EXTRACT uit de R& fojutien van de Hcercn Staaten van HOLLAND en WEST- VRIESLAND, iri Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genomen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EXTRACT uit de R& fojutien van de Hcercn Staaten van HOLLAND en WEST- VRIESLAND, iri Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genomen"

Transcriptie

1 EXTRACT uit de R& fojutien van de Hcercn Staaten van HOLLAND en WEST- VRIESLAND, iri Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genomen op Woensdag den ïj, January dvvoorleede "Tan/ v U, niverfitelt te Lcyden, den 30 derzelver Con/Süen w C K% e n A - «*D., houdende de verzogte vóosng ^00? 'f F" d C " H <* en R a a d e > P hem en Mr. C i>. K W ^» ^ Bengt daarop van vnnrfv 13 ^/ T> d e r ad "ruöie van't R e Ö O r e n RecI geiniereerd. ^ren, breder hierna Fiat Infertio. reerd door de H~GedepueeSentèrVJ»" verdere Hun lid. Gr. J>C?GS 2,^ 5 van de J ««* e ( Commtfarisft^ï te J? rden rr tot d e z a a k «en de Vergadering by l^tó nlf?^ Raade > November iw'aen'opvvsolï fcs 2 fl' ^i?»' * d.end van ém^-osdtss^smg' da pteffen s ge- Accordeert met de voorfe. ReloIutisÉi. -H^r/effl, en Memorie van Reclor en Rechteren van's Lands Univerfiteit te Leyden, op 't lerigt vanden Hogen Raad op de vtrjogte voorfiening door ;l J. Ie Fjancq van i3erkhey/>; de Procedures van V Uni' verfiteits Vier-:, Ichaar tusfehen hem cnmr. C.P. Chastelain c. f. en tot nader adflru&ie. -, van hun eigen i>c CommisforiaaU

2

3 (t) MEMORIE van Confideratien 5 op het Bericht van den Hogen Raad, op de verzochte voorziening door J. e Francq vari Berkbey, in de Procedures voor de Vierfchaar der Univerfiteit te Zeyden, tusfchen hem en Mr. P. C. thastelein c,, dienende tót nadere Adftrudtie van het Bericht daar op van Reftor en Rechteren vari 'slands Univerfiteit ingeleverd. Édele Groot Mogende Hecreïi! TVTaDfleer UEd. Gr. Mog. den inhoud van ons Bericht vari den VV 17 July naauwkeurig overwegen, zullen UEd. Gr. Mog- bevinden, dat by het zelve geene de minfte klachten zyn gedaan over het verlenen van de aldaar breder gein. Brieven van Requefte Civiel door Heeren Cómmisfarisfen van den Hogen Raad. Integendeel dat daar by is vooronderfteld, dat dit aanzienelyk Gerechtshof (gejyk zulks overal daar menfchen over de zaken kennis nemen zeer mogelyk is) doör de fub- en obreptie van den Suppliant is gefurpreneert. Trouwens dit was niet té verwonderen, daar dè Rechtén van onze Vierfchaar (als zynde zeerbyzonder geprivilegieert) wel eens worden geignoieert» en maar al te oikw'uii bedisputeert ook door zulken, aan welken anders in Rechten en Praftyk den lof van uitgebreide kundigheid niet kangeweigëid worden. Het verfchil was te dier tyd eeniglyk tusfchen ons eri tusfchen J. Le Francq van Berkbey, of wel die van zynen Raade, of wy wel i t of kwalyk hadden gedaan met op den 8 July 1786 niet te defe- reren aan defimpelecommunicatie, dat ('t geen UEd. Gr. Mog. *»?W S e]ie ven in 't obg te houden) niet op den eeritvolgenden Ordinaris Rechtdag van den 10 July, maar NB. eerft op den eeri, ften Rechtdag na de grote Vacantie, zullende zyn den 4 Septem- ber, zouden wórden geprsefenteerd Brieven van Requéfte Civiel by den Hogen Raad geimpétreert, welke originele Brieven op 3, dien 8 July aan ons niet wierden vertoond;" als mede, of wy wel ot kwalyk hebben gedaan, rnet op den 10 July het Pleydooy i, te laten voortgaan, daar de Brieven vari Recjueft Civiel aan ons j, niet ten Inrerrinement wierden geprsefenteert?. Deze bepaling van den flaat van 't verfchil bidden wy dat door UEd. Gr. Mog. altydmoge worden in 't oog gehouden, om dat daar uit ons geheel gedrag in deze zaak moet worden beoordeeld, en zyne verklaring en verdediging ontfangt. Waren aan ons op dien 8 July ter hand gefteld de originele Brieven van den Hogen Raad; wy zouden, overeenkomftig de gevoelens van hoogachting, welke wy aan dat illuftér Gerechtshof toedragen, zeer waarfchynelyk (gelyk onze deliberatien daar over té dier tyd reeds gevallen zyn) eene Misfive aan den Hogen Rade geïcnreven hebben, om onze bedenkingen daar tegens te communiceren. Maar daar uit de uitdrukkelyke weigering daar van, en voorts uit den gehelen toedragt der zake ons middagklaar bleek, dat dé gantfche toeleg in dezen niet anders was, dan om onder pretext van eene nadere produftie, door middel van Requefte Civiel, dén dag tot tweemaal toe door ons gefixeerd tot het Pleydooy, ia v/éerwil vari A onze

4 c * } onze gemanifefteerde intentie, verzet te krvorn h«kk 0 - aan den Hogen Raad daar o v c / k a m i ^ è h ^ ^ ^ ^ ^ ^ ten, dat door dergelyke ongeoorloofde S S d?w^s n ^ g genomene befluiten ^an onze Vierfchaar wiertï gsludee? Wy hebben dierhalven in dee*en ons Recht: mssn ren en die geheele Communicatie houdentoo?^g e" op dien 8 July moeten ordonneeren, dat het PleySoov ou den 10 July zoude voortgaan; daar het ons zo min als den Ho.en S d volgens desfelfs Inftruftie Art. 9. vryftaat4? * ' ^Hengen oftevertoogen, om eenige beflooten Brieven, al Zren die van de Hoge Overigheid. * a i ^ a r e n Eene demarche dierhalven, waar in tot hier toe niets te vinden is ftrydig met onzen pïigt, te meer daar de partyadver"inh e t uï ftel van de Pleydooy niet had geconfentee^ en wy VOor de et" Pedme deezer zaak, en 'c examen der ftukken voor ons zelven belang hadden, dat wy in de groote Vacantie deeïe omfsjzaak konden examineeren en defelve afdoen, voor dat de HeJen we!kï uit de Stads Regeering i n 0ns CoIIegie fesfie hebben ; en daartu de groote helft uitmaken, uit het zelve gingen by de Wlvkfcbe ae veranderingen der Magiftrature van deeze Stad J a^ly^cho Het zal eeyen gemakkelyk vallen ons gedrag dp den 10 Tulv eehouden, te Juftificeeren. Deeze dag was gfordonneert tot hot de de Ged. op dien dag zyne Brieven van Requefte Civiel hebben moeten prsefemeeren, en ten interrinemente van defelve Conclu deeren. Maar dit heeft by niet gedaan, hy heeft dfen Rechtdag (van welken U te noteeren, dat net was een OrdiZ* Rechtd"?> zig zelrs te üfteeren, of eemg vetzoek te doen, laten verlonen ert fek? y R- aten V 0 r t f a D W ' %? A o c r y d«^"evoeld wiei den om die Brieven van Requeste Civiel te ConnderelrVnalT^L renzy met Geimpetreert Want het is een In disputabel RechT en door den Hoogen Raad zelve wysfelyk geftatuéert OD der? V.W. f l6?9. dat deïmpetrantenvan zulw LneficiS^t^ Cwie o/ m Judicio op den eerften g e h o u d e n In deeze Ordonnantie van den Hoogen Raade is eene comp eete de- vfrletnen irrïa rem,? S Z G u d e ^?- C I n ^ M ^ onze Cfchaar P% P dezelve zy nïet W y n i e C v e r 4ff ^ S I ^ S T - l n d l e n De Hooge Raad objicieert wel in 'c begin van desfelfs berkt * 4. dat zy i, vermeenen, dat op het Interrinement der Brieven van Re" quefte Civiel, by Hun aan den voorn. Le LTcTZTê^" " l C «T d ~ b l n Z C Verfchaa 5 Cdaar op) zodanige reftsie ^ li ^ t e T S S ^ ' a l s -^^Juüuie zoude bevtde, 4 zii? & g? r(e/ " teen,, 8e ' n r^uard tadl^mnen worden L dïsor f/j b f h f oeven y ande P^tyen, als wel tot weeringez* ~ d^e ^ ',i!- g e f l a t U C e r t ', c e v e n S e l y k m e e n ^er geval I fteld niet ten, a n t i e 5 e f amend < w» ^ is b vastc e zélve Oot c?/ d e e l e J pa! ty l advers ' a n d e raaar ae zelve. Ook geeven de generale bewoordingen, v«n dat de daar. Juf

5 u > geen reguard zal gevoomen worden, het indisputabel recht, zoo wel aan den Rechter «Is aan de party, om die Brieven (wanneer de Rechter verneemt, dat men ftudieufelyk dezelve tot een volgenden Rechtdag ophoud,) te conlidereeren, ajs waren dezelve niet gegeeven. Zal 'er daar en boven eenige fbbordinatic in de zaaken van Justitie pltats hebben, zullen de Praftifyns daar in aan den Rechter en niet deeze aan de PradüTyns onderworpen worden, dan behoord de Rechter zoo veel te zeggen te hebben, dat hy een das van Pleydooy (na dat het Proces nu volkomen is geinftrueert, en beide partyen dien dag gevraagd hebben) naar zyne convenientie kan fixeeren; en de kunstgreepen om zulken dag te eludeeren, moeten met worden gefacilkeeit aan fchrandere maar onbuigzaame Advocaaten, veel min dan moet hun eene direfte overtreeding van hunnen pligt, om die Requeften op den eerften Rechtdag te prsefenteeren, tegen het onbetwistbaar recht van den Rechter, kunnen te ftade komen.. En deeze omftandigheid is In de decifie van deeze zaak van zoo veel gewigt, dat de Ged., of die van zynen Raade, zeer wel voelende hun ongelyk, geen moeds genoeg hebben gehad, om in dit opztgt de waarheid aan Heeren Gecommitteerde Raaden in hun Request onder 't oog te brengen, en daar door de Hooge Overheid zelve op eene onbetamelyke wyze hebben gefubripieert. ^ E d G r / - M og. gelieven hier het Request eens in te zién, zoo als de inhoud daar van bekort zynde hier op neerkomt, geeft te kennen dat hy genoodzaakt zynde proces te defendeeren in welke zaale bereids zoo verre gep roccdeert raas, dat in causfa gecon* cludeert -was geworden, by ten aanzien van dezelve zaake geimpetreert beeft Requefte Civile dat by van bet impetreeren van de voorfz. Requefte Civile behoorlyke kennisgeeving badde gedaan, gefyi meede van dezelve Requefte Civile ten eerstkomende* Regtda^e ter holle te zullen prtfenteren; - Dit is het voorgeven van den Sup-, phant, waar mede hy durft komen onder \ oog van den Souverain Maar hy zoude de waarheid gefproken hebben als hy dus gezegd hadde: Geeft te kennen dat by genoodzaakt zynde Proces te tiet enderen in welke zake bereids zoo verre gepvocedeert was, dat in Caiisfa, geconcludeert was geworden, en reeds op den 12 Juny door hem verzc-gt was eendngtot het Pleydooy, en dezelve bepaald op den 10 July, van welken dag hy op den 26 Juny wel prolongatie had verzogt, zonder andere reden te geven dan de onge- reedheid van zyn Advocaat, maar welk verzoek was gewezen van de hand, en geordonneert dat het Pleydooy zyn voortgans; moeft hebben op den 10 July;" by ten aanzien van dezelve zake geimpetreert beeft Requefte Civile, dat by van bet impetreren van de voorfz. Requefte Civile ~ niet eer dan Zaturdagden 8 Tuly" behoorlyh kennisgeving badde gedaan, gelyk mede vandtzelve Rtquefh Civile meteeneerftkomenden Recbtdage, zyndeden iojuly, maar ad pnmam na de Vacantie,, ter Rolle te zullen prajenteren " Indien nu de Suppliant dus na waarheid had gefproken/en aan'den Souverain openlyk had te kennen gegeven, dat hy voornemens was gev/eeil ten zynen behoeve, en tot elufie van het bevel van zyneri Rechter, tegen het bovengenoemd geftatueerde van den Hogen Raad te handelen-, wie zal een ogenblik twyffelen, ofzyn Requeft zoude aanftonds van de hand zyn gewezen geworden? En dat de Ged. of die van zynen Raade den waaren toedracht der zaken ftudieufelyk voor den Souverein in het voorfz. Requeft hebben verborgen, is daar uit blykbaar, dat zy by hunne kennisgeving aan den Heere Redor Magnificus, welke door-hun in eene Webree* ** ven

