Jong Leren. Harmonisatie voorschoolse voorzieningen in Zeist

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jong Leren. Harmonisatie voorschoolse voorzieningen in Zeist"

Transcriptie

1 Jong Leren Harmonisatie voorschoolse voorzieningen in Zeist Mei 2017

2 Inhoudsopgave Inleiding 1 1. Landelijke ontwikkelingen en lokaal kader Wetgeving Impuls bereik voorschoolse voorzieningen Ontwikkelingen in financiering Lokaal kader Toezicht Kenmerken peuterspeelzaalwerk peuteropvang Samenvattend impact landelijke ontwikkelingen 8 2. Huidige situatie Zeist Peuters en opvang in Zeist Non bereik Kader en opdracht Raad Kader en opdracht van de raad Interactief proces Ambitie en beleidsuitgangspunten 4.1 Ambitie Beleidsuitgangspunten Model voor peuteropvang Zeist Voorkeursmodel en alternatieven Betrokkenheid derden Aandachtspunten Uitwerking financiën Financiële uitwerking model Ouderbijdrage Financiële dekking Gevolgen voor peuters, ouders, aanbieders en gemeente Gevolgen voor peuters Gevolgen voor ouders Gevolgen voor aanbieders Gevolgen voor gemeente Benodigde vervolgstappen 29 Bijlagen 1 Begrippenlijst 2 Overzicht huidige peuterspeelzalen 3 Beleidsdoelstellingen 4 Financiële uitwerking 5 Expertmodel Kostprijs Peuteropvang Sociaal Werk 6 Voorbeeld stroomschema aanvraag ouders

3 Inleiding Voorschoolse voorzieningen, zoals peuterspeelzalen en kinderopvang, dragen bij aan een goede start voor kinderen in de maatschappij. Voor jonge kinderen en hun ouders vormen ze een belangrijke basisvoorziening in de wijk. Een plek waar een kind wordt gestimuleerd in zijn/haar ontwikkeling en waar het kan spelen met leeftijdsgenoten. Een ontmoetingsplek voor ouders en een plek waar signalen van zorg vroegtijdig kunnen worden opgepikt. Vanaf 1 januari 2018 gelden voor peuterspeelzaalwerk en kinderopvang dezelfde kwaliteitseisen. En ook de financiering wordt deels gelijkgetrokken. De kinderopvangtoeslagregeling van de Rijksoverheid gaat voor alle voorschoolse voorzieningen gelden, ook voor het peuterspeelzaalwerk. Kortweg wordt dit wel de harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderopvang genoemd, volgend uit de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk die 1 januari 2018 ingaat. In dit licht moeten alle peuterspeelzalen omgevormd worden naar peuteropvang, een vorm van kinderopvang. Door de omvorming wordt voldaan aan de vereisten voor kinderopvang, waardoor de kwaliteit versterkt, en meer gelijk wordt. Aanvullend krijgen gemeenten een inspanningsverplichting om die peuters die nu nog niet naar een voorschoolse voorziening gaan, toe te leiden naar een voorschools aanbod van minimaal 2 dagdelen per week. Hiervoor zijn via een ingroeipad voor gemeenten vanuit het Rijk extra middelen beschikbaar gesteld ( de Asscher middelen). We staan er in Zeist goed voor, met een rijk, kwalitatief goed aanbod aan voorschoolse voorzieningen en een hoog bereik; veel peuters bezoeken de peuterspeelzaal of een andere voorschoolse voorziening. Uiteraard willen we onze verworvenheden behouden en waar we kans zien de kwaliteit verder uitbouwen. Anderszijds brengt de nieuwe context ook onzekerheden en risico s met zich mee. Het geeft financiële verschuivingen en vraagt om een andere bedrijfsvoering bij aanbieders van peuteropvang. Naar aanleiding van alle landelijke ontwikkelingen heeft de gemeenteraad van Zeist in januari 2017 besloten om een interactief beleidsproces te starten en zo te komen tot een voorkeursscenario voor de inrichting van kwalitatief goede en toegankelijke peuteropvang in Zeist. Een model dat vanaf 1 januari 2018 kan gelden. Daarbij heeft zij een kader meegegeven waarin de uitgangspunten voor dit beleidsvormende proces zijn verwoord. Deze nota geeft aan op welke wijze we in Zeist invulling willen geven aan de nieuwe (wettelijke) context. De kern vormt een voorstel voor een nieuw subsidiemodel, dat past bij de wet- en regelgeving, maar ook recht doet aan onze lokale inkleuring en verworvenheden. Een model, dat juridisch, financieel en organisatorisch haalbaar is en waarin onze ambitie en beleidsuitgangspunten tot z n recht komen. De nota is de weerslag van het interactieve traject dat samen met alle peuterspeelzaalaanbieders en vertegenwoordigers van basisonderwijs, samenwerkingsverband PO, GGD, en CJG is doorlopen. De titel van deze nota is Jong Leren. We willen jonge kinderen de mogelijkheid geven zich te ontwikkelen en te leren. Jong Leren slaat ook op het balanceren tussen wetgeving, vereisten, belangen en ambities. De harmonisatie is een complexe verandering die impact heeft voor alle betrokkenen. In Zeist proberen we vuistdikke nota s zoveel mogelijk te voorkomen. Echter, de complexiteit van de veranderingen voor zowel aanbieders als ouders maakt dat het de nodige uitleg vraagt om tot een passend model en de juiste afwegingen te komen. 1

4 Leeswijzer In de eerste hoofdstukken wordt de achtergrond van het speelveld toegelicht. Hoofdstuk 1 geeft een kijk op de landelijke ontwikkelingen en wijzigingen in wet- en regelgeving. Het verschil tussen peuterspeelzaal en peuteropvang wordt beschreven. In hoofdstuk 2 wordt de situatie in Zeist toegelicht. Na deze meer inleidende hoofdstukken, gaan we over naar de nieuw te vormen situatie. Hoofdstuk 3 geeft als startschot het kader weer dat de raad heeft meegegeven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 een toespitsing gegeven op ambitie en inhoudelijke beleidsuitgangspunten voor de peuteropvang, waarna in hoofdstuk 5 de uitwerking van het subsidiemodel volgt. De financiële vertaling komt in hoofdstuk 6 aan bod. In hoofdstuk 7 wordt toegelicht welke gevolgen er zijn voor ouders, peuters, aanbieders en gemeente. Tot slot worden in hoofdstuk 8 de vervolgstappen na vaststelling van de nota beschreven. 2

5 1. Landelijke ontwikkelingen en lokaal kader In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de landelijke ontwikkelingen en de wijzigingen in weten regelgeving. Wat betekent dit voor de voorschoolse voorzieningen, voor ouders en voor gemeenten? In paragraaf 4 geven we het lokale beleidskader weer en in paragraaf 6 zetten we de verschillen en overeenkomsten tussen peuterspeelzaalwerk en peuteropvang op een rij. 1.1 Wetgeving Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) In de Wet OKE, die in 2010 is ingevoerd, zijn de eerste stappen gezet richting het gelijktrekken van de kwaliteitseisen aan peuterspeelzalen en de kinderopvang. Voor peuterspeelzaalwerk is vanaf die tijd een landelijk kwaliteitskader gaan gelden en de peuterspeelzalen zijn opgenomen in het landelijk register. Daarnaast is in de wet OKE de wettelijke taak voor gemeenten opgenomen om jonge kinderen met een (dreigende) taal- of ontwikkelingsachterstand een dekkend en hoogwaardig voorschools aanbod te doen. Door kinderen op jonge leeftijd in de voorschoolse fase intensief te stimuleren en te ondersteunen, krijgen zij de kans om met meer bagage in groep 1 van het basisonderwijs te starten en de achterstand in te lopen. Gemeenten hebben de regierol om het aanbod aan Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) goed aan te laten sluiten en de opdracht om zoveel mogelijk kinderen te bereiken, onder andere door de voorschoolse educatie financieel toegankelijk te maken voor ouders. Wet Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang Vanuit de kabinetsvisie een betere basis voor peuters (2013), heeft de minister aansluitend diverse veranderingen in gang gezet voor de kinderopvang- en peuterspeelzaalbranche 1, met als doel: de verschillen tussen peuterspeelzalen en kinderopvang nog verder wegnemen en zorgen voor een betere afstemming tussen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en onderwijs 2. Met de Wet harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang die naar alle waarschijnlijkheid1 januari 2018 ingaat 3, wordt een cruciale vervolgstap gezet 4. Door deze wet worden kwaliteitseisen aan kinderdagverblijven en peuterspeelzalen per 2018 geheel gelijkgeschakeld en komt er één financieringsstructuur voor werkende ouders. De harmonisatie heeft betrekking op drie pijlers: 1. Versterking van het pedagogisch klimaat Binnen de pedagogische opdracht van voorschoolse voorzieningen wordt meer nadruk gelegd op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen en het ontwikkelingsgericht werken. Daarbij moet zoveel mogelijk worden toegewerkt naar het startniveau van het basisonderwijs. Zo wordt een doorgaande ontwikkel- en leerlijn gestimuleerd. 2. Eén kwaliteitskader voorschoolse voorzieningen De harmonisatie van de kwaliteitseisen komt onder andere tot uitdrukking in het op één lijn brengen van de regels voor de beroepskracht-kindratio ( gelijkgeschakeld per 1 januari 2015), de aanvullende eisen voor pedagogische beleidsplannen ( per juli 2015) en het vier ogenprincipe (juli 2015). Vanaf 1 januari 2018 dienen daarnaast ook alle groepen bezet te zijn met (tenminste) twee 1 Kamerbrief Een betere basis voor peuters, december 2013, ook wel Peuterplan genoemd, ref.nr Kamerbrief Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang: de volgende stap, juli 2015 ref. nr Wetsvoorstel moet nog wel worden vastgesteld in eerste kamer, gepland juni Wetsvoorstel Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk,

6 gekwalificeerde beroepskrachten. In het huidige peuterspeelzaalwerk is het nog toegestaan om met één beroepskracht en één vrijwilliger op een peutergroep te staan. 3. Eén financieringsstructuur voor werkende ouders Door de harmonisatie kunnen werkende ouders 5 van peuters die naar de peuteropvang gaan in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. Op die manier kunnen zij een deel van de kosten terug krijgen ( inkomensafhankelijk). Bij de huidige peuterspeelzalen is dat niet het geval. Hierdoor kunnen ouders kiezen voor een voorschoolse voorziening die het beste past bij de behoefte van het kind en ervoor zorgt dat ouders op een goede manier arbeid en zorg kunnen combineren. Het Rijk neemt daarmee een groot deel van de kosten van gemeenten over. En neemt in ruil daarvoor een deel van de middelen terug die gemeenten via het gemeentefonds voor peuteropvang ontvangen. Gemeenten blijven ( financieel) verantwoordelijk voor de opvang van de peuters van nietwerkende ouders en gezinnen waarvan één van beide ouders werkt (kostwinnersgezin). Daarnaast houden zij vanuit de wet OKE een verantwoording voor de peuters met een (taal)achterstand. Een flink aantal gemeenten (ongeveer 60%) heeft ervoor gekozen om al voorafgaand aan de datum van het aanbod van peuterspeelzaalwerk te harmoniseren en de financiering voor werkende ouders onder de kinderopvangtoeslag te brengen. Uit onderzoek blijkt dat het bereik van het aantal peuters in die gemeenten na harmonisatie niet is aangetast 6. Voor andere gemeenten, waaronder Zeist, is 1 januari 2018 de datum waarop de wijziging ingaat. De peuterspeelzalen is Zeist functioneren goed en er is geen reden gezien om de voorzieningen al in een eerder stadium om te vormen naar peuteropvang. Wet Innovatie en kwaliteit kinderopvang Met de Wet Innovatie en kwaliteit kinderopvang 7, die naar verwachting gelijktijdig op 1 januari 2018 met de Wet harmonisatie 8 zal ingaan, worden er nog weer aanvullende kwaliteitseisen aan de branche gesteld. Deze hebben betrekking op de scholing van de pedagogisch medewerkers, en de vereiste dat iedere medewerker moet voldoen aan de taalniveau-eis (3F). Ook worden er aanvullende eisen gesteld aan de inzet van HBO ers op de groep (pedagogisch beleidsmedewerkers) ter begeleiding van de pedagogisch medewerkers. En dienen aanbieders duidelijk ontwikkelingsgericht te werken en hier in hun pedagogisch beleidsplan gericht aandacht aan te geven. In een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) vindt de uitwerking van de wet plaats en daarin zal concreet worden wat de wijziging exact betekent voor de aanbieders. De eerste kamer moet nog over het wetsvoorstel beslissen (gepland juni 2017). 1.2 Impuls bereik voorschoolse voorzieningen In aansluiting op de hiervoor genoemde kwaliteitsimpuls heeft het Kabinet voorjaar 2016 met de VNG vervolgens aanvullende bestuursafspraken gemaakt, specifiek over het bereik van de voorschoolse voorzieningen. Kern hiervan is dat Rijk en gemeenten hebben afgesproken dat zij zich gezamenlijk zullen inzetten voor toegankelijke voorschoolse voorzieningen en ervoor zorgen dat er voor alle peuters een plek is. De ambitie is dat alle peuters minimaal 2 dagdelen per week naar een vorm van opvang kunnen gaan. 5 Het gaat om gezinnen waar beide ouders werken en/of een éénoudergezin waarvan deze ouder werkt. 6 Peuterspeelzaalwerk NL II: facts & figures 2016, Vervolgonderzoek ter voorbereiding op een betere basis voor peuters, Buitenhek Management t en consult, iov Ministerie SZW 7 Wetsvoorstel Innovatie en kwaliteit kinderopvang, Wetsvoorstel is reeds door tweede kamer en ligt voorjaar 2017 aan eerste kamer voor. 4

7 Het kabinet stelt hiervoor aan gemeenten via een ingroeipad vanaf 2016 structureel 60 miljoen beschikbaar ( ook wel bekend als de Asscher middelen). Dit geld is specifiek bedoeld voor peuters die momenteel niet naar een vorm van opvang gaan en waarvan de ouders geen recht op kinderopvangtoeslag hebben. Landelijk gaat dit om zo n kinderen in deze leeftijd ( 10-15% peuters). De bedoeling is: Dat in 2019 het aantal peuters binnen de gemeente dat geen gebruik maakt van opvang gehalveerd is; dat in 2021 alle peuters binnen de gemeente gebruikmaken van een voorschoolse voorziening/een aanbod hebben gekregen voor gebruik van een kinderopvangplek. Het is aan de gemeente om iedere ouder de mogelijkheid te geven gebruik te maken van een opvangplek. De keuze van ouders blijft daarbij overeind; niet iedere ouder zal ervoor kiezen. De VNG gaat de monitoring onder gemeenten verzorgen en start eind 2017 met een nulmeting. De volgende metingen zijn in 2019 en Ontwikkelingen in financiering Volgend uit alle geschetste wijzigingen in wet en regelgeving en de stimuleringsopdracht aan gemeenten om alle peuters te bereiken, verandert er het volgende in het landelijk financiële kader voor peuters: Korting decentralisatie uitkering peuteropvang De decentralisatie-uitkering die gemeenten sinds 2009 ontvangen voor een kwaliteitsslag bij peuterspeelzaalwerk wordt vanaf 2018 teruggedraaid. De omvang van deze korting bedraagt landelijk 35 miljoen. Voor Zeist is dit jaarlijks ,- Het idee is, dat deze korting gecompenseerd wordt doordat een deel van de ouders na harmonisatie onder de kinderopvangtoeslagregeling gaat vallen. Daar hebben gemeenten dan geen financiële bemoeienis meer mee. Extra middelen voor impuls bereik peuteropvang ( Asscher middelen) Landelijk is er via een ingroeipad in de rijksbegroting voor gemeenten 60 miljoen beschikbaar gesteld om de 2-dagdeel -opgave uit te voeren. Zeist ontving hiervoor in en dit loopt op naar in Herverdeling en korting OAB middelen De hoogte van de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid (OAB) wijzigt. Vanaf 2018 komt er een nieuwe verdeelsystematiek gerelateerd aan nieuwe voorspellende criteria van (taal)achterstand. Ook zal er mogelijk een korting plaatsvinden, Op basis van de nu bekende berichtgeving, zal het budget voor Zeist in geringe mate afwijken ( positief of negatief) van het bestaande budget voor OAB. De uitvoering van de kinderopvangtoeslag wijzigt. Met het oog op het vereenvoudigen van het belastingstelsel heeft de Rijksoverheid aangekondigd dat de uitbetaling van de kinderopvangtoeslag in plaats van aan de ouders, aan de aanbieders zal worden uitbetaald. En de inkomensafhankelijke ouderbijdrage zal door het Rijk direct bij de ouders worden geïnd ( via DUO). Naar verwachting wordt deze nieuwe systematiek in 2019 ingevoerd. Men hoopt hiermee tevens fraude met de kinderopvangtoeslag terug te dringen. 5

