N.M. Engelchor - Doorgest: Fw: Cruciale kritiek van twee hoogleraren op beoogde Trajectnota

Transcriptie

1 about:blank pagina 1 van 1 N.M. Engelchor - Doorgest: Fw: Cruciale kritiek van twee hoogleraren op beoogde Trajectnota Van: Onderwerp: N.M. Engelchor Doorgest.: Fw: Cruciale kritiek van twee hoogleraren op beoogde Trajectnota >>> "B.K. van der Chijs" <f2hchijs@hetnet.nl> 04/20/09 8:15 >>> Geachte heer Jansson, Wilt u het doorsturen naar B&VW en commissieleden. Kan ik misschien ergens inspreken? Ingesloten een gedeelte van mijn brief aan de minister. Graag uw reactie, Met vriendelijke groet Ben van der Chijs tel >.2h.!,;.j, : ;L;;;;a.iil Geachte minister Eurlings, bijlage 6134 (één A-vier-tje) bevat de m.i. cruciale kritiek van de hoogleraren Van Wee en Immers op de beoogde TN en uw plannen. Aan het slot van deze bijlage 6134 ben ik zo vrij u mijn advies aan te bieden. Dat luidt: "Mijn advies Het lijkt mij geen enkele zin te hebben een Trajectnota voor inspraak aan te bieden, voordat alle wensen van Van Wee en Immers volledig zijn gehonoreerd en het unanieme advies van alle deskundigen (zie ten Ie t/m ten 5e ): derde oeververbinding + A54 met A14 volledig is uitgewerkt". De drie andere bijlagen zend ik mee, wellicht ten overvloede. Graag ontvang ik uw reactie, Met vriendelijke groet Ir B.K. (Ben) van der Chijs tel Ohch.ijs@hetnet.nl afschrift van alle bijlagen zend ik naar de Tweede Kamer en naar anderen Ik gebruik de gratis versie van SPAM_fïghter Wij zijn een gemeenschap van 6 miljoen gebruikers in strijd tegen spam spam-mails zijn er tot op heden geblokkeerd. De Professionele versie heeft deze voetnoot niet.

2 Hoogleraren Van Wee en Immers: C/Trajectnota/ april 2009 Advies aanleg A4 MD is niet goed onderbouwd. Niet alle van belang zijnde alternatieven, zoals de A14, zijn goed onderzocht. Het is hoogst onzeker of de keuze voor de A4 wel de beste keuze is. Een rekenmodel is noodzakelijk dat ernst en plaats van de files correct inschat. Waarschuwing aan de politiek: komt er alsnog geen gedegen onderbouwing van de A4, dan is er een grote kans op ernstige problemen bij de Raad van State. Zij schrijven deze kritiek omdat vermoed wordt dat in een nieuwe Trajectnota vooralsnog ten onrechte en zonder goede onderbouwing de A4 tussen Delft en (de Ruit van) Rotterdam (A4 MD) wordt gepromoot, zonder dat het alternatief 'derde oeververbinding + A54 met A14' goed is onderzocht. Zie hun artikel uit Cobouw van 16 april 2009 in bijlage 1 COB... Aan het slot hen ik /o vrij u mijn advies nnn te bieden. Voor Eurlings is deze kritiek cruciaal om minsten /es redenen. Ten cci'sle. Tlij heeft aan de/e twee hoogleraren medio 2007 opdracht gegeven urn mijn bekeringen te verifiëren. Deze zijn: géén A4 MD, z.s.m. de aanleg van Oranjetunnel + A54 door het Westland en direct daarna dient de A14 gereed te zijn. Géén A4 vanwege de onaanvaardbare verkeersproblemen die deze veroorzaakt / verergert. Zij krijgen die opdracht nadat Dronkers op zijn verzoek juni 2007 een gesprek met mij heeft gehad om mijn bezwaren legen de A4 te vernemen en mijn voorstellen voor een andere aanpak. Dronkers is de naaste medewerker van Eurlings! Ten tweede. Van Wee en Immers hebben 'het geluk' dat tijdens hun verificatie Winsemius in oktober 2007 een studie uit 2006 voor het eerst (!) openbaar maakt. Zij bijlage 2, nr Die studie is gemaakt onder leiding van diezelfde Dronkers, met daarin ook mijn conclusie, dat een derde oeververbinding een veel beter alternatief is dan de A4 MD. In die studie staat ook dat de A4 MD ernstige problemen veroorzaakt. Dit blijken - zonder dat dit mij bekend was - dezelfde problemen te zijn die ik Dronkers noemde, juni 2007, bij aanleg A4 MD of Verbrede A13 + A13/A16. Winsemius is in 2006 minister VROM en heeft zelf aan die studie meegewerkt, evenals volgens hem de ministeries V&W en VROM en naar men dus mag aannemen ook Rijkswaterstaat (RWS). Ten derde. Het advies van de hoogleraren ligt daarmee voor de hand: inderdaad géén A4 MD, direct een derde oeververbinding uitwerken + A54 én direct starten met de studie Al4. Zij zijn zelf ook voorstander van deze studie Al4, zoals (opnieuw) blijkt uit hun artikel in Cobouw van 16 april. Ten vierde. Hun advies is kennelijk dermate vanzelfsprekend dat direct daarna in december 2007 de studie van de A14 wordt verlangd in een motie door CDA, PvdA en PVV; dus door een Kamermeerderheid. Zie bijlage Te meer vanzelfsprekend als Eurlings daarbij nog zegt: de motie hoeft eigenlijk niet, want RWS heeft deze opdracht al van mij gekregen. Ten vijfde. Op verzoek van de Tweede Kamer heb ik juni/juli 2008 gesprekken met RWS. Deze kan desgevraagd de juistheid van de studie in 2006 niet ontkennen. Die is inmiddels bijna twee jaar oud. Ten zesde. RWS deelt december 2008 mee: "Het klopt: er is geen onderbouwing van de A4 ". "De tegenstanders van de A4 hebben gelijk". Dit is tevens een (late) verklaring waarom RWS al vijf Trajectnota's moest overmaken omdat deze ten onrechte ten gunste waren van de A4 MD. Op een Trajectnota beslissen minister en kamer welke weg wordt uitgewerkt en geven de betreffende gemeenten en anderen hun advies. Beide hoogleraren wensen n.m.m. terecht dat in een nieuwe Trajectnota een goed rekenmodel wordt gebruikt, opdat daarmee duidelijk wordt hoe ernstig de files worden bij aanleg van de A4 MD (of Verbrede Al 3 + A13/A16) op de Ruit Rotterdam, inclusief beide oeververbindingen, op de A20, Al 5, Al6, Al3 en A4 MD en bij knooppunt Ypenburg / Prins Clausplein. Mijn advies Het lijkt mij geen enkele zin te hebben een Trajectnota voor inspraak aan te bieden, voordat alle wensen van Van Wee en Immers volledig zijn gehonoreerd en het unanieme advies van alle deskundigen (zie ten Ie t/m ten 5e ): derde oeververbinding + A54 met A14 volledig is uitgewerkt. IrB.K. (Ben)vanderChijs tel f2hchijs@hetnet.nl

3

4 afschrift C/Madlener/ april 2009 Tweede Kamer der Statengeneraal Vergaderjaar A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2008 nról Motie van het lid Madlener Voorgesteld tijdens het Notaoverleg op 17 december 2007 De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat de belangrijkste Nederlandse noord-zuidverbinding "Amsterdam-Rotterdam-Breda" allemaal door het zwaar overbelaste Prins Clausplein bij Den Haag moet rijden; overwegende,dat het project A13/A16/A20 dit knooppunt niet ontlast: verzoekt de regering alternatieven te onderzoeken die het Prins Clausplein wel ontlamen en de A14 (Terbregseplcin-Leidschendarn) hierin mee te nemen, gaat over lot tic orde van de dag. Madlener. Barry Madlener is kamerlid voor de PVV (partij Wildcrs). De motie is ondersteund door CDA en PvdA. Samen is dit een Kamermeerderheid. Dit was de eerste gelegenheid voor Kamerleden om deze motie in te dienen, nadat Winscmius 7 weken eerder (op 30 oktober 2007) de studie van "Dronkcrs c.s." van 2006* openbaar maakte, waarin namelijk stond: "dat er met de A4 MD geen ontsluiting is van Den Haag ". De bovengenoemde drie partijen vroegen daarom in de motie "alternatieven te onderzoeken die het Prins Clausplein wel ontlasten": "de A14". Eurlings verklaarde bij het indienen van de motie in de Kamer dat de studie van deze A14 reeds door Rijkswaterstaat was gestart en dat de motie dus overbodig was. Voor alle zekerheid hebben de drie partijen de motie toch maar aangenomen. De eerste resultaten van die studie zouden vorig jaar al openbaar hebben kunnen zijn. Ir. B.K. van der Chijs tel f2hchijs@hetnet.nl

