Wat punt nul...? Web 2.0 en voortgezet onderwijs mbo-leerlingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat punt nul...? Web 2.0 en voortgezet onderwijs mbo-leerlingen"

Transcriptie

1 Wat punt nul...? Web 2.0 en voortgezet onderwijs mbo-leerlingen

2 Wat punt nul...? Web 2.0 en voortgezet onderwijs mbo-leerlingen Een kwalitatief onderzoek naar het gebruik van informele leermiddelen en Web 2.0 door leerlingen van voortgezet onderwijs en mbo in het onderwijs BMC in samenwerking met Lectoraat Crossmedia, Faculteit Communicatie en Journalistiek. Hogeschool Utrecht januari 2009 Versie 10 Emiel Kanters Harry van vliet Dennis Ringersma Michaela Zwaan Ben Zwaan Ben Kokkeler Geert Bossers Correspondentie: S

3 INHOUD SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK 1 AANLEIDING 5 HOOFDSTUK 2 CONTEXT VAN DE OPDRACHT: WEB HOOFDSTUK 3 DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK EN DE ONDERZOEKSVRAGEN Gevolgde werkwijze Fasering onderzoek 10 HOOFDSTUK 4 BEVINDINGEN UIT DE INTERVIEWS Inleiding Toegang tot en gebruik van Internet door leerlingen Online activiteiten thuis Online-activiteiten op school Leerlingen over computers en Internet in het onderwijs 25 HOOFDSTUK 5 BEVINDINGEN LITERATUURSTUDIE Feiten en Cijfers Web 2.0 in het onderwijs 38 HOOFDSTUK 6 DISCUSSIE Web 2.0 als concept Jongeren en hun Web 2.0 activiteiten Generatietyperingen ICT versus informatievaardigheden Web 2.0 en het leren Internetgebruik in relatie totale vrijetijdbesteding 52 HOOFDSTUK 7 AFSLUITENDE CONCLUSIES 54 HOOFDSTUK 8 LITERATUURLIJST 55 2/57

4 Samenvatting In opdracht van Kennisnet heeft BMC onderzoek verricht naar het gebruik van informele leermiddelen en Web 2.0 door leerlingen van voortgezet onderwijs (vo) en mbo in het onderwijs. De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen van inzicht in het gebruik en de opbrengsten van informele leermiddelen en toepassing van Web 2.0 voor leren door leerlingen vo en mbo. Dit heeft geleid tot de volgende onderzoeksvragen: In welke mate hebben leerlingen ervaringen met gebruik van informele leermiddelen en toepassingen van Web 2.0 en welke opbrengsten ervaren zij daarvan voor het leren? Welke empirisch gefundeerde inzichten zijn in de literatuur beschikbaar over opbrengsten van informele leermiddelen en Web 2.0 voor het leren? Welke kansen en bedreigingen zien leerlingen voor de inzet van informele leermiddelen en Web 2.0 bij de inrichting en organisatie van leerprocessen? Welke rol zien leerlingen weggelegd voor de docent bij het gebruik van informele leermiddelen en Web 2.0 voor het leren? Er is inzicht verkregen door middel van, enerzijds een kwalitatief onderzoekgedeelte waarin 106 leerlingen uit het vo en mbo zijn geïnterviewd en anderzijds een literatuurstudie. Uit de interviews komt het beeld naar voren dat jongeren Web 2.0 toepassingen zeer selectief, maar in de meeste gevallen wel intensief, gebruiken. Namelijk dat wat past in hun belangrijkste behoeften: communiceren met vrienden en 'spelen' met hun identiteit. Dit verklaart de populariteit van msn'en, chatten en profielsites. Deze communicatiemiddelen worden ook, in geringe mate, ingezet om informatie uit te wisselen over schoolactiviteiten (cijfers, lokalen en opdrachten). Andere Web 2.0 toepassingen zijn veelal onbekend (bijvoorbeeld Really Simple Syndication (RSS), social bookmarking, tagging) bij de geïnterviewde jongeren en worden amper gebruikt. Als je uitleg geeft over Web 2.0 toepassingen zien jongeren wel de handigheid van sommige nieuwe Web 2.0 toepassingen in, maar het is erg onwaarschijnlijk dat zij deze uit zichzelf zullen inzetten bij het leren. Het inzetten in het onderwijs van Web 2.0 toepassingen die jongeren wel veel gebruiken, kan op gespannen voet staan met de 'vrijplaats' die bijvoorbeeld msn'en en Hyves voor jongeren zijn. De rol van de docent wordt door de jongeren niet anders gezien dan in voorgaande generaties. Het is niet zo dat leerlingen een kloof ervaren, die gebaseerd is op het wel of niet aanwezig zijn van ICT-vaardigheden van docenten. Als er al over een kloof gesproken kan worden, dan heeft deze meer te maken met de scheiding tussen privé-domein en schooldomein van de leerling en dat is er een die al vele decennia oud is. De bevindingen uit de interviews worden ondersteund door recente internationale onderzoeksgegevens. 3/57

5 Hieruit blijkt dat voor generatietyperingen, zoals die in de literatuur worden aangetroffen: Net-generation, Nintendo-generatie, generation C (content), screenagers, Einstein-generatie, Internetgeneratie, digitale generatie, digital natives, Millennials, dotcom-generatie, joystick-generatie, de sms-generatie, homo zappiens et cetera, er nauwelijks wetenschappelijk bewijs is. Jongeren worden een hoop kwaliteiten toegedicht, omdat zij opgroeien in een tijd met computers. Echter het aanwezig zijn van deze (internet) technologie (Web 2.0) wil nog niet zeggen dat alle jongeren deze kwaliteiten, in dezelfde mate, bezitten en totaal ander gedrag laten zien dan voorgaande generaties. Kortom, op het eerste oog lijkt de wereld van de jongere flink veranderd te zijn door internettechnologie, maar bij nadere beschouwing ontstaat een veel genuanceerder beeld. Met name de vorm (het medium) is veranderd, maar de behoeften blijven dezelfde. Leren (voor school) wordt nog steeds als een verplichting gezien met zijn eigen regels en plichten en informele tools en de mogelijkheid deze te gebruiken, maken dat niet veel anders. 4/57

6 Hoofdstuk 1 Aanleiding In 2007 liet Kennisnet in het kader van het mbo-actieplan Verbonden met ICT (Kennisnet 2005) een onderzoek uitvoeren naar de inzet van informele leermiddelen en Web 2.0 door docenten in het onderwijs dat zij verzorgen (Onstenk 2007). Deze toepassingen maken online interactie tussen mensen mogelijk en ondersteunen en familietrek, zo het ontstaan van gemeenschappen (communities) waarin samen wordt gewerkt en/of geleerd. Daarom wordt ook wel gesproken van social software. In het onderzoek van Onstenk wordt gekeken naar de mogelijkheden om deze programma s te gebruiken als informeel leermiddel in het onderwijs. Informeel, omdat er geen uitgever aan te pas komt. Informeel ook, omdat de gedachte is dat het initiatief veel meer bij de student dan bij de docent ligt. Informeel ten slotte ook omdat er minder sprake is van vooraf geplande leerinhouden of leerresultaten (pagina 2). Wij sluiten ons bij deze omschrijving aan. Uit het onderzoek van Onstenk blijkt dat het feitelijk gebruik van Web 2.0 leermiddelen nog mondjesmaat is. Dat ondanks het allerwegen onderschreven belang van communicatie studenten nog nauwelijks gebruik maken van Web 2.0 leermiddelen zoals podcasts bij de uitvoering van prestaties of het gebruik van blogs bij verslagen, feedback en rapportage. Dit geldt zelfs voor de gesubsidieerde Web 2.0 projecten die zich hier expliciet op richten (zie pagina 32). Of leerlingen de interactieve mogelijkheden en zoekfuncties van Web 2.0 op eigen initiatief gebruiken bij de vormgeving van hun leerproces en het leren, is in dit onderzoek de centrale vraag. In opdracht van Kennisnet voerde BMC in samenwerking met het lectoraat Crossmedia van de Hogeschool Utrecht tussen mei en oktober 2008 een kwalitatief onderzoek uit naar het gebruik van informele leermiddelen door leerlingen in het vo en het mbo. Aan de hand van interviews met leerlingen en een beperkte literatuurstudie, is geïnventariseerd wat de ervaringen van jongeren zijn met Web 2.0, het gebruik ervan door hen bij het leren en de motivatie hiervoor. De scope van dit rapport is beperkt tot het vo en mbo en is explorerend van aard. De resultaten van dit onderzoek vindt u in dit rapport. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de context van de opdracht beschreven, waarna in hoofdstuk 3 de onderzoeksvragen en -opzet wordt beschreven. De bevindingen uit de interviews met leerlingen over het gebruik van Web 2.0 zijn te vinden in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat vervolgens in op de achtergronden (literatuur) en het gebruik van Web 2.0 in zowel het privé- als het schooldomein. In het daaropvolgende hoofdstuk wordt ingegaan op de betekenis van de verzamelde gegevens en volgt de analyse en discussie. In het laatste hoofdstuk vindt men de afsluitende conclusies. 5/57

7 Hoofdstuk 2 Context van de opdracht: Web 2.0 Een meisje dat in haar slaapkamer zingt, de daarvan gemaakte filmpjes online zet en binnen de kortste keren een duet zingt met popidool Justin Timberlake. De publicatie van de film Fitna op internet die leidt tot allerlei filmpjes met reacties vanuit de hele wereld. Een merk dat een fictief profiel van een aantrekkelijke vrouw aanmaakt op een sociaal netwerk website en haar positief over het merk laat praten. Een encyclopedie die wordt geschreven door mensen van over de hele wereld. De slachtoffers van de orkaan Katherina die zichzelf organiseren via internet. Amateurfilmpjes van spontaan in brand vliegende laptops die de producent dwingen tot maatregelen. Een presidentskandidaat die via internet zijn campagne organiseert en financiert. Een wereldwijde community van mensen die foto s verzamelt van stoelen waarop niemand zit Het internet ontwikkelt zich steeds verder. Niet alleen in het aantal aansluitingen en de toenemende bandbreedte, maar ook in de soort content die zich een weg baant over het netwerk, de integratie met andere mediakanalen, de manieren waarop het internet wordt gebruikt en door wie. Sommigen zien deze ontwikkelingen als een logische uitwerking van de visie die vanaf het begin achter het internet zat: een ruimte waarin mensen interactief met elkaar verbonden zijn. Anderen benadrukken juist de groeispurts waarin het internet soms terechtkomt. Web 2.0 is voor de een (Tim Berners-Lee) een verwezenlijking van dat wat er altijd al inzat en daarmee een renaissance van het oorspronkelijke idee achter het World Wide Web, voor de ander (Tim O Reilly) is het een aanduiding voor zo n groeispurt (Anderson, 2007). Welke typering ook de juiste moge zijn, duidelijk is dat de laatste jaren het Internet steeds prominenter het karakter heeft gekregen van een platform waar meer individuen dan ooit informatie vergaren en uitwisselen, gezamenlijk kennis opbouwen, zichzelf ontplooien, en content creëren die voor iedereen zichtbaar is, van tags wordt voorzien en hergebruikt in allerlei mashups, photofucks en wat al niet meer zij. Deze activiteiten zijn mogelijk door het gebruik van een aantal toepassingen die, overigens al langer, beschikbaar zijn op het internet. Wij noemen er vijf. Blogs, oftewel weblogs, zijn veelal simpele webpagina s met korte stukjes tekst (posts) die zeer regelmatig worden aangevuld en chronologisch zijn geordend met de meest recente bovenaan of voorop. Mensen kunnen commentaar leveren op de tekst. Blogs kunnen verwijzen naar andere blogs (blogroll) en de community van alle bloggers wordt wel aangeduid met de term blogosphere. Er ontstaan steeds meer varianten: audioblogs (podcasts), video blogs (vlogs of vodcasts), bloggen via je mobiele telefoon (mob-blogging), en het zogenaamde micro-bloggen of twitteren, korte stukjes tekst die je meteen uitwisselt met anderen. Via RSS-feeds kunnen mensen zich abonneren op een blog of website om de laatste wijzingen door te krijgen zonder steeds de blog/website te hoeven bezoeken. 6/57

