EVALUATIE 10 JAAR EAD-BELEID: LUIK MONITORING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EVALUATIE 10 JAAR EAD-BELEID: LUIK MONITORING"

Transcriptie

1 Departement Werk en Sociale Economie Afdeling Werkgelegenheidsbeleid Koning Albert II-laan 35 bus Brussel Tel Fax werkgelegenheidsbeleid@vlaanderen.be EVALUATIE 10 JAAR EAD-BELEID: LUIK MONITORING Situering Het Vlaamse beleid evenredige arbeidsdeelname en diversiteit mag dit jaar tien kaarsjes uitblazen. Gebaseerd op een brede consensus tussen Vlaamse overheid en Vlaamse sociale partners over het belang van het wegwerken van de achterstanden voor allochtonen op de arbeidsmarkt, zag in 1998 het eerste VESOC-actieplan ter bevordering van de werkgelegenheid van allochtonen het levenslicht. Evenredige arbeidsdeelname werd in uitvoering van dit plan nagestreefd en gestimuleerd via de ondersteuning van 'positieve actieplannen allochtonen'. In de daaropvolgende jaren werden ook actieplannen ter bevordering van de werkgelegenheid van personen met een arbeidshandicap en ouderen opgesteld, met het oog op een verbetering van de arbeidsmarktpositie van deze groepen via de ontwikkeling van nieuwe inzichten en methodieken. Het EAD-beleid vertrok steeds meer van een geïntegreerde en inclusieve benadering met bijzondere aandacht voor drie prioritaire kansengroepen (allochtonen, ouderen en personen met een arbeidshandicap) en horizontale interesse voor de gelijke kansen van man en vrouw in het bedrijf. Positieve actieplannen werden diversiteitsplannen. Tegenover die achtergrond werden in Vlaanderen duidelijke groeiscenario's voor de arbeidsdeelname van kansengroepen afgesproken. In het Pact van Vilvoorde (2001) engageerden de Vlaamse overheid en sociale partners zich niet alleen tot een verhoging van de totale werkzaamheidsgraad (tot 70% arbeidsdeelname in 2010), maar ook tot de realisatie van evenredige arbeidsdeelname voor allochtonen, personen met een arbeidshandicap, ouderen (50+) en kortgeschoolden. Voor allochtonen en personen met een arbeidshandicap werden deze doelstellingen vertaald in gekwantificeerde targets, voor ouderen was dit op Europees niveau al gebeurd. Tien jaar na het afsluiten van het eerste VESOC-akkoord, in de laatste rechte lijn naar 2010 en met zicht op het einde van de tweede protocolperiode voor de structurele EAD-projecten (februari 2009), wordt de balans opgemaakt. Conform het in VESOC afgesproken stramien voor de EAD-evaluatie gebeurt dat in eerste instantie aan de hand van dit luik monitoring waarin wordt nagegaan waar we staan anno Deze nota omvat de volgende vier onderdelen: 1. De evolutie van de arbeidsdeelname van kansengroepen (voornamelijk o.b.v. EAKenquêtegegevens ) 2. De vertegenwoordiging van kansengroepen in de werkloosheid (obv. VDABwerkloosheidsstatistieken ). 3. De uitstroom uit de werkloosheid voor kansengroepen, zowel aan de hand van gegevens over vacaturevervulling als op basis van koppeling van werkzoekendenbestanden met dimona (in functie van het in kaart brengen van de kansen op werk) 4. Een diversiteitstoets voor het bereik van kansengroepen in de diverse maatregelen en programma s van het Vlaams beleid voor Werk en Sociale Economie. Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 1

2 Inhoudstafel 0. Synthese 1. Arbeidsdeelname van kansengroepen 1.0 Evolutie van de arbeidsdeelname van kansengroepen 1.1 Evolutie van de arbeidsdeelname van 50-plussers 1.2 Evolutie van de arbeidsdeelname van niet EU-burgers 1.3 Evolutie van de arbeidsdeelname van personen met een arbeidshandicap 2. Evolutie van de werkloosheid voor kansengroepen 2.0. Evolutie van de werkloosheid voor kansengroepen 2.1. Evolutie van de werkloosheid 50-plussers 2.2. Evolutie van de werkloosheid allochtonen 2.3. Evolutie van de werkloosheid personen met een arbeidshandicap 3. Evenredige kansen op arbeid 3.1. Evenredige vacaturevervulling Aandeel van de kansengroepen in de verwijzingen en plaatsingen op vacatures De plaatsingskans voor werkzoekenden uit kansengroepen De impact van verwijzing naar vacatures 3.2. Uitstroom naar werk Aandeel van de kansengroepen in de uitstroom naar werk De uitstroomkans voor werkzoekenden uit kansengroepen 4. Diversiteitstoets Werk en Sociale Economie 4.1. Allochtonen plussers 4.3. Personen met een arbeidshandicap Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 2

3 Synthese Toenemende arbeidsdeelname van kansengroepen, maar achterstand blijft 1. De arbeidsdeelname van ouderen, allochtonen en arbeidsgehandicapten is en blijft relatief laag in Vlaanderen. Anno 2007 zijn zowat 66 van de 100 Vlamingen op beroepsactieve leeftijd aan het werk. Bij allochtonen en de personen met een arbeidshandicap zijn dat er amper 42. Onder de ouderen is, naargelang de operationalisering, bijna de helft (50+) of slechts één derde (55+) aan het werk. 2. Deze achterstand resulteert in een grote kloof met de gemiddelde arbeidsdeelname. De kloof bedraagt ongeveer 25 procentpunten (ppt) voor personen met een handicap en niet EUburgers. 50-plussers hebben een afstand van ongeveer 17 procentpunten in te lopen op de totale arbeidsdeelname, voor 55-plussers is dat meer dan 30 ppt. 3. De arbeidsdeelname van kansengroepen in Vlaanderen is relatief laag in Europees vergelijkend perspectief. De nationaliteitskloof is in Vlaanderen meer dan drie keer zo groot dan gemiddeld in de Europese Unie, waar 58% niet-europese burgers participeren op de arbeidsmarkt (tegenover slechts 42% in Vlaanderen). Ook de leeftijdskloof voor 55-plussers is heel wat dieper in Vlaanderen dan gemiddeld in Europa. Gemiddeld in de EU-27 werkt 45% van de 55-plussers, tegenover iets meer dan één derde in Vlaanderen. Ook de arbeidsdeelname van personen met een arbeidshandicap is in Vlaanderen erg laag in Europees vergelijkend perspectief. 4. Toch merken we in de periode een opvallende inhaalbeweging in de arbeidsdeelname van kansengroepen in Vlaanderen. De arbeidsdeelname van niet EUburgers en 50-plussers nam toe met niet minder dan +11 procentpunten, tegenover slechts +4 ppt. gemiddeld in de totale bevolking op actieve leeftijd. De afgelopen jaren was vooral de inhaalbeweging bij 50- en 55-plussers uitgesproken. Tussen 2002 en 2007 nam hun werkzaamheidsgraad toe met bijna 9 procentpunten, tegenover +3 ppt. gemiddeld. Ook de toename in de arbeidsdeelname van niet EU-burgers en personen met een arbeidshandicap was de voorbije 5 jaar iets sterker dan gemiddeld (respectievelijk + 5 ppt. en + 3 ppt.) 5. De inhaalbeweging van kansengroepen kan in hoge mate worden toegeschreven aan de toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen. Tussen 1999 en 2007 verdubbelde de arbeidsdeelname bij vrouwelijke 50-plussers en bij vrouwelijke niet EU-burgers. Toch blijft de arbeidsdeelname van vrouwen uit kansengroepen relatief laag. Slechts 39% van de vrouwelijke 50-plussers, 30% van de vrouwelijke niet EU-burgers en 35% van de vrouwen met een arbeidshandicap is vandaag aan het werk, tegenover 60% gemiddeld voor alle vrouwen op beroepsactieve leeftijd in Vlaanderen. 6. Scholing is belangrijk maar niet altijd doorslaggevend voor de arbeidsdeelname van kansengroepen. De werkzaamheidsgraad van laaggeschoolde niet EU-burgers (32%), arbeidsgehandicapten (30%) en 50-plussers (37,5%) ligt telkens opvallend lager dan de werkzaamheidsgraad bij midden- en hooggeschoolden. Toch is de kloof met de totale arbeidsdeelname relatief groter bij hooggeschoolde dan bij laaggeschoolde kansengroepen. Hooggeschoolden tussen 15 en 64 jaar realiseren een arbeidsdeelname van maar liefst 85%, tegenover slechts 61% bij niet EU-burgers, 69% bij personen met een arbeidshandicap en 68% bij de 50-plussers. 7. De voorbije jaren werd de ondergrens gerealiseerd van de vorkdoelstellingen in de groeiscenario s voor de evenredige arbeidsdeelname van personen met een arbeidshandicap en allochtonen (tegen 2010). De afgelopen jaren nam het aantal werkende niet EU-burgers toe met op jaarbasis, wat overeenstemt met de ondergrens van de afgesproken vorkdoelstelling ( tot extra werkende niet EU-burgers per jaar). Ook voor personen met een arbeidshandicap wordt met een gemiddelde toename van werkenden per jaar (periode ) de ondergrens van de afgesproken vorkdoelstelling benaderd ( tot werkenden op jaarbasis). Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 3

