Jaarbericht 2010 De Raad in ontwikkeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarbericht 2010 De Raad in ontwikkeling"

Transcriptie

1 Jaarbericht 2010 De Raad in ontwikkeling Kinderen beschermen, dat doen we samen

2 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > Inhoudsopgave Voorwoord Jaarbericht 2010 De Raad in ontwikkeling De rol van de Raad 5 > Beschermingszaken 7 > Strafzaken 8 > Gezag en omgang na scheiding 10 > Afstand, Screening, Adoptie en Afstammingsvragen > Amsterdam en Gooi & Vechtstreek 15 > Friesland en Flevoland 16 > Gelderland 17 > Groningen en Drenthe 18 > Haaglanden en Zuid-Holland Noord 19 > Limburg 20 > Midden- en West-Brabant 21 > Noord- en Zuidoost-Brabant 22 > Noord-Holland 23 > Overijssel 24 > Rotterdam-Rijnmond 25 > Utrecht 26 > Zuid-Holland Zuid en Zeeland 27 > Landelijk Bureau 28 Clientenbeleid 30 Colofon Uitgave Raad voor de Kinderbescherming Maart 2011 Ontwerp Richard Sluijs Ontwerpen, Den Haag Fotografie Piek, Den Haag Druk Vijfkeerblauw, Rijswijk De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten van het kind van wie de ontwikkeling en opvoeding worden bedreigd. In gezinnen met ernstige problemen, in het jeugdstrafrecht, bij scheiding van ouders die zelf geen omgangsregeling kunnen afspreken en voorafgaand aan adoptie. Elk kind moet de gelegenheid krijgen zich te ontwikkelen tot een zelfstandige en evenwichtige volwassene. Dat geldt ook voor kinderen in de knel. De Raad onderzoekt de situatie in gezinnen waar opvoeden een probleem is geworden en waar ouders de noodzakelijke hulp weigeren. De Raad kan dan aan de kinderrechter verzoeken een kinderbeschermingsmaatregel op te leggen. Daarnaast adviseert de Raad de rechter over gezag en omgang na scheiding, als ouders er zelf niet uitkomen. Komt een jongere in aanraking met justitie, dan onderzoekt de Raad de situatie van de jongere en adviseert aan Openbaar Ministerie en kinderrechter over een passende sanctie, die bijdraagt aan een beter toekomstperspectief voor de jongere. Ten slotte onderzoekt de Raad of mensen die een kind willen adopteren geschikt zijn als adoptiefouders. Na jaren van sterke groei daalde in 2010 het aantal beschermingsonderzoeken door de Raad met ruim ten opzichte van het voorgaande jaar naar iets meer dan in totaal. Ook het aantal onderzoeken in jeugdstrafzaken daalde, in totaal zijn ruim onderzoeken afgerond. Dit zijn er zo n 1200 minder dan in Dat is vooral te verklaren door de daling in de geregistreerde jeugdcriminaliteit. De Raad coördineerde in 2010 ruim taakstraffen, 3000 minder dan het jaar daarvoor. Het aantal onderzoeken naar gezag en omgang na scheiding gaf geen daling te zien, maar een kleine groei. In 2010 heeft de Raad intensief verder gewerkt aan het verbeteren van de manier van werken. Doel van het Meerjarenprogramma is sneller, doeltreffender en professioneler op te treden, in het belang van de betrokken kinderen en jongeren. De resultaten mogen er zijn. Een beschermingsonderzoek bij de Raad was in 2010 twee keer zo snel afgerond als in 2008, met behoud van kwaliteit. Een belangrijke succesfactor hierbij is dat raadsonderzoekers aan minder zaken tegelijk werken, zodat ze intensiever en meer geconcentreerd in elk onderzoek kunnen optreden. Bovendien werkt de Raad met een nieuwe onderzoeksmethode, gestoeld op de jongste wetenschappelijke inzichten. Ook de samenwerking met ketenpartners zoals Bureau Jeugdzorg is intensiever geworden. In 2010 is een vergelijkbare verandering bij strafonderzoeken in gang gezet. Ook hier werkt de Raad samen met ketenpartners als politie, het Openbaar Ministerie, de kinderrechters en de Jeugdreclassering aan verbetering van de samenwerking, aanpassing van de werkprocessen en actualiseren van de onderzoeksmethode. Jongeren die strafrechtelijk in de fout gaan, kunnen dan op maat worden aangepakt. Liefst met gedragsinterventies die bewezen bijdragen aan vermindering van de recidive. Inmiddels ontwikkelt de Raad zich meer en meer tot een lerende organisatie, die zich snel en flexibel aanpast aan veranderingen in de omgeving. De wettelijke gronden voor kinderbeschermingsmaatregelen veranderen, het stelsel van jeugdzorg en jeugdbescherming gaat op de schop, jeugdcriminaliteit wordt meer op maat aangepakt met de voorgenomen in voering van een landelijk instrumentarium voor de jeugdstrafrechtketen. De Raad blijft zich ontwikkelen, in het belang van de betrokken kinderen en jongeren! Marie-Louise van Kleef & Peter Siebers Landelijke Directie Raad voor de Kinderbescherming

3 4 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 5 De rol van de Raad De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten van het kind van wie de ontwikkeling en opvoeding worden bedreigd. Een kind is voor zijn ontwikkeling afhankelijk van zijn ouders. Zij moeten hun kind verzorgen en opvoeden zodat hij of zij kan uitgroeien tot een zelfstandige volwassene. Als ouders hun verantwoordelijkheid niet (kunnen) nemen, komt het recht van het kind op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling in de knel. In dat geval heeft de Raad voor de Kinderbescherming, een onderdeel van het ministerie van Veiligheid en Justitie, de taak om kinderen te beschermen. Wat doet de Raad De Raad voor de Kinderbescherming wordt ingeschakeld als de omstandigheden van een kind en zijn gezin zorgelijk zijn, de geboden vrijwillige hulpverlening niet (meer) voldoende is of het gezin geen hulp accepteert. Een aantal instellingen kan direct de Raad inschakelen, zoals het Bureau Jeugdzorg / Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (BJZ/AMK), politie en rechters. Bij alle werkzaamheden van de Raad staat het belang van het kind centraal. De Raad verleent zelf geen hulp aan gezinnen. Wel zorgt de Raad dat de hulpverlening zo nodig op gang komt. De Raad speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol bij gezinnen met opvoedingsproblemen. Verder houdt de Raad zich bezig met jongeren die met de politie in aanraking komen. Ook is de Raad betrokken bij het afstaan of adopteren van kinderen. Bovendien speelt de Raad op verzoek van de rechter een rol bij ouders die uit elkaar gaan en het niet eens worden over afspraken over hun kinderen. Kerntaken De kerntaken van de Raad liggen op het terrein van: Bescherming: de Raad is betrokken bij gezinnen waar opvoeden een probleem is geworden, en kan de rechter verzoeken een kinderbeschermingsmaatregel op te leggen. Gezag en omgang na scheiding: de Raad adviseert de rechter bij gezag- en omgangszaken, als ouders die uit elkaar gaan het niet eens worden over afspraken over de kinderen. Straf: de Raad onderzoekt de situatie van jongeren die met de politie in aanraking komen en licht de rechter of de officier van justitie daarover in. Afstand, Screening, Adoptie en Afstammingsvragen (ASAA): de Raad is betrokken bij zaken op het gebied van Afstand, Screening (van pleeg- en aspirant-adoptiegezinnen, Adoptie en Afstammingsvragen. Daarnaast heeft de Raad een toetsende/toezichthoudende taak bij bescherming- en strafzaken. Missie De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten van het kind, van wie de ontwikkeling en opvoeding worden bedreigd. De Raad schept voorwaarden om die bedreiging op te heffen of te voorkomen. De Raad doet onafhankelijk onderzoek, adviseert in juridische procedures en kan maatregelen of sancties voorstellen. De Raad werkt nauw samen met andere instanties. Kinderen beschermen, dat doen we samen. Kinderen beschermen, dat doen we samen

4 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > De rol van de Raad 1. Beschermingszaken In beschermingszaken onderzoekt de Raad voor de Kinderbescherming of een kind ernstig wordt bedreigd in zijn ontwikkeling en of er een kinderbeschermingsmaatregel nodig is om die bedreiging af te wenden. De Raad doet dat over het algemeen na een melding vanuit Bureau Jeugdzorg (BJZ) en meer specifiek van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK, onderdeel van BJZ). Daarnaast kan ook een strafzaak tegen een jongere leiden tot een beschermingsonderzoek. Bij BJZ kunnen ouders, burgers en instanties terecht met hun zorgen over kinderen en gezinnen. BJZ kijkt of een gezin hulp nodig heeft en biedt die hulp aan. Als BJZ constateert dat ouders of verzorgers dringend hulp bij de opvoeding nodig hebben maar die hulp weigeren, kan BJZ dat melden bij de Raad. De Raad doet vervolgens onderzoek naar de noodzaak van een kinderbeschermingsmaatregel. Zo nodig vraagt de Raad aan de rechter om een kinderbeschermingsmaatregel op te leggen. De meest voorkomende maatregel is de ondertoezichtstelling (OTS). Deze maatregel beperkt het gezag van de ouders, zodat een gezinsvoogd de noodzakelijke hulp op gang kan brengen. In een acute noodsituatie vraagt de Raad de kinderrechter direct om een voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) met een machtiging uithuisplaatsing. Meestal wordt het kind dan onmiddellijk uit huis geplaatst en vindt daarna verder onderzoek plaats. Als ouders niet in staat zijn hun kinderen zelf op te voeden kan de Raad ontheffing van het gezag vragen en in de ernstigste gevallen van verwaarlozing, mishandeling of verlating van kinderen zelfs een ontzetting uit het gezag. In crisissituaties vraagt de Raad dan alvast bij de rechtbank voorlopige voogdij aan. Meestal krijgt Bureau Jeugdzorg dan de voogdij. De Raad heeft ook een toetsende taak bij de beëindiging van ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen. Resultaten Afsluiting Beter Beschermd Het programma Beter Beschermd, opgezet vanuit het ministerie van Justitie, heeft geleid tot een meer uniforme en efficiënte samenwerking in de jeugdbeschermingsketen was het oogstjaar van het programma. Door verbeteracties is de ketenbrede doorlooptijd verder ingekort, waardoor de gemiddelde doorlooptijd in de keten nu drie maanden bedraagt. Onderdeel van Beter Beschermd is het casusoverleg bescherming. In het casusoverleg maken de raadslocaties afspraken met Bureau Jeugdzorg over de zaken die BJZ bij de Raad aanmeldt. Eén of twee keer per week zitten alle partijen met elkaar om tafel. Deelnemers van het casusoverleg geven aan dat zij tevreden zijn over de samenwerking en de meerwaarde van het overleg zien. Het casusoverleg draagt bij aan een soepele informatieoverdracht en verkorting van de doorlooptijden. Nieuwe raadsmethodiek In 2010 is overal in het land gewerkt met de nieuwe methode raadsonderzoek beschermingszaken. Doorontwikkeling van de methode vindt plaats met als uitgangspunten transparantie, planmatig werken en multidisciplinaire besluitvorming. Er is gestart met de oplossingsgerichte benadering en de samenhang tussen plan, gespreksvoering en rapportage is verder uitgewerkt. Methodisch werken is het fundament geworden voor alle typen raadsonderzoeken. In het project Versterken Methodisch Werken richten we ons op de verdieping van het methodisch werken, met als hoger gelegen doel verdere professionalisering van de uitvoering van ons werk. Aanscherping toetsende taak Sinds 1995 heeft de Raad voor de Kinderbescherming de taak om onafhankelijk te toetsen of het verantwoord is om een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing (tussentijds) te beëindigen. De Raad beoordeelt dan in eerste instantie op basis van schriftelijke rapportage of de situatie van het kind thuis weer veilig genoeg is. Wanneer de informatie aanwijzingen bevat dat de dreiging die de aanleiding was voor de kinderbeschermingsmaatregel nog niet is weggenomen, overlegt de Raad met Bureau Jeugdzorg. Zo nodig stelt de Raad een onderzoek in en legt de zaak aan de rechter voor. Deze toetsende taak werd regionaal verschillend uitgevoerd. De Raad heeft de afgelopen jaren het eigen werkproces voor de toetsende taak aangescherpt en voerde in 2010 verbeteringen door naar aanleiding van het laatste inspectieonderzoek. De inspectie constateerde in 2010 dat de kwaliteit van de toetsing door de Raad sterk verbeterd is ten opzichte van het onderzoek in 2008 en dat nog niet alle toetsingen (tijdig) binnenkomen van BJZ. Voor dit laatste loopt momenteel een verbetertraject. De instroom en het aantal afgeronde beschermingsonderzoeken was in 2010 lager dan in De verwachting is dat door de invoering van de nieuwe kinderbeschermingswetgeving de instroom vanaf 2012 weer gaat toenemen. Doordat de productie boven het niveau van de instroom lag, is het gelukt de werkvoorraad te verlagen. Landelijke cijfers 2009 > >

