Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007"

Transcriptie

1 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007

2

3 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007

4

5 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Voorwoord 3 Voor u ligt het door Gas Transport Services B.V. (GTS) opgestelde Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Dit document is tot stand gekomen in overeenstemming met de eisen die hieraan worden gesteld in de Ministeriële Regeling Kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas. Het is bestemd voor de Directie Toezicht Energie (DTe) van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), voor onze klanten en anderen die geïnteresseerd zijn in ons bedrijf. Al ruim 40 jaar transporteert N.V. Nederlandse Gasunie aardgas in Nederland op een veilige en betrouwbare wijze. Gasunie heeft GTS aangewezen als de landelijke netbeheerder van het gastransportnet. In die hoedanigheid verzorgt GTS gastransportdiensten ten behoeve van een goede werking van de gasmarkt in Nederland en daarbuiten. Tot de wettelijke taken, die GTS op een nondiscriminatoire en transparante wijze uitvoert, behoort het beheer van het gastransportnet. Daarnaast is voor eindafnemers de leveringszekerheid van gas erg belangrijk. Leveringszekerheid is opgebouwd uit aanbodzekerheid en transportzekerheid. GTS is verantwoordelijk voor transportzekerheid. Voor de aanbodzekerheid voor de kleinverbruikers tot -9 C dragen de energiebedrijven verantwoordelijkheid. GTS is verantwoordelijk voor de pieklevering aan kleinverbruikers in het temperatuurgebied -9 C tot -17 C. Dit document beschrijft de wijze waarop GTS haar taken uitvoert en geeft voorts de toekomstige marktontwikkelingen weer, de kwaliteitscriteria die we hanteren, de wijze waarop we het net en de toekomstige uitbreidingen ervan plannen en de processen waarmee we zorgen voor een veilig en betrouwbaar gastransport. GTS anticipeert op de ontwikkelingen in de gasmarkt die gevolgen hebben voor de gasstromen in ons netwerk en voor de daaraan gekoppelde vraag naar transportcapaciteit. Dit doet GTS onder meer door het aanbieden van nieuwe diensten, aanpassing van het entry-exitsysteem en door een goede inrichting van de plannings- en investeringsprocessen. Op deze wijze levert GTS tevens een bijdrage aan de sterke positionering van Nederland als gasrotonde in Noordwest-Europa. Sinds de publicatie van het vorige Kwaliteits- en Capaciteitsdocument in 2005 hebben zich de nodige ontwikkelingen in de gasmarkt voorgedaan. De laatste jaren hebben vele bedrijven GTS om uitbreiding van de transportcapaciteit verzocht om zo meer concurrentie op de gasmarkt mogelijk te maken. GTS heeft deze verzoeken verwerkt in één investeringsprogramma dat 1,1 miljard euro kost. Deze aanpak is, zowel economisch als planologisch, het meest efficiënt en het minst belastend. Het levert bovendien vele mensjaren directe werkgelegenheid op. De uitbreiding betreft de aanleg van in totaal 450 kilometer leiding en de bouw van twee compressorstations. Door deze uitbreiding kunnen tal van bedrijven nieuwe handelscontracten afsluiten in binnen- en buitenland, nieuwe elektriciteitscentrales van gas worden voorzien en ook straks vloeibaar aardgas (LNG) naar Nederland worden gebracht. Het is een belangrijke stap in het streven Nederland tot de meest aantrekkelijke gashandelsplaats van Noordwest-Europa te maken. Nederland zelf profiteert hiervan omdat meer concurrentie tussen gasleveranciers de marktwerking bevordert. De investering is bovendien noodzakelijk om de gasvoorziening in de toekomst veilig te stellen. Het GTS-systeem biedt na uitbreiding namelijk betere mogelijkheden om extra buitenlands gas in het Nederlandse syteem te verwerken. Dit is nodig omdat de binnenlandse productie op termijn terugloopt.

6 Gas Transport Services B.V. 4 Voldoende aanvoer van aardgas, ook op lange termijn, is belangrijk omdat gas een cruciale rol te vervullen heeft als transitiebrandstof. Het is de schoonste fossiele brandstof die zich leent om een duurzame energievoorziening tot stand te helpen brengen. Ook bij meer energie-efficiency en een optimale inzet van andere energiebronnen (bijvoorbeeld wind- en zonne- of kernenergie) blijft de rol van gas in de Nederlandse en Europese energievoorziening van groot belang. De nieuwe investering sluit hier goed bij aan en zorgt er bovendien voor dat Nederland - ondanks de dalende eigen gasproductie - haar sterke positie als 'de gasrotonde in de Noordwest-Europese energievoorziening' kan handhaven. Geert Graaf Algemeen directeur Gas Transport Services B.V. Wilt u reageren op dit document? Stuur dan een naar Rob Badoux: r.a.j.badoux@gastransport.nl.

7 N N Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Uitbreiding Gastransportnet (ontwikkeling gasrotonde) 5 Bestaande leidingen Gereed in 2009 Gereed in 2010 Na 2010 (in studie) Verzwaring entry/exit capaciteit Emden Leeuwarden Compressorstation Grijpskerk Groningen Compressorstation Midwolda Oude Statenzijl Assen Julianadorp Wieringermeer Flevocentrale Lelystad Zwolle Reduceerstation Ommen Haarlem Amsterdam Hattem Den Haag Utrecht LNG Arnhem Reduceerstation Angerlo Compressorstation Wijngaarden Reduceerstation Beuningen s-hertogenbosch Compressorstation Ravenstein Middelburg Reduceerstation Westerschelde Zelzate Schinnen Maastricht Bocholtz s-gravenvoeren Ongeveer 450 km nieuwe pijpleiding Hoofdzakelijk via bestaande trajecten Twee nieuwe compressorstations Verdubbeling entry capaciteit NO-Nederland Uitbreiding capaciteit op grenspunten in Zuid Nederland Uitbreiding leverings capaciteit aan centrales Uitbreiding leverings capaciteit aan industrieën in Zuid Nederland

8 Gas Transport Services B.V. 6

9 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Inhoudsopgave 7 Voorwoord 3 Afkortingen 9 1. Inleiding Algemeen Ontwikkelingen ten opzichte van het KCD Capaciteitsplan Marktontwikkelingen Prognoses Inleiding Exit Wijze van ramen Exitcapaciteit binnenland Exitcapaciteit op grenspunten Entry Wijze van ramen Entrycapaciteit binnenland Entrycapaciteit op grenspunten Vergelijking van entry- en exitcapaciteiten Knelpunten Kwaliteit: indicatoren met streefwaarden, beheersingssysteem en maatregelen Inleiding Indicatoren met streefwaarden Kwaliteitsbeheersing gastransport Veiligheid Belang Externe veiligheid Veiligheidszonering Risicocommunicatie Rampenbestrijding Maatregelen ten aanzien van onderhoud en vervanging Onderhoud Vervanging Onderhouds- en storingsdienst Organisatie Werkwijze Samenhang: investeringsplan, onderhoudsplan en businessplan Relatie investeringsplan en onderhoudsplan met businessplan Planning & Control cyclus 48

10 Gas Transport Services B.V. 8 Bijlagen I Door GTS gehanteerde richtlijnen en normen 53 II Bedrijfsmiddelenregister 55 III Beurtenoverzicht leidingen en toebehoren 57 IV Beschrijving componenten gastransportnet 59 IVaWijzigingen in het gastransportnet ten opzichte van het KCD V Kwalitatieve beoordeling componenten, monitoring, beoordeling en wijziging 63 componenten VI Preventie Beleid Zware Ongevallen 67

11 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Afkortingen 9 In dit kwaliteits- en capaciteitsdocument zijn de volgende afkortingen van toepassing. Afkorting BBL BRZO CCP CPB DCMR DTe EGIG EN GE G-gas GTS GWWL H-gas HPSD HTL ISO KB KBIS KCD KLIC KPI LNG M&R MRQ NEN NMa NNO NPR ORA PBZO PM RNB RO RTL RvA SAP SCIOS VG&M WKK Betekenis Bacton - Balgzand - Leiding Besluit Risico Zware Ongevallen Centrale Commando Post Centraal Planbureau Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond Directie Toezicht Energie (= onderdeel van de NMa) European Gas pipeline Incident data Group European Norm Groningen Equivalent (maat voor non-groningen-gas uitgedrukt in equivalente hoeveelheid van Groningen-kwaliteit) Groningen gas Gas Transport Services Grijpskerk - Workum - Wieringermeer - Leiding Hoog calorisch gas High Pressure Shut Down Hoofd Transportleidingennet International Standardisation Organisation Kathodische Bescherming Kathodische Bescherming Informatiesysteem Kwaliteits- & Capaciteitsdocument Kabel & Leidingen Informatiecentrum Kritische Prestatie-Indicator Liquefied Natural Gas Meet & Regelstation Ministeriële Regeling Kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas Nederlands Normalisatie Instituut Nederlandse Mededingingsautoriteit Neighbouring Network Operator Nederlandse Praktijkrichtlijn Operationele Risicoanalyse Preventie Beleid Zware Ongevallen Plant Maintenance Regionaal Netwerkbedrijf Ruimtelijke Ordening Regionaal Transportleidingnet van GTS Raad voor Accreditatie Systems Analysis and Program Development (Duitse firma) Stichting Certificatie Inspectie en Onderhoud Stookinstallaties Veiligheid, Gezondheid & Milieu Warmte Kracht Koppeling

12 Gas Transport Services B.V. 10

13 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Inleiding Algemeen Conform artikel 13 van de Ministeriële Regeling Kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas (MRQ) heeft Gas Transport Services B.V. (hierna aangeduid als GTS) een Kwaliteits- en Capaciteitsdocument (KCD) opgesteld. In dit document: maakt GTS aannemelijk over voldoende capaciteit te beschikken om te voorzien in de totale behoefte aan gastransport; geeft GTS aan welk kwaliteitsniveau wordt nagestreefd; maakt GTS aannemelijk over een adequaat systeem te beschikken voor de kwaliteitsbeheersing van het gastransport. Gasunie heeft GTS aangewezen als de Landelijk Netbeheerder van het gastransportnet. Dit is vastgelegd in de door de minister van Economische Zaken goedgekeurde Netbeheerovereenkomst. GTS verzorgt gastransportdiensten ten behoeve van een goede werking van de gasmarkt in Nederland en daarbuiten. Zij voert non-discriminatoir en transparant wettelijke taken uit zoals staat omschreven in de Gaswet. Tot die wettelijke taken behoort het beheer van het gastransportnet. Een deel van de uitvoering van dit beheer, in het bijzonder de aanleg en het onderhoud van het transportnet, heeft GTS door middel van een Overeenkomst van Opdracht toegewezen aan Gasunie. Dit KCD bestaat uit de volgende delen: Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de benodigde transportcapaciteit. Hiervoor is een raming van de transportcapaciteit en een overzicht van de bestaande en te verwachten ontwikkelingen in capaciteitsbehoefte weergegeven. Vervolgens beschrijft GTS hoe zij denkt te voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit en hoe GTS de te verwachten capaciteitsknelpunten wil oplossen; In hoofdstuk 3 beschrijft GTS het kwaliteitsniveau dat zij nastreeft voor het gastransport. Ook wordt in dit hoofdstuk het kwaliteitsbeheersingssysteem van het gastransport uiteengezet waarin de beheersing van risico's centraal staat. Vervolgens komt de belangrijke rol van de veiligheid bij de aanleg, het onderhoud en het beheer van haar gastransportnet en bij het uitvoeren van het gastransport aan bod. Tot slot beschrijft GTS hoe maatregelen ten aanzien van onderhoud en vervanging tot stand komen; In hoofdstuk 4 zet GTS haar businessplancyclus uiteen waarin de samenhang met het investeringsplan en het onderhoudsplan aan bod komt; De bijlagen bevatten achtergrondinformatie die dient voor de nadere onderbouwing van hoofdstuk Ontwikkelingen ten opzichte van het KCD 2005 Op basis van het onderzoek van het KCD 2005 en het daaraan gerelateerde bedrijfsbezoek heeft de DTe in februari 2007 vastgesteld dat GTS voldoet aan de in de MRQ en in de Beleidsregel KCD gestelde criteria. Er is door DTe geen non-conformiteit geconstateerd. GTS is verheugd met deze constatering en met feit dat GTS wordt gezien als een lerende organisatie. GTS beschouwt dit als een erkenning van ruim tien jaar ervaring met een Management Control Systeem dat in algemene zin voldoet aan de eisen voor kwaliteitsbeheersing zoals is gesteld in de MRQ. De DTe heeft aandacht gevraagd voor een meer uitgebreide inhoudelijke onderbouwing van toekomstige KCD's. GTS heeft nota genomen van dit verzoek en heeft mede naar aanleiding van het eerder

14 Gas Transport Services B.V. 12 gedane verzoek voor toezending van aanvullende informatie voor de beoordeling van het KCD 2005 in het KCD 2007 een meer uitgebreide inhoudelijke onderbouwing opgenomen. GTS wil dat dit KCD 2007 een zelfdragend document is en beperkt zich daarom niet tot de veranderingen ten opzichte van het KCD De voornaamste veranderingen bestaan uit: Andere hoofdstukindeling om de leesbaarheid te verhogen; Beschrijving van de wijzigingen in de planningsmethode naar aanleiding van de invoering van scenario's; Aparte aandacht voor het onderwerp veiligheid hoewel de MRQ dit eigenlijk niet vereist. Het handhaven van een hoog veiligheidsniveau dient ook een hoge mate van betrouwbaarheid van het gastransport; Meer aandacht voor de onderwerpen onderhoudsplanning en vervanging; Aparte aandacht voor de samenhang van de verschillende plannen met het businessplan. Voorts heeft het auditteam van de DTe opgemerkt dat GTS alleen voor de korte termijn (< 2 jaar ) een goed beeld heeft van het kwaliteitsniveau van gecontracteerde aannemers en dat deze informatie op langere termijn niet beschikbaar is. GTS beaamt deze constatering, echter met dien verstande dat de informatie op langere termijn wel beschikbaar is maar dan bij de afdelingen Nieuwbouw en Procurement van Gasunie. Bij het Noord-Zuid Project (= onderdeel Gasrotonde) zijn bijvoorbeeld meerjaren-afspraken gemaakt met erkende aannemers voor het beschikbaar hebben van gekwalificeerd personeel voor de periode tot en met Voor de eerste fase van dit project zijn deze afspraken reeds bekrachtigd tot en met Daarnaast richt Gasunie zich, in het kader van Energy Valley, op ingenieursbureaus in Noord-Nederland om de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel voor engineering-werkzaamheden op de langere termijn te bevorderen. GTS heeft bovenstaande tot onderwerp van gesprek gemaakt in het kwartaaloverleg tussen GTS en Gasunie in het kader van de Overeenkomst van Opdracht. Daarmee borgt GTS dat dit aspect op de juiste plaats en met de nodige regelmaat aandacht krijgt. Voor de hieronder genoemde processen en activiteiten beschikt Gasunie al over certificaten: 1. Een NEN-EN-ISO gecertificeerde VG&M-kwaliteitssysteem; 2. Een door de Raad van Accreditatie (RvA) geaccrediteerde afdeling Drukhouders in overeenstemming met ISO/IEC 17020; 3. Een SCIOS gecertificeerde dienst in overeenstemming met het ISO-9000 systeem ter ondersteuning van de afdeling Operations; 4. Een gecertificeerde interne Arbo-dienst in overeenstemming met de Richtlijn Arbo-diensten; 5. Een ISO 9001:2000 gecertificeerd kwaliteitssysteem voor het Comptabel Verkeer. Voorts beraadt GTS zich op certificatie van haar kwaliteitsbeheersingssysteem voor dat deel van de activiteiten zoals omschreven in de MRQ. Van belang is of er een (internationale) norm beschikbaar is die minimaal de eisen aan kwaliteitsbeheersing zoals omschreven in de MRQ afdekt. Dit zou dan een norm voor asset management moeten zijn. Zeker in Engeland maar ook daarbuiten, waaronder Nederland, lijkt de PAS 55 1 zich te ontwikkelen tot de norm voor asset management. Om inzicht te krijgen in de toepasbaarheid en de reikwijdte van de PAS-55 laat GTS een nulmeting uitvoeren. Een beslissing over certificatie hangt voor GTS daarnaast af van de volgende punten: De overheid (lees: EZ/DTe) merkt de PAS-55 aan als een geschikte norm voor asset management, die de eisen aan kwaliteitsbeheersing zoals vastgelegd in de MRQ afdoende dekt; Er is een certificatieschema voor de PAS-55 in Nederland beschikbaar en de Raad voor Accreditatie heeft hiervoor in ieder geval één certificatie-instelling geaccrediteerd. 1 PAS-55: Publicly Available Standard 55 voor asset management waarin risicobeheersing centraal staat.

15 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Capaciteitsplan 13 Het capaciteitsplan geeft een beschrijving van de prognoses van de capaciteitsbehoefte en de wijze waarop deze tot stand komen, de wijze waarop wordt vastgesteld of deze prognoses duiden op knelpunten in het net en de wijze waarop de knelpunten worden opgelost. Het bewaren van netintegriteit is een noodzakelijke voorwaarde om de entry- en exitcontracten met voldoende zekerheid te kunnen uitvoeren. Hiertoe heeft GTS ook -op basis van inkoop- beschikking over flexibiliteit voor haar netbalancering. Deze flexibiliteit is niet in onderstaande overzichten opgenomen. Het proces leidt van het verzamelen van prognoses over aanbod en afzet tot het vaststellen van maatregelen voor het oplossen van bestaande en te verwachten knelpunten. Het geeft zicht op de netconfiguratie op de lange termijn. Shippers Uitvoeren configuratiestudies Direct aangeslotenen Vaststellen plancijfers Investerings- en haalbaarheidsstudies Producenten/ TNO-NITG Uitvoeren knelpuntenanalyse NNO s Operationele planning Open Season Jaarlijks houdt GTS een consultatieronde waarin shippers, direct aangeslotenen (RNB's, industrieën en centrales) en producenten worden benaderd om een opgave te doen van hun toekomstige behoefte aan capaciteit op de grenspunten en op de binnenlandse entry- en exitpunten. GTS raadpleegt TNO-NITG over de nog niet ontwikkelde gasvoorkomens in Nederland en op het Nederlands Continentaal Plat. Met de Neighouring Network Operators (NNO's) stemt GTS de capaciteitsbehoefte aan beide zijden van de grenspunten af. Op basis van boekingen, realisaties van voorgaande jaren, de verkregen cijfers uit de consultatieronde en de uitkomst van een afzetanalyse stelt GTS de plancijfers vast. Deze plancijfers worden gebruikt in scenario's waarin toekomstige ontwikkelingen van de Nederlandse gasmarkt en de omringende gasmarkten worden gemodelleerd. Deze scenario's vormen vervolgens een belangrijke basis voor configuratiestudies en de knelpuntenanalyse.