6 (4) ven Pro Memoria is gedaan, de melding van den eerftkomenden Rechcdag hebben geinterpreteert met de woordeh: en zulks ad primamna ae Vacantie, eene interpretatie, die, zoo dezelve ter goeder trouwe gefchied was, niet had behoeven voor 't oog van den Souverain verborgen te blyven. Wy twyffelen niet, of de Hoge Raad zal in \ Requeft om de Brieven van Requefte Civiel op dezelve wyze in hoe facto zyn gefurpreneert, en min zal nog van den dag tot hec Pleydooy, nog van bet desfein om den waarlyk eerftkomenden Rechtdag van deu 10 July te laten voorbygaan, en zig daar door een uitftel van zeven weken te verkrygen, eenige melding hebben gemaakt. Gelyk wy mede niet twyffelen of de Hoge Raad zal met ons in het begrip zyn, dat in Refcripta van dat Collegie, ook als het zelve re prafenteert de Hoge Overheid, geimpetreert, de Regel gelden moet van de L. 5. C. Si contra jus vel utilit. publ. Et fi ligibus confentaneum facrum oraculum mendax precator attulerit, Careat penilus 'impetratis, en een andereregel van de L. Uit. C. eod. omnes $udices Monemus, ut nullum Refcriptum - quod generali Juri adverfum esfe videatur, in difceptationem cujuslibet litigii patiantur prnfetri. Hier lopen beide die regels te zamen. - Hier is, om 'met de Wet te fpreeken, een meedax precator en hier word een verzoek gedaan quod generali juri, eisfehende, dat ten eerstkomenden Regcdag het Request Civiel moet worden gepnefenteert, adver fum est; of ten minften in fraudem legis gedaan word. De Conelufie op het gezegde is nu manifest, dat wy (al was de Hooge Raad ten onzen opzigte in deezen Competent) met alle Recht op den 10 July, toen die Brieven van Request Civiel aan ons niet wierden gepraefenteert, op dezelve geen reguard genomen hebben, en derhalven het Pleydooy hebben moeten laten voortgaan, waar toe die rechtdag beftemd was. _ Wy verzoeken UEd. Gr. Mog- om by Hoogstderzelver behberatie op het Request van den Ged. al dit geavanceerde, als een op zig zelve ftaande, en van de fuftenue van den Hoogen Raade geheel gefepareerde grond van onze deferule, hunne attentie te veftigen, en (hoe ook d'andere queftie mogt begreepen worden) door het atwyzen van den Suppliant, of door hem tot ons te renvoyeeren, te willen toonen dat UEd. Gr. Mog. ten hoogften afkeerig zyn, om te willen encourageeren zulke kunstgreepen, waar door (zoo wy nu en dan verneemen) de expeditie van JuftMe in zoo veele Rechtbanken van deeze Provincie, onder den uitterlyken fchyn van Regt, op eene ongehoorde en fchreeu wende wyze word vertraagd; ofte willen decourageeren Regters, welke moeds genoeg hebben, om zig teegen zulke menées te verzetten, en de Regelen van het Regt in de Regtbanken te doen gelden. Wy gaan nu over om op den voornaamen inhoud van het Berigt van den Hogen Rade onze Confideratien te zeggen. Hier toe zal voor af nodig zyn den Staat des verfchils naauwkeurig te bepaalen. ' De vrage tusfchen den Hogen Raad en ons is niet. Of de Hoge Raad in 't algemeen bevoegd zy om zulke beneficiën, als daar zyn fubftantieele Relieven, en dergelyke te verkenen. Dit hebben wy volmondig erkend in ons berigt. De vraage is ook niet, of de Hooge Raad zulfë doe, als Repr efenteerende de Hoge Overheid; dat dit het begrip was van veelen, was ons meede zoo wel bekend, dat wy in ons Bericht van den 17 July (p. reeds hebben getoond, dat wy zeer wel wiften, dat door de benaming van de Hoge Overheid in die materiën de Hooge Raad konde verflaan worden. De

7 (5 : 5 De vrage ïs al mede eigentlyk niet, of onze Prjedecésfeureh Ih Officio wel of kwalyk gedaan hebben, met Mandamenten van Cesfie, Beneficiën van Inventaris, of ook Subfrantieele Relieven te verlenen. Want het zal aan 't doorzigt van den Hogen Raad niet geëchappeert zyn, dat wy alleen inciaenter van die zaken gefproken hebben * niet om daar door ons Recht of bevoegtheid tot dergelyke daden te bewyzen, maar tot geheel andere elndens. En wel in de eerfte plaats, om te tonen, dat wy geen nieuwe fültenue voerden, maar dat onze Voorzaten geoordeeld hebbende dat hun het meerdere toekwam, en zulk Recht zonder Contradiftie hebbende uitgeoefend, wy daar uit met alle Recht beiluiten konden, dat het mindere, dat is het verlenen van Requeften Civiel omtrent Judicieele Verzuimen, niet onvoegfaam aan ons konde worden toe* vertrouwd. De Hoge Raad objicïeert ons wel, dat de Proffr. Voet t die her Ampt van Hoogleeraar in de Rechten eertyds alhier heeft bekleed, in Comm. ad ut. >. de rejtit. in int. N. 4. heeft geleerd, dac onze Vierfchaar niet bevoegd is Brieven van Subfrantieele Reheven te verlenen. Maar de Hoge Raad had 'er wel mogen byvoegen, dat dezelve Proffr. Voet ter zeiver plaatfe A. 3. het tegendeel leerd van de fuftenue van den Hogen Rade omtrent Requeften Civiel, over Judicieele Verzuimen, en 't Recht om dezelve te verlenen zelfs toekend aan de Stedelyke Rechters veel meer dan aan onze Vierfchaar. Een ander oogmerk van het by brengen dezer Exempelen was, om daar uit analogice te Tedeneren op deze wyze: Heeft de Souverain gewild, dat de Academvfche Vierfchaar gelyk zoude ftaan met den Hogen Raad, én by Arreft zoude wyzen, en dat de Lidmaten van de Univerfiteit geen anderen Rechter ih Holland zouden hebben dan der Univerfiteits Vierfchaar; dan is 'c niet vreemd dac onze Voorzaten begrepen hebben, dat allerley Beneficiën, welke m der daad meer van Juftitie dan van Gratie in zig behelzen, ook door deze Vierfchaar konden worden verleend. En dan behoord ten minften daar over geen fpeculatie te Vallen, of onze Vierfchaar Brieven van Requefte Civiel j omtrent Judicieele Verzuimen, zoude kunnen verlenen. Een derde oogmerk door ons bedoeld beftond daar in, het geen wy cordatelyk erkennen, om van den Souverain over deze gehele materie eenmaal eene authenticque interpretatie der Statuten en Souveraine Decifie teverkrygen. Het is ongelooflyk, hoe onaangenaam de adminiftratie der Juftitie is in de Vierfchaar der Univerfiteit, door de veelvuldige beknibbelingen en oppofitien van allerley foort van Rechters. By UEd. Gr. Mog. hangen nog ongedecideert verfcheide Conteftatien over de Limiten van onze Jurisdiftie. En evenwel moeten wy de zeer generale en emphatique woorden der Statuten Jaar op Jaar bezweren. En by elk opkomend gefchil moeten wy dus gereed ftaan om onze Rechterlyke daden, naar ons geweten uitgeoeffend te verdedigen. Voor ons is 'er derhalven niets dan onaangenaamheid te wagten uit de adminiftratie van de Juftitie, welke door gedurige oppofitien met zoo veel moeijelykheden bezet is; vooral wanneer o c z f gepafte Adresfen alleen tot expeditie van de Juftitie gemaakt, en de bijlyke klachten over het retardement van andere Collegieh t zonder eenig het rninfte bewys, dan eene blote affirmatie, worden getauxeert als ongepaft en weinig discreet > gelyk daar Van in het Bericht van den Hogen Rade nu het exempel gevonden word, waar op wy evenwel, uit discretie voor den Hogen Raad, niet zeggen zullen het geen wy zouden kunnen zeggen. B 2 Dog