8 1.4 Lokaal kader Coalitieakkoord Samen Kansen Pakken Zeist In het coalitieakkoord van Zeist staat de ontwikkelbehoefte van ieder kind centraal. Het is belangrijk dat kinderen ruimte krijgen zich op hun eigen manier te ontwikkelen. Ieder kind heeft recht op een mooie toekomst. Onze jeugd stimuleren we om onderwijs te volgen en zich op allerlei manieren voor te bereiden op een rol in de samenleving als volwassene. Dat doen we met elkaar, met veel inzet van ouders, onderwijzers, begeleiders, buurtcoaches, etc Lokale Educatieve Agenda (LEA) Zeist Ook de doelstellingen genoemd in de Zeister LEA richten zich op het bieden van ontwikkelingskansen aan kinderen. Een goede samenwerking tussen de partijen die zich rond het jonge kind begeven, en afstemming met de ouders is daarbij van groot belang. Belangrijke thema s in de LEA van Zeist zijn het verder vergroten van het bereik van de voor- en vroegschoolse educatie, het stimuleren van ouderbetrokkenheid en verbeteren van de doorgaande leer- en ontwikkelingslijn. In het Uitvoeringsplan Kinderen Kansen Bieden, en het Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie Zeist zijn de afspraken uit de LEA verder uitgewerkt. Brede Sociale Visie Zeist Uitgaan van en aanspreken op eigen kracht van een gezin, dat is waar we in Zeist voor staan. Maar ook mogelijkheden bieden, maatwerk waar nodig en zorg en hulp in de nabijheid van de jeugdige zijn belangrijke waarden die terug te vinden zijn in onze Brede Sociale Visie. Kinderopvang en peuterspeelzalen behoren in dat opzicht tot de basisvoorzieningen in een wijk en zijn belangrijke vindplaatsen voor het signaleren van leer- en ontwikkelingsachterstanden en opvoed- en opgroeiproblemen. Door deze problemen vroegtijdig te signaleren, kunnen professionals van bijvoorbeeld het CJG op het juiste moment passende zorg inzetten. We gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid van ouders en hun netwerk. Zo gaan we ervan uit dat ouders van kinderen die een normale ontwikkeling doormaken zelf verantwoordelijk zijn om een omgeving te organiseren waar het kind zich optimaal kan ontwikkelen. Ook zijn ouders er zelf verantwoordelijk voor dat hun kind gebruik maakt van een voorschoolse voorziening en kunnen zij op basis van hun eigen afweging kiezen voor die organisatievorm die het beste bij hun individuele situatie past. Jeugdnota Visie op Jeugd Peuteropvang maakt onderdeel uit van een breder kader van jeugd- en preventiebeleid vanuit een integrale beleidsvisie op ouders en peuters. Met deze visie is een ouder van een peuter niet alleen iemand die zijn of haar kind naar de opvang brengt, maar een ouder die betrokken wordt bij de opvoeding, wellicht deelneemt als vrijwilliger of zelf ook naar taalles gaat en actief participeert bij ouderavonden. Een peuter neemt niet alleen deel aan de opvang, maar is in voorbereiding op het burgerschap. 1.5 Toezicht De gemeente heeft een wettelijke taak voor toezicht op de kinderopvang die geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). De GGDrU inspecteert namens de gemeente de kindcentra op basis van de wettelijke vereisten. Rapporten van de GGDrU zijn openbaar. Bij constatering van onvolkomenheden kan de gemeente handhaven. De Inspectie van Onderwijs voert het tweedelijnstoezicht uit en beoordeelt tevens de kwaliteit van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) in iedere gemeente. 6

9 1.6 Kenmerken peuterspeelzaalwerk - peuteropvang Vanaf 2018 zijn de peuterspeelzalen omgebouwd tot peuteropvang. De belangrijkste kenmerken van peuterspeelzaalwerk en peuteropvang zijn onderstaand in schema gezet. Hierin is te zien waaruit de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen beide vormen van voorschoolse voorzieningen bestaan. Verschillen: Kwaliteitseisen Kunnen ouders kinderopvangtoeslag aanvragen? Beroepskracht kind ratio Financiering Wat blijft gelijk: Peuterspeelzaalwerk Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, hoofdstuk 2 peuterspeelzalen Nee, valt niet onder de vereisten voor kinderopvang waardoor toeslagouders 10 geen kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen Voor reguliere opvang: 1 beroepskracht, 1 vrijwilliger Voor VVE-opvang : 2 beroepskrachten Gemeente subsidieert aanbieders dagdelen voor peuters van alle ouders, ongeacht of zij wel of niet recht hebben op kinderopvangtoeslag Peuteropvang Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, hoofdstuk 1 kinderopvang 9 Ja, valt onder de vereisten voor kinderopvang, waardoor toeslagouders kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen altijd 2 beroepskrachten Gemeente subsidieert aanbieders voor peuters zonder recht op kinderopvangtoeslag. Toeslagouders kunnen kinderopvangtoeslag aanvragen. Gemeente heeft mogelijkheid om koptarief te financieren ( deel boven uurtarief kinderopvang) Groepsgrootte max 16 peuters max 16 peuters Omvang CAO varieert tussen 2,5 en 3,5 uur per dagdeel, veelal 40 weken per jaar (schooljaar) CAO Welzijn of CAO Kinderopvang varieert tussen 2,5 en 3,5 uur per dagdeel, veelal 40 weken per jaar ( schooljaar) CAO Welzijn of CAO kinderopvang 9 Peuterspeelzalen worden onder definitie van kinderopvang gebracht. Hoofdstuk 2 en de term peuterspeelzalen verdwijnt uit de Wet Kinderopvang. 10 Toeslagouders zijn ouders die vallen onder de voorwaarden om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag vanuit Rijk ( zie zoals tweeverdieners, één oudergezinnen, waarvan de ouder werkt, ouders die traject naar werk volgen. 7

10 1.7 Samenvattend impact landelijke ontwikkelingen Wat zien we als lijn: Vanuit Rijk wordt ingezet op aanscherpen van kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen en het gelijktrekken van de financiering voor werkende ouders. Daarnaast wordt ingestoken op de toegankelijkheid van peutervoorziening: alle peuters een aanbod van minimaal 2 dagdelen per week. Dit vraagt een andere bedrijfsvoering van peuterpeelzalen. Ze moeten omvormen naar peuteropvang. De peuteropvang krijgt te maken met verschillende groepen ouders; tweeverdieners, één en geen verdieners, ouders met VVE peuter en ouders met peuter zonder indicatie. Voor deze verschillende groepen geldt verschillende financiering. De impact voor die peuterspeelzalen die nu nog werken met één beroepskracht en één vrijwilliger, is het grootst. Zij moeten over naar 2 beroepskrachten per groep. Er zullen verschuivingen optreden in vraag en aanbod; voor werkende ouders wordt een peuteropvang een reëel alternatief voor dagopvang in een kinderdagverblijf, al dan niet in combinatie met informele opvang ( opa s & oma s, buren). Niet werkende ouders en kostwinnersgezinnen krijgen te maken met een gewijzigde subsidieregeling vanuit de gemeente. Voor ouders verandert de ouderbijdrage. Werkende ouders vallen onder de kinderopvangtoeslag en gaan een inkomensafhankelijke ouderbijdrage betalen. Nu geldt voor alle ouders een vaste ouderbijdrage per maand. Als gemeente moeten we rekening houden met wijzigingen in de financiën. Enerzijds vindt er een uitname uit het gemeentefonds plaats en anderzijds is er extra financiering vanuit de impuls voor toegang voor de 2-dagdelen. 8

11 2 Huidige situatie Zeist 2.1 Peuters en opvang in Zeist We kennen in Zeist een stevige en kwalitatief goede voorschoolse infrastructuur, waar veel kinderen in de peuterleeftijd gebruik van maken. Zo n 345 Zeister peuters bezoekt jaarlijks één of meerdere dagdelen per week een peuterspeelzaal. Daarnaast kent Zeist een groot aanbod aan kinderopvanglocaties, waar kinderen in deze leeftijd op de dagopvang zitten. En ook gastouders en informele opvang (buurvrouw, opa /oma), zijn voor ouders belangrijke opvangmogelijkheden. Peuterspeelzalen In Zeist zijn momenteel 11 gesubsidieerde peuterspeelzalen. Hiervan zijn 3 peuterspeelzalen geheel op de VVE doelgroep gericht, zijn er 5 reguliere peuterspeelzalen en zijn er 3 gemengde peuterlocaties met zowel VVE als niet- VVE peuters. In totaal: 154 VVE peuterspeelzaalplekken 248 reguliere peuterspeelzaalplekken 11 De peuterspeelzalen vallen onder 5 aanbieders, te weten MeanderOmnium, Kiekeboe Kinderopvang, KMN Kind & co, peuterspeelzaal Piraatjes en peuterspeelzaal Oud Zandbergen. MeanderOmnium is daarbij de grootste aanbieder met de meeste peuterlocaties en ook de enige aanbieder die het volledige programma van VVE (4 dagdelen en tutoring voor de peuters) aanbiedt. In bijlage 2 is een overzicht van alle locaties en het aantal peuterplekken opgenomen. Kinderopvang Er zijn in Zeist 23 kinderdagverblijven met in totaal 1155 kinderplaatsen. Een kindplaats is gedefinieerd als een opvangplek voor één kind voor 5 dagen. Het gaat dan om kinderen in leeftijd van 0-4 jaar. Ervan uitgaande dat een kind gemiddeld 2 dagen per week naar de opvang gaat, en een deel uit een andere gemeente komt, schatten we dat momenteel zo n 650 Zeister kinderen in de peuterleeftijd gebruik maakt van een kinderdagopvang. Gastouders Weer een andere vorm van opvang is de gastouderopvang. Er zijn in Zeist 3 gastouderbureaus actief met 119 gastouders 12. We weten niet exact hoeveel kinderen in ieder gastoudergezin wordt opgevangen; ook varieert de leeftijd tussen de 0-12 jaar. Daarom is niet aan te geven hoeveel peuters gebruik maakt van de gastouderopvang. Prognose Op basis van de voorlopige leerlingprognose 2017 wordt verwacht dat het aantal leerlingen in de onderbouw (4-7 jarigen) de komende 10 jaar licht stijgt in de wijken Kerckebosch en Zeist-Noord en iets daalt in Zeist West. Daaraan gekoppeld verwachten we ook een kleine toename en afname van het aantal kinderen in de peuterleeftijd in de genoemde wijken. 11 Een peuterplaats bij VVE is 4 dagdelen per week. Voor reguliere peuterspeelzalen geldt dat de meeste peuters 2 dagdelen komen. Een peuterplaats is daar gedefinieerd voor 2 dagdelen per week. 12 Bron: Landelijk Register Kinderopvang, april

12 In overzicht enkele kengetallen Zeist Aantal 2,5-4 jarigen (GBA) 1031 Aantal 2-4 jarigen 1373 Aantal peuterspeelzalen in Zeist: 11 Aantal dagdelen peuterspeelzalen: 70 ( 34 regulier, 36 VVE en deel ook gemengd) Aantal peuters op peuterspeelzaal - Reguliere peuters Peuters met VVE indicatie 140 Totaal peuters op peuterspeelzaal 345 Peuters op kinderopvang (schatting) 650 Peuters gastouders en informele opvang onbekend. Uitkomst onderzoek onder ouders peuterspeelzaal Zeist % van de peuters op peuterspeelzaal gaat ook één of meerdere dagen naar kinderopvang ( overlap) - 62% van de ouders van VVE peuters werkt beiden niet of één van beide werkt - 29% van de ouders van een niet-vve peuter werkt beiden niet of één van beide werkt Overzicht kengetallen 13 Kwaliteit VVE op de peuterspeelzalen Uit de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs (2012) komt naar voren dat de voorschoolse educatie in Zeist bij de beste 5% van Nederland behoort. Vrijwel alle doelgroeppeuters wordt met VVE bereikt ( bereik 95%). De afgelopen jaren is nog verder geïnvesteerd in de kwaliteit. Zo voldoen sinds 2015 alle pedagogische medewerkers van de VVE-locaties aan de verplichte taaltoets norm ( niveau 3F) en hebben we een betere aansluiting gemaakt met het CJG en de verschillende ouderprogramma s, zoals Opstap(je) en VVE-thuis voor peuters en kleuters. Binnen de opvang is er verder een start gemaakt met opbrengstgericht werken. Het positieve beeld van de peuterspeelzalen wordt bevestigd in de inspectiebezoeken van de toezichthouder GGDrU. Convenant VVE Afspraken over doelgroepcriteria VVE, wijze van toe- en doorleiden en monitoring, zijn in het Convenant VVE met de ketenpartners ( basisonderwijs, peuterspeelzalen, kinderopvang, consultatiebureau) vastgelegd. Daarmee is er een goede basis gelegd. 2.2 Non bereik Hoeveel peuters maakt nu geen gebruik van een voorschoolse voorziening? Op basis van berekeningen van ministerie SZW wordt landelijk geschat dat circa 85% van alle peuters op dit moment gebruik maakt van een voorschoolse voorziening (peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, gastouderopvang) 14 en 15% in deze leeftijdscategorie dus niet. Ze rekenen daarbij met een peuterleeftijd tussen 2,5 en 4 jaar. 13 Ouderonderzoek Peuterspeelzalen gemeente Zeist, december Uit: Wetsvoorstel Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzalen, p 17, op basis van berekeningen SZW 10

