Verslag dialoog nieuw mestbeleid. Tweede deel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verslag dialoog nieuw mestbeleid. Tweede deel"

Transcriptie

1 Verslag dialoog nieuw mestbeleid In Noord-Brabant Tweede deel 31 oktober 2016

2 INHOUD Verantwoording 1 Samenvatting 2 1. De dialoog 5 2. Mest met beleid 8 3. Locaties mestbewerking Toetsingskader gezondheid Veedichtheid van meer naar beter 20 Bijlage 1 Deelnemers dialoog en samenstelling werkgroepen 23 BIJBEHORENDE ACHTERGRONDDOCUMENTEN 1. Mest met beleid 2. Toetsingskader mestbewerking en volksgezondheid 3. Van meer naar Beter 4. Historisch perspectief

3 VERANTWOORDING Voor u ligt het verslag van het tweede deel van de Dialoog nieuw mestbeleid in Noord-Brabant, die plaats vond in de periode juli oktober Dit verslag beoogt een beeld van de opbrengst te schetsen waarin de deelnemers zich herkennen. Het kernteam dat de dialoog organiseerde en begeleidde, is als redactie verantwoordelijk voor de inhoud van dit verslag. Het tweede deel va de dialoog bestond uit de volgende onderdelen: Een internetconsultatie onder alle deelnemers over de onderwerpen mestbeleid en veedichtheid Twee discussieronden in vier regio s Intensieve ondersteuning door vier werkgroepen met experts 1 : o Mestbewerking o Veedichtheid o Locatiekeuze mestbewerking o Toetsingskader volksgezondheid en mestbewerking In iedere regio begeleidde een bestuurlijke trekker de dialoog; bestuurders van de relevante maatschappelijke partijen en instanties bespraken de opbrengst van de dialoog. Bijlage 1 geeft een overzicht van de deelnemers aan de dialoog. Het verslag van het eerste deel van de dialoog geeft een meer uitgewerkte beschrijving van de organisatie en aanpak. Deze rapportage bestaat uit verkorte weergaven van de producten van de werkgroepen, voorafgegaan door en korte samenvatting van de opbrengst van het eerste deel van de dialoog en een beschouwing op de opbrengst van het tweede deel. De rapportage van de werkgroep locatiekeuze is dusdanig compact dat deze integraal in dit verslag is opgenomen. De volledige rapportages van de overige drie werkgroepen zijn als zelfstandige achtergronddocumenten beschikbaar. Parallel aan de dialoog is een nadere duiding van het historisch perspectief opgesteld. Dit naar aanleiding van de behoefte aan een dergelijk perspectief bij deelnemers, die naar voren kwam in het eerste deel van de dialoog. Dit historisch perspectief is eveneens als achtergronddocument beschikbaar. In het eerste deel van de dialoog ontstond ook de behoefte aan meer inzicht in wat het nu betekent voor de omvang en structuur van de veehouderij als deze opereert binnen gesloten kringlopen op het niveau van Noordwest Europa. Wageningen Livestock Research heeft hier een eerste verkenning van uitgevoerd, samen met een aantal deelnemers aan de dialoog. De rapportage hiervan verschijnt eind Een managementsamenvatting komt begin november beschikbaar. 1 Zie de respectievelijke eindproducten van deze werkgroepen voor de samenstelling van deze werkgroepen. 1

4 SAMENVATTING Aanleiding en doel Vanuit het bestuursakkoord Beweging in Brabant werkt de provincie Noord-Brabant aan een nieuw Brabants mestbeleid. Dit doet zij in samenspraak met partners via de dialoog Brabants mestbeleid. Doel is te komen tot een doorontwikkeling van mestbewerking naar een schone en veilige mestverwaarding als onderdeel van een zorgvuldige veehouderij die kringlopen sluit op Noordwest- Europese schaal en zo onderdeel is van een circulaire economie. Parallel hieraan wil de provincie in regio s met een hoge veedichtheid waar nodig borgen dat de veehouderij niet verder toeneemt. Dit met oog op volksgezondheid, overlast voor bewoners en belasting van natuur. Beide onderdelen zijn onderdeel van een bredere transitie in de veehouderij. De dialoog startte begin februari Eerste resultaat medio 2016 In juni hebben provinciale Staten ingestemd met de denklijn zoals die uit de eerste drie rondes van dialogen is opgehaald en daarbij kaders aangegeven voor de door dialoogdeelnemers gevraagde verdere uitwerking: 1. De denklijn van alle mest bewerken, circulariteit herstellen en gebruik kunstmest reduceren, emissies en risico s minimaliseren, verwaarden en een beter verdienmodel uitwerken tot concrete voorstellen voor een mestmenu, een expertpanel, een aanpak innovatie en een aanpak snelle stabilisatie van mest. 2. De eerste bewerking op het eigen veehouderijbedrijf en verdere bewerking op een bedrijventerrein aanvullen met voorstellen voor maatwerk voor gezamenlijke mestbewerking van dicht bij elkaar gelegen veehouderijlocaties. 3. De analyse van gezondheidsaspecten mestbewerking vertalen in een houdbaar en helder toetsingskader voor vergunningverlening. 4. De oplossingsrichtingen uit de dialoog uitwerken tot een effectieve en juridisch houdbare aanpak om waar nodig de groei van de veehouderij tegen te gaan. Krimp van de Brabantse veestapel is daarbij geen doel maar een eventuele uitkomst. De aanpak draagt stevig bij aan het oplossen van de VAB-problematiek, vermindering ammoniakemissie, overlast en stimuleert koplopers in de transitie via extra faciliteiten en/of vermindering van de regeldruk. De afgelopen maanden hebben de deelnemers aan de dialoog, ondersteund door vier werkgroepen gewerkt aan de uitwerking van bovenstaande denklijn. Hieronder leest u de resultaten kort samengevat. De dialoog Toen de dialoog Brabants mestbeleid begin 2016 startte, spraken de deelnemers vooral tégen elkaar. Er werd veel oud zeer uitgewisseld. Gaandeweg de dialoogavonden ontstaat een wending. Hoewel de inzichten en meningen vaak nog stevig verschillen komt er enige ontspanning. Mensen beginnen elkaar te kennen en vooral elkaars standpunt. Dat verbreedt vaak hun eigen blik. Ze willen voorts écht hun vetes beëindigen. Ze vinden elkaar op sommige uitgangspunten. Durven in elkaars schoenen te staan en, belangrijk, ze durven te repareren wat er tijdens eerdere ronden fout ging. Maar ook het uitzicht op ontwikkellijnen waarin men zich kan vinden en de hoop dat, als dit lukt, we ook over het brede kader in gesprek kunnen. De echte dialoog is nu begonnen en alle partijen benadrukken na deze drie ronden dat ze, ook al verschillen de inzichten en meningen nog stevig, mee willen blíjven werken aan detaillering van de oplossingen en aan het bredere vervolg: de transitie van de landbouw. 2

5 Voorstel mest met beleid De deelnemers aan de dialoog zijn met ondersteuning van een expertteam gekomen tot de volgende aanpak. Vijf actieplannen Ga gezamenlijk met partners aan de slag met een pakket van 5 projectfiches (actieplannen): Emissie arme mest; Marktonderzoek, productontwikkeling en verkoop; Stimuleren koplopers; Vakmanschap en omgevingsmanagement mestbewerkers; Vergunningverlening, toezicht en handhaving. Mestmenu en expertpanel Met betrekking tot de bestaande wet- en regelgeving hebben wij geconstateerd dat er voor de meeste aspecten al heldere kaders zijn vastgesteld. Wij wijzen daarbij ook op het toetsingskader gezondheid voor mestbewerking. Er is met name behoefte aan betere modellen om aanvragen te beoordelen. Hiervoor adviseren wij het opstellen van een BBT-document, of daarmee vergelijkbaar en het aanleggen van een database met op praktijkmetingen gebaseerde kentallen voor de beoordeling van vergunningsaanvragen. Dit zien wij als belangrijkste taken van het op te richten expertpanel. Daarnaast zijn de volgende adviezen van belang: Werk aan vertrouwen door merkbare verbetering bij bestaande knelpunten en professionaliteit op mestbewerkingsinstallaties; Zet een meet- en evalueerprogramma op rond mestbewerkingsinstallaties; Versterk de rol van de bodem in de circulaire landbouw; Doe een MKBA 2 / MCA 3 naar kosten en baten van mestbewerking versus alternatieven op langere termijn. Verdere concrete beleidsaanbevelingen Maak het mogelijk om meer mest te bewerken dan de verplichte capaciteit ten behoeve van verwerking; Ondersteun de lobby om mineralen uit mestbewerking dezelfde status te geven als die uit kunstmest; Centraliseer de kennis van mestbewerking vallend onder de provinciale bevoegdheid bij één omgevingsdienst; Zorg dat provinciale middelen, zoals POP 3, de transitie stimuleren. Voorstel locatiekeuze mestbewerking Voorstel is de gestelde denklijn voor mestbewerking te herformuleren: Mest kan worden bewerkt op de veehouderijlocatie waar zij wordt geproduceerd. Bewerking van mest van meerdere locaties vindt plaats in gespecialiseerde installaties op een bedrijventerrein van de juiste milieucategorie. Mestbewerking van meerdere locaties in het landelijk gebied is bij uitzondering mogelijk in de drie volgende situaties. 1. Concentraties van varkenshouderijen en/of vleeskalverenhouderijen die voldoen aan de volgende criteria: Er is geen locatie op een bedrijventerrein beschikbaar binnen een straal van 10 km. 2 Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse 3 Multicriteria-analyse 3