8 , Dog ora weder te keeren tot het bepalen van den Haat des verfchils, remarqueren wy verder > dat hier de vraag eigentlyk ook niet is: of wy het recht hebben om Brieven van Requefte Civiel over Judicieele Verzuimen te verlenen? Hier in fchynt de Hoge Raad zich telkens in desfelfs Bericht te abuferen, door dan eens te zeggen, dat wy van gevoelen zyn, dat wy met betrekking tot allen die genen* die tot ons forum behoren, alleen bevoegd zyn tot bet verlenen van alle die opgenoemde Beneficiën en Gratiën, dan eens, door uit de exempelen van Requeften Civik of Relieven, van wegen UEd. Gr. Mog. verzogt en geimpetreert, in zaken voor onze Vierfchaar litispendent, te concluderen, dat men in dien tyd in de vafte opinie geverf eert beeft en men bet voor zeker beef't gehouden, dat onze Vierfchaar onbevoegd was tot bet verlenen van diergelyke Relieven, en dat dierhalven daar in voor onze fuftenue geenfints een genoegzame grond word gevonden. Maar de Hoge Raad verlieft hier den ftaat van h verfchil geheel uit het oog; want wat de eerftgemelde paslage betreft, 'er is nergens een plaats in ons Bericht te vinden, alwaar wy de bevoegdheid onzer Vierfchaar tot zulke Beneficiën, als Mandamenten van Cesfie, Beneficiën van Inventaris en Subftantieele Relieven hebben gefuftineert. Wy hebben alleen narratief gezegd, wat onze Voorzaten daar omtrent gedaan hebben, en daar uit geconcludeert wat de Analogie dan zoude mede brengen, dat aan ons competeerde. En wac aangaat de laatfte pasfage, kan de Hoge Raad lichtelyk begrypen, dat wy niet zoo verre debeginfelen der Redenkunde hebben uit hec oog verloren, om dit argument te maken: De Heeren Staaten van Holland hebben in relatie tot onze "Vierfchaar Brieven van Requefte Civiel verleend. Ergo wy hebben ook het recht om dezelve te verkenen- Als de Hooge Raad op de Conclufie van ons geheel Vertoog had gelieven te letten, zoo als het zelve p. 21. byna aan 't einde word opgemaakt, en waar van zoo aanftonds nader zal gefprooken worden, zou deeze misvatting van den Staac des Verfchils zyn voorgekomen geweest. Deeze misvatting is daar en boven nog daar uit blykbaar, dat ons door den Ged. of door den Hoogen Raad geen quseftie gemaakt was, of wy wel of kwalyk hadden gedaan met zodanige Brieven van Requefte Civiel te verkenen, want die waren by ons niet verzogt, veel min verleend, maar of wy wel of kwalyk gedaan hadden met die Brieven van den Hogen Raad niet te refpe&eeren. Wat wy nu bedoeld hebben met de periodes p. 10. op H einde, en p. ix. voorkomende zal hier na genoegzaam worden aangetoond. Tot hier toe zyn wy alleen bezig in \ üxeeren van den eigentlykert Staat des gefchils, in relatie tot het geen door ons op den 8 en 10 july is verrigt. En die Staat des Gefchils is eenvoudig deeze of de Hooge Raad bevoegd is om Brieven van Requefte Civiel te verkenen met Committimus aan onze Vierfchaar^ Zoo bepaalden wydenzelven in ons berigt p. 19. was 'er by ons Stc. en beflooten ons betoog met deeze woorden p. zi. Wy meenen bier meede evident elyk te hebben betoogd, dat de Hoge Raad niet bevoegd is, om zig met het verkenen van Reaueften Civiel, in zaaken voor onze Vierfchaar litis* pendent tebemoeyen. Om nu hier over te oordeelen, zullen wy eerst onderzoeken, den door den Hogen Rade gereclameerden grond, waar op dezelve de exclufive bevoegdheid veftigd, ombrievea van Requefte Civiele ook in za»ken by ons litispendent te kannen, verkenen. Dezelve is ontleent uit het 23fte Articul van de lnftruttie van den Hoo. gen Raad. Maar, daar in dat Artikel eéniglyk gefprooken word van

9 C7 ) Van beneficiën van Inventaris, JRelievementen van Contraften, fub> ftantieeje en extra-judicieeje btzwaarnisfen, Mandamenten van Ces. fie en dergeiyken", is het baarbiykelyk dat uic dit Artikel niets kan worden befiooten. tot bet excbjfiei verlecnea van Rcqueilen Civiel teegen iudicieeje verzuimen. Nog minder kan 'er worden beflooren uit bet n en 12 Art. van 't verdrag tusfchen de Heeren Staaren van Holland en Zeeiaad van den Jaare , aangezien het zelve alleen relatief is tot de Ingezeetenen van. Z-mland., Hef komt 'er dus op aan, dat de Hooge Raad zyne bevoegdheid om in relatie tot onze Vieifchaar die Brieven van Requefte Civiel re verleenen kunne aantooneb. En hiervan is geen bewys te vinden. Want die plaatzen moeten notqir worden yerftaan alleen in betrekking van zulke Rechtbanken, die buiten dat in de adminiftratie van de Juftitie niet flegts inferieur, maar vojftrekt gefubordineerc zyn aan den Hogen Raad, zoodanig dat 'er van de vonnisfen of dispofitien van die Collegien provocatie* mediate dfimmediateaan den Hoogen Raadplaats kan hebben. Maar dezelven kunnen niet worden toegepast op zodanige Rechtbank als de onze, waar van de 11- tigeerende partyen niet alleen aan den Hoogen Raad niet zyn gefubordineert, maar zelfs uicdrukkelyk zyn onttrokken. Dit biykt uit de generale woorden der Statuten van de Univerfiteit in 'i.39/* e sïrtikti, als beveelende, dat de Studenten en andere Lidmaten, bet zy dot zy aanzeggers ofte verwtei'ter* zyn. niet dan voor Rector en Rechtere» zulten te recht ft aar... Tot dit, te recht ftaan behoort meede het verzoeken en impetreeren van 5ij.es, wat eenigzints aukilio majorls "mrisdiöiïonis'verkreegen kan worden, en dus ook het verzoeken van Brieven van Uequefte Civiel teegen judicieele verzu'imenisfen.,. Worden nu de Lidmaten van de Univerfiteit aan alle andere Rechters in />'./, //.': onttrokken, en dus ook fpeciaal aan den Hogen Raad, zoo 'fpreekt het van zei ven, dat de Hoge Raad, in relatie tot die Lidmaten, üulke Relieven niet kan verlenen.. Dit word fpeciaal daar uit temeer kennelyk, om dat anders de Lidmaten van de Univerfiteit door eene andere Rechtbank, als hun eigen en eenigen Competenten Rechter, een grief kan worden toegebragt, 't welk hun derzelver Recht doet verliezen. Want die zulke Brieven kan verlenen, heeft ook 't Recht om dezelve te weigeren; en zie daar dan de Lidmaten van.de Univerfiteit door eene andere Rechtbank dan hunne eigene, verftokeh van eèn Recht hun ex communi Jurisdictionis auxilio compererende. De Hoge Raad fuftineèr't wel dit Recht uit te oeffenen, niet uit hooide van liet ordinaire Rechtsgebied, maar uit hoofde van ipecia'le delatie', vermits dergelyke Beneficiën, als zynde Gratiën, alleen van de Hoge Overheid kunnen verkregen worden. Maar de Hoge Raad zal wel willen erkennen, dat die zaak, ten opzichte van Relieven regen Judicieele Verzuimen, waar over hier thans de vraag is, onder de thlunïijche Rechtsgeleerden geenfints is uitgemaakt. Wy hébben bier voren al gezien, hoe de Proffr. Veet 7 op wien de Hoge Raad zig beriep, over deze materie sedagt heeft. En de natuur der zake.jeerd bet daar en boven,' dat Relieven geen zuivere Middelen van Gratie zyn, maar mixtum quid ex Gratia & Juftitla. Waar uit volgt,'dat het eene ongerymdheid zoude zyn, dat de Hooge Raad, die onbevoegd is om.aan de Lidmaten der Univerfiteit, of anderen, welke met dezelven' iets uitftaande hebben, Ordinaris pröviïien van Juftitie te verleenen, de bevoegdheid zoude hebben, om zulke beneficiën, waar in iets van Gratie 'fcheint te komen, aan dezelve te vergunnen of ook te weigeren, én dat uit hooide van' de génerale woorden van G 1,1 haate?

10 ( * ) haare Inftructié, welken mee een geheel ander oogmerk daar in gefield zyn, namelyk alleen om inferieure Rechtbanken aan den Hogen Ride gefubordineert uit te fluiten. Maar, is het nu beweezen dat tot dato deezes het verleenen van zulke beneficiën omtrent zaaken töt onze Vierfchaar behoorende, niet Competeert aan den Hoogen Raad, dan zal het hier de vrage worden, by wien moeten dan de Lidmaten der Univerfiteit zulke Brieven Van Requefte Civiel verzoeken? Dit was ook de vrage in de Jaren 1626", 1Ó30, en volgenden in de gevallen in ons bericht aangehaald. En 't antwoord op die vrage zal een tweede en peremptoir argument uitleeveren teegen de fuftenue van den Hogen Raad. Want; wat is te dier tyd het begrip geweest en van de Pra&izyns, en van onze predecesfeuren, en zelfs van Hun Edele Groot Mog. Dit is zoo klaar en onweederfpreekelyk uit die gevallen zelve op te maaken, dat 'er geen redelyke twyffeling kan overblyven; namelyk, dat alleen Hun Edele Groot Mogende de Heeren Staten van Bolland en West- Vrieflaml daar toe bevoegd waren. Om dit argument in desfelfs kragt voor te Hellen, moeten wy vooraf remarqueeren, en herhaalen, omdat de Hoge Raad heeft goedgevonden dit met ftilzwygen voorby te gaan, ft geen wy in ons berigt reeds hebben gezegd, dat ivy in onze retro-atta geen een exempel gevonden, hebben van een Request Civiel by den Hoogen Raad in zaaken voor onze Vierfchaar litispendent geimpetreert. De Hooge Raad fchynd die exempelen ook niet gevonden te hebben, en 't heeft aan den tyd niet ontbrooken, om dezelven te zoeken. Wy mogen dan veilig vooronderftellen, dat dezelve niet te vinden zyn. Steld men nu daar teegen, dat alle de exempelen van Requeften Civiel geimpetreert zyn by de Heeren Staaten van Holland, hoe is het dan by mogelykheid te begrypen, darde Souverain zig, niet eens en tweemaal, maar zoo veel Jaaren agter den anderen mee zulke geringe obje&en zoude hebben geoccupeert, en niet aanftonds die Requesten zonder dispofitie zoude hebben uitgegeeven, om by den Hogen Raad gepr^efenteert te worden, indien Hun Edele Groot Mogende begreepen hadden, dat de Hooge Raad daar toe was bevoegd ten opzigte van onze Vierfchaar? Zouden de Heeren van den Hoogen Raad, die dit gelieven te noemen eene gebafardeerde gevohtrekking, zig ter goeder trouwe kunnen verbeelden, dat Hun Edele Groot Mogende zulke Requeften, om zoogenaamde gratiën van zo weinig aanbelang, dat zy worden dagelykfche objecten van de Justitie, nog heeden ten dage, of immer te vooren, zouden aangenomen hebben van de Ingezeetenen van Holland aan de Jurisdictie van den Hogen Raad onderworpen? Kan de Hoge Raad daar vau ook exempelen bybrengen? Het raifonnement door den Hoogen Raad op dit refpect p. 8. init. verder bygebragt, is geheel fautif. Wy redeneeren niet op deze wyze. De Heeren Staaten hebben Brieven Van Requefte Civiel in opzigt tot onze Vierfchaar zeiven verleend, ergo Hun Edele Groot Mogende hebben dat Recht aan den Hoogen Raad ten onzen opzigte afgenoomen. Maat wy reedeneeren; op deeze wyze» De Heeren Staaten hebben die Brieven zei ven verleend, en wel zes en veertig en meer Jaaren, na dat de Hooge Raad by deszelfs Inftructie tot het verleenen van dergelyke beenden in c algemeen was geauftorifeefd; Ergo hebben Hu* «dele Gr. Mogende erkend, dat de Hooge Raad dat Recht ten opzigte van onze Vierfchaar nooit gebad heeft. En dit argument word onteegenfpreekelyk, zodra men 'er byvoegd, zoals boven is opgemerkt, dat de Hooge Raad nog voor nog na dien tyd, dat recht immer heeft geesterjjeerr... Uit

