Algemene informatiebrochure Het Buitenhof en Cottontown Cottages.

Transcriptie

1 Algemene informatiebrochure Het Buitenhof en Cottontown Cottages

2 Inhoudsopgave Inleiding Beeldkwaliteitsplan 4 - Algemeen 4 - Het Buitenhof 7 - Cottontown Cottages 9 Vergunningen 16 Waterhuishouding 18 Openbaar groen en inrichting 2 Bouwbegeleiding 26 Toelichting vijver (Het Buitenhof) 27 Verkeer 28 Particulier Opdrachtgeverschap 29 Contacten 1 2

3 Inleiding Royaal wonen: dat kan perfect op de zeer royale kavels van Het Brunink. De kavels in Cottontown Cottages zijn tussen de 600 m 2 en 1100 m 2 en de kavels in Buitenhof zijn tussen de 00 m 2 en 000 m 2. Elk woonveld zal zijn eigen architectonische kenmerken hebben. In deze algemene informatiebrochure wordt royaal ingegaan op allerlei zaken waar u als toekomstig particulier opdrachtgever mee te maken zult krijgen. Let op: deze brochure bevat uitsnedes uit het beeldkwaliteitsplan, hieraan kunnen geen rechten ontleend worden. Het complete beeldkwaliteitsplan is te downloaden op

4 Algemeen 4 Beeldkwaliteitsplan Tuin/erf De (voor)tuinen spelen een belangrijke rol in de beleving van de directe woonomgeving. Een groene landelijke sfeer is gewenst zodat een beperkte mate (maximaal 1/ van de voortuin) van verharding van het voorerf de voorkeur heeft. Erfscheiding Naast de tuinen zijn de erfscheidingen zeer dominant en bepalen sterk het beeld van de woonomgeving. De erfscheiding op de grens van de toegankelijke openbare ruimte wordt door de Gemeente ingeplant met hagen en qua beheer overgedragen aan de individuele koper. Verkeer, parkeren Het bewonersparkeren dient op de kavel te worden gerealiseerd (minimaal 2 parkeerplaatsen per woning). Het bezoekersparkeren kan langs de weg plaatsvinden (conform duurzaam veilig). Woonvelden in Het Brunink

5 Stadsrandzone Een essentieel onderdeel van het casco wordt gevormd door de nieuwe oost-west lopende stadsrandzone, grenzend aan de huidige zuidwijken en ten noorden van de kavels van Het Brunink. De stadsrandzone zal een belangrijke functie vervullen als recreatief uitloopgebied voor de Zuidwijken en natuurontwikkeling. De van oudsher bestaande kleine essen of kampen in het midden van het plangebied worden opgenomen in deze zone en een nieuwe beek met retentiegebied om regenwater te bergen. De stadsrandzone zal overwegend het open karakter behouden en worden ingericht als een landelijk (buiten)- gebied, overeenkomend met de schaal van het bestaande landschap. Het vormt samen met het Wesselerbrinkpark tevens een ecologische zone van betekenis. In de stadsrandzone wordt een fietsroute opgenomen als onderdeel van een recreatief fietsnetwerk rond de stad evenals wandelpaden, verblijfsplekken en de natuurijsbaan. Groen/blauw raamwerk In het plangebied wordt volledig afgezien van een regenwaterriool en er zal ook geen overloop op de droog weerafvoer plaatsvinden. Alle kavels zijn minstens aan één zijde begrensd door een openbare zaksloot waar het hemelwater van de weg, kavel en de daken van de gebouwen op afwatert en vervolgens infiltreert in de ondergrond. De toepassing van zaksloten is duurzaam en versterkt het landelijke karakter.

6 De velden De openbare ruimte binnen de woonvelden wordt gekenmerkt door een landelijk profiel met een beperkte wegbreedte, zonder trottoirs, met grasbermen, parkeren op de rijbaan en houtwallen, greppels of hagen als erfscheiding met de woonkavels. 6a De rijweg heeft een verharding van asfalt. Alle inritten naar de particuliere kavels worden gelijkvormig uitgevoerd. Beplantingen bestaan uit grasbermen, grasgreppels en bomen met plaatselijk een solitaire struik die als meerstammige boom wordt behandeld. Het sortiment is inheems, dus zeer beperkt, voornamelijk eik, es, els en mogelijk berk of solitaire beuk. Ingeburgerde exoten als esdoorn en krentenstruik horen in de woonomgeving daarbij. Wijze van aanwenden zal vrijwel uitsluitend solitair in gras zijn. Er worden in het openbare gebied geen gecultiveerde beplantingen toegepast zowel wat betreft assortiment, als de wijze van aanwenden en beheren. Dus geen (opvallende) exoten, geen plantsoenen en geen gecultiveerd onderhoud. b a 6

7 Beeldkwaliteit Het Buitenhof BUITENHOF Woonveld a Landhuizen op riante kavels Sfeer Wonen op riante kavels in een luxe vrijstaand landhuis aan een vijver met uitzicht over de Es, aan een bosperceel of aan de Groot Bruninkstraat met uitzicht op het buitengebied. Door de specifieke invulling van Het Buitenhof wordt het onderscheid tussen de velden gelegen aan de beek en het veld aan de Es versterkt. Dit onderscheid is ook zichtbaar vanaf de Groot Bruninkstraat omdat de groenzone langs de Groot Bruninkstraat ter plaatse van Het Buitenhof niet als dichte houtwal wordt ingeplant. De luxe ingetogen landhuizen worden gekenmerkt door een langgerekt volume waarin opgenomen het hoofd- en de bijgebouwen. Het materiaalgebruik en de kleurstelling ondersteunen het landelijke karakter en zorgen voor samenhang binnen het veld. De gemeenschappelijke vijver biedt een unieke woonkwaliteit. Kenmerkend voor dit veld zijn de grote aaneengesloten tuinen, die door beplanting en inrichting het woongebied een weldadige groene en rustige uitstraling geven. De beplanting zorgt voor voldoende beslotenheid van het terras bij de woning met verrassende doorkijkjes naar de vijver. De erfscheidingen zullen harmonieus opgenomen worden in de tuinbeplanting. 44 ca. 400 m 2 4 ca. 409 m 2 40 ca. 418 m 2 41 ca. 894 m 2 42 ca. 0 m 2 7

8 10 Richtlijnen hoofdgebouwen Richtlijnen bijgebouwen - Het hoofdgebouw en de bijgebouwen moeten - Het hoofdgebouw en de bijgebouwen moeten binnen het bebouwingsvlak worden opgericht binnen het bebouwingsvlak worden opgericht (zie afbeelding bebouwingsvlak ). (zie afbeelding bebouwingsvlak ). - De villa wordt gekenmerkt door een langgerekte - Bijgebouwen maken deel uit van het hoofdvolume. volume waarin opgenomen het hoofd- en de bijgebouwen. Richtlijnen kavels - De woningen zijn maximaal 2 bouwlagen hoog. - Het bebouwde oppervlak per perceel is maximaal - De woningen zijn voorzien van een kap. 40 m 2 inclusief de bijgebouwen. - Het materiaalgebruik en de kleurstelling van de kap - De erfscheiding moet een hoge (groene) esthetische ondersteunen het landelijke karakter, bij voorkeur is kwaliteit hebben. de kap met riet gedekt. - Het hemelwater van de bebouwing en verharding - De nokhoogte bedraagt maximaal 12,00 meter. moet worden opgevangen op het perceel zelf, of 12 - De goothoogte van de villa is voor tenminste een bovengronds worden afgevoerd naar de gemeen- derde deel van het gebouw maximaal, meter schappelijke vijver hoog. De goothoogte voor het overige deel is maximaal,0 meter hoog. - De kleurstelling van de gevel is zodanig, dat de woning zich voegt in de landelijke omgeving, dus geen lichte kleuren of spiegelende materialen. - De bouwrijpe kavels mogen volgens de door de Gemeente bepaalde woonrijpe kavelpeilen* opgehoogd worden. - De kavels moeten voldoende plaats bieden aan autoparkeerplaatsen voor de bewoners (norm is 12 2 parkeerplaatsen per woning). 44 * zie bijlage peilhoogtes Afbeelding bebouwingsvlak 8

