er al dan niet sprake is van langdurig noodzakelijk een belangrijke rol. 2.8 Ziekte of gebrek Volgens de definitie die de Wvg geeft, in artikel 1 lid 1, onder a, van het begrip "gehandicapte", dienen de aantoonbare belemmeringen die een persoon ondervindt op het gebied van het wonen of het zich binnen of buiten de woning verplaatsen, het gevolg te zijn van ziekte of gebrek. Of er sprake is van ziekte of gebrek zal veelal op grond van een medische diagnose moeten worden vastgesteld. Vervolgens moet op grond van die diagnose worden aangegeven of de ondervonden beperkingen en de daaruit voortvloeiende belemmeringen een direct gevolg zijn van ziekte of gebrek. Het is evenwel niet altijd mogelijk een diagnose te stellen. Soms treden er beperkingen op die niet direct terug te leiden zijn naar ziekte of gebrek. Zo kunnen klachten een psychische of psychiatrische achtergrond hebben. Dan zal een uitspraak van een deskundige noodzakelijk zijn om te bepalen of de klachten berusten op ziekte of gebrek. Is hier geen sprake van, dan kan in uitzonderlijke situaties een beroep op de hardheidsclausule (artikel 8.1 van de verordening) worden gedaan. 2.9 Mogelijke andere aanspraken op de gevraagde voorziening De verordening bepaalt in artikel 1.2, lid 3, onder b, dat de voorzieningen niet worden verstrekt indien er een andere wettelijke regeling of enige privaatrechterlijke verbintenis bestaat, op grond waarvan men aanspraak kan maken op de aangevraagde voorziening. In hoofdstuk 4 wordt hier nader op ingegaan De toereikende en goedkoopste voorziening (goedkoopst en adequaat) 7
8 Voorzieningen die in het kader van de gemeentelijke verordening worden verstrekt, dienen naar objectieve maatstaven gemeten zowel adequaat als de meest goedkope voorziening te zijn. Dit is bepaald in artikel 1.2, lid 1, onder c, van de verordening. Eigenschappen die kostenverhogend werken zonder dat zij de voorziening meer adequaat maken, zullen in principe niet voor vergoeding in aanmerking komen. Echter, de gemeente laat zich hierbij mede leiden door overwegingen van "kosteneffectiviteit". Met betrekking tot het kwaliteitsniveau wordt uitgegaan van een verantwoord, maar ook niet meer dan dat niveau. Het is eventueel wel mogelijk een voorziening te verstrekken die duurder is dan de goedkoopst adequate voorziening, mits de gehandicapte bereid is het prijsverschil voor eigen rekening te nemen. Dit kan in een extreem geval zelfs betrekking hebben op de kleur van de door de gemeente in bruikleen te verstrekken scootmobiel Integrale beoordeling van aanvragen Integrale beoordeling van aanvragen speelt bij de advisering en de toewijzing van voorzieningen een rol. Bij een aantal gehandicapten is sprake van aanvragen die op meerdere gebieden betrekking hebben. Een integrale benadering kan op het eerste gezicht voor de gemeente duurder uitpakken dan het ingaan op de concreet gestelde vraag (claimgericht). Toch zal in het algemeen en met name bij cliënten met een meervoudige hulpvraag of een progressief ziektebeeld een integrale advisering en beoordeling uiteindelijk goedkoper zijn dan herhaald claimgericht adviseren en beoordelen Eigen bijdragen en eigen betalingen Voorzieningen in natura en eigen bijdrage Bij het verlenen van voorzieningen in natura (driewielfiets, scootmobiel) wordt overgegaan tot verstrekking van het hulpmiddel in bruikleen. Er wordt geen eigen bijdrage gevraagd Voor het gebruik van het collectief vervoer of een vervoersysteem zoals genoemd in artikel 3.1 van de verordening is geen eigen bijdrage verschuldigd. Als een gehandicapte gebruik van deze vervoersvoorziening wenst te maken, dient hij/zij het geldend tarief te betalen. Dit tarief is een prijs voor een enkele rit, die afgeleid is van het reguliere openbaar vervoer. De gemeente mag hiervoor het blauwe strippenkaarttarief hanteren Financiële tegemoetkomingen en eigen betaling Voorzieningen kunnen ook worden verleend door het geven van een financiële tegemoetkoming in de kosten hiervan. Hierbij valt te denken aan een vergoeding voor de aanpassing van een woning. Bij het vaststellen van de hoogte van de financiële tegemoetkoming zijn de werkelijke (meer)kosten van de voorziening uitgangspunt. De hoogte van de financiële tegemoetkoming is afhankelijk van het (gezamenlijk) inkomen van betrokkene. Het (eventuele) verschil tussen de kosten van de noodzakelijke aanpassingen en de financiële tegemoetkoming van de gemeente, is de eigen betaling. Uiteraard mag deze de Wvg-draagkracht niet te boven gaan. Op grond van de Regeling financiële tegemoetkomingen en eigen bijdrage Wvg is bepaald 8
9 dat de gemeente bij de bepaling van de Wvg-draagkracht rekening moet houden met de ten laste van de van de gehandicapte blijvende kosten als gevolg van handicap. In artikel 3 van het Besluit financiële tegemoetkomingen is dit geregeld. Dit zijn dus niet alleen de eigen betalingen op grond van de AWBZ of op grond van de Wet financiering volksverzekeringen gebaseerde subsidieregelingen, maar ook andere kosten. Hierbij valt te denken aan extra-uitgaven voor de oplaadkosten van een scootmobiel van 0,46 per dag of extra-slijtage van schoeisel en kleding. Uiteraard dienen deze kosten wel betrekking te hebben op het betreffende kalenderjaar en zullen ze aannemelijk gemaakt moeten worden. Omdat deze kosten per persoon erg uiteen kunnen lopen, dient er altijd een individuele beoordeling plaats te vinden. Zo nodig kan in verband hiermede een bijdrage op grond van de Algemene bijstandswet worden verstrekt Forfaitaire en gemaximeerde vergoedingen Forfaitaire vergoedingen zijn vergoedingen die worden verstrekt zonder dat er een relatie is met de werkelijk gemaakte kosten. Er kan dus niet op declaratiebasis worden afgerekend. Een bekend voorbeeld is de sportrolstoel. Deze wordt niet in natura verstrekt, maar de aanvrager kan hiervoor een forfaitaire vergoeding ontvangen. Gemaximeerde vergoedingen zijn vergoedingen die voor bepaalde kosten tot een bepaald norm- of maximumbedrag worden gegeven. Hierbij kan er worden afgerekend op basis van de werkelijk gemaakte kosten tot maximaal het genormeerde bedrag. Dit is bijvoorbeeld het geval als er sprake is van een financiële tegemoetkoming op declaratiebasis in de kosten van het gebruik van een (rolstoel)taxi of eigen auto Beperkingen Voor voorzieningen waarvan de kosten minder dan 45,38 bedragen, wordt op grond van artikel 2 van het Besluit financiële tegemoetkomingen, geen financiële tegemoetkoming verleend Hardheidsclausule Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 8.1 van de verordening in bijzondere gevallen ten gunste van de gehandicapte (of woningeigenaar) afwijken van de bepalingen in de gemeentelijke verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als een regel. In verband met precedentwerking moeten burgemeester en wethouders duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken. Sinds korte tijd heeft de gemeente ook de zorgplicht voor de dure woonvoorzieningen (tot ,02). Indien de kosten van een woonvoorziening de grens van ,02 te boven gaan, is steeds sprake van een bijzonder geval, waarin het weigeren van de voorziening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. 9
