van microben en niet-microben, goede Componenten: Componenten:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "van microben en niet-microben, goede Componenten: Componenten:"

Transcriptie

1 IMMUNOLOGIE HFD 1 Introductie: Algemene eigenschappen van immuunrespons Immuniteit = reactie op vreemde stoffen, microben en macromoleculen, ongeacht de gevolgen. Het immuunsysteem verdediging tegen indringers (virussen, schimmels, bacteriën, splinters e.d.) en de eliminatie van: oude, dode of beschadigde cellen, tumor, getransplanteerd orgaan of bloedproduct, veranderde eiwitten gericht tegen antigenen. (Nonimmunologische defensie: mucus, huid, tranen, defensines, peristaltiek, trilhaarepitheel, maagzuur, darm- en huidflora) Aangeboren en verworven afweer Aangeboren of niet specifiek Verworven of specifiek Al aanwezig voor infectie Heel divers Snel en destructief Traag Geen geheugen Geheugen: reageert volgende blootstelling sterker Herkent algemene structuur microben, minder Zeer specifieke herkenning van veel antigenen specifiek. van microben en niet-microben, goede Componenten: herkenning self-nonself - fysieke en chemische barrière: epitheel, Sterke zelfregulatie huid, antimicrobiële stoffen Componenten: - fagocyten en natural killer (NK) cellen - lymfocyten en hun producten - bloedproteïnen (complement) en cytokines (antilichamen/antistof): B en T cellen Aangeboren en specifiek werken samen. Twee belangrijke links: aangeboren stimuleert en beïnvloedt verworven, en verworven gebruikt effector mechanismen van aangeboren: verworven wijst doel aan, aangeboren doodt het (dus verworven verbetert aangeboren). Humorale en cellulaire respons Humoraal: via B-cellen (B-lymfocyten) productie antistof herkenning antigen, neutralisatie infectiviteit en targeten voor eliminatie. Defensie tegen extracellulaire microben. Concept antistof-antigen van Ehrlich. Cellulair: via T-cellen T helper cellen (CD 4 + ) en cytotoxische T cellen (CD 8 + ) T H cytokines: activeert macrofagen die gefagocyteerde microben in zich moet doden + T H activeert B lymfocyten + T H stuurt T C doodt geïnfecteerde cellen (met perforine en granzymen). Defensie tegen microben die overleven in fagocyten en elimineren van geïnfecteerde cellen. Theorie begonnen met splinter van Metchnikoff. Actieve en passieve immuniteit Antistoffen of afweercellen afkomstig van patiënt of farmaceut? Vaccinaties passief/actief. Actief: immuniteit door blootstelling aan antigen (naïeve en immune individuen), bijv. DKTP of BMR prik. Passief: immuniteit door adoptieve transfer van lymfocyten of antistoffen, bijv. antistoffen via moeder naar foetus, tetanus, hondsdolheid en slangenbeetbehandeling. Immuniteit testen door immuunproducten te bepalen (antistof in bloed) of door puur antigen toe te dienen en reactie te meten. Kenmerken verworven immuunrespons specificiteit bepaald antigen lokt specifieke respons uit. Deel wat herkend wordt heet determinant. diversiteit immuunsysteem reageert op grote variatie antigenen. Lymfocyt repertoire is extreem groot. geheugen betere respons bij herhaalde blootstelling. Secundaire respons is sneller, sterker en vaak kwalitatief anders. Geheugen door memory B/T cellen en door verhoogde aanwezigheid na eerste blootstelling. specialisatie optimale defensie. self-limitation na respons weer terug naar basale situatie (homeostase). nonreactivity to self, tolerantie geen schade aan gastheer. Storingen leiden tot auto-immuunziekten. Cellulaire componenten verworven immuunsysteem lymfocyten, antigen-presenterende cellen en effector cellen.

2 Lymfocyten: mediatoren van cellulaire (T) en humorale (B) immuniteit. B herkent extracellulaire antigenen, T herkent alleen antigenfragmenten op host gebonden aan MHC moleculen (intracellulaire microben). NK cellen zijn derde klasse lymfocyten. APC s: vangen en presenteren antigenen en stimuleren proliferatie en differentiatie lymfocyten. Meest gespecialiseerd zijn dendritische cellen. Effector cellen: nodig voor eliminatie van antigenen, bijv. geactiveerde T cellen en fagocyten. Fasen in verworven immuunrespons Herkenning van antigen. Klonale selectie hypothese: lymfocyten-klonen met verschillende receptoren ( ) ontstaan onafhankelijk van blootstelling aan antigen. Strenge selectie, bijv. eliminatie van cellen gericht tegen lichaamseigen eiwitten. 1 kloon kan maar op 1antigen reageren. Activatie van lymfocyten. Two-signal hypothesis: voor activatie antigen en nog een stimulus (product van microbe of aangeboren afweer) nodig. Dus geeft specifieke activatie wanneer het nodig is. Activatie: proliferatie en differentiatie. Effector fase: antigen eliminatie = samenspel verworven/aangeboren/nonlymfoïde effector cellen. Homeostase en geheugen: antigen weg, dus apoptose lymfocyten. HFD 2 Introductie: Cellen en weefsels van het immuunsysteem Antigenen worden geconcentreerd in perifere lymfoïde organen door APCs, waarheen naïeve lymfocyten migreren en immuunrespons beginnen. Effector en memory cellen circuleren door bloed naar perifere site van entry van antigen. Cellen Lymfocyten enige cellen die specifiek determinanten herkennen specificiteit en geheugen Morfologie: naïef = kleine lymfocyt in G 0 ; na stimulatie groter en in G 1 (lymfoblast) Klassen: B lymfocyten (bursa of beenmerg), T lymfocyten (thymus); beiden klonaal verdeelde antigen receptors, verschillende receptorgenen door DNA recombinaties tijdens ontwikkeling. T H functies: stimuli voor B cel groei en differentiatie + macrofaag activatie door cytokine afgifte. T C ong. zelfde functie als NK cellen: geïnfecteerde en tumorcellen doden. NK cellen andere receptoren, in aangeboren afweer werkzaam. Membraaneiwitten (CD4,CD8) zijn fenotypische markers. CD=cluster of differentiation antilichamen cluster die specifiek marker aantonen. Ontwikkeling: uit stamcellen in beenmerg B rijping in beenmerg, T rijping in thymus naïeve cellen in circulatie perifere lymfoïde organen. Populatie wordt gelijk gehouden (apoptose, t 1/2 paar jaar door zwakke herkenning van self-antigenen) of naar normaal gebracht via homeostatische proliferatie. Activatie: 1. nieuwe proteïne synthese: o.a. cytokines in T cellen en cytokine receptoren. 2. proliferatie: klonale expansie 3. differentiatie in effector cellen en memory cellen. Effector: T H, T C en B. Sommige antistofproducerende cellen zijn plasmacellen: leven langer. Memory: B en T, overleven jaren zonder enige antigen-herkenning. Memory B herkenbaar aan Ig s, memory T aan adhesiemoleculen en CD45RO. Sommige memorycellen in lymfeknopen, anderen in bloed/mucosa. 4. homeostase. APCs functie zie hierboven. B lymfocyten functioneren als APCs voor T H tijdens humorale respons. Plus volgende typen APCs: Dendritische cellen: antigen vangen en T cel respons inductie. Mononucleaire fagocyten: systeem met als functie fagocytose. Stamcel monoblast monocyt macrofaag activatie of differentiatie in bijv. microglia, Kupffer cellen, alveolaire macrofagen en osteoclasten. Macrofaag met opgegeten microbe laat antigen aan effector T cel zien T activeert macrofaag om microbe te doden. Effector functie in aangeboren afweer: fagocytose en cytokine productie. Effector functie in verworven afweer: genoemde doding van gefagocyteerde microbe (cellulair) en fagocytose na opsonisatie (coating van antistoffen). Dus puinruimer, activatie en sturing afweer door cytokines en verzorgt regeneratie.

3 Folliculaire dendritische cellen (FDCs): vangen antigenen en presenteren aan B lymfocyten. In lymfoïde follikels in lymfeknopen, milt, mucosa. Anatomie en functies lymfoïde weefsels Primaire lymfoïde organen = waar groei en maturatie van immuuncellen plaatsvindt beenmerg, thymus Perifere = ophopingen van afweercellen en regulatie van immuunrespons; waar respons begint en ontwikkelt milt, lymfeknopen, mucosa, huid. Daarnaast zit in alle organen (vooral long en darm) lymfoïd weefsel, behalve in CZS. Beenmerg: ontstaan alle bloedcellen (hematopoëse) en rijping B cellen. Vooral in platte botten. Pluripotente stamcel lymfoïd B, T en NK myeloïd ery s, bloedplaatjes, granulocyten, monocyten Proliferatie en rijping gestimuleerd door cytokines (lokaal of van actieve T cellen en macrofagen). Naar beenmerg migreren veel plasmacellen (produceren antistof). Thymus: T cel rijping, thymocyten gaan van cortex naar medulla. Lymfeknopen en lymfatisch systeem: respons voor lymfe-antigenen. Lymfe is geabsorbeerde interstitiële vloeistof, vele capillaire lymfevaten bij mogelijke ingangen voor antigenen. Antigen gevangen door dendritische cel / vrij antigen in lymfe afferent lymfevat in knoop (keuringsfilter) in en percolatie efferent lymfevat naar volgende knoop, uiteindelijk bloed weer in. Lymfocyten knoop in via bloed. Knoop: verschillende lymfocyten zitten in verschillende zones: B in follikels (FDCs in germinal centers), daartussen in cortex T cellen en dendritische cellen, macrofagen (vangen vrije antigenen) en plasmacellen in medulla. Scheiding B en T door cytokines/chemokines elk komt in goed contact met zijn APC + apart gehouden totdat antigen stimulatie. Milt: respons voor bloed-antigenen. Antigenen en lymfocyten beiden via bloed milt in. Door chemokines weer scheiding lymfocyten: Witte pulpa: T cellen in periarteriolaire lymfoïde sheaths (rondom arteriolen), B cellen in follikels aan T zone vast. Rode pulpa: ery s, macrofagen, dendritische cellen, plasmacellen. Milt is bloedfilter: macrofagen in rode pulpa, veel fagocytose van geopsoniseerde microben. Huid: fysieke barrière + lymfocyten/apcs. Epidermis: Langerhans cellen (onrijpe dendritische cellen) en intraepitheliale T cellen (vooral CD8 +, wellicht beperkt specifieke T cellen). Dermis: merendeel van huidlymfocyten (CD4 + en CD8 +, permanent of recirculerend?, macrofagen) Mucosa: GI tract, longen, mond-, keel- en neusholte respons tegen gegeten en geïnhaleerde antigenen. GI 3 zones: intraepitheliaal (CD8 + beperkt specifiek), verspreid over lamina propria (mix), platen van Peyer (follikels met B, interfolliculair minder T H, M cellen brengen antigenen? maar zijn geen APCs). Bijzonder aan orale immuunrespons: veel IgA antistof productie en T cel tolerantie. Lymfocyt recirculatie en homing Lymfocyten circuleren door het lichaam via bloed en lymfevaten (surveillering). Homing gaat d.m.v. de selectines en integrines. Nut: zodat lymfocyten overal kunnen zoeken en op goede plek terecht komen. T cellen: naïef T recirculeert tussen perifere lymfoïde organen, effector T gaat vooral naar perifere ontstekingsplaats, memory T gaan lymfoïde organen of perifeer weefsel in. Recirculatie gereguleerd door homing receptoren (selectines, integrines en Ig superfamilie) op lymfocyten en verschillende addressines aan endotheelcellen in vaten. Homing: naïef T vooral naar lymfeknopen (1. L-selectine bindt aan addressine aan HEV endotheel cellen in knoop, 2. rollende T cel bindt sterker door chemokines, 3. knoop in en naar T zone), over milt minder bekend, bij antigenblootstelling meer bloed door lymfe, in knoop wordt T geactiveerd of gaat verder naar volgende knoop. Effector T activatie: meer integrines, E-selectine, P-selectine gaan knoop uit, via lymfevat bloed in en binden perifeer, vooral aan endotheel van ontstekingsplaats waar microben zijn cytokines van aangeboren afweer zorgen voor addressines en chemokines, waardoor T cellen sterk binden en bloedvat uitgaan. Memory T: heterogeen qua adhesiemoleculen en migratieplaatsen. Bijv. naar mucosa (integrine) of naar huid of lymfeknoop (selectines). B cellen: zelfde idee als T cellen. Geactiveerde B cellen naar periferie, plasmacellen naar beenmerg, andere antistof producerende cellen blijven in lymfoïde organen (antistoffen bloed in).

