Sluiting en herbestemming Golfbad Scheveningen.

Transcriptie

1 raadsvoorstellen rv321 Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling, nr Sluiting en herbestemming Golfbad Scheveningen. Den Haag, 6 oktober Aan de gemeenteraad. Inleiding Met de aanvaarding van rv 127/1992 inzake de afbouw van Scheveningen-Bad in de vergadering van uw raad van 21 mei jl. heeft u ingestemd met ons voornemen tot sluiting en functiewijziging van het Golfbad Scheveningen. De voorgestelde nieuwe functies betroffen enerzijds een zeeaquarium en anderzijds een gezondheidscentrum. Tevens hebt u daarbij ingestemd met de ontwerp-aanvulling/wijziging van de samenwerkingsovereenkomst met het Consortium Scheveningen waarin met betrekking tot het Golfbad het volgende is opgenomen: - overdracht van het Golfbad-gebouw aan derden; deze overdracht is voor rekening en risico van de gemeente; ontbinding van de Stichting Golfbad per uiterlijk 1 januari 1993; per datum van ontbinding van de Stichting Golfbad overdracht van de parkeergarage Bezaansmast aan de gemeente. Reeds eerder, bij de behandeling van de Startnotitie en uitgangspunten 'Ontwikkelingsplan Scheveningen Badplaats' op 20 februari 1991, heeft de commissie voor Ruimtelijke Ordening en Stadsvernieuwing ingestemd met ons voornemen de herontwikkelingsmogelijkheden van het Golfbad(-gebouw) naderte onderzoeken. Door middel van toezending van het ontwerp-raadsvoorstel 'Afbouw Scheveningen- Bad' (rm 229/1991 van 19 november 1991) en bij rm 50/1992 van 27 maart 1992 hebben wij u gemformeerd over het voornemen tot sluiting en herbestemming van het Golfbad en de stand van zaken daarvan. Met de Britse firma Sea Life Centre is inmiddels een intentie-overeenkomst gesloten voor vestiging van een zeeaquarium in het centrale deel van het Golfbad-gebouw. Met gegadigden voor vestiging in de andere delen van het gebouw worden nog gesprekken gevoerd. Hierbij leggen wij u ter besluitvorming voor goedkeuring te hechten aan het besluit van de Stichting Golfbad tot ontbinding van de stichting en de voorstellen tot herbestemming van het Golfbad-gebouw. Sluiting Golfbad, overwegingen Op 6 juni 1977 besloot uw raad tot de bouw van een vrijetijdscentrum, het latere Golfbad Scheveningen, in de badplaats Scheveningen. Basis voor de totstandkoming vormde de zienswijze dat voor een goed functioneren van de badplaats een attractief centrum met een veelheid aan voorzieningen een waardevolle bijdrage daaraan zou kunnen leveren. Het Golfbad was bij de opening in 1979 het eerste in zijn soort in Nederland en vormde een belangrijke attractie voor Scheveningen en Den Haag. Sindsdien heeft dit veel navolging gekregen en daarmee concurrentie. In vergelijking met soortgelijke baden, met name in Wassenaar en Rotterdam is het bad in zijn huidige vorm verouderd. Daarnaast is het aanbod van recreatieve voorzieningen in de zwembaden in de omgeving maar ook in het algemeen toegenomen. Tenslotte is in het algemeen sprake van een afnemende belangstelling voor dit produkt, omdat de wensen en eisen van de bezoekers zijn gewijzigd. Voor het Golfbad Scheveningen heeft dit geleid tot sterk afgenomen bezoekersaantallen en daarmee opbrengsten. Aan de andere kant kampt het gebouw onder meer door de langwerpige structuur met relatief hoge exploitatielasten. Deze factoren tezamen leiden tot de nu al jaren bestaande grote exploitatieverliezen van de Stichting Golfbad. Over 1990 en 1991 bedroeg dit verlies circa / 2,75 miljoen waarvan de helft ten laste van de gemeente komt. In opdracht van gemeente en Consortium heeft De Vries en Partners Management BV onderzoek gedaan naar de toekomstmogelijkheden voor het Golfbad. Een eerste conclusie hieruit is dat gezien de veroudering van het bad en de bestaande