9 Beeldkwaliteit Cottontown Cottages Woonveld b COTTONTOWN COTTAGES Wonen op een erf Sfeer Uitgangspunt voor dit woonveld is de te handhaven bebouwing en de waardevolle bomen. Het betreft een woonveld met een agrarische historie. De bebouwing uit verschillende tijdsperioden, zowel de Twentse boerderij als modernere woningen gelegen aan een erf, is karakteristiek. Kenmerkend voor dit woonveld is dat de woonkavel geheel omsloten wordt door brede hagen als erfscheiding, waardoor het informele landelijke karakter wordt benadrukt. De individuele woningen vormen luxe ingetogen villa s met een grote mate van samenhang en kenmerken van het landelijk gebied, zoals eenvoudige hoofdvolumes, grote kappen en een lage goothoogte. De hoofd- en bijgebouwen vormen tezamen een cluster van gebouwen. Behoud en versterking van deze kenmerken is uitgangspunt bij de invulling van dit woonveld. 0 ca. 128 m ca. 117 m 2 ca m 2 48 ca m 2 4 ca m 2 46 ca m 2 9

10 Richtlijnen hoofdgebouw Richtlijnen bijgebouwen - De gebouwen, hoofd en bijgebouwen, moeten - De gebouwen, hoofd en bijgebouwen, moeten binnen het bebouwingsvlak worden opgericht binnen het bebouwingsvlak worden opgericht (zie afbeelding bebouwingsvlak ). (zie afbeelding bebouwingsvlak ). - De villa wordt gekenmerkt door een eenvoudig - Bijgebouwen zijn toegestaan tot een maximum van 80 m 2. hoofdvolume, grote kappen en een lage goothoogte. - Bij vrijstaande bijgebouwen zoals garages en carports - De woningen zijn maximaal 2 bouwlagen hoog. is een kap verplicht in harmonie met het hoofdgebouw. - De woningen hebben een goothoogte van maximaal - De maximale goothoogte van de vrijstaande,0 meter en een nokhoogte van maximaal 12,00 meter. bijgebouwen bedraagt 2,0 meter en de maximale - Een kap is verplicht, de nokrichting is overeenkomstig nokhoogte bedraagt 6,00 meter. met de aangegeven richting op de afbeelding hieronder. - De woningen zijn voorzien van steile daken, bedekt Richtlijnen kavels met rode pannen en voorzien van witte windveren. - Het bebouwingspercentage per perceel is maximaal - De woningen zijn uitgevoerd in een gevelmateriaal 2% tot een maximum van 00 m 2 inclusief met een natuurlijke donkere kleurstelling en witte bijgebouwen. kozijnen. - De erven hebben een groene uitstraling, het verhard - De daken van vergunningsplichtige aan- en uitbouwen oppervlak is ondergeschikt. vormen een onderdeel van, maar zijn ondergeschikt - De erfscheiding moet een hoge (groene) esthetische aan het hoofdgebouw. kwaliteit hebben, rondom het gehele erf is een haag van haagbeuk verplicht. Aan de voorzijde, op de erfgrens tussen de woonkavel en het openbare gebied, wordt een gemengde haag door de Gemeente aangebracht. - Het hemelwater van de bebouwing en verharding, dat niet op de eigen kavel opgevangen kan worden in bij voorbeeld een zaksloot, dient bovengronds afgevoerd te worden naar een openbare zaksloot grenzend aan de achter-, voor- of zijgrens van het.6 perceel of op het perceel zelf. - De bouwrijpe kavels mogen volgens de door de 10 Gemeente bepaalde woonrijpe kavelpeilen* nokrichting bestaande bebouwing opgehoogd worden. - De kavels moeten plaats bieden aan autoparkeerplaatsen voor de bewoners (norm is 2 parkeerplaatsen Het bouwvlak op de kavel. per woning). De lijn op de kavel geeft de nokrichting aan. 10 Afbeelding bebouwingsvlak * zie bijlage peilhoogtes.

11 Beeldkwaliteit Cottontown Cottages Woonveld 6a COTTONTOWN COTTAGES Wonen aan de es Sfeer De individuele woningen vormen luxe ingetogen villa s met een grote mate van samenhang in de architectuur. De villa s worden gekenmerkt door baksteen architectuur in een bruin/rode kleurstelling, met een sterk horizontaal gevelbeeld. De villa s zijn voorzien van een luie kap of een platte afdekking, in beide gevallen met een brede overstek. Verkaveling Uitgangspunt voor de verkaveling is de gerichtheid van de woonstraten op de stadsrandzone met de Es. De vier evenwijdig lopende woonstraten staan haaks op de stadsrandzone en zijn verbonden met een lusvormige straat langs de Es en de houtwal. Op deze wijze zullen de bewoners en bezoekers zowel de stadsrand als de houtwallen kunnen beleven vanuit de eigen tuin en/of de woonstraat. 60 ca. 740 m 2 86 ca. 74 m 2 87 ca. 761 m 2 78 ca. 91 m 2 8 ca. 880 m 2 82 ca. 99 m 2 74 ca. 2 m 2 7 ca. 644 m 2 8 ca. 87 m 2 84 ca. 69 m 2 80 ca. 664 m 2 79 ca. 87 m 2 81 ca. 791 m ca. 624 m 2 72 ca. 69 m 2 61 ca. 626 m 2 71 ca. 69 m 2 62 ca. 626 m 2 9 ca. 692 m 2 76 ca. 624 m 2 8 ca. 696 m 2 70 ca. 69 m 2 6 ca. 626 m 2 77 ca. 624 m 2 69 ca. 69 m 2 7 ca. 696 m 2 ca. 824 m 2 68 ca. 69 m 2 64 ca. 7 m 2 6 ca. 696 m 2 ca. 696 m 2 67 ca. 8 m 2 6 ca. 776 m 2 1 ca. 626 m 2 ca. 696 m 2 4 ca. 696 m 2 2 ca. 906 m 2 11

12 Brede kavels Diep, minder breed Bijzondere locatie Uitrit aan deze zijde niet toegestaan Legenda kavel types 8 8 afbeeldingen bebouwingsvlakken 12

