RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT BAARLAND, GEDEELTE SLOTHOEVE. concept 11 februari 2010

Transcriptie

1 RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT BAARLAND, GEDEELTE SLOTHOEVE

2 2 deelgebieden

3 RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT BAARLAND, GEDEELTE SLOTHOEVE In dit informatieblad worden nadere richtlijnen gegeven met betrekking tot de beeldkwaliteit voor de woningbouwlocatie Baarland, gedeelte Slothoeve. De gemeente Borsele streeft naar een aantrekkelijk ingerichte woonomgeving. De richtlijnen hebben tot doel een ruimtelijke basiskwaliteit te garanderen. Met het vastleggen van een spelregelset wordt beoogd ruimtelijke samenhang te creëren, zowel binnen de buurt als in aansluiting op de bestaande kern. Voorliggend informatieblad vormt een aanvulling op de welstandsnota. 3 De spelregels ten aanzien van de beeldkwaliteit gaan onder andere in op massa en dakvorm, de architectonische verschijningsvorm en de gewenste overgang tussen openbare ruimte en privéterrein. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in vier deelgebieden, te weten: Florishoek I, Florishoek II, de voormalige boerderij en het lint (zie deelgebieden op pagina 2). foto s omgeving plangebied

4 4 voorkeursverkaveling

5 RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT BAARLAND, GEDEELTE SLOTHOEVE Florishoek I en II Ruimtelijke samenhang - In verband met de ruimtelijke samenhang dient in het geval van twee-onder-één-kap of aaneengesloten woningen voor een gezamenlijke architect gekozen te worden. - De woningen worden georiënteerd op de straat. - Hoekwoningen worden tweezijdig georiënteerd, op de straat en/of de openbare ruimte. Massa en vorm - De kapvorm van de woningen bestaat uit een zadeldak of een samengestelde kap. Wolfseinden zijn niet toegestaan. - De hellingshoek van de daken ligt tussen de 40 en 50 graden. - De woningen hebben een bouwhoogte van maximaal 1,5 laag met kap. - De nokrichting is evenwijdig aan de weg. Op specifieke plekken is een nokrichting haaks op de weg wenselijk voor accentvorming (zie voorkeursverkaveling op pagina 4). - Bij twee-onder-één kap en rijwoningen is geleding van het dakvlak door middel van schoorstenen vereist. - De garages van de woningen staan minimaal 6 meter achter de voorgevellijn, zodat het mogelijk is twee parkeerplaatsen op eigen terrein te realiseren. Kleur- en materiaalgebruik - Er dienen natuurlijke materialen te worden toegepast, zoals baksteen en keramische dakpannen. - De gevels dienen uitgevoerd te worden in baksteen in een rode tint. De dakbedekking in een rode tint (naturel). Compositie gevels en gevelindeling - Er dient in hoofdzaak traditionele architectuur (metselwerk met openingen) te worden toegepast met de daarbij behorende detaillering. Dat wil zeggen: duidelijke neggen van het kozijn ten opzichte van het metselwerk én duidelijke neggen van het glas ten opzichte van het kozijn. - Het detailniveau van de gevel en de compositie dient aan te sluiten bij de kenmerkende architectuur uit de jaren 50/ 60 (zie referentiebeelden). Dit betekent bijvoorbeeld het toepassen van balkankers, rollagen, een geaccentueerde strekkenlaag, uitgemetselde schouderstukken en eenvoudige uniform gedetailleerde dakkapellen, geplaatst in de dakgoot of net daarboven. - Waar het gaat om samengestelde daken wordt in het bijzonder aandacht gevraagd voor de gootdetaillering. 5 referentiebeelden deelgebieden Florishoek I en II

6 6 referentiebeeld deelgebied de voormalige boerderij

7 RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT BAARLAND, GEDEELTE SLOTHOEVE referentiebeelden deelgebied de voormalige boerderij voormalige boerderij Ruimtelijke samenhang - In verband met de ruimtelijke samenhang is het belangrijk de uitstraling van een boerenerf te behouden. Dit betekent dat de bestaande woning qua massa, uitstraling en karakter gehandhaafd dient te blijven en dat bij nieuwbouw op het naastgelegen perceel de oorspronkelijke schuur maatgevend is. Schuur Massa en vorm - Het nieuwe bouwvolume heeft een lengte van circa 36 m en een breedte van circa 14 m. - De kapvorm bestaat uit een zadeldak. Wolfseinden zijn niet toegestaan. - De hellingshoek ligt tussen de 35 en 45 graden. - Het bouwvolume heeft een goothoogte van circa 4 m en een nokhoogte van circa 10 m. - Het bijgebouw bij de schuur heeft een goothoogte van circa 3 m en een nokhoogte van circa 7 m. - De kapvorm bestaat uit een zadeldak. Wolfseinden zijn niet toegestaan. Kleur- en materiaalgebruik - Er dienen natuurlijke materialen te worden toegepast, zoals baksteen, hout en keramische dakpannen. - De gevels bestaan uit zwarte, gepotdekselde geveldelen. De dakbedekking bestaat uit blauw gesmoorde dakpannen (naturel). - De gevels van het bijgebouw bestaan uit zwarte, gepotdekselde geveldelen. De dakbedekking bestaat uit blauw gesmoorde dakpannen (naturel). Compositie gevels en gevelindeling - De gevels van de schuur dienen een gesloten karakter te krijgen, passend bij de uitstraling van een boerenschuur. - De grootte en positie van de gevelopeningen dient aan te sluiten bij de karakteristiek van de schuur (bijvoorbeeld grote schuurdeuren, kleine stalramen, etc). Woning - Er wordt uitgegaan van behoud van de bestaande hoofdvorm, stijlkenmerken en kleur- en materiaalgebruik (wit gekeimde bakstenen gevels en blauw gesmoorde dakpannen naturel). - De bijgebouwen bij de woning hebben een goothoogte van circa 3 m en een nokhoogte van circa 7 m. - De kapvorm bestaat uit een zadeldak. Wolfseinden zijn niet toegestaan. - De gevels bestaan uit wit gekeimde baksteen. De dakbedekking bestaat uit blauw gesmoorde dakpannen (naturel). 7