16 Gas Transport Services B.V. 14 In een configuratiestudie richt GTS zich op de wenselijke netconfiguraties gegeven bepaalde ontwikkelingen in de gasmarkt van Noordwest-Europa op de langere termijn. Deze studies vormen de kapstok voor investeringen in het gastransportnet. De knelpuntenanalyse richt zich op de kortere termijn, de komende 1 tot 5 jaar, en stelt bestaande operationele en te verwachten knelpunten vast. Deze kunnen door bijvoorbeeld commerciële maatregelen of investeringen worden opgelost. GTS is bij het treffen van maatregelen afhankelijk van wat marktpartijen op de lange termijn nastreven qua aanbod en afzet. Grote investeringen kunnen niet louter gebaseerd worden op prognoses in verband met het hieraan verbonden risico dat prognoses sterk zouden kunnen afwijken van de realiteit, echter de afzonderlijke aanvragen van shippers zijn vaak niet substantieel genoeg om een grote investering te onderbouwen. Om aan deze patstelling een eind te maken is besloten tot het organiseren van een open season. Hierdoor wordt de vraag van shippers naar transportcapaciteit structureel en voor lange termijn in kaart gebracht en kan hierop tijdig worden ingespeeld. Deze actie wordt gestart op het moment dat er sterke signalen aan capaciteitsbehoefte uit de markt komen. 2.1 Marktontwikkelingen De marktontwikkelingen zijn zodanig dat er de komende jaren meer gas gaat stromen naar en door Noordwest-Europa. Dit is allereerst het gevolg van afnemende eigen productie en een toenemende vraag naar gas uit Noorwegen, Rusland, Afrika en het Midden-Oosten. Het gas zal worden aangeboden per pijpleiding en in toenemende mate ook als vloeibaar aardgas (LNG) EU productie Overig Noorwegen LNG Rusland vraag EU-25 BCM Figuur 2.2 Vraag EU-25 en aanbod De stijgende import en de diversificatie van de aanvoer vereisen investeringen in de infrastructuur. De ligging, kwaliteit en de vertaktheid van het transportnet van GTS bieden hierbij bijzondere mogelijkheden.

17 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 De situatie in Noordwest-Europa zal zich komende jaren kenmerken door: Afnemende productie in Nederland (Groningen, kleine velden); Afnemend productie in omringende landen (Engeland, Duitsland, Denemarken); Licht toenemende vraag. 15 Behoefte aan additioneel gas kan worden opgevuld met import van Russisch gas, Noors gas en LNG X-X De totale export naar Europa per jr. (x-x) Extra export naar NW Europa in 2015 t.o.v (0-30) - De maximale Noorse productie volume zal niet meer zijn dan 130 bcm/jaar - Totale reserve in Noorwegen 3 tcm - Grote hoeveelheden reserves (73 tcm) in Midden Oosten en Afrika - Gas beschikbaar voor NW Europa via LNG * (20-40) 60-80** (50-70) - Maximale Russische levering naar NW-Europa gelimiteerd tot 200 bcm/jaar vanwege productiebeperkingen - Totale reserve in Rusland 48 tcm * 2005 export volume van gazprom was 148 bcm, aangenomen is dat van additionele export 10 bcm niet naar NW Europa gaat. ** LNG export naar NW Europa, inclusief Noord-Frankrijk (Montoir) Figuur 2.3 Toekomstige importstromen Bron: OME; IEA; Pelig; Cambridge Energy Research Associates; GTS; press clippings Gevolgen van behoefte aan additioneel gas: Er moet vervangend aanbod komen (voor zowel Nederland als omringende landen) om de afnemende binnenlands productie te compenseren en de stijgende vraag te dekken; Het vervangende aanbod wordt van steeds grotere afstand aangevoerd waarbij de behoefte ontstaat om de zomer-winter variatie dicht bij de markt door middel van seizoensbergingen op te lossen; Een deel van dit aanbod zal minder betrouwbaar zijn dan in het verleden. Daarmee ontstaat de behoefte om backup-aanbod te contracteren, dit is mogelijk door bergingen met een korte bedrijfstijd, en door ontwikkeling van alternatieve transportroutes. Door de relatief lage kosten van transport worden arbitragemogelijkheden voor shippers mogelijk gemaakt. Dit zal in Nederland leiden tot meer transito en een vergroting van het aantal entrylocaties. De oplossingen voor de verschillende entrylocaties zijn divers van aard: LNG, bergingen en pijpleidinggas uit Rusland. Voor GTS betekent dit extra-entrymaatregelen en uitbreidingen in voornamelijk het H-gas systeem.

18 Gas Transport Services B.V. 16 Om de veranderende gasmarkt niet alleen nu, maar ook in de toekomst te blijven faciliteren moet er worden geïnvesteerd in het gastransportnet. De opzet van het nieuwe reguleringsmodel, zoals dat op 29 maart 2007 door de minister van Economische Zaken bekend is gemaakt, biedt daarvoor ruimte. GTS wil de noodzakelijke aanpassingen via het "Gasrotonde"-programma vormgeven. 2.2 Prognoses Inleiding In deze paragraaf geeft GTS de prognoses (stand van zaken oktober 2007) van de te verwachten transportbehoefte van gas door het landelijke net voor de periode 2008 t/m De sterk toenemende behoefte van shippers om het net van GTS te gebruiken voor (internationale) gasstromen komt tot uitdrukking in de prognoses en de onzekerheid op dat gebied in de vorm van scenario's. Naast een Basisscenario (B) is er sprake van een Hoog-, Midden- en Laagscenario, waarbij de termen Hoog, Midden en Laag het anno oktober 2007 ingeschatte realiteitsgehalte aangeven. Voor de duidelijkheid: de Hoog-, Midden- en Laagscenario's bevatten de extra capaciteit die bovenop het basisscenario komt. In het basisscenario zijn alle verplichtingen opgenomen die GTS is aangegaan met shippers via contracten en waarvoor (indien nodig) ook geïnvesteerd zal worden. Ook verplichtingen voortvloeiend uit Open Season 2005 zijn in het basisscenario opgenomen. De vele marktplannen, die potentieel kunnen leiden tot uitbreidingen van het gasnet, maar waarvoor GTS op dit moment nog geen verplichtingen is aangegaan, zijn opgenomen in de additionele scenario's. In het Hoogscenario zijn LNG-, UGS-, import- & export- en centralecomponenten samengebundeld die geaggregeerd per component een hoog realiteitsgehalte zijn toegemeten. Mogelijke uitbreidingen hierop in grootte en tijd zijn ondergebracht in het Middenscenario, evenals plannen waarvan moeilijk is aan te geven of ze (op dit moment en in dit stadium) een grote of kleine kans van doorgang hebben. Het Laagscenario bevat alle overige plannen, waaronder uitbreidingen op componenten uit het Middenscenario Exit Wijze van ramen Voor het ramen van exitcapaciteiten maakt GTS onderscheid in binnenlandse exits en exits op grenspunten. Beide worden hieronder beschreven. Binnenlandse exits Alle aangeslotenen ontvangen een brief met het verzoek een vrijblijvende opgave te doen van de benodigde capaciteit voor de korte termijn. Deze opgaven worden geanalyseerd en resulteren vervolgens in capaciteitsprognoses. Naast de korte termijn informatie verzamelt GTS ook materiaal uit diverse bronnen (waaronder het CPB) voor de lange termijn prognoses. Deze data worden met behulp van een macro-economisch model verwerkt en dit leidt uiteindelijk tot marktprognoses (per marktsegment) voor de lange termijn. GTS maakt in dit model onderscheid tussen de volgende marktsegmenten: huishoudens, commercials, tuinbouw, industrie (inclusief WKK). De marktgroei in de categorie elektriciteitscentrales is in verband met de toegenomen onzekerheid in dit segment overgeheveld naar de additionele scenario's. Gecombineerd met realisaties en korte termijn informatie per exitpunt levert dit voor de komende jaren een reeks capaciteitsprognoses, per afleverpunt (exitpunt). Realisaties zijn niet altijd direct bruikbaar als uitgangspunt voor het vaststellen van prognoses. In het bijzonder zijn de realisaties op exitpunten voor de openbare gasvoorziening sterk afhankelijk van de temperatuur.

19 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 GTS hanteert een ontwerptemperatuur van -17 C. De ontwerptemperatuur is de gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur te De Bilt die gemiddeld 1 maal per 50 jaar onderschreden wordt. GTS is verantwoordelijk voor de pieklevering aan kleinverbruikers in het temperatuurgebied -9 C tot -17 C. Dit is vastgelegd in de algemene maatregel van het bestuur van 13 april 2004, houdende regels inzake voorzieningen in verband met de leveringszekerheid (Besluit leveringszekerheid Gaswet). Gezien de grote aandacht voor klimatologische veranderingen op de aarde heeft GTS in 2006 het Statistical Services Centre van de University of Reading een studie laten uitvoeren naar de frequentie van extreme, gemiddelde effectieve etmaaltemperaturen gedurende het jaar en in het bijzonder naar het optreden van een gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur die 1 x per 50 jaar voorkomt. Het Statistical Services Centre kwam tot de volgende conclusies: Op basis van de temperatuurgegevens over de periode 1921 t/m 2005 hoort bij het 'eens in de 50 jaar' criterium een gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur in De Bilt van -17,2 C (eens in de 50 jaar wordt een effectieve etmaaltemperatuur van -17,2 C of lager bereikt). Er is geen sprake van een significante opwaartse trend die het rechtvaardigt om in de komende jaren af te wijken van nu toegepaste grens van -17 C bij het 'eens in de 50 jaar criterium'. 17 In haar 2006 klimaatscenario's stelt het KNMI dat de temperatuurstijging in Nederland niet gelijk is aan de gemiddelde temperatuurstijging over de wereld. Van belang hierbij is de ligging van ons land aan de rand van een groot continent dat sterker opwarmt. Ook de ligging dicht bij het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan, waarvoor de meeste klimaatmodellen een veel minder sterke temperatuurstijging berekenen is hier van belang. Daarnaast is er sprake van extra opwarming in de scenario's waarin ook de stromingspatronen veranderen. De vier KNMI scenario's laten een opwarming zien rond 2050 variërend van 0,9 C tot 2,3 C in de winter en van 0,9 C tot 2,8 C in de zomer. Het betreft hier de getallen ten opzichte van het basisjaar 1990 (het gemiddelde tussen 1976 en 2005). De waargenomen temperatuurstijging tussen 1990 en 2005 is naar verhouding groot en bedraagt gemiddeld meer dan 0,5 C. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat de laagste scenario's voor 2050 te conservatief zijn. In de waargenomen temperatuurstijging spelen ook de natuurlijke schommelingen een grote rol. Doordat die schommelingen zullen blijven voorkomen, is het goed mogelijk dat er in de komende decennia tijdelijk een periode van relatief koel weer zal volgen. Dit wordt min of meer gestaafd door de resultaten van berekeningen met het klimaatmodel van het Hadley Centre van het Engelse Meteorologisch Instituut. Hieruit is op te maken dat de gemiddelde temperatuur naar verwachting vanaf 2025 begint te stijgen. Op grond van het voorgaande handhaaft GTS voor de planperiode dan ook -17 C als ontwerptemperatuur. Daarnaast heeft GTS de bij de -17 C behorende capaciteit voor de openbare gasvoorziening onder de loep genomen. Hiervoor voert GTS een zogenaamde winteranalyse uit. De winteranalyses waren voorheen gebaseerd op gerealiseerde dagvolumina, de enige gegevens die voor alle GOS-en beschikbaar waren. Het dagvolume is destijds omgerekend naar een capaciteit op basis van een dag/uur bedrijfstijd van 19 uur. Het getal 19 was geschat uit metingen van de uurprofielen van een beperkt aantal gasontvangstations. Sinds 2002 worden voor alle afnamepunten gerealiseerde uurgegevens vastgelegd. Nu is het mogelijk om van de afgelopen jaren gerealiseerde maximum uurwaarden per dag te destilleren. Deze worden thans gebruikt voor de winteranalyse. De winteranalyse 2002/ 2003 was de eerste die gebaseerd is op gemeten maximum uurcapaciteiten. Omdat deze winteranalyse voor het eerst met nieuwe gegevens werd gedaan en omdat er op dat moment nog weinig ervaring was opgedaan met de databron, heeft GTS destijds besloten om een veiligheidsmarge van +1 sigma toe te passen. De analyses van de realisaties van de afgelopen jaren geven een steeds nauwkeuriger beeld en daarom heeft GTS de +1 sigma marge opgeheven. Het effect hiervan voor de gehele openbare gasvoorziening is een verlaging van de ontwerpcapaciteit met circa 1 mln m 3 /h bij -17 C.

20 Gas Transport Services B.V. 18 Exits op grenspunten Exitcapaciteiten op grenspunten worden voor een belangrijk deel afgeleid uit door shippers verstrekte informatie. GTS benadert hiervoor de shippers met het expliciete verzoek om planningsinformatie voor de langere termijn te verstrekken. In de praktijk blijken shippers soms niet over lange termijn planningsinformatie te beschikken. Als deze er al is en ter beschikking wordt gesteld aan GTS, is deze informatie lastig te interpreteren. Meerdere shippers kunnen hetzelfde aanbod en dezelfde markt willen contracteren, waardoor dubbeltellingen kunnen optreden. Er is daarom voor gekozen om in het bijzonder bij de exits op grenspunten scenario's te hanteren. Het basisscenario bevat de geboekte capaciteiten en de aangegane verplichtingen volgend uit het in 2005 uitgevoerde open season. De exitcapaciteit op grenspunten zal in lijn moeten zijn met de entrycapaciteit van de aangrenzende netbeheerder (NNO). Hiertoe wordt overleg gevoerd met deze NNO's en wordt getoetst of prognoses aan weerszijden van de grens met elkaar overeenstemmen. In de Hoog-, Midden- en Laagscenario's zijn projecten opgenomen die nog niet zijn omgezet in exitcontracten, gerangschikt naar mate van waarschijnlijkheid van optreden Exitcapaciteit binnenland Onderstaande figuur geeft de behoefte aan exitcapaciteit voor de binnenlandse markt weer. Grote verschuivingen zijn niet te voorzien in de planperiode Exitcapaciteit binnenland 25 Capaciteit [mln m3/h GE] Industrie centrales commercials tuinbouw huishoudens Exitcapaciteit binnenland huishoudens tuinbouw commercials centrales industrie Totaal Capaciteiten in mln m 3 /h GE

21 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 De behoefte aan exitcapaciteit voor de binnenlandse markt laat een geringe groei zien over de komende zeven jaar die vrijwel geheel is toe te kennen aan de segmenten industrie en centrales. De groei in het segment industrie is voornamelijk toe te schrijven aan een voorziene gasafzet voor WKK in de bedrijfstakken chemie en raffinage. Voor het segment centrales is in bovenstaande figuur de marktgroei uit het middenscenario gehanteerd. De andere segmenten zitten vrijwel op de nullijn. 19 De totalen zijn over de gehele linie vergeleken met het KCD 2005 circa 1 mln m 3 /h GE lager. Dit wordt voor het merendeel veroorzaakt doordat de prognoses voor het segment huishoudens lager zijn geworden als gevolg van het loslaten van de eerdergenoemde veiligheidsmarge (+1 sigma). Overige verschillen zijn deels terug te voeren op definitiekwesties, waardoor bijvoorbeeld de capaciteit van de tuinbouwsector hoger is geworden ten koste van de capaciteit in de industrie Exitcapaciteit op grenspunten In het basisscenario blijft de behoefte aan exitcapaciteit voor de markten in het buitenland nagenoeg constant. Afhankelijk van de keuze van scenario kan de exitcapaciteit op grensstations toenemen met 1 tot 3 mln m 3 /h GE. Exitcapaciteit grenspunten 20.0 Capaciteit [mln m3/h GE] L M H B Laag Midden Hoog Basis Exit-grenspunten basis hoog midden laag Capaciteiten in mln m 3 /h GE De prognoses uit het basisscenario zijn daarmee hoger dan de overeenkomstige cijfers uit het minimumscenario van het KCD 2005, doch zijn lager dan de cijfers uit het daarin opgenomen maximumscenario.

22 Gas Transport Services B.V Entry Wijze van ramen Evenals bij de exitcapaciteiten wordt ook bij de entrycapaciteiten onderscheid gemaakt in de wijze van ramen tussen binnenlandse entries en entries op grenspunten. De bronnen die hiervoor zijn gebruikt, worden hieronder beschreven. Gecontracteerde entrycapaciteit Ook hier doet het zich in paragraaf beschreven fenomeen voor. De gecontracteerde capaciteiten geven een beperkt beeld; voor een meer volledig beeld is aanvullende informatie nodig. Prognoses van shippers Een belangrijke bron van informatie zijn de shippers. Zij krijgen het verzoek van GTS een opgave te doen van de hoeveelheid gas die zij op de diverse entrypunten willen aanbieden voor hun deel van de markt. In de praktijk blijken shippers soms niet over lange termijn planningsinformatie te beschikken. Als deze er al is en ter beschikking wordt gesteld aan GTS, is deze informatie lastig te interpreteren. Meerdere shippers kunnen hetzelfde aanbod en dezelfde markt willen contracteren, waardoor dubbeltellingen kunnen optreden. Planningsinformatie van NNO's De aldus hierboven vergaarde informatie bespreekt GTS met NNO's. Het gaat hierbij in het bijzonder om de GTS-entrypunten die verbonden zijn met buitenlandse netten. Getoetst wordt of prognoses aan weerszijden van het verbindingspunt met elkaar overeenstemmen. Prognoses van producenten Voor de binnenlandse entrypunten wordt overleg gepleegd met de producenten van aanbod uit binnenlandse velden. De producenten verschaffen GTS prognoses voor de toekomstige productie. Deze prognoses zijn vormen input voor de entrycapaciteiten op de binnenlandse entrypunten. Prognoses futures (TNO-NITG) Toekomstig kleine velden aanbod, welke op geologische gronden te verwachten is, doch waarvoor momenteel nog geen productieplannen zijn gemaakt, wordt door TNO-NITG jaarlijks in kaart gebracht en door GTS in de lange termijn prognoses opgenomen.

23 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Entrycapaciteit binnenland 21 Zoals uit onderstaande figuur is af te lezen vertoont het binnenlandse aanbod een dalende trend. Deze binnenlandse entrycapaciteit is een combinatie van de capaciteit op het Groningen-veld, capaciteit uit bergingen en capaciteit uit de kleine velden. Entrycapaciteit binnenland 32.0 Capaciteit [mln m3/h GE] Basis Entry binnenland Basis KCD Capaciteiten in mln m 3 /h GE De dalende trend wordt veroorzaakt door teruglopende productiecapaciteit van het Groningen-veld en de kleine velden. Vergeleken met het KCD 2005 is de prognose voor entrycapaciteit binnenland na 2009 iets lager geworden. Verder kan worden opgemerkt dat het binnenlandse aanbod uit kleine velden uit een breed scala aan gassamenstelling bestaat. Het kunnen innemen van dit gas betekent vaak meer dan enkel de entrycapaciteit ter beschikking stellen. Ook moet worden nagegaan in welke combinaties de gemiddelde samenstelling passend is bij de aan exitzijde vereiste samenstelling en onder welke operationele voorwaarden de diverse gassen ingenomen kunnen worden. Het rapport over het aanbod van gas uit de kleine velden dat eind 2007 aan de minister van Economische Zaken wordt gestuurd, geeft een nadere toelichting op deze prognoses. Groengas SenterNovem heeft op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken begin 2007 de studie van groen gas uit 2004 geactualiseerd. In haar rapport stelt SenterNovem dat het potentieel aan groen gas op de lange termijn (na 2010) bijna 10% van het huidige aardgasverbruik is. Dit potentieel is opgebouwd uit groen gas uit co-vergisting (techniek nu toepasbaar) met miljoen m 3 per jaar en uit groen gas uit vergassing (techniek toepasbaar over minimaal 5 jaar) met miljoen m 3 per jaar. Als de productie van groen gas in dezelfde mate wordt gestimuleerd als voorheen groene elektriciteit door de MEP, dan is een potentieel van 300 miljoen m 3 per jaar in 2010 te verwachten. Wordt het niet gestimuleerd, dan zal de productie blijven steken op het huidige niveau van 13 miljoen m 3 per jaar. SenterNovem acht het leveren van groen gas aan het netwerk van GTS nog te vroeg door de veel strengere veiligheidsregels en kwaliteitsaspecten. De werkgroep WG van Marcogaz heeft eind 2006 een aanbeveling opgesteld voor netwerk-

24 Gas Transport Services B.V. 22 beheerders over hoe om te gaan met verzoeken van producenten van non-conventionele gassen (waaronder groen gas) voor toegang tot hun netwerk. Groen gas kan uit allerlei bronnen komen bijvoorbeeld: stortplaatsen voor afval, rioolzuiveringsinstallaties, afvalwaterzuiveringsinstallaties, GFT-vergisting. Gas uit dergelijke bronnen dient grondig gezuiverd en behandeld te worden voordat het in een openbaar netwerk kan worden ingenomen vanwege allerlei verontreiniging. Dit kan micro-organismen betreffen die schadelijk zijn voor de gezondheid maar ook componenten zoals H2S die corrosief zijn en daardoor leidingen kunnen aantasten. Los van de gasbehandeling dient het gas voor inname in het GTS-netwerk nog op hoge druk, te weten 65 bar, te worden gebracht. Gezien de benodigde gasbehandeling en het op de vereiste druk brengen voor inname in het landelijke transportnet acht GTS inpassing van groen gas in haar netwerk op grote schaal niet waarschijnlijk binnen de planperiode Entrycapaciteit op grenspunten Entrycapaciteit op grenspunten 12.0 Capaciteit [mln m3/h GE] L M =H B Laag Midden Hoog Basis Evenals bij de exitcapaciteiten op grenspunten worden ook voor de entrycapaciteiten op grenspunten scenario's gehanteerd. In bovenstaande figuur zijn de capaciteiten behorend bij het Basis-, Hoog-, Midden- en Laagscenario weergegeven. Tot voor kort hield GTS rekening met de mogelijkheid van aanlanding van Noors gas te Julianadorp in het Middenscenario. Door de recente beslissing van het Noorse Petroleum Directoraat om geen vergunning te verlenen voor extra gasproductie uit het Trollveld verwacht GTS geen extra gas uit Noorwegen binnen de planperiode Entry-grenspunten basis hoog midden laag Capaciteiten in mln m3/h GE Alleen het aanbod dat bij maximale netbelasting kan worden verwacht is meegenomen, te weten een marktvraag in Nederland bij een temperatuur van -17 C. De prognoses uit het basisscenario liggen hiermee alle in tussen de cijfers uit het minimum- en het maximumscenario zoals gepresenteerd in het KCD 2005.