6 Binnen een straal van 2,5 km van de installatie wordt minimaal ton mest uit varkens- en /of vleeskalverenhouderijen geproduceerd. De installatie voorziet in het indikken van de mest voor minimaal 50%, waarbij er loosbaar water ontstaat. 2. Samenwerkende bedrijven die via pijpleidingen de mest samenbrengen op de bewerkingslocatie. 3. Melkveehouderijbedrijven die binnen een straal van 2,5 kilometer samen werken bij de vergisting van mest. Locaties waar aan gedacht kan worden zijn veehouderijlocaties, VAB's en/of loonwerkers. Voor deze installaties gelden onverkort de overige eisen die in de huidige Verordening ruimte en in het huidige milieubeleid worden gesteld. Toetsingskader gezondheid Het Toetsingskader gezondheid brengt de blootstellingsroutes voor ziekteverwekkers in beeld. Belangrijkste blootstellingsroute is die via de lucht. Bij een goed(e) ontwerp, bouw en bedrijfsvoering is het mogelijk de risico s voor volksgezondheid tot een zeer laag niveau terug te brengen. Om dit te borgen is het opstellen en onderhouden van een BBT-document voor mestbewerkingsinstallaties cruciaal. Sturing veedichtheid De deelnemers aan de dialoog komen, met ondersteuning van een expertteam, tot de volgende aanpak. Sturing is nodig in Midden en Oost-Brabant, het Brabantse deel van het zuidelijk concentratiegebied in de Meststoffenwet. Voorstel is om in dit gebied in 5 à 6 regio s staldering in te voeren: voor iedere vierkante meter nieuw te bouwen stal moet in dezelfde regio een vierkante meter stal (waar de laatste drie jaar bedrijfsmatig vee in is gehouden) worden afgebroken. Op deze manier bereiken we drie effecten: a) er treedt een vermindering van de milieubelasting (stikstof, overlast) en risico s op; nieuwe stallen zijn beter dan oude. b) de zo gerealiseerde winst blijft binnen de desbetreffende regio waar deze nu weglekt naar de periferie van het concentratiegebied. c) nieuwe leegstand wordt voorkomen. Overwogen is correcties aan te brengen voor soorten vee, verschillen in emissiedichtheid etc. Uitvoerbaarheid en extra effect afwegend is dit beperkt tot het hanteren van twee groepen stallen: die van hokdieren (varkens, pluimvee, geiten, kalveren etc) en die van meer grondgebonden gehouden vee (melkvee, zoogkoeien, vleesstieren etc.). Veehouders stellen voor melkveehouderij uit te sluiten van staldering omdat de nationale wetgeving verdere concentratie in hun ogen afdoende tegengaat. Om te voorkomen dat staldering een extra prikkel is tot zijwaarts uitbreiden (bedrijven kopen locaties op in plaats van te investeren in de eigen locatie) en om geen extra drempel op te werpen voor kleine bedrijven is het voorstel een stalderingdienst in te stellen. Deze dienst verkrijgt, via een aantrekkelijk aanbod ( ontzorgen van de sloop, hulp bij herontwikkeling) en een startbudget, vierkante meters gesloopte stal en geeft deze om niet aan ontwikkelende bedrijven. Hierbij vindt een beperkte (5%) afroming plaats. Doordat concepten voor de nationale markt (bijvoorbeeld Kip van morgen) minder dieren per vierkante meter houden leidt dit in combinatie met staldering ook tot een zekere krimp (ca 4%). 4

7 1. DE DIALOOG Wat er aan vooraf ging het eerste deel van de dialoog Het idee om alle betrokken partijen regionaal bijeen te halen om in een onderlinge dialoog oplossingen aan te dragen voor het nieuwe Brabantse mestbeleid, ontstond in het najaar van Met een rugzak vol ervaringen hebben burgers, boeren, buitenlui en zo meer de eerste negen maanden van 2016 het gesprek gevoerd over de toekomst van de veehouderij in Brabant. Hiertoe uitgenodigd en uitgedaagd door de provincie Noord-Brabant met vier gemeentebestuurders als regionale bestuurlijke trekkers. Twee onderwerpen die in discussies over de veehouderij in Brabant steeds aan elkaar gekoppeld worden stonden daarbij centraal: Mestbewerking en de omvang van de veestapel. Twee onderwerpen in het hart van de transitie in de veehouderij en twee onderwerpen die al jaren het debat bepalen. De niet geringe ambitie was via de dialoog de patstelling rond deze onderwerpen te doorbreken om zo te werken aan een rendabele Brabantse veehouderij die past binnen de sociale en ecologische gebruiksruimte in Brabant. Een veehouderij die kringlopen sluit en vernieuwt. De dialoog vond plaats tegen de achtergrond van de bredere transitie Agrofood die tot doel heeft te komen tot een agrofood complex dat enerzijds de belasting van de fysieke en sociale omgeving aanzienlijk vermindert en er anderzijds in slaagt alle partijen in de keten weer een goed verdienmodel te verschaffen. De noodzaak hiertoe uit zich in de nog steeds hoge milieudruk en de structureel te lage inkomens van veehouders. Toen de dialoog begin 2016 startte, spraken de deelnemers vooral tégen elkaar. Er werd veel oudzeer uitgewisseld. Gaandeweg de dialoogavonden ontstaat een wending. Hoewel de inzichten en meningen vaak nog stevig verschillen komt er enige ontspanning. Mensen beginnen elkaar te kennen en vooral elkaars standpunt. Dat verbreedt vaak hun eigen blik. Ze willen voorts écht hun vetes beëindigen. Ze vinden elkaar op sommige uitgangspunten. Durven in elkaars schoenen te staan en, belangrijk, ze durven te repareren wat er tijdens eerdere ronden fout ging. Maar ook het uitzicht op ontwikkellijnen waarin men zich kan vinden en de hoop dat, als dit lukt, we ook over het brede kader in gesprek kunnen. De echte dialoog is nu begonnen en alle partijen benadrukken na deze drie ronden dat ze, ook al verschillen de inzichten en meningen nog stevig, mee willen blíjven werken aan detaillering van de oplossingen en aan het bredere vervolg: de transitie van de landbouw. De eerste drie dialoogronden leverden zoekrichtingen op. Maar belangrijker, er is een gedeeld beeld van de contour op de horizon: Naar wat voor veehouderij willen we op weg. Kernwoorden daarbij zijn: diversiteit (niet één ontwikkelmodel maar vele, van high-tech tot socio-tech); gezondheid als centrale toetssteen (en in het verlengde daarvan leefbaarheid en veiligheid); circulariteit (de bodem centraal, kringlopen sluiten, maar op welk niveau en wat betekent dat dan?). Voor het mestbeleid betekent dit vanuit deze kernbegrippen werken aan: herstel van de circulaire relatie tussen veehouderij en de teelt van gewassen; 5

8 mestbehandeling aan de bron; professionaliteit; het bevorderen dat mest als hernieuwbare grondstof kan worden ingezet; winning van energie uit mest; verdienmodel voor mestbewerking. Mestbewerking kan in eerste aanleg goed op het veehouderijbedrijf plaats vinden, zodat bij professionele bedrijfsvoering emissies en risico s aanzienlijk afnemen. Nadat de mest zo gestabiliseerd is, kan verdere bewerking plaatsvinden in gespecialiseerde locaties, op bedrijventerreinen, maar ook op locaties dicht bij groepen bedrijven met veel vee en dus veel mest. Voor het sturen van de omvang van de veestapel mondden de eerste drie ronden van de dialoog uit in een drietal opties: 1. verdeling van Compartiment Zuid van de Meststoffenwet in kleinere compartimenten, 2. staldering in veedichte gebieden in combinatie een met Brabantbreed opererend fonds, 3. staldering in héél Brabant, in combinatie met een fonds in veedichte gebieden. Randvoorwaarde daarbij was dat de regeldruk voor veehouderijbedrijven zou afnemen om het verdienmodel van de veehouderij niet verder onder druk te zetten en schaalvergroting niet verder te stimuleren. Provinciale Staten vertaalden deze uitkomst naar een opdracht voor een vervolg van de dialoog. Het verzoek was de zoekrichtingen voor het mestbeleid verder uit te werken in actieplannen voor de korte en lange termijn, een mestmenu, een expertpanel, een toetsingskader gezondheid en maatwerk voor de locaties van mestbewerking van samenwerkende veehouderijbedrijven. Voor het waar nodig sturen van de omvang van de veestapel werd een effectieve en houdbare aanpak gevraagd, die ook bijdragen levert aan het verminderen van emissies, overlast, leegstand en regeldruk. PS vroegen deze uitwerkingen medio oktober gereed te hebben zodat zij nog in het najaar van 2016 besluiten kunnen nemen. Resultaten tweede deel Het vervolg van de dialoog kreeg hiermee een ander karakter: Samen zoeken naar een werkbare aanpak. Met deze accentuering werd de focus aan de dialoogtafel verlegd naar intensief discussiëren over de achterliggende keuzes: Stel dat we zo aan de slag gaan, hebben we dan de goede richting te pakken? Er zijn nog veel onzekerheden, hoe voorkomen we dat we er over enkele jaren achter komen een verkeerde afslag genomen te hebben? De opbrengst van het vervolg van de dialoog is vervat in onderhavig verslag en bijbehorende achtergronddocumenten. Rond deze producten hangt het besef dat dit slechts onderdelen zijn van het grotere geheel van de transitie veehouderij, die op haar beurt weer plaats heeft binnen de transitie Agrofood. Het zijn concrete stappen voor de komende jaren in Noord-Brabant. De deelnemers denken dat dit kàn gaan werken. Maar er zijn ook twijfels: Gaat het lukken om met mestbewerking een rendabele veehouderij te krijgen die schoon en veilig is? Of is het niet beter te werken aan een kleinere veestapel zoals het Planbureau voor de Leefomgeving suggereert? en ook Wordt staldering niet de zoveelste in een pakket regels, dat de transitie eerder remt dan versnelt? Voegt het effectief nog wel iets toe aan de huidige wet- en regelgeving? Verder Tegelijk is er het besef dat het noodzakelijk is nu te beginnen. We willen immers die Brabantse bodem duurzaam verbeteren. Gelet op de urgentie is het noodzakelijk de komende jaren meer sturing op de ruimtelijke spreiding van de veehouderij te blijven houden. In ieder geval daar waar 6

9 sprake is van overlast in concentratie gebieden van vee. Mens en milieu zijn gebaat bij het veilig bewerken van mest, ongeacht de hoeveelheid mest om zo emissies, klimaateffecten en risico s vergaand terug te dringen. Deze ontwikkelingen vergen tijd. Alle voorstellen in genoemde stukken gaan daarom uit van een stapsgewijze, lerende aanpak. Meten, evalueren en bijsturen. De deelnemers aan de dialoog vinden het belangrijk dat we daarbij steeds de bredere context in de gaten houden en steeds kijken en ijken of we nog op het goede spoor zitten. Oftewel: deze dialoog is afgerond, maar het transitieproces is nog maar net begonnen. Allen hebben de drive daar aan te werken en er een succes van te maken. Succesfactoren van deze dialoog zijn dat deze ging over concrete onderwerpen en plaats vond op regionale schaal. Voortzetting heeft het meeste zin met deze twee insteken. Dan is de dialoog een waardevolle aanvulling en versterking van de meer algemene beleidsvorming in de vier overheidslagen die ons land kent. Dit soort dialogen zijn dan vanuit het concrete voedend voor de meer abstracte en overkoepelende beleids- en besluitvorming en kunnen omgekeerd een rol spelen bij de regionaal best passende invulling van dat beleid. Overheden hebben hierin een belangrijke rol door het stellen van kaders en het voeren van regie. Zij kunnen die rol echter alleen invullen als dat in samenspraak en -spel met alle andere partijen gebeurt, ook al zijn en blijven er verschillen in inzichten, meningen en belangen. In maatschappelijk complete coalities, deze dialoog kwam daar dicht bij. Op de regionale en provinciale schaal kunnen de Brabantse partners dit zelf organiseren. Als ze dat succesvol doen is het een solide basis om op het nationale en Europese niveau samenwerking productiever te maken. 7

