Toelichting bij de Vegetatiekartering Slufter Voorne en de Kwade hoek 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toelichting bij de Vegetatiekartering Slufter Voorne en de Kwade hoek 2012"

Transcriptie

1 Ministerie van Infrastructuur & Milieu Rijkswaterstaat Toelichting bij de Vegetatiekartering Slufter Voorne en de Kwade hoek 2012 Op basis van false colour-luchtfoto's 1:5.000 Water, wegen, werken, Rijkswaterstaat

2

3 Toelichting bij de Vegetatiekartering van Slufter Voorne en de Kwade hoek 2012 Op basis van false colour-luchtfoto's 1:5.000 Datum 30 april 2014 Status Definitief Versienr. 02

4 COLOFON Opdrachtgever Rijkswaterstaat, Waterdienst Contactpersoon M. Roos Projectleiding CIV J. Buiks Projectleiding Bureau EFTAS - G. van den Berg, EGG consult, P&T M. E. Tolman Luchtfotografie Fugro-Inpark b.v., juli 2012 Luchtfoto-interpretatie EGG consult, P&T M.E. Tolman & D.P. Pranger Veldwerk EGG consult, P&T M.E. Tolman & D.P. Pranger Opbouw digitaal bestand EGG consult, P&T M.E. Tolman & D.P. Pranger Kaartvervaardiging EFTAS - G. van den Berg Topografie Top 10 vector bestand Topografische Dienst te Emmen Auteur(s) EGG consult, P&T D.P. Pranger & M.E. Tolman Ontwerp voorpagina Foto voorpagina Druk Uitgave RWS-CIV, Delft M.E. Tolman RWS-CIV, Delft RWS CIV Postbus GA Delft telefoon: servicedesk-data@rws.nl

5 INHOUD 1 INLEIDING Het Vegwad-programma Doel van de kartering Beschrijving van de gekarteerde gebieden Slufter Voorne Kwade hoek Leeswijzer METHODEN Algemeen Luchtfoto-interpretatie Algemeen Bestandsopbouw Veldkaarten Kartering van droge duinen en valleien Veldwerk Verwerking Data invoer opnamen en vlakbeschrijvingen Aanpassen grenzen op basis van veldwerk Classificatietabel (Her)interpretatie en Legendamatrix Definitieve kaarten Ontsluiting van de data Foutendiscussie & betrouwbaarheid VEGETATIE Algemeen Beschrijving vegetatietypen Watervegetaties Embryonale duintjes en stranden (Pre-) pionierzone kwelders Lage kwelder Middenhoge kwelder Brakke kwelders Pioniervegetaties van duinvoeten en hoge kwelder Nitrofiele standplaatsen Duinvegetaties AFGELEIDE PRODUCTEN Kaart met Grove standaard typen (GST) Vegetatiezoneringskaart De vegetatiestructuurkaart De Habitatkaart Kaart Kaderrichtlijn Watervegetaties Kaart met landelijk bedreigde plantengemeenschappen TOELICHTING OP DE LEGENDA S Vegetatiekaart Vegetatiekaart met Grove standaard typen (GST) De Vegetatiezoneringskaart

6 5.4 De Vegetatiestructuurkaart De Habitatkaart De kaart met Kaderrichtlijn watervegetaties De kaart met landelijk bedreigde vegetaties LITERATUUR Bijlagen Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI Bijlage VII Bijlage VIII Bijlage IX Bijlage X Bijlage XI Bijlage XII Metagegevens Opnamenlocatiekaarten Classificatietabellen Vegetatiekaarten Matrixlegenda s Vegetatiekaart met Grove Standaard (GST)-eenheden Vegetatiezoneringskaarten Vegetatiestructuurkaarten Habitattypenkaarten Kaarten met Kaderrichtlijn watertypen Kaarten met landelijk bedreigde plantengemeenschappen Typische soorten voorkomend per habitattype

7 1 INLEIDING 1.1 Het Vegwad-programma Rijkswaterstaat (RWS-CIV) voert sinds het midden van de jaren 70 van de afgelopen eeuw vegetatiekarteringen uit van de Nederlandse kwelders en schorren. Dit om de ecologische toestand van de natte beheersgebieden in kaart te brengen. Om de kwalitatieve en kwantitatieve situatie van de kwelder vlakdekkend in beeld te brengen zijn vegetatiekarteringen uitermate geschikt. Sinds 1984 zijn deze karteringen opgenomen in een door de Meetkundige Dienst van RWS en de regionale Waddenzeedirecties van RWS ontwikkeld monitoringsprogramma VEGWAD: monitoring van vegetatie-ontwikkelingen in de Waddenzee en op de Waddeneilanden. Doel van dit programma is de vegetatieontwikkeling op de schorren, kwelders en duinen (het laatste biotoop is geen aandachtsgebied, maar puur ter afgrenzing van de VEGWADkartering) van het Waddengebied regelmatig te volgen ten behoeve van de: begeleiding van lopende programma s begeleiding van plannen voor beheersmaatregelen; en voorbereiding van beheers- en beleidskeuzen Het VEGWAD-programma maakt deel uit van het programma Biologische monitoring zoute rijkswateren en valt binnen MWTL (Monitoring der Waterstaatkundige Toestand des Lands), een landelijk monitoring programma waarin de fysische, chemische en biologische toestand van de rijkswateren wordt gevolgd. Via dit programma worden de ontwikkeling van kwelders en schorren gevolgd ten behoeve van het waterbeleid. In dit waterbeleid, zoals vastgelegd in de Derde Nota Waterhuishouding (Tweede Kamer, 1989) en de Achtergrondnota Toekomst voor Water (Rijkswaterstaat 1996), is ondermeer als doelstelling opgenomen handhaving van het kwelderareaal alsmede van de kwelderkwaliteit (vegetatiesamenstelling). De MWTL monitoring (VEGWAD) wordt niet alleen toegepast voor de kwelder gebieden van Noord Nederland maar ook voor de (brakwater-)schorren van Zuidwest Nederland. Standaard worden de vegetaties van de kwelder- en schorgebieden eens in de zes jaar gekarteerd (monitoring). Hiermee wordt onder andere gecontroleerd of de gebieden nog aan bovenstaande doelstellingen voldoen. Door de vegetatie van een gebied over verschillende karteerjaren met elkaar te vergelijken kan een beeld van de temporele (tijd) en ruimtelijk ontwikkelingen worden verkregen, zie hiervoor de website: Van groot belang hierbij is dat de methodiek van monitoren gelijk blijft. Hiertoe zijn door de CIV richtlijnen opgesteld en vastgelegd in de Productspecificaties Vegetatiekarteringen. In 2012 zijn luchtfoto s van de kwelders van de Slufter Voorne en de Kwade hoek gemaakt. Deze zijn vervolgens geïnterpreteerd, waarna het veldwerk in de zomer van 2013 is uitgevoerd.

8 1.2 Doel van de kartering Doel van de vegetatiekartering is het vastleggen van de actuele situatie om daarmee eventuele veranderingen in tijd en ruimte in kaart te brengen. De kartering heeft een tweeledig doel: het in kaart brengen van de kwaliteit en aard van de vegetaties op de kwelders. het vastleggen van de actuele vegetatie zowel ruimtelijk als temporeel. het aanleveren van gegevens die informatie geven over de veranderingen in de vegetaties. Om een beeld van de veranderingen van de vegetatie in tijd en ruimte te krijgen worden karteringen van verschillende jaren met elkaar vergeleken. Voorwaarde is wel dat de karteringen onderling goed vergelijkbaar zijn. Voor VEGWAD karteringen is dit zeer goed mogelijk doordat gebruik wordt gemaakt van een in 1999 opgesteld standaardvoorschrift Kwelderkarteringen waarin procedure en werkwijze zijn vastgelegd (Koppejan et al., 1999). Daarnaast is de indeling van vegetatietypen gestandaardiseerd door het voor kwelders en schorren ontwikkelde classificatieprogramma SALT97 (De Jong et al, 1998). Dit softwareprogramma is nooit officieel geïmplementeerd en wordt niet gebruikt voor de classificatie. De SALT97 typologie is in 2008 vervangen door een gewijzigde versie; SALT08 (Kers, 2013). Deze typologie met tussentijdse aanpassingen (versie 2.33 van 11 april 2013) is gebruikt voor de vegetatiekartering van de Slufter Voorne en de Kwade hoek. 1.3 Beschrijving van de gekarteerde gebieden In onderstaande paragrafen wordt kort ingegaan op de twee verschillende deelgebieden. Figuur 1 geeft de ligging van beide gebieden aan de Zuid- Hollandse kust weer Slufter Voorne De Slufter van Voorne wordt aan drie zijden omringd door duinen of dijken. Aan de noordzijde ligt de Maasvlakte, aan de oostzijde ligt de Brielse gatdam en aan de zuidzijde bevinden zich de duinen van Oostvoorne (zie ook figuur 1). Onder de naam Voordelta is Slufter Voorne in 2008 aangewezen als Natura 2000-gebied. De Voordelta omvat het ondiepe zeegedeelte van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta. Het gebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een gevarieerd en dynamisch 8

9 milieu van kustwateren (zout), intergetijdengebied en stranden. Stichting Zuid-Hollands landschap voert het beheer in het gebied. Figuur 1. Ligging van de gekarteerde gebieden Slufter Voorne en Kwade Hoek. Eind 40-er jaren van de vorige eeuw werd begonnen de met afdamming van de Brielse Maas, wat in 1950 werd afgerond. Aan de binnenzijde ontstond een groot zoetwaterbekken, het Brielse Meer. Aan de zeezijde ging de verondieping en het proces van het ontstaan van platen, slikken en geulen versneld verder. Onder andere het Groene Strand is hier het resultaat van. In de luwte van een kleine (zandige) strandhaak werd meer slibrijk materiaal afgezet. Begin 60-er jaren werd met de aanleg van de Maasvlakte begonnen. Om de Maasvlakte op te spuiten werd zand gewonnen in de voormalige monding van de Brielse Maas. Hierdoor ontstond een enorme zandwinput; het Oostvoornse Meer. Tijdens de zandwinning werd ook een dam aangelegd aan de zeezijde van de zich vormende plas: de Brielse Gatdam. Deze is in 1966 gedicht en ligt deels op de Westplaat. 9

