Overzicht ramingen gas uit kleine velden 2011

Transcriptie

1 Overzicht ramingen gas uit kleine velden 2011

2 Overzicht ramingen gas uit kleine velden 2011 Aanleiding In de Gaswet staan in artikel 54a en 54b de verplichtingen vermeld die de netbeheerder van het landelijk gastransportnet heeft aangaande het kleineveldenbeleid (zie ook Bijlage 1). In deze rapportage geeft Gas Transport Services B.V. (GTS) aan hoe zij als netbeheerder van het landelijk gastransportnet invulling geeft aan deze verplichtingen. erkwijze GTS heeft begin 2011 bij GEPA (Netherlands Oil and Gas Exploration and Production Association) aangesloten producenten gevraagd een opgave te verstrekken van de verwachte hoeveelheden te produceren gas in de komende 20 jaren. Het betreft de zogenaamde ontwikkelde voorkomens en de niet-ontwikkelde voorkomens met een verwachte productiestart binnen de periode (zie het door T in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken samengestelde rapport Delfstoffen en aardwarmte in Nederland, Jaarverslag 2010, pagina s 66-71). Alle benaderde producenten (zie Bijlage 2) hebben aan dit verzoek gehoor gegeven. Bij velden die eigendom zijn van meerdere producenten is alleen de operator (= één van de producenten) benaderd. Deze heeft opgaven verstrekt voor de gehele velden, dus ook voor die delen waarover hij geen zeggenschap heeft. Dit voorbehoud is in de opgaven aan GTS gemeld. GTS acht deze opgaven desalniettemin voldoende betrouwbaar om haar planningswerkzaamheden en rapportage hierop te baseren. GTS heeft T verzocht een opgave te verstrekken van verwacht aanbod uit nog te ontdekken voorkomens. T heeft aan dit verzoek voldaan en deze opgave naar geografisch dichtstbijzijnd entrypunt uitgesplitst, rekeninghoudend met bestaande infrastructuur. Omdat de techniek om onconventioneel gas te winnen (zoals shale gas) in Nederland nog in de kinderschoenen staat, is de inschatting van het aanbod door T voorlopig beperkt tot conventionele voorkomens. Analyse De volgens bovenstaande werkwijze verkregen prognoses zijn gegroepeerd per entrypunt. Voor elk entrypunt is de capaciteit van het toekomstig aangeboden gas bepaald en is tevens aangegeven welke kwaliteit dit gas heeft. Het betreft hier met name enkele kwaliteits parameters die aan zowel entry- als exitzijde een belangrijke rol spelen in de diverse transportcontracten. In de transportanalyses zijn aannames gedaan voor de combinaties van aanbod uit diverse velden, aannames voor de import van gas uit het buitenland en aannames voor de marktvraag in binnen- en buitenland. De shippers bepalen welke entry- en exitpunten zij zullen gebruiken. GTS heeft als netbeheerder geen invloed op de combinaties hiervan en zal moeten afgaan op haar eigen inschatting van de marktvraag en aanbod. Benadrukt wordt dat patronen die afwijken van deze inschatting kunnen leiden tot het tijdelijk niet volledig kunnen innemen van gas in de combinatie die de shipper wenst. 1

3 Ramingen kleine velden 2011 Resultaten Capaciteit In onderstaande grafiek en in het overzicht in Bijlage 3 is aangegeven hoe de capaciteit van het aanbod zich ontwikkelt. Tevens is in het overzicht opgenomen hoe de aanbodontwikkeling er volgens de vorig jaar opgestelde prognoses uitzag. Er is hierbij een opsplitsing gemaakt in drie regio s: Noordoost-Nederland (de entrypunten die zijn gelegen in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel); Noordwest-Nederland (de entrypunten die zijn gelegen in Noord-Holland); est-nederland (de entrypunten die zijn gelegen in Zuid-Holland en Noord-Brabant). Een volledig overzicht van de indeling is gegeven in Bijlage 4. Aanbod uit kleine velden Capaciteit [mln m 3 /h GE] 6,0 5,0 4,0 3,0 Noordoost Raming juni 2010 Noordoost Raming juli 2011 Noordwest Raming juni 2010 Noordwest Raming juli 2011 est Raming juni 2010 est Raming juli 2011 Totaal Nederland Raming juni 2010 Totaal Nederland Raming juli ,0 1,0 0, Figuur 1 De huidige capaciteitsprognoses zijn tot aan 2017 ongeveer gelijk aan de vorige GTS-rapportage Kleine velden Alleen voor Noordoost Nederland is er tot 2017 een lichte stijging van de ramingen. De aspecten zoals nieuwe vondsten en herevalueren van eerder aangetoonde voorkomens kunnen dit jaar een negatieve bijstelling t.o.v. de vorige rapportage (KVR-2010) van de reserves op lange termijn niet voorkomen 1. 1 Delfstoffen en aardwarmte in Nederland, Jaarverslag 2010, pagina 15, Ministerie van Economische Zaken. 2