5 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > De rol van de Raad 2. Strafzaken Altijd als de politie een proces-verbaal opmaakt wegens het plegen van een strafbaar feit door een jongere van 12 tot en met 17 jaar, krijgt de Raad voor de Kinderbescherming hiervan bericht. De Raad heeft vervolgens verschillende taken. De Raad onderzoekt de situatie van de jongere. In eerste instantie gebeurt dat door middel van een zogenoemd basisonderzoek. In dat onderzoek stelt de raadsonderzoeker vragen aan de jongere en zijn ouders over het delict, de thuissituatie, school en vrije tijd. Zijn er aanwijzingen dat er meer aan de hand is, dan volgt een uitgebreid strafonderzoek. Zo nodig kan er ook een beschermingsonderzoek volgen. De Raad adviseert op basis van zijn bemoeienis het Openbaar Ministerie over een passende sanctie (straf of maatregel) die niet alleen past bij het delict, maar ook bij de jongere. En die erop gericht is om de jongere te helpen voorkomen dat hij weer in strafbaar gedrag vervalt. Wordt een jongere door de politie opgepakt en in verzekering gesteld, dan bezoekt een raadsonderzoeker de jongere in de politiecel. De Raad adviseert de rechter-commissaris over het al dan niet schorsen van de inverzekeringstelling. Krijgt een jongere een taakstraf, dan coördineert de Raad de uitvoering ervan. De Raad heeft casusregisseurs in dienst, die op de achtergrond opereren om te bevorderen dat alle betrokken organisaties en instanties in de jeugdstrafrechtketen goed met elkaar samenwerken. Kinderen jonger dan 12 jaar die een strafbaar feit plegen worden niet strafrechtelijk vervolgd. Wel meldt de politie hen aan bij Bureau Jeugdzorg. Merkt Bureau Jeugdzorg dat ouders niet in staat zijn om het ongewenste gedrag van hun kinderen aan te pakken, dan volgt een hulpaanbod. Gaan ouders hier niet op in, dan kan BJZ bij de Raad een melding doen en start de Raad met een beschermingsonderzoek. Resultaten Ontwikkeling Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) De Raad werkt samen met de partners in de jeugdstrafrechtketen (zoals politie, Jeugdreclassering en jeugdinrichtingen) aan de ontwikkeling van een samenhangend instrumentarium voor jeugdstrafzaken. Met het nieuwe instrumentarium kunnen de ketenpartners op efficiënte wijze gegevens verzamelen, waarbij ze voortbouwen op de gegevens die al over een jongere bekend zijn. Met behulp van deze informatie (over criminogene factoren) kunnen risico s op recidive worden getaxeerd en problemen gesignaleerd. Hierdoor kan beter worden bepaald welke strafrechtelijke aanpak voor de jeugdige het beste is en welke zorg hij eventueel nodig heeft. Om het instrumentarium goed te kunnen uittesten, zijn de twee pilots in 2010 verlengd. In 2011 moet het instrumentarium gereed zijn en kan worden gestart met de landelijke invoering. Project Redesign strafzaken Om de aanpak van jeugdstrafzaken te verbeteren, is de Raad in 2010 gestart met het project Redesign strafzaken. Binnen dit project wordt onder meer gewerkt aan het verkorten van de doorlooptijden, zodat de strafzaak van een jongere sneller kan worden afgehandeld. Daarnaast is de invoering van het nieuwe proces-verbaal minderjarigen (PVM) en het bijbehorende werkproces voor de gehele jeugdstrafrechtketen ondergebracht in dit project. Tenslotte is in 2010 de implementatie van het nieuwe landelijk instrumentarium voorbereid binnen dit project. Recidive verminderen De Raad wil alleen gedragsinterventies adviseren die de kans op recidive aantoonbaar verkleinen. Een landelijk ingestelde justitiële erkenningscommissie toetst of een interventie aan dit criterium voldoet. Inmiddels zijn er vier gedragsinterventies die de Raad kan inzetten goedgekeurd. Dit zijn: Tools4U (een training gericht op cognitieve en sociale vaardigheden), MST en FFT (intensieve gezinsgerichte behandelingen) en WSART (een groepstraining gericht op agressieregulatie). Deze worden ingezet als leerstraf, als bijzondere voorwaarde of in het kader van een gedragsbeïnvloedende maatregel. Vier andere interventies zijn in ontwikkeling en worden naar verwachting in juni 2011 goedgekeurd. Het gaat om een training gericht op risicovol middelengebruik, een training gericht op zedenproblematiek, een groepstraining gericht op cognitieve en sociale vaardigheden en een training voor verstandelijk beperkte jongeren. De Raad voor de Kinderbescherming heeft met dit pakket aan gedragsinterventies de mogelijkheid om op de voornaamste criminogene factoren die tot delinquent gedrag leiden te kunnen reageren. Gedragsbeïnvloedende maatregel De gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) is een strafrechtelijke maatregel die jongeren kan leren hun gedrag te veranderen en daarmee herhaling van hun strafbare gedrag te voorkomen. Zo n maatregel kan bestaan uit het verplicht volgen van een aantal trainingen of behandelingen. Er is een stevige stok achter de deur : als een jongere niet meewerkt wordt hij in principe in jeugddetentie geplaatst. De maatregel is dan ook bedoeld voor jongeren die ernstige en/of veelvuldige delicten hebben gepleegd. De Raad voor de Kinderbescherming verricht het onderzoek en zorgt voor de advisering van deze maatregel. De kinderrechter legt de maatregel op. Om de Raad goed toe te rusten voor zijn taken ten behoeve van de GBM is in 2010 een aantal activiteiten uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld voorlichting en bijscholing van medewerkers. Netwerk & trajectberaad Jongeren die naar aanleiding van een delict zijn opgenomen in een justitiële jeugdinrichting krijgen allemaal passende nazorg wanneer zij die inrichting verlaten. In de zogenoemde netwerk- en trajectberaden bespreken de Raad, Jeugdreclassering, jeugdinrichtingen en gemeenten, al vanaf het moment dat de jongere een justitiële jeugdinrichting binnenkomt, de situatie van de jongere en wat er moet gebeuren om hem of haar op het goede spoor te krijgen en te houden. In 2010 is geïnvesteerd in het verder ontwikkelen van de netwerk- en trajectberaden en is het registratiesysteem ICT-Nazorg in gebruik genomen. De instroom in de jeugdstrafrechtketen is in 2010 gedaald. Hierdoor zijn er minder basisonderzoeken straf afgerond dan in De daling van de instroom heeft mogelijk te maken met daling en verschuiving van criminaliteit en het verminderde aangiftebeleid en de verminderde opsporingscapaciteit van de politie door invoering van het politiesysteem Basis Voorziening Handhaving. Het aantal Uitgebreide Strafonderzoeken is in 2010 toegenomen, de exacte reden voor deze toename is niet bekend. Doordat niet alle instroom is verwerkt is de werkvoorraad toegenomen. Het aantal taakstraffen dat de Raad in 2010 coördineerde is gedaald. Dit houdt verband met de daling van de instroom in de jeugdstrafrechtketen. In het netwerkberaad worden elke week alle jongeren die in een justitiële jeugdinrichting zijn opgenomen besproken met een casusregisseur van de Raad en met de Jeugdreclassering (onderdeel van Bureau Jeugdzorg). In het trajectberaad (één tot drie keer per casus) zorgen de Raad, de jeugdinrichting en de Jeugdreclassering (die de jongere begeleidt na vrijlating) voor een trajectplan om jongeren voor te bereiden op terugkeer in de samenleving. Hierdoor wordt voorkomen dat ze terugvallen in criminaliteit. Ook de gemeente waar de jongere woont is bij het trajectberaad aanwezig om afspraken te maken over woonruimte, inkomen en scholing van de jongere. Landelijke cijfers 2009 > > > > > >

6 10 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 11 De rol van de Raad De rol van de Raad 3. Gezag en omgang na scheiding (G&O) Voor kinderen is het een ingrijpende gebeurtenis als hun ouders uit elkaar gaan. Bij een aantal kinderen heeft dit gevolgen voor hun ontwikkeling. Kinderen ondervinden vooral schade als ouders hevige en langdurige conflicten hebben. Door conflicten te beheersen en met elkaar te blijven praten over de zorg en opvoeding van de kinderen, kunnen ouders de negatieve gevolgen voor hun kinderen zoveel mogelijk beperken. Het is belangrijk dat ouders verantwoordelijkheid nemen en goede afspraken maken over de kinderen, bijvoorbeeld hoe de zorg- en opvoedingstaken na de scheiding verdeeld moeten worden. Als ouders daar samen of met behulp van een mediator niet uitkomen, kan de rechter aan de Raad voor de Kinderbescherming vragen om te adviseren welke oplossing het meest in het belang van de kinderen is. De rechter hoeft dit advies overigens niet over te nemen. Resultaten In het voorjaar van 2010 is het project Gezag & Omgang 2 van start gegaan. Dit project beoogt een verdere kwaliteitsimpuls van de kerntaak gezag en omgang en loopt door in In 2010 was het project met name gericht op de methodische- en logistieke uitwerking van de in 2009 geïmplementeerde werkwijze G&O. De methodische uitwerking heeft geresulteerd in een raadsmethode G&O. Deze methode is gebaseerd op het methodisch werken bij de Raad, de bevindingen vanuit de monitor werkwijze G&O en de nieuwste wetenschappelijke inzichten op het gebied van G&O. Daarnaast is er in 2010 met betrekking tot gezag en omgang ook een eerste aanzet gemaakt voor het inrichten van een kennisdatabank, een verantwoorde doorlooptijd en de organisatie van de zittingsvertegenwoordiging. In 2011 zal dat zijn beslag krijgen door implementatie en training van raadsmedewerkers. 4. Afstand, Screening, Adoptie en Afstammingsvragen (ASAA) De Raad voor de Kinderbescherming speelt een rol in de procedures rond Afstand, Screening, Adoptie en Afstammingsvragen (ASAA). Zo doet de Raad onderzoek wanneer ouders aangeven niet zelf voor hun kind te willen zorgen, maar het af te willen staan voor adoptie. De Raad wordt ook ingeschakeld als in Nederland geboren geadopteerden willen weten wie hun biologische ouders zijn of wanneer een afstandsouder informatie wil over zijn of haar geadopteerde kind. Daarnaast screent de Raad toekomstige pleegouders voor het afgeven van de Verklaring van geen bezwaar die zij nodig hebben om pleegouder te mogen worden. Wie een kind uit het buitenland wil adopteren heeft daarvoor vooraf toestemming nodig van de Centrale Autoriteit Interlandelijke Adoptie, onderdeel van het ministerie van Veiligheid en Justitie. De Raad onderzoekt daarvoor of de aspirant-adoptiefouders geschikt zijn om een adoptief kind op te voeden. In het gezinsonderzoek worden de positieve kanten en de risico s van het toekomstige adoptiegezin in kaart gebracht. Wanneer mensen geschikt zijn om een adoptiekind op te nemen wordt op hun verzoek ook gekeken of ze geschikt zijn voor het opnemen van een kind dat extra zorg en aandacht nodig heeft. Bijvoorbeeld omdat het een bepaalde ziekte of een handicap heeft of omdat het in het verleden mishandeld of misbruikt is. Er komen steeds minder adoptiekinderen naar Nederland. De kinderen die nog komen zijn vaak kinderen met een speciale zorgbehoefte. Die zorg vraagt meer van de adoptieouders dan de zorg voor kinderen die dat niet hebben. Om die reden screent de Raad aspirantadoptieouders uitgebreid. Resultaten Haïti In 2010 is er veel aandacht uitgegaan naar de adoptieprocedure van de 106 kinderen uit Haiti die in januari na de aardbeving naar Nederland zijn gekomen om te worden geadopteerd door Nederlandse ouders. Voor deze kinderen heeft de Raad het gezag geregeld en voor een aantal kinderen is in samenwerking met de ketenpartners gezocht naar geschikte aspirant adoptiefouders. De procedures zullen naar verwachting in 2011 volledig kunnen worden afgerond. De kinderen zullen dan officieel geadopteerd zijn door hun adoptieouders. Onderzoek In 2010 zijn enkele onderzoeken gestart waaraan de Raad zijn bijdrage levert. Er is meegewerkt aan een evaluatieonderzoek naar het doen van afstand in Nederland. Ook is meegewerkt aan een evaluatieonderzoek naar de sociaal-psychologische aspecten van binnenlandse adoptie onder geadopteerden en adoptieouders. Tevens is vanuit de Raad deelgenomen aan de begeleidingscommissie van een onderzoek van het wetenschappelijk onderzoeks- en documentatie centrum (WODC) over draagmoederschap en illegale opneming (het opnemen van een kind in een gezin zonder het in acht nemen van de wettelijke vereisten daarvoor). Interne Kwaliteit In reactie op externe ontwikkelingen is de Raad bezig zijn interne werkwijzen te herzien. Het gaat dan om onderwerpen zoals illegale opneming, draagmoederschap en de wettelijke verruiming van de leeftijdsgrenzen bij adoptie. Dit gebeurt veelal in samenwerking met ketenpartners en zal ook in 2011 worden voortgezet. Ook is een start gemaakt met herziening van het protocol ASAA dat deel uitmaakt van het Kwaliteitskader van de Raad. Het aantal G&O-onderzoeken dat in 2010 is afgerond komt vrijwel overeen met de instroom en is licht gestegen ten opzichte van De verwachting was dat de instroom laag zou blijven vanwege verruiming van het hulpaanbod in het voorliggende traject, externe mediation en het ouderschapsplan bij scheiding. De verbetering van de doorlooptijden lijkt een instroomverhogend effect te hebben. Landelijke cijfers 2009 > > De stijgende lijn van de afgelopen jaren is in 2010 gestopt. De lagere productie in 2010 houdt sterk verband met de lage instroom. Waarschijnlijk is er een groot aantal mensen dat een eerder toegekende beginseltoestemming heeft laten verlopen, zonder een verlengings- of aanvullend onderzoek te laten uitvoeren. Landelijke cijfers Aantal ASAA-onderzoeken: 2009 > > 2.798