10 Figuur 2. Langarige slikzeekraal met klonen van Melkkruid. Daarna zijn in deze hoek schorren en meer slikkige platen ontstaan. Vanaf ongeveer 1980 is in de zuidoosthoek van de Slufter Voorne een schorvegetatie tot ontwikkeling gekomen. Het schor en de slikken staan onder directe invloed van de zee, waarbij het getij wordt afgezwakt door de Maasvlakte, de Slufter en de Hinderplaat. Op deze plaat breken de golven van de zee. Met krachtige wind uit westelijke tot noordwestelijke richting en hoogwater dringt de zee ver het gebied in, waarbij delen overstromen. Als het bovendien springtij is kan het zeewater tot aan de voet van de zeereep en de Brielse Gatdam komen. De waterkwaliteit wordt beïnvloed door met name de uitstroming van Rijn en Maas via de Haringvlietsluizen. Mede door deze aanvoer van voedingsstoffen kent de Voordelta een hoge voedselrijkdom. Het centrale deel van het gebied wordt ingenomen door een onbegroeid slik, dat bij laagwater droog valt. Langs de randen van het schor vinden we vooral pioniervegetaties met Zeekraal. Een enkele maal is Engels slijkgras aangetroffen. Op het schor is een duidelijke gradiënt aanwezig van lage naar middenhoge en hoge kwelder met in alle zones brakke elementen. Op de lage kwelder bepalen vooral Gewoon kweldergras, Schorrenzoutgras en Zulte het aspect. Op de middenhoge kwelder komen we vegetaties van Zilte rus, Kwelderzegge en Zeeweegbree tegen. Richting het duin gaat dit uiteindelijk over in brakke vegetaties waarin Heen, Fioringras, Zilverschoon en Riet aanwezig zijn. Sommige delen van het rietland zijn verruigd met Akkerdistel en/ of Haagwinde. Op het groene strand zijn kleine duintjes aanwezig met Biestarwegras. 10

11 1.3.2 Kwade hoek De Kwade Hoek is een natuurgebied dat onderdeel uitmaakt van de Duinen van Goeree. Onder de naam Duinen Goeree & Kwade Hoek is het gebied aangewezen als Natura 2000-gebied. Het ligt ten noordoosten van Ouddorp en Goedereede. Aan de west-, noord- en oostzijde wordt het omringd door de Noordzee en de monding van het Haringvliet (zie ook figuur 1 en 3). In het westen wordt het gebied begrensd door een zeewering (die tussen 1977 en 1979 is aangelegd) en duinen. Het gebied is in beheer bij Natuurmonumenten. Figuur 3. Kwade hoek en toponiemen. De naam van het gebied is een afgeleide van de vroegere naamgeving kwaaien hoek. Deze naam verwijst naar de verraderlijke stromingen en zandbanken die hier in het verleden aanwezig waren en waarop menig schip is vergaan. De schippers waren altijd blij als ze veilig en wel bij het dorpje 'Goede Reden' konden aanmeren, namelijk Goedereede. Het gebied heeft zich vanaf het eind van de 19e eeuw ontwikkeld als gevolg van veranderingen aan de kust door erosie en sedimentatie. Alle zandplaten, die de afgelopen decennia voor de Zeeuwse en Zuid-Hollandse kust zijn ontstaan en die samen de Voordelta vormen, zijn het gevolg van het afsluiten van de zeegaten. De herrangschikking van het sediment als gevolg van de Deltawerken neemt zeker nog vele decennia in beslag. Ook in de Kwade hoek vindt dit proces nog steeds plaats en groeit de kust. Hier is de afsluiting door de Haringvlietdam van het estuarium het Haringvliet, een oorzaak voor de snelle kustaangroei, waarbij zich zeerepen, schorren en slikken vormen. Zodra de nieuw gevormde zandplaten voldoende grote breedtes hebben bereikt, groeien ze aan het strand vast en kunnen zich er jonge duinen vormen. Volgens Winden et al. (1997) breidt het zandplatencomplex op de Kwade hoek zich dankzij dit proces met 7-9 ha hectare per 11

12 jaar uit. Volgens de auteurs zal bij het openen van de Haringvlietsluizen de noordwaartse groei van de Kwade Hoek waarschijnlijk stoppen. In het gebied wordt veel gedaan om de verruiging van de duinen en de schorren tegen te gaan. Zo lopen er ruim 25 jaar grote grazers (circa 70 runderen van 15 mei tot 31 oktober) om de vegetatie kort en afwisselend te houden. Alleen de oostkant van de kwelder wordt begraasd. Ook wordt elk jaar ongeveer 15 hectare aan grasland gehooid en worden duinvalleien geplagd. In de winter van 2007/2008 heeft Natuurmonumenten in het westelijke deel een gat in de stuifdijk gemaakt zodat het zeewater bij zeer hoge standen weer het gebied kan binnenstromen. Hiermee probeert men de natuurlijke dynamiek in de achterliggende valleien weer terug te brengen. Ook een deel van de achter de stuifdijk liggende vallei is geplagd. De periodieke inundatie met zout water zou ervoor moeten zorgen dat de vallei niet te snel dichtgroeit met ruigte en riet, maar dat juist een grote variatie van pionierachtige brakke tot zilte vegetaties tot ontwikkeling komt. Op enkele plekken groeit de stuifdijk echter al weer snel dicht door voortschrijdende successie. In 2013 is in het onbegraasde westelijke deel een duindoornstruweel verwijderd. Verder worden met de bosklepel delen langs het fietspad aangepakt. Een deel is weggehaald en omgevormd tot duingrasland. Figuur 4. Begrazing met runderen op het oostelijke deel (binnenkwelder) van de Kwade hoek. In het gebied is een duidelijke zonering in de vegetatie waar te nemen die samenhangt met de mate van inundatieduur en -frequentie met zeewater 12

13 en de aanwezigheid van zoet water. De inundaties met zeewater vinden hier van oost naar west plaats. Vooral in de winterperiode en bij zeer hoog water (stormvloeden) stroomt het zoute water via geulen en kreken ver het gebied in en kunnen grote delen onder water komen te staan. Verder landinwaarts is echter ook een duidelijke invloed van zoetwater aanwezig. In de aanwezige duinenrijen en complexen bevinden zich zoetwaterlenzen. Deze zorgen ervoor dat in de valleien kwel met zoet water optreedt. Aan de oostkant, nabij de monding van het Haringvliet, is op het slik nauwelijks vegetatie aanwezig. De platen zijn dankzij de sterke waterstromingen nagenoeg kaal (erosie). Spaarzaam komen ijle begroeiingen van Zeekraal of Gerande schijnspurrie voor. Op de lage kwelders vinden we vooral soortenarme begroeiingen van Melkkruid en Gewoon kweldergras. Hoger in de gradiënt domineren vegetaties met Zilte rus, Zeeweegbree, Kwelderzegge of Zeekweek. Waar zoet water zijn invloed uitoefent komen onder andere Riet, Heen, Slanke waterbies en Fioringras steeds frequenter voor in de vegetatietypen. Uiteindelijk gaan ze over in vegetaties die voornamelijk uit zoet water gebonden soorten bestaan en waarin alleen nog spaarzaam zilte soorten voorkomen. Op de strandvlakte kunnen zich jonge duinen ontwikkelen. Op deze duinen zal zich eerst Biestarwegras vestigen. Als zich in het jonge duin een zoetwaterlens gaat ontwikkelen, zal Helm het overnemen en Biestarwegras uiteindelijk verdwijnen. 1.4 Leeswijzer De werkwijze wordt in hoofdstuk 2 toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt de vegetatie besproken. Naast een syntaxonomisch overzicht van de aangetroffen vegetaties wordt per zone ook een beschrijving van elk vegetatietype gegeven. De hierbij behorende tabellen, kaarten en legenda s staan in bijlage 2 tot en met 7 en de paragrafen 5.1 en 5.2. In hoofdstuk 4 worden de afgeleide producten zoals de vegetatiestructuurkaart, habitatkaart en andere kaarten kort beschreven. De toelichting op deze kaarten is te vinden in de paragrafen 5.3 tot en met 5.8. In hoofdstuk 6 wordt een overzicht gegeven van de gebruikte literatuur. 13

14 14

15 2 METHODEN 2.1 Algemeen De vegetatiekartering van de kwelder en eventuele duinvegetaties is uitgevoerd volgens de Fotogeleide methode zoals deze beschreven is in de Productspecificaties Vegetatiekarteringen (Kers et al., 2013). Bij deze methode zijn luchtfoto s van het vorige jaar geïnterpreteerd via een Digitaal Fotogrammetrisch Systeem (DFS). Vervolgens worden tijdens het veldwerk alle kweldervlakken afgelopen. De duinvegetatie (alle niet tot de kwelder behorende vlakken) zijn gekarteerd via de Grove Standaard Typologie (GST). Bij het doorlopen van de kartering zijn de volgende fasen te onderscheiden: 1. interpretatie luchtfoto s volgens de Oude Grenzen methode via een DFS. 2. digitale bestandsopbouw (lijnen), vlakken en toekenning vlaknummers 3. veldkaarten met vlaklijnen, vlaknummers en orthofotomozaïek 4. veldwerk (inventarisatie vlakken en maken opnamen) 5. dataopslag in Turboveg en maken opnamenpuntenbestand in GIS 6. classificeren van vegetatie opnamen 7. doorvertaling vlakbeschrijvingen naar definitieve vegetatietypen 8. aanpassen vlakgrenzen naar aanleiding van het veldwerk 9. ordening matrix en toekenning legendacodes 10. opbouw afgeleide producten 11. koppelen legendamatrix aan vlakkenbestand 12. kaartvervaardiging digitaal 13. rapportage met bijlagen. 2.2 Luchtfoto-interpretatie Algemeen Voor de vegetatiekartering van de kwelders van de Slufter Voorne en de Kwade hoek is de Fotogeleide methode gebruikt. Tijdens de luchtfotointerpretatie is gebruik gemaakt van false colour orthofotomozaïeken met een schaal van 1: Deze foto s zijn in juli 2012 gevlogen door Fugro- Inpark bv. De luchtfoto s overlappen elkaar zodat ze geschikt zijn om stereoscopisch te analyseren. Vervolgens zijn ze door EFTAS geschikt gemaakt om ze in het Digitaal Fotogrammetrisch Systeem (DFS) in te laden. Tijdens de interpretatie is gebruik gemaakt van de Oude-Grenzen methode (Janssen & Van Gennip, 2000). Volgens deze methode worden grenzen van de voorgaande kartering als uitgangspunt genomen en worden alleen grenzen gewijzigd als er duidelijke veranderingen zichtbaar zijn. Bij een 15