13 Woningen op de brede kavels Richtlijnen hoofdgebouw - De gebouwen, hoofd en bijgebouwen, moeten binnen het bebouwingsvlak worden opgericht (zie afbeelding bebouwingsvlak op pagina 2) en staan tenminste meter uit de zijdelingse perceelgrens. - De woningen hebben een kap of zijn plat afgedekt. - De woningen zijn maximaal 2 bouwlagen hoog. - De woningen met een kap hebben een goothoogte - Indien aangebouwd, is de maximale (goot )hoogte gelijk aan de begane grondverdieping. Voor een losstaand bijgebouw bedraagt de maximale (goot) hoogte.00 meter. - Het bijgebouw is plat afgedekt of met een zelfde dakvorm en dakhelling als het hoofdgebouw. - Het bijgebouw staat tenminste meter achter de straatgevel. van maximaal,0 meter voor tenminste 2/ deel van de gevel langs de straat en een goothoogte van maximaal,0 meter voor het resterende deel. De nokhoogte bedraagt maximaal 12 meter. - De daken zijn uitgevoerd als schilddak met een dakhelling van 0 graden en een overstek van tenminste 0,0 meter. - De hoofdrichting van de nok is evenwijdig aan de straat. - De schilddaken zijn gedekt met zwarte pannen. - De woningen met een platte afdekking hebben een bouwhoogte van maximaal 4,00 meter voor tenminste 2/ deel van de gevellengte en voor het resterende deel een maximale hoogte van 7.0 meter. - De platte afdekking heeft een overstek van tenminste 0,0 meter. - De woningen hebben een sterk horizontaal gevelbeeld en zijn uitgevoerd in baksteen met een bruin/rode kleurstelling. - Erkers mogen aan de straatzijde buiten het bebouwingsvlak steken, met een maximale breedte van 1/ deel van de gevelbreedte, een diepte van maximaal 1,0 meter en zijn plat afgedekt. Richtlijnen bijgebouwen - Bijgebouwen moeten binnen het bebouwingsvlak worden opgericht en staan tenminste meter uit de zijdelingse perceelgrens. Richtlijnen kavels - Het bebouwingspercentage per perceel is maximaal 2% tot een maximum van 00 m 2 inclusief bijgebouwen. - De erfscheiding moet een hoge (groene) esthetische kwaliteit hebben. Langs de voortuinen komt een, door de Gemeente aangeplante lage beukenhaag (ca meter). In de gevallen waar zijerven aan de openbare ruimte grenzen worden hogere hagen, ondersteund met een schanskorf door de Gemeente aangebracht om een meer permanent karakter te realiseren. De hogere hagen op de zijgrens bestaan uit wintergroene hulst. Tussen de percelen onderling bieden groeischermen een uitkomst. - Het hemelwater van de bebouwing en verharding, dat niet op eigen kavel opgevangen kan worden in bijvoorbeeld een zaksloot, dient bovengronds afgevoerd te worden naar een openbare zaksloot grenzend aan de achter-, voor- of zijgrens van het perceel. - De bouwrijpe kavels mogen volgens de door de Gemeente bepaalde woonrijpe kavelpeilen* opgehoogd worden. - De kavels moeten voldoende plaats bieden aan autoparkeerplaatsen voor de bewoners (norm is 2 parkeerplaatsen per woning). - Per kavel mag maximaal 1 inrit worden aangelegd. - Bijgebouwen zijn toegestaan tot een maximum van 80 m 2. * zie bijlage peilhoogtes. 1

14 Woningen op een diepe en minder brede kavel 8 Richtlijnen hoofdgebouw - De gebouwen, hoofd en bijgebouwen, moeten binnen het bebouwingsvlak worden opgericht (zie afbeelding bebouwingsvlak op pagina hiervoor) en staan tenminste meter uit de zijdelingse perceelgrens. staand bijgebouw bedraagt de maximale (goot)hoogte.00 meter. - Het bijgebouw is plat afgedekt of met een zelfde dakvorm en dakhelling als het hoofdgebouw. - Het bijgebouw staat tenminste meter achter de straatgevel. - De woningen hebben een kap of zijn plat afgedekt. - De woningen zijn maximaal 2 bouwlagen hoog. - De woningen met een kap hebben een goothoogte van maximaal,0 meter en een nokhoogte van maximaal 12 meter. - De daken zijn uitgevoerd als schilddak met een dakhelling van maximaal 0 graden en een overstek van tenminste 0,0 meter. - De schilddaken zijn voorzien van zwarte pannen. - De woningen met een platte afdekking hebben een bouwhoogte van maximaal 7.0 meter. - De platte afdekking heeft een overstek van tenminste 0,0 meter. - De woningen hebben een sterk horizontaal gevelbeeld en zijn uitgevoerd in baksteen met een bruin/rode kleurstelling. - Erkers mogen aan de straatzijde buiten het bebouwingsvlak steken, met een maximale breedte van 1/ deel van de gevelbreedte, een diepte van maximaal 1,0 meter en zijn plat afgedekt. Richtlijnen bijgebouwen - Bijgebouwen moeten binnen het bebouwingsvlak worden opgericht en staan tenminste meter uit de zijdelingse perceelgrens. - Bijgebouwen zijn toegestaan tot een maximum van 80 m 2. Richtlijnen kavels - Het bebouwingspercentage per perceel is max. 2% tot een maximum van 00 m 2 incl. bijgebouwen. - De erfscheiding moet een hoge (groene) esthetische kwaliteit hebben. Langs de voortuinen komt een, door de Gemeente aangeplante lage beukenhaag (ca meter). In de gevallen waar zijerven aan de openbare ruimte grenzen worden hogere hagen, ondersteund met een schanskorf door de Gemeente aangebracht om een meer permanent karakter te realiseren. De hogere hagen op de zijgrens bestaan uit wintergroene hulst. Tussen de percelen onderling bieden groeischermen een uitkomst. - Het hemelwater van de bebouwing en verharding, dat niet op eigen kavel opgevangen kan worden in bijvoorbeeld een zaksloot, dient bovengronds afgevoerd te worden naar een openbare zaksloot grenzend aan de achter-, voor- of zijgrens van het perceel. - De bouwrijpe kavels mogen volgens de door de Gemeente bepaalde woonrijpe kavelpeilen* opgehoogd worden. - De kavels moeten voldoende plaats bieden aan autoparkeerplaatsen voor de bewoners (norm is 2 parkeerplaatsen per woning). - Per kavel mag maximaal 1 inrit worden aangelegd. - Indien aangebouwd, is de maximale (goot)hoogte gelijk aan de begane grondverdieping. Voor een los * zie bijlage peilhoogtes. 14

