IV Ontvankelijkheid van de melding Intern onderzoek door de uitvoeringsorganisatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "IV Ontvankelijkheid van de melding Intern onderzoek door de uitvoeringsorganisatie"

Transcriptie

1 1 ADVIES van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid ten aanzien van een melding van 11 oktober 2013 over een vermoeden van een misstand bij een uitvoeringsorganisatie, van een ministerie. I Samenstelling van Onderzoeksraad Het onderzoek is door mevrouw drs. W.R.C. Sterk, lid van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid, uitgevoerd. Zij werd daarbij bijgestaan door mevrouw mr. C.E.J.Y. van Agt (secretaris Onderzoeksraad Integriteit Overheid). II Melding vermoede misstand De uitvoeringsorganisatie heeft in 2008 met een Europese aanbesteding voor directievervoer een raamovereenkomst gesloten met taxibedrijf A B.V. (hierna te noemen: A). Deze raamovereenkomst had een looptijd van twee jaar met een mogelijkheid tot verlening van twee keer één jaar. De raamovereenkomst is ingegaan per 1 december 2008 en zag op directievervoer bedoeld voor hoge functionarissen alsmede in specifieke gevallen ten behoeve van de leden van het MT van de uitvoeringsorganisatie. In de raamovereenkomst alsmede in het beschrijvend document voor de aanbesteding is bepaald dat het personeel van de opdrachtnemer belast met directievervoer (taxibedrijf A) in het bezit dient te zijn van minimaal een afgeronde opleiding tot directiechauffeur, zoals CCV-D1 of hieraan gelijkwaardig. Bij navraag door de opdrachtgever dient de opdrachtnemer het opleidingsdocument van de betreffende chauffeur aan de opdrachtgever kunnen overleggen. De melder is vanaf 10 januari 2012 tot 19 april 2013 door A te werk gesteld bij de uitvoeringsorganisatie als extern ingehuurde directiechauffeur. Na een aantal maanden is bij de melder het vermoeden gaan leven, dat in strijd met de bepalingen van de raamovereenkomst door A geen CCV-D1 gecertificeerde directiechauffeurs werden geleverd terwijl het uurtarief van een gecertificeerde directiechauffeur door A bij de uitvoeringsorganisatie wel in rekening werd gebracht. Tevens zag het vermoede van een misstand op het feit dat de uitvoeringsorganisatie op de hoogte zou zijn van het feit dat niet CCV-D1 gecertificeerde directiechauffeurs werden geleverd door A, en dat de uitvoeringsorganisatie deze situatie doelbewust heeft laten voortduren. Het laten voortduren van deze situatie zou mogelijk geldelijk gewin opleveren voor een ambtenaar van de uitvoeringsorganisatie en voor medewerkers van A. De betreffende ambtenaar van de uitvoeringsorganisatie zou mogelijk ook bewerkstelligd hebben, dat na afloop van de raamovereenkomst per 1 januari 2013 deze tot tweemaal toe is verlengd tot aan 1 april De melder heeft in eerste instantie intern een klacht ingediend bij de uitvoeringsorganisatie door zich bij brief van 19 april 2013 te wenden tot de directeur X van de uitvoeringsorganisatie. De schriftelijke klacht zag op de wijze waarop de uitvoeringsorganisatie in strijd met de Aanbestedingswet 2012 de raamovereenkomst met A heeft verlengd (twee keer conform contractbepalingen en één keer buiten het contract om). Daarbij heeft melder tevens geklaagd over het niet tijdig nakomen van de betalingsverplichting door A jegens hem. Op dezelfde dag (19 april 2013) is melder ontslagen door A. Voorts heeft de melder per van 20 juni 2013 bij de uitvoeringsorganisatie een formele klacht ingediend vanwege overtreding van de Aanbestedingswet De uitvoeringsorganisatie heeft bij brief van 25 juli 2013 aan melder uitleg gegeven over de reden voor de verlenging van raamovereenkomst met A. Dit werd ingegeven door het feit dat pas rond 1 oktober 2013 de scope van de nieuwe aanbesteding bekend zou zijn. Melder heeft vervolgens per van 11 oktober 2013 extern melding gedaan bij de Onderzoeksraad van een vermoede misstand. De Onderzoeksraad heeft in eerste instantie bij brief van 28 oktober 2013 aan de melder schriftelijke vragen gesteld om meer duidelijkheid te krijgen over de aard, inhoud en ontvankelijkheid van de melding. Mevrouw Sterk en mevrouw Van Agt hebben voorts, namens de Onderzoeksraad, op 10 januari 2014 een oriënterend gesprek gevoerd met de melder. De melding is op 17 januari 2014 in de plenaire vergadering van de Onderzoeksraad behandeld. In die vergadering heeft de Onderzoeksraad besloten dat een intern onderzoek uitgevoerd door de uitvoeringsorganisatie zelf heeft meest opportuun zou zijn. De Onderzoeksraad heeft de uitvoeringsorganisatie bij brief van 24 januari 2014 verzocht om een intern onderzoek uit te voeren. Bij brief van 30 januari 2014 heeft de uitvoeringsorganisatie meegedeeld over te gaan tot het uitvoeren van een intern onderzoek. III Bevoegdheid Onderzoeksraad In artikel 1, eerste lid, onderdeel a van het 'Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie' van het ministerie van BZK (Stb. 2009, 572) is bepaald op welke ambtenaren het Besluit betrekking heeft. Het betreft op de eerste plaats actieve ambtenaren in de sectoren Rijk en Politie. Een ruime opvatting van goed