10 2. MEST MET BELEID Aanleiding De provincie Noord-Brabant heeft, in overeenstemming met het bestuursakkoord Beweging in Brabant begin 2016 het initiatief genomen om te komen tot een nieuw Brabants mestbeleid. Dit heeft in de periode tot juni 2016 geresulteerd in de volgende denklijn: Herstel circulaire landbouw, waarbij de behoefte van de bodem en gewas centraal staan bij het aanwenden van mest, dat stelt eisen aan de samenstelling daarvan. Dat betekent ook verliezen beperken zodat nutriënten daar terecht komen waar ze nuttig zijn. Het bewerken van alle mest, nog voor de opslag. Dit betekent op langere termijn andere stalsystemen en op korte termijn het emissie arm maken / stabiliseren van mest. Zo zijn belangrijke winsten te behalen in het reduceren van emissies naar lucht (ammoniak, geur en broeikasgassen), bodem en water en in het verminderen van risico s voor gezondheid en veiligheid. Verwaarden van mest waarbij waardevolle producten worden geproduceerd (meststoffen en andere grondstoffen). Inzet moet zijn zoveel mogelijk dierlijke meststoffen voor plantengroei in te zetten ter vervanging van kunstmest, regionaal, en ten hoogste de schaal van NW EU Professionaliteit en werken aan vertrouwen tussen ondernemers en omwonenden en maatschappelijke organisaties. Energie uit de mest winnen (en zo methaanemissie tegengaan) en zo mest gebruiken voor productie van hernieuwbare energie Dit biedt zicht op een beter verdienmodel: minder kosten voor mest en goedkopere en eenvoudiger te beheren stalsystemen. Wij streven naar een duurzame landbouw die de ketens sluit op Noordwest Europese schaal. Mest is geen probleem meer, maar een waardevol product in die ketens. Doelen mestverwaardingsketen Om te komen tot de hierboven geschetste denklijn zijn de volgende doelen geformuleerd: Optimalisatie van benutting van mest in de landbouw (veehouderij én plantaardige sectoren); Minimaliseren van emissies naar grond- en oppervlaktewater en lucht (inclusief broeikasgassen); Risico s voor de volksgezondheid (emissies) en veiligheid (calamiteiten) op een acceptabel (laag) niveau brengen; Het verlagen van de kosten van mestafzet voor veehouders en zo mogelijk omzetten in opbrengsten. Maatschappelijk draagvlak, sociale cohesie en onderling vertrouwen vergroten. Tevens heeft de provincie aangegeven dat er behoefte is aan een viertal producten: 1. Een aanpak om het stabiliseren van mest voorafgaand aan opslag en/of toepassing zo spoedig mogelijk gemeengoed te laten worden 2. Een aanpak voor het stimuleren van innovatie op het gebied van mestverwaarding en stalsystemen 3. Mestmenu: dat inzichtelijk maakt aan welke voorwaarden mestbewerking, -verwerking en - vergisting moeten voldoen. Het mestmenu moet sturen op doelen, niet op middelen. 4. Oprichten, inrichten van een expertpanel mestverwaarding dat de provincie en vergunningverleners/handhavers van omgevingsdienst, gemeentes en waterschappen kan adviseren bij strategische en praktische keuzes. 8

11 Welke factoren belemmeren mestbewerking? Wij zien de volgende factoren die in de huidige situatie een optimale aanpak van mestbewerking belemmeren: Problemen met bestaande installaties ondermijnen draagvlak voor nieuwe initiatieven De mestbewerkers die hinder veroorzaken zijn bepalend voor de beeldvorming. Die bedrijven kent iedereen van geruchten en vanuit de media. Aan deze voorbeelden wordt door omwonenden gerefereerd wanneer een nieuwe mestbewerker zijn plannen vergund wil krijgen. Van mestbewerkers die geen hinder veroorzaken heeft niemand gehoord. Maar toch zijn ze er wel. Voorlopers worden niet gestimuleerd en werken niet samen Gerichte ondersteuning en geld en/of expertise en het opzetten van structuren voor het delen van kennis kunnen innovaties in de mestbewerkingssector bevorderen. Verdienmodel grootschalige mestbewerking onduidelijk Mestbewerkers verdienen aan de afvoer van mest bij veehouders. Er wordt meestal niet verdiend aan, maar juist betaald voor de afzet van mest bij akkerbouwers. Het verdienmodel bestaat uit het verschil tussen opbrengsten voor ophalen en kosten voor afzet. De kosten van mestbewerking moeten nu worden opgebracht door veehouders. Dit maakt het verdienmodel van mestbewerking afhankelijk van de economische situatie in de varkenshouderij. Toch zijn er partijen die in mestbewerking investeren, boeren die lange termijn contracten voor mestafzet willen sluiten en vindt er afzet van mest plaats naar andere landsdelen en naar het buitenland. Ook zijn er nieuwe initiatiefnemers die kansen zien voor grootschalige mestbewerking. Draagvlak voor mestbewerking ontbreekt bij delen van de Brabantse samenleving Zoals aangegeven ondermijnen problemen bij bestaande installaties het draagvlak voor nieuwe initiatieven. Daarnaast is er de angst dat een oplossing van het mestprobleem leidt tot een groei van de veestapel. Op welke manier kan Brabant mestbewerking stimuleren? Uiteindelijk streven we in Brabant toe naar een situatie waarin de behoefte van de bodem en het gewas in Noordwest Europa centraal staat. Emissies naar lucht, bodem en water tot een minimum zijn teruggebracht en de risico s voor de volksgezondheid en veiligheid tot een minimum beperkt zijn. We zien emissies als verliezen uit de kringloop en die horen niet thuis in een circulaire landbouw. We streven ernaar om op termijn alle mest te bewerken voor opslag. Dit vraagt het herontwerpen van stalsystemen, het verder professionaliseren van mestbewerking en het bijdragen aan een beter verdienmodel. Om op de korte termijn mestbewerking te stimuleren en op de langere termijn tot de gewenste innovatie in stalsystemen te komen stelt het expertteam een pakket van vijf actielijnen voor: Emissie arme mest Stimuleren koplopers Vergunningverlening, toezicht en handhaving Vakmanschap en omgevingsmanagement Marktonderzoek, productontwikkeling en verkoop Deze vijf actielijnen geven gezamenlijk invullingen aan een aanpak om het stabiliseren van mest voorafgaand aan opslag en/of toepassing zo spoedig mogelijk gemeengoed te laten worden en een aanpak voor het stimuleren van innovatie op het gebied van mestverwaarding en stalsystemen Emissie arme mest Direct na het ontstaan van mest is deze onderhevig aan bederf. Onder andere door bederf komen gassen (onder andere broeikasgassen) en geur vrij. Deze emissies treden op in de hele keten. Dat wil zeggen vanaf het dier tot en met de mestbewerkingsinrichting. Over het algemeen kan worden 9

12 gesteld dat van droge mest (met een droge stofgehalte van 85%ds) geen emissie meer verwacht hoeft te worden. Niet als het gaat om broeikasgassen, geur en/of ziektes. Het gaat er dus om in de keten tot aan droge mest de emissie te beperken. De oplossing kan worden gezocht in voorzieningen en maatregelen om de emissie te beperken. Stimuleren koplopers De slechte voorbeelden van mestbewerking krijgen genoeg publiciteit. Terwijl in sommige gevallen met een nieuwe bedrijfsleider de problemen goeddeels verdwenen zijn. Dat krijgt veel minder aandacht, terwijl hiervan veel te leren is. We vragen alle betrokkenen aan de mestdialoog om een top 10 te maken van bedrijven die het goed doen. Daaruit kiezen we een gezamenlijke top 10 waar we gaan onderzoeken waarom ze het zo goed doen en hoe anderen dit ook kunnen gaan doen. Vergunningverlening, toezicht en handhaving De vergunningverlening dient omwonenden, natuur en andere belangen te beschermen via voorschriften en normen. Om de milieueffecten tot een aanvaardbaar niveau te beperken zijn kaders voor toepassen van de Best beschikbare technieken en concrete toetsingskaders (normen) beschikbaar. Zover dit niet het geval is moeten deze worden ontwikkeld. Het toezicht dient de bescherming van omwonenden, natuur en andere belangen te borgen. De toezichthouder ziet er bij controlebezoeken op toe dat het bedrijf conform de vergunning in werking is. De omgevingsbewuste toezichthouder bevordert het naleefgedrag van de ondernemer. Bijvoorbeeld door de bedrijfsvoering en het naleven van de vergunning te evalueren aan de hand van de controles, monitoringsgegevens, veranderingen/storingen bedrijfsvoering, bijzondere omstandigheden, calamiteiten etc.. Wanneer uit het toezicht blijkt dat de ondernemer herhaaldelijk voorschriften overtreedt, dan kan naleving worden afgedwongen met handhaving (opleggen van sancties). Vakmanschap en omgevingsmanagement Het project Vakmanschap en omgevingsmanagement mestbewerkers laat via samenwerking met voorbeeld bedrijven zien dat mestbewerkingsactiviteiten kunnen plaatsvinden zonder hinder naar de omgeving. De voorbeeldbedrijven worden begeleid om te komen tot een intern kwaliteitssysteem. Daarnaast wordt een monitoringssysteem ontwikkeld om emissies te kunnen volgen, trends te kunnen signaleren en transparantie te verschaffen. In samenwerking met de voorbeeldbedrijven worden werkprocedures uitgewerkt die naleving van vergunningsvoorschriften borgen. Het kwaliteitssysteem, het monitoringsysteem en de werkprocedures worden veralgemeniseerd gepresenteerd en aangeboden aan de bedrijfstak. Marktonderzoek, productontwikkeling en verkoop Het verlagen van de kosten van mestafzet is voor veehouders een belangrijk aandachtspunt. Daarvoor is het belangrijk dat mest door gebruikers niet gezien wordt als afvalproduct maar als waardevolle grondstof. Daarvoor moeten producten aan een aantal kwaliteitscriteria voldoen, denk aan kwaliteitsgaranties, prijs en gebruiksgemak. Momenteel is onvoldoende zicht op eisen en wensen van mogelijke gebruikers van mestproducten. Voor de verdere ontwikkeling van een mestverwaardingsketen is dit inzicht essentieel. Expertpanel en mestmenu Het expertteam mestbewerking adviseert een expertpanel samen te stellen. Het expertpanel adviseert de provinciale overheid bij strategische beleidskeuzes en ondersteunt provincie, gemeenten, waterschappen en hun uitvoeringsorganisaties door het leveren van kennis en het helpen bij het maken van afwegingen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de ontbrekende kennis en informatie en de taken van het expertpanel hierbij. 10