15 Woningen op bijzondere locaties Richtlijnen hoofdgebouw - De gebouwen, hoofd en bijgebouwen, moeten binnen het bebouwingsvlak worden opgericht (zie afbeelding bebouwingsvlak op pagina 12) en staan tenminste meter uit de zijdelingse perceelgrens. losstaand bijgebouw bedraagt de maximale (goot)hoogte.00 meter. - Het bijgebouw is plat afgedekt of met eenzelfde dakvorm en dakhelling als het hoofdgebouw. - Het bijgebouw staat gelijk of achter de straatgevel. - De woningen hebben een kap of zijn plat afgedekt. - De woningen zijn maximaal 2 bouwlagen hoog. - De woningen met een kap hebben een goothoogte van maximaal,0 meter en een nokhoogte van maximaal 12 meter. - De daken zijn uitgevoerd als schilddak met een dakhelling van maximaal 0 graden en een overstek van tenminste 0,0 meter. - De schilddaken zijn voorzien van zwarte pannen. - De woningen met een platte afdekking hebben een bouwhoogte van maximaal 7.0 meter. - De platte afdekking heeft een overstek van tenminste 0,0 meter. - De woningen hebben een sterk horizontaal gevelbeeld en zijn uitgevoerd in baksteen met een bruin/rode kleurstelling. - Erkers mogen aan de straatzijde buiten het bebouwingsvlak steken, met een maximale breedte van 1/ deel van de gevelbreedte, een diepte van maximaal 1,0 meter en zijn plat afgedekt. Richtlijnen bijgebouwen - Bijgebouwen moeten binnen het bebouwingsvlak worden opgericht en staan tenminste meter uit de zijdelingse perceelgrens. - Bijgebouwen zijn toegestaan tot een maximum van 80 m 2. - Indien aangebouwd, is de maximale (goot)hoogte gelijk aan de begane grondverdieping. Voor een Richtlijnen kavels - Het bebouwingspercentage per perceel is max. 2% tot een maximum van 00 m 2 incl. bijgebouwen. - De erfscheiding moet een hoge (groene) esthetische kwaliteit hebben. Langs de voortuinen komt een, door de Gemeente aangeplante lage beukenhaag (ca meter). In de gevallen waar zijerven aan de openbare ruimte grenzen worden hogere hagen, ondersteund met een schanskorf door de Gemeente aangebracht om een meer permanent karakter te realiseren. De hogere hagen op de zijgrens bestaan uit wintergroene hulst. Tussen de percelen onderling bieden groeischermen een uitkomst. - Het hemelwater van de bebouwing en verharding, dat niet op eigen kavel opgevangen kan worden in bijvoorbeeld een zaksloot, dient bovengronds afgevoerd te worden naar een openbare zaksloot grenzend aan de achter-, voor- of zijgrens van het perceel. - De bouwrijpe kavels mogen volgens de door de Gemeente bepaalde woonrijpe kavelpeilen* opgehoogd worden. - De kavels moeten voldoende plaats bieden aan autoparkeerplaatsen voor de bewoners (norm is 2 parkeerplaatsen per woning). - Per kavel mag maximaal 1 inrit worden aangelegd. De uitrit is niet toegestaan aan de zijde van de es, zie afbeelding op pagina * zie bijlage peilhoogtes. 1

16 Vergunningen In deze brochure vindt u informatie over de procedure met betrekking tot een bouwvergunningaanvraag voor een woning of bijgebouw. Welke gegevens en documenten zijn belangrijk, wat gebeurt er met de aanvraag als u die heeft ingediend en aan welke andere zaken moet u denken? Procedure Hieronder vindt u een schema waarin een standaardprocedure voor een vergunningaanvraag is weergegeven. (Wat gebeurt er met uw aanvraag als deze eenmaal is ingediend?) 1. U dient een aanvraag in. Het is erg belangrijk dat u de aanvraag voor een bouwvergunning zo volledig mogelijk indient. Naast een volledig ingevuld aanvraagformulier zult u onder andere ook tekeningen en Bouwbesluitberekeningen moeten aanreiken. Tekeningen in zesvoud en overige aan te reiken gegevens in drievoud. Het is voor u van belang dat de kwaliteit van de aan te reiken stukken goed is. Gelet op de ingewikkelde materie bij een aanvraag om een bouwvergunning, is het raadzaam een deskundige in de arm te nemen. Bijvoorbeeld een architect of een bouwkundig adviesburo. 2. Nadat u de aanvraag om bouwvergunning bij ons hebt ingediend ontvangt u binnen enkele dagen een ontvangstbevestiging.. De gemeente beoordeelt of uw aanvraag voldoet aan de eisen. De gemeente beoordeelt of de aangereikte stukken (tekeningen, Bouwbesluitberekeningen en aanvraagformulieren) voldoende zijn om uw aanvraag inhoudelijk te kunnen beoordelen. Wanneer gegevens ontbreken, verzoeken wij u de ontbrekende gegevens alsnog aan te leveren. 4. De gemeente bekijkt of uw bouwplan past binnen de voorschriften van het geldende bestemmingsplan*, voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit*, de voorschriften van de bouwverordening en of uw plan voldoet aan redelijke eisen van welstand*.. Voldoet uw bouwplan aan al deze aspecten dan zal aan u bouwvergunning worden verleend. Als blijkt dat uw bouwplan niet voldoet aan één van deze aspecten berichten wij u hierover en proberen wij samen met u te komen tot een oplossing. 16

17 Begrippenlijst * Bestemmingsplan: In dit plan staan voorschriften van stedenbouwkundige aard, zoals maximale goothoogte, dakhelling, wat u aan m 2 oppervlak of m inhoud mag bouwen. Belangrijke Websites * Bouwbesluit: In het Bouwbesluit staan eisen waaraan uw bouwplan moet voldoen. Hierbij moet u denken aan bijvoorbeeld isolatieeisen, of uw woning energiezuinig genoeg is, of er voldoende ventilatie in de woning aanwezig is of de constructie van de woning sterk genoeg is. Aan de hand van berekeningen moet u aantonen dat uw bouwplan hieraan voldoet. * Welstand: Het bouwplan moet voldoen aan redelijke eisen van welstand. De welstandscommissie (Het Oversticht) beoordeelt of uw bouwplan past in de omgeving en geeft een advies aan de gemeente Enschede. 17

18 Water in Het Brunink veld a Buitenhof 18 Waterhuishouding Om knelpunten als (grond)wateroverlast, verontreiniging oppervlaktewater en verdroging tegen te gaan en daarmee leefbare gebieden te realiseren, ontwikkelt de gemeente Enschede integrale en duurzame watersystemen. Deze systemen worden gekenmerkt door de gescheiden opvang en afvoer van regen- en afvalwater en de infiltratie en beleving van (regen)water. Regenwateropvang en beleving van water Wat betreft Het Brunink veld a is gekozen voor de aanleg van een centraal gelegen vijver die, naast een bijdrage te leveren aan de ruimtelijke kwaliteit, een functie vervult bij de berging van regenwater. Eigenschappen vijver (zie ook tekening waterhuishoudkundig ontwerp*): ~ Oppervlak vijver inclusief talud: 900 m 2. ~ Constant wateroppervlak: 000 m 2. ~ Constant waterpeil op circa 0,0 meter minus het aanliggende maaiveld. ~ Waterdiepte gemiddeld 1,20 meter. ~ Flauw talud tussen 1:8 en 1:. ~ Een waterdicht talud en bodem, bestaande uit een circa 0,0 meter dikke leemlaag. ~ Vijver is voorzien van een afvoergreppel plus stuw en een grondwaterpomp. * Het waterhuishoudkundig ontwerp is op aanvraag beschikbaar. Voor het regenwater dat van de daken, opritten, terrassen en onverharde oppervlakken afstroomt, en niet ter plekke kan stagneren en/of infiltreren, geldt dat het bovengronds naar de vijver dient af te stromen. Met het oppervlak, inclusief talud, van 900 m 2 heeft de vijver voldoende ruimte om bij intensieve neerslaggebeurtenissen het afstromende regenwater te kunnen bergen. Tijdens neerslag ligt het waterpeil tijdelijk tussen de 0 en 2 centimeter hoger dan het constante waterpeil van 0,0 meter minus maaiveld. Met behulp van een greppel plus stuw met inkeping komt het overtollige water langzaam tot afvoer en zakt het waterpeil weer naar het constante waterpeil. Om de kans op wateroverlast, zowel op de percelen als lager gelegen gebieden, zo klein mogelijk te houden, dient het volgende gehandhaafd te blijven: ~ Het oppervlak van de vijver en constant wateroppervlak. ~ De greppel plus stuw met inkeping. Om te voorkomen dat het afstromende regenwater overlast veroorzaakt op nabijgelegen percelen, maar ook op het eigen perceel, wordt het perceel door de Gemeente vlak of met een klein verval richting de vijver afgewerkt (zie tekening waterhuishoudkundig ontwerp*). Hiermee kan overtollig water bovengronds richting de vijver afstromen.