25 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Vergelijking van entry- en exitcapaciteiten 23 Capaciteit [mln m3/h GE] Entries Capaciteit Basis Entries Capaciteit Hoog Entries Capaciteit Midden Entries Capaciteit Laag Exits Capaciteit Basis Exits Capaciteit Hoog Exits Capaciteit Midden Exits Capaciteit Laag Entries capaciteti basis Entries capaciteit hoog Entries capaciteit midden Entries capaciteit laag Exits capaciteit basis Exits capaciteit hoog Exits capaciteit midden Exits capaciteit laag B B+H B+H+M B+H+M+L Capaciteiten in mln m 3 /h GE Hierover kan het volgende worden opgemerkt: Tegen het einde van de planperiode zet zich een trend in waarbij de exits niet meer volledig beleverd kunnen worden uit de entrycapaciteiten. Dit effect zet zich na deze periode in versterkte mate voort; Er zijn veel initiatieven van marktpartijen gaande waarmee veel entrycapaciteit ontwikkeld kan worden. Deze zijn echter voor een belangrijk deel onzeker; Ook zijn er aan exitzijde veel initiatieven van marktpartijen, echter minder omvangrijk dan aan entryzijde. Dit kan duiden op een overschot aan entrycapaciteit, dat onder andere kan worden verklaard uit de behoefte aan additionele bergingscapaciteit en arbitrage.

26 Gas Transport Services B.V Knelpunten Op basis van de in het voorgaande hoofdstuk gepresenteerde entry- en exitcapaciteiten is nagegaan of de transportcapaciteit van het GTS-net hiervoor voldoende is. Daartoe zijn transportberekeningen uitgevoerd waarbij het vaker dan eens per vijftig jaar niet kunnen leveren in het HTL-net wordt gezien als een knelpunt. In onderstaand overzicht is een lijst opgenomen van de gesignaleerde knelpunten waarvoor besluiten zijn genomen of binnenkort zullen worden genomen. Over de oplossing van de volgende knelpunten zijn inmiddels besluiten genomen. 1. Gasrotonde fase 1 (Open Season 2005) Uit de Open Season 2005 die GTS eind 2004 heeft gestart, is een additionele vraag naar entry- en exitcapaciteit gekomen. Om hieraan tegemoet komen is de aanleg van ca. 300 km leiding nodig op ondermeer de trajecten: Emden - Midwolda Midwolda - Tripscompagnie Midwolda - Ommen Angerlo - Beuningen Wijngaarden - Zelzate Daarnaast is de bouw van twee compressorstations nodig, te weten te Scheemda en Wijngaarden. Tot slot zijn er de nodige aanpassingen op grensstations en reduceerstations voorzien. 2. Het realiseren van nieuwe aansluitingen Er is een aantal projecten goedgekeurd waarmee nieuwe aansluitingen, zoals voor elektriciteitscentrales en cavernes, op het net van GTS zullen worden gerealiseerd. 3. RTL De leadtime van investeringen in het RTL is korter dan die in het HTL. Doorgaans kunnen aanpassingen binnen een jaar worden gerealiseerd. Voor het RTL wordt jaarlijks een knelpuntenanalyse uitgevoerd. De knelpunten die zich het volgende jaar zullen manifesteren, worden opgelost. Hierbij wordt erop gelet dat de maatregelen robuust zijn, dat wil zeggen afdoende voor de komende tien jaar. Over de geconstateerde knelpunten zijn inmiddels besluiten genomen. Over de oplossing van de volgende knelpunten worden naar verwachting in 2008 besluiten genomen. 4. Stikstof piekinstallatie Vastgesteld is dat zich in de toekomst piek N2 behoeftes (met korte bedrijfstijden) kunnen voordoen tot m³(n)/h boven de momenteel beschikbare capaciteit. Een piekopslag van N2 in een zoutcaverne blijkt de beste oplossing. Een mogelijk alternatief, het vrijspelen van kwaliteitsconversie uit portfolio's van marktpartijen om in de piekbehoefte te voorzien, wordt eveneens onderzocht. Dit alternatief is in ieder geval nodig voor het overbruggen van de periode tot het gereedkomen van de piekinstallatie. Een definitief besluit wordt in het begin van 2008 verwacht, dan kan in 2011 additionele kwaliteitsconversie aan de markt ter beschikking te worden gesteld. 5. Aanpassing Obbicht en bidirectioneel ES 's Gravenvoeren Fluxys voorziet een substantiële groei van het (piek)verbruik in Belgisch Limburg. Om deze groei op te vangen zijn aanpassingen nodig van de grensstations Obbicht en Gravenvoeren. 6. Maatregelen Noordoostpolder Het gastransport naar de Noordoostpolder is met regelmaat onderwerp van studie. De gestage toename van de openbare afzet in deze omgeving uit zich eens in de paar jaar in een knelpunt bij

27 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 gasontvangstation Tollebeek (N-362). Op basis van Businessplan 2005 werd een knelpunt voorzien per winter 2006 / Door het opheffen van de +1 sigma marge, die in de zomer 2006 werd doorgevoerd, treedt het knelpunt nu enkele winters later op. Ondanks dit uitstel dient GTS thans een blauwdruk te ontwikkelen voor het oplossen van het (toekomstige) capaciteitstekort. Gebleken is dat het treffen van alternatieve maatregelen meer tijd vergt dan voor het RTL gebruikelijk is Ontsluiting kleine velden en het realiseren van nieuwe aansluitingen dan wel uitbreiding van bestaande aansluitingen Er zijn een aantal projecten in voorbereiding waarmee inname van aanbod uit kleine velden kan worden gerealiseerd. Eveneens is een aantal projecten in voorbereiding waarmee nieuwe dan wel uitbreiding van bestaande aansluitingen zoals voor elektriciteitscentrales, LNG-terminals en bergingen op het net van GTS, zullen worden gerealiseerd. Verwachte knelpunten in de beschouwde scenario's Afhankelijk van de mate waarin bovengeschetste scenario's bewaarheid worden, zullen aanpassingen in het transportnet moeten worden aangebracht. De omvang wordt bepaald door de capaciteiten en de locatie ervan. Het ontkoppelde entry-exitsysteem en de kwaliteit van het aangeboden of afgeleverde gas kunnen hierin een rol van betekenis spelen. Uit de scenario's zijn de voornaamste gebieden voor potentiële entry- en exitprojecten af te leiden zoals in onderstaande figuren is weergegeven. LNG import Entry grenspunt UGS gebied UGS gebied LNG import Voornaamste gebieden waarin behoefte is aan extra entrycapaciteit

28 Gas Transport Services B.V. 26 Exit grenspunt Exit grenspunt Industriegebied Elektriciteitsproductie Elektriciteitsproductie Industriegebied Exit grenspunt Voornaamste gebieden waarin behoefte is aan extra exitcapaciteit Exit grenspunt

29 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Een voorbeeld van de gevolgen van het ontkoppeld entry-exitsysteem is weergeven in onderstaande figuur. 27 Elektriciteitsproductie LNG import Voornaamste gebieden waarin behoefte is aan extra exitcapaciteit In de bovengeschetste situatie lijkt de LNG-import zeer geschikt voor eventueel nieuwe elektriciteitscentrales met relatief geringe implicaties voor het netwerk. In een ontkoppeld entry-exitsysteem zijn, zoals de term al aangeeft, entries en exits niet contractueel met elkaar verbonden. Dit impliceert dat ook rekening gehouden moet worden met de mogelijkheid, dat de elektriciteitscentrale beleverd wordt via een ander (feitelijk elk ander) entrypunt, bijvoorbeeld gelegen in Noordoost-Nederland. Ook dan moet transport gegarandeerd zijn en dit kan een grotere transportbelasting met zich meebrengen. Zo kan de betrokken shipper bijvoorbeeld een LNG-lading naar een andere locatie buiten Nederland dirigeren waar de opbrengst hoger is. In dat geval kan de shipper voor de belevering van de elektriciteitscentrale bijvoorbeeld gas van het TTF betrekken of vanuit een berging in Noordoost Nederland. Ook kunnen er problemen zijn met de gasproductie elders waardoor de levering van LNG onzeker is. In die gevallen zal het gas van elders moeten komen en dat heeft mogelijk wel grote implicaties voor het netwerk zoals in het figuur op de volgende pagina is aangegeven.

30 Gas Transport Services B.V. 28 Elektriciteitsproductie UGSgebied Voornaamste gebieden waarin behoefte is aan extra exitcapaciteit De scenario's vormen onvoldoende basis voor GTS om economisch te kunnen investeren. GTS zal pas overgaan tot investeringen wanneer er voldoende zekerheid is uit gecontracteerde capaciteit zodat deze investeringen terugverdiend kunnen worden. Voor de hierboven geschetste scenario's is deze zekerheid er niet. Om toch in de reële transportbehoefte te kunnen voorzien is GTS daarom opnieuw een open season procedure begonnen (Open Season 2012) die moet leiden tot nieuw gecontracteerde entry- en exitcapaciteiten.

31 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Kwaliteit: indicatoren met streefwaarden, beheersingssysteem en maatregelen Inleiding GTS zorgt voor een hoge graad van veiligheid en betrouwbaarheid van het gastransport. In ruim veertig jaar Gasunie-historie zijn best practices ontwikkeld die geleid hebben tot uitstekende prestaties. De best practices zijn vastgelegd in een Management Control Systeem. Het Management Control Systeem van GTS richt zich op de beheersing van risico's. Zo bewaakt GTS de integriteit van het transportnet door middel van een stelsel van risicobeheersende maatregelen. Dit stelsel is in onderstaand overzicht weergegeven en verschillende onderdelen hiervan komen in hoofdstuk 3 aan bod. Bedreiging Risicobeheersing Management Ontwerpfouten Ontwerpevaluatie, Veiligheid en zonering Ontwerpcriteria aanpassen Vertraging, vergunning te laat Projectprocedures, Handboek Aanscherpen procedures Materiaal- en/of constructiefouten Beschadiging door derden Defecten aan apparatuur Gasunie Technische standaards, Beproeving leidingen KLIC, lopen, rijden en vliegen van leidingen Vervangingsbeleid R a p p o r t a g e b e v i n d i n g e n Aanpassen technische standaards, Technische overdracht Effectanalyse, Calamiteitsbeheersing Life Cycle Costing Corrosie, vermoeiing Kathodische bescherming,inspectie, conditiebewaking Inspectiebeleid optimaliseren (te) Hoge schadeclaim Ontwerpevaluatie, Veiligheid en zonering Verwerven/benoemen van deskundige Gasunie-arbiters Procesbewaking/Optimalisatie Maatregel Nee Akkoord? Ja Reductie bedreigingen Geoptimaliseerde risicobeheeersing Legenda: Veiligheid en Ruimtelijke ordening Rechten en vergunningen Integriteit

32 Gas Transport Services B.V. 30 Een risico bestaat uit twee factoren, te weten de kans op een ongewenste gebeurtenis en de gevolgen van de ongewenste gebeurtenis. In de risicobeheersing richt GTS zich in eerste instantie op het voorkomen van ongewenste onderbrekingen van het gastransport, oftewel het minimaliseren van de kans van optreden hiervan. Dit is van groot belang gezien de mogelijke omvang van de gevolgen. De kans van optreden van een ongewenste onderbreking kan op twee manieren worden geminimaliseerd. Ten eerste door preventief onderhoud en ten tweede door het toepassen van een reservefilosofie bij het ontwerp van componenten van het gastransportnet. De uitvoering van de bouw en het beheer van het gastransportnet heeft GTS door middel van de Overeenkomst van Opdracht toegewezen aan Gasunie. Om aan de door GTS gestelde eisen voor veiligheid en betrouwbaarheid te kunnen voldoen, voert Gasunie de nodige inspecties en preventief onderhoud uit. Dit is nader gespecificeerd in paragraaf 3.5. Voorbeelden van maatregelen in het ontwerp: Op reduceerstations, gasontvangstations, M&R's en grensstations is doorgaans reservecapaciteit aanwezig in de vorm van een reservestraat; Voor bescherming tegen corrosie zijn pijpleidingen, naast een coating aan de buitenkant, ook voorzien van kathodische bescherming. De zekerheid van het transport hangt niet alleen af van de ontwerpcriteria voor de infrastructuur maar ook van de wijze van besturing van het transportsysteem, in het bijzonder de centrale besturing (CCP) en de in het systeem aanwezige buffer. De balans tussen deze elementen zorgt voor efficiency en transportzekerheid. In geval van een onderbreking zorgen een adequate wachtdienstorganisatie bij zowel GTS als Gasunie en een goed uitgeruste storingsdienst bij Gasunie voor een snelle en doeltreffende opheffing. Hiermee beperkt GTS de omvang van de mogelijke gevolgen van een onderbreking. Dit wordt nader beschreven in paragraaf Indicatoren met streefwaarden GTS gebruikt meerdere prestatie-indicatoren met bijbehorende signaalwaarden voor de besturing en het beheer van het gastransportnet. Deze vormen een samenhangend stelsel van kwaliteitsindicatoren. In de definitie van de jaarlijkse uitvalsduur, de gemiddelde onderbrekingsduur en de onderbrekingsfrequentie (zoals in de MRQ is vermeld) wordt uitgegaan van onderbreking bij de eindafnemer. Het overgrote deel van de eindafnemers is aangesloten op een van de netten van de Regionale Netbeheerders (RNB's). Bij het opstellen van signaalwaarden en bij rapportage over de indicatoren is GTS dan ook afhankelijk van opgaven van deze RNB's. GTS hanteert de hieronder aangegeven signaalwaarden voor onvoorziene onderbrekingen: De signaalwaarde voor de onderbrekingsfrequentie bedraagt 0,001/jaar. Deze waarde is afgeleid van het totale aantal eindafnemers (TA) van circa Het aantal getroffen eind afnemers (GA) per jaar als gevolg van een storing in het net van GTS bedraagt gemiddeld 5000, zijnde het product van het totaal aantal eindafnemers (TA), de kans per jaar dat via een systeemverbinding geen gas wordt geleverd (1 op de 300) en de kans dat dit resulteert in een niet-levering bij de afnemer (25%). Voorgaande is gebaseerd op een storing in het net van GTS, waardoor tijdelijk geen gas stroomt op de systeemverbinding tussen de netten van GTS

33 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 en de RNB en er geen mogelijkheden tot doorkoppeling in of tussen de netten van de RNB's bestaan; De signaalwaarde voor de gemiddelde onderbrekingsduur bij de eindafnemer in voornoemd geval bedraagt 48 uur conform de inschatting van de RNB's; Dit brengt de signaalwaarde voor de totale jaarlijkse uitvalsduur ten gevolge van een storing in het net van GTS -- zijnde het product van de onderbrekingsfrequentie en de gemiddelde onderbrekingsduur -- op 2,9 minuut per eindafnemer. 31 Op basis van realisaties voor de periode eerste kwartaal 2005 t/m eerste kwartaal 2007 zijn de signaalwaarden uit het KCD 2005 heroverwogen. De conclusie van deze heroverweging is dat de signaalwaarden van de indicatoren voor onvoorziene onderbrekingen zich op een acceptabel niveau bevinden. Op basis van deze analyse is er geen aanleiding om de signaalwaarden aan te passen. In tegenstelling tot de elektriciteitswereld kent GTS geen voorziene onderbrekingen in de zin van de MRQ. Dit zou onderbrekingen betreffen die ten minste drie werkdagen tevoren bij de afnemer zijn aangekondigd, maar niet schriftelijk zijn vastgelegd. Deze onderbrekingen komen in principe niet voor bij GTS. Twee maanden van tevoren wordt afgestemd op welke wijze het onderhoud voor GTS het minst bezwarend is voor de afnemer. Vaak wordt gezocht naar een gezamenlijke onderhoudsperiode. Eventueel wordt met noodmaatregelen het transport in stand gehouden. Omdat GTS geen voorziene onderbrekingen kent, gebruikt GTS ook geen signaalwaarden hiervoor. 3.3 Kwaliteitsbeheersing gastransport GTS ziet het realiseren van veilig en betrouwbaar gastransport als een van haar kerntaken. Om dit op een effectieve en efficiënte wijze in te vullen past GTS integrale kwaliteitszorg toe. Daarvoor gebruikt GTS een Management Control Systeem dat is vastgelegd in handboeken. De aan dit systeem gestelde eisen liggen vast in de handleiding "Kwaliteitszorg bij Gasunie: Minimum Requirements voor Management Control". Als dochter van Gasunie zijn deze minimale eisen onverkort van toepassing op GTS. De Minimum Requirements voor Management Control zijn sinds 1996 bij Gasunie van kracht en zijn mede gebaseerd op de NEN-ISO 9001 kwaliteitsnorm. Het integrale karakter van de Management Control komt tot uiting in de beheersing van de kwaliteits-, veiligheids-, gezondheids-, milieu- en financiële risico's in de uitvoering van de bedrijfsactiviteiten. Uitgangspunt voor Management Control zijn de relevante eisen van alle belanghebbenden van de organisatie. Belanghebbenden zijn: de klanten (extern en intern), het management, de aandeelhouder, het personeel, de overheid en de maatschappij. Om aan de eisen van de belanghebbenden te voldoen, worden op vier niveaus beslissingen genomen. Beleid: Beslissingen over de producten waarop de organisatie zich richt en de doelstellingen die zij wil realiseren; Bestuur: Beslissingen over de definiëring van de bedrijfsprocessen, de inrichting van de organisatie en de keuze van mensen en middelen; Beheer: Regeling van het samenspel tussen afdelingen, gericht op een juist en ongestoord verloop van de processen; Uitvoering: Regeling van de directe aansturing van medewerkers en controle op de uitvoering. De resultaten van de bedrijfsactiviteiten worden teruggekoppeld om de juistheid van de beslissingen op alle niveaus te beoordelen en waar nodig bij te sturen.