4 HFD 3 Antistoffen en antigenen (B) Herkenning antigenen: antistoffen (Ig), MHC (hfd 4) en T cel antigenreceptoren (TCR, hfd 6). Productie en verdeling antistoffen Antistoffen = immunoglobulinen (Ig) = familie van glycoproteïnen geproduceerd door B lymfocyten, qua migratie -globulines. [Membraangebonden receptoren voor herkenning antigenen activatie B [Secretie trigger effector mechanismen (hfd 14) eliminatie antigen Productie 3g/dag, waarvan 2/3 IgA, in bloed vooral IgG aanwezig. Verdeling: in B cel in compartimenten, op oppervlak B cel, in hele lichaam in biologische vloeistoffen (plasma, interstitiële vloeistof), op oppervlak fagocyten, NK cellen, mestcellen. Antiserum = vloeistof die overblijft na plasma/bloedstolling met aantoonbare hoeveelheid antistoffen die aan bepaald antigen binden. Moleculaire structuur antistoffen 2 doorbraken voor structuuropheldering: bij multipel myeloma (monoclonale tumor van plasmacellen) worden grote hoeveelheden van dezelfde antistof gemaakt worden en de techniek van het maken van monoclonale antistoffen (gaf homogene populaties, HAT medium blz 46). Allen zelfde basistructuur, maar veel variatie in antigenbindende gebieden, ong verschillende per individu. Basis: symmetrische core structure die bestaat uit twee identieke lichte (=kleinere) en twee identieke zware ketens: L-H-H-L via S-S bruggen. Units van ong. 110 aa s vouwen in Ig domeinen (alle moleculen met dit motief = Ig superfamilie). Aminoterminal variabele gebieden (V) V L +V H : antigen herkenning 1 antigen binding site (dus 2 bij een Ig met 2H en 2L, elk Ig minstens 2). Carboxylterminal constante gebieden (C) C H : effector functies (getriggerd door antigen binding in V) en anker voor aan membraan. Zwaar: V 1 Ig domein, C 3/4 Ig domeinen: bijv. 1 zware keten. Licht: V 1 Ig domein, C 1 Ig domein: κ of λ ketens. Variabele gebieden: elk V gebied bevat 3 hypervariabele gebieden (CDRs, ong 10 aa), die van H en L samen (+framework) vormen een antigen binding site. CDRs (complementarity-determining regions) zijn reden voor specificiteit. CDR3 meeste contact en variatie. Constante gebieden: antistoffen worden geklassificeerd op basis van sequenceverschillen in C H gebieden. Isotypen: IgA (12), IgD, IgE, IgG (1234), IgM. - Zware keten van IgA1 heet 1 zware keten, domein bijv. C 1. - Ieder isotype en subtype heeft andere effector functie, want C H gebieden bepalen aan welke cel ze binden (fagocyten, NK cellen, enz). Functies hfd Ig s zijn flexibel door scharnier gebied in zware keten. - Ig heeft of 2 κ lichte ketens of 2 λ lichte ketens verschillen van elkaar in C gebied sequence. Maar geen functieverschil. - Membraan- of secretie-ig s: verschillen van elkaar in sequence van het carboxyterminale eind van het C H gebied. Als secretie eindigt het geladen en hydrofiel, als membraangebonden hydrofoob (in membraan) en basisch (in cytoplasma) einde. - Alle membraangebonden Ig s en secretie IgE en IgG zijn monomeren (2L, 2H), secretie IgA en IgM zijn multimeren (gevormd door staartstukken en een Joining keten). Verbindingen tussen H en L ketens: covalente bindingen (S-S) zodat V L en V H tegenover elkaar zitten (en antigen binding sites vormen) en zodat C H domeinen interactiesites met celoppervlakken of effector moleculen vormen (herh.) Noncovalente interacties dragen wellicht ook bij. Verbindingen afgeleid met proteolytische experimenten met papaïne en pepsine. Synthese, assembly en expressie: synthese Ig ketens in ribosomen van RER asssembly in ER gereguleerd door chaperone proteïnen via Golgi in vesikels naar plasma membraan verankerd in celmembraan of secretie. Tijdens B cel maturatie verandert Ig expressie: - pre-b cel: μ zware keten, meeste in cytoplasma (degradatie), paar vormen pre-b cel receptoren - onrijpe en rijpe B cellen: κ of λ lichte keten + μ zwaar = membraan IgM - rijpe B cel: membraan IgM en IgD receptors die B cel activatie kunnen initiëren

5 - geactiveerde B cel conversie van membraan- naar secretie-ig + zware keten isotype switching (via switch recombinatie: alleen C verandert, V specificiteit zelfde) Ig-secretie cel Binding antigen-antistof Antigen = elke stof die specifiek gebonden wordt door Ig s of T cel receptoren. Ig s binden van alles, suikers, lipiden, koolhydraten, proteïnen, hormonen, enz. T cel receptoren binden peptiden ( TCR via MHC) of lipiden/kleine moleculen ( TCR). Immunogeen = molecuul dat immuunrespons stimuleert, ook hapteen-carrier complex. Antistof bindt aan bepaald deel antigen = determinant = epitoop. Als antigen meerdere identieke determinanten heeft = poly- of multivalentie. - Ruimtelijke rangschikking van de epitopen beïnvloedt de antistofbinding (veel ruimte ertussen nietoverlappende determinanten, allostere effecten: door binding van ene conformatieverandering wat andere binding beïnvloedt). - Determinanten worden gevormd door covalente structuur van een molecuul of door noncovalente vouwing (bij proteïnen en nucleïnezuren). Lineaire determinanten: gevormd door naast elkaar liggende aa s (soms alleen toegankelijk na denaturering). Conformationele determinanten: gevormd door aa s die door vouwing naast elkaar komen. Neoantigene determinanten: nieuw gevormd door modificaties in eiwit. Antigen binding sites van antistoffen kunnen conformationele determinanten van macromoleculen binden. Herkenning is noncovalent en reversibel. Affiniteit = sterkte van binding tussen epitoop en antigen binding site, weergegeven door K d (kleiner is sterker). Aviditeit = totale bindingssterkte. IgM (pentameer) kan nl aan 10 identieke determinanten tegelijk binden. Veel lage affiniteitsbindingen kunnen samen hoge aviditeit geven. Polyvalente interacties belangrijk, want dan optimale effector triggering en in zone van equivalentie ontstaan grote immuuncomplexen, die ontstekingen kunnen geven. Ig kenmerken en antigenherkenning: V gebieden: specificiteit (zeer hoog, toch soms kruisreacties met self antigenen), diversiteit (10 9, antistof repertoire, random DNA recombinaties en nucleotide addities) affiniteit en aviditeit (affiniteitsmaturatie = tijdens respons neemt door mutaties affiniteit van V toe, dit worden dan dominante B cellen). Ig kenmerken en effector functies: effector functies via Fc delen van Ig s. Alleen effector functies als antigen gebonden is (want naast elkaar gelegen Fc s nodig als trigger). Tijdens respons isotype switching, zodat beste type ontstaat. Isotype bepaalt ook weefseldistributie (IgG naar foetus).

6 HFD 4 MHC MHC = major histocompatibility complex = groot gebied met genen die coderen voor proteïnen, die antigenen die op cellen zitten presenteren aan T cellen. Dus MHC moleculen binden peptides, en dit samen op een cel (APC) wordt herkend door T cellen. Klasse I MHC moleculen: presenteren peptides aan CD8 + Klasse II MHC moleculen: presenteren peptides aan CD4 + (helper) Ontdekking en rol MHC Ontdekt door rol in T cel triggering wat snelle weefselrejectie na transplantatie veroorzaakt. Binnen 1 muizenstrain (syngeneic) geen rejectie, tussen verschillende strains wel rejectie herkenning van vreemd weefsel is erfelijk histocompatibiliteits genen. MHC genen van essentieel belang in immuun respons op proteïne antigenen. Want alleen via MHC herkent T cel het antigen en kunnen helper en cytotoxische T cellen meehelpen. Humane MHC moleculen heten humane leukocyt antigenen (HLA). Klasse I ontdekt via alloantisera met alloantistoffen (reageren tegen alloantigenen, die op leukocyten zitten) en klasse II via de proliferatie van T cellen bij contact met alloantigenen. Sterk polymorfisme: sommige genen in MHC meer dan 250 soorten allelen in populatie. Bij een individu komen beide ouderallelen tot expressie (codominantie). Set MHC allelen op een chromosoom = MHC haplotype, 2 per heterozygoot individu dus. Structuur van MHC moleculen Klasse I: noncovalent complex van een (zware) keten en 2-microglobuline (nonpolymorf polypeptide, niet gecodeerd door MHC). Proteïnen moeten gefragmenteerd worden, want past peptide in van 8-11 aa s. 6 verschillende MHC I per heterozygoot individu. Klasse II: noncovalent complex van en keten (beide polymorf/door MHC gecodeerd). Peptiden aa s en groter passen. De invariante keten beïnvloedt transport en plaatsing van nieuwe klasse II verschillende MHC II per heterozygoot individu. Homologie klasse I en II: - extracellulaire peptide-bindende kloof: polymorf, wanden van 2 -helices en bodem van -pleated sheet (8 strengen) klasse I 1 en 2, klasse II 1 en 1-1 paar nonpolymorfe Ig-like domeinen: 1 loop vormt binding site voor T cellen. Klasse I 3 (geconserveerd), klasse II 2 - verankerd aan cel via transmembraan (hydrofoob) en cytoplasma (basisch) gebied Peptidebinding versterkt interactie tussen ketens, en vice versa. Dus peptide nodig voor stabiele expressie (alleen functionerenden op cel). Binding van peptiden aan MHC moleculen MHC molecuul kan 1 peptide (vreemd/self) per keer binden, binding met lage affiniteit, binding blijft lang zitten voor herkenning door T cellen, die surveilleren op vreemde peptiden. Sommige polymorfe MHC residuen zorgen voor specificiteit voor bepaalde peptiden (pockets voor peptide anchor residuen), andere polymorfe MHC residuen vormen samen met peptide residuen een structuur die de T cel herkent. MHC molecuul kan veel verschillende peptiden die gemeenschappelijke structuurkenmerken hebben binden. Genomische organisatie van het MHC In het MHC zitten, naast de polymorfe klasse I en II genen, genen die coderen voor complement proteïnen, cytokines, nonpolymorfe klasse-i-like moleculen en verschillende proteïnen betrokken bij antigen verwerking. Expressie van MHC moleculen Klasse I op alle cellen met een kern, klasse II vooral op APCs (dendritische cellen, macrofagen, B lymfocyten) en paar celtypen zoals endotheelcellen en epitheelcellen van thymus. Expressie bevorderd door ontstekings- of immuunstimuli, zoals cytokine IFN- die transcriptie van MHC genen bevordert (via CIITA = transcription activator).