7 12 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 13

8 14 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 15 > Amsterdam en Gooi & Vechtstreek > Friesland en Flevoland > Gelderland > Groningen en Drenthe > Haaglanden en Zuid-Holland Noord > Limburg > Midden- en West-Brabant > Noord- en Zuidoost-Brabant > Noord-Holland > Overijssel > Rotterdam-Rijnmond > Utrecht > Zuid-Holland Zuid en Zeeland > Landelijk Bureau Amsterdam en Gooi & Vechtstreek De afgelopen jaren heeft de Raad voor de Kinderbescherming in de regio Amsterdam en Gooi & Vechtstreek veel geïnvesteerd in de samenwerking met ketenpartners en andere organisaties die te maken hebben met jeugd. Gedragsbeïnvloedende Maatregel (GBM) In 2010 heeft de regio Amsterdam en Gooi & Vechtstreek in totaal 80 onderzoeken naar een GBM gedaan. In deze onderzoeken is gekeken of een GBM een geschikte reactie is voor de jongere. De GBM is een strafrechtelijke maatregel, gericht op gedragsverandering. De maatregel kan helemaal op maat gemaakt worden voor de betreffende jongere. Het doel van de maatregel is het criminele gedrag van de jongere te stoppen, verder afglijden te voorkomen en bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van de jongere. In 2010 hebben 37 onderzoeken in de regio geresulteerd in een advies aan de rechter om een GBM op te leggen. Voor een goed verloop van de GBM, is ketensamenwerking van groot belang. De Raad richt zich daarom op verdere intensivering van de samenwerking met de ketenpartners. Inspectie jeugdzorg In het kader van een onderzoek heeft de Inspectie jeugdzorg in 2010 een bezoek aan onze regio gebracht. De inspectie heeft casusoverleggen bezocht, een Multi Disciplinair Overleg (MDO) bijgewoond, dossiers bekeken en verschillende interviews gehouden met raadsmedewerkers. De inspectie heeft naar twee thema s gekeken: 1. zorgvuldige afweging om al dan niet te komen tot een raadsonderzoek; 2. zorgvuldige afweging om al dan niet een kinderbeschermingsmaatregel te verzoeken. De inspectie was positief over de besluitvorming in het MDO en de dossierkwaliteit. Ook over de actualiteit en doorlooptijd van zaken was de inspectie positief. Versnellen Bij onderzoek naar strafzaken voldoen we aan de zogenoemde Kalsbeeknormen. Voor beschermingszaken is sinds juni vorig jaar Beter Beschermd/Anders Werken geïmplementeerd. En met succes, de doorlooptijden van onderzoeken naar een kinderbeschermingsmaatregel (KB) zijn flink verbeterd. In 2009 werd gemiddeld 69 dagen over een onderzoek KB gedaan, in 2010 lag dit gemiddelde op 46 dagen. Er is een plan van aanpak opgesteld om nog meer te versnellen. Ben Leliefeld, Regiodirecteur Cijfers Amsterdam en Gooi & Vechtstreek 2009 > > > > 253 Het aantal afgeronde beschermingszaken is in 2010 fors lager uitgekomen dan in De productie en instroom van G&O laat over de jaren heen een grillig verloop zien. Het aantal basisonderzoeken straf is in 2010 licht gestegen. Dit komt onder andere door de invoer van de indicatiebaro. Er is sprake van een stijging van het aantal uitgebreide strafonderzoeken (USO). Dit is een gevolg van het standaard uitvoeren van een USO als een jongere binnen een half jaar recidiveert. Daarnaast heeft het inzetten van de Gedragsbeïnvloedende Maatregel (GBM) een rol gespeeld. De overweging om tot een GBM-advies te komen kan alleen in een uitgebreid strafonderzoek aan de orde komen. De regio coördineerde in 2010 meer taakstraffen dan in Deze stijging hangt samen met die van het aantal basisonderzoeken > > > > > > 1.746

9 16 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 17 Friesland en Flevoland Gelderland Samenwerking In de regio Friesland en Flevoland stonden in 2010 een aantal zaken centraal in de samenwerking met de ketenpartners. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg Een kinderbeschermingsmaatregel? Besluiten en overwegingen van de Raad voor de Kinderbescherming, heeft de Raad het eigen werkproces aangescherpt. Daarnaast is het rapport besproken met de ketenpartners. Waar dit nodig was, zijn gezamenlijk acties ondernomen. Bijvoorbeeld met Bureau Jeugdzorg om het werkproces nog meer aan te scherpen en de kwaliteit van meldingen verder te verbeteren. Ook is de mogelijke komst in 2011 van het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ), het nieuwe instrumentarium voor strafzaken, aan de orde geweest in de overleggen met ketenpartners. Daarnaast heeft de samenwerking met de ketenpartners bij de gedragsbeïnvloedende maatregel meer vorm gekregen. Kortom, er is geïnvesteerd in de samenwerking met alle betrokken ketenpartners. Instroom Regio Friesland en Flevoland heeft in 2010 een flinke daling van de instroom gekend. Deze daling was te zien in beschermingsonderzoeken, basisonderzoeken straf en taakstraffen die de Raad coördineerde. De instroom van de onderzoeken gezag en omgang na scheiding is nagenoeg gelijk gebleven en het aantal uitgebreide strafonderzoeken nam in 2010 toe. We hebben veel geïnvesteerd in het verkorten van de doorlooptijden van alle onderzoeken, met behoud van kwaliteit. Het is de regio, evenals in voorgaande jaren, gelukt om de doorlooptijden in de behandelfase (onderzoeksfase) te verkorten. Dit heeft geresulteerd in een behandeltijd van gemiddeld 39 dagen over alle onderzoeken in 2010, ten opzichte van 47 dagen in Cliëntenbeleid De cliëntenraad van de regio Friesland en Flevoland heeft in 2010, ten opzichte van voorgaande jaren, een grotere bijdrage geleverd aan het cliëntenbeleid van de regio. De cliëntenraad heeft een meer adviserende rol ingenomen. Jos van Es, Regiodirecteur Voor de regio Gelderland was 2010 een jaar vol beweging met de uitvoering van het Meerjarenprogramma van de organisatie. De drie pijlers daarvan zijn: kinderen sneller helpen, effectiever optreden en werken aan professionaliteit. Tevens stond de regio voor een aanzienlijke krimp van de personele bezetting. Voor de pijler kinderen snel helpen geldt dat de evaluaties van het casusoverleg bescherming goed zijn verlopen. In het casusoverleg maken we afspraken met Bureau Jeugdzorg (BJZ) over zaken die BJZ bij de Raad aanmeldt. BJZ en Raad zijn enthousiast over de opzet en tevreden over de resultaten. BJZ en de Raad bekijken bij elke casus op welke manier deze het beste opgepakt kan worden. Welke organisatie doet wat, wanneer en waarom. Met als doel het kind in de knel zo snel en effectief mogelijk te helpen. Over de uitvoering van het werk én op bestuurlijk niveau overlegt de Raad met de ketenpartners. Bijvoorbeeld over het aantal meldingen bij de Raad en hoe de Raad de beschikbare capaciteit aan raadsmedewerkers zo kan inzetten dat raadsonderzoeken goed en snel worden afgerond, zodat kinderen binnen afzienbare tijd de nodige hulp krijgen. Dit geldt ook in de jeugdstrafrechtketen, waar de Raad voor de Kinderbescherming deelneemt in de zes regionale veiligheidshuizen. Het justitieel casusoverleg (waar alle jongeren die met de politie in aanraking komen worden besproken) en de netwerk- en trajectberaden (voor nazorg aan jongeren die na een delict in een justitiële jeugdinrichting worden opgenomen) zijn goed opgezet en de casusregisseurs van de Raad nemen daadwerkelijk de regie. Bij pijler twee effectiever optreden zien we in Gelderland positieve veranderingen. De nieuwe werkwijze voor beschermings- en gezag & omgangsonderzoeken begint vruchten af te werpen is het laatste jaar van het Meerjarenprogramma. Regio Gelderland werkt dan met name aan de vernieuwing van het instrumentarium voor taxatie, screening en diagnose in de jeugdstrafrechtketen. Daarnaast bereidt de regio zich voor op de voorgenomen wetswijziging die in 2012 leidt tot herziening van de kinderbeschermingsmaatregelen. Verder zetten we in 2011 in op de derde pijler van het Meerjarenprogramma van de Raad, professionalisering. Martin van Wifferen, Regiodirecteur Cijfers Gelderland In 2010 heeft de regio 18% minder beschermingsonderzoeken afgerond dan in De instroom is minder hard gedaald (9%), waardoor een wachtlijst is ontstaan. Dit is deels te verklaren door een relatief hoge mobiliteit van ervaren en ingewerkte krachten. Cijfers Friesland-Flevoland 2009 > > > > > > 498 Het aantal afgeronde G&O-onderzoeken daalde in 2010 met 7% ten opzichte van Ondanks dat de doorlooptijden zijn teruggedrongen, is de wachttijd nog te lang. Dit komt mede door een tekort aan ervaren en ingewerkte medewerkers op dit specifieke product. In 2010 is veel geïnvesteerd in het inwerken van alle medewerkers op dit product, waardoor de verwachting is dat de wachttijden in 2011 verder zullen afnemen. In 2010 was er net als in 2009 een dalende instroom aan strafzaken. Hierdoor zijn 11% minder basisonderzoeken uitgevoerd dan in het voorgaande jaar. Het aantal uitgebreide strafonderzoeken daarentegen is verdubbeld. Dit komt mede doordat de zaken die binnenkwamen ernstiger waren, waardoor uitgebreid onderzoek vaker noodzakelijk was. Daarnaast is vaker een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) overwogen. Een GBM-advies kan alleen aan de orde komen in een uitgebreid strafonderzoek. De regio coördineerde 34% minder taakstraffen dan in Dit komt door de sterke afname van de instroom > > > > > > > > De regio Gelderland rondde in 2010 bijna 13% minder beschermingsonderzoeken af dan in De Raad heeft samen met BJZ intensief geïnvesteerd in de kwaliteit van de casusoverleggen bescherming, waardoor de Raad sneller en beter zijn onderzoeken kan uitvoeren. Verder zijn er in 2010 ruim 8% meer gezagen omgangsonderzoeken uitgevoerd dan in In 2010 zijn ruim 16% minder basisonderzoeken straf uitgevoerd dan in Deze daling is te zien in de hele keten. De energie die in de jeugdigen wordt gestoken lijkt langzaamaan effect te hebben. Er werden in 2010 ook 14% minder uitgebreide strafonderzoeken uitgevoerd en 17% minder taakstraffen gecoördineerd. Dit komt overeen met de daling bij basisonderzoeken straf. Bij ASAA is er een daling te zien; de regio heeft in % minder ASAAonderzoeken uitgevoerd dan in De afname wordt vooral veroorzaakt doordat een groot aantal landen de adoptie van kinderen beperkt > > > > > > Aantal ASAA-onderzoeken:: 2009 > > 529