11 10 ) Uit het gezegde vervald dan fle èenige Ibltitie, welke hier teï zaake in aanmerking komt, en waar door de Hooge Raad dit argument getragt heeft op te losfen, want de andere foliuie op p. 7. bygebragt, doet niets ter deezer zaake, daar wy niet be?ig zyn om te beweeren onze bevoegdheid tot het verleenen van Brieven vari Requefte Civiel, maar de onbevoegdheid daar toe van den Hoogert Raad in zaaken voor ons litispendent. Evenwel maakt de Hooge Raad in het voorbygaan nog eene reflexie, welke wy niet ongemerkt kunnen pasfeeren, hierin beftaande dat zy de exempelen van Brieven van Requeften Civiele of Relieven, door UEd. Gr. Mogende verleend, en door ons aangehaald te ver geefjcb in de Notulen van UEd. Gr. Mop. Vergadering over de opgegeeven Jaaren. gezogt hebben. Waar op wy antwoorden, dat wy dezelve in de Origineele Notulboeken van onze Vierfchaar hebben gevonden, en tot eene convpleete overtuiging daar van, dezelven woordejyk door onzen beëeuigd en fubintreerenden Secretaris hebben laten extraheeren, gelyk dezejvehier agter onder debylagen volgen, fubliteras A. No Wy behoeven ons niec in te lasten in een onderzoek naar dé' reedenen van dat defect in de Notulen van Staat, welke ons, die tot dezelve geen toegang hebben, onbekend zyn. Maar het is genoeg, dat die exempelen in onze Origineele Notulboekenj gevonden wórden, die ook zyn publica inftrumenta, welke volkomen geloof meriteren. Om niet te zeggen, 't geen de Hoge Raad dagelyks ondervind, dat Getuigen en Inftrumenten, welke iets duidelyk af.-.ir.erei: * derzelver geloof niet verliezen door andere Getuigen of Inftrumenten, welke van de zaak ztvyesn. Zonder deze ftèllerel van 'e gezond verftand en van het Recht, is alle Htftorifche waai beid en alle bewys in de Rechtbanken in eens den bodem ingetogen. Het zou derhalven niet minder discreet van den Hogen Raad geweetizyn, als zy by de uitdrukking, gelyk zy zeggen, hadden gelieven te voegen, dat de Hogen Raad die ook wel geloven wilde; Wy zullen hier de vryheid nemen om die exempelen kortelyk voor te dragen, en daar by de eene en andere remarque te voegen 'tot nader adftruétie van het boven beredeneerde argument. Op den 3 November 1626 vinden wy in onze Notulen, ih de zake van ddoiph Wynbuys van Swarsbacb, contra Mattbias van Overbeek, deze woorden: Leeuwen voor den Eisfcher in Conventie, frefenteerd Requefte Civile by hem van de Ed. Gr. Mog. Staaten van Holland geobtineert, en concludeert ten inte.rintmente &e. Cfub A. N. 1.) Op den 16 ApriZ 1630 in de zake van Pieter van den Berge ^ tegeri Rudolphus Hesfrus &c. Schaak voor den Gedaagden vut Requefte Civile, by hem van de Höo* MVH. Heeren Staaten van Holland ende West- Vriesland geimpetreert alles in gpfcbrifti'i t'è concludeert tot interinemtnte &e. (#ïb A. N. 2.) t Op den 12 Juny 1630 in de zake van Laurens VergeyllGemachtigde van Francais Scbuyrmans, contra Pieter Biikfe van Leeuwen Secretaris van Leydcrdorp. Vergeyll prefenteert Requefte Civile by ban van de Ed. Mog. Heeren, Staaten van Holland en West-Vriesland geimpetreert, ende concludeert toe interinement &c. (fub A. N. 3.) Op den 24 May 16^1 in de zake van de Bejaarde Kinderen éü Voogden, over de Minderjarige Zoon van Macbtetd CUasdr. van Roèenhurgi contra Petrus Scriverius-. Verwey prefenteert Requefte Civile by hem van de Èd. Gr- Mogende Heeren Staaten van Holland en West - friesland geimpetreert, concluderende ten inttrinemente &c. (fob A. fif. 5*)- 2 Óp

12 C 10 > Op den 8 Maart i6$6aa de zake van Gommarus van Crayenboscb, turft JuiSi contra Jan van Dam. Scbarpenbrant voor den Gedaagdèn pree/ent eert Requefte Civiel, van, Haar Ed. Gr. Mog. geobtineert, en concludeert ten interrinement. CfubA. N. 6~.) Maar vooral notabel zyn hier twee gevallen, welke in ftaat zyn óm alle mogelyke Captien en Chicanes af re fnyden. Het eerfte betreft, gelyk alle de voorgaande Exempelen, het Civile, en 't andere het Crimineele. Het eerfte is van den j Juny en 28 Auguftus 1641, in de zaake van David Desprez, contra Odilia Bets, Wed- Mr. Maarten van Egmont. Op den 7 Juny ftaat, na debatten der Partyen, over bet al of niet accorderen van het verzoek der Gedaagdesfe om tyd ten naaften, genotuleert het navolgende Decreet. De Acbtbaare Heeren Reüor ende Reciteren van de Univerfiteit, vergunnen de Gedaagdesfe tyd omme te dupliceren van tien dagen na den begin van der Groot Mogende Heeren Staaten aanftaande Vergadering. En op den 28 Auguftus word 'er gelezen: Gretelande gem. van Odilia Bets, leverd over Requefte Civile, verkregen van de Ed. Gr. Mog. Heeren de Staaten van Holland ende iveji- Vrieslandy met Committimus aan de J. Heeren Retlor en Rechters van de Univerfiteit alhier, in dato den XXIX July Concludeert en antwoord in gefebrifte &.C. (fub A. N. 4.) Dit geval is daarom aanmerkelyk, om dat het in ftaat is volledig én ftellig te beantwoorden eene elendige uitvlugt, als of men in de vorige gevallen door de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland ende $'eft-vriesland, of eenvoudig door Haar Ed. Gr. Mog. verftaan zou kunnen den Hogen Raad, als repr^e-fen terende in dezen de Heeren Staaten. Maar de Hoge Raad is te edelmoedig om zulke objectie te maken, daar een Secretaris van onze Vierfchaar in $ coucheren der Notulen. en de gantfche Vierfchaar, waar in alfyd de regerende Burgemeefteren van Leyden zitting hebben, in 't refumeren derzelven niet kunnen worden gepraefumeert zoo onkundig in het Staatsrecht, en onnaauwkeurig in hunne uitdrukkingen te zyn, dac zy den Hogen Raad met den naam van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staten van Holland ende Weft- Friesland, of Hun Ed. Gr. Mog. immer zouden benoemd hebben. Hadden zy debenamingvan.de Hooge Overheid gebruikt, wy zouden gaarne erkennen, dat deze in dien zin kon genomen worden. Maar geheel anders is het met die andere uitdrukkingen. Dog het is onnodig hier iets meer by te voegen dan het bovengenoemde Extract. Hebben tog Rector en Rechteren van dien tyd, om den Verweerder occafie tot het dupliceren te geven, op den 7 Juny den tyd Van nog tien dagen gegeven, 71a den begin van der Groot Mogende Heeren Staaten aanftaande Vergadering, en is daar op.eerft den 28 Aug. het Requeft Civil verkregen van de Ed. Gr. Mog. Heeren de Staaten van Holland ende Weft-Vries land --geleverd: het is dan zoo klaar als den dag, dat de Staaten niet betekenen den Hogen Raad, die in de maand van Juny en Julynogzynedagelykfche Rechtdagen houd, en welker Vergadering nog nimmer mee de naam van de Vergadering der Staaten is benoemd geworden. Maar het confteert daar en boven öntegenzegl/*» dat en de Practizyns en Rector en Rechteren van dien tyi volkomen zyn overreed geweest van de onbevoegdheid van den Hogen Raad, om die Brieven van Request Civiel met Committiinus aan de Rechtbank van dé Univerfiteit te depecheeren, om dac anders dat uitftel van byn'a twee Maanden, in een tyd toen de procesfen zo weinig dagen, als nu weekeri of maanden, duurden, geheel.onnodig, eri daar-

13 öaarom onrechtvaardig ioude zyn geweest. Ook mag men hier tiïl yolzecker befluiten, dat en de Heer Raad-Peniionaris van dien tydj éb de Heeren Staten zeiven, in het zelve begrip zyn geweest; daar het niet te denken is jj dat zy aan den Suppliant den weg tot den Hogen Raad niet zouden geweezen hebben, om een onnodig én fchadelyfc uitftel voor te komen, indien zy geoordeeld hadden den Hogen Raad daar toe bevoegd te zyn. Her andere geval betreft het Crimineele, en is van den Jaare J640 namelyk twee Studenten Daniël Corff en Jobannes Schut gedetineerden en gecondemneerden by Sententie van onze Vierfchaar hadden zig by Requefte vervoegd tot de Heeren Staaten van Holland, verzoekende Brieven van Reliëf (daar op gefundeert, dat zy hadden geomitteertbehoorlyke defenfie te doen, en adfiftentie te hebben van Pradifyns) en dat haare zaak in reauditie moet komen. _ ö Dit Request word in deszelfs geheele Extenfie in onze Notulen gevonden geaddresfeert aan de Edele Mogende Heeren Myne Heeren de staaten van Holland ende JVest-Vriefland; Ook komt in de Notulen voor het appoinctement daar op vervat; in deeze woorden: ^De Staten van Holland ende West-Vriesland de Requefte hebbende geexamintert vinden goed dat dezelve gefield zal worden in banden van den Rector ende R. echter s van de Univerfiteit tot Leyden, om dezelve enz. en geteekent door Herb. van Beaumont. Als meede a i ^ PP oillftem ent, dus luidende: De staaten van Holland ende /Vest - Friesland, bier opgezien enz. _ hebben uit rechte weetenjcbap ende Sóuveraine Macht ende Autboriteit enz-. Ontbiedende en Comniiueerende. den Rector ende Rechters van Univerfiteit meergenoemdi tl at zy de xiïorfzi Supplianten op nieuws in haare defenfie booren ende dezelve des in Rechten verzocht ende nodig zynde; releveeren van ümisfien ende Commisfien in deezen geroerd enz-, gedaan in den ffage den 17 December (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Staten (Geteekend) Hab, van Beaumont. - Te vinden inde Bylaeeri hier annex fub B. J^«Ö C " Uit dit geval blykt nu met eene ontwyffelbaare zeekerheid niet alleen, dat door de Staaten in deeze materie van Reliëf, moeten veritaan worden niet de Hooge Raad, maar de Heeren Staaten zelve, maar ook dat hetftilzwygen van de Notulen van Holland, geene de minite bedenking kan opleeveren teegen het ftellig bewys van de» boovenftaande gevallen uit onze Notulen ge extraheert.. Wy meenen nu door al het gezegde ons Syftema te hebben gebragt tot eene volledige demonftratie, naamelyk (gelyk wy Concludeerden by ons bericht) dat de Hooge Raad niet bevoegd is, om zig met bet verleenen van Requeften Civiel* in zaaken voor onze Vier- Jcbaar titispendent te bemoeyen. En vermids die exempelen en het raifonnement daar uit afgeleid?^ P 'ÏT 8 J, UDy raeede Ên Papaal hebben gemoveert, om zoo te handelen als wy gedaan hebben, en wy in de goede trouwe verkeerden, daar wy uit zulke decifoire daaden van den Souverain zelve hoogstdesfelfs wille en meening over dat ftükmoeften opmaken, kunnen wy nu ook van de billykheid en rechtmatigheid van ïwï ;,f d^ e r a i n m e t r e e n aagten, dat die handelingen van ons vsioht? w o r d f n S er f^ndeert, om dat anders alle zeekerheid en veingneid voor de Rechters moet ophouden.?iri^venge >w y w V e r z o e k e 1 1 n daaden i e t meer > d a n o n s wettig en dhidelyk Recht. v a n U E d G r o ö t "- L Mogende geconftateert ÏMZK Y S Creëren, dat de Hooge Rafd onblvoegd is om Brieven vanreque/ïe Civiel met Committimus aan onze VierfchaS se verleenen, en wanneer wy infteeren, dat in. het vervolg ten min-