13 Tabel: Kennishiaten vertaald naar taken van het expertpanel. Kennis / informatie hiaat Taken expertpanel De beschikbare informatie met name over -Verzamelen data van geuremissies van geuremissies, die optreden bij verschillende mestverwerkingsprocessen en opstellen van mestverwerkingsprocessen, is beperkt. Dit geeft in databank. gevallen beperkingen bij de bepaling van de -Uitvoering van meetprogramma voor emissies geurcontouren van de inrichting. om databank te completeren. -Opstellen van naslag werk voor Er bestaat geen specifiek BBT document voor mestbewerkingstechnieken. Afzonderlijke processtappen kunnen BBT zijn, maar zijn in combinatie mogelijk niet optimaal in relatie tot het voorkomen van emissies. Mestmenu. Overzicht van randvoorwaarden aan mestbewerkingsinrichtingen in relatie tot specifiek Brabants beleid. vergunningverlener. -BBT document op(laten)stellen, actueel houden. -Zorgdragen voor formele status van het BBT document (opname in bijlage ROR). Het BBT document voorziet de vergunningverlener van een geschikt referentiekader voor toetsing aan BBT. -Advisering van de vergunningverlener in voorkomende gevallen van twijfel en bij alternatieve voorstellen van Technische voorzieningen en maatregelen. -Monitoring en registratie van optimale procesconfiguraties vanuit het oogpunt van emissiebeheersing. -Actueel houden van het mestmenu en advisering provincie en vergunningverleners aangaande de invulling van ontbrekende toetsingskaders en in te zetten procedures om beleidsdoelen te realiseren. -Ontwikkeling van indicatoren voor monitoring voortgang. Het Expertteam mestbewerking heeft in het kader van de mestdialoog een voorzet gemaakt van het mestmenu. In het mestmenu staan randvoorwaarden aangegeven waaraan de mestbewerkingsinrichting moet voldoen en welk toetsingskader van toepassing is. In het kader van vergunningverlening voor mestbewerkingsinrichtingen beschikt de vergunningverlener over toetsingskaders om veel aspecten te beoordelen. Er bestaan ook een aantal kennis- en informatiehiaten. Vooral emissies van broeikasgassen en professionalisering bedrijfsvoering vragen aandacht. Voor de kwaliteit van mestproducten zien wij vooral een rol voor de markt weggelegd. De verantwoordelijkheid voor het actueel houden van het mestmenu, advisering ten aanzien de invulling van ontbrekende toetsingskaders, in te zetten procedures om beleidsdoelen te realiseren en de monitoring van de voortgang op het gebied van de realisatie van de beleidsdoelen ligt bij het in te richten expertpanel. Aanpak en vervolg Het advies van het expertteam richt zich niet alleen op de provincie, maar gaat uit van het gezamenlijk oppakken en aanpakken van de transitie. Specifiek voor de provincie zijn een viertal aanbevelingen benoemd: Maak het mogelijk om meer mest te bewerken dan de capaciteit ten behoeve van verplichte verwerking. Dit draagt bij aan het minimaliseren van de emissies naar grond- en oppervlaktewater en lucht. 11

14 Ondersteun de lobby om mineralen uit mestbewerking een vergelijkbare status te geven als kunstmest. Dit draagt bij aan de optimalisatie van de benutting van mest in de landbouw. Centraliseer de kennis van mestbewerking (niet op veehouderijniveau) bij één omgevingsdienst, net als voor BRZO-bedrijven. Dit draagt bij aan de professionalisering van de bedrijfstak en kan daardoor bijdragen aan het minimaliseren van emissies. Zorg dat provinciale middelen, zoals POP 3, de transitie stimuleren. Afhankelijk van het middel kan dit bijdragen aan één of meerdere doelen. Daarnaast adviseren we: Werk aan vertrouwen door merkbare verbetering bij bestaande knelpunten. Versterk de rol van de bodem in de circulaire landbouw. Doe een MKBA / MCA naar kosten en baten van mestbewerking versus alternatieven (zoals krimp van veestapel) op langere termijn. 12

15 3. LOCATIES MESTBEWERKING Aanleiding In het Statenvoorstel van 24 juni 2016 hanteren PS als hoofdlijn dat de eerste bewerking van mest op het eigen veehouderijbedrijf plaats kan vinden en de verdere bewerking in grotere installaties op een bedrijventerrein van de juiste milieucategorie plaatsvindt. PS vragen de deelnemers in de dialoog per regio voorstellen te formuleren voor maatwerk op deze hoofdlijn ten aanzien van samenwerking bij mestbewerking tussen dicht bij elkaar gelegen veehouderijlocaties. We 4 kunnen ons daarbij grofweg twee soort situaties bij voorstellen: 1. Een groep bedrijfslocaties wil samen de eerste slag doen (bijvoorbeeld samen vergisten of ontwateren om het zo rendabel te houden). 2. Er zijn gebieden in Brabant waar veel (grote) bedrijven op korte afstand bij elkaar zitten. Dan ontstaat al snel de gedachte om daar dan een grotere installatie in de buurt van de (grote) bedrijven te zetten die meteen de slag van verse mest naar volledige verwerking of raffinage maakt. Het gaat dan om uitzonderingsgevallen, waarin de hoofdlijn evident tot onpraktische (onnodig vervoer e.d.) situaties leidt. De vraag is dit regiospecifiek te doen. Dus rekening houden met wat er al aan installaties en initiatieven is, de ligging van veehouderijbedrijven ten opzichte van elkaar en ten opzichte van bedrijventerreinen. Ook zijn we nagegaan of deze aanpak knelpunten kan opleveren voor de korte termijn waarin er voldoende capaciteit moet zijn om te voldoen aan de wettelijke verplichting tot mestverwerking. Inventarisatie van initiatieven Voor alle, ons bekende, initiatieven is bekeken of bovenstaande hoofdlijn leidt tot problemen bij deze initiatieven. Dit leidt in alle regio s (werkgebieden omgevingsdienstniveau) tot een aantal initiatieven dat geen doorgang kan hebben in de bedachte vorm. Het gaat veelal om loonwerkers en grotere veehouderijen die al actief zijn in mesttransport en handel en daar mestbewerking aan willen toevoegen of uitbreiden. Deze groep ondernemers zal niet snel uitwijken naar een bedrijventerrein omdat ze veelal een capaciteit nastreven van à ton verse (drijf)mest per jaar en het op die schaal niet rendabel is om op een bedrijventerrein te vestigen, de meerprijs van de locatie is te hoog. Dit wordt versterkt door het feit dat de meeste bedrijven al een locatie in het landelijk gebied hebben, de vestiging van hun loonbedrijf of een locatie van een grote veehouderij. Als deze initiatieven geblokkeerd worden treden er twee bewegingen op: 1. Veehouders gaan meer individueel mest (laten) bewerken op de eigen locatie. 2. Er gaat meer verse mest rechtstreeks afgevoerd worden naar mestbewerkingsinstallaties op bedrijventerreinen. Zeker op de korte termijn is de eerste beweging de meest voor de hand liggende. Het is de vraag of dit een wenselijke ontwikkeling is. Om te beginnen brengen we de voor- en nadelen in beeld van bewerken op eigen veehouderijlocatie en bewerken op industrieterrein. We besluiten met een advies. 4 De werkgroep bestond uit: Mathilde Mollenhorst (Provincie), Marc Pijnenburg (ODBN), Twan Goossens (ODBN), Wilfried Michels (OMWB), Paul Veraart (OMWB), Ton Vermeer (Provincie), Jan Buys (Provincie) 13

16 Voor- en nadelen bewerking op eigen veehouderijlocatie versus bedrijventerrein Onderstaand schema geeft een overzicht van de voor- en nadelen. Hoe de balans uitvalt verschilt per veehouderijsector. In de melkveehouderij en pluimveehouderij zijn de voordelen makkelijker in de overhand. In de varkens- en vleeskalverenhouderij ligt dit eerder andersom. Bewerking op veehouderijlocatie Bewerking in gespecialiseerde installatie op bedrijventerrein Voordeel Sluit aan bij streven geen onbewerkte drijfmest op te slaan of aan te wenden. Minder transport, mits loosbaar (dus schoon) water Minder emissies Minder risico s voor de gezondheid (humaan en veterinair) door minder gesleep met de mest Sluit aan bij de plannen voor monovergisting van FrieslandCampina Professionaliteit Initiatieven vanuit de procesindustrie Sluit aan bij plannen POV VTH eenvoudiger Schaalvoordelen Marktontwikkeling en productontwikkeling Transport gecentraliseerd Nadeel Professionaliteit Mobiele bewerking (uitpandig) mogelijk (bv mobiele scheiders) Sturingsmogelijkheden vanuit VTH beperkt: tot drijfmest ton per jaar geldt alleen een zorgplicht vanuit de vergunningverlening. Er is dus geen vergunning nodig. De mestbehandelingsactiviteiten kunnen volgens het Activiteitenbesluit worden afgehandeld. Beperkte schaal Vrijwel altijd nog een verdere bewerking van de dikke fractie nodig Waarschijnlijk niet interessant voor met name de varkenssector Op enkele uitzonderingen na gaat het niet om verwerking van mest en is dus nog een vervolgbewerking nodig Op de korte termijn sprake van een oligopolie? Voldoende beschikbaarheid op bedrijventerreinen? Voldoende initiatiefnemers? Voldoende investeerders? Ondercapaciteit bij stilvallen (met name korte termijn) Transport (bij onbewerkte mest) Capaciteitsvraag in relatie tot wettelijke verwerkingsplicht Veehouders in Brabant zijn wettelijk verplicht een deel van het mestoverschot te verwerken. De provincie Noord-Brabant heeft geconstateerd dat er momenteel voldoende capaciteit is vergund. Het percentage wettelijk verplichte verwerking zal de komende jaren stijgen. Daarnaast daalt door aanscherping van de gebruiksnormen de plaatsingsruimte. De benodigde capaciteit neemt dus toe, een globale schatting is dat er in 2020 ruim de helft meer capaciteit vergund moet zijn dan in 2015: 14

