Resultaten waterkwaliteitsonderzoek Moeraszone De Scheg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Resultaten waterkwaliteitsonderzoek Moeraszone De Scheg"

Transcriptie

1 Resultaten waterkwaliteitsonderzoek Moeraszone De Scheg Rapportage over

2 1

3 RESULTATEN WATERKWALITEITSONDERZOEK IN MOERASZONE DE SCHEG Rapportage over Colofon Opdrachtgever: Auteur: Gecontroleerd: Betrokken: Hoogheemraadschap van Delfland, sector Beleid & Onderzoek Anja Dijkstra Rob Hoefnagel Jack Mangelaars, Johan Oosterbaan, Jorg Willems Uitgave: Delft, juni 2007 Hoogheemraadschap van Delfland Sector Beleid en Onderzoek / Team Watersysteemkwaliteit Kenmerk: Vrijgave: Sander van Ipenburg 2

4 3

5 Samenvatting De Moeraszone De Scheg is in 2004 gegraven in de Nieuwe of Drooggemaakte polder. De moeraszone maakt onderdeel uit van het natuur- en recreatiegebied De Balij. Dit gebied is de afgelopen jaren aangelegd in het kader van de Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur, de Randstadgroenstructuur en in het bijzonder voor het maken van een ecologische verbinding tussen het Groene Hart en Midden Delfland. Delfland heeft aan de aanleg van De Scheg meebetaald uit de Bijdrageregeling Waterkwaliteit. Deze regeling is inmiddels stopgezet. De moeraszone bestaat uit een noordelijk, hydrologisch geïsoleerd deel en een zuidelijk deel, respectievelijk het pioniersmoeras en het rietland genoemd. Algemeen doel van De Scheg was het realiseren van een gecombineerde natte ecologische en recreatieve verbindingszone tussen Midden-Delfland en het Groene Hart met een bijzonder hoge ecologische waterkwaliteit (hoogste of bijna hoogste STOWAniveau) en een minimum aan concentraties van milieubelastende stoffen. Verder moest de aanleg van de moeraszone de waterbergingscapaciteit van de polder vergroten. Daarboven op is in 2006 de moeraszone De Scheg als waterparel opgenomen in het Beleidsplan Groen, Water en Milieu van de provincie Zuid-Holland. In 2005 en 2006 is door Delfland projectmatig fysisch-chemisch en hydrobiologisch onderzoek verricht in het noordelijk en zuidelijk deel van moeraszone De Scheg. Voor het kunnen maken van een goede vergelijking is op drie meetpunten onderzoek verricht: OW Hoofdwatergang in het glastuinbouwgebied Noukoop in de Polder van Nootdorp OW Noordelijk deel van moeraszone de Scheg ook wel het Pioniersmoeras (geïsoleerd van de rest van de Nieuwe of Drooggemaakte Polder) OW Zuidelijk deel van moeraszone de Scheg ook wel het Rietland (onderdeel van de Nieuwe of Drooggemaakte Polder) Hierbij zijn de volgende onderzoeksvragen gesteld: 1. Is het scheiden van de waterstromen (rest van de polder inclusief rietland versus het pioniersmoeras) terug te zien in de fysisch-chemische en ecologische waterkwaliteit? Hoe verhouden de 3 meetpunten zich? Hoe groot zijn de verschillen? Is de scheiding van waterstromen de moeite waard geweest? 2. Hoe ontwikkelen de verschillende (twee) gebieden zich hydrobiologisch? 3. Is er een meerwaarde ontstaan door het scheiden van het nieuwe glastuinbouwgebied van de moeraszone? 4. Hoe verhoudt de waterkwaliteit van de moeraszone zich ten opzichte van de watergangen van het glastuinbouwgebied Noukoop? Ad.1. Het scheiden van de waterstromen is duidelijk terug te zien in zowel de fysischchemische als de hydrobiologische kwaliteit: het geïsoleerde noordelijke deel heeft een waarneembaar betere waterkwaliteit dan het zuidelijke deel. De gezamenlijke kwaliteit van zowel het noordelijk en zuidelijk deel steken op hun beurt weer af tegen de waterkwaliteit in de hoofdwatergang van het glastuinbouwgebied Noukoop. Dit is met name terug te zien in de zeer lage stikstof- en fosfaatgehalten, die in het noordelijk deel zelfs regelmatig rond de streefwaarde schommelen en jaarrond voldoen aan het MTR. Dit in tegenstelling tot de hoofdwatergang in Noukoop die zeer voedselrijk is. Ook in verhouding tot het gemiddelde van Delfland (2,5-8 x MTR voor stikstof en fosfaat op de basismeetpunten) zijn de gehalten bijzonder laag. Ook op overige chemische en fysische parameters scoort De Scheg goed. Ad. 2. Het noordelijk deel van De Scheg kent een hogere diversiteit aan macrofauna en vegetatie dan de andere twee meetlocaties. Er komen bovendien iets meer soorten kokerjuffers en haften voor die indicatief zijn voor een goede waterkwaliteit dan in het 4

6 zuidelijk deel. In Noukoop ontbreken deze groepen geheel. In het noordelijk deel komen tot slot nog enkele soorten voor die bijzonder en zeldzaam zijn voor Delfland: de plasrombout (echte libel), de winterjuffer (unieke waarneming voor Delfland, alleen aangetroffen in de Scheg) en de slechts 2 maal eerder waargenomen kever Coelambus nigrolineatus. In het noordelijk deel komen 6 soorten russen voor, waarvan 2 soorten bijzonder zijn voor Delflandse begrippen: de greppelrus en platte rus. De combinatie en grote abundantie van onderwaterplanten als gewoon kranswier, smalle waterpest, grof hoornblad en een aantal fonteinkruiden zorgt voor een rijke onderwaterbegroeiing in het noordelijk deel. Ook het zuidelijk deel kent een hoge diversiteit van waterplanten, maar blijft daarin iets achter bij het noordelijk deel. Ad. 3. en 4. De betere kwaliteit van beide moeraszones geeft aan dat er een duidelijke meerwaarde is in de scheiding met het glastuinbouwgebied. De watersysteemkwaliteit in Noukoop is aanzienlijk lager. In Noukoop is het water zeer voedselrijk. Naast de hoge stikstof- en fosfaatgehalten wijzen ook de grote hoeveelheid bloedzuigers en wormen op een ecologisch mindere kwaliteit. De aangetroffen macrofauna bevindt zich vooral in de hoek van macrofaunagroepen die indicatief zijn voor een slechte tot matige waterkwaliteit. Er is bovendien een beduidend minder bijzondere samenstelling en diversiteit in vegetatie dan in de moeraszone. Er zijn vooral kroossoorten vertegenwoordigd. Het doel van het hoogste of bijna hoogste STOWA-niveau wordt in De Scheg echter niet op alle karakteristieken gehaald. 5

7 Inhoudsopgave Samenvatting... 4 Leeswijzer Inleiding Aanleiding Moeraszone De Scheg Ligging en omvang Historie Waterhuishouding Bodemopbouw Status Waterparel voor Moeraszone De Scheg Doelstelling waterparels Waterparels binnen Delfland Waterparelprofielen Producten Meetplan monitoring en doelstellingen van het onderzoek Doel- en indicatorsoorten Doelstellingen en maatregelen van de moeraszone Methoden Meetlocaties Fysisch-chemisch onderzoek Macrofauna Vegetatie Epifytische diatomeëen STOWA beoordeling Resultaten Fysisch-chemisch onderzoek Nutriënten Totaal fosfaat Totaal stikstof Doorzicht Zuurstof Chloride KRW-stoffen Gewasbeschermingsmiddelen Macrofauna Macrofyten Epifytische diatomeëen Ecologische beoordeling met STOWA-systemen Bronnen Bijlagen I II III IV V VI Fysisch-chemische meetdata (ruwe data, ongetoetst) Toetsing aan KRW-stoffen normering Macrofauna Macrofyten Ecologische beoordelingssystemen (STOWA) Resultaten STOWA-beoordeling 6

8 7

9 Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt een inleiding gegeven op de moeraszone De Scheg. In hoofdstuk 2 wordt de methode van bemonstering en analyse in dit onderzoek besproken. Hoofdstuk 3 beschrijft en bediscussieert de belangrijkste fysisch-chemische en hydrobiologische onderzoeksresultaten. De fysisch-chemische parameters stikstof, fosfaat, chloride, zuurstof, doorzicht en chlorofyl-a en de hydrobiologische parameters macrofauna, macrofyten en epifytische diatomeëen passeren hier de revue. 8