14 ( W ) ften, gelyk tot hier toe, dezelven alleen by UEd. Gr. Mog. mo-j gen worden verzogt en verleend. Dog, dewyl wy by ons bericht wel voorzien koriden, en ook nu voorzien, dat UEd- Gr. Mog., die met veel hooger en gewigtiger Staatsbelangens, dagelyks, en vooral in deeze tyden, geoccupeert zyn, en alle derzelver zorgen en bekommernisfen aan het waare welzyn van den Staat, tot gevoelige blydfchap en dankbaarheid van de welmenende Ingezetenen befteden* zig niet gaarne met zulke, in vergelyking gefproken, geringe objecten, als is het verlenen van Brieven van Requeften Civiel, zullen occuperen; hebben wy by ons Bericht, het welk niet aan een Rechter, die zig aan 't vaftgefteld Recht moet houden ft en daar naar oordelen, maar aan den Souverein was geaddresfeert die de authentica legum Interpretatio heeft, en dezelve ten gemenen befte kan amplieeren, by deze gelegentheid bygebragt zoodanige redenen van Recht en billykheid, welke UEd. Gr. Mog. konden overtuigen, dat, zoo 'er by de decifie van deze zaak iets zekers faoeft worden vaftgefteld, gelyk voor het belang van de Juftitie zoo noodzakelyk is, 'er althans geen reden ter waereld te vinden was, waarom het Recht van den Hogen Raad, om zoodanige Brieven te verlenen, tot onze Vierfchaar zoude worden uitgebreid, en in tegendeel alle reden om aan ons dat Recht uitdrukkelyk te vergunnen, in relatie tot zaken by ons lidspendent. En dit is het waare en voorname oogpunt, waar in befchouwd moet worden al het geen wy by ons Bericht pag, io en 21 van de Periode integendeel &c., tot aan die Wy meenen &c. hebben geavanceert. En door deze ééne remarque moet dan ook vervallen het Capitale en" eenige argument van den Hogen Raad, hier in beftaande: het verlenen van Requeften Civiel en andere dergelyke Beneficiën, zyn allen Graden, welken van niemand dan van den Souverein oorfpronkelyk zyn, en by gevolg ook door niemand dan door den Souverein, of den genen die van eene fpeciale delatie kan doceren, kunnen worden verleend. Maar de Univerfiteits Vierfchaar kan niet bewyzen zulk eene delatie ; integendeel de Hoge Raad kan die dektie bewyzen : derhalven zoo volgt, dat de Vierfchaar die Beneficiën niet, en de Hoge Raad dezelve al kan verlenen, en gevolglyk ook dezelve kan verleenen in zaken voor de Vierfchaar litispendent. Eer wy de zoo even aangeroerde remarque beredeneeren, moeten wy, daar dit argument by herhaling word bygebragt, ook in het voorbygaan by herhaling zeggen, dat alle de praemisfen en de eerfte Concluiie eens toegegeven zynde, dan nog de tweede Conclufie, in relatie tot de zaken voor onze Vierfchaar litispendent, zeer verkeerdelyk daar uit word afgeleid, om dat alle raifonnementen a priori, hoe deraonftratif dezelve fehynen mogen, moeten wyken voor een onbetwiftbaar tegenbewys uit de ondervinding afgeleid. Dit raifonneraent van den Hogen Raad moet immers even waar zyn geweeft in de Jaaren 1626, 1630» 164.2, 1656, als nu in den Jaare jysó. En evenwel is 't bovea onwederfprekelyk gebleken, dat de Souverein door die Beneficiën in de gem. Jaaren zelfs te verlenen, op de fterkftmogelyke wyze, door daden getoond heeft te begrypen, dat de Hoge Raad niet bevoegd was, fpeciaal om Brieven van Requeften Civiel te verlenen, in relatie tot onze Vierfchaar. Zouden de Heeren Staaten van dien tyd zulk een klaar en eenvoudig argument, gelyk de Hoge Raad bet goedvind te noemen, «iet zoo wel hebben kunnen opmaken als nu de Hoge Raad? En hoe komt het dan, dat niemand van de Groote Mannen, welke van 1626 tot 1656 de Vergadering vap H elland beftierd hebben, daar op gedagt heeft, en zulke Ott'

15 onnozele Practifyns, welke zig tot het impetreren vari die Beneficiën by Hun Ed. Gr. Mog. adresfeerden, niet gewezen heefc naar den Hogen Raad? De faut van 'c raifonnement van den Hogen Raad bellaar daar iri i dat men de delatie van den Souverain te ver uitftrekr, ook tot dé Leden van de Univerfiteit, welken de Souverein, door de bovengenoemde daden; getoond heeft niet bedoeld te hebben, toert dezelve den Hogen Raad met die macht heeft bekleed. En dat de Souverein die Lidmaten heeft kunnen bedoelen te excluderen, is zelfs daar uit alleen blykbaar, dat de Univerfiteit en dcrzelver Vierfchaar reeds was opgericht, eer de Hoge Raad is aangefteld. Dog om niet te wydlopig te worden, komen wy nu tot diè bóven opgegeven remarque, weike in dezen alle kragt en applicatië aan dattargument rrioet benemen.; te weten * dat al was het waar; dat het verlenen van Brieven van Requefte Civiel was eene enkele gratie, ('t geen echter by de Romeinen, die de Rechtsgeleerdheid ook wel beüadeert hadden, ten opzigte van hunne reftitutiones in integraal nooit zoo begrepen is. wetende zy zeer wel het ondei fcheid tusfchen eene reffitutio gratige, en eene reftitutio jufdtiae /.* i b. de pojtul., gelyk het zelve ook in andere Landen zoo niet begreepen word, Vo t adv. de rejlii. D. in int. N. 3.) Al was het ook waar, dat aan den Hoogen Raad alleen, en exclufiveiyk diemagt was verleend, ook inopzigt tot zaaken voor onze Vierfchaar litispendent; dan nog evenwel de handen aan Hun Edele Gr. Mogende niet gebonden zyn, om dat Recht aan Rector en Rechteren in relatie tot de zaaken voor hun litispendent te verleenen. Want heeft een Tyran, zoo als geweest is Philips de T-weede by het O&roy van den 16 "November tut vordtringe en adbreviatie van der Juftitie, en orame vwruum te beetere ordene, geregddbeid en Policie te /tellen -, en den landen trein van Proces/en, mitsgaders zeekere onnutte en onnodelyl-e koften te verhoeden; het Recht om Requeften Civile te verleenen aan den Hove van Holland vergund, en het exclufif recht van den Hoogen Raade te Mecbelen ingekort, hoe veel temeer zyn de Heeren Staten van Holland, die de Univerfiteit zeederd haare erectie altyd zoo hebben bevoorrecht, en aan dezelve zoo veele waare affectie hebben toegedragen, bevoegd, om het verleenen van dit en andere dergelyke beneficiën aan derzelver Vierfchaar te deferèeren, voor al daar de redenen tot dergelyke delatie niet minder gewigtigzyn, als die, welke den Koning PhéUpi hebben bewoo^en, Het zal nu onze taak zyn, om die rationes juftitiae & utilïtatis door ons in *t Berigt met den vinger aangeroerd, wat nader aan té dringen, en teegen de fojutien van den Hogen Raad te beveiligen. Die reedenen zyn ontleend in de eerfte plaats uit het hoog gezag; 't welk UEd. Gr. Mog. aan onze Vierfchaar hebben gelieven te geeven; van dit hoog gezag kan geen fterker bewys gevonden worden, dan daarin, dat van de vonnisfen of fententien door ons gepronuncieert geenerlei provocatie is toegelaaten. Vermids nu dit ftuk byzonder is geconftateert, en tot zeekerheid gebragt door UEd. Gr. Mog. Reglement op de Revifien van den Jaare hebben wy in ons bericht dat Reglement aangehaald, om reeden te geeven, waarom na dien tyd geene exempelen meer voorkomen van Adresfen om eenige beneficiën aan UEd. Gr ; Mog. gedaan, maar in teegendeel onze praedecesfeuren geoordeeld hebben, dat de intentie van UEdele Groot Mog. was, dat wy voortaan zulke beneficiën zouden verleenen. En ais men den aart der zaake inziet, zoo is'er waarlykgeen reeden uittedenken, waarom aan eend D 2 Recht*