7 HFD 9 B cel activatie en antistof productie (B) Algemene kenmerken van humorale immuun respons B lymfocyten worden geactiveerd door antigenen en gaan antistoffen afgeven om het antigen te elimineren. Voor B respons op proteïne antigenen CD4 + helper T cellen nodig. Antigen herkenning en B cel activatie Activatie: two-signal hypothesis (BCR complex = membraan Ig + Ig en Ig ) 1. BCR complex: IgM/IgD crosslinken door binding van multivalent antigen fosforylatie van Ig en Ig Syk (kinase) activatie fosforylatie PLC + PLC bindt aan SLP-65 signaalcascades (PLC,Ras-MAP kinase) actieve enzymen activatie van transcriptiefactoren en de expressie van allerlei genen. 2. ook signalen van complement proteïnen nodig voor activatie: aan antigen gebonden C3d CR2 (complement receptor) o.a. PI-3 kinase activering versterkt wat onder 1 gebeurt. Antistof respons op proteïne antigenen (T cel afhankelijk) Activatie B overleving en mitose nemen toe + expressie MHC klasse II moleculen en costimulatoren B7-1/B7-2 + expressie cytokine receptoren + andere chemokine receptoren, waardoor migratie richting T zone Geactiveerde T migreren richting follikels interactie aan randen follikels B cellen fungeren als APC voor T H : presenteren peptide fragmenten van antigen aan klasse II MHC + B7 costimulatie T H activatie: CD40L expressie + cytokine afgifte CD40 en cytokine receptoren op B stimulatie B cel proliferatie en differentiatie: +antistof-afgevende cellen (naar perifere lymfoïde organen en beenmerg). + isotype switching productie verschillende Ig s verschillende effector functies. Welke Ig ontstaat is afhankelijk van welk type T H is geactiveerd (bacteriën: IgM, virussen/bacteriën: IgG, helminthic parasieten: IgE) en op welke plek (in mucosa vooral IgA). na 4-7 dagen vormen prolifererende B cellen germinal centers (milt, lymfeknopen) in follikels + affiniteitsmaturatie: blz 5, tijdens respons neemt affiniteit van antistof toe, door somatische hypermutatie van Ig V-genen B cellen met membraan-ig die met hoge affiniteit binden aan antigenen getoond door FDCs in germinal centers overleven, andere dood. + vorming memory B cellen: leven lang zonder antigen stimulatie, recirculeren, bij volgende infectie snellere en krachtigere respons. Conjugaat vaccins: polysaccharide vaccin met proteïne eraan, zodat T H geactiveerd wordt en er wel affiniteitsmaturatie en vorming van memory B cellen optreedt. Antistof respons (T cel onafhankelijk) TI antigenen induceren humorale immuunrespons zonder T H cellen. Veel TI antigenen (polysaccchariden, glycolipiden, nucleïnezuren) zijn polyvalent binden aan meerdere membraan Ig s op B cel + activeren complement B cel activatie vooral IgM met lage affiniteit, beetje IgG (want beperkt isotype switching en geen germinal center). Antistof feedback: regulatie van immuunrespons door Fc receptoren Humorale immuunrespons wordt gedownreguleerd wanneer er genoeg antistof is gemaakt en er oplosbare antistof-antigencomplexen aanwezig zijn. Antistof-antigencomplex antigendeel bindt aan membraan Ig en antistofdeel bindt aan Fc receptor (Fc RIIB) inhiberende signaalcascade geactiveerd (fosfaten weghalen) blokkering B cel activatie.

8 HFD 6 Antigen receptoren van T lymfocyten (T) Voor responsen van T cellen zijn nodig: specifieke antigen herkenning, stabiele adhesie tussen T en APC, en T cel activerende signalen. TCR Klonaal verdeelde TCRs herkennen peptide-mhc complexen op APC. Deze TCRs zijn heterodimeren, bestaan uit een en polypeptideketen, verbonden door S-S. Beide ketens bestaan uit een V en C gebied. V gebied: 3 hypervariabele gebieden (CDRs) herkenning [verwerkt antigen peptide-mhc] complex. TCR bindt aan peptide en aan polymorfe MHC residuen. TCR Klonaal verdeelde TCRs herkennen andere vormen van antigen, lipiden en kleine moleculen, die gepresenteerd worden door nonpolymorfe MHC-achtige moleculen. Komen weinig voor (<10%), vooral intraepitheliaal in dieren. Functie niet echt bekend. TCR complex De / heterodimeren zijn noncovalent verbonden aan invariante membraanproteïnen: CD3 molecuul (bestaat uit γ, δ, en ε proteïne) en een homodimere ζ keten. Het TCR complex = TCR + CD3 + ζ keten. In cytoplasma staart hebben CD3 en ζ keten een ITAM = immunoreceptor tyrosine-based activation motif, wat belangrijk is voor signaalfuncties. Als TCR bindt, zorgen CD3 en ζ eiwitten voor signaaltransductie die leidt tot T cel activatie. Accessoire moleculen van T cellen Membraanproteïnen, belangrijk voor activatie: rol in stabiliseren van adhesie of signaaltransductie. Zijn nonpolymorf en invariant. Signaal CD4 en CD8: coreceptoren die binden aan nonpolymorfe gebieden van MHC moleculen - CD4 op T helper cellen, bindt aan klasse II MHC (T H produceren cytokines en functie in verdediging tegen extracellulaire microben) - CD8 op cytotoxische T cellen, bindt aan klasse I MHC (CTL belangrijk bij afweer tegen intracellulaire microben, virussen). Zij geven signaaltransductie die samen met signalen van TCR complex de T cel activatie beginnen. (Bevorderen ook adhesie tussen T cel en APC). CD28 en CTLA-4: receptoren voor B7 costimulatoren op APCs. CD28 geeft signaal 2 (TCR complex signaal 1; 2 signal hypothesis) dat nodig is voor T cel activatie, remt apoptose. CTLA-4 wordt geïnduceerd na T cel activatie en remt activatie. CD45: glycoproteïne met tyrosine fosfatase domein, rol in T cel activatie, mechanisme onbekend. CD2: veel voorkomend glycoproteïne met signaal- en adhesie functie. Adhesie Adhesie belangrijk voor stabiele T cel-apc interactie en voor T cel migratie naar infectiehaarden. Integrines β2 = LFA-1 (leukocyte function-associated antigen) en β1 = VLA-4 (very late activation) binden respectievelijk ICAMs en VCAM-1 die op oppervlak van andere cellen zitten. Integrines zorgen voor adhesie van T cellen aan APCs, endotheelcellen en extracellulaire matrixeiwitten. Aviditeit van integrines neemt sterk toe door chemokines en door TCR stimulatie. Door activatie neemt expressie van integrines toe en ligandexpressie neemt toe door ontstekingscytokines. Selectines: L-selectine reguleert de migratie van naïeve T cellen naar de lymfeknopen. CD44: retentie van T cellen in ontstoken weefsel en aan endotheel bij ontstoken plekken. Effector moleculen van T cellen (later hfd) CD40L: bindt aan CD40 op B lymfocyten, macrofagen, dendritische cellen, endotheelcellen activatie van die cellen. Fas ligand: als ligand aan Fas bindt apoptose. Fas ligand is ook een mechanisme van T killer. Cytokines en receptoren: geactiveerde T cellen geven cytokines af en expressie van cytokine receptoren.

9 HFD 7 Lymfocyt maturatie en expressie van antigen receptor genen (alleen T) Beenmerg Pluripotente stamcel proliferatie door hoge mitotische activiteit door IL-7 Thymus: rijping van thymocyten, migratie van cortex naar medulla. Pro-T: dubbel negatief (geen CD4 en CD8) en geen TCR antigen receptor expressie via antigen receptor genrecombinatie. Pre-T: nog steeds dubbel negatief, wel V-D-J gerecombineerde β keten genen en mrna pre-tcr remt recombinatie op andere β ketenallel + stimulatie CD4 en CD8 expressie Dubbel positief: + gerecombineerde V-J α keten genen en mrna membraan αβ TCR positieve en negatieve selectie medulla, verlies van CD4/CD8 gen of onderdrukking expressie? Single positief = immature T cel CD4 + krijgt cytokine producerende functie, CD8 + krijgt functie van dodende moleculen productie Perifeer lymfoïd weefsel Naïeve T cel activatie Effector T cel Antigenreceptor genrecombinatie Via somatische recombinatie worden gensegmenten die gescheiden liggen met elkaar verbonden. Gensegmenten: L is leader, V is variabel, D is diversiteit, J is joining en C is constant. β keten gen: eerst D-J joining, dan V-D-J joining, transcriptie, splicing L-V-D-J-C mrna. α keten gen: V-J joining, transcriptie, splicing L-V-J-C mrna. Gemedieerd door een recombinase complex, wat o.a. de lymfocyt specifieke proteïnen van RAG-1 en RAG- 2 bevat. Door de somatische recombinaties krijgen Ig s en TCRs hun diversiteit, vooral in het derde hypervariabele gebied CDR3 (want tussen V-D D-J of V-J worden nucleotiden weggehaald of toegevoegd tijdens het verbinden). Positieve en negatieve selectie Positieve selectie van CD4 + CD8 + TCRαβ thymocyten: als ze met lage aviditeit self peptide-mhc complexen op epitheelcellen van de thymus herkennen geen apoptose. Bij geen herkenning apoptose. Negatieve selectie van CD4 + CD8 + TCRαβ thymocyten: als ze met hoge aviditeit binden aan de self antigenen (in MHC complex) die in hoge concentraties in thymus zitten apoptose. Meeste thymocyten overleven de selecties niet. Selectiemechanisme bij TCRγδ onbekend. Antigenreceptor genrecombinatie verloopt op vergelijkbare wijze, maar lijnen van αβ en γδ lopen wel onafhankelijk van elkaar.