10 HOOFDSTUK 3 WVG-AANVRAGEN 3.1 Inleiding In principe dient men een aanvraag in te dienen bij die gemeente waar men in het bevolkingsregister staat ingeschreven. In onze gemeente is hiervoor Het Zorgplein Haaksbergen aangewezen. Gaat het om bewoners van het Wiedenbroek dan worden de aanvragen rechtstreeks door deze instanties bij de gemeente ingediend. De gemeente is en blijft echter verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wvg. Met het Zorgplein en het Wiedenbroek vindt periodiek overleg plaats m.b.t. coördinatie, afstemming, etc. 3.2 Tijdstip aanvraag Over het algemeen moet een aanvraag om een voorziening worden ingediend vóór het tijdstip, waarop de kosten zijn gemaakt. Ingevolge artikel 6.3, onder a, van de verordening kan geen financiële tegemoetkoming worden verleend in kosten, die vóór de aanvraagdatum zijn gemaakt. Alleen in bijzondere omstandigheden - én er een indicatie voor de betreffende voorziening is - kan toekenning van een voorziening met terugwerkende kracht worden overwogen. In de rapportage zal dan nadrukkkelijk aandacht moeten worden besteed aan de argumentatie daartoe. 3.3 Ontvangstbevestiging In alle gevallen ontvangt de aanvrager/gemachtigde na indiening van de aanvraag een ontvangstbevestiging. Eén afschrift van het in tweevoud ingediende aanvraagformulier dient als ontvangstbevestiging. 3.4 Ambtshalve aanvraag Als de aanvrager door zijn handicap niet kan schrijven dan wel niet in staat is zijn wil kenbaar te maken en de noodzaak bestaat dat er een voorziening wordt getroffen, kan een gemachtigde de aanvraag bij het Zorgplein indienen. Als er geen gemachtigde is en de aanvrager niet naar het Zorgplein kan komen, wordt deze door een ambtenaar van de gemeente thuis bezocht. In die gevallen dat een deel van de vragen door de consulent wordt ingevuld, zal aan de cliënt worden gevraagd of hij met de beantwoording van de vragen akkoord gaat. De Awb bepaalt dat de aanvraag in ieder geval naam en adres van de aanvrager en een aanduiding van de beschikking die gevraagd wordt, dient te bevatten en verder ondertekend moet zijn. Jurisprudentie leert dat een ondertekend formulier, dat overigens niet is ingevuld, geaccepteerd dient te worden als de overige benodigde bescheiden daarbij zijn gevoegd. Het ligt voor de hand in een dergelijke situatie te verzoeken om aanvulling van de gegevens. Ditzelfde geldt wanneer het aanvraagformulier niet volledig is ingevuld. Alvorens overgegaan kan worden tot een besluit de aanvraag niet te behandelen dient de aanvrager eerst de gelegenheid gegeven te worden de ontbrekende gegevens aan te vullen. Artikel 4:5, lid 1, Awb regelt dit. Indien wordt besloten om een aanvraag niet te behandelen, dan moet dit conform artikel 4:5, lid 4, Awb schriftelijk binnen een bepaalde termijn worden meegedeeld aan de belanghebbende. Tegen deze mededeling (over het niet in behandeling nemen) kan de aanvrager bezwaar maken. 3.5 Aanvragen door echtgenoten/partners 10
11 De aanvraag kan ook door een van de partners worden gedaan en ondertekend, maar dan zal een schriftelijke machtiging van de andere partner moeten worden overgelegd. De betreffende machtiging wordt bij de aanvraag gevoegd en in het dossier bewaard. 3.6 Aanvraag niet ondertekend Voor een aanvraag, die niet door de cliënt/gemachtigde is ondertekend, dan wel waarvan is verzuimd deze door de cliënt/gemachtigde te laten ondertekenen, geldt, dat deze pas in behandeling wordt genomen, als de aanvraag is ondertekend. De afhandelingstermijn ex Awb wordt hierdoor opgeschort. 3.7 Wijziging(en) op het aanvraagformulier Wanneer de aanvrager het aanvraagformulier heeft ondertekend, mogen daarop later geen wijzigingen dan wel aantekeningen worden aangebracht, behalve door de aanvrager zelf bij de inname van het aanvraagformulier. 3.8 Voor-/vroegtijdige aanvragen Afhankelijk van de zich voordoende situaties is de werkwijze aldus: - de feiten en omstandigheden zijn zodanig duidelijk, dat een principe-beslissing kan worden genomen: de aanvraag wordt dan op de normale wijze afgewerkt; - er zijn zodanige onduidelijkheden, dat (nog) geen principe-beslissing kan worden genomen: als de indruk bestaat, dat het verkrijgen van de ontbrekende gegevens nog lange tijd gaat duren, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten. Indien de benodigde gegevens beschikbaar zijn, kan de betrokkene t.z.t. een nieuwe aanvraag indienen. Een andere mogelijkheid is de intrekking door de cliënt middels een door hem/haar ondertekende brief. Indien de aanvrager nog geruime tijd een artikel van de thuiszorg kan lenen, maar toch een aanvraag bij het Zorgplein wil indienen, kan deze buiten behandeling worden gelaten. 3.9 Informatieplicht De aanvrager is verplicht de gegevens en bescheiden te verschaffen, die nodig zijn voor de beslissing op de aanvraag (art. 4:2, tweede lid, Awb en art. 6.1, lid 1, verordening). Van de cliënt mag dan ook volledige opening van zaken worden verlangd, waar het gaat om het verkrijgen van een inzicht in de voor de uitvoering van de Wvg relevante omstandigheden. Als de cliënt de benodigde gegevens niet kan overleggen, wordt een concrete schriftelijke afspraak gemaakt om deze, als regel binnen één week of zoveel later als redelijk is, alsnog in te leveren of te laten inzien Onderzoek Voordat op een aanvraag een beslissing wordt genomen, moet een onderzoek worden ingesteld. Dit is nodig om te kunnen beoordelen of de aanvraag geheel, gedeeltelijk of niet gehonoreerd kan worden. Het onderzoek is erop gericht om een duidelijk beeld te krijgen van zowel de financiële (bij aanvraag bepaalde vervoers- en woonvoorzieningen) als de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager. Bij een gezin of samenwoning dient ook het onderzoek betrekking te hebben op de sitiuatie van de partner. Het is noodzakelijk het sociale verband waarin de gehandicapte functioneert, te inventariseren. Relevante factoren daarbij kunnen zijn: - verplaatsingsgedrag (motief, bestemming, frequentie, wijze); - wensen van de belanghebbende; - samenstelling huishouden en taakverdeling in huishouden; 11