2 concurrentieverhoudingen, voortzetting van de exploitatie in de huidige vorm van het bestaande bad geen perspectieven op een sluitende exploitatie biedt. Voortzetting van de exploitatie vereist forse investeringen voor produktvernieuwing en voor het wegwerken van achterstallig onderhoud. Dit brengt enerzijds structurele lastenverhoging met zich mee, anderzijds slechts een inkomstenverhoging voor de korte termijn, terwijl de risico's op tekorten voor de lange termijn toenemen. Deze overwegingen tezamen hebben ertoe geleid dat de gemeente en het Consortium hebben besloten de exploitatie van het Golfbad in de huidige vorm te beëindigen en het gebouw een andere bestemming te geven. Dit heeft geresulteerd in het besluit van het bestuur van de Stichting Golfbad om over te gaan tot ontbinding van de stichting, beëindiging van de exploitatie en sluiting van het Golfbad en het Beheerskantoor Scheveningen opdracht te geven daartoe de nodige stappen te zetten en met name zorg te dragen voor een goede afvloeiingsregeling voor het personeel. Herbestemming Golfbad Vervolgens is door de extern adviseur een rapportage opgesteld over de herbestemmingsmogelijkheden van het Golfbad-gebouw. Uitgangspunten voor de herbestemming zijn: nieuwe bestemmingen dienen bij te dragen aan de veelzijdigheid en kwaliteit van het toeristisch produkt Scheveningen; nieuwe bestemmingen dienen een bijdrage te leveren aan de kwaliteitsverbetering van de Boulevard; bestemmingen dienen ook buiten het zomerseizoen een publieksaantrekkende werking te hebben; bestemmingen dienen bedrijfseconomisch rendabel te zijn. Als eerste is geselecteerd het realiseren van een modern zeeaquarium door de Britse onderneming Sea Life Centre, dat bezoekers op indringende en spectaculaire wijze met de onderwaterwereld confronteert. De onderneming heeft met de exploitatie van 9 zeeaquaria in Groot-Brittannië laten zien een kwalitatief goed en voor een groot publiek aantrekkelijk produkt te kunnen bieden, dat ook buiten het topseizoen een autonome aantrekkingskracht heeft. Voor Scheveningen wordt er door zowel Sea Life Centre als onze adviseur gerekend op a bezoekers per jaar. Als tweede attractie is een recreatief gezondheidscentrum geselecteerd, met naast lichaamsverzorgende ook sportieve en ontspannende activiteiten. Met Sea Life Centre is inmiddels in beginsel overeenstemming bereikt over de vestiging van een zeeaquarium in een deel van het Golfbad. Een tweetal intentieovereenkomsten daartoe zijn getekend. De hoofdpunten daaruit zullen wij u navolgend kort weergeven. Sea Life Centre zal uiterlijk per 1 juli 1993 een zeeaquarium in het middelste deel van het Golfbad-gebouw openen. Om het zeeaquarium uiterlijk op 1 juli 1993 te kunnen openen is overdracht van het gebouw voorzien op 16 november Gezien de te treffen voorbereidingen om het gebouw in de afgesproken staat te leveren, zoals het aanbrengen van scheidingen met andere gebouwdelen en het ontdoen van overbodige installaties, dient het Golfbad per 26 oktober gesloten te worden. De gemeente heeft toegezegd zich in te spannen zodat tijdig de benodigde (bouw)vergunningen verleend kunnen worden. Met Sea Life Centre zal een huurovereenkomst voor 25 jaar gesloten worden. Sea Life heeft de voorkeur gegeven om zich in het centrale deel van het gebouw, de huidige zwemzaal, te vestigen. Recent is een concept-huurcontract voorgelegd aan Sea Life. Nog voor de behandeling van dit voorstel in uw raad zullen wij u vertrouwelijk informeren over de reactie van Sea Life hierop. Inmiddels is duidelijk geworden, dat de beoogde voorziening in de gezondheidssfeer vanwege bedrijfseconomische redenen alleen op een kleinere schaal valt te realiseren en een relatief lage onroerend goed opbrengst kan genereren. Mede uit financiële motieven is daarom gekozen voor de invulling van de resterende delen van het gebouw met een combinatie van horeca en gezondheidsvoorzieningen. Momenteel wordt met een horeca-ondernemer gesproken over een vestiging in het gebouw en vinden er verkennende gesprekken plaats met ondernemers uit de gezondheids- en beauty-branche. Mochten deze tot resultaat leiden dan zullen wij u daarover zo spoedig mogelijk inlichten.