17 van 2,7 naar 4 miljoen ton per jaar. Het beleid van de provincie Noord-Brabant moet het mogelijk maken deze capaciteit te realiseren. Er is daarom gekeken of bovenstaande lijn leidt tot capaciteitsproblemen om te voldoen aan deze wettelijke verwerkingsplicht. We verwachten hierbij op de korte termijn, tot 2020, geen probleem, gelet op de beschikbare ruimte op bedrijventerreinen en het aantal ons bekende initiatieven. Wel zijn de doorlooptermijnen van vergunningverlening hierbij een aandachtspunt. Daarnaast loopt realisatie van initiatieven achter op het verlenen van de vergunning(en) voor initiatieven. Voor de langere termijn heeft de provincie Brabant de ambitie uitgesproken alle mest te willen bewerken. Bij de huidige omvang van de veestapel en de bijbehorende mestproductie hebben wij zorgen bij de uitvoerbaarheid van bovenstaande lijn. Dit is vooral ingegeven vanuit de beschikbaarheid van geschikte locaties op bedrijventerreinen als ook voldoende initiatiefnemers. Het beleid op de langere termijn zal er dan ook op gericht moeten zijn deze aspecten te verbeteren, in het bijzonder het beschikbaar krijgen van voldoende locaties op bedrijventerreinen in de gebieden met veel veehouderij. Samenwerking tussen bedrijfslocaties en concentratie van veehouderijlocaties We hebben geconstateerd dat er eveneens initiatieven zijn waarbij veehouders en vaak ook loonwerkers samen willen werken of waarbij er een concentratie is van veehouderijlocaties. Dit soort samenwerking biedt vooral voordelen als het een aanzienlijke reductie van transportbewegingen betekent. Dat is het geval als er een aanzienlijk percentage (schoon, loosbaar) water uit de mest wordt gehaald (naast eventuele verdere bewerking) en als de afstand tot een geschikt bedrijventerrein vrij groot is. Aangezien vooral in de varkens- en vleeskalverenhouderij de nadelen van bewerking op individuele veehouderijlocaties de voordelen daarvan overheersen is het verstandig om in gebieden met een hoge dichtheid van deze bedrijven samenwerking bij mestbewerking mogelijk te maken. Voorwaarde is dan wel dat er een aanzienlijke indikking van het product plaats vindt, anders vervalt het logistieke voordeel. Gezamenlijke vergisting op een locatie in het buitengebied valt hier daarom niet onder, dit reduceert de transportbewegingen niet en bovendien kan vergisting ook op bedrijventerreinen cat III plaatsvinden, waarvan er een ruimer aanbod is. Wanneer bedrijven een rendabele samenwerking opzetten waarbij alle transport van mest door buizen plaatsvindt en de mest vers is biedt dit belangrijke voordelen qua transport en emissies. Door de hoge kosten van pijpleidingen zijn dit soort initiatieven uit hun aard voorbehouden aan een beperkt aantal situaties met veel vee op korte afstand van elkaar. Tenslotte is het wenselijk om vergisting op kleinere melkveebedrijven via samenwerking mogelijk te maken, vanuit de positieve bijdrage van vergisting aan emissiereductie. Aangezien deze bedrijven een groot deel van het digestaat op eigen grond aanwenden ligt het hier niet voor de hand om een koppeling met bedrijventerreinen te leggen, door het weer terug rijden met het digestaat is er dan geen reductie van transport. We onderscheiden dan de drie volgende situaties. 1. Concentraties van varkens- en/of vleeskalverenhouderijen die voldoen aan de volgende criteria: Er is geen locatie op een bedrijventerrein beschikbaar binnen een straal van 10 km. Binnen een straal van 2,5 km van de installatie wordt minimaal ton mest uit varkens- en /of vleeskalverenhouderijen geproduceerd. De installatie voorziet in het indikken van de mest voor minimaal 50%, waarbij er loosbaar water ontstaat. Onderstaand kaartje geeft een beeld van de gebieden in Brabant waar locaties te vinden zijn met binnen een straal van 2,5 km ton mestproductie. Op dit kaartje staan ook de 15

18 bedrijventerreinen met uitgeefbare gronden. Vaak ligt er dus binnen 10 km van een gebied met veel vee een bedrijventerrein met uitgeefbare gronden. Of dat betekent dat er daadwerkelijk een mestbewerkingsinstallatie kan worden gevestigd is afhankelijk van verschillende factoren en moet dus van geval tot geval worden bepaald. 2. Samenwerkende bedrijven die via pijpleidingen de mest samenbrengen op de bewerkingslocatie. 3. Melkveehouderijbedrijven die binnen een straal van 2,5 kilometer samen werken bij de vergisting van mest. Bij de eerste en tweede situatie kan het gaan om samenwerking van veehouderijbedrijven onderling en om samenwerking met een loonwerker. In alle gevallen zal natuurlijk ook aan alle voorwaarden die zijn neergelegd in de notitie Mest met beleid en de locatievereisten uit de Verordening ruimte en andere relevante wetgeving moeten worden voldaan. Wij adviseren deze uitzonderingsbepalingen uit te werken en op te nemen in de Verordening ruimte. Daarnaast adviseren wij de basisdenklijn enigszins anders te formuleren: Mest kan worden bewerkt op de veehouderijlocatie waar zij wordt geproduceerd. Bewerking van mest van meerdere locaties vindt plaats in gespecialiseerde installaties op een bedrijventerrein van de juiste milieucategorie. In de oorspronkelijke formulering zou bijvoorbeeld volledige bewerking van mest tot een eindproduct op de veehouderijlocatie uitgesloten worden terwijl er nu al veehouders zijn die dit op een goede manier realiseren. Het is denkbaar dat er een beroep gedaan gaat worden op de algemene uitzonderingsbepaling in de Verordening ruimte op het locatiebeleid. Wij stellen voor dat dat GS in die gevallen het in te stellen expert panel mestbewerking om een advies vragen om te beoordelen dat het (afwijkende) voorstel een substantiële meerwaarde heeft voor het realiseren van de doelen van het mestbeleid. 16

19 4. TOETSINGSKADER GEZONDHEID Aanleiding en doel De omvang van de veehouderij en de verplichting om het daarmee samenhangende mestoverschot te verwerken in mestbewerkingsinrichtingen (mbi s) heeft de laatste jaren geleid tot allerlei zorgvragen over de mogelijke negatieve gezondheidseffecten ervan op de leefomgeving. Om die reden heeft de provincie aan een werkgroep gevraagd om de risico s in beeld te brengen alsmede een toetsingskader op te stellen dat door vergunningverleners gebruikt kan worden om een afweging te kunnen maken van gezondheidsrisico s. Emissies vanuit mestbewerkingsinrichtingen Naar analogie met veehouderijbedrijven kunnen in de emissies van mestbewerkingsinrichtingen de volgende contaminanten worden verwacht: pathogene (zoönotische) micro-organismen ; primair fijnstof, te verdelen in PM10 en de kleinere fijnstof fractie PM2,5; chemische stoffen zoals NH 3, H 2S, thiolen; secundair fijnstof (kleiner dan PM2,5), in de lucht gevormd uit samenstellende chemische componenten, zoals bijvoorbeeld NH 3; geurstoffen; medicijnen en medicijnresten. Een contaminant kan pas een negatief gezondheidseffect hebben als een persoon in een voldoende hoge concentratie gedurende een bepaalde tijd eraan wordt blootgesteld. Blootstellingsroute In de onderliggende notitie is nagegaan wat de belangrijkste blootstellingsroutes in de procesketen zijn die tot een negatief gezondheidseffect kunnen leiden. De belangrijkste route waarlangs mensen blootgesteld kunnen worden aan stoffen die vanuit een mestbewerkingsinrichting worden geëmitteerd, is via inademing van in processen vrijkomende lucht. Hierbij wordt er van uitgegaan dat de te bewerken mest in afgesloten vrachtwagens wordt aangeleverd, de inrichting gesloten is en met onderdruk wordt bedreven. De afgezogen lucht wordt behandeld in geavanceerde luchtzuiveringsinstallaties. De dikke fractie wordt gehygiëniseerd maar niet verder gedroogd dan 60% droge stof. Dit gebeurt meestal in een droogfabriek. Het mineralenconcentraat wordt als een waterige oplossing afgevoerd. Het water, dat uit de mest gehaald is met behulp van een omgekeerde osmose installatie, wordt geloosd op oppervlaktewater. Dosis-effect relatie Voor veel contaminanten is een dosis - effect relatie bekend, zodat getoetst kan worden aan een norm. Dit geldt niet voor micro-organismen. Allereerst is niet bekend welke en in welke mate deze worden geëmitteerd. Daarnaast is niet bekend aan hoeveel levende pathogenen mensen kunnen worden blootgesteld voor ze er ziek van worden. Hoogstens is daar op basis van expert judgement een inschatting van te maken en verwachting over uit te spreken. Naast de omvang van de emissies zijn daarbij ook gastheer afhankelijke factoren van belang. Een direct verband is daarom in de praktijk zeer lastig vast te stellen, ook omdat we weten dat een emissie van nul er nooit zal zijn. Risico s Tot op heden hebben onderzoeken niet geleid tot het vaststellen van direct aanwezige risico s. Met risico wordt bedoeld: een eenduidige relatie tussen de emissies van veehouderijen en het 17