4 De werkloosheid daalt bij kansengroepen, maar minder sterk dan gemiddeld 8. Onder impuls van de gunstige economische conjunctuur en sterke jobgroei is de werkloosheid in Vlaanderen de afgelopen jaren fors gedaald. Tot op zekere hoogte ondervonden ook de kansengroepen positieve effecten van de economische hoogconjunctuur. Het aantal werkzoekenden van allochtone origine nam betekenisvol af in 2006 en Ook het aantal werkzoekenden met een arbeidshandicap nam lichtjes af in 2007 en voor de 50-plussers werd, na een jarenlange toename van de werkloosheid, een bescheiden kentering ingezet. 9. Toch bleef de werkloosheidsdaling voor kansengroepen relatief beperkt. Terwijl het totale aantal niet-werkende werkzoekenden tussen 2005 en 2008 afnam met bijna 30%, bleef de werkloosheidsdaling onder werkzoekenden van allochtone origine beperkt tot slechts 12%. Voor arbeidsgehandicapten (+3,4%) en ouderen (+14%) was er zelfs nog sprake van een toename in de periode Enkel de daling van het aantal laaggeschoolde werkzoekenden hield in de periode gelijke tred met de globale werkloosheidsdaling in Vlaanderen. Deze vaststelling toont aan dat het relatief lage scholingsniveau geen volledig sluitende verklaring (meer) biedt voor de precaire positie van niet-eu burgers, allochtonen, 50-plussers en arbeidsgehandicapten op de Vlaamse arbeidsmarkt. Voor deze kansengroepen spelen dus ook andere drempels naar werk een rol, zoals het bestaan van vooroordelen en discriminatie op de arbeidsmarkt. Verhoogde kans op werk als gevolg van conjunctuur én beleid 11. De vastgestelde werkloosheidsdaling voor kansengroepen is deels het gevolg van een verhoogde uitstroom naar werk. Het aandeel van de kansengroepen in de plaatsingen op vacatures is toegenomen, en ook hun kans om geplaatst te worden neemt toe. De uitstroom naar werk neemt vaak sneller toe voor kansengroepen dan voor niet-kansengroepen. Allochtone werkzoekenden hebben over het algemeen een relatief hogere kans om uit te stromen of geplaatst te worden op vacatures dan arbeidsgehandicapte en oudere werkzoekenden. Vooral allochtonen zagen de afgelopen jaren hun kansen op arbeid verbeteren. 12. Ondanks de forse toename van de uitstroom naar werk van werkzoekende kansengroepen, blijft de kloof met de totale uitstroomkans groot. 13. De verbeterde uitstroomkans is het gevolg van de gunstige conjunctuur, maar ook van het gevoerde beleid. Meer vacatureverwijzingen voor werkzoekende kansengroepen (in het kader van hun bemiddeling en/of trajectbegeleiding) vertaalden zich immers in meer succesvolle plaatsingen en een verhoogde uitstroom naar werk. Met name voor personen met een arbeidshandicap wordt deze link tussen het gevoerde beleid (verwijzingen, opleiding en begeleiding) en een verhoogde kans op werk het meest zichtbaar vastgesteld. Dat 50- plussers de voorbije jaren uitgesloten bleven van de sluitende begeleidingsaanpak biedt dan ook minstens gedeeltelijk een verklaring voor hun minder gunstige uitstroom naar werk. 14. Ondanks het toenemend bereik, blijven kansengroepen vaak ondervertegenwoordigd in de Vlaamse programma s voor werk en sociale economie. We stellen hierbij relatief grote verschillen vast naargelang maatregel en kansengroep: - Allochtonen worden doorgaans beter bereikt in de diverse programma s voor werk en sociale economie dan personen met een arbeidshandicap en 50-plussers. Voor personen met een arbeidshandicap is dit gedeeltelijk het logische gevolg van het bestaan van categoriale instrumenten voor deze groep (met een doelgroepbereik van 100%). - Categoriale maatregelen en programma s gericht op werkzoekenden bereiken de kansengroepen doorgaans beter dan arbeidsmarktbrede programma s. Met name doorstroomprogramma s van beperkte duur (invoeg, wep+), specifieke doelgroepvoorwaarden Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 4

5 en inbedding in de trajectwerking zorgen voor een relatief hoog bereik van kansengroepen. In arbeidsmarktbrede maatregelen zoals IBO of de klassieke tewerkstellingsprogramma s (zoals GESCO) ligt het bereik van kansengroepen doorgaans veel lager. Ook het bereik van kansengroepen in loopbaaninstrumenten (loopbaanbegeleiding, opleidingscheques, ervaringsbewijs) vereist de nodige beleidsaandacht. Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 5

6 1. Arbeidsdeelname van kansengroepen 1.0 Evolutie van de arbeidsdeelname van kansengroepen ( ) Evolutie van de werkzaamheidsgraad van de kansengroepen (Vlaams Gewest, ) totaal 60,8 61,4 61,7 62,1 63,5 63,4 63,5 62,9 64,3 64,9 65,0 66, ,0 36,6 37,8 38,0 39,9 40,1 40,6 42,1 43,8 45,9 46,3 49, ,6 24,5 25,6 26,5 29,5 30,7 31,4 34,2 niet EU 31,0 38,1 34,0 37,5 35,5 38,5 40,6 40,6 42,0 pmah 37,4 42,2 Bron: Eurostat LFS, Algemene directie statistiek EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) De totale werkzaamheidsgraad nam tussen 1999 en 2007 toe met 4 procentpunten, dat is een gemiddeld groeitempo van 0,5 procentpunt op jaarbasis. De groei was vooral uitgesproken in 2000 (economische hoogconjunctuur), in 2004 (na een terugval in 2003) en in het afgelopen jaar (2007). Hoewel de kloof met de globale werkzaamheidsgraad groot blijft (zie verder), lag het groeitempo voor kansengroepen opmerkelijk hoger in deze periode ( ): 11 procentpunten voor de 50- plussers en de niet EU-burgers en bijna 5 procentpunten voor de personen met een arbeidshandicap tussen 2002 en 2007 (tegenover +2,6 ppt in de totale werkzaamheidsgraad). Onderstaande figuren illustreren de relatief sterkere toename van de arbeidsdeelname voor kansengroepen maar ook hun blijvende ondervertegenwoordiging, zowel in vergelijking met de totale werkzaamheidsgraad tussen 15 en 64 jaar als met de Europese doelstelling van een werkzaamheidsgraad van 70% in Evolutie van de Vlaamse Werkzaamheidsgraad: totaal (15-64jarigen) en prioritaire kansengroepen (Vlaams Gewest, ) % Doelstelling , ,3 42,2 42, , pmah totaal 50+ niet EU Doelstelling Bron: Eurostat LFS, ADS EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Waar we over de hele periode een gelijklopende toename van de arbeidsdeelname tussen de verschillende prioritaire kansengroepen vaststellen, merken we in de laatste jaren een groeiversnelling bij de ouderen (in het bijzonder 55-plussers). Onderstaande figuur schakelt 2002 gelijk met 100%, waardoor de voortgang ten opzicht van dat jaar duidelijk wordt voor de onderscheiden kansengroepen. Niet EU-burgers en personen met een arbeidshandicap overschrijden Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 6

7 de score van 2002 met iets meer dan 10%, 50-plussers doen dat met iets meer dan 20% en 55- plussers presteren in vergelijking met 2002 zelfs meer dan 30% beter. Evolutie van de Vlaamse Werkzaamheidsgraad: totaal (15-64jarigen) en prioritaire kansengroepen (Vlaams Gewest, 2002=100%) 140% 135% 130% 125% 120% 115% 110% 105% 100% 95% 90% totaal niet EU pmah Bron: Eurostat LFS, ADS EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Evolutie van de kloof met de totale werkzaamheidsgraad (Vlaams Gewest, ) 0,0 Evenredige arbeidsdeelname (15-64jaar) -5,0-10,0-15,0-20,0-25,0-30,0-35, ,1-23,6-23,3-23,0-20,9-20,5-19,0-18,6-16,8 niet EU -31,1-25,4-29,4-26,0-27,4-25,8-24,3-24,4-24,1 pmah -26,1-23,9 Bron: Eurostat LFS, ADSEAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 7