34 Gas Transport Services B.V. 32 Het systeem rust op drie pijlers: Normen ondersteunen het management bij het nemen van de juiste beslissingen; Documentatie zorgt ervoor dat alle genomen maatregelen expliciet, inzichtelijk en toetsbaar worden; Auditing zorgt voor een onafhankelijke beoordeling van de opzet en werking van de maatregelen. Het Management Control systeem is in onderstaand model weergegeven. Beleid Eisen Belanghebbenden Bestuur Bijsturing Beheer Beoordelen en verbeteren Uitvoering Bedrijfsactiviteiten Normen Documentatie Auditing Met behulp van een Operationele Risico Analyse (ORA) identificeert het management mogelijke bedreigingen en stelt op basis van de ernst van de gevolgen adequate beheersmaatregelen vast voor het afdekken van de risico's. Bedreigingen met grote gevolgen worden per definitie preventief afgedekt. Naast preventieve maatregelen zijn op kritische punten in het proces controles ingebouwd. Plaats en frequentie van controles zijn afhankelijk van risico's en uitvoerbaarheid. Via operationele audits laten de Raad van Bestuur van Gasunie en de directie van GTS vaststellen of het stelsel van beheersmaatregelen voldoende effectief is. De Minimum Requirements en eventueel relevante specifieke normen fungeren als maatstaf. Op basis van dezelfde aanpak is per organisatieonderdeel of proces een risicoprofiel opgesteld dat als basis geldt voor het auditplan. De Audit Commissie, bestaande uit drie leden van de Raad van Commissarissen, stelt het auditplan vast voor een periode van vijf jaar. Het auditplan wordt jaarlijks geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Dit raamwerk leidt ertoe dat het management doorgaans tussen twee audits in de vigerende ORA's

35 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 opnieuw tegen het licht houdt. Het niet actualiseren van een ORA leidt automatisch tot een auditcommentaar. Voor de GTS-processen en -afdelingen geldt op basis van de risicoprofielen een auditfrequentie van eens per drie jaar. 33 Door het volgen van de bevindingen uit de operationele audits stelt de Audit Commissie jaarlijks vast: in welke mate de verschillende Units en daarmee ook GTS invulling geven aan de vereiste Management Control; in welke mate de Minimum Requirements voor Management Control nog adequaat zijn als maatstaf voor de Management Control. In feite is er sprake van een proces van continue verbetering. GTS evalueert niet eenmaal per zes jaar haar Management Control systeem zoals de MRQ vraagt, maar doet dit voortdurend. Op het niveau van Beleid stelt de organisatie doelstellingen vast waaraan prestatie-indicatoren worden gekoppeld. Aan elke prestatie-indicator is een realistische norm of streefwaarde verbonden om de behaalde resultaten van de doelstelling te kunnen toetsen. Op het niveau van Bestuur zijn de processen gedefinieerd die moeten leiden tot de gewenste resultaten. De output van elk proces is vastgesteld en meetbaar gemaakt met behulp van prestatie-indicatoren. Om de prestaties van het transportproces te meten heeft GTS relevante prestatie-indicatoren met bijbehorende signaalwaarden geformuleerd. Hiertoe behoren de jaarlijkse uitvalsduur, de gemiddelde onderbrekingsduur en de onderbrekingsfrequentie. Hierover rapporteert GTS elk jaar aan de DTe. De resultaten van periodiek uitgevoerde metingen en onderhoud worden gerapporteerd aan het management. Bij het over- of onderschrijden van een signaalwaarde (al naar gelang van toepassing) onderneemt het management actie en, indien nodig, stuurt zij bij. Deze bijsturing betreft dan wijzigingen van beheersmaatregelen of aanpassingen in de infrastructuur (zie paragraaf 3.5). Risicoanalyses Het management op alle niveaus is verantwoordelijk voor het invoeren en onderhouden van een op de afdeling of het proces toegesneden stelsel van beheersmaatregelen dat voldoet aan de Minimum Requirements voor Management Control. Hierbij worden op een meer operationeel niveau "Operationele Risicoanalyses" (ORA's) uitgevoerd. Daarnaast worden deelprocessen of componenten door ORA's of Interne Reviews nader geanalyseerd. Met behulp van de ORA's wordt het bedrijfsproces op een systematische manier doorlopen. Hierbij worden eerst de bedreigingen geïdentificeerd en wordt vastgesteld wat de gevolgen kunnen zijn van een dergelijke bedreiging. Aan de hand van de volgende tabel vindt een waardering plaats van de gevolgen.

36 Gas Transport Services B.V. 34 Categorie Waardering 'ernst' van gevolgen Financiele - > Z Gevolgen - > op jaarbasis H - > M Operationele - Ernstige verstoring primaire bedrijfsfunctie Z Gevolgen - Beperkte verstoring primaire bedrijfsfunctie H - Ernstige verstoring ondersteunende bedrijfsfunctie H - Beperkte verstoring ondersteunende bedrijfsfunctie M Veiligheid Gezondheid Milieu - Ongevallen met ernstig letsel, ernstige schade aan gezondheid, ernstige schade aan milieu - Beperkt letsel, beperkte schade aan gezondheid, beperkte schade aan milieu Wetten - Ernstige fraude, misleiding, contractbreuk, privacyinbreuk, misbruik Z Regels niet-commerciële bedrijfsinformatie, onvoldoende borging Ethiek aansprakelijkheid Imago -Diefstal van beperkte omvang, privé-gebruik van bedrijfsmiddelen, H/M onjuiste/niet tijdige informatie Gaswet - Ongeoorloofd gebruik van commercieel gevoelige informatie Z Artikel 37 - Onzorgvuldig omgaan met commercieel gevoelige informatie Z/H - Onvoldoende afscherming/beveiliging van commercieel gevoelige informatie H Klantgerichtheid - Geen onderzoek naar eisen/wensen, geen afspraken over Z/H producten/diensten, geen klanttevredenheidsonderzoek, geen klachtenregistratie t.a.v. externe klanten M = midden H = hoog Z = zeer hoog Vervolgens worden de beheersmaatregelen geïnventariseerd en geëvalueerd. Er wordt beoordeeld in hoeverre de beheersmaatregelen het risico volledig afdekken of dat er sprake is van een restrisico. Dit restrisico wordt vervolgens voorzien van een aanbeveling (zie onderstaand voorbeeld). Bedreiging Gevolg Maatregelen Kans Risico Aanbeveling Onbevoegden hebben toegang tot contracten/ contractgegevens Misbruik van CGI, Overtreding Gaswet, Fraude, finacieel nadeel Z Beveiliging toegang tot gegevens op servers, Autorisatie SAP, Fysieke beveiliging, Clean Desk, Gedragscode N - Geen Ernst van het gevolg Z = zeer hoog H = hoog M = midden Risico (niet afgedekt) Z x H = C (Critical) Z x L = H (High) H x H = H (High) H x L = M (Medium) M x H = M (Medium) Kans bedreiging (ondanks maatregelen) H = hoog (komt regelmatig voor) L = laag ( is wel eens voorgekomen/ niet ondenkbaar N = nihil (praktisch uitgesloten)

37 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Uit het oogpunt van een kosten-batenanalyse zullen niet alle risico's voor honderd procent zijn afgedekt. In het geval dat een risico bewust wordt geaccepteerd, gelden hiervoor de volgende goedkeuringsregels: C-risico's (Critical) door de Raad van Bestuur; H-risico's (High) door de Unitmanager; M-risico's (Medium) door de afdelingschef; De geaccepteerde risico's worden vermeld in het eindrapport. 35 In het verleden uitgevoerde risicoanalyses en wet- en regelgeving hebben geleid tot een systeem van technische maatregelen in de beheer- en onderhoudsfeer. De realisaties worden gemeten en gerapporteerd via KPI's. Ook dit gehele systeem wordt door middel van audits eens per drie jaar gecontroleerd. 3.4 Veiligheid GTS is verantwoordelijk voor het wettelijk beheer van het gastransportnet. Daarmee is GTS ook verantwoordelijk voor de veiligheid van het gastransport en van het netwerk. Een deel van de uitvoering van het beheer van het transportnet heeft GTS door middel van een Overeenkomst van Opdracht toegewezen aan Gasunie. Als dochter van Gasunie volgt GTS onverkort het veiligheidsregime van Gasunie. In deze paragraaf wordt het veiligheidsregime van Gasunie beschreven Belang Gasunie geeft veiligheid, gezondheid en milieu de hoogste prioriteit omdat het een voorwaarde is voor het voortbestaan van de onderneming. Dit belang past bij de missie van Gasunie om te zorgen voor veilig, betrouwbaar en duurzaam gastransport. Het vermijden van risico's tijdens de uitvoering van werkzaamheden is een kernelement bij alle activiteiten van Gasunie. Gasunie wil voortdurend haar prestaties ten aanzien van veiligheid, gezondheid en milieu verbeteren en past daarvoor nieuw ontwikkelde technieken en kennis toe. Geen ongevallen, ernstige incidenten en leidingbeschadigingen Het doel van Gasunie is het voorkomen van alle ongevallen, ernstige incidenten en leidingbeschadigingen. Ook buiten de werksituatie stimuleert Gasunie haar medewerkers veilig en gezond te leven. Bij activiteiten brengt Gasunie vooraf de veiligheids- en gezondheidsrisico's in kaart. Om die risico's weg te nemen treft Gasunie adequate maatregelen. Gasunie handhaaft de veiligheid en betrouwbaarheid van het gastransportnetwerk op het niveau van haar eigen standaard en in overeenstemming met de wettelijke eisen voor externe veiligheid. In samenwerking met alle betrokken partijen zal Gasunie het aantal leidingbeschadigingen door derden terugdringen. Verantwoordelijkheid en verantwoording De Raad van Bestuur blijft op de hoogte van belangrijke gebeurtenissen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu en ziet erop toe dat het managementsysteem voor veiligheid, gezondheid en milieu goed functioneert en dat de regels worden nageleefd. De Raad zorgt ervoor dat de inzet van mensen en middelen zodanig is dat aan deze afspraken kan worden voldaan. De Raad zal zich publiekelijk verantwoorden met betrekking tot de naleving van dit veiligheidsbeleid. Het management is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en motivatie van de medewerkers. Het management ziet erop toe dat het veiligheidsbeleid en de wet- en regelgeving worden nageleefd. Iedere Gasunie-medewerker en iedere medewerker van derden werkzaam voor Gasunie, is persoonlijk verantwoordelijk voor naleving van het veiligheidsbeleid en van de wet- en regelgeving. Dit is

38 Gas Transport Services B.V. 36 een belangrijke voorwaarde voor een dienstverband of contract. Om op een adequate manier invulling te kunnen geven aan de geldende Wet- en Regelgeving beschikt Gasunie over: Een NEN-EN-ISO gecertificeerde VG&M-kwaliteitssysteem (certificaatnummer AE-ROT-RvA); Een door de RvA geaccrediteerde afdeling Drukhouders (Certificaatnummer I-068) in overeenstemming met ISO/IEC 17020; Een SCIOS gecertificeerde dienst (Certificaatnummer KC /1) in overeenstemming met het ISO-9000 systeem ter ondersteuning van de afdeling Operations; Een gecertificeerde interne Arbo-dienst (Certificaatnummer RQA ) in overeenstemming met de Richtlijn Arbo-diensten. Om aan bovenstaande accreditaties en certificaten te kunnen voldoen, beschikt GTS over een gedocumenteerd Management Control Systeem op het gebied van Veiligheid, Gezondheid en Milieu en over diverse afdelingshandboeken. Deze handboeken maken ook onderdeel uit van de (jaarlijkse) interne en externe audits. In Bijlage I is een overzicht opgenomen van de meest relevante Europese richtlijnen en normen met hun (globale) toepassingsgebied die GTS hanteert Externe veiligheid Bij de externe veiligheid gaat het om de veiligheid van derden. Deze veiligheid kan in het geding zijn vanwege industriële activiteiten in de omgeving van omwonenden. Gasunie beheert een gastransportnet waardoor grote hoeveelheden gas onder hoge druk worden vervoerd. Er is een -weliswaar zeer kleine- kans op het ongewenst vrijkomen van gas als gevolg van een leidingbeschadiging. Dit zou een risico kunnen opleveren voor de omgeving. De belangrijkste oorzaak voor een leidingbeschadiging komt van buiten in de vorm van graafwerkzaamheden van derden. Het externe veiligheidsbeleid is er op gericht dergelijke risico's te voorkomen. Gasunie voert een actief beleid waarin zij professionele gravers wijst op het belang van vroegtijdig aanmelden van graafwerkzaamheden bij het Kabels en Leidingen Informatiecentrum (KLIC). Gasunie zelf draagt zorg voor de integriteit van het systeem door een adequaat preventie- en onderhoudsprogramma. Daarnaast wordt het gas geodoriseerd waardoor het te alle tijden merkbaar is wanneer er ongewenst gas vrij komt. Bovendien wordt in lijn met het overheidsbeleid een veiligheidszonering aangehouden. Er is verder aandacht voor het transparant communiceren over risico's en ten slotte worden in samenwerking met overheden plannen ontwikkeld en oefeningen gehouden om mogelijke calamiteiten snel en veilig het hoofd te bieden. De integriteit van het systeem Om de integriteit van het systeem te waarborgen, zijn en worden installaties en leidingen aangelegd volgens internationale, nationale en door de (internationale) branche zelf vastgestelde standaarden. In Nederland zijn deze vertaald in de NEN 3650 en voor Gasunie, waar relevant, aangevuld met eisen vastgelegd in de Gasunie Technische Standaard. De eisen aan systemen worden steeds aangepast aan ervaringen, op basis van onderzoek en nieuwe ontwikkelingen. Er gelden voor het ontwerp, de constructie, de in gebruikstelling en het beheer van de installaties en leidingen een groot aantal op veiligheid gerichte procedures. Voor alle werkzaamheden in dat verband waarbij technische integriteit een rol speelt, wordt de afdeling Veiligheid betrokken, welke voor inspectie en toezicht is geaccrediteerd door de RvA en is aangewezen door het Ministerie van Sociale

39 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Zaken en Werkgelegenheid. Als basis voor haar activiteiten gaat de afdeling Drukhoudersinspectie uit van een inventarisatie van alle denkbare risico's. Deze risico's worden samen met de genomen maatregelen in een matrix geplaatst en periodiek beoordeeld en zo nodig herzien. De afdeling Drukhoudersinspectie is samen met inspecteurs van de afdeling Procurement betrokken bij alle fasen in de levenscyclus van drukhoudende apparatuur als toezichthouder en adviseur. 37 Nieuwbouw fabrikant Nieuwbouw veld Ingebruikneming Gebruik Uit gebruik Ontwerp en nieuwbouw Beoordeeld worden onder andere: Ontwerp, Constructie, Materiaalkeuzen, Lasmethoden, Niet destructief onderzoekmethoden van lassen, Drukbeheersing. Tevens worden audits en inspecties bij toeleveranciers uitgevoerd. Nieuwbouw veld, constructie Beoordeeld wordt of de realisatie geschiedt conform de geaccordeerde technische regels. Ingebruikstelling De ingebruikneming vindt niet eerder plaats dan nadat een Akkoord voor Ingebruikname / Verklaring Keuring voor Ingebruikneming is afgegeven. Als alle formaliteiten zijn afgehandeld wordt een "Conformiteitverklaring Veiligheid & Milieu deel Veiligheid Drukhouders" afgegeven. Gebruik In de gebruiksfase worden alle drukdragende delen van het systeem zoals drukvaten maar ook de leidingen geïnspecteerd. De keuringsfrequenties vloeien voort uit wet- en regelgeving, vergunningsvoorwaarden, eigen ervaringen en zijn veelal gebaseerd op risicoanalyses. Samen met de afdeling Assetmanagement wordt de inspectie-inspanning afgestemd en in een jaarplan vastgelegd. Verificatie van de inspectieresultaten en het eindoordeel over de integriteit inclusief volgend inspectie-interval worden vastgelegd in het Pipeline Integrity Management System (PIMS) en de Plant Maintenance module van SAP (= een Enterprise Resource Planning systeem). Buiten gebruik stellen Het (veilig en milieu verantwoord) buiten bedrijf stellen van leidingen en installaties wordt opgevat als een modificatie en valt ook binnen het toezichtarrangement van de afdeling Drukhoudersinspectie.

40 Gas Transport Services B.V. 38 Om haar taak goed te kunnen uitvoeren beheert de afdeling Drukhoudersinspectie een groot aantal expertise gebieden. Schadeonderzoek Defectbeoordeling Wet- en regelgeving Niet destructief onderzoek Materialen Drukhouder Inspectie & Inspecteurs Procurement Lassen Drukbeheersing Inspectie/ risicomanagement Constructies Productieprocessen Het voorkomen van graafschade Bij ondergrondse leidingen is graafwerkzaamheden door derden de belangrijkste oorzaak van mogelijke schade aan de leiding. Leidingen zijn zo ontworpen dat zij ruimschoots bestand zijn tegen de druk van het getransporteerde gas, maar een zware graaf- of heimachine kan de integriteit van de leiding aantasten. Gasunie heeft daarom de afgelopen tientallen jaren een driesporenbeleid gevolgd dat gericht is op het voorkomen van leidingbeschadigingen: Oprichting met andere kabel- en leidingeigenaren van het KLIC en promotie daarvan op allerlei "graversdagen" zoals landbouwbeurzen, toegankelijker maken van KLIC via webbased toepassingen etcetera. Daarnaast wordt elke KLIC-melding door ons kosteloos opgevolgd en eventueel begeleid. In het verleden werden ook de reparatiekosten van gemelde beschadigingen niet op de veroorzaker verhaald; Afspraken met grondeigenaren met wie Gasunie een zakelijk recht overeenkomst heeft voor de ligging van leidingen over grondbewerkingen dieper dan 30 centimeter; Vastleggen van leidingtracés in bestemmingsplannen en dergelijke en pro-actief volgen van artikel 19 procedures en dergelijke. Het KLIC-systeem zal in de nabije toekomst worden vervangen door de zogenaamde grondroerdersregeling met sancties als er niet gemeld wordt. Leidingen worden veelal zodanig diep gelegd dat de meeste graafwerkzaamheden geen kwaad kunnen. Voorts worden leidingen goed zichtbaar gemarkeerd, de directe omgeving van een leiding wordt periodiek geïnspecteerd en bij graafwerkzaamheden in de nabijheid van een leiding houden medewerkers van Gasunie toezicht. Het gehele netwerk is vastgelegd in het bedrijfsmiddelenregister (zie Bijlage III). Gasunie verzamelt incidentendata om het resultaat van haar inspanningen te toetsen. Daarbij wordt aangetekend dat bij de belangrijkste oorzaak van een leidingbeschadiging vooral gravend Nederland de performance bepaalt. Gasunie stelt daar een uitgebreid defensief systeem om onverantwoorde

41 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 graafwerkzaamheden te voorkomen tegenover. Al meer dan tien jaar is aldus een ernstig ongeval, te weten leidingbreuk, niet opgetreden. Wel aanwezige data van minder ernstige incidenten (zie onderstaande grafieken) worden gebruikt om trends te volgen. 39 Alle beschadigingen Gasunie-leidingen (verdeeld naar oorzaak) Overig Foutief aanboren constructie / materiaal fouten 20 Corrosie 15 Grondwerkzaamheden door derden Vergelijking Gasunie versus EGIG (voortschrijdend gemiddelde aantal incidenten met gasuitstroom) Aantal incidenten per 1000 km. per jaar 0,5 0,4 0, EGIG Gasunie Odoriseren van gas Aardgas is van nature reukloos. Om veiligheidsredenen wordt een geurstof toegevoegd zodat een eventuele uitstroming van gas snel wordt opgemerkt. Gasunie odoriseert alle gas dat bestemd is voor de openbare voorziening. Dit gebeurt op de M&R-stations en op enkele GOS-en die direct op het HTL-netwerk zijn aangesloten.