20 voorkomen van negatieve gezondheidseffecten bij mensen (bijvoorbeeld uit te drukken in aantal ziektegevallen/dodelijke slachtoffers per miljoen blootgestelde inwoners per jaar). Onzekerheden die het vaststellen van een risico bemoeilijken zijn: ontbreken van duidelijke dosis-effect relaties tussen afzonderlijke contaminanten en gezondheidseffecten op de mens; onderlinge reacties van sommige contaminanten tijdens de transmissie, zoals de vorming van secundair fijn stof uit vrijkomend ammoniak (NH 3), waarvan het effect van het reactieproduct sterker is dan van de afzonderlijke contaminanten. Bovendien speelt ten aanzien van fijnstof mee dat er altijd sprake is van een bepaalde achtergrondconcentratie. Deze wordt lokaal/regionaal sterk beïnvloed door de uitstoot van verkeer en industrie. Wanneer een risico is vastgesteld, dient bepaald te worden of een eventueel risico onacceptabel, aanvaardbaar of verwaarloosbaar is. Eigenlijk is dat alleen mogelijk als er een referentiekader bestaat aan de hand waarvan risico s gewogen kunnen worden. Een dergelijk referentiekader is voor het afwegen van microbiële gezondheidsrisico s niet aanwezig. Daarnaast speelt in het debat de perceptie van risico s een belangrijke rol. Dat wat wetenschappelijk als risico is benoemd of gekwantificeerd, komt niet altijd één op één overeen met hoe de risico s ervaren worden. Een aanvaardbaar risico impliceert dat een berekend risico acceptabel is wanneer een score lager is dan een van te voren vastgesteld referentiewaarde of gezondheidskundige advieswaarde. De vraag is of voor een dergelijk kader maatschappelijk draagvlak aanwezig is. De perceptie van risico s zijn namelijk zeer verschillend. Gecontroleerde emissie van contaminanten door gecontroleerde luchtgerelateerde emissies Door de bronsterkte van een mbi te minimaliseren, wordt ook het risico (voor zover daar sprake van is) naar verwachting sterk gereduceerd. Dit kan door luchtgerelateerde emissies en daarmee emissies van contaminanten gecontroleerd te laten plaatsvinden. Voor de praktijk betekent dat: voorzie in technische voorzieningen en beheersmaatregelen (of combinaties daarvan) die de luchtgerelateerde emissie van contaminanten tot een minimum reduceren. Van de belangrijkste blootstellingsroutes is een inschatting gemaakt of en in welke mate een bepaalde contaminant voor kan komen. In het resultaat van de analyse komt duidelijk naar voren dat de luchtgerelateerde emissie vanuit een mbi de meest belangrijke blootstelling veroorzaakt. Dat komt doordat een dergelijke emissie 24/7 plaatsvindt en dat het hierbij ten opzichte van diffuse emissies om grote luchtdebieten gaat. De verwachting is dat de lucht uit een mbi, wanneer op adequate wijze luchtzuivering wordt toegepast, niet veel contaminanten zal bevatten. Basisvoorwaarden hierbij zijn wel dat het proces goed ontworpen en aangelegd is, dat er sprake is van een professionele bedrijfsvoering met kennis van zaken en dat er voortdurend gemonitord wordt. Echter, vergeleken met de emissie van een (met name pluim-)veehouderij, is de emissie vanuit een mbi marginaal te noemen. Technieken en beheersmaatregelen om de luchtemissie te beheersen In het rapport zijn uitgangspunten opgeschreven waaraan technieken en beheersmaatregelen in algemene zin moeten voldoen. Ook wordt een handreiking gegeven op welke wijze tot een lijst van technieken en beheersmaatregelen gekomen kan worden. Daarbij kan geput worden uit Europese (zogenaamde BREF s) en Nederlandse informatiedocumenten. Bovendien zijn op dat gebied interessante ontwikkelingen gaande. 18

Mest met beleid. Adviesgroep Mestbewerking

Mest met beleid. Adviesgroep Mestbewerking Mest met beleid Adviesgroep Mestbewerking Fred Stouthart Johan Raap Joop Baltussen Jos van Gastel Mathilde Mollenhorst Minke Lagerwerf Maarten Nederlof Roelof Westerhof Hoofddoelen Bodemkwaliteit Schoon

Nadere informatie

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Aanleiding De provincie Noord Brabant en de regio s Zuidoost en Noordoost Brabant vinden het belangrijk om de handen in één

Nadere informatie

Mest met beleid. Adviesgroep Mestbewerking

Mest met beleid. Adviesgroep Mestbewerking Mest met beleid Adviesgroep Mestbewerking Fred Stouthart Johan Raap Joop Baltussen Jos van Gastel Mathilde Mollenhorst Minke Lagerwerf Maarten Nederlof Roelof Westerhof Hoofddoel Bodemkwaliteit Schoon

Nadere informatie

Statenvoorstel 50/16 A

Statenvoorstel 50/16 A Statenvoorstel 50/16 A Voorgestelde behandeling Procedurevergadering : 13 juni 2016 PS-vergadering : Wordt ingevuld door de griffie Onderwerp Brabants mestbeleid Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant

Nadere informatie

Statenmededeling. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant

Statenmededeling. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant Statenmededeling Onderwerp Mestbewerking in Noord-Brabant Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant Aanleiding In maart 2014 hebben

Nadere informatie

Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu?

Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu? Kennisdag emissies, vergroening en verduurzaming in de landbouw Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu? Mark Heijmans 2 december 2014 Het speelveld: schaken op meerdere borden Opzet

Nadere informatie

Volksgezondheid en veehouderij

Volksgezondheid en veehouderij VNG bijeenkomst landelijk gebied en gezondheid 14 september 2016 Volksgezondheid en veehouderij Handelingsperspectieven? Inhoud Werkprogramma regio Zuidoost-Brabant Uitkomsten VGO en Endotoxinen onderzoeken

Nadere informatie

Visie op mestbewerking

Visie op mestbewerking Visie op mestbewerking Definitief concept 26 april 2018 Werkgroep mestbewerking NO en ZO-Brabant pagina 1 van 9 1 Vooraf Deze notitie geeft een gezamenlijke visie van de Brabantse gemeenten en de provincie

Nadere informatie

Mestverwerking MACE in Landhorst. Henk Jans, arts MG, MMK 3 juli 2014

Mestverwerking MACE in Landhorst. Henk Jans, arts MG, MMK 3 juli 2014 Mestverwerking MACE in Landhorst Henk Jans, arts MG, MMK Introductie Rol van de GGD: toelichting op risico s mestverwerkingsbedrijf MACE nav vragen van werkgroep MACE en andere betrokkenen, besproken tijdens

Nadere informatie

Mest met beleid. Rapport van het Expertteam Mestbewerking

Mest met beleid. Rapport van het Expertteam Mestbewerking Mest met beleid Rapport van het Expertteam Mestbewerking 1. Managementsamenvatting Dit biedt zicht op een beter verdienmodel: minder kosten voor mest en goedkopere en eenvoudiger te beheren stalsystemen.

Nadere informatie

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid Bijlage 2 Bij statenmededeling Brabants Mestbeleid d.d. 15 november 2016 CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid 1. Definities Hokdierenhouderij Het houden

Nadere informatie

Statenmededeling. Stand van zaken omtrent mestbewerking in Noord-Brabant. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

Statenmededeling. Stand van zaken omtrent mestbewerking in Noord-Brabant. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Statenmededeling Onderwerp Stand van zaken omtrent mestbewerking in Noord-Brabant. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van de stand van zaken omtrent mestbewerking in Noord-Brabant. Aanleiding

Nadere informatie

Mest, mestverwerking en wetgeving

Mest, mestverwerking en wetgeving Mest, mestverwerking en wetgeving Harm Smit Beleidsmedewerker Economische Zaken, DG AGRO Inhoud Feiten en cijfers. Huidig instrumentarium. Visie op mestverwerking en hoogwaardige meststoffen Toekomstig

Nadere informatie

Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid. 5 november 2013

Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid. 5 november 2013 Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid 5 november 2013 Inhoud Rijksoverheid provincie Noord Brabant Beleid Oirschot Toetsingsinstrument gezondheid bij veehouderijen Beleid rijksoverheid Dierrechten/mestoverschot

Nadere informatie

Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017

Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017 Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017 Jaap Uenk DOFCO BV, Twello VAB, 5 oktober 2017 Inhoud Introductie Opties op bedrijfsniveau Mestmarkt in Nederland Export van onbehandelde mest Stand van zaken

Nadere informatie

Ruimtelijke impact fijn stof bij veehouderijen

Ruimtelijke impact fijn stof bij veehouderijen Ruimtelijke impact fijn stof bij veehouderijen VNG Studiedag: Naar een beter buitengebied 9 maart 2017 (Eindhoven) Frank Toemen (OddV) en Regina Jansen (Ede) Wat vertellen we? Schets problematiek regio

Nadere informatie

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg Bestuursafspraken CONCEPT versie 27 november 2015 1. Inleiding Het landelijk gebied van de regio Noord-Limburg is divers van karakter; bestaande uit beekdalen,

Nadere informatie

Inspraakreactie Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland vergadering Commissie Ruimtelijke Ordening, Landelijk gebied en Wonen

Inspraakreactie Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland vergadering Commissie Ruimtelijke Ordening, Landelijk gebied en Wonen Inspraakreactie Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland vergadering Commissie Ruimtelijke Ordening, Landelijk gebied en Wonen 13-09-2017 We zijn erg blij met het besluit om de geitenhouderij op slot

Nadere informatie

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers Statenvoorstel 52/15 A Voorgestelde behandeling PS-vergadering : 10 juli 2015 Onderwerp Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Onderwerp Brabantbrede

Nadere informatie

INGEKOMEN GEMEENTE BERGEIJK 3 OKT Afd Kopie aan

INGEKOMEN GEMEENTE BERGEIJK 3 OKT Afd Kopie aan 16IK003394 College van B&W (verzendlijst) Afd Kopie aan INGEKOMEN GEMEENTE BERGEIJK 3 OKT. 2016... t Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

Workshop. Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs

Workshop. Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs Workshop Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs Programma Welkom en opening Introductie mestverwerking MVI s Achtergronddocument:

Nadere informatie

Salland Café: Veehouderij en gezondheid in Salland, wat weten we ervan?

