"Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten.

Transcriptie

1 "Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten. Artikel 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Het jeugd participatiefonds: -een door de raad ingesteld fonds waaruit bijdragen kunnen worden toegekend, t.b.v. activiteiten met een sportief en of sociaal cultureel karakter voor jongeren tot 18 jaar waarvan de ouders onvoldoende in staat zijn de kosten van contributie te dragen. b. aanvrager : persoon die woont in de gemeente Aalten, die: -gehuwd is c.q. samenwoont met een partner in de zin van de Wet Werk en Bijstand; -een eenoudergezin is in de zin van de Wet Werk en Bijstand. c. huisvesting :huurwoning of eigen woning, niet zijnde een verzorgingshuis c.q. Centrale opvang voor Asielzoekers; d. activiteit :lidmaatschap sportverenigingen en of sociaal culturele verenigingen / activiteiten. e. bijdrage : een financiële bijdrage ten behoeve van aanvrager voor één of meer activiteiten bedoeld onder d; f. inkomen :een inkomen als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub b; g. jaar :het kalenderjaar. Artikel Een participatiefonds wordt ingesteld als onderdeel van het minimabeleid. 2. Uit dit fonds kunnen burgemeester en wethouders bijdragen toekennen. 3. De bijdragen worden toegekend met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met Burgemeester en wethouders kunnen het nemen van een beslissing op een aanvraag opdragen aan een door hen aan te wijzen ambtenaar, zulks onder nader door hen te stellen voorwaarden en onder behoud van hun verantwoordelijkheid. Artikel Een aanvraag om een bijdrage wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten. 2. Een aanvraag kan slechts in behandeling worden genomen indien bij de aanvraag opgave is gedaan van de voor de beslissing noodzakelijke gegevens. Aanvragen dienen per kalenderjaar te worden ingediend. Aanvragen betreffende vergoeding van kosten over een verstreken kalenderjaar, worden niet meer in behandeling genomen, voor zover een daartoe strekkende aanvraag wordt ontvangen na 1 maart volgend op het jaar, waarop de kosten betrekking hadden. 3. Uitbetaling van de bijdrage vindt zo spoedig mogelijk plaats nadat alle noodzakelijke gegevens aangeleverd zijn. Betalingen kunnen meerdere malen plaatsvinden zolang het maximum bedrag nog niet bereikt is. Het is mogelijk als vooruitbetaling van de kosten op problemen stuit om na vaststelling van het recht voorschotten te verstrekken of rechtstreekse betaling te regelen. 4. Een besluit tot het niet verlenen van een bijdrage wordt met redenen omkleed en wordt per beschikking medegedeeld. 5. Op een aanvraag wordt uiterlijk binnen 8 weken beslist, betaling staat gelijk aan een positief besluit. Artikel Een bijdrage wordt toegekend indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de aanvrager dient woonachtig te zijn in de gemeente Aalten en in het bevolkingsregister te zijn ingeschreven; b. het inkomen van de aanvrager mag niet hoger zijn dan de voor hem/haar

2 van toepassing zijnde bijstandsnorm, verhoogd met 30%; voor zelfstandige ondernemers zijn de richtlijnen van de belastingwetgeving van toepassing; c. in de kosten moet niet kunnen worden voorzien door andere voorzieningen; d. Toekenningen zijn mogelijk zolang er sprake is van budget. 2. a. De aanvrager is verplicht alle informatie te verstrekken die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag relevant is. b. Als de aanvrager deelnemer is aan de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering gemeenten bij zorgverzekeraar CZ of zorgverzekeraar Menzis, dan kan worden afgezien van de inkomenstoets aangezien deze toets reeds heeft plaats gevonden bij de toetreding tot genoemde verzekering; Artikel De hoogte van de bijdrage is gelijk aan de kosten, doch bedraagt ten hoogste 125,00 per persoon per kalenderjaar. 2. Geen bijdrage wordt toegekend in de kosten van (sport)kleding of attributen en in de kosten van vervoer, verband houdende met de activiteit. Artikel Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot de activiteiten, de wijze van aanvragen van de bijdrage en de wijze van behandeling van aanvragen. 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders. Artikel Deze verordening wordt aangehaald als verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten. 2. Deze verordening treedt in werking op 1 april 2008.