2 2 werkgeverschap rechtvaardigt dat ook voor personen die anders dan als ambtenaar werkzaam zijn binnen de genoemde sectoren, zoals uitzendkrachten en ingehuurde externen, de mogelijkheid wordt gecreëerd om met gebruikmaking van de in het Besluit opgenomen procedure melding te maken van vermoede misstanden. Artikel 1, eerste lid, onderdeel b van het Besluit benoemt de organisaties waarover op grond van het Besluit meldingen kunnen worden gedaan. Dit betreffen organisaties binnen de sectoren Rijk, Politie en Defensie. De melder is als extern ingehuurde directiechauffeur werkzaam geweest voor de uitvoeringsorganisatie. Dit betekent dat de Onderzoeksraad bevoegd is om van de melding kennis te nemen. IV Ontvankelijkheid van de melding De Onderzoeksraad heeft de ontvankelijkheid van de melding onderzocht aan de hand van de vier vragen als genoemd in artikel 3.2 van het Onderzoeksprotocol van de Onderzoeksraad. Op grond daarvan is geoordeeld dat de melding ontvankelijk is. V Intern onderzoek door de uitvoeringsorganisatie De Onderzoeksraad heeft bij brief van 24 januari 2014 aan de uitvoeringsorganisatie verzocht om zelf een intern onderzoek uit te voeren. Reden hiervoor is geweest dat naar aanleiding van de interne melding van melder op 19 april 2013 bij de uitvoeringsorganisatie nog geen onderzoek was uitgevoerd. De Onderzoeksraad is van mening dat de organisatie waar sprake is van een vermoede misstand de mogelijkheid moet worden geboden deze adequaat te onderzoeken. De Onderzoeksraad heeft de uitvoeringsorganisatie verzocht om in het kader van het interne onderzoek in ieder geval de volgende onderzoeksvragen te behandelen: - Wat is de inhoud van de raamovereenkomst tussen de uitvoeringsorganisatie en A? - Dient A volgens de raamovereenkomst taxichauffeurs of gecertificeerde (CCV-D) directiechauffeurs te leveren? - Is de uitvoeringsorganisatie op de hoogte dat A niet-gecertificeerde chauffeurs levert? - Zo ja, waarom heeft de uitvoeringsorganisatie geen aanspraak gemaakt op gecertificeerde directiechauffeurs? - Wordt door de uitvoeringsorganisatie een te hoog uurtarief betaald aan A? - Wat is de reden geweest dat de melder op 19 april 2013 per direct geen werk meer als directiechauffeur mocht verrichten voor de uitvoeringsorganisatie? - Is inmiddels een nieuwe aanbestedingsprocedure gestart door de uitvoeringsorganisatie? De uitvoeringsorganisatie heeft voor het interne vooronderzoek een plan van aanpak opgesteld met datum 15 april In het plan van aanpak is vermeld dat de melding ( incident ) is aangemeld bij het Centraal Meldpunt Integriteit (melding XXX). In het vooronderzoek zijn door de integriteitsonderzoekers van de uitvoeringsorganisatie interviews gehouden met een aantal personen. Het zijn de melder, de door de melder genoemde ambtenaar, overige bij de raamovereenkomst (ROK) voor het directievervoer betrokken medewerkers van de uitvoeringsorganisatie, alsmede een hoge functionaris van de uitvoeringsorganisatie met betrekking tot het beëindigen van de werkrelatie tussen A en de melder. Bij brief van 24 juli 2014 heeft de uitvoeringsorganisatie de Onderzoeksraad geïnformeerd over de resultaten van het interne vooronderzoek. Hierbij wordt opgemerkt dat de uitvoeringsorganisatie de bovengenoemde onderzoeksvragen van de Onderzoeksraad heeft geherformuleerd in vier stellingen die zijn getoetst. De vier stellingen luiden als volgt: 1. A levert in tegenstelling tot de raamovereenkomst niet gecertificeerde chauffeurs, waarbij A wel het hogere tarief behorende bij gecertificeerde chauffeur in rekening brengt en de uitvoeringsorganisatie hiervan op de hoogte is; 2. Een ambtenaar heeft geldelijk gewin bij de situatie als genoemd onder 1; 3. Dezelfde ambtenaar heeft bewerkstelligd dat de raamovereenkomst in strijd met de aanbestedingswet is verlengd, bijvoorbeeld door het proces van uitbesteden te traineren; 4. De uitvoeringsorganisatie heeft bij het besluit om het contract met A te verlengen geen c.q. zwaar onvoldoende onderzoek gedaan naar de positie van de melder wetende dat ze door deze illegale continuering de melder hierbij in een zeer netelige positie brachten. Ad 1. Op basis van het uitgevoerde onderzoek kan niet worden vastgesteld dat niet-gecertificeerde chauffeurs door A zijn ingezet. Op basis van de interviews en enkele documenten kan echter ook niet worden uitgesloten dat dit wel het geval is of is geweest. Mochten niet-gecertificeerde chauffeurs voor de

3 3 uitvoeringsorganisatie hebben gereden dan brengt A het tarief in rekening zoals met de uitvoeringsorganisatie in het contract is overeengekomen. Dit tarief gaat uit van een gecertificeerde chauffeur. Overigens is niet nagegaan wat het eventuele tarief is van een niet gecertificeerde chauffeur of wat voor invloed dit zou hebben op het tarief dat A met de uitvoeringsorganisatie is overeengekomen. De raamovereenkomst stelt immers de certificering als voorwaarde. Er zijn enkele aanwijzingen gevonden dat de uitvoeringsorganisatie op de hoogte was over het mogelijk niet door A voldoen aan de eisen die zijn gesteld met betrekking tot de dienstverlening van A. De signalen verschillen qua concreetheid, waarbij één signaal concreet ingaat op het ontbreken van de vereiste certificering. Op basis van het vooronderzoek is het beeld dat de betrokken functionarissen vanwege het ontbreken van klachten van de directe afnemers van de chauffeursdiensten (managementondersteuners of xxx) geen aanleiding zagen om dit verder te onderzoeken. Ad 2. Er is geen enkele aanwijzing dat genoemde de ambtenaar dan wel enig andere ambtenaar geldelijk gewin zou hebben bij de verlenging van de raamovereenkomst. Ad 3. Er is geen enkele aanwijzing dat het proces van aanbesteden bewust zou zijn getraineerd om op die manier A een extra verlenging te gunnen. Ad 4. De positie van de melder is niet meegewogen bij de verlenging van de raamovereenkomst. Degenen die een rol hadden in de besluitvorming hierover waren op het moment van de besluitvorming (februari 2013) niet bekend met (de positie van) de melder. Er is geen oorzakelijk verband gevonden tussen de ontvangst van de brief van de melder aan de uitvoeringsorganisatie (in de persoon van de heer XXX) op 19 april 2013 en de beëindiging van de relatie tussen de melder en A op dezelfde dag. De conclusies uit het vooronderzoek hebben de uitvoeringsorganisatie geen aanleiding gegeven een feitenonderzoek of een disciplinair onderzoek naar een van de betrokken medewerkers te starten. De uitvoeringsorganisatie heeft het wel van belang geacht om op korte termijn actief te verifiëren of A zich heeft gehouden aan de eisen die in de raamovereenkomst zijn gesteld met betrekking tot de dienstverlening door A. Tevens heeft de uitvoeringsorganisatie aan de Onderzoeksraad meegedeeld, dat daar waar het vooronderzoek verbeterpunten voor de interne procedures rondom inkoop en contractbeheersing bij de uitvoeringsorganisatie opleveren, deze zullen worden besproken met het management en medewerkers en zullen deze worden doorgevoerd. De resultaten van het door de uitvoeringsorganisatie uitgevoerde interne vooronderzoek zijn besproken in de plenaire vergadering van de Onderzoeksraad op 5 september Tevens zijn de resultaten voorgelegd aan de melder en is hem om een reactie gevraagd. Bij brief van 23 september 2014 heeft de Onderzoeksraad mede op basis van de reactie van de melder aan de uitvoeringsorganisatie meegedeeld dat hij zich in grote lijnen kan vinden in de onderzoeksresultaten, maar dat één belangrijk aspect in het interne vooronderzoek onderbelicht is gebleven. Het gaat om de daadwerkelijke verificatie van de vraag of door A gedurende de looptijd van de raamovereenkomst (1 december 2008 tot 1 april 2014) al dan niet gecertificeerde (CCV-D1) chauffeurs zijn geleverd en tegen welk tarief. De uitvoeringsorganisatie heeft, in de persoon van de heer XXX (met functie x), op 29 september 2014 laten weten actief te gaan verifiëren of A zich heeft gehouden aan de eisen die in de raamovereenkomst zijn gesteld met betrekking tot de dienstverlening. Nadat de verificatie was afgerond heeft de uitvoeringsorganisatie (de heer XXX en de heer XXX (met functie x bij de uitvoeringsorganisatie)) op 3 maart 2015 in een bespreking met de Onderzoeksraad (in de persoon van mevrouw Sterk en mevrouw Van Agt) gerapporteerd over de resultaten van de verificatie. Bij brief van 10 maart 2015 heeft de uitvoeringsorganisatie tevens schriftelijk een uiteenzetting gegeven van de resultaten van de verificatie. De bevindingen van de uitvoeringsorganisatie zijn als volgt geweest. Bij de actieve verificatie van de door A ingezette chauffeurs is een koppeling is gemaakt tussen de huidige raamovereenkomst die op 1 april 2014 is gestart en de vorige raamovereenkomst (met een looptijd van 1 december 2008 tot 1 april 2014), waardoor de beantwoording van de vragen van de Onderzoeksraad langer heeft geduurd. De huidige opdrachtnemer A is namelijk dezelfde als bij de vorige raamovereenkomst en ook