Salland Café: Veehouderij en gezondheid in Salland, wat weten we ervan? Salland Café: Veehouderij en gezondheid in Salland, wat weten we ervan? 18 september 2017 Korte introductie Ingrid Jansen Biografie Voorzitter POV en NVV Politiek-bestuurlijke achtergrond Dochter van Brabantse

Nadere informatie

Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij

Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij Fred Stouthart Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij Symposium 13 maart 2019 Verspreiding stoffen uit stallen 2 Veehouderij en volksgezondheid VGO 1, 2, 3 meer luchtwegklachten

Nadere informatie

GroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015

GroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015 GroenLinks Bronckhorst Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015 Waarom co-vergisten Omdat de meststoffenwet veehouders verplicht de overtollige (mineralen in de) mest te ver(be)werken

Nadere informatie

Mestbeleid in Nederland

Mestbeleid in Nederland Mestbeleid in Nederland Harm Smit Senior beleidsmedewerker Ministerie van Economische Zaken, DG AGRO Inhoud 1. Mest van Nederland a. Productie b. Gebruik 2. Beleidsontwikkelingen a. Vijfde Actieprogramma

Nadere informatie

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Zoönosen aandachts punt voor GGD Streefwaarden 10 ou woonkernen

Nadere informatie

Zuivelperspectief 2030: samen duurzaam en economisch gezond. Toekomstvisie van de Nederlandse Zuivel Organisatie

Zuivelperspectief 2030: samen duurzaam en economisch gezond. Toekomstvisie van de Nederlandse Zuivel Organisatie Zuivelperspectief 2030: samen duurzaam en economisch gezond Toekomstvisie van de Nederlandse Zuivel Organisatie Toekomstbeeld De Nederlandse zuivelsector floreert. Zij profiteert optimaal van de goede

Nadere informatie

Omgevingswet en de raad

Omgevingswet en de raad Omgevingswet en de raad Inhoud Waarom de Omgevingswet? Wat is de omgevingswet? Wat verandert er door de omgevingswet Wat vraagt dit van u als raad. Samen met de samenleving Budget reserveren Vrije (beleids)ruimte

Nadere informatie

Verwerken van (groene) biomassa en mest:

Verwerken van (groene) biomassa en mest: Verwerken van (groene) biomassa en mest: kan dat samen? Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie CUMELA Nederland Sector: 3.000 ondernemers 30.000 medewerkers Jaaromzet 4 miljard Cumelabedrijven:

Nadere informatie

Mestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied

Mestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied Mestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied Jaap Uenk DOFCO Beheer BV, Ruurlo, 27 februari 2014, Barneveld j.uenk@dofco.nl INHOUD Introductie Mest- en mineralensituatie

Nadere informatie

6. dat de resultaten van het landelijk vervolgonderzoek in de loop van 2017 worden verwacht;

6. dat de resultaten van het landelijk vervolgonderzoek in de loop van 2017 worden verwacht; AMENDEMENT Raadsvergadering 11 mei 2017 Onderwerp: Omgevingsvisie 1.0 (R2017.040) Amendement raadsfractie PRO5 Overwegingen raadsfractie PRO5: 1. dat de raad in de vergadering van 15 december 2016 een

Nadere informatie

Leegstand agrarisch vastgoed

Leegstand agrarisch vastgoed Leegstand agrarisch vastgoed Aard, omvang, duiding en oplossingsrichtingen 26 mei 2016, Edo Gies, Alterra Wageningen UR 2 Een stille revolutie op het platteland Dynamiek in de landbouw (1950 2016) 4 x

Nadere informatie

Mestbeleid in Nederland: kaders en vooruitblik

Mestbeleid in Nederland: kaders en vooruitblik Mestbeleid in Nederland: kaders en vooruitblik Masterclass Mestverwaarding Citaverde college Horst 4 oktober 2017 Erik Mulleneers, Projectleider zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn Programma Mest Directoraat-Generaal

Nadere informatie

Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven

Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven Fred Stouthart Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven Studiedag Hekkelman, Doorn, 3 november 2016 Zijn we uit een droom wakker geworden. We dachten dat de lucht in het buitengebied schoon

Nadere informatie

Mestmarkt en mestverwerking

Mestmarkt en mestverwerking Mestmarkt en mestverwerking Jaap Uenk DOFCO BV, Twello VAB, 22 september 2015 Inhoud Introductie Stand van zaken mestverwerking (Technieken, producten, markten en capaciteit) (8) Waarom is verwerking nog

Nadere informatie

Dialoog veehouderij Venray

Dialoog veehouderij Venray Dialoog veehouderij Venray aanbevelingen dialoog veehouderij gemeente Venray Datum 21 december 2016 Portefeuillehouder Martijn van der Putten Team RO Naam steller Jos Kniest De onderstaande aanbevelingen

Nadere informatie

Mestbewerking in BZV. verslag van de werkconferentie op donderdag 28 augustus

Mestbewerking in BZV. verslag van de werkconferentie op donderdag 28 augustus Mestbewerking in BZV verslag van de werkconferentie op donderdag 28 augustus Bestemd voor: Jan Buys, Provincie Noord-Brabant Auteur: Patrick Dekkers, Elise de Groot Den Haag, 17-09-2014 1/10 Context Gedeputeerde

Nadere informatie

Thema wonen 2a. Regionale agenda wonen 2017 Bijlage 2a1 en 2a2

Thema wonen 2a. Regionale agenda wonen 2017 Bijlage 2a1 en 2a2 Provincie Noord-Brabant Regionaal Ruimtelijk Overleg Midden-Brabant Wanneer: 15 december 2016 Locatie: KVL/ Lederzaal Tijd: 14.00 17.00 uur Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van het Regionaal

Nadere informatie

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers Presentatie Ing. Jaap Uenk MAB LTO Noord afdeling De Liemers, 3 november 2010 Inhoud presentatie Ontwikkeling mestsituatie in Nederland Ontwikkeling

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Fijnstof. Jos van Lent, provincie Noord Brabant

Informatiebijeenkomst Fijnstof. Jos van Lent, provincie Noord Brabant Informatiebijeenkomst Fijnstof Jos van Lent, provincie Noord Brabant Overzicht presentatie Omvang problematiek Brabantse aanpak Saneringsopgave Voorkomen nieuwe overschrijdingen Voorlichting & stimulering

Nadere informatie

Perspectief Regionale voercentra

Perspectief Regionale voercentra Perspectief Regionale voercentra Aanjager voor optimaliseren op gebiedsniveau Onderwijs Dronten, 22 november 2012 Paul Galama Onderwerpen Waarom voercentrum? Hoe werkt het in praktijk? Gevolgen voor kostprijs

Nadere informatie

Toetsingskader humane gezondheidsaspecten met betrekking tot mestbewerking

Toetsingskader humane gezondheidsaspecten met betrekking tot mestbewerking Toetsingskader humane gezondheidsaspecten met betrekking tot mestbewerking Mestbewerkingsinrichting 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. In processen die plaatsvinden in een mbi kunnen hoge concentraties contaminanten

Nadere informatie

Onze gemeenschappelijke ambitie:

Onze gemeenschappelijke ambitie: 1 Concept-versie versnellingsafspraken vanuit de provinciale opgaven voor de regio Hart van Brabant d.d. 15 november Document ten behoeve van dialoog tussen het College van Gedeputeerde Staten van Noord

Nadere informatie

DS% de juiste indicator? ENERGIE UIT MEST OPBOUW PRESENTATIE MEST # MEST. Mest mest. Wet- en regelgeving. Vloerkeuze en kelderplan

DS% de juiste indicator? ENERGIE UIT MEST OPBOUW PRESENTATIE MEST # MEST. Mest mest. Wet- en regelgeving. Vloerkeuze en kelderplan WORKSHOP VERGISTEN 2016 ENERGIE UIT Biogasbubbel doorgeprikt Hopen op beter tijden met vergister Mestvergisting niet rendabel In Duitsland is de schwung er ook een beetje uit Vergister hoort niet op boerenerf

Nadere informatie

Innoveren doe je Samen

Innoveren doe je Samen Innoveren doe je Samen Deep in the shit Ervaringen van een innovatieve ondernemer in een hooggereguleerde sector Ir Roger A.B.C. Rammers CMC 1 Agenda 1. Introductie AquaPurga 2. Mestmarkt: mestproblematiek

Nadere informatie

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt

Nadere informatie

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Veehouderij en geur Ontwerp geurgebiedsvisie en geurverordening 2016 Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Asten Historie: reconstructie, afwaartse beweging ammoniakreductie prioriteit

Nadere informatie

#Boerenhorenbijbrabant

#Boerenhorenbijbrabant #Boerenhorenbijbrabant Programma 19.30 uur Ontvangst 20.00 uur Openingswoord door Melissa van de Kam Boer & Wet 20.10 uur Eisen Brabant Beleid door John van den Hombergh Voergroep Zuid 20.30 uur Gevolgen

Nadere informatie

Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap

Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap Themabijeenkomst grootschaligheid in de veehouderij, 31 oktober 2008 Statencommissie voor het Fysieke Domein, provincie

Nadere informatie

Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC

Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC LEI Wageningen UR: Co Daatselaar Aanleiding en doelstellingen onderzoek Veel mest elders af te zetten tegen hoge kosten, druk verlichten

Nadere informatie

Fijnstof nieuws mag wel naar buiten! #fijnstofevent

Fijnstof nieuws mag wel naar buiten! #fijnstofevent Fijnstof nieuws mag wel naar buiten! Welkom! wordt mogelijk gemaakt door: Een nieuwe aanpak van fijnstofreductie Jan Workamp / Eltjo Bethlehem 13 februari 2019 INHOUD 1) Achtergrond / focus / CONTEXT 2)

Nadere informatie

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Rode draad van deze toelichting In dit overleg focus op actualisatie gemeentelijke

Nadere informatie

Nota van uitgangspunten mestbewerking

Nota van uitgangspunten mestbewerking Nota van uitgangspunten mestbewerking Gemeente Oss, 25 januari 2018 2 Inhoudsopgave 1. Aanleiding... 5 a. Standpunt provincie... 6 b. Beleid van de provincie... 6 c. Standpunt gemeente... 7 d. Conclusie...

Nadere informatie

Factsheet Doelenboom. Factsheet Doelenboom

Factsheet Doelenboom. Factsheet Doelenboom Factsheet Doelenboom Datum: 29 maart 2019 Versie: definitief, 2.0, vastgesteld door PMT (07-03-2019) Toelichting/context: Waterschappen gaan uit van de methode van functionele classificatie en willen op

Nadere informatie

Aan de slag met de uitdagingen uit Europa

Aan de slag met de uitdagingen uit Europa Nederland Circulair in 2050 Aan de slag met de uitdagingen uit Europa Recyclingsymposium 25 oktober 2017 Loek Knijff Ministerie van Infrastructuur en Milieu Probleem en aanpak Milieuwetgeving gaat vnl.

Nadere informatie

SAMENVATTING VERKENNING MIGRATIE LANDELIJKE VOORZIENINGEN

SAMENVATTING VERKENNING MIGRATIE LANDELIJKE VOORZIENINGEN SAMENVATTING VERKENNING MIGRATIE LANDELIJKE VOORZIENINGEN Met de komst van de Omgevingswet gaan per 1-1 2021 de drie landelijke voorzieningen (Activiteitenbesluit Internet Module (AIM), het Omgevingsloket

Nadere informatie

Duurzame stallen,

Duurzame stallen, Indicator 15 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Begin 2016 bedroeg het aandeel

Nadere informatie

Startdocument Nieuw Mestbeleid voor Noord-Brabant

Startdocument Nieuw Mestbeleid voor Noord-Brabant Startdocument Nieuw Mestbeleid voor Noord-Brabant Inleiding Hoe om te gaan met mest en in het bijzonder het overschot daarvan is een belangrijk onderwerp voor de provincie. Het is één van de hoofdonderwerpen

Nadere informatie

De transitie van stad en platteland Een nieuwe koers

De transitie van stad en platteland Een nieuwe koers De transitie van stad en platteland Een nieuwe koers Provinciale Staten hebben een nieuwe koers voor het landelijk gebied en de relatie met de steden vastgesteld. Deze is te vinden op www.brabant.nl/ buitengebied.