3 Wij zijn van mening dat een invulling van het Golfbad-gebouw met nieuwe functies op deze wijze een kwaliteitsverbetering voor de Boulevard inhoudt en een versterking van het vier-seizoenen-karakter en veelzijdigheid van de badplaats en wij stellen voor hiermee in te stemmen. Ontbinding Stichting Golfbad Het gebouw Golfbad is eigendom van de gemeente Den Haag. De exploitatie en het beheer is in handen van de Stichting Golfbad, met als deelnemers het Consortium Scheveningen en de gemeente Den Haag, die ook de parkeergarage Bezaansmast exploiteert en beheert. De stichting huurt het gebouw van de gemeente en het dagelijks beheer is In handen gelegd van het Beheerskantoor Scheveningen. Beide deelnemers in de stichting delen ieder voor de helft in de exploitatielasten c.q. -verliezen van het Golfbad en de parkeergarage. Deze zijn inmiddels opgelopen tot circa ƒ 2,75 miljoen per jaar. Dit is voor het bestuur van de Stichting Golfbad de belangrijkste factor geweest om de exploitatie van het Golfbad in huidige vorm te beëindigen. Pogingen om te komen tot een sluitende exploitatie hebben niet tot verbetering van de exploitatieresultaten geleid en er is ook geen perspectief aanwezig dat op afzienbare termijn tot een sluitende exploitatie kan worden gekomen. Een eerste stap om te komen tot beëindiging van de exploitatie van het Golfbad in haar huidige vorm is ontbinding van de Stichting Golfbad. Het bestuur van de Stichting Golfbad heeft daartoe in haar vergadering van 27 maart 1992 besloten. Volgens de statuten van de Stichting Golfbad behoeft een besluit tot ontbinding goedkeuring van de raad van de gemeente Den Haag en het bestuur van het Consortium Scheveningen. Dit verzoek tot goedkeuring wordt u bijgaand voorgelegd. Personeel De 14 personeelsleden van het Golfbad hebben een vaste dienstbetrekking met het Beheerskantoor Scheveningen; oorspronkelijk volgens de cao van Bredero (later volgens een aparte cao van het Beheerskantoor Scheveningen). In de beheersovereenkomst tussen de Stichting Golfbad en het Beheerskantoor Scheveningen zijn ten aanzien van beëindiging de volgende clausules ten aanzien van het personeel opgenomen: in geval van het beëindigen van deze overeenkomst zal de stichting trachten het personeel in staat te stellen bij een nieuwe beheerder/exploitant in dienst te treden; indien zulks niet mogelijk is en het beheerskantoor niet in staat is de desbetreffende werknemer(s) elders te werk te stellen, danwei het lopende dienstverband te beëindigen, zal de stichting, via het beheerskantoor, voorzien in een afvloeiings- c.q. andere regeling. Bij het al genoemde besluit van het bestuur van de Stichting Golfbad van 27 maart jl. heeft het Beheerskantoor Scheveningen als beheerder van het Golfbad opdracht gekregen zorg te dragen voor een sociaal verantwoorde afvloeiingsregeling voor het personeei en voor afwikkeiing van aiie overige contracten, uil alles onder strikte begeleiding vanwege de gemeente. Ten eerste zijn en worden alle mogelijkheden onderzocht en zo mogelijk benut om het personeel elders onder te brengen, te weten bij het Beheerskantoor Scheveningen, bij Nationale Nederlanden, bij de gemeente, bij zwembaden in de omliggende gemeenten en bij de toekomstige exploitanten van het Golfbad-gebouw. Daarnaast is er een