16 kaartschaal van 1:5.000 betekent dit dat een grens minimaal 2,5 m opgeschoven moet zijn om de grens te mogen aanpassen. Als basis diende de VEGWAD vegetatiekartering van 2006: 1. Toelichting vegetatiekartering Slufter Voorne en Kwade hoek 2006 door Oosterbaan, Damm en van der Goes (2008) Bestandsopbouw De luchtfoto s zijn digitaal aangeleverd door de CIV en door EFTAS omgezet in een zodanig formaat dat zij gebruikt konden worden in een DFS, Stereo Analist. De luchtfoto s worden op het beeldscherm geanalyseerd waarbij op basis van kleur, structuur, textuur, vorm en reliëf vlakken worden onderscheiden. Via Stereo analist wordt zo een vlaklijnen bestand opgebouwd welke in ArcGis omgezet wordt naar vlakken met een uniek vlaknummer. Het geïnterpreteerde vlakkenbestand dient, bij een schaal van 1:5.000, aan de volgende nauwkeurigheidscriteria te voldoen: De afstand tussen 2 (knik)punten op een lijn bedraagt minimaal 1,5 m en maximaal 50 m Op alle opvallende knikpunten wordt een detailpunt geplaatst De afwijking tussen de getekende lijn en de daadwerkelijke grens op de luchtfoto bedraagt maximaal 1 meter Voor de oppervlakte grootte geldt dat vegetaties bij een schaal van 1:5.000 op de kwelder niet kleiner zijn dan 10 x 10 m, lintvormige vlakken niet kleiner zijn dan 5 x 20 m en GST vlakken niet kleiner zijn dan 25 x 25 m. Tevens geldt dat ze niet landschapszone overschrijdend is. Zoals hierboven al is genoemd is voor de interpretatie de Oude Grenzenmethode gehanteerd. Tijdens de interpretatie zijn in totaal 1828 vlakken onderscheiden. Hiervan zijn 1636 vlakken als een SALT-vlak getypeerd en 192 vlakken zijn als GST-type benoemd. In het veld zijn alle SALT-vlakken afgelopen Veldkaarten Voor het veldwerk zijn veldkaarten gemaakt van de digitale orthofotomozaïeken op A3 formaat met een schaal van 1: De veldkaarten zijn op dit formaat afgedrukt in verband met de leesbaarheid van de luchtfoto in het veld. Op iedere kleurenkaart zijn de vlakken met elk een uniek vlaknummer weergegeven. Met behulp van deze kaarten is in het veld eenvoudig de positie in het landschap en het vlak te bepalen en kan ook de verhoudingen tussen vegetatietypen goed ingeschat worden. De vlakken met nummers zijn tevens in PDA s (Geo XT, submeter nauwkeurig) 16

17 geladen. Op deze manier is het nog eenvoudiger om de exacte positie te bepalen. Daarnaast is ook een kaart gemaakt met daarop de mogelijke monsterpunten voor het maken van opnamen. De keuzes zijn gemaakt op basis van de in 2006 gemaakte opnamen, om zo een goede verspreiding van de opnamen te waarborgen. In het veld is veelal van deze locaties afgeweken, omdat het bij het maken van de opnamen belangrijker is dat de vegetatietypologie goed ondersteund wordt, dan dat de opname op dezelfde plaats wordt genomen. Tijdens het veldwerk wordt erop gelet dat een goede geografische spreiding plaatsvindt en dat voldoende opnamen per vegetatietype gemaakt worden Kartering van droge duinen en valleien Tijdens de luchtfoto-interpretatie worden de vegetaties die niet tot de kwelder gerekend worden zoals duinbegroeiingen, graslanden en valleien direct benoemd via de zogenoemde Grove Standaard Typologie, kortweg GST (Loomans & Koppejan, 2003). De werkwijze bestaat uit het tijdens de foto-interpretatie benoemen van de vegetatie per kaartvlak volgens een vaststaande sleutel (zie tabel 1). Deze methode is speciaal ontwikkeld om die delen die het karteergebied begrenzen of binnen het karteergebied niet tot de kwelder behoren, snel te kunnen karteren. Zo ontstaat er toch een complete kartering ondanks dat deze delen niet of incidenteel bezocht zijn. Deze methode wijkt op een aantal punten van de kwelderkartering af, zoals: Bij de GST-kartering vindt de toedeling achter het scherm plaats volgens de in tabel 1 genoemde 4 posities. Bij de GST-kartering vindt een toedeling plaats op landschappelijke en structuurkenmerken in plaats van een vegetatiekundige. Het kleinste nog te karteren vlak bedraagt 25 x 25 m (1:5.000). De typologie wordt niet onderbouwd met vegetatieopnamen. Per vlak wordt alleen het dominante GST-type aangegeven. Indien er in het vlak zowel kweldervegetaties als GST-typen (complex) voorkomen dan worden alle kweldertypen benoemd en het dominante GST-type met de bedekkingen waarin ze in het vlak voorkomen. Bij de interpretatie zijn de horizontale en verticale structuur direct uit het fotobeeld te herleiden (stereo). De vochttoestand is gebaseerd op de ontstaanswijze en de huidige situatie. Hierbij wordt sterk gelet op kleurverschillen (roodkleuring). De processen zijn niet altijd even goed zichtbaar op de foto. Zo is overstuiving veelal goed zichtbaar aan de witte kleur. Begrazing is zichtbaar door de aanwezigheid van de dieren op de foto of de paadjes die ze maken. Maaibeheer is zichtbaar vanwege de maaisporen; soms is ook het maaisel nog zichtbaar (afhankelijk van de gevlogen periode). Ook zijn voldoende grote aanspoelselzones of meeuwenkolonies op de foto waar te nemen. Tijdens de kartering van de kwelders zijn 192 GST vlakken onderscheiden. De oppervlakte bedroeg 166 ha oftewel 29,8 % van het te 17

18 totale (is 557,2 ha) te karteren oppervlak is als GST type aangemerkt. Tabel 1. Klassen bij het gebruik van de Grove Standaard Typologie. 1 e positie 2 e positie 3 e positie 4 e positie horizontale structuur verticale structuur vocht-toestand processen code criterium code criterium code criterium code criterium k kaal (0-5%) O 0 cm Onbegroeid d Duin i geïnundeerd o open (5-50%) K 0-30 cm Kruid/gras/heide/mos v Vallei g begraasd h half open (50-75%) G cm hoge Grassen m maaibeheer g gesloten (75-100%) D cm Laag struw eel n nitrofiel R >100 cm Ruigte o overstuiving S 1-5 m Hoog struw eel B >5 m Bos 2.3 Veldwerk De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd in de periode van 20 juni tot en met 2 september. Op 20 juni is de Kwade hoek verkend en zijn een aantal kansrijke delen afgelopen op het voorkomen van Zeevetmuur. Dit valt binnen de optimale periode die de CIV heeft vastgesteld voor VEGWAD karteringen (1 juli tot 31 september). Al het veldwerk is uitgevoerd door M. Tolman en D. Pranger. Voor aanvang van de kartering heeft telefonisch en contact plaatsgevonden met de beheerders van de Kwade Hoek (Natuurmonumenten; Mathijs Broere) en Slufter Voorne (Het Zuid-Hollands Landschap; Niek Koppelaar). Het weer tijdens de karteerperiode was in het algemeen goed met weinig wind en goed licht. Van eind juli tot half augustus liep de temperatuur sterk op (soms ruim boven de 30 o C) met vaak een fel schijnende zon. Begin augustus is één dag helemaal verregend en verwaaid. Verder is tijdens het veldwerk tweemaal een dag geweest dat een groot deel van de kwelder van de Kwade hoek tijdens hoog water onder water was gelopen. De winterperiode voorafgaand aan het veldwerk was relatief koud. December tot begin januari was relatief warm en nat (139 mm). Na 10 januari tot in februari werd het kouder en brak een lange vorstperiode aan. Het totale aantal vorstdagen kwam op 44 dagen uit, gemiddeld telt een winter 38 vorstdagen. De neerslaghoeveelheid week met 249 mm ruim af van de gemiddelde waarde van 185 mm (als referentie diende weerstation Goedereede). In januari en februari viel de neerslag soms als sneeuw. De lente periode maart tot en met mei was zeer koud, droog maar aan de sombere kant. Halverwege maart werden nog temperaturen beneden de 5 tot 10 C gemeten. Volgens de weerstatistieken werden pas half april temperaturen gemeten die bij de lente horen. De neerslaghoeveelheid in deze periode kwam met 145 mm wat lager uit dan het langjarig landelijk gemiddelde van 151 mm. Vooral maart en april waren droog; de maand mei was veel natter dan normaal. 18

19 De zomerperiode, juni tot en met augustus, laat een gevarieerd beeld zien. Juni bleek een voortzetting van het voorjaar te zijn met lage temperaturen, nat en minder zonuren dan normaal. In juli en augustus veranderde het weerbeeld en werd het warm, droog en zonnig. Ten aanzien van de neerslaghoeveelheid was de zomer droog met gemiddeld over het land van 178 mm tegen 213 mm normaal. Voor de kartering is gebruik gemaakt van de SALT-typologie (versie 2.33, 11 april 2013). In het veld wordt van elk bij de voorinterpretatie onderscheiden vlak een inschatting gemaakt van de aanwezige SALT-typen op basis van de voorkomende plantensoorten en hun verhoudingen. Vaak komen de vegetaties in complexen voor, waarbij de zelfstandige typen niet afzonderlijk zijn uit te karteren. Van elk type wordt de procentuele bedekking geschat met behulp van foto en vlakoverzicht en op veldformulieren genoteerd. Binnen een vlak worden alleen vegetatietypen genoteerd waarvan de bedekking 5% of meer van het vlak inneemt. Van elk gekarteerd type worden daarnaast de van belangzijnde soorten met hun bedekkingen genoteerd in de RWS-opnameschaal (zie tabel 2). Ook worden enkele abiotische parameters meegenomen zoals structuur van de vegetatie per vlak en het percentage kale bodem per type. Als de vegetatie en de foto daar aanleiding toe gaven zijn grenzen gewijzigd (dit is een enkele maal gedaan, zie paragraaf 2.4.2). In de pionierzone zijn ook nog enkele vlakken bijgetekend. Tabel 2.Bedekkingschaal Rijkswaterstaat (nr. 20 in Turboveg). Bedekkingscode Aantal individuen Bedekking r sporadisch (1-2 exemplaren) 1% p w einig talrijk (3-20 exemplaren) 2% a talrijk (20-80 exemplaren) 3% m zeer talrijk (> 80 exemplaren) 4% 2 w illekeurig 5-10% 3 w illekeurig 10-25% 4 w illekeurig 25-50% 5 w illekeurig 50-75% 6 w illekeurig % Ter onderbouwing van de typologie zijn ook vegetatieopnamen gemaakt. Deze zijn conform de eisen, zoals deze in de productspecificaties (bijgewerkte versie 1.54, april 2013 op basis van Kers, 2012) beschreven staan, gemaakt. Verspreid over de kwelders zijn in totaal 249 opnamen gemaakt met de RWS-opnamenschaal. Van soortenarme vegetaties dienen volgens de productspecificaties maximaal 3 opnamen gemaakt te worden en van soortenrijkere gemeenschappen 5 opnamen. Bij het startoverleg is met de opdrachtgever afgesproken om van deze regel af te wijken (dus minder opnamen te maken) als typen weinig variatie vertonen. Daarom zijn van een aantal vegetatietypen nu, vanwege de geringe variatie en het zeldzame voorkomen (bijvoorbeeld de typen Wpp, Dxs, Ss5 en Pps zijn vaak maar één of tweemaal in het veld aangetroffen), minder opnamen gemaakt. Daarentegen zijn enkele vegetatietypen overbemonsterd, omdat ze een (sterk) variabele verschijningsvorm hebben, of iets bijzonders vertegenwoordigen zoals de typen Je, Bh en Bc. 19