5 Cobouwi DONDERDAG 16 APRIL 2009 A4: goed onderbouwd besluit? Het liefst neemt minister Eurlings snel een definitief en positief besluit over de aanleg van de verlengde A4. Maar, menen Bert van Wee en Ben Immers, zo'n besluit is niet goed te onderbouwen. Er bestaat immers onvoldoende inzicht in de alternatieven en de verkeerskundige effecten moeten met een beter model worden berekend; nu is niet goed duidelijk welke effecten op files mogen worden verwacht. Wij leren onze studenten dat een aantal stappen moet worden doorlopen voordat een verantwoorde keuze uit alternatieven is te maken. Hieronder gaan we in op vier van die stappen. Ten eerste: de problematiek moet duidelijk zijn. Is voldoende duidelijk welke doelen worden nagestreefd/welke problemen moeten worden opgelost/welke visie ten grondslag ligt aan het Hoogst onzeker of doortrekken A4 de beste keuze is.& M& Het begin van do «cilenjde Al zo.ilb i'it er.il j i J <_ t JIJ li~t project? In het geval van de A4 is de problematiek duidelijk. De filevorming in het gebied Rotterdam - Den Haag is ernstig en alom bekend. Ten tweede: er moet inzicht bestaan in de vraag welke alternatieven interessant kunnen zijn om het probleem op te lossen. Hier gaat het met de A4 fout. Er zijn de afgelopen decennia vele alternatieve oplossingen voorgesteld. Niet alle alternatieven zijn systematisch onderzocht. Eén mogelijkheid is een nieuwe verbinding ten oosten van de A13 die de A4 ergens ten noorden van I.eidschcnveen verbindt met liet Terbregseplein op de A20 bij Rotterdam. Wellicht zijn er meer interessante alternatieven te bedenken. Niet dat wij denken dat deze beter zijn dan doortrekking van de A4, maar we vinden wel dat de mogelijk interessante alternatieven gedegen moeten worden onderzocht. En omdat de regering van plan is de kilometerheffing vanaf 2011/2012 in te voeren, maar het traject tot daadwerkelijke invoering kwetsbaar blijft, moeten de effecten van de alternatieven worden onderzocht met en zonder invoering van rekeningrijden. De commissie Elverding heeft aangegeven dat in een vroeg stadium van mogelijke toekomstige infrastructuuruitbreidingen een brede inventarisatie van mogelijke alternatieven moet plaatsvinden, samen met de betrokken partijen. Voor de A4 is dit niet gebeurd. Nu begon de discussie over de A4 ver voor het verschijnen van het rapport van de commissie Elverding, maar CARTOON/WIEGEL niettemin lijkt het ons verstandig alsnog die brede inventarisatie van alternatieven uit te vu e ren. Verkeerskundige effecten De derde stap belrefl de vraag waarop de alternatieven moeten worden beoordeeld. Onze kritiek richt zich op de verkeerskundige effecten. Er zijn weliswaar reistijden berekend, maar niet over de verschillende periodes van het etmaal (ochtend- en avondspits, dalperiode}. Ook de betrouwbaarheid van de reistijden lijkt ons in het algemeen, maar zeker in dit geval van groot belang. Tussen Den Haag en Rotterdam ligt nu maar één hoofdverbinding {de A13), en zelfs na doortrekken van de A4 moet al het verkeer over knooppunt Ypenburg; het blijft een kwetsbaar netwerk. De vierde stap betreft de berekening van de effecten. Cruciaal is de berekening van de genoemde verkeerskundige effecten. In het onderhavige geval gaat het om een complex wegenslelsel. met veel op- en afritten en knooppunten van snelwegen. Bij dergelijke netwerken moet een geavanceerd model worden gebruikt, dat de opbouw en afname van file.-, duur de tijd (etmaal) correct inschat. Staat er ergens een file, dan groeit die stroomopwaarts aan, en kan die vervolgens ook elders de doorstroming belemmeren; inzicht in dt-r-iulnke efitmeii :^ CÖLL De Want ij de b mken moet de khnt weer centraal komen te staan. Dat is de centrale boodschap van de commissie-maas die zich heeft beziggehouden met de gewenste veranderingen in het gedrag van banken. Dit om te voorkomen dat in de toekomst nog eens duizenden klanten met een groot financieel nadeel worden geconfronteerd. Om over de overige gevolgen van de kredietcrisis maar te zwijgen. Bij mijn weten draaide liet echte: altijd al om de klant en lijkt de aanbeveling dus niet veel nieuws op te leveren. Bedoeld wordt natuurlijk dat de klant er niet is om uitgeschud te worden door hem dubieuze financiële producten