4 4 bij de huidige raamovereenkomst zijn er vragen over de juiste certificering van de ingezette directiechauffeurs. De beantwoording van de vragen van de uitvoeringsorganisatie door A heeft ook inzicht gegeven in de certificering onder de vorige raamovereenkomst. De beantwoording van die vragen heeft enige tijd geduurd, mede vanwege de vraag welk certificaat gelijkwaardig is aan CCV-D1. De belangrijkste onderzoeksresultaten van de uitvoeringsorganisatie luidden als volgt: De uitvoeringsorganisatie beschikt niet over de namen van alle ingezette directiechauffeurs uit de betreffende periode. De aard van de overeenkomst was dat A het directievervoer verzorgde, en feitelijk welke directiechauffeur daarbij werd ingezet, geen rol speelde. De namen van de directiechauffeurs werd ook niet gevraagd bij de aan te leveren (factuur)informatie over de gemaakte ritten. Daarnaast was tot 1 april 2013 de planning van het directievervoer niet centraal, maar per organisatieonderdeel georganiseerd. Uit de bij de uitvoeringsorganisatie beschikbare informatie, die gebaseerd is op de informatie met betrekking tot de huidige raamovereenkomst, komt naar voren dat niet alle ingezette directiechauffeurs beschikten over een afgeronde opleiding tot directiechauffeur, zoals CCV-D1 of hieraan gelijkwaardig. A heeft bij de inschrijving verklaard dat in te zetten chauffeurs zullen voldoen aan de gestelde eisen. Als aanbestedende dienst ging de uitvoeringsorganisatie uit van deze verklaring en daarmee de inzet van gecertificeerde directiechauffeurs. Medewerkers van de uitvoeringsorganisatie hebben in 2013 een signaal gehad dat directiechauffeurs mogelijk niet aan de eis met betrekking tot de CCV-D1 certificering voldeden. In de brief van 19 april 2013 van de melder aan de uitvoeringsorganisatie heeft deze, onder andere, vermeld dat de daadwerkelijk ingezette chauffeurs niét voldoen/voldeden aan de in de raamovereenkomst vastgelegde randvoorwaarden. Vanwege andere prioriteiten, waaronder de klacht over de verlenging van de vorige raamovereenkomst en de voorbereiding van de nieuwe, huidige raamovereenkomst, is hier door de uitvoeringsorganisatie onvoldoende aandacht aan besteed. Daarbij speelde mee dat er geen klachten van de directe afnemers van de chauffeursdiensten (managementondersteuners of xxx) waren. Met betrekking tot de huidige raamovereenkomst wordt wel nadrukkelijk gekeken naar het voldoen aan de eisen. De vorige (en ook de huidige) raamovereenkomst kent één soort uurtarief voor de inzet van gecertificeerde directiechauffeurs. Er was geen uurtarief voor niet gecertificeerde chauffeurs, de certificering was immers een voorwaarde. Het uurtarief was wel afhankelijk van werktijd, werkdag/weekend, chauffeursdienst met of zonder auto. De door de uitvoeringsorganisatie geaccordeerde uren zijn tegen dit tarief in rekening gebracht en betaald. De uitvoeringsorganisatie heeft gedurende de looptijd van de raamovereenkomst (1 december 2008 tot 1 april 2014) de gegevens over het voldoen aan eisen en de opleidingsdocumenten niet bij A opgevraagd. VI Onderzoeksmiddelen De Onderzoeksraad heeft zelf geen onderzoek uitgevoerd, maar heeft aan de uitvoeringsorganisatie verzocht om een intern onderzoek uit te (laten) voeren. De uitvoeringsorganisatie beschikt over eigen onderzoekers die het onderzoek konden uitvoeren. Omdat de melding zelf geen concrete aanwijzingen gaf voor een mogelijke niet integere handelswijze van betrokken ambtenaren is door de uitvoeringsorganisatie gekozen voor het uitvoeren van een zogenaamd vooronderzoek. Op grond van het vooronderzoek kan, indien daar aanleiding voor is, door de uitvoeringsorganisatie nader feitenonderzoek plaatsvinden. De uitvoeringsorganisatie heeft de onderzoeksresultaten tussentijds en na afronding van het interne onderzoek gerapporteerd aan de Onderzoeksraad. VII Overzicht relevante wet- en regelgeving 'Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie' van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Stb. 2009, 572) Aanbestedingswet 2012 Raamovereenkomst ARVODI-2008 inzake Directievervoer (kenmerk: xxx) Europese aanbesteding Directievervoer van de uitvoeringsorganisatie, met datum xxx VIII Schriftelijke documentatie De melder heeft aangeleverd de gevoerde correspondentie met de uitvoeringsorganisatie en met A. Tevens heeft melder overgelegd het advies van de Commissie van XXX van datum xxx, waarin de klacht van melder gegrond is geacht. De Commissie van XXX heeft, kort gezegd, geoordeeld dat in het veronderstelde geval dat de waarde van de overeenkomst tussen de uitvoeringsorganisatie en A het bedrag van ,-- niet overschreed, het de uitvoeringsorganisatie weliswaar vrij stond om af te zien van het uitvoeren van een aanbestedingsprocedure, maar in dat geval diende de uitvoeringsorganisatie het bepaalde in artikel 1.4 lid 1 onder a en b juncto artikel 1.4 lid 3 in acht te nemen. Deze bepalingen houden allereerst in dat de uitvoeringsorganisatie op basis van objectieve criteria zowel zijn keuze voor toepassing van de enkelvoudig onderhandse procedure diende te bepalen als zijn keuze voor toelating van A tot die procedure. In de