20 Binnen de opnamen worden zowel de hogere planten als de korst- en bladmossen genoteerd. Bij twijfel zijn de mossen meegenomen en later met behulp van microscoop en binoculair definitief op naam gebracht. Verder is de locatie van elke opname vastgelegd met behulp van een dgps-meting met een afwijking van maximaal 1 meter. Na het veldwerk zijn de opnamen in Turboveg vastgelegd (Hennekens, ). Voor de Wetenschappelijke en Nederlandse naamgeving van de hogere planten is de Heukels flora 23e druk (van der Meijden, 2005) gebruikt en voor de mossen de Beknopte mosflora van Nederland en België (Siebel & During 2006). Daarnaast zijn, op verzoek van de CIV, de Zeekraal soorten gekarteerd volgens de determinatiesleutel van Haeupler & Müer (2000). Tijdens het veldwerk zijn een groot aantal zeldzame of rode lijst soorten aangetroffen. Op de kwelders zijn Fijn goudscherm (Buplureum tenuissimum), Echt lepelblad (Cochlearia officinalis ssp officinalis), Selderij (Apium graveolens), Heemst (Althea officinalis), Zeeweegbree (Plantago maritima), Rode ogentroost (Odontites vernus), Zilt torkruid (Oenanthe lachenalli), Kattendoorn (Ononis repens ssp spinosa), Armbloemige waterbies (Eleocharis quinqueflora), Herfstbitterling (Blackstonia perfoliata), Zeevetmuur (Sagina maritima), Sierlijk vetmuur (Sagina nodosa) en Zeealsem (Seriphidium maritimum) gekarteerd. In de duinen zijn Blauwe zeedistel (Eryngium maritimum), Zeewinde (Convolvulus soldanella) en Zeewolfsmelk (Euphorbia paralias) aangetroffen. Daar zowel Slufter Voorne als de Kwade Hoek als Natura 2000 gebied zijn aangewezen is tijdens het veldwerk bijgehouden welke typerende soorten per habitattype zijn aangetroffen (zie bijlage 12). Het gaat hierbij naast vaatplanten ook om enkele vogels en een zoogdier. 2.4 Verwerking Data invoer opnamen en vlakbeschrijvingen De in het veld gemaakte vegetatieopnamen zijn na het veldwerk ingevoerd in Turboveg, versie (Hennekens, ). Voor de invoer van de opnamen heeft de CIV een standaard Turboveg sjabloon ter beschikking gesteld (8 augustus 2012) waarin de kopgegevens met de juiste veldlengtes staan. Alle vegetatie-opnamegegevens zijn in Turboveg ingevoerd en vervolgens is gecontroleerd of de goede velden en kolommen ingevuld waren. Bij fouten werden de formulieren erbij gepakt en de invoer gecorrigeerd. Indien fouten waren gevonden bleken het altijd invoerfouten te zijn, maar dit kwam zeer beperkt voor. In het veld is van elke opname de geografische locatie in een PDA vastgelegd. Ook deze gegevens zijn aan het Turboveg-bestand toegevoegd. Met deze gegevens is de uiteindelijke opnamenlocatie kaart gemaakt (bijlage 2). 20

21 Alle vlakbeschrijvingen zijn na het veldwerk ingevoerd in een door Pranger & Tolman ecologen ontwikkelde Access database. Door het digitaal maken van de gegevens kunnen bij het verdere verwerkingsproces eenvoudig selecties en controles uitgevoerd worden van vegetatietypen of soorten Aanpassen grenzen op basis van veldwerk Tijdens het veldwerk zijn twee vlakken opgesplitst. Hier kwam de vegetatie zodanig ruimtelijk gescheiden van elkaar voor dat voor splitsing van het vlak is gekozen. Daarnaast zijn op het wad nog tien vlakken toegevoegd waarop zich recent een pionierbegroeiing heeft gevestigd, of deze was niet op de foto zichtbaar. Ook zijn van 3 vlakken de grenzen aangepast Classificatietabel De in Turboveg ingevoerde opnamen zijn na verschillende controles op onder andere gebiedsvreemde soorten, foutieve invoer van de kopgegevens, is de totale bedekking altijd 100% (kaal + vegetatie) en komen de bedekkingen van struiklaag en kruidlaag overeen met de bedekkingen van de opgetelde soorten (geen onderschatting), uitgevoerd naar een Excel tabel. Door de CIV is voor de classificatie van de opnamen één grote classificatietabel aangeleverd. Hierin moesten de opnamen van de kwelders van de Slufter Voorne en de Kwade hoek tussen geplaatst worden. Vegetatietypen die niet goed toe te delen waren zijn op basis van expert judgement toegedeeld aan het best bijbehorende SALT-type. Na ordening van de opnamen bleken een paar discussiepunten over ten aanzien van de plaatsing en uiteindelijke benoeming van de opname. Zo waren enkele opnamen in het veld niet goed benoemd en tijdens de classificatie hernoemd. Een ander probleem betrof het niet goed kunnen plaatsen van enkele opnamen, zoals de toedeling van soortenarme vegetaties waarin Zilte schijnspurrie domineert. Door de afwezigheid van soorten van de pionierzone en de aanwezigheid van lage kweldersoorten bleek dit type niet aan salt-type Pe toe te delen te zijn. Door aanpassing van de Salt-sleutel is dit probleem verholpen. Ook voor het benoemen van salt-type Bg is de sleutel aangepast. Tijdens het toevoegen van de nieuwe opnamen aan de classificatietabel bleek voor de Slufter Voorne en Kwade hoek 6 nieuwe soorten in de opnamen aangetroffen te zijn. Het gaat om Platte bies (Blysmus compressus), Veldhondstong (Cynoglossum officinale), Gevleugeld hertshooi (Hypericum tetrapterum), Kompassla (Lactuca serriola), Akkervergeet-mijnietje (Myosotis arvensis) en Grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius) die onderaan de lijst van soorten zijn toegevoegd. In totaal zijn 88 SALT vegetatietypen, waarvan 4 typen zonder vegetatie (kaal) zijn, onderscheiden. Voor de rapportage zijn de opnamen van de kwelders van de Slufter Voorne en de Kwade hoek uit de totaal tabel gehaald en in aparte classificatietabellen geplaatst. Deze tabellen staan in bijlage 3, hierin zijn 21

22 de soorten die kenmerkend zijn voor het SALT08-type en overige dominante en constante soorten vetgedrukt. Opname 223, welke het Salttype Ss5 vertegenwoordigt ligt in een vlak, dat inmiddels het vegetatietype Ss5 niet meer bevat. Het oorspronkelijke vlak was te klein en moest worden samengenomen met een naburig vlak. Hierdoor kwam het bedekkingspercentage van het vegetatietype onder de minimum grens van 5% te liggen en is komen te vervallen. Besloten is om de opname wel te handhaven. 2.5 (Her)interpretatie en Legendamatrix Na de classificatie zijn de vlakbeschrijvingen vertaald naar een definitieve vlakinhoud, bestaande uit vegetatietypen met bedekkingswaarden. Voor de definitieve interpretatie zijn de foto s gecombineerd met de vlakbeschrijvingen gebruikt om tot de definitieve toedeling te komen. Uiteindelijk zijn 2953 SALT typenbeschrijvingen verdeeld over 1512 vlakken opnieuw toegekend. Vervolgens zijn de vlakken met hun inhoud in een matrixlegenda verwerkt (bijlage 5). Hierin staan de vegetatietypen horizontaal en de vlaknummers verticaal geordend. Elk vlak is gevuld met het procentuele aandeel van het aanwezige vegetatietype(n) tot exact 100%. De matrix is geordend van pionierzone via lage-, middenhoge-, brakke en hoge kwelder naar nitrofiele zone en GST-typen. Elk vlak krijgt vervolgens een legendacode welke uit de landschapszone en een volgnummer bestaat. Vlakken met een identieke inhoud krijgen dezelfde legendacode. Voor de toedeling van de codes zijn door de CIV beslisregels opgesteld die in de productspecificaties zijn beschreven. Met behulp van de gegevens in de database (definitieve vegetatietypen en hun bedekkingen, abiotische informatie) worden vervolgens de kolommen ingevuld ten behoeve van de afgeleide kaarten, zoals landelijk bedreigde vegetaties, Habitattypen, Kaderrichtlijn watertypen, vegetatiestructuur en TMAP-vegetaties. Dit is gedaan conform de productspecificaties, datamodellen en aanvullende toelichtingen en wijzigingen. 2.6 Definitieve kaarten De definitieve matrixlegenda wordt vervolgens aan het vlakkenbestand in ArcGIS gekoppeld. De uiteindelijke vegetatiekaart staat in bijlage 4. Daarnaast worden nog een aantal afgeleide kaarten gemaakt: Vegetatiekaart met GST-typen (zie par. 5.2) Vegetatiezoneringskaart (zie par. 5.3) Vegetatiestructuurkaart (zie par. 5.4) Habitattypekaart (zie par. 5.5) 22