8 Als we de achterstand van kansengroepen op de arbeidsmarkt uitdrukken in kloven 1, blijkt dat 50- plussers nog zowat 17 procentpunten en 55-plussers nog 32 procentpunten moeten inlopen op de gemiddelde arbeidsdeelname in Vlaanderen. Voor allochtonen en personen met een arbeidshandicap bedraagt de kloof 24 procentpunten. De kloof met de totale werkzaamheidsgraad neemt de voorbije jaren wel af voor de volgende kansengroepen: o o o Leeftijdskloof: Voor 50-plussers is de afname van de kloof met de totale arbeidsdeelname uitgesproken: van 24 procentpunten achterstand in 1999 tot 17 procentpunten achterstand vandaag. Desondanks moeten 50-plussers wel nog zowat 37 procentpunten inlopen op hun collega s tussen de 25 en 49 jaar. Nationaliteitskloof: Ook voor niet EU-burgers neemt de kloof met de totale arbeidsdeelname af: van meer dan 30 procentpunten in 1999 tot 24 procentpunten vandaag. De nationaliteitskloof is echter gevoelig voor schommelingen, als gevolg van economische conjunctuur, wijzigingen in de populatie, de opeenvolgende uitbreidingsrondes van de EU, e.d.m. Zo is in vergelijking met 2000, een uitzonderlijk economisch jaar, in 2007 slechts sprake van een afname van de nationaliteitskloof met 1,3 procentpunten. Disability gap: Personen met een arbeidshandicap hebben, zoals de niet EU-burgers, ongeveer 24 procentpunten in te lopen op de gemiddelde arbeidsdeelname. In vergelijking met , is deze disability gap met meer dan 2 procentpunten afgenomen. Evenredige arbeidsdeelname in Europees perspectief In Europees vergelijkend opzicht komt Vlaanderen voor de drie kansengroepen voor in de top 5 van slechtste prestaties inzake evenredige arbeidsdeelname. Dit betekent dat de kloof in Vlaanderen tussen de totale arbeidsdeelname en de arbeidsdeelname van niet EU-burgers, 55-plussers en arbeidsgehandicapten tot de grootste van Europa behoort. Benchmarking van de Europese prestaties inzake evenredige arbeidsdeelname (2007) lidstaat Werkzaamheidsgraad kloof lidstaat Werkzaamheidsgraad Kloof Nationality gap (EAK) Top 5 slechtste prestaties Top 5 beste prestaties Nederland 50,3 25,7 Hongarije 65,0-7,7 Age gap (EAK) Waals Gewest 32,1 24,9 Italië 66,4-7,7 Denemarken 52,6 24,5 Griekenland 69,0-7,6 Vlaams Gewest 42,0 24,1 Tsjechië 72,2-6,1 Zweden 50,1 24,1 Cyprus 76,7-5,7 EU-27 58,4 7,0 EU-27 58,4 7,0 Top 5 slechtste prestaties Top 5 beste prestaties Slovenië 33,5 34,3 Zweden 70,0 4,2 Oostenrijk 38,6 32,8 Estland 60,0 9,4 Vlaams Gewest 34,2 31,9 Letland 57,7 10,6 Luxemburg 32,9 30,7 Litouwen 53,4 11,5 België 34,4 27,7 VK 57,4 13,9 EU-27 44,7 20,7 EU-27 44,7 20,7 Bron: Eurostat EAK/European social Survey (Bewerking: Departement WSE) 1 In grote lijnen kunnen we de kloof in de evenredige arbeidsdeelname op twee manieren uitdrukken: Ofwel nemen we de kloof met de totale werkzaamheidsgraad van 15-64jarigen. Evenredige arbeidsdeelname betekent in dat scenario dat kansengroepen in gelijke mate (met de totale groep Vlamingen tussen 15 en 64 jaar) participeren op de arbeidsmarkt. Ofwel nemen we de kloof met de referentiegroepen. Evenredige arbeidsdeelname betekent in dat scenario dat kansengroepen ook de werkzaamheidsgraden van referentiegroepen realiseren. Voor 50-plussers zijn dat de 25-49jarigen, voor niet EU-burgers zijn dat de Belgen. Het tweede scenario is ambitieuzer en weerspiegelt zich in diepere kloven. 2 het jaar waarin de arbeidsdeelname voor deze kansengroep sinds 2007 voor het laatst werd gemeten Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 8

9 Gemiddeld in de Europese Unie bedraagt de kloof met de totale arbeidsdeelname (nationality gap) voor niet EU-burgers 7 procentpunten, in Vlaanderen is dat 24 procentpunten. Enkel het Waals gewest, Nederland en Denemarken doen het op dat vlak nog slechter. Opvallend is dat met Zweden en Denemarken twee Scandinavische landen plaatsen innemen in de top 5 van slechtste prestaties. De arbeidsdeelname van niet EU-burgers is opvallend hoger dan gemiddeld in Hongarije, Italië, Griekenland, Tsjechië en Cyprus. Dit betekent dat niet-europeanen er vaker aan het werk zijn dan de totale bevolking op actieve leeftijd. Scandinavische (en Baltische) landen scoren dan weer bij de besten van Europa als het gaat om evenredige arbeidsdeelname van oudere werkzoekenden. In Zweden zijn bijvoorbeeld 70% 55- plussers aan de slag, tegenover 74% in de totale bevolking. De kloof in de arbeidsdeelname bedraagt er met andere woorden maar 4 procentpunten. Met een age gap van meer dan 30 procentpunten ontsiert Vlaanderen de top 5 van slechtste prestaties. Enkel in Slovenië en Oostenrijk is de kloof nog dieper. Op basis van de European Social Survey 3, situeert Vlaanderen zich in 2007 in de staart van het Europese peloton als het gaat om arbeidsdeelname van personen met een arbeidshandicap, en kampt Vlaanderen dus met één van de grootste disability gaps in Europa. De werkzaamheidsgraad voor personen met een arbeidshandicap (45,9% 4 ) ligt immers heel wat hoger in de buurlanden (Duitsland, Luxemburg, enz.) en in de Scandinavische landen (werkzaamheidsgraden tussen 56% en 66%). Enkel de UK situeert zich op het lage niveau van Vlaanderen, maar in de UK heeft dit eerder te maken met een groter aandeel personen met erge hinder (37%) met een veel lagere werkzaamheidsgraad, hetgeen niet het geval is in België en Vlaanderen (19% met erge hinder ). Conclusies De arbeidsdeelname van kansengroepen nam in de periode sterker toe dan de totale arbeidsdeelname in Vlaanderen. Vooral de 50-plussers maakten een opgemerkte inhaalbeweging. Toch blijft de kloof met de totale arbeidsdeelname voor de prioritaire kansengroepen relatief groot: van 17 procentpunten voor 50-plussers tot 24 procentpunten voor arbeidsgehandicapten en niet EU-burgers en 32 procentpunten voor 55-plussers. De arbeidsdeelname van kansengroepen ligt in Vlaanderen relatief laag in Europees vergelijkend perspectief. De kloof met de totale arbeidsdeelname is voor 55-plussers de helft dieper in Vlaanderen dan gemiddeld in de Europese Unie, voor niet EU-burgers is de kloof maar liefst drie keer zo groot dan gemiddeld. 1.1 Evolutie van de arbeidsdeelname bij 50-plussers De werkzaamheidsgraad van 50-plussers bedraagt bijna 50% in Vlaanderen. In absolute termen zijn werkenden 50 jaar of ouder, zij vertegenwoordigen een aandeel van 21,6% van de totale werkende bevolking. In Europees vergelijkend perspectief blijft vooral het aandeel werkende 55-plussers erg beperkt. De werkzaamheidsgraad voor deze groep bedraagt 34,2%. De kloof met het Europese gemiddelde bedraagt dan ook meer dan 10 procentpunten, de afstand tot de Europese doelstelling van 50% meer dan 15 procentpunten. In 2007 moet Vlaanderen slechts zes landen laten voorgaan als hekkensluiters van het Europese peloton. Toch nam het aandeel 50-plussers en 55-plussers toe met respectievelijk 9,4 en 8,6 procentpunten ten opzichte van 2000, ongeveer het startjaar van het EAD-beleid naar 50-plussers. In de periode noteren we zelfs een stijging met meer dan 14 procentpunten (50+). De groei in de arbeidsdeelname was vooral sterk in de periode In die periode neemt het aandeel werkende 55-plussers sneller toe dan het aandeel werkende 50-plussers. 3 een kleinere steekproef die internationale vergelijking mogelijk maakt voor personen met een arbeidshandicap 4 Dit is iets hoger dan in EAK (42%) als gevolg van de gehanteerde methodologie. Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 9

10 Evolutie van de werkzaamheidsgraad bij 50-plussers en 55-plussers (Vlaams Gewest, ) % doelstelling ,0 39,9 40,1 40,6 42,1 43,8 45,9 46,3 49, ,0 25,6 24,5 25,6 26,5 29,5 30,7 31,4 34,2 totaal 62,1 63,5 63,4 63,5 62,9 64,3 64,9 65,0 66,1 Bron: Eurostat LFS, Algemene directie statistiek EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Leeftijdskloof in de werkzaamheidsgraad bij 50-plussers (Vlaams Gewest, ) % ppt jaar 35,0 36,6 37,8 38,0 39,9 40,1 40,6 42,1 43,8 45,9 46,3 49, jaar 60,8 61,4 61,7 62,1 63,5 63,4 63,5 62,9 64,3 64,9 65,0 66,1 leeftijdskloof 25,8 24,9 23,9 24,1 23,6 23,3 23,0 20,9 20,5 19,0 18,6 16,8 12 Bron: ADSEI EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Meer dan 60% van de werkende 50-plussers zijn mannen tegenover 55% in de totale werkende bevolking. Met een aandeel van 35% laaggeschoolden is de werkende bevolking op latere leeftijd (50-64jaar) ook minder goed geschoold dan de totale werkende bevolking (22,3% laaggeschoolden). In wat volgt focussen we op de verschillen in arbeidsdeelname voor 50-plussers naar geslacht en opleidingsniveau. Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 10