5 5 tweede plaats houden deze bepalingen in dat de uitvoeringsorganisatie die keuze op verzoek van de melder dient te motiveren. Vast staat dat de uitvoeringsorganisatie op verzoek van de melder een motivering heeft verstrekt waarin hij uiteenzet wat zijn redenen zijn geweest om de overeenkomst met A te verlengen. In zoverre kan worden geoordeeld dat de uitvoeringsorganisatie zijn motiveringsverplichting van artikel 1.4 lid 3 Aanbestedingswet 2012 heeft nageleefd. Uit de door de uitvoeringsorganisatie verstrekte motivering blijkt echter niet dat de uitvoeringsorganisatie tot zijn keuze is gekomen op basis van objectieve criteria. Niet valt in te zien waarom de door de uitvoeringsorganisatie in zijn reactie op de klacht genoemde gewijzigde omstandigheden en inzichten objectief gezien nopen tot het aangaan van een overeenkomst met A in plaats van met een andere onderneming. Daarmee is het handelen van de uitvoeringsorganisatie in het veronderstelde geval in strijd met artikel 1.4 lid 1 Aanbestedingswet De Commissie is van oordeel dat de uitvoeringsorganisatie in strijd met de Aanbestedingswet 2012 heeft gehandeld. De precieze bepalingen die met dat handelen zijn geschonden, zijn afhankelijk van de vaststelling van de totale waarde van de overeenkomst tussen de uitvoeringsorganisatie en A. De uitvoeringsorganisatie heeft de volgende schriftelijke informatie overgelegd: Raamovereenkomst ARVODI-2008 inzake Directievervoer (kenmerk xxx) Europese aanbesteding Directievervoer van de uitvoeringsorganisatie, met datum xxx (beschrijvend document) Brief van xxxxx van A aan de uitvoeringsorganisatie, met daarin een offerte voor de uitvoering van directievervoer IX Bevindingen op grond van het interne onderzoek van de uitvoeringsorganisatie De Onderzoeksraad stelt vast dat de uitvoeringsorganisatie een grondig en voldoende diepgaand intern onderzoek heeft uitgevoerd naar aanleiding van de melding. De vier onderzoeksstellingen zijn zorgvuldig geformuleerd en hebben bijgedragen aan het verkrijgen van de onderzoeksresultaten. Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat gedurende de looptijd van de eerste raamovereenkomst de door A geleverde directiechauffeurs niet allemaal hebben voldaan aan de gestelde voorwaarde, namelijk dat zij CCV-D1 gecertificeerd waren. Uit het interne onderzoek is niet gebleken dat ambtenaren van de uitvoeringsorganisatie geldelijk gewin hebben gehad bij deze situatie, dan wel dat ambtenaren hebben bewerkstelligd dat de raamovereenkomst in strijd met de Aanbestedingswet 2012 is verlengd, bijvoorbeeld door het proces van aanbesteden te traineren. De Onderzoeksraad stelt voorts vast dat de melder niet als ambtenaar werkzaam is geweest bij de uitvoeringsorganisatie. De melder is door A te werk gesteld bij de uitvoeringsorganisatie als extern ingehuurde directiechauffeur. Om die reden kan de melder, voor zover van toepassing, geen beroep doen op de rechtspositionele bescherming in financiële zin, zoals bedoeld in de artikelen 23 tot en met 28 van het Besluit. X Algemene conclusie en aanbeveling Conclusie Op 11 oktober 2013 is een melding gedaan van het vermoeden van een misstand bij de uitvoeringsorganisatie, welke zag op het feit dat in strijd met de bepalingen van een raamovereenkomst voor directievervoer door de externe dienstverlener A geen gecertificeerde (CCV-D1) directiechauffeurs zijn geleverd. Uit het interne onderzoek dat de uitvoeringsorganisatie op verzoek van de Onderzoeksraad heeft uitgevoerd is gebleken, dat gedurende de looptijd van de eerste raamovereenkomst de door A geleverde directiechauffeurs niet allemaal hebben voldaan aan de gestelde voorwaarde, namelijk dat zij CCV-D1 gecertificeerd waren. Het vermoeden van een misstand was aldus gegrond. Uit het interne onderzoek is niet gebleken dat ambtenaren van de uitvoeringsorganisatie geldelijk gewin hebben gehad bij deze situatie, dan wel dat ambtenaren hebben bewerkstelligd dat de raamovereenkomst in strijd met de Aanbestedingswet 2012 is verlengd, bijvoorbeeld door het proces van aanbesteden te traineren. De Onderzoeksraad onderschrijft de onderzoeksresultaten van de uitvoeringsorganisatie en ziet geen aanleiding om nog een eigenstandig onderzoek uit te voeren. Aanbeveling De Onderzoeksraad doet de aanbeveling aan de uitvoeringsorganisatie om in de toekomst actiever en serieuzer te reageren op interne signalen, die zien op meldingen van een vermoede misstand. Het kan daarbij gaan om meldingen gedaan door ambtenaren, maar ook om meldingen gedaan door extern ingehuurde arbeidskrachten. Tevens acht de Onderzoeksraad het zinvol indien de uitvoeringsorganisatie het interne meldsysteem kritisch tegen het licht houdt teneinde te waarborgen, dat meldingen van vermoede misstanden in een vroegtijdig stadium worden opgepakt en indien geïndiceerd worden onderzocht. Dit is in het belang van zowel de organisatie als de melder.