12 - mogelijkheden van hulpverlening door huisgenoten of derden; - bereidheid tot verhuizen in relatie tot noodzaak verhuizen; - sociale relaties in huidige woonomgeving (beschikbaarheid van hulp); - omgevingsfactoren, zoals aanwezigheid/ontbreken van (toegankelijk) openbaar vervoer in de directe omgeving, stallingsmogelijkheden; - acceptatie gebruik hulpmiddelen. Van belang is dat het onderzoek niet verder gaat dan tot datgene wat van belang is voor de vaststelling van het recht op een voorziening (artikel 4:3 Awb) Onderzoek voorliggende voorzieningen Nagegaan wordt of er sprake is van een voorliggende voorziening. Afhankelijk hiervan wordt de aanvraag verder in behandeling genomen. Als indiening van een aanvraag niet zinvol is en betrokkene instemt met deze conclusie, wordt op het aanvraagformulier vermeld, dat de aanvraag niet in behandeling behoeft te worden genomen onder vermelding van de reden. Aan de cliënt wordt verzocht door middel van een handtekening op het aanvraag-formulier dit te bevestigen. Een andere mogelijkheid is intrekking door de cliënt middels een door hem ondertekende brief Onderzoek indicatiestelling en advies Bij het vaststellen van de noodzaak van een aangevraagde voorziening en bij de selectie van de goedkoopst adequate voorziening kan een deskundig adviseur worden ingeschakeld Advisering Het kader dat de Wvg biedt voor advisering is minimaal. In artikel 5, lid 1, onder c, van de Wvg is bepaald dat de gemeente bij verordening onder andere moet bepalen "de procedure met betrekking tot de toekenning, de herziening, de beëindiging en de terugvordering van voorzieningen, daaronder begrepen het inwinnen van deskundigenadvies". In de Memorie van toelichting wordt aangegeven dat "de gemeente het advies van een deskundige op sociaal-medisch, ergonomisch, dan wel bouwkundig gebied dient in te winnen, wanneer dat voor de beoordeling van de aanspraak op een voorziening noodzakelijk is". Artkel 7.1, lid 2, van de verordening bepaalt dat een advies wordt gevraagd indien burgemeester en wethouders dat wensen. In twijfelgevallen en in gevallen waarin er sprake is van een negatieve beslissing voor de betrokkene kan het raadzaam zijn een advies te vragen. Dit in verband met mogelijke bezwaar- beroepprocedures Inhoud van het advies Het advies zal de navolgende gegevens moeten bevatten: - persoonsgegevens aanvrager; - datum onderzoek; - naam onderzoeker; - gevraagde voorziening; 12
13 - eventueel gebruikte informatiebronnen (zoals eigen onderzoek en/of ingewonnen informatie); - eventueel nader onderzoek; - medische, ergonomische, sociale, technische en financiële aspecten; - uitspraak over noodzaak van voorziening; - programma van eisen waaraan voorziening moet voldoen; - het te verwachten beloop van de aandoening (voor zover relevant); - indien van toepassing een uitspraak over de op grond van de huidige aandoening en over de eventueel nu al te treffen voorzieningen (anticiperen); - reactie van de aanvrager Toetsing van het advies Op grond van de Awb, afdeling 3.3, is een gemeente gehouden zich ervan te vergewissen of het onderzoek van de adviseur op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. Een eerste toets is of het advies volledig is. Vervolgens wordt het advies meer inhoudelijk beoordeeld: - Medische gegevens, zoals diagnosecode of stoornis van de betreffende cliënt, hoeven in beginsel niet in het advies te worden opgenomen. - Het aangeven van de beperkingen op grond waarvan al dan niet een bepaalde Wvgvoorziening noodzakelijk wordt geacht door de adviseur valt niet onder het medisch geheim. De adviseur kan dus in zijn advies in lekentaal de geconstateerde beperkingen opnemen. - Bij afwijzende adviezen dan wel adviezen waarin een andere voorziening wordt voorgesteld, toetst de ambtenaar of een arts bij de advisering betrokken is geweest en of deze informatie bij de behandelend sector heeft ingewonnen. Tot slot wordt getoetst of het advies in overeenstemming is met de bepalingen in de verordening en de daarbij behorende beleidsregels. Indien het advies deze toets niet doorstaat, ligt het in de lijn der verwachtingen dat de adviserende instantie om een aanvulling dan wel een nieuw advies wordt gevraagd! Medische beoordelingsaspecten: De gemeente Haaksbergen heeft met het Regionaal Indicatie Orgaan (RIO) een contract afgesloten voor het uitbrengen van medische adviezen. Omtrent de wijze van rapporteren van de uit te brengen adviezen en de wijze waarop door de arts het onderzoek wordt verricht, zijn afspraken gemaakt. In principe wordt de gehandicapte door de arts thuis bezocht. Ergonomische beoordelingsaspecten: Het Regionaal Indicatie Orgaan verricht ook de ergonomische onderzoeken. In de ergonomie gaat het om het afstemmen op elkaar van de mens met zijn fysieke mogelijkheden/antropometrische gegevens (lichaamsmaten) en de activiteiten, die door hem worden verricht, het te gebruiken gereedschap en de omgeving, waarin het wordt gebruikt. Bij het wonen richt zich de ergonomie op het wegnemen of beperken van belemmeringen in en aan de woonruimte - veroorzaakt door de lichamelijke functionele beperkingen en dan met name op het kunnen bereiken, betreden en gebruiken van een woning in zijn eenvoudigste vorm. Het onderzoek van de ergonomische aspecten geeft inzicht in: 13