4 In Figuur 2 zijn de capaciteitsverwachtingen (= Q1 waarden) uit de laatste vier kleine vel den rapportages (KVR) van GTS uitgezet samen met de maximale uurrealisatie in het eerste kwartaal van respectievelijk de jaren 2009, 2010 en De totaalsom aan kleine velden realisaties in Q1 van 2009 en 2010 is iets lager dan de voor dat moment bekende verwachtingen. De prognose voor 2011 (KVR-2010) heeft een minimaal verschil met de realisatie in Q1 van Overall geven de prognoses een goede inschatting van de gerealiseerde gasstromen. Prognoses Kleineveldenrapportages vs Realisaties Capaciteit [mln m 3 /h GE] 6,0 5,0 4,0 KVR 2008 KVR 2009 KVR 2010 KVR 2011 Max. realisatie Q1 3,0 2,0 1,0 0, Figuur 2 Op basis van bovenstaande totalen, waarbij is uitgegaan van de opgegeven verdeling van de capaciteiten per entrypunt door operators, verwacht GTS geen capaciteitsknelpunten binnen de investe ringshorizon die het directe gevolg zijn van aanbodprognose van de gasvoorkomens in gebieden binnen Nederland. Kwaliteit De kwaliteit van het aanbod uit de gasvoorkomens in gebieden binnen Nederland is op vrijwel alle entrypunten van dien aard dat, met de bestaande afspraken tussen GTS en producenten/shippers, vrijwel geen innameproblemen worden verwacht. Op het entrypunt NGT (Uithuizen) blijft GTS de ontwikkeling van het kooldioxidegehalte van het aangeboden gas nauwgezet volgen. Het CO2-gehalte kent zijn hoogste waarde in het jaar 2011 (2.5 %) en zal daarna dalen (tot circa <2% vanaf 2020). Voor de entrypunten upstream van MS Kootstertille geldt dat zich innameproblemen voor zullen doen door een beperkte stikstofcapaciteit op het mengstation. Uit een studie waarin de meest recente aanbodcijfers zijn gehanteerd (bestaande 3

5 Ramingen kleine velden 2011 productie én conven tionele futures), blijkt dat vanaf eind 2011 tot tenminste 2021 een tekort aan stikstof capaciteit zal ontstaan. GTS studeert op een oplossing voor het probleem. Nieuwe entrypunten Er is een aantal projecten in voorbereiding waarmee inname van aanbod uit kleine velden kan worden gerealiseerd. Verschil prognoses EBN T. GTS heeft tevens kennis genomen van het rapport Focus on Dutch gas en van het Energierapport In deze rapporten wordt de ambitie uitgesproken de productie van gas uit gasvoorkomens in gebieden binnen Nederland te handhaven op een niveau van 30 bcm per jaar tot minstens Dit is een significant hoger niveau dan de inschatting in het jaarverslag Delfstoffen en aardwarmte in Nederland 4. Na overleg met EBN en T is vastgesteld dat op dit moment nog niet is aan te geven op welke plaatsen dit gas op het net van GTS zal invoeden. GTS kan daarom ook nog niet vaststellen of het netwerk in staat zal zijn dit gas in te nemen. EBN en T hebben echter hierbij aangegeven dat de leadtime van het daadwerkelijk in productie komen van deze reserves al gauw zo n 5 jaar bedraagt. Dit komt ongeveer overeen met de leadtime van eventuele maatregelen die GTS moet nemen om het netwerk aan te passen, mocht dit nodig zijn. Gezamenlijk kwamen EBN, T en GTS tot de conclusie dat de jaarlijkse monitoring, zoals in het verleden ook steeds uitgevoerd, voldoende tijd geeft om eventuele inpassingsknelpunten bij GTS op te lossen. Conclusies De door GTS vastgestelde prognoses geven, behoudens het stikstofknelpunt op MS Kootstertille, geen aanleiding tot mogelijke capaciteitsknelpunten bij het innemen van gas uit kleine velden; de gaskwaliteit blijft echter een voortdurend punt van aandacht. Voor het oplossen van het stikstofknelpunt op MS Kootstertille na 2013 studeert GTS op een oplossing, welke past binnen het dan geldende wettelijk- en regulatoir kader. 2 ebsite 3 Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie, 10 juni Delfstoffen en aardwarmte in Nederland, jaarverslag ministerie EL&I, juni