8 Wiki s zijn een set van webpagina s via hyperlinks met elkaar verbonden, waarvan de content gemakkelijk door iedereen aangepast kan worden. Wiki s zijn bedoeld om gezamenlijk aan nieuwe content te werken vanuit de gedachte dat de groep meer weet dan een individu. Het bekendste voorbeeld is Wikipedia, de online encyclopedie. In het verlengde hiervan kunnen applicaties worden gezien die in realtime het gezamenlijk redigeren van een tekst mogelijk maken, zoals bijvoorbeeld Synchroedit ( en SubEthaEdit ( Social bookmarking en social tagging verwijzen naar het delen met anderen van je favoriete links of tags. Bij social bookmarking kunnen favoriete websites via hun links gedeeld worden met anderen. Het bekendste voorbeeld is del.ico.us. Tags zijn trefwoorden die aan allerlei informatie (video's, foto s en personen) gekoppeld kunnen worden, zodat zij makkelijk terug te vinden en te ordenen zijn. Er zijn vele toepassingen en websites waarbij tags gekoppeld kunnen worden aan foto s, video en podcasts zoals YouTube, Flickr, LibraryThing. Via een zogenaamde tag cloud wordt gevisualiseerd welke tags het meest gebruikt zijn. De onderlinge (semantische) samenhang van de door gebruikers gegenereerde tags wordt aangeduid met de term folksonomy, als variant op de term taxonomie, zijnde een geformaliseerde beschrijving. Social network websites, dit zijn websites waar een gebruiker een profiel van zichzelf kan aanmaken waarin zaken zijn opgenomen als interesses, hobby s, persoonlijke gegevens, voorkeuren voor muziek en films, foto s en dergelijke. Deze profielen kunnen onderling gekoppeld en gegroepeerd worden zodat communities ontstaan. Die communities kunnen ontstaan op basis van een gedeelde interesse of vanuit een (oude) vrienden- en kenniskring. De bekendste zijn FaceBook, MySpace en Hyves. Er zijn ook meer zakelijke varianten, zoals LinkedIn, waarin netwerken van professionals ontstaan. Soms wordt deze categorie ook wel aangeduid met social software (Gorissen, 2006), hoewel die term oorspronkelijk een bredere betekenis heeft namelijk als software die groepsinteractie ondersteunt waaronder dan ook teleconferenties, datingsites en MMORPG vallen (Owen et al., 2006), en daarmee min of meer samenvalt met wat hier, in de breedte, Web 2.0 wordt genoemd. Virtuele werelden, dit zijn 3D-omgevingen waarin handelingen kunnen worden verricht en waar interactie mogelijk is met andere bezoekers, via hun avatars. Bekendste voorbeelden hiervan zijn Habbo Hotel, ActiveWorlds en Second Life. Deze diverse toepassingen kennen veel overlap, niet alleen in de onderliggende technologie, maar ook in het dagelijks gebruik ervan (zie volgende sectie). Een sluitende definitie van Web 2.0 is dan ook moeilijk te geven. 7/57

9 Web 2.0, los van de gebruikte technologieën, gaat in ieder geval om de volgende drie wezenlijke kenmerken: 1. De activiteit van de gebruiker zelf, door bijvoorbeeld eigen content publiek te maken via het internet (user generated content, (UGC)), waar dan vaak meteen de opmerking aan wordt gekoppeld dat jongeren op grote schaal content maken en aanbieden op het internet (Hermes & Janssen, 2006, pagina 167). Dat is nog maar de vraag (zie volgende sectie). Bovendien is het verstandig een onderscheid te maken in de verschillende soorten UGC, omdat het anders een containerbegrip wordt. Wij kunnen vijf soorten UGC onderscheiden: Content generatie, de bekendste soort, waarin door een gebruiker content wordt ingebracht, zoals foto s (Flickr), video s (YouTube), kennis (Wikipedia) en blogs. Tag generatie, waarbij aan bestaande content tags worden toegevoegd, zoals bij Fabchannel waar fans van popconcerten tags en opmerkingen achterlaten bij videoregistratie van live concerten. Link generatie, waarbij een verbinding wordt gelegd naar andere content, die kan zijn naar content (del.ico.us), mensen (MySpace, Hyves), gebeurtenissen (UpComing). Mash-Ups, waarbij bestaande services worden gecombineerd, zoals misdaadcijfers met de locatie waar ze voorkomen (misdaadkaart.nl). Gedrag generatie, door webdiensten te gebruiken worden sporen achtergelaten die andere gebruikers weer beïnvloeden, zoals hoe vaak een filmpje is bekeken of welke nummers geluisterd worden (last.fm). 2. Het delen van elkaars tijd, kennis en vaardigheden (soms aangeduid met termen als crowdsourcing en the wisdom of crowds). Bijvoorbeeld Owen et al. (2006) leggen hier sterk de nadruk op: The significant attributes that these new tools and services display are that they are about knowledge creation, knowledge management, knowledge sharing and knowledge dissemination. Keywords have been creation, collaboration and communication. These technologies are changing the way we are able to deal with knowledge. (pagina 58). 3. Het hebben van rijke ervaringen waarbij vaak een crossmediale strategie wordt ingezet, zodat de gebruiker op iedere plek en op ieder moment omringd wordt door en in contact staat met digitale informatie (van Vliet, 2008a). Populaire omschrijvingen van Web 2.0 zijn: de ontwikkeling van media naar we-dia, van consumenten naar prosumers, van een read-only web naar een read/write web, van push naar pull, van 15 Minutes of fame naar 15 Megabytes of fame. Op zich zijn sommige kenmerken ook weer niet nieuw: denk aan de ingezonden brieven in de krant en de home-video s die al jaren een plek hebben op televisie als user generated content. Echter de schijnbaar grote vlucht die dit genomen heeft, heeft te maken met het gemak waarmee dit kan en het feit dat Internet als podium direct beschikbaar is en interactiviteit stimuleert. De populariteit van websites zoals YouTube, MySpace en FaceBook onderschrijft dit. Het algemeen gedeelde beeld is dat naast de traditionele media zo andere processen ontstaan waarin burgers/consumenten een actieve rol vervullen: Dankzij het Internet en digitale publicatie technologieën hebben jongeren volop mogelijkheden gekregen om digitale content zelf te creëren, te mixen en te delen. 8/57

10 Voorheen was dit voorbehouden aan traditionele poortwachters als omroepen, uitgevers van kranten en tijdschriften, en platenmaatschappijen. (Hermes & Janssen, 2006, pagina 160) en Met behulp van een digitale (video)camera, desktop publishing of blogging software worden hobbyisten en amateurs (semi)professionals. (pagina 164). Dit kan ook doorslaan in het beeld van individuen die als David de Goliaths van deze wereld (bijvoorbeeld de muziekindustrie) een slag weten toe te brengen (Reynolds, 2006). De werkelijke concrete voorbeelden zijn echter gering, en diegene die vanuit de communities omhoog komen (The Arctic Monkeys via MySpace, Esmee Denters via YouTube) worden snel ingekapseld door de 'oude' media. Het zou ook vreemd zijn als uitsluitend de mogelijkheid een podium te kunnen betreden mensen massaal met werkelijk talent zou uitrusten (van Vliet, 2008a). 9/57

11 Hoofdstuk 3 Doelstelling van het onderzoek en de onderzoeksvragen De doelstelling van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in het gebruik en de opbrengsten van informele leermiddelen en toepassing van Web 2.0 voor het leren door leerlingen vo en mbo. Dit leidde tot de volgende onderzoeksvragen: In welke mate hebben leerlingen ervaringen met gebruik van informele leermiddelen en toepassingen van Web 2.0 en welke opbrengsten ervaren zij daarvan voor het leren? Welke empirisch gefundeerde inzichten zijn in de literatuur beschikbaar over opbrengsten van informele leermiddelen en Web 2.0 voor het leren? Welke kansen en bedreigingen zien leerlingen voor de inzet van informele leermiddelen en Web 2.0 bij de inrichting en organisatie van leerprocessen? Welke rol zien leerlingen weggelegd voor de docent bij het gebruik van informele leermiddelen en Web 2.0 voor het leren? 3.1 Gevolgde werkwijze Voor de uitvoering van het onderzoek werd een onderzoeksteam samengesteld, bestaande uit drie senior adviseurs van BMC en de lector Crossmedia van de Hogeschool Utrecht. De interviews met de leerlingen zijn onder hun begeleiding door drie jonge professionals afgenomen (Xopp-ers, BMC bedrijfsonderdeel van afgestudeerde hbo-ers/academici). Dit is een bewuste keuze geweest. Dit omdat de onderzoekers de mening zijn toegedaan dat als je onderdeel uitmaakt van de te onderzoeken groep (jongeren), je de afstand tot de jongere verkleind en daardoor de kans op meer valide antwoorden vergroot. De kenniskring van het lectoraat Crossmedia diende als inhoudelijk klankbord. Door middel van een digitale werkomgeving en regelmatig overleg heeft dit team onder leiding van een projectleider de werkzaamheden uitgevoerd. Er is daarnaast ook regelmatig contact geweest met de opdrachtgever om zaken af te stemmen. Na presentatie van de eerste resultaten heeft er ook nog een sessie plaatsgevonden met een klankbordgroep, ingesteld door Kennisnet zelf, met een vertegenwoordiging van vo en mbo-bestuurders. Na deze klankbordsessie is het definitieve rapport opgeleverd. 3.2 Fasering onderzoek Het onderzoek heeft plaatsgevonden tussen mei en november 2008 en bestond uit vier fasen: 10/57

12 Fase 1: deskresearch, ontwikkelen theoretisch kader en opstellen vragenlijst Het onderzoek is gestart met een bronnen- en literatuurstudie waarin rekening gehouden is met de volgende vijf aspecten: de rol van de leerling in het leerproces (de lerende als consument versus de lesgevende als producent; verschillende curriculum perspectieven: de verwachtingen van de leerling over het gebruik van informele leermiddelen en Web 2.0 binnen het onderwijs (intended), het daadwerkelijke gebruik ervan (implemented), en de resultaten van het gebruik (attained). Vier in Balans en de randvoorwaarden; de leefwereld van de jongeren en als laatste de scheiding tussen privé en school. Dit heeft geresulteerd in onderstaande matrix en heeft geleid tot de uiteindelijke vorming van de vragenlijst en bevindingen uit de literatuur, zoals deze nu voorliggen. Tabel 1: Matrix van aandachtspunten voor het onderzoek Context Intended Implemented Attained Ervaring van Ervaringen van leerlingen privé leerlingen in les Aansluiting bij beleveniswereld van jongeren Welke kansen/bedreigingen zien leerlingen? Welke rol zien leerlingen voor de docent? Waarom wordt het leermiddel gebruikt? Wat wordt er met het leermiddel geleerd? Hoe wordt geleerd? Hoe ondersteunt de docent het leren? Inzichten in literatuur over opbrengsten Welke opbrengsten ervaren leerlingen? Hoe wordt het geleerde vastgesteld? Met welk doel wordt het leermiddel gebruikt? Met welke andere materialen wordt geleerd? De kwaliteit van de onderwijsresultaten Visie op onderwijs Kennis en vaardigheden Met wie wordt geleerd? Waar wordt geleerd? Rol van student Wanneer wordt geleerd? Software/Content ICT-infrastructuur Rol van student Aanwezigheid Gebruik Ervaringen Opbrengsten Kansen en bedreigingen Handreikingen /57