10 HFD 8 Activatie van T cellen (T) Algemeen Antigen herkenning + interactie accessoire moleculen activatie van naïeve T cel expansie van die antigen-specifieke pool + differentiatie van deze cellen in effector en memory lymfocyten effector T geactiveerd activatie macrofagen, B cellen / eliminatie van microbe. Naïeve T cel geactiveerd door dendritische cel, effector T cellen kunnen door verschillende APCs geactiveerd worden. Functionele responsen van T cellen Na antigeenherkenning: Cytokine afgifte: vooral IL-2 = groeifactor, zie hieronder Proliferatie: autocrien: geeft eigen groeifactor IL-2 af + expressie van IL-2 receptoren Differentiatie in effector cellen: T H activeert andere cellen, T C doodt target cellen. Differentiatie in memory cellen Afname T cel respons: als antigen er niet meer is, sterven door apoptose. Rol van costimulatoren in T cel activatie Best beschreven costimulator = CD28, wat bindt aan B7-1 en B7-2 op geactiveerde APCs. CD28 geeft signalen die overleving, cytokine productie en differentiatie verbeteren. Expressie van costimulatoren is gereguleerd, waardoor T cel responsen op juiste moment en plaats uitgevoerd worden. De expressie wordt gereguleerd door aanwezigheid van microben, cytokines en signalen van CD40. Anders dan bij B cel activatie door T H! T cel herkent antigen zonder B7 expressie CD40L en binding aan CD40 APCs expressie B7 en cytokine afgifte B7 aan CD28 en cytokines op receptoren T cel activatie. Signaaltransductie door het TCR complex Antigen herkenning clustering van TCR complex en coreceptoren Lck fosforyleert CD3 en ζ keten ZAP-70 bindt aan ζ en fosforyleert adapterproteïnen PKC / Ras-MAP kinase / calcium-calineurin routes activatie enzymen (ERK, JNK, PKC, calcineurin) transcriptiefactoren (NFAT, AP-1, NK-κB) verhoogde genexpressie. Costimulatoren versterken transcriptiefactoractivatie Cytokines: Afgifte is kortdurend en zelfregulerend, effect op veel verschillende celtypes, overlappende effecten. IL-2: uit (CD4 + ) T cellen. Groeifactor voor antigen gestimuleerde T cellen, stimuleert proliferatie en differentiatie NK cellen, inductie apoptose geactiveerde T cellen, stimuleert groei en Ig vorming van B cellen. IFNγ: uit NK, T H 1 en CD8 + T cellen. Macrofaag activatie, stimuleert isotype switching in B cellen naar opsoniserende Ig s (IgG2a), differentiatie naar T H 1 en remming differentiatie naar T H 2, upregulatie MHC en costimulatoren. IL-4: uit T H 2, mestcellen en basofielen. Stimuleert switching naar IgE (afweer tegen parasieten en allergenen) en neutraliserend IgG4, stimuleert groei en differentiatie T H 2 cellen, remt cellulaire respons door remming IFNγ (inhibeert macrofaag activatie). Effector functies van CD4 + T lymfocyten: T H 1 en T H 2 T H 1 differentiatie gebeurt in respons op microben, T H 2 differentiatie in respons op helminthen en allergenen. T H 1 functies: - macrofaag activatie (IFN-γ) - stimulatie opsoniserende Ig s (IFN-γ) - activatie CD8 + tot CTL (IL-2, IFN-γ) - neutrofiel activatie (LT, TNF) T H 2 functies: - eosinofiel activatie (IL-5) - onderdrukking macrofaag activatie (IL-10, IL-4) - via IgE mestcel degranulatie (IL-4) - meer neutraliserende IgGs (IL-4).

11 HFD 12 Aangeboren afweer Eerste afweer tegen vreemde indringers (meestal microben). Mechanismen al aanwezig voor contact met microben. Evolutionair ouder dan specifieke immuniteit. Samenwerking met specifieke/verworven afweer: effector mechanismen van aangeboren afweer worden ook gebruikt bij specifieke afweerreacties + aangeboren stimuleert en beïnvloedt de verworven respons (soort waarschuwing, tweede signaal): - macrofagen (geactiveerd door microben en IFN-γ) produceren costimulatoren voor T cel activatie + cytokine IL-12, wat IFN-γ productie door T H 1 cellen en de ontwikkeling van IFN-γ-producerende effector T cellen stimuleert cellulair. - complement fragmenten (C3d) vormen 2 e signaal voor B cel activatie en Ig productie humoraal. Respons: residente macrofagen (en NK cellen) herkennen microben en geven cytokinen IL-1 en TNF af neutrofielen en monocyten + plasma-proteïnen (complement) gerekruteerd naar infectieplek = ontsteking! Ontsteking is beschermend bedoeld: infectie onder controle en weefsel herstellen, maar ontsteking kan ook weefsel beschadigen. Aangeboren afweer gebruikt patroonherkenning: receptoren herkennen structuren die alleen op potentieel pathogene micro-organismen voorkomen en die vaak essentieel zijn voor overleving. Dus geen herkenning van structuren op zoogdiercellen, dus discriminatie tussen self en nonself. Minder receptoren, dus minder specifiek dan de lymfocyten (herkennen klassen van microben). Componenten: Epitheel barrières (huid, mucosa): fysieke barrières + defensines (breedspectrum antibiotica in huid, synthese door IL-1 en TNFα uit macrofagen enz bij ontstekingen), cryptocidines (natuurlijk antibiotica in darm) + intra-epitheliaal: T lymfocyten, B-1 cellen, natuurlijke Ig s, mestcellen. Circulerende effector cellen: leukocyten: fagocyten (neutrofielen, macrofagen) en NK cellen. - Neutrofielen en macrofagen: fagocyten die opgegeten microben doden door productie van ROI (reactive oxygen intermediates) door oxydase, NO door inos en lysosomale enzymen in fagolysosomen. Neutrofielen zijn meest aanwezige leukocyten en zijn er het eerst. Macrofagen functie ook: cytokines (TNF, IL-1) ontsteking; IL-12 zie ; groeifactoren weefselremodelling. Migratie: IL-1 en TNF geven expressie adhesiemoleculen op endotheel (selectine, integrine ligand) en chemokines migratie naar infectieplek door selectine-integrine-chemokine. Begin van ontsteking is dus de veranderingen op endotheelwanden. Receptoren: fagocyten herkennen microben via: Toll receptoren: CD14 TLR herkent LPS op celwand Gram-negatieve bacteriën. Mannose R: bindt glycoproteïnen en lipiden met mannose/fucose residuen (typisch microbe) G-eiwit-gekoppelde receptoren (7-α-helix-transmembraan receptoren): herkennen microben en ontstekingsmediatoren bevorderen migratie naar ontstekingsweefsel. FcR: herkenning IgG geopsoniseerde antigenen. CR1 receptor C3b (complement). - NK cellen: lymfocyten die verdedigen tegen intracellulaire microben, door geïnfecteerde cellen te doden (met perforine en granzymen) en een bron van IFN-γ te zijn (macrofaag activatie). NK cel ervoor geactiveerd door IL-12 en IL-15 uit macrofaag. Herkenning via inhiberende en activerende receptoren: normale cellen niet gedood want inhiberende receptoren herkennen MHC I moleculen, virus-geïnfecteerde cellen wel gedood want die hebben minder MHC I (inhiberende receptorwerking weg). Circulerende effector proteïnen: complement (MBL), C-reactief proteïne - complement: alternatieve en lectine route ontsteking, opsonisatie en fagocytose, cytolyse. - C-reactief proteïne (een pentraxine) werkt als opsonine (+ activatie klassieke complementroute) Cytokines: TNF, IL-1, chemokines, IL-12, type 1 IFNs, IFN-γ - recruteren en activeren van leukocyten: TNF, IL-1, chemokines - microbe-dodende activiteiten van fagocyten bevorderen/macrofaagactivatie: IFN-γ (uit NK) - stimuleren van NK cel en T cel responsen: IL-12 en IL-15 Bij zware infectie zoveel cytokine productie dat het gevaarlijk en zelfs dodelijk kan worden.