10 9

11 1. Inleiding 1.1 Aanleiding In 2004 is de moeraszone De Scheg aangelegd als onderdeel van de natte ecologische ontwikkeling in De Balij. Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft met een financiële bijdrage van als onderdeel van de Bijdrageregeling Waterkwaliteit, een aandeel geleverd in de aanleg die in totaal 8 miljoen euro heeft gekost. Delfland wilde hiermee de ontwikkeling van natte natuurdoeltypen en een verbetering van de ecologische waterkwaliteit in de Balij nastreven. Algemeen doel van de aanleg van De Scheg was het realiseren van een gecombineerde natte ecologische en recreatieve verbindingszone tussen Midden-Delfland en het Groene Hart met een bijzonder hoge ecologische waterkwaliteit (hoogste of bijna hoogste STOWA-niveau, klasse 5 of 4) en een minimum aan concentraties van milieubelastende stoffen. Verder moest de aanleg van de moeraszone de waterbergingscapaciteit van de polder vergroten. Hier is in 2006 een vijfde doel bijgekomen: De Scheg is aangewezen als een van de vijf waterparels van Delfland en moet met deze nieuwe status voor nu en in de toekomst beschermd worden tegen achteruitgang. Deze rapportage behandelt de fysisch-chemische en hydrobiologische resultaten van het projectmatige onderzoek dat is uitgevoerd in de jaren 2005 en 2006 in de moeraszone. 1.2 Moeraszone De Scheg Ligging en omvang Moeraszone De Scheg maakt onderdeel uit van natuur- en recreatiegebied De Balij en ligt tussen het Balijbos, de grens met de Polder van Nootdorp, de Katwijkerlaan in het zuiden en de rijksweg A12 in het noorden, zie figuur 1.1. De gehele moeraszone ligt in de Nieuwe of Drooggemaakte Polder. De Scheg ligt binnen de (Provinciale) Ecologische Hoofdstructuur, de Groenblauwe Slinger en de Randstadgroenstructuur en dient als ecologische verbinding tussen het Groene Hart en de groengebieden van Midden Delfland. De Moeraszone is circa 17 ha groot, variërend van 40 tot 80 m breed en ongeveer 1,5 km lang. Figuur 1.1. Kaart van moeraszone De Scheg in het gebied van de Balij 10

12 1.2.2 Historie De moeraszone is in 2004 aangelegd in voormalig graslandgebied als onderdeel van de ontwikkeling van het natuur- en recreatiegebied De Balij. Opdrachtgevers waren het Ministerie van LNV en de provincie Zuid-Holland. Aanvankelijk was als gevolg van bezuinigingen het aandeel water in het plangebied gereduceerd. De oorspronkelijk geplande natte as is echter met de moeraszone alsnog gerealiseerd nadat Delfland en de provincie hier een bijdrage aan wilden leveren. Na aanleg door de Dienst Landelijk Gebied is het beheer van de Moeraszone De Scheg overgedragen aan Staatsbosbeheer. Om de waterkwaliteit in het gebied optimaal tot ontwikkeling te kunnen laten komen is een deel van de poldergrenzen verschoven, zodat de moeraszone gescheiden zou worden van het glastuinbouwgebied Figuur 1.2 Informatiebord over de historie van de Overzijde bij de Scheg Noukoop in de Polder van Nootdorp. Hierdoor is de moeraszone in zijn geheel in de Nieuwe of Drooggemaakte Polder komen te liggen. Het veranderen van de poldergrenzen was alleen mogelijk als de historische polderkade van de polder van Nootdorp (de Overzijde) 1 m verlegd zou worden. Bij de aanleg zijn de oevers afgevlakt en eilanden aangelegd om daarmee leefgebied te creëren voor planten als riet, lisdodde en mattenbies. Doel was dat hier kleine zoogdieren en bijzondere vogels op afkomen Waterhuishouding In de kade van de Overzijde is een stuw en een gemaal geplaatst om binnen de moeraszone De Scheg twee moerassoorten te kunnen creëren: het noordelijke pioniersmoeras en het zuidelijke rietland. Naast deze twee moerasvormen is er ook een aanzienlijk oppervlak open water gecreëerd. Het noordelijk pioniersmoeras ligt in een apart peilvak (peilvak V) in de Nieuwe of Drooggemaakte polder. Het is hydrologisch geïsoleerd en wordt uitsluitend gevoed door hemelwater. Het kent een flexibel peilbeheer met een maximum van m NAP en een minimum van NAP 4,60 m. Het zuidelijke rietland is lager gelegen dan het noordelijk deel en staat met de rest van de polder in verbinding. Het rietland kent een vast peil van -5,35 m NAP en maakt onderdeel uit van peilvak II. Figuur 1.3 stuw en gemaal tussen noordelijk en zuidelijk deel de Scheg 11

13 De stuw met beweegbare klep zorgt ervoor dat het waterpeil in het noordelijk deel van de Scheg niet te hoog komt, door water af te voeren naar het zuidelijk deel. Door een te hoog peil zou namelijk het karakter van de moeraszone verdwijnen. Door het gemaal komt het waterpeil ook weer niet te laag en blijven de plassen in het hoger gelegen gebied altijd water bevatten, ook in droge zomers. Het gemaal dient daarmee als noodinlaat en pompt water het pioniersmoeras in vanuit het zuidelijk deel in peilgebied II. Het waterpeil tussen het noordelijk deel en het zuidelijk deel verschilt gemiddeld 90 cm in hoogte. Figuur 1.4 Luchtfoto van moeraszone De Scheg met op de voorgrond de glastuinbouw van Noukoop in de Polder van Nootdorp (direct voor de polderkade) en daarachter het noordelijk deel Bodemopbouw De Moeraszone kent een sterk wisselende bodemopbouw: de zone doorsnijdt zowel zandige, kleiige als venige bodemprofielen. De verscheidenheid in droogligging, hoogteligging, oeverhellingen en bodemsoorten is een goede uitgangspositie voor de vestiging van een grote variatie aan flora en daarbij horende fauna Status Waterparel voor Moeraszone De Scheg De Provincie Zuid-Holland is in het voorjaar van 2005, samen met de waterschappen en eigenaren/beheerders, gestart met het inventariseren van de zogenaamde waterparels in Zuid-Holland. Voor de waterparellocaties wordt in de planperiode van het nieuwe Beleidsplan Groen, Water en Milieu (BGWM) onderzocht of de functie waternatuur en eventueel de status van KRW-waterlichaam kan worden toegekend. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de waterschappen en vindt plaats binnen het proces van de Kaderrichtlijn Water. Op bestuurlijk niveau wordt met dit project invulling gegeven aan de verplichtingen uit het BGWM en de afspraken op Rijn-West niveau om voor de aangewezen waterparels in het beheersgebied van Delfland een maatregelenpakket op te stellen om de milieukwaliteit te verbeteren of voor achteruitgang te behoeden. 12

14 Doelstelling waterparels Het algemene doel van de provincie Zuid-Holland om waterparels aan te wijzen is om wateren die vanuit aquatisch ecologisch oogpunt (in potentie) waardevol zijn tegen achteruitgang te beschermen en waar mogelijk te verbeteren Waterparels binnen Delfland Op 16 maart 2006 heeft de Verenigde Vergadering van Delfland onder meer De Scheg aangewezen als waterparel. De waterparels worden in het proces van de Kaderrichtlijn Water meegenomen. Delfland heeft deze locatie aangewezen als waterparel omdat: hier een bijzondere natuurwaarde aanwezig is en in het verleden substantieel geïnvesteerd is ten behoeve van de ontwikkeling, het behoud of de verbetering van de ecologische (water)kwaliteit. Daarnaast is het voor deze locaties aannemelijk dat waterkwaliteitsdoelen kunnen worden gerealiseerd binnen het tijdpad van het BGWM (2009) en/of de KRW (2015), tegen realistische maatschappelijke kosten. In september 2006 is het Beleidsplan Groen Water en Milieu (BGWM) van de Provincie Zuid-Holland gereed gekomen. Hierin zijn voor het beheersgebied van Delfland vijf waterparels aangewezen te weten; de Ackerdijkse plassen, de Banken, de Scheg, de polder Schieveen en de Oranjebuitenpolder. In het BGWM is aangegeven dat de waterbeheerder voor de aangewezen waterparels een KRW-analyse voor het Stroomgebiedbeheersplan 2009 uitvoert Waterparelprofielen Delfland heeft ervoor gekozen om in twee stappen te komen tot evenwichtige doelen, maatregelen en kosten voor de waterparels. Allereerst wordt er een waterparelprofiel opgesteld in analogie op de zwemwaterprofielen. Vervolgens wordt dit profiel ingebracht in het Kaderrichtlijn Water proces. De waterparelprofielen hebben als doel om in het gebiedsproces van de Kaderrichtlijn Water een onderdeel te zijn van de integrale afweging voor de investeringen in een betere waterkwaliteit. Afhankelijk van de ligging van de waterparels wordt het waterparelprofiel ingebracht in het gebiedsproces van de West- of Oostboezem. De Scheg zal worden ingebracht in het gebiedsproces van de Oostboezem. De Scheg is als waterparel bijzonder in verband met de mogelijkheid tot redelijke overstroming van "vloedvlakten". Dit houdt verband met het flexibele peil en de moerasachtige inrichting met afgevlakte oevers en eilanden Producten Het eindproduct van het opstellen van waterparelprofielen is een rapportage met daarin opgenomen: Een karakterisering van de waterparel; Een vastlegging van de huidige waterkwaliteit Beschrijving van het na te streven waterkwaliteitsdoel; Een lijst met relevante maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren. Indien relevant zal een voorkeurs maatregelpakket opgesteld worden; Het waterparelprofiel is ingebracht in het gebiedsproces van de West- of Oostboezem. 1.3 Meetplan monitoring en doelstellingen van het onderzoek Delfland wilde De Scheg onderzoeken op de waterkwaliteit. Aan het onderzoek in de Scheg ligt een aantal onderzoeksvragen ten grondslag. Doel van het onderzoek is om te bekijken of de inrichting, isolatie en scheiding met de glastuinbouw van de moeraszone de Scheg een goede watersysteemkwaliteit oplevert. Een antwoord kan worden gegeven door de meetresultaten te toetsen aan de normen en door een vergelijking te maken met het watersysteem in de hoofdwatergang van het glastuinbouwgebied Noukoop in de aangrenzende Polder van Nootdorp. Om te kijken of de scheiding tussen het noordelijk en zuidelijk deel van de Scheg effect heeft, worden deze ook onderzocht en met elkaar vergeleken. 13