14 - adequaatheid ten aanzien van bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning; - antropometrische gegevens; - welke handelingen worden verricht en hoe worden deze handelingen verricht; - op welke wijze spelen hulpmiddelen en motivatie daarbij een rol; - objectgegevens (voor zover van toepassing): soort en ligging woning, huurder/eigenaar/bewoner, bestemmingsplan, continuteit van het object Verificatie en verantwoording onderzoek. Uitgangspunt is, dat de door de aanvrager verstrekte gegevens, die van belang zijn voor het vaststellen van het recht op een voorziening, worden geverifieerd. De verantwoording van de controle vindt plaats op het aanvraagrapportageformulier Wvg. Van relevante bescheiden wordt een fotokopie ingenomen (identiteitsbewijs, sofinummer, inkomensgegevens) Identiteitscontrole Bij de behandeling van de eerste aanvraag moet zo mogelijk een identiteitscontrole plaatsvinden. Soort en nummer van het identiteitsbewijs wordt op de aanvraag vermeld. Als identiteitsbewijs komen in aanmerking: - Paspoort; - Gemeentelijke-/Europese identiteitskaart; - verschillende vreemdelingendocumenten Inname SOFI-nummer Bij de inname van de aanvraag wordt de opgave van het SOFI-nummer van de Belastingdienst van de cliënt (en partner) overgenomen Inkomenstoets Bij de behandeling van bepaalde Wvg-aanvragen (woon- en vervoersvoorzieningen) moet een inkomenstoets worden toegepast. In verband hiermede worden bewijsstukken ingenomen, resp. vindt verantwoording omtrent de gecontroleerde gegevens plaats. Fotokopieën van relevante salaris-/uitkerings-/pensioenspecificaties of bankafschriften moeten worden ingenomen. In het kader van de Wvg behoeft geen rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van vermogen. Wel wordt rekening gehouden met inkomsten uit vermogen. Als de cliënt (op het aanvraagformulier) geen inkomsten heeft opgegeven zal uit oogpunt van fraudepreventie steeds nadrukkelijk aan de cliënt worden gevraagd of hij eigen inkomsten heeft ("doorvragen"). Als de cliënt de benodigde bewijsstukken niet heeft ingeleverd of getoond, kan de aanvraag niet in behandeling worden genomen en dient de procedure m.b.t. het buiten behandeling laten van de aanvraag te worden gevolgd, zoals eerder beschreven Hersteltermijn Op grond van artikel 4:5 Awb kan een aanvraag om een voorziening buiten behandeling blijven, als de cliënt onvoldoende medewerking aan het onderzoek verleent, bijv. i.v.m. onvolledige gegevensverstrekking. Daaraan voorafgaand moet de cliënt echter door het geven van een zgn. hersteltermijn de mogelijkheid worden geboden alsnog medewerking aan het onderzoek te verlenen c.q. de gevraagde informatie alsnog te verstrekken. In het algemeen wordt een herstelperiode van vier weken aangehouden, zonodig kan een langere termijn worden aangehouden. Voor het geven van een hersteltermijn wordt gebruik gemaakt van een standaardbrief. Een afschrift van deze brief wordt bij de aanvraag in het dossier gehecht. De beslistermijn wordt opgeschort gedurende de periode, dat gewacht 14
15 wordt op medewerking van de cliënt. Zodra de medewerking is verkregen of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, gaat de beslistermijn weer lopen. Als de cliënt binnen de herstelperiode niet reageert of de gevraagde gegevens niet verstrekt, wordt de gevraagde voorziening op grond van artikel 4:5, lid 1, Awb buiten behandeling gelaten. Dit wordt de cliënt per beschikking meegedeeld Het horen van de aanvrager De Awb schrijft voor, dat de aanvrager in bepaalde situaties in de gelegenheid moet worden gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen als een geheel of gedeeltelijk afwijzende beslissing wordt voorgenomen. Dit geldt in zijn algemeenheid niet voor beslissingen tot vaststelling van financiële verplichtingen of financiële aanspraken. Ingevolge art. 4:12 Awb kan het horen namelijk achterwege blijven, als de nadelige gevolgen van de beschikking volledig ongedaan kunnen worden gemaakt in bezwaar of beroep, hetgeen bij de Wvg het geval is. Desondanks kunnen er zich situaties voordoen, waarbij het uit oogpunt van een zorgvuldige voorbereiding van een goed afgewogen, gemotiveerd besluit geboden is met de aanvrager voordien contact op te nemen. Bovendien kan hiermede in een aantal situaties wellicht voorkomen worden, dat de langduriger en kostbaarder bezwaarschriftenprocedure moet worden gevolgd. In verband hiermede wordt de volgende procedure gehanteerd voor het horen van aanvragers Bijzondere situaties Als een geheel of gedeeltelijk afwijzende beslissing wordt overwogen op basis van een uitgebracht extern advies, is het gewenst om de cliënt in de gelegenheid te stellen mondeling of schriftelijk zijn zienswijze naar voren te brengen. Een andere situatie, waarin het aanbeveling verdient de aanvrager te horen, doet zich voor, als tijdens het onderzoek n.a.v. de aanvraag belangrijke gegevens op tafel komen, die de aanvrager betreffen en die afwijken van de eerder verstrekte informatie. Bijvoorbeeld als blijkt, dat de aanvrager mogelijk niet op het opgegeven adres woont. In die situatie kan er niet mee worden volstaan de aanvraag zondermeer op grond van art. 6.3 van de verordening te weigeren. Het horen van cliënten kan achterwege blijven als het uitgebrachte negatieve medische adviezen betreft, omdat medische problematiek zich niet leent voor bespreking met de Wvgconsulent. Bij bezwaren tegen beslissingen, waarbij het uitgebrachte medisch advies een rol speelt, kan de bezwaarschriftenprocedure uitkomst bieden Beslistermijn Nadat een aanvraag Wvg is ingediend, moet binnen de in de verordening gestelde termijnen een beschikking worden verzonden. Dit zal in de praktijk afhankelijk zijn van de complexiteit van de aanvraag en van de in te winnen adviezen. Om in staat te zijn de aanvraag binnen een redelijke termijn af te handelen is een efficiënt uitgevoerd onderzoek noodzakelijk. De benodigde informatie van de cliënt zal in een vroegtijdig stadium moeten worden ingewonnen. De beslistermijn wordt opgeschort gedurende de periode dat gewacht wordt op de aanvullende gegevens van de cliënt. Zodra de gegevens zijn ontvangen, of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, gaat de beslistermijn weer lopen. 15
16 3.21 Advies Zorgconsulent De voor de besluitvorming van belang zijnde gegevens worden in het advies van de Zorgconsulent verwerkt. Dit zal veelal aanvullend zijn op de reeds schriftelijk vastgelegde gegevens (aanvraag, medische indicatie en toelichting, brieven en dergelijke). Voor het nemen van een zorgvuldige, goed onderbouwde en eventueel in bezwaar en beroep hanteerbare beslissing is het van belang, dat alle relevante informatie overzichtelijk en beknopt in het advies wordt weergegeven. Van ingehechte correspondentie en dergelijke behoeft echter geen samenvatting gegeven te worden, tenzij het om een gecompliceerde aanvraag gaat. Het rapport/advies zal in het algemeen moeten bevatten: - een toelichting op de aanvraag en het weergeven van achtergronden, die tot de aanvraag hebben geleid; - het weergeven van cliënts toelichting op de aanvraag; - het beschrijven van de relevante sociale, medische (en indien van toepassing financiële) omstandigheden van cliënt en zijn gezin; - het aangeven van relevante feiten voor zover de aanvraag daarin niet voorziet; - het aangeven van de relevante wettelijke mogelijkheden; - het doen van een voorstel onder vermelding van eventueel aan de