Goed voor onderwijs. J. Rijpsta, voorzitter R. Regter, secretaris

Transcriptie

1 Jaarbericht 2003

2 Goed voor onderwijs Onze branche ontwikkelt zich dynamisch. In 2003 vertoefden de leden van EDventure in een elektronische versnellingskamer om hun beleidsplan gestalte te geven. Gebruik van nieuwe webtechnologie resulteerde voor EDventure in een interactieve krant goedvooronderwijs.nl. Met de vakcentrales kwamen we eind 03 tot een nieuwe CAO voor de bijna 4000 personeelsleden. Met een marktconform functie- en loongebouw. Een start is gemaakt met de branchebrede invoering van competentiemanagement. Allianties met partners binnen en buiten het onderwijs zijn ontstaan om te kunnen leveren waarnaar vraag is. Nieuwe markten worden bediend, zoals de sector voorschoolse educatie. Bestaande klanten benadert EDventure navenant. Zo trok een team van 33 adviseurs voor onderwijskansen langs scholen buiten de verstedelijkte gebieden voor ondersteuning bij diagnose en planopstelling. Voor bestaande doelgroepen werden nieuwe producten ontwikkeld. Een catalogus vol producten en diensten op het terrein van integraal personeelsbeleid is aan het IPB-bureau geleverd. De omzet van de gezamenlijke centra voor educatieve dienstverlening kwam voor het eerst uit boven de 200 miljoen euro; een uniek resultaat dankzij een ijzersterk financieringsmodel: rijk, gemeenten en schoolbesturen droegen hieraan bij. Tegelijkertijd is de toekomst een spannende. Wat gebeurt er als het rijk zijn financiering verlegt naar de scholen? Wat gaan die dan doen met de vrij besteedbare middelen, en gemeenten met hun eigen bijdrage? Sinds 1991 is hierover politiek gesteggeld. Daaraan lijkt wellicht een einde te zijn gekomen. Eind vorig jaar nam de Tweede Kamer een tweetal amendementen aan die hoopvol stemmen. Enfin, we wachten op de minister! J. Rijpsta, voorzitter R. Regter, secretaris

3 EDventure is de belangen- en werkgeversorganisatie van de centra voor educatieve dienstverlening. Zij versterkt de positie van de centra en ondersteunt hen bij de realisatie van hun doelstelling. Deze doelstelling is integrale onderwijsadvisering en heeft betrekking op onderwijsontwikkeling, schoolontwikkeling, onderwijs aan kinderen met problemen, leermiddelenadvies en advies aan gemeenten en besturen.

4 Vraagfinanciering november 2003 Invoering vraagfinanciering: de laatste etappe? Wilt u het hele proces van de invoering vraagfinanciering nog eens terughalen, dan kunt u de tijdbalken uit onze jaarberichten van 2001,2002 en het huidige jaarbericht naast elkaar leggen voor een compleet overzicht. Kamer spreekt zich uit De Tweede Kamerleden Slob (CU) en Hamer (PvdA) dienen een tweetal amendementen in voor financieel flankerend beleid. De amendementen krijgen brede steun en benadrukken nog eens dat de Kamer een zorgvuldige invoering van het traject wil. Niet alleen voor 2004 maar ook voor de jaren daarna. Pas in november 2003 worden de middelen voor dat jaar nog in 2003 te besteden overgemaakt. In april 2004 werd over dat principe in een Algemeen Overleg over de amendementen verder gesproken. Het lijkt er nu eindelijk van te komen, de laatste stappen naar een vraagfinanciering zijn in zicht. Daaraan vooraf ging wel jarenlange onduidelijkheid, soms met de nodige turbulentie. Even terug: December De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) adviseert het toenmalige kabinet Lubbers om rijksmiddelen voor schoolbegeleiding over te hevelen naar de scholen, zodat zij zelf kunnen uitmaken hoe zij deze middelen voor ondersteuning van hun kwaliteitsbeleid willen besteden. Maar bij het aantreden van een nieuwe coalitie van sociaal-democraten en liberalen spreekt