11 Vrouwelijke 50-plussers: beperkte arbeidsdeelname, maar sterkere groei Vandaag wordt de geringe arbeidsdeelname bij 50-plussers vooral vastgesteld bij de vrouwen. De mannelijke 50-plussers realiseren een arbeidsdeelname van om en bij de 60% (dat is amper 6 procentpunten verwijderd van de totale arbeidsdeelname voor 15-64jarigen), de vrouwelijke 50- plussers kennen een arbeidsdeelname van nog geen 40%. Tussen 1999 en 2007 was de stijging van de werkzaamheidsgraad van 50-plussers wél veel sterker bij de vrouwen (+13,4 ppt.) dan bij de mannen (+9,1 ppt.). Bij de vrouwen was zelfs sprake van een toename van de werkzaamheidsgraad met meer dan de helft (tegenover een toename met een vijfde bij de mannen). Hierdoor is de genderkloof tussen de werkzaamheidsgraad van mannelijke 50-plussers enerzijds en vrouwelijke 50-plussers anderzijds relatief afgenomen. Evolutie van de leeftijdskloof naar geslacht, in procentpunten (Vl. Gewest, ) Evolutie Leeftijdskloof mannen 20,4 18,9 18,8 18,4 16,5 16,6 14,2 14,4 12,6-7,8 Leeftijdskloof vrouwen 27,5 28,1 27,6 27,4 25,2 24,3 23,8 22,9 20,9-6,6 Leeftijdskloof totaal 24,1 23,6 23,3 23,0 20,9 20,5 19,0 18,7 16,8-7,3 Evolutie van de genderkloof in de werkzaamheidsgraad 50+ voor mannen en vrouwen (Vlaams Gewest, ) Evolutie Werkzaamheid man 50+ (A) 50,6 53,9 53,3 53,3 54,2 55,0 57,6 57,2 59,7 +9,1 Werkzaamheid vrouw 50+ (B) 25,4 25,8 26,9 27,7 29,8 32,4 34,1 35,4 38,8 +13,4 Totale werkzaamheid ,0 39,9 40,1 40,6 42,1 43,8 45,9 46,3 49,3 +11,3 Genderkloof 50+ (A-B) 25,2 28,1 26,4 25,5 24,4 22,6 23,5 21,8 20,9-4,3 Laaggeschoolde 50-plussers: lagere arbeidsdeelname, kleinere kloof Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe hoger de werkzaamheidsgraad. Bij 50-plussers bedraagt de werkzaamheidsgraad 37% bij laaggeschoolden, 54% bij middengeschoolden en 68% bij hooggeschoolden. In de periode is de werkzaamheidsgraad van 50-plussers het sterkst toegenomen bij de laaggeschoolden (+9,4 ppt.), gevolgd door middengeschoolden (+8,1 ppt.) en dan pas de hooggeschoolden (+3,1 ppt.). Onderstaande tabel illustreert dat het opleidingsniveau geen ingrijpend effect heeft op de grootte van de leeftijdskloof. De kloof in de arbeidsdeelname is zelfs relatief groter voor hoog- dan voor laaggeschoolde 50-plussers. Omgekeerd neemt de leeftijdskloof sneller af voor laaggeschoolden dan voor midden- en hooggeschoolden. Evolutie van de leeftijdskloof naar opleidingsniveau, in procentpunten (Vl. Gewest, ) Afname Laaggeschoold 16,8 16,1 16,2 15,1 13,1 11,6 10,6 8,3 7,0-9,8 Middengeschoold 22,3 19,8 20,1 20,7 19,1 18,4 16,1 17,0 16,2-6,1 Hooggeschoold 20,8 23,3 21,4 22,6 21,0 21,1 20,3 21,7 18,0-2,8 Leeftijdskloof ,1 23,6 23,3 23,0 20,9 20,5 19,0 18,7 16,8-7,3 Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 11

12 Evolutie van de werkzaamheidsgraad 50+ naar opleidingsniveau 70 werkzaamheidsgraad (%) totaal ,0 39,9 40,1 40,6 42,1 43,8 45,9 46,3 49,3 Laaggeschoold 28,1 29,6 28,6 30,0 31,3 32,7 33,1 34,8 37,5 Middengeschoold 45,9 49,3 49,1 48,1 49,2 50,6 53,8 52,8 54,0 Hooggeschoold 64,8 62,7 63,9 61,7 62,8 63,7 64,6 63,0 67,9 Bron: ADSEI EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Conclusies arbeidsdeelname 50+ Het aandeel werkende 50-plussers is sterk toegenomen van 38% in 1999 tot bijna 50% in 2007, dit is een toename van 12 procentpunten, tegenover 4 procentpunten bij de 25-49jarigen. In de afgelopen jaren stellen we een groeiende arbeidsdeelname vast van 50- en 55-plussers. In 2007 resulteerde dat voor 55-plussers voor het eerst in jaren in een afname van de kloof met het Europese gemiddelde. Ondanks de toename van de arbeidsdeelname bij 50-plussers blijft de werkzaamheidsgraad van ouderen erg laag. Vooral voor 55-plussers is de toestand zorgwekkend: anno 2007 bedraagt hun werkzaamheidsgraad nog steeds slechts 34,2%, ten opzichte van bijna 45% gemiddeld in de EU-27. De stijging van de werkzaamheidsgraad bij 50-plussers kan in grote mate worden toegeschreven aan de vrouwen. De arbeidsdeelname bij vrouwelijke 50-plussers nam tussen 1999 en 2007 toe met meer dan de helft tegenover een toename van amper één vijfde bij de mannelijke 50-plussers. Toch blijft het verschil in werkzaamheidsgraad tussen vrouwelijke en mannelijke 50-plussers groot (respectievelijk 39% en 58%). Naar scholingsniveau hinken vooral de laaggeschoolde ouderen achterop. Hun arbeidsdeelname bedraagt slechts 37,5% ten opzichte van 68% bij de hooggeschoolden. Doorheen de jaren nam de arbeidsdeelname van laaggeschoolde 50-plussers wel toe, veel sterker dan voor hoog- en middengeschoolde 50-plussers. Toch blijft de leeftijdskloof in de arbeidsdeelname dieper voor hoog- dan voor laaggeschoolden. Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 12

13 1.2 Evolutie van de arbeidsdeelname bij niet EU-burgers De werkzaamheidsgraad van niet EU-burgers 5 bedraagt 42% in Voor personen met een Turkse en Maghrebijnse nationaliteit,dit is de grootste groep in de EAK-enquête, ligt de arbeidsdeelname met 37% nog lager. Deze lage werkzaamheidsgraad bij niet EU-burgers kan worden verklaard vanuit een hoge inactiviteit, in het bijzonder bij de vrouwelijke niet EU-burgers, en door barrières in hun zoektocht naar werk. Ongeveer werkenden hebben een vreemde nationaliteit in Vlaanderen, zij vertegenwoordigen 4,9% van de totale werkende bevolking (15-64 jaar). De grootste groep vreemdelingen zijn EUonderdanen, niet EU-burgers vertegenwoordigen slechts 1,4% van de totale werkende bevolking in Vlaanderen. Toch mogen we aannemen dat het aandeel personen van vreemde afkomst in de beroepsbevolking heel wat hoger ligt. Op basis van berekeningen voor de Belgische arbeidsmarkt weten we immers dat 40% van de totale vreemde beroepsbevolking verdwijnt uit statistieken die worden opgesteld op basis van nationaliteit. Gelet op de met de sociale partners afgesproken- VESOC-definitie i.v.m. allochtonen, die naturalisaties, huwelijken, geboortes, in kaart brengt, is dan ook voorzichtigheid geboden in de interpretatie van de werkzaamheidsgraad. Nationaliteit is in een land als België geen al te sluitende variabele om populaties van vreemde afkomst te omschrijven. Tussen 1999 en 2007 is de arbeidsdeelname van niet EU-burgers toegenomen met 11 procentpunten. Dit is opmerkelijk sterker dan de toename van ongeveer 4 procentpunten van de globale werkzaamheidsgraad. Desondanks zijn niet EU-burgers nog steeds heel wat minder aan het werk dan de Belgen en de EUburgers in Vlaanderen. In 2007 lag de werkzaamheidsgraad van niet EU-burgers bijna 25 procentpunten lager dan bij de Belgen en bij de burgers met een EU-27 nationaliteit. Deze kloof is de laatste jaren wel relatief sterk afgenomen (-8 procentpunten ten opzichte van 1999). In Europees perspectief blijft deze nationaliteitskloof echter relatief groot (zie hoger). Evolutie van de nationaliteitskloof in de werkzaamheidsgraad (Vlaams Gewest, ) % niet-eu nationaliteit 31,0 38,1 34,0 37,5 35,5 38,5 40,6 40,6 42,0 Belgische nationaliteit 63,5 64,6 64,0 64,2 63,7 64,9 65,4 65,6 66,7 nationaliteitskloof 32,5 26,5 30,0 26,6 28,1 26,4 24,8 25,0 24,7 Bron: ADSEI EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) ppt Arbeidsdeelname niet-europese vrouwen verdubbelt, maar blijft laag Bijna 62% van de werkende niet EU-burgers zijn mannen, tegenover 55% in de totale populatie werkenden (15-64jaar). De werkzaamheidsgraad van niet-europese mannen in Vlaanderen bedraagt vandaag 56%, tegenover minder dan 30% bij de vrouwen. 5 Het gaat hier vanaf 2007 om burgers met een nationaliteit van buiten de EU-27. Tot en met 2004 gaat het om burgers met een nationaliteit van buiten de EU-15, in 2005 en 2006 gaat het om personen van buiten de EU-24. Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 13