6 6 Den Haag, 16 april 2015 Onderzoeksraad Integriteit Overheid namens deze, drs. F.A.M. Kerckhaert Voorzitter mr. M.J.W. Drent MBA Algemeen secretaris

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011. Rapportnummer: 2011/358

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011. Rapportnummer: 2011/358 Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011 Rapportnummer: 2011/358 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeentesecretaris

Nadere informatie

ADVIES (GEANONIMISEERD)

ADVIES (GEANONIMISEERD) 1 ADVIES (GEANONIMISEERD) van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid ten aanzien van een melding van 17 april 2014 over een vermoeden van een misstand bij stichting xxx. De melding ziet op het feit dat

Nadere informatie

Voorwoord. Jaarverslag 2016 LEES HET JAARVERSLAG

Voorwoord. Jaarverslag 2016 LEES HET JAARVERSLAG Jaarverslag 2016 LEES HET JAARVERSLAG Inhoudsopgave 1 Taak 2 Meldingen, verzoeken om informatie en/of advies en onderzoeken 3 Monitoring 4 Adviezen 5 Werkwijze 6 Samenstelling en secretariaat 7 Communicatie

Nadere informatie

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker, werkzaam bij het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD), klaagt over het gebrek aan voortvarendheid waarmee het disciplinaire onderzoek, dat de korpschef van het KLPD naar

Nadere informatie

vast te stellen de Klachtenverordening Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid

vast te stellen de Klachtenverordening Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Klachtenverordening Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid; Gelet op: hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht; de Wet Nationale Ombudsman

Nadere informatie

GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE. Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing

GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE. Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing Inhoud 1 Inleiding 3 2 Aantonen kwaliteitsborging van de dienstverlening 4 3 Auditing 5 3.1 Wanneer toepassen

Nadere informatie

Toelichting Regeling melding vermoeden misstand Krimpen aan den IJssel 2012

Toelichting Regeling melding vermoeden misstand Krimpen aan den IJssel 2012 Ter introductie In 2003 is in de Ambtenarenwet een nieuw artikel opgenomen (artikel 125 quinquies, vierde lid, en deels een uitwerking van artikel 125, eerste lid onder f, van de Ambtenarenwet) met de

Nadere informatie

Rapport. Wie betaalt de rekening? Een onderzoek naar het niet betalen van een aantal facturen door het. Ministerie van Economische Zaken

Rapport. Wie betaalt de rekening? Een onderzoek naar het niet betalen van een aantal facturen door het. Ministerie van Economische Zaken Rapport Wie betaalt de rekening? Een onderzoek naar het niet betalen van een aantal facturen door het Ministerie van Economische Zaken Publicatiedatum: 11 december 2014 Rapportnummer: 2014 /194 20 14/19

Nadere informatie

Voorwoord. Jaarverslag 2015 LEES HET JAARVERSLAG

Voorwoord. Jaarverslag 2015 LEES HET JAARVERSLAG Jaarverslag 2015 LEES HET JAARVERSLAG Inhoudsopgave 1 Taak 2 Meldingen 3 Afgeronde en lopende onderzoeken (naar ontvankelijkheid) 4 Doorlooptijden onderzoeken (naar ontvankelijkheid) 5 Monitoring 6 Grondslag

Nadere informatie

Regeling Misstanden (klokkenluidersregeling) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Regeling Misstanden (klokkenluidersregeling) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Versie: 2014-09-25 Pagina 1/5 INHOUDSOPGAVE Artikel 1. Doelstelling... 3 Artikel 2. Misstanden... 3 Artikel 3. Uitkomst voorlopig onderzoek... 4 Artikel 4. Maatregelen... 4 Artikel 5. Registratie... 5

Nadere informatie

Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit

Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit November 2013, Buitenpost vastgesteld door (P)MR in februari 2014 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze regeling wordt

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Voedsel en Waren Autoriteit uit Den Haag. Datum: 4 mei Rapportnummer: 2011/131

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Voedsel en Waren Autoriteit uit Den Haag. Datum: 4 mei Rapportnummer: 2011/131 Rapport Rapport over een klacht betreffende de Voedsel en Waren Autoriteit uit Den Haag. Datum: 4 mei 2011 Rapportnummer: 2011/131 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Voedsel en Waren Autoriteit

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat hij door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) wordt bespioneerd en dat de AIVD zijn (mobiele) telefoon afluistert. Tevens klaagt verzoeker

Nadere informatie

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. 107612 De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, verzoekers, gemachtigde:

Nadere informatie

Klachtenprocedure. 1. Definities

Klachtenprocedure. 1. Definities Klachtenprocedure Bent u ondanks onze inspanningen om u zo goed mogelijk van dienst te zijn, niet tevreden over E&R Opleidingen, dan kunt u een klacht indienen. Wij zullen er alles aan doen om uw klacht

Nadere informatie

Partos Nalevingsprocedure oktober 2012

Partos Nalevingsprocedure oktober 2012 Partos Gedragscode Nalevingsprocedure oktober 2012 2 Toelichting Het doel van de Gedragscode is het weergeven van die waarden volgens welke de lidorganisaties van Partos willen handelen. Via deze nalevingsprocedure

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom. Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom. Klager heeft bij het sluiten van een huurovereenkomst, aan de makelaar van de verhuurder (beklaagde) een waarborgsom

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Examenbureau Beroepsvervoer (SEB) hem voor het ondernemersexamen taxivervoer

Nadere informatie

NADERE OVEREENKOMST met kenmerk. inzake [perceel]

NADERE OVEREENKOMST met kenmerk. inzake [perceel] 1 Instructie: - Teksten/bepalingen waar voor staat, zijn optioneel. - Bij teksten waar OF tussen de bepalingen in staat, dient een keuze tussen de verschillende opties gemaakt te worden. De

Nadere informatie

Advies 210. De uiterste termijn voor het indienen van de inschrijving is :00.

Advies 210. De uiterste termijn voor het indienen van de inschrijving is :00. Advies 210 1. Feiten 1.1. Beklaagde heeft een meervoudig onderhandse aanbesteding gehouden. Op deze aanbestedingsprocedure is het ARW 2005 van toepassing verklaard. 1.2. Klager heeft op 16 januari 2015

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298

Rapport. Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298 Rapport Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Welzijns- en Gezondheidszorg Ambulante Jeugdbescherming en Jeugdhulpverlening heeft geweigerd het

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Klokkenluidersregeling Inleiding Deze regeling wordt toegevoegd aan het personeelshandboek, opdat JMW voldoet aan de formele vereisten. Aanleiding voor deze nieuwe regeling vormen: o Invoering op 1 juli

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.30T ingediend door de heer en mevrouw A. (hierna te noemen klagers

Nadere informatie

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College KLOKKENLUIDERSREGELING Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College Augustus 2015 INHOUD Inleiding Interne procedure voor het melden van een ernstige

Nadere informatie

Beslissing. inzake de klacht van [klager] over het handelen van de AIVD

Beslissing. inzake de klacht van [klager] over het handelen van de AIVD Beslissing inzake de klacht van [klager] over het handelen van de AIVD Beslissing van de afdeling klachtbehandeling van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingenen Veiligheidsdiensten (CTIVD) inzake