42 Gas Transport Services B.V Veiligheidszonering De Nederlandse overheid hanteert voor alle industriële risico-opleverende activiteiten een stelsel van zogenaamde risiconormen. Daartoe worden de risico's volgens standaardmethoden berekend en op basis van toetsing aan de normen wordt nagegaan of er een veiligheidszonering nodig is. De veiligheidszonering kan worden beïnvloed door aanvullende maatregelen. Gasunie heeft met circa 1200 stations en installaties en meer dan kilometer leidingen in Nederland direct te maken met deze risiconormering en is om die reden ook in het voortraject van het risicobeleid betrokken. Daarbij is er overleg over de wijze waarop risico's van gasinstallaties en leidingen moet worden berekend. Dit geldt voor zowel bestaande als voor nieuw te bouwen infrastructuur Risicocommunicatie Vanuit de MER-plicht en vergunningverlening is een open communicatie over risico's met burgers van belang. Daarbij volstaat niet de puur getalsmatige benadering. Er zijn vele aspecten waardoor het ene risico anders beleefd wordt dan het andere. Een en ander is vormgegeven in het Preventie Beleid Zware Ongevallen (PBZO) dat is opgenomen in Bijlage VI. In dit document wordt precies beschreven hoe Gasunie omgaat met dergelijke risico's: wat die risico's betekenen voor de werknemers en voor de omgeving van onze installaties, welke stappen worden genomen om die risico's zichtbaar te maken en natuurlijk wat Gasunie allemaal doet om de kans op en gevolgen van een ernstig ongeval te verkleinen. Het PBZO is tevens een belangrijke schakel tussen Gasunie en de toezichthoudende overheid. Gelet op het grote maatschappelijke belang komt het PBZO bij inspectierondes door het bevoegde gezag op onze installaties altijd op tafel. In het PBZO wordt dan ook verwezen naar alle genomen maatregelen en wordt verantwoording afgelegd over hoe Gasunie de veiligheid georganiseerd heeft. De overheid verwacht daarbij van Gasunie dat het veiligheidsbeleid binnen ons bedrijf voortdurend kritisch wordt bekeken en waar mogelijk wordt verbeterd en afgestemd op nieuwe overheidsregels. Er is sinds 2007 een wettelijke algemene informatieplicht, waarbij voor heel Nederland, dus ook voor de infrastructuur onder beheer bij Gasunie, de risico's worden geïnventariseerd en centraal (bij het RIVM) worden opgeslagen. Gasunie heeft de verplichting om van al haar installaties en leidingen informatie over risico's te verstrekken Rampenbestrijding Sluitstuk van het veiligheidsbeleid is het voorbereid zijn op een mogelijke rampsituatie (zie ook paragraaf 3.6.2). Gasunie voert daarvoor centraal overleg met hulpverleningsorganisaties, stelt handleidingen en informatiesheets op, informeert lokale brandweerkorpsen en helpt bij oefeningen.

43 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Maatregelen ten aanzien van onderhoud en vervanging Onderhoud In het verleden is een onderhoudsregime ontstaan dat in eerste instantie de best practice van leveranciers van de onderdelen als basis had. Daarnaast werd een en ander gespiegeld aan de ervaringen van collega-bedrijven en waar nodig aan wet- en regelgeving. Dit regime is in de loop der jaren geëvolueerd tot wat het nu is en is inmiddels vastgelegd in een geautomatiseerd informatiesysteem, te weten de Plant Maintenance module van SAP (hierna aangegeven als PM-module). Vanuit dit systeem worden onderhoudsorders en de bijbehorende instructies gegenereerd. Tevens worden bevindingen en materiaalverbruik en dergelijke vastgelegd. De realisaties zijn weer input voor het proces Maintenance Engineering. Analyses van de realisaties versus beschikbaarheideisen door middel van KPI's kunnen leiden tot aanpassingen in de onderhoudsconcepten. De gebruikte analysemethoden zijn onder meer Lifecycle Cost Modelering (LCC), Reliability Centered Maintenance (RCM) en Failure Mode and Effect Analysis (FMEA). Hiermee liggen de reguliere onderhoudsactiviteiten en het daarbij behorende materiaalverbruik over langere tijd min of meer vast. Aanpassingen zijn over het algemeen marginaal. Dit is hieronder schematisch weergegeven. Onderhoudsconcept Aanpassen onderhoudsplan Bevindingen Onderhoud SAP LCC RCM FMEA Optimalisatie Onderhoud Vervangingsbeleid Veranderingen VG&M Externe beïnvloeding Nieuwe producten De uitgangspunten voor onderhoudsoptimalisatie zijn: Behoud van functionaliteit tegen minimale kosten (Total Cost of Ownership); De juiste verhouding preventieve werkzaamheden, werk uit inspectie en correctieve werkzaamheden; Maximale effectiviteit van onderhoud; De juiste voorraadhoogte of andere terugvalposities zoals contract met leverancier/ serviceorganisatie; Goede afweging tussen vervangen en onderhoud. Het opstellen van een onderhoudsplan wordt ook uitgevoerd voor nieuwe producten of systemen. De resultaten van de onderhoudsoptimalisatie kunnen tot gevolg hebben dat: Een onderhoudsplan gehandhaafd blijft; Een onderhoudsplan wordt aangepast; Overgegaan wordt tot vervanging.

44 Gas Transport Services B.V. 42 In Bijlage III is als voorbeeld een overzicht opgenomen van het preventieve onderhoud zoals dat is vastgelegd voor de transportleidingen en de diverse componenten daarin zoals afsluiters, kathodische bescherming (KB), vlieginspecties en dergelijke. Voor de compressorstations geldt hetzelfde regime als het gaat om KB en afsluiters. Het machineonderhoud is draaiuur- en machineafhankelijk en verschilt dus van locatie tot locatie Vervanging Naast de performance van het systeem heeft Gasunie te maken met veroudering van componenten of het niet langer leverbaar zijn van bepaalde componenten of systemen. Hierdoor kan op een bepaald moment niet meer voldaan worden aan de gestelde beschikbaarheideisen. Hier wordt een proactief beleid gevoerd. Ook veranderende wet- of regelgeving kan input zijn voor het uitvoeren van vervangingsprojecten. In het kader van dit soort vervangingsprojecten wordt, waar mogelijk, een Total Cost of Ownership-filosofie gehanteerd. Een belangrijk punt van aandacht bij het definiëren van het tijdstip van vervanging, is de looptijd van de daarvoor benodigde projecten, die in de regel tussen de anderhalf en drie jaar zal liggen. De doelstelling van "optimum van kosten en kwaliteit", leidt tot "just in time" vervanging, dat wil zeggen niet te vroeg omdat verhoging van kosten door te vroege vervangingsinvestering inhoudt, maar ook niet te laat omdat dit kwaliteitsverlies (gepaard gaand aan eveneens kosten en ook inkomensderving en eventueel claims) veroorzaakt. Dit maakt dat het niet wenselijk is om voor verschillende apparatuur, op basis van de te verwachten technische levensduur, ver vooruit in de tijd een moment te bepalen waarop tot vervanging wordt overgegaan. Dit tijdstip zal immers niet anders dan te vroeg kunnen zijn. Het vervangingsproces dat doorlopen wordt, staat in het volgende schema weergegeven: Technische Integriteit Functionaliteit Inventarisatie lijst: Normen Ja Alarmwaarde? Economie Evaluatie Indicatoren Ja Signaalwaarde? Noodscenario Investerings beslissing Wetgeving Nee Retire Repair Replace Veiligheid & Milieu Beïnvloeding Diversen Ja succesvol Nee PLAN EVALUATIE

45 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Er wordt gestuurd op basis van indicatoren die leiden tot de vervanging. Door het monitoren van deze indicatoren wordt er aangegeven, of er een vervanging staat aan te komen. Vervolgens wordt getracht deze indicatoren te beïnvloeden en het moment van vervanging uit te stellen. Het doel is om een investering "just in time" te laten plaatsvinden en om strategisch overzicht te houden. De basis voor het vervangingsproces is een inventarisatielijst van de meest omvangrijke apparatuur van de assets. Het doel van deze inventarisatielijst is om een goed overzicht te hebben van de status van de diverse soorten apparatuur, zodat tijdig beïnvloeding plaats kan vinden en er een volledig overzicht is van mogelijk toekomstige investeringen. 43 Indicatoren geven informatie over de resterende levensduur van apparatuur. Als bij een indicator de signaalwaarde overschreden wordt, treedt het proces van beïnvloeding in werking. Hierbij wordt verondersteld dat een signaalwaarde wordt overschreden indien de apparatuur aan één van de criteria voldoet. Als de apparatuur aan een van deze criteria voldoet dient een onderzoek te worden verricht. Dit onderzoek wordt verricht aan de hand van een vragenlijst. Een ingevulde vragenlijst wordt in het projectvoorstel voor een investeringsaanvraag bijgevoegd. Door beïnvloeding wordt getracht het verloop van een indicator of de signaalwaarde voor een indicator zodanig te wijzigen dat investeringen zonder bovenmatig risico uitgesteld kunnen worden. Als beïnvloeding van de indicatoren geen succes heeft, wordt de alarmwaarde overschreden en moet een investeringsbeslissing genomen worden. Uitkomst van dit proces is repareren, (deels) vervangen of verwijderen. Indicatoren Een indicator is een waarde of een aanwijzing die informatie geeft over de toestand van de apparatuur. Door het monitoren van indicatoren die leiden tot vervanging, wordt informatie verkregen over de resterende levensduur van equipement. Deze indicatoren betreffen onder meer gemeten prestaties (KPI's), onderhoudsbevindingen (SAP-PM), wetgeving (onder andere veiligheid, milieu), informatie leveranciers, wijziging van functionaliteit en financieel-economische gegevens. Beïnvloeding Om investeringen zonder bovenmatig risico uit te stellen zal getracht worden om de waarde van een indicator of de signaalwaarde voor een indicator zover mogelijk te beïnvloeden. Een voorbeeld hiervan is de aankoop van strategische reserveonderdelen. Indien ondanks beïnvloeding toch de alarmwaarde wordt overschreden en een investeringsbeslissing genomen moet worden, spelen onder andere de volgende punten een rol: Noodzaak van functionaliteit; Total Cost of Ownerschip; Besparingen op clusteren van activiteiten; Nieuwe aankomende wetgeving. 3.6 Onderhouds- en storingsdienst: organisatie en werkwijze Organisatie GTS streeft naar veilig en ononderbroken gastransport. Hiertoe is in het ontwerp van de benodigde infrastructuur redundantie aanwezig. Er kunnen zich echter bij zowel preventief onderhoud, inspecties als bij normale bedrijfsvoering situaties voordoen die menselijk ingrijpen noodzakelijk maken.

46 Gas Transport Services B.V. 44 De feitelijke uitvoering en monitoring van de activiteiten in het kader van "onderhoud en storingsafhandeling" is ondergebracht bij de unit Operations van Gasunie. Deze unit is verantwoordelijk voor de uitvoering van activiteiten en daadwerkelijke monitoring van de infrastructuur. Operations is in een aantal subunits georganiseerd om zo slagvaardig mogelijk overeenkomstige onderdelen van de infrastructuur te kunnen onderhouden en zonodig te repareren. De subunit Installaties is op vijf vitale installaties van de infrastructuur gevestigd en beheert deze en omringende installaties (Oldeboorn-Spijk, Ommen, Ravenstein c.a., LNG-Maasvlakte en Wieringermeer- Beverwijk); De subunit Leidingen & Stations is vanwege span of control in een gebied Oost- en West- Nederland opgedeeld. Uiteindelijk zijn er twaalf zogenaamde "gebieden" gevormd met elk een op een strategische plaats gevestigde uitvalsbasis. Op deze manier kan redelijkerwijs elke locatie van Gasunie door technici binnen een bepaalde tijd bereikt worden om onverhoopte reparaties uit te voeren. Zowel Oost als West beschikt over een eigen planningsafdeling om de dagelijkse inzet van technici effectief en efficiënt uit te voeren. Voor het onderhoud en beheer van specifieke apparatuur werken gebieden samen. Voor complexe en landelijke activiteiten wordt vanuit de stafafdelingen in Groningen ondersteuning verzorgd. Ook wordt vanuit hier het onderhoudsproces aangestuurd; Voor de uitvoering van specialistische taken (inclusief calamiteiten) en inzet van noodvoorzieningen is de subunit Speciale Opdrachten beschikbaar; deze is in Deventer gestationeerd. Contracten met relevante aannemers zorgen in ernstige gevallen voor extra ondersteuning. De Centrale Commando Post (CCP) van GTS in Groningen fungeert als het meld- en coördinatiecentrum van alle activiteiten aan de infrastructuur in relatie tot de instandhouding van het gastransport. Van hieruit wordt het gastransport bestuurd en afwijkingen via telemetrie bewaakt. Ook publiek kan via het alom bekendgemaakte storingsnummer de CCP bereiken. In geval van daadwerkelijke incidenten kan de CCP de gasstroom blokkeren of herrouteren of wordt personeel van de unit Operations ingeschakeld om ter plaatse actie te ondernemen. De CCP is continue bemand en kent een volwaardig uitwijkcentrum in geval van (technische) calamiteiten. Technici van de unit Operations zijn via een wachtdienstorganisatie 24 uur per dag en zeven dagen per week beschikbaar om het gastransport onder veilige condities doorgang te laten vinden. Escalatietrajecten in de hiërarchie zijn procedureel geregeld Werkwijze De hierboven beschreven organisatie van de onderhouds- en storingsdienst is zodanig dat storingen en onderbrekingen in het gastransport op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze kunnen worden opgelost. Ook het ontwerp van de infrastructuur draagt bij tot een gereduceerde kans op storingen en onderbrekingen. Storingen worden op verschillende wijzen gesignaleerd en afhankelijk van de (mogelijke) gevolgen tot een bepaald prioriteitsniveau opgeschaald. De CCP ontvangt telefonisch of via telemetrie afwijkingen die op een storing kunnen duiden. In het bijzonder onderbrekingen worden rechtstreeks aan de CCP gemeld. Storingen met lage urgentie worden zoveel mogelijk om de CCP heen geleid en direct tijdens kantooruren bij de planningsafdelingen in Oost- en West-Nederland gemeld (veelal automatisch); meldingen in deze categorie worden gezien de geringe risico's hier niet verder behandeld. De CCP beoordeelt aan de hand van ontvangen meldingen en eventueel nadere gegevens de ernst

47 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 van de melding. Indien de persoonlijke veiligheid in gevaar is, wordt aan de hand van vaste criteria besloten om hulpdiensten in te schakelen om zonodig tot ontruiming te verzoeken; dit voor zover de hulpdiensten al niet ter plaatse zijn en zelf actie hebben ondernomen. De vervolgfase is het inschakelen van de storingsdienst van de unit Operations. Hiertoe worden afhankelijk van de ernst van de storing technici en leidinggevenden ingeschakeld. De criteria waarop en op welke wijze opschaling plaatsvindt, is in procedures van het handboek Operations Emergency Control beschreven. Afhankelijk van de bevindingen ter plaatse worden a-priori maatregelen genomen om de veiligheid en belasting voor het milieu te minimaliseren in relatie tot handhaving van het vereiste gastransport. 45 Daadwerkelijke reparatie vangt pas aan als de veiligheid in voldoende mate gegarandeerd kan worden. Voor de uitvoering van specialistische taken (inclusief calamiteiten) en inzet van noodvoorzieningen is de subunit Speciale Opdrachten beschikbaar. Deze unit heeft de beschikking over een voorraad calamiteitenmateriaal. Daarnaast probeert de CCP primair het gastransport voor eindverbruikers via alternatieve middelen in stand te houden en secundair contractuele verplichtingen na te komen. Onderbrekingen in het gastransport en significante storingen worden in de commissie calamiteitenbeheersing geëvalueerd en zonodig worden procedures en instructies verder verbeterd.

48 Gas Transport Services B.V. 46

49 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Samenhang: investeringsplan, onderhoudsplan en businessplan 47 De Minimum Requirements voor Management Control beschrijven per besturingsniveau de daaraan te stellen eisen. Zo geldt op het niveau van beleid onder meer de eis van consistentie, te weten: "Alle doelstellingen en plannen zijn op elkaar afgestemd en vormen een samenhangend geheel." In het businessplan komt de samenhang van het totaal aan activiteiten tot uiting. 4.1 Relatie investeringsplan en onderhoudsplan met businessplan Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 stelt GTS prognoses op voor entry- en exitpunten. Vervolgens wijzen capaciteitstoetsen uit of het bestaande netwerk onder verschillende scenario's het benodigde transport kan leveren. Indien er knelpunten voorzien worden, treft GTS maatregelen die leiden tot investeringsprojecten. Deze projecten worden in het investeringsplan opgenomen dat onderdeel uitmaakt van het businessplan. Onderhoudsconcept Onderhoud & Vervanging Monitoring Bedrijfsmiddelen = Transportnetwerk Businessplan Entry & Exit prognoses Capaciteitstoets Projecten Op basis van onderhoudsconcepten voor de verschillende componenten van het netwerk wordt de technische toestand van het netwerk bewaakt. Tijdens de operationele levensfase van de binnen het gastransportsysteem toegepaste apparatuur, betekent dit in de regel dat door een combinatie van preventief onderhoud (bij Gasunie voornamelijk inspecties), "werk uit inspectie" (hierin wordt technisch falen gecorrigeerd wat geen afbreuk heeft gegeven aan het functioneren van het gastransportsysteem) en correctief onderhoud (storingen) het systeem in stand gehouden wordt. De hieraan gekoppelde activiteiten worden opgenomen in het businessplan. Voor een deel van de apparatuur geldt dat er een moment komt (zie paragraaf 3.5.2) waarop een "normaal" onderhoudsregime niet meer toereikend is en er tot vervanging moet worden overgegaan, anders dan door één op één vervanging naar aanleiding van inspectiebevindingen of storingen. Dit gebeurt binnen Gasunie projectmatig door zo genaamde vervangingsprojecten, uitgevoerd door de afdeling Technische Nieuwbouw. Deze vervangingsprojecten worden opgenomen in het businessplan. Er is geen nadere detaillering van de benodigde werkzaamheden van de afzonderlijke investerings- en vervangingsprojecten opgenomen. Echter elk van de investeringen (dit geldt ook voor vervangingsprojecten) gaat gepaard met de volgende soort werkzaamheden:

50 Gas Transport Services B.V. 48 Studie fase Binnen de planningsafdeling van GTS worden knelpunten in het gastransportsysteem gedefinieerd. De planningsafdeling onderzoekt op welke wijze de knelpunten opgelost kunnen worden. Hierbij worden verschillende alternatieven bekeken. De oplossingen worden gedefinieerd in hoofdlijnen. Dit zijn een scope, een kostenraming (40% nauwkeurig), haalbaarheid en een planning(doorlooptijd). Aan het einde van de studie beslist het management of en zo ja welk alternatief verder uitgewerkt wordt. In geval van vervangingen voert de afdeling Asset Management een studie waarin de noodzaak voor de vervanging wordt onderbouwd (zie paragraaf 3.5.2). Functie specificatie Het voorkeursalternatief wordt verder onderzocht. Voor installaties en leidingen wordt een basisontwerp gemaakt. Voor nieuwe leidingtracés betekent dit dat er onder andere een gedegen tracéstudie gedaan moet worden naar mogelijke knelpunten zoals natuurgebieden, waterwegen en beperkingen in de constructie vanwege natuurrichtlijnen. Het resultaat van deze fase is een nadere uitwerking van de scope, een kostenraming (25% nauwkeurig) en een bijgewerkte planning. Aan het einde van deze fase beslist het management of het project verder uitgewerkt wordt. Projectspecificatie In de projectspecificatie wordt al datgene gedaan wat nodig is om de kostenraming 10% nauwkeurig te krijgen. Het is dan nodig om offertes voor materialen en diensten aan te vragen. Voor leidingprojecten en grote installatieprojecten worden de procedures voor het verkrijgen van de vergunningen (waaronder een MER en bestemmingsplan) alvast gestart. Voor technisch complexe ontwerpen wordt tevens een design review gehouden. Aan het einde van deze fase wordt de finale goedkeuring verleend door het management. Detail engineering In de detail engineering fase worden de specificaties in een zodanig detail uitgewerkt dat hiermee de constructie fase in gegaan kan worden. Constructie en oplevering In deze fase wordt het project gerealiseerd. Aan het einde wordt de installatie of de leiding geïnspecteerd door een eigen inspectiedienst (zie paragraaf 3.4.2). Daarna wordt het project in gebruik genomen. 4.2 Planning & Control cyclus De totstandkoming van het businessplan en het bewaken van de uitvoering daarvan maken onderdeel uit van de Planning & Control cyclus. Deze cyclus verloopt via een strak tijdpad (planningskalender) en wordt geregisseerd door de afdeling Control van Gasunie. De verschillende fasen worden hieronder toegelicht. Planning Budgettering Uitvoering bewaken Rapportage Opstellen strategisch plan Concreet plan voor komend jaar Second opinion, voortgang registreren Analyse, evaluatie, verantwoording Planning Alle units stellen jaarlijks een Unit Business Plan op. Dit plan beschrijft de doelstellingen, het beleid, de hoofdactiviteiten, projecten en prestatie-indicatoren die de unit wil realiseren.