12 HFD 14 Effector fase van humorale immuunrespons Antistoffen Humorale immuniteit: via antistoffen, belangrijk voor verdediging tegen extracellulaire microben en toxines. Antilichamen worden geproduceerd door B cellen die na de eerste blootstelling nog lang blijven produceren (plasmacellen) of door memory B cellen die door een tweede blootstelling gereactiveerd worden. Productie in lymfoïde organen/beenmerg, effect in mucosa-afgifte en bloed. Effector functies van Ig s (tabel 14-1, afh. van type Ig isotype switching o.i.v. T H ): 1. neutralisatie van microben en toxines (bloed IgG, mucosa IgA) 2. Fc-receptor-afhankelijke fagocytose van geopsoniseerde deeltjes (IgG) 3. ADCC (IgE: eosinofielen, IgG: NK en macrofagen) 4. activatie complement systeem (IgM, IgG) 1. Neutralisatie antigenen Ig s binden aan microben en zorgen zo voor sterische hinder, waardoor microben niet kunnen binden aan celreceptoren. Zo wordt ook de binding van toxines aan host-cellen voorkomen. 2. Opsoniseren en fagocytose bevorderen Ig s coaten/opsoniseren deeltjes, waarna het Fc deel van de Ig s bindt aan leukocyt-fc-receptoren (IgG FcγR), waardoor deeltje gefagocyteerd wordt en microbicidale activiteit wordt gestimuleerd. Verschillende Fc-receptoren voor verschillende Ig s. 3.ADCC = antibody dependent cell-mediated cytotoxicity: NK-cellen en leukocyten binden aan geopsoniseerde cellen en vernietigen deze. Bij helminthen (groot en vrij resistent): IgE opsonisatie eosinofielen binden via FcεRI vernietigd door basisch eiwit uit granules. 4. Complement systeem = serie plasma- en membraaneiwitten die op elkaar inwerken en op andere moleculen van het immuunsysteem. Belangrijkste effector moleculen voor aangeboren afweer en humorale afweer. Onder normale omstandigheden inactief. Routes Centraal: proteolyse van C3 covalente binding van product C3b aan microbe of aan Ig op antigen. - Alternatieve route (aangeboren): activatie zonder Ig s. C3 proteolyse C3b bindt aan microbe + factor B bindt en wordt Bb C3 convertase maakt meer C3b C3b-Bb-C3b = C5 convertase. - Klassieke route (humoraal): activatie door bepaalde Ig s gebonden aan antigenen. C1 bindt aan: C H 2 op IgG of C H 3 op IgM op antigen C4 bindt en wordt C4b + C2 bindt en wordt C2a C4b-C2a = C3 convertase maakt meer C3b C4b-C2a-C3b = C5 convertase. - Lectine route (aangeboren): activatie door een plasmalectine dat aan mannose-residuen op microben bindt MBL lijkt op C1q verder als klassiek. Late stappen zelfde: C5 convertase C5a (ontsteking) en C5b + C6, C7 en C8 + poly-c9 = MAC (membrane attack complex) Functies - cytolyse: C3b bindt aan microbe MAC vorming osmotische lyse van microbe - opsonisatie en fagocytose: C3b (of C4b) bindt aan microbe opsonisatie herkenning door fagocyt-c3breceptor fagocytose - stimulatie ontstekingsreacties: C3b bindt aan microbe, afgifte van C3a + proteolyse van C5, waarna afgifte van C5a door C3a, C4a en C5a (= anaphylotoxines) rekrutering en activering van neutrofielen + degranulatie mestcellen vernietiging van microben door leukocyten + histamine vrij. - verbetering humorale immuunrespons: C3d activeert B cellen. Regulatie Sterke regulatie door eiwitten om eigen cellen te beschermen en duur te beperken. Alle zoogdiercellen hebben complement-remmende-membraaneiwitten, microben niet, waardoor discriminatie self-nonself mogelijk is. - DAF (decay accelerating factor) en CR1 remmen vorming C3 convertase. DAF vooral op endotheel en ery s. Bij deficiëntie in synthese van glycophosphatidylinositol gebonden membraaneiwitten paroxysmale nachtelijke hemoglobinuria, door ery-afbraak door complement. - CD59 en S-eiwit remmen MAC vorming. - C1 inhibitor voorkomt proteolytische activiteit van C1r en C1s. Deficiëntie C1 INH hereditair angioneurotisch oedeem.

13 Mucosale immuniteit Door IgA productie in mucosaal lymfoïd weefsel (bijv. platen van Peyer) actief transport via poly-ig receptor door epitheelcellen het lumen in. Grote oppervlakken 2 g IgA/dag, zo n 65% van totale Ig productie. Neonatale immuniteit Passieve immuniteit door maternaal IgG wat de placenta kan passeren, of via melk (IgA, IgG), waarbij de IgG s het darmepitheel/placenta kunnen passeren via de gespecialiseerde neonatale receptor FcRn. Overzichtje: Extracellulaire bacteriën: Aangeboren: fagocyten en complement systeem (alternatieve route). Verworven: Ig s opsoniseren bacterie en activeren complement systeem. Neutralisatie van toxines door Ig s. Intracellulaire bacteriën: Aangeboren: macrofagen (maar ze kunnen vaak in fagocyten overleven ). Verworven: cellulaire respons: activatie van CD4 + en killing door CD8 +. Schimmels: Aangeboren: neutrofielen en macrofagen. Verworven: cellulaire respons. Virussen: Aangeboren: type I IFNs en NK cellen. Verworven: Ig s voorkomen dat virus in cellen kunnen. Bij infectie vooral cytotoxische T killing (CTLs). Parasieten: Aangeboren: zwak Verworven: protozoa in cellen cellulaire respons; helminthen door eosinofielen via IgE en andere leukocyten.

14 HFD 19 Overgevoeligheidsreacties = allergie of atopie. = immuunreactie door binding van antigen aan IgE, wat al aan mestcel zat, wat leidt tot afgifte van ontstekingsmediatoren. Stappen: blootstelling aan antigen (allergeen) T H 2 respons (IL-4 ) IgE productie binding van IgE aan FcεR op mestcellen (sensitisatie) opnieuw allergeen cross-linking van IgE/FcεRs door binding van multivalent allergeen activatie mestcel: activatie intracellulaire second messengers exocytose uit granules + synthese en secretie lipide mediatoren + synthese en secretie cytokines pathologische reactie. Atopisch individu heeft meer IgE in bloed en meer FcεRs/mestcel ontvankelijk voor overgevoeligheid = genetische aanleg. Allergeen: eiwit of chemisch stofje aan eiwit (want van T cel afhankelijk), wat in normale individuen niet een IgE reactie veroorzaakt, individu wordt herhaaldelijk blootgesteld, geen aangeboren immuunrespons. Effectorcellen (met FcεRI) - Eosinofielen: speciale klasse granulocyten. Gerekruteerd naar ontstekingsreacties door chemokines en IL-4, geactiveerd door IL-5 (van T H 2). Het zijn de effectorcellen van IgE reacties, zo vernietigen zij parasieten (helminthen) via ADCC met major basic protein (MBP). Bij allergische reacties dragen ze bij aan de weefselschade en reacties (toxische granule proteïnen + enzymen + lipide mediatoren). - Mestcellen: uit beenmerg, rijpen in weefsels (subtypen: bindweefsel/mucosa). Hebben hoge affiniteitsreceptoren voor IgE: FcεRI. Bevatten granules met verschillende ontstekingsmediatoren. Verschillende subtypen maken verschillende mediatoren. Belangrijke beschermende rol bij aangeboren afweer tegen bacteriële infecties. - Basofielen: circulerende granulocyten die qua structuur en functie op mestcellen lijken. Mediatoren Mestcellen en basofielen geven 3 soorten mediatoren af: - granule-inhoud: biogene amines (histamine) enzymen (proteases: tryptase, chymase) weefselschade - lipide mediatoren (PG, LT, PAF) - cytokines (TNF, IL-4, IL-5). Acute reactie (binnen minuten): door biogene amines en lipide mediatoren vasodilatatie, vaatlekkage (oedeem), gladde-spiercontractie en bronchoconstrictie, wheal-and-flare bij intradermale injectie van allergeen, Late fase reactie (2-4 uur later): door cytokines (en lipide mediatoren) ontsteking (accumulatie van ontstekings-lymfocyten) Allergische ziekten Allergisch astma: ontstekingsziekte door herhaalde overgevoeligheid. De late fase reacties leiden in de long tot luchtwegobstructie, chronische bronchitis en bronchiale gladde-spier hypertrofie en hyperreactiviteit. Therapie: ontstekingsremmers: GCS, Na-cromoglycaat, en bronchusverwijders. Rhinitis = hooikoorts. Overgevoeligheid in hogere luchtwegen door inhaleren van allergenen zoals pollen en stofmijt. Therapie: antihistaminica (GCS, cromoglycaat). Huidreacties: urticaria (acute wheal and flare door direct contact of injectie van allergeen, therapie: antihistaminica, GCS) en eczeem (door late fase reactie op allergeen in huid, therapie: GCS). Voedselallergie: overgevoeligheid voor voedsel (pinda s, schaaldieren), waardoor mediatorafgifte uit darmmucosa diarree+overgeven. Soms ernstige system. reacties. Therapie: cromoglycaat. Anafylaxis = systemische overgevoeligheid oedeem in vele weefsels, bp-daling anafylactische shock, vaak fataal. Therapie: systemisch adrenaline (antihistaminica, GCS). Therapie Drug-therapie is gericht op remming van mediatorproductie en blokkeren van de effecten van mediatoren. Immunotherapie heeft als doel het voorkomen of remmen van de T H 2 respons op specifieke allergenen en de productie van IgE. Bijv. desensitisatie met wespengif voorkomt acute anafylaxis. Regulatoire T-cellen: T r cellen remmen effecten van T H 1 ent H 2 via IL-10, dus rol bij immunoregulatie en tolerantie.

15 VACCINATIES Ter voorkoming van mortaliteit en morbiditeit. Ig respons: snel IgM, rijping naar IgG (sterke verhoging na boosters) en IgA (mucosale weefels). Passief en actief Actief: toediening micro-organisme of antigeen in geschikte vorm, al dan niet samen met adjuvans, al dan niet meermalig (boosters). Bijv. DKTP, BMR prik. Vrijwillig iedereen (RVP) of bij acuut contact. (Adjuvantia: toevoegingen om respons tegen in vaccin aanwezige antigenen te verhogen of op te wekken, bijv. aluminiumhydroxide of fosfaat, minerale olie of paraffine, LTB). Passief: toediening van Ig s (meestal IgG), intramusculair of oraal (moedermelk = IgA). Bijv. tetanus, hondsdolheid, slangenbeet behandeling. Voor immunogecompromitteerden of bij acuut contact. Soorten vaccin: Vaccin moet minder ziekteverwekkend zijn als natuurlijke infectie, maar wel net zo goed qua respons en memory. Geïnactiveerd of gedood: niet replicerend ( - mindere respons / + niet meer dan toegediend, geen mutaties, geen immuunrepressie), bijv. tyfus, polio, D(K)TP Geattennueerd (verzwakt): replicerend, bijv. BMR Gelijkende virusstammen uit dieren: + minder pathogeen voor mens / - efficiëntie, mutatie, immuunrepressie, bijv. BCG Subunit/componenten vaccin: niet replicerend, bijv. influenza Geconjugeerd: ingebouwd adjuvans, + goed immunogeen, al op jonge leeftijd bescherming / - synthese Virale vectors +DNA: replicerend, experimenteel, bijv. HIV antigenen in kanariepokken vector Toedieningsroutes Meestal intramusculaire of subcutane/intradermale injectie: + veel ervaring, goede systemische respons / - personeel, opgelost = koud vaccin, naaldvrees, niet natuurlijke route, geen mucosale respons Mucosaal (nasaal, oraal, urogenitaal): + sterke mucosale IgA en systemische IgG respons, geen personeel, in poeder = ongekoeld, geen naald / - mogelijke tolerantie, verschillende mate van respons op applicatieplaats, lokale overstimulatie; nasaal beter, bijv. nasale spray. Gene gun: DNA-vaccinatie van op goudbolletjes gecoat DNA in weefsel via elektrische versnelling of hoge druk, + expressie (replicatie) / - experimenteel Eetbare vaccins Ziektebeelden Bof: viraal, lichte koorts, pijn en zwelling, complicaties: meninitidis, kans op miskraam Mazelen: viraal, koorts, verkoudheid, rode uitslag, oogontsteking, complicatie: middenoorontsteking, bronchitis, longontsteking, encefalitis, nefrotisch syndroom Rode hond: viraal, meestal goedaardig, zelden complicaties, tijdens eerste maanden zwangerschap gevaarlijk Tetanus: bacterieel, diepe wonden, toxine via zenuwen naar ruggenmerg en hersenen levensbedreigende spierkrampen Polio: viraal, zeer zelden neurologische complicaties: verlammingsverschijnselen Pokken: viraal, huiduitslag, griepklachten, tot 30% lethaal, wereld nu pokkenvrij RVP = Rijks Vaccinatie Programma = vrijwillig: DKTP,Hib, BMR, Men. C Kinderen < 1 jaar boosteren, want nog ontwikkelend immuunsysteem + non-live vaccin, maar wel noodzakelijk: beperkte maternale IgG bescherming, IgA moedermelk bescherming ook beperkt, wel contact met antigenen voordat je 1 bent. Toekomst: meningokokken B, hepatitis B, waterpokken, RSV, HPV, pneumokokken, influenza. Op nog langere termijnverschuiving naar SOA s. Kinkhoest In NL, Polen, keuze Frankrijk en straks in UK en Finland is het een whole cell vaccinatie (complete gedode bacteriën), in andere landen is het een acellulaire vaccinatie. Voordelen whole cell: werkt tegen veel bacteriële componenten, ook tegen het mildere parapertussus, wel adjuvans (betere repons tegen D, T en Hib componenten).