afvloeiingsregeling opgesteld, op grond waarvan momenteel 5 van de 14 personeelsleden gebruik hebben gemaakt. Als vervolg hierop zijn zowel de huur- als exploitatie-overeenkomst opgezegd alsmede het beheerscontract met het Beheerskantoor Scheveningen. De gemeente zal de exploitatie van de parkeergarage per 1 januari 1993 overnemen van de stichting. Het toekomstig beheer en de exploitatie van deze garage zal mede worden bezien in relatie tot de door ons in de Voorjaarsnota 1992 neergelegde voorstellen tot privatisering en verzelfstandiging van gemeentelijke parkeergarages. Financiële effecten In de overeenkomst ter aanvulling/wijziging van de Samenwerkingsovereenkomst met het Consortium Scheveningen is ten aanzien van de ontvlechting van de Stichtingen Circustheater en Golfbad vastgelegd dat de afwikkeling van ontbinding van de

4 Stichting Circustheater voor rekening en risico van het Consortium komt en die van de Stichting Golfbad ten laste van de gemeente. De ontbinding van de Stichting Circustheater heeft zoals bekend in 1991 plaats gevonden, wat voor de gemeente resulteerde in het vrijvallen van de jaarlijkse exploitatiebijdrage ad ƒ 1,4 miljoen met ingang van 1992 (rv 354/1991 van 29 oktober 1991). De ontbinding van de Stichting Golfbad vindt plaats op de met het Consortium afgesproken uiterste datum van 1 januari 1993 waarna alle baten en lasten van zowel het Golfbad als de parkeergarage Bezaansmast voor rekening van de gemeente zijn. Voor 1992 bedraagt het gemeentelijk aandeel in het exploitatietekort van het Golfbad ƒ 1,5 miljoen. Na verrekening met kapitaallasten en huuropbrengsten bedraagt de feitelijke last voor de gemeente ƒ 1,114 miljoen. Ten aanzien van de parkeergarage Bezaansmast deelt de gemeente voor de helft in de exploitatiewinst (ƒ 0,1 miljoen). Na verrekening van kapitaallasten en huuropbrengst resulteert een positief saldo van ƒ 0,229 miljoen. Per saldo resulteert voor 1992 een feitelijke bijdrage in de exploitatie van Golfbad en parkeergarage tezamen van ƒ 0,885 tniljoen ten laste van de gemeentebegroting (post 560.3). Op grond van de nu bekende kosten en baten ten aanzien van de herbestemming van het Golfbad-gebouw en overname van de volledige exploitatie van de parkeergarage Bezaansmast kan gesteld worden dat deze operatie voor de gemeentebegroting ten minste budgettair neutraal kan geschieden. Voor een nadere financiële uiteenzetting hiervan verwijzen wij u naar de vertrouwelijke bijlage terzake. Per 1 januari 1993 wordt het beheer en de exploitatie van het Golfbad-gebouw en de parkeergarage door de Dienst Welzijn overgedragen aan de Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling. Besluitvorming Gezien het voorgaande stellen wij u voor, gelet op het gecombineerde advies van de commissies voor Ruimtelijke Ordening en Stadsvernieuwing en voor Sport en Recreatie (Groen Links en SGP/GPV/RPF: stem voorbehouden; overige fracties: akkoord), het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; Besluit: I. goedkeuring te hechten aan het besluit van 27 maart 1992 van het bestuur van de Stichting Golfbad Scheveningen over te gaan tot ontbinding van de Stichting Golfbad Scheveningen per 1 januari 1993; II. in te stemmen met de omschreven voorstellen tot herbestemming van het Golfbad; III. burgemeester en