19 De Gemeente adviseert om het maaiveld tijdens en na de realisatie van de bebouwing en de inrichting van het perceel als volgt af te werken: ~ Vlak leggen of laten aflopen naar de vijver. ~ Binnen 4 meter van de grens met een andere woonkavel het maaiveld niet hoger te leggen dan het door de Gemeente afgewerkte maaiveld, zodat de kavels qua hoogte op elkaar aansluiten. Voor het beeld van de vijver is gekozen voor een constante waterstand. Hiermee wordt voorkomen dat zanderige oevers voor lange tijd droogvallen of de ingeplante oevers voor lange tijd onder water staan. Voor het bereiken van een constant waterpeil zijn de volgende maatregelen getroffen: ~ De bodem en het talud zijn met behulp van leem waterdicht gemaakt. Voor de bodem is de aanwezige leemlaag gebruikt, die op circa 1,0 meter minus het huidige maaiveld ligt. Voor de taluds is leem aangebracht. ~ Voor het instellen van het peil is de vijver voorzien van een greppel plus stuw met inkeping. Deze zorgen ervoor dat overtollig water wordt afgevoerd en het waterpeil niet blijft stijgen. ~ Om te voorkomen dat het waterpeil van de vijver tijdens een lange periode van droogte en warmte wegzakt, is de vijver voorzien van een grondwaterpomp. Wegzakken van het waterpeil gebeurt wanneer de aanvoer van regenwater kleiner is dan de verdamping van het water in de vijver. Als het waterpeil onder het constante waterpeil zakt, treedt de grondwaterpomp in werking. Om te voorkomen dat het constante waterpeil verstoord raakt, dient het volgende gehandhaafd te blijven: ~ De leemlaag in de bodem en het talud. Bij het weghalen, maar ook bij het doorsteken van deze laag kan de vijver lek raken. ~ De greppel plus stuw met inkeping. ~ De grondwaterpomp. Voor de beleving van het water en het waarborgen van de veiligheid is gekozen voor flauwe oevers. Met de flauwe oevers kan het water vanuit bijna het gehele veld a ervaren worden. Daarnaast zorgen de flauwe oevers ervoor dat het water geleidelijk dieper wordt, zodat mensen niet opeens in dieper water terechtkomen. De diepte van het water (1,20 meter) is zo gekozen dat planten, zoals riet, niet explosief tot ontwikkeling kunnen komen. Daarnaast is de waterdiepte afgestemd op de diepte van de bestaande leemlaag in de bodem. Extreme plantengroei kan het beeld nadelig beïnvloeden. Ook komt het niet ten goede aan de waterkwaliteit. Om te voorkomen dat het beeld van de vijver achteruit gaat dienen de volgende zaken in ogenschouw genomen te worden: ~ De waterdiepte dient niet minder te worden dan 1,20 meter. ~ Geen riet aanplanten. Riet kan explosief tot ontwikkeling komen. Wanneer er toch riet opkomt, deze 1 keer per jaar maaien. Buitenhofvijver (zwarte lijn) ten opzichte van vijver Ledeboerpark * Het waterhuishoudkundig ontwerp is op aanvraag beschikbaar. 19

20 ~ Bomen niet te dicht bij de vijver neerzetten, in verband met bladval. Wanneer er teveel bladeren in de vijver terechtkomen, bestaat de kans dat ze zich gaan ophopen. ~ Zowel het natte en droge talud kunnen gemaaid worden. Afhankelijk van het gewenste beeld en de beplanting gaat het om meerdere keren per jaar, 1 keer per jaar of 1 keer over meerdere jaren verspreid. ~ (Zwerf)vuil zoveel mogelijk gelijk uit het water halen. ~ De visstand in de gaten houden. Wanneer er teveel vissen komen kan de sterfte toenemen. ~ Waarschijnlijk is het nodig de vijver 1 keer in de 0 jaar te baggeren. ~ Om de vijver te kunnen maaien en baggeren dient de vijver bereikbaar te zijn voor materieel. Ontwatering (verschil grondwater en maaiveld) en afvalwaterafvoer Vanwege de relatief hoge grondwaterstanden zijn maatregelen noodzakelijk voor het voldoende droog houden van de constructie van de wegen en de bebouwing. Drainage op het perceel aanleggen en aansluiten op een openbare voorziening wordt afgeraden. De Gemeente adviseert om wegen (wegpeil) en gebouwen (vloerpeil) hoger dan het huidige maaiveld te leggen. De openbare wegen en de percelen worden door de Gemeente op het nieuwe peil aangelegd (zie tekening waterhuishoudkundig ontwerp*). Voor de bebouwing geeft de Gemeente het advies om het vloerpeil op circa 7,00 tot 7,10 meter plus NAP neer te leggen (zie tekening waterhuishoudkundig ontwerp*). Hiermee ligt het vloerpeil voldoende hoog ten opzichte van de grondwaterstand. Tevens kan de afvalwaterafvoer van het perceel hiermee zonder problemen onder vrijverval aangesloten worden op het openbare afvalwaterrioolstelsel, gelegen in de openbare weg. Tot slot Om te voorkomen dat het schone regenwater, maar ook het water in de vijver wordt verontreinigd, geeft de Gemeente de volgende adviezen mee: ~ Materialen toepassen die niet uitlogen. In het zogenaamde nationale pakket Duurzaam Bouwen is het toepassen van lood bijvoorbeeld niet toegestaan. Ook andere stoffen als zink en koper zijn uitlogende materialen. ~ Tuinen niet overmatig bemesten. ~ De auto s niet binnen het plangebied wassen, maar bij een wasserette. * Het waterhuishoudkundig ontwerp is op aanvraag beschikbaar. 20