14 Toch zijn de vrouwelijke niet EU-burgers volop bezig met een inhaalbeweging: in de periode is hun arbeidsdeelname toegenomen met maar liefst 15,5 procentpunten terwijl de arbeidsdeelname van de mannelijke niet EU-burgers is gestegen met slechts 6,8 procentpunten (wat nog steeds beter is dan de toename van de totale arbeidsdeelname). Toch blijft de nationaliteitskloof bij vrouwen (30 ppt) bijna dubbel zo groot als bij mannen (16 ppt). In de periode is deze kloof wel iets sterker afgenomen bij vrouwen (-9 ppt.) dan bij mannen (- 5 ppt.). Evolutie van de werkzaamheidsgraad van niet EU-burgers naar geslacht (Vlaams Gewest, ) mannen niet EU 49,6 58,0 51,9 54,2 50,7 55,8 57,4 53,9 56,4 vrouw en niet EU 14,2 18,4 17,3 22,4 21,9 23,9 24,1 27,9 29,7 totaal niet EU 31,0 38,1 34,0 37,5 35,5 38,5 40,6 40,6 42,0 Bron: ADSEI EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Evolutie van de nationaliteitskloof naar geslacht (Vlaams Gewest, ) Evolutie Mannen 21,4 14,8 20,2 17,4 19,9 15,8 14,4 17,6 15,9-5,5 Vrouwen 38,7 35,6 37,2 32,8 33,1 32,8 33,7 30,3 30,0-8,7 Totaal 17,3 20,8 17,0 15,4 13,1 17,0 19,3 12,7 14,1-7,9 Bron: ADSEI EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Nationaliteitskloof groter bij hooggeschoolden Niet EU-burgers zijn oververtegenwoordigd in de laagste opleidingniveaus. Meer dan 4 op 10 van de werkende niet EU-burgers is laaggeschoold, iets meer dan een kwart heeft hoger onderwijs genoten. Ook voor niet EU-burgers geldt hoe hoger het opleidingsniveau, hoe hoger de arbeidsdeelname. De werkzaamheidsgraad van niet EU-burgers bedraagt 32% bij laaggeschoolden, 49% bij middengeschoolden en 61% bij de hooggeschoolden. Verschillen in opleidingsniveau volstaan echter niet om de verschillen in werkzaamheid te verklaren. Onderstaande figuur geeft immers aan dat de nationaliteitskloof groter wordt naarmate het scholingsniveau toeneemt. 6 Terwijl bij de laaggeschoolden de kloof blijft toenemen (van 9,1 ppt. in 2005 tot 12,8 ppt. in 2007), is bij de hooggeschoolden wel een duidelijke afname zichtbaar. 6 In de EAK enquête wordt geen onderscheid gemaakt tussen Belgische diploma s, erkende buitenlandse diploma s en niet erkende buitenlandse diploma s. Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 14

15 Evolutie van de nationaliteitskloof naar opleidingsniveau (Vlaams Gewest, ) ppt ,5 20,6 21,0 29,0 27,9 25,4 9,1 10,5 12,8 kloof laaggeschoold kloof middengeschoold kloof hooggeschoold Bron: ADSEI EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Evaluatie van het groeiscenario voor de arbeidsdeelname van niet EU-burgers Voor de allochtonen werden in 2002 twee groeiscenario s opgesteld: - Een eerste scenario wil de nationaliteitskloof tegen 2010 volledig wegwerken. Dit betekent een jaarlijkse toename van de werkzaamheidsgraad van de bevolking van niet-eu-15 nationaliteit met 4,4 procentpunten of een jaarlijkse groei van het aantal werkenden met niet EU-nationaliteit met Het tweede scenario wil de nationaliteitskloof niet verder laten toenemen. De werkzaamheidsgraad van de bevolking van niet-eu nationaliteit groeit volgens dit scenario jaarlijks met 1,4 procentpunten of een jaarlijkse stijging van het aantal werkenden van niet-eu nationaliteit met De twee scenario s bieden dus een vorkdoelstelling voor de gewenste jaarlijkse toename van het aantal werkenden van niet-eu nationaliteit (tussen en extra werkenden op jaarbasis). Omwille van methodologische redenen (o.a. de gevoeligheid van enquêtegegevens voor schommelingen in de populatie, de opeenvolgende uitbreidingrondes van de EU, wijzigingen in de vraagstellingen, enz.) is het aangewezen om de scenario s voor evenredige arbeidsdeelname van allochtonen met de nodige omzichtigheid te benaderen. Opvolging van het groeiscenario voor allochtonen (niet EU-burgers) Werkzaamheidsgraad (in %) 34 37,5 35,5 38,5 40,6 40,6 42,0 Evolutie t.o.v. voorgaande jaar (in ppt.) +3,5-2 +2,9 +2,1 0 +1,4 Nationaliteitskloof (in ppt.) 30 26,6 28,1 26,4 24,8 25,0 24,7 Evolutie t.o.v. voorgaande jaar (in ppt.) -3,4 +1,5-1,7-1,6 0,3-0,4 Aantal werkenden (25-64 jaar) Evolutie t.o.v. voorgaande jaar Bron: ADSEI EAK (Bewerking: Departement WSE) De gemiddelde groei op jaarbasis geeft wel een indicatie van de mate waarin de afgesproken vorkdoelstelling werd gerealiseerd. Gemiddeld over de hele periode ( ) nam het aantal werkende niet EU-burgers toe met op jaarbasis. Deze toename was goed voor een jaarlijkse toename van de werkzaamheidsgraad met 1,3 procentpunten. De gemiddelde groei van de Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 15

16 arbeidsdeelname leunt met andere woorden dicht aan bij de ondergrens van het afgesproken groeiscenario. Conclusies arbeidsdeelname niet EU-burgers Het aandeel werkende niet EU-burgers is sterk toegenomen: van 31% in 1999 tot 42% in Dit is een toename van +11 ppt, tegenover +4 ppt globaal en +3 ppt bij de Belgen. Voor de personen met een Turkse of Maghrebijnse nationaliteit bedraagt de werkzaamheidsgraad 37%. Als gevolg van de groeiende arbeidsdeelname van niet EU-burgers nam de nationaliteitskloof af af van 32 procentpunten in 1999 tot ongeveer 24 procentpunten vandaag. De nationaliteitskloof werd sneller gedicht bij de vrouwen dan bij de mannen. De werkzaamheidsgraad van vrouwelijke niet EU-burgers is dan ook verdubbeld tussen 1999 en Ondanks de forse toename, is slechts 3 op de 10 vrouwelijke niet EU-burgers aan de slag, tegenover gemiddeld 6 op 10 vrouwen in Vlaanderen. De kloof tussen EU en niet EU-burgers is groter voor hoog- dan voor laaggeschoolden. Het belang van scholing verklaart dus niet alle drempels voor arbeidsdeelname. De afname van de nationaliteitskloof was tussen 2005 en 2007 wel relatief sterker bij de hooggeschoolden. In Europees vergelijkend perspectief blijft de nationaliteitskloof in Vlaanderen met 25 procentpunten erg hoog. De gemiddelde nationaliteitskloof in de EU-27 bedraagt immers slechts 7 ppt in In de periode realiseert Vlaanderen met een jaarlijkse toename van gemiddeld werkenden van niet-eu nationaliteit de ondergrens van het groeiscenario zoals in 2002 werd afgesproken in uitvoering van het Pact van Vilvoorde (cf. vorkdoelstelling van jaarlijks tot werkenden van niet EU-nationaliteit op jaarbasis). Nationaliteit blijft overigens een onvolkomen graadmeter voor de arbeidsmarktpositie van personen van vreemde herkomst. Als gevolg van nationaliteitsverwerving (o.a. via gezinshereniging, bij geboorte, enz.) wordt hiermee slechts een gedeelte van de kansengroep allochtonen omvat. 1.3 Evolutie van de arbeidsdeelname bij personen met een arbeidshandicap De arbeidsdeelname van mensen met een handicap of langdurige gezondheidsproblemen is tussen 2002 en 2007 gestegen van 37,4% naar 42,2%. Voor een deel volgen ze daardoor de algemene stijging van de werkzaamheid, maar er is een extra stijging van 2,7 procentpunten. De kloof met de totale bevolking op werkzame leeftijd bedraagt in 2007 wel nog altijd bijna 24 procentpunten. De vastgestelde toename is het resultaat van een bijstelling van de werkzaamheidsgraad in 2002 (zie verder), op basis van de vergelijking van twee bijzondere EAK- modules (tweede kwartaal 2002 en 2007) voor personen met een handicap. De vraagstelling zal vanaf 2008 echter jaarlijks worden hernomen volgens een standaardformulering, zodat we de arbeidsdeelname van deze groep in de toekomst beter zullen kunnen opvolgen en vergelijken. De groep die zichzelf in 2007 als arbeidsgehandicapt beschouwt, die m.a.w. in de EAK aangeeft hinder te ondervinden in de dagelijkse activiteiten (al dan niet op het werk), omvat ongeveer een half miljoen mensen (werkenden en niet werkenden). Bij een kleine meerderheid (54,6%) onder hen is de hinder eerder beperkt, bij het andere deel (45,4%) is er zware hinder. In de groep personen met hinder die werken (42%, dit is de werkzaamheidsgraad) moet een onderscheid worden gemaakt tussen de personen die erge hinder ervaren in de uitoefening van betaalde arbeid (arbeidsdeelname van 25%) en diegenen die minder hinder ervaren (arbeidsdeelname van 56,5%). Het al of niet hinder ondervinden in de dagelijkse activiteiten (door een Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 16