voorziening te verbinden voorwaarden; - de naam van de Zorgconsulent Ingangsdatum voorziening Een vraag die automatisch opkomt als een beslissing genomen moet worden op een aanvraag is: op welke datum treedt de beslissing in werking. Hierna worden een aantal handreikingen gedaan. Volgens artikel 3:40 Awb treedt een besluit in werking nadat het is bekendgemaakt. In de praktijk vindt bekendmaken plaats door het verzenden van een brief waarin de toekenning of weigering is vermeld. Aan beslissingen kunnen rechten worden ontleend, nadat deze beslissingen bekend zijn gemaakt. Voor beslissingen voor bijvoorbeeld woningaanpassingen zit er verschil in het tijdstip van toekenning van de voorziening (= de goedgekeurde aanpassingen aan de woning) en het moment van uitbetalen van de financiële tegemoetkoming hiervoor. Op aanvragen voor een financiële tegemoetkoming in vervoerskosten volgt meestentijds een beslissing waarin een voorziening met terugwerkende kracht in werking treedt. Een dergelijke voorziening gaat in op de eerste dag van de maand waarin de aanvraag bij het college burgemeester en wethouders is ingediend. Op de aanvraag wordt deze datum middels een datumstempel vermeld. Aan beslissingen op aanvragen voor voorzieningen die leiden tot het in bruikleen verstrekken van middelen kunnen rechten worden ontleend, nadat deze beslissingen bekend zijn gemaakt. De klant kan echter pas daadwerkelijk van het middel gebruik maken nadat het middel door de leverancier is afgeleverd Toetsing door coördinator De coördinator zorg controleert de aangeleverde bescheiden op volledigheid en juistheid. Hij gaat voorts na of verificatie en verantwoording van onderzoek op de voorgeschreven wijze heeft plaatsgevonden. Ook wordt gecontroleerd of de benodigde documenten aanwezig zijn. Vervolgens wordt het advies van de consulent getoetst. Als de aanvraagbehandeling niet conform deze leidraad is uitgevoerd en het recht op een voorziening niet door de coördinator kan worden vastgesteld, is het niet toegestaan de aanvraag af te doen. In die gevallen moet aanvullend onderzoek respectievelijk rapportage 16
17 plaatsvinden. De coördinator treedt in overleg met de betrokken consulent, wanneer hij op grond van zijn kennis en inzichten tot een andere conclusie komt dan in de rapportage wordt aangegeven Herhaalde aanvraag Als de cliënt bij een herhaalde aanvraag geen nieuwe feiten en/of omstandigheden vermeldt, behoeft geen herstelperiode te worden gegeven. De aanvraag kan dan direct na een beperkt onderzoek en rapportage (per beschikking) worden afgewezen onder verwijzing naar de eerdere afwijzende beschikking (art. 4:6, lid 2, Awb). Slechts indien sprake is van omstandigheden, die bij het nemen van de beslissing op de eerste aanvraag niet bekend waren, kan hiervan worden afgeweken Beschikking Het antwoord op de door een cliënt ingediende aanvraag wordt per beschikking gegeven. Een beschikking is een op schrift gestelde beslissing, die door de coördinator Zorg wordt getroffen. Als de beschikking betrekking heeft op een financiële tegemoetkoming moet worden aangegeven waarvoor die bedoeld is. Belangrijk is, dat de met de cliënt te maken/gemaakte afspraken resp. de te stellen voorwaarden, die rechtsgevolgen hebben, in de beschikking worden opgenomen. De beschikking moet deugdelijk zijn gemotiveerd. Een motivering van de beslissing kan echter achterwege blijven als redelijkerwijs mag worden aangenomen, dat er geen behoefte aan bestaat, bijvoorbeeld als een aanvraag wordt gehonoreerd. Verzoekt een belanghebbende binnen een redelijke termijn om een motivering dan moet deze z.s.m. worden verstrekt. Bij spoedeisende beslissingen kan een gemotiveerde beschikking worden nagezonden. Als de beslissing geheel of gedeeltelijk afwijkt van het door de cliënt gevraagde, moet dit in de beschikking worden gemotiveerd. In de motivering moet tevens worden ingegaan op eventuele ontvangen adviezen en de reden waarom hiervan eventueel wordt afgeweken. De eisen, waaraan een beschikking formeel moet voldoen zijn : - een deugdelijke motivering; - zo mogelijk vermelding van het wettelijk voorschrift waarop de beschikking gebaseerd is; - de mededeling, dat bezwaar mogelijk is; - waar bezwaar kan worden ingediend; - de termijn, waarbinnen dit moet gebeuren. Voor het concipiëren van een beschikking moet zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van de beschikbare standaard-beschikkingen Weigeringsgronden In principe zijn er de volgende (niet limitatieve) gronden om een aanvraag te weigeren: - het recht op een Wvg-voorziening kan niet worden vastgesteld (benodigde gegevens ontbreken of zijn niet compleet (art. 4:2 Awb en art. 6.3 verordening); - de aanvrager behoort niet tot de personenkring van de Wvg (art. 1, lid 1 onder a Wvg); - de gewenste voorziening kan naar objectieve maatstaven gemeten niet als noodzakelijk worden aangemerkt; 17
18 - de voorziening is voor een persoon als aanvrager algemeen gebruikelijk (art. 1.2, lid 2, onder a van de verordening); - het deskundigenadvies geeft aan dat cliënt geen ergonomische beperkingen ondervindt (art. 1, lid 1, onder a en c Wvg); - er is sprake van een voorliggende voorziening (art. 1.2, lid 3, onder b verordening); - het gaat om verhuis- en inrichtingskosten en de aanvrager voldoet niet aan de nadere - voorwaarden genoemd onder art. 2.6, lid 5, onder b, van de verordening; - kosten zijn gemaakt vóór aanvraagdatum (art. 6.3, lid 1, onder a, verordening); - door onverantwoord gedrag o.i.d. is een eerdere verstrekte zelfde voorziening teloor gegaan (art. 6.3, lid 1, onder b, verordening). - de gevraagde voorziening niet of voor een ander doel zal worden gebruikt dan waarvoor deze is bestemd; - de gevraagde voorziening een gevaar voor de gehandicapte en/of voor zijn (directe) omgeving vormt; - de gevraagde voorziening naar alle redelijkheid technisch en/of bouwkundig niet te realiseren is; - de kosten van het realiseren van de gevraagde voorziening in geen verhouding staan tot het doel dat hiermee moet worden bereikt; - Indien op grond van de verstrekte gegevens het recht op een voorziening niet kan worden vastgesteld Bezwaar en beroep Bezwaar en beroep staan open tegen beschikkingen tot toekenning, weigering of intrekking van voorzieningen Bijzondere bijstand De afdeling Sociale Zaken rekent het tot haar taak ook de Wvg-cliënt actief te attenderen op eventuele voorliggende voorzieningen, waaronder het minimabeleid en de bijzondere bijstand. In dit verband kan het ook nodig zijn aandacht