21 Water in Het Brunink veld b en 6a Cottontown Cottages Om knelpunten als (grond)wateroverlast, verontreiniging oppervlaktewater en verdroging tegen te gaan en daarmee leefbare gebieden te realiseren, ontwikkelt de gemeente Enschede integrale en duurzame watersystemen. Deze systemen worden gekenmerkt door de gescheiden opvang en afvoer van regen- en afvalwater en de infiltratie en beleving van (regen)water. Regenwateropvang en beleving van water Wat betreft Het Brunink veld b en 6a is gekozen om greppels toe te passen. De greppels komen aan beide zijden van de wegen te liggen. In onderstaande figuur is het principe van greppels plus weg gevisualiseerd. Om het watersysteem sluitend te maken worden ook op enkele andere plekken openbare greppels aangelegd (in de tekening waterhuishoudkundig ontwerp is dit te zien*). Het regenwater van de weg stroomt rechtstreeks naar de greppels, waar het geborgen, geïnfiltreerd maar ook gezuiverd wordt. Zuivering is nodig, vanwege de olieresten en zware metalen, die motorvoertuigen op de wegen achterlaten. Voor regenwater dat van de particuliere daken, opritten, terrassen en onverharde oppervlakken afstroomt, en niet ter plekke kan stagneren en/of infiltreren, geldt dat het bovengronds naar de greppels dient af te stromen. In de greppels wordt het regenwater geborgen en geïnfiltreerd. Om te voorkomen dat het afstromende regenwater overlast veroorzaakt op nabijgelegen percelen, maar ook op het eigen perceel, wordt het perceel door de Gemeente vlak of met een klein verval richting de greppels en/of wegen afgewerkt (zie tekening waterhuishoudkundig ontwerp*). Hiermee kan overtollig water bovengronds richting de greppels afstromen. De Gemeente adviseert om het maaiveld tijdens en na de realisatie van de bebouwing en de inrichting van het perceel als volgt af te werken: ~ Vlak leggen of laten aflopen naar de greppel, waar het overtollige water naar dient af te stromen (in tekening waterhuishoudkundig ontwerp is de stromingsrichting per perceel opgenomen). ~ Binnen meter van de grens met een andere woonkavel het maaiveld niet hoger te leggen dan het door de Gemeente afgewerkte maaiveld, zodat de kavels qua hoogte op elkaar aansluiten. Regenwater Afvalwater Stroomrichting * Het waterhuishoudkundig ontwerp is op aanvraag beschikbaar. 21

22 Ontwatering (verschil grondwater en maaiveld) en afvalwaterafvoer Vanwege de relatief hoge grondwaterstanden zijn maatregelen noodzakelijk voor het voldoende drooghouden van de constructie van de wegen en de bebouwing. Drainage op het perceel aanleggen en aansluiten op een openbare voorziening wordt afgeraden. De Gemeente adviseert om wegen (wegpeil) en gebouwen (vloerpeil) hoger dan het huidige maaiveld te leggen. De openbare wegen en de percelen worden door de Gemeente op het nieuwe peil aangelegd (zie tekening waterhuishoudkundig ontwerp*). Tot slot Om te voorkomen dat het schone regenwater wordt verontreinigd geeft de Gemeente de volgende adviezen mee: ~ Materialen toepassen die niet uitlogen. In het zogenaamde nationale pakket Duurzaam Bouwen is het toepassen van lood bijvoorbeeld niet toegestaan. Ook andere stoffen als zink en koper zijn uitlogende materialen. ~ Tuinen niet overmatig bemesten. ~ De auto s niet binnen het plangebied wassen, maar bij een wasserette. Voor de bebouwing geeft de Gemeente het advies om het vloerpeil op circa 0,20 meter plus het door de Gemeente afgewerkte maaiveldpeil neer te leggen (zie tekening waterhuishoudkundig ontwerp*). Hiermee ligt het vloerpeil voldoende hoog ten opzichte van de grondwaterstand. Tevens kan de afvalwaterafvoer van het perceel hiermee zonder problemen onder vrijverval aangesloten worden op het openbare afvalwaterrioolstelsel, gelegen in de openbare weg. * Het waterhuishoudkundig ontwerp is op aanvraag beschikbaar. 22

23 Landelijk wonen in het Brunink Landelijk wonen in Het Brunink krijgt vorm door middel van de volgende verschillende elementen: Het landschappelijk basisplan voorziet in een robuust ruimtelijk casco en een functionele opbouw van het woonlandschap. Het casco is opgebouwd uit de stadsrandzone en het groen/blauwe raamwerk. Het versterkt de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteiten van het gebied. Het casco fungeert als overgang tussen de stadsrand en het landschap, waarin plaats is voor recreatieve routes van en naar de stad. Verder biedt het ruimte voor herstel van het natuurlijke watersysteem en voor natuurontwikkeling. Een essentieel onderdeel van het casco wordt gevormd door de nieuwe oost-west lopende stadsrandzone, grenzend aan de huidige zuidwijken en ten noorden van de kavels van Het Brunink. De stadsrandzone zal een belangrijke functie vervullen als recreatief uitloopgebied voor de zuidwijken en natuurontwikkeling. De van oudsher bestaande kleine essen of kampen in het midden van het plangebied worden opgenomen in deze zone en een nieuwe beek met retentiegebied om regenwater te bergen. De stadsrandzone zal overwegend het open karakter behouden en worden ingericht als een landelijk (buiten)gebied, overeenkomend met de schaal van het bestaande landschap. Het vormt samen met het Wesselerbrinkpark tevens een ecologische zone van betekenis. In de stadsrandzone wordt een fietsroute opgenomen als onderdeel van een recreatief fietsnetwerk rond de stad evenals wandelpaden en verblijfsplekken. Het groen/blauwe raamwerk is een samenstelling van bestaande en nieuwe landschappelijke elementen zoals beken, bos, houtwallen en lanen, die de ruimte geleedt tussen de verschillende woonvelden. Tevens schermen de houtwallen de nieuwbouw af van de Groot Bruninkstraat en het omringende landschap. Het raamwerk is van belang als ecologische verbinding tussen stadsrandzone en buitengebied. Het groen/blauwe raamwerk wordt gevormd door een groenzone met waterlopen langs de Groot Bruninkstraat en een aantal verbindingen tussen deze zone en de stadsrandzone. Zowel de zone langs de Groot Bruninkstraat als de verbindingen haaks hierop worden gevormd door deels bestaande en deels door nieuw te planten houtwallen en bomenrijen. Binnen het raamwerk zijn verbindingen voor langzaam verkeer opgenomen die de bestaande wijk Wesselerbrink, het nieuwe woonlandschap Het Brunink en het omliggende landelijk gebied met elkaar verbinden. Alle kavels zijn minstens aan één zijde begrensd door een openbare zaksloot waar het hemelwater van de weg, kavel en de daken van de gebouwen op afwatert en vervolgens infiltreert in de ondergrond. De toepassing van zaksloten is duurzaam en versterkt het landelijke karakter. Openbaar groen en inrichting 2