13 De verwachting is dat deze percentages vergelijkbaar zijn in Zeist. En mogelijk dat het gebruik nog iets hoger ligt dan de genoemde 85%, gezien het relatief veel gebruik van het peuterspeelzaalwerk en het grote aanbod aan kinderopvangplekken. Dat betekent dat zo n 10-15% van de peuterkinderen in Zeist nu geen voorschoolse voorziening bezoekt. Uitgaande van een leeftijd tussen 2,5 4 jaar, zijn dit tussen de kinderen. Om dit exact te achterhalen en onze uitgangspositie nog beter te bepalen starten we met een nulmeting in 4 e kwartaal Dit geeft de input voor de opdracht vanuit het Rijk om het bereik te vergroten en een voorschools aanbod te kunnen doen aan alle peuters binnen de gemeente. Eind 2017 start ook de landelijke VNG monitor onder alle gemeenten. Volgende landelijke metingen staan voor 2019 en 2011 gepland. 11

14 3 Kader en opdracht raad 3.1 Kader en opdracht van de raad In januari 2017 heeft de gemeenteraad het volgende besloten: 1. Kennis te nemen van ontwikkelingen in wet- en regelgeving en financiering van voorschoolse voorzieningen; 2. Een interactief beleidsproces te starten met de daarvoor in aanmerking komende stakeholders, om te komen tot een inrichting van de voorschoolse voorzieningen die voldoet aan de wet- en regelgeving, maar ook tegemoet komt aan de lokale behoeften; 3. De nieuwe inrichting van de voorschoolse voorzieningen vorm te laten geven aan de hand van een daarvoor opgesteld kader dat in dit voorstel wordt gepresenteerd Gemeentelijk kader voor beleidsvormend proces Harmonisatie Behoud van het goede : een kwalitatief, gespreid, dekkend aanbod van peuteropvang en VVE en aanpassen daar wat nodig is; De opvang financieel toegankelijk houden voor alle peuters, zoals: o alle peuters met werkende ouders (recht op kinderopvangtoeslag); o alle peuters zonder recht op kinderopvangtoeslag; o alle peuters die voor de VVE zijn geïndiceerd; Voor de hoogte van de ouderbijdragen van ouders rekening houden met de kinderopvangtoeslag en het minimabeleid; Investeren in bereik, doorgaande leerlijn naar het basisonderwijs en een stevige voorschoolse zorgstructuur; Realisatie binnen de financiële gemeentelijke kaders, te weten de middelen van het onderwijsachterstandenbeleid en de middelen voor peuteropvang; Een overgangsperiode van 2 jaar hanteren, vanaf , waarin nog geen nieuwe aanbieders van peuteropvang worden gesubsidieerd en er ook geen (Europese) aanbesteding wordt gedaan. 3.2 Interactief proces Met deze opdracht in de hand zijn we In de periode januari tot en met april 2017 verschillende malen bijeen gekomen met vertegenwoordigers van betrokken organisaties, zoals peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, basisonderwijs, samenwerkingsverband primair onderwijs, CJG en GGD. In deze interactieve bijeenkomsten hebben we gezamenlijk een ambitie en de uitgangspunten voor de vorming van de nieuwe peuteropvang opgesteld. Zo zijn de contouren van een nieuw peutermodel voor Zeist gevormd. Aanvullend is er nog met de huidige peuterspeelzaalaanbieders enkele malen overleg gevoerd over de mogelijke subsidiemodellen. Wat zijn de voor- en nadelen van de diverse keuzes, en wat zijn financiële en overige effecten? De betrokkenheid bij alle bijeenkomsten was groot. 12

15 Om ook ouders bij het proces te betrekken hebben we meerdere malen via de huidige peuterspeelzaalaanbieders ouders gevraagd of zij mee willen denken over de veranderingen die er aan komen. In hun nieuwsbrieven en in direct contact, hebben de aanbieders dit bij de ouders onder de aandacht gebracht. Dit heeft wel tot gesprekken geleid, maar het aantal bereikte ouders was laag. Hun inbreng heeft dan ook vooral als klankbord gediend op het gevormde model. De ouders gaven onder andere aan dat ze het belangrijk vinden dat er op de opvang menging is van VVE- en niet-vve-peuters en dat de hoogte van de ouderbijdrage voor ouders cruciaal is in hun keuze om hun kind al dan niet aan de peuteropvang te laten deelnemen. Ondanks dat deze ouders gezien de omvang niet representatief zijn, komt dit wel overeen met het landelijke beeld. In die gemeenten waar de harmonisatie al heeft plaatsgevonden, en die de ouderbijdrage voor de ouders die onder de gemeentesubsidie vallen gelijkgetrokken hebben met die van de kinderopvang, is de ervaring dat dit weinig invloed heeft op de vraag en het bereik 15. Ambtelijk zijn we in het voorbereidend traject aangesloten bij de regionale bijeenkomsten over harmonisatie peuterspeelzaalwerk in opdracht van het Rijk georganiseerd door Sociaal Werk en hebben we ons georiënteerd op de richting die onze buurgemeenten inslaan. Daarmee is de input opgehaald die heeft geleid tot het voorstel zoals dat in het vervolg van deze notitie wordt gepresenteerd. Opvallende zaken in proces Inhoud vs subsidiemodel Op terrein van beschrijven van ambitie en beleidsuitgangspunten zaten de partijen al snel op één lijn; de uitdaging was vooral gelegen in het vormgeven van een nieuw subsidiemodel, een model wat aansluit bij de aanbieders en de verschillende categorieën ouders. Opdracht vs marktwerking We hebben als gemeente twee belangrijke opdrachten: - bieden van VVE aan kinderen met taalachterstanden en - peuteropvang aanbod bieden van 2 dagdelen voor alle peuters Daarvoor krijgen we in de nieuwe situatie te maken met verschillende categorieën ouders, namelijk ouders met KOT, zonder KOT en VVE / niet VVE ouders. Deze zitten door elkaar heen op de opvang. De KOT ouders vallen onder een rijksregeling, de KOT regeling, hier hebben we als gemeente financieel geen bemoeienis mee. Maar wel weer als het ouders zijn van een VVE peuter. Ook heeft het invloed als de hoogte van KOT ouderbijdrage sterk afwijkt van die voor ouders met gemeentesubsidie. Zo moeten we hoe dan ook rekening houden met de rijksregeling. Voor de verschillende groepen zullen we via subsidievoorwaarden aan de aanbieders kwaliteitseisen stellen, maar we opereren daarbij in een commerciële markt, die van voorschoolse opvang Dit maak het (juridisch ) extra complex en we moeten uitkijken voor staatssteun. 15 Peuterspeelzaalwerk NL II: facts & figures 2016, Vervolgonderzoek ter voorbereiding op een betere basis voor peuters, Buitenhek Management t en Consult, in opdracht van Ministerie SZW 13

16 4 Ambitie en beleidsuitgangspunten 4.1 Ambitie Samen met de betrokken partners is er een gezamenlijke ambitie opgesteld voor de (nieuwe) peuteropvang in Zeist. Een ambitie, waarin we het kind centraal stellen. En die alle partijen motiveert om gezamenlijk het kind optimale kansen te geven. Ambitie We bieden iedere peuter kansen om zich optimaal te ontwikkelen. Het is onze ambitie dat iedere peuter in Zeist minimaal 2 dagdelen per week naar een (peuter)opvang gaat met een maximaal peuterbereik in 2021 In de peuteropvang: Mag een kind zichzelf zijn; Kan een kind groeien ; Staat de leer- en ontwikkelbehoefte van ieder kind centraal; Is het stimuleren van de eigen kracht het uitgangspunt; Worden specifieke ondersteuningsbehoeften gesignaleerd en opgepakt; Werken de ouders en aanbieders samen aan de ontwikkeling van het kind, zo nodig ondersteund door het CJG; Vindt er een overdracht plaats van het individuele leer- en ontwikkelingsprofiel van iedere peuter die overgaat naar het basisonderwijs; Krijgen jonge kinderen zo spelenderwijs een goede voorbereiding op het basisonderwijs; En ervaren ouders geen (financiële ) drempels om hun kind er aan deel te laten nemen. 4.2 Beleidsuitgangspunten Uit deze ambitie komt een aantal inhoudelijke beleidsuitgangspunten voort, die richting geven aan de wijze waarop we de peuteropvang in Zeist willen inrichten. Deze zullen terugkomen in het subsidiemodel dat in het volgende hoofdstuk wordt gepresenteerd. Ten dele zit er overlap met de uitgangspunten zoals die door de gemeenteraad zijn meegeven. 14

17 4.2.1 Elke peuteropvang biedt VVE Staat de leer- en ontwikkelingsbehoefte van ieder kind centraal Iedere peuteropvang In Zeist gaat met een gecertificeerd VVE programma werken. We kiezen daarbij voor Piramide, een erkend VVE programma waar de huidige VVE-peuterspeelzalen en enkele reguliere peuterspeelzalen al mee werken en wat aansluit op het programma van veel basisscholen. Doorgaan met het huidige programma biedt continuïteit en sluit aan bij het uitgangspunt behoud van het goede. Peuters met een VVE indicatie krijgen de mogelijkheid om op alle peuteropvang locaties de volledige VVE ( 4 dagdelen, tutoring) te volgen. Het bieden van VVE op iedere peuteropvang zorgt voor een kwaliteitsslag van het huidige peuterspeelzaalwerk. De meeste locaties werken al met Piramide, maar nog niet overal. Met het VVE programma wordt op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van de kinderen gestimuleerd op meerdere ontwikkelingsgebieden. Hier profiteren alle peuters van, zowel de VVE als de niet-vve peuters. Het draagt naar verwachting bij aan meer menging van VVE en niet-vve peuters, omdat iedere peuter overal terecht kan. Ouders van een VVE peuter krijgen hiermee een vrije keuze van peuteropvang en ook meer keuze. Momenteel is het VVE aanbod namelijk gecentreerd bij 6 van de 11 peuterspeelzaallocaties, straks kan een peuter met een (taal)achterstand op iedere locatie de passende ondersteuning krijgen en meerdere dagdelen worden opgevangen. Doordat iedere peuteropvang een VVE peuter kan opvangen, staat de vraag en ontwikkelingsbehoefte van het kind centraal en sluit het aanbod aan bij de vraag We sluiten aan bij de individuele leer- en ontwikkelbehoefte van ieder kind en houden rekening met de thuissituatie Ieder kind ontwikkelt zich volgens een eigen ontwikkelingslijn en heeft ook andere ondersteuningsbehoeften. Kinderen krijgen op de peuteropvang de tijd om te wennen en zichzelf te ontwikkelen in een veilige omgeving. Ondersteuningsbehoeften op het terrein van opvoedvraagstukken worden gesignaleerd en zo mogelijk opgepakt. Aansluiting vindt plaats op ambulante opvoedondersteuning vanuit het CJG of bijvoorbeeld groepsgerichte opvoedondersteuningsactiviteiten ( Opstapje).Ook ten aanzien van de ouders kunnen pedagogisch medewerkers van peuteropvang verbindingen leggen. Bijvoorbeeld door te verwijzen naar taalles of een cursus digitaal vaardig als hun kind op de opvang is. Om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten bij de ontwikkelbehoeften van een kind wordt gewerkt met een kindvolgsysteem We zetten stevig in op vroegsignalering Pedagogisch medewerkers zien de peuters en hun ouders meerdere dagdelen per week. Juist in een periode dat de kinderen zich razendsnel ontwikkelen. De pedagogisch medewerkers hebben dan ook een heel belangrijke rol voor de vroegsignalering en zijn een schakel naar andere organisaties en activiteiten in het netwerk rond jeugdigen en jonge gezinnen. Om kennis en expertise juist op dit vlak van signaleren en handelen stevig te verankeren, zetten we blijvend in op scholing van pedagogisch medewerkers. En dragen we zorg voor een intern begeleidersfunctie binnen de peuteropvang, een centrale voorziening die voor alle peuterlocaties voor pedagogisch medewerkers die tegen zorg- en vraagstukken aanlopen, ondersteuning en expertise kan bieden. En die ouders en kind naar andere zwaardere jeugdhulp kan toeleiden als dat nodig is. 15

18 4.2.4 In de peuteropvang wordt ouderbetrokkenheid actief gestimuleerd Werken de ouders en aanbieders samen aan de ontwikkeling van het kind, zo nodig ondersteund door het CJG Uit onderzoek blijkt dat de betrokkenheid van ouders bij de peuteropvang voor de ontwikkeling van kinderen van groot belang is. Een kind gedijt goed in een omgeving die aansluit op de thuissituatie en waarbij op één lijn wordt geopereerd. Goede afstemming en elkaar informeren is de basis. Een geregeld gesprek tussen medewerkers en ouders, helpt daar bij. Voor de kinderen met een taalachterstand werkt het heel goed als ouders ook thuis onderdelen voortzetten zoals het herhalen van woorden. Een doorgaande leerlijn tussen thuissituatie en opvang Aansluiting tussen peuteropvang en CJG verstevigen we nog verder Momenteel vindt er al geregeld afstemming plaats tussen pedagogisch medewerkers en/of de intern begeleider van de peuteropvang en het CJG team. Vooral vanuit de intern begeleidersfunctie die nu al binnen MeanderOmnium actief is, is er een goede aansluiting. Dit willen we verder verstevigen en verbreden naar alle peuteropvanglocaties. We gaan werken met vaste CJG- medewerkers per peuteropvang, en ook vaste contactmomenten tussen CJG en peuteropvang. Hiermee wordt het vergelijkbaar met de werkwijze rond primair en voortgezet onderwijs, waar ook met een vaste CJG-medewerker wordt gewerkt. Dit zorgt voor een goede aansluiting op jeugdhulp en opvoed- en opgroeiondersteuning Ouders hebben toegang tot een peuteropvang in de directe omgeving Ervaren ouders geen (financiële) drempels om hun kind er aan deel te laten nemen Het bieden van een toegankelijk aanbod van peuteropvang is een belangrijke opgave zowel vanuit de wet OKE als de wetgeving rond harmonisatie. Opvang in de nabijheid werkt drempelverlagend voor de ouders. Zeist kent momenteel een heel gespreid aanbod aan peuterspeelzalen, en daarnaast is er ook een rijk gespreid aanbod aan kinderopvang. De meeste ouders kiezen voor een opvang in de eigen wijk of buurt. Het is belangrijk om die spreiding te behouden. In de kern Austerlitz is de huidige peuterspeelzaal (PSZ Piraatjes) de enige (georganiseerde) ontmoetingsplek voor jonge kinderen; er is geen kinderopvang in het dorp. Gezien de omvang van het aantal kinderen is die locatie daarmee kwetsbaar. De peuterspeelzaal heeft dan ook haar zorg geuit over de risico s die de harmonisatie met zich meebrengt. We zullen specifiek volgen hoe de harmonisatie voor deze opvang uitpakt. 16

19 Voor elke peuter wordt er bij de overgang naar de basisschool gewerkt met een gestandaardiseerd overdrachtsformulier. Als er bijzonderheden zijn of als het kind een VVE-indicatie heeft, vindt er een warme overdracht plaats. Vindt er een overdracht plaats van het individuele leer- en ontwikkelingsprofiel van iedere peuter Momenteel wordt voor de overgang van de peuterspeelzaal naar de basisschool al gewerkt met een uniform overdrachtsformulier. Voor VVE peuters en als er bijzonderheden zijn, vindt er daarnaast een warme overdracht plaats. Dat wil zeggen dat er een telefonische of face-to-face overdracht is van de ene professional naar de andere professional. Ouders geven hier toestemming voor. Deze al bestaande werkwijze willen we behouden. Een goede samenwerking en afstemming tussen peuteropvang en de basisschool is van groot belang, en draagt ertoe bij dat deze overgang voor ouder en kind soepel verloopt ( doorgaande lijn). Dit wordt als belangrijke factor gezien voor de optimale ontwikkelingsmogelijkheden van het kind en daarmee het verkleinen van de kans op (onderwijs) achterstanden. De basisschool kan direct op de juiste manier verder werken aan de ontwikkeling van het kind, vanaf het punt waarop het op de opvang is gestopt. 17