16 PATHOLOGISCHE PROCESSEN Sepsis = systemische ontstekingsreactie, SIRS: systemic inflammatory immune response. Dus als immuunrespons niet lokaal is, maar in bloedbaan. Symptomen: - diffuse intravasale stolling - lage bloeddruk - leukopenie (tekort) of leukocytose (teveel) en thrombopenie - massale complement activatie - hoge koorts - verhoogde hartslag en ademhaling Tenslotte: Multiple Organ Failure: door de lage bloeddruk, stollingen en schade overal vallen organan uit. Oorzaak: Bacterie, schimmel, (virussen, parasieten, gistern) of resten hiervan in bloedbaan. Of als micro-organisme wel in infectiehaard blijft, kan sepsis veroorzaakt worden door toxines of cytokines/ontstekingsmediatoren. Belangrijkste doodsoorzaak is endotoxine = LPS! LPS zit in wand van Gram-negatieve bacteriën, als LPS in bloed komt activeert CD14-Toll-like receptor en activeert zo macrofagen circulerende cytokine productie sepsis. LPS kan in bloedbaan komen als barrières doorbroken worden, bijv. bij leverfalen of darmlekkage. Leverfibrose = chronische ontstekingsreactie, gevolgd door vorming van littekenweefsel. Oorzaak: Schade aan hepatocyten ontstekingsreactie in lever chronische schade leidt tot vorming littekenweefsel. Bij ontsteking stimuleren cytokines uit geactieveerde macrofagen fibroblasten en weefsel-remodelling Monoclonale antilichamen productie 1. isoleren van geïmmuniseerde (met antigen X) lymfe- of miltcellen uit muis 2. fuseren van miltcellen met myeloma cellen (die niet in HAT kan groeien) 3. mix van gefuseerde en ongefuseerde cellen in HAT medium 4. B cellen overleven niet lang, myeloma s overleven niet in HAT alleen hybridomas groeien 5. cultiveren bij concentratie van 1 hybridoma per well 6. klonen 7. screenen op anti-x-antistof 8. positieve wells expanderen HAT: hypoxanthine-aminopterine-thymidine Allergische astma 80% astma is allergisch: Allergeen activeert Th2 cellen IL-4: switch naar IgE uit B cellen IgE bindt aan mestcellen en eosinofielen (sensitisatie) IL-5 (activeert eosinofielen) en IL-4 en IL-13 (meer IgE op eosinofielen en mestcellen) Allergeen aan IgE aan mestcellen mestcel geactiveerd mediator (hist., LTC 4, PAF, IL s, cytokines) afgifte vroege respons + eosinofiel activatie mediator afgifte (MBP, O 2 -, PAF, LTC 4 ) late respons Vroege respons: Bronchoconstrictie Oedeem Mucussecretie Luchtwegobstructie Late respons: Ontsteking Obstructie Hyperreactiviteit door schade en verlies van epitheel (irritantrec. en C-vezels bloot) Irreversibele luchtwegremodellering (cytokines groeifactoren)

17 Therapie: Bronchusverwijders: o 2-adrenerge agonisten o Theofylline: remt PDE (nonselectief) meer camp relaxatie (en mestcel remming, maar niet gebruikt als ontstekingsremmer) Alleen nog bij zeer acute ernstige astma. o Anticholinergica: veel mediatoren, dus beperkt effectief. Ontstekingsremmers: o Cromoglycaat: remmen mediatorvrijmaking mestcellen en ontstekingscellen? Beschermen tegen vroege en late reactie. o Glucocorticosteroïden: Transactivatie: bindt aan DNA Remming transcriptie cytokines, inos, COX-2, PLA 2, dus minder eosinofielen en mestcellen 2-rec (voorkomt desensitisatie) Lipocortine = remmer PLA 2 minder LT s, PAF en PG s Transrepressie: complexvorming inactivatie trancriptiefactor cytokines Afname vasculaire permeabiliteit (oedeem) Afname mucussecretie o Antileukotriënen Remming cysteïnyl-lt s minder oedeem, mucus, bronchoconstrictie en eosinofiel activatie (LTC 4 )

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Ons immuunsysteem beschermt ons tegen allerlei ziekteverwekkers, zoals bacteriën, parasieten en virussen, die ons lichaam binnen dringen.

Nadere informatie

Immunologie. Afweer. Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving

Immunologie. Afweer. Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving Immunologie Afweer 1 Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving Verstoring van het evenwicht tussen organisme en omgeving kan ertoe leiden dat ons lichaam door indringers uit de omgeving

Nadere informatie

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar ASPECIFIEKE AFWEER Primaire / Externe bescherming (fysieke barrière) (AANGEBOREN) Secundaire / Interne bescherming (cellulaire / biochemische barrière) SPECIFIEKE AFWEER

Nadere informatie

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug

Nadere informatie

DC-SIGN + cellen een rol spelen in de opruiming van dode thymocyten uit de cortex van de humane thymus (Hoofdstuk 2). De co-expressie van het

DC-SIGN + cellen een rol spelen in de opruiming van dode thymocyten uit de cortex van de humane thymus (Hoofdstuk 2). De co-expressie van het : Hematopoietische antigeen presenterende cellen in de cortex van de humane thymus: Aanwijzingen voor een rol in selectie en verwijdering van apoptotische thymocyten. Het immune systeem van (gewervelde)

Nadere informatie

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor.

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor. Samenvatting Het immuunsysteem Het menselijke lichaam bevat een uniek systeem, het immuunsysteem, wat ons beschermt tegen ongewenste en schadelijk indringers (ook wel lichaamsvreemde substanties of pathogenen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29019 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ariotti, Silvia Title: Function and behavior of CD8+ T cells in the skin Issue

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Introductie Wat zijn T cellen? T cellen zijn witte bloedcellen die een cruciale rol spelen bij het beschermen tegen ziekteverwekkers zoals virussen en bacteriën. Dit doen zij door middel van

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting Hematopoiesis Een volwassen mens heeft ongeveer vijf liter bloed waarin zich miljarden cellen bevinden. Deze cellen zijn onder te verdelen op basis van

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN DE AFWEER TEGEN BACTERIELE ENDOTOXINE: DE ROL HIERIN VAN CD14, LBP EN BPI

NEDERLANDSE SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN DE AFWEER TEGEN BACTERIELE ENDOTOXINE: DE ROL HIERIN VAN CD14, LBP EN BPI NEDERLANDSE SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN DE AFWEER TEGEN BACTERIELE ENDOTOXINE: DE ROL HIERIN VAN CD14, LBP EN BPI Infectie met ziekteverwekkende bacterien, of de verplaatsing van bacterign, zoals

Nadere informatie

Chapter 6. Nederlandse samenvatting

Chapter 6. Nederlandse samenvatting Chapter 6 Nederlandse samenvatting Chapter 6 122 Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Het immuunsysteem (of afweersysteem) beschermt het lichaam tegen lichaamsvreemde en ziekmakende organismen zoals

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het mucosale immuunsysteem Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen infecties met bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. De huid en de mucosale weefsels zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting De cellen van het menselijke immuunsysteem kunnen grotendeels worden verdeeld in een aangeboren (innate) en een verworven (adaptieve) tak. De cellen van het aangeboren immuunsysteem vormen een eerste lijn

Nadere informatie

Vragen bij de oefen- en zelftoetsmodule bij het eerstejaarsvak Biologie van dieren, februari 2013

Vragen bij de oefen- en zelftoetsmodule bij het eerstejaarsvak Biologie van dieren, februari 2013 Immunologie Vragen bij de oefen- en zelftoetsmodule bij het eerstejaarsvak Biologie van dieren, februari 2013 Deze module behandelt een deel van hoofdstuk 42: Circulation and Gas Exchange en 43: 'The Immune

Nadere informatie

in de route kunnen activeren. Een groep van enzymen die ook deel uitmaken van deze cascade zijn de mitogen-activated protein kinases (MAP kinases).

in de route kunnen activeren. Een groep van enzymen die ook deel uitmaken van deze cascade zijn de mitogen-activated protein kinases (MAP kinases). Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1 geeft een algemene introductie tot de immuunresponsen die worden opgewekt door helminthen; wormen, waarvan de meeste soorten parasitair zijn. Twee typen zijn te onderscheiden:

Nadere informatie

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Allergisch astma Allergisch astma is een veel voorkomende ziekte waarbij mensen benauwd worden wanneer ze de stof inademen waar ze allergisch voor zijn geworden. Daarnaast

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat is astma? Astma is een aandoening die wordt gekenmerkt door vernauwing van de luchtwegen (oftewel bronchoconstrictie) na inademing van verschillende

Nadere informatie

Appendices. Nederlandse samenvatting 148. Dit proefschrift op één pagina 152. Dankwoord 153. About the author 155. List of publications 156

Appendices. Nederlandse samenvatting 148. Dit proefschrift op één pagina 152. Dankwoord 153. About the author 155. List of publications 156 Appendices Nederlandse samenvatting 148 Dit proefschrift op één pagina 152 Dankwoord 153 About the author 155 List of publications 156 148 Nederlandse samenvatting Dendritische cellen en macrofagen in

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Respiratoir syncytieel virus Het respiratoir syncytieel virus (RSV) is een veroorzaker van luchtweginfectiesvan de mens. Het komt bij de mens met name in het winterseizoen voor.

Nadere informatie

HEMOPATHOLOGIE HFDST 1: NORMALE ARCHITECTUUR EN IMMUUNRESPONS IN HET LYMFOÏDE WEEFSEL 3

HEMOPATHOLOGIE HFDST 1: NORMALE ARCHITECTUUR EN IMMUUNRESPONS IN HET LYMFOÏDE WEEFSEL 3 HEMOPATHOLOGIE Geen histologische foto's op examen! Prof. van den Oord INHOUDSOPGAVE HFDST 1: NORMALE ARCHITECTUUR EN IMMUUNRESPONS IN HET LYMFOÏDE WEEFSEL 3 1. INLEIDING 3 1.1. AFWIJKINGEN IN BLOED IN

Nadere informatie

Voorwoord. Hallo aankomende student!