5 jaarwisseling 2002/ februari 2003 maart april 2003 zomer 2003 Invoering vertraagd Inmiddels wordt duidelijk dat door politieke ontwikkelingen in Nederland, de complexiteit van het dossier vraagfinanciering en het uitblijvend financieel flankerend beleid de invoering van de wet pas in 2005 kan plaatsvinden. Symposium EDventure Tijdens een symposium van EDventure in Zwolle spreekt minister Maria van der Hoeven (CDA). Zij herhaalt wat zij in een brief van 19 december 2002 aan de Tweede Kamer meldde. Over het financieel flankerend beleid laat zij zich niet uit. Flankerend beleid Besprekingen beginnen over het flankerend financieel beleid. Van OCW komt het signaal dat er toch bereidheid is te zoeken naar mogelijkheden, althans voor zover het gaat om de financiering van de activiteiten van EDventure. OCW zoekt door naar geld voor flankerend beleid voor de schoolbegeleidingsdiensten. Intern beraad De leden van EDventure komen in Tilburg bijeen om zich te buigen over het strategisch beleid voor de jaren Met behulp van een ICTversnellingskamer ontstaat zicht op de concretisering van het flankerend beleid. Duidelijkheid flankerend beleid blijft uit In mei stuurt EDventure OCW een aanvraag voor de toekenning van middelen voor flankerend beleid. In augustus is er nog geen duidelijkheid. Eind van de zomer deelt OCW EDventure mee dat geen middelen zijn gevonden voor flankerend beleid. In de onderwijsbegroting, op Prinsjesdag gepresenteerd, is daarvoor niets uitgetrokken. EDventure richt zich met een brief tot de Tweede Kamer. H.M. de Koningin in de troonrede uit dat gemeenten de plicht krijgen de schoolbegeleiding in stand te houden. De evaluatie daarvan vindt in 2000 plaats. Het ingezette beleid van autonomievergroting en decentralisatie leidt eind 2000 tot een motie van de Tweede Kamer die er toe leidt dat de rijksmiddelen voor schoolbegeleiding naar de scholen moeten worden overgeheveld. De minister wordt gevraagd besprekingen te beginnen met besturenorganisaties, VNG en EDventure. Op 6 september 2001 zegt de toenmalige staatssecretaris aan de Tweede Kamer toe bij de omslag zorgvuldig te werk te gaan. In de politiek turbulente jaren 2002 en 2003 nemen kabinetten ook geen beslissing over het financieel flankerend beleid. Eind 2003 neemt de Tweede Kamer de amendementen Slob en Hamer aan, die de minister in het kader van de begroting 2004 dwingen geld uit te trekken voor een zorgvuldige invoering. De Tweede Kamer heeft daarbij ook aandacht voor de jaren daarna. In 2004 moet blijken of de minister aan de wens van de Kamer tegemoet zal komen. Uiteindelijk hangt daarvan het voortbestaan van de schoolbegeleiding af.

6 Kwaliteitsmanagement Scholen en gemeenten moeten ervan op aan kunnen dat ingekocht advies en begeleiding vanuit een betrouwbare organisatie komt. Belangrijke elementen daarbij zijn klantgerichtheid, kennis, professionaliteit en zorgvuldige afstemming van vraag en aanbod. In de Certificeringregeling van EDventure moeten al deze facetten van de bedrijfsvoering van centra voor educatieve dienstverlening aan kwaliteitseisen voldoen, waardoor klanten een gegarandeerd juiste keuze kunnen maken. De centra die het certificaat van EDventure behaalden, zijn overtuigd van de waarde van die certificering.