13 Fase 2: inventarisatie en selectie van scholen/leerlingen Parallel aan de ontwikkeling van de literatuurstudie en de vragenlijst werden scholen telefonisch en/of schriftelijk benaderd met het verzoek om medewerking te verlenen aan het onderzoek. Er zijn twintig scholen benaderd om uiteindelijk medewerking te verkrijgen van een twaalftal scholen. Op basis van eigen kennis van onderwijsinstellingen, bestudering van de schoolplannen, websites en gespreken met directies van de desbetreffende instellingen is getracht om in de selectie van de scholen rekening te houden met drie categorieën: Progressieve scholen. Neutrale scholen. Conservatieve scholen. De termen progressief, neutraal en conservatief zeggen niets over het pedagogisch/didactisch klimaat, maar vooral iets over in hoeverre de scholen aan de vier bouwstenen van het Vier in Balans Model voldoen te weten; visie, kennis, programmatuur en hardware plus de condities leiderschap en samenwerking (Kennisnet 2004). Op het moment dat een school namelijk hoog scoort op deze variabelen zegt dat iets over het efficiënt en effectief gebruik van ICT op die school. Deze indeling hebben wij enkel en alleen maar gebruikt voor spreiding van de te onderzoeken groep. Het is niet bedoeld om aan deze onderscheiden groepen conclusies te verbinden op basis van de gevonden resultaten. De aard van het exploratieve/beschrijvende onderzoek leent zich daar niet voor. Omdat het benaderen van de scholen rond de zomervakantie plaatsvond, bleken veel onderwijsinstellingen in verband met de afsluiting van het schooljaar en de voorbereiding van het nieuwe jaar geen tijd te hebben voor deelname aan het onderzoek. Uiteindelijk hebben tien scholen hun medewerking verleend. Door praktische omstandigheden en het feit dat de interviewers met soortgelijke resultaten uit de interviews kwamen is besloten met tien scholen te volstaan in plaats van de voorgenomen twaalf scholen. Het onderzoeksteam heeft in de periode juli - oktober 2008, verspreid over het hele land, in totaal vijf vo-scholen en vijf mbo-scholen van verschillende denominatie bezocht. De aard en de omvang van het onderzoek beperkte de mogelijkheden om een volledig representatieve steekproef van leerlingen uit het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs samen te stellen. Wel is getracht om de spreiding in opleiding, niveau, leeftijd, woonomgeving, en type school (vo of mbo) zo groot mogelijk te maken. Wij hebben daarom gewerkt met een zogenaamde leerlingenmatrix waarin wij konden zien wat voor een soort leerlingen wij al geïnterviewd hadden. 12/57

14 Fase 3: Gegevensverzameling Interviews Per school zijn gemiddeld tien leerlingen geïnterviewd, in totaal 106. De meeste interviews werden individueel afgenomen, er zijn een paar groepsinterviews gehouden. Van enkele (30) interviews zijn audio/video-opnamen gemaakt. Quotes, zinsneden en beelden van deze respondenten zijn gebruikt ter illustratie van de resultaten van dit onderzoek. Scholen hebben toestemming gegeven voor het gebruik van deze gegevens. Op sommige scholen werden de te interviewen leerlingen in samenspraak met de directie/docent geselecteerd. Op andere scholen benaderde het onderzoeksteam met toestemming van de directie hiervoor zelf leerlingen. De interviews zijn uitgevoerd door telkens twee onderzoekers, waarvan een onderzoeker alle interviews heeft bijgewoond en uitgewerkt. Validatie van de interviews per leerling vond plaats door uitspraken van de geïnterviewde respondenten onderling te vergelijken en waar mogelijk in relatie te plaatsen tot het analysekader. Validatie van de verslagen en bevindingen is georganiseerd door middel van een review door de twee onderzoekers die niet bij het betreffende schoolbezoek betrokken waren. Naast de schoolbezoeken zijn er ook interviews afgenomen met workshopleiders van Picnic Young. Picnic Young is een samenwerkingsverband tussen Waag Society, Creative Learning Lab, Stichting Kennisnet en het SURFnet/Kennisnet innovatieprogramma. Picnic Young wil nieuwe media en creatieve technologie ondersteunen en talent- en competentieontwikkeling stimuleren bij schooljongeren. Hiervoor hebben zij een week lang in het Pakhuis de Zwijger workshops verzorgd met als onderwerpen het maken van een podcast, korte animaties of bijvoorbeeld een nieuwsuitzending. Van alle interviews zijn, uitsluitend voor eigen gebruik door het onderzoeksteam, korte verslagen gemaakt. Deze interviews, en al het andere ruwe materiaal, zijn terug te vinden in de online samenwerkingsomgeving op Surfgroepen. Kennisnet heeft hier toegang toe. Literatuuronderzoek Vanuit het analysekader is gericht literatuur verzameld. Hierbij zijn bronnen aangedragen door Kennisnet, BMC en de Kenniskring Crossemedia van de Hogeschool Utrecht (HU) (zie literatuurlijst). Op basis van deze stukken is het literatuuronderzoek vorm gegeven. 13/57

15 Fase 4. resultatenanalyse De bevindingen uit de interviews zijn vergeleken met de uitkomsten uit andere onderzoeken en besproken met de kenniskring van het lectoraat en daarnaast nog met de klankbordgroep van Kennisnet. In deze klankbordgroep zaten representanten van zowel het mbo en het vo. Op basis van deze bespreking is het rapport bijgesteld en verbeterd. 14/57

16 Hoofdstuk 4 Bevindingen uit de interviews 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de bevindingen van het veldonderzoek onder 106 leerlingen behandeld. De interviews waren gericht op het verkrijgen van inzicht in het gebruik van informele leermiddelen en Web 2.0 door leerlingen in het vo en in het mbo. In het bijzonder wordt ingegaan op een drietal deelvragen, waarin ervaringen en opbrengsten, kansen en bedreigingen en de rol van de docent met betrekking tot informele leermiddelen en toepassingen van Web 2.0, centraal staan. Er zijn vijf vo-scholen en vijf mbo-scholen bezocht in de provincies Friesland, Noord- Holland, Zuid-Holland, Overijssel, Drenthe, Gelderland en Limburg. In totaal zijn er 106 leerlingen geïnterviewd. De interviews werden grotendeels individueel afgenomen en namen tien tot vijftien minuten in beslag. Er zijn ook twee groepsinterviews geweest (tweemaal tien personen). Deze duurden vijftien tot twintig minuten. De leeftijd van de geïnterviewde vo-leerlingen varieerde van dertien tot achttien jaar. De geïnterviewde mbo-leerlingen waren zestien tot 24 jaar oud. Zie onderstaande tabel voor meer gegevens. Stad School Aantal leerlingen + Geslacht opleiding Nijmegen vo 3 vmbo eerste jaars 3 vmbo vierde jaars 4 havo derde en vierde jaars 2 vwo vierde jaars 2 M 1 V 3 M 1 M 3 V 2 V Alkmaar vo 10 vmbo derde jaars 6 M 4 V Gorinchem mbo 7 mbo ICT niveau 3 4 mbo Handel/administratie niveau 3 6 M 1 V 2 M 2V Zwolle vo 4 vmbo-t 3 havo 2 vwo Roermond mbo 9 mbo niveau 4 zorg 2 mbo niveau 4 techniek Leeuwarden mbo 7 mbo niveau 2 Handel/administratie 2 mbo niveau 4 ICT 1 mbo niveau 4 techniek 3 V 1 M 2 M 1 V 1 M 1 V 7 V 2 M 2 M 5 V 2M 2 M 1 V 15/57

17 Stad School Aantal leerlingen + Geslacht opleiding Leeuwarden mbo 4 mbo niveau 3 commercieel 4 mbo niveau 2 facilitair 2 M 2 V 2 M 2 V 2 M 2 mbo niveau 4 ICT Hardenberg mbo 8 mbo agrarisch 6 M 2 V Hardenberg vo? Neede vo 10 vmbo praktijk 5 M 5 V De bevindingen uit de interviews illustreren wij met uitspraken van leerlingen. De keuzes die wij hierin hebben gemaakt zijn met name gebaseerd op het aantal keren waarin wij soortgelijke quotes/zinsneden te horen hebben gekregen en/of de opvallendheid van de uitspraken. Naast de algemene bevindingen hebben wij ook drie profielen/interviews van studenten/leerlingen aan deze tekst toegevoegd. Dit ter complementering van het beeld. De namen van de leerlingen in de teksten zijn fictief. De tekst zelf geeft een schets van hun dagelijks mediagebruik. Deze drie voorbeelden geven aan dat er weliswaar overeenkomsten tussen leerlingen bestaan, maar dat de verschillen, in het gebruik van internet en Web 2.0 toepassingen voor zowel school als privé, veel groter zijn. 4.2 Toegang tot en gebruik van Internet door leerlingen Om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden van Web 2.0 moeten leerlingen toegang hebben tot internet. Niet verassend blijkt nagenoeg iedere geïnterviewde leerling hierover te beschikken, zowel thuis als op school, voor zowel privé als voor schooldoeleinden. Slechts een enkeling gaf aan dat hij/zij thuis niet over een computer kon beschikken. De tijd die leerlingen dagelijks online zijn, varieert van een half uur tot nagenoeg de gehele dag. Het online zijn betekent in de meeste gevallen dat de computer aan staat en dat zij in actie komen als dat van hen verlangd wordt of dat zij daar zelf behoefte aan hebben. Een enkeling heeft de gehele dag de laptop aan maar is toch maar een half uur effectief aan het msn-en. Soms zit ik zo lang achter Internet dat ik vergeet hoe laat het is. Ik ben dan zo druk bezig met msn-en en krabbelen op Hyves, dat ik zo twee/drie uur verder ben. Meisje, twintig jaar, mbo Zorg, Roermond. Een half uur per dag thuis [online is] om mijn mail te checken en te kijken of er een leuk iemand op msn is Als er niemand is, en ik heb mijn mail gezien, ga ik wat anders doen. Meisje, negentien jaar, mbo Facilitair Management, Hardenberg. 16/57