51 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Budgettering Voor investeringsprojecten die zijn genoemd in het businessplan wordt een investeringsbegroting opgesteld. Verder worden op basis van het businessplan voor de komende drie jaren de uit te voeren activiteiten gepland en de hieraan verbonden kosten en personele consequenties aangegeven. Na goedkeuring geldt het eerste jaar van het plan als budget. Het goedgekeurde budget is taakstellend en houdt een machtiging in voor het uitvoeren van de overeengekomen activiteiten, behoudens projectmatige activiteiten. 49 Uitvoering bewaken Projectmatige activiteiten dienen, alvorens met de uitvoering mag worden gestart, eerst te worden beoordeeld (second opinion) en goedgekeurd op basis van een ingediend machtigingsdocument. De uitvoering van activiteiten wordt bewaakt en geregistreerd met behulp van de financiële administratie, de kostenadministratie en de projectadministratie. Regelmatig vindt er toetsing plaats van de realisatie ten opzichte van de planning (budget). Afwijkingen worden gesignaleerd en geanalyseerd. Ten behoeve van de uitvoering van projecten worden projectstructuren aangelegd en beheerd. Projectbegrotingen worden beoordeeld, kosten geboekt en verwachtingen ingebracht. Regelmatig vindt toetsing plaats en wordt gerapporteerd over de voortgang. Projecten worden technisch gereed gemeld, financieel afgesloten en eindverslagen opgesteld. Rapportage Eenmaal per maand stellen units een dashboardrapportage op over de voortgang van de investeringsprojecten, het verloop van de exploitatiekosten, de personele bezetting etcetera. De rapportage bevat zowel financiële als operationele cijfers. Op basis van deze rapportage legt de unitmanager verantwoording af over de voortgang van de activiteiten en bereikte resultaten. De dashboardrapportage vormt de basis voor de Gasunie kwartaalverslagen, waarin de stand van zaken wordt aangegeven betreffende de uitvoering van de activiteiten in het vigerende businessplan. Op basis van maand- en kwartaalrapportages vinden zo nodig nadere analyse en bijsturing plaats van het businessplan. Elk jaar wordt ook de uitvoering van het vorige businessplan geëvalueerd.

52

53 Bijlagen

54

55 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Bijlage I Door GTS gehanteerde richtlijnen en normen 53 Onderstaand is een overzicht gegeven van de meest relevante Europese richtlijnen en normen met hun (globale) toepassingsgebied die GTS hanteert. Europese Regelgeving - Laagspanningsrichtlijn - EMC Richtlijn - Richtlijn Gastoestellen - Richtlijn Drukapparatuur - Richtlijn eenvoudige drukvaten - ATEX Richtlijn - Machinerichtlijn Gasleidinginstallaties NEN-EN 1775 Gasleidingen in gebouwen - max. werkdruk < 5 bar NEN-EN Gasvoorzieningsystemen - Gasdrukregelstations voor gastransport en distributie - Functionele eisen EN Metalen industriële leidingsystemen NEN 1059 Eisen voor gasdrukregel- en meetstations met een inlaatdruk lager dan 100 bar; Nederlandse editie op basis van NEN-EN en NEN-EN NEN 2078 Eisen voor industriële gasinstallaties NEN 1091 Veiligheidseisen voor stalen gastransportleidingen met een ontwerpdruk hoger dan 1 bar en lager of gelijk aan 16 bar. NEN 3650 Eisen aan stalen transportleidingen NEN 3651 Aanvullende eisen voor stalen leidingen in kruisingen met belangrijke waterstaatswerken NPR 2760 Wederzijdse beïnvloeding van buisleidingen en hoogspanningsverbindingen NPR 6912 Kathodische bescherming RTOD Regels voor Toestellen Onder Druk VROM Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen - ministerie van zoneringsregeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer - 26 november 1984 Gasverbruikinstallaties NEN-EN 656 CV-ketels met een atmosferische brander en een belasting tussen de 70 kw en 300 kw NEN-EN 676 Gasbrander met ventilator NEN-EN 746 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen Explosieveiligheid NEN Gevarenzone-indeling met betrekking tot gasontploffingsgevaar NPR 7910 Toelichting bij NEN

56 Gas Transport Services B.V. 54

57 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Bijlage II Bedrijfsmiddelenregister 55 Het transportsysteem is getekend in het systeem Castor. Het systeem Castor is vervolgens de basis voor diverse GIS (Geografische Informatie Systemen) die in gebruik zijn. Er is onder andere een systeem voor de afhandeling van KLIC-meldingen en een Pipe line Integrity Management System (PIMS) voor de analyse van leidingonderhoud (onder andere KB en Pigging) en externe veiligheid. De x-, y- en z-coördinaten van de leidingen worden hierbij geprojecteerd op aangekochte topografische informatie. Castor verzorgt de vastlegging van de leidingen. Daarnaast wordt de PM-module van SAP gebruikt voor de registratie van componenten, het plannen van onderhoud op deze componenten en het vastleggen van bevindingen uit dit onderhoud. Leidingen worden al in de engineeringfase opgenomen in Castor. Via dagelijkse updates zijn de hiervan afgeleidde GIS-systemen per 24 uur bij. Tracécontroles, KB-metingen en dergelijke worden als beurt gegenereerd vanuit de PM-module van SAP. Realisaties en bevindingen worden hierin ook opgeslagen. De in het kader van KB-metingen en inspecties verzamelde data zijn vervolgens voor nadere analyse weer in PIMS benaderbaar. Derden die graafwerkzaamheden uitvoeren worden via de KLIC-afhandeling voorzien van data of er vindt daadwerkelijk toezicht plaats op de graafwerkzaamheden in de nabije omgeving van transportleidingen. Regelmatig worden Gasunie-leidingdata uitgewisseld met de KLIC-organisatie. Bevindingen uit de vliegcontroles worden vastgelegd en gevolgd via de PM-module van SAP. In voorkomende gevallen is er een procedure waarbij de vlieger ter plekke de heli aan de grond zet en de werkzaamheden laat stoppen. Werkzaamheden die vanuit het RO-overleg met derden leiden tot graafactiviteiten in de nabijheid van leidingen, worden door vooroverleg doorgesproken en leiden in de uitvoeringsfase tot daadwerkelijk toezicht ter plaatse. In voorkomende gevallen (vaak bij langdurige projecten) worden leidingsecties ter plaatse gedurende de looptijd van het project van extra markering voorzien (gele borden met de tekstborden "hoge druk gasleiding LEVENSGEVAARLIJK") naast de al bestaande leidingmarkering in de vorm van vlieg-, KB- en aanwijspalen. Ook in het geval van uitgebreid vooroverleg met diverse partijen wordt het proces vaak in gang gezet door een KLIC-melding.

58 Gas Transport Services B.V. 56

59 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Bijlage III Beurtenoverzicht leidingen en toebehoren 57 Leidingen HTL RTL Beurt Inclusief Vlieginspectie - Elke twee weken Elke twee weken Rij inspectie (Waar niet gevlogen mag worden) Elke twee weken Elke twee weken Tracé lopen met tekening Één keer per vier jaar Één keer per vier jaar Loop inspectie meubilair Rij inspectie Een keer per jaar Een keer per jaar Zet- en zakbakens kunstwerken. Afhankelijk Afhankelijk vergunningseis vergunningseis Pigging voor integriteitcontrole Via programma Via programma of met DCVG*) *) DCVG = Direct Current Voltage Gradient; inspectiemethode voor het bepalen van leidingintegriteit. Deze methode wordt toegepast op die delen van het RTL waar geen controle door middel van pigging mogelijk is. Afsluiterlocaties HTL HPSD RTL Afblaas Beurt Inclusief Werktuigbouw Functionele test - Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Conditie test Funct.test Elke drie jaar Elke drie jaar afsluiters Vervangen olie/vet Conditie test Elke negen jaar Inspectie/revisie afblaas Eens in de vier jaar Drukvat inspectie Eens in de acht buffertanks jaar Electro en instrumentatie Calibratie Twee keer Druktransmitters per jaar HPSD Instrumentatie Jaarlijks Jaarlijks CCP controle Functionele test Calibratie Jaarlijks HPSD druktransmitters Laagspannings- Eens in de inspectie vijf jaar Algemeen Veiligheid, Eens in de Eens in de gezondheid vijf jaar vijf jaar en milieu ronde Exclusief specials

60 Gas Transport Services B.V. 58 Kathodische bescherming Meetpunt Drainage Gelijkrichter Tanks Beurt AC DC Functioneel onderhoud Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Meting KB systeem Een keer per Een keer Dagelijks Dagelijks Twee keer jaar. per jaar Autom. Autom. per jaar Vergunnings- uitlezing uitlezing punten twee keer per jaar Onderzoeksmetingen Meet Meet Meet Meet Meet resultaat resultaat resultaat resultaat resultaat afh. afh. afh. afh. afh. KB herstel Afhank. Afhank. Afhank. Afhank. Afhank. Onderzoek Onderzoek Onderzoek Onderzoek Onderzoek

61 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Bijlage IV Beschrijving componenten gastransportnet 59 In deze bijlage beschrijft GTS de hoofdbestanddelen van het gastransportnet in lijn met het bedrijfsmiddelenregister. Zo is onder meer onderscheid gemaakt in de compressorstations voor het G-gas en het H-gas. Dit leidt tot meer compressorstations dan in het overzicht in het KCD 2005 dat was gebaseerd op het aantal locaties waar compressoren zijn opgesteld. Dit geldt eveneens voor het aantal mengstations. In het bijzonder voor de locatie Ommen gaat dit op, die bestaat namelijk uit meerdere compressor- en mengstations. Daarnaast is de beschrijving uitgebreid ten opzichte van de beschrijving in het KCD Zo zijn het aantal afsluiterlocaties en het aantal reduceerstations opgenomen. Transportnet: kilometer (waarvan HTL: 5830 km en RTL: 6058 km) Het gas wordt getransporteerd in twee drukregimes. In het hoge druk transportnet (HTL) vindt transport plaats met een maximale druk van 67 of 80 bar. In het regionale transportnet (RTL) vindt transport plaats met een maximale druk van 40 bar. HTL- en RTL afsluiterlocaties - HTL: 603 en RTL: 2840 Een afsluiterlocatie heeft tot doel het mogelijk maken van gastransporttechnische schakelingen ten behoeve van het enerzijds het schakelen van leidingen en anderzijds het afsluiten van een gedeelte van het gastransportsysteem. Gasontvangstations (Systeemverbindingen): 1107 De uiteindelijke levering van gas vindt plaats in de Gasontvangstations (Systeemverbinding). Het overgrote deel hiervan is aangesloten op het RTL-systeem, soms echter ook direct aangesloten op het HTLsysteem. Naast de comptabele meting vindt hier ook de drukbeveiliging van het achterliggende netwerk plaats (NB. Het betreft hier de stand per 20 juli 2007). Meet- en regelstations: 79 De meet- en regelstations zijn de punten waar het gas uit het HTL-systeem wordt overgeslagen naar het RTL-systeem. Hier vindt naast de drukbeveiliging van het achterliggende RTL-systeem tevens de odorisatie plaats. Reduceerstations: 27 Een reduceerstation zorgt voor drukverlaging in het gastransportnet. Drukreductie is nodig wanneer twee of meer hogedrukleidingen worden gekoppeld. In al deze gevallen zal een reduceerstation voor de noodzakelijke drukverlaging zorgen. Grensstations: 14 Over de Grensstations vindt zowel entry als exit van gas plaats. Mengstations: 17 Het HTL-systeem valt uiteen in twee deelsystemen. In het ene systeem wordt gas van de Groningenkwaliteit getransporteerd. Dit (G)gas komt via het RTL-systeem grotendeels in de openbare markt terecht. Daarnaast bestaat een HTL-systeem waarin H-(Hoogcalorisch) gas wordt getransporteerd. Dit gas wordt geleverd aan grote industrieën, elektriciteitscentrales en voor een gedeelte geëxporteerd. Daarnaast worden ook de zogenaamde L-(Laagcalorische) gassen aangeboden. Op de mengstations kunnen de drie soorten gas, eventueel aangevuld met ingekochte of zelfgeproduceerde stikstof, gemengd worden naar een Groningenkwaliteit voor de binnenlandse markt of een verrijkte Groningenkwaliteit voor de export. Over het algemeen zijn de mengstations op dezelfde locatie

62 Gas Transport Services B.V. 60 gelegen als de compressorstations. Compressorstations: 16 Het transport van aardgas gaat gepaard met drukverliezen. Op een aantal plaatsen in het HTLsysteem worden compressoren ingezet om de minimale voordruk voor de meet- en regelstations te waarborgen. LNG-installatie: 1 Op de Maasvlakte is een peak-shaver gelokaliseerd. Op deze locatie is een grote hoeveelheid vloeibaar aardgas (LNG) en stikstof in tanks opgeslagen. In perioden van extreme koude kan vanuit deze installatie vloeibaar gas weer gasvormig gemaakt worden ter ondersteuning van de levering in de Randstad. Stikstofinstallaties: 2 Op een aantal plaatsen wordt H-gas door het mengen met stikstof geschikt gemaakt voor de Groningen-gasmarkt. Daartoe heeft Gasunie twee stikstofinstallaties. Deze zijn gelegen in Ommen en Kootstertille.

63 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Bijlage IVa Wijzigingen in het gastransportnet ten opzichte van het KCD In dit overzicht zijn de wijzigingen opgenomen die conform Artikel 4 lid 1 van de Gaswet jaarlijks aan de minister van Economische Zaken worden gemeld. In dit geval betreft het de in 2005 en 2006 gerealiseerde wijzigingen in het gastransportnet dat wordt beheerd door GTS. De in dit overzicht opgenomen wijzigingen hebben betrekking op het HTL-netwerk. Daarnaast zijn het aantal nieuwe en het aantal ontmantelde gasontvangstations vermeld. 48"- gasleiding Noordbroek-Tusschenklappen Omschrijving Dit project betrof de aanleg van ca. 7 km 48" gastransportleiding inclusief de benodigde faciliteiten. De leiding ligt in het bestaande tracé ten oosten van de leiding A-610 tussen Noordbroek en Tusschenklappen. De aansluitingen van de leiding in het bestaande gastransportnet zijn gerealiseerd op MS Noordbroek en RS Tusschenklappen. Reden De aanleg van deze leiding lost transportproblemen op die zijn ontstaan door het verhoogde aanbod van H-gas in Noordoost Nederland. 42" - gasleiding Oude Statenzijl-Midwolda Omschrijving Dit project betrof de aanleg van ca. 16,2 km 42" gastransportleiding inclusief de benodigde faciliteiten. De leiding ligt in het tracé ten noorden van A /A-513/A-504 tussen Oude Statenzijl en Midwolda. De aansluitingen van de leiding in het bestaande gastransportnet zijn gerealiseerd op Oude Statenzijl en Midwolda. Reden De aanleg van deze leiding lost transportproblemen op die zijn ontstaan door het verhoogde aanbod van H-gas op GS Oude Statenzijl. Uitbreiding transportcapaciteit traject Ommen-Enschede Omschrijving Dit project betrof een tweetal leidingverzwaringen, te weten: De aanleg van ca. 7,5 km 24" gastransportleiding (A-648) inclusief de nodige faciliteiten van CS Ommen naar afsluiterlocatie Hankate (Glinthaar); De aanleg van ca. 23,5 km 36" gastransportleiding (A-646) inclusief faciliteiten van M&R Bornerbroek naar M&R Enschede. Reden Met deze leidingenverzwaringen voldoet Gas Transport Services aan de vraag naar transportcapaciteit in verband met het aansluiten van cavernes in Epe (Duitsland) op haar net. Aanpassing stationscapaciteit Ruhrgas Oude Statenzijl Omschrijving In het GS Oude Statenzijl zijn in de koppeling met netwerk van Ruhrgas een extra meetstraat en aan de entry-zijde (dwz. aan de Duitse kant) een nieuwe scrubberbank, bestaande uit 4 Gasunie cyclonen, geplaatst. Reden Deze aanpassing had tot doel de uitbreiding van de Ruhrgas stationscapaciteit voor een grotere gasstroom van Duitsland naar Nederland.

64 Gas Transport Services B.V. 62 Meet- en Mengstation Noord-Holland Omschrijving Dit project betrof de constructie van een meet- en mengstation nabij Anna Paulowna (Noord Holland). De constructie heeft plaatsgevonden gecombineerd met de realisatie van het CS voor de BBL. Het meet- en mengstation is aangesloten op de bestaande HTL-leidingen A-616 (48") en A-591 (42"). Reden Het meet- en mengstation is noodzakelijk voor de comptabele meting van de levering aan de BBL Company en daarnaast voor de kwaliteitsbesturing van zowel het aan BBL Company geleverde gas als het in Noord-Holland achterblijvende gas voor de binnenlandse voorziening. Overzicht van het aantal nieuwe meet- en regelstations in 2006 Aantal Opmerkingen Nieuw 2 Dit betrof M&R-stations Apeldoorn en Ommeloop Overzicht van het aantal nieuwe en het aantal ontmantelde gasontvangstations in 2005 en 2006 Aantal Opmerkingen Nieuw 6 Dit betrof nieuwe aansluitingen voor zowel industrie als tuinbouw Ontmanteld 14 Dit betrof onder meer bedrijven die hun activiteiten hebben beëindigd en bij twee GOS-en betrof het een gedeeltelijke ontmanteling.