15 De vooraf gestelde onderzoeksvragen zijn: 1. Is het scheiden van de waterstromen (rest van de polder inclusief rietland gescheiden van het pioniersmoeras) terug te zien in de fysisch-chemische waterkwaliteit? M.a.w. hoe verhouden de 3 meetpunten zich? Hoe groot zijn de verschillen? 2. Hoe ontwikkelen de verschillende (twee) gebieden zich hydro-biologisch? 3. Is er een meerwaarde ontstaan door het scheiden van het nieuwe glastuinbouwgebied van de moeraszone? 4. Hoe verhoudt de waterkwaliteit van de moeraszone zich ten opzichte van de watergangen van het glastuinbouwgebied Noukoop? Dit rapport tracht hier een antwoord op te geven. 1.4 Doel- en indicatorsoorten Doelstellingen en maatregelen van de moeraszone Delfland wilde een verbetering van de ecologische waterkwaliteit realiseren met de aanleg van een natte as door het gebied. Doelstelling was het hoogste of bijna hoogste niveau in de STOWA-beoordeling. De gewenste natuurdoeltypen zijn natte natuurdoeltypen van de veen- en kleigebieden (volgens het Handboek Natuurdoeltypen, Bal et al., ministerie LNV, 2001): 1. Zoetwatergemeenschap, dit wordt NDT 3.15 gebufferde sloot 2. Rietland en ruigte Moeras, welke is vervangen door het nieuwe natuurdoeltype NDT 3.25 natte strooiselruigte. Doelsoorten die bij het natuurdoeltype van zoetwatergemeenschap, gebufferde sloot horen zijn soorten als brede waterpest, kleine kroosvaren, krabbescheer, spitsfonteinkruid, zilte waterranonkel. Onder de vogels zijn er doelsoorten als ijsvogel, kluut, lepelaar, roerdomp, tureluur, visdief, zomertaling en een reptiel als de ringslang. Doelsoorten die bij het natuurdoeltype moeras, natte strooiselruigte horen zijn soorten als spindotterbloem, echt lepelblad en echte heemst. Naast een geschikte biotoop voor de doelsoorten van de Groenblauwe Slinger, is ook getracht een leef- en fourageergebied voor de lepelaar te realiseren. Het open water gedeelte is speciaal ingericht voor de lepelaar. Het water mag daarbij niet dieper zijn dan 30 cm, de waterbodem moet hard zijn en er mogen niet teveel waterplanten in voorkomen. 14

16 2. Methoden 2.1 Meetlocaties Figuur 2.1 geeft een overzicht van de meetpunten. In 2005 en 2006 zijn op drie locaties de macrofauna, epifytische diatomeëen en de macrofyten onderzocht. Op basis van dit hydrobiologisch onderzoek en aanvullende fysisch-chemische parameters kan een ecologische STOWA-beoordeling worden uitgevoerd. Daarnaast is op deze punten de fysisch-chemische waterkwaliteit onderzocht. Dit betrof het basispakket inclusief gewasbeschermingsmiddelen en de Rijn-relevante en prioritaire stoffen ten bate van de toestand- en trend monitoring die verplicht is voor de Europese Kaderrichtlijn Water. De meetpunten voor het onderzoek zijn: OW Hoofdwatergang glastuinbouwgebied Noukoop in de Polder van Nootdorp OW De Scheg, noordelijk deel moeraszone (pioniersmoeras) in de Nieuwe of Drooggemaakte Polder, meetpunt vanaf de loopbrug OW De Scheg, zuidelijk deel moeraszone, (rietland) in de Nieuwe of Drooggemaakte Polder Figuur 2.1 indruk van de 3 meetlocaties in Noukoop en in De Scheg 15

17 Moeraszone De Scheg OW OW OW Figuur 2.2 Ligging van meetpunten 2.2 Fysisch-chemisch onderzoek De fysisch-chemische monitoring is uitgevoerd volgens de vigerende NEN-normen. De chemische analyses zijn uitgevoerd in het Laboratorium van waterschap Hollandse Delta volgens de NEN- voorschriften. 2.3 Macrofauna Tot de macrofauna worden ruwweg gerekend alle met het blote oog zichtbare ongewervelde dieren die in het zoete water voorkomen (> ca. 0,5 mm). Er is bemonsterd volgens een gestandaardiseerde methode [Werkgroep Hydrobiologie Holland, Delfland 2000a]. Deze methode houdt voor sloten in dat de macrofauna wordt bemonsterd in een traject van ca. 50 meter, waarbinnen tien submonsters worden genomen. Voor een submonster wordt een speciaal schepnet over een afstand van 1 meter door het water gehaald. Zo wordt in totaal een lengte van 10 meter bemonsterd. De submonsters worden zó gekozen dat het totaalmonster representatief is voor de locatie. De oeverzone, de bovenste bodemlaag en het open water worden er in betrokken. Ook zijn steeds twee bodemmonsters genomen met een standaard macrofaunanet volgens de Werkgroep Ecologish Waterbeheer (WEW). De monsters zijn dezelfde dag of de volgende ochtend uitgezocht. De organismen zijn gefixeerd in 96% ethanol, met uitzondering van de Oligochaeta (gefixeerd in formaline) en de watermijten (gefixeerd in Koenike-oplossing). Bij het uitzoeken is van sommige groepen is, zodra het om een omvangrijke hoeveelheid individuen ging, slechts een selectie van de organismen uit het monster verzameld en gedetermineerd. Daarbij is wel een schatting van het totale aantal gemaakt, en zijn de gedetermineerde aantallen naar verhouding omgerekend naar aantallen in het hele monster. 16

18 2.4 Vegetatie Macrofyten zijn hogere planten die in of aan het water voorkomen. Het fytoplankton (zwevende algen) valt hier buiten; kranswieren en draadalgen die duidelijk waarneembare massa's vormen worden er wel bij gerekend. De vegetatie-opnamen worden uitgevoerd volgens een gestandaardiseerde methode [Delfland 2000a]. Op de 3 meetpunten is over een traject van circa 50 meter over de oeverlengte en het wateroppervlak een opname gemaakt van de macrofyten. Daartoe werd een schatting gemaakt van het totale bedekkingspercentage en dat van de verschillende vegetatielagen (emergent = oever en boven water uitstekend; drijvend; en submers = onder water). De resultaten zijn weergegeven in indices volgens de schaal van Braun-Blanquet. 2.5 Epifytische diatomeëen De drie meetpunten zijn op epifytische diatomeëen onderzocht in 2005 en Epifytische diatomeëen zijn kiezelalgen die op andere planten groeien. Deze speciale groep kent een groot aantal indicatorsoorten. Om ze te verzamelen worden er in het voorjaar per locatie enkele plantenstengels verzameld. De kiezelalgen worden eraf gehaald, geprepareerd en daarna gedetermineerd. Voor de methode wordt verwezen naar de rapporten over de kwaliteitszorg [Delfland 2000a]. 2.6 STOWA beoordeling Voor de toetsing van de ecologische waterkwaliteit worden de beoordelingssystemen van de STOWA gebruikt. Voor De Scheg en Noukoop is getoetst aan het watertype sloten (STOWA 1993). Bij de ecologische beoordeling speelt de samenstelling van de levensgemeenschap in het water een belangrijke rol. Aan de hand van biologische en fysisch/chemische parameters wordt een uitspraak gedaan over de ecologische toestand waarin het water zich bevindt, gerelateerd aan het landelijke referentiebeeld. De systemen zijn landelijk opgezet. De beoordeling is verdeeld over de karakteristieken beheer (structuur en chemie), saprobie, trofie, toxiciteit, brak karakter, variant-eigen karakter en zuur karakter. De beoordeling voor elke karakteristiek wordt uitgedrukt in een niveau variërend van 1 (zeer slecht) tot 5 (zeer goed). Bij beoordeling volgens deze systemen is klasse 3, het "middelste niveau (voldoende), de norm voor Delfland. Specifiek voor de Scheg is klasse 4 (bijna hoogste niveau) tot klasse 5 (hoogste niveau) de norm. Voor een nadere toelichting op de ecologische beoordeling, zie bijlage V. De bemonstering en determinatie van de biologische groepen is uitgevoerd volgens de landelijke richtlijnen (STOWA 1993). De onderzochte groepen zijn macrofauna, watervegetatie en epifytische diatomeeën. Voor een uitgebreide beschrijving van de methoden wordt verwezen naar rapporten van de Werkgroep Hydrobiologie Holland (1989 en 2000) en het Hoogheemraadschap van Delfland (2000a). Voor beoordeling met de STOWA-systemen zijn ook chemische gegevens vereist. De toetsing is uitgevoerd met behulp van het programma EBEOsys versie 2.0 [STOWA, 2006]. 17