7 Kwaliteitsmanagement: sturen op succes Sturen op succes, zo noemde Herman Bijsterbosch, kwaliteitscoördinator van de IJsselgroep Educatieve Dienstverlening, het sturen op kengetallen tijdens een sessie die hij gaf voor zijn directie. Kengetallen komen beschikbaar door kwaliteitsmanagement. De kracht van kwaliteitsmanagement ligt volgens Bijsterbosch in het bewust vormgeven en sturen van de organisatie. De directie stelt vast waar zij over een aantal jaren moet staan en wát voor organisatie ze wil zijn. Prestatieindicatoren worden geformuleerd en kritische succesfactoren gedefinieerd. Alle bedrijfsprocessen moeten voldoen aan specifieke eisen. Die zijn zodanig, dat de behoefte van de klant richtinggevend is en zijn inbreng gegarandeerd. Kwaliteitsmanagement screent jaarlijks systematisch de hele organisatie met in- en externe audits. Zo wordt een schat aan gegevens verzameld over functioneren en presteren van de organisatie. Aan de hand daarvan volgt een evaluatie: halen we die prestatie-indicatoren? Zijn de kritische succesfactoren inderdaad degene die we benoemden? Is de klant tevreden? Hoe functioneren onze medewerkers? Waar nodig wordt beleid bijgesteld. De kengetallen maken het mogelijk te sturen op de meest essentiële factoren die succes bepalen. Als het management de kengetallen helder heeft, kan ze daarmee richting geven aan dagelijkse aansturing en het toekomstig beleid. Zo creëert kwaliteitsmanagement een beleidscyclus waardoor het grip krijgt op de organisatie. Het wordt een continu proces, een cyclus van formulering van beleid; uitvoeren, meten en verbeteren. Per 2008 moeten alle leden een erkend kwaliteitskeurmerk hebben behaald. Gecertificeerde centra voor educatieve dienstverlening in 2003: ABC, Amsterdam; IJsselgroep, Apeldoorn; Edux, Breda; HCO, Den Haag; Giralis partners in onderwijs, Den Bosch; Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen, Driebergen; GCO fryslân, Leeuwarden; EDI Midden-Nederland, Maartensdijk; RPCZ, Middelburg; Centraal Nederland, Nunspeet; Zaanstreek-Waterland, Purmerend; BGS, Ridderkerk; CED-Groep, Rotterdam; SOM, Tilburg; Ds.G.H. Kerstenonderwijscentrum, Veenendaal; GPC, Zwolle. Certificering in voorbereiding in 2003: SABD, Assen; DOBA, Eindhoven; Drienerwoold, Enschede; ABCG, Groningen; OBD Groningen, Oude Pekela; Consent, Sittard; Marant, Tiel; SAC, Utrecht.

8 Communicatie In een tijd van veranderende kaders (vraagfinanciering, lumpsum) is goede communicatie van cruciaal belang. Zowel extern als intern. Binnen EDventure is de communicatiefunctie daarom versterkt in november 2003.

9 Door een betere interne communicatie kunnen we ook extern een beter aanbod genereren Extern gaat het er vooral om te laten zien waar educatieve dienstverlening en EDventure voor staan. Willen we binnen het nieuwe krachtenveld een belangrijke rol blijven houden en ons als branche goed positioneren, dan is het belangrijk onze deskundigheid en professionaliteit beter voor het voetlicht te brengen. Zo zijn we een serieuze partner voor andere partijen. Ook interne communicatie kreeg in 2003 meer aandacht. Tijdig informeren over ontwikkelingen in beleids- en wetgevingstrajecten is essentieel om krachtenbundeling tot stand te brengen. Om dit alles te versterken, zette EDventure eind 2003 een aantal trajecten in gang. Belangrijkste zijn de nieuwe portal dé startpagina voor educatieve dienstverlening, het nieuwe tijdschrift go ed en het nieuwe logo goedvooronderwijs. Op de nieuwe site staan sinds januari 2004 producten en diensten van onze leden, nieuwe ontwikkelingen en nieuwsberichten. De alleen voor leden toegankelijke gedeelten fungeren als intranet. Hier communiceert EDventure met haar leden, maar zij kunnen ook onderling kennis uitwisselen. Go ed, magazine voor educatieve dienstverlening, is een nieuw blad voor onze klanten. Hiermee informeren we scholen, besturen, VVE-instellingen en gemeenten tweemaandelijks over producten en diensten. Het eerste nummer verscheen in april Tenslotte het nieuwe logo. Onze kernboodschap is educatieve dienstverlening is voorwaarde voor goed onderwijs. Om dit ook visueel herkenbaar te maken voor scholen, beleidsmakers en gemeenten, creëerden we een nieuw logo voor de branche. In het logo hebben de slogan goed voor onderwijs en het webadres van de portal een plaats gekregen. In 2004 zal EDventure dit logo verder integreren in de huisstijl.