20 5 Model Zeist voor peuteropvang Op grond van de wetgeving, de raadskaders (hoofdstuk 3), de beleidsuitgangspunten volgend uit de bijeenkomsten (hoofdstuk 4), en de ervaringen van andere gemeenten komen we tot een uitwerking van een model voor Zeist. Dit geven we onderstaand weer. Hierbij staan in de linker kolom de kaders van de raad, in de rechter kolom wordt aangegeven hoe dit vertaald wordt naar het nieuwe model, op basis van de inhoudelijke uitwerking van ambitie en doelstellingen. Kaders raad Behoud van het goede : een kwalitatief, gespreid, dekkend aanbod van peuteropvang en VVE en aanpassen daar wat nodig is; De opvang financieel toegankelijk houden voor alle peuters, zoals: - alle peuters met werkende ouders (recht op kinderopvangtoeslag); - alle peuters zonder recht op kinderopvangtoeslag; - alle geïndiceerde peuters voor de VVE. Voor de hoogte van de ouderbijdragen van ouders rekening houden met de kinderopvangtoeslag en het minimabeleid; Investeren in bereik, doorgaande leerlijn naar het basisonderwijs en een stevige voorschoolse zorgstructuur; Realisatie binnen de financiële gemeentelijke kaders, te weten de middelen van het onderwijsachterstandenbeleid en de middelen voor peuteropvang; Een overgangsperiode van 2 jaar hanteren, vanaf , waarin nog geen nieuwe aanbieders van peuteropvang worden gesubsidieerd en er ook geen (Europese) aanbesteding wordt gedaan. Uitwerking - Het bieden van VVE wordt als basiseis opgenomen voor alle peuteropvang; - Piramide als methodiek instellen voor alle aanbieders; - Intern begeleider centraal beschikbaar stellen; - Borgen van voldoende aanbieders in alle delen van de gemeente. - Een koptarief 16 hanteren voor tweeverdieners, zodat het tarief niet te sterk stijgt en de situatie tussen kinderopvang en peuteropvang gelijkwaardig blijft; - Inkomensafhankelijke tarieven, zodat het effect voor de meeste ouders gunstig is; - 3 e en 4 e dagdeel voor VVE ouders gratis. - een koptarief hanteren voor tweeverdieners (regulier en VVE), zodat de ouderbijdrage voor alle ouders vergelijkbaar blijft; - zorgen voor een lage bijdrage voor laagste inkomens en aansluiten op vangnet van minimabeleid. - Piramide als methodiek instellen voor alle aanbieders; - Overdracht structureel geregeld via overdrachtsformulier of warme overdracht; - Afspraken met CJG over afstemming en inzet; - Afspraken met GGDrU over toeleiding. Voor 2018 is het haalbaar om binnen de huidige budgetten de peuteropvang te financieren. Voor de langere termijn is het mede afhankelijk van eventuele nieuwe aanbieders (zie ook hieronder), en verschuivingen in het bereik of de middelen toereikend zijn. Dit is een kader dat niet volledig houdbaar is ivm de wetgeving op staatssteun. Er wordt voorlopig wel geadviseerd om geen aanbesteding te doen, ivm de doorlooptijd van een dergelijk proces en de impact op de huidige aanbieders. Derhalve wordt een subsidiemodel voorgesteld, dat dan wel voor potentiële nieuwe aanbieders opengesteld moet worden. Gezien de voorwaarden voor een nieuwe opvang is de verwachting dat dit niet op korte termijn zal plaatsvinden. Na een jaar wordt gekeken hoe de ontwikkeling rond de peuteropvang gaat en of er toch gekozen moet worden voor een andere insteek, zoals inkoop (via aanbesteding). 16 Het koptarief is het verschil tussen het maximale uurtarief dat wordt gehanteerd en de maximum uurprijs waarvoor ouders een beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslag. Deze maximum uurprijs voor kinderopvangtoeslag is in 2017 op 7,18 vastgesteld. 18

21 5.1 Voorkeursmodel Bij de uitwerking van de kaders, ambitie en wensen is er een voorkeursmodel ontstaan dat zoveel mogelijk aan de verschillende uitgangspunten voldoet. Daar komt een inhoudelijk en financieel plaatje uit. Op basis van een aantal knoppen kan dit voorstel aangepast worden. Dit is in de volgende tabel uitgewerkt. Daarbij geeft de 1 e kolom de huidige regeling weer en wordt in de 2 e kolom het voorkeursmodel weergegeven. In kolom 3 worden alternatieve keuzes aangegeven Inhoudelijke keuzes Huidige regeling Voorkeursmodel nieuwe regeling Alternatieven/knoppen Subsidie per dagdeel per groep voor opvang (aanbodgericht). Geen registratie per kind. (Dit is niet houdbaar in nieuwe situatie vanwege aspect staatssteun). Dagdeel varieert qua duur per opvang, tussen 2,5 en 3,5 uur. Subsidie is gebaseerd op 2,5 uur per dagdeel. Subsidie per dagdeel, niet op basis van uurtarief Vergoeding Instroom vanaf 2 jaar, VVE-kinderen vanaf 2,5 jaar Subsidie per peuter o.b.v. voorkeur van ouders voor opvang (vraaggericht). Administratie door gemeente beperken door uitwerking via aanbieders te laten lopen. Ouders maken afspraak met opvang, de opvang verantwoordt per half jaar aan gemeente. Maximale vergoeding van 3,5 uur per dagdeel, waarbij dit ook als ideale duur wordt meegegeven. Aanbieders blijven wel vrij in hun keuze. Maximaal te vergoeden uurtarief bepalen adhv Expertmodel kostprijs peuteropvang van Sociaal Werk 8,17 per uur Vergoeding instroom vanaf 2 jaar, VVE-kinderen vanaf 2,5 jaar Subsidie aan ouders per kind, waarbij zij zelf een plek inkopen bij een opvang. Administratie loopt dan zowel via gemeente (beschikkingen per kind) als via aanbieders (factureren aan ouders). Maximale vergoeding van 3 uur per dagdeel. Maximale uurtarief van kinderopvangtoeslag aanhouden 7,18 per uur Vergoeding instroom voor alle peuters vanaf 2,5 jaar Vergoeding VVE dagdelen tot 4 dagdelen Vergoeding VVE dagdelen tot 4 dagdelen Maximaal 3 dagdelen voor VVE kinderen (10,5 uur) Aanbieder bepaalt zelf hoogte ouderbijdrage. Geen inkomenstoets Geen verschil tussen werkende en niet-werkende ouders Vergoeding voor max. 40 weken per jaar (schoolweken) Inkomensafhankelijke ouderbijdrage (via aanbieder) gekoppeld aan VNG-tabel (zie hfd 6) Inkomenstoets uit te voeren door aanbieders Koptarief voor alle ouders (geen verschil tussen ouders) Vergoeding voor max. 40 weken per jaar (schoolweken) Vaste ouderbijdrage Inkomenstoets uit te voeren door Gemeente Zeist Geen koptarief, ouderbijdrage voor tweeverdieners wordt 0,99 per uur hoger. Vergoeding voor max. 52 weken per jaar (zoals kinderopvang) Vergoeding alleen voor Zeister peuters Vergoeding alleen voor Zeister peuters Vergoeding voor alle peuters, ook als ze niet in Zeist wonen 19

22 Knoppen voor de raad In de uitwerking van het voorkeursmodel zijn de wensen en voorkeuren opgenomen die zijn voortgekomen uit de kaders en bijeenkomsten. Hiermee lijkt een inhoudelijk zo zorgvuldig uitgewerkt mogelijk model te zijn geformuleerd. Financieel is het echter niet het meest gunstige scenario voor de gemeente. Dit is niet noodzakelijk, omdat er voldoende ruimte is binnen de huidige budgetten om het voorgestelde model te realiseren. Er zijn echter ook een aantal andere keuzes te maken die leiden tot een ander benodigd budget, en/of andere afwegingen. Deze keuzes betreffen: - beschikbaarheid van opvang via de regeling (aanbieders zijn overigens vrij om zelf langere of meer opvang te bieden tegen een volledig tarief); - maximum te vergoeden uurtarief; - Uitvoering van administratie en ondersteuning; - Inkomensafhankelijke of vaste ouderbijdrage Betrokkenheid derden De kwaliteit van peuteropvang zelf is van belang voor de ontwikkeling van de kinderen, maar daarnaast is de verbinding met de professionals in het netwerk rond een kind en de betrokkenheid van ouders van groot belang om effecten op de lange termijn te borgen. De nieuwe wetgeving biedt een aantal handvatten om dit goed te borgen in de werkwijze. Consultatiebureau (toeleiding) De toeleiding van VVE-peuters loopt nu via het consultatiebureau. Dit gebeurt op basis van de VVEdoelgroepcriteria. Via het consultatiebureau heeft het grootste deel van de ouders contactmomenten waarin geconstateerd kan worden dat een peuter baat heeft bij opvang. Een bredere toeleiding van peuters naar opvang vraagt extra inzet en monitoring vanuit het consultatiebureau. Het is nog even de vraag op welke wijze dit al voor het komende jaar haalbaar is. Hierover wordt overleg gevoerd met de GGDrU. De huidige toeleiding van VVE-peuters blijft wel doorlopen. CJG (zorgstructuur) Voor wat betreft de verbinding met zorg is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) de belangrijkste gesprekspartner voor aanbieders. Op dit moment zijn er contacten tussen CJG en aanbieders op het moment dat er signalen zijn in specifieke casussen. Dit wordt vanaf 2018 beter ingebed door vaste contactpersonen en momenten vanuit het CJG te regelen, zoals nu ook in de verbinding met het onderwijs geregeld is. Daarmee wordt er een kwaliteitsslag gemaakt voor alle peuters. Onderwijs (doorlopende leerlijn) Een goed lopende overdracht van peuteropvang naar onderwijs is van groot belang voor de doorlopende leerlijn en het borgen van aandachtspunten rond een peuter. De betrokkenheid van het onderwijs bij de opvang is vanuit de aanbieders van opvang opgenomen in de subsidievoorwaarden. In de huidige situatie is de samenwerking tussen peuterspeelzaalwerk en primair onderwijs goed. Gezien de verbreding van het VVE-aanbod vraagt dit de komende periode extra aandacht in de communicatie. Daarnaast zal met het onderwijs gekeken worden hoe zij terugkoppeling kunnen geven op overdracht op een wat langere termijn, om het leereffect te vergroten en zo monitoring binnen de peuteropvang verder te verbeteren Aandachtspunten Kanttekeningen Het voorkeursmodel geeft een beeld van de situatie per Hierbij zijn echter wel een aantal kanttekeningen te plaatsen: - Door de complexiteit van de veranderingen, en de consequenties zowel voor ouders als voor aanbieders, is het lastig om tot precieze berekeningen te komen. Er zit een mate van onzekerheid in de uitkomsten van de berekeningen en aantallen (aantallen kinderen, inkomens ouders, VVE- 20

23 toekenning). Er wordt gevolgd hoe de cijfers zich daadwerkelijk gaan ontwikkelen. Daarnaast zal peuteropvang opgenomen worden in de risicoparagraaf van de gemeentebegroting. - De marktwerking in kinderopvang (en straks dus ook peuteropvang) maakt dat er geen bescherming kan plaatsvinden van de huidige aanbieders van peuterspeelzaalwerk. Door de inzet van een subsidiemodel wordt een tussenmodel gehanteerd. Indien blijkt dat dit leidt tot een grote toeloop van nieuwe aanbieders (en daarmee hogere kosten voor de gemeente en toenemende concurrentie), zal alsnog overwogen worden om te gaan aanbesteden. Dit heeft gevolgen voor met name de kleinere aanbieders. - De ouderbijdrage wordt anders. In een aantal gevallen betekent dit voor ouders een stijging van de kosten. Dit kan een verschuiving in deelname betekenen. Het is echter onwenselijk om een overgangsregeling voor huidige ouders in te stellen, gezien de landelijke voorwaarden rond kinderopvangtoeslag en de ongelijkheid die ontstaat in de tegemoetkoming van ouders. 21

24 6 Uitwerking financiën In aansluiting op de inhoudelijke keuzes/afwegingen die in het vorige hoofdstuk zijn weergegeven, wordt het voorstel in dit hoofdstuk vertaald naar een financieel overzicht. Een aantal punten is bepaald op basis van inschatting, omdat hier op dit moment geen exacte bedragen voor te berekenen zijn. Dit krijgt een vertaling in de risicoparagraaf van de gemeentebegroting. Gehanteerd uurtarief Het rijk gaat voor de kinderopvangtoeslag uit van een uurtarief van 7,18 (niveau kinderopvang, tarief 2016). Uit het expertmodel van Sociaal Werk Nederland (zie bijlage 5) blijkt dat dit tarief te krap is voor de kosten van en de (met name organisatorische) slag die gevraagd wordt van peuteropvang, zeker als er geen kinderopvang aan gekoppeld is. Daarnaast heeft peuteropvang, door minder dagdelen en alleen opening tijdens schoolweken, in verhouding hogere overheadkosten. Zij constateren dat er in de praktijk het meest gewerkt wordt met een tarief van 8,17 (bij 3,5 uur en 40 weken). Bij de uitwerking hebben we getoetst hoe dit ervaren wordt bij de diverse aanbieders van opvang. In combinatie met alle extra inzet die met de omvorming te maken heeft en de kwaliteitseisen die we als gemeente voor alle peuters zouden willen, is dit nog steeds scherp aan de wind varen voor de aanbieders. Zeker voor welzijn vraagt dit een extra inspanning bij het omzetten naar de nieuwe voorwaarden. Wat hierin meespeelt is dat kinderopvang vanuit het rijk gezien wordt als commerciële activiteit, terwijl het peuterspeelzaalwerk in de huidige situatie met name vanuit welzijn is georganiseerd. Dit zit voor een belangrijk deel in de hogere kosten van de Cao Welzijn versus de Cao kinderopvang. De opzet is in een aantal gevallen met flinke inzet en medewerking van vrijwilligers en ouders. Bij een nieuwe bedrijfsmatige opzet, zoals in de wetgeving opgelegd, levert dit voor een aantal Zeister aanbieders een probleem op. Het is de vraag hoe snel een grote aanbieder als MeanderOmnium de omslag kan maken naar de nieuwe situatie en welke mogelijkheden er voor de gemeente zijn om hen in dat proces tegemoet te komen. Dit is een aspect dat zeker in de komende periode exact uitgezocht moet worden. Dit was nog niet mogelijk door de doorlooptijd van de wetgeving (deze is op het moment van opstellen van deze nota nog niet door de eerste kamer) en de vele variabelen die meespelen bij de kostprijsberekening van aanbieders. Vergoeding VVE-peuters Voor de extra inzet die benodigd is voor VVE-peuters 17 wordt een jaarlijkse vergoeding van 500,- per peuter vergoed. Dit is eveneens gebaseerd op de berekening in het expertmodel peuteropvang. Gezien de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk in Zeist is ervoor gekozen om de huidige aanbieders de mogelijkheid te bieden om de slag naar het commerciële model te maken. We formuleren daarom een ingroeisituatie, zodat de huidige aanbieders en ouders kunnen wennen aan de nieuwe situatie en er een stabiele situatie blijft qua aanbod en gebruik. Dit ziet er als volgt uit: Tegemoetkoming We denken een tegemoetkoming voor de aanbieders te vinden in een aantal maatregelen: De verplichte (bij)scholing in de komende periode (t/m 2018) van leidsters te vergoeden vanuit de gemeente (VVE-module, taalniveau 3F); Eventuele kosten voor de ingebruikname van Piramide vergoeden; De intern begeleider (voor regulier en VVE) niet ten laste van de aanbieders te brengen. Daarmee wordt het een centrale voorziening waar je als opvang gebruik van maakt. Het blijft wel bij de voorwaarden staan, maar niet als formatie voor aanbieders; De ouderbetrokkenheid/ouderbijeenkomsten (min.2x per jaar) centraal te organiseren via het CJG en/of GGD. Daarmee blijft binnen de voorwaarden de verplichting staan om ouders hierop te wijzen en te stimuleren om deel te nemen, maar niet de inzet vanuit leidsters; Een gezamenlijk communicatietraject opzetten om ouders te informeren over alle wijzigingen. 17 Denk aan extra taakuren die leidsters besteden aan de begeleiding van VVE peuters, voorbereiding op thema s, ouderbetrokkenheid, extra overleg/afstemmomenten met ouders en andere betrokkenen, warme overdracht naar school 22