aan te smeren. De bank moet goed op het spaargeld passen en een marktconforme rente vergoeden. Kredieten voor particulieren en bedrijven zijn alleen op basis van een correcte risicoafweging beschikbaar. De klanten van hun kant moeten begrijpen dat alleen hoge rendementen vrijwel altijd met grote risico's gepaard gaan. Velen wisten dat wel, maar realiseren zich dat nu pas werkelijk. Zij wijzen nu de bank aan als schuldige voor het geleden verlies. De klant heeft vele gedaanten en kan naar gelang de stand van de conjunctuur ook nog wel eens van opinie veranderen. Een interessante vraag waarop onderzoekers misschien ooit een antwoord kunnen geven is, waar bank en klant samen de risico's opzochten die achteraf fataal bleken te zijn. Ook in de bouw gaat de discussie vaak over de klant. Klantgericht bouwen is intussen een bekend begrip, waarbij ik zelf overigens het gevoel heb dat dit begrip altijd heeft bestaan. Veel eerder wordt tegenwoordig bedoeld dat er van groot belang. Alleen dan ontstaat een betrouwbaar beeld van het probleemoplossende vermogen van de alternatieven. Zo'n model is nu niet gebruikt. Daardoor is het hoogst onzeker of de keuze voor doortrekking van de A4 de beste keuze is. Wij zijn ons bewust dat de indruk kan bestaan dat onderzoekers iltiicl weer meer onderzoek willen. Oiiï inziens hoeft onderzoek niet beter Ie /jjn dan wat nodig is voor een goed onderbouwd besluit. Als bt'u'i onderzoek niet leidt tot een andei inricht in de voordelen van a'u'in iti ven op hoofdlijnen, is d.' n." ';>od7akelijk. Helaas is ni. 1 \. r. hij de doortrekking van di VI vooralsnog geen sprake. 1 in 1 V is het aan de politiek om u!" ^ '1 1 pt überhnupt een -.' '. nderboliwing van het ii ming de discussie nog ^esk'ien zal zijn. Prof.dr. Bert van Wee is hoogleraar transportbeleid en logistieke organisatie aan de TU Delft. Prof.ir. Ben Immers is senior research felfow bij TNO en hoogleraar verkeer o UUR gebouwd moet worden naar i!e wens van - wat genoemd wordt - de eindgebruiker. Dit lijkt een mooi ideaal, maar staat ver weg van de werkelijkheid. Deze is immers dat voor een opdrachtgever wordt gebouwd die bepaalt welke de specificaties zijn van de opdracht. Het is zijn taak zich in te leven in de wensen van de gebruiker. De bouwer legt verantwoording af aan de opdrachtgever en ontvangt van hem de beloning voor zijn werk. De uiteindelijke gebruiker staat in veel gevallen op afstand. Dit nog los van het gegeven dat de levensduur van een bouwwerk het meestal een opeenvolgende reeks van gebruikers mogelijk maakt. In deze zin is er een duidelijke parallel met de situatie in de financiële wereld. Een van de grote accountantskantoren becijferde deze week dat de gemiddelde Nederlander boven twintig jaar er door de kredietcrisis rond euro bij ingeschoten is. De belangrijkste bijdrage aan dit bedrag bestaat uit de gedaalde vermogens van pensioenfondsen en verzekeraars. Als individu heb je niet of nauwelijks invloed op de afwegingen van de beheerders van de pensioenvermogens. Opdrachtgever voor beleggingen en pensioenontvanger vallen niet samen. Het grote verschil is dat in de bouw de eindgebruiker kan omzien naar iets anders. De eventuele schade komt voor rekening van de opdrachtgever die zich onvoldoende heeft ingeleefd in de wensen van de gebruiker. Bij de pensioenen wordt de schade verhaald op de deelnemer in het pensioenfonds. Buur Consultancy, Hoorn a.buur@hccnet.nl