19 3. Resultaten 3.1 Fysisch-chemisch onderzoek Een volledig overzicht van de analyseresultaten is opgenomen in bijlage I Nutriënten Totaal fosfaat 3 Totaal fosfaat op 3 meetpunten Noukoop Pioniersmoeras Rietland MTR 2,5 2 in mg P / l 1,5 1 0,5 0 jan-05 feb-05 mrt-05 apr-05 mei-05 jun-05 jul-05 aug-05 sep-05 okt-05 nov-05 dec-05 jan-06 feb-06 mrt-06 apr-06 mei-06 jun-06 jul-06 aug-06 sep-06 okt-06 nov-06 Figuur 3.1 Totaal fosfaat gehalten op de 3 meetpunten In de fosfaatgehalten is op de 3 meetpunten een zeer duidelijk verschil te zien. Het noordelijk deel van de Scheg, het zogenaamde pioniersmoeras, bevindt zich met het fosfaatgehalte bij alle metingen in 2005 en 2006 onder het MTR van 0,15 mg/l, in tegenstelling tot het merendeel van de meetpunten in Delfland en tot het meetpunt in de hoofdwatergang van Noukoop. In het pioniersmoeras ligt in 2005 het zomergemiddelde onder de detectiegrens van < 0,05 mg/l, tevens de streefwaarde voor fosfaat. In 2006 liggen de gehalten voor een groot deel ook < 0,05 mg/l met in april, augustus en september waarden van 0,09 mg/l, 0,1 mg/l en 0,06 mg/l. Het gehalte is gedurende 2005 en 2006 zeer stabiel. De streefwaarde voor fosfaat is 0,05 mg P/l. Het pioniersmoeras slaagt er daarmee in zelfs de streefwaarde regelmatig te halen. Ook het fosfaatgehalte in het zuidelijk deel, het zogenaamde rietland, is redelijk met een zomergemiddelde in 2005 en 2006 van 0,16 mg/l en 0,18 mg/l rond het MTR. In Noukoop ligt het zomergemiddelde voor 2005 en 2006 op respectievelijk 1,83 mg/l en 1,43 mg/l. Dit is ruim 12 tot 9 maal het MTR en wijst op zeer voedselrijk water. In 2005 was de gemiddelde concentratie in glastuinbouwgebieden 1,5 mg P/l. Noukoop is daarmee een redelijke afspiegeling van dat gemiddelde. Uit deze resultaten lijkt het noordelijk deel een fosforgelimiteerd systeem te zijn. Dit wil zeggen dat het fosfaatgehalte limiterend is voor algenbloei. Deze situatie is voor Delfland uniek. Opvallend zijn de pieken in het fosfaatgehalte in de zomermaanden in De Scheg zuid en Noukoop. Het wordt vermoedelijk veroorzaakt door in de zomer optredende nalevering 18

20 vanuit een met fosfaat verzadigde waterbodem. Dit is een natuurlijk patroon dat jaarlijks optreedt in veelal voedselrijke delen van Delfland. Tabel 3.1 Zomergemiddelde fosfaat op de 3 meetpunten Zomergemiddelde fosfaat (mg P/l) Hoofdwatergang Noukoop 1,83 1, Scheg noord < 0,05 Bepaald door <0, Scheg zuid 0,16 0,18 MTR = 0,15 mg P/l, streefwaarde = 0,05 mg P/l Totaal stikstof 20 Totaal stikstof op 3 punten Noukoop Pioniersmoeras Rietland MTR in mg N / l jan-05 feb-05 mrt-05 apr-05 mei-05 jun-05 jul-05 aug-05 sep-05 okt-05 nov-05 dec-05 jan-06 feb-06 mrt-06 apr-06 mei-06 jun-06 jul-06 aug-06 sep-06 okt-06 nov-06 Figuur 3.2 Totaal stikstof gehalten op de 3 meetpunten Behalve het fosfaatgehalte, vertoont ook het stikstofgehalte in het noordelijk deel waarden onder het MTR voor stikstof van 2,2 mg/l, met een enkele lichte overschrijding boven het MTR en een relatief kleine uitschieter in oktober De hoofdwatergang in Noukoop zit met haar stikstofgehalten flink boven die van het noordelijk deel van De Scheg. Het zomergemiddelde overschrijdt het MTR ruim 3-4 maal. De hoofdwatergang in Noukoop vertoont twee uitschieters in mei 2005 en april In 2005 overschreden de stikstofconcentraties in glastuinbouwgebied zo n 5 maal het MTR. Noukoop ligt hieronder. Het zuidelijk deel daarentegen ziet het zomergemiddelde voor stikstof dalen van > MTR naar < MTR. Ook het zuidelijk deel vertoont twee keer een vrij forse uitschieter, maar dan in juni 2005 en oktober Indien de uitschieter in juni 2005 niet wordt meegenomen in het bepalen van het zomergemiddelde, voldoet het zomergemiddelde van het zuidelijk deel wel met een waarde van 1,74 mg N/l. Tabel 3.2 Zomergemiddelde stikstof op de 3 meetpunten Zomergemiddelde stikstof (mg N/l) Hoofdwatergang Noukoop 8,78 7, Scheg noord 1,60 1, Scheg zuid 3,07 1,97 MTR = 2,2 mg N/l, streefwaarde = 1,0 mg N/l 19

21 De lage nutriëntengehalten in De Scheg zijn voor Delflandse begrippen bijzonder. Als we bijvoorbeeld een vergelijking maken met de meetpunten van het basismeetnet, zien we het verschil duidelijk. Zeker het noordelijk deel is voor Delflands begrippen relatief voedselarm. Het ontbreken (of beperken) van de inlaat van gebiedsvreemd water en de grote invloed van het hemelwater, lijken hier duidelijk. Zie voor een vergelijking met de meetpunten van het basismeetnet de zomergemiddelden voor 2006 in figuur 3.3. Vergelijking zomergemiddelde 2006 voor stikstof en fosfaat tussen de 3 meetpunten en het basismeetnet Fosfaat Stikstof Westboeze m Oostboezem gehalte in mg / l MTR stikstof 1 0 MTR fosfaat Zweth (Westland) Groote Gantel (Westland) Vlaardingervaart Binnenboezem polder Berkel Verversingskanaal meetpunten basismeetnet en de 3 meetpunten Schie bij Delft Schie bij Overschie inlaatpunt Brielse Meer (referentiepunt) Noukoop Scheg Noord Scheg Zuid Figuur 3.3 Nutriëntengehalten 3 meetpunten in vergelijking met de nutriëntengehalten op de meetpunten van het basismeetnet 20

22 3.1.2 Chlorofyl-a 350 Chlorofyl a op de 3 meetpunten Noukoop Pioniersmoeras Rietland MTR in ug / l jan-05 feb-05 mrt-05 apr-05 mei-05 jun-05 jul-05 aug-05 sep-05 okt-05 nov-05 dec-05 jan-06 feb-06 mrt-06 apr-06 mei-06 jun-06 jul-06 aug-06 sep-06 okt-06 nov-06 datum Figuur 3.4 Chlorofyl-a op de 3 meetpunten Het zomergemiddelde chlorofyl-a gehalte voldoet op de beide meetpunten in de moeraszone ruim aan het MTR van 100 µg/l. In de hoofdwatergang van Noukoop liggen de zomergemiddelden voor chlorofyl-a boven het MTR. De Kaderrichtlijn Water geeft in haar normen voor kleine plassen en sloten aan dat een gehalte van 9 µg/l goed is. Uit de gemeten gehalten blijkt dan dat de Scheg Noord goed is en op MEP-niveau ligt. De Scheg zuid ligt tussen matig en GEP-niveau. De hoofdwatergang zou op deze maatlat slecht scoren, ware het niet dat de hoofdwatergang niet tot dezelfde categorie wateren (kleine plassen en sloten) behoort. Tabel 3.3 Zomergemiddelde chlorofyl- a op de 3 meetpunten Zomergemiddelde chlorofyl a (µg/l) Hoofdwatergang Noukoop Scheg noord Scheg zuid MTR = 100 µg/l Doorzicht Het zomergemiddelde doorzicht ligt in Noukoop en de Scheg-zuid iets onder het MTR van minimaal 40 dm. In de Scheg-noord voldoet het zomergemiddelde wel. Het doorzicht is overigens zeer regelmatig groter dan de waterdiepte, die aan schommelingen onderhevig is en die enkele malen slechts enkele decimeters bedraagt. Hierdoor kan het doorzicht alleen bepaald worden tot aan de waterbodem en de uitkomst is daarmee niet volledig omdat het doorzicht eigenlijk hoger is. In ieder geval betekent doorzicht tot op de bodem het maximale doorzicht en dat levert mogelijkheden voor onderwaterbegroeiing. Tijdens veldwaarnemingen was het noordelijk deel helder en het zuidelijk deel troebeler. De Scheg noord voldoet dan ook. De lage nutriëntengehalten in De Scheg noord dragen bij aan die helderheid. 21