10 18 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 19 Groningen en Drenthe Stroomlijnen en afstemmen Als onderdeel van de jeugdketen zijn we medeverantwoordelijk voor een optimale samenwerking om het belang van de betrokken kinderen te dienen. De regio Groningen en Drenthe investeert daarom, net als voorgaande jaren, ook in 2011 in het overleg met de ketenpartners. In de regio bestaan daarvoor constructieve overleggen en samenwerkingsvormen. Het bespreken van fluctuaties in de instroom van zaken komt in deze overleggen regelmatig aan de orde en maakt onderdeel uit van ons werkstroommanagement. Het succes van werkstroommanagement ligt vooral in de kracht van afstemming tussen ketenpartners. De regio wisselt op wekelijkse basis gegevens uit met Bureau Jeugdzorg (BJZ), de rechtbank en het OM, met als doel elkaar zicht te geven in zaken die op korte termijn gaan spelen. Een hoog aantal onderzoeken bij BJZ/AMK betekent mogelijk een verhoogde instroom bij de Raad. Door wekelijks met de rechtbank te communiceren over het aantal voorgenomen rekesten, krijgt de rechtbank zicht op het aantal te verwachten zittingen en heeft BJZ een idee van het aantal te verwachten ondertoezichtstellingen. Dergelijke inzichten willen we in de toekomst ook met de politie en Jeugdreclassering uitwisselen. Wanneer de interne arbeidscapaciteit voortdurend afgestemd kan worden op de instroom van het werk, en er tegelijk rekening gehouden kan worden met de affiniteit en kwaliteit die mensen voor bepaalde producten hebben, draagt dit bij aan een goede uitvoering van onze taak. Hierdoor worden kinderen direct en sneller geholpen! Sjoukje Faber, Regiodirecteur Haaglanden en Zuid-Holland Noord Kinderen beschermen, dat doen we samen In 2010 hebben wij, met onze ketenpartners, samengewerkt om bovenstaande missie verder in te vullen. De basis hiervoor is in 2009 gelegd bij de komst van de veiligheidshuizen voor strafzaken en de start van de casusoverleggen met Bureau Jeugdzorg (BJZ) voor beschermingszaken. Casusoverleg In het casusoverleg bespreken we zaken die BJZ bij de Raad wil melden en maken we afspraken over wie wat in deze zaken gaat doen. In 2010 hebben we met BJZ gewerkt aan de verbetering van de samenwerking in deze overleggen. Veiligheidshuizen De samenwerking met onze ketenpartners in strafzaken vindt in onze regio plaats in drie veiligheidshuizen: Den Haag, Gouda en Leiden. Het doel van deze samenwerking is een ketengerichte aanpak van jeugdcriminaliteit. Jongeren stromen naadloos door in de keten en worden niet meer dubbel besproken. Ook is voor alle partners duidelijk wie de coördinatie van de zorg heeft. In het veiligheidshuis vinden verschillende overleggen plaats. Vanaf januari 2011 komen via het justitieel casusoverleg alle strafzaken binnen. In de netwerk- en trajectberaden stellen we een traject vast voor jongeren die in een justitiële jeugdinrichting in- en uitstromen. Hiermee bereiden we de jongere zo goed mogelijk voor op een terugkeer in de samenleving. Sneller en effectiever Met de ketenpartners zijn in 2010 ook werkprocessen opgesteld voor ondermeer de gedragsbeïnvloedende maatregel, jeugdreclassering en schoolverzuimzaken. Deze processen beschrijven niet langer alleen ons eigen werkproces, maar die van de gehele keten. Hierdoor kunnen we sneller en effectiever samenwerken. Digitaal werken Ook is in 2010 het digitaal werken verbeterd. De casusregisseurs van de Raad kunnen hierdoor vaker in het veiligheidshuis aanwezig zijn, doordat ze nu hun werkzaamheden daar kunnen uitvoeren. Interne processen Intern hebben wij onze processen en methodieken verder verbeterd, zoals de nieuwe raadsmethode voor beschermingsonderzoeken en de invoering van de afsprakenplanner om de bereikbaarheid te vergroten. Hans Nusse, Regiodirecteur Cijfers Groningen en Drenthe 2009 > > > > > > Cijfers Haaglanden en Zuid-Holland Noord 2009 > > > > 388 In 2010 heeft de regio Groningen en Drenthe 13% minder beschermingsonderzoeken afgerond dan het jaar daarvoor. In 2009 werden veel onderzoeken afgerond vanwege de afbouw van de werkvoorraad. Het aantal gezag en omgangzaken is in 2010 weer gestegen naar een niveau dat gebruikelijk is. Het aantal in het jaar 2009 was in die zin een uitzondering. De regio kreeg in 2010 ongeveer een gelijk aantal basisonderzoeken straf te verwerken. Het aantal uitgebreide strafonderzoeken steeg met 4% ten opzichte van 2009 en het aantal taakstraffen dat de regio coördineerde liep iets terug. De betrokkenheid van de regio bij zaken op het gebied van Afstand, Screening, Adoptie en Afstemming is ongeveer gelijk gebleven > > > > Aantal ASAA-onderzoeken: 2009 > > 279 In 2010 heeft de regio Haaglanden en Zuid-Holland Noord 9,6% minder beschermingsonderzoeken afgerond dan in Het aantal afgeronde onderzoeken in 2010 is nagenoeg gelijk aan het aantal onderzoeken in Bij gezag en omgang was de instroom in 2010 hoger dan in 2009, de regio rondde 22% meer gezag- en omgangsonderzoeken af. Het aantal basisonderzoeken straf is in 2010 afgenomen met 6,7% ten opzichte van het jaar daarvoor. De instroom van basisonderzoeken lag ook lager dan in Het aantal uitgebreide strafonderzoeken is toegenomen van 245 zaken in 2009 naar 438 in 2010 en het aantal taakstraffen dat in de regio is uitgevoerd is afgenomen met 12% > > > > > > 2.581

11 20 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 21 Limburg Midden- en West-Brabant Het jaar 2010 was voor regio Limburg een bewogen jaar, waarin de medewerkers veel hebben geïnvesteerd in het tijdiger, effectiever en professioneler helpen van kinderen en gezinnen. Meerjarenprogramma Verschillende projecten uit het Meerjarenprogramma wierpen dit jaar hun vruchten af. De doorlooptijden van beschermingsonderzoeken zijn met 33% verbeterd: van gemiddeld 83 dagen onderzoekstijd naar 53. Bij gezag en omgang is de gemiddelde doorlooptijd per zaak met 20% afgenomen, ondanks een toename van het aantal onderzoeken. Samenwerking We hebben ons sterk gericht op de samenwerking met de ketenpartners. We proberen met onze werkprocessen aan te sluiten bij de procedures van het OM, de rechtbank of Bureau Jeugdzorg. Dit is een continu proces, omdat we als organisaties in beweging zijn. Zo willen we in de regio anticiperen op de veranderingen in de nieuwe gerechtelijke kaart en richten we ons op instroom en doorstroom in de gehele keten. De komst van twee nieuwe collegabestuurders voor de ketenorganisaties Rubicon en Xonar, heeft een positieve impuls aan de samenwerking gegeven. Verder is de stuurgroep Beter Beschermd, getransformeerd naar de stuurgroep Ketensamenwerking om de big picture vast te houden. Op het gebied van jeugdstrafrecht is het voorzittersstokje van het Arrondissementaal Jeugd Beraad (AJB) overgedragen aan de hoofdofficier van justitie van het arrondissement Roermond, Peter Muijen. In 2010 heeft het AJB onder meer ambities geformuleerd over samenwerking, waaraan we met enthousiasme onze bijdrage leveren. Verder hebben we als Raad voorzieningen in kaart gebracht van gezag & omgangbegeleiding, zoals omgangshuizen en bemiddeling. In 2011 wordt op initiatief van de Raad in samenwerking met Servicepunt Jeugdzorg een themabijeenkomst georganiseerd over dit onderwerp. Trots Met dit totaal aan mooie resultaten en initiatieven, mag ik stellen dat de medewerkers van de Raad Limburg trots mogen zijn op wat bereikt is in Met goede moed zijn we aan 2011 begonnen. Een jaar dat minstens zo mooi mag worden als Tine van Wijk, Regiodirecteur De Raad voor de Kinderbescherming in de regio Midden- en West- Brabant heeft 2010 gebruikt om een verbeterslag te maken in de doorlooptijden en de verlaging van de wachtlijst. Vooral de verlaging van de wachtlijst is gerealiseerd. Dit verbeterproces in effectief en efficiënt werken, loopt nog door in Door een structurele vermindering van de instroom van zaken is bij enkele functiegroepen een overbezetting ontstaan. Deze overbezetting is in 2010 door middel van natuurlijk verloop teruggebracht tot de gewenste bezettingsnorm. Samenwerking Ketenpartners zien de Raad in de regio als flexibel en samenwerkend, bereid tot iets extra s als dit toegevoegde waarde heeft voor de keten, en met behoud van elkaars kaders en positie. De inhoudelijke banden binnen de strafketen zijn versterkt. De netwerk- en trajectberaden, waarin een traject wordt vastgesteld voor jongeren die in een justitiële jeugdinrichting in- en uitstromen, hebben zich geworteld in de keten. De Raad is inmiddels een waardevol onderdeel van de veiligheidshuizen in de regio, mede door de structurele inzet van de casusregisseurs van de Raad die de regie voeren over de jongere in de gehele strafrechtketen. Het casusoverleg bescherming, waarin zaken besproken worden die overgedragen worden van Bureau Jeugdzorg (BJZ) naar de Raad, functioneert effectief en kent nog steeds een opgaande ontwikkeling. Samenvoeging Tilburg en Breda In 2010 is veel aandacht uitgegaan naar de samenvoeging van de locaties Tilburg en Breda per 1 januari Dit leidt tot één locatie voor de regio Midden- en West-Brabant in Breda. Onder meer door het organiseren van regiobijeenkomsten hebben we de medewerkers van de regio meegenomen in dit proces en hebben we input verkregen voor de vernieuwde organisatiestructuur. De Raad in de regio Midden- en West-Brabant gaat goed voorbereid het jaar 2011 in. Hierdoor kan de regio de komende ontwikkelingen aan. Bert Heijnen, Regiodirecteur Cijfers Limburg Cijfers Midden- en West-Brabant 2009 > > > > In 2010 heeft de regio Limburg minder beschermingszaken in onderzoek gekregen dan in 2009, er zijn daardoor circa 140 onderzoeken minder afgerond dan het jaar ervoor (-10%). In 2010 werden beschermingsonderzoeken gemiddeld 33% sneller afgerond dan in Er zijn in 2010 ongeveer even veel G&O-onderzoeken afgerond als in De instroom is echter flink gestegen ten opzichte van de jaren ervoor. Hierdoor konden niet alle onderzoeken worden afgerond en is een wachtlijst ontstaan. De G&O-onderzoeken werden in 2010 wel gemiddeld 20% sneller afgerond dan in Het aantal basisonderzoeken straf laat een trendbreuk zien: in 2010 zijn er beduidend meer basisonderzoeken afgerond. Deze onderzoeken zijn iets sneller afgerond dan in Het aantal uitgebreide strafonderzoeken is in 2010 flink gestegen. Deze onderzoeken zijn ook sneller afgerond dan in Het aantal te coördineren taakstraffen is in 2010 licht gedaald ten opzichte van Het aantal ASAA-zaken is in 2010 iets gedaald, naar het niveau van Het totale onderzoekstraject verliep in 2010 bijna 20% sneller dan in > > > > > > > > Aantal ASAA-onderzoeken: 2009 > > 175 In 2010 rondde de regio 6% minder beschermingsonderzoeken af dan in Dit komt door een daling van het aantal meldingen. De wachtlijst op beschermingszaken is fors gedaald en ook de doorlooptijden zijn verbeterd ten opzichte van 2009, door de invoering van de nieuwe raadsmethode. Het aantal G&O-zaken is in 2010 met bijna 12% gedaald ten opzichte van De verruiming van het hulpaanbod in het voortraject (ouderschapsplan, mediation) speelt vermoedelijk een rol in deze daling. Net als de economische crisis, aan het eind van 2010 liet de instroom weer een duidelijke stijging zien. In 2010 is het aantal basisonderzoeken straf vrijwel gelijk gebleven aan 2009 (+2%). De instroom ligt nog steeds fors onder het niveau van Het effect van met name de veiligheidshuizen en de prioriteitsstelling van de politie is hierin bepalend. Het aantal afgeronde taakstraffen is fors gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Er komen steeds minder taakstraffen voort uit de basisonderzoeken, mede onder invloed van politieke ontwikkelingen (zoals meer boetes). Het aantal raadsonderzoeken in het kader van ASAA is voor het eerst in jaren licht gedaald (6%). Als belangrijkste oorzaak hiervan wordt de economische crisis gezien, waardoor mensen hun beslissing nog even uitstellen > > > > > > > > Aantal ASAA-onderzoeken: 2009 > > 451