6 Bijlage 1: Artikelen 54a en 54b uit de vigerende Gaswet Artikel 54a 1. Onverminderd de artikelen 10 en 10a heeft de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, in het belang van het planmatig beheer van voorkomens van gas, ter verzekering op lange termijn van een behoedzaam en rationeel gebruik van deze natuurlijke hulpbron tot taak zorg te dragen voor de inname en het transport van gas uit de gasvoorkomens in gebieden binnen Nederland en op het continentaal plat. 2. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak moet investeren in de aanleg of uitbreiding van het net dan meldt hij dit voornemen aan Onze Minister. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de melding. 3. Onze Minister besluit binnen 13 weken nadat de melding is gedaan, of een investering als bedoeld in het eerste lid, van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet noodzakelijk is, gelet op het belang, bedoeld in het eerste lid. Indien Onze Minister besluit dat de investering niet noodzakelijk is, wordt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet geacht te zijn ontheven van de in het eerste lid bedoelde taak voor dat voorkomen. 4. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit verrekent de kosten van een investering waarvan de noodzaak is vastgesteld op grond van het derde lid, in de tarieven voor zover de kosten doelmatig zijn. 5. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet overlegt jaarlijks aan Onze Minister een overzicht, waarin ten aanzien van de eerstvolgende twintig jaar ramingen zijn opgenomen met betrekking tot de uitoefening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder vermelding van daarbij gehanteerde vooronderstellingen en relevante onderscheiden. Artikel 54b 1. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan, ten einde te waarborgen dat hij de taken, bedoeld in artikel 54a, zo doelmatig mogelijk kan uitvoeren, voorwaarden stellen aan de wijze waarop het gas van de houders van Nederlandse winningsvergunningen dan wel degene met wie voor het gebruik van die vergunning een overeenkomst is gesloten inzake het voor gezamenlijke rekening winnen van gas, wordt ingenomen. 2. Gasbedrijven, netgebruikers en afnemers verstrekken de netbeheerder van het landelijk gastransportnet desgevraagd tijdig voldoende inlichtingen en gegevens om te waarborgen dat hij de taken, bedoeld in het eerste lid kan uitvoeren. 3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde voorwaarden en de in het tweede lid genoemde gegevens en inlichtingen. 5

7 Ramingen kleine velden 2011 Bijlage 2: Producenten die een opgave hebben verstrekt van de verwachte hoeveelheden te produceren gas (in alfabetische volgorde) 1 ATP Oil and Gas (Netherlands) B.V. 2 Centrica Energy Upstream (The Netherlands) 3 Chevron Exploration and Production Netherlands B.V. 4 Cirrus Energy Nederland B.V. 5 Dana Petroleum Netherlands B.V. 6 GDF SUEZ E&P Nederland B.V. 7 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. 8 Northern Petroleum Nederland B.V. 9 TAQA (Abu Dhabi National Energy Company PJSC) 10 Total E & P Nederland B.V. 11 Tullow Oil plc 12 Venture Production Nederland B.V. 13 Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V.. 14 intershall Noordzee B.V. 6

8 Bijlage 3: Capaciteitsontwikkeling kleine velden Capaciteiten in mln m 3 /h GE Noordoost Raming Noordwest Raming est Raming Totaal Nederland Raming jun-10 jul-11 jun-10 jul-11 jun-10 jul-11 jun-10 jul ,29 2,29 0,41 4, ,30 2,48 2,16 2,09 0,37 0,32 4,83 4, ,19 2,46 2,03 1,95 0,30 0,29 4,51 4, ,04 2,19 1,77 1,62 0,21 0,25 4,02 4, ,73 1,96 1,47 1,59 0,16 0,24 3,36 3, ,54 1,64 1,27 1,33 0,13 0,20 2,94 3, ,33 1,42 1,13 1,13 0,12 0,17 2,58 2, ,23 1,26 1,05 1,02 0,11 0,17 2,39 2, ,17 1,14 0,94 0,85 0,09 0,16 2,21 2, ,06 1,04 0,87 0,82 0,08 0,16 2,01 2, ,03 0,93 0,79 0,79 0,07 0,14 1,90 1, ,96 0,87 0,73 0,73 0,07 0,13 1,76 1, ,92 0,83 0,65 0,70 0,07 0,12 1,63 1, ,86 0,78 0,63 0,68 0,06 0,11 1,55 1, ,75 0,73 0,60 0,64 0,06 0,10 1,41 1, ,70 0,67 0,56 0,57 0,06 0,09 1,32 1, ,66 0,63 0,47 0,51 0,06 0,08 1,19 1, ,62 0,54 0,43 0,49 0,06 0,08 1,10 1, ,58 0,51 0,41 0,48 0,06 0,07 1,04 1, ,54 0,47 0,39 0,39 0,05 0,07 0,99 0, ,42 0,37 0,07 0,86 7

9 Ramingen kleine velden 2011 Bijlage 4: Indeling entrypunten in regio s = N = = Noordoost-Nederland (de entrypunten die zijn gelegen in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel); Noordwest-Nederland (de entrypunten die zijn gelegen in Noord-Holland); est-nederland (de entrypunten die zijn gelegen in Zuid-Holland en Noord-Brabant). Entrypunt Anjum Annerveen Balgzand HC Balgzand LC Balgzand GAT Barendrecht Bedum Beverwijk Blija Botlek Brakel/ijk & Aalburg Emmen Gaag Garijp Grijpskerk Grootegast Harlingen Koedijk Kootstertille Maasvlakte Marum Middelie Middenmeer Monster Opende Oost Oude Pekela Rotterdam estgas Ten Arlo Uithuizen Ureterp Vries aalwijk arffum Regio N N N N N N N 8

10