te besteden aan het voorkomen van sociaal isolement, het bevorderen van het zelfstandig kunnen blijven wonen van ouderen, het voorkomen van (grote) betalingsachterstanden (Schuldhulpverlening) Intrekking van een besluit tot verlening van een voorziening Op grond van artikel 7.3 van de verordening kan een voorziening geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken, als * niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld gesteld bij of krachtens de verordening; * zodanige onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt, dat, indien de juiste gegevens bekend waren geweest, niet tot toekenning zou zijn overgegaan. Hiervan is in ieder geval sprake als opzettelijk onjuiste gegevens zijn verstrekt, bijvoorbeeld over inkomen; * de voorziening niet of niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor deze is verstrekt en * als blijkt dat een voorziening, die bestaat uit een financiële tegemoetkoming, binnen 6 maanden na de uitbetaling niet is aangewend voor de (gedeeltelijke) bekostiging van het middel, waarvoor deze was verleend. Indien geen sprake is van verwijtbaarheid, wordt de tegemoetkoming vastgesteld op grond van de juiste gegevens, dan wel beperkt tot het bedrag, dat reeds is uitbetaald. Ingeval van verwijtbaarheid kan de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd. Er is dan sprake van een civielrechtelijke vordering op grond van onverschuldigde betaling, waartoe het Burgerlijk Wetboek (art. 6:203, e.v.) de wettelijke basis biedt Terugvordering van een voorziening 18
19 Voor terugvorderingen (art. 7.4 verordening) is vereist, dat deze op een wettelijke basis berusten. Omdat de Wvg deze niet bevat, dient te worden teruggevallen op de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW). Terugvordering vindt pas plaats nadat de (termijnen voor) bezwaar- en beroepsprocedures m.b.t. de intrekking van de voorziening zijn afgewikkeld. 19
20 HOOFDSTUK 4 VOORLIGGENDE VOORZIENINGEN 4.1 Inleiding Voor het gehandicaptenbeleid dat de gemeente op grond van de Wvg voert is naast de afstemming op beleidsterreinen die onder de eigen verantwoordelijkheid vallen vooral de afbakening met het zorgstelsel, het AAW-stelsel en enkele andere subsidieregelingen van belang. Op grond van artikel 1.2, derde lid, onder b, van de verordening wordt geen voorziening toegekend indien op grond van enige andere wettelijke regeling of enige privaatrechterlijke overeenkomst of verbintenis aanspraak op een voorziening bestaat. De vereniging van Nederlandse Gemeenten en Zorgverzekeraars hebben een voorzieningenlijst opgesteld waarin op alfabetische volgorde uiteenlopende gehandicaptenvoorzieningen zijn opgenomen. Achter iedere voorziening is de wet of regeling vermeld op basis waarvan een /tegemoetkoming kan worden gevraagd. De voorzieningenlijst, die is opgenomen in het Info Voorzieningen Gehandicapten uitgegeven door de Vuga, dient als uitgangspunt voor het beleid te gelden. 20
Verordening voorzieningen gehandicapten
Wettelijke grondslag: artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg); artikel 149 Gemeentewet Verordening voorzieningen gehandicapten HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen
Nadere informatieB E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke
Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013
Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013 1 januari 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording 3 Artikel 3 Vaststelling bedrag persoonsgebonden
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009
Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk 2009 1 januari 2009 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HEEMSKERK 2009 Inhoudsopgave Geregistreerd onder nummer Z/2008/148754 Wettelijke grondslag:
Nadere informatieVERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN
De raad van de gemeente Oude IJsselstreek, gelet op de Wet voorzieningen gehandicapten en artikel 149 van de Gemeentewet, besluit vast te stellen de VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN AFDELING I ALGEMEEN
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieVERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING
VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen
Nadere informatieToelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009
Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden
Nadere informatieVerordening voorzieningen gehandicapten 2005
Verordening voorzieningen gehandicapten 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Oosterhout Officiële naam regeling Verordening voorzieningen gehandicapten
Nadere informatieFinancieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer
FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2012 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN...2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING...2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...2
Nadere informatieMoties AOV/Ouderenunie
Onderzoek naar aanleiding van twee ingediende moties met betrekking tot voorzieningen voor gehandicapten Sociale Dienst Dordrecht Afdeling Zorg Piet van der Meijden maart 2004 11 Inleiding In de gemeenteraad
Nadere informatieFinancieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer
FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN... 2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING... 2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...
Nadere informatieFinancieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014
CVDR Officiële uitgave van Sint Anthonis. Nr. CVDR329216_1 3 oktober 2017 Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN
Nadere informatieCONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013
CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen 2 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 4 Artikel
Nadere informatieBeleidsregels tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang Gemeente Súdwest-Fryslân
Beleidsregels tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang Gemeente Súdwest-Fryslân Artikel 1. Doel van de regeling Deze regeling heeft als doel te voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van de eigen
Nadere informatieVerordening. maatschappelijke ondersteuning. gemeente Tiel 2015
Verordening maatschappelijke ondersteuning Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 Artikel 2. Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning... 3 Artikel 3. Criteria voor een maatwerkvoorziening...