12 22 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 23 Noord- en Zuidoost-Brabant Noord-Holland De effecten van het Meerjarenprogramma worden steeds meer zichtbaar in de regio Noord- en Zuidoost-Brabant. Kinderen worden sneller geholpen, we werken effectiever en investeren in professionaliteit. Doorlooptijden en productie In 2010 was verbetering van de doorlooptijden zichtbaar op alle producten. In de eerste rapportageperiode van 2010 lag het percentage behandelingstijd Beschermingszaken binnen de norm op 42%, in de derde rapportageperiode was dit 51%. Deze positieve ontwikkeling zetten we in 2011 voort door opnieuw verbeterslagen te maken op basis van de foto van de regio, een analyse die eind 2010 is gemaakt. Voor het verwerken van de wachtlijst zijn bijvoorbeeld intern afspraken gemaakt tussen de Front-office en Back-office om het uitdelen van zaken te objectiveren en niet meer afhankelijk te laten zijn van individuele afwegingen of voorkeuren. Het afgelopen jaar is de instroom op alle producten teruggelopen. Tegelijkertijd is op alle producten een hogere productie gerealiseerd dan de instroom. Er zijn meer producten afgerond dan dat er nieuwe producten zijn binnengekomen. Er is daarmee ingelopen op de werkvoorraad. Dit is een positieve ontwikkeling, want hoe minder werkvoorraad, hoe kleiner de wachtlijst, hoe minder kinderen moeten wachten. Samenwerking in de keten Er is een intensieve samenwerking in de keten die zich uit in diverse overleggen op het civiele gebied en het strafrechtelijke gebied. Afstemming vindt op allerlei niveaus plaats. Het jeugdwerkveld is constant in beweging, als Raad anticiperen we hier zo goed mogelijk op. Krimp Het jaar 2010 is in een aantal opzichten een moeilijk jaar voor de regio geweest. Vanuit de taakstelling van het ministerie, kreeg de regio te maken met een krimp. Onze overbezetting moest worden teruggebracht en er moest flink worden bezuinigd. Eind 2010 heeft de regio besloten om iedereen integraal (zowel op het gebied van straf als civiel) te gaan opleiden, zodat we in de toekomst flexibel kunnen inspringen op een fluctuerende instroom en zowel onze cliënten als onze ketenpartners nog beter kunnen bedienen. Robert Wardenaar, Regiodirecteur a.i. De regio Noord-Holland kijkt terug op een jaar waarin veel activiteiten zijn uitgevoerd. Deze activiteiten komen zowel voort uit het eigen jaarplan 2010 als uit het Meerjarenprogramma van de Raad voor de Kinderbescherming. Verbeteren en consolideren De regio heeft zich vooral beziggehouden met het verbeteren en behouden van de resultaten in het primaire proces, het ontwikkelen en implementeren van de organisatieveranderingen in het primaire proces en het in evenwicht brengen van de personele bezetting. Door een onverwacht lage instroom in 2009 was de personele bezetting hoger dan de toegekende formatie voor de uitvoering van de werkzaamheden. De genoemde activiteiten zijn alle succesvol verlopen. De resultaten zijn op zijn minst gelijk gebleven en veelal verbeterd. De personele bezetting is eind 2010 uitgekomen op de toegekende formatie. Daarnaast is er per 1 november 2010 een nieuwe organisatiestructuur ingevoerd waarbij alle nevenwerkzaamheden, zoals crisissen, zittingsvertegenwoordiging en intake uit de regioteams zijn gehaald. Ze zijn nu ondergebracht in een team overige civiele taken. Doordat we deze nevenwerkzaamheden uit de regioteams hebben gehaald, hebben we nu per locatie twee onderzoeksteams: een met de focus op civiele zaken en een met de focus op strafzaken. Gedragsbeïnvloedende maatregel Bij strafzaken verloopt de ontwikkeling van de gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) voorspoedig. De doelgroep voor deze maatregel bestaat uit jeugdige meer- en veelplegers en harde kern jongeren, waarbij sprake is van meervoudige achtergrondproblematiek en gedragsproblemen. Bij de GBM kunnen verschillende interventies en behandelingen aan deze jongeren worden opgelegd, waardoor maatwerk geleverd wordt dat gericht is op gedragsbeïnvloeding. Het advies voor een GBM komt tot stand in overleg met de ketenpartners (rechtbank, jeugdreclassering, NIFP en de Raad). De samenwerking tussen deze overlegpartners verloopt uitstekend. Marianne Thomassen, Regiodirecteur Cijfers Noord-Holland Cijfers Noord- en Zuidoost-Brabant 2009 > > > > > > 345 Wegens de dalende instroom is de productie van het aantal beschermingsonderzoeken in 2010 met bijna 10% gedaald ten opzichte van De productie van het aantal G&O-onderzoeken is in 2010 gestegen naar het niveau van Door de afname van de wachtlijsten kunnen we nu sneller zaken in onderzoek nemen, hierdoor zijn het aantal verzoeken van de rechtbank om een onderzoek gestegen. Net als in 2009 zien we in 2010 een daling in de productie van basisonderzoeken straf. Deze tendens is in de hele keten te zien. De productie van de uitgebreide strafonderzoeken is in 2010 wegens een stijging van de zwaardere criminaliteit onder de jongeren met 14% gestegen. Bij taakstraffen is sprake van een daling van 6%. Deze daling hangt samen met de daling in het aantal basisonderzoeken straf > > > > > > > > Noord-Holland is in grote lijnen tevreden met de resultaten over het afgelopen jaar. De instroom op alle producten is uitgekomen op 99% van de prognose die de regio in het managementcontract heeft opgenomen. De productie bedroeg 98% waarmee deze bijna geheel in lijn is met de instroom > > > > > > Aantal ASAA-onderzoeken: 2009 > > 380

13 24 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 25 Overijssel Rotterdam-Rijnmond Op beide locaties, Almelo en Zwolle, heeft de regio een goed jaar achter de rug. Met goede resultaten als een productie die past bij de instroom, bijna wachtlijstvrij en sterk verbeterde doorlooptijden. Een aantal onderwerpen noemen we hier in het bijzonder. Ketensamenwerking Bureau Jeugdzorg (BJZ) Overijssel en de Raad Overijssel overleggen gemiddeld vier keer per jaar in het BROM (BJZ Raad Overleg Management). Deelnemers zijn beide regiodirecteuren, de regiomanagers van BJZ en een aantal teamleiders van de Raad. Het doel is afstemming op beleidsinhoudelijk- en uitvoeringsgebied. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld ontwikkelingen bij jeugdzorg en kinderbescherming, uitwisseling van sturingsinformatie, ketensamenwerking en gezamenlijke projecten. In 2010 is veel aandacht besteed aan de afstemming en de cliëntstromen op het gebied van de beschermingszaken. SOS Signs of Safety (SOS) is een nieuwe manier van werken in de kinderbescherming, gericht op praktische oplossingen. Onderdelen hiervan zijn een uitgebalanceerde risicotaxatie, het vaststellen van een veiligheidsplan en het zoeken naar samenwerking met ouders, kinderen en de mensen uit hun omgeving. Op de locatie Zwolle loopt al drie jaar een pilot met SOS. De oplossingsgerichte benaderingswijze van SOS, is dit jaar wetenschappelijk onderzocht. De onderzoeksresultaten zijn positief. De benaderingswijze is een concretisering en nadere invulling van de raadsmethode. Een aanbeveling is de pilot uit te breiden naar de hele regio. Signs of Safety gaat deel uitmaken van een nieuw provinciaal gesubsidieerd project in 2011 en De William Schrikkergroep, Eigen Kracht Centrale, BJZ Overijssel en de Raad voor de Kinderbescherming verbinden hun verschillende werkwijzen met elkaar. Doel is dat de professionals van deze organisaties samenwerken vanuit dezelfde (SOS-)benadering: het oplossend vermogen van gezinnen en netwerken inzetten en versterken, op het gebied van veiligheid voor kinderen. Proces-verbaal Minderjarige De locatie Almelo neemt samen met de locatie Alkmaar deel aan de pilot voor het Proces-verbaal Minderjarige (PVM). Dit is een vereenvoudigde versie van het Landelijk Overdrachtsformulier (LOF) en is een document dat het OM, de Raad en Halt samen kunnen gebruiken. Het PVM bevat slechts need-to-know-informatie : kerninformatie die voor het politieproces en het ketenproces van belang is. Vanaf begin februari 2011 wordt het PVM gebruikt in de strafketen. Jelle Kleistra, Regiodirecteur 2010 was een turbulent jaar voor de regio Rotterdam-Rijnmond. We hadden te maken met complexe casussen in de keten. Mede door het rapport van de Inspectie Jeugdzorg, over het overlijden van drie baby s, is een verscherpte aanpak ontwikkeld door de Raad en Bureau Jeugdzorg (BJZ) voor specifieke risicogezinnen waarin kinderen opgroeien. De komst van de nieuwe wethouder (gemeenteraadsverkiezingen maart 2010) heeft geleid tot het programma Ieder Kind Wint 2. Daarin zijn nog niet gerealiseerde doelstellingen uit Ieder Kind Wint 1 opgepakt. Met dit programma zorgen we dat kinderen in een onveilige situatie snel gevonden en geholpen worden. Vooral scholen worden hiervoor benaderd. De Centra voor Jeugd en Gezin, die inmiddels volledig functioneren, hebben een stevige plek gekregen in het jeugdveld. Wel is er nog een verbeterslag te maken in de samenwerking, afstemming en informatieuitwiseling tussen instellingen en diverse gemeentelijke organisaties als ziekenhuizen, BJZ, GGZ en de Raad voor de Kinderbescherming Samen met de locatie Utrecht doet de locatie Rotterdam mee aan de pilot voor de ontwikkeling van het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ). Dit is een in de praktijk bewezen onderzoeksinstrumentarium, bedoeld om recidive te voorkomen. In 2011 wordt duidelijk of dit instrumentarium landelijk wordt uitgerold. Ook in Rotterdam is het aantal taakstraffen teruggelopen. Deze trend, die in 2009 is ingezet, zet zich voort. Waarschijnlijk doordat meer geldboetes en schorsingen worden opgelegd. De locatie Rotterdam heeft in 2010 veel geïnvesteerd in het verbeteren van de totale doorlooptijden. In het laatste kwartaal is het aantal meldingen op de producten bescherming en gezag en omgang fors toegenomen. Dit resulteerde in het terugkeren van wachtlijsten. Met de ketenpartners bekijken we dan ook hoe we inen uitstroom op een juiste manier met elkaar kunnen afstemmen. In 2011 heeft de Raad met de organisaties waarmee we samenwerken, opnieuw de uitdaging om kinderen in de knel zo snel mogelijk in een veilige omgeving te plaatsen, zodat de toekomstperspectieven van de Rotterdamse jeugd verbeteren. We leveren onze bijdrage hieraan mede door een actieve opstelling in Ieder Kind Wint. Roger Dirven, Regiodirecteur Cijfers Overijssel Cijfers Rotterdam-Rijnmond 2009 > > > > > > > > 354 In 2010 was de instroom van beschermingszaken in de regio Overijssel 10% hoger dan het jaar daarvoor. Per saldo is het aantal afgeronde beschermingsonderzoeken in 2010 gelijk gebleven aan het aantal in Dit komt doordat de werkvoorraad van beschermingsonderzoeken in 2009 sterk is afgebouwd. We werken nu vrijwel wachtlijstvrij. Het aantal verzoeken van de rechtbank om advies in gezag- en omgangszaken is gestegen ten opzichte van Dit vertaalt zich in een hoger aantal afgesloten onderzoeken in Bij de drie kerntaken straf is sprake van een teruglopende instroom en dus lagere aantallen afgesloten onderzoeken en uitgevoerde taakstraffen. Daarmee volgt Overijssel het landelijke beeld. De instroom daalt nu al sinds Op het gebied van ASAA heeft de regio in 2010 te maken gehad met een hogere instroom en daarmee een hogere productie > > > > > > Aantal ASAA-onderzoeken: 2009 > > 346 De regio Rotterdam-Rijnmond heeft op het gebied van civiele zaken een gelijkmatig en constant jaar achter de rug. Bij ASAA zien we een lichte daling. Aan de strafkant heeft de instroomdaling van taakstraffen direct effect gehad op de resultaten in Deze daling is al twee jaar te zien en heeft verregaande consequenties voor de coördinatoren taakstraffen. De basisonderzoeken en uitgebreide strafonderzoeken liggen in lijn met het vorige jaar. In vergelijking met 2009 is het managementcontract van 2010 een beter sluitend contract geweest. Hierdoor was er een betere balans tussen middelen en prestaties. Alles bij elkaar kijkt de regio terug op een geslaagd jaar > > > > > > Aantal ASAA-onderzoeken: 2009 > > 627