25 Dit betekent de volgende separate kostenposten: Bijscholing leidsters Kosten ingebruikname Piramide Communicatietraject naar ouders Intern begeleider centraal aanbieden Organisatie ouderbijeenkomsten/ ouderbetrokkenheid Stelpost eenmalig Stelpost eenmalig Stelpost eenmalig per jaar (doorzetten huidige regeling) per jaar 6.1 Financiële uitwerking model Op basis van het inhoudelijke model in hoofdstuk 5 is een vertaling gemaakt naar de inzet van middelen (personeel en budget), voor zover het middelen vanuit de gemeente betreft. In bijlage 4 staat de berekening van de genoemde bedragen. Iedere berekening blijft een schatting, gezien de complexiteit van de berekeningen en de onzekerheden qua exacte aantallen kinderen. Alle berekeningen zijn gedaan op basis van de kosten en aantallen kinderen in Een belangrijk verschil met de huidige regeling is dat in de nieuwe regeling de peuteropvang niet langer per dagdeel wordt gefinancierd, maar de financiering per peuter plaatsvindt. In de peutergroep zitten immers verschillende categorieën peuters bij elkaar, waarbij een deel van de ouders in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag ( tweeverdieners). De gemeente financiert deze groep niet ( muv koptarief). De benodigde indexering voor de komende jaren wordt via het College van B&W vastgesteld en uitgevoerd. Huidige regeling Voorkeursmodel nieuwe regeling Alternatieven/knoppen Subsidieverstrekking per jaar, controle op inzet dagdelen bij jaarlijkse verantwoording. Inzet personeel gemeente: (50 uur per jaar) 0,03 fte Subsidie per half jaar, voorschot voor aanbieders, controle op aantallen kinderen per half jaar. Inzet personeel gemeente: (200 uur per jaar) 0,12 fte Administratie per kind Inzet personeel gemeente: (400 uur per jaar) 0,24 fte Basisdeelname 2 dagdelen 2,5 3,5 u Regulier: VVE: Financiering obv dagdelen Subsidie per dagdeel Regulier: VVE totaal: Vergoeding VVE dagdelen tot 4 dagdelen Instroom vanaf 2 jaar, VVE 2,5 jaar Is optelsom over totale aanwezigheid van de kinderen zoals hierboven. Aanbieder bepaalt zelf hoogte ouderbijdrage. Voor VVE heeft gemeente tarief bepaald op 200,- pj. Basisdeelname 2 dagdelen 3,5 u maximaal Regulier: VVE: (VVE kinderen per kind 500,- extra vergoeding) Maximaal uurtarief 8,17 regulier: VVE totaal: Vergoeding VVE dagdelen tot 4 dagdelen Totaal: Instroom vanaf 2 jaar, VVE 2,5 jaar Is optelsom over totale aanwezigheid van de kinderen. Gelijk aan huidige regeling. Inkomensafhankelijke ouderbijdrage (via aanbieder) gekoppeld aan VNGtabel (zie tabel 6.1) Opbrengst totaal pj Basisdeelname 2 dagdelen 3 uur Regulier: VVE: (VVE kinderen per kind 500,- extra vergoeding) Maximale uurtarief 7,18 Regulier: VVE totaal Maximaal 3 dagdelen voor VVE kinderen (10,5 uur) Totaal bij 3,5 uur: Totaal bij 3 uur: Instroom alle kinderen vanaf 2,5 jaar scheelt op totaal van aanwezigheid kinderen op opvang (= max. 2 jaar): -/ per jaar. Vaste ouderbijdrage, bij gelijkblijvende bijdrage huidige regeling (800,-) Opbrengst totaal pj 23

26 Geen inkomenstoets Vaste ouderbijdrage, onderscheid regulier en VVE Geen verschil tussen werkende en niet-werkende ouders Vergoeding voor max. 40 weken per jaar (schoolweken) Zie hierboven Inkomenstoets door aanbieders Dit krijgt geen financiële vertaling in dit overzicht, omdat dit bij de aanbieders gebeurt en onderdeel is van het tarief dat vergoed wordt. Koptarief voor tweeverdieners (geen verschil tussen ouderbijdrage ouders) Kosten gemeente: Vergoeding voor max. 40 weken per jaar (schoolweken) Zie hierboven Inkomenstoets door Gemeente Zeist Hoort bij administratie per kind Geen koptarief, ouderbijdrage voor tweeverdieners wordt 0,99 per uur hoger. Vergoeding voor max. 52 weken per jaar (zoals kinderopvang) Dit betekent een toename van kosten twv Ouderbijdrage De inrichting van de ouderbijdrage vraagt om een specifieke toelichting. In de huidige setting betalen ouders jaarlijks gemiddeld 800,- per jaar. Voor VVE-kinderen is een vast tarief vastgesteld door de gemeente van 200,- per jaar. Met ingang van 2018 speelt de combinatie met de kinderopvangtoeslag (KOT). Hierdoor ontstaan er verschillen tussen ouders met twee inkomens (hoe laag/hoog ook); en ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Als gemeente moeten we bepalen of we een inkomensafhankelijke bijdrage of een vaste ouderbijdrage innen. Hieronder volgen voor de twee opties de belangrijkste aandachtspunten en verschillen. In tabel 6.2 op pagina 26 is dit voor de verschillende inkomenscategorieën uitgewerkt. Inkomensafhankelijk Dan is ouderbijdrage geharmoniseerd met die van KOT-ouders. Alle kinderopvang gelijk gefinancierd voor ouders. Keuze is dan op inhoud, type en plek opvang. Gunstiger voor lage inkomens > lagere drempel om deel te nemen > hoger bereik. Verwachting dat daar juist ook groter belang zit voor deelname van peuters. Alle VVE ouders met laag inkomen ( tot ) betalen minder dan huidig bijdrage. VVE-Middeninkomens tussen en hogere inkomens gaan meer betalen, verschil afhankelijk van inkomen. Hogere uitvoeringskosten (toetsing en registratie) bij aanbieders Ouders moeten inkomensgegevens overleggen, vraagt meer toelichting. Vaste ouderbijdrage Er ontstaat verschil tussen kinderopvang en peuteropvang. Ouders zonder KOT gaan vast bedrag betalen en KOT ouders afhankelijk van inkomen. Zeker waar het kinderen met bijv. VVE betreft is het niet wenselijk als zij dan geen gebruik maken ivm kosten. Gunstiger voor hogere inkomens. Zij gaan veelal minder betalen en in ieder geval niet meer dan ze nu doen in huidige systeem. Het is niet mogelijk om voor alle VVE-ouders een lagere bijdrage te vragen, tweeverdieners raken hun KOT kwijt als er voor activiteit ook andere financiering (subsidie) is. Lagere uitvoeringskosten, maar meer aanpassingen nodig om groepen in balans te houden. Ouders hoeven geen inkomensgegevens te overleggen > daarmee laagdrempeliger 24

27 Hieronder worden de punten in de tabel toegelicht. Optie 1 inkomensafhankelijke ouderbijdrage Als we kiezen voor een inkomensafhankelijke ouderbijdrage ligt het het meest voor de hand om aan te sluiten bij de adviestabel van VNG voor ouderbijdrage peuterwerk (zie bijlage 4). Invoering koptarief Bij het hanteren van een hoger tarief dan de genoemde 7,18 ontstaat er een verschil met de vergoeding via de kinderopvangtoeslag (KOT). In het voorkeursmodel hanteren we een tarief van 8,17 (vanwege de hogere kosten van peuteropvang versus kinderopvang). Dit levert een verschil op van 0,99 per uur. Dat verschil moet door tweeverdieners bijgelegd worden via de ouderbijdrage, ongeacht de hoogte van het inkomen. Door de invoering van een koptarief voor tweeverdieners wordt er geen onderscheid gemaakt tussen ouders. Daarnaast is de overgang naar het nieuwe systeem voor de meeste ouders gunstiger dan de huidige regeling. Alleen voor de twee hoogste inkomenscategorieën wordt de bijdrage hoger. Daarmee blijft de drempel om gebruik te maken van peuteropvang zo laag mogelijk. Aandachtspunten inkomensafhankelijke bijdrage Ten opzichte van huidige ouderbijdrage gaan ouders vanaf een inkomen van meer ouderbijdrage betalen. Zo was ouderbijdrage eerst voor allen 2,86 per uur en dit wordt voor de hoogste inkomenscategorie (meer dan ) 4,79 per uur; Voor de lage inkomenscategorieën wordt de ouderbijdrage juist (fors) lager, van 2,86 naar in uiterste 0,43 per uur; Dit geldt niet geheel voor de VVE-ouders. Voor de VVE-ouders wordt de ouderbijdrage vanaf een inkomen van al hoger dan de huidige ouderbijdrage. Zij betalen nu namelijk 200,- op jaarbasis; Voor minima (laagste inkomenscategorie) is de ouderbijdrage in nieuwe situatie 120,- per jaar. Via het maatwerk binnen het minimabeleid kan een ouder deze kosten compenseren. Zonder gebruikmaking van het koptarief ontstaat verschil tussen kinderopvang en peuteropvang. Dat zou een verschuiving kunnen betekenen. Optie 2 Vaste ouderbijdrage Hierbij wordt er uitgegaan van een vast bedrag aan ouderbijdrage, ongeacht het inkomen van de ouders. In de huidige regeling geldt een gemiddelde bijdrage van 800,- per jaar. Daarbij wordt wel uitgegaan van een verschil tussen VVE-peuters en reguliere peuters. Voor VVE-peuters geldt een vaste bijdrage van 200,-. Dat betekent dat voor een reguliere peuter het volle pond van 800,- betaald moet worden, ook voor lagere inkomens. In het voorstel wordt bij het alternatief Vaste ouderbijdrage eveneens uitgegaan van het huidige bedrag van 800,- per jaar. Hier kan natuurlijk ook een lager bedrag voor vastgesteld worden, maar dan worden de kosten voor de gemeente evenredig hoger. Aandachtspunten vaste bijdrage Tweeverdieners vallen onder de KOT-regeling, dus zij betalen sowieso een inkomensafhankelijke bijdrage. Bij het hanteren van een vaste bijdrage voor de rest, ontstaan er verschillen tussen groepen ouders. Een vaste ouderbijdrage is ongunstig voor de lagere inkomens, vanaf een inkomen van rond de wordt het financieel gezien juist interessanter. Voor VVE-ouders betekent dit een fikse verhoging ten opzichte van de huidige 200,-- die ze in de huidige regeling betalen; Het verlagen van de ouderbijdrage voor VVE naar bijvoorbeeld een vast bedrag van 200,- voor alle ouders, ook de tweeverdieners, wordt door de KOT heel moeilijk gemaakt, omdat dit er toe leidt dat tweeverdieners geen aanspraak meer kunnen maken op kinderopvangtoeslag. Die regeling staat niet toe dat er voor een activiteit ook op een andere manier subsidie wordt verstrekt die invloed heeft op de ouderbijdrage. Indien we kiezen voor een vaste ouderbijdrage, is een uurtarief van 8,17 in verhouding hoog, omdat er dan minder uitvoeringskosten zullen zijn voor de aanbieders. Dit kan dan naar beneden worden bijgesteld. 25

28 Tabel 6.2 Overzicht verschil inkomensafhankelijke bijdrage en vaste bijdrage Peuteropvang reguliere peuters 7 uur per week ( 2 dagdelen) voor 40 weken Inkomen tussen Ouderbijdrage per uur 1e kind 2017 jaarlijkse ouderbijdrage inkomensafh. (Huidige) vaste jaarlijkse ouderbijdrage voor dagdelen totaal van 7u. (ouderbijdrage per uur) Verschil < ,43 120,40 800,00 ( 2,86) - 679, ,49 137,20 800,00 ( 2,86) - 662, ,91 254,80 800,00 ( 2,86) - 545, ,43 400,40 800,00 ( 2,86) - 399, ,48 694,40 800,00 ( 2,86) - 105, , ,20 800,00 ( 2,86) 373,20 > , ,20 800,00 ( 2,86) 541,20 Hoe zit dit bij andere gemeenten? Er zijn maar enkele gemeenten die hebben gekozen voor het systeem van een vaste ouderbijdrage. Verreweg de meeste gemeenten kiezen voor inkomensafhankelijk, vanuit de overweging dat dit meer harmonie geeft tussen de groepen ouders ( tweeverdieners met kinderopvangtoeslag en ouders die onder gemeentesubsidie vallen). Ook de effecten en extra maatregelen voor kwetsbare ouders en ouders met VVE-doelgroepkinderen die getroffen moeten worden om de bijdrage in balans te houden, maakt een regeling met vaste ouderbijdrage minder aantrekkelijk. Een inkomensafhankelijke ouderbijdrage maakt de peuteropvang laagdrempelig, juist voor de laagste inkomenscategorieën. Dit zal het bereik van de peuteropvang naar verwachting vergroten, wat past bij onze beleidsdoelstellingen en ambitie. Vanuit Zeist hebben we derhalve de voorkeur voor een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. 6.3 Financiële dekking Op basis van het voorkeursmodel komen de kosten van het voorkeursmodel naar verwachting op ,- (incl. afdracht ouderbijdrage) voor Momenteel wordt in totaal aan peuterspeelzalen gesubsidieerd. Dit betekent een stijging van de kosten, maar in het samenspel van de budgetten voor peuterspeelzaalwerk en onderwijsachterstandenbeleidsmiddelen is het nog wel passend. De budgetten worden momenteel niet volledig uitgeput voor deze vorm van opvang. In bijlage 4 wordt een overzicht geboden van de budgetten. De hoogte van de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid (OAB) wijzigt weliswaar, echter uitgaande van de nu bekende berichtgeving, zal het budget voor Zeist in geringe mate afwijken ( positief of negatief) van het bestaande budget voor OAB. Daarmee blijven de budgetten op de langere termijn vrijwel gelijk, met een dip in Ontwikkelingen in bereik Indien er, zoals de opdracht vanuit het rijk is, een stijging van peuters plaatsvindt die gebruikmaakt van de opvang, zijn de middelen op termijn naar verwachting niet volledig toereikend. Gezien echter de onvoorspelbaarheid hiervan verwachten we niet dat er nu al voorbereid moet worden op extra maatregelen. Daarbij speelt de combinatie met de vorming van de nieuwe regering (keuzes voor toedeling budgetten) en de mogelijkheid om binnen het onderwijsachterstandenbudget flexibel in te spelen op de ontwikkelingen. Bovendien zal het subsidiemodel de komende jaren worden gevolgd om te beoordelen of dit ook voor de langere termijn het meest passende model is. Indien de markt dit vraagt wordt er in de loop van 2018 overwogen om naar een aanbestedingsmodel over te gaan. Hier zal de raad dan op betrokken worden. 26