10 Positionering Vanaf medio 2002 kreeg het positioneren van de centra voor educatieve dienstverlening en EDventure in het bijzonder een extra impuls. In 2003 is dit beleid krachtig voortgezet. Met de marktwerking in aantocht is het essentieel een stevige plek in te nemen in het stelsel van beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Willen we onze klanten goed kunnen bedienen, dan is het goed deze beide domeinen te beheersen. Het klantperspectief zal dan ook veranderen. De overheid verandert van subsidiënt naar klant. Het blijft niet bij praten alleen, ook worden concrete stappen gezet in productontwikkeling en implementatie. De positionering in het stelsel krijgt verder vorm door deelname in tal van adviesorganen: Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren, Expertisecentrum Nederlands, Freudenthalinstituut, Gids methodebeoordeling, Landelijk Platform Onderwijs en Jeugdzorg, Expertisecentrum Schoolleiding en Onderwijsvernieuwing. Om die positionering voldoende kracht te geven, is in 2003 gebruik gemaakt van een extern adviseur met als opdracht versterking van de professionele lobby. Die lobby zal van specifiek aandachtsgebied moeten veranderen naar een kenmerk van de organisatie. Mensen van het bureau, maar ook bestuursleden dienen hun energie daarop te richten. De resultaten: in toenemende mate gesprekspartner zijn van de overheid en intermediaire organisaties in het zogenaamde maatschappelijke middenveld. Er is overleg en samenwerking met het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt, met het IPBbureau, NSA, IVA, PiMedia, GITP, GEU, Onderwijsraad, Besturenorganisaties, SLO, Landelijk overleg lerarenopleidingen, WSNS+, ICT op school, Wegbereiders LGF, VNG, NIZW, et cetera. Werken hieraan betekent vaak gelegenheidsnetwerken activeren. Krachten bundelen aan de hand van actuele thema s. In tegenstelling tot de voormalige PMC s, zijn het dynamische netwerken die bestaan zolang het thema actueel is en er ook behoefte aan samenwerking bestaat. Trajecten communiceren we regelmatig via beleidsberichten en alleen voor onze leden toegankelijke gedeelten van onze portal

11 Samenwerking binnen educatieve dienstverlening levert positieve resultaten

12 Professionalisering De introductie van vraagfinanciering vraagt om personeel dat inzetbaar is in een commercieel opererende organisatie. Dat vereist een professionaliseringsbeleid op organisatieniveau, voor groepen medewerkers en voor individuele werknemers. In de komende jaren zal veel aandacht worden besteed aan de vorming van netwerken, kennisgemeenschappen of kenniskringen en andere vormen van professionalisering van de adviseurs. Bestaande netwerken werden in 2003 geconsolideerd (Ziek zijn & Onderwijs) en er zijn nieuwe gevormd (Cultureel Erfgoed). Het verzoek van de rijksoverheid om de diagnose en planopstelling van de onderwijskansenscholen buiten de verstedelijkte gebieden in Nederland uit te voeren, leidde in 2003 tot de formatie van een ploeg van 33 adviseurs uit verschillende centra voor educatieve dienstverlening. Zij hielpen de onderwijskansenscholen en de betrokken gemeenten buiten het verstedelijkte gebied bij de diagnose van de sterke en zwakke kanten van de school en hielpen bij de opstelling van een plan van aanpak voor onderwijsverbetering. Een zelfde soort operatie was nodig voor een implementatieteam van adviseurs op het terrein van de voorschoolse educatie. EDventure ontwikkelde hiervoor trainde-trainer programma s. Ook in kleinschaliger trajecten koos ze voor deze aanpak, al of niet voorzien van feedback tijdens de uitvoering van het advieswerk. Aan het eind van het verslagjaar gaf de algemene ledenvergadering het bestuur en het bureau opdracht om ook tijdens de fase van de invoering van de vraagfinanciering aandacht te blijven besteden aan de deskundigheidsbevordering van het personeel. Uit de externe audits voor de certificering blijkt dat het kwaliteitsbeleid wat betreft de deskundigheid van de adviseurs degelijk is te noemen.

13 Deskundigheid van onze adviseurs is voorwaarde voor kwaliteit

14 De arbeidsvoorwaarden in 2003 Het afsluiten van een CAO voor alle medewerkers in de educatieve dienstverlening en het omvormen van hun rechtspositie naar meer marktconforme arbeidsvoorwaarden is een belangrijke werkgeverstaak.