14 26 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 27 Utrecht In 2010 was de regio Utrecht flink in beweging. We hebben gewerkt aan de projecten van het Meerjarenprogramma van de Raad en aan regionale activiteiten. In 2010 is het front-officeteam straf gestart, in navolging van een goed lopend front-officeteam civiel. Hierdoor behandelen aparte teams nu de spoed- en crisiszaken, waardoor het werk in de reguliere teams minder verstoord wordt. Ook is een kwaliteitscommissie straf ingesteld om de onderzochte kwaliteit te verbeteren. Een onderdeel van kwaliteitsverbetering is meelezen met rapporten, waardoor raadsonderzoek en rapportages verbeteren. In 2011 gaan we door met kwaliteitsborging. Daarnaast hebben medewerkers hard gewerkt aan verschillende interne pilots. Hiermee dragen we bij aan de verbetering van de manier van werken bij de Raad en aan een goede implementatie van de projecten. De regio heeft op verschillende manieren contact met de ketenpartners. We nemen deel aan het Arrondissementaal Justitieel Beraad en overleggen in de veiligheidshuizen van Utrecht en Amersfoort. In 2010 werden het justitiële casusoverleg (waar alle jongeren die met de politie in aanraking komen worden besproken) en het netwerk- en trajectberaad (voor nazorg aan jongeren die na een delict in een justitiële jeugdinrichting worden opgenomen) verder ontwikkeld. Op civiel gebied nemen we deel aan overleggen met Bureau Jeugdzorg (BJZ) en de Provincie, middels Utrechtse Jeugd Centraal (UJC). UJC is een verbeterprogramma waarin jeugdzorg, lokaal beleid en jeugdbescherming samenwerken. Ook is gewerkt aan verdere ontwikkeling van het casusoverleg bescherming, waarin zaken besproken worden die overgedragen worden van BJZ naar de Raad. Binnen de regio is aandacht voor nieuwe ontwikkelingen en tijd om ideeën uit te wisselen. Tijdens de tweemaandelijkse raadslunches geven interne en externe sprekers lezingen. Ook hebben we diverse workshops met medewerkers georganiseerd over de organisatieontwikkeling en -inrichting. Verder hebben we in 2010 aan enkele inspannende en mediagevoelige zaken gewerkt. Ook hebben we actief meegewerkt aan de documentaireserie De Rechtbank van de EO. Kortom, in 2010 was er aandacht voor tijdiger, effectiever en professioneler werken. In 2011 gaan hier we hier met energie en plezier mee door! Peter van Eijk, Regiodirecteur Zuid-Holland Zuid en Zeeland In 2010 was er veel aandacht voor het Meerjarenprogramma van de Raad. De speerpunten van dit programma zijn Tijdigheid: kinderen hoeven bij de Raad niet meer te wachten, effectiviteit: kinderbescherming wordt nog doeltreffender uitgevoerd en professionalisering: het professionele handelen van de Raad wordt versterkt. In het bijzonder stond professionaliseren bij de regio Zuid-Holland Zuid en Zeeland in 2010 centraal. De Raad voor de Kinderbescherming is in verandering. Die verandering vraagt om resultaatgerichte sturing, veranderingsgerichte aansturing en heldere communicatie. De afgelopen drie jaar is een groot appèl gedaan op het regionale managementteam (RMT). Om in gezamenlijkheid alle veranderingen te bewerkstelligen en daarnaast de winkel open te houden is er voor het management van de Raad een leiderschapstraject gestart. Dit traject heeft ervoor gezorgd dat binnen het RMT een groot gevoel van saamhorigheid is ontstaan. Daarnaast zijn de kernwaarden van leiderschap bediscussieerd en is nu helder welk leiderschapsgedrag het management naar de medewerkers toe wil uitdragen. Een ander regionaal aandachtspunt, naast professionalisering, was het versterken van de samenwerking in de keten. Door een goede en op elkaar afgestemde samenwerking, is het mogelijk om de kinderen die onze hulp nodig hebben snel en efficiënt te helpen. Verder zijn in 2010 de in de praktijk bewezen onderzoeksmethodieken waarmee de Raad werkt, verder geïmplementeerd. Zij zijn door de medewerkers met enthousiasme opgepakt. Al deze projecten zorgen ervoor dat zowel individuele als collectieve verantwoordelijkheid ontstaat voor de externe en interne samenwerking en dus voor het resultaat voor het kind. Dit zijn veranderingen die ook in 2011 zullen doorwerken. Kortom: de Raad is in beweging. Monique Bastinck, Regiodirecteur Cijfers Utrecht Cijfers Zuid-Holland Zuid en Zeeland De instroom van beschermingszaken was in % hoger dan in In vergelijking met de daling vorig jaar, is de instroom van beschermingszaken in 2010 weer aangetrokken. Het aantal afgeronde beschermingszaken is gestegen met 4%. We zien een stijging van 5% in het aantal afgeronde gezag- en omgangsonderzoeken. Ook de instroom was hoger ten opzichte van Het aantal afgeronde basisonderzoeken straf is in 2010 gedaald met 15% ten opzichte van het jaar daarvoor. De daling van 2009 heeft zich voortgezet en volgt hiermee zowel het landelijke beeld als het beeld bij ketenpartners. Wat opvalt is dat de instroom van strafzaken vanuit de politie sterk is gedaald en de instroom van leerplichtzaken vanuit de gemeenten juist flink is gestegen. Verder zien we dat de instroom van inverzekeringstelling hoger is dan in 2009 en de instroom proces verbaal lager. De instroom van taakstraffen is in 2010 vergeleken met 2009 gedaald met 27% en volgt hiermee een landelijk zichtbare trend. Het aantal afgeronde taakstraffen is met 18% gedaald > > > > > > > > > > 951 In 2010 is het aantal beschermingsonderzoeken gestabiliseerd. Er is een toename in de betrokkenheid van de Raad bij gezag en omgangszaken. Aan de strafkant zet de daling die vorig jaar intrad zich voort. Het aantal taakstraffen is met 19% afgenomen. Het aantal uitgebreide strafonderzoeken is gelijk gebleven > > > > > > > > > > 862

15 28 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 29 Landelijk Bureau Het Landelijk Bureau (LB) is het dienstverleningscentrum van de Raad voor de Kinderbescherming dat producten en diensten levert op het gebied van beleid en bedrijfsvoering. Het LB werkt voor de regio s en de Landelijke Directie. Het LB zorgt voor synergie door het delen van vakkennis binnen de organisatie, voor het verhogen van de professionaliteit en voor het verbeteren van de kwaliteit van de ondersteunende processen. In 2010 leverde het LB een substantieel aandeel aan het Meerjarenprogramma (MJP). Een groot aantal medewerkers van de verschillende afdelingen zetten hun vakkennis in binnen de verschillende projecten en onderdelen van het MJP. De eerste resultaten van MJP-projecten zijn overgedragen aan de staande organisatie, dit is goed verlopen. In samenwerking met het MJP en de regio s zal het LB in 2011 het merendeel van de projectresultaten implementeren en borgen in de staande organisatie. Om het projectmatig werken binnen de Raad voor de Kinderbescherming verder te ontwikkelen is in 2009 het Projectenbureau opgericht. Het Projectenbureau heeft de focus gelegd op het optimaal laten verlopen van MJP-projecten en landelijke projecten. Daarnaast is er geïnvesteerd in het verstevigen van de basis voor professionaliteit van projectleiders en -ondersteuners. Het Projectenbureau heeft gezorgd voor meer structuur en overzicht op het gebied van project- en programmamanagement. Het Landelijk Bureau wil de organisatie op strategisch niveau ondersteunen door het oprichten van de nieuwe dienst strategieontwikkeling. In 2010 hebben we een aanzet gegeven door het opzetten van strategische dienstverleningsconcepten en het bepalen van strategische thema s. Dit werken we in 2011 verder uit om ons te ontwikkelen als strategisch partner van Landelijke Directie en regio s. Franca van Montfoort, Directeur Landelijk Bureau

16 30 > Jaarbericht 2010 Jaarbericht 2010 > 31 Cliëntenbeleid Cliënttevredenheid De Raad voor de Kinderbescherming onderzoekt permanent of cliënten (kinderen/jongeren/ouders/verzorgers) tevreden zijn over de dienstverlening in algemene zin en de bejegening door raadsmedewerkers. In de eerste helft van 2010 hebben 6641 cliënten hun mening gegeven. Net als in de jaren ervoor wordt als algemeen oordeel over de Raad een 6,8 als rapportcijfer geven. De ASAA zaken worden gemiddeld het best beoordeeld met een 7,8. Strafzaken krijgen een 7,0, beschermingszaken een 6,3 en gezag- en omgangzaken een 6,2. Cliëntenraden Iedere regio heeft een cliëntenraad, die bestaat uit ouders of verzorgers die in het verleden met de Raad te maken hebben gehad. Regiodirecteuren zijn door hun cliëntenraad gevraagd of ongevraagd geadviseerd over verschillende onderwerpen. Eind 2010 zijn de regionale cliëntenraden en de regio s benaderd met twaalf evaluatievragen. Deze eerste evaluatie van de cliëntenraden is gericht op het functioneren van de cliëntenraden en hun rol/ bijdrage binnen het raadswerk. Begin 2011 zal een notitie met conclusie en aanbevelingen worden besproken. Op basis hiervan wordt bezien of de huidige doelstelling/structuur aangepast moet worden. Afnemerstevredenheid In 2010 is een vragenlijst ontwikkeld om de tevredenheid van ketenpartners te meten. In 2011 worden de regionale ketenpartners (zoals de rechtbank, BJZ, OM) benaderd voor het invullen van de vragenlijst. De uitkomsten moeten leiden tot het formuleren van regionaleen landelijke verbeteracties. Vertrouwenspersoon Ook dit jaar hebben de cliënten van de Raad weer gebruik kunnen maken van een onafhankelijk Vertrouwenspersoon, die in dienst zijn van het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg, Zorgbelang Brabant of Zorgbelang Groningen. Klachtenanalyse Cliënten kunnen een klacht over de Raad indienen bij een regiodirecteur. Als ze het niet eens zijn met de beslissing van de directeur, kunnen ze hun klacht voorleggen aan de externe klachtencommissie. In 2010 zijn in totaal 248 klachten ingediend bij de Raad, 166 klachten hebben geleid tot een klachtbeslissing. Daarvan werden 163 klachten behandeld door een van de regiodirecteuren en 3 klachten door de algemeen directeur. Op een totaal aantal onderzoeken van is dit minder dan 1%. Daarnaast is bij 82 klachten succesvol bemiddeld door de regiodirecteuren, dit is 33% van het totaal aantal ingediende klachten. Een klacht bestaat vaak uit meerdere klachtonderdelen. Van de 584 geregistreerde klachtonderdelen werden 152 klachtenonderdelen (26%) geheel of gedeeltelijk gegrond verklaard. In 2010 zijn 53 klachten behandeld door de externe klachtencommissies. Deze klachten kunnen zowel voortgevloeid zijn uit de directiebeslissingen die zijn genomen in 2009 als in Bijna de helft van de klagers liet zich in de klachtenprocedure bijstaan door een familielid, een vertrouwenspersoon, of een advocaat. De meeste klachten werden ingediend door één van de ouders en betroffen net als voorgaande jaren gezag- en omgangszaken. Een substantieel deel van alle klachten had betrekking op de wijze waarop het raadsrapport is opgesteld en op de manier waarop de Raad met de cliënt communiceert. Kwaliteitskader en protocollen Om op een professionele en uniforme manier de wettelijke taken uit te voeren, legt de Raad voor de Kinderbescherming richtlijnen vast voor de eigen manier van werken. Deze richtlijnen helpen raadsmedewerkers om gelijke zaken hetzelfde te behandelen. Ook maken ze aan cliënten duidelijk wat ze van de Raad mogen verwachten. De protocollen vallen onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur en kunnen snel aangepast worden aan nieuwe ontwikkelingen. Ze zijn in te zien op de website van de Raad. Cliënten met vragen over de richtlijnen kunnen die stellen aan de juridische deskundigen van de Raad.