17 handicap of een langdurig gezondheidsprobleem) varieert uiteraard ook volgens bepaalde kenmerken, zoals geslacht, leeftijd en studieniveau. Aandeel personen (15-64 jaar) met hinder naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau (Vlaams Gewest; 2007) Geslacht Leeftijd Onderwijsniveau % hinder waarvan werkend % hinder waarvan werkend % hinder waarvan werkend Man 12,1 55 <25 jaar 3,4 <50 Laaggeschoold 20 30,1 Vrouw 12, jaar 10,1 60 Middengeschoold 10,9 49,9 Totaal 12, jaar 22,2 <40 Hooggeschoold 6 69,3 Bron: FOD Economie Algemene Directie Statistiek EAK (Bewerking: VDAB/Departement WSE) In de tabel is af te lezen dat het aandeel personen met hinder relatief weinig verschilt bij mannen (12,1%), maar er is wel een groot verschil is in het aandeel personen die met hinder aan het werk zijn. Amper een derde van de vrouwen die hinder ervaren werkt, tegenover meer dan de helft van de mannen met hinder. Handicap en leeftijd Naarmate de leeftijd toeneemt is niet alleen de kans op hinder groter (van 3,4% bij de jongeren tot 22,2% bij de 50-plusssers), ook de kans om met hinder te werken neemt af met de leeftijd. Het globale verschil in werkzaamheidsgraad tussen beide groepen (personen met en zonder hinder) bedraagt 29 procentpunten. Onderstaande figuur illlustreert dat er in bijna alle leeftijdsgroepen een verschil van ongeveer 30 procentpunten bestaat, met ongeveer 90% van de personen zonder hinder en 60% van de personen met hinder werkzaam in de leeftijdsgroepen tussen 25 en 49 jaar. Bij de jongeren (met een kleine groep met hinder ) is er een zeer klein verschil, in de oudere leeftijdsgroepen neemt dit verschil iets toe en bedraagt het meer dan 30 procentpunten. Opvallend is de relatief hoge werkzaamheidsgraad (tussen 59% en 62%) in de middelste leeftijdsgroepen bij de personen met hinder (tussen 25 en 49 jaar). Het veel lagere totaal (42,2% voor jarigen) wordt immers sterk beïnvloed door de zeer lage werkzaamheidsgraden bij de jongste (15-19 jaar) en de oudste leeftijdsgroep (59-64 jaar). Daarbij komt dat er in de oudste leeftijdsgroepen (vanaf 50 jaar) een veel groter aandeel personen met hinder is waardoor hun lage werkzaamheidsgraad een groter gewicht krijgt in het totaal. Hierdoor blijft ook een gecorrigeerde werkzaamheidsgraad, beperkt tot de personen met hinder tussen 25 en 59 jaar, iets beneden de helft (49%). Deze correctie heeft echter geen gunstig effect op de vastgestelde kloof met de totale arbeidsdeelname. Als gevolg van een hoge globale arbeidsdeelname in deze groep, is de kloof zelfs iets groter dan vóór correctie. Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 17

18 Hooggeschoolden: minder vaak hinder, vaker aan het werk Ook het onderwijsniveau is sterk bepalend met 20% personen met hinder bij de laaggeschoolden tegenover slechts 6% bij de hooggeschoolden. De arbeidsdeelname van personen die hinder ervaren neemt toe met het opleidingsniveau. In 2007 is 30% van de laaggeschoolden met hinder aan het werk, tegenover 50% bij de middengeschoolden en 69% bij de hooggeschoolden. De kloof met de globale arbeidsdeelname in Vlaanderen is niettemin, zoals voor de andere kansengroepen, het hoogst bij de hooggeschoolden. Vergeleken met 2002, wordt de kloof voor de laaggeschoolden wél kleiner terwijl deze bij de hooggeschoolden toeneemt. Bij de combinatie van 3 variabelen (geslacht, leeftijd en onderwijsniveau) blijkt dat de werkzaamheidsgraad in alle subgroepen van personen met hinder veel lager is dan bij deze zonder hinder. Het verschil varieert van bijna 12 procentpunten bij de laaggeschoolde vrouwen tussen 50 en 64 jaar tot 32 procentpunten bij de laaggeschoolde vrouwen tussen 20 en 49 jaar. Bij de mannen tussen 20 en 49 jaar zijn deze verschillen iets kleiner, bij deze tussen 50 en 64 jaar liggen ze veel hoger. Hooggeschoolde oudere mannen zonder hinder hebben een werkzaamheidsgraad van 71,1%, in dezelfde subgroep met hinder bedraagt ze slecht 44,1%. Dit is een kloof van bijna 30 procentpunten. Evaluatie van het groeiscenario voor personen met een arbeidshandicap Om de grote achterstand in arbeidsdeelname in te lopen, werd in uitvoering van het Pact van Vilvoorde vooropgesteld dat het aantal banen voor arbeidsgehandicapten jaarlijks met minstens tot moest toenemen. Deze doelstelling werd verder geconcretiseerd in de platformtekst van de Ronde Tafel Conferentie Evenredige arbeidsdeelname en diversiteit 2010 in Of deze doelstelling is verwezenlijkt, kan worden getoetst aan de hand van de EAK-enquête in het tweede kwartaal van 2002 en 2007 waarin de werkzaamheidsgraad op een uniforme manier is gemeten en vragen zijn gesteld over de aanwezigheid van handicaps en langdurige gezondheidsaandoeningen. Zoals voor het groeiscenario voor de niet EU-burgers, is het resultaat van deze vergelijking onderhevig aan wijzigingen in de populatie en in de vraagstelling, en moet de toename in het aantal werkenden met de nodige voorzichtigheid worden bekeken. Om als gevolg van deze problemen niettemin te vergelijken tussen 2002 en 2007, dienden een aantal uitgangspunten uit 2002 te worden herzien. Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 18