23 3.1.4 Zuurstof 30 Zuurstof op de 3 meetpunten Noukoop Pioniersmoeras Rietland MTR in mg/l jan-05 feb-05 mrt-05 apr-05 mei-05 jun-05 jul-05 aug-05 sep-05 okt-05 nov-05 dec-05 jan-06 feb-06 mrt-06 apr-06 mei-06 jun-06 jul-06 aug-06 sep-06 okt-06 nov-06 dec-06 datum Figuur 3.5 Zuurstofgehalte op de 3 meetpunten De zuurstofgehalten op alle drie meetpunten is jaarrond redelijk tot goed. Met uitschieters in juli, blijven de gehalten boven de ondergrens van het MTR van 5 mg/l. De 10-percentielwaarde voor zuurstof op de 3 meetpunten voldoet dan ook aan het MTR voor zuurstof van 5 mg/l. Tabel percentielwaarde voor zuurstof op de 3 meetpunten 10-percentiel zuurstof (mg O 2 /l) Hoofdwatergang Noukoop 5,4 5, Scheg noord 6,9 6, Scheg zuid 6,6 5,4 MTR = 5 mg O 2 /l (ondergrens) 22

24 3.1.5 Chloride 250 Chloride op de 3 meetpunten Noukoop Pioniersmoeras Rietland MTR jan-05 feb-05 mrt-05 apr-05 mei-05 jun-05 jul-05 aug-05 sep-05 okt-05 nov-05 dec-05 jan-06 feb-06 mrt-06 apr-06 mei-06 jun-06 jul-06 aug-06 sep-06 okt-06 nov-06 dec-06 in mg/l datum Figuur 3.6 Chloridegehalte op de 3 meetpunten Het chloridegehalte voldoet op alle 3 meetpunten aan het MTR van 200 mg/l. In de hoofdwatergang van Noukoop ligt het beduidend hoger dan in de moeraszone, maar voldoet het gehalte nog altijd aan het MTR. Gemiddeld ligt het gehalte in de hoofdwatergang in Noukoop op 97 mg/l, in het noordelijk deel van de Scheg op 45 mg/l en op 54 mg/l in het zuidelijk deel van de Scheg. De pieken in augustus zijn net aan het einde van een zeer lange droge periode gemeten, vlak voor dat in augustus een lange periode van neerslag aanbrak. De pieken worden waarschijnlijk veroorzaakt doordat in de droge periode veel water is ingelaten vanuit het glastuinbouwgebied en via het zuidelijk deel ook in het noordelijk deel is ingelaten. Mogelijk wordt er waterhuishoudkundig te strak vastgehouden aan het voorgeschreven peil, waardoor vaak te snel wordt uitgemalen of ingelaten in het noordelijk deel. Zo stortte de stuw begin april 2007 (veldwaarneming) na regenval overtollig water over van het noordelijk in het zuidelijk deel, terwijl kort daarna een langdurig droge periode aanbrak, waardoor waarschijnlijk weer ingelaten moest worden. De kwaliteit van de Scheg noord is waarschijnlijk gebaat bij beperkt waterhuishoudkundig ingrijpen. Tabel percentielwaarde voor chloride op de 3 meetpunten 10-percentiel zuurstof (mg O 2 /l) Hoofdwatergang Noukoop Scheg noord Scheg zuid MTR = 200 mg Cl/l KRW-stoffen In 2005 is op 5 locaties (belangrijke afwateringspunten) in de waterlichamen een nulmeting voor de Toestand&Trend monitoring uitgevoerd. Gekeken is op naar het in het oppervlaktewater voorkomen van prioritaire stoffen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en stoffen uit de Europese richtlijn 74/464/EEG inzake milieugevaarlijke stoffen. De laatste groep valt onder de overige verontreinigende stoffen. 23

25 De meetresultaten zijn beoordeeld conform de ontwerprichtlijn COM(2006)397 van de Europese Commissie met behulp van ibever. De stoffen die uit deze monitoring als probleemstoffen naar voren kwamen zijn vervolgens in de rest van de waterlichamen en waterparels gemeten. Dit betreft dus een selectie uit de lijst van prioritaire en overige verontreinigende stoffen. In 2006 heeft er in De Scheg en de hoofdwatergang van Noukoop monitoring plaatsgevonden voor deze probleemstoffen uit de nulmeting. Alle 3 meetpunten voldeden voor deze stoffen aan de normen. Zie bijlage II Gewasbeschermingsmiddelen Voor de gehalten gewasbeschermingsmiddelen vinden nauwelijks overschrijdingen van het MTR plaats. Zie voor alle gemeten middelen en meetresultaten bijlage I. In de Scheg-zuid vindt 1 maal een overschrijding plaats (mei 2005) van het MTR voor pirimicarb. In de hoofdwatergang in Noukoop vertoont pirimicarb 7 maal een overschrijding van het MTR en dichloorvos 2 maal. In de Scheg-noord vinden geen overschrijdingen plaats. Opgemerkt moet worden dat de meeste metingen waarden opleveren die onder de detectielimiet liggen. In die gevallen waar het MTR onder de detectielimiet ligt, is toetsing aan het MTR niet mogelijk. De bron van de aangetroffen middelen kan atmosferische depositie (drift), incidentele lozing of overstort uit hemelwaterbassins zijn. In Noukoop kan de aanwezige glastuinbouw van directe invloed zijn op de aangetroffen middelen. Ook kan Noukoop bijdragen aan de atmosferische depositie in de er naast gelegen Scheg. 3.2 Macrofauna De macrofauna is voor deze rapportage ingedeeld naar hoofdgroepen. Per hoofdgroep is het aantal taxa (soorten) bepaald. De hoofdgroepen kunnen grofweg worden onderverdeeld naar indicatoren van een slechte tot matig en goede kwaliteit. Een nuancering op deze indeling is dat een ecologisch evenwichtig water een zo breed mogelijke vertegenwoordiging van groepen kent, ook die groepen die indicatief lijken te zijn voor een slechte kwaliteit. Bovendien bevinden zich bijvoorbeeld onder de wormen en dansmuggen ook soorten die indicatief zijn voor een goede kwaliteit. Om echter toch een beeld te krijgen van de verschillen tussen de meetpunten, is de grove indeling naar indicatoren toch gemaakt. 24

26 Verdeling hoofdgroepen op 3 meetpunten in 2005 indicatoren van slechte tot matige waterkwaliteit indicatoren van matige tot redelijke waterkwaliteit indicatoren van goede waterkwaliteit aantal taxa platwormen bloedzuigers wormen pissebedden keverlarven dansmuggen overige muggen en vliegen watermijten waterwantsen hoofdgroepen slakken tweekleppigen kreeftachtigen libellenlarven kokerjuffers haften Noukoop Scheg-noord Scheg-zuid Verdeling in hoofdgroepen op de 3 meetpunten in 2006 indicatoren van slechte tot matige waterkwaliteit indicatoren van matige tot redelijke waterkwaliteit indicatoren van goede waterkwaliteit aantal taxa platwormen Figuur 3.7 bloedzuigers wormen pissebedden keverlarven dansmuggen overige muggen en vliegen watermijten waterwantsen hoofdgroepen slakken tweekleppigen kreeftachtigen libellenlarven kokerjuffers haften Noukoop Scheg-noord Scheg-zuid Aantal gedetermineerde taxa per macrofaunagroep op de 3 meetpunten in 2005 en

27 Noukoop Scheg-Noord Scheg-zuid platwormen bloedzuigers wormen pissebedden keverlarven dansmuggen overige muggen en vliegen watermijten waterwantsen slakken tweekleppigen kreeftachtigen libellenlarven kokerjuffers haften totaal Tabel 3.6 Totaal aantal taxa per meetpunt in 2005 en 2006 Het totaal aantal taxa in het noordelijk deel van De Scheg is 88 in 2005 en 85 in In het zuidelijk deel ligt dit aantal iets lager: respectievelijk 71 en 44. In Noukoop ligt het aantal taxa nog wat lager. Opvallend is hier de daling van 59 taxa in 2005 naar 16 taxa in De slakken maken van deze 16 taxa het grootste deel uit. Ter vergelijking: het grootste aantal taxa van Delfland tot nu toe is aangetroffen in de Ackerdijksche plassen in 2005 met een aantal van 261 taxa. Er komen geen Rode Lijst soorten in De Scheg voor. Noordelijk deel moeraszone De macrofauna is in het noordelijk deel van de Scheg het meest bijzonder. Onder de aangetroffen macrofauna in het noordelijk deel is de kever Coelambus nigrolineatus een in Delfland zeldzame soort. De kever is slechts op twee andere plekken in Delfland aangetroffen: in de Oranjeplas en in de Zuidmolensloot in de Ackerdijkse polder. Verder is de combinatie van 4 echte libellen in het noordelijk deel van de Scheg voor Delflandse begrippen echt bijzonder. Het gaat om de keizerlibel (Anax imperator), de plasrombout (Gonphus polchellus), de gewone oeverlibel (Orthetrum cancellatum) en de bloedrode heidelibel (Sympetrum sanguineum). De winterjuffer (Synpecmus sp.) is een libel die binnen Delfland alleen in de Scheg is gevonden. In de rest van Nederland komt deze libel meer voor. Opvallend is dat met name in het noordelijk deel van de moeraszone macrofaunagroepen voorkomen die Figuur 3.8 plasrombout (Gonphus polchellus) indicatief zijn voor een betere waterkwaliteit: haften, kokerjuffers, libellenlarven en kreeftachtigen. Ook in het zuidelijk deel zijn deze groepen aanwezig, zij het met een kleiner aantal taxa. Verder zijn er in 2006 in tegenstelling tot 2005 kreeftachtigen waargenomen in het noordelijk deel. Wel neemt het aantal soorten kokerjuffers en haften in 2006 iets af ten opzichte van 2005 in het noordelijk deel van de moeraszone. In tegenstelling tot de haften en kokerjuffers neemt het aantal soorten dansmuggen in het noordelijk deel flink toe in

