31012/24/1/A/4. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Transcriptie

1 31012/24/1/A/4 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, houdende vergunning aan De heer ROOSE JEROEN voor het verder exploiteren en uitbreiden van een inrichting gelegen te JABBEKE. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, van 12 december 1990, van 21 december 1990, van 22 december 1993, van 21 december 1994, van 8 juli 1996, van 21 oktober 1997, van 11 mei 1999, van 18 mei 1999, van 9 maart 2001, van 21 december 2001, van 18 december 2002, van 16 januari 2004, van 6 februari 2004, van 26 maart 2004, van 22 april 2005 en van 19 mei 2006; Gelet op het besluit d.d. 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 27 februari 1992, bij besluit van 28 oktober 1992, bij besluit van 27 april 1994, bij besluit van 1 juni 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 22 oktober 1996, bij besluit van 12 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 29 september 2000, bij besluiten van 20 april 2001, besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 7 september 2001, bij besluit van 5 oktober 2001 en bij besluit van 31 mei 2002, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004 het besluit van 5 december 2003, het besluit van 14 mei 2004, het besluit van 14 juli 2004, bij besluit van 23 april 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 29 april 2005 en bij besluit van 3 juni 2005 en het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad d.d. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit 17 juli 2000, bij besluit 13 oktober 2000, bij besluit 19 januari 2001, bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003, bij besluit van 21 maart 2003, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 5 december 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004, het besluit van 2 april 2004, het besluit van 26 maart 2004, het besluit van 23 april 2004, bij besluit van 14 mei 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 7 januari 2005, bij besluit van 22 juli 2005 en bij besluit van 27 januari Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid art. 33 ter en de bijhorende uitvoeringsbesluiten (inzonderheid besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2005 en van 12 mei 2006 Besluit tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2001 tot uitvoering van artikel 33 ter van het mestdecreet); 1

2 Gelet op de volgende vergunning(en) en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de hierna vermelde inrichting werden getroffen, en op de datum van de indiening van de hierna vermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing waren; Barletegemweg 2 te 8490 Jabbeke (uit te breiden inrichting) : Gelet op het besluit d.d. 17/02/2005 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het verder exploiteren en veranderen (samenvoeging) tot 240 zeugen, 1936 mestvarkens, 2985 m3 mest, mestscheider Westfalia en mestverwerking Smelox, 2 dieselgeneratoren 85 kw en 99 kw, 8000 l mazout + 1 verdeelslang, grondwaterwinning 16 m3/d en 5833 m3/j in het Ieperiaan zand voor een termijn van 20 jaar; Steenovenstraat 3 te 8470 Gistel (te verplaatsen inrichting) : Gelet op het besluit d.d. 14/01/1991 van het CBS waarbij akte verleend wordt voor 55 runderen, kippen, 109 m3 mest voor een termijn tot 01/09/2011 (op naam van Pyra Marie-Therese); Gelet op het besluit d.d. 20/07/1995 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het uitbreiden met slachtkuikens, 5000 l mazout, lozen HA en het verminderen met 55 runderen voor een termijn tot 01/09/2011 (op naam van Vandewalle Patrick); Gelet op het besluit d.d. 11/09/1995 van het CBS waarbij de vergunning verleend wordt voor grondwaterwinning 27 m3/d en m3/j voor een termijn tot 11/09/2015; Gelet op de melding overname d.d. 04/03/1997 door Vandenberghe Karlo tov. Vandewalle Patrick; Gelet op de melding overname d.d. 07/02/2002 door Simoens Kris tov. Vandenberghe Karlo; Gelet op de melding overname d.d. 14/04/2005 door Roose Jeroen tov. Simoens Kris van mestkippen; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 6/06/2006, ingediend door De heer ROOSE JEROEN, wonende te Krinkelweg Aartrijke, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting gelegen te Barletegemweg 2 te Zerkegem (Jabbeke), kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer JABBEKE 2 AFD (ZERKEGEM) B 0326/S 2 JABBEKE 2 AFD (ZERKEGEM) B 0326/W 2 met als voorwerp : - verder exploiteren van een varkenshouderij met 240 zeugen, 1936 mestvarkens, 2985 m3 mest, mestscheider Westfalia en mestverwerking Smelox, 2 dieselgeneratoren 85 kw en 99 kw, 8000 l mazout + 1 verdeelslang, grondwaterwinning 16 m3/d en 5833 m3/j in het Ieperiaan zand - uitbreiden met 1305 mestvarkens, 2200 m3 mest, grondwaterwinning 5,33 m3/d en 1952 m3/j in het Ieperiaan zand (samenvoeging 2 inrichtingen) tot een totale capaciteit van 240 zeugen, 3241 mestvarkens, 5185 m3 mest, mestscheider Westfalia en mestverwerking Smelox, 2 dieselgeneratoren 85 kw en 99 kw, 8000 l mazout + 1 verdeelslang, grondwaterwinning 21,33 m3/d en 7785 m3/j in het Ieperiaan zand 2

3 Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X c c d d.1 Varkens: varkensstal: met inbegrip van de installaties voor de bewerking, verwerking of compostering van dierlijk afval eigen aan de inrichting: in een agrarisch gebied: met plaatsen voor meer dan varkens ouder dan 10 weken (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) Varkens: varkensstal: met inbegrip van de installaties voor de bewerking, verwerking of compostering van dierlijk afval eigen aan de inrichting: in een agrarisch gebied: met plaatsen voor meer dan varkens ouder dan 10 weken (Totale eenheden: 3481 Stuks (aantal)) Varkens: varkensstal: met inbegrip van de installaties voor de bewerking, verwerking of compostering van dierlijk afval eigen aan de inrichting: intensieve varkenshouderij met meer dan: plaatsen voor mestvarkens van meer dan 30 kg (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) Varkens: varkensstal: met inbegrip van de installaties voor de bewerking, verwerking of compostering van dierlijk afval eigen aan de inrichting: intensieve varkenshouderij met meer dan: plaatsen voor mestvarkens van meer dan 30 kg (Totale eenheden: 3241 Stuks (aantal)) 1 A L L R 0 N 1 A L L R 0 N 1 A A L R 1 A A L R 0 N X 0 N X 3

4 Elektriciteit: elektriciteitsproduktie: niet in , en 43.2 bedoelde inrichtingen voor elektriciteitsproduktie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, met een geïnst. tot. vermogen van: 100 tem kw (Totale eenheden: 184 kilo watt) b Gevaarl. stoffen: opslagplaatsen vr vloeistoffen met ontvlammingspunt > 55 C en < 100 C, (uitz. deze onder rubriek 48), met tot. inhoudsverm.: 100 l tem l voor andere dan sub a) bedoelde inrichtingen (Totale eenheden: 8000 liter) Gevaarl. stoffen: brandstofverdeelinstall. vr motorvoertuigen (install. voor vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare KWS): inricht. voor de verdeling vd in bedoel. vloeistoffen met max. 1 verdeelslang (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) 28.2.c.2 Mest of meststoffen: opslagplaats van dierlijke mest in een agrarisch gebied: van meer dan m3 (Totale eenheden: 5185 kubieke meter) Winning van grondwater: boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan deze bedoeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7, met een opgepompt debiet : 500 m3/jaar tot m3/jaar (Totale eenheden: 7785 kubieke meter per jaar) 2 1 N L 0 N 2 W 0 N 4

5 Rubriek Product Hoeveelheid c.2 mestscheider + SMELOX-installatie 1 Stuks (aantal) c.2 zeugen 240 Stuks (aantal) c.2 mestvarkens 3241 Stuks (aantal) d.1 mestverwerking 1 Stuks (aantal) d.1 mestvarkens 3241 Stuks (aantal) dieselgeneratoren Opslag: kilo watt b mazout 8000 liter brandstofverdeelslangen 1 Stuks (aantal) 28.2.c.2 dierlijke mest 5185 kubieke meter Verbuisde boorput op 30 m, uit Ieperiaan (0800), voor drinken dieren, reinigen stallen 21,33 m³/dag, 7785 m³/jaar zodat deze voortaan zou omvatten : een varkensfokkerij met : stallen voor het houden van max varkens : mestvarkens en 240 zeugen m3 dierlijke mestopslag afvoer van dikke fractie, productie en behandeling van dunne fractie (WESTFALIA decanter en SMELOX-installatie) liter mazoutopslag 1 verdeelslang voor mazout 2 mobiele dieselgeneratoren : 85 kw en 99 kw een grondwaterwinning met een max. debiet van 21,33 m³/dag en m³/jaar met volgende kenmerken : o aard van de winning : verbuisde boorput o aantal winningen : 1 o diepte van de winning : 30 m o watervoerende laag : Ieperiaan Zand (code 0800) o gebruik van het water : drinkwater dieren, reinigingsdoeleinden Gelet op het feit dat op datum van 19/06/2006 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; Gelet op het verslag van de informatievergadering zoals bedoeld in artikel 18 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen dd.1/08/2006 en dd. 28/09/2006 waaruit blijkt dat geen schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen werden ingediend; 5

6 Gelet op het gunstig advies dd. 7/08/2006 van het College van Burgemeester en Schepenen mits volgende bijzondere voorwaarden : 1) geluidshinder : - het vullen van voedersilo s en het gebruik van de mestscheider en de Smeloxinstallatie dient overdag te gebeuren tussen 7 u en 19 u en niet op zon- en feestdagen - de stroomgenerator van de Smelox-installatie dient zo opgesteld te worden binnen de geldende geluidsnormen 2) geurhinder : - ter reductie van de geuremissie naar de omgeving toe, lijkt het aangewezen om een biofilter of een gelijkwaardig systeem te installeren; investeringen gericht op de vermindering ammoniakuitstoot en de geurhinder komen in aanmerking bij het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (Vlif) - de vergunningverlenende overheid dient grondig te overwegen om dergelijke filters op te leggen bij dergelijke grootschalige varkenshouderijen (nieuwe te bouwen stal met plaatsen voor 1665 andere varkens) 3) visuele hinder : - er dient rondom het bedrijf een groenscherm aangeplant te worden bestaande uit hoogstammige inheemse loofbomen en onderliggende laagstammige plantgoed 4) verstoring waterhuishouding : - het regenwater dient als primaire vloeistof gebruikt te worden voor het reinigen van de stallen. Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie; Gelet op het gunstig advies dd. 11/08/2006 van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de afdeling ROHM van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en infrastruktuur; Gelet op het gunstig advies dd. 9/08/2006 van de afdeling Water van de administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op het gunstig advies dd. 18/08/2006 van de Vlaamse Landmaatschappij; Gelet op het gunstig advies dd. 31/08/2006 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie Gelet op de ligging van de inrichting in een landschappelijk waardevol agrarisch gebied van het gewestplan Brugge-Oostkust (d.d. 07/04/1977) waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : "de agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. 6

7 De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen". Overwegende dat (motivering vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten) gesteld kan worden dat de verandering/verdere exploitatie van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Er wordt een vroegtijdige hernieuwing van de vergunning aangevraagd wegens een belangrijke verandering. De aanvraag voorziet het samenvoegen van een varkenshouderij met een rundveebedrijf en een mestkippenbedrijf. De melding overname dateert van vóór 28 april De over te plaatsen mestkippen worden omgevormd naar varkens. Het betreft een Mer-plichtig bedrijf. Het mer-rapport werd goedgekeurd op 15/05/2006. Er werd evenwel geen informatievergadering georganiseerd. Het openbaar onderzoek van de vergunningsaanvraag liep van 03/07/2006 tot en met 01/08/2006. Het gemeentebestuur stelt voor om het openbaar onderzoek te heropenen van 30/08/2006 tot en met 28/09/2006 en op 6 september een informatievergadering te organiseren. Hiermee kan akkoord gegaan worden. Er wordt voldaan aan alle criteria van het mestdecreet m.b.t. de samenvoeging van inrichtingen. De vergunde mestproductie van de uit te breiden inrichting (Barletegemweg 2) bedraagt kg N en kg P2O5, overeenkomstig de mestproductie van 240 zeugen, 1936 mestvarkens. De vergunde mestproductie van de te verplaatsen inrichting (Steenovenstraat 3) bedraagt kg N en kg P2O5, overeenkomstig de mestproductie van mestkippen. De uitbreiding van de vergunde mestproductie mag niet meer zijn dan 75% van de vergunde mestproductie van de te verplaatsen en stop te zetten inrichting; dit komt neer op een max. verplaatsing van kg N en 7939 kg P2O5. De vergunde mestproductie na verplaatsing mag max kg N en kg P2O5 bedragen. De gewenste vergunde mestproductie na samenvoeging bedraagt kg N en kg P2O5, overeenkomstig de mestproductie van 240 zeugen, 3241 mestvarkens. De aanvraag voldoet aan de bepalingen van artikel 33ter, 1, 1, c), 4) van het mestdecreet. Er is een stijging van de vergunde mestproductie van de varkens. Er dient onderzocht te worden of de inrichting voldoet aan de verbods- en afstandsregels. De vereiste minimale afstand voor inrichtingen met meer dan 2625 varkenseenheden bedraagt 400 m (bij waarderingspunten). De inrichting voldoet aan de verbods- en afstandsregels. 7

8 De inrichting is gelegen op 675 m van een woonuitbreidingsgebied. De inrichting is gelegen in een landelijke omgeving. In de nabije omgeving is er nog 1 landbouwbedrijf en 1 vreemde woning gelegen. Deze woning ligt op ca. 30 m ten noorden van de stallen en in de gunstige windrichting. Er zijn geen aanwijzingen dat er abnormale geurhinder zou zijn voor de omgeving, gelet op het feit dat er geen bezwaren werden ingediend. Dit blijkt ook niet uit het onderzoek van de aanvraag; er is bijgevolg geen abnormale geurhinder te verwachten. Er wordt een nieuwe mestvarkensstal gebouwd. Deze stal zal uitgevoerd worden conform stalnummer V-4.7. : Mestkelders met water- en mestkanaal, de laatste met schuine putwand(en) en met andere dan metalen driekantroosters van de lijst van toegelaten systemen voor ammoniakemissiereductie voor varkens- en pluimveestallen (MB d.d. 19 maart 2004, BS 14/10/2004). Er dient opgemerkt te worden dat indien een stal grondig verbouwd wordt, [dit is vooral wanneer de verbouwingen zodanig uitgebreid zijn dat alle technische of constructieve elementen van de stal die een invloed hebben op de ammoniakemissie (vloeren, roosters, mestkelders, mestafvoersystemen,..) dienen vervangen te worden om de verbouwingswerken te kunnen uitvoeren], deze verbouwing conform de omzendbrief ammoniakemissiearm dient uitgevoerd te worden. De omzendbrief wijst er op dat verbouwingen, wijzigingen, veranderingen aan een stal (m.a.w. wanneer er een wijziging van uitbating plaats heeft) best het voorwerp uitmaken van een vergunningsaanvraag of een mededeling van een kleine verandering. De omzendbrief stelt dat het aangewezen is bij GPBV-bedrijven (meer dan kippen, meer dan mestvarkens of meer dan 750 zeugen) bij de hermachtigingsaanvragen reeds te wijzen op de ammoniakproblematiek. In uitvoering van de IPPC-richtlijn (96/61/EG) zullen de sectorale voorwaarden voor alle GPBVbedrijven in Vlaanderen tegen 31 oktober 2007 herzien worden. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de aanbevelingen van de Bref-studie Intensive Livestock. De finale draft van deze Bref bepaalt expliciet dat het realiseren van 50% ammoniakemissiereductie (en meer voor bepaalde diercategorieën) de beste beschikbare techniek is voor deze (grotere) bedrijven. De volgens de Bref haalbaar geachte reductiepercentages zullen in het achterhoofd moeten gehouden worden bij het herzien van de sectorale voorwaarden voor de GPBV-bedrijven, dit ook in het kader van de te realiseren plafonds van de NEC-richtlijn. Het is vanzelfsprekend in het voordeel van de exploitant wanneer hij hiermee in zijn planning rekening houdt. De mestscheider (Westfalia Decanter centrifuge AD 1200) heeft een capaciteit van 5845 ton/jaar. In de wijziging van Vlarem I en II werden ook de voorwaarden voor mestbe- en/of verwerking gebonden aan inrichtingsniveau gewijzigd; de verplichting tot opmaak van een nauwkeurige nutriëntenbalans vervalt. De exploitant is echter nog steeds verantwoordelijk voor de bewijslast inzake de hoeveelheid nutriënten die worden verwerkt. Enkele bijzondere voorwaarden worden nog opgenomen inzake werkingsuren en opslag. Er wordt een uitbreiding gevraagd met een mestverwerking smelox. Het gaat over een mobiele mestverwerkingsinstallatie voor de verwerking van 5845 ton varkensmest op jaarbasis. Het betreft de behandeling van eigen mest. Dit kan vergund worden onder de rubriek 9. De smeloxinstallatie bevat een electrogeengroep van 99 kva. Het betreft geen vast opgestelde motor zodat rubriek ook niet van toepassing is. 8

9 De mest wordt in twee stappen behandeld. Er wordt eerst een mechanische scheiding doorgevoerd (centrifuge) waardoor de mest gescheiden wordt in een dikke en dunne fractie. Type en aard Capaciteit Duur van het gebruik Tijdstip Opstelling Afzet Westfalia decanter (centrifuge) AD 1220, stroomgenerator 85 kw 16 m³/uur, 1375 m³/jaar 2 weken/jaar enkel overdag van 7u tot 19 u gemonteerd in een containerconstructie (mobiel) op een verharde ondergrond - dikke fractie (DS-gehalte 31%) wordt afgevoerd naar derden voor verdere verwerking - dunne fractie (DS-gehalte 2,6%) wordt deels via LAT op cultuurgronden verspreid De vloeibare fractie wordt verder fysico-chemisch behandeld in de SMELOX installatie. De dikke fractie bevat ongeveer 30 % droge stof, 20% stikstof en 75% fosfor en wordt afgevoerd voor verder composteringsdoeleinden. Het SMELOX systeem is een technologie die afkomstig is van Frankrijk. Het werd uitvoerig getest door een instituut dat zich voornamelijk bezighoudt met het ontwikkelen en valideren van katalysatoren. Voor de test werden luchtemissiemetingen uitgevoerd op een pilootinstallatie; teneinde het systeem te kunnen implementeren binnen Vlaamse bedrijven heeft het laboratorium Tauw een evaluatie van het systeem uitgevoerd. Het doel was om de best beschikbare meetdata te evalueren en te toetsen aan de Vlaremwetgeving. De toetsing van de emissiemetingen aan de Vlaremnormen is positief. De algemene Vlaremnormen zijn hierbij enkel richtinggevend, vermits de grensmassastroom voor alle relevantie parameters niet overschreden wordt. Er dient over gewaakt te worden dat conform het mestdecreet 85% van de stikstof in dierlijke mest bij uitscheiding bewezen moet worden afgezet. Dit betekent dat de verliezen aan stikstof (N2 uitgezonderd) uit de stal, de opslag, de verwerking en het vervoer niet meer mogen bedragen dan 15%. Het gaat hierbij om het gehele verwerkingsproces op het bedrijf, inclusief de mestscheiding. Uit het verslag van Tauw blijkt dat op basis van de uitgevoerde metingen op een prototype installatie in Bretagne aan deze voorwaarden wordt voldaan. Een nauwkeurige massabalans werd opgesteld door Cemagref. De emissie van stikstof, niet in de vorm van N2, praktisch volledig in de vorm van lachgas of N2O wordt geëmitteerd. Het percentage aan N2O is, zoals blijkt, kleiner dan 15% van de aangevoerde stikstof. Er bestaan momenteel geen Vlaremnormen voor de uitstoot van N2O. De metingen zijn voor zover bekend bij Tauw uitgevoerd onder normale bedrijfsomstandigheden; bij de behandeling van Vlaamse mest is de stikstof- en fosfaatbelasting hoger. De massastroom met betrekking tot de luchtemissie zal evenredig toenemen. Deze massastroom blijft echter verwaarloosbaar klein. Het conversierendement van de katalysator bedraagt volgens de metingen meer dan 99%. Na 4 jaar moet de katalysator vervangen worden. Het is echter raadzaam het conversierendement jaarlijks experimenteel te bepalen. 9

10 In het algemeen is een goede werking van de installatie afhankelijk van een goed onderhoud ervan. Het is aangewezen dat een onafhankelijk deskundige onderhoudsvoorschriften uitwerkt voor de installatie. Deze deskundige controleert jaarlijks het onderhoud van de installatie zodat de goede werking van de installatie niet in het gedrang komt. De resultaten van het onderhoud en de controle van de mestbehandelingsinstallatie dienen bijgehouden te worden in een onderhoudsboek dat steeds bij de installatie aanwezig is en ter beschikking is van de toezichthoudende overheid. Een snuffelmeting uitgevoerd door Tauw tijdens de veldaudit toonde geen waarneembare geurhinder aan. Ook bij de lagune waar de gezuiverde dunne fractie wordt opgeslagen was geen geurhinder waarneembaar. Het smelox-systeem is een volledig gesloten systeem wat bijdraagt tot de lage emissies. Gezien de uitgebreide meetcampagne uitgevoerd op een gelijkaardige installatie in Bretagne en de daaraan gekoppelde toetsing aan Vlarem door het ingenieursbureau Tauw, moeten er geen uitgebreide emissiemetingen meer voorgelegd worden voor gelijkaardige installaties werkende onder dezelfde randvoorwaarden. Uit de metingen blijkt dat er geen belangrijke milieuhinder wordt veroorzaakt door dit systeem. Voor wat betreft de mestscheider zijn staalnames en analyses van de in- en uitgaande stromen tijdens de draaicampagne noodzakelijk voor de toetsing aan de verwerkingsplicht zoals bepaald in het mestdecreet. De grootste geluidsbron is de stroomgenerator. Het smelox-systeem is enkel uitgerust met een ventilator. Met een LW-waarde van 86 db(a) heeft men bij een opstelling in vrij veld op 256 m een geluidsimmissie van 29 db(a). Door het feit dat volgens het ingediend plan de installatie in open lucht staat opgesteld maar toch volkomen omsloten wordt door stallen en andere bedrijfsgebouwen van de inrichting, kan er verwacht worden dat de inrichting mogelijks kan uitgebaat worden zonder abnormale geluidshinder overdag. Er moet toch rekening worden gehouden met het feit dat er zich in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting (< 50m ) zich vreemde woningen bevinden. De stroomgenerator moet zo opgesteld worden dat hij kan uitgebaat worden binnen de geldende geluidsnormen, desnoods door opstelling binnen een gebouw. De activiteiten worden bijgevolg beperkt tot de periode tussen 7 en 19 uur. De raadgever van de exploitant verklaart dat het Smelox-systeem volledig uitgevoerd is om geluidshinder te beperken. De smelox is reeds een tijdje in werking en er zijn nog nooit klachten geweest. Er wordt een hernieuwing gevraagd van de ondiepe grondwaterwinning op de inrichting waar de activiteiten verder gezet worden, gekoppeld aan een debietsverhoging. Het grondwater wordt aangewend als drinkwater voor de dieren en voor reinigingsdoeleinden. Het is aangewezen om zoveel mogelijk regenwater te gebruiken. Alternatieven voor grondwater moeten benut worden om te vermijden dat de watervoerende lagen verdrogen. De capaciteit van de watervoerende laag van het Ieperiaan zand is nog toereikend om de gevraagde debieten te leveren. Overwegende dat de elementen aangebracht door de aanvrager, gehoord door de Provinciale Milieuvergunningscommissie als volgt kunnen weergegeven worden: het openbaar onderzoek zal terug opgestart worden; de informatievergadering zal georganiseerd worden op 06/09/2006; de smelox is volledig ingesloten en uitgevoerd om lawaaihinder te beperken; de smelox-installatie was reeds vergund; er zijn nog geen klachten geweest; 10

11 Overwegende dat deze elementen niets afdoen aan de hierboven vermelde overwegingen en vaststellingen; Overwegende dat de exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting verenigbaar moet gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico s voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting; Dat het daarom noodzakelijk is vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten; dat de technische criteria en de van toepassing zijnde normen vanuit dit uitgangspunt gehanteerd worden; dat deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering/verdere exploitatie, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan; Gelet op het verslag van de heer Gedeputeerde Jan Durnez, gegeven in zitting van heden; Artikel 1 BESLUIT Aan De heer ROOSE JEROEN, wonende te Krinkelweg Aartrijke wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend, om een inrichting gelegen te Barletegemweg 2 te Zerkegem (Jabbeke), kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer JABBEKE 2 AFD (ZERKEGEM) B 0326/S 2 JABBEKE 2 AFD (ZERKEGEM) B 0326/W 2 met als voorwerp : - verder exploiteren van een varkenshouderij met 240 zeugen, 1936 mestvarkens, 2985 m3 mest, mestscheider Westfalia en mestverwerking Smelox, 2 dieselgeneratoren 85 kw en 99 kw, 8000 l mazout + 1 verdeelslang, grondwaterwinning 16 m3/d en 5833 m3/j in het Ieperiaan zand - uitbreiden met 1305 mestvarkens, 2200 m3 mest, grondwaterwinning 5,33 m3/d en 1952 m3/j in het Ieperiaan zand (samenvoeging 2 inrichtingen) tot een totale capaciteit van 240 zeugen, 3241 mestvarkens, 5185 m3 mest, mestscheider Westfalia en mestverwerking Smelox, 2 dieselgeneratoren 85 kw en 99 kw, 8000 l mazout + 1 verdeelslang, grondwaterwinning 21,33 m3/d en 7785 m3/j in het Ieperiaan zand 11

12 Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X c c d d.1 Varkens: varkensstal: met inbegrip van de installaties voor de bewerking, verwerking of compostering van dierlijk afval eigen aan de inrichting: in een agrarisch gebied: met plaatsen voor meer dan varkens ouder dan 10 weken (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) Varkens: varkensstal: met inbegrip van de installaties voor de bewerking, verwerking of compostering van dierlijk afval eigen aan de inrichting: in een agrarisch gebied: met plaatsen voor meer dan varkens ouder dan 10 weken (Totale eenheden: 3481 Stuks (aantal)) Varkens: varkensstal: met inbegrip van de installaties voor de bewerking, verwerking of compostering van dierlijk afval eigen aan de inrichting: intensieve varkenshouderij met meer dan: plaatsen voor mestvarkens van meer dan 30 kg (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) Varkens: varkensstal: met inbegrip van de installaties voor de bewerking, verwerking of compostering van dierlijk afval eigen aan de inrichting: intensieve varkenshouderij met meer dan: plaatsen voor mestvarkens van meer dan 30 kg (Totale eenheden: 3241 Stuks (aantal)) 1 A L L R 0 N 1 A L L R 0 N 1 A A L R 1 A A L R 0 N X 0 N X 12

13 Elektriciteit: elektriciteitsproduktie: niet in , en 43.2 bedoelde inrichtingen voor elektriciteitsproduktie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, met een geïnst. tot. vermogen van: 100 tem kw (Totale eenheden: 184 kilo watt) b Gevaarl. stoffen: opslagplaatsen vr vloeistoffen met ontvlammingspunt > 55 C en < 100 C, (uitz. deze onder rubriek 48), met tot. inhoudsverm.: 100 l tem l voor andere dan sub a) bedoelde inrichtingen (Totale eenheden: 8000 liter) Gevaarl. stoffen: brandstofverdeelinstall. vr motorvoertuigen (install. voor vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare KWS): inricht. voor de verdeling vd in bedoel. vloeistoffen met max. 1 verdeelslang (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) 28.2.c.2 Mest of meststoffen: opslagplaats van dierlijke mest in een agrarisch gebied: van meer dan m3 (Totale eenheden: 5185 kubieke meter) Winning van grondwater: boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan deze bedoeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7, met een opgepompt debiet : 500 m3/jaar tot m3/jaar (Totale eenheden: 7785 kubieke meter per jaar) 2 1 N L 0 N 2 W 0 N 13

14 Rubriek Product Hoeveelheid c.2 mestscheider + SMELOX-installatie 1 Stuks (aantal) c.2 zeugen 240 Stuks (aantal) c.2 mestvarkens 3241 Stuks (aantal) d.1 mestverwerking 1 Stuks (aantal) d.1 mestvarkens 3241 Stuks (aantal) dieselgeneratoren Opslag: kilo watt b mazout 8000 liter brandstofverdeelslangen 1 Stuks (aantal) 28.2.c.2 dierlijke mest 5185 kubieke meter Verbuisde boorput op 30 m, uit Ieperiaan (0800), voor drinken dieren, reinigen stallen 21,33 m³/dag, 7785 m³/jaar zodat deze voortaan zou omvatten : een varkensfokkerij met : stallen voor het houden van max varkens : mestvarkens en 240 zeugen m3 dierlijke mestopslag afvoer van dikke fractie, productie en behandeling van dunne fractie (WESTFALIA decanter en SMELOX-installatie) liter mazoutopslag 1 verdeelslang voor mazout 2 mobiele dieselgeneratoren : 85 kw en 99 kw een grondwaterwinning met een max. debiet van 21,33 m³/dag en m³/jaar met volgende kenmerken : o aard van de winning : verbuisde boorput o aantal winningen : 1 o diepte van de winning : 30 m o watervoerende laag : Ieperiaan Zand (code 0800) o gebruik van het water : drinkwater dieren, reinigingsdoeleinden Het besluit van de Bestendige Deputatie d.d. 17/02/2005 van de inrichting in de Barletegemweg 2 wordt opgeheven van zodra deze vergunning definitief geworden is. Artikel 2 1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting dient in gebruik genomen binnen een termijn van 200 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum bepaald in artikel 3,1. 2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, een bouwvergunning nodig is, wordt onderhavige milieuvergunning geschorst, zolang de bouwvergunning niet is verleend. In afwijking van het bepaalde 1 wordt de aanvangsdatum van de milieuvergunning in dat geval verdaagd tot de dag dat deze bouwvergunning definitief is verworven. 3. Wordt de in 2 bedoelde bouwvergunning geweigerd, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de bouwvergunning in laatste aanleg. 14

15 Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn van 20 jaar. 1. die aanvangt op behoudens wanneer : a) onderhavige milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning, vereist krachtens artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, op datum van onderhavige milieuvergunning niet definitief is verleend; de exploitant dient de datum waarop de bouwvergunning werd verleend bij ter post aangetekend schrijven mee te delen aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend; b) onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 3 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 2. die eindigt op behoudens wanneer : - de inrichting overeenkomstig het bepaalde in sub 1. a), later werd in gebruik genomen; in dat geval wordt de einddatum van onderhavige vergunning met een termijn overeenstemmend met deze latere in gebruikname naar later verschoven, behalve wanneer de einddatum samenvalt met de eerder verleende lopende vergunning(en). Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : De algemene en sectorale voorwaarden voor nieuwe/bestaande inrichtingen van titel II van het Vlarem. Ter informatie volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van toepasselijke algemene en sectorale bepalingen uit titel II van het Vlarem (waarvan, in voorkomend geval, enkel de aangeduide artikelen van toepassing zijn) : V01: Algemene milieuvoorwaarden - algemeen: Hoofdstuk 4.1 en bijlage V32: Dieren: Hoofdstuk 5.9 en bijlage 5.9 V35: Elektriciteit: Hoofdstuk 5.12 V46: Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders: Afdelingen , en en bijlagen , , , , , en V57: Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen: Afdeling V93 Winning van grondwater Hoofdstuk

16 Bijzondere voorwaarden : Bouw nieuwe stal : 2 maand na de bouw van de ammoniakemissiearme stal of uiterlijk 1 jaar na de termijn van ingebruikname bepaald in artikel 2 van de milieuvergunning dient de exploitant volgende documenten te bezorgen in vijfvoud aan de Bestendige Deputatie: - afschrift van het attest bedoeld in artikel bis 2 van Vlarem II - een uitvoeringsplan (1/200) met de correcte uitvoeringswijze die overeenstemt met het attest bedoeld in artikel bis 2 van Vlarem II mestscheider en mestverwerker De Vlaamse Landmaatschappij dient minstens 24 uur vooraf ingelicht te worden van de periodes tijdens dewelke de installatie in werking zal zijn door middel van een standaardmeldingsformulier te bevragen bij de Vlaamse Landmaatschappij, afdeling Mestbank. De dikke fractie wordt bij voorkeur onmiddellijk afgevoerd of ingeval van opslag op het bedrijf, gebeurt dit conform de voorschriften voor de opslag van vaste mest zoals beschreven in VLAREM (afdeling 5.9) met als bijkomende voorwaarde dat de mest wordt afgedekt. Er mag dierlijke mest behandeld worden tussen 7 u en 19 u. Smelox-installatie Een erkend deskundige voor de discipline water en/of lucht stelt onderhoudsvoorschriften voor de installatie op. Deze deskundige controleert jaarlijks het onderhoud van de installatie zodat de goede werking van de installatie niet in het gedrang komt. De resultaten van het onderhoud en de controle van de mestbehandelingsinstallatie worden bijgehouden in een onderhoudsboek dat steeds bij de installatie aanwezig is en ter beschikking van de toezichthoudende overheid. De VLM dient minstens 24 uur vooraf ingelicht te worden van de periodes tijdens dewelke de installatie in werking is. De stroomgenerator moet zo opgesteld worden dat hij kan uitgebaat worden binnen de geldende geluidsnormen. Grondwaterwinning : - De boorput moet voorzien zijn van een afzonderlijke rechte onvervormbare PVCpeilbuis, die steeds toelaat peilmetingen uit te voeren. De binnendiameter van deze peilbuis dient minimaal 32 millimeter te bedragen (dit geldt uiteraard niet voor vijvers); voor bestaande peilbuizen kan een binnendiameter van min. 18 mm nog worden aanvaard tot aan de vervanging van de betreffende peilbuis; - Indien het opgepompte water gebruikt wordt voor beregening in de maanden juli, augustus en september, dan is dit slechts toegelaten van 17 u s avonds tot 10 u s morgens. 16

17 Dit doet niets af van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad dd. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit van 17 juli 2000, bij besluit van 13 oktober 2000, bij besluit van 19 januari 2001 bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003, bij besluit van 21 maart 2003, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 5 december 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004, het besluit van 2 april 2004, bij besluit van 26 maart 2004 en bij besluit van 23 april 2004, bij besluit van 14 mei 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 7 januari 2005, bij besluit van 22 juli 2005 en bij besluit van 27 januari In het geval van verandering (uitbreiding) van een lopende vergunning gelden voor de tot op heden nog niet vergunde inrichtingen in principe steeds de voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van titel II van het Vlarem (met uitzondering van de inplantingsregels indien vergroting minder dan 100 % bedraagt), en dit voor zover de sectorale voorwaarden geen afwijkende regeling bevatten. De in de vroegere vergunningen reeds opgelegde voorwaarden blijven eveneens van kracht. Artikel 5 Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 6 1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III bis van titel I van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient voor de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunning verleende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Brugge, de 12/10/2006 Waren aanwezig: de HH. Paul BREYNE, Gouverneur-voorzitter; de Heer Jan DURNEZ, de heer Patrick VAN GHELUWE, de heer Gabriël KINDT, de heer Dirk DE FAUW, de heer Gunter PERTRY, mevrouw Marleen TITECA-DECRAENE, leden; de Heer Hilaire OST, Provinciegriffier De provinciegriffier, De voorzitter, Hilaire Ost Paul Breyne Gouverneur 17

18 AANDACHT! Ingevolge de koppeling van de bouw- aan de milieuvergunning vervalt de krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, verleende bouwvergunning in geval onderhavige milieuvergunning in beroep zou worden geweigerd, op de dag van de definitieve weigering van de milieuvergunning. Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. Dit beroep dient binnen de 30 kalenderdagen na verzending (voor de exploitant en de betrokken adviesinstanties en besturen) of aanplakking (derden) bij ter post aangetekend schrijven ingediend, gericht aan de Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu, op het adres van de Afdeling Milieuvergunningen van AMINAL (Afdeling Milieuvergunningen, Graaf de Ferrarisgebouw (4de + 6de verdieping), Koning Albert IIlaan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL) of van het Kabinet van de Vlaamse Minister. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest van verzending resp. van aanplakking en een bewijs van betaling van de verschuldigde dossiertaks gevoegd te worden. 18