19 Vergelijking van de EAK-vraagstelling in 2002 en 2007 In 2002 werd gevraagd Hebt u een handicap of lijdt u aan een langdurig gezondheidsprobleem? (Ja, Neen). Deze vraag werd positief beantwoord door 16,2% van de ondervraagden die dus als gehandicapt of langdurig ziek kunnen worden aangemerkt. Daarvan werkten er 45,7%. Na de algemene vraag over handicap of ziekte peilden specifieke vervolgvragen voor werkenden en nietwerkenden naar de gevolgen ervan voor de arbeid of het zoeken naar werk. Op basis van de antwoorden daarop is een categorie 'arbeidsgehandicapten' geconstrueerd die bestaat uit de nietwerkenden die verklaren dat hun handicap of gezondheidsprobleem iedere beroepsactiviteit onmogelijk maakt, of die melding maken van beperkingen in het soort of de hoeveelheid werk die ze zouden kunnen doen of in de verplaatsingen naar een eventuele arbeidsplaats, alsmede de werkenden die verklaren dat hun handicap of gezondheidsprobleem beperkingen met zich brengt op de genoemde gebieden (aard en hoeveelheid werk en verplaatsing naar de arbeidsplaats). Op basis van deze criteria waren er in de EAK-Vlaams gewest 12,7% arbeidsgehandicapten waarvan er 37,4% werkten, terwijl de totale werkzaamheidsgraad in Vlaanderen 63,5% bedroeg. In 2007 luidde de vraag Ervaart U in uw dagelijkse bezigheden hinder door een handicap, een langdurige aandoening of een langdurige ziekte? Ja, in erge mate, Ja, in zekere mate, Neen. Op basis van deze vraag zijn er in het Vlaamse Gewest 12,5% (arbeids)gehandicapten, met een werkzaamheidgraad van 42.2%, tegenover een globale werkzaamheidsgraad in Vlaanderen van 65,6%. De vraagformulering is duidelijk niet identiek. In 2002 wordt door middel van de vervolgvragen specifiek gepeild naar hinder op het gebied van arbeid terwijl in de vraag van 2007 naar de dagelijkse bezigheden in het algemeen wordt verwezen. Toch ligt het percentage arbeidsgehandicapten in de EAK-2002 (12,7%) dicht bij het percentage mensen die hinder ondervinden in 2007 (12,5%). Omdat last in de dagelijkse bezigheden meestal ook wel gevolgen heeft voor het arbeidsleven, wordt in de navolgende vergelijking voor 2002 gebruik gemaakt van de groep van 12,7% arbeidsgehandicapten uit De situaties in 2002 en 2007 kunnen op twee manieren vergeleken worden. Er kan een vergelijking worden gemaakt tussen het verschil in arbeidsdeelname van de gehandicapten en van de algemene bevolking (de zogenaamde kloof in de werkzaamheidgraad ) en tussen de absolute aantallen werkenden op beide tijdstippen. - Als we de kloven vergelijken, stellen we vast dat het verschil in arbeidsdeelname tussen de arbeidsgehandicapten en de totale populatie in ,1 procentpunten bedraagt (63,5% 37,4%) en in ,9 procentpunten (66,1% - 42,2%). In 2007 ligt de arbeidsdeelname van de totale bevolking 2,6 procentpunt hoger dan in 2002, maar de arbeidsdeelname van de arbeidsgehandicapten is sterker toegenomen (+4,8 procentpunten) waardoor de kloof met 2,2 procentpunt verminderd is (26,1ppt - 23,9ppt). - Bij het berekenen en vergelijken van absolute aantallen werkende mensen met een handicap op basis van de enquêtegegevens uit 2002 en 2007, dient er rekening mee te worden gehouden dat niet iedereen de vraag naar de handicap of langdurige ziekte heeft beantwoord. In 2002 bedroeg de non-respons 2.5% en in 2007, 4.7%. Om een vergelijking in absolute aantallen te kunnen maken, gaan we ervan uit dat mensen die niet geantwoord hebben op dezelfde manier gespreid zijn over de categorieën al dan niet gehandicapt en al dan niet werkend als de mensen die wel geantwoord hebben. Er zouden dan onder de non-respons relatief evenveel werkende gehandicapten zijn als onder de respons. Op basis van die veronderstelling zou het aantal "werkende "gehandicapten" tussen 2002 en 2007 gestegen zijn van naar , d.w.z. met of +/ op jaarbasis. In absolute aantallen zijn er in de beschouwde periode ( ) dus ongeveer arbeidsgehandicapten of gemiddeld per jaar méér aan het werk. Deze ontwikkeling is positief, maar ze blijft wel aan de onderkant van het groeiscenario dat uitgestippeld werd tijdens de Rondetafelconferentie in Evaluatie 10 jaar EAD-beleid: luik monitoring (dept. WSE, 9/12/2008) 19

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een beeld vanuit de EAK Tijdens het tweede kwartaal van 2007 werd in de Enquête naar de Arbeidskrachten gevraagd of de respondenten in hun dagelijkse

Nadere informatie

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2.2 Uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid 2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Het wordt steeds belangrijker om met voldoende kwalificaties naar de arbeidsmarkt te kunnen gaan. In Europees

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers 217-218 Inhoudsopgave 1. Verklarende woordenlijst... 2. Samenvatting... 4. PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP... 7 4. PERSONEN GEBOREN BUITEN EU28... 12

Nadere informatie

De arbeidsdeelname herstelt, maar niet iedereen profiteert mee

De arbeidsdeelname herstelt, maar niet iedereen profiteert mee De arbeidsdeelname herstelt, maar niet iedereen profiteert mee De werkzaamheidsgraad het aandeel werkenden in de bevolking is één van de belangrijkste indicatoren om aan te tonen hoe gezond een arbeidsmarkt

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in december 2014

De arbeidsmarkt in december 2014 De arbeidsmarkt in december 2014 Datum: 14 januari 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche december 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juli 2014

De arbeidsmarkt in juli 2014 De arbeidsmarkt in juli 2014 Datum: 13 augustus 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juli 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 Tom Vandenbrande Op het vlak van de gelijke vertegenwoordiging van kansengroepen op de arbeidsmarkt bengelt Vlaanderen aan de staart van het Europese peloton.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in oktober 2013 De arbeidsmarkt in oktober 2013 Datum: 8 november 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2013 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in september 2014

De arbeidsmarkt in september 2014 De arbeidsmarkt in september 2014 Datum: 13 oktober 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche september 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2014

De arbeidsmarkt in juni 2014 De arbeidsmarkt in juni 2014 Datum: 17 juli 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in november 2015 De arbeidsmarkt in november 2015 Datum: 7 december 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche november 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK

Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK De resultaten op de vraag naar het voorkomen van hinder (voor de precisie vraagstelling, zie bijlage), zijn als volgt : Tabel 1: Het voorkomen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2014

De arbeidsmarkt in mei 2014 De arbeidsmarkt in mei 2014 Datum: 13 juni 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2014

De arbeidsmarkt in augustus 2014 De arbeidsmarkt in augustus 2014 Datum: 17 september 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in augustus 2013 De arbeidsmarkt in augustus 2013 Datum: 5 september 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2012 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2015 De arbeidsmarkt in oktober 2015 Datum: 9 november 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2015

De arbeidsmarkt in juni 2015 De arbeidsmarkt in juni 2015 Datum: 15 juli 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2015

De arbeidsmarkt in maart 2015 De arbeidsmarkt in maart 2015 Datum: 9 april 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers 2016

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers 2016 FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers 2016 Inleiding In de conceptnota Focus op talent en competenties als sleutel naar een hogere werkzaamheidsgraad in het kader van Evenredige Arbeidsdeelname,

Nadere informatie

DE ARBEIDSDEELNAME VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP

DE ARBEIDSDEELNAME VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP DE ARBEIDSDEELNAME VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP Ontwikkelingen in de arbeidsdeelname van arbeidsgehandicapten Op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten is de arbeidsparticipatie van mensen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2015 De arbeidsmarkt in augustus 2015 Datum: 8 september 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Laaggeschoolde mannen het hardst getroffen door de crisis

Laaggeschoolde mannen het hardst getroffen door de crisis Laaggeschoolde mannen het hardst getroffen door de crisis De Vlaamse arbeidsmarkt verteerde de crisis van 2009 relatief goed, maar lijkt nu meer moeite te hebben om zich te handhaven. De werkzaamheidsgraad

Nadere informatie

ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog

ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog Wim Herremans Gevoed door een groeiende economie herpakte de Vlaamse arbeidsmarkt zich in 2004/2005. De werkzaamheidsgraad steeg opnieuw na drie jaar van stabilisatie,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2015

De arbeidsmarkt in mei 2015 De arbeidsmarkt in mei 2015 Datum: 11 juni 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kansengroepen op de arbeidsmarkt Faiza Djait

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kansengroepen op de arbeidsmarkt Faiza Djait DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Kansengroepen op de arbeidsmarkt Faiza Djait Voor drie kansengroepen: ouderen, allochtonen en personen met een arbeidshandicap 1. Overzicht van de belangrijkste arbeidsmarktindicatoren

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2015

De arbeidsmarkt in februari 2015 De arbeidsmarkt in februari 2015 Datum: 24 maart 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2014

De arbeidsmarkt in oktober 2014 De arbeidsmarkt in oktober 2014 Datum: 19 november 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

Vlaanderen binnen Europa

Vlaanderen binnen Europa Vlaanderen binnen Europa Een gekleurde blik op de arbeidsmarkt Voorjaar 2016 steunpuntwerk.be/vlaanderen-binnen-europa werk.be/vlaanderen-binnen-europa europa.vdab.be Steunpunt Werk Naamsestraat 61, 3000

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in januari 2016 De arbeidsmarkt in januari 2016 Datum: 12 februari 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2016

De arbeidsmarkt in oktober 2016 De arbeidsmarkt in oktober 2016 Datum: 9 november 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De vruchten van het hoger onderwijs

De vruchten van het hoger onderwijs De vruchten van het hoger onderwijs Het onderwijsniveau van de bevolking op arbeidsleeftijd is de laatste jaren sterk toegenomen. Bij vrouwen is deze stijging meer uitgesproken dan bij de mannen. Sinds

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in maart 2016 De arbeidsmarkt in maart 2016 Datum: 11 april 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2017

De arbeidsmarkt in mei 2017 De arbeidsmarkt in mei 2017 Datum: 6 juni 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2016

De arbeidsmarkt in februari 2016 De arbeidsmarkt in februari 2016 Datum: 16 maart 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2017

De arbeidsmarkt in maart 2017 De arbeidsmarkt in maart 2017 Datum: 12 april 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2017

De arbeidsmarkt in augustus 2017 De arbeidsmarkt in augustus 2017 Datum: 7 september 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Activiteitsgraad, werkzaamheidsgraad en werkloosheidsgraad Oktober 2015 A. Activiteitsgraad, werkgelegenheidsgraad en werkloosheidsgraad Deze kerncijfers

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in april 2016 De arbeidsmarkt in april 2016 Datum: 10 mei 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt Luc Sels Luc.Sels@econ.kuleuven.be WSE Conferentie 2008 17 december 2008 1. De evolutie vervat in conjunctuurindicatoren 2. (Prognose van de) werkzaamheid 3. Evolutie

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers Inleiding In de conceptnota Focus op talent en competenties als sleutel naar een hogere werkzaamheidsgraad in het kader van Evenredige Arbeidsdeelname,

Nadere informatie

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 1 De arbeidsmarkt wordt krapper: alle talent is nodig Evolutie van de vervangingsgraad (verhouding 15-24-jarigen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2016 De arbeidsmarkt in augustus 2016 Datum: 8 september 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 Inhoud Inleiding... 3 1 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 3 2 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 5 3 Regionale spreiding... 12 Methodologie...