Nadere informatieBeleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een Sociaal Medische indicatie Boxtel b e s l u i t :
Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een Sociaal Medische indicatie Boxtel 2018 Het college van burgemeester en wethouders; b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Beleidsregels
Nadere informatieVerordening Voorzieningen Gehandicapten 2005 gemeente Sliedrecht
Verordening Voorzieningen Gehandicapten 2005 gemeente Sliedrecht Verantwoordelijke afdeling Welzijn, Educatie en Zorg. telefoon (0184) 495912 De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele
Nadere informatieBESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân
BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Súdwest-Fryslân 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11
Nadere informatieMiddelen Gelet op het gegeven dat er geen sprake is van een inhoudelijke beleidswijziging zijn er geen financiële consequenties.
Raadsvoorstel 89 Vergadering 2 oktober 2012 Gemeenteraad Onderwerp : Verordening inkomensondersteunende maatregelen minima Helmond 2012 B&W vergadering : 21 augustus 2012 Dienst / afdeling : SE/Zorgpoort
Nadere informatieTOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011
TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...1 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...2 HOOFDSTUK 3
Nadere informatiegezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014
. De Raad van de gemeente Heeze-Leende; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014 gelet op Artikel 149 Gemeentewet besluit vast te stellen:.
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Begripsbepalingen Primaat algemene en
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Verordening kinderopvang op sociaal medische indicatie Haarlemmerliede en Spaarnwoude De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gelezen het voorstel van het college 19 januari ; Gelet op
Nadere informatieBeleidsregels tegemoetkoming kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie Gemeente Súdwest-Fryslân
Beleidsregels tegemoetkoming kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie Gemeente Súdwest-Fryslân Artikel 1. Doel van de regeling Deze regeling heeft als doel te voorzien in een tegemoetkoming
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden
Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden; gezien het voorstel d.d. 2007; gelet op artikel 5, 6, 7, 15 en 19 van de Wet maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieDE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011. Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden
DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011 Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden; gezien het voorstel d.d. 24 april 2007; gelet op artikel
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal
CVDR Officiële uitgave van Roosendaal. Nr. CVDR10539_4 1 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening voorzieningen
Nadere informatieModelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.
Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Begripsbepalingen. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere
Nadere informatiegelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;
Gem: 0612099 Besluit maatschappelijke ondersteuning Culemborg Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg; gelet op artikel 5 de Wet maatschappelijke ondersteuning, gelet op de
Nadere informatieVERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012
VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 officiële titel citeertitel wettelijke grondslag Verordening Voorzieningen Wmo Gemeente Heerenveen Verordening Voorzieningen Wmo Artikel 5 Wet maatschappelijke
Nadere informatieBetreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009
Raadsbesluit nr. 8 Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het besluit van burgemeester en wethouders van 29 juli
Nadere informatieHoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2009 Nr. 49658 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,
Nadere informatieVerordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lingewaard 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 De te bereiken resultaten...
Nadere informatieBesluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007
Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Maasbree Officiële naam regeling Besluit nadere regels
Nadere informatieVerordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst
CVDR Officiële uitgave van Staphorst. Nr. CVDR259012_1 28 februari 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst De raad van de gemeente Staphorst; gelezen het voorstel van burgemeester
Nadere informatieVerordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Onderwerp: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Ons kenmerk: 09bwb00759 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op het overleg met de Cliëntenraad WMO van
Nadere informatieBesluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.
Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van het Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende dat
Nadere informatieb e s l u i t : vast te stellen de volgende: Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang Boxtel 2018
Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang Boxtel 2018 Het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 1.13 van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang b e s l u i t : vast te stellen
Nadere informatieVerordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007
Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007 Datum: augustus 2006 Status: definitief Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening
Nadere informatieVERORDENING INKOMENSONDERSTEUNENDE MAATREGELEN MINIMA HELMOND 2012
Jaar: 2012 Nummer: 69 Besluit: Gemeenteraad 2 oktober 2012 Gemeenteblad VERORDENING INKOMENSONDERSTEUNENDE MAATREGELEN MINIMA HELMOND 2012 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester
Nadere informatieVerordening Stimuleringsfonds. voor de minima
Verordening Stimuleringsfonds voor de minima De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende
Nadere informatieTOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011
TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...2 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...3 HOOFDSTUK 3
Nadere informatie"Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten.
"Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten. Artikel 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Het jeugd participatiefonds: -een door de raad ingesteld
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR454398_1
CVDR Officiële uitgave van Rheden. Nr. CVDR454398_1 5 september 2017 Verordening Wet kinderopvang gemeente Rheden (Vko) De raad van de gemeente Rheden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
Nadere informatieWijziging van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Noord-Beveland
Wijziging van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Noord-Beveland De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieHoofdstuk 1 Algemene bepalingen
DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juli 2006, nr. 20; b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Modelverordening maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk
Nadere informatieHoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2011 Nr. 73307 gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de Verordening maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieVerordening Welzijnsfonds Boxtel De raad van de gemeente Boxtel. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Boxtel
Verordening Welzijnsfonds Boxtel 2018 De raad van de gemeente Boxtel gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Boxtel gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet b e s l
Nadere informatieHoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
D E RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 mei 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, stb. 2006, nr. 351; gelet op artikel 149
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012
CVDR Officiële uitgave van Noord-Beveland. Nr. CVDR183016_2 1 augustus 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Nadere informatieBeleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Korendijk. 1
Burgemeester en wethouders van Korendijk gelet op artikel 160 lid 1a van de Gemeentewet; artikel 4:81, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb); b e s l u i t e n vast te stellen de volgende beleidsregels:
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008
CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR1408_1 29 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 De Raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel
Nadere informatieBeleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Best Nr. 76773 1 april 2019 Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie 2019 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning 2007
Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 gemeente West Maas en Waal november 2006 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2007 (op basis van delegatie in de Verordening voorzieningen maatschappelijke
Nadere informatieEERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010
Jaar: 2010 Nummer: 68 Besluit: Gemeenteraad 6 juli 2010 Gemeenteblad EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010
CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR23840_1 29 maart 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van
Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Onderwerp: besluit
Nadere informatieGemeenteblad van Enschede
Gemeenteblad van Enschede De Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van, programma Opgroeien & Ontwikkelen, nr 1gelet op art. 149 van de Gemeentewet, overwegende
Nadere informatieVerordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 Inhoud...2 HOOFDSTUK 1 - BEGRIPSBEPALINGEN...2 Artikel 1. Begripsbepalingen...2 HOOFDSTUK 2 - PROCEDUREREGELS...3 Artikel 2. Melding hulpvraag...3
Nadere informatieStuknummer: bl08.02187
gemeente Den Helder Stuknummer: bl08.02187 Raadsvergadering d.d.: Raadsbesluit Besluit nummer: Onderwerp: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Helder 2009 De raad van de
Nadere informatieBesluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal
Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal INHOUD Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebondenbudget... 2 Hoofdstuk 2 Eigen bijdragen... 3 Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden...