29 7 Gevolgen voor ouders, peuters, aanbieders en gemeente De wetgeving heeft als belangrijke doelstelling dat er een kwaliteitsslag plaatsvindt bij het peuterspeelzaalwerk. De gevolgen voor alle betrokkenen hebben echter een aantal neveneffecten die behalve de verbetering van kwaliteit, vooral ook veel organisatorische handelingen met zich meebrengen. Dit is niet in alle gevallen een welkome aanvulling. Zeker daar waar bij een peuterspeelzaal in de huidige situatie de zaken goed lopen, ook vanuit een informele en kleinschalige basis, levert de nieuwe wetgeving een omslag op die gevolgen heeft. Vanuit de aanpak die we in het voorgestelde model hebben geschetst, wordt getracht om zoveel mogelijk recht te doen aan huidige kwaliteiten en de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. 7.1 Gevolgen voor ouders De gevolgen voor ouders zijn vooral financieel en organisatorisch van aard: - Tweeverdieners moeten zelf via de kinderopvangtoeslag geld terug vragen - Ouders die niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag van het rijk moeten straks meer gegevens overleggen aan de aanbieders van opvang; - Werkende ouders die gebruik maken van kinderopvang in combinatie met peuterspeelzaalwerk hebben straks nog maar met één regeling te maken; - VVE wordt op meer plaatsen aangeboden, waardoor een kind in principe dichter in de buurt terecht kan; - De ouderbijdrage verandert voor veel van de ouders. Voor een aantal ouders wordt het duurder, terwijl er inhoudelijk voor hen niks verandert aan het type opvang; Voor de meeste ouders wordt het goedkoper. - Ouders sluiten met een aanbieder een overeenkomst over de peuteropvang en ontvangen facturen; - Voor ouders die moeite hebben met administratie zal (tijdelijke) begeleiding nodig zijn om de omslag naar de nieuwe regeling soepel te laten verlopen. Hierbij kan de formulierenbrigade een rol spelen. 7.2 Gevolgen voor peuters - Peuters kunnen in de eigen buurt terecht. - De kwaliteit van de peuteropvang krijgt impuls, waar de peuters van kunnen profiteren. Overal wordt gewerkt met 2 gediplomeerd pedagogisch medewerkers die goed de Nederlandse taal beheersen (3F) en extra opgeleid zijn voor het bieden van voorschools educatie. - Meer menging van VVE en niet VVE peuters bevordert dat kinderen met verschillende achtergrond elkaar leren kennen 7.3 Gevolgen voor aanbieders Bij de aanbieders is er een duidelijk verschil tussen organisaties die naast peuterspeelzaalwerk ook al kinderopvang boden en de aanbieders van alleen peuterspeelzaalwerk. Voor de laatste groep zijn de gevolgen groot: - De kosten zijn hoger dan een kinderopvangaanbieder door de verschillen in de cao s, de beperking in dagdelen en inzet van leidsters. Daardoor is de concurrentiepositie minder gunstig; - In plaats van 1 leidster met vrijwilligers moeten er twee betaalde en gediplomeerde leidsters, met VVE-aantekening, voor de groep staan. De meeste opvangorganisaties hebben al twee leidsters, voor vier groepen is dit nog niet het geval; - De ouders moeten maandelijks gefactureerd worden en (mede daardoor) is de administratie uitgebreider en intensiever; - De aanbieders moeten bij inschrijving de inkomenstoets uitvoeren. Zij kunnen ervoor kezen hierin samen te werken; - De methodische aanpak van VVE, met coaching, contactmomenten met CJG en school legt een groter beslag op tijd van leidsters; 27

30 - Met name in het komende jaar zal extra aandacht geboden moeten worden aan de communicatie met ouders over de wijzigingen; - De rapportage naar de gemeente intensiveert, in plaats van jaarlijks per dagdeel wordt dit halfjaarlijks op basis van aanwezige kinderen. 7.4 Gevolgen voor de gemeente De gemeente heeft met name in de aanloop naar de nieuwe wetgeving te maken met een aantal gevolgen: - Kinderopvang wordt gezien als een commerciële activiteit. Subsidie is nog wel mogelijk, maar moet dan voor alle aanbieders gelijk zijn, op basis van de aanmelding per kind en kan alleen vanuit de VVE op basis van doelgroepkinderen nog specifiek toegekend worden. Dit betekent aanpassing van de huidige werkwijze en monitoring van de ontwikkeling van de markt; - De kosten worden hoger door de eisen van de wetgeving en de benodigde inzet op kwaliteit; - Gemeentelijke middelen worden vooral ingezet voor kinderen in zogenaamde kostwinnersgezinnen (éénverdieners) en ouders in een uitkeringssituatie. 28

31 8 Benodigde vervolgstappen Met het vaststellen van het beleidskader wordt er overgegaan naar implementatie van de regeling. Hierbij worden de volgende stappen gezet in aanloop naar de ingangsdatum van : - Er worden nadere regels vastgesteld door het College over de benodigde afspraken binnen het algemene subsidiebeleid die betrekking hebben op de peuteropvang. Op basis hiervan kunnen aanbieders een subsidieaanvraag doen voor het jaar 2018; - Op basis van de uiteindelijk vastgestelde wetgeving bepalen of er nog aanpassingen noodzakelijk zijn in de kaders en keuzes; - Jaarlijks kunnen aanbieders vóór 1 september in hun subsidieaanvraag aangeven wat het verwachte aantal peuters is voor het jaar daaropvolgend. Op basis daarvan wordt subsidie bepaald. Via een voorschot wordt dit verstrekt. Afrekening vindt achteraf plaats op basis van het aantal daadwerkelijk geplaatste peuters; - In samenwerking met de aanbieders worden de ouders in september geïnformeerd over de gewijzigde systematiek en de nieuwe werkwijze en afspraken. Dit wordt geregeld via brieven en informatiebijeenkomsten op de locaties; - Op basis van de huidige kaders wordt bepaald hoe monitoring zal plaatsvinden op zowel de financiële kaders, de ontwikkeling bij aanbieders (incl. de marktwerking), de toe- dan wel afname van peuters op de opvang, de aantallen ouders in de diverse categorieën en de tevredenheid van ouders; - Monitoring van de kwaliteit van het VVE-aanbod in het licht van de verbreding van het aanbod. Dit wordt uitgewerkt in samenhang met de nadere regels en de afspraken met de toezichthouders (GGD en inspectie); - Alle huidige peuterspeelzalen dienen vóór in het Landelijk Register Kinderopvang te worden omgezet naar peuteropvang. Dit dienen zij aan te vragen via de gemeente, die dit verder brengt. Dit dient bij voorkeur voor 1 oktober te gebeuren, om ouders vervolgens voldoende tijd te bieden om hun kinderopvangtoeslag aan te vragen; - Opname van het onderwerp in de risicoparagraaf van de gemeentelijke begroting per

32 Bijlage 1 Begrippenlijst Aanbieder: Harmonisatie: Oudercategorieën: een organisatie of bedrijf die kinderopvang of peuteropvang aanbiedt. het op één lijn brengen van de wet- en regelgeving op terrein van peuterspeelzalen en kinderopvang, zowel qua financiering voor werkende ouders als wat betreft kwaliteitseisen. - Tweeverdieners en éénverdieners in éénoudergezin: ouders met recht op kinderopvangtoeslag - Kostwinners/éénverdieners: huishouden waarin één ouder inkomen heeft, zij hebben geen recht op kinderopvangtoeslag van de rijksregeling. Daarmee vallen ze onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Gezinnen in een uitkeringssituatie: Deze ouders hebben ook geen recht op kinderopvangtoeslag. KOT : Peuterspeelzaalwerk: Peuteropvang : Kinderopvangtoeslag; een tegemoetkoming van het rijk voor de kosten van kinderopvang (artikel 2 van de algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang). de huidige gesubsidieerde peuterspeelzalen. term voor peuterspeelzalen na de omvorming. VVE : Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Voorschools is de educatie voorafgaand aan de basisschool, leeftijd 2,5-4 jaar. Vroegschools is voor de kinderen van groep 1 en 2 van de basisschool,leeftijd 4-6 jaar. VVE-peuter : een peuter die op basis van indicatie van consultatiebureau van GGD in aanmerking komt voor VVE aanbod, dat wil zeggen 4 dagdelen per week, volgens een gecertificeerd programma en met extra begeleiding (tutoring). VVE-plaats : een peuterplaats waar gewerkt wordt met een erkend voorschoolse programma (VVE-programma), waarin op gestructureerd en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van jonge kinderen. VVE programma : een door de erkennings commissie van het NJI goedgekeurd programma/methode die zich in het bijzonder richt op de taalontwikkeling, maar waar daarnaast ook aandacht is voor sociaal- emotionele en motorische ontwikkeling van jonge kinderen. 30

33 Bijlage 2 Overzicht huidige peuterspeelzalen Peuterspeelzalen Exploitant Wijk van Zeist VVE aantal dagdelen regulier aantal dagdele n VVE maximum aantal peuterplek ken regulier maximum aantal peuterplek ken VVE PSZ de Torteltuin Meanderomnium West De Clomp VVE PSZ De Stampertjes en creatieve peutergroep MeanderOmnium West De Clomp 5 40 PSZ De Zwaluw MeanderOmnium West Vogelwijk VVE/niet VVE PSZ Op Dreef MeanderOmnium Noord VVE 8 32 PSZ Kameleon MeanderOmnium Noord VVE 8 32 PSZ Ienie Mienie MeanderOmnium Noord VVE/niet VVE PSZ Kerckebosch KMN Kind & Co Oost VVE/niet VVE PSZ De Piraatjes St. Peutersteelzaal Piraatjes Austerlitz 4 32 PSZ 't Lokomotiefje MeanderOmnium Den Dolder 6 48 Chr. PSZ Oud- Zandbergen St. Peuterspeelzaal Oud Zandbergen Huis ter Heide 5 40 PSZ Zandkasteel Kiekeboe Kinderopvang Centrum 5 40 Totaal Toelichting: VVE plekken zijn altijd voor 4 dagdelen. Een peuterplaats bij VVE is dus altijd 4 dagdelen. Voor de reguliere peuters geldt dat de meeste peuters 2 dagdelen komen. Een peuterplaats is daar om die reden 2 dagdelen. 31

34 Bijlage 3 Beleidsdoelstellingen Onderstaande output-doelstellingen zijn in het interactieve traject met betrokken partijen opgesteld. Ze vormen de basis voor de monitoring van de resultaten. De doelstellingen zullen verder worden uitgewerkt met indicatoren en methode en moment van meten. 1 Laagdrempelige toegang /administratieve lasten behapbaar houden / gespreid aanbod 1a Ouders ervaren de toegang als financieel acceptabel en de administratieve lasten als behapbaar; 1b Ouders hebben toegang tot een peuteropvang in de directe omgeving, dwz binnen loopafstand ( VVE/niet VVE); 1c Peuteropvang-aanbieders ervaren de administratieve lasten als hanteerbaar; 2 Maximaal bereik peuters 2a Zo veel mogelijk peuters gaan minimaal 2 dagdelen per week naar peuter- of kinderopvang. SMART: in 2018 gaat tov % meer peuters naar een peuter- of kinderopvang; in 2019 weer 5% meer peuters dan in 2018 In 2017 doen we een nulmeting 2b Er is zicht op het non-bereik en de redenen waarom ouders niet kiezen voor een peuter- of kinderopvang 3. Vroeg signalering Vroegsignalering betreft het signaleren van bijzonderheden in de ontwikkeling van een kind, zoals in de sociaal emotionele ontwikkeling, spraak- en taalontwikkeling, motorische ontwikkeling en speel en leergedrag. 3a Bijzonderheden in de ontwikkeling van peuters worden tijdig gesignaleerd door betrokken partijen rond jonge kind (zoals GGD, CJG en kinder- en peuteropvang ) en de partijen weten hierop adequaat te reageren op handelings- en afstemmingsniveau. 4 Doorgaande lijn 4a Voor elke peuter is een overdrachtmoment ( CB /CJG > peuteropvang >basisschool) Als er bijzonderheden zijn en/of als het kind een VVE-indicatie heeft, vindt de overdacht daarnaast ook warm plaats, dat wil zeggen dat er een telefonische of face to face overdracht is van de ene professional naar de andere professional. 5 Op maat, aansluiten bij behoefte, individueel ontwikkelingsplan, kind mag zichzelf zijn 5a In Zeist sluiten we aan bij de individuele leer- en ontwikkelbehoefte van ieder kind en houden we rekening met de thuissituatie 5b Kinderen krijgen op de peuteropvang de tijd om te wennen en zichzelf te ontwikkelen in een veilige omgeving 6 Ouderbetrokkenheid 6a Ouders kennen de methode die wordt gebruikt in de peuteropvang en gebruiken die thuis ook; 6b Pedagogisch medewerkers stimuleren dat ouders (onderdelen van) de methode ook thuis gebruiken; 6c Ouders ervaren hun inbreng als partner aan die van de peuteropvang in de ontwikkeling van hun kind. Ook pedagogisch medewerkers ervaren dit partnership richting de ouders. 6d Ouders ervaren dat zij na een jaar peuteropvang hun kind beter kunnen ondersteunen in zijn of haar ontwikkeling 7 Kwalitatief goede opvang /aansluiting CJG 7a De pedagogische medewerkers op de peutergroep zijn voldoende toegerust om kwalitatief goede opvang te bieden door: - beschikbaarheid van expertise van een pedagogische coach en CJG-medewerker - beschikbaarheid methode die VVE gecertificeerd is; - iedere pedagogisch medewerker voldoet aan taalniveau eis (3F) of is daartoe in opleiding; - op iedere peutergroep werken pedagogisch medewerkers die VVE gecertificeerd zijn of daartoe in opleiding zijn; - de pedagogisch medewerkers van iedere peutergroep hebben bij het CJG een vast aanspreekpunt die zij kunnen consulteren. 7b De ouders zijn tevreden over de kwaliteit van de peuteropvang 32