Voorwoord. Hallo aankomende student! Voorwoord Hallo aankomende student! Het studentenleven is zwaar; heel zwaar. Daarom is SlimStuderen.nl er voor je om je door deze zware tijd heen te helpen! Is dat vak toch net iets moeilijker dan je dacht?

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19074 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19074 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19074 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Suwannalai, Parawee Title: ACPA response in evolution of rheumatoid arthritis

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40898 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Elis, A.S. Title: Identification of therapeutic targets and antisense oligonucleotide

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het menselijke lichaam kan zich op vele manieren goed beschermen tegen binnendringende ziekteverwekkers. Hierbij speelt het immuunsysteem een zeer belangrijke rol. Het immuunsysteem

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 171 172 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Met vaccinaties kunnen veel ziektes voorkomen worden, zoals de mazelen, de rode hond en de griep. Echter een vaccin voor het voorkomen van kanker

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/28275 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/28275 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28275 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: O Flynn, Joseph Title: Properdin-dependent activation and control of immune-homeostasis

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 Bescherming

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 Bescherming Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 Bescherming Samenvatting door een scholier 1136 woorden 21 juni 2011 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou BASISSTOF 1 DE HUID EN HET ONDERHUIDSE

Nadere informatie

THEMA 1 ORGANISATIE VAN HET IMMUUNSYSTEEM

THEMA 1 ORGANISATIE VAN HET IMMUUNSYSTEEM THEMA 1 ORGANISATIE VAN HET IMMUUNSYSTEEM ZSO 1 KENNISMAKING MET HET IMMUUNSYSTEEM 1. Wat zijn cytokines? Op welke wijze veroorzaken cytokines ontstekingsverschijnselen? Cytokines zijn oplosbare eiwitten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (voor iedereen dus )

Nederlandse samenvatting. (voor iedereen dus ) (voor iedereen dus ) Iedere dag staan we bloot aan ontelbare schadelijke micro-organismen en stoffen. Om te overleven is het immuunsysteem constant in actie om deze factoren in ons lichaam te bestrijden.

Nadere informatie

College 15 Allergie

College 15 Allergie College 15 Allergie 13-11-2013 Dit college gaat over allergie. Wat is precies een allergie? Welke immunologische mechanismen steken hier achter? Waarom ontstaat een atopie? Zijn er middelen om een allergie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: natuurlijke weerstand

Hoofdstuk 1: natuurlijke weerstand Microbiologie & immunologie 1/16 Hoofdstuk 1: natuurlijke weerstand 1. Niet specifieke factoren a. De huid: kolonisatie resistentie, zweet en talgkliersecreet, lysozyme, droge huid, gekeratiniseerde dode

Nadere informatie

Hand-out COO Immunologie

Hand-out COO Immunologie Hand-out COO Immunologie 26 oktober 2017 Zelfstudie bij hoofdstuk 47 en paragraaf 43.4 van 'Biology', Campbell (11e editie) Inhoud: dr. Adri Thomas en dr. Jan Bogerd Realisatie: CPIO (cpio@uu.nl) Deze

Nadere informatie

Contributions of CD27 and relatives to the specific immune response Hendriks, J.A.

Contributions of CD27 and relatives to the specific immune response Hendriks, J.A. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Contributions of CD27 and relatives to the specific immune response Hendriks, J.A. Link to publication Citation for published version (APA): Hendriks, J. A. (2004).

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Samenvatting Niertransplantatie Patiënten met eindstadium nierfalen zijn voor hun overleving afhankelijk van nierfunctievervangende therapie zoals nierdialyse of het ondergaan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting FcaRI als therapeutische target voor het verminderen van IgA-geïnduceerde neutrofielen activatie De slijmvliezen (mucosale weefsels), zoals bijvoorbeeld in de luchtwegen en het

Nadere informatie

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen: IMMUNITEIT 1 Immuniteit Het lichaam van mens en dier wordt constant belaagd door organismen die het lichaam ziek kunnen maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën.

Nadere informatie

Eén van de taken van het immuunsysteem is het organisme (mens en dier) te beschermen tegen de ongewenste effecten van het binnendringen van

Eén van de taken van het immuunsysteem is het organisme (mens en dier) te beschermen tegen de ongewenste effecten van het binnendringen van Samenvatting Eén van de taken van het immuunsysteem is het organisme (mens en dier) te beschermen tegen de ongewenste effecten van het binnendringen van pathogenen, waaronder bacteriën, virussen en parasieten.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Methodes van antilichaam therapie voor kanker

Nederlandse samenvatting. Methodes van antilichaam therapie voor kanker Nederlandse samenvatting Methodes van antilichaam therapie voor kanker Methodes van antilichaam therapie voor kanker 151 INTRODUCTIE TOT HET IMMUUNSYSTEEM Dagelijks wordt de mens blootgesteld aan een uitgebreid

Nadere informatie

OEFENEN EXAMENVRAGEN AFWEER VWO 2002-2006

OEFENEN EXAMENVRAGEN AFWEER VWO 2002-2006 OEFENEN EXAMENVRAGEN AFWEER VWO 2002-2006 Examen 2002-II Monoklonale antistoffen tekst 1: 1 De monoklonale antistoftechniek, waarvoor in 1984 de Nobelprijs is toegekend aan 2 Kohler en Milstein, maakte

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden Het immuun systeem Het immuun systeem is erg complex en vele celtypes dragen bij aan de bescherming tegen virussen en bacteriën. Voor het begrip van dit proefschrift zijn vooral de T cellen van belang.

Nadere informatie

Citation for published version (APA): de Wit, J. (2012). B and T cell crosstalk in anti-bacterial immune responses Amsterdam

Citation for published version (APA): de Wit, J. (2012). B and T cell crosstalk in anti-bacterial immune responses Amsterdam UvA-DARE (Digital Academic Repository) B and T cell crosstalk in anti-bacterial immune responses de Wit, J. Link to publication Citation for published version (APA): de Wit, J. (2012). B and T cell crosstalk

Nadere informatie

Samenvating in het Nederlands

Samenvating in het Nederlands Samenvating in het Nederlands Inleiding Dit proefschrift gaat over de behandeling van solide tumoren met immuuntherapie. Het immuunsysteem herkent en bestrijdt niet alleen schadelijke virussen, bacteriën

Nadere informatie

[IMMUNOLOGIE PORTFOLIO]

[IMMUNOLOGIE PORTFOLIO] 2014 Immunologie.webwetenschap.nl Jacko van de wetering [IMMUNOLOGIE PORTFOLIO] De opdrachten van immunologie bij elkaar gezet in het opdracht. Inhoud Plan van aanpak... 5 Plan van aanpak... 5 Doelgroep

Nadere informatie

Immuunreactie tegen virussen

Immuunreactie tegen virussen Samenvatting Gedurende de laatste eeuwen hebben wereldwijde uitbraken van virussen zoals pokken, influenza en HIV vele levens gekost. Echter, vooral in de westerse wereld zijn de hoge sterftecijfers en

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 6 78 Nederlandse samenvatting Colon kanker Colon (dikke darm) kanker is één van de meest voorkomende kankers en is de tweede doodsoorzaak door kanker in geïndustrialiseerde landen. Het voorstadium van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Introductie Zoals de titel aangeeft, gaat dit proefschrift over het bestuderen van T cel differentiatie door middel van genetische barcoding. Ik ben mij er terdege van bewust dat alleen al deze titel als

Nadere informatie

Basisprincipes tumorimmunologie

Basisprincipes tumorimmunologie Basisprincipes tumorimmunologie Joost Lesterhuis Afd. Medische Oncologie en Tumor Immunologie Nijmegen Centre for Molecular Life Sciences Het afweersysteem beschermt tegen kanker Risico op kanker neemt

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33005 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Vos van Steenwijk, P.J. de Title: Immunology and immunotherapy of high grade cervical

Nadere informatie

I. INLEIDING (12-09-2015) homeostase pathologie pathofysilogie symptomen casus: pijn R - thorax

I. INLEIDING (12-09-2015) homeostase pathologie pathofysilogie symptomen casus: pijn R - thorax Lijst H.H. Tan I. INLEIDING (12-09-2015) homeostase pathologie pathofysilogie symptomen casus: pijn R - thorax diagnostiek: X-thorax bloedonderzoek longscan percussiescan: gestoord verticale scan doppler

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/37233 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tummers, Bart Title: Human papillomavirus targets crossroads in immune signaling

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Chapter 9. Nederlandse samenvatting Chapter 9 Nederlandse samenvatting 150 Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING De natuurlijke afweer van het lichaam wordt verzorgd door het immuunsysteem. Zonder immuunsysteem zouden pathogenen zoals virussen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Inleiding

Nederlandse samenvatting. Inleiding Nederlandse samenvatting 157 Inleiding Het immuunsysteem (afweersysteem) is een systeem in het lichaam dat werkt om infecties en ziekten af te weren. Het Latijnse woord immunis betekent vrijgesteld, een

Nadere informatie

van het onderzoek worden beschreven in hoofdstuk 4. In dit model wordt een primaire immuunrespons nagebootst. Daarbij wordt gebruik gemaakt van B

van het onderzoek worden beschreven in hoofdstuk 4. In dit model wordt een primaire immuunrespons nagebootst. Daarbij wordt gebruik gemaakt van B Samenvatting Het afweersysteem is er op gericht om bescherming te bieden tegen virussen en bacteriën, waaraan ieder mens dagelijks wordt bloot gesteld. Wanneer het lichaam hierdoor bedreigd wordt dan treedt

Nadere informatie

De immunologische achtergrond van orale tolerantie. Femke Broere Assistant professor

De immunologische achtergrond van orale tolerantie. Femke Broere Assistant professor De immunologische achtergrond van orale tolerantie Femke Broere Assistant professor Artritis (Osteo)artritis Slijtage? Immunologisch? Christopher B. Little & David J. Hunter Nature Reviews Rheumatology

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47911 holds various files of this Leiden University dissertation uthor: Jolink, H. Title: Human T-cell responses to spergillus fumigatus: In healthy individuals

Nadere informatie

Bloed, Afweer en Infectieziekten

Bloed, Afweer en Infectieziekten Bloed, Afweer en Infectieziekten Functies Vervoer van stoffen O 2 van longen naar cellen CO 2 van cellen naar longen Voedingstoffen van de dunne darm naar cellen Ureum van de lever naar de nieren Hormonen

Nadere informatie

Table of Contents. Monday, May 27, 2013. Immunologie Page 1

Table of Contents. Monday, May 27, 2013. Immunologie Page 1 Immunologie Page 1 Table of Contents Monday, May 27, 2013 5:27 PM Ch. 1: Inleiding tot het Immuunsysteem Aangeboren (innate) en verworven (adaptive) immuniteit Types adaptieve immuniteit Karakteristieken

Nadere informatie

Het immuunsysteem van de pasgeborene: klaar voor actie? Joris van Montfrans, MD, PhD Kinderarts-immunoloog

Het immuunsysteem van de pasgeborene: klaar voor actie? Joris van Montfrans, MD, PhD Kinderarts-immunoloog Het immuunsysteem van de pasgeborene: klaar voor actie? Joris van Montfrans, MD, PhD Kinderarts-immunoloog j.vanmontfrans@umcutrecht.nl Disclosure slide Research sponsors Stichting Vrienden van het WKZ

Nadere informatie

Het vaccin waarmee de meisjes worden geïnjecteerd, beschermt onder andere tegen HPV18.