23 Kaart met Kaderrichtlijn watertypen (zie par. 5.6) Kaart met de landelijk bedreigde vegetaties (zie par. 5.7) Verspreidingskaarten van elk vegetatietype. Op een sterk verkleind kaartbeeld is aangegeven of een type niet of met meer of minder dan 50% bedekking in het vlak voorkomt (zie hoofdstuk 3). 2.7 Ontsluiting van de data Bij het verwerken van de gegevens is gebruik gemaakt van ArcGIS 9.2 en De bestanden worden uiteindelijk ontsloten via de RWS Geodatabase, welke de basis vormt voor de RWS Mapviewer internet. Shapefiles (om analyses uit te voeren in ArcGIS) zijn te verkrijgen via de De begeleidende rapportages en achtergrondinformatie zijn te raadplegen via Foutendiscussie & betrouwbaarheid Als controle naar de opdrachtgever toe dient voor elke fase van de kartering een kwaliteitsrapportage opgesteld te worden. Hierin wordt beschreven hoe het proces is doorlopen, wat het resultaat is en welke afwijkingen er ten aanzien van de productspecificaties hebben plaatsgevonden. Ook dient een veldwerkverslag aangeleverd te worden met daarin zaken als de veldwerkperiode, het weer en moeilijkheden met het karteren en determineren van vegetaties en soorten. Genoemde verslagen zijn in het bezit van de CIV. Doordat de gehele werkwijze ten aanzien van de vegetatiekarteringen wordt uitgevoerd via een standaardvoorschrift (Productspecificatie Vegetatiekarteringen, Kers et al., 2013) worden ze volgens een vast stramien doorlopen. Deze werkwijze met ingebouwde controles zorgt ervoor dat het maken van fouten tot een minimum beperkt wordt. Tijdens het veldwerk wordt gebruik gemaakt van een standaardtypologie voor het karteren van kweldervegetaties (SALT 2008: Kers, 2013). Deze typologie is hiërarchisch opgebouwd waarbij je stapsgewijs naar het juiste type wordt geleid. Door gebruik te maken van een standaardtypologie kunnen verschillen tussen karteerders ingeperkt worden. In deze typologie vinden jaarlijks nog kleine aanpassingen plaats. Tijdens het veldwerk werden geen problemen ondervonden van de begrazing. Ondanks dat lokaal de vegetatie kort begraasd was, waren de soorten goed te herkennen. In de Kwade hoek ligt in een duincomplex een cluster van vlakken dat voorheen als Salt (2006) is gekarteerd. Inmiddels ligt rondom dit cluster 23

24 een brede zone met enkele meters hoge Duindoorns, waardoor het centrale deel niet meer te bereiken is. Het lijkt gezien de situatie ook niet meer door zout water beïnvloed te worden en daarom is dit stuk nu niet meer als Salt benoemd maar als GST. Het veldwerk is uitgevoerd in de periode juli tot en met september. Voor een aantal soorten is deze periode te laat in het seizoen, zoals Deens lepelblad, Scheve hoornbloem en deels ook Zeevetmuur. Deze laatste soort is nog wel regelmatig uitgebloeid aangetroffen, maar is wellicht onderschat. Genoemde soorten zijn dan vaak niet meer te herkennen maar zijn juist van belang voor de toedeling binnen het Zeevetmuurverbond (Saginion maritimae). 24

25 3 VEGETATIE 3.1 Algemeen In onderstaande tabel is een overzicht gegeven met daarin de aangetroffen vegetatietypen op de kwelders van de Dollard en Punt van reide en de bijbehorende syntaxonomische eenheid, bedreigingscategorie en eventuele het habitattype. In de daaropvolgende paragrafen worden de vegetatietypen per landschapszone besproken. Tabel 3. Overzicht landelijke syntaxonomische eenheden (Schaminée et al, 1995, 1996, 1998; Stortelder et al, 1999), vegetatietype en nummer en categorieën bedreiging en Habitattype. Bedreiging: TNB = thans niet bedreigd, GE = gevoelig, BE = bedreigd, EB = ernstig bedreigd, KW = kwetsbaar (volgens Weeda et al., 2005). Habitattype: 1140a = slik- en zandplaten (getijdengebied); 1140b = slik- en zandplaten (Noordzee kustzone); 1160 = Grote ondiepe kreken en baaien, eventueel met Zeegras en/of Ruppia; 1310a = Eenjarige pioniervegetatie van sliken zandgebieden (Thero-Salicornion - a); 1310b = Eenjarige pioniervegetatie van duinvoeten (Saginion - b); 1320 = Kwelders met Slijkgrasvegetatie; 1330a = Atlantische kwelders - schorren en zilte graslanden (buitendijks); 2110 = Embryonale duinen / stranden met Biestarwegras en vloedmerkvegetatie; 2190a = Vochtige duinvalleien (open water); 2190b = Vochtige duinvalleien (kalkrijk) (Janssen & Schaminée, 2003). Landelijke syntaxonomische eenheid Bedreiging Habitat- Vegetatie Code Omschrijving type nr type Vegetaties van zoute en brakke wateren 5 Potametea 5RG3 RG Potamogeton pect. en Zannich.pal.ssp.ped.-[Zannichellietalia pedic.] TNB Wpp Moerasvegetaties 8 Phragmitetea 8B Phragmitetalia 8Bb2 Phragmition australis 8Bb2 Scirpetum tabernaemontani TNB 1330a 66 Bis Brakke overstromingsgraslanden 12 Plantaginetea majoris 12A Plantaginetalia majoris 12Aa Polygonion avicularis 12Aa1 Plantagini-Lolietum perennis 12Aa1d Plantagini-Lolietum puccinellietosum distantis TNB 1330a 101 Rp 12Aa2 Coronopodo-Matricarietum 12Aa2b Coronopodo-Matricarietum spergularietosum salinae BE 1330a 101 Rp 12B Agrostietalia stoloniferae 12Ba Lolio-Potentillion anserinae 12Ba2 Triglochino-Agrostietum stoloniferae 12Ba2c Triglochino-Agrostietum juncetosum gerardi TNB 1330a 72 Bgt 12Ba3 Trifolio fragiferi-agrostietum stoloniferae 12Ba3a Trifolio fragiferi-agrostietum lolietosum GE 1330a 95 Rgl 12Ba3b Trifolio fragiferi-agrostietum centaurietosum BE 1330a 94 Rgc 25

26 Landelijke syntaxonomische eenheid Bedreiging Habitat- Vegetatie Code Omschrijving type nr type 12B Agrostietalia stoloniferae 12Ba Lolio-Potentillion anserinae 12Ba4 Ononido-Caricetum distantis 12Ba4a Ononido-Caricetum typicum EB 1330a 79 Bo 12Ba4b Ononido-Caricetum armerietosum BE 1330a 99 Ro 12RG4 RG Festuca arundinacea-[lolio-potentillion anserinae] TNB 1330a 78 Bgn 12BaRG RG Agrostis stolonifera-[lolio-potentillion anserinae] TNB 1330a 71 Bg 12BaRG RG Juncus gerardi-[lolio-potentillion anserinae] TNB 1330a 75 Bpj 12BaRG RG Agrostis stolonifera-[lolio-potentillion anserinae] TNB 1330a 76 Bpg 12BaRG RG Potentilla anserina-[lolio-potentillion anserinae] TNB 1330a 77 Bp 12BaRG RG Trifolium repens-[lolio-potentillion anserinae] TNB 1330a 96 Rgt 12BaRG RG Festuca rubra-[lolio-potentillion anserinae] TNB 1330a 97 Rgf 12RG RG Lolium perenne-[plantaginetea majoris] TNB 1330a 100 Rgv 12/22RG RG Cirsium arvense-[plantaginetea majoris] TNB 1330a 110 Rrc Vegetatie van vloedmerken en embryonale duintjes 22 Cakiletea maritimae 22A Atriplicetalia littoralis 22Aa Atriplicion littoralis 22Aa1 Atriplicetum littoralis 22Aa1a Atriplicetum littoralis typicum GE 1330a 107 Xk 22Aa1b Atriplicetum littoralis cirsietosum EB 1330a 107 Xk 22Ab Salsolo-Honckenyion peploidis 22Ab1 Salsolo-Cakiletum maritimae 22Ab1a Salsolo-Cakiletum maritimae typicum BE Dxs 22RG1 RG Cakile maritima-[cakiletea maritimae] TNB Dxc RG Honckenya peploides-[salsolo-honckenyion/ammophilion 22RG2 arenariae] TNB Dxh 22AbRG RG Elytrichia juncea-[salsolo-honckenyion peploidis] TNB Def 22AbRG RG Glaux maritimus-agrostis stolonifera-[salsolo- Honckenyion peploidis] TNB Deg 22AbRG RG Suaeda maritima-chenopodium rubra-[salsolo- Honckenyion peploidis] TNB Deu 22/26RG RG Atriplex prostata-[salsolo-honckenyion peploidis] TNB 1330a 106 Xx Pioniervegetaies van slikken en wadden 24 Spartinetea 24A Spartinetalia 24Aa Spartinion 24Aa2 Spartinetum townsendii TNB 1330a 61 Bs5 24Aa2 Spartinetum townsendii TNB 1140b 14 Ss0 24Aa2 Spartinetum townsendii TNB Ss3 24Aa2 Spartinetum townsendii TNB Ss5 25 Thero-Salicornietea 25A Thero-Salicornietalia 25Aa Thero-Salicornion 25Aa1 Salicornietum dolichostachyae TNB 1140b 12 Qq0p TNB 1310a 16 Qqp 25Aa2 Salicornietum brachystachyae TNB 1140b 13 Qq0e TNB 1310a 17 Qqe TNB 1330a 23 P-q 25Aa3 Suaedetum maritimae TNB 1140b 15 Qu0 TNB 1310a 20 Qu 26