16 Rechtbank, welke het meerdere door dén Souverain word toebé* tfouwd, namelyk het wyzen by arrest, het mindere, zoo als is het verleenen van beneficie van Inventaris, van Relieven, van Requeften Civiel door den Souverain niet zoude worden aanbe- 1 voolen. Men zegge niet, dit Zyn gratiën, die door niemand, als door den Souverain, of den geenen* aan wien de Souverain dat hééft gedefereert; kunnen verleend worden. Maar wat zwarigheid is 'er in, dat dergelyke expresfe delatie aan onze Vierfchaar gefchiede, voor zoo ver zulks nodigttiogtgeoordeeld worden? Hec beige den Hoogen Raad niet, dat in dit opzigt een ander Collegie aan denzelven met betrekking tot zommige Ingezeetenen worde gelyk gefteld, eeven als het zelve reeds, voor dat de Hooge Raad exifteerde, gelyk gefteld is in het wyzen by arrest. Een andere reeden door ons bygebragt is ontleend uit de exempelen onzer Voorzaaten. Het is bekend van hóe veel kragt exempelen zyn, wanneer 'er qaseftle is over de Limiten van Jurisdictie, en over de posfesfie vel quafi daar van. Wy hebben in vorige verfchillen by den Hogen Raad zelve daar van de voordelen ondervonden en tegen andere Rechters in Contradictorio door uitfpraak van den Hogen Raad getriumpheert; zie Matth. de Jur. Glad* Cap. 35. N. 18. p. 59S. feqq- Ook komen deze Exempelen in eonfideratie, Wanneer men zig tot nader verklaring van 't Recht byden Souverain adresfeert, om dat het dan blykbaar is, dat men zig niet toelegt om ambitieufelyk zyn gezag uit te breiden, maar alleen om ten gentenen nutte te behouden, 'z geen en andere Rechtbanken dooi hun ftilzwygen, en de Souverein zelfs fchynen goedgekeurd te hebben, en als 't waare tacito cohfenfu & confuetudine geïntrodoceert. De Hoge Raad antwoord op de Exempelen door Ons bedoeld, dat de A tens tetdier zake by onze Vierfchaar gepleegd, niet anders geconfideteert kunnen worden dan Clandeftin, en welke mitsdien geen valable posfesfie kunnen opleveren. Maar om niet te zeggen hoe vreemd het is, dar men Aóïens door een Rechter met open deuren gepleegd, en die tot kennisfe komen van het Volk, wil doen doorgaan voor Clandeftin, zullen wy alleen hier bybrengen twee Exempelen, omtrent welke het voor den Hogen Raad zal moeijelyk vallen defgelyk eene gehafardeerde allegatie te juftifi* ceren. Het eerfte betreft een Mandament van Cesfié, by onze Voorzaten verleend in denjaare 1667, namelyk eene Adrianus van Serooskerke van Oostboom, Gedetineerde om fchülden, had aan den Hogen Rade in HMand geprsefenteert een Requeft, tenderende omme te mogen obtineren Brieven van Ces/ie, met Commictimas aan de Univerfiteit ; dit Requeft was door den Hogen Raad gezonden aan Ree* tor en Rechteren by Misfive, waar by de Heeren van den Hogen Raad verzogten, alvorens op de voorfz. Reqaette te disponeren, te mogen bekomen onderrechtinge en advys nopens den Perfoon van de voorfz. Adrianus van Serooskerke van Oostboom en desfelfs zaken. Waar over by Rector en Rechteren zynde gedelibereerd, is gerefolveert dat de voorfz. Misfive en geannexeerde Requefte zouden worden bewaard en onbeantwoord gelaten, als zynde een zake niet concernerende de Heeren van den Hogen Rade, ofte desfelfs Judicature. En is verders aan den Advocaat van de voorfz. Serooskerke genotificeert f ingevalle by voor zyn Meefter zoodanige verzoeken by Requefte wilde doen, hem daar over zoude hebben te adresfeeren aan de Heeren Rector en Rechters van de Univerfiteit, en niet aan den Hogen Rade in Holland* Vöftaande de Heeren Refter en Rechteren, dat zoodanige provifte van Juftitie hy baar A, zal werden verleend, met Commictimvs aan baar aelven*

17 ( 15 ) tdvev. Dit is voorgevallen den 13 October Dit is derhai? ven een geval aan den Hogen Rade ten vollen bekend, die zig dat fchynd te hebben laten welgevallen, want wy vinden op den 19 January 1667, dat op een Requeft door den zeiven Adrianus Serooskerke van Ooft boom, om Mandament van Cesfie aan onze Vierfchaar geprsefenteert, (na voorafgevallen Appoinctement interlocutoir van 4 December 1666 ) door dezelve is geappoincteert. Fiat Mandament van Cesfie, met Committimus aan de Heeren Rector en Rechters van dl Univerfiteit binnen Leyden, Zynde 't een en ander te vinden iri de Bylagen fublitt. C 1 en 2. Het andere fpecteert het Beneficie van Inventaris, waar van twee notable gevallen hier zullen worden getoucheert. Het eerfte is vari den rymey Wanneer Mareus Piaat, gemagtigd van Salomon de Beis s cum fuis, Brieven van Beneficie van Inventaris by den Hogen Rade gevraagd en geimpetreert, en tot interrinement van dezelve geconcludeert hebbende, en die zaak op den 17 Mey i688 ; door Rector en. Rechteren in Advis zynde gehouden, daar na op den 26 Mey in Jaóicio is gecompareerd Salomon de Bels, geadfifieert metmr. Hendrik Poock, zynen Advocaat, endeede zeggen af ft andte doen ende te renuntieeren van de Brieven van Beneficie van Inventaris by bemvanden Hogen Rade in Holland geobtineert, zoo dat by Salomon de Bels, den,boedel van Albertus 'de Bels, zal is abandonneerende en repudieerende mits dezen, en overgevende dat bet Mandament van Benefitie van Inventaris aan de Heeren-ReÜor en Rechteren van de Univerfiteit overgeleverd, raag worden gecasfeert en geroyeert; als Berigt wordende, dat Haar Eet. Acbtb. zouden verftaan ', dat bet voorfz. Mandam, kwalyk en ten onrechte was verleend, ende dat hetzelve van welgemelte Haar Ed. Gr. Achtb..moejle worden geimpeireerf.., Het tweede is van den 19 Mey 1725, wanneer Cornelis Scbagenl Pedel, tot Erfgenaam gefteld zynde van Joan Pieter Hundorf, Lidmaatder Univer/Jteit, van Rector en Rechteren by Requefte heeft verzogt Brieven van Beneficie van Inventaris. Waar op gedeliber reen zynde, is dat verzoek gehouden in Advys, dog den volgenden' 25 Mey 1725 is daar op gerefolveert, den Suppliant zyn verzoek te accorderen' in manieren ais volgt, enz,. Wy hebben van die Brieven uit onze Notulen, de geheele extenfie laten uitfehryven, gelyk dezelve hier agter in de Bylagen fub Ljtt. D. meede gevonden wordt. Welke extenfie in de behoorlyke forme gedaan, in dezen van alle gewigt is om te bewy-r zen, "dat deeze Acte Posfesfoir niet is geweest clandeftin, om dat ontboden en bevolen zyn alle Jufticieren en Officieren, en de Pedel gecommitteert om by openbare Edicte te dagvaarden de andere onzekere en onbekende Crediteuren. h Omtrent dit laatfte ftuk is 't byzonder remarquabél, dat het zelve by onze Vierfchaar is gerefolveert, (om van de andere Rechteren nu niet te fpreken) in prsefentie en waarfchynelyk met toeftemming van de Heeren Weflenherg,, Rector Magn. en den groten Scbulting, Asfesfor, gelyk het eerfte in prasfende van den Proffr. ^Joodt,. Asfesfor, drieproffesfbren in de Rechten, welker auctoriteit tegen die van den Proffr. Voet rykelyk kan opwegen. ;, Eene derde reden, fpeciaal in.relatie tot het verlenen van Brieven van Requefte Civiel omtrent Judicieele. Verzuimen, hebben wy.ontleend MIE de analogie van bet Recht, ende Privilegiën der.univerf.'.:'i;. En deze meriteert eene byzpndere confideratie. Het argument komt hier op uit: Alle die Collegien welke de Suprema Jurisdictie hebben, en -Vice Sacra Recht fpreken. behoren al zulke Beneficiën te-kunnen verlenen, welke tot de Jurisdictie eenigiints kunnen gebragt worden, en. Covymni iurejmefpeciili._.principis cogni~ E ti&nej

" EXTRACT. RECES VAN DE EXTRAORDs. a?4 IN AUGUSTUS BINNEN DE STAD 4 RN HEM GEHOUDEN. T E A R N H E M,

 EXTRACT. RECES VAN DE EXTRAORDs. a?4 IN AUGUSTUS BINNEN DE STAD 4 RN HEM GEHOUDEN. T E A R N H E M, " EXTRACT UIT H E T RECES VAN DE EXTRAORDs. L A N D D A G IN AUGUSTUS 1787. BINNEN DE STAD 4 RN HEM GEHOUDEN. T E A R N H E M, BY WILLEM ALBERT VAN GOOR, ORD. DRUKKER VAN DEN ED. HOVE VAN GELDERLAND 1787.

Nadere informatie

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

PUBLICATIE» jpqwtofy Raden, in naamc

PUBLICATIE» jpqwtofy Raden, in naamc PUBLICATIE» jpqwtofy Raden, in naamc v \ \ / cc ^n de Edele Mogende Hee- C V V % ren STA ATEN des FUR- S T E N D 0 M S KuJihMJi^ GELRE en vsiffl A GRAAFSCHAPS ZUT- PHEN, doen te weeten: Alzoo Hoogftgedagte

Nadere informatie

VAN EENE ZELDZAAME NOG NIET BESCHREEVEN

VAN EENE ZELDZAAME NOG NIET BESCHREEVEN BESCHRYVING VAN EENE ZELDZAAME AFRIKAANSCHE NOG NIET BESCHREEVEN ~ A T - S 0 0. R T, GENAAMD DE BIZAAM~KAT, OP DE I{AAP DE GOEDE HOOP VALLENDE, En bewaard wordende in het MusEuM VAN ZYNE DOORLUCHTIGSTE

Nadere informatie

In den naam Gods amen.

In den naam Gods amen. In den naam Gods amen. Albrecht, bij de gratie Gods, paltsgraaf op den Ryn, graaf van Henegouwen, Holland, Zeeland en heer van Friesland, allen die deze brief nu of in de toekomst zullen lezen saluut en

Nadere informatie

V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E NOG NIET BESCHREE VEN. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt

V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E NOG NIET BESCHREE VEN. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt op". d~ zy n g- - BESCHRYVING V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E n,,... n e-- NOG NIET BESCHREE VEN B 0 SC H- KAT, IN JApAN VALLENDE. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt p. h ole d 't.

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

Gerechtsbestuur Doorn, (163) NT00163_16 Nadere Toegang op inv. nr 16 uit het archief van het Gerechtsbestuur Doorn, 1649-1810 (163) H.J. Postema November 2010 Inleiding Dit document bevat een complete transcriptie van verzoekschriften

Nadere informatie

CO N D I T I E N, 1 q^i- HO. 'y? I'

CO N D I T I E N, 1 q^i- HO. 'y? I' i CO N D I T I E N, Waar op, voor den tyd van zes Jaaren, ingaande den i Augufty 1788 en expirerende den laatften July 1794 is befteed, HET ONDERHOUD DER HOUTE-BRUGGEN, LEGGENDE OVER DE CAPITAALE GRAGTEN

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Doorn, 1649-1810 (163)

Gerechtsbestuur Doorn, 1649-1810 (163) NT00163_57 Nadere Toegang op inv. nr 57 uit het archief van het Gerechtsbestuur Doorn, 1649-1810 (163) H.J. Postema Oktober 2010 Inleiding Dit document bevat een complete transcriptie van een ingekomen

Nadere informatie

DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer

DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer Bij verschillende gelegenheden in de afgelopen maanden heeft onze vereniging zich beijverd om te komen tot een verbetering van ommuring en terrein

Nadere informatie

Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2)

Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2) Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2) ORDONNANTIE Op het verkrygen en bewaaren van het BURGERRECHT. By Burgermeesteren en Vroedschap der Stadt Utrecht gearresteert den 19. en 30. Meert 1761.

Nadere informatie

De Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Delft,

De Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Delft, 1 *ST' FRTHE1D, GEUïKHEID, BROEDERSCHAP. Vergadering van de Pro vifioneele Reprsefenta? ten van het Volk van Holland, gehouden in den Hage Maandag dm 16 January 1795. Eetjle Jaar der Bataaffcbe Vryheid.