17 Dit is een uitgave van Raad voor de Kinderbescherming Landelijk Bureau Postbus DE Utrecht Maart 2011 Aan de informatie in deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.

Jaarbericht 2011 Een jaar vol beweging

Jaarbericht 2011 Een jaar vol beweging Jaarbericht 2011 Een jaar vol beweging Inhoudsopgave Voorwoord 2 De taak van de Raad 3 > Beschermingszaken 4 > Strafzaken 5 > Gezag en omgang na scheiding 7 > Afstand, Screening, Adoptie en Afstammingsvragen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Over de Raad voor de Kinderbescherming. Ieder kind heeft recht op bescherming

Over de Raad voor de Kinderbescherming. Ieder kind heeft recht op bescherming Over de Raad voor de Kinderbescherming Ieder kind heeft recht op bescherming Inhoud 3 > Over de Raad voor de Kinderbescherming 4 > Ieder kind heeft recht op bescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

De Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe stelsel

De Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe stelsel De Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe stelsel Inhoud 1 > 2 > 3 > 4 > 5 > Waarom kinderbescherming. Ingrijpen in gezinnen vanuit de diep gevoelde maatschappelijke behoefte dat het goed gaat met

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een kind? 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe stelsel voor de jeugd

Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe stelsel voor de jeugd Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe stelsel voor de jeugd 28 januari 2014 Raad voor de Kinderbescherming Wat doet de Raad? Samenwerking Gemeente en Raad Model Samenwerkingsprotocol en handreiking

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd Kinderen beschermen we samen Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd 1 juni 2013 Beelden van de Raad 2 Tijd om kennis te maken! Kennismaking met de Raad voor de Kinderbescherming

Nadere informatie

Als de Raad u om informatie vraagt

Als de Raad u om informatie vraagt Als de Raad u om informatie vraagt Inhoud 3 > Als de Raad u om informatie vraagt 5 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Onderzoek door de Raad 7 > Uw medewerking is belangrijk 8 > Uw medewerking bij

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

Kinderen beschermen we samen. Gemeente Peel en Maas 21 november 2015

Kinderen beschermen we samen. Gemeente Peel en Maas 21 november 2015 Kinderen beschermen we samen Gemeente Peel en Maas 21 november 2015 De Raad voor de Kinderbescherming Landelijke organisatie Onderdeel ministerie Veiligheid & Justitie Uitvoering in 10 regio s, 21 locaties

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

instroomontwikkeling 2017

instroomontwikkeling 2017 instroomontwikkeling 217 RvdK inhoud 1 algemeen 3 bescherming 4 gezag en omgang 5 asaa 6 strafzaken 7 schoolverzuim 8 taakstraffen 9 1 algemeen 3 De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) geeft een zo goed

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 7 > De gezinsvoogd 8 > Wie doet wat

Nadere informatie

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering

Nadere informatie

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in

Nadere informatie

instroomontwikkeling 2016 RvdK

instroomontwikkeling 2016 RvdK instroomontwikkeling 2016 RvdK inhoud 1 algemeen 03 bescherming 04 gezag & omgang 05 straf 06 taakstraffen 07 schoolverzuim 08 asaa 09 03 1 algemeen De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) geeft sinds

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

Locatie Leeuwarden. E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden

Locatie Leeuwarden. E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Locatie Leeuwarden E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl Locatie Leeuwarden Lange Marktstraat 5 Postbus 2203 8901 JE Leeuwarden Telefoon: 058-2343333

Nadere informatie

Als ouders gaan scheiden

Als ouders gaan scheiden Als ouders gaan scheiden Over de Raad voor de Kinderbescherming September 2009 Justitie Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Als ouders gaan scheiden Met de meeste kinderen en jongeren

Nadere informatie

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Zorgen voor het bedreigde kind Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2006 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...

Nadere informatie

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet! 06 2016

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet! 06 2016 Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet! 06 2016 Aanleiding Eerder bracht het Fries Sociaal Planbureau (FSP) een rapport uit over het gebruik van jeugdhulp in Fryslân. Deze

Nadere informatie

De Raad voor de Kinderbescherming

De Raad voor de Kinderbescherming JAARBERICHT 28 Regio RaadsJaar Voor de derde keer brengt de regio Noord- Holland cijfers naar buiten over de prestaties van het voor afgaande jaar. In 27 waren de resultaten positief te noemen, maar in

Nadere informatie

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Deze folder is voor ouders van cliënten van de Welkom 2 OnderToezichtStelling Graag stellen wij ons voor. Wij zijn de William Schrikker Jeugdbescherming. Wij geven

Nadere informatie

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Inhoudsopgave»» Jeugdbescherming»» Wat is een ondertoezichtstelling (OTS)?»» Wat is uw rol bij een OTS?»» Wat gaat er gebeuren?»» Wat zijn uw rechten?»»

Nadere informatie

instroomontwikkeling 2018

instroomontwikkeling 2018 instroomontwikkeling 218 inhoud 1 algemeen 3 bescherming 4 gezag en omgang 6 asaa 7 strafzaken 9 schoolverzuim 11 taakstraffen 12 1 algemeen 3 De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) geeft een zo goed

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Hans Lomans Bestuurder BJzG 8 april 2011 2 U vindt ons Overal in Gelderland In alle regio s Zorg-en Adviesteams Centra voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuizen

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid. De gedragsbeïnvloedende. maatregel (GBM)

Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid. De gedragsbeïnvloedende. maatregel (GBM) Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid De gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) Je wordt verdacht van een strafbaar feit: deze brochure over de gedragsbeïnvloedende maatregel

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. Prioriteitenlijst gedwongen kader

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. Prioriteitenlijst gedwongen kader Stelselwijziging Jeugd Factsheet Prioriteitenlijst gedwongen kader Prioriteitenlijst gedwongen kader Per 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van het gedwongen kader: jeugdbescherming

Nadere informatie

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Informatiebijeenkomst Transitie jeugdzorg, SRA 19 juni 2011 Startfoto en kennisdeling. Het Planetarium Amsterdam Caroline Mobach Presentatie

Nadere informatie

Alleen als het echt niet anders kan

Alleen als het echt niet anders kan Alleen als het echt niet anders kan De meeste Nederlandse ouders zijn prima in staat om hun kinderen voldoende veiligheid te bieden. Bij ongeveer 1 procent van de Nederlandse kinderen komt de veiligheid

Nadere informatie

Alleen als het echt niet anders kan

Alleen als het echt niet anders kan Alleen als het echt niet anders kan De meeste Nederlandse ouders zijn prima in staat om hun kinderen voldoende veiligheid te bieden. Bij ongeveer 1 procent van de Nederlandse kinderen komt de veiligheid

Nadere informatie

RaadsJaar. De Raad voor de Kinderbescherming. Groningen en Drenthe in 2008. Regio Groningen en Drenthe. Justitie Regio Groningen en Drenthe

RaadsJaar. De Raad voor de Kinderbescherming. Groningen en Drenthe in 2008. Regio Groningen en Drenthe. Justitie Regio Groningen en Drenthe JAARBERICHT 28 Regio RaadsJaar 28 was een dynamisch jaar voor de Raad omdat het in het teken stond van de regiovorming. De locaties Gro ningen en Assen verhuisden naar een cen traal gelegen pand aan het

Nadere informatie

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding (voor kinderen en jongeren)

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding (voor kinderen en jongeren) Regelingen en voorzieningen CODE 10.2.3.81 Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding (voor kinderen en jongeren) brochure bronnen Raad voor de Kinderbescherming, www.rijksoverheid.nl, januari 2011 In

Nadere informatie

Alleen als het echt niet anders kan

Alleen als het echt niet anders kan Alleen als het echt niet anders kan De meeste Nederlandse ouders zijn prima in staat om hun kinderen voldoende veiligheid te bieden. Bij ongeveer 1 procent van de Nederlandse kinderen komt de veiligheid

Nadere informatie

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken Uitgangspunt Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door

Nadere informatie

Thuis, ook in de cijfers

Thuis, ook in de cijfers Thuis, ook in de cijfers Het woord thuis speelt een centrale rol in het werk van de Raad voor de Kinderbescherming. Wanneer is thuis nog wel veilig voor een kind en wanneer niet meer? Basisveiligheid en

Nadere informatie

RaadsJaar. De Raad voor de Kinderbescherming. Noord- en Zuidoost-Brabant in 2008. Regio Noord- en Zuidoost-Brabant

RaadsJaar. De Raad voor de Kinderbescherming. Noord- en Zuidoost-Brabant in 2008. Regio Noord- en Zuidoost-Brabant JAARBERICHT 28 Regio Zuidoost-Brabant RaadsJaar De Raad voor de Kinderbescherming wil dat alle kinderen in de knel op tijd goede hulp krijgen. Daarom startte de Raad met de eerste onder de len van een

Nadere informatie

Welkom bij de William Schrikker Groep

Welkom bij de William Schrikker Groep Welkom bij de William Schrikker Groep Deze folder is voor ouders van cliënten van de William Schrikker Groep. Er staat informatie in over ons werk en de verschillende soorten begeleiding die wij geven.

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene.

Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Jeugdreclassering Informatie voor ouders en verzorgers Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Is uw kind tussen de

Nadere informatie

Kinderen bescherm. vanzelfsprekend je altijd. en overal

Kinderen bescherm. vanzelfsprekend je altijd. en overal Kinderen bescherm vanzelfsprekend je altijd en overal De belangen van het kind horen altijd centraal te staan. Voor alle betrokkenen. Samenwerking op het gebied van jeugdzorg en -bescherming is dan vanzelfsprekend.

Nadere informatie

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten?

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten? Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Voor wie is deze factsheet bedoeld? Deze factsheet is voor ouders/ verzorgers van kinderen die onder toezicht staan

Nadere informatie

De Raad voor de Kinderbescherming

De Raad voor de Kinderbescherming JAARBERICHT 28 Regio Amsterdam en Gooi & RaadsJaar In 28 heeft de regio Amsterdam en Gooi & zich net als in 27 ingezet voor effectiever en efficiënter werken. We beginnen nu te merken dat door betere afstemming

Nadere informatie

Toelichting BenW-adviesnota

Toelichting BenW-adviesnota Onderwerp: Toelichting BenW-adviesnota Afdeling/team : Welzijn Samenwerkingsprotocol Raad voor de Kinderbescherming - gemeenten Afdelingshoofd Auteur : Bremmers, P.H.M. : Broek, N.M.C.A. Datum vergadering

Nadere informatie

De Raad voor de Kinderbescherming. werkproces aangepast. Dit heeft inderdaad een aanzienlijke versnelling opgeleverd.

De Raad voor de Kinderbescherming. werkproces aangepast. Dit heeft inderdaad een aanzienlijke versnelling opgeleverd. JAARBERICHT 28 Regio RaadsJaar Het jaar 28 was in alle opzichten een jaar van grote veranderingen in de regio Flevo land. Met diverse verbeterprojecten die voortvloeien uit het Meerjarenprogramma 28-211

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Samenvatting evaluatie inkoop GBM

Samenvatting. 1 Samenvatting evaluatie inkoop GBM Samenvatting Aanleiding onderzoek Sinds 1 februari 2008 kan aan jeugdigen die een of meer strafbare feiten hebben gepleegd een 'gedragsbeïnvloedende maatregel' (GBM) worden opgelegd. Met de GBM zijn de

Nadere informatie

Straffen en Opvoeden. De Raad voor de Kinderbescherming als schakel tussen hulp en recht

Straffen en Opvoeden. De Raad voor de Kinderbescherming als schakel tussen hulp en recht Straffen en Opvoeden De Raad voor de Kinderbescherming als schakel tussen hulp en recht 16 februari 2010 Taken Raad voor de Kinderbescherming Onderzoek naar noodzaak kinderbeschermingsmaatregel Onderzoek

Nadere informatie

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader René Zijlstra, kinder- en jeugdpsychiater NIFP Midden Nederland Kenniscafé 14 januari 2014 Grens van zorg en gedwongen kader Rol van wet- en regelgeving Voorbeeld:

Nadere informatie

Samenwerking tussen en in de Veiligheidshuizen

Samenwerking tussen en in de Veiligheidshuizen Samenwerking tussen en in de Veiligheidshuizen Factsheet s-hertogenbosch Mill en Sint Hubert Sint- Michielsgestel Sint Anthonis Voorwoord Een nieuwe fase is aangebroken voor de Veiligheidshuizen, zowel

Nadere informatie

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens Jaarverslag 2012 Professionaliseren en versterken van de ketens Inleiding H et Veiligheidshuis is dé plek waar veiligheid, zorg en bestuur samen komen rond complexe problematiek. Het is een netwerksamenwerking

Nadere informatie

Jeugdreclassering Informatie voor jongeren

Jeugdreclassering Informatie voor jongeren Jeugdreclassering Informatie voor jongeren Inhoudsopgave Jeugdreclassering Informatie over Bureau Jeugdzorg Limburg Wanneer krijg je met jeugdreclassering te maken? Wat kan jeugdreclassering voor je doen?