15 Marktconforme arbeidsvoorwaarden voor professioneel onderwijsadvies CAO In 2003 is een beleidsrijk akkoord voor de CAO OBD 2004 bereikt. In die periode onderhandelde EDventure intensiever met de centrales dan voorgaande jaren. De CAO die tot stand kwam, is volledig losgekoppeld van de CAO sector onderwijs. Met eigen salarisschalen, een nieuw functiegebouw, het functiewaarderingssysteem Bakkenist, een modelbeoordelings- en functioneringsregeling en een nieuwe ouderenregeling. Afgesproken is dat voor het einde van 2004 bij alle centra voor educatieve dienstverlening een sociaal statuut staat. Sociale zekerheid 2003 gaf steeds meer zicht op de complexe sociale zekerheidshistorie van onze leden die ontstond nadat de werkgever de wettelijke aansluiting bij het Participatiefonds liet vervallen. Bijvoorbeeld de omvang van de herverzekerde portefeuille bij het Participatiefonds, de E-10 invorderingskwesties en de mogelijkheid voor wijziging van de Wet Privatisering ABP. Dit resulteerde in loskoppeling van het Participatiefonds per 1 januari 2004, althans voor de nieuwe uitkeringsrechten die na deze datum ontstaan. Voor EDventure de taak om de herverzekering bij een andere sector dan de sector overheid via wetgeving mede te realiseren, in combinatie met de scherpstelling van de cijfers van Participatiefonds en UWV USZO. Helpdesk arbeidsvoorwaarden Het aantal vragen nam in 2003 iets af. De complexiteit nam echter toe. Merkbaar is dat bij steeds meer centra voor educatieve dienstverlening een professionele P&O-adviseur of manager P&O actief is. Dat zorgt ervoor dat de helpdesk langer met een vraagstelling bezig is en antwoorden diepgaander zijn. Kernpunten waren uiteraard de gewijzigde fiscale reiskostenregeling, harmonisatievragen vanwege fusietrajecten, hoe te anticiperen op de nieuwe CAO, flexibiliteit en declarabiliteit, IZA verzekeringen, arbeidsvoorwaarden van medewerkers in dienst van een nevenstichting. Betaalde dienstverlening Op verzoek is extra inspanning gepleegd voor enkele centra ten aanzien van regelingen voor personeelsbeleid, harmonisatie arbeidsvoorwaarden, ontslagsituaties.

16 Beheer vereniging Het proces van schaalvergroting binnen de branche zette zich ook door in Waren er in januari 2003 nog 36 centra voor educatieve dienstverlening, eind 2003 bedroeg het aantal 34. Daarvan zijn 32 lid van EDventure. Twee centra zijn formeel weliswaar geen lid, maar dragen wel volledig bij aan de dekking van de kosten. Zij maken ook gebruik van de service van EDventure. Vanuit het bureau van de vereniging werd service aan de leden verleend. Daarvoor werd in een aantal gevallen gebruik gemaakt van externe expertise. Dat geldt voor de positionering en lobby, de monitoring van financiële ontwikkelingen in de branche en tot november de communicatie en informatievoorziening. Experts, werkzaam bij verschillende centra voor educatieve dienstverlening, voerden projecten voor EDventure uit. De verhuizing naar het volledig geoutilleerde pand met de daarbij behorende service is een succes gebleken. De productiviteit is gestegen en de kwaliteit van dienstverlening toegenomen. De algemene ledenvergadering (ALV) is het hoogste besluitvormende orgaan van de vereniging. In 2003 kwam de ALV vijf keer bijeen. Reden voor deze hoge frequentie was vooral de noodzakelijke informatievoorziening over de invoering vraagfinanciering en de uiteindelijke totstandkoming van de CAO OBD Het bestuur van EDventure bereidde de algemene ledenvergaderingen voor en droeg zorg voor de uitvoering daarvan. Bestuursleden behartigden daarnaast frequent taken inherent aan hun portefeuilles. Met name de lobbyactiviteiten richting Tweede Kamer en ministerie van OCW, en activiteiten van bestuursleden in het kader van hun lidmaatschap van de EDventure CAO-delegatie. Binnen de vereniging bestaan klankbordgroepen, bijvoorbeeld voor de toekomst van de sector en de CAO. Hun primaire doel is draagvlak creëren voor cruciale besluitvorming in een vroeg stadium. Zij kwamen diverse malen bijeen. Algemeen juridische dienstverlening Naast de Helpdesk arbeidsvoorwaarden zijn EDventure in 2003 frequent allerhande vragen voorgelegd. Vele hadden betrekking op mogelijke consequenties van de invoering vraagfinanciering. Ook op de portal werd aandacht besteed aan juridische aspecten van belang voor de centra voor educatieve dienstverlening, variërend van auteursrecht, BTW tot de wet bescherming persoonsgegevens. Een sterke vereniging: noodzakelijke voorwaarde voor goed functionerende branche