24 Het landschappelijk basisplan verdeelt het woonlandschap in velden. Vanaf de oostzijde van het plangebied liggen de eerste vier velden aan de stadsrandzone met daarin de nieuwe meanderende beek. Veld ligt centraal in het woonlandschap, veld 6 ligt ten zuiden van de Es. Door de specifieke invulling van veld met de zeer grote kavels en de aangrenzende brede bosstrook wordt het onderscheid tussen de velden gelegen aan de beek en het veld aan de Es versterkt. Dit onderscheid is ook zichtbaar vanaf de Groot Bruninkstraat omdat de groenzone langs de Groot Bruninkstraat ter plaatse van veld niet als dichte houtwal wordt ingeplant. De combinatie bosstrook en grote kavels betekent tevens dat het Wesselerbrinkpark hier via de stadsrandzone een ecologische brede verbindingszone naar het buitengebied krijgt die een gevarieerd karakter heeft en goed zal voldoen voor vogels en kleine zoogdieren. Door de situering van de grote woonkavels in dit veld wordt tevens de zichtlijn vanaf het uitkijkpunt in het Wesselerbrinkpark het beste behouden. De specifieke landschappelijke kenmerken van de woonvelden zijn uitgangspunt geweest voor de verkaveling waardoor per veld de eigen karakteristiek benadrukt wordt en waardoor mede keuzemogelijkheden aan potentiële kopers worden geboden. Naast de openbare ruimte is het beeld van de bebouwing zelf, de plaatsing op de kavel en de inrichting van het erf sterk medebepalend voor het gevoel van landelijk wonen. In hoofdlijnen vormt het karakter van Twentse bebouwing in het buitengebied de inspiratiebron voor de beeldkwaliteit van Het Brunink zonder deze te kopiëren. De karakteristieken in Het Brunink zijn*: - Eenvoudige hoofdvormen. - Terughoudende kleuren (baksteen in rode en bruine tinten), houten kozijnen en gevelvlakken van hout. - Overwegend schuine daken met hoge nokhoogte en lage goothoogte, heldere windveren, rode of zwarte pannen en riet. - Tuinen met een beperkt oppervlak aan verharding en veel groen. - Natuurlijke erfscheidingen zoals hagen, houtwallen en greppels. De velden (zie pagina 6) De openbare ruimte binnen de woonvelden wordt gekenmerkt door een landelijk profiel met een beperkte wegbreedte, zonder trottoirs, met grasbermen, parkeren op de rijbaan en houtwallen, greppels of hagen als erfscheiding met de woonkavels. Het profiel van de openbare ruimte in veld 6a heeft een minimale breedte van ca. 9,40 meter. De rijweg heeft een verharding van asfalt. Alle inritten naar de particuliere kavels worden gelijkvormig uitgevoerd. Beplantingen bestaan uit grasbermen, grasgreppels en bomen met plaatselijk een solitaire struik die als meerstammige boom wordt behandeld. Het sortiment is inheems, dus zeer beperkt, voornamelijk eik, es, els en mogelijk berk of solitaire beuk. Ingeburgerde exoten als esdoorn en krentenstruik horen in de woonomgeving daarbij. Trafokasten worden bij de entrees van de velden opgesteld, in het groene raamwerk. De entrees van de woonvelden worden vanaf de Groot Bruninkstraat ter plaatse van de kruising met de beek begrensd door stapelmuren van schanskorven. * Specifieke kenmerken van de velden vind u vanaf pagina 24

25 Buitenhof Veld a Het onderscheid tussen wonen aan de beek en wonen aan de es is ook zichtbaar vanaf de Groot Bruninkstraat omdat de groenzone langs de Groot Bruninkstraat ter plaatse van veld a niet als dichte houtwal wordt ingeplant. De gemeenschappelijke vijver biedt een unieke woonkwaliteit. Kenmerkend voor dit veld zijn de grote aaneengesloten tuinen, die door beplanting en inrichting het woongebied een groene en rustige uitstraling geven. De erfscheidingen zullen harmonieus opgenomen worden in de tuinbeplanting. Cottontown Cottages Veld b Uitgangspunt voor dit woonveld is de te handhaven bebouwing en de waardevolle bomen. Het betreft een woonveld met een agrarische historie. De bebouwing uit verschillende tijdsperioden, zowel de Twentse boerderij als modernere woningen gelegen aan een erf (vorm gegeven door een uitbreiding van een weg) is karakteristiek. De door de Gemeente aangelegde hagen (erfscheiding op de grens van de toegankelijke openbare ruimte) zijn qua opbouw (hoogte) en vorm gemengd om zo ook het idee van een erf (het informele landelijke karakter) te benadrukken. Veld 6a Uitgangspunt voor de verkaveling is de gerichtheid van de woonstraten op de stadsrandzone met de Es. De vier evenwijdig lopende woonstraten staan haaks op de stadsrandzone en zijn verbonden met een lusvormige straat langs de Es en de houtwal. Op deze wijze zullen de bewoners en bezoekers zowel de stadsrand als de houtwallen kunnen beleven vanuit de eigen tuin en de woonstraat. De erfscheiding moet een hoge (groene) esthetische kwaliteit hebben. Langs de voortuinen komt een, door de Gemeente aangeplante lage beukenhaag (ca meter). In de gevallen waar zijerven aan de openbare ruimte grenzen worden hogere hagen, ondersteund met een schanskorf door de Gemeente aangebracht om een meer permanent karakter te realiseren (langs de nieuwe houtwal aan de westkant van veld 6a). De hogere hagen op de zijgrens bestaan uit wintergroene hulst. 2

26 Bouwbegeleiding Het Brunink in het kort Bijdrage bouwbegeleiding De gemeente Enschede geeft voor de ontwikkeling van Het Brunink de prioriteit aan het creëren van een hoogwaardig woonmilieu door het stimuleren van onder architectuur gebouwde woningen. Hiervoor stelt de gemeente Enschede, per te realiseren woning, een bijdrage beschikbaar voor bouwbegeleidingsbureau s. Deze bouwbegeleidingsbureau s kunnen u begeleiden en deskundig advies bieden gedurende het gehele bouwproces. De begeleiding kan variëren van de keuze voor een architect tot aan supervisie gedurende het gehele bouwproces. Beschikbare bijdrage 2000,00. Voorwaarde bouwbegeleidingsbureau s: onafhankelijk en niet verbonden aan een bouwbedrijf, aannemingsbedrijf of architect. De subsidie wordt uitgekeerd aan de uiteindelijke koper van de bouwkavel. Toetsing en uitkering van de bijdrage wordt gedaan door het bureau kaveluitgifte. Fase 1 Fase 2 Fase Voorbereidingsfase Bijdrage 120,00 Architectkeuze Schetsontwerp Definitief Ontwerp Bijdrage 70,00 Aanbesteding Bouwvergunning Directievoering Geen bijdrage Oplevering bouw 26