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Inleiding Vanaf 1 januari 2005 zijn de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) een onderdeel

Nadere informatie

JEUGDRECLASSERING INFORMATIE VOOR OUDERS/OPVOEDERS

JEUGDRECLASSERING INFORMATIE VOOR OUDERS/OPVOEDERS JEUGDRECLASSERING INFORMATIE VOOR OUDERS/OPVOEDERS 1 INHOUD Jeugdreclassering; informatie voor ouders/opvoeders Algemene informatie Bureau Jeugdzorg Limburg Wanneer krijgt uw kind met jeugdreclassering

Nadere informatie

Vervolgonderzoek AMK Utrecht

Vervolgonderzoek AMK Utrecht Vervolgonderzoek AMK Utrecht Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1... 7 1.1 Aanleiding... 7 1.2 Centrale onderzoeksvraag... 7 1.3 Toetsingskader...

Nadere informatie

de jeugd is onze toekomst

de jeugd is onze toekomst de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding van hun kind. Mensen die zich zorgen

Nadere informatie

Jeugdbescherming en jeugdreclassering

Jeugdbescherming en jeugdreclassering Jeugdbescherming en jeugdreclassering Een inleiding Adri van Montfoort Bureau Van Montfoort VNG Regioconferenties, mei 2011 avm@vanmontfoort.nl Inhoud presentatie Geschiedenis Huidige situatie Nieuw stelsel:

Nadere informatie

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum CMWW Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding Blz. 3 2. Uitvoering Blz. 3 3. Aanpak Blz. 4 4. Ontwikkelingen van het JPP Blz. 5 5. Conclusies en Aanbevelingen Blz. 6

Nadere informatie

Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering. Juni 2013 Anna van Beuningen

Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering. Juni 2013 Anna van Beuningen Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering Juni 2013 Anna van Beuningen Gemeenten na 2015 verantwoordelijk voor inrichting van het gehele jeugdstelsel Dus ook voor toeleiding naar jeugdbescherming

Nadere informatie

Alleen als het echt niet anders kan

Alleen als het echt niet anders kan Alleen als het echt niet anders kan De meeste Nederlandse ouders zijn prima in staat om hun kinderen voldoende veiligheid te bieden. Bij ongeveer 1 procent van de Nederlandse kinderen komt de veiligheid

Nadere informatie

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER BUREAU JEUGDZORG NOORD-HOLLAND Elk kind heeft recht op goede ontwikkelkansen en om op te groeien in een veilige omgeving. Als dit niet vanzelf gaat, wordt door het lokale veld

Nadere informatie

VEILIGHEIDSHUIS KERKRADE

VEILIGHEIDSHUIS KERKRADE VEILIGHEIDSHUIS KERKRADE toelichting op werkwijze en resultaten in 2010 ten behoeve van gemeente Gulpen-Wittem ronde tafel 17 maart 2011 inhoud van deze presentatie wat doet het Veiligheidshuis Kerkrade?

Nadere informatie

Jeugdbescherming in Nederland

Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Mr. drs. Bart de Jong Adviseur Van Montfoort 2 Stelselwijziging Jeugd Wat is Jeugdbescherming? Proces/Actoren Doelgroep en problematiek Maatregelen

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Drenthe. Ondertoezichtstelling. BureauJeugdzorgDrenthe. november 2012 / 12 002

Bureau Jeugdzorg Drenthe. Ondertoezichtstelling. BureauJeugdzorgDrenthe. november 2012 / 12 002 BureauJeugdzorgDrenthe november 2012 / 12 002 Bureau Jeugdzorg Drenthe Ondertoezichtstelling Ondertoezichtstelling Informatie voor kinderen Je bent door de kinderrechter onder toezicht gesteld bij Bureau

Nadere informatie

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding Waarom een onderzoek? De Raad voor de Kinderbescherming wordt ingeschakeld op het moment dat je ouders of andere mensen uit je omgeving vinden dat het mis met

Nadere informatie

Als je in aanraking komt met de politie

Als je in aanraking komt met de politie Als je in aanraking komt met de politie Je bent in aanraking gekomen met de politie en dan? Je bent met de politie in aanraking geweest. Als de politie jouw strafzaak ernstig genoeg vindt, kan die dat

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Over de Raad voor de Kinderbescherming Justitie Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Als opvoeden een probleem is Soms kunnen ouders hun kind (tijdelijk)

Nadere informatie

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij De kinderrechter heeft besloten dat Jeugdbescherming west het gezag over uw kind gaat uitoefenen. Dat wordt voogdij genoemd. Hiervoor kunnen verschillende

Nadere informatie

INZICHT IN JEUGDRECHT

INZICHT IN JEUGDRECHT INZICHT IN JEUGDRECHT Ingeborg Galama Juridisch adviseur Raad voor de Kinderbescherming Onderwerpen 1.Doel en grond voor de ondertoezichtstelling 2.Uithuisplaatsing 3.Gesloten jeugdzorg 4.Ontheffing/ontzetting

Nadere informatie

Complexe scheidingen/ vechtscheidingen en het kind?

Complexe scheidingen/ vechtscheidingen en het kind? Complexe scheidingen/ vechtscheidingen en het kind? Stem van het kind: Villa Pinedo 2 1 3 4 2 Terminologie: vechtscheiding / complexe scheiding Terminologie: In maatschappelijk debat: vechtscheiding Vraag:

Nadere informatie

Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden. van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden. van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

RaadsJaar. De Raad voor de Kinderbescherming. Limburg in 2008. Regio Limburg. Justitie Regio Limburg INHOUDSOPGAVE JAARBERICHT 2008

RaadsJaar. De Raad voor de Kinderbescherming. Limburg in 2008. Regio Limburg. Justitie Regio Limburg INHOUDSOPGAVE JAARBERICHT 2008 JAARBERICHT 28 Regio RaadsJaar In 28 heeft de regio zich net als in 27 ingezet voor effectiever en efficiënter werken. Betere afstemming in de keten voor komt vertraging en laat ons samen slag vaardig

Nadere informatie

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT 2008009130 HOLLAND IJ is ' AANDACHT ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT bij Problemen rond OPGROEIEN EN OPVOEDING NOORD-HOLLAHO BUREAU JEUGDZORG HEEFT 5 SECTOREN Lokaal Jeugdbeleid Jeugdhulpverlening Advies-

Nadere informatie

Alleen als het echt niet anders kan

Alleen als het echt niet anders kan Alleen als het echt niet anders kan De meeste Nederlandse ouders zijn prima in staat om hun kinderen voldoende veiligheid te bieden. Bij ongeveer 1 procent van de Nederlandse kinderen komt de veiligheid

Nadere informatie

Voor ouders over de voogdijmaatregel

Voor ouders over de voogdijmaatregel Voor ouders over de voogdijmaatregel Jeugdbescherming west Jeugdbescherming west komt in actie als de veiligheid en de ontwikkeling van een kind of jongere bedreigd worden. Wij zijn er als onze deskundigheid

Nadere informatie

Jeugdbescherming Informatie voor jongeren

Jeugdbescherming Informatie voor jongeren Jeugdbescherming Informatie voor jongeren Inhoudsopgave»» Jeugdbescherming»» Wat is een ondertoezichtstelling (OTS)?»» Wat is jouw rol bij een OTS?»» Wat gaat er gebeuren?»» Wat zijn jouw rechten?»» Wat

Nadere informatie

Als u tijdelijk voogd wordt over een jongere. uit het Caribische deel van het Nederlandse Koninkrijk

Als u tijdelijk voogd wordt over een jongere. uit het Caribische deel van het Nederlandse Koninkrijk Als u tijdelijk voogd wordt over een jongere uit het Caribische deel van het Nederlandse Koninkrijk Inhoud 4 > Gezag en voogdij 5 > Voogdijregeling 5 > Tijdelijke voogdij 7 > Vereisten voorafgaand aan

Nadere informatie

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003 Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 23 Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Iedereen die zich zorgen maakt over een kind in zijn of haar omgeving kan contact

Nadere informatie

RaadsJaar. De Raad voor de Kinderbescherming. Gelderland in 2008. Regio Gelderland. Justitie Regio Gelderland INHOUDSOPGAVE JAARBERICHT 2008

RaadsJaar. De Raad voor de Kinderbescherming. Gelderland in 2008. Regio Gelderland. Justitie Regio Gelderland INHOUDSOPGAVE JAARBERICHT 2008 JAARBERICHT 28 Regio RaadsJaar Het kabinetsbeleid is door de Raad vertaald in drie strategische doelen: de Raad moet nog doel treffender worden, kinderen hoeven niet meer te wachten en er moet meer ruimte

Nadere informatie

Datum 15 september 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen jeugdige criminelen met ernstige gedragsproblemen

Datum 15 september 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen jeugdige criminelen met ernstige gedragsproblemen > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van

Nadere informatie

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Utrecht, juli 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS)

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS) Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS) Inleiding Als het Bureau Jeugdzorg zich grote zorgen maakt over het opgroeien van uw kind, én als zij vinden

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming Mathilde Roubos Anjo Mangelaars Vrijwillig kader Gedwongen kader Bureau Jeugdzorg Toegang AMK Jeugdbescherming Jeugdreclassering CIT Voorlopige Ondertoezichtstelling

Nadere informatie

Schuingedrukte woorden worden uitgelegd in een woordenlijst op pagina 4.

Schuingedrukte woorden worden uitgelegd in een woordenlijst op pagina 4. Voogdijmaatregel Informatie voor jeugdigen over voogdij Kinderen moeten altijd iemand hebben die het gezag over hen heeft. Dit gezag ligt meestal bij je ouder(s). Maar wat als je ouder(s) overlijden of

Nadere informatie

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland 1 Inspectie Jeugdzorg Utrecht, oktober 2015 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Alleen als het echt niet anders kan

Alleen als het echt niet anders kan Alleen als het echt niet anders kan De meeste Nederlandse ouders zijn prima in staat om hun kinderen voldoende veiligheid te bieden. Bij ongeveer 1 procent van de Nederlandse kinderen komt de veiligheid

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Taken van het Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene.

Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Jeugdreclassering Informatie voor jongeren Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Ben jij tussen de twaalf en achttien

Nadere informatie

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:

Nadere informatie

Jeugdbescherming en jeugdreclassering. Inleiding Nicis/G32 Den Haag, 15 april 2011 Adri van Montfoort

Jeugdbescherming en jeugdreclassering. Inleiding Nicis/G32 Den Haag, 15 april 2011 Adri van Montfoort Jeugdbescherming en jeugdreclassering Inleiding Nicis/G32 Den Haag, 15 april 2011 Adri van Montfoort 1 Baby Hendrikus In 2009 wordt Hendrikus geboren Zijn beide ouders zijn zwakbegaafd Hendrikus wordt

Nadere informatie

Beschermen & Versterken

Beschermen & Versterken Beschermen & Versterken een aanpak die werkt Een veilige omgeving voor het kind We beschermen het kind en versterken het gezin De verantwoordelijkheid voor de zorg voor kinderen die in hun ontwikkeling

Nadere informatie

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013 Protocol Gezag en omgang na scheiding Datum 30 januari 2013 Status Definitief Inleiding - 5 1 Doel van het onderzoek - 6 2 Uitgangspunten - 7 3 Werkwijze van de Raad - 8 3.1 Eerste informatieronde - 8

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016

Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016 Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016 Wat is Jeugdzorg Plus Jeugdzorg Plus is een vorm van gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van

Nadere informatie