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2017

De arbeidsmarkt in april 2017 De arbeidsmarkt in april 2017 Datum: 10 mei 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2017

De arbeidsmarkt in januari 2017 De arbeidsmarkt in januari 2017 Datum: 7 februari 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2017

De arbeidsmarkt in februari 2017 De arbeidsmarkt in februari 2017 Datum: 8 maart 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2016

De arbeidsmarkt in mei 2016 De arbeidsmarkt in mei 2016 Datum: 17 juni 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014 Inleiding De situatie op de Vlaamse arbeidsmarkt in 2014 lijkt te zijn gestabiliseerd ten opzichte van het jaar voordien: de werkzaamheidsgraad is licht gestegen, maar

Nadere informatie

Doelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid

Doelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid Doelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid Op 1 juli 2016 ging het nieuwe Vlaams Doelgroepenbeleid van start. Dit vernieuwde doelgroepenbeleid

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is

Nadere informatie

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk 1 Arbeidsparticipatie en gezondheidsproblemen of handicap De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

Deeltijdarbeid. WAV-Rapport. Seppe Van Gils. Maart 2004

Deeltijdarbeid. WAV-Rapport. Seppe Van Gils. Maart 2004 Deeltijdarbeid Seppe Van Gils Maart 2004 WAV-Rapport Steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming Interuniversitair samenwerkingsverband E. Van Evenstraat 2 blok C 3000 Leuven T:32(0)16 32 32 39 F:32(0)16

Nadere informatie

Hoofdstuk 11 DE ARBEIDSMARKT IN DE NIEUWE LIDSTATEN. Eef Stevens & Seppe Van Gils VAN DE EUROPESE UNIE. Kort samengevat

Hoofdstuk 11 DE ARBEIDSMARKT IN DE NIEUWE LIDSTATEN. Eef Stevens & Seppe Van Gils VAN DE EUROPESE UNIE. Kort samengevat DE ARBEIDSMARKT IN DE NIEUWE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE Hoofdstuk 11 Eef Stevens & Seppe Van Gils Kort samengevat De werkzaamheidsgraad in de nieuwe lidstaten van de Europese Unie bedraagt gemiddeld

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid INBURGERINGSPROGRAMMA Trajectbegeleider: TB Nederlands als Tweede Taal: NT2 Maatschappelijke Oriëntatie: MO Toekomstplannen

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013)

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1 Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1. Arbeidsmarktstatus van de bevolking van 15 jaar en ouder in 1983 en 2013 De Belgische bevolking van

Nadere informatie

De voortgang van Vlaanderen en de Europese landen met betrekking tot de Europese werkgelegenheidsstrategie.

De voortgang van Vlaanderen en de Europese landen met betrekking tot de Europese werkgelegenheidsstrategie. Bestemming Lissabon De voortgang van Vlaanderen en de Europese landen met betrekking tot de Europese werkgelegenheidsstrategie. Al geruime tijd staat het werkgelegenheidsbeleid in alle Europese lidstaten

Nadere informatie

LEREN NA HET ONDERWIJS? DE OPLEIDINGSPARTICIPATIE VAN VOLWASSENEN IN VLAANDEREN, DE BUURLANDEN EN EUROPA Hoofdstuk 16

LEREN NA HET ONDERWIJS? DE OPLEIDINGSPARTICIPATIE VAN VOLWASSENEN IN VLAANDEREN, DE BUURLANDEN EN EUROPA Hoofdstuk 16 LEREN NA HET ONDERWIJS? DE OPLEIDINGSPARTICIPATIE VAN VOLWASSENEN IN VLAANDEREN, DE BUURLANDEN EN EUROPA Hoofdstuk 16 Wim Herremans Het klassieke leerproces focust op het onderwijs als centraal leerorgaan.

Nadere informatie

BAROMETER JUNI Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1

BAROMETER JUNI Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1 JUNI 2015 BAROMETER Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1 Uit een nieuwe arbeidsmarktanalyse van het Steunpunt WSE blijkt dat Vlaanderen slechts matig scoort in vergelijking met de EU-regio

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2016

De arbeidsmarkt in juni 2016 De arbeidsmarkt in juni 2016 Datum: 8 juli 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE WERKLOOSHEID Hoofdstuk 4

EVOLUTIE VAN DE WERKLOOSHEID Hoofdstuk 4 EVOLUTIE VAN DE WERKLOOSHEID Hoofdstuk 4 Mieke Booghmans Voor het tweede jaar op rij kent Vlaanderen een sterke stijging van het aantal niet-werkende werkzoekenden (nwwz). Vooral de mannen hebben deel

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse Arbeidsmarkt

Diagnose van de Vlaamse Arbeidsmarkt WSE Arbeidsmarktcongres 2013 Diagnose van de Vlaamse Arbeidsmarkt Luc Sels Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen 1 Tijden van onzekerheid Procentuele kwartaal- en jaargroei van het BBP België en

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011 De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Samenvatting rapport 2011 Hoe groot is de loonkloof? Daalt de loonkloof? De totale loonkloof Deeltijds werk Segregatie op de arbeidsmarkt Leeftijd Opleidingsniveau

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheidgraad blijft hoog Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2014 67% van de 20- tot 64-jarigen was aan het werk. Dat percentage blijft nagenoeg

Nadere informatie

De hardwerkende Vlaming: mythe of realiteit?

De hardwerkende Vlaming: mythe of realiteit? De hardwerkende Vlaming: mythe of realiteit? Arbeidsvolume en arbeidsduur in Vlaanderen en Europa Tielens, M. & Herremans, W. 2007. Leuven: Steunpunt WSE. Klopt het beeld van de hardwerkende Vlaming; van

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Vlaanderen

Langdurige werkloosheid in Vlaanderen Langdurige werkloosheid in Vlaanderen In 2015 daalde de kortdurige werkloosheid, maar steeg de langdurige werkloosheid sterk. Hierdoor bleef de totale werkloosheid een heel jaar min of meer status quo.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 Seppe Van Gils Kort samengevat In dit hoofdstuk volgen we de loopbaan van de voltijds en uit het tweede kwartaal van 1998 op tot en met het derde kwartaal

Nadere informatie

Jeugd en werk. In Europees vergelijkend perspectief

Jeugd en werk. In Europees vergelijkend perspectief Jeugd en werk In Europees vergelijkend perspectief I OMGEVINGSANALYSE Werkzaamheidsgraad EU, 2006 Werkzaamheidsgraad EU, 2006 Top-5 beste prestaties Top-5 slechtste prestaties 1. Nederland: 66% (t.o.v.

Nadere informatie

Uitdagingen op de Arbeidsmarkt

Uitdagingen op de Arbeidsmarkt Uitdagingen op de Arbeidsmarkt Fons Leroy Gedelegeerd bestuurder VDAB Seniorenuniversiteit Uhasselt 4 november 2013 Maatschappelijke evoluties Veranderen in ijltempo Vergrijzing Internationalisering Loopbaandifferentiatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 17 WERK, GEZIN OF BEIDE? VERSCHILLEN TUSSEN LAAG- EN. Karen Geurts HOOGGESCHOOLDEN

Hoofdstuk 17 WERK, GEZIN OF BEIDE? VERSCHILLEN TUSSEN LAAG- EN. Karen Geurts HOOGGESCHOOLDEN VERSCHILLEN TUSSEN LAAG- EN HOOGGESCHOOLDEN Hoofdstuk 17 Karen Geurts In de huidige generatie jonge volwassenen (25-39 jaar) hebben vrouwen met kinderen nog altijd minder vaak een betaalde baan dan mannen

Nadere informatie

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 april 2007 Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006 De laatste 20 jaar zijn er 740.000 werkende personen bijgekomen. Dat is een

Nadere informatie

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI 2018 Kerncijfers werkloosheid jan 2018 jaarverschil aandeel NWWZ 209.027-6,0% Categorie WZUA 143.239-7,4% 68,5% BIT 12.646-9,6% 6,0% Vrij ingeschreven 28.999-7,5% 13,9%

Nadere informatie

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE ACTIVERINGSMAATREGELEN

Nadere informatie

Op 31 december 2012 telde het arrondissement Turnhout inwoners. Hiermee vertegenwoordigen we 7% van de Vlaamse inwoners.

Op 31 december 2012 telde het arrondissement Turnhout inwoners. Hiermee vertegenwoordigen we 7% van de Vlaamse inwoners. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Demografie Samenvatting Inwonersaantal: 442.508 (2012) 90% van de inwoners heeft de Belgische nationaliteit.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013)

Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013) Directie statistieken, begroting en studies Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013) Inleiding In juli 2013 werd de studie Activering en opleiding van

Nadere informatie

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren Definities jongeren 1. De doelgroep jongeren van de PDTFJ betreft jongeren van 15 t/m 22 buiten het volledig dagonderwijs. Arbeidsmarktcijfers over deze

Nadere informatie