28 Het aantal soorten keverlarven, watermijten en slakken blijft in beide jaren hoog in het noordelijk deel. Zuidelijk deel moeraszone In het zuidelijk deel is er voor het merendeel van de macrofaunagroepen een daling in soorten in 2006 ten opzichte van De daling in het aantal soorten watermijten is het grootst. Watermijten parasiteren op andere macrofauna. Voor zowel de kokerjuffers als de haften is er juist één soort meer aangetroffen. Noukoop In Noukoop zijn de soorten binnen de groepen in 2005 ook nog goed vertegenwoordigd, waarbij echter de indicatoren voor een goede waterkwaliteit afwezig zijn in Noukoop. In 2006 is echter alleen nog het aantal soorten slakken redelijk hoog. Opmerkelijk is dat er hier alleen nog wormen, slakken en libellenlarven worden aangetroffen en dat deze macrofaunagroepen ieder voor een andere waterkwaliteit staan: van slecht (wormen) tot matig (slakken) tot redelijk goed (libellenlarven). 3.3 Macrofyten Aantal soorten macrofyten Aantal Noukoop De Scheg Noord De Scheg Zuid Meetpunten Figuur 3.9 Aantal soorten macrofyten per meetpunt in 2005 en 2006 In de resultaten van de vegetatieopnames valt de grote hoeveelheid russen op. Er zijn in het noordelijk deel zelfs wel 6 soorten aangetroffen: veldrus, zomprus, greppelrus, platte rus, pitrus en zeegroene rus. De greppelrus en platte rus zijn bijzonder voor Delfland. Deze soorten hebben wisselende waterstanden nodig. Dit komt niet veel voor in Delfland. Ook bijzonder is het gewoon kranswier dat in het noordelijk deel van de Scheg is aangetroffen. Tezamen met het grof hoornblad, smalle waterpest, drijvend fonteinkruid, schedefonteinkruid en tenger fonteinkruid behoort dit gewoon kranswier tot een groep aansprekende onderwatersoorten die in het noordelijk deel voorkomen. Soorten die op zich niet zeer bijzonder zijn, maar door de grote abundantie ervan voor een rijke onderwaterbegroeiing zorgen. Verder dragen soorten als rode waterereprijs en zwanebloem (tabel 1 soort in de Flora en Faunawet) bij aan de ecologische waarde van de Scheg. 27

29 zuidelijk deel noordelijk deel Verder komen er in de Scheg duidelijk meer soorten voor dan in de hoofdwatergang in glastuinbouwgebied Noukoop. Hierbij is het noordelijk deel iets rijker aan soorten dan het zuidelijk deel. Bovendien kent het noordelijk deel meer bijzondere soorten dan het zuidelijk deel. Zie voor de lijst van waargenomen macrofyten bijlage IV. 3.4 Epifytische diatomeëen De aangetroffen diatomeëen zijn op de aanwezigheid van bijzondere soorten bekeken. Deze zijn echter niet aangetroffen, op de soort Achnantes lemmermannii na. Deze soort is op slechts één andere plek in Delfland aangetroffen: in de Noordeindse vaart in de polder Berkel. Mogelijk dat de Scheg vanwege haar relatief jonge leeftijd, nog niet voldoende gekoloniseerd is door epifytische diatomeëen. De diatomeëen kunnen slechts via bijvoorbeeld de poten van watervogels migreren. Hun intrek en vestiging heeft dus enige tijd nodig. 3.5 Ecologische beoordeling met STOWA-systemen Een toelichting op de ecologische STOWA-beoordelingssystematiek staat in bijlage V. Op zowel de Scheg als de hoofdwatergang in Noukoop is het STOWAbeoordelingssysteem voor sloten toegepast. In het beoordelingssysteem voor meren en plassen wordt er vanuit gegaan dat het systeem wordt gedomineerd door algen als primaire producent. Dit is niet het geval voor De Scheg. Bovendien heeft De Scheg, gelet op de potentie, geringe diepte en daardoor de grote hoeveelheid macrofyten, niet de kenmerken van een plas. Daarom is er voor gekozen het water niet als meer of plas te beoordelen, maar als sloot. Hieronder staan de resultaten. Kwaliteitsniveau per karakteristiek 2005 Noukoop Beheer Totaal Chemie Structuur Saprobie Trofie Toxiciteit Brakkarakter Var.eigenkarakter Zuurkarakter Scheg Noord Scheg- Zuid Noukoop Scheg Noord Scheg- Zuid Figuur 3.10 Ecologische STOWA-beoordeling voor de 3 meetpunten in 2005 en 2006 Niveau Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3 Klasse 4 Klasse 5 Omschrijving Zeer slecht = beneden laagste niveau Slecht = laagste niveau Voldoende = voldoende niveau Goed = bijna hoogste niveau Zeer goed = hoogste niveau 28

30 Doelstelling voor de Scheg was het hoogste (klasse 5) of bijna hoogste STOWA-niveau (klasse 4). Voor de Scheg Noord is deze ambitie voor een deel gehaald. Op de karakteristieken structuur, chemie, trofie, variant eigen karakter en zuur karakter wordt dit niveau echter in één of beide jaren niet gehaald. De scores voor deze karakteristieken zijn echter zeer opmerkelijk te noemen: De Scheg noord scoort klasse 3 voor structuur in 2005 en voor chemie en trofie in Structuur (inrichting), chemie (mate van gebiedseigen water) en trofie (voedselrijkdom) zouden juist uitermate goed moeten scoren, gezien de zeer lage stikstof- en fosfaatgehalten, de hydrobiologische meetresultaten en de natuurvriendelijke inrichting waarvoor juist in De Scheg noord alle ruimte is genomen. De Scheg zuid scoort in 2005 slecht op structuur en saprobie en in 2006 op structuur, saprobie en trofie. De karakteristiek trofie wordt naast nutriëntengehalten bovendien bepaald door macrofyten en diatomeeën. Oorzaak kan zijn dat De Scheg niet een kenmerkende sloot is, maar wel als zodanig is beoordeeld. Dit kan van invloed zijn op de lage score voor trofie, maar ook voor de lage score (niveau 2) voor variant-eigen karakter. Bovendien komen in de Scheg een aantal soorten macrofyten voor die ook goed gedijen in voedselrijk water zoals grof hoornblad, smalle waterpest en fonteinkruiden. Een verklaring voor de zeer goede score voor chemie in de hoofdwatergang in Noukoop is dat het oppervlaktewater hier volgens het beoordelingssysteem gebiedseigen kenmerken heeft. Opmerkelijk is dat het beoordelingssysteem het water in De Scheg noord en zuid minder gebiedseigen vindt, terwijl met name de Scheg noord gevoed wordt door hemelwater en grondwater en zoveel mogelijk eigen water vasthoudt. De beoordeling van de waterchemie neemt in de toetsing echter niet het (abiotisch) sulfaatgehalte en het EGV mee en voert daarmee 67% in plaats van 100% van de beoordeling uit. Een verklaring voor de matige scores voor De Scheg kan worden gezocht in het feit dat we in de moeraszone met een nog niet stabiele levensgemeenschap te maken hebben en de kolonisatie nog niet volledig is. Dit komt dan tot uiting in de STOWA-beoordeling. Voor de ontwikkeling van de plas is nog enkele jaren nodig. De natuurlijke successie van de pionierssoort kranswier naar kenmerkende ondergedoken waterplanten moet nog plaatsvinden. Doordat macrofyten van goede kwaliteit (veel fonteinkruiden) niet veel voorkomen in Delfland, zal het nog enkele jaren duren voordat vele fonteinkruiden De Scheg dicht begroeien. Bovendien is er nog onvoldoende aanwas in de macrofaunagemeenschap. Vestiging vanuit de omgeving lijkt echter moeilijk vanwege het gebrek aan voldoende goede brongebieden van macrofauna. Voor een goede STOWA-beoordeling is de plas eigenlijk nog te jong. Ongeveer 5 jaar na aanleg is een goede STOWA-beoordeling mogelijk. Mits de nutriëntengehalten laag blijven zal de beoordeling over enkele jaren richting het hoogste niveau (klasse 5) gaan, ook voor trofie. 29