6 Er is een beter alternatief dan de A4 MP: een derde oeververbinding, Bijlage 2 volgens studie van naaste medewerker Eurlings + Winsemius + ministeries V&W en VROM Cobouw, 31 okt. 07 Beter alternatief voor A4 blijft in de la liggen PARLEMENT :00 j Marianne Wuite ROTTERDAM - Ambtenaren van VROM en Verkeer en Waterstaat hebben vorig jaar een alternatief voor de A4 Midden-Delfland uitgewerkt dat veel beter is dan het huidige plan. Het alternatiefis onder druk van bestuurders in een la terechtgekomen uit vrees voor nieuwe tijdrovende procedures. Dat onthulde voormalig VROM-minister Pieter Winsemius gisteren op de Ruimteconferentie 2007 van het Ruimtelijk Planbureau. Volgens de oud-bewindsman is een jaar geleden onder leiding van topambtenaar Jan Hendrik Dronkers van Verkeer en Waterstaat een idee uitgewerkt voor een nieuwe weg in de zuidvleugel. Het tracé van dit alternatief loopt via Naaldwijk langs de kust en de Tweede Maasvlakte naar het zuiden. De weg zou in één klap een einde kunnen maken aan meerdere bereikhaarlieids-problemen bij Den Haag en Rotterdam en daarmee een veel betere oplossing bieden dan de A4 Midden-Delfland. ïn zijn toespraak stelde Winsemius dat de A4 Midden-Delfland te klein en bovendien niet toekomstvast is. "Er wordt niet gebiedsgericht gedacht hij de A4, maar alleen een lei door het gebied getrokken." Volgens de oud-minister blijven er ook met de weg een heleboel problemen in de Zuidvleugel bestaan. "Er is geen passende oplossing voor een west-oostverbinding, geen l'érit'éruiuc bij Rotterdam, geen ontsluiting van Den Ihng en gi'e:i <>[>'*.sb':; % '^r oen ; ' r:w-: kustlocatie." Bosvariant Bij het alternatieve plan, door Winsemius de Bosvariant genoemd naar een oud nooit uitgewerkt tracé voor de hsl, is naar een grootschaliger oplossing gekeken waarmee de problemen in de Zuidvlcugel veel effectiever kunnen worden aangepakt. De oud-minister liet doorschemeren dat er op departementen werd erkend dat de nieuwe variant veel beter was, maar dat bestuurders ontzet op de rem trapten, omdat ze vreesden dat ze daarmee weer helemaal opnieuw zouden moeten beginnen. Winsemius, lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, vertelde over het alternatief voor de A4 om zijn betoog te illustreren dat bestuurders vandaag de dag in de kramp zijn geschoten. "Wij zijn bang voor onze eigen procedures en durven niet meer na te denken over ontwikkeling: het zal wel te groot zijn en te lang duren. Die angst verlamt, daar is een land nooit beter van geworden." Volgens de oud-minister is de angst voor ellenlange procedures bij infraprojecten ook allerminst terecht. Projecten worden niet vertraagd door de procedures, maar door het bestuurlijk overleg en pogingen van bestuurders om tijdens de procedure een "hoekje af te snijden", betoogde hij. In dat verband gaf Winsemius werkgeversorganisatie VNO-VNW een veeg uit de pan, omdat ze naar aanleiding van de nieuwe problemen met de A4 Milieudefensie had verweten de procedures te misbruiken. Toevoegingen door mij: in bovenstaande tekst zijn passages door mij onderstreept en vet gemaakt. Cobouw is het dagblad van de aannemers van wegen, tunnels enz.. De door Winsemius genoemde topambtenaar Dronkers van V&W is Plaatsvervangend Directeur Generaal (Plv.DG) Mobiliteit. De heer Dronkers zit direct rechts naast minister Eurlings in de Tweede Kamer bij een Algemeen Overleg (AO) en adviseert hem bij zijn antwoorden aan de Kamerleden over o.a. de A4. Hij is letterlijk enfiguurlijkde rechterhand van Eurlings. alternatief voor de A4 MP dat veel beter is dan het huidige plan = nieuwe (derde) oeververbinding* geen ontsluiting Den Haag en A4 MP is niet toekomstvast = Prins Clausplein/kpt Ypenburg te klein; verkeer tussen regio's Den Haag en R'dam aldaar geblokkeerd bijfilesen calamiteit en ook noord-zuid verkeer in de Randstad aldaar*. En er is geen vervangende route als kpt Ypenburg is geblokkeerd doorfilesof door een calamiteit*. Randstad Urgent niet zinvol mogelijk* geen oplossing voor een nieuwe kustlocatie = geen nieuwe (derde) oeververbinding mogelijk (Oranjetunnel of Blankenburgtunnel)* geen passende oplossing voor een west-oostverbinding = betreft A20 Westerlee - Gouda geen Périférique bij Rotterdam = Ruit om Rotterdam in ernstigefiles. (Er zijn nog méér problemen met de A4) * Zie kaarten 4a en 8 en bijlage 3. f2hchijs(fi>hetnet.nl nr maart 2009 (vervangt 6023)