8 8

9 RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT BAARLAND, GEDEELTE SLOTHOEVE referentiebeelden deelgebied het lint het lint Ruimtelijke samenhang - De woningen worden georiënteerd op de Burgemeester Vogelaarstraat. - De woning gelegen aan de langzaamverkeersroute naar het trapveld wordt tweezijdig georiënteerd: op de Burgemeester Vogelaarstraat en op de langzaamverkeersroute. Massa en vorm - De woningen hebben een eenduidige hoofdvorm. - De bebouwing dient consistent te zijn in typologie c.q. bouwstijl. Het combineren van verschillende bouwstijlen in één gebouw is niet toegestaan. - De kapvorm van de woningen bestaat uit een zadeldak of een samengestelde kap. Wolfseinden zijn niet toegestaan. De hellingshoek van de daken ligt tussen de 40 en 50 graden. - De woningen hebben een bouwhoogte van maximaal 1,5 laag met kap. - De nokrichting is evenwijdig aan de weg. Op specifieke plekken is een nokrichting haaks op de weg wenselijk voor accentvorming (zie voorkeursverkaveling op pagina 4). - Aangebouwde bijgebouwen staan minimaal 3 m achter de voorgevellijn. Vrijstaande bijgebouwen staan minimaal 6 meter achter de voorgevellijn. Het realiseren van twee parkeerplaatsen op eigen terrein is vereist. - De bijgebouwen dienen ondergeschikt te zijn aan de hoofdmassa. De architectuur ervan dient een afgeleide te zijn van de hoofdmassa. Kleur- en materiaalgebruik - Er dienen natuurlijke materialen te worden toegepast, zoals baksteen en keramische dakpannen. - De gevels dienen uitgevoerd te worden in baksteen in een rode tint. De dakbedekking in een rode tint (naturel). Compositie gevels en gevelindeling - Er dient in hoofdzaak traditionele architectuur (metselwerk met openingen) te worden toegepast met de daarbij behorende detaillering. Dat wil zeggen: duidelijke neggen van het kozijn ten opzichte van het metselwerk én duidelijke neggen van het glas ten opzichte van het kozijn. - Het detailniveau van de gevel en de compositie dient aan te sluiten bij de kenmerkende architectuur uit de jaren 50/ 60 (zie referentiebeelden). Dit betekent bijvoorbeeld het toepassen van balkankers, rollagen, een geaccentueerde strekkenlaag, uitgemetselde schouderstukken en eenvoudige uniform gedetailleerde dakkapellen, geplaatst in de dakgoot of net daarboven. - Waar het gaat om samengestelde daken wordt in het bijzonder aandacht gevraagd voor de gootdetaillering (zie onderste referentiebeeld). 9

10 10 overgang openbaar - privé

11 RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT BAARLAND, GEDEELTE SLOTHOEVE overgang openbaar-privé (zie afbeelding pagina 10) - Op de overgang van openbaar naar privé, aangeduid door middel van een gele lijn, wordt een lage beukenhaag (0,80-1 m) aangeplant. - Op de overgang van openbaar naar privé, aangeduid door middel van een oranje lijn, wordt een hoge beukenhaag (1,50-1,80 meter) aangeplant. Deze hoge haag loopt niet verder door dan de voorste bouwgrens. - Op de overgang van openbaar naar privé, aangeduid door middel van een lichtgroene lijn, wordt een lage ligusterhaag (0,80-1 m) aangeplant. - Op de overgang van openbaar naar privé, aangeduid door middel van een donkergroene lijn, wordt een hoge ligusterhaag (1,50-1,80 meter) aangeplant. Deze hoge haag loopt niet verder door dan de voorste bouwgrens. - Voor de hagen op privéterrein geldt een instandhoudingsplicht. - Voor de erfbeplanting rondom de boerderij en de beplanting rond het trapveld wordt gekozen voor een grote boom (1 e orde) met een landschappelijk karakter. openbare ruimte - Het dwarsprofiel van de Burgemeester Vogelaarstraat ondergaat geen wijziging. De bermen behouden een groen karakter en de bestaande watergang blijft gehandhaafd. - De vier vrijstaande woningen worden individueel ontsloten vanaf de Burgemeester Vogelaarstraat door middel van een eigen inrit. In de watergang worden dammen aangebracht die voorzien zijn van een duiker. De breedte van een inrit bedraagt ter plaatse van de voorste perceelsgrens maximaal 4,00 meter. De inrit bestaat uit rode gebakken klinkers, dikformaat. - Per woning wordt op eigen terrein een opstelruimte voor tenminste twee personenauto s gereserveerd. - De kabels en leidingen van de nutsbedrijven worden aangelegd in een bermstrook tussen de bouwkavels en de watergang langs de Burgemeester Vogelaarstraat. De bermstrook is 2,00 meter breed. - De woonstraten in de deelgebieden Florishoek I en II hebben een traditionele, duurzame uitstraling. - De rijbaan en rabatstroken worden uitgevoerd in rode gebakken klinkers (dikformaat). 11 profielen openbare ruimte