27 Landelijke syntaxonomische eenheid Bedreiging Habitat- Vegetatie Code Omschrijving type nr type Vegetaties van kwelders en schorren 26 Asteretea tripolii 26A Glauco-Puccinellietalia 26Aa Puccinellion maritimae 26Aa1 Puccinellietum maritimae 26Aa1a Puccinellietum maritimae typicum GE 1330a 22 P GE 1330a 24 Ppq GE 1330a 25 P-d GE 1330a 26 Pps GE 1330a 27 Pp GE 1330a 33 Ppa GE 1330a 36 Pex GE 1330a 37 Pj 26Aa1b Puccinellietum maritimae parapholidetosum EB 1330a 38 Pg 26Aa1c Puccinellietum maritimae agrostietosum EB 1330a 62 P-b EB 1330a 68 Pp-b EB 1330a 69 Ppab 26Ab Puccinellio-Spergularion salinae 26Ab1 Puccinellietum distantis 26Ab1a Puccinellietum distantis typicum TNB 1330a 21 Pe TNB 1330a 63 Pe-b 26Ab1b Puccinellietum distantis polygonetosum 26Ac Armerion maritimae 26Ac1 Juncetum gerardi 26Ac1a Juncetum gerardi typicum GE 1330a 47 Jja GE 1330a 48 Jj 26Ac1b Juncetum gerardi leontodontetosum BE 1330a 73 Bj 26Ac2 Armerio-Festucetum litoralis GE 1330a 50 Jfa GE 1330a 52 Jf 26Ac3 Junco-Caricetum extensae GE 1330a 45 Je 26Ac5 Artemisietum maritimae GE 1330a 55 Jf-z GE 1330a 56 Jz 26Ac6 Atriplici-Elytrigietum pungentis TNB 1330a 58 Jy3 TNB 1330a 59 Jy5 TNB 1330a 82 By3 TNB 1330a 83 By5 TNB 1330a 104 Ry3 TNB 1330a 105 Ry5 26Ac7 Oenantho lachenalii-juncetum maritimi BE 1330a 80 Bm 26RG1 RG Scirpus maritimus-[asteretea tripolii] TNB 1330a 65 Bi3 TNB 1330a 85 Bi5 26RG3 RG Triglochin maritima-[asteretea tripolii] GE 1330a 35 Pt TNB 1330a 67 Bt 26RG4 RG Aster tripolium-[puccinellion maritimae] GE 1330a 34 Pa TNB 1330a 70 Ba 26AaRG RG Plantago maritima-[puccinellion maritimae] TNB 1330a 32 Pw 26AcRG RG Juncus maritimus-[armerion maritimae] GE 1330a 57 Jm 26AcRG RG Glaux maritima-[armerion maritimae] TNB 1330a 43 Jex 26AcRG RG Plantago maritima-[armerion maritimae] TNB 1330a 44 Jw 26AcRG RG Agrostis stolonifera-[armerion maritimae] TNB 1330a 53 Jg 26RG RG Phragmites australis-[asteretea tripolii] TNB 1330a 86 Bb 27

28 Landelijke syntaxonomische eenheid Bedreiging Habitat- Vegetatie Code Omschrijving type nr type Pioniervegetaties van duinvoeten 27 Saginetea maritimae 27A Saginetalia maritimae 27Aa Saginion maritimae 27Aa1 Sagino maritimae-cochlearietum danicae 27Aa1b Sagino maritimae-cochlearietum juncetosum EB 1310b 54 Ccj 27Aa2 Centaurio-Saginetum TNB 1310b 92 Crt 27Aa2a Centaurio-Saginetum trifolietosum fragiferi EB 1310b 92 Crt 27Aa2b Centaurio-Saginetum samoletosum EB 2190b 93 Crs Vegetaties van natte tot vochtige en nitrofiele milieus 29 Bidentetea tripartitae 29A Bidentetalia tripartitae 29Aa Bidention tripartitae 29Aa3 Chenopodietum rubri 29Aa3a Chenopodietum rubri spergularietosum BE 1330a 64 Bcs 32 Convolvulo-Filipenduletea 32A Filipenduletalia 32B Convolvuletalia sepium 32Ba Epilobion hirsuti 32Ba3 Oenantho-Althaeetum BE 1330a 81 Bh 32RG RG Eupatorium cannabinum-[convolvulo-filipenduletea] TNB 1330a 87 Bc 33 Galio-Urticetea 33A Glechometalia 33Aa Galio-Alliarion 33RG RG Urtica dioica TNB 1330a 109 Rru 3.2 Beschrijving vegetatietypen In de volgende paragrafen worden per vegetatietype de volgende onderdelen beschreven: Vegetatienummer en vegetatiecode volgens SALT, Nederlandse en wetenschappelijke naamgeving. Lokale kenmerken; een korte beschrijving van de floristische samenstelling van de vegetatie op basis van de (co-) dominante, kenmerkende, differentiërende en begeleidende soorten. Vegetatiestructuur; een beschrijving van enkele specifieke kenmerken zoals soortenrijkdom, horizontale en verticale structuur (zie tabel 4). Rode lijst soorten; welke zijn aangetroffen in het betreffende vegetatietype volgens Van der Meijden et al (2000) en Siebel et al (2000). Syntaxonomie; deze wordt beschreven aan de hand van de Vegetatie van Nederland (Schaminée et al., 1995, 1996 en 1998; Stortelder et al., 1999). Bedreiging vegetatie; aan de hand van de door Weeda et al. (2005) opgestelde categorieën: TNB = thans niet bedreigd, BE = bedreigd, EB = ernstig bedreigd, GE = gevoelig, KW = kwetsbaar. 28

29 Ecologie; korte beschrijving van de lokale standplaatsfactoren. Aantal opnamen. Aantal soorten; minimaal, gemiddeld en maximaal aantal soorten in het type (bij meer dan 1 opname). Aantal locaties en oppervlakte; is het aantal locaties waar het vegetatietype is aangetroffen en de oppervlakte waarover het voorkomt. Verspreidingskaartje; van elk vegetatietype is een sterk verkleinde vegetatiekaart aanwezig met daarin het voorkomen van het vegetatietype weergegeven in twee klassen: zwart = meer dan 50% bedekking en grijs = minder dan 50% bedekking in het vlak. Wit is niet aangetroffen. Tabel 4. Klasse indeling kenmerken vegetatie. Soortenrijkdom Horizontale structuur Verticale structuur bedekking klasse aantal soorten klasse klasse hoogte in cm's vegetatie soortenarm < 10 zeer open < 25 % laag 0-30 matig soortenrijk open % middelhoog soortenrijk > 20 vrij gesloten % hoog > 100 gesloten > 75 % 3.3 Watervegetaties (5) Wpp Type van Gesteelde zannichellia (Zanichellia palustris ssp. pedicellata) Gesteelde zannichellia is de enige en dominant aanwezige soort. Vegetatiestructuur: Soortenarme, gesloten vegetatie van ondergedoken waterplanten. Rode lijstsoorten: - Syntaxonomische positie: RG Potamogeton pectinatus en/of Zannichellia palustris subsp. pedicellata [Zannichellietalia pedicellatae] (5RG3). Bedreigingscategorie: Niet zeldzaam, thans niet bedreigd. Gesteelde zannichellia komt voor in ondiep, brak tot zoet en stilstaand water. Zij gedijt goed in voedselrijke (fosfaatrijke), carbonaat- en ammoniakrijke milieus. Droogvallen van de plas verdraagt zij slecht. Aantal opnamen: 1 Aantal soorten: (-) 1 (-) Aantal locaties en opp.: 1 / 0,1 hectare. 29

Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae) (H1330) Verkorte naam: Schorren en zilte graslanden. 1. Status. 2.

Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae) (H1330) Verkorte naam: Schorren en zilte graslanden. 1. Status. 2. Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae) (H1330) Verkorte naam: Schorren en zilte graslanden 1. Status Habitatrichtlijn, Bijlage I (inwerkingtreding 1994). 2. Kenschets Beschrijving: In

Nadere informatie

Bijlage 12a: Bedreigde plantengemeenschappen Noordvaarder. Legenda. Van der Goes en Groot 1: Schaal:

Bijlage 12a: Bedreigde plantengemeenschappen Noordvaarder. Legenda. Van der Goes en Groot 1: Schaal: 597. Bijlage 12a: Bedreigde plantengemeenschappen 29 niet gekarteerd (incl. GST gebied) 596.5 Wel gekarteerd, thans niet bedreigd (TNB, inclusief kaal) tenminste 1 potentieel bedreigde plantengemeenshap

Nadere informatie

Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen

Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen 1. Status Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding

Nadere informatie

wetenschappelijke naam vegetatietype

wetenschappelijke naam vegetatietype Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Schorren met slijkgrasvegetaties

Nadere informatie

Soortskartering. Rijn/Maasmonding 2001

Soortskartering. Rijn/Maasmonding 2001 Soortskartering Rijn/Maasmonding 2001 jklmnopq Ministerie van Verkeer en Waterstaat Meetkundige Dienst... Soortskartering Rijn/Maasmonding 2001 A.S. Kers & B. van Gennip november 2002 MDGAE-2002.40 In

Nadere informatie

Toelichting bij de Vegetatiekartering Slufter en andere kwelders op Texel 2011

Toelichting bij de Vegetatiekartering Slufter en andere kwelders op Texel 2011 Toelichting bij de Vegetatiekartering Slufter en andere kwelders op Texel 2011 Op basis van false colour-luchtfoto's 1: 5.000 D.P. Pranger & M.E. Tolman Juni 2013 Water, wegen, werken, Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Westerschelde 2001. jklmnopq. Toelichting bij de Geomorfologische kartering van de. Op basis van false colour-luchtfoto s 1:10.000 ... P.M.

Westerschelde 2001. jklmnopq. Toelichting bij de Geomorfologische kartering van de. Op basis van false colour-luchtfoto s 1:10.000 ... P.M. Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Meetkundige Dienst... Toelichting bij de Geomorfologische kartering van de Westerschelde 2001 Op basis van false colour-luchtfoto s 1:10.000 P.M. Loomans januari

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Sturende dynamische processen Stroming van zoet en zout oppervlakte-

Nadere informatie

De toepassingen van vegetatiekarteringen A.S. Kers, Rijkswaterstaat, AGI. In: Geonieuws 2006-2. p.11-14

De toepassingen van vegetatiekarteringen A.S. Kers, Rijkswaterstaat, AGI. In: Geonieuws 2006-2. p.11-14 De toepassingen van vegetatiekarteringen A.S. Kers, Rijkswaterstaat, AGI. In: Geonieuws 2006-2. p.11-14 Rijkswaterstaat heeft voor beheer- en beleidsevaluatie behoefte aan ruimtelijk ecologische informatie

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Embryonale wandelende duinen (H2110) Verkorte naam: Embryonale duinen

Embryonale wandelende duinen (H2110) Verkorte naam: Embryonale duinen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Embryonale wandelende duinen

Nadere informatie

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014 Noordvoort - Monitoring ontwikkeling geomorfologie Verandering overstuivingszones 2014-2015 Ter verbetering van de dynamiek in de zeereep tussen Zandvoort en Noordwijk zijn een aantal stuifkuilen aangelegd.