65 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 Bijlage V Kwalitatieve beoordeling componenten, monitoring, beoordeling en wijziging componenten 63 Het totale Gasunie-transportsysteem varieert in leeftijd tussen de één en vierenveertig jaar. In het algemeen is de staat goed en voldoet het systeem aan de eisen die er vanuit veiligheid en beschikbaarheid aan gesteld worden. Bewaking hiervan vindt plaats door onder andere performanceregistratie en inspecties. Daarnaast is er een systeem dat bewaakt of onderdelen nog langer verkrijgbaar zijn en daarmee het systeem of een deel daarvan nog langer onderhoudbaar is. Per hoofditem vindt een regelmatige capaciteitstoets plaats die in voorkomende gevallen leidt tot wijzigingen. Centraal vindt er een monitoring plaats op veranderende wet- en regelgeving. In voorkomende gevallen leidt dit tot aanpassingen in het systeem. De onderhoudsbevindingen worden geregistreerd in de Plant Maintenance module van SAP. Nadere analyses van deze bevindingen geven zonodig aanleiding tot correctief onderhoud of vervanging. Ook kunnen analyses leiden tot een bijstelling van het onderhoudsconcept. De manier waarop GTS de toestand vastlegt is niet kwalitatief, maar in de zin van te nemen acties. Hiermee waarborgt GTS dat de technische toestand van de componenten dusdanig is dat de vereiste betrouwbaarheid en veiligheid van het gastransport gegarandeerd is. Hieronder wordt per hoofditem nader ingegaan op bijzonderheden. Transportnet De huidige staat van de transportleidingen wordt gecontroleerd met behulp van onder andere een uitgebreid Intelligent Pigging programma en coating surveys. Basis is ook hier weer de risicobenadering. Afhankelijk van de resultaten wordt een her-inspectietermijn vastgelegd. Continue bescherming vindt plaats door het KB-systeem. Bewaking vindt plaats door onder andere het halfjaarlijks meten van ruim meetpunten, controles op drainages en gelijkrichters. Een en ander wordt aangestuurd en vastgelegd vanuit de PM-module van SAP (zie Bijlage III). Het voorkomen van schade wordt onder andere vorm gegeven door middel van inspecties met een helikopter en het KLICsysteem en het geven van informatie aan gravers en grondeigenaren. Daarnaast worden activiteiten in het kader van Ruimtelijke Ordening reactief gevolgd. Dit leidt met enige regelmaat tot verleggingsprojecten. HTL- en RTL-afsluiterlocaties De locaties zijn normaliter onbemand. Onderhoud wordt aangestuurd en vastgelegd vanuit de PMmodule van SAP. Ook storingen en het oplossen daarvan wordt in de PM-module van SAP vastgelegd. Een aantal locaties worden 24 uur per dag bewaakt met behulp van telemetriesystemen. Storingen worden automatisch via de PM-module van SAP doorgezet naar de lokale onderhoudsorganisatie die door een wachtdienstorganisatie ook 24 uur per dag beschikbaar is. Dit geldt ook voor meldingen die telefonisch of via alarmeringsysteem bij de Centrale Commando Post terechtkomen. De afdeling Maintenance Management maakt rapportages en analyses vanuit de PM-module van SAP waarbij de geformuleerde beschikbaarheideisen (KPI's) als norm gelden. In voorkomende gevallen worden voorstellen gedaan voor een aanpassing van het onderhoudsconcept of projecten gedefinieerd ter verdere verbetering van de performance. Vanuit de vergunningssituatie zijn er regelmatig contacten met de lokale overheden. Ook hiervandaan kunnen projecten geïnitieerd worden. Gasontvangstations (Systeemverbindingen) De stations zijn normaliter onbemand. Onderhoud wordt aangestuurd en vastgelegd vanuit de PMmodule van SAP. Ook storingen en het oplossen daarvan wordt in de PM-module van SAP vastgelegd. De stations worden 24 uur per dag bewaakt met behulp van telemetriesystemen. Storingen

66 Gas Transport Services B.V. 64 worden automatisch via de PM-module van SAP doorgezet naar de lokale onderhoudsorganisatie die door een wachtdienstorganisatie ook 24 uur per dag beschikbaar is. Dit geldt ook voor meldingen die telefonisch of via alarmeringsysteem bij de Centrale Commando Post terechtkomen. De afdeling Maintenance Management maakt rapportages en analyses vanuit de PM-module van SAP waarbij de geformuleerde beschikbaarheideisen (KPI's) als norm gelden. In voorkomende gevallen worden voorstellen gedaan voor een aanpassing van het onderhoudsconcept of projecten gedefinieerd ter verdere verbetering van de performance. Vanuit de vergunningssituatie zijn er regelmatig contacten met de lokale overheden. Ook hiervandaan kunnen projecten geïnitieerd worden. Meet- en regelstations De stations zijn normaliter onbemand. Onderhoud wordt aangestuurd en vastgelegd vanuit de PMmodule van SAP. Ook storingen en het oplossen daarvan wordt in de PM-module van SAP vastgelegd. De stations worden 24 uur per dag bewaakt door telemetriesystemen. Storingen worden onder andere automatisch via de PM-module van SAP doorgezet naar de lokale onderhoudsorganisatie die door een wachtdienstorganisatie ook 24 uur per dag beschikbaar is. Dit geldt ook voor meldingen die telefonisch of via alarmeringen bij de CCP terechtkomen. De afdeling Maintenance Management maakt rapportages en analyses vanuit de PM-module van SAP waarbij de geformuleerde beschikbaarheideisen (KPI's) als norm gelden. In voorkomende gevallen worden voorstellen gedaan voor een aanpassing van het onderhoudsconcept of projecten gedefinieerd ter verdere verbetering van de performance. Vanuit de vergunningssituatie zijn er regelmatig contacten met de lokale overheden. Ook hiervandaan kunnen projecten geïnitieerd worden. Reduceerstations De stations zijn normaliter onbemand. Onderhoud wordt aangestuurd en vastgelegd vanuit de PMmodule van SAP. Ook storingen en het oplossen daarvan wordt in de PM-module van SAP vastgelegd. De stations worden 24 uur per dag bewaakt door telemetriesystemen. Storingen worden onder andere automatisch via de PM-module van SAP doorgezet naar de lokale onderhoudsorganisatie die door een wachtdienstorganisatie ook 24 uur per dag beschikbaar is. Dit geldt ook voor meldingen die telefonisch of via alarmeringen bij de CCP terechtkomen. De afdeling Maintenance Management maakt rapportages en analyses vanuit de PM-module van SAP waarbij de geformuleerde beschikbaarheideisen (KPI's) als norm gelden. In voorkomende gevallen worden voorstellen gedaan voor een aanpassing van het onderhoudsconcept of projecten gedefinieerd ter verdere verbetering van de performance. Vanuit de vergunningssituatie zijn er regelmatig contacten met de lokale overheden. Ook hiervandaan kunnen projecten geïnitieerd worden. Grensstations De stations zijn normaliter onbemand. Onderhoud wordt aangestuurd en vastgelegd vanuit de PMmodule van SAP. Ook storingen en het oplossen daarvan wordt in de PM-module van SAP vastgelegd. De stations worden 24 uur per dag bewaakt door telemetriesystemen. Storingen worden onder andere automatisch via de PM-module van SAP doorgezet naar de lokale onderhoudsorganisatie die door een wachtdienstorganisatie ook 24 uur per dag beschikbaar is. Dit geldt ook voor meldingen die telefonisch of via alarmeringen bij de Centrale Commando Post terechtkomen. De afdeling Maintenance Management maakt rapportages en analyses vanuit de PM-module van SAP waarbij de geformuleerde beschikbaarheideisen (KPI's) als norm gelden. In voorkomende gevallen worden voorstellen gedaan voor een aanpassing van het onderhoudsconcept of projecten gedefinieerd ter verdere verbetering van de performance. Vanuit de vergunningssituatie zijn er regelmatig contacten met de lokale overheden. Ook hiervandaan kunnen projecten geïnitieerd worden. Compressor- en Mengstations De compressor- en mengstations zijn voor een deel continu bemand, voor een deel van maandag tot

67 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2007 en met vrijdag bemand en voor een deel onbemand. Onderhoud wordt aangestuurd en vastgelegd vanuit de PM-module van SAP. Ook storingen en het oplossen daarvan wordt in de PM-module van SAP vastgelegd. De stations worden 24 uur per dag bewaakt door telemetriesystemen. Storingen worden onder andere automatisch via de PM-module van SAP doorgezet naar de lokale onderhoudsorganisatie die door een wachtdienstorganisatie ook 24 uur per dag beschikbaar is. Dit geldt ook voor meldingen die telefonisch of alarmeringen bij de CCP terechtkomen. De afdeling Maintenance Management maakt rapportages en analyses vanuit de PM-module van SAP waarbij de geformuleerde beschikbaarheideisen (KPI's) als norm gelden. In voorkomende gevallen worden voorstellen gedaan voor een aanpassing van het onderhoudsconcept of projecten gedefinieerd ter verdere verbetering van de performance. Vanuit de vergunningssituatie en de BRZO-wetgeving zijn er regelmatig contacten met de provinciale overheid. Ook hiervandaan kunnen projecten geïnitieerd worden. 65 LNG-installatie De LNG-installatie op de Maasvlakte is continu bemand. Onderhoud wordt aangestuurd en vastgelegd vanuit de PM-module van SAP. Ook storingen en het oplossen daarvan worden in de PM-module van SAP vastgelegd. Het station wordt 24 uur per dag bewaakt door telemetriesystemen. Storingen worden onder andere automatisch via de PM-module van SAP doorgezet naar de lokale onderhoudsorganisatie die door een wachtdienstorganisatie ook 24 uur per dag beschikbaar is. Dit geldt ook voor meldingen die telefonisch of via alarmeringen bij de CCP terechtkomen. De afdeling Maintenance Management maakt rapportages en analyses vanuit de PM-module van SAP waarbij de geformuleerde beschikbaarheideisen (KPI's) als norm gelden. In voorkomende gevallen worden voorstellen gedaan voor een aanpassing van het onderhoudsconcept of projecten gedefinieerd ter verdere verbetering van de performance. Vanuit de vergunningssituatie en de BRZO wetgeving zijn er regelmatig contacten met de provinciale overheid (DCMR). Ook hiervandaan kunnen projecten geïnitieerd worden. Stikstofinstallaties De beide stikstofinstallaties maken deel uit van een bestaande locatie (Ommen en Kootstertille) en vallen als zodanig ook onder hetzelfde beheer- en onderhoudsregime.

68 Gas Transport Services B.V. 66

69 Bijlage VI Preventie Beleid Zware Ongevallen N.V. Nederlandse Gasunie Het Preventiebeleid Zware Ongevallen (PBZO) Rev. 5.2

70 Gas Transport Services B.V. 2

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2009

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2009 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2009 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2009 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2009-1 - Gas Transport Services B.V. - 2 - Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2009 Voorwoord

Nadere informatie

Pieklevering Definitieve regeling 11 augustus 2004 Blad 1 van 7

Pieklevering Definitieve regeling 11 augustus 2004 Blad 1 van 7 Blad 1 van 7 Algemeen. Ingevolge het Besluit leveringszekerheid Gaswet van 13 april 2004 is GTS gehouden voorzieningen te treffen voor de pieklevering aan kleinverbruikers vanaf het moment waarop de gasmarkt

Nadere informatie

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2005 KWALITEITS- EN CAPACITEITSDOCUMENT

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2005 KWALITEITS- EN CAPACITEITSDOCUMENT KWALITEITS- EN CAPACITEITSDOCUMENT 2005 Voorwoord Voor u ligt het door Gas Transport Services B.V. (GTS) opgestelde. Dit document is tot stand gekomen overeenkomstig de eisen die hieraan worden gesteld

Nadere informatie

Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie

Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie Afdeling Network Configuration Rapport Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met

Nadere informatie

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2011

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2011 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2011 Gas Transport Services B.V. - 2 - Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2011 Voorwoord. Voor u ligt het door Gas Transport Services B.V. (GTS) opgestelde Kwaliteits-

Nadere informatie

Gasrotonde in beweging

Gasrotonde in beweging Gasrotonde in beweging Gastransport steeds dynamischer Ruud Wieleman 11 juni 2015 Inhoud Introductie Gasunie en Gasunie Transport Services De basics van het gastransport Kentallen GTS + Kwis (als daar

Nadere informatie

Overzicht ramingen gas uit kleine velden. december 2005

Overzicht ramingen gas uit kleine velden. december 2005 Overzicht ramingen gas uit kleine velden december 2005 Overzicht ramingen gas uit kleine velden Aanleiding In artikel 54a en 54b van de Gaswet staan de verplichtingen die de Landelijk Netbeheerder (LNB)

Nadere informatie

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag,

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag, De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE Den Haag, Uw kenmerk: Ons kenmerk: ACM/DE/2017/205229 Contactpersoon: [vertouwelijk] Onderwerp: 17.0309.01 Advies

Nadere informatie

Rapport overzicht ramingen gas uit Kleine Velden (2014)

Rapport overzicht ramingen gas uit Kleine Velden (2014) Rapport overzicht ramingen gas uit Kleine Velden (2014) Ramingen kleine velden 2014 2 Inhoud Aanleiding 5 Werkwijze 5 Analyse 5 Resultaten 7 Conclusies 9 Bijlage 1: Artikelen 54a en 54b uit de vigerende

Nadere informatie

Rapport Voorzieningszekerheid Gas 2011

Rapport Voorzieningszekerheid Gas 2011 Rapport Voorzieningszekerheid Gas 2011 Rapport Voorzieningszekerheid Gas Voorwoord 1 Voor u ligt het rapport Voorzieningszekerheid Gas (VZG). Het doel van dit rapport is om een beeld te geven van de leverings-

Nadere informatie

2003-2010 Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF

2003-2010 Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF CAPACITEITSPLAN ELEKTRICITEIT 2003-2010 Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF Inhoudsopgave: Inleiding 3 Toelichting op het Capaciteitsplan 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Opbouw van het net 4 1.3 Invullen

Nadere informatie

Rapportage Voorzieningszekerheid Gas

Rapportage Voorzieningszekerheid Gas Rapportage Voorzieningszekerheid Gas Door Gasunie Transport Services Rapport Rapportage Voorzieningszekerheid Gas 2014 Gereed Datum, versie 22 mei 2014 Ons kenmerk LA.14.0317 Status Definitief Voorwoord

Nadere informatie

Overzicht ramingen gas uit kleine velden. december 2006

Overzicht ramingen gas uit kleine velden. december 2006 Overzicht ramingen gas uit kleine velden december 2006 Overzicht ramingen gas uit kleine velden december 2006 Aanleiding In de Gaswet staan in artikel 54a en 54b de verplichtingen die de Landelijk Netbeheerder

Nadere informatie

Veilig gasverbruik. Veilig aansluiten op het gastransportnet

Veilig gasverbruik. Veilig aansluiten op het gastransportnet Veilig gasverbruik Veilig aansluiten op het gastransportnet Informatie voor eigenaren en beheerders van gasinstallaties met een aansluiting op het landelijke gastransportnet Uitgave 2011 Gas Transport

Nadere informatie

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader Ons kenmerk: ACM/DE/2013/206524 Zaaknummer: 13.0550.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet inhoudende de vaststelling van de voorwaarden als

Nadere informatie

Renovatie regionaal gastransportnet

Renovatie regionaal gastransportnet Renovatie regionaal gastransportnet 2 gasunie.nl Renovatie regionaal gastransportnet Renovatie regionaal gastransportnet Het regionale gastransportnet van Gasunie bestaat naast leidingen uit afsluiterschema

Nadere informatie

Wettelijke taken LNB van algemeen belang. Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet

Wettelijke taken LNB van algemeen belang. Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet Wettelijke taken LNB van algemeen belang Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet Deze tekst is geconsolideerd tot en met de volgende besluiten: Nummer Onderwerp & Datum besluit

Nadere informatie

Datum : 17 juni 2010 Uw kenmerk : zaaknummer Onderwerp : Consultatie inzake herinrichting van de tarieven van het landelijk gastransport

Datum : 17 juni 2010 Uw kenmerk : zaaknummer Onderwerp : Consultatie inzake herinrichting van de tarieven van het landelijk gastransport Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit T.a.v. R.J. Spencer Postbus 16326 2500 BH Den Haag Datum : 17 juni 2010 Uw kenmerk : zaaknummer 103378 Onderwerp : Consultatie inzake herinrichting

Nadere informatie

Kwaliteitsvariaties op transport

Kwaliteitsvariaties op transport Aan: alle geïnteresseerden Van: Projectbureau Nieuw Aardgas NL Energie en Klimaat Juliana van Stolberglaan 3 2595 CA Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.agentschapnl.nl Kwaliteitsvariaties op transport

Nadere informatie

Wettelijke taken LNB van algemeen belang

Wettelijke taken LNB van algemeen belang Wettelijke taken LNB van algemeen belang Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet Disclaimer: Deze bundel bevat de doorlopende tekst van een onderdeel van de voorwaarden als

Nadere informatie

Wettelijke taken LNBTSB van algemeen belang

Wettelijke taken LNBTSB van algemeen belang Wettelijke taken LNBTSB van algemeen belang INHOUDSOPGAVE 1 WERKINGSSFEER EN DEFINITIES 1.1 Werkingssfeer 1.2 Definities 2 LEVERINGSZEKERHEID 2.1 Pieklevering 2.2 Noodleverancier 2.3 Reservering van exitcapaciteit

Nadere informatie

Rapport Voorzieningszekerheid Gas 2012

Rapport Voorzieningszekerheid Gas 2012 Rapport Voorzieningszekerheid Gas 2012 Rapport Voorzieningszekerheid Gas Voorwoord 1 Voor u ligt het rapport Voorzieningszekerheid Gas (VZG). Het doel van dit rapport is om een beeld te geven van de leverings-

Nadere informatie

Uitstel investeringsbesluit stikstofinstallatie

Uitstel investeringsbesluit stikstofinstallatie 33529 Gaswinning Nr. 283 Brief van de minister van Economische Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 12 september 2016 Veiligheid en leveringszekerheid staan bij de

Nadere informatie

Het Noord-Zuid Project

Het Noord-Zuid Project voorkant SRA.qxp 22-05-2007 09:33 Pagina 1 Het Noord-Zuid Project Negen Startnotities voor negen milieueffectrapportages N.V. Nederlandse Gasunie 2 In de komende jaren wil Gasunie het 'Noord-Zuid Project'

Nadere informatie

(potentiele) knelpunten wet- en regelgeving op het gebied van waterstof voor GTS

(potentiele) knelpunten wet- en regelgeving op het gebied van waterstof voor GTS (potentiele) knelpunten wet- en regelgeving op het gebied van waterstof voor GTS Seminar HyLaw/NEN, Ministerie I&W 9 november 2018 René van der Haar - GTS #2 Algemeen GTS is de landelijk netbeheerder gas

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 103628/32 Betreft zaak: geschil Nuon Power Generation B.V. vs. Gas Transport Services B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

(OPENBARE VERSIE) 3 juni 2004

(OPENBARE VERSIE) 3 juni 2004 (OPENBARE VERSIE) 3 juni 2004 1 1 2 3 4 2 1 Inleiding en onderzoeksopzet 1. In april 2004 jaar informeerde Gastransport Services (hierna: GtS) via haar Interpagina aan marktpartijen dat de dienst kwaliteitsconversie

Nadere informatie

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders Samenvatting Als gevolg van de transportschaarste in delen van het elektriciteitsnetwerk bestaat er veel onduidelijkheid

Nadere informatie

Verwachte samenstelling H-gas per regio

Verwachte samenstelling H-gas per regio Verwachte samenstelling H-gas per regio In het gastransportnet voor hoogcalorisch gas (H-gas) is de samenstelling van het aardgas in de dagelijkse praktijk niet overal gelijk. Er zijn grofweg vijf regio

Nadere informatie

Datum 22 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen over de winning van hoog- en laagcalorisch gas

Datum 22 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen over de winning van hoog- en laagcalorisch gas > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Gasunie Network Improvement Program. Renovatie regionaal gastransportnet

Gasunie Network Improvement Program. Renovatie regionaal gastransportnet Gasunie Network Improvement Program Renovatie regionaal gastransportnet 14 mei 2013 Inhoud De totstandkoming van ons netwerk Wat gaan we doen? # Afsluiterschema s # Meet- & Regelstations # Gasontvangststations

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1930 Vragen van het lid

Nadere informatie

Pagina 1/7. Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus LP S-GRAVENHAGE. Den Haag, 18 september 2013

Pagina 1/7. Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus LP S-GRAVENHAGE. Den Haag, 18 september 2013 Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus 90608 2509 LP S-GRAVENHAGE Den Haag, 18 september 2013 Aantal bijlage(n): 1 Uw kenmerk: BR-13-861 Ons kenmerk: 104417/9 Contactpersoon: R. de Rooij raymond.de.rooij@acm.nl

Nadere informatie

Overview. GIS bij Gasunie. Hans Postema Bert Kuipers. NGI afdeling Noord. Vervolg/ Toekomst GIS NU. Implementatie. Aanleiding.