Nadere informatieBesluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer
Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR302150_1. Verordening Kinderopvang Delft Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
CVDR Officiële uitgave van Delft. Nr. CVDR302150_1 3 oktober 2017 Verordening Kinderopvang Delft 2013 De raad der gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van 7 mei 2013; Gelet op artikel 149
Nadere informatieWijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning
Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning Afdeling Samenleving 24 februari 2011 1 Inhoud 1. Wijzingen in de Verordening Maatschappelijke ondersteuning... 2 2. Wijzigingen
Nadere informatieRegelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Verordening Huygenpas gemeente Heerhugowaard 2018 Citeertitel Verordening Huygenpas
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008
juli 2008 Burgermeester en wethouders van Barneveld; gelet op de bepalingen in de artikelen 3, 6, 7, 12, 19, 21 25, 32, 33 38 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld;
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 1998, nr. 28;
Nr. 98.12.28-1 De raad van de gemeente Woensdrecht, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 1998, nr. 28; gelet op artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten Stb. 1993
Nadere informatieVerordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum
Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum De raad van de gemeente Bedum, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2006. Gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke
Nadere informatieRaadsbesluit. Steenwijk, 11 september 2007 Nummer: 2007/94. De raad van de gemeente Steenwijkerland;
Raadsbesluit Steenwijk, 11 september 2007 Nummer: 2007/94 De raad van de gemeente Steenwijkerland; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2007, nummer 2007/94; b e s l u i
Nadere informatieHoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149
Nadere informatieWetstechnische informatie
Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Capelle aan den IJssel Officiële naam regeling Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel 2015 Citeertitel
Nadere informatieOverzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011
Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Tekst Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 Artikel
Nadere informatieBESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)
BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT) INLEIDING Het besluit maatschappelijke ondersteuning is bedoeld om alle bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen tenminste
Nadere informatieAlgemene toelichting. Artikelsgewijze toelichting
Algemene toelichting De Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen beoogt het ouders of verzorgers gemakkelijker te maken werk en zorg te combineren. Niet alleen werkenden kunnen een beroep doen
Nadere informatieBesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012
Onderwerp: Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 Ons kenmerk: Burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven; gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke
Nadere informatieArtikel 1. Begripsbepalingen
Burgemeester en wethouders van Hilversum; Gelezen het voorstel d.d. 10 mei 2012, besluiten: Vast te stellen onderstaand Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilversum 2013 met
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007 Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. Verordening: de Wmo-verordening gemeente Heusden
Nadere informatieHet controle- en rapportageprotocol heeft de volgende indeling:
Bijlage, als bedoeld in artikel 1a van de Regeling verantwoording kosten Wvg-woonvoorzieningen. CONTROLE- EN RAPPORTAGEPROTOCOL 2002 Besluit rijksvergoeding Wvg-woonvoorzieningen voor de bij de gemeente
Nadere informatieOnderdeel Inspraakreactie Reactie Dienst Sozawe
Bijlage 1: Inspraakreacties Verordening Wmo 2015 Organisatie en datum Onderdeel Inspraakreactie Reactie Dienst Sozawe Voorinspraak augustus/ september 2014 1 Koepel Wmo 13 augustus 2014 1.1 Art. 1, lid
Nadere informatieGemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013
Gemeente Utrechtse Heuvelrug Financieel Besluit Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording...
Nadere informatieToelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag
Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag Huishoudelijke verzorging algemeen Huishoudelijke verzorging kan in natura of in de vorm van een persoonsgebonden
Nadere informatieBesluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget
Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording Lid 1 Verstrekking
Nadere informatieHoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Nummer: 106-127 Portefeuillehouder: Schalkwijk Onderwerp: Vaststellen Verordening voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel van het college van burgemeester
Nadere informatieToelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.
CONCEPT CONCEPT CONCEPT Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente. Inleiding Naast een Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieVerordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2015
GEMEENTEBLAD Nr. 63352 10 november Officiële uitgave van gemeente Hoorn. 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2015 Zaaknummer: 1075899 De raad van de gemeente Hoorn; - gelezen
Nadere informatieBurgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2013 Nr. 114031 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,
Nadere informatieRaadsvoorstel 44 Vergadering 27 juni Gemeenteraad. Onderwerp : Verordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang Helmond 2017
Raadsvoorstel 44 Vergadering 27 juni 2017 Gemeenteraad Onderwerp : Verordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang Helmond 2017 B&W vergadering : 23 mei 2017 Zaaknummer : 33380589 Dienst / afdeling
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan
Nadere informatieGewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo
Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: Wet maatschappelijke
Nadere informatieConcept: 4.3 ( ) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013
Concept: 4.3 (16-10-12) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 HOOFDSTUK 2 RESULTAATGERICHTE
Nadere informatieVerordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere
Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere VERSIE: Concept inspraakprocedure 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen...4 Artikel 1 Begripsbepalingen...
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013
De raad van de gemeente Langedijk; - gelet op de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning per 1 januari 2007; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Langedijk; besluit:
Nadere informatieBesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011
Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 behorende bij de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke
Nadere informatieWMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009
WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten
Nadere informatie2. Indienen van een aanvraag Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.
Jaar: 2010 Nummer: 9 Besluit: B&W 9 februari 2010 Gemeenteblad BELEIDSREGEL KWIJTSCHELDING HELMOND 2010 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene
Nadere informatieVerordening kinderopvang op sociaal-medische indicatie Bloemendaal De raad van de gemeente Bloemendaal;
Verordening kinderopvang op sociaal-medische indicatie Bloemendaal 2017 De raad van de gemeente Bloemendaal; Gelezen het voorstel van het college 2017; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; Besluit
Nadere informatieFINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012
FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 Hoofdstuk 1. Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten Artikel 1. Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken
Nadere informatie