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Zeeland: hem niet heeft betrokken bij de totstandkoming van het indicatiebesluit dat is opgesteld met betrekking tot zijn minderjarige kind;

Nadere informatie

Hierna beiden gezamenlijk aan te duiden als Partijen en afzonderlijk als Partij

Hierna beiden gezamenlijk aan te duiden als Partijen en afzonderlijk als Partij De ondergetekenden: 1. De Onderzoeksraad voor Veiligheid, gevestigd te Den Haag, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mw. mr. C.A.J.F. Verheij, Secretaris Directeur, hierna te noemen 'Opdrachtgever',

Nadere informatie

Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO

Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. bestuur: de natuurlijke persoon/personen of het orgaan

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 februari 1998 Rapportnummer: 1998/033

Rapport. Datum: 23 februari 1998 Rapportnummer: 1998/033 Rapport Datum: 23 februari 1998 Rapportnummer: 1998/033 2 Klacht Op 15 september 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Rotterdam met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 november 2004 Rapportnummer: 2004/459

Rapport. Datum: 26 november 2004 Rapportnummer: 2004/459 Rapport Datum: 26 november 2004 Rapportnummer: 2004/459 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het bestuur van het Faunafonds, tot op het moment dat hij zich tot de Nationale ombudsman wendde (1 oktober

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling)

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren. 108408 - Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren. inzake de klacht van: ADVIES [Klager], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad: [datum] Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Gemeentelijk Gymnasium Hilversum: [datum]

Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad: [datum] Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Gemeentelijk Gymnasium Hilversum: [datum] REGELING MELDEN VERMOEDEN VAN EEN MISSTAND Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad: [datum] Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Gemeentelijk Gymnasium Hilversum: [datum] Regeling melden vermoeden

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2010. Commissie integriteit overheid (CIO)

JAARVERSLAG 2010. Commissie integriteit overheid (CIO) JAARVERSLAG 2010 Commissie integriteit overheid (CIO) Inhoudsopgave 1. Instelling en taken CIO 3 2. Samenstelling CIO en secretariaat 4 3. Aantallen en doorlooptijd 4 4. Analyse aantallen 4 5. Opvolging

Nadere informatie

Klachtenregeling aanbesteden VRR

Klachtenregeling aanbesteden VRR Klachtenregeling aanbesteden VRR Hoofdstuk 1 Definities Artikel 1 Klachtenregeling De klachtenregeling is het voortvloeisel uit de nieuwe aanbestedingswet. Deze bestaat uit drie onderdelen, te weten: 1.

Nadere informatie

Titel: Klokkenluidersregeling PSW Januari 2017 / EvG

Titel: Klokkenluidersregeling PSW Januari 2017 / EvG Titel: Klokkenluidersregeling PSW Januari 2017 / EvG Inleiding PSW heeft een klokkenluidersregeling. Doel is een zorgvuldige afhandeling van meldingen van redelijke vermoedens van misstanden binnen de

Nadere informatie

De behandelingsduur van een nieuwe aanvraag om kinderopvangtoeslag 2014

De behandelingsduur van een nieuwe aanvraag om kinderopvangtoeslag 2014 Rapport De behandelingsduur van een nieuwe aanvraag om kinderopvangtoeslag 2014 Een onderzoek naar de behandeling van een nieuwe aanvraag om Kinderopvangtoeslag 2014 nadat over eerdere jaren vragen zijn

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200 Rapport Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Raad voor Rechtsbijstand te Den Haag, tot het moment dat zij zich tot de Nationale ombudsman wendde, de intrekking

Nadere informatie

Regeling melden vermoeden misstanden gemeente Brummen

Regeling melden vermoeden misstanden gemeente Brummen CVDR Officiële uitgave van Brummen. Nr. CVDR405535_1 17 oktober 2017 Regeling melden vermoeden misstanden gemeente Brummen Burgemeester en wethouders van Brummen hebben besloten om: 1. De regeling melden

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de korpschef van het regionale politiekorps Haaglanden in zijn brief van 31 januari 2005 niet inhoudelijk is

Nadere informatie

Raamovereenkomst 'Betonnen rioolbuizen en -putten', kenmerk 14.SW.139. Gemeente Utrecht en xxx. Contractnummer: xxx

Raamovereenkomst 'Betonnen rioolbuizen en -putten', kenmerk 14.SW.139. Gemeente Utrecht en xxx. Contractnummer: xxx Raamovereenkomst 'Betonnen rioolbuizen en -putten', kenmerk 14.SW.139 Gemeente Utrecht en xxx Contractnummer: xxx Interne Bedrijven Concerninkoop Postadres Postbus 10080, 3505 AB Utrecht Bezoekadres Stadsplateau

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. 108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],

Nadere informatie

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond. LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/054 Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond. Advies

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt 107793 - Een school moet in overleg met ouders treden om een andere passende school te vinden, ook als de school verwacht dat ouders hier niet voor openstaan. in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Werkingsgebied : De Zijlen Pagina 1 van 5 Doel Binnen De Zijlen is een integriteitcode vastgesteld. In deze code staan de gedragsregels vermeld die binnen De Zijlen afgesproken zijn. We werken samen aan

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012 Rapportnummer: 2012/134 2 Klacht 1. Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Hilversum geen inzage heeft gegeven in het

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/188

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/188 LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS Klachtnummer 2017/188 School behoeft in situatie als onderhavige niet aan waarheidsvinding te doen. Wel mag worden verwacht dat zij zorgvuldig

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat de gemeente Steenbergen heeft nagelaten verzoekster tijdig op de hoogte te brengen van een wijziging van het bestemmingsplan, waardoor verzoekster onnodig

Nadere informatie

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster 107827 - klacht over onprofessioneel handelen leerkracht. ADVIES inzake de klacht van: mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster tegen - mevrouw E, leerkracht groep 7/8

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling Ziekenhuis Gelderse Vallei

Klokkenluidersregeling Ziekenhuis Gelderse Vallei Klokkenluidersregeling Ziekenhuis Gelderse Vallei Vastgesteld door de Raad van Bestuur d.d. 18-03-2019 met instemming van de OR Deze regeling is tot stand gekomen op basis van de model klokkenluidersregeling

Nadere informatie

Uitspraak van de Huurcommissie

Uitspraak van de Huurcommissie Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) Woonruimte Woningen xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx. (hierna te noemen: het Complex) Verzoeker Naam: Vertegenwoordigd door:

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013 Rapport Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) naar aanleiding van de aanvraag deskundigenoordeel van

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen 107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van

Nadere informatie

Succesvol inschrijven op aanbestedingen. Bram Braat

Succesvol inschrijven op aanbestedingen. Bram Braat Succesvol inschrijven op aanbestedingen Bram Braat Inleiding 1. Beginselen in het aanbestedingsrecht a) Gelijkheids- en transparantiebeginsel; b) Proportionaliteitsbeginsel (Gids Proportionaliteit). 2.