18 Ik heb een eigen laptop en deze staat altijd aan. Mijn vader heeft thuis draadloos internet aangelegd. Meisje, dertien jaar, vo, Zwolle. Toen wij net ADSL-breedband hadden, zat ik echt veel achter Internet. Nu download ik voornamelijk muziek en msn ik af en toe wat, maar ik zit er lang zoveel niet meer achter als vroeger. Jongen, veertien jaar, vmbo leerjaar 1, Alkmaar. In de interviews is gevraagd welke activiteiten de leerlingen op het internet ontplooien. Vrijwel alle leerlingen gaven aan zich bezig te houden met msn-en, googlen, en, Hyves checken en het bekijken en beluisteren van film en muziek. Daarbij blijkt er een verschil te bestaan tussen de online-activiteiten op school en thuis. Christine Christine (achttien jaar) staat steevast om zeven uur s ochtends op. Haar lessen beginnen iedere dag een uur later aan ROC de Friese Poort in Leeuwarden. Voordat zij haar brood smeert, checkt zij haar hotmail-account, en tussen het tandenpoetsen door staat Windows Live Messenger aan. Op school volgt Christine een hoorcollege hygiëne in de praktijk, hetgeen erg belangrijk is voor haar opleiding tot doktersassistente. Zij typt aantekeningen op haar laptop in Microsoft Word; Christine is onlangs jarig geweest en tikken vindt zij makkelijker dan schrijven, want dit kan zij sneller en eventuele fouten zijn makkelijk te herstellen. De leraar ziet dat Christine tijdens haar les driftig aan het tikken is en verzoekt haar de laptop uit te zetten. Christine probeert uit te leggen dat zij aantekeningen maakt, maar de leraar houdt voet bij stuk, want via draadloos internet kan Christine met totaal andere dingen bezig zijn dan met de les. Christine sluit de computer af en pakt haar schrijfblok. Eenmaal aangekomen bij de volgende les blijkt dat de leraar ziek is. De komende twee uur heeft Christine vrij te besteden. Zij besluit samen met haar klasgenoten naar het computerlokaal te gaan. Daar aangekomen surft zij naar de website van de NOS om te kijken of er nog nieuws is. Geert Wilders blijkt een motie van wantrouwen tegen het kabinet ingediend te hebben. Dit nieuwtje, net als de haardos van de Limburgse politicus, wordt uitvoerig met haar klasgenoten besproken. Tijdens de discussie staat MSN aan en reageert zij af en aan op haar nicht die wil weten of zij dit weekend nog op stap gaat. Op Youtube heeft Christine onderhand een nummer gevonden dat zij op de achtergrond afspeelt. Eenmaal thuis aangekomen geniet Christine van een kopje thee voor de computer. Zij heeft een huiswerk opdracht meegekregen en dient volgende week een voorbeeld van hygiënische wantoestanden in de medische wereld te presenteren voor de klas. Op NOS.nl heeft zij een verhaal gelezen over de toestand in het ziekenhuis van Lelystad. Zij besluit ziekenhuis Lelystad in te voeren op Google. Al snel vindt zij de juiste informatie en verwerkt tekst en foto s in een PowerPoint-presentatie. Deze zet zij op een memorystick om volgende week mee te nemen naar school. Na het afronden van deze opdracht zet zij MSN aan. Deze stond uit, want MSN leidt haar te veel af bij het maken van huiswerk. Zij bespreekt haar presentatie met klasgenoten en vraagt hen wat zij hebben gemaakt. Vervolgens is het weekend al snel onderwerp van discussie. Aan het einde van de dag post Christine nog een leuke vakantiefoto op haar Hyves-profiel. De rest van de avond kijkt zij naar Net 5, want daar wordt Grey s Anatomy uitgezonden. 17/57

19 4.3 Online activiteiten thuis Thuis zijn leerlingen voornamelijk bezig met MSN, Google, Hyves, en het beluisteren en bekijken van muziek en film. Chatten in chatrooms met mensen die je nog niet (goed) kent, werd slechts door een enkele leerling genoemd. Habbohotel werd door veel geïnterviewde leerlingen afgedaan als iets voor kleine kinderen en Second Life was slechts bij enkele leerlingen bekend als virtuele wereld. De geïnterviewde jongeren voeren thuis online activiteiten uit, omdat het leuk is om te doen en omdat je vrienden online zijn en je op deze manier je vriendschap kunt onderhouden en nieuwe vrienden kunt maken. De vriendschappen die je in het echte leven hebt worden online ook onderhouden. Echte nieuwe vrienden maken doe je eigenlijk niet via internet. Meestal log ik als ik thuis kom direct in op MSN en daar zetten wij het gesprek van het schoolplein voort. Jongen, veertien jaar, vmbo Alkmaar. Ik ken niemand die echt vrienden heeft gemaakt via internet. Het aantal vrienden op Hyves zegt weinig over de echte vrienden die je hebt. Meisje, zeventien jaar, mbo Zorg, Leeuwarden. MSN MSN wordt gebruikt om te communiceren met vrienden: wat heb je vandaag meegemaakt op school, wat ga je doen, wat, wanneer en waar spreken wij af? In de communicatie met vrienden heeft MSN bij leerlingen de voorkeur boven , telefonisch of sms-contact of het berichtenverkeer via Hyves ( krabbelen of kwekken ) omdat het direct is, men daar gehoor krijgt, en bovendien gratis. Docenten en leraren msn-en niet zo is het oordeel van de meeste leerlingen. De extra gadgets en onderdelen die Windows Live Messenger (huidige naam MSN) brengt worden nog niet echt gebruikt. Msn-en blijft toch met name een tekstgebaseerde activiteit ondanks het feit dat je ook met video (webcam) en audio (telefoon) kunt werken. Als ik zit te msn-en en ik wil degene aan de andere kant even echt spreken dan bel ik hem even op. Nee, niet met MSN maar met de gewone telefoon. Meisje, zeventien jaar, mbo Zorg, Roermond. Hyves Bijna alle geïnterviewde leerlingen blijken een Hyves-profiel te hebben en deze ook actief te gebruiken. Hyves krijgt de voorkeur boven andere profielsites, zoals Myspace en Facebook. Die laatste twee worden amper genoemd door de respondenten. Leerlingen bekijken en passen hun profiel en dat van hun vrienden vrijwel dagelijks aan. Andere genoemde bezigheden zijn het krabbelen 1, het opzoeken van bekenden via Hyves en het posten van foto s. Leerlingen beschouwen hun activiteiten op Hyves als een privé-aangelegenheid waar school zich niet mee moet of mag bemoeien. 1 Krabbelen: berichten schrijven naar een andere Hyves-gebruiker, die zichtbaar zijn op zijn/haar profielpagina. Kwekken: Instant Messaging (zoals MSN) via Hyves. 18/57

20 Ik zit nu op een nieuwe school en vind het leuk om te kijken wat anderen voormalige klasgenoten aan het doen zijn. Jongen, zeventien jaar, mbo Zorg & Welzijn, Leeuwarden. Ik vraag mij af wat mensen van vroeger tegenwoordig aan het doen zijn. Jongen, achttien jaar, mbo Techniek, Ede. Dat zou ik echt niet cool vinden hoor als een docent via Hyves vrienden met mij zou willen worden. Meisje, achttien jaar, mbo Zorg, Roermond. Op Hyves ontmoeten wij elkaar regelmatig en ik check dan wel eens via via of er nog huiswerk opgegeven is. Jongen, vijftien jaar, havo, Nijmegen. De Hyves-pagina wordt naast het communiceren met elkaar ook gebruikt voor het bekijken van foto s en filmpjes en het beluisteren van muziek. Zij plaatsen echter zelf amper foto s of video s op Hyves. De meeste kennen wel iemand die dat wel kan en doet. Zelf vinden zij dat vaak lastig, ook al kun je met je mobiel foto s maken en uploaden. Ik heb een profiel aangemaakt op Hyves maar ik bekijk vooral de leuke video s en foto s die daar te vinden zijn. Lachen joh. Jongen mbo ICT, Gorinchem. Ik zou echt niet weten hoe ik de foto s van mijn mobiel op Hyves krijg. Dat doet mijn vriendje namelijk voor mij. Meisje, havo, zeventien jaar, Zwolle. Youtube Het beluisteren van muziek en het bekijken van clips gebeurt met name via de website Youtube, dat door veel leerlingen wordt gebruikt als online muziekkanaal. Ik luister eerst een nummer op Youtube om te horen of het ook dat nummer is en of het leuk genoeg is. Daarna ga ik het downloaden met Limewire. Vrouw, zestien jaar, vmbo, Nijmegen. In Youtube bekijk ik meestal muziekclips die ik leuk vind. Ik heb die dan vaak al eerder op MTV gezien. Jongen, achttien jaar, mbo ICT, Gorinchem. Filmpjes kijken, anders dan muziek, op Youtube is een andere bezigheid die veel genoemd werd door de geïnterviewde leerlingen. Een enkeling vertelde zelf Youtube filmpjes op hun Hyves-pagina te plaatsen om anderen te laten zien wat zij interessant vinden, maar dat is slechts een uitzondering. Het uploaden van eigen filmpjes naar Youtube of soortgelijke videosites gebeurd weinig door de jongeren zelf. Ik heb wel eens geprobeerd om een filmpje van mijn mobiel op Youtube te krijgen, maar dat was veel te ingewikkeld. Daar ben ik mee gestopt. Dan maar niet. Meisje, zestien jaar, vmbo Alkmaar. 19/57

21 Joh, echt veel jongeren zijn helemaal niet handig met een computer hoor! Zij kunnen googlen, msn-en en filmpjes op Youtube bekijken maar dan houdt het wel op hoor, echt wel. Jongen, zeventien jaar, mbo ICT, Gorinchem. 4.4 Online-activiteiten op school Alle geïnterviewde leerlingen gaven aan dat er op hun school in meer of mindere mate gebruik wordt gemaakt van computers en internet. Er zit veel variatie tussen opleidingen: sommige opleidingen maken nagenoeg geen gebruik van de computer en de mogelijkheden van Internet, terwijl bijvoorbeeld leerlingen van ICTopleidingen, of een specifieke opleiding Handel en Administratie met digitale leeromgeving, vaak en lang achter de computer zitten. De computer en het internet worden in de meeste opleidingen ingezet voor het uitwerken van opdrachten, het zoeken van informatie, praktijksimulaties en het oefenen van vaardigheden en onderlinge communicatie. Het uitwerken van opdrachten Het uitwerken van opdrachten gebeurt, op een enkele uitzondering na, met Microsoft Word. Er zijn overigens nog maar weinig scholen die werkstukken digitaal in ontvangst nemen, de meeste opdrachten dienen op papier te worden ingeleverd. Sinds wij hier competentiegericht werken moeten wij alles digitaal aanleveren. Dat doe ik meestal thuis op de computer, omdat hier op school de computers in het open leercentrum (OLC) bezet zijn. Jongen, handel en administratie, zestien jaar Gorinchem. Wij moeten al onze opdrachten uitprinten. Dat moet van de docenten. Dat kost mij kapitalen aan printkosten. Meisje, negentien jaar, SPH, Roermond. Praktijksimulaties Het werken met een praktijksimulatieprogramma via de computer wordt als positief bestempeld. De leerlingen geven bijvoorbeeld aan dat zij het fijn vinden dat zij in het eigen tempo kunnen werken en zelf kunnen bepalen wanneer zij wat doen. In het OLC kunnen zij dan op een gestructureerde manier aan de slag. Als nadeel geven leerlingen aan dat zij, op school, wel heel veel achter de computer zitten. Eerder was het te weinig, maar nu teveel. Zeker als de jongeren thuis ook nog eens zelf achter de computer kruipen. 20/57

22 Hester Bij Hester (dertien jaar) gaat de wekker om half zeven. Zij woont op een internaat en heeft geen eigen computer. Om acht uur komt zij op school aan. De dag begint goed, want Hester haar dag start met een woordjestoets voor Duits. De avond hiervoor heeft zij voor het eerst via een oefensite de woordenlijst van vandaag digitaal geleerd. Zij kon terecht bij haar vriendin Linda, want die heeft, net als al haar andere vriendinnen, zelf een computer met internettoegang. Hester vond het echter lastig om de woorden door middel van deze site te oefenen en verkiest in het vervolg uitschrijven boven digitaal oefenen. Gelukkig weet zij alle woorden die gevraagd worden. Het volgende lesuur zit Hester samen met Linda in het computerlokaal. Zij zijn een duopresentatie aan het voorbereiden voor Engels en hebben afgesproken dat het onderwerp van hun presentatie acteur Zac Efron wordt. Via Google bezoeken zij een aantal fansites en door deze met elkaar te vergelijken, ontdekken zij al snel zijn leeftijd, favoriete kleur en vakantiebestemming. Omdat de beide meiden een eind bij elkaar vandaan zitten, overleggen ze via MSN over hun presentatie. Dat is makkelijk, want nu hoeven zij niet door de klas naar elkaar te schreeuwen. De laatste twee lesuren worden gevuld door Aardrijkskunde. De lerares behandelt hoofdstuk 5 en stelt de leerlingen af en toe een vraag, het laatste half uur dienen de leerlingen informatie op te zoeken over bodemerosie. Internet wordt hiervoor gebruikt. Hester vindt het nogal een vage opdracht en vraagt de lerares wat zij nu precies moet doen. De lerares antwoord dat Hester op Google moet gaan kijken en goed moet zoeken. Hester tikt een aantal zoektermen in, maar heeft niet het gevoel dat zij de opdracht juist uitvoert en iets leert. Na schooltijd blijven Hester, Linda en andere vriendinnen nog lekker lang napraten op het schoolplein. Linda vertrekt na een half uur om nog even te gaan msn en en op haar Hyvesprofiel te kijken. Hester blijft nog even langer babbelen en zet als zij thuis het eten op heeft de televisie aan. Het zoeken van informatie Het zoeken van informatie vindt primair via Google plaats. Via Google vind je de juiste informatie, aldus een van de geïnterviewde leerlingen (meisje, zeventien jaar, mbo Zorg & Welzijn, Leeuwarden). Voor de meeste leerlingen is Google het vertrekpunt voor het zoekproces, voor andere leerlingen ligt de start elders en is het zoekprogramma een van de vele beschikbare informatiebronnen. De meeste leerlingen zijn ook bekend met Wikipedia, een bekende encyclopedische site. De Wikipedia-site wordt echter voornamelijk geraadpleegd door hen via de zoekresultaten van Google. Zij gaan dus niet rechtstreeks naar de Wikipedia site. Veel leerlingen gaven aan dat zij voorzichtig omgaan met de informatie op Wikipedia, omdat iedereen daar informatie kan opzetten en aanpassen. Er is een school die het gebruik van Wikipedia daarom verbiedt. 21/57

23 Ook de door Google getoonde resultaten worden door leerlingen niet zo maar voor waar aangenomen. Veel leerlingen vergelijken de verschillende zoekresultaten en kiezen voor informatie die op meerdere sites voorkomt en nagenoeg hetzelfde is. Als wij de leerlingen vragen waarom zij dat doen, geven zij aan dat zij dat zo geleerd hebben. Je moet niet zomaar alles klakkeloos aannemen wat op het internet staat, aldus de leerlingen. Naast Google en Wikipedia werden er geen andere informatiebronnen genoemd door de leerlingen. Ook niet na duidelijk doorvragen. De internetbronnen/websites die door de uitgevers worden aangeboden werden niet genoemd. Wel gaven enkele leerlingen aan dat zij de website bij de betreffende methode nooit raadpleegden. Schijnbaar worden de aangereikte materialen van uitgevers slecht gebruikt. Dit geldt ook voor de boeken. Veel leerlingen gaven aan dat zij de informatie eerder via Internet hadden gevonden dan in het boek. [Je weet zelf ook een boel, ] je moet af en toe ook je eigen verstand gebruiken. Leerling G, man, zeventien jaar, vmbo Beveiliging, Leeuwarden. Ik leer veel beter via internet als ik zelf dingen op moet zoeken dan dat ik dit in een boek lees. Jongen, vijftien jaar, havo, Nijmegen. Op Internet kom ik via Google altijd wel terecht op een goede site. Heel vaak kom ik op Wikipedia uit en dan weet ik dat het goed is. Die staat meestal op plek een of twee in Google. Jongen, mbo Techniek, Leeuwarden. Ik gebruik het studieboek nooit. Wij moeten in groepjes opdrachten maken en dan gaan wij vaak als eerste het internet raadplegen in plaats van kijken in het boek. Meisje, zestien jaar, havo, Nijmegen. Oefenprogramma s Oefenprogramma s worden gebruikt om het zelfstandig werken van de leerlingen te faciliteren en te ondersteunen. Het blijkt veel te worden gebruikt bij de taalvakken, maar ook bij administratieve vakken en voor praktijksimulaties. De meeste programma s worden aangedragen door de school, de docent of andere leerlingen. Wij werken met Link2 en dan zit je veel achter de computer te werken en kan ik zelfstandig aan de slag. Soms maak ik thuis al opdrachten. Ik lig dan ook ver voor op anderen. Meisje, vijftien jaar, vmbo Handel en Administratie, Alkmaar. Als ik woordjes Engels moet leren, dan gebruik ik nog wel eens de site wrts.nl. Erg handig. Jongen veertien jaar, havo 2, Zwolle. 22/57

24 Communicatie Voor de communicatie over onderwijsaangelegenheden gebruiken de leerlingen met name MSN en SMS en als laatste telefonie. Vaak wordt MSN en in combinatie gebruikt en werken zij samen aan bijvoorbeeld werkstukken en presentaties. Er wordt een werkverdeling gemaakt en leerlingen mailen de (tussentijdse) resultaten naar elkaar. MSN wordt door hen vooral gebruikt om op een snelle manier praktische informatie te verkrijgen. Leerlingen geven aan dat zij met deze zaken het liefst zo snel mogelijk klaar zijn. Het is zeker geen favoriete bezigheid, hooguit handig. MSN is makkelijk als je ziek bent, maar toch iets wilt doen voor school, bijvoorbeeld aan een werkstuk werken. Jongen, zeventien jaar, mbo ICT, Leeuwarden. Ik woon best wel een eind buiten Zwolle dan is MSN wel makkelijk om een opdracht te bespreken. Jongen, vijftien jaar, vo, Zwolle. In de klas zitten wij een eind uit elkaar en dan is het makkelijk [als je samenwerkt] MSN te gebruiken om met elkaar te praten in plaats van te schreeuwen door de klas. Meisjes, dertien jaar, vo, Zwolle. Als ik hier op school zou mogen msn-en dan zou dat niet goed zijn. School is een serieuze zaak, en door MSN zou ik veel te veel afgeleid zijn. Meisje, zeventien jaar, mbo, Leeuwarden. De meeste opleidingen geven overigens geen toestemming voor het gebruik van MSN tijdens de lesuren. Dat geldt ook voor Hyves: de meeste scholen blokkeren Hyves of staan het gebruik ervan enkel in de vrije lesuren toe. De leerlingen geven aan dit goed te begrijpen. Ze zien goed in dat schoolse zaken niet altijd samen gaan met privé aangelegenheden. Als je op school achter een computer zit, moet je eigenlijk wel met opdrachten van school bezig zijn. School is een serieuze zaak en thuis kun je ook msn-en en hyven. Meisje, vijftien jaar, mbo Handel en Administratie, Gorinchem. Ik vind het erg makkelijk om aantekeningen te tikken op mijn laptop, maar dit mag niet, omdat leraren denken dat ik dan niet oplet en andere dingen doe. Leerling Q, vrouw, achttien jaar, mbo doktersassistent, Leeuwarden. Wij hebben allang een manier gevonden om toch te kunnen msn-en. Daar zijn wel manieren voor. Meisje, vijftien jaar, vmbo Alkmaar. 23/57

25 Leerlingen gebruiken minder voor hun schoolactiviteiten. Veel scholen bieden de leerlingen een adres aan, maar dit wordt alleen frequent gebruikt als het schoolbeleid daar op gericht is: bijvoorbeeld omdat alle werkstukken digitaal via de mail aangeleverd moeten worden. Leerlingen geven aan onderling weinig gebruik te maken van hun van school. Daar hebben zij MSN, Hyves en ander mailprogramma s voor. Sinds dit jaar werken wij competentiegericht en moeten wij veel meer zelf doen en zijn wij verplicht om alles digitaal aan te leveren. Ook kunnen wij opdrachten vinden op onze digitale omgeving. De ICT is hier echt wel goed in vergelijking met mijn vorige school, want daar hadden wij ook een account maar die gebruikte je nooit. Meisje, negentien jaar mbo Zorg, Roermond. Leerlingen gebruiken de SMS-functie van hun telefoon ook erg veel, al verschilt dit wel sterk per leerling. Leerlingen gaven ook aan veel meer te sms-en dan te bellen met name uit kosten overwegingen. SMS gaat met name over ditje en datjes en zelden over schoolse zaken. Ook antwoorden doorgeven of anderszins frauderen via SMS is ons niet ter oren gekomen. Ja, je kunt echt niet op je mobiel kijken tijdens een toets want dat zien zij echt wel hoor! [...] bellen is trouwens erg duur. Dat doe ik bijna niet meer, alleen als het niet anders kan. Meisje, achttien jaar, SPW, Roermond. Communicatie tussen leerling en docent De geïnterviewde leerlingen gaven aan dat zij geen behoefte hebben aan communicatie met hun docenten via MSN, Hyves of andere digitale vrijplaatsen. Zij beschouwen dit als het domein van jongeren, waar docenten/leraren, weinig te zoeken hebben. De communicatie wordt in enkele gevallen wel digitaal gevoerd maar dan met name door middel van . Het verschilt nogal of leerlingen hier gebruik van maken. Dat heeft deels te maken met het snel en adequaat antwoorden van de docent, maar anderzijds ook met de behoeften van de leerlingen. Een leraar is heel veel online en van hem krijg je vaak binnen het uur antwoord. Maar dat is een uitzondering. Jongen, vmbo, vijftien jaar Alkmaar. Als ik iets wil weten van een docent dan vraag ik hem dat na de les of ik vraag het aan de huiswerkbegeleider. Meisje, vwo, Nijmegen. Gaandeweg het onderzoek bleek dat veel jongeren niet bekend waren met Web 2.0 toepassingen anders dan hierboven genoemd. Denk hierbij aan het gebruik van RSS feeds, Twitter, social bookmarking, bloggen, podcast et cetera. Leerlingen gaven aan deze termen en programma s niet te kennen. Er is door het onderzoeksteam nog even overwogen om een aantal Web 2.0 tools te demonstreren, en leerlingen hierop te bevragen. Dat hebben wij uiteindelijk niet gedaan omdat wij, als wij betrouwbare gegevens hierover wilden verzamelen, wij een andere onderzoeksopzet hadden moeten kiezen. Daarvoor ontbraken ons nu de middelen. 24/57

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO Page of 7 Enquête voortgezet onderwijs Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E. Er zijn in totaal 9 vragen. A. Over jezelf Dit onderdeel bestaat uit zeven vragen. Hoe oud ben je? In welke klas

Nadere informatie

Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E.

Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E. Page of 6 Enquête basisonderwijs Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E. Er zijn in totaal 9 vragen. A. Over jezelf Dit onderdeel bestaat uit zeven vragen. Hoe oud ben je? In welke klas zit je?

Nadere informatie

Deze vragenlijst bestaat uit zes onderdelen, A t/m F.

Deze vragenlijst bestaat uit zes onderdelen, A t/m F. Page of 0 Enquête beroepsonderwijs Deze vragenlijst bestaat uit zes onderdelen, A t/m F. Er zijn in totaal vragen. A. Over jou Je wordt vriendelijk verzocht informatie over jezelf te geven door onderstaande

Nadere informatie

Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord

Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord Defintie SocialMedia is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele

Nadere informatie

Social Media. De definitie

Social Media. De definitie Social Media De definitie Sociale media is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken

Nadere informatie

Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld

Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld reageren bijlagen attenderen printversie Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld Datum 01/02/2007 Auteur publicatie Guus Wijngaards, Jos Fransen, Pieter Swager (INHOLLAND) Titel

Nadere informatie

Gebruik Web 2.0 eerstejaars studenten UU

Gebruik Web 2.0 eerstejaars studenten UU Gebruik Web 2.0 eerstejaars studenten UU Elly Langewis, december 2010 Inleiding In het kader van een SURF-project worden een aantal modules ontwikkeld voor docenten, onder andere over het gebruik van web

Nadere informatie

A1) Kennismakingsgesprek over sociale media en internetgebruik

A1) Kennismakingsgesprek over sociale media en internetgebruik Mediawijsheid A1) Kennismakingsgesprek over sociale media en internetgebruik Ik heb samen met de kinderen een gesprek gevoerd over de sociale media en het internet gebruik. Ik heb voor mezelf thuis een

Nadere informatie

Resultaten internetpanel Dienst Regelingen

Resultaten internetpanel Dienst Regelingen Resultaten internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 15: gebruik social media juli 2012 1. Inleiding Tussen 1 juni en 10 juni konden panelleden van het internetpanel Dienst Regelingen een peiling

Nadere informatie

Deze vragenlijst bestaat uit zeven onderdelen, A t/m G.

Deze vragenlijst bestaat uit zeven onderdelen, A t/m G. Page of Enquête studenten lerarenopleidingen Deze vragenlijst bestaat uit zeven onderdelen, A t/m G. Er zijn in totaal 7 vragen. A. Over jezelf Je wordt vriendelijk verzocht informatie over jezelf te geven

Nadere informatie

De logo s heb ik zelf gemaakt.

De logo s heb ik zelf gemaakt. Voorwoord: Mijn tijdschrift gaat vooral over YouTube, want dat is een van mijn grootste hobby s. Ook zit er veel van mijn persoonlijkheid in. Voor deze opdracht heb ik vooral naar mezelf gekeken en het

Nadere informatie

COMMUNICATIE EN INFORMATIE ONDER JONGEREN

COMMUNICATIE EN INFORMATIE ONDER JONGEREN COMMUNICATIE EN INFORMATIE ONDER JONGEREN Beste lezer,!" #$ %& Algemeen 1. Geslacht man vrouw 2. Leeftijd Jaar 3. Nationaliteit Nederlandse 4. School / Opleiding 5. In welk ar zit je? 6.1 Hoe lang bel

Nadere informatie

Onderzoeksopdracht Crossmedialab. Titel Blended Learning & Crossmedia

Onderzoeksopdracht Crossmedialab. Titel Blended Learning & Crossmedia Onderzoeksopdracht Crossmedialab Titel Blended Learning & Crossmedia Probleemomgeving De Faculteit Communicatie & Journalistiek (FCJ) van de Hogeschool Utrecht (HU) profileert zich als een instituut waar

Nadere informatie

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Webtechniek is gespecialiseerd in technische oplossingen voor internet en applicaties. Sinds 2000 is het

Nadere informatie

Media aandacht naar aanleiding van artikel profielsites Lectoraat elearning zomer 2007

Media aandacht naar aanleiding van artikel profielsites Lectoraat elearning zomer 2007 Media aandacht naar aanleiding van artikel profielsites Lectoraat elearning zomer 2007 http://youngmarketing.web-log.nl/youngmarketing/2007/06/profielsites_ve.html 15 juni 2007 Profielsites versterken

Nadere informatie

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies

Nadere informatie

Social media checklist

Social media checklist Social media checklist In 15 minuten klaar om klanten te benaderen Sociale media audit? Elk bedrijf weet wel dat ze iets met sociale media moeten doen en hebben daarom ook (toen ze wat tijd over hadden)

Nadere informatie

Social Media, de andere opvoeder

Social Media, de andere opvoeder Social Media, de andere opvoeder Even voorstellen Diana Langerak Echtgenote en mama van twee jongens Communicatiemedewerker De Hoop ggz Aantal jaren eindredactie verschillende bladen, waaronder: Chris

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel

Nadere informatie

Web 2.0 als Gereedschap

Web 2.0 als Gereedschap Web 2.0 als Gereedschap Dennis Flinterman www.youse.nl Inhoud About Youse Qué es la Web 2.0? zum Beispiel... 1 Over mijzelf Sinds oktober 2006 zelfstandig interactie ontwerper Daarvoor 6 jaar bij Fabrique

Nadere informatie

Richtlijn gebruik social media. Interne en Externe Communicatie. Voor studenten. Collegejaar 2012-2013

Richtlijn gebruik social media. Interne en Externe Communicatie. Voor studenten. Collegejaar 2012-2013 Richtlijn gebruik social media Interne en Externe Communicatie Voor studenten Collegejaar 2012-2013 Directie Onderwijs & Opleidingen Team Communicatie & Voorlichting Juli 2012 Social Media 1 Inleiding

Nadere informatie

Social Media Marketing

Social Media Marketing Social Media Marketing Get Social But, How? And Where? Tom Zoethout KvK Netwerkevent 23 nov 09 2 1 Moet je sociaal meedoen op het internet? 3 Social Media Marketing Quiz Wat weet ik eigenlijk al over Social

Nadere informatie

Deze vragenlijst bestaat uit zeven onderdelen, A t/m G.

Deze vragenlijst bestaat uit zeven onderdelen, A t/m G. Page of Enquête jonge beginnende leerkrachten Deze vragenlijst bestaat uit zeven onderdelen, A t/m G. Er zijn in totaal 7 vragen. A. Over jezelf Je wordt vriendelijk verzocht informatie over jou te geven

Nadere informatie

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen Introductie Introductie Gamen, Hyven, informatie zoeken, filmpjes kijken, muziek luisteren, spullen kopen of verkopen. Internetten doen we allemaal. Soms voor de lol, soms serieus, soms thuis, soms op

Nadere informatie

Internet bestaat uit miljoenen computers over de gehele wereld.

Internet bestaat uit miljoenen computers over de gehele wereld. Internet Internet bestaat uit miljoenen computers over de gehele wereld. Om de webpagina s te openen is een internet-browser of kortweg browser nodig. De bekendste zijn INTERNET EXPLORER, GOOGLE CHROME

Nadere informatie

Inhoud. De wereld van jongeren. Bureau Young Works. Creatieve technologie in het onderwijs. De ontzuiling van de jongerencultuur

Inhoud. De wereld van jongeren. Bureau Young Works. Creatieve technologie in het onderwijs. De ontzuiling van de jongerencultuur Bureau Young Works Creatieve technologie in het onderwijs Presentatie: Huub Nelis (YoungWorks) Picnic jr, 24 september 2007 Bureau gespecialiseerd in jongeren 12-24 jaar. Contact met duizenden jongeren

Nadere informatie

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Samenvatting Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Deze samenvatting gaat over hoofdstuk 4; eerst publiceren dan filteren,

Nadere informatie

KINDEREN EN INTERNET 9-10 jaar

KINDEREN EN INTERNET 9-10 jaar CASENUMMER: SAMPLE POINT NUMMER INTERVIEW ER NAAM ADRES: POSTCODE EN PLAATS TELEFOONNUMMER KINDEREN EN INTERNET 9-10 jaar HOE VUL JE DIT DEEL VAN DE VRAGENLIJST IN Hieronder wat eenvoudige instructies

Nadere informatie

Students Voices (verkorte versie)

Students Voices (verkorte versie) Lectoraat elearning Students Voices (verkorte versie) Onderzoek naar de verwachtingen en de ervaringen van studenten, leerlingen en jonge, startende leraren met betrekking tot het leren met ICT in het

Nadere informatie

LIVE PERFORMANCE. Bijlage Onderzoek Social Media. Sander van de Rijt PTTM22

LIVE PERFORMANCE. Bijlage Onderzoek Social Media. Sander van de Rijt PTTM22 LIVE PERFORMANCE Bijlage Onderzoek Social Media Sander van de Rijt PTTM22 Inhoudsopgave Social Media onderzoek Heesakkers & Daniels bestrating 3 Wat is social media? 3 Voor- en nadelen social media 3 Voordelen

Nadere informatie

Evolutie in mediagebruik: Back to the future? Dimitri Schuurman Ike Picone IBBT - Digital Society

Evolutie in mediagebruik: Back to the future? Dimitri Schuurman Ike Picone IBBT - Digital Society Evolutie in mediagebruik: Back to the future? Dimitri Schuurman Ike Picone IBBT - Digital Society Outline 1. De Vlaamse mediamix in cijfers What s in a buzz? 2. Hoe de evoluties in de mediamix begrijpen

Nadere informatie

Let op! In dit PDF-bestand wordt voor de voorbeelden gebruikgemaakt van de Instant Messaging-software Windows Live Messenger.

Let op! In dit PDF-bestand wordt voor de voorbeelden gebruikgemaakt van de Instant Messaging-software Windows Live Messenger. 1 Veilig chatten Chatten is een populaire manier van contact maken en onderhouden op internet. Het is simpel gezegd het uitwisselen van getypte berichten. Dat kan met familie, vrienden en andere bekenden,

Nadere informatie

Even kijken waar wij staan?

Even kijken waar wij staan? Even kijken waar wij staan? Het is nieuw omarmen of verwerpen? Het is wel een beetje eng! Ik heb geen zin om via Facebook te vernemen dat iemand een moeilijke stoelgang heeft. Privé is Privé en dat blijft

Nadere informatie

Jongeren in 2008. Ecabo. Paul Sikkema - ComBat groep. 12 november 2008

Jongeren in 2008. Ecabo. Paul Sikkema - ComBat groep. 12 november 2008 Jongeren in 2008 Ecabo 12 november 2008 Paul Sikkema - ComBat groep 1 2 Lastige doelgroepen Kinderen en met name jongeren: lastige doelgroepen. Steeds in beweging: Van levensfase naar levensfase. Op zoek

Nadere informatie

Social Media. Presentatie verzorgd door de ouderraad, leerlingenraad, het team en een ouder

Social Media. Presentatie verzorgd door de ouderraad, leerlingenraad, het team en een ouder Social Media Presentatie verzorgd door de ouderraad, leerlingenraad, het team en een ouder DOEL VAN VANAVOND: Een kennismaking met sociale/nieuwe media welke sociale media gebruiken leerlingen veel en

Nadere informatie

Portals en Leernetwerken

Portals en Leernetwerken Portals en Leernetwerken Marcel Wigman, Henry Hermans 7 juni 2009 Inleiding In het kader van het 3-lensus project rond Leren voor Duurzame Regionale Ontwikkeling is aan CELSTEC gevraagd een korte notitie

Nadere informatie

Mediaprotocol. Document leerlingen. Stichting Katholiek Basisonderwijs Borculo. Daltonschool Sint Joris. Onderdeel van het IPB plan

Mediaprotocol. Document leerlingen. Stichting Katholiek Basisonderwijs Borculo. Daltonschool Sint Joris. Onderdeel van het IPB plan Mediaprotocol Document leerlingen Onderdeel van het IPB plan Stichting Katholiek Basisonderwijs Borculo Inhoud 1. Wat is een protocol?... 2 2. Afspraken Internet... 2 3. Afspraken mobiele telefoons...

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

4x V vwo Maastricht 3x V vwo Zwolle 2x M mbo Hilversum 1x M vwo Zuthpen

4x V vwo Maastricht 3x V vwo Zwolle 2x M mbo Hilversum 1x M vwo Zuthpen Ah, Nu snap ik het! Op 18 mei kregen we een mailtje binnen van een VWO scholiere uit Maastricht die ons schreef over moeilijk te begrijpen nieuwsberichten. Een van de pijlers van NOS op 3 is het uitleggen

Nadere informatie

Iedereen online, van 9 tot 99 jaar. Les 7 ... Facebook, sociaal zijn op het internet. Deze iconen tonen aan voor wie het document is

Iedereen online, van 9 tot 99 jaar. Les 7 ... Facebook, sociaal zijn op het internet. Deze iconen tonen aan voor wie het document is Les 7... Facebook, sociaal zijn op het internet Deze iconen tonen aan voor wie het document is Leerkrachten WebExperts Senioren Leerlingen Achtergrondinformatie Achtergrondinformatie voor de leerkracht

Nadere informatie

Kop. Romp. Lesbrief Zoekgedrag Leerjaar 1-Profiel 1,2,3

Kop. Romp. Lesbrief Zoekgedrag Leerjaar 1-Profiel 1,2,3 Lesbrief Zoekgedrag Leerjaar 1-Profiel 1,2,3 Tijd: 45 50 minuten Kop Introductie Introduceer de opdracht kort: Informatie opzoeken op internet gaat snel en is gemakkelijk toegankelijk. Soms is het niet

Nadere informatie

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag.

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag. Onderzoek Sexting 7 april 2015 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 26 februari tot en met 9 maart 2015 deden 1852 jongeren mee, waaronder 961 middelbare scholieren. De uitslag is

Nadere informatie

ESSAY. Hoe kan Oxford House efficiënter online communiceren naar zijn potentiele opdrachtgevers? Essay. Lexington Baly 1592180

ESSAY. Hoe kan Oxford House efficiënter online communiceren naar zijn potentiele opdrachtgevers? Essay. Lexington Baly 1592180 ESSAY Hoe kan Oxford House efficiënter online communiceren naar zijn potentiele opdrachtgevers? Essay Lexington Baly 1592180 Seminar: Dream Discover Do Essay Docent: Rob van den Idsert Effectief gebruik

Nadere informatie

Let the net work! Online professionaliseren voor HRD professionals. Sociale media voor HRD. Focus en keuzes maken

Let the net work! Online professionaliseren voor HRD professionals. Sociale media voor HRD. Focus en keuzes maken Let the net work! Online professionaliseren voor HRD professionals Sibrenne Wagenaar en Joitske Hulsebosch De wereld ligt aan je voeten. Waar je vroeger naar een netwerkbijeenkomst ging om mensen te ontmoeten,

Nadere informatie

Van Consumers naar Prosumers. O.W. Vonder

Van Consumers naar Prosumers. O.W. Vonder 1 Van Consumers naar Prosumers O.W. Vonder Over Learning Valley Vertaalt onderwijskundige vraagstukken naar Microsoft oplossingen Spin-out van Wageningen Universiteit Ruime onderwijskundige kennis en expertise

Nadere informatie

Sociale netwerksites. 1 van :26. Kennis en gebruik van sociale media (Web2.0) Beste collega,

Sociale netwerksites. 1 van :26. Kennis en gebruik van sociale media (Web2.0) Beste collega, 1 van 11 1-12-2009 12:26 Kennis en gebruik van sociale media (Web2.0) Beste collega, Facebook, LinkedIn, YouTube, Wikipedia of Twitter zijn namen die de laatste maanden vaak in de media genoemd worden.

Nadere informatie

Adviesrapport BOZ. Diagnose: BOZ. Deel beter.

Adviesrapport BOZ. Diagnose: BOZ. Deel beter. Adviesrapport BOZ Diagnose: BOZ. Deel beter. Inhoud Samenvatting p 2 Inleiding p 3 Methode p 4 Resultaten p 5 Aanbevelingen p 9 Conclusie p 12 1 Samenvatting Jongeren met een chronische ziekte hebben veelal

Nadere informatie

Inhoud. Inhoud 3 VoorwoorD 5 Methodologie 6. Colofon 54. Inhoud

Inhoud. Inhoud 3 VoorwoorD 5 Methodologie 6. Colofon 54. Inhoud Inhoud Inhoud Inhoud 3 VoorwoorD 5 Methodologie 6 MEDIABEZIT EN -GEBRUIK 8 MOBIEL INTERNET 12 SOCIALE MEDIA 18 NIEUWS EN INFORMATIE 26 MUZIEK EN VIDEO 32 GAMING 36 MEDIA EN SEKSUALITEIT 40 DIGITALE STRESS

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Elektronische leeromgeving en didactiek. Wilfred Rubens http://www.slideshare.net/wrubens

Elektronische leeromgeving en didactiek. Wilfred Rubens http://www.slideshare.net/wrubens Elektronische leeromgeving en didactiek Wilfred Rubens http://www.slideshare.net/wrubens Programma Wat is een ELO? Voorbeelden Didactiek en ELO Voorbeelden leeractiviteiten in een ELO Functionaliteiten

Nadere informatie

LinkedIn Profiel Checklist

LinkedIn Profiel Checklist LinkedIn Profiel Checklist STAP 1: ALL-STAR Een 100% profiel is volgens LinkedIn niet mogelijk. Er is altijd wel wat te verbeteren. Het niveau wat je kan bereiken is All-Star (of Zeer deskundig in het

Nadere informatie

Web 2.0 als leermiddel

Web 2.0 als leermiddel KENNISNET ONDERZOEKSREEKS ICT IN HET ONDERWIJS Web 2.0 als leermiddel Een onderzoek naar het gebruik van nieuwe internettoepassingen door jongeren Voorwoord Voor u ligt de elfde publicatie in de Kennisnet

Nadere informatie

Kinderen en Veilig Internet. Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012

Kinderen en Veilig Internet. Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012 Kinderen en Veilig Internet Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012 Over mij Johan Lammers Geboren en getogen in Deurne Organisatiepsychologie in Nijmegen Nu weknowmore & socialemediatraining.nl in Amsterdam

Nadere informatie

2) Welke sociale netwerken zijn populair in Nederland?

2) Welke sociale netwerken zijn populair in Nederland? MMM22 Les 1 Social networks 1) Wat is een social network? Een sociaal netwerk, dat in het spraakgebruik als 'netwerk' wordt aangeduid, is een netwerk van mensen of groepen mensen. Bijvoorbeeld een verzameling

Nadere informatie

Hyves handleiding voor de Groenteman

Hyves handleiding voor de Groenteman Hyves handleiding voor de Groenteman In deze speciale Hyves handleiding voor de groenteman leest u informatie over wat dit sociale medium precies inhoudt en hoe u als groente en/of fruitspecialist Hyves

Nadere informatie

Digitaal schrift bij het vak natuur- en scheikunde

Digitaal schrift bij het vak natuur- en scheikunde Digitaal schrift bij het vak natuur- en scheikunde Bernard juni 2009 Inleiding Leerlingen hebben in de eerste klas een half jaar lang 2 lessen natuur- en scheikunde in de week. In de tweede klas is het

Nadere informatie

Web 2.0 als leermiddel

Web 2.0 als leermiddel KENNISNET ONDErZOEKSrEEKS n ICT IN HET ONDERWIJS Web 2.0 als leermiddel Een onderzoek naar het gebruik van nieuwe internettoepassingen door jongeren Voorwoord Voor u ligt de elfde publicatie in de Kennisnet

Nadere informatie

NEXT WEB 2010. Een onderzoek onder het algemeen Nederlands publiek, Leeftijd: 18 en ouder. 1.060 respondenten, April 2010

NEXT WEB 2010. Een onderzoek onder het algemeen Nederlands publiek, Leeftijd: 18 en ouder. 1.060 respondenten, April 2010 NEXT WEB 2010 Een onderzoek onder het algemeen Nederlands publiek, Leeftijd: 18 en ouder 1.060 respondenten, April 2010 2 Gemiddeld is men 16 uur/week online Mannen zijn meer online dan vrouwen [18 uur

Nadere informatie

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Index 1. Samenvatting p. 3 2. Doelstellingen en opzet onderzoek p. 6 3. Gebruik communicatiemiddelen p. 9 4. Perceptie digitale communicatie en eenzaamheid

Nadere informatie

Erno Mijland. De beste leraar is hij, die het meest van zijn leerlingen opsteekt. #smiho 100 direct toepasbare tips JEAN DE BOISSON

Erno Mijland. De beste leraar is hij, die het meest van zijn leerlingen opsteekt. #smiho 100 direct toepasbare tips JEAN DE BOISSON Erno Mijland De beste leraar is hij, die het meest van zijn leerlingen opsteekt. JEAN DE BOISSON #smiho 100 direct toepasbare tips Inhoud Leeswijzer Voorwoord Inleiding Wat zijn sociale media? 7 9 13 17

Nadere informatie

Sociale Media voor beginners. starten met sociale netwerken

Sociale Media voor beginners. starten met sociale netwerken Sociale Media voor beginners starten met sociale netwerken Voorstelling Welke sociale media kennen jullie? Programma 1 - Algemeen: Nik 2 - Facebook voor jou en je vereniging: Laurien 3 - Twitter voor jou

Nadere informatie

1 van :30

1 van :30 Statistieken Naam formulier Titel formulier Aantal vragen 60 Totaal aantal ingevuld 277 mediatheek De mediatheek en informatievaardigheden in het voortgezet onderwijs 1. Welke onderwijsniveau's biedt de

Nadere informatie

Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam

Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot 2009 Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam Colofon Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot 2009 In opdracht van Stichting Kennisnet IVO Heemraadssingel

Nadere informatie

Moving Pictures: second screen en schermvoorkeur

Moving Pictures: second screen en schermvoorkeur Moving Pictures: second screen en schermvoorkeur Televisiekijken is een sociale activiteit.. Uit het kijkonderzoek blijkt dat heel vaak samen met het eigen gezin en gasten naar de televisie wordt gekeken.

Nadere informatie

WikiKids Atlas. Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas

WikiKids Atlas. Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas WikiKids Atlas Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas 1. Inhoudsopgave. 1. Inhoudsopgave. p. 43 2. Inleiding. p. 44 3. Uitleg en kerndoelen WikiKids Atlas. p. 46 3.1. Inleiding. p. 46 3.2. Uitleg WikiKids.

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

Internet op School :

Internet op School : Internet op School 2006-2010: Vijf jaar internetgebruik in de klas in beeld Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam Colofon In opdracht van Stichting Kennisnet IVO Heemraadssingel 194 3021 DM Rotterdam

Nadere informatie

Onderwerp: Social Media Naam: Anton Simion : V4A & Job Vaarhorst : V4B Docent: I. van Uden

Onderwerp: Social Media Naam: Anton Simion : V4A & Job Vaarhorst : V4B Docent: I. van Uden http://www.appsmaken.nl/wp- content/uploads/socialmedia_intro.jpg Onderwerp: Social Media Naam: Anton Simion : V4A & Job Vaarhorst : V4B Docent: I. van Uden 2 Inhoudsopgave - Voorwoord - Inleiding - Deelvragen

Nadere informatie

Hoe bedrijven social media gebruiken

Hoe bedrijven social media gebruiken Hoe bedrijven social media gebruiken SMO_214 Powered by Pondres Onderzoek Rob van Bakel Auteurs Milou Vanmulken Sjors Jonkers Beste lezer, Ook in 214 publiceren Pondres en MWM2 het Social Media Onderzoek.

Nadere informatie

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012 Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten Contents 1 Inleiding 3 2 ict-gebruik 8 3 Opbrengsten ict 42 4 Samenwerking en leiderschap 53 5 Digitaal leermateriaal 58 6 Ambitie en deskundigheid 66 7 Mediawijsheid

Nadere informatie

STICHTING KENNISNET MONITOR INTERNET EN JONGEREN: RESULTATEN IN TABELVORM 2006, 2007, A.J. (Tony) van Rooij, MSc.

STICHTING KENNISNET MONITOR INTERNET EN JONGEREN: RESULTATEN IN TABELVORM 2006, 2007, A.J. (Tony) van Rooij, MSc. STICHTING KENNISNET MONITOR INTERNET EN JONGEREN: RESULTATEN IN TABELVORM 2006, 2007, 2008 A.J. (Tony) van Rooij, MSc. IVO Rotterdam Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE...2 METHODE VAN ONDERZOEK...3 Eerste meting...3

Nadere informatie

Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO

Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO 1 / 14 Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO 2010 Kennisnet.nl Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO 2 / 14 Samenvatting Scenario s voor Leren op

Nadere informatie

Ontwerp rapport Digitaal Instellingsplan Hogeschool van Amsterdam

Ontwerp rapport Digitaal Instellingsplan Hogeschool van Amsterdam Ontwerp rapport Digitaal Instellingsplan Hogeschool van Amsterdam Team Fristeractief: Annet Heitman Jasper Mijdam Charlotte Cozijn Puck Holshuijsen Marieke Zeegers 17 november 2010 Digitaal instellinsplan,

Nadere informatie

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN E-blog HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN In talent & groei Het is belangrijk om je talent goed onder woorden te kunnen brengen. Je krijgt daardoor meer kans om het werk te

Nadere informatie

Gedragscode social media reddingsbrigade Heerhugowaard

Gedragscode social media reddingsbrigade Heerhugowaard Gedragscode social media reddingsbrigade Heerhugowaard Richtlijnen en regels voor het gebruik van social media door leden in relatie tot Reddingsbrigade Heerhugowaard. Augustus 2015 1 Inhoudsopgave: Inhoudsopgave:...

Nadere informatie

Succesvol campagne voeren

Succesvol campagne voeren Succesvol campagne voeren Spread the word, spread the feeling! Campagne voeren: íedereen kan het! In deze toolkit vind je tips voor het campagne voeren. Dit is gegarandeerd het leukste onderdeel van jouw

Nadere informatie

Online Marketing. Door: Annika Woud ONLINE MARKETING

Online Marketing. Door: Annika Woud ONLINE MARKETING Online Marketing Door: Annika Woud 1 Inhoudsopgaven 1 Wat is online marketing? 2 Hoe pas je online marketing toe op een website? Hoe pas je het toe? SEO Domeinnaam HTML Google Analytics Advertenties op

Nadere informatie

Mediawijsheid: digitaal aan de slag in het onderwijs!

Mediawijsheid: digitaal aan de slag in het onderwijs! Mediawijsheid: digitaal aan de slag in het onderwijs! Informatie avond over mediawijsheid/sociale media op school Media zijn voor kinderen en jongeren de gewoonste zaak van de wereld. Ze nemen informatie

Nadere informatie

Jongeren & Social Media !"#$"#%$!"& Social Media stress JONGEREN & SOCIAL MEDIA KANSEN & RISICO S PROGRAMMA

Jongeren & Social Media !#$#%$!& Social Media stress JONGEREN & SOCIAL MEDIA KANSEN & RISICO S PROGRAMMA Social Media stress JONGEREN & SOCIAL MEDIA KANSEN & RISICO S MICHIEL STADHOUDERS 12 MAART 2013 Social Media stress Nieuwe rage? PROGRAMMA JONGEREN & SOCIAL MEDIA SOCIAL MEDIA: WAT & HOE? RISICO S & KANSEN

Nadere informatie

Sociale media en Sociale innovatie

Sociale media en Sociale innovatie 1 Sociale media en Sociale innovatie Een innovatief duo Ivo van Ham Syntens 11-5-2011 2 Veranderingen in onze arbeidsmarkt de afgelopen 50 jaar Typering van werk: Transformatie: omzetten van grondstoffen

Nadere informatie

TravelNext LOBKE ELBERS @LOBKEELBERS

TravelNext LOBKE ELBERS @LOBKEELBERS TravelNext LOBKE ELBERS @LOBKEELBERS Intro Lobke Elbers @lobkeelbers lobke@travelnext.nl Community manager Content schrijver Online marketing Blogger Kansenzoeker Samenwerker Gastdocent NHTV Nijmegen www.travelnext.nl

Nadere informatie

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min. Les 6: Gezocht: een vriend Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten wat ze belangrijk vinden in een vriendschap; Kinderen kunnen een aantal kenmerken en voorwaarden benoemen waar een vriendschap aan moet

Nadere informatie

Slimmer Acquisitie van Passie naar Winst in 1 jaar. 28 tips. GRATIS bezoekers naar je site zonder Google? www.slimmeracquisitie.nl

Slimmer Acquisitie van Passie naar Winst in 1 jaar. 28 tips. GRATIS bezoekers naar je site zonder Google? www.slimmeracquisitie.nl 28 tips GRATIS bezoekers naar je site zonder Google? Hieronder geef ik je een aantal van mijn slimmer acquisitie praktijken die goed werken. De tips hebben niets te maken met SEO, oftewel beter gevonden

Nadere informatie

Les 4 ... E-mail, de elektronische brief. Deze iconen tonen aan voor wie het document is

Les 4 ... E-mail, de elektronische brief. Deze iconen tonen aan voor wie het document is Les 4... E-mail, de elektronische brief Deze iconen tonen aan voor wie het document is WebExperts Senioren Leerlingen Achtergrondinformatie Achtergrondinformatie voor de leerkracht Waarom? Hoewel de opkomst

Nadere informatie

!"#$%&'()*+,"#"-. 70-&6+*%"#"-!"#$%&'()*+)&#,#-.#/)01*1 +"7"#""- 9"#)&7(7:'3#)$#:;#/8#$)"$<#),"$:',:#$=) %'-#$;#/87$()#$)"/('$7%':7#%)>#/'$&#/#$?

!#$%&'()*+,#-. 70-&6+*%#-!#$%&'()*+)&#,#-.#/)01*1 +7#- 9#)&7(7:'3#)$#:;#/8#$)$<#),$:',:#$=) %'-#$;#/87$()#$)/('$7%':7#%)>#/'$&#/#$? 23'4)567/84 9"#)&7(7:'3#)$#:;#/8#$)"$#/'$&#/#$? /01"-20%%+-3&45567$%(8&9!"#$%&'()*+,"#"-. +"7"#""- 70-&6+*%"#"-!"#$%&'()*+)&#,#-.#/)01*1 D)E#'-)F!"#$$%&'($&!")*

Nadere informatie

Social media workshop

Social media workshop Social media workshop Doel van vandaag: Een introductie, wat is social media. Verdieping binnen een Facebook fanpage. Wat is Social Media Social media zijn communicatiekanalen op internet waarop informatie,

Nadere informatie

Inhoud Tip: doorzoek de elektronische versie van dit boek kosteloos op yin.do/5974c

Inhoud Tip: doorzoek de elektronische versie van dit boek kosteloos op yin.do/5974c Inhoud Tip: doorzoek de elektronische versie van dit boek kosteloos op yin.do/5974c Inleiding 10 Hoofdstuk 1: Wat is een weblog 12 Waarom een weblog 13 Wat kun je doen met een weblog 14 Dagboek 14 Hobby

Nadere informatie

Iedereen online, van 9 tot 99 jaar. Les 6 ... YouTube: muziek en films. Deze iconen tonen aan voor wie het document is.

Iedereen online, van 9 tot 99 jaar. Les 6 ... YouTube: muziek en films. Deze iconen tonen aan voor wie het document is. Les 6... YouTube: muziek en films Deze iconen tonen aan voor wie het document is Leerkrachten WebExperts Senioren Leerlingen Achtergrondinformatie Achtergrondinformatie voor de leerkracht YouTube is een

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2010-2011

Sectorwerkstuk 2010-2011 Sectorwerkstuk 2010-2011 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

U levert maatwerk, wij ook. Zakelijke taaltrainingen op maat.

U levert maatwerk, wij ook. Zakelijke taaltrainingen op maat. Klantbeoordelingen 2015 - zakelijke taaltrainingen januari t/m december 2015, n = 1.247 Klantenwaardering Vraagstelling Uitstekend Goed Voldoende Onvoldoende Slecht Wat vindt u van het gebruikte lesmateriaal?

Nadere informatie

Social Mediaprotocol

Social Mediaprotocol Social Mediaprotocol Versie: februari 2014 Voorgenomen besluit : maart 2014 Behandeld in MR : juni 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Social media... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Inzet social media op het

Nadere informatie

Hoe staat het ervoor met je eigen digitale identiteit?

Hoe staat het ervoor met je eigen digitale identiteit? Hoe staat het ervoor met je eigen digitale identiteit? Als je een eigen onderneming wil starten is het Internet een uitstekend medium om je toekomstige bedrijf of activiteit(en) te promoten. Maar ook om

Nadere informatie

Praktische Social Media Tips 8 december 2011

Praktische Social Media Tips 8 december 2011 Praktische Social Media Tips 8 december 2011 Leon Tindemans Wie ben ik? Time To Market Leon Tindemans Oktober 2010 Herwijnen @TTMCommunicatie in/ttmcommunicatie user/ttmcommunicatie 1 Diverse klanten Al

Nadere informatie

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

Dia 1 Introductie max. 2 minuten! 1 Dia 1 Introductie max. 2 minuten! Vertel: Deze les gaat vooral over het gebruik van sociale media. Maar: wat weten jullie eigenlijk zelf al over sociale media? Laat de leerlingen in maximaal een minuut

Nadere informatie

Dossier opdracht 12. Vakproject 2: Vakdidactiek

Dossier opdracht 12. Vakproject 2: Vakdidactiek Dossier opdracht 12 Vakproject 2: Vakdidactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 12 november, 2007 Samenvatting Dit document is onderdeel van mijn

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

User Centered Design. Ontwerpbeslissingen

User Centered Design. Ontwerpbeslissingen User Centered Design Ontwerpbeslissingen Ontwerpbeslissingen: Wat wij willen doen voor jou is Met betrekking tot lessen voorbereiden: Overzichten, schema s en lesplannen moeten ook door leerlingen begrepen

Nadere informatie

Opdrachten Social Media. Periode 1 deel 1

Opdrachten Social Media. Periode 1 deel 1 Opdrachten Social Media Periode 1 deel 1 Opdracht 1 Je werkt in tweetallen Kijk eerst welk profiel het beste bij jou past en werk alleen de opdracht voor dat profiel uit. Houd er rekening mee dat je later

Nadere informatie