31 Broedvogelinventarisaties Vogelwerkgroep Zoetermeer In 2004 is door Vogelwerkgroep Zoetermeer een broedvogelinventarisatie gehouden in De Balij. Hoewel De Scheg in 2004 pas gegraven werd, is er wel uit het rapport op te maken dat soorten als de krakeend, nijlgans, fuut, wilde eend, zomertaling slobeend, tafeleend, kuifeend, waterral, tureluur, blauwborst, rietzanger, kleine karekiet, rietgors zijn waargenomen en da deze zich moeten kunnen handhaven of zelfs moeten kunnen toenemen. Men acht het zelfs mogelijk dat een aantal tot broeden kunnen komen vanwege De Scheg. Uit inventarisaties door dezelfde werkgroep in 2005 en 2006 valt op te maken dat er een redelijk aantal smienten, krakeenden, wintertalingen, wilde eenden, slobeenden, meerkoeten, kieviten en kramsvogels is waargenomen. In veel kleinere aantallen (enkele individuen) is daarbij ook onder meer de roerdomp, grutto, watersnip, bergeend en kluut waargenomen. In het rapport wordt met name de verstoring door loslopende, jagende en zwemmende honden als oorzaak gezien van het niet vestigen of achteruitgaan van vogels, waaronder het mislukken van de vestiging van een beginnende visdievenkolonie. Het rapport beveelt dan ook aan de honden te weren. Soorten als de kievit en grutto zullen op termijn uit beeld verdwijnen door de transformatie van het weidegebied en soorten als de bergeend, scholekster, kleine plevier, kneu en kluut zullen verdwijnen door het dichtgroeien van de Scheg. 30

32 noordelijk deel, juni

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

ECOLOGISCH ONDERZOEK IN DE ACKERDIJKSCHE POLDER

ECOLOGISCH ONDERZOEK IN DE ACKERDIJKSCHE POLDER ECOLOGISCH ONDERZOEK IN DE ACKERDIJKSCHE POLDER Rapportage tot en met 25 Colofon Opdrachtgever: Auteur: Gecontroleerd: Betrokken: Hoogheemraadschap van Delfland, sector Beleid & Onderzoek Johan Oosterbaan

Nadere informatie

Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen

Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen 24-04-2013 Nieuwe maatlatten nieuwe keuzes Waterrijke gebieden en samengestelde waterlichamen: waar lopen we tegenaan? - 2 voorbeelden

Nadere informatie

Europese Kaderrichtlijn Water

Europese Kaderrichtlijn Water Europese Kaderrichtlijn Water Samenwerkingsverband tussen Waterschap Hollandse Delta en Gemeente Dordrecht www.dordrechtwerktaanwater.nl Inhoud presentatie 1. Toelichting Europese Kaderrichtlijn Water

Nadere informatie

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150 NL09_26 Basisgegevens Naam Code Status Type Stroomgebied Waterbeheergebied Provincie Gemeente Sloten Overbetuwe NL09_26 Kunstmatig M1a - Zoete sloten (gebufferd) Rijn-West Rivierenland Gelderland Neder-Betuwe,

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer Factsheet: NL33HM Hondshalstermeer -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Watergeus

Actualisatie zwemwaterprofiel Watergeus Actualisatie zwemwaterprofiel Watergeus - 2015 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum: april 2016

Nadere informatie

Factsheet: NL43_11 Bussloo

Factsheet: NL43_11 Bussloo Factsheet: NL43_11 Bussloo -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077462 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1

Nadere informatie

Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur?

Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Ralf Verdonschot 26 juni 2014 ralf.verdonschot@wur.nl Inhoud 1. Wat maakt de levensgemeenschap van brakke wateren waardevol? 2.

Nadere informatie

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 1. Inleiding In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland liggen 18 KRW-waterlichamen (zie figuur 1 op volgende pagina). Deze waterlichamen worden zowel

Nadere informatie

Waterkwaliteit Haagse Beek en Hofvijver. Beleid en Onderzoek/team Watersysteemkwaliteit

Waterkwaliteit Haagse Beek en Hofvijver. Beleid en Onderzoek/team Watersysteemkwaliteit Waterkwaliteit Haagse Beek en Hofvijver Beleid en Onderzoek/team Watersysteemkwaliteit Ontwikkeling watersysteemkwaliteit Haagse Beek en Hofvijver Ontwikkeling watersysteemkwaliteit Haagse Beek en Hofvijver

Nadere informatie

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. 1 veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. verbeteren van chemische water kwaliteit verbeteren van de oever stabiliteit verbeteren van de ecologische kwaliteit 2 waarom aandacht voor NVO

Nadere informatie

Waterkwaliteit KRW, 2015

Waterkwaliteit KRW, 2015 Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Voor en nadelen voor de visstand. Joke Nijburg

Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Voor en nadelen voor de visstand. Joke Nijburg Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Joke Nijburg 1 Inhoud: Aanleiding Beleid Uitvoeringsmethodieken Voor- en nadelen visstand Praktijkvoorbeelden Conclusies 2 Aanleiding Waterkwaliteit

Nadere informatie

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0 ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL Westeinderplassen - Archimedesweg CORSA nummer: zie. postadres: versie: postbus auteur: Piet van der Wee AD Leiden oplage: telefoon () datum: i telefax () projectnummer: Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen Het belang van natuurvriendelijke oevers Christa Groshart Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Opbouw Beleid en Maatregelen Verwachtingen Knelpunten KRW innovatie-onderzoek Waterbeleid Europese

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen

Vermesting in meren en plassen Indicator 16 december 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en

Nadere informatie

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking KRWdoelen voor de overige wateren in NoordBrabant: een pragma:sche uitwerking Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV), Marco Beers (waterschap Brabantse Delta), Ma>hijs ten Harkel en Doesjka Ertsen (provincie

Nadere informatie

Kaderrichtlijn Water Nieuwkoopse Plassen

Kaderrichtlijn Water Nieuwkoopse Plassen Kaderrichtlijn Water Nieuwkoopse Plassen Het hoogheemraadschap van Rijnland werkt - samen met gebiedspartners de gemeente Nieuwkoop, de provincie en Natuurmonumenten - al vele jaren aan water van topkwaliteit

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Vermesting van regionaal water,

Vermesting van regionaal water, Indicator 20 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting van het regionale

Nadere informatie

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2010 Indicator 14 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077470 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel Factsheet: NL43_13 Oude IJssel -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12.

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12. Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem Auteurs S. Janssen, S. Zierfuss Registratienummer 12.55095 17-12-12 Versie Status definitief

Nadere informatie

Hydrobiologische Monitoring

Hydrobiologische Monitoring Opzet presentatie Hydrobiologische Monitoring Dille Wielakker & Jos Spier Wat is Hydrobiologie? Historie van de Hydrobiologie Monitoringsmethodieken Belang van standaardisatie Door Bureau Waardenburg bv

Nadere informatie

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water Nieuwkoopse Plassen Op weg naar water van topkwaliteit De Nieuwkoopse Plassen en het aangrenzende gebied vormen een prachtig natuurgebied. We werken samen met anderen aan verbetering van de waterkwaliteit

Nadere informatie

Factsheet: NL43_09. Naam: Toevoerkanaal

Factsheet: NL43_09. Naam: Toevoerkanaal Factsheet: NL43_09 Toevoerkanaal -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Aanleiding. Economische impuls regio Waterberging Natuurontwikkeling Recreatie

Aanleiding. Economische impuls regio Waterberging Natuurontwikkeling Recreatie Robert Boonstra 11 maart 2008 Inhoud presentatie Aanleiding van het project Inrichting van het gebied Monitoring vul- en startfase Monitoring ontwikkeling van het meer Resultaten 2007 Aanleiding Economische

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Steenwetering De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Ex ante evaluatie PBL KRW Nummer: Bestuursstukken\1931 Agendapunt: 8 DB: Ja 31-8-2015 BPP: Ja 16-9-2015 FAZ: Ja 16-9-2015 VVSW: Ja 16-9-2015 AB: Ja 30-9-2015 Opsteller: Marie-Louise Meijer,

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2016 Indicator 11 juli 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting. Page 1 of 35 Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting Uitgevoerd door: Laboratorium Specialist in vijverwaterkwaliteit Page

Nadere informatie

Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek

Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Noord-Zuidleiding De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Stad van de Zon Heerhugowaard

Stad van de Zon Heerhugowaard Stad van de Zon Heerhugowaard Nelen & Schuurmans 30 oktober 2008 Platform Herstel meren en Plassen Gert van Ee HHNK Danneke Verhagen Nelen & Schuurmans Stad van de Zon Heerhugowaard Ligging: ten oosten

Nadere informatie

Biodiversiteit waterdieren opnieuw bekeken

Biodiversiteit waterdieren opnieuw bekeken Biodiversiteit waterdieren opnieuw bekeken Bart Schaub (Hoogheemraadschap van Rijnland), Reinder Torenbeek (Bureau Waardenburg), Arnold Osté (RPS) Het Hoogheemraadschap van Rijnland monitort sinds 2009

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077479 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Emmertochtsloot De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Ecologische monitoring; standaardisatie?