Nadere informatie

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 4 Artikel 9... 4 Artikel 10...

Nadere informatie

J: DIBBETZ WESTERWOUT. Waar in den Oorfprong en Opkomst deezer Landen aangetoonde word,"

J: DIBBETZ WESTERWOUT. Waar in den Oorfprong en Opkomst deezer Landen aangetoonde word, B E K N O P T E B E S C H R Y V I N G ZEVENTIEN D E R NEDERLANDSCHE P R O V I N C I Ë N Waar in den Oorfprong en Opkomst deezer Landen aangetoonde word," mitsgaders De Geaardheid, Zeden, Godsdienst, Huwelyken

Nadere informatie

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1)

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) NT00001_78 Nadere Toegang op inv.nr 78 uit het archief van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) H.J. Postema December 2014 Inleiding Dit inventarisnummer bevat een gedrukte Ordonnantie van

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening Raad van Advies Citeertitel: Landsverordening Raad van Advies Vindplaats : AB 1992 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1992 no. 108 HOOFDSTUK I Paragraaf 1 Inrichting Artikel 1 De Raad

Nadere informatie

Handwe?ken en Fabficqueft*

Handwe?ken en Fabficqueft* B E R I C H T WEGENS HET INZETTEN VAN EEN GLASRAAM IN LOOD, A A N D E N (ECONOMISCHEN V A N DE TAK H O L L A N D S C H E MAATSCHAPPYE DER W E E T E N S C H A P P E N, TE H A A R L E M, D O O R JOHAN WILHELM

Nadere informatie

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

REGLEMENT. Op het rijden van de Postwagen van. DEVENTER op ALMELO. a ^ 4 cj

REGLEMENT. Op het rijden van de Postwagen van. DEVENTER op ALMELO. a ^ 4 cj REGLEMENT Op het rijden van de Postwagen van DEVENTER op ALMELO. Te D E V E N T E R, Gedrukt by J. H. DE LANGE, Stads-drukker en Boekverkooper aan den Brink, 1796. j I KONINKLIJKS EOUOTHEEK Vorz. Plakkaten

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 39 Besluit van 4 augustus 2016 tot afkondiging van de Rijkswet van 13 juli 2016, houdende aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden (No. 19.) BESLUIT van den 31sten Januari 1824, rakende de vergunningen ter oprigting van sommige fabrijken en trafijken. WIJ WILLEM, bij de gratie Gods, koning

Nadere informatie

Het reglement van 1836 1

Het reglement van 1836 1 Het reglement van 1836 1 Bepalingen op het innemen en ontslag van kinderen, in het Gereformeerd Burger-Weeshuis der Stad Utrecht. Artikel 1: De kinderen zullen moeten zijn geboren uit een wettig huwelijk,

Nadere informatie

Booker Zaandam juli 1802

Booker Zaandam juli 1802 Booker Zaandam 6127-98 7 juli 1802 Testament van egtelieden die verklaarde beneeden tweeduizend gulden gegoed te zijn en is hier in geen fidei commies Art. 51 Heden den zevende julij in den jaare achttienhondert

Nadere informatie

2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA RIJKSWET van 13 juli 2016, houdende aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

( * ) ber is, de pogingen welke daartoe aangewend worden, door zijne medewerking te onderdennen.

( * ) ber is, de pogingen welke daartoe aangewend worden, door zijne medewerking te onderdennen. B E R I C H T. txar het Etfen of vervaardigen Van Konstpïaatert door inbijting van fterk water, een der deelen van de algemeene beöeffening der Teken - en Schilderkunde is, welke tot een aangenaame en

Nadere informatie

Staatsblad. Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad. Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden (No. 60) WET van den 1sten Junij 1865, regelende de uitoefening der geneeskunst. WIJ WILLEM, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU,

Nadere informatie

KORTE VERHANDELING VAN GOD / DE MENSCH EN DES ZELFS WELSTAND

KORTE VERHANDELING VAN GOD / DE MENSCH EN DES ZELFS WELSTAND i1 KORTE VERHANDELING VAN GOD / DE MENSCH EN DES ZELFS WELSTAND Korte Schetz van 't eerste van het tweeede Deel KORTE SCHETZ DER VERHANDELING VAN BENEDICTUS DE SPINOZA, OVER GOD; DEN MENSCH, EN DESZELFS

Nadere informatie

Extract uit het register van resolutien van de Gedeputeerden van de Staten van Overijssel. Zwol den 1 juny 1746.

Extract uit het register van resolutien van de Gedeputeerden van de Staten van Overijssel. Zwol den 1 juny 1746. 1002 Zwol den 1 juny 1746. Extract uit het register van resolutien van de Gedeputeerden van de Staten van Overijssel Is goet gevonden ingevolge van onse resolutie van den 21 april deeses jaars, het montant*

Nadere informatie

VOORGESCHIEDENIS EN INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE BANK VAN LENING

VOORGESCHIEDENIS EN INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE BANK VAN LENING VOORGESCHIEDENIS EN INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE BANK VAN LENING VOORGESCHIEDENIS Op 6 april 1804 wordt bij de magistraat ter tafel gebracht een gedrukt biljet met de aankondiging van de publieke

Nadere informatie

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1. De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE, -^? Januari pit. 10 ^Ättuar i 1927-#-JIo?93* Af d. H, 0. Betreffende : stalen-examengeld«

ONDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE, -^? Januari pit. 10 ^Ättuar i 1927-#-JIo?93* Af d. H, 0. Betreffende : stalen-examengeld« ONDERWIJSRAAD. r N - 698? À* Bericht op schrijven van 10 ^Ättuar i 1927-#-JIo?93* Af d. H, 0. Betreffende : stalen-examengeld«s-gravenhage, -^? Januari pit Frankenstraat 39. Men gelieve bij het antwoord

Nadere informatie

LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A M- E N

LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A M- E N BESCHRYVING VAN EEN GEHEEL NIEUWE OF ONBEK~NDE SOORT VAM AMERIKAANSCHE LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

Tussen Rijn en Lek Dl Werkhoven na de Belgische Opstand van 1830door A. Graafhuis. Uit onderstaande stukken blijkt allereerst iets ov

Tussen Rijn en Lek Dl Werkhoven na de Belgische Opstand van 1830door A. Graafhuis. Uit onderstaande stukken blijkt allereerst iets ov Tussen Rijn en Lek 1968 3. - Dl.2 3-7- Werkhoven na de Belgische Opstand van 1830door A. Graafhuis. Uit onderstaande stukken blijkt allereerst iets over de situatierondom de stad Utrecht, met name in Werkhoven

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsverordening grensregeling Citeertitel: Landsverordening grensregeling Vindplaats : AB 1990 no. GT 23 Wijzigingen: Geen Artikel 1 1. Grensregeling wordt onderscheiden in: a. de geïsoleerde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 237 (R2054) Aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van urgerlijke Rechtsvordering en

Nadere informatie

Vonnis Sevenoaks. Ple. Wederzorg Suriname 22 Junij 1841 Vonnis a T. Sevenoaks

Vonnis Sevenoaks. Ple. Wederzorg Suriname 22 Junij 1841 Vonnis a T. Sevenoaks Vonnis Sevenoaks Ple. Wederzorg Suriname 22 Junij 1841 Vonnis a T. Sevenoaks 1 Pro Justitia In de naam des Konings Arrest In zake van het Publiek Ministerie Eischer ter eenre Op en de Jegens Thomas Sevenoaks

Nadere informatie

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 3 Artikel 9... 4 Artikel 10...

Nadere informatie

ANTWOORD OP DE BRIEV VAN BENJAMIN HEBBENDEN BURGER IN DOOR Z,YN MEEDE BROEDER J O S E P. H. ALOMME TE BEKOOMEN.

ANTWOORD OP DE BRIEV VAN BENJAMIN HEBBENDEN BURGER IN DOOR Z,YN MEEDE BROEDER J O S E P. H. ALOMME TE BEKOOMEN. 325 452 ANTWOORD OP DE BRIEV VAN BENJAMIN AAN DEN BESTEN EN BELANG HEBBENDEN BURGER IN G R O N I N G E N DOOR Z,YN MEEDE BROEDER J O S E P. H. ALOMME TE BEKOOMEN. ( Pag- «) Ernftigen en Waarheid- 1 zoekende,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

ZYDSCHE BOMMEN EN PINKEN.

ZYDSCHE BOMMEN EN PINKEN. P U B L I C A T I E TOT HET TEGENGAAN DER F R A U D E S, GEPLEEGD WORDENDE DOOR ZYDSCHE BOMMEN EN PINKEN. GEARRESTEERD BY DE NATIONALE VERGADERING, reprefenteerende het Volk van Nederland, den 29. September

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 489 Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 411 Wet van 9 oktober 2008 tot aanpassing van de wet van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te s-gravenhage tot stand

Nadere informatie

BIJ KONING LODEWIJK, 1) (Dee, 1807).

BIJ KONING LODEWIJK, 1) (Dee, 1807). AUDIENTIE EENER DEPUTATIE VAN OUDEWATER BIJ KONING LODEWIJK, 1) (Dee, 1807). Present nit den Raad alien, behalve de Leden Nielaen en W. van Veen Pz. Van Scheepenen alien, behalve Pha Brouwer. Vergadering

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (1)

Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (1) Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (1) ORDONNANTIE Waar na de Perzoonen die van buyten in deze Stad komen woonen zig voortaan zullen moeten Reguleeren. By de Vroedschap der Stad UTRECHT gearresteert

Nadere informatie

Den Twaalfden Augustus Achttienhonderd vijftien zijn voor ons President officier van den Burgerlijken Stant der Gemeente van Hendrik Ido Ambacht

Den Twaalfden Augustus Achttienhonderd vijftien zijn voor ons President officier van den Burgerlijken Stant der Gemeente van Hendrik Ido Ambacht Den Twaalfden Augustus Achttienhonderd vijftien zijn voor ons President officier van den Burgerlijken Stant der Gemeente van Hendrik Ido Ambacht gecompareerde Lam, bertus van Loon, molenaarsknecht, oud

Nadere informatie

STAATSBLAD V AN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN ) FT ET van den \3den augustus 1849, tot regeling der toelating en uitzetting van vreemdelingen.

STAATSBLAD V AN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN ) FT ET van den \3den augustus 1849, tot regeling der toelating en uitzetting van vreemdelingen. STAATSBLAD V AN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. N 1 39.) FT ET van den \3den augustus 1849, tot regeling der toelating en uitzetting van vreemdelingen. WIJ WILLEM III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16 034 (R 1138) Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het koningschap

Nadere informatie

STADS BESTUUR, REGL EMEN T, OP HET JUSTITIE, ZIERIKZEE? COLLEGIEN EN DER A MP TEN, BESTEL EN DE UITOEFFENING

STADS BESTUUR, REGL EMEN T, OP HET JUSTITIE, ZIERIKZEE? COLLEGIEN EN DER A MP TEN, BESTEL EN DE UITOEFFENING 3112 A 6 REGL EMEN T, OP HET BESTEL EN DE UITOEFFENING V A N 'T STADS BESTUUR, JUSTITIE, DER MINDERE COLLEGIEN EN DER A MP TEN, BINNEN DE STAD Z I E R I K Z E E, Te ZIERIKZEE? Gedrukt by P. O. VAN DEN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 444 Wet van 6 november 2003 tot uitvoering van de verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 betreffende

Nadere informatie

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859 Brief Syt A 1859 050-051. 0056-0057, Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859 Zeer Geachte Heer! Naar t mij voorkomt heb ik mij betreffende het corr n van den tweeden druk niet duidelijk uitgedrukt, of

Nadere informatie

Weledele heer. Uwe dienaar H. Warmelink.