17 Kengetallen Educatieve Dienstverlening in Nederland Aantal centra voor educatieve dienstverlening (per 31 december 2002) 36 Per 1 januari Aantal werknemers 3300 in miljoenen Euro s Omzet (per 31 december 2002) 208 Waarvan overheidssubsidie 118 Specifieke uitkering rijk 57 Uit gemeentefonds 61 Overige inkomsten 90 Bestuur & Bureau Bestuur De heer J. Rijpstra, voorzitter lid van de VVD-fractie van de Tweede Kamer der Staten Generaal De heer drs. B.J. de Reu, vice-voorzitter directeur RPCZ Middelburg De heer drs. R. Regter, secretaris (vanaf mei 2003) directeur SBD Midden-Holland Rijnstreek, Bodegraven De heer A.J.M. van der Lee, penningmeester (vanaf februari 2003) lid van de directie CED-groep, Rotterdam De heer drs. R.S. Boersma, (vanaf mei 2003) directeur GCO fryslân, Leeuwarden De heer drs. A.C.F. Jonkers, (vanaf mei 2003) directeur DOBA Onderwijsadviseurs, Eindhoven De heer R.F. Keetelaar, (vanaf mei 2003) voorzitter Raad van Bestuur IJsselgroep, Doetinchem Mevrouw E. Vos-Brandjes, (vanaf juni 2003) wethouder D 66 Gemeente Den Helder Bureau Mevrouw mr H.J. van Dijk, adviseur arbeidsvoorwaarden De heer drs. R. J. Gorter, directeur Mevrouw drs. A.J. Kaptein, adviseur PA & Communicatie (vanaf november 2003) Mevrouw J.G. Kieft, beleidsassistent De heer W.J.J. Oort, administratief medewerker Mevrouw mr M. Recter, juridisch adviseur Projectleiders De heer G. Beckers (werkzaam bij CED-groep Dordrecht), pilot project tele-educatie begeleiding zieke leerlingen i.s.m. het Astmacentrum Heideheuvel te Hilversum en EDI Midden-Nederland te Maartensdijk (tot april 2003). Mevrouw Y. Thijssen (werkzaam bij Marant, locatie Nijmegen), project consulenten begeleiding zieke leerlingen Ziezon. Het project onderhoudt (tot februari 2004). Mevrouw M. Janssen, coördinator OBDM Onderwijsdatabank PO (gedetacheerd vanuit BCO Venlo). De onderwijsdatabank staat o.a. op Mevrouw M. Wisse (werkzaam bij RPCZ Middelburg), project Voor- en Vroegschoolse educatie, opleiding adviseurs VVE, zie De heer J. Gosselink (werkzaam bij Giralis, partners in onderwijs, Den Bosch), project integratie cultureel erfgoed in het lesprogramma. De heer R. van Alphen (werkzaam bij HCO Den Haag), project Onderwijskansen/onderwijsachterstanden, Mevrouw R. Ogink (werkzaam bij Giralis s-hertogenbosch) en de heer R.J. Stevens (werkzaam bij Edux, onderwijsadviseurs), project Regionale Dagen Jonge Kind. Meer informatie is te vinden op: Externe adviseurs De heer P.L.J.J. Bemelen, M en O -groep lobby en krachtenbundeling De heer E.J.M. de Louwere, financieel adviseur De heer W.J.M. Sirre, kwaliteitsadviseur

18 Parkstraat JG Den Haag Tel Fax