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Klokkenluidersregeling Surplus heeft als maatschappelijke organisatie openheid en integriteit hoog in het vaandel staan. De klokkenluidersregeling is onder andere een instrument om dit te borgen. In deze

Nadere informatie

Inkoop Concept Nadere overeenkomst

Inkoop Concept Nadere overeenkomst Inkoop Concept Nadere overeenkomst UBR HIS Bezoekadres Rijkskantoor Beatrixpark Wilhelmina van Pruisenweg 52 2595 AN Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Bijlage B Kenmerk 201500114.137.013 Betreft

Nadere informatie

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer: 17.006 Partijen: A, verder te noemen Klaagster, tegen B, vertegenwoordigd door C, verder te noemen de Zorginstelling of Aangeklaagde. 1. Behandeling

Nadere informatie

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Model Raamovereenkomst. <naam aanbesteding>inzake aanschaf en onderhoud van laptops en telefoons<kenmerk> De ondergetekenden:

Model Raamovereenkomst. <naam aanbesteding>inzake aanschaf en onderhoud van laptops en telefoons<kenmerk> De ondergetekenden: Model inzake aanschaf en onderhoud van laptops en telefoons De ondergetekenden: 1. SBB, gevestigd te Zoetermeer, vertegenwoordigd door , de heer/mevrouw

Nadere informatie

Advies 28. 2.2 De door klager gewenste (en niet verkregen) aanpassingen betreffen:

Advies 28. 2.2 De door klager gewenste (en niet verkregen) aanpassingen betreffen: Advies 28 1. Feiten 1.1 Beklaagde is een Europese niet-openbare aanbesteding gestart voor een opdracht met betrekking tot IT-dienstverlening en draadloze netwerkinfrastructuur bestaande (ondermeer) uit

Nadere informatie

Omgaan met melden vermoeden misstand (Klokkenluidersregeling)

Omgaan met melden vermoeden misstand (Klokkenluidersregeling) Omgaan met melden vermoeden misstand (Klokkenluidersregeling) GGNet Gelet op het belang dat GGNet hecht aan het voeren van een deugdelijk integriteitsbeleid en, als onderdeel daarvan, aan een goed klokkenluidersbeleid,

Nadere informatie

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 09-2009 OORDEEL Verzoekster Mevrouw V. te Raalte. Datum verzoek Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 3 mei 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 mei 2008 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 3 mei 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 mei 2008 onder nummer Dossiernummer 37-2008 OORDEEL Verzoeker de heer V.S. Hengelo Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 3 mei 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 mei 2008 onder nummer 37-2008. Betreft Het

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer Dossiernummer 32-2009 OORDEEL Verzoeker de heer E. namens mevrouw O. te Almelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Nadere informatie

Uitspraak van de Huurcommissie

Uitspraak van de Huurcommissie Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Wet op het overleg huurders verhuurder (WOHV) Woonruimte Verzonden op 2 december 2013 Verzoeker Naam: Hierna te noemen: Vertegenwoordigd door: Huurdersvereniging

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 2 Klacht Op 8 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Douane,

Nadere informatie

Samenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep

Samenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep Uitspraak Commissie van Beroep 2012-23 d.d. 27 november 2012 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs, mr. F.P. Peijster en mr. J.B. Fleers, leden, en mr. M.J. Drijftholt,

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 Rapport Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Nadere informatie

Raamovereenkomst inzake revisie van Caterpillar motoren en de componenten. Onder voorwaarden ARVODI 2011

Raamovereenkomst inzake revisie van Caterpillar motoren en de componenten. Onder voorwaarden ARVODI 2011 1 Raamovereenkomst inzake revisie van Caterpillar motoren en de componenten. Onder voorwaarden ARVODI 2011 tussen 1.De Staat der Nederlanden, Ministerie van Defensie gevestigd te Den Haag, te dezen vertegenwoordigd

Nadere informatie

Misstandenregeling (Klokkenluiders- en Incidentenregeling)

Misstandenregeling (Klokkenluiders- en Incidentenregeling) Misstandenregeling (Klokkenluiders- en Incidentenregeling) Stichting Pensioenfonds Grontmij 28 september 2010 1. DOELSTELLING MISSTANDENREGELING (KLOKKENLUIDERS- EN INCIDENTENREGELING) Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. 108071 - Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. in het geding tussen: ADVIES [verzoekers], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht.

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht. Rapport Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over gemeente Maastricht gegrond. Datum: 8 januari

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2014/016 14 mei 2014 Klacht over onvolledig leerlingdossier Klaagster wenst een kopie van het leerlingendossier en stelt dat het door school aangeleverde

Nadere informatie

Raamovereenkomst Blusmiddelen Kenmerk 14.GU.098 Gemeente Utrecht en xxx. Contractnummer: xxx

Raamovereenkomst Blusmiddelen Kenmerk 14.GU.098 Gemeente Utrecht en xxx. Contractnummer: xxx Raamovereenkomst Blusmiddelen Kenmerk 14.GU.098 Gemeente Utrecht en xxx Contractnummer: xxx Interne Bedrijven Concerninkoop Postadres Postbus 10080, 3505 AB Utrecht Bezoekadres Stadsplateau 1, 3521 AZ

Nadere informatie

IV Onderzoeksvragen Op grond van de melding heeft de Onderzoeksraad de volgende onderzoeksvragen geformuleerd:

IV Onderzoeksvragen Op grond van de melding heeft de Onderzoeksraad de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: ADVIES van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid (hierna: de Onderzoeksraad) ten aanzien van een melding gedaan op 9 maart 2015 door A (hierna: melder), ambtenaar van de gemeente B. I Samenstelling Onderzoeksraad

Nadere informatie

MELDREGELING VERMOEDEN MISSTANDEN. Een regeling voor het op een veilige manier melden van misstanden

MELDREGELING VERMOEDEN MISSTANDEN. Een regeling voor het op een veilige manier melden van misstanden MELDREGELING VERMOEDEN MISSTANDEN Een regeling voor het op een veilige manier melden van misstanden Versie 3, november 2018 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Artikel 1. Definities... 4 Artikel 2. Informatie,

Nadere informatie

Uitspraak van de Huurcommissie

Uitspraak van de Huurcommissie Uitspraak van de Huurcommissie Verzonden op Verzoek Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) Woonruimte Verzoeker Naam: Hierna te noemen: Vertegenwoordigd door: Wederpartij Naam: Hierna te noemen:

Nadere informatie

De minister van Veiligheid en Justitie T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman mevrouw XXX Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Blok,

De minister van Veiligheid en Justitie T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman mevrouw XXX Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Blok, De minister van Veiligheid en Justitie T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman mevrouw XXX Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Geachte heer Blok, Op 7 september 2016 liet ik uw voorganger weten een verkennend

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden

Algemene Voorwaarden Algemene Voorwaarden Algemene Voorwaarden voor cliënten van Kindercoachpraktijk JOY- KINDERCOACHING I. Algemeen I. In de algemene voorwaarden wordt verstaan onder: i. Opdrachtgever: degene die de dienst

Nadere informatie

BNG Regeling melding (vermeende) misstand

BNG Regeling melding (vermeende) misstand Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag T 0703750750 www.bngbank.nl BNG Regeling melding (vermeende) misstand BNG Bank is een handelsnaam van N.V. Bank Nederlandse Gemeenten, statutair gevestigd te Den Haag,

Nadere informatie

volgende Algemene Voorwaarden:

volgende Algemene Voorwaarden: Algemene Voorwaarden Praktijk Muriel Jaspers hanteert de volgende Algemene Voorwaarden: I. Algemeen I. In de algemene voorwaarden wordt verstaan onder: i. Opdrachtgever: de partij die de opdracht geeft.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380

Rapport. Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380 Rapport Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380 2 Klacht Op 16 maart 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

Gedragscode Persoonlijk Onderzoek. 21 december 2011

Gedragscode Persoonlijk Onderzoek. 21 december 2011 Gedragscode Persoonlijk Onderzoek 21 december 2011 Inleiding Verzekeraars leggen gegevens vast die nodig zijn voor het sluiten van de verzekeringsovereenkomst en die van belang zijn voor het nakomen van

Nadere informatie

CONCEPT RAAMOVEREENKOMST

CONCEPT RAAMOVEREENKOMST CONCEPT RAAMOVEREENKOMST ICT Hardware Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Heerhugowaard De ondergetekenden: Datum: 26 januari 2016 Dossier: 0320-412 26 januari 2016-1 - 1., gevestigd te Heerhugowaard,

Nadere informatie

De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel. Geachte heer, mevrouw,

De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel. Geachte heer, mevrouw, De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel datum : 26 juni 2014 ons kenmerk : 540230 uw brief van : --- behandeld door : J.A.M. van den Dungen uw kenmerk : ---

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 Rapport Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop ambtenaren van het regionale politiekorps Utrecht op 6 mei 2006 hebben gereageerd op zijn verzoek om

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Gorinchem bij zijn beschikking van 7 juli 2005 geen ambtshalve vermindering

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

CONCEPT Raamovereenkomst Schuldhulpverlening zelfstandig ondernemers kenmerk 13.WI.043. Gemeente Utrecht en xxx. Contractnummer: xxx

CONCEPT Raamovereenkomst Schuldhulpverlening zelfstandig ondernemers kenmerk 13.WI.043. Gemeente Utrecht en xxx. Contractnummer: xxx CONCEPT Raamovereenkomst Schuldhulpverlening zelfstandig ondernemers kenmerk 13.WI.043 Gemeente Utrecht en xxx Contractnummer: xxx Interne Bedrijven Concerninkoop Postadres Postbus 10080, 3505 AB Utrecht

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Klokkenluidersregeling Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsbepalingen 3 Artikel 2. Informatie, advies en ondersteuning voor de werknemer c.q. melder 4 Artikel 3. Interne melding 4 Artikel 4. Vastlegging van

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden. Algemene Voorwaarden voor cliënten van Kindercoachpraktijk Helibel

Algemene Voorwaarden. Algemene Voorwaarden voor cliënten van Kindercoachpraktijk Helibel Algemene Voorwaarden Algemene Voorwaarden voor cliënten van Kindercoachpraktijk Helibel Algemeen I. In de algemene voorwaarden wordt verstaan onder: i. Opdrachtgever: degene die de dienst afneemt. De opdrachtgever

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Onzorgvuldig handelen.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Onzorgvuldig handelen. Belangenbehartiging opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Onzorgvuldig handelen. Klager besloot eind december 2009 een nog af te bouwen woning te kopen en heeft begin januari 2010 de koop- aannemingsovereenkomst

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114 2 Klacht Op 2 augustus 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer mr. drs. B., advocaat te Nieuwegein, met een klacht over een

Nadere informatie

Regeling melden vermoeden van een misstand

Regeling melden vermoeden van een misstand Regeling melden vermoeden van een misstand 1 Inleiding... 3 1. BEHANDELING VAN DE KLACHTEN... 3 Artikel 1... 3 2. RECHTSBESCHERMING MELDER... 4 Artikel 2... 4 3. AANSTELLING, TAAK EN RECHTSBESCHERMING

Nadere informatie

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103 Rapport Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart 2011 Rapportnummer: 2011/103 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Huurcommissie hem onvoldoende

Nadere informatie

Deskundigenoordeel Een onderzoek naar de manier waarop het UWV. (de klacht over) een deskundigenoordeel heeft afgehandeld.

Deskundigenoordeel Een onderzoek naar de manier waarop het UWV. (de klacht over) een deskundigenoordeel heeft afgehandeld. Rapport Deskundigenoordeel Een onderzoek naar de manier waarop het UWV (de klacht over) een deskundigenoordeel heeft afgehandeld. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht

Nadere informatie

..vertegenwoordigd door de heer / mevrouw., gevestigd te., hierna te noemen: Opdrachtnemer,

..vertegenwoordigd door de heer / mevrouw., gevestigd te., hierna te noemen: Opdrachtnemer, Wilhelmina Paviljoen Breda Nederland www.defensie.nl Contactpersoon R. van den Akker Projectinkoper M +31 (0)6 12 548 0 58 RJP.vd.Akker@mindef.nl Onze referentie Datum Betreft Raamovereenkomst medezeggenschapsopleidingen

Nadere informatie

Bijlage 5B RAAMOVEREENKOMST. inzake. Begeleiding Militair Uitzonderlijk Transport in Europa. ten behoeve van het ministerie van Defensie

Bijlage 5B RAAMOVEREENKOMST. inzake. Begeleiding Militair Uitzonderlijk Transport in Europa. ten behoeve van het ministerie van Defensie Bijlage 5B RAAMOVEREENKOMST inzake Begeleiding Militair Uitzonderlijk Transport in Europa ten behoeve van het ministerie van Defensie Referentienummer 089.25.42.8042 1 Inhoudsopgave Artikel 1 Artikel 2

Nadere informatie