Weledele heer. Uwe dienaar H. Warmelink. Markegronden Schoonheeten, den 18 Juny 1816. Wel Edele Heer Daar de boeren van het land die woonagtig zijn in het Karspel Goor bij mij geweest zijn als Groot Hengel, Luttickhengel, Wolter Reef en Hellekate

Nadere informatie

D E R ELECTRICITEIT.

D E R ELECTRICITEIT. D E T H E O R I E D E R ELECTRICITEIT. D E l r - 9 *?^Zl ' T H E O R I E D E R ELECTRICITEIT, RUSTENDE OP PROEFONDERVIND- LYKE WAARHEDEN. DOOI H E N D R I K L U G T. T* WEST- ZAANDAM, By H E N D R I K

Nadere informatie

,,PLATSTAART SLANG:EN,

,,PLATSTAART SLANG:EN, VAN TWEE VERSCHILLENDE EN VOOR ALS NOG ZEER WEINIG BEKENDE,,PLATSTAART SLANG:EN, I ZYNDE DE BRUIN-RUG' uit MEXICO,'~N DE GERINGDE UIT DE INDISCHE ZEEN. Beitie, met nog eene verfchi!lende foorte van de!aatflgemelde,

Nadere informatie

Een nieuw lied, Op de onverwagte wederkomst van een minnaar by zyn beminde

Een nieuw lied, Op de onverwagte wederkomst van een minnaar by zyn beminde Een nieuw lied, Op de onverwagte wederkomst van een minnaar by zyn beminde bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Lbl KB Wouters 03050. Z.p. ca. 1810 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie040nieu01_01/colofon.htm

Nadere informatie

VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. Vil Û\JO%) W mt van den \2den December 1892, op het Nederlanderschap en het ingezetenschap.

VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. Vil Û\JO%) W mt van den \2den December 1892, op het Nederlanderschap en het ingezetenschap. f STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. Vil Û\JO%) W mt van den \2den December 1892, op het Nederlanderschap en het ingezetenschap. IN NAAM VAN HARE MAJESTEIT WILHELMINA., BIJ DE GRATIE GODS,

Nadere informatie

BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 475 Jo 460 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING

BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 475 Jo 460 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 475 Jo 460 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING Gelezen het namens [klager] ingediend verzoekschrift, welke ertoe strekt dat het Hof

Nadere informatie

Nummer Toegang: Algemene Rekenkamer Inventaris van het archief van de Algemene Rekenkamer,

Nummer Toegang: Algemene Rekenkamer Inventaris van het archief van de Algemene Rekenkamer, Nummer Toegang: Algemene Rekenkamer Inventaris van het archief van de Algemene Rekenkamer, 1808-1811 Dwi Nurmaningsih en Kris Hapsari Arsip Nasional Republik Indonesia, Jakarta (c) 2004 This finding aid

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,

Nadere informatie

O P E E N TEKENING KOPERE PLAAT OECONOMISCHEN HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYË DER WEETENSCHAPPEN, TE HAARLEM, INGELEVERD DÓÓR

O P E E N TEKENING KOPERE PLAAT OECONOMISCHEN HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYË DER WEETENSCHAPPEN, TE HAARLEM, INGELEVERD DÓÓR B È R I G T. WEGENS DE UITVINDING OM E E N TEKENING O P E E N KOPERE PLAAT O V E R T E B R E N G E N, AAN DEN OECONOMISCHEN TJM V A N D E HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYË DER WEETENSCHAPPEN, TE HAARLEM, INGELEVERD

Nadere informatie

BATAVIA, VOORTREFFELYKE GEBOUWEN, DIEREN EN GEWASSEN,' B E S C H R E E V E N. HOOGE EN LAAGE REGEERING, GESCHIEDENISSEN, LUCHTSGESTELDHEID, ZIEKTEN,

BATAVIA, VOORTREFFELYKE GEBOUWEN, DIEREN EN GEWASSEN,' B E S C H R E E V E N. HOOGE EN LAAGE REGEERING, GESCHIEDENISSEN, LUCHTSGESTELDHEID, ZIEKTEN, BATAVIA, DE HOOFDSTAD VAN NEERLANDS O. INDIEN. IN G.ELEGENHEID, D E R Z E L V E R OPKOMST, VOORTREFFELYKE GEBOUWEN, HOOGE EN LAAGE REGEERING, GESCHIEDENISSEN, K E R K Z A A K E N, K O O P H A N D E L,

Nadere informatie

Nieuw Oranje volks-lied

Nieuw Oranje volks-lied bron. Z.p., 1815 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie072nieu01_01/colofon.php 2011 dbnl 1 Nieuw Oranje volks - lied. Wys: Wilhelmus al van Nassauwen. 1. Wilhelmus al van Nassauwen, Dat

Nadere informatie

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. 19-04 RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. De NVM verwijt makelaarskantoor X (beklaagde en lid NVM) dat door haar medewerker/vennoot Z een taxatierapport

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:146

ECLI:NL:GHSHE:2017:146 ECLI:NL:GHSHE:2017:146 Instantie Datum uitspraak 19012017 Datum publicatie 20012017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch 200.181.917_01 Personen en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

VAN A. D E K E N, GRAAVENHAAGE, BY I S A A C VAN C L E E F, MDCCLXXXL

VAN A. D E K E N, GRAAVENHAAGE, BY I S A A C VAN C L E E F, MDCCLXXXL B R I E F VAN A. D E K E N, In 's GRAAVENHAAGE, BY I S A A C VAN C L E E F, MDCCLXXXL

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057 ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057 Instantie Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 20-01-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 027-D-03 Personen- en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 40 Wet van 22 januari 2014 tot wijziging van de Wet van 2 juli 2003 tot uitvoering van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van de Europese

Nadere informatie

Commissie inzake Leerlingenrechten. Beslissing. Nr. 2018/68 van 10 september 2018

Commissie inzake Leerlingenrechten. Beslissing. Nr. 2018/68 van 10 september 2018 Commissie inzake Leerlingenrechten Beslissing Nr. 2018/68 van 10 september 2018 Inzake optredend als wettige vertegenwoordiger van , wonende Verzoekende partij, Tegen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 530 Wet van 10 november 2011 tot wijziging van de Wet van 2 mei 1990 tot uitvoering van het op 20 mei 1980 te Luxemburg tot stand gekomen Europese

Nadere informatie

juni Testament van Echtelieden die verklaarde beneeden ƒ 2000 gegoed te zijn en is hierin geen Fideicommis. Art 51

juni Testament van Echtelieden die verklaarde beneeden ƒ 2000 gegoed te zijn en is hierin geen Fideicommis. Art 51 6112-95 6 juni 1795 Testament van Echtelieden die verklaarde beneeden ƒ 2000 gegoed te zijn en is hierin geen Fideicommis Art 51 Op heden den zesden junij in den jaare zeventienhonderdvijf en negentig

Nadere informatie

Onvoldoende belangenbehartiging. Echtscheiding. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Valsheid in geschrifte.

Onvoldoende belangenbehartiging. Echtscheiding. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Valsheid in geschrifte. Onvoldoende belangenbehartiging. Echtscheiding. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Valsheid in geschrifte. Klager en zijn ex-partner hebben samen aan beklaagde opdracht gegeven tot dienstverlening bij

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2015/1/6 ARREST. Inzake: Naam : BVBA Upper At Home. Tegen: Naam : BVBA The Works. Procestaal: Nederlands ARRET

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2015/1/6 ARREST. Inzake: Naam : BVBA Upper At Home. Tegen: Naam : BVBA The Works. Procestaal: Nederlands ARRET COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2015/1/6 ARREST Inzake: Naam : BVBA Upper At Home Tegen: Naam : BVBA The Works Procestaal: Nederlands ARRET En cause : Nom : BVBA Upper At Home Contre: Nom : BVBA

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

L i mb u r g s e L a n d m a r k s

L i mb u r g s e L a n d m a r k s L i mb u r g s e L a n d m a r k s P r o g r a m m a I n v e s t e r e n i n S t ed e n e n D o r p e n, l i j n 2 ; D e L i m b u r g s e I d e n t i t e i t v e r s i e 1. 0 D o c u m e n t h i s t o

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994±1995 24 257 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de reorganisatie van de raden voor de kinderbescherming

Nadere informatie

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. A A (Extract). EXTRACT nit het Register der Resolutien van den Minister van Financien. In- en uitgaande regteu en accijnsen. N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. Dc Minister, enz. Heeft goedgevonden

Nadere informatie

BROEDERSCHAP! In den Bofch den 23 September 1797 7 h e t derde jaar der Bataaffche

BROEDERSCHAP! In den Bofch den 23 September 1797 7 h e t derde jaar der Bataaffche 2102 C 25 GELTKHEID! BROEDERSCHAP! FRTHEID! In den Bofch den 23 September 1797 7 h e t derde jaar der Bataaffche Fryheid. De Reprefentanten van het Volk van Bataaffch - Braband aan dê Na-- tionaale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14167 Wijziging in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, strekkende tot invoering ten behoeve van minderjarige moeders

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN

DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN 1. De Koning is voorzitter van de Raad van State. De vermoedelijke opvolger van de Koning heeft na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar van rechtswege

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 155 Wijziging van de regeling van de overdracht van aandelen op naam in naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 622 Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 477 Wet van 2 december 2015, houdende bepalingen verband houdende met de instelling van de rechtsopvolgers van in Nederland gevestigde internationale

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 161

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 161 54 (1960) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1964 Nr. 161 A. TITEL Overeenkomst betreffende de wederzijdse geheimhouding van uitvindingen die voor de verdediging van belang

Nadere informatie

FORMULIER. for DEN H. DOOP DER ÏÖNfift 'KINDEREN, /^V: IH?}^

FORMULIER. for DEN H. DOOP DER ÏÖNfift 'KINDEREN, /^V: IH?}^ EVANG. LUTH. SEMINARIUM. No. FORMULIER for DEN H. DOOP DER ÏÖNfift 'KINDEREN, /^V: IH?}^ -Voor de Zitting. Latlu GetneeHte ^oï^^^pski p iwórdt ons, geliefde Medechristenen! eën kïncj gebracht, om door

Nadere informatie

De Burg te Wassenaar.

De Burg te Wassenaar. De Burg te Wassenaar. hierboven reeds door Dr. Holwerda in herinnering werd gebracht, deelde de heer W. J. J. C. Bijleveld in jaargang van ons Jaarboekje het een en ander aangaande den zoogenaamden burg

Nadere informatie

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3 Artikel 1 1. Dit verdrag is van toepassing op de erkenning en tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken, gewezen op het grondgebied van een andere Staat dan die waar de erkenning en tenuitvoerlegging

Nadere informatie