wethouders te machtigen de hiervoor benodigde (huur)overeenkomsten te sluiten; IV. burgemeester en wethouders op te dragen de plannen voor invulling van de resterende delen van het Golfbad-gebouw te bespreken met direct-omwonenden; V.1. per 1 januari 1993 in te brengen in het kapitaalbezit van de Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling en uit te lichten uit het kapitaalbezit van de Dienst Welzijn: a. grond en opstal van het Golfslagbad aan de Strandweg, kadastraal bekend als gemeente 's-gravenhage, sectie AF nr (gedeeltelijk), oppervlakte m 2 ; b. appartementsaandeel van de parkeergarage onder de woningen Bezaansmast e.a., kadastraal bekend als gemeente 's-gravenhage, sectie AF nr A20, uitmakende het 21359/ aandeel in de gemeenschap ten tijde van de splitsing in appartementsrechten, kadastraal bekend als gemeente 's-gravenhage, sectie AF nr. 3709, groot m 2 ; V.2. per 1 januari 1993 de exploitatie van het Golfbad-gebouw en de parkeergarage Bezaansmast over te hevelen van de Dienst Welzijn naar de Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling.

5 Tekst dictum rb 321 zoals 321 vastgesteld in de raadsvergadering van donderdag 8 oktober 1992 De raad van de gemeente Den Haag; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; Besluit: I. goedkeuring te hechten aan het besluit van 27 maart 1992 van het bestuur van de Stichting Golfbad Scheveningen over te gaan tot ontbinding van de Stichting Golfbad Scheveningen per 1 januari 1993; II. in te stemmen met de omschreven voorstellen tot herbestemming van het Golfbad; III. burgemeester en wethouders te machtigen de hiervoor benodigde (huur)overeenkomsten te sluiten; IV. burgemeester en wethouders op te dragen de plannen voor invulling van de resterende delen van het Golfbad-gebouwte bespreken met direct-omwonenden en te behandelen in de desbetreffende raadscommissie; V.1. per 1 januari 1993 in te brengen in het kapitaalbezit van de Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling en uit te lichten uit het kapitaalbezit van de Dienst Welzijn: a. grond en opstal van het Golfslagbad aan de Strandweg, kadastraal bekend als gemeente 's-gravenhage, sectie AF nr (gedeeltelijk), oppervlakte m 2 ; b. appartementsaandeel van de parkeergarage onder de woningen Bezaansmast e.a., kadastraal bekend als gemeente 's-gravenhage, sectie AF nr A20, uitmakende het 21359/ aandeel in de gemeenschap ten tijde van de splitsing in appartementsrechten, kadastraal bekend als gemeente 's-gravenhage, sectie AF nr. 3709, groot m 2 ; V.2. per 1 januari 1993 de exploitatie van het Golfbad-gebouw en de parkeergarage Bezaansmast over te hevelen van de Dienst Welzijn naar de Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 8 oktober De secretaris, De voorzitter, R. v.d. BRUG, lo. A. J. E. HAVERMANS.

6 Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van De secretaris, De voorzitter, De in dit raadsvoorstel genoemde intentieovereenkomsten met Sea Life Centre alsmede de bijlage 'Financiële aspecten herbestemming Golfbad' en 'Overzicht exploitatiecijfers Golfbad/Parkeergarage' liggen voor de raadsleden ter vertrouwelijke kennisneming in de leeskamer ter inzage (map nr. 3). Burgemeester en wethouders van Den Haag, De secretaris. De burgemeester, R. v.d. BRUG, lo. A. J. E. HAVERMANS.