3 Toelichting bij verordening participatiefonds 2008 Algemeen. Door zowel de overheid als door het gemeentebestuur van Aalten wordt deelname aan sociaal/culturele en sportactiviteiten door jongeren gewenst geacht. Het kan echter zijn dat gezinnen met een laag inkomen niet in staat zijn de contributie van een sportvereniging te bekostigen. Om dit gemis op te vangen en de jongeren toch in staat te stellen deel te laten nemen aan sportactiviteiten is er een participatiefonds ingesteld waaruit een tegemoetkoming kan worden verstrekt voor de kosten van deze activiteiten. Artikelsgewijze toelichting: Artikel 1. a. Gezien het gegeven dat is gekozen voor een participatiemodel is ter bevordering van de duidelijkheid de naamgeving van het fonds hieraan gekoppeld. b. Uitgesloten is degene die niet permanent in de gemeente Aalten woont. Tot het inkomen van de inwonende kinderen wordt niet gerekend een uitkering ingevolge de Wet Studiefinanciering (W.S.F. 18+) of een loon/ uitkering welke niet hoger is dan de norm voor levensonderhoud genoemd in de Wet Studiefinanciering. c. Gekozen is voor het begrip "huisvesting in huur- of eigen woning", waarmee de categorie van een verzorgingshuis c.q. asielzoekers centrum buiten de regeling valt. d. Aan de activiteit, waarvan de kosten worden gedeclareerd en die ten laste van het fonds worden gebracht, moet actief worden deelgenomen. De lijst kan door B. & W. nog uitgebreid worden. Voorbeelden: contributie van sportverenigingen; bijdragen aan kinderclubs; bijdragen aan meerdere activiteiten op het terrein van de sport en recreatie (incl. zwemonderwijs); abonnement zwembad en bibliotheek; muziekonderwijs ( algemene muzikale vorming). Een donateurschap wordt hiertoe niet gerekend. Artikel In dit lid is aangegeven dat een beroep op middelen uit het fonds mogelijk is. 4. Op de uitvoering van het participatiefonds zijn de algemene bepalingen van mandaatverlening van toepassing. Dit houdt in, dat de behandelend ambtenaar beslissingsbevoegd is op een aanvraag, doch niet op een bezwaarschrift. Beslissen op een bezwaarschrift blijft bij het college na ingewonnen advies van de commissie bezwaar - en beroep. Artikel In dit artikel is een aantal procedure -regels opgenomen betreffende de behandeling van aanvragen. 2a. Om de aanvraag te kunnen behandelen, moet over een aantal voor de besluitvorming essentiële gegevens worden beschikt. Voorts moet een aantal bewijsstukken kunnen worden getoond die betrekking hebben op de aanvraag. b. Uit efficiency overwegingen (afhandelingsduur, kostenbesparing e.d.) dient ernaar gestreefd te worden dat -zoveel mogelijk - één keer per kalenderjaar een aanvraag in behandeling wordt genomen. Het is noodzakelijk, dat er een uiterste termijn van indiening van een aanvraag voor vergoeding van kosten over enig kalenderjaar wordt gesteld. Dit is noodzakelijk om een verstreken kalenderjaar ook financieel te kunnen afsluiten.

4 c. Voorschotverlening is mogelijk in bijzondere situaties. Uitbetaling van de bijdrage in meerder keren is mogelijk. 4. Het moet de aanvrager duidelijk zijn waarom zijn of haar aanvraag is afgewezen. 5. De beslissing op een aanvraag wordt gebonden aan een termijn van uiterlijk 8 weken. Voor de aanvrager betekent dit, dat bekend is wanneer een beslissing kan worden ontvangen. Zoals te doen gebruikelijk, wordt op een afwijzende beschikking tevens gewezen op de mogelijkheid om tegen het besluit bezwaar te maken. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan binnen 6 weken na datum toezending van dit besluit een bezwaarschrift worden ingediend bij burgemeester en wethouders. Artikel Dit artikel bevat in samenhang met de artikelen 3, 5 en 6 de gronden, waaraan een bijdrage wordt getoetst. a. Uitgesloten is degene die niet permanent in de gemeente Aalten woont. Derhalve is inschrijving in het bevolkingsregister van Aalten als voorwaarde gesteld. b. In dit artikel wordt de inkomensgrens aangegeven. Er wordt uitgegaan van de normen zoals die gelden voor echtparen/ samenwonenden, één-oudergezinnen in de zin van de Wet Werk en Bijstand. Er is in voorzien dat ook degene die een netto-inkomen heeft dat de op hem of haar van toepassing zijnde norm een weinig overtreft (30%) in aanmerking kan komen voor een bijdrage. Het is mogelijk af te zien van de inkomenstoets als er sprake is deelname aan de collectieve aanvullende verzekering gemeenten bij CZ en Menzis. Niet tot het inkomen worden gerekend hetgeen op grond van art. 31, lid 2 Wet Werk en Bijstand niet tot de middelen van belanghebbende worden gerekend. Indien op een daartoe strekkend verzoek om nadere gegevens en/of bescheiden toe te zenden, niet wordt gereageerd, kan aanvrager niet ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek. c. Deze regeling is niet bedoeld om bestaande voorzieningen te vervangen. Uitgangspunt is, dat de voorliggende voorzieningen ten volle moeten worden benut. d. De aanvrager is verplicht alle van belang zijnde informatie te verstrekken. Overigens strekt de informatie -inwinning zich niet verder uit dan tot datgene wat van belang is voor het nemen van een beslissing op de aanvraag. Indien op een daartoe strekkend verzoek om nadere gegevens en/of bescheiden toe te zenden, niet wordt gereageerd, kan aanvrager niet ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek. 2. Aangetoond dient te worden dat de verstrekking besteed wordt aan het gestelde doel. Dit aantonen dient echter op een eenvoudige wijze plaats te kunnen vinden. Artikel De bijdrage is gemaximaliseerd op 125,00 per jaar per persoon. Uit één gezin c.q. samenlevingsverband, kunnen dus meerdere personen een beroep doen op onderhavige regeling ofwel zoveel kinderen onder de 18 jaar, als tot het huishouden moeten worden gerekend maal 125,00. Tot het huishouden worden gerekend de persoon of personen, die voldoen aan de criteria "aanvrager en huisvesting" als genoemd in art.1 onder b en c van deze verordening. 2. Dit lid is opgenomen om te voorkomen dat allerlei kosten die eventueel verband houden met een deelname aan een activiteit worden opgevoerd als argument voor het aanvragen van een bijdrage.

5 Artikel 6. Dit artikel maakt een toepassing mogelijk, op grond van doelmatigheidsoverwegingen, in individuele gevallen waarin niet aan alle voorwaarden wordt voldaan.