35 Bijlage 4 Financiële uitwerking In deze bijlage wordt een uitgewerkte financiële vertaling gegeven van het voorkeursmodel zoals beschreven in hoofdstuk 5 en 6. En welke consequenties de nieuwe situatie heeft voor het beschikbare budget ten opzichte van de oude situatie. Daarbij worden ook de inkomsten uit de ouderbijdrage in beeld gebracht. Kosten peuteropvang volgens subsidiemodel Subsidiekosten Voorkeursmodel - instroom reguliere peuters 2 jaar - instroom VVE peuters 2,5 jaar - dagdeel is 3,5 uur - basisaanbod is 2 dagdelen per week - 40 weken per jaar - uurtarief is 7,18 - met een koptarief van 0,99 - In totaal is maximum uurtarief 8,17 per uur - inkomensafhankelijke ouderbijdrage - 3 e en 4e dagdeel voor VVE ouders gratis aantal peuters kosten inkomsten uit ouderbijdrage Basisaanbod reguliere peuters totaal aantal peuters 2 en 3 jarigen 205 aantal ouders met kinderopvangtoeslag (50%) 102 gemeente gesubsidieerde peuters (50%)* 103 Kosten op basis van maximum uurtarief inkomsten uit ouderbijdrage** Totaal gemeente subsidie basisaanbod reguliere peuters * ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag van het rijk ** gerekend met gemiddelde inkomsten uit ouderbijdragen van 400,-- per jaar VVE peuters totaal aantal VVE peuters 2,5 4 jaar 140 aantal ouders met kinderopvangtoeslag (30%) 42 gemeente gesubsidieerde peuters (70%)* 98 Kosten basisdeel 1 e 2 e dagdeel op basis van maximum uurtarief inkomsten uit ouderbijdrage** kosten 3 e en 4 dagdeel*** Plus subsidie voor uitvoeren VVE aanbod Totaal gemeente subsidie VVE peuters * ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag van het rijk ** gerekend met gemiddelde inkomsten uit ouderbijdragen van 300,-- per jaar *** gerekend is dat 80% 4 dagdelen afneemt en 20% 3 dagdelen, 3 e en 4 e dagdeel is voor ouders gratis Koptarief voor kinderopvanggerechtigde ouders aantal ouders regulier met KOT aantal ouders VVE met KOT Totaal subsidiekosten koptarief alle ouders met KOT Totaal: Basis + VVE + koptarief + rekening houdend met inkomsten ouderbijdrage

36 Subsidiekosten voor en na de omvorming In onderstaande overzichten wordt inzichtelijk gemaakt wat de subsidiekosten voor en na de omvorming naar peuteropvang zijn. Voor omvorming situatie in 2017: 2017 verstrekte subsidie peuterspeelzaalwerk budget reguliere peuterspeelzalen PSZ- budget VVE peuterspeelzalen, inclusief warme overdracht OAB-budget Totaal peuterspeelzalen Na omvorming vanaf 2018: Indicatie subsidiekosten voorkeursmodel 2018 indicatie subsidie basisaanbod reguliere peuters indicatie subsidie VVE aanbod, inclusief warme overdracht indicatie subsidie koptarief KOT ouders Totaal voorkeursmodel Intern begeleider De interne begeleider van leidsters (coach), wordt momenteel separaat gefinancierd, in het voorkeursmodel is dit ook een separate post. De verwachting is wel dat die inzet hoger wordt in de komende jaren, gezien de uitbreiding van het aantal locaties waar VVE geboden gaat worden (van per jaar naar ,- per jaar). Dit past nog binnen de huidige budgetten. Beschikbaar budget voor de komende jaren vanuit de meerjarenbegroting Peuteropvang wordt binnen de gemeente uit 2 budgetten bekostigd, te weten het reguliere peuteropvangbudget waar de Asschermiddelen aan toe worden gevoegd en het budget voor onderwijsachterstandenbeleid (OAB). Beide worden onderstaand toegelicht. Uit de OAB middelen wordt zowel de VVE ( zie tabel bovenaan deze pagina) bekostigd als ook enkele andere activiteiten zoals bijvoorbeeld de ouderprogramma s Opstap en Opstapje en VVE-thuis. Het nieuwe model vraagt een beperkte verschuiving van middelen binnen het OAB-budget. Peuterspeelzaalbudget regulier PSZ budget, kp Extra peutermiddelen (Asscher middelen) ** zie * * Totaal *dit bedrag is inclusief de extra peutermiddelen (Asschermiddelen) van 2016 en 2017, die zijn doorgeschoven naar ** in 2018 vindt er een korting plaats vanuit Rijk, omdat door de harmonisatie een deel van de ouders onder de kinderopvangregeling valt. Voor Zeist wordt er uit het gemeentefonds genomen. 34

37 Onderwijsachterstandenbudget / VVE OAB budget, kp * verwacht * verwacht * verwacht * verwacht * Vanaf 2018 zal de landelijke verdeling van de OAB middelen op basis van andere verdeelcriteria plaatsvinden. Ook vindt er mogelijk een korting plaats van 40 miljoen. Op basis van de modellen die er vanuit het Rijk al bekend zijn ( met/ zonder korting en verschillende verdeelcriteria), varieert de uitkering voor Zeist tussen de en In dit overzicht gaan we om die reden uit van het gemiddelde bedrag van op jaarbasis Verwachting is dat de exacte hoogte van de uitkering in mei of juni 2017 bekend wordt gemaakt, bijvoorbeeld via de meicirculaire. VNG adviestabel ouderbijdrage Als we kiezen voor een inkomensafhankelijke ouderbijdrage ligt het voor de hand om aan te sluiten bij de adviestabel van VNG voor ouderbijdrage peuterwerk. Deze is gebaseerd op de Kinderopvang Toeslag tabel (KOT tabel), maar kent maar 7 inkomenscategorieën. Daarmee is deze praktischer in de uitvoering. Deze wordt dan ook door de meeste gemeenten gehanteerd. In de KOT-tabel wordt uitgegaan van een uurtarief van 7,18. De VNG adviestabel ziet er als volgt uit: Tabel 6.1 VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2017 Gezamenlijk toetsingsinkomen gezin Ouderbijdrage peuterwerk 2017 per uur e kind 2 e kind e.v. lager dan ,43 0, ,49 0, ,91 0, ,43 0, ,48 0, ,19 1, en hoger 4,79 1,88 35

38 Bijlage 5 Expertmodel Kostprijs Peuteropvang Onderstaande tabel is afkomstig uit het Expertmodel Kostprijzen Peuteropvang van Sociaal Werk Hierin is de uitwerking te zien van de kostprijsberekening voor peuteropvang bij een openingstijd van 3,5 uur per dagdeel, 40 weken per jaar. Te zien is dat de berekende kostprijs per bezet uur bij 0% doelgroeppeuters in deze variant 8,17 bedraagt en bij 100% doelgroeppeuters 9,06. In het voorkeursmodel gaan we uit van de 8,17 en daarnaast voor de VVE doelgroeppeuters een bedrag van 500,00 op jaarbasis. Dat komt (globaal) overeen met het verschil tussen de 9,06 en de 8,17 ( namelijk 0,99), maar dan berekend op jaarbasis. 36

39 Bijlage 6 Stroomschema aanvraag ouders In onderstaand stroomschema wordt voor ouders duidelijk gemaakt hoe de nieuwe subsidiesystematiek werkt. Het is hier bedoeld als voorbeeld. (Bron= gemeente Hoogezand Sappemeer). 37

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot Aanleiding In november 2017 is naast de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk ook de Wet innovatie en

Nadere informatie

Basis RAADSVOORSTEL HARMONISATIE VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN (GEWIJZIGD) Besluit Raad 24 januari 2017:

Basis RAADSVOORSTEL HARMONISATIE VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN (GEWIJZIGD) Besluit Raad 24 januari 2017: RAADSVOORSTEL HARMONISATIE VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN (GEWIJZIGD) 25-10-2016 RAADSVST16 H JorJ01 gemeentelijk management team Portefeuillehouder J.Varkevisser Ronde Tafel 8 december 2016 Opsteller Mw.

Nadere informatie

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen Harmonisatie peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang Vooraf De gemeente

Nadere informatie

DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE

DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE Onderwerp: Toekomst peuterspeelzaalwerk Registratienummer: 00586225 Op voorstel B&W d.d.: 14 juni 2016 Datum vergadering: 6 juli 2016 Portefeuillehouder: M.M. Schlösser

Nadere informatie

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per Beleidskader + financiële uitwerking Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per 01-01-2018 Vastgesteld door de gemeenteraad van West Maas en Waal op 21 september

Nadere informatie

Uitgangspuntennotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen Gooise Meren

Uitgangspuntennotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen Gooise Meren Uitgangspuntennotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen Gooise Meren Kind (3): Ik wil gaan schaken met jou. Mamma: Misschien is dat nog een beetje te moeilijk. Kind: Dan leg ik het je toch even uit?

Nadere informatie

Gemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd)

Gemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Baarn Nr. 54737 15 maart 2018 Gemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd) Collegebesluit Zaaknummer

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Harmonisatie voorschoolse voorzieningen per e WIJZIGING

RAADSVOORSTEL Harmonisatie voorschoolse voorzieningen per e WIJZIGING RAADSVOORSTEL Harmonisatie voorschoolse voorzieningen per 01-01-2018 2 e WIJZIGING Portefeuillehouder Varkevisser Ronde Tafel 01 juni 2017 Opsteller C. Bakker/M. Vonk Debat 22 juni 2017 Zaak/stuknummer

Nadere informatie

Portefeuillehouder: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie samenleving d.d. 30 oktober 2017 de Raad d.d.

Portefeuillehouder: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie samenleving d.d. 30 oktober 2017 de Raad d.d. Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: SLZ/Beleid Wethouder Borgonjen Ter behandeling in de vergadering van: de commissie samenleving d.d. 30 oktober 2017 de Raad d.d. 7 november 2017 Onderwerp: Harmonisatie

Nadere informatie

Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang

Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang 1 Aanleiding Op 1 januari 2018 is de nieuwe wet Kinderopvang in werking getreden. Dit was een aanleiding voor nieuw beleid ten aanzien van peuteropvang

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 279 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden

Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden Waarom harmoniseren? Onderwijs 0-4 is een beleidsveld dat volop in beweging is. Daarbij heeft het ook nog eens veel raakvlakken heeft met de preventieve,

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak Voorschoolse voorzieningen in Gouda visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015 afdeling Maatschappelijk beleid Gouda, april 2012 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Terugblik Nota Beleid

Nadere informatie

Als gevolg hiervan kan bovenstaande verordening worden ingetrokken.

Als gevolg hiervan kan bovenstaande verordening worden ingetrokken. Onderwerp : Peuterwerk integreren in dagopvang / intrekken Verordening Kwaliteitsregels Peuterspeelzalen Bijlage nr. : 48 2012. AAN de gemeenteraad; TOELICHTING Samenvatting: Geadviseerd wordt om kennis

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Onderwerp Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Vergadering Datum Agendapunt Rondetafelgesprek 29 juni 2017 10 Raadsvergadering 13 juli 2017 Classificatienummer

Nadere informatie

Samen staan we sterker

Samen staan we sterker Samen staan we sterker Notitie voor Gemeente Berkelland over de harmonisatie en integratie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in Eibergen-Rekken-Beltrum 4 september 2008 SKER-DHG 1 Inleiding Medio

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zutphen Nr. 223687 21 december 2017 Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het subsidiëren

Nadere informatie

Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019

Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019 Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019 Het college van de gemeente Waalwijk; gelet op de Wet kinderopvang, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de Algemene

Nadere informatie

2513AA1Xa. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA1Xa. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA1Xa Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel

Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel Inleiding In deze notitie geeft de gemeente Krimpen aan de IJssel weer hoe zij vanaf 2019 Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders Burgemeester en wethouders Raadsvoorstel voor behandeling in oordeelvormende/besluitvormende vergadering Datum vergadering 23 juni 2016 Zaaknummer : Onderwerp Beleidskader peuteropvang 49262 Agendapunt

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 3 augustus ECSD/U Lbr. 17/042 (070)

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 3 augustus ECSD/U Lbr. 17/042 (070) Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 3 augustus 2017 Ons kenmerk ECSD/U201700503 Lbr. 17/042 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) - Onderwerp Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 322 Kinderopvang Nr. 243 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Nadere informatie

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Voor een sterke basis Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Overzicht wettelijke verplichtingen in jeugd, onderwijs en opvang Gemeenten zijn uitvoerders van overheidsbeleid;

Nadere informatie

Beleidsnotitie Aanbod voor peuters Gemeente Buren

Beleidsnotitie Aanbod voor peuters Gemeente Buren Beleidsnotitie Aanbod voor peuters 2017-2020 Gemeente Buren Inhoudsopgave 1. Huidige situatie 4 Waar gaat het over? 4 Wat doen we al? 4 2. Vergroten bereik peuters 6 Wat gaan we doen? 6 Doel 6 Behoefte

Nadere informatie

Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie mei 2019

Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie mei 2019 Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie 2020-2023 14 mei 2019 1 Inhoud Aanleiding 3 1 Doel van de nota van uitgangspunten 4 2 Ambitie 4 3 Aanpak 5 4 Sturing en partnerschap 7 5 Budgettaire kaders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 264 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^ Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: Activiteit; Stellers: Conny van Aarle Akkoord: Gemeente Boxtel, afd. Maatschappelijke Ontwikkeling H. Schuurman;

Nadere informatie

Beleidskader Peuteropvang Ede 2016

Beleidskader Peuteropvang Ede 2016 Beleidskader Peuteropvang Ede 2016 Inleiding Vanaf 2018 gelden landelijk voor peuterspeelzalen, voorscholen en kinderopvang dezelfde kwaliteitseisen en worden ze op dezelfde wijze gefinancierd. De regels

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Inhoud. Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gemeente Dalfsen. Nieuwe subsidieregels en invoering

Inhoud. Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gemeente Dalfsen. Nieuwe subsidieregels en invoering Inhoud Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gemeente Dalfsen Nieuwe subsidieregels en invoering dalfsendalfsen, juli 2017 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Vertaling landelijk beleid naar lokale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 322 Kinderopvang Nr. 340 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Openbaar openbaarheid: Overlegd met Financiën: d.d Raad: Ter besluitvorming

Openbaar openbaarheid: Overlegd met Financiën: d.d Raad: Ter besluitvorming ADVIES COLLEGE Onderwerp: VVE beleid 2018 *Z030A7D512A* Opgesteld door: A.F.B. Beijen Persbericht: Nee Telefoonnummer: (0294) 491 371 WKPB: Nee Datum: 24 juli 2017 Portefeuillehouder: Dhr. P. Eijking Registratienummer:

Nadere informatie

Toekomstverkenning peuterspeelzaalwerk

Toekomstverkenning peuterspeelzaalwerk Toekomstverkenning peuterspeelzaalwerk Gemeente Hardinxveld-Giessendam Ilze Eikmans Aanleiding heroverwegen peuterspeelzaalwerk Tekst Regeerakkoord: Om de onderlinge afstemming van onderwijs, peuterspeelzaalwerk

Nadere informatie

Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Rheden Nr. 234199 29 december 2017 Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden 2018 Het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Convenant uitvoering Boxtels model Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Inleiding De Voor- en Vroegschoolse Educatie en de daarmee te behalen opbrengsten in de ontwikkeling van kinderen staan landelijk

Nadere informatie

Harmonisatie voorschoolse voorzieningen. Vergaderdatum 20 mei Gemeenteblad 2014 / 34. Agendapunt 5. Aan de Raad

Harmonisatie voorschoolse voorzieningen. Vergaderdatum 20 mei Gemeenteblad 2014 / 34. Agendapunt 5. Aan de Raad Betreft Harmonisatie voorschoolse voorzieningen Vergaderdatum 20 mei 2014 Gemeenteblad 2014 / 34 Agendapunt 5 Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met de ombouw van

Nadere informatie

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL GEMEENTERAAD MENAMERADIEL Menaam : 27 januari 2011 Portefeuillehouder : A. Dijkstra Punt : [08] Behandelend ambtenaar : A. Buma Doorkiesnummer : (0518) 452918 Onderwerp : Wet OKE / VVE 2011-2014 Inleiding

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015 Voorschoolse voorzieningen in Gouda visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015 afdeling Maatschappelijk beleid Gouda, februari 2012 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Terugblik Nota

Nadere informatie

Harmonisatie: facts, figures en toekomstperspectief

Harmonisatie: facts, figures en toekomstperspectief Harmonisatie: facts, figures en toekomstperspectief Ed Buitenhek Utrecht, 17 november 2017 harmonisatie best lastige materie door van 1 naar 4 typen peuters koppeling subsidiebijdrage, ouderbijdrage

Nadere informatie

Inzicht in voorzieningen in Nederland

Inzicht in voorzieningen in Nederland Inzicht in voorzieningen in Nederland Hulst 27 februari 2014 Algemene leeftijdslijn en te duiden onderdelen a. 171 203 213 207 249 238 242 275 260 314 307 291 307 volledige naam van de voorziening voor

Nadere informatie

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Betreft Voortgangsbrief Harmonisatie peuterspeelzaalwerk

Nadere informatie

Advies: In te stemmen met bijgaande raadsinformatiebrief en deze door te sturen naar de raad.