27 Onderhoudsmaatregelen vijver Onderstaand treft u voor de vijver van Het Buitenhof een advies aan voor het toekomstig onderhoud van de vijver. Daarbij is ook een indicatie gegeven van de kosten. Afhankelijk van het door u gewenste beeld en de gewenste inrichting van de vijver zijn de maatregelen in meer of mindere mate of helemaal niet nodig. Droge oever Beeld/inrichting Maatregel Kosten per 100 m 2 Aantal keer per Kosten per jaar per 100 m 2 jaar maatregel uitvoeren Gras gazon Maaien met kooimaaier 0, 26 1,7 Gras ruw Maaien met kooimaaier 0,48 2,40 Geen gras, maar bijv. beplanting Uitmaaien met bosmaaier 7,0 7,0 Eventueel kan het maaisel afgevoerd worden. Wanneer het maaisel wordt afgevoerd komen de afvoer- en stortkosten bij elkaar uit op 41,00 per ton (1000 kilogram). Natte oever Maatregel: Maaien met maai-harkcombinatie of maaikorf Kosten per 100 m 2 Aantal keer per jaar maatregel uitvoeren Kosten per jaar per 100 m 2 6, ,00 Eventueel kan het maaisel afgevoerd worden. Wanneer het maaisel wordt afgevoerd komen de afvoer- en stortkosten bij elkaar uit op 41,- per ton. Baggeren Maatregel: Vijver leegpompen; Bodem en nat talud droog baggeren met graafmachine; Baggerspecie (klasse 2) afvoeren en storten. Kosten per m baggerspecie Dikte pakket bagger Vrijkomende bagger- Baggeren 1 keer in de Kosten per 100 m 2 specie per 100 m 2 7,00 0,2 m 2 m 2 jaar 187,00 Afvoergreppel met stuw Maatregelen: - De greppel keer per jaar maaien. Per m 2 greppel kost het voor drie keer 4,0. Maaisel kan eventueel afgevoerd worden. Afvoer- en stortkosten zijn bij elkaar 41,00 per ton; - Regelmatig controleren of de stuwopening verstopt zit. Eventuele verstoppingen wegnemen; - De stuw 1 keer per controleren. Eventuele gebreken oplossen en/of versleten delen vervangen. Grondwaterpomp Maatregel: De werking van de grondwaterpomp 2 keer per jaar controleren. Eventuele gebreken oplossen en/of versleten delen vervangen. Overige punten - Om de vijver te kunnen maaien en baggeren dient de vijver bereikbaar te zijn voor materieel; - (Zwerf)vuil zoveel mogelijk gelijk uit het water halen; - Bomen niet te dicht bij de vijver neerzetten, in verband met bladval. Wanneer er teveel bladeren in de vijver terechtkomen, bestaat de kans dat ze zich gaan ophopen; - Geen riet aanplanten. Riet kan explosief tot ontwikkeling komen. Wanneer er toch riet opkomt, deze 1 keer per jaar maaien; - De visstand in de gaten houden. Wanneer er teveel vissen komen kan de sterfte toenemen. Toelichting vijveronderhoud en kosten Is alleen van toepassing op veld a. * Bovengenoemde prijzen zijn slechts indicaties en gebaseerd op het prijspeil van

28 Verkeer in en rond Het Brunink De woonvelden van Het Brunink worden ontsloten op de Groot Bruninkstraat die via de Geessinkweg en de Buurserstraat vlotte verbindingen biedt richting de stad en de A / N18. Op alle wegen in het zuidelijk buitengebied zal in de periode 2006 / 2007 een maximumsnelheid worden ingevoerd van 60 km/uur. De wegen in Het Brunink zelf maken deel uit van een 0 km/uur-zone. Deze lage maximum snelheden dragen bij aan een veilige en prettige leefomgeving. Alle woonvelden van Het Brunink krijgen verbindingen met de stadsrandzone voor voetgangers en fietsers. Via de paden in de stadsrandzone worden prettige en veilige routes geboden richting bijvoorbeeld het Wesselerbrinkpark en het fietspad langs de Buurserstraat dat aansluit op het stedelijk fietsnetwerk, maar ook het begin kan zijn van een fietstocht richting bijvoorbeeld Buurse of het Witteveen. Parkeren in Het Brunink Passend bij het landelijke beeld in Het Brunink, worden in de openbare ruimte geen parkeerplaatsen aangelegd. De smalle wegen bieden hooguit ruimte om incidenteel bezoekers de auto te laten parkeren. Van bewoners van Het Brunink wordt verwacht dat zij hun auto s op eigen terrein parkeren. De Gemeente stelt als eis dat op eigen terrein minimaal 2 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Bewoners zijn vrij om meer parkeerruimte aan te leggen. Het gaat hierbij om daadwerkelijk te gebruiken parkeerplaatsen. Een garage die in gebruik is als berging telt niet mee als een parkeerplaats. Wilt u een brede oprit aanleggen, houdt u dan rekening met het feit dat veel kavels in Het Brunink worden ontsloten via een,0 meter brede uitweg over de greppel voor de kavel. Door eisen te stellen aan het parkeren op eigen terrein wordt voorkomen dat het landelijke straatbeeld in Het Brunink wordt verstoord door rijen geparkeerde auto s en kapotgereden bermen. Door voldoende parkeerruimte aan te leggen op de kavel draagt iedere bewoner bij aan het behoud van het groene, landelijke straatbeeld. Verkeer Tuin Haag 1, Zaksloot 1,0 Berm 9,4 4,8 Rijweg 1,0 Berm 1, Zaksloot Haag Tuin 28

29 Particulier opdrachtgeverschap in Het Brunink De stappen voordat u kunt bouwen Het in eigen opdracht laten bouwen van een huis doet u waarschijnlijk maar eens in uw leven. Het is een uitdagende ervaring die tijd, creativiteit, en soms ook improvisatievermogen kost. Maar wel met de mogelijkheid om uw eigen woonwensen te realiseren, precies zoals u dat wilt. Voordat u daadwerkelijk kunt bouwen, is er veel te regelen: de selectie en aankoop van een kavel, het laten ontwerpen van de woning, de aanvraag van een bouwvergunning, etc. Hieronder staan de belangrijkste stappen op een rijtje, wanneer u besluit om in Het Brunink een eigen woning te realiseren. 1. Oriëntatie op Het Brunink De eerste stap is natuurlijk een keuze voor Het Brunink als toekomstige woonwijk. U zult zich dus uitgebreid willen laten informeren over de nieuwe wijk en de mogelijkheden die Het Brunink biedt. Als u kiest voor particulier opdrachtgeverschap wilt u zich ook daarop oriënteren. 2. Verkenning van wensen én mogelijkheden Naast een oriëntatie op Het Brunink als woonwijk wilt u verkennen wat uw woonwensen zijn én wat bereikbaar is. Het gaat dan om zaken als: Type en grootte van de woning: wat wilt u en wat vindt u belangrijk? Stijl, sfeer en uitstraling: wat vindt u mooi? Woonomgeving: wat spreekt u aan en is belangrijk in de buurt? Scan van de financiële mogelijkheden: passen uw wensen bij de financiële mogelijkheden? Mogelijk bijpassende kavels: welke buurt, kavel en kavelgrootte passen bij uw woonwensen en financiële mogelijkheden.. Voorlopige reservering op de kavel van uw voorkeur Als u zich voldoende heeft georiënteerd, kunt u een voorlopige reservering aanvragen op de kavel van uw voorkeur. U kunt dat doen bij het Bureau Kaveluitgifte van de gemeente Enschede. Zij kunnen u ook vertellen welke kavels nog beschikbaar zijn. 4. Intensieve oriëntatie Na de toewijzing van de kavel ontvangt u een formele kostenloze reservering van een maand op de kavel, met daarin: Voorstel voor de kavel. De bijbehorende prijs. De belangrijkste (stedenbouwkundige) randvoorwaarden en andere voorwaarden, waaraan u moet voldoen. U krijgt met het voorstel een formele, kostenloze reservering van een maand op de kavel. In die tijd kunnen de laatste vragen en onduidelijkheden worden afgehandeld en kunt u zich veel intensiever gaan oriënteren op de volgende zaken: Financiering van de kavel en de te bouwen woning. De precieze eisen die u aan de woning stelt (het programma van eisen ). Het woningontwerp: in die tijd kunnen de laatste vragen en onduidelijkheden worden afgehandeld.. Formele reservering van de kavel Als u akkoord bent met het voorstel, neemt u een betaalde reservering op de kavel. Deze betaalde reservering geldt vanaf het moment van ondertekening voor maximaal drie maanden. In deze periode kunt u zich richten op het regelen van de financiering, de aanvraag van de bouwvergunning, etcetera. Particulier opdrachtgeverschap 29