Nadere informatie

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Inhoud Toelichting toetsingsinstrument Proces Keuze indicatoren

Nadere informatie

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017 Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017 1. Inleiding De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Opdrachtnemer) staat voor de bewaking en bevordering van de veiligheid en kwaliteit van

Nadere informatie

Veehouderij en volksgezondheid

Veehouderij en volksgezondheid Veehouderij en volksgezondheid Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie Peter Bokelaar Inleiding Gezondheidseffecten veehouderij nog steeds een actueel thema. Q-koorts uitbraak in 2008/2009: bewustwording

Nadere informatie

Transitie Zorgvuldige Veehouderij 2020. Deel 3: Wat moet je weten? Vooral voor degenen die een gesprek aangaan met de ondernemer!

Transitie Zorgvuldige Veehouderij 2020. Deel 3: Wat moet je weten? Vooral voor degenen die een gesprek aangaan met de ondernemer! Transitie Zorgvuldige Veehouderij 2020 Deel 3: Wat moet je weten? Vooral voor degenen die een gesprek aangaan met de ondernemer! Programma Opening en Terugblik Verordening ruimte (waaronder normen geur

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 juli 2015 / rapportnummer 3060 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente

Nadere informatie

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa Jennie van der Kolk, Alterra Helmond, 22-02-13 Nico Verdoes, Livestock Research Inhoud presentatie Wetenschapswinkel

Nadere informatie

Werken aan duurzame landbouw en een aantrekkelijk platteland. Frits van der Schans

Werken aan duurzame landbouw en een aantrekkelijk platteland. Frits van der Schans Werken aan duurzame landbouw en een aantrekkelijk platteland Frits van der Schans Wat doen wij? Werken aan duurzame landbouw Oplossingen voor de lange termijn Integrale aanpak, alle thema s Problemen oplossen

Nadere informatie

Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB

Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB 2019-2022 2019 Datum AB Onderwerp /meningsvormend/ Toelichting 27 juni Motie Provinciale Staten aanpassen stemverhoudingen in AB PS heeft aan GS gevraagd om in de

Nadere informatie

Onderwerp: Aanbieding opbrengst mestdialogen en oproep tot honorering verzoek om meer tijd

Onderwerp: Aanbieding opbrengst mestdialogen en oproep tot honorering verzoek om meer tijd Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van Noord-Brabant Brabantlaan 1 5216 TV s-hertogenbosch 27 mei 2016 Onderwerp: Aanbieding opbrengst mestdialogen en oproep tot honorering verzoek om meer tijd

Nadere informatie

Datum 20 november 2009 Betreft Voortgang dossier zandwinputtenvoortgang dossier zandwinputten. Geachte Voorzitter,

Datum 20 november 2009 Betreft Voortgang dossier zandwinputtenvoortgang dossier zandwinputten. Geachte Voorzitter, > Retouradres Postbus 30945 2500 GX Den HaagPostbus 30945 2500 GX Den Haag De Voorzitter van de Tweede KamerDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaalder Staten-Generaal Postbus 20018Postbus

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

De business case: Mest verwaarden. Hans van den Boom Sectormanager Food & Agri Rabobank Nederland

De business case: Mest verwaarden. Hans van den Boom Sectormanager Food & Agri Rabobank Nederland De business case: Mest verwaarden Hans van den Boom Sectormanager Food & Agri Rabobank Nederland Hengelo 28 maart 2014 mln. kg fosfaat Export van fosfaat moet met 50% stijgen 200 175 150 125 100 75 50

Nadere informatie

Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg

Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg Cluster RMT Behandeld E.H.J. Roos Ons kenmerk 2016/69221 Telefoon +31 43 389 88 04 Uw kenmerk - Maastricht 13 september 2016 Bijlage(n) 1 Verzonden

Nadere informatie

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017 De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017 Waar gaan wij het over hebben? Geheugen opfrissen: Omgevingswet in het kort Betekenis wet voor

Nadere informatie

Op weg naar een zorgvuldige veehouderij in 2020 Ruimte voor initiatieven? Die moet je verdienen!

Op weg naar een zorgvuldige veehouderij in 2020 Ruimte voor initiatieven? Die moet je verdienen! Op weg naar een zorgvuldige veehouderij in 2020 Ruimte voor initiatieven? Die moet je verdienen! De samenleving stelt steeds hogere eisen aan de productie van vlees. Smaak en prijs zijn niet meer maatgevend.

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Structuurvisie Ruimtelijke Ontwikkeling en Verordening Ruimte 2014

Informatiebijeenkomst Structuurvisie Ruimtelijke Ontwikkeling en Verordening Ruimte 2014 Informatiebijeenkomst Structuurvisie Ruimtelijke Ontwikkeling en Verordening Ruimte 2014 Programma 09.00-09.30 uur ontvangst 09.30-10.15 uur plenair gedeelte 10.30-11.30 uur parallelsessie 1 11.30-11.45

Nadere informatie

Burgerplatform Minder Beesten. Enquête voor de Brabantse vertegenwoordigers van het volk. Naam politieke partij:... 1: staldering

Burgerplatform Minder Beesten. Enquête voor de Brabantse vertegenwoordigers van het volk. Naam politieke partij:... 1: staldering Burgerplatform Minder Beesten Enquête voor de Brabantse vertegenwoordigers van het volk Naam politieke partij:... 1: staldering Staldering is een ruimtelijk systeem, waarbij een boer die zijn veehouderij

Nadere informatie

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Presentatie schakeldag 11 juni 2013 Luchtkwaliteitsbeleid Nederland en Europa Beleidsdoel: gezondheidsschade door luchtverontreiniging zoveel mogelijk beperken.

Nadere informatie

De Raad en de Omgevingswet

De Raad en de Omgevingswet De Raad en de Omgevingswet Stelling Ik ben tevreden met de huidige werkwijze en instrumenten voor de fysieke leefomgeving! Inhoud Waarom de Omgevingswet? Wat is de Omgevingswet? Wat verandert er door de

Nadere informatie

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht Emissies veehouderij Primair fijnstof voer, mestdeeltjes, haren, huidschilfers, veren,.. bacterien

Nadere informatie

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant Tussentijds advies over de inhoud van het milieueffectrapport 12 december 2017 / projectnummer: 3198 1. Tussentijds advies over de inhoud van het MER Inleiding De

Nadere informatie

De Raad en de Omgevingswet

De Raad en de Omgevingswet De Raad en de Omgevingswet Inhoud - Wat is de Omgevingswet? - Wat betekent deze wet voor de gemeenten - Wat is de rol en de invloed van de raad op de wet - Waar liggen de kansen van de raad en waar moet

Nadere informatie

Mestverwaarding bij Twence

Mestverwaarding bij Twence Mestverwaarding bij Twence Inhoud presentatie Urgentie Locatiekeuze (waarom Elhorst-Vloedbelt) Techniek Milieu en veiligheid Stand van zaken / communicatie Samenvatting 2 Urgentie Urgentie Sinds 1 januari

Nadere informatie

FAQ s geitenhouderij en gezondheid September 2017

FAQ s geitenhouderij en gezondheid September 2017 FAQ s geitenhouderij en gezondheid September 2017 1. Waarom deze wijziging van de omgevingsverordening? Uit voorzorg, omdat uit recent onderzoek in opdracht van het Rijk blijkt dat omwonenden in straal

Nadere informatie

Verordening natuurbescherming

Verordening natuurbescherming Q en A dossiers veehouderij Noord-Brabant Datum: 16 juni 2017 Van: Herman Litjens Verordening natuurbescherming Wat houden de plannen in? Het plan gaat om twee onderdelen. Oudere stallen moeten in 2022

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2015/867

Statenvoorstel nr. PS/2015/867 Gebruik van de diepe ondergrond Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 17.11.2015 2015/0361062 mw. ME. Sicco Smit, telefoon 038 4997838 e-mail me.siccosmit@overijssel.nl hr. F. Stam, telefoon 038 4997853 e-mail:

Nadere informatie

Aard,omvang en oplossingsrichtingen huidige en toekomstige leegstand agrarische vastgoed Nederland

Aard,omvang en oplossingsrichtingen huidige en toekomstige leegstand agrarische vastgoed Nederland Agrarisch Vastgoed Aard,omvang en oplossingsrichtingen huidige en toekomstige leegstand agrarische vastgoed Nederland 9 maart 2017, Edo Gies, Wageningen Environmental Research (Alterra) 2 Agrarische ontwikkeling

Nadere informatie

Werkveld Landbouw & Natuur

Werkveld Landbouw & Natuur Werkveld Landbouw & Natuur Betreft: Door: Voorlopige Leidraad regionale mestverwerking Hans Corsten/Irma Schmitz Datum: 15 december 2015 Inleiding In Nederland wordt meer mest geproduceerd dan op het land

Nadere informatie

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Het advies...4 3. Wet-

Nadere informatie

VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits

VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits MEMO ZAAKNUMMER : 2017039042 AAN : Raad VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits DATUM : 24 oktober 2017 ONDERWERP : Beleid aanvragen

Nadere informatie

Mestverwerking in De Peel

Mestverwerking in De Peel Mestverwerking in De Peel Mestverwerking Jan van Hoof, Jeanne Stoks, Wim Verbruggen Maart 2012 Agenda Doel van de avond Wat is mest? Wat is het mestprobleem? Waar komt mest vandaan? Hoeveel mest is er?

Nadere informatie

Intensieve veehouderij en. hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus

Intensieve veehouderij en. hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus Intensieve veehouderij en gezondheid hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus 14 februari 2012 Historie 1997/98: varkenspest: virus

Nadere informatie

Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen

Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen Diederik Metz Tom Kierkels (Nederweert) Toetsingskader: onderscheid naar type woning In Monitoring 2013 is gemeenten gevraagd om per TBO aan te geven

Nadere informatie

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Provincie Noord-Brabant Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Auteur U.M.Henkel Datum 1 april 2014 2 Samenvatting De Rapportage Veehouderij 2012 bevat informatie over de ontwikkelingen

Nadere informatie

Zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn ( ): proces en stand van zaken. Inhoud

Zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn ( ): proces en stand van zaken. Inhoud Zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn (2018-2021): proces en stand van zaken Themadag Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen 16 februari 2017 Erik Mulleneers, Projectleider zesde actieprogramma

Nadere informatie

Aanpak fijn stof bij veehouderijen

Aanpak fijn stof bij veehouderijen Aanpak fijn stof bij veehouderijen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 13 december 2011 1. Inleiding In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is in 2009 en 2010 onderzoek

Nadere informatie