Ecologische monitoring; standaardisatie? Ecologische monitoring; standaardisatie? Auteur: H.E. Keizer-Vlek Methode zou moeten afhangen van het doel Maar data worden vaak voor meerdere doeleinden gebruikt: vaststellen ecologische toestand detecteren

Nadere informatie

Errata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water (STOWA )

Errata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water (STOWA ) Errata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water 2015-2021 (STOWA 2012-31) versie: 07-08-2014 contact: Niels Evers: Frank van Herpen niels.evers@rhdhv.com frank.van.herpen@rhdhv.com

Nadere informatie

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Overijssels Kanaal (Zwolle) De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016

Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016 Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum: april 2016

Nadere informatie

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker Karakteristiek van het gebied De kern van Pijnacker ligt in twee polders, de Oude Polder van Pijnacker (inclusief Droogmaking) en de Nieuwe of Drooggemaakte Polder (noordelijk

Nadere informatie

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder Plangebied Kaart 1 Stichtse Ankeveense Plassen Spiegelplas Poldergrenzen grens Bos Bebouwing Huizenblok Hoofdwegen Regionale wegen e wegen polder Vecht Meeruiterdijkse polder IB2002 1 Kortenhoefse Plassen

Nadere informatie

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Europapark Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Europapark Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL Europapark - 2013 Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie 14.20468 postadres: versie: postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Oppervlaktewater in Nederland

Oppervlaktewater in Nederland Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft een grote verscheidenheid

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Spiegelplas en Ankeveense plassen

Spiegelplas en Ankeveense plassen Spiegelplas en Ankeveense plassen Klankbordgroep Vechtplassen 9 dec 2016 tussenresultaten ecologische systeemanalyse Gerard ter Heerdt en anderen Spiegelplas Toestand: matig Spiegelplas Toestand Biologie

Nadere informatie

Actualisatie Venegat. Archimedesweg 1 postadres: postbus AD Leiden telefoon (071) telefax (071)

Actualisatie Venegat. Archimedesweg 1 postadres: postbus AD Leiden telefoon (071) telefax (071) Actualisatie Venegat 2018 Archimedesweg 1 postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 telefax (071) 5 123 916 CORSA nummer: versie: definitief auteur: Piet van der Wee datum: april 2019

Nadere informatie

NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen

NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen NVO's en vis Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen Amersfoort, 24 november 2011 Carlo Rutjes & Michelle de la Haye Scoren met natuurvriendelijke

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

Documentnummer AMMD ( )

Documentnummer AMMD ( ) Bijlagenboek 8.4 MEMO Kopie aan x Van x Onderwerp Telgegevens niet-broedvogels Documentnummer AMMD-002853 (17.117038) Datum 6-7-2017 Methoden voor het bepalen van de aantallen watervogels langs de dijk

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Visstand meren (M14/M27) en de KRW

Visstand meren (M14/M27) en de KRW Visstand meren (M14/M27) en de KRW Met het oog op SGBP II 2016-2021, III 2022-2027 Donderdag 25 september 2014 Roelof Veeningen, cluster Gegevensbeheer 1 - Monitoring - Analyse - Prognose - Maatregelen

Nadere informatie

Factsheet: NL11_8_1 Tussenboezem Vinkeveen a

Factsheet: NL11_8_1 Tussenboezem Vinkeveen a Factsheet: NL11_8_1 Tussenboezem Vinkeveen a -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede Opdrachtgever: Uitvoering: Samenstelling: Veldwerk: Status Gemeente Haarlemmermeer Adviesbureau E.C.O. Logisch ing.

Nadere informatie

Factsheet: NL04_DEDEMSVAARTa Dedemsvaart

Factsheet: NL04_DEDEMSVAARTa Dedemsvaart Factsheet: NL04_DEDEMSVAARTa Dedemsvaart De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen... BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 13 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Monitoring waterkwaliteit bebouwd gebied

Monitoring waterkwaliteit bebouwd gebied Monitoring waterkwaliteit bebouwd gebied Roelof Veeningen, Wetterskip Fryslân 2 juni 2016, Glimmen Themamiddag waterkwaliteit in de stad Overzicht 1. Functies stadswater 2. Diverse verschijningsvormen

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Aanleiding Aanleg natuurvriendelijke oevers belangrijk in waterbeheer Bij aanleg mist vaak de relatie met de

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Ecologische Karakterisering van Oppervlaktewateren (EKO)

Ecologische Karakterisering van Oppervlaktewateren (EKO) Ecologische van Oppervlaktewateren (EKO) Aanleiding Het project EKO is in 1981 door de provincie en de waterschappen in Overijssel geïnitieerd. Hanneke Keizer-Vlek Alterra Aanleiding voor het project was

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer. Mike van der Linden. wat komt aan de orde

Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer. Mike van der Linden. wat komt aan de orde wat komt aan de orde Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer Symposium Diepe plassen Amersfoort, 11 september 2008 Mike van der Linden enkele inleidende opmerkingen diepe

Nadere informatie

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS Archimedesweg 1 W.N. van der Heeden postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 Versie / Oplage: telefax (071) 5 123 916

Nadere informatie

Factsheet: NL39_01a Rotteboezem

Factsheet: NL39_01a Rotteboezem Factsheet: NL39_01a Rotteboezem -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve

Nadere informatie

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inhoud Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inleiding Proef 1. Algemene bepalingen. Proef 2. Bepaling waterkwaliteit met behulp van kleine waterdieren (makrofauna). Verzameltabel voor alle resultaten.

Nadere informatie

Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Niels Evers

Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Niels Evers Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Normen om te weten of iets goed is of niet Wetenschap én politiek Er zit altijd ontwikkeling

Nadere informatie

Aanpassing KRW Maatlatten

Aanpassing KRW Maatlatten Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS Waterdienst Aanpassing KRW Maatlatten Eddy Lammens RWS Waterdienst 1 Ministerie van Verkeer en Ministerie Waterstaat van Infrastructuur 12-4-20128-9 en Milieu

Nadere informatie

MWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen

MWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen MWW - Waternood-DAN - EKO Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen Maatregel Wijzer Waterbeheer Inleiding Implementatie van zowel WB21 als KRW vraagt om waterhuishoudkundige maatregelen Talrijke

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Spijkerboor

Actualisatie zwemwaterprofiel Spijkerboor Actualisatie zwemwaterprofiel Spijkerboor - 2015 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum: april

Nadere informatie

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

De meerwaarde: een casus. Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht

De meerwaarde: een casus. Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht De meerwaarde: een casus Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht Conclusies Wat is de meerwaarde van een systeemanalyse (ESF-analyse)? Diagnose: wat zijn de bepalende

Nadere informatie

Riegman & Starink. Consultancy

Riegman & Starink. Consultancy Riegman & Starink Consultancy Huidige vegetatie Knelpunt analyse Fysisch Chemisch Milieu Fysisch Chemisch Milieu Gewenste vegetatie -Voor alle KRW typen -Voor eigen gekozen plantengemeenschap Chemie 1

Nadere informatie

KRW Nieuwkoopse plassen. van A(alscholvers) tot Z(udde) Marieke Desmense en Gustaaf van Wijk

KRW Nieuwkoopse plassen. van A(alscholvers) tot Z(udde) Marieke Desmense en Gustaaf van Wijk KRW Nieuwkoopse plassen van A(alscholvers) tot Z(udde) Marieke Desmense en Gustaaf van Wijk Opbouw van deze presentatie Het probleem: jaren 80 tot KRW Wat meten we? Wat ziet Natuurmonumenten? Keuze maatregelen

Nadere informatie

Bijlage 2: Waterkwaliteit Kromme Rijn (DM hoort bij bestuursvoorstel DM )

Bijlage 2: Waterkwaliteit Kromme Rijn (DM hoort bij bestuursvoorstel DM ) Bijlage 2: Waterkwaliteit Kromme Rijn (DM 816563 hoort bij bestuursvoorstel DM 832322) Achtergrond informatie en aanleiding slibvang De Kromme Rijn is een laaglandrivier van 35 kilometer lang. Tussen Cothen

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d.) 3 april 2012) Nummer 2644 Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De

Nadere informatie

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

ffi SrnTEN '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

Factsheet: NL11_3_4. Naam: Vinkeveense Plassen

Factsheet: NL11_3_4. Naam: Vinkeveense Plassen Factsheet: NL11_3_4 Vinkeveense Plassen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015 Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Ernst de Bokx Brachion-Idee

Ernst de Bokx Brachion-Idee De waarde van verwerking en rapportage van biologische gegevens, bij het begrijpen van het ecosysteem, en de meerwaarde die plankton hierbij kan hebben. Ernst de Bokx Brachion-Idee Algemeen Verwerking

Nadere informatie

Factsheet: NL05_Westerbouwlandl

Factsheet: NL05_Westerbouwlandl Factsheet: NL05_Westerbouwlandl Westerbouwlandleiding De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren Ecologie 1 december 2015 1

Prestatie-indicatoren Ecologie 1 december 2015 1 Prestatie-indicatoren Ecologie 1 december 2015 1 Prestatie-indicatoren ecologie 1. Wat zijn prestatie-indicatoren 2. Keuze prestatie-indicatoren 3. Frequentie rapportage 2 Wat zijn prestatie-indicatoren?

Nadere informatie