Nadere informatie

Morfologie kwelders en. platen Balgzand

Morfologie kwelders en. platen Balgzand Morfologie kwelders en platen Balgzand Autonome ontwikkeling Hoogwatervluchtplaatsen Werkdocument RIKZ/AB - 99.607x ir. B.B. van Marion December 1999 Samenvatting In het kader van het project GRADIËNTEN

Nadere informatie

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris 1 Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris versie 05/04/2019 De inventarisatie heeft als doel informatie te verzamelen om de beheerdoelstellingen - die in deel 1 verkenning van het natuurbeheerplan

Nadere informatie

Dollard & Punt van Reide 1999

Dollard & Punt van Reide 1999 Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Meetkundige Dienst... Toelichting bij de vegetatiekartering Dollard & Punt van Reide 1999 Op basis van false colour-luchtfoto s 1: 10.000 M.J. Vreeken-Buijs

Nadere informatie

DE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen

DE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen DE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen Schaminée - Klassen - n en Lat. naam 01. LEMNETEA MINORIS Eendenkroos 02. RUPPIETEA Ruppia 03. ZOSTERETEA

Nadere informatie

1. Status. 2. Kenschets. 3. Definitie. H1310 versie 1 sept 2008.doc. Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994)

1. Status. 2. Kenschets. 3. Definitie. H1310 versie 1 sept 2008.doc. Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994) Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Eénjarige pioniersvegetaties

Nadere informatie

Kwelderherstel langs de Terschellinger Waddendijk

Kwelderherstel langs de Terschellinger Waddendijk Kwelderherstel langs de Terschellinger Waddendijk Jantsje M. van Loon-Steensma; Earth System Sciences Climate Change Group 15 februari 2012 Symposium Een ruimere jas voor natuurontwikkeling in het Waddengebied

Nadere informatie

op basis van false-colour luchtfoto s 1:5000 A.S. Kers, W.F.M. Eijkelhof & A.G. Knotters MD-GAE 98.13

op basis van false-colour luchtfoto s 1:5000 A.S. Kers, W.F.M. Eijkelhof & A.G. Knotters MD-GAE 98.13 TOELICHTING BIJ DE VEGETATIEKAART SLUFTER TEXEL 1994 op basis van false-colour luchtfoto s 1:5000 A.S. Kers, W.F.M. Eijkelhof & A.G. Knotters MD-GAE 98.13 In opdracht van: Rijksinstituut voor Kust en Zee

Nadere informatie

Bijlagen en kaarten bij beheerplan bijzondere natuurwaarden Duinen Goeree & Kwade Hoek

Bijlagen en kaarten bij beheerplan bijzondere natuurwaarden Duinen Goeree & Kwade Hoek Bijlagen en kaarten bij beheerplan bijzondere natuurwaarden Duinen Goeree & Kwade Hoek beheerplan 2015-2020 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Bevoegde gezagen Vastgesteld d.d. 9 juni

Nadere informatie

De duinen hebben een belangrijke functie in ons land:

De duinen hebben een belangrijke functie in ons land: De duinen De duinen hebben een belangrijke functie in ons land: 1 Zeewering 2 Waterwingebied en waterberging 3 Recreatie 4 Natuurwetenschappelijk onderzoek en natuurstudie Laatst las ik: Als de zeespiegel

Nadere informatie

Vraag 1. Geologie en Sedimentatie

Vraag 1. Geologie en Sedimentatie Vraag 1. Geologie en Sedimentatie Geef korte antwoorden op onderstaande vragen (gebruik volgend vel papier), ca. 5 min. per vraag. Noordzee Waddenzee zee niveau zee niveau ca. 1 km 1 m Figuur 1. Schematische

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3. Oppervlaktewater

HOOFDSTUK 3. Oppervlaktewater HOOFDSTUK 3 Oppervlaktewater Het oppervlaktewater in het Schelde-stroomgebied wordt ingedeeld in waterlichamen. Deze indeling is belangrijk, want voor ieder waterlichaam moeten doelstellingen geformuleerd

Nadere informatie

G.C. Spronk

G.C. Spronk uitvoerend secretariaat Verslag Deelnemers INBO: A. Van Braeckel, G. Van Ryckegem RWS Zeeland: D. de Jong, RWS DID: B. Kers RWS Waterdienst: P. Bot, G. Spronk Afschrift aan - projectgroep Monitoring en

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud Tussenresultaten 2011-2015 De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud De Zandmotor In 2011 is voor de kust van Ter Heijde en Kijkduin De Zandmotor aangelegd: een grote kunstmatige zandbank in

Nadere informatie

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Texel Landschappelijke ontwikkelingen Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse

Nadere informatie

Slufter Texel Toelichting bij de vegetatiekartering. jklmnopq. Op basis van false colour-luchtfoto s 1: H. Koppejan.

Slufter Texel Toelichting bij de vegetatiekartering. jklmnopq. Op basis van false colour-luchtfoto s 1: H. Koppejan. Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Meetkundige Dienst... Toelichting bij de vegetatiekartering Slufter Texel 1999 Op basis van false colour-luchtfoto s 1: 5000 H. Koppejan juni 2002 MD-GAE -2002-28

Nadere informatie

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Koppel kuifeenden. Kuifeenden 42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring 4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen Ten noorden van Ballum, ter hoogte van paal 8 ligt deelgebied 2. In 1989 is het duin verzwaard met zand uit de naastliggende vallei. Over het hoogste deel van de verzwaringen

Nadere informatie

Vegetatieontwikkeling westelijk deel Schor van Waarde (Westerschelde)

Vegetatieontwikkeling westelijk deel Schor van Waarde (Westerschelde) Vegetatieontwikkeling westelijk deel Schor van Waarde (Westerschelde) 1981 2006 1 2 Colofon A.M. van der Pluijm D.J. de Jong 2008 Werkdocument Rijkswaterstaat, Dienst Zeeland Middelburg Foto voorpagina:

Nadere informatie

Deel 1 Toen en nu 13

Deel 1 Toen en nu 13 Deel 1 Toen en nu 13 14 Historie Het huidige typisch Nederlandse landschap met polders en dijken kent een lange historie. Na de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, werd door een stijgende

Nadere informatie

*Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum (H2140) Verkorte naam: Duinheiden met kraaihei

*Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum (H2140) Verkorte naam: Duinheiden met kraaihei Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. *Vastgelegde ontkalkte duinen

Nadere informatie

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op artikel 3, eerste lid, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Ger, Harry en Jan Alewijn in het Vogelvlak foto Kees Rosmolen verslag 45 Muizenonderzoek Klein Profijt Vogelvlak - Duinen van Oostvoorne 27 augustus 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen

Nadere informatie

Het Zwin en Verdronken Zwarte Polder 1995

Het Zwin en Verdronken Zwarte Polder 1995 Toelichting bij de Vegetatiekartering Het Zwin en Verdronken Zwarte Polder 1995 op basis van false-colour luchtfoto s 1:5000 K.W. van Dort & L. Leusink december 1998 MDGAE-9861 2 Het Zwin en Verdronken

Nadere informatie

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002 Zandhonger Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde 19 september 2002 Zandhonger, Gaat de Oosterschelde kopje onder? De Deltawerken veranderden de

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Aanleiding en ligging plangebied Dhr. van de Venne heeft aan de Hammerstraat enkele boogkassen liggen. Deze liggen er al 10 jaar en dienen te worden

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Aan : Provincie Noord-Holland Van : Joost Rink en Tom van den Broek Datum : 9 januari 2015

Nadere informatie

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,

Nadere informatie

Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen

Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen Tom Ysebaert, Marijn Tangelder, John Janssen, Arno Nolte, Brenda Walles, Jeroen Wijsman Kennisdag Grevelingen en Volkerak, 14 juni 2018 Doel studie Het doel

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

4 Legenda van de vegetatiekaarten

4 Legenda van de vegetatiekaarten 4 Legenda van de vegetatiekaarten... 4.1 Toelichting op de legenda-eenheden Een legenda-eenheid vormt een abstracte weergave van de veldsituatie en heeft een unieke inhoud, bestaande uit één of meerdere

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Noordse woelmuis foto Kees Rosmolen verslag 43 Muizenonderzoek Groene Strand - Oostvoorne juli 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen inleiding De zoogdierwerkgroep van de KNNV afdeling

Nadere informatie

DE Hoek van Holland (ook genoemd de Beer") is door het graven van de

DE Hoek van Holland (ook genoemd de Beer) is door het graven van de 226 DE LEVENDE NATUUR. deelen. Nog kwam Frans Kooymans, ook een jeugdig lid van onze Haagsche Club van Trekwaarnemers" als photografisch medewerker opdagen. Ziehier dan de vrucht van een echt prettige

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof. Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie

Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof. Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie MUDWELL Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie Oerol College 19 juni 2019 - Aanvang 13.30 u. MUDWELL - Teresa van Dongen Leeuwarden,

Nadere informatie

BIJLAGE 5: Voorbeelden

BIJLAGE 5: Voorbeelden BIJLAGE 5: Voorbeelden Hieronder worden twee uitgewerkte voorbeelden gegeven, de inschatting van de bedekkingen is fictief en is dus in de praktijk niet gebruikt als basis voor de BWK-typologie. Voorbeeld

Nadere informatie

Bijlage 2 bij Raamovereenkomst Biologie. Meetnetbeschrijvingen perceel 3, Ecologische kartering op basis van stereo luchtfotografie

Bijlage 2 bij Raamovereenkomst Biologie. Meetnetbeschrijvingen perceel 3, Ecologische kartering op basis van stereo luchtfotografie Bijlage 2 bij Raamovereenkomst Biologie Meetnetbeschrijvingen perceel 3, Ecologische kartering op basis van stereo luchtfotografie Zaaknummer: 31113959 Datum: 30 juni 2016 Versie: 1.0 Inhoud 1 Vegetatiekartering

Nadere informatie

Verjonging van eilandstaarten. Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck

Verjonging van eilandstaarten. Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck Verjonging van eilandstaarten Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck Aanleiding Probleem: Ecologische veroudering, m.n. vergrassing van

Nadere informatie

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Groenknolorchis (Liparis loeselii)

Nadere informatie

De Noordzee HET ONTSTAAN

De Noordzee HET ONTSTAAN De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met

Nadere informatie

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer: Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland Post I Opdracht I: Om welke twee landschappen gaat het? A: Oude duinen B: Zeekleilandschap Grondsoorten: Bodemgebruik: Inrichtingselementen: A: Oud duinzand A: Bos A: Kasteel, woningen B: Jonge zeeklei

Nadere informatie

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring. Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring. Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009 Veldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009 Op 25, 27 t/m 29 mei 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatie-

Nadere informatie

Zuidrand Quick Scan 2011

Zuidrand Quick Scan 2011 Zuidrand Quick Scan 2011 KNNV afdeling Delfland Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT email: afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland

Nadere informatie

Eindexamen biologie pilot vwo I

Eindexamen biologie pilot vwo I West-Europese duinvalleien bedreigd Natte kalkrijke duinvalleien met hun typische plantengemeenschappen worden steeds zeldzamer, niet alleen in Nederland maar in heel West-Europa. Dit komt niet alleen

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9803077 + NL2002017 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 Het besluit van 19 februari

Nadere informatie

1. Status. 2. Kenschets. 3. Definitie. H91F0 versie 1 sept 2008.doc. Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994).

1. Status. 2. Kenschets. 3. Definitie. H91F0 versie 1 sept 2008.doc. Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994). Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Gemengde oeverformaties met

Nadere informatie

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk De kust is (niet) veilig! De dijk aan de kust van Petten ziet er zo sterk en krachtig uit, maar toch is hij niet

Nadere informatie

Quick scan ecologie AIC te Castricum

Quick scan ecologie AIC te Castricum Quick scan ecologie AIC te Castricum Quick scan ecologie AIC te Castricum Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Gemeente Castricum 12.021 april 2012 Het plangebied ligt momenteel

Nadere informatie

paspoort Veerse meer

paspoort Veerse meer paspoort Veerse meer 2 Datum uitgifte: 23 januari 2013 De stuurgroep Zuidwestelijke Delta werkt toe naar besluiten over de Zuidwestelijke Delta waarin veiligheid, ecologie en economie zijn geborgd en elkaar

Nadere informatie

Veranderingen in duinvegetatie met Ameland als voorbeeld. Han van Dobben en Pieter Slim

Veranderingen in duinvegetatie met Ameland als voorbeeld. Han van Dobben en Pieter Slim Veranderingen in duinvegetatie met Ameland als voorbeeld Han van Dobben en Pieter Slim Veranderingen in de duinen sinds ~1900 Menselijke invloed sterk vergroot, vooral door vastlegging Doel: vergroten

Nadere informatie

Natuurherstel in Duinvalleien

Natuurherstel in Duinvalleien Natuurherstel in Duinvalleien Kan het natuurlijker? A.P.Grootjans@rug.nl 1 Universiteit Groningen, IVEM 2 Radboud Universiteit Nijmegen Opbouw lezing Hydrologisch systeem van een duinvallei Relatie hydrologie,

Nadere informatie

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni

Nadere informatie

Biodiversiteit en Landschap tentamen, oktober 2008 Nr:...

Biodiversiteit en Landschap tentamen, oktober 2008 Nr:... Vraag ECOLOGIE De Boschplaat op Terscheling is een zoutmoeras. In onderstaand figuur zijn de verschillende zones van de kwelder van elkaar gescheiden door een stippellijn. De nummers in de figuur corresponderen

Nadere informatie

Opvolging Effecten Flexibel Storten

Opvolging Effecten Flexibel Storten Opvolging Effecten Flexibel Storten Kwartaal rapportage Rug van Baarland Vierde kwartaal 214 Datum 29 januari 214 Status Definitief Opvolging Effecten Flexibel Storten Kwartaalrapportage Rug van Baarland

Nadere informatie

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer). Bijenvraagbaak casus 1: Zoetermeer Westerpark Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten) & Robbert Snep (Alterra) 6 oktober 2014 Vraagsteller: Hendrik Baas (Gemeente Zoetermeer) Gebied: Zoetermeer, Westerpark,

Nadere informatie

foto inzet: Staf de Roover

foto inzet: Staf de Roover foto inzet: Staf de Roover 1 2 3 4 Het woord grasland doet veronderstellen dat grassen het grootste aandeel van de vegetatie moeten vormen. Veelal is dit zo, maar er zijn graslanden waarin andere dan grassen

Nadere informatie

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO NATUUR EN MILIEU De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

Evaluatie. Duinverzwaringen en Natuurbouwprojecten (zandwinlocaties) op Ameland en Schiermonnikoog 1991-2003. opq ... H. Koppejan & B.

Evaluatie. Duinverzwaringen en Natuurbouwprojecten (zandwinlocaties) op Ameland en Schiermonnikoog 1991-2003. opq ... H. Koppejan & B. Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq... Evaluatie Duinverzwaringen en Natuurbouwprojecten (zandwinlocaties) op Ameland en Schiermonnikoog 1991-2003 H. Koppejan & B. van Gennip december 2004 AGI/0804/GAE002

Nadere informatie

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Verstuivingen in de duinen Verstuivingen in de kustduinen zijn een belangrijk proces waardoor weer nieuwe duinen en duinvalleien kunnen ontstaan en

Nadere informatie

Stroomdalgraslanden in Nederland

Stroomdalgraslanden in Nederland Stroomdalgraslanden in Nederland Ontwikkeling en beheer in de Vreugderijkerwaard Veldwerkplaats rivierenlandschap Vreugderijkerwaard, 16 mei 2008 Inleiders: Karlè Sýkora (Wageningen Universiteit, Leerstoelgroep

Nadere informatie

Struinen door De Stille Kern

Struinen door De Stille Kern 58 Horsterwold Struinen door De Stille Kern Een 900 hectare groot natuurgebied waar natuurlijke processen volop de ruimte krijgen. Het gebied wordt begraasd door een kudde konikpaarden, die zorgen voor

Nadere informatie

Mens, natuur & milieu

Mens, natuur & milieu Mens, natuur & milieu Lesbrief Biologie. In dit thema ga je aan de gang met opdrachten die gaan over de ontwikkelingen in het havengebied en de gevolgen voor natuur en milieu. Deze opdracht is een lesbrief

Nadere informatie

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Gemeente Beverwijk 09.112 december 2009

Nadere informatie

Verspreiding en foerageergedrag van grote grazers (Konikpaard en Gallowayrund) in de Millingerwaard

Verspreiding en foerageergedrag van grote grazers (Konikpaard en Gallowayrund) in de Millingerwaard Verspreiding en foerageergedrag van grote grazers (Konikpaard en Gallowayrund) in de Millingerwaard Auteurs: Bart Beekers (ARK Natuurontwikkeling, Coördinator Zoogdierenstudiegroep Floraen Faunawerkgroep

Nadere informatie

memo gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen , hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel

memo gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen , hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel memo aan: van: gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen SAB, Eric Verkaik c.c.: datum: 15 september 2017 betreft: 160472, hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel INLEIDING Aan de Houtakker

Nadere informatie

Notitie. Watersysteem Planvorming en Realisatie. Wetenschappelijke begeleidingscie gebiedsproces Horstermeerpolder. 14 februari 2013. J.J.

Notitie. Watersysteem Planvorming en Realisatie. Wetenschappelijke begeleidingscie gebiedsproces Horstermeerpolder. 14 februari 2013. J.J. Aan Wetenschappelijke begeleidingscie gebiedsproces Horstermeerpolder Kopie aan Projectteam Waternet Contactpersoon J.J. Hofstra Doorkiesnummer 020 608 36 14 Onderwerp Analyse van het open water in het

Nadere informatie

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Van Riezen en Partners 12.004 april 2012 De brandweerkazerne

Nadere informatie

MER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid

MER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid MER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid projectnr. 268346 versie 1,0 30 oktober 2014 Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Postbus 3007 2001 DA HAARLEM datum vrijgave beschrijving versie

Nadere informatie

De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten

De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten bij Ellewoutsdijk Tussenrapportage: de ontwikkeling in 2008 Definitief M.J. de Kluijver en T.J. Vanagt Grontmij AquaSense

Nadere informatie

Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas)

Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas) Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas) Nummer: INBO.A.2013.103 Datum advisering: 24 oktober 2013 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Wouter

Nadere informatie

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011 Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden Juni 2011 Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de negentiende eeuw,

Nadere informatie

Beeldenboek vegetatiebeheer grote rivieren

Beeldenboek vegetatiebeheer grote rivieren Beeldenboek vegetatiebeheer grote rivieren Inleiding De vegetatielegger, die onderdeel is van de legger Rijkswateren, geeft aan welke vegetatie op een bepaalde locatie in het rivierbed aanwezig mag zijn.

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Wet natuurbescherming.

Nadere informatie

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Duinen met Hippophaë rhamnoides

Nadere informatie

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008 VLEERMUIZEN ONDERZOEK MOLSHOEK HELLEVOETSLUIS 2008 K. Mostert & E. Thomassen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland In opdracht van gemeente Hellevoetsluis 1 INHOUD Inleiding... 3 Gebiedsbeschrijving...

Nadere informatie

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor : 2,5 jaar Carola van Gelder-Maas Projectmanager WVL Rijkswaterstaat 31 maart 2014 Hoe zat het ook alweer? Eroderende kustlijn NL kust 12 Mm³ zandsuppleties per jaar Zeespiegelstijging Zwakke schakels

Nadere informatie

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Regionale Zaken DRZO/2008-113 De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Gelet op artikel 3, eerste lid en artikel 4, vierde lid, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Twee bosmuizen in 1 val foto Karel Adriaanse verslag 50 Muizenonderzoek De Ommeloop De Kleine Beer Zuid-Hollands Landschap november 2011 Jan Alewijn Dijkhuizen foto s Kees

Nadere informatie

Natuurcompensatieplan aanleg gasontvangststation nabij Halfweg (gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude)

Natuurcompensatieplan aanleg gasontvangststation nabij Halfweg (gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude) 1 Natuurcompensatieplan aanleg gasontvangststation nabij Halfweg (gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude) Opdrachtgever Stedin, Rotterdam Referentie Heijden, E. van der 2015. Natuurcompensatieplan aanleg

Nadere informatie

Ruimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch handhaven van de kustlijn

Ruimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch handhaven van de kustlijn Ruimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch handhaven van de kustlijn Ruimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch

Nadere informatie