Advies: In te stemmen met bijgaande raadsinformatiebrief en deze door te sturen naar de raad. VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: H. Steijn Tel,nr,: 06-35113525 Geraadpleegd consulent Datum: 13-01-2014 Team: JLV Financieel: Tekenstukken: Ja Persbericht: Bijlagen:

Nadere informatie

BELEIDSREGEL. Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018

BELEIDSREGEL. Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018 Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018 Auteur M. Lettink Functie Beleidsmedewerker Welzijn en Onderwijs Datum 17 oktober 2017 BELEIDSREGEL 2 SUBSIDIEREGELING VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Nadere informatie

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model Convenant uitvoering Boxtels model Impuls kwaliteit VVE beleid Boxtel 6 juli 2011 Aanleiding en doelstelling bestuurlijk convenant Met ingang van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie krijgt

Nadere informatie

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

Nadere informatie

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 1. Inleiding Kinderen ontplooien zich later beter in onderwijs en maatschappij als hun start goed is. Als een kind in de voor- of vroegschoolse

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Nederweert Plaats : Nederweert Gemeentenummer : 0946 Onderzoeksnummer : 292866 Datum onderzoek : 20 april 2017

Nadere informatie

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017.

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017. Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017. Inleiding Algemeen Deze beleidsregel is een uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Koggenland (ASV). Zij wordt (ingevolge artikel 2 lid 4 ASV) vastgesteld

Nadere informatie

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO.

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. Voorstel tot het vaststellen van een nieuw beleidskader harmonisatie en kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gemeente Aalten 2018. AAN DE RAAD Samenvatting De inwerkingtreding

Nadere informatie

PRAAT MET DE RAAD kort verslag

PRAAT MET DE RAAD kort verslag PRAAT MET DE RAAD kort verslag Datum: 19 mei 2015 Spreker: Corine Laurant, namens Stichting Kinderen en Ouders Onderwerp: Stichting Kinderen en Ouders als gesubsidieerde instelling voor peuterspeelzalen

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Gemeente Purmerend Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Juli 2011 INHOUDSOPGAVE Samenvatting.....2 1 Inleiding. 2 2. Begrippenkader...2 3. Aanleiding........3

Nadere informatie

Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente Haarlem in schooljaar ' BBV nr:

Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente Haarlem in schooljaar ' BBV nr: Informatienota Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente BBV nr: 2016/450120 1. Inleiding De gemeente Haarlem is sinds de inwerkingtreding van de

Nadere informatie

VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin. locatie Noord Enkhuizen

VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin. locatie Noord Enkhuizen VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin locatie Noord Enkhuizen voorwoord Voor u ligt het VVE-beleidsplan van de Stichting Montesssori-peutergroep Enkhuizen. Deze stichting, die peuterspeelzaalwerk

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving bevat normen waaraan goed beleid of goede regelgeving

Nadere informatie

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE Dalfsen, augustus 2012 1 Inleiding Dit document is een uitwerking van de Notitie Beleid en uitvoering

Nadere informatie

Peuterwerk in het sociaal domein

Peuterwerk in het sociaal domein Peuterwerk in het sociaal domein Position Paper Februari 2017 1 Visie op peuterwerk in het sociaal domein De SER, landelijke politieke partijen en gemeenten onderstrepen dat sociaal beleid méér is dan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 322 Kinderopvang Nr. 227 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Nadere informatie

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Deelverordening Peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Achtkarspelen 2014. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Kinderopvang:

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Subsidieregeling peuteropvang en VVE 2018 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN

GEMEENTEBLAD. Nr Subsidieregeling peuteropvang en VVE 2018 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Dronten Nr. 208397 27 november 2017 Subsidieregeling peuteropvang en VVE 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten, gelet opde

Nadere informatie

VERANDERINGEN IN HET PEUTERWERK

VERANDERINGEN IN HET PEUTERWERK Peuteropvang 2017 VERANDERINGEN IN HET PEUTERWERK Met ingang van 1 januari 2017 vinden veranderingen plaats in zowel de uitvoering als de financiering van het peuterspeelzaalwerk in de gemeente Haaren.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 596 Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving

Nadere informatie

Culemborgs VVE beleid 2011-2014

Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Wat is VVE? VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. VVE is een programmatisch aanbod dat er op gericht is om taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te

Nadere informatie

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Deelverordening Peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Achtkarspelen 2014. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Kinderopvang:

Nadere informatie

Subsidieregeling Peuteropvang en Voor en Vroegschoolse Educatie gemeente Zeist Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist besluiten,

Subsidieregeling Peuteropvang en Voor en Vroegschoolse Educatie gemeente Zeist Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist besluiten, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zeist Nr. 126026 20 juli 2017 Subsidieregeling Peuteropvang en Voor en Vroegschoolse Educatie gemeente Zeist 2018 Burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van Gouda

Burgemeester en wethouders van Gouda Burgemeester en wethouders van Gouda Gelet op artikel 7 Algemene Subsidieverordening Gouda 2003; Overwegende dat: - aan alle kinderopvangorganisaties in de gemeente Gouda de mogelijkheid wordt geboden

Nadere informatie

Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 2017: Reguliere peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie

Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 2017: Reguliere peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rhenen. Nr. 1350 3 oktober 016 Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 017: Reguliere peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie Het college van Burgemeester

Nadere informatie

Beleidsnota peuteropvang Gemeente Edam-Volendam. Spelen, ontdekken en leren

Beleidsnota peuteropvang Gemeente Edam-Volendam. Spelen, ontdekken en leren Beleidsnota peuteropvang 2018 2022 Gemeente Edam-Volendam Spelen, ontdekken en leren 1. Inleiding Het beleid voor het peuterspeelzaalwerk in de gemeente Edam-Volendam dient opnieuw te worden vastgesteld

Nadere informatie

Minister Asscher: peuterspeelzaal onder de kinderopvang

Minister Asscher: peuterspeelzaal onder de kinderopvang http://www.kinderopvangtotaal.nl/kinderdagverblijven/actueel/2013/12/kinderopvang-zet-eerstestap-naar-een-nieuw-stelsel-1417753w/ Onderaan de pagina vind je de link naar de brief van Asscher. Minister

Nadere informatie

Peuterspeelgroep voor een goede start op de basisschool

Peuterspeelgroep voor een goede start op de basisschool Peuterspeelgroep voor een goede start op de basisschool natuurlijk samen! Peuterspeelgroep voor een goede start op de basisschool De Gemeente Noordenveld wil graag dat alle peuters in de gemeente Noordenveld

Nadere informatie

Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten

Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten Inhoudsopgave Inleiding Pag. 3 1. Landelijke ontwikkelingen peuterspeelzaalwerk Pag. 4 1.1. Inhoudelijke ontwikkelingen 1.2 Financiële ontwikkelingen

Nadere informatie

Onderwerp : Uitvoeringsnotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen

Onderwerp : Uitvoeringsnotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen Raadsvoorstel *Z0345EB2B4F* Aan de raad Documentnummer : INT-16-30918 Afdeling : Samenleving Onderwerp : Uitvoeringsnotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen Inleiding Volgens de huidige plannen

Nadere informatie

2.2 Argumenten om over te gaan op vraagfinanciering De belangrijkste argumenten om over te gaan op vraag gestuurde financiering zijn:

2.2 Argumenten om over te gaan op vraagfinanciering De belangrijkste argumenten om over te gaan op vraag gestuurde financiering zijn: Memo Aan: Marijke van Dun, gemeente Heerenveen Van: Ilze Eikmans Datum: 10 augustus 2015 Betreft: Hoofdlijnen omvormingsplan peuterspeelzalen 1. INLEIDING In deze memo worden de hoofdlijnen van het omvormingsplan

Nadere informatie

M O N T F O O R T g e m e e n t e

M O N T F O O R T g e m e e n t e g e m e e n t e Beleidsnotitie Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie Wettelijk kader Op 1 augustus 2010 is de Wet OKE (Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) in werking getreden.

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang Voorschoolse educatie gemeente Haarlem 2019

Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang Voorschoolse educatie gemeente Haarlem 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haarlem Nr. 76478 1 april 2019 Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang Voorschoolse educatie gemeente Haarlem 2019 Het college van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tilburg brengt je verder! Talentontwikkeling voor alle peuters in een geharmoniseerde omgeving

Tilburg brengt je verder! Talentontwikkeling voor alle peuters in een geharmoniseerde omgeving Tilburg brengt je verder! Talentontwikkeling voor alle peuters in een geharmoniseerde omgeving 1. Inleiding Verschil moet er niet zijn, dat moet je maken! In 'Tilburg brengt je verder', de lokaal educatieve

Nadere informatie

Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne

Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne 2012-2014 1 Vastgesteld door de gemeenteraad van Deurne op 2 1.Inleiding Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie De Wet OKE (Ontwikkelingskansen

Nadere informatie

UITVOERINGSPROGRAMMA 2013

UITVOERINGSPROGRAMMA 2013 UITVOERINGSPROGRAMMA 2013 VVE IN HAARLEMEMRLIEDE CA. Y.Mahrach dec 2013 Inleiding Per 1 augustus 2010 is de wetgeving voor onderwijsachterstanden en voor- en vroegschoolse educatie gewijzigd. De gemeente

Nadere informatie

Notitie samenvoeging voorschoolse voorzieningen: Integratie Peuterspeelzaal en Kinderdagverblijf

Notitie samenvoeging voorschoolse voorzieningen: Integratie Peuterspeelzaal en Kinderdagverblijf Notitie samenvoeging voorschoolse voorzieningen: Integratie Peuterspeelzaal en Kinderdagverblijf Inhoud: 1. Inleiding 2. Situatie Roerdalen 3. Integraal Jeugdbeleid 4. Voorstel: De gemeente als financieel

Nadere informatie

Raadsvoorstel Zaak :

Raadsvoorstel Zaak : Zaak : 00515164 Onderwerp Portefeuillehouder De heer W.A. van Engeland Datum raadsvergadering 19 september 2017 Samenvatting Op 1 januari 2018 treedt de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Nadere informatie

Workshop Onderwijsdag 2012 Enschede

Workshop Onderwijsdag 2012 Enschede Anneke Elenbaas van Ommen - 20 maart 2012 SAMENWERKEN AAN DE DOORGAANDE LIJN IN ZORG EN EDUCATIE BINNEN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE PERIODE Workshop Onderwijsdag 2012 Enschede Programma Welkom en toelichting

Nadere informatie

Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) CVDR Officiële uitgave van Bronckhorst. Nr. CVDR467596_1 1 mei 2018 Beleidsregel Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 2018 Reguliere peuteropvang en vooren vroegschoolse educatie

Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 2018 Reguliere peuteropvang en vooren vroegschoolse educatie GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Rhenen Nr. 170227 2 oktober 2017 Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 2018 Reguliere peuteropvang en vooren vroegschoolse educatie Gemeente Rhenen Subsidieregels

Nadere informatie

Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard; gelet op de Wet Kinderopvang de Algemene subsidieverordening Heerhugowaard

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Leeuwarderadeel Plaats : Stiens Gemeentenummer : 0081 Onderzoeksnummer : 288786 Datum onderzoek : 21

Nadere informatie

Handhavingsbeleid kwaliteit Kinderopvang Gemeente De Bilt 2013

Handhavingsbeleid kwaliteit Kinderopvang Gemeente De Bilt 2013 Handhavingsbeleid kwaliteit Kinderopvang Gemeente De Bilt 2013 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding en leeswijzer 3 1.1 Landelijk Register Kinderopvang.... 3 2. Wet- en regelgeving 4 2.1 Wetten en besluiten. 4

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel; Subsidieregeling (VVE-)peuteropvang Tiel Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel; gelet op artikel 5 van de Verordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel overwegende

Nadere informatie

De Tijdelijke subsidieverordening Peuteropvang en VVE gemeente Zaanstad 2019

De Tijdelijke subsidieverordening Peuteropvang en VVE gemeente Zaanstad 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zaanstad Nr. 232894 1 november 2018 Tijdelijke subsidieverordening peuteropvang en VVE gemeente Zaanstad 2019 De raad van de gemeente Zaanstad, Gelet op de

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling! Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk Spelen in het belang van talentontwikkeling! Peuterspeelzalen en gemeente Sinds zestiger jaren vorige eeuw Vrijwilligersinitiatief soms met gemeentelijke stimuleringsubsidie,

Nadere informatie

Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019

Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Krimpenerwaard Nr. 64679 28 maart 2018 Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019 Inleiding Subsidie is een bijdrage van de

Nadere informatie

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR336051_5 22 mei 2018 Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Het college van de gemeente Nijkerk; gelezen het voorstel van 3 september 2013, gelet

Nadere informatie

ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente.

ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente. ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente. 1. Subsidieert uw gemeente de uitvoering van VVE programma's in PEUTERSPEELZALEN? Ja Nee 2. Subsidieert uw gemeente de uitvoering van VVE

Nadere informatie

Verdeelregel peuteropvang en voor en vroegschoolse educatie (vve)

Verdeelregel peuteropvang en voor en vroegschoolse educatie (vve) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haarlemmermeer Nr. 120501 14 juli 2017 Verdeelregel peuteropvang en voor en vroegschoolse educatie (vve) Relevante beleidsnota s Harmonisatie voorschoolse

Nadere informatie

Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten

Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten Naar een integraal onderdeel van een samenhangend aanbod voor opvang & ontwikkeling van het Houtense jonge kind. Het bestuur en directie van de Peuterspeelzaal Houten

Nadere informatie

Omvormingsplan. Peuterspeelzaalwerk

Omvormingsplan. Peuterspeelzaalwerk Omvormingsplan Peuterspeelzaalwerk April 2016 1 2 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Landelijke ontwikkelingen 7 2.1 Toekomst voorschoolse voorzieningen 7 2.1.1 Versterking van het pedagogisch klimaat 7 2.1.2 Eén

Nadere informatie