Het vaccin waarmee de meisjes worden geïnjecteerd, beschermt onder andere tegen HPV18. Examentrainer Vragen HPV-vaccinatie Baarmoederhalskanker is een vorm van kanker die relatief vaak voorkomt bij vrouwen. De ziekte kan zijn veroorzaakt door een infectie met het humaan papillomavirus (HPV).

Nadere informatie

Nederlandse Samenva ing

Nederlandse Samenva ing Nederlandse Samenva ing Nederlandse Samenva ing De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn de meest voorkomende vormen van chronische ontstekingen van het maag-darm-kanaal. In het engels wordt deze groep

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Behorende bij het proefschrift: Regulation of T cell responses in atherosclerosis Hart- en vaatziekten zijn ondanks het vele onderzoek en de verschillende cholesterol en bloeddruk

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het menselijke Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) is wereldwijd oorzaak nummer 1 van virale luchtweginfecties bij kinderen. In de geïndustrialiseerde wereld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting De mondholte wordt continu blootgesteld aan potentiëel schadelijke microorganismen. Speeksel is van essentieel belang om zowel de orale mucosa als de tanden te beschermen. Speeksel wordt gemaakt door drie

Nadere informatie

Regulation of expression of complement components, complement regulatory proteins, and chemokines in keratinocytes Pasch, M.C.

Regulation of expression of complement components, complement regulatory proteins, and chemokines in keratinocytes Pasch, M.C. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Regulation of expression of complement components, complement regulatory proteins, and chemokines in keratinocytes Pasch, M.C. Link to publication Citation for published

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Neisseria meningitidis of meningokok is een bacterie die regelmatig voorkomt in de neus-keelholte van de mens zonder klachten te veroorzaken. Echter, in sommige gevallen, en dan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Fagocytose van bacteriën door B cellen

Nederlandse samenvatting Fagocytose van bacteriën door B cellen In de mens speelt MHC klasse II antigeen presentatie een tweezijdige rol bij ziekte en gezondheid. Aan de ene kant activeert antigeen presentatie via MHC klasse II moleculen CD4 + T cellen om cytokines

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting, Dankwoord, Curriculum Vitae, List of publications

Nederlandse samenvatting, Dankwoord, Curriculum Vitae, List of publications , Dankwoord, Curriculum Vitae, List of publications Nederlandse samenvatting Respiratoir syncytieel virus (RSV, beter bekend als het RS-virus) is bij zuigelingen de meest voorkomende oorzaak van ernstige

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Een karakteristieke eigenschap van astma is ontsteking van de luchtwegen. Deze ontsteking wordt gekenmerkt door een toename van ontstekingscellen in het longweefsel. De overgrote meerderheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 Immunity to Microbes E. Sietsema

Hoofdstuk 15 Immunity to Microbes E. Sietsema Hoofdstuk 15 Immunity to Microbes E. Sietsema General features of immune responses to microbes Alhoewel antimicrobiële verdedigingsreacties erg variëren, zijn er een paar algemene eigenschappen voor immuniteit

Nadere informatie

Chapter IX. Samenvatting

Chapter IX. Samenvatting Chapter IX Samenvatting Chapter 9 Inleiding Multiple Organ Dysfunction Syndrome (MODS) is een ernstige complicatie bij zwaar gewonde patiënten. MODS gaat gepaard met een hoog sterftecijfer (40 tot 60 %)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Nederlandse samenvatting Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Baarmoederhalskanker is de op een na meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Elk jaar krijgen wereldwijd ongeveer 500.000

Nadere informatie

Appendix. Nederlandse samenvatting voor niet-ingewijden

Appendix. Nederlandse samenvatting voor niet-ingewijden I Nederlandse samenvatting voor niet-ingewijden Inleiding Het centraal zenuwstelsel Het centraal zenuwstelsel (CZS) bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het is opgebouwd uit miljarden cellen. Het

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 146 Klinische en immunologische aspecten van pretransplantatie bloedtransfusies Inleiding Bloedtransfusies worden in de meeste gevallen gegeven aan patiënten die een tekort hebben

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Hexachloorbenzeen

Nederlandse samenvatting Hexachloorbenzeen Hexachloorbenzeen Hexachloorbenzeen (HCB; C 6 Cl 6 ) is een organochloorverbinding (Figuur 1) die in het verleden werd gebruikt als bestrijdingsmiddel tegen schimmels. Mede door de schadelijke effecten

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen

Nadere informatie

Tentamen B: correctievoorschrift 5 november 2004

Tentamen B: correctievoorschrift 5 november 2004 Thema 2.1: Infectie- en Immuunziekten Tentamen B: correctievoorschrift 5 november 2004 Tentamencoördinator mw. Dr. I. Bakker Tentameninformatie Het tentamen bestaat uit 68 vragen, waarvan 53 gesloten en

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting EJA van Wanrooij Hart en vaatziekten zijn de meest voorkomende doodsoorzaak in de westerse wereld. De onderliggende oorzaak van infarcten en beroertes

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming

Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming Samenvatting door een scholier 1387 woorden 20 januari 2006 7,4 143 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 7 Bescherming Basisstof 1:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In het menselijk lichaam heeft het maagdarmstelsel de belangrijke taak om het voedsel te verteren en voedingsstoffen tot zich te nemen. Om deze functie uit te voeren bestaat het

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Vulvaire intra-epitheliale neoplasie (VIN) is een relatief weinig voorkomende afwijking aan de schaamlippen met vaak een langdurig beloop en recidiverend karakter. VIN is een voorstadium

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Allergie, astma, mycobacteriën en Nramp1. Astma is een een chronische ziekte die gekenmerkt wordt door een chronische ontsteking van de luchtwegen en door overgevoeligheid van de luchtwegen

Nadere informatie

Modulating T cell homeostasis via TNF and TNFR superfamily members : characterization and function of effector & regulatory T cells van Olffen, R.W.

Modulating T cell homeostasis via TNF and TNFR superfamily members : characterization and function of effector & regulatory T cells van Olffen, R.W. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Modulating T cell homeostasis via TNF and TNFR superfamily members : characterization and function of effector & regulatory T cells van Olffen, R.W. Link to publication

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/24378 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Melief, Sara Marie Title: Immunomodulatory properties of human multipotent stromal

Nadere informatie

Inleiding. Chapter 11. Achtergrond en doel van het onderzoek

Inleiding. Chapter 11. Achtergrond en doel van het onderzoek Chapter 11 Inleiding Achtergrond en doel van het onderzoek Kanker is na hart en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. Per jaar wordt in Nederland bij ongeveer 70.000 mensen kanker vastgesteld

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING 112 NEDERLANDSE SAMENVATTING Immuunsysteem Het immuunsysteem bestaat uit een samenwerkingsverband tussen verschillende cellen in het lichaam die samenwerken om schadelijke cellen en organismen (kankercellen,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47927 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Kerkman, Priscilla F. Title: Identification and characterization of anti-citrullinated

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Schistosomen en het immuunsysteem van de gastheer De parasieten van de schistosoma familie zoals Schistosoma mansoni en Schistosoma haematobium veroorzaken de ziekte schistosomiasis, ook wel

Nadere informatie

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting CHAPTER 10 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Al sinds mensenheugenis is het mensen opgevallen dat infectieziekten bij de ene persoon veel ernstiger verlopen dan bij de andere. Terwijl

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/36504 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Esch, Edith van Title: Clinical implications of immune cell infiltration in vulvar

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden

Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden De rol van dendritische cellen in de afweerreactie tegen infecties Het immuunsysteem is in de loop van de evolutie

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting 105 Chapter 8 Reumatoïde artritis Reumatoïde artritis (RA) is een auto-immuunziekte, die gekarakteriseerd wordt door ontstoken gewrichten. Dit leidt tot pijnlijke gewrichten

Nadere informatie

Chapter 7. Nederlandse samenvatting

Chapter 7. Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 118 Lipopolysaccharide (LPS), ook wel endotoxine genaamd, is een antigeen die een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling en/of verergering van verschillende

Nadere informatie

TRALI. Transfusion Related Acute Lung Injury. L. Porcelijn 12 11 2009

TRALI. Transfusion Related Acute Lung Injury. L. Porcelijn 12 11 2009 TRALI Transfusion Related Acute Lung Injury Definitie TRALI Incidentie Kliniek Fysiologie/Pathologie Diagnose Preventie Definitie Acute Lung Injury (ALI) Acuut begin Hypoxemie: PaO2/FIO2 < 300 mm Hg of

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H9 + 6.5

Samenvatting Biologie H9 + 6.5 Samenvatting Biologie H9 + 6.5 9.1 Ziekteverwekkers Kenmerken van groepen organismen waartoe ziekteverwekkers kunnen behoren: Bacteriën: produceren giftige stoffen ziek, meestal wordt er antibiotica tegen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Chapter 8 112 Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Insulin induceert complexe responsen in perifere weefsel zoals de skeletspier, vet, hart, lever en het brein om

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 210 Nederlandse samenvatting Zuurstofradicalen en antioxidanten in multiple sclerosis 1. Multiple sclerosis Multiple sclerose (MS) is een chronische ontstekingsziekte van het centraal

Nadere informatie

Immune activation and lineage fate decisions: Inducing a shift of program Libregts, Sten

Immune activation and lineage fate decisions: Inducing a shift of program Libregts, Sten UvA-DARE (Digital Academic Repository) Immune activation and lineage fate decisions: Inducing a shift of program Libregts, Sten Link to publication Citation for published version (APA): Libregts, S. F.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45885 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kersten, K. Title: Pulling the strings on anti-cancer immunity Issue Date: 2017-02-07

Nadere informatie

Op weg naar immuun interventie in MS. Nederlandse samenvatting

Op weg naar immuun interventie in MS. Nederlandse samenvatting Op weg naar immuun interventie in MS Nederlandse samenvatting Multiple sclerosis en de rol van αb-crystalline Multiple sclerosis is een chronische ontstekingsziekte van het centraal zenuwstelsel (CZS),

Nadere informatie

Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Nederlandse samenvatting Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,

Nadere informatie