Overview. GIS bij Gasunie. Hans Postema Bert Kuipers. NGI afdeling Noord. Vervolg/ Toekomst GIS NU. Implementatie. Aanleiding. takes gas transport further GIS bij Gasunie NGI afdeling Noord Hans Postema Bert Kuipers Overview GASUNIE Introductie Vervolg/ Toekomst GIS NU Implementatie Aanleiding Eisen & Wensen Juli 2005: Gasunie

Nadere informatie

Rapport monitoring. Leveringszekerheid Inleiding. 2. Resultaten

Rapport monitoring. Leveringszekerheid Inleiding. 2. Resultaten 1. Inleiding Deze monitoring wordt elk jaar uitgevoerd op verzoek van de minister van Economische Zaken, dit jaar voor het eerst. Aan deze monitoring hebben de leden van de sectie Productie van EnergieNed

Nadere informatie

Onderwerp: Raming benodigd Groningenvolume en capaciteit gasjaar 2019/2020 en verder

Onderwerp: Raming benodigd Groningenvolume en capaciteit gasjaar 2019/2020 en verder Samenvatting Marktvraag De marktvraag loopt de komende jaren sterk terug. Dit wordt veroorzaakt door de sterk teruglopende export, de ombouw van de 9 grootste Nederlandse industriële L-gas verbruikers

Nadere informatie

Wettelijke taken LNB van algemeen belang. Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet

Wettelijke taken LNB van algemeen belang. Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet Wettelijke taken LNB van algemeen belang Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet Deze tekst is geconsolideerd tot en met de volgende besluiten: Nummer Onderwerp & Besluitnummer

Nadere informatie

Power to gas onderdeel van de energietransitie

Power to gas onderdeel van de energietransitie Power to gas onderdeel van de energietransitie 10 oktober 2013 K.G. Wiersma Gasunie: gasinfrastructuur & gastransport 1 Gastransportnet in Nederland en Noord-Duitsland Volume ~125 mrd m 3 aardgas p/j Lengte

Nadere informatie

Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. RENDO. Expert versie

Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. RENDO. Expert versie Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. Expert versie De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders

Nadere informatie

Gasunie Network Improvement Program (GNIP) Renovatie regionaal gastransportnet

Gasunie Network Improvement Program (GNIP) Renovatie regionaal gastransportnet Gasunie Network Improvement Program (GNIP) Renovatie regionaal gastransportnet Gasunie Network Improvement Program GNIP Het regionale gastransportnet van Gasunie bestaat, naast leidingen, uit afsluiterschema

Nadere informatie

Overzicht ramingen gas uit kleine velden. december 2007

Overzicht ramingen gas uit kleine velden. december 2007 Overzicht ramingen gas uit kleine velden december 2007 Overzicht ramingen gas uit kleine velden december 2007 Aanleiding In de Gaswet staan in artikel 54a en 54b de verplichtingen vermeld die de netbeheerder

Nadere informatie

Renovatie regionaal gastransportnet

Renovatie regionaal gastransportnet Renovatie regionaal gastransportnet Renovatie regionaal gastransportnet Het regionale gastransportnet van Gasunie bestaat, naast leidingen, uit afsluiterschema s,meet- en regelstations en gasontvangstations.

Nadere informatie

Op basis van het rapport van Niemann van 25 november 2016 en in de lijn met deze vraagstelling zijn wij tot de volgende overwegingen gekomen.

Op basis van het rapport van Niemann van 25 november 2016 en in de lijn met deze vraagstelling zijn wij tot de volgende overwegingen gekomen. MEMO ONDERWERP Advies Gasunie Transport Services (GTS) 1 GTS is ten aanzien van kleinverbruikers gebonden aan regelgeving omtrent de leveringszekerheid van gas. Dergelijke regelgeving bestaat echter niet

Nadere informatie

Rapportage Kwaliteitsindicatoren 2011

Rapportage Kwaliteitsindicatoren 2011 Rapportage Kwaliteitsindicatoren 2011 Gas Transport Services B.V. 2 Rapportage Kwaliteitsindicatoren 2011 Voorwoord Voor u ligt het door Gas Transport Services B.V. (GTS) opgestelde document Rapportage

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

W ettelijke taken LNB van algem een belang

W ettelijke taken LNB van algem een belang W ettelijke taken LNB van algem een belang Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet Disclaim er: Deze bundel bevat de doorlopende tekst van een onderdeel van de voorwaarden

Nadere informatie

Infrastructure Outlook 2050

Infrastructure Outlook 2050 Amersfoort, 4 februari 2019 #1 Infrastructure Outlook 2050 Transport van elektriciteit, waterstof en groen gas in het toekomstige energiesysteem van Nederland Jarig Steringa LAN Amersfoort, 4 februari

Nadere informatie

Rapport Voorzieningszekerheid Gas 2009

Rapport Voorzieningszekerheid Gas 2009 Rapport Voorzieningszekerheid Gas 2009 Voorwoord Voor u ligt het rapport Voorzieningszekerheid Gas (VZG). Het doel van dit rapport is om inzicht te verschaffen in hoeverre de voorzieningszekerheid op lange

Nadere informatie

Overzicht ramingen gas uit kleine velden 2011

Overzicht ramingen gas uit kleine velden 2011 Overzicht ramingen gas uit kleine velden 2011 Overzicht ramingen gas uit kleine velden 2011 Aanleiding In de Gaswet staan in artikel 54a en 54b de verplichtingen vermeld die de netbeheerder van het landelijk

Nadere informatie

Overzicht ramingen gas uit kleine velden. september 2008

Overzicht ramingen gas uit kleine velden. september 2008 Overzicht ramingen gas uit kleine velden september 2008 Overzicht ramingen gas uit kleine velden september 2008 Aanleiding In de Gaswet staan in artikel 54a en 54b de verplichtingen vermeld die de netbeheerder

Nadere informatie

Stedin Netbeheer B.V.

Stedin Netbeheer B.V. Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten Netbeheer B.V. Expert versie De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders

Nadere informatie

1. NIEUWE PRODUCTEN EN DIENSTEN GTS 2008 DOORLOPEND NAAR 2009 (REF. KOSTENTABEL 1)

1. NIEUWE PRODUCTEN EN DIENSTEN GTS 2008 DOORLOPEND NAAR 2009 (REF. KOSTENTABEL 1) 1. NIEUWE PRODUCTEN EN DIENSTEN GTS 2008 DOORLOPEND NAAR 2009 (REF. KOSTENTABEL 1) Dit onderdeel betreft activiteiten en investeringen met betrekking tot nieuwe producten en diensten die in 2008 zijn geïnitieerd.

Nadere informatie

Delta Netwerkbedrijf B.V.

Delta Netwerkbedrijf B.V. Factsheet Kwaliteit 212 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten Delta Netwerkbedrijf B.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale

Nadere informatie

Capaciteitsplan. ONS Netbeheer BV 30-11-2000

Capaciteitsplan. ONS Netbeheer BV 30-11-2000 Capaciteitsplan ONS Netbeheer BV 2001 2007 30-11-2000 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Visie 3. Modellen 3.1. Model 1 Belasting, invoeden en uitwisselen in knooppunten bij verschillende transportscenario's

Nadere informatie

BIJLAGEN BEHORENDE BIJ DE TUSSENRAPPORTAGE LIEGEN DE GASMETERS?

BIJLAGEN BEHORENDE BIJ DE TUSSENRAPPORTAGE LIEGEN DE GASMETERS? BIJLAGEN BEHORENDE BIJ DE TUSSENRAPPORTAGE LIEGEN DE GASMETERS? Bijlage 1 Informatieverzoek aan vergunninghouders Geachte heer/mevrouw, De Tweede Kamer heeft op 3 april jl. met de Minister van Economische

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 2017 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten

Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 2017 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 217 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan de

Nadere informatie

Domineren kosten infrastructuur de factuur van de toekomst? Martien Visser Lector Energietransitie Hanzehogeschool - Entrance

Domineren kosten infrastructuur de factuur van de toekomst? Martien Visser Lector Energietransitie Hanzehogeschool - Entrance Domineren kosten infrastructuur de factuur van de toekomst? Martien Visser Lector Energietransitie Hanzehogeschool - Entrance Energie infrastructuur (deze lezing) Verband tussen benutting, kosten en marktprijzen

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101759_10-6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

" # # $ &! " " # # $ % & ' & ' % ( )*+, ' &!!

 # # $ &!   # # $ % & ' & ' % ( )*+, ' &!! " ##$ &! " "##$ % &' &' % ( )*+, ' &!! ' $ ##$ -./ 0 #$ $!! $ ##$ 1 23 &#$!$#02$.#$4&#5'3 6 3 % $! 7$.-7./ - / $ 2#$ $ ', 2&# $ 7. ' 3! 2 0 ' # 2#$ 44 '447. 7'* ##$ 2! #$ 4 $ 3$3 &#3'2#$8 39212:7' 234##$12'

Nadere informatie

Verkenning mogelijkheden invoeding groengas. Johan Jonkman

Verkenning mogelijkheden invoeding groengas. Johan Jonkman Verkenning mogelijkheden invoeding groengas Johan Jonkman Verkenning mogelijkheden invoedinggroengas op het aardgasnetwerk van NV RENDO In opdracht van: Agentschap NL Ministerie van EL&I Contactpersoon:

Nadere informatie

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West Zuid West Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT TSO B.V. aan de Zuid-West 380 kv-verbinding. De landelijk netbeheerder TenneT

Nadere informatie

DNV GL Oil & Gas RMA (MinEZ) Datum: 16 november 2017 Opgesteld door: DNV GL-project team

DNV GL Oil & Gas RMA (MinEZ) Datum: 16 november 2017 Opgesteld door: DNV GL-project team Memo Aan: Memo Nr.: OGNL.155748.M1 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Van: DNV GL Oil & Gas RMA (MinEZ) Datum: 16 november 2017 Opgesteld door: DNV GL-project team Betreft: Validatie van GTS brief

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_12-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Visie GTS Methodebesluit 2014 e.v.

Visie GTS Methodebesluit 2014 e.v. Visie GTS Methodebesluit 2014 e.v. Sectorbrede KBG voor landelijke netbeheerders 24 augustus 2012 Efficiëntie GTS Nederlandse wet en regelgevend kader biedt alleen ruimte om een frontier shift vast te

Nadere informatie

Cogas Infra & Beheer B.V.

Cogas Infra & Beheer B.V. Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten Energiekamer Infra & Beheer B.V. Expert versie De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die

Nadere informatie

Definitielijst HG- Certificatensysteem

Definitielijst HG- Certificatensysteem Definitielijst HG- Certificatensysteem versie 2.0 december 2009 1 In de in de Overeenkomst HG-Certificatensysteem hebben de met een hoofdletter aangeduide begrippen de betekenis als hieronder beschreven:

Nadere informatie

Mogelijkheden kwaliteitsconversie en gevolgen voor de leveringszekerheid

Mogelijkheden kwaliteitsconversie en gevolgen voor de leveringszekerheid Mogelijkheden kwaliteitsconversie en gevolgen voor de leveringszekerheid Resultaten onderzoek 7 Afdeling Network Configuration Rapport Mogelijkheden kwaliteitsconversie en gevolgen voor de leveringszekerheid

Nadere informatie

Rapportage Kwaliteitsindicatoren 2014

Rapportage Kwaliteitsindicatoren 2014 Rapportage Kwaliteitsindicatoren 2014 Gasunie Transport Services B.V. 2 Rapportage Kwaliteitsindicatoren 2014 Voorwoord Voor u ligt het door Gasunie Transport Services B.V. (GTS) opgestelde document Rapportage

Nadere informatie

KENGETALLEN REGIONALE GASNETTEN

KENGETALLEN REGIONALE GASNETTEN KENGETALLEN REGIONALE GASNETTEN Energiekamer - 1 / 8 - NE-KGN-09-06 Inhoudsopgave 1. INLEIDING...3 1.1. Context...3 1.2. Doel...3 2. INVULINSTRUCTIE KENGETALLEN REGIONALE GASNETTEN...5 2.1. Tabel 1 Adresgegevens...5

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 17 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De productie van hernieuwbare elektriciteit

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_8-7 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers Net voor de Toekomst Frans Rooijers Net voor de Toekomst 1. Bepalende factoren voor energie-infrastructuur 2. Scenario s voor 2010 2050 3. Decentrale elektriciteitproductie 4. Noodzakelijke aanpassingen

Nadere informatie

Toelichting. 1. Inleiding

Toelichting. 1. Inleiding Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van, nr. WJZ/18038636, houdende nadere regels over het investeringsplan en het kwaliteitsborgingssysteem van beheerders van elektriciteitsnetten

Nadere informatie

In het jaar van activering wordt rekening gehouden met het aantal maanden waarover voorfinanciering benodigd is.

In het jaar van activering wordt rekening gehouden met het aantal maanden waarover voorfinanciering benodigd is. BIJLAGE 6 BIJ TARIEVENVOORSTEL 2018: TOELICHTING UITBREIDINGSINVESTERINGEN Hieronder wordt een toelichting gegeven voor de in het tarievenvoorstel 2018 (TV-2018) opgenomen uitbreidingsinvesteringen. Allereerst

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van 2 juni 2003, Stb. 2003, nr. 234, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 april 2005, Stb. 2005, nr. 200.

BESLUIT. Besluit van 2 juni 2003, Stb. 2003, nr. 234, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 april 2005, Stb. 2005, nr. 200. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102551_2 / 10.BT1290 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste

Nadere informatie

Beleid & regelgeving, nu & straks

Beleid & regelgeving, nu & straks Beleid & regelgeving, nu & straks Gassamenstelling & gastoestellen Aurél Kenessey de Kenese 2 Ministerie van Economische Zaken Beleidsdoelstellingen Publieke belangen Veiligheid gasgebruik Verduurzaming

Nadere informatie

I. Aanvraag en procedure

I. Aanvraag en procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102570_2/3 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

LANDEN ANALYSE DUITSLAND

LANDEN ANALYSE DUITSLAND LANDEN ANALYSE DUITSLAND Algemeen LANDEN ANALYSE ALGEMEEN De Landen Analyse gee7 de sector (cijferma@g) inzicht in de huidige (2013) en toekoms@ge (2018) waarde van de consump@e van snijbloemen en potplanten

Nadere informatie

In het jaar van activering wordt rekening gehouden met het aantal maanden waarover voorfinanciering benodigd is.

In het jaar van activering wordt rekening gehouden met het aantal maanden waarover voorfinanciering benodigd is. BIJLAGE 6 BIJ TARIEVENVOORSTEL 2017: TOELICHTING UITBREIDINGSINVESTERINGEN Hieronder wordt een toelichting gegeven voor de in het tarievenvoorstel 2017 (TV-2017) opgenomen uitbreidingsinvesteringen. Allereerst

Nadere informatie

Het Noord Zuid project

Het Noord Zuid project Gasunie gaat verder in gastransport Het Noord Zuid project Ir. H.J. Brink Pipeline Engineer N.V. Nederlandse Gasunie 1 juli 2005 N.V. Nederlandse Gasunie Gasinfrastructuurbedrijf 100% eigendom ministerie

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101758_10-11 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Gegevens stroometikettering 2004

Gegevens stroometikettering 2004 CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

Vestigingen. Hoofdkantoor Concourslaan 17 (9727 KC) Postbus MA Groningen Telefoon (050) Fax (050)

Vestigingen. Hoofdkantoor Concourslaan 17 (9727 KC) Postbus MA Groningen Telefoon (050) Fax (050) De N.V. Nederlandse Gasunie koopt, transporteert en verkoopt aardgas en bevordert een veilig, doelmatig en vernieuwend gebruik van deze energiebron. De activiteiten vinden plaats in binnen- en buitenland.

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_5-8 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Pagina. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader Pagina 1/11 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info@acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Ons kenmerk: ACM/DE/2014/202977 Zaaknummer: 14.0324.53

Nadere informatie

NAM IN NOARDEAST FRYSLAN RAADSVRAGEN KLEINE GASVELDEN IN NOARDEAST FRYSLAN PRODUCTIECIJFERS REGIONALE GASVELDEN

NAM IN NOARDEAST FRYSLAN RAADSVRAGEN KLEINE GASVELDEN IN NOARDEAST FRYSLAN PRODUCTIECIJFERS REGIONALE GASVELDEN RAADSVRAGEN KLEINE GASVELDEN IN NOARDEAST FRYSLAN PRODUCTIECIJFERS REGIONALE GASVELDEN KLEINE GASVELDEN IN NEDERLAND Aardgasproductie in Nederland 2018-2023 Aardgasproductie kleine velden 2018-2050 2021:

Nadere informatie

Groningengas op de Noordwest-Europese gasmarkt

Groningengas op de Noordwest-Europese gasmarkt Groningengas op de Noordwest-Europese gasmarkt - Samenvattende rapportage bij de onderzoeken 7, 8 en 9 Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt November 2013 1 In het kader van de aardbevingen

Nadere informatie

Liander N.V. Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten. Inleiding

Liander N.V. Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten. Inleiding Factsheet Kwaliteit 211: N.V. Factsheet Kwaliteit 211 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de

Nadere informatie

6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken

6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken 6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken 6.1 Aanpassingen van de infrastructuur in Nederland De energietransitie kan ingrijpende gevolgen hebben voor vraag en aanbod van energie en voor de netwerken

Nadere informatie

PAGINA 188. Tabel 9-1: Overzicht planningssituaties regio Oost voor scenario BaU

PAGINA 188. Tabel 9-1: Overzicht planningssituaties regio Oost voor scenario BaU PAGINA 188 9. Capaciteitknelpunten en maatregelen 150kV-net regio Oost In dit hoofdstuk worden de netberekeningen toegelicht die zijn uitgevoerd voor de toetsing van het 150kV-net in regio Oost aan de

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

- Nederland. Risico-evaluatie. Risico-evaluatie. Door Gas Transport Services. Afdeling LA. Rapport. Gereed 2 december Document.

- Nederland. Risico-evaluatie. Risico-evaluatie. Door Gas Transport Services. Afdeling LA. Rapport. Gereed 2 december Document. Risico-evaluatie - Nederland Door Gas Transport Services Afdeling LA Rapport Risico-evaluatie Gereed 2 december 2011 Document Risico-evaluatie Datum, versie Ons kenmerk Status Definitief 2011 Gas Transport

Nadere informatie

Monitoringsrapportage Leverings- en Voorzieningszekerheid Elektriciteit en Gas 2012

Monitoringsrapportage Leverings- en Voorzieningszekerheid Elektriciteit en Gas 2012 Monitoringsrapportage Leverings- en Voorzieningszekerheid Elektriciteit en Gas 2012 Versie Definitief Datum 25 juli 2012 Status Definitief Colofon Projectnaam Contactpersoon Leverings- en Voorzieningszekerheid

Nadere informatie

Onderzoek 8: Effecten van een eventuele productiebeperking op de gasbaten

Onderzoek 8: Effecten van een eventuele productiebeperking op de gasbaten Onderzoek 8: Effecten van een eventuele productiebeperking op de gasbaten 1.Inleiding In deze notitie worden de effecten van een eventuele productiebeperking op de gasbaten voor de periode 2014-2024 nagegaan.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie