Raadsmededeling - Openbaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Raadsmededeling - Openbaar"

Transcriptie

1 Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 138/2016 Datum : 27 september 2016 B&W datum : Beh. ambtenaar : M. Nijmeijer Portefeuillehouder : G. Berghoef Onderwerp : Toezegging Agendacommissie 19 september 2016; beschikbaarheid scenario's en draaiboeken n.a.v. incident Aanleiding Tijdens de Agendacommissie van 19 september is door meneer Veldhuizen van de VVD de vraag gesteld of een overzicht gegeven kon worden van de beschikbare scenario s en draaiboeken voor verschillende calamiteiten en incidenten waaronder het incident op 18 augustus aan de Grote Moate in Aalten. In deze raadsmededeling wordt een toelichting gegeven, tevens zijn stukken bijgevoegd. Inhoud mededeling Er is contact geweest met de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland. De kolom Geneeskundige Hulp bij Ongevallen in de Regio (GHOR) speelt bij diverse calamiteiten en incidenten een belangrijke rol, met name in het kader van de psychosociale hulpverlening. Hoe groot of klein het incident ook is de medewerkers van de psychosociale hulpverlening kunnen altijd benaderd worden. Het Protocol Ingrijpende Gebeurtenissen is een document wat geraadpleegd wordt tijdens calamiteiten waarbij sprake is van een grote impact op de samenleving. In het protocol staat duidelijk omschreven voor welke calamiteiten dit protocol ingezet kan worden, belangrijk om te weten is dat het protocol zeer laagdrempelig wordt ingezet. Daarnaast beschikt de GHOR over een notitie betreffende de Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR) zoals die binnen de Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland is georganiseerd. De lijnen richting de Veiligheidsregio zijn erg kort. Wanneer sprake is van een ingrijpende gebeurtenis of bijzondere calamiteit dan wordt er zo snel mogelijk contact gezocht met de medewerkers van de GHOR in hoeverre de PSHOR ingezet kan worden. Regionaal beschikken ook alle gemeenten over een Handelingsprotocol bij calamiteiten in het sociale domein. Voor de gemeente Aalten staat deze op de agenda van het college van 4 oktober aanstaande. De volgende stukken zijn voor u bijgevoegd: - Protocol Ingrijpende Gebeurtenissen GHOR Noord- en Oost- Gelderland - Procesplan Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR) in de VNOG De volgende stukken zijn voor u ter inzage gelegd: --

2 Directeur GHOR J GHOR Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Auteur: Ellen Kamer Versie: 2.0 Documentdatum: Geldig tot: Revisiedatum: Decosnummer: Kwaliteitsdocumenten\841

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR) in de VNOG Missie en Visie PSHOR Doelgroep Doelstellingen en uitgangspunten van de PSHOR Globale opzet en uitgangspunten Het hulpaanbod Definities opvangfase en nazorgfase Samenstelling en taken kernteam PSHOR Aanbod tijdens de opvangfase Taken psychosociaal rampenopvangteam (opvangteam) Herkenbaarheid en uitrusting opvangteam Aanbod tijdens de nazorg PSHOR bij Ingrijpende gebeurtenissen Nazorg hulpverleners Evaluatie Scholing Opleiding en bijscholing Relatie met andere processen Rampenbestrijding Geneeskundige Hulpverlening Preventieve Volksgezondheid en Medische Milieukundige maatregelen Opvang en verzorging Informeren van de media Nazorg...17 Versie 2.0, revisiedatum Pagina 2 van 17

4 1 Inleiding Het doel van dit procesplan is het beschrijven van de gecoördineerde psychosociale opvang aan getroffenen van een ramp in de eerste uren en dagen na deze gebeurtenis. Dit procesplan is een hulpmiddel op de vraag wat te doen en wat te laten in met name de eerste zes weken na een ramp, terrorisme of andere schokkende gebeurtenis. Dit procesplan laat zien hoe de gecoördineerde psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen in zijn werk gaat. Tevens zal algemene informatie gegeven worden betreffende Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR) in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. Het procesplan is een leidraad zijn, maar kan niet uitsluiten dat, ten tijde van een opschaling, onvoorziene zaken om geïmproviseerde en creatieve oplossingen vragen. De hulpverlening die dient plaats te hebben na de in dit procesplan beschreven acute fase, en die soms jaren kan duren, wordt omschreven in een separate nota. Uitgangspunt voor dit procesplan vormt de richtlijn vroegtijdige psychosociale interventies na rampen, terrorisme en andere schokkende gebeurtenissen die eind 2007 onder auspiciën van de Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ en in samenwerking met diverse beroepsverenigingen en organisaties tot stand is gekomen. Voor de hulpverlening tijdens kleinschalige maar complexe incidenten die niet leiden tot een volledig opgeschaalde crisis- of rampenorganisatie, maar waarbij de hulpvraag het gewone aanbod overstijgt, wordt in plaats van dit procesplan PSHOR, het protocol ingrijpende gebeurtenissen ingezet. Dit procesplan vervangt de drie procesplannen van maart 2006 voor de regio s Apeldoorn e.o., Achterhoek en Noord-west Veluwe. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 3 van 17

5 2 Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR) in de VNOG 2.1 Missie en Visie PSHOR De medewerkers van de PSHOR werken volgens een bepaald concept. Dit concept komt voort uit een missie die is opgesteld door de deelnemende organisaties. Deze luidt: De PSHOR streeft ernaar om na een ramp of ernstige calamiteit, betrokkenen structuur, veiligheid en rust te bieden. Hiermee wordt de getroffen gemeente ondersteund in haar opvang- en verzorgingsproces. Uit deze missie is af te leiden dat de PSHOR een ondersteunende hulporganisatie is die de gemeente helpt de slachtoffers op te vangen en te begeleiden. Bij een inzet zoekt de PSHOR aansluiting bij bestaande opvangstructuren zoals die bijvoorbeeld door religieuze instellingen, scholen, huisartsen of verenigingen geboden worden. Tevens heeft de PSHOR een visie over hoe zij te werk gaat tijdens een ramp of ernstige calamiteit, namelijk: De benadering van de PSHOR is ten eerste gericht op het stimuleren van de zelfredzaamheid van burgers na een ramp of ernstige calamiteit. Daarnaast kan de PSHOR worden ingezet voor de crisisinterventie. 2.2 Begripsbepaling Voor de hulpverlening maakt het niet uit of een gebeurtenis betiteld wordt als incident, calamiteit of ramp (in dit procesplan wordt meestal het woord 'ramp' gebruikt). Uitgangspunt is dat een getroffen individu psychosociale opvang nodig heeft. Belangrijk is of een organisatie bij een groot aantal slachtoffers in staat is de vereiste hulp te bieden. Afhankelijk van de draagkracht van elke hulpverleningsorganisatie apart, zal in een regio door de betrokken partijen besloten moeten worden wanneer gecoördineerde inzet van psychosociale hulpverleners opportuun is. Niet alleen het aantal getroffenen, maar ook de ernst van de gebeurtenis en de behoefte aan psychosociale hulp zijn bepalend voor het wel of niet gezamenlijk en gestructureerd optreden van de hulpverleningsinstanties. Deze afspraken zijn in een convenant met de GHOR vastgelegd. Het proces van de psychosociale rampenopvang kent twee fasen: de acute fase: deze duurt zolang getroffenen in een opvangcentrum verblijven en daar psychosociale opvang nodig hebben; de nazorg fase: dit is de periode na sluiting van het opvangcentrum. De nazorgfase is op te splitsen in drie stadia: 1. De 1 e nazorgfase: dat is de periode van de eerste zes weken. In deze periode draagt de PSHOR bij aan het aanbieden van een steunende context aan getroffenen. 2. De 2 e nazorgfase omvat de periode tussen 6 weken en 3 maanden na een ramp. In deze periode nemen bij de meeste getroffenen de stressklachten af en hoeven ze minder gebruik te maken van de steunende context. 3. De 3 e nazorgfase: deze periode kan jaren duren. Voor het opzetten van hulpverlening zijn de volgende stadia van belang: na 9 maanden moet er voldoende psychische hulpverlening voorhanden zijn voor het opvangen van een eventuele grote toename aan hulpvragen, deze extra hulpverlening kan meestal na 27 maanden weer aanzienlijk worden afgebouwd. De PSHOR-structuur zoals deze in dit procesplan wordt omschreven is van kracht tijdens de acute fase van opvang van getroffenen net na een ramp. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 4 van 17

6 2.3 Doelgroep Er zijn twee categorieën te onderscheiden: a) de direct getroffenen: personen die de ramp hebben meegemaakt (aan den lijve hebben ondervonden) en in een (levens)bedreigende situatie hebben verkeerd. Deze direct getroffenen zijn onder te verdelen in: Getroffenen zonder psychische stoornissen en/of ernstige klinische symptomen. Dit is de grootste groep. Getroffenen bij wie twijfel bestaat over de aanwezigheid van psychische stoornissen en/of ernstige klinische symptomen. Getroffenen met psychische stoornissen en/of ernstige klinische symptomen. b) de indirecte getroffenen: personen die de ramp niet zelf hebben meegemaakt, maar door een relatie met een direct getroffene (beroepsmatig of anderszins) betrokken of getroffen worden door de ramp. Deze categorie is omvangrijk: partner, kinderen, familie vrienden, kennissen, buren collegae (werk / opleiding) ooggetuigen reddingswerkers hulpverleners (medische en psychosociaal) dienstverleners (financieel, juridisch, materieel) beleidscrisisteams (bijv. gemeentelijke rampenstaf) overigen (bijv. personen bij wie door de ramp onverwerkt leed geactiveerd wordt) Bij de opvang ten tijde van een ramp wordt in principe aandacht besteed aan alle hierboven genoemde groepen personen. Afhankelijk van de ernst van de situatie en de beschikbaarheid van de benodigde middelen (menselijke capaciteit en financiële middelen) wordt prioriteit gegeven aan één of meerdere groepen getroffenen. Uit diverse onderzoeken 1) zijn de volgende specifieke risicogroepen bekend die sneller om hulp vragen: mensen die dierbaren verloren hebben mensen die hun huis zijn kwijt geraakt vrouwen alleenstaanden immigranten/allochtonen in het bijzonder vluchtelingen die door oorlogsgeweld zijn getraumatiseerd kinderen, die gescheiden zijn van ouders en andere familie mensen die voor de ramp al eens therapeutische hulp hebben ontvangen. Getroffen hebben behoefte aan: veiligheid verzorging behoefte aan informatie hereniging dierbaren steun rust erkenning delen ervaringen afscheid kunnen nemen 1) Als risicogroepen zijn in ieder geval kinderen, allochtonen, psychiatrische patiënten en veroorzakers van de ramp als kwetsbaar aan te merken (Van der Velden e.a., 2000). Versie 2.0, revisiedatum Pagina 5 van 17

7 2.4 Doelstellingen en uitgangspunten van de PSHOR De psychosociale hulpverleningsorganisatie heeft ten doel: Bevorderen van natuurlijk herstel en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Signaleren van getroffenen die behoefte hebben aan acute psychische opvang. Zo nodig doorverwijzen en zo nodig behandelen van getroffenen die acute psychische opvang nodig hebben. Vertalen van wat er speelt in het opvangcentrum en de GHOR (via de leider kernteam) en het Hoofd Opvangcentrum hiervan op de hoogte stellen. het vervullen van een consulterende taak in de informatievoorziening aan de betrokkenen/slachtoffers via onder andere huisartsen en religieuze instellingen als natuurlijke opvangpartners. De psychosociale hulpverleningsorganisatie zal na een ramp, terroristische aanslag of een andere schokkende gebeurtenis een steunende context aanbieden die bestaat uit: Het bieden van een luisterend oor, steun en troost en openstaan voor de directe praktische behoeften van getroffenen. Het bieden van feitelijke en actuele informatie over de schokkende gebeurtenis. Het mobiliseren van steun uit de eigen sociale omgeving. Het faciliteren van hereniging met naasten en het bij elkaar houden van families. Het geruststellen van getroffenen die normale stressreacties vertonen. Uitgangspunten bij de psychosociale opvang: 1. De getroffenen zijn in principe personen die een normale reactie geven op een abnormale gebeurtenis. 2. Sociale steun uit de directe omgeving van de getroffenen is van essentieel belang bij het verwerken van de schokkende gebeurtenis. Hulpverleners dienen deze steun te mobiliseren, te versterken of te organiseren. 3. Collectieve vroegtijdige interventies vormen een essentieel onderdeel van het integrale pakket aan psychosociale zorg. In de eerste zes weken na een ramp wordt een goed nazorgplan, hulpverleningssysteem en voorlichtingssystematiek opgezet: Hulpverleners zijn soms curatief bezig (o.a. opvang bij acute psychiatrische problemen), maar meestal preventief (o.a. door te troosten en te ondersteunen) en richten zich op opsporing van personen met een verhoogd risico op verwerkingsproblemen. Aan getroffenen moet voorlichting worden aangeboden die bestaat uit: - geruststellende uitleg over normale reacties, - aangeven wanneer hulp zoeken, - aanraden de dagelijkse routine op te pakken. Deze voorlichting moet op verschillende momenten (herhaling van de boodschap) en op verschillende manieren mondeling en/of schriftelijk (folders, artikelen in kranten, teletekst, internet, radio en televisie) worden gegeven. Er wordt geen preventieve psycho-educatie aangeboden. Etnische minderheden en andere specifieke groepen worden zo regulier mogelijk benaderd en zo cultuurspecifiek als nodig. Hierbij valt te denken aan voorlichting in de moedertaal en het betrekken van sleutelfunctionarissen uit etnische minderheidsgroepen. Ook relevante intermediairen (huisartsen, geestelijke verzorgers, leerlingbegeleiders, enz) dienen middels voorlichting geïnformeerd te worden over de gevolgen (lichamelijk en psychisch) op korte en lange termijn en hoe zij de getroffenen kunnen helpen bij het verwerkingsproces. Getrainde vrijwilligers, nulde- en eerstelijns hulpverleners (met de tweedelijns GGZ op de achtergrond) hebben in de acute fase een rol in de psychologische triage. Hierbij gaat het vooral om het signaleren van getroffenen met psychische stoornis en/of ernstige klinische symptomen die diagnostiek en/of behandeling behoeven. Deze triage tracht de vraag te beantwoorden: pluis of niet-pluis. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 6 van 17

8 Psychologische triage vindt vaak plaats in de acute fase maar kan ook plaatsvinden in de nazorgfase, bijvoorbeeld wanneer een getroffene een zorgverlener consulteert. Eenmalige psychologische briefing wordt vermeden zowel voor getroffenen als voor hulpverleners. Behandeling met traumagerichte cognitieve gedragstherapie (CGT) wordt aanbevolen voor getroffenen (ook voor kinderen ouder dan 7 jaar) met een acute stressstoornis (ASS) of ernstige symptomen van acute posttraumatische stressstoornis (PTSS) gedurende de eerste maand na een schokkende gebeurtenis. 2.5 Globale opzet en uitgangspunten Krachtens de Wet Veiligheidsregio s en de Wet Publieke Gezondheid is de directeur Publieke Gezondheid belast met de leiding over de geneeskundige hulpverlening. Hij treft voorbereidingen voor een adequate hulpverlening. De psychosociale hulpverlening maakt deel uit van deze geneeskundige hulpverlening. Daarom is de directeur Publieke Gezondheid belast met de leiding over de psychosociale hulpverlening. Ook in het geval dat er (nog) geen sprake is van een officiële ramp maar wel van een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines onder leiding van de burgemeester (= bestuurlijke opschaling), is de directeur Publieke Gezondheid verantwoordelijk. In de praktijk delegeert de directeur Publieke Gezondheid deze taken en verantwoordelijkheden aan de Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (ACGZ). In de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland is een aantal jaren geleden een psychosociale hulpverleningsorganisatie (PSHOR) opgezet, waarin een aantal hulpverleningsinstanties samenwerkt onder leiding van een kernteam. De directeur Publieke Gezondheid delegeert zijn verantwoordelijkheid voor de psychosociale hulpverlening naar (de leider van) dit kernteam. Bij een bestuurlijke opschaling besluit de directeur Publieke Gezondheid over de start en het einde van het operationeel zijn van de PSHOR. Tijdens het in werking zijn van de PSHOR rapporteert de leider van het kernteam rechtstreeks aan de ACGZ. De PSHOR in de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland wordt gevormd door de GGZ-instellingen, Maatschappelijk werk organisaties en Stichting Slachtofferhulp die in de regio werkzaam zijn. Deze instanties hebben de expertise in huis om opvang te verlenen aan slachtoffers van alle leeftijdsgroepen. Zeker in de acute opvangfase is het belangrijk dat het aantal instanties niet te groot is. Het is denkbaar dat in een latere (nazorg)fase andere hulpverlenende instanties door de PSHOR uitgenodigd worden bij te dragen aan de (vervolg)hulpverlening. Dit is vooral afhankelijk van de kenmerken van de getroffen groep slachtoffers. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan instanties voor migranten, welzijn ouderen, de jeugdhulpverlening of instanties voor geestelijk gehandicapten. Het meldpunt voor psychosociale hulpverlening van een ramp of ernstige calamiteit berust in alle gevallen bij GGNet. Dit bevordert de eenduidigheid en continuïteit voor alle betrokkenen, maar in het bijzonder voor de directeur Publieke Gezondheid. Het telefonisch meldpunt ligt bij de 7 x 24 uurdienst van GGNet Apeldoorn. De ACGZ kan gedurende 7 x 24 uur per week GGNet een voorwaarschuwing geven en daadwerkelijk inschakelen. Binnen de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland is afgesproken dat binnen 1 uur na alarmering een opvangteam in een opvangcentrum of opvanglocatie aanwezig kan zijn. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 7 van 17

9 3 Het hulpaanbod Niet-gewonde en (behandelde) lichtgewonde slachtoffers worden opgevangen in opvangcentra. De inrichting en exploitatie van opvangcentra behoren tot de verantwoordelijkheid van de betreffende gemeente. De gemeente draagt zorg voor logistieke verzorging (maaltijden, meubilair, spel- en recreatievoorzieningen enz.) voor zowel de hulpverleners als de getroffenen in het opvangcentrum. Met hulp van de politie wordt ervoor gezorgd dat er geen ongewenste personen (bijvoorbeeld journalisten) in het opvangcentrum komen. Ook zal ervoor worden gezorgd dat veroorzakers van een ramp niet met de slachtoffers in een ruimte worden opgevangen. Voor hulpverleners zal een mogelijkheid geschapen worden om in afgesloten ruimtes individuele gesprekken te voeren. De leider van het opvangteam kan in de opvangcentra gebruik maken van de door andere diensten geboden faciliteiten. Afstemming dient plaats te vinden met de centrale leiding van het opvangcentrum. De maatschappelijke opvang in deze centra wordt verzorgd door maatschappelijk werkenden van de Sociale Dienst en medewerkers van het Nederlandse Rode Kruis. De leider van een Psychosociaal Opvangteam heeft in het opvangcentrum te maken met andere leidinggevenden zoals het hoofd opvangcentrum van de gemeente, het hoofd Opvang en Verzorging van het Nederlandse Rode Kruis, het hoofd Centrale Registratie en Informatie Bureau (CRIB) en de beheerder van het gebouw en met de volgende geneeskundige diensten. Het Nederlandse Rode Kruis is voor verzorgingstaken en eventuele bemanning van een EHBO-post. Ambulancepersoneel is er voor eventueel transport van liggende slachtoffers, huisartsen voor somatische klachten van slachtoffers en GGD-personeel voor de somatische klachten c.q. bemanning van een EHBO-post. Ook kunnen gemeentelijke diensten zoals bewonerszaken, Sociale Zaken en Welzijn, vrijwilligersorganisaties, tolken, religieuze instellingen en bewakingsdiensten aanwezig zijn in een opvangcentrum. Mocht er een spontaan opvangcentrum ontstaan in ziekenhuizen (Harderwijk, Apeldoorn, Doetinchem of Zutphen), dan kan het ziekenhuis via de directeur Publieke Gezondheid en/of ACGZ een beroep doen op bijstand van de PSHOR. Dit zal in overleg met het kernteam worden besloten. 3.1 Definities opvangfase en nazorgfase Zolang het opvangcentrum operationeel is, spreekt men van de opvangfase. In deze fase is de PSHOR gericht bezig met het verzorgen van psychosociale opvang aan de slachtoffers. Na sluiting van het opvangcentrum begint de nazorgfase. In deze fase zal het kernteam van de PSHOR vooral een consulterende en adviserende rol ten opzicht van de gemeente en GHOR vervullen. De verwachting is dat er geen actieve opvangteams meer worden ingezet. De nazorgfase eindigt formeel na het desbetreffende besluit van de directeur Publieke Gezondheid. 3.2 Samenstelling en taken kernteam PSHOR Iedere instelling vaardigt één vertegenwoordiger af naar het kernteam. De vertegenwoordiger is bevoegd/gemandateerd tot het nemen van beslissingen omtrent de inzet van medewerkers van de eigen organisatie. Het gaat om de volgende personen: Vanuit de GGZ: de leidinggevenden van de crisisdiensten of hun vervangers Vanuit Stichting Slachtofferhulp: directeur of plaatsvervanger Vanuit Maatschappelijk Werk-instellingen: één van de gemandateerde managers. De GGZ en het algemeen maatschappelijk werk (AMW) maakt haar afvaardiging in het kernteam van de PSHOR afhankelijk van het rampgebied. Vanwege dezelfde eenduidigheid en continuïteit en de noodzakelijke inhoudelijke deskundigheid levert een van de GGZ-instellingen de leider voor het kernteam. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 8 van 17

10 Taken van het kernteam PSHOR tijdens opvangfase Contact onderhouden met teamleiding (of coördinerend leider) van opvangteams. Aanvulling en aflossing van opvangteams regelen. Contact onderhouden (bij voorkeur ieder half uur) met de ACGZ. Het verzorgen van publieksvoorlichting (via media), in principe via afdeling voorlichting van de gemeente. Verslaglegging: bijhouden van een logboek. Opstellen van een gefaseerd plan voor de nazrogfase (na sluiting opvangcentra) en deze blijven controleren. Vergaderstructuur van het kernteam Tijdens het eerste overleg van het kernteam, na opschaling, wordt de taakverdeling bepaald. Wie doet wat, wie onderhoudt welke contacten, wie neemt deeltaken op zich, daarna wordt de vergaderprocedure vastgesteld en de informatie uitgewisseld en afgestemd. Tijdens vervolgoverleggen wordt een vast vergaderritme aangehouden. In begin elk (half) uur, later elk (twee) uur. Er wordt een cyclisch vergadermodel aangehouden: terugblik op vorig overleg aan de hand van logboek, informatie uitwisselen en afstemmen, terugrapportage van uitvoeringsactiviteiten, nieuwe besluitvorming en aanpassing taakverdeling. Beslissingen in kernteam verlopen via consensus. Formeel neemt de leider van het kernteam de beslissingen. Taken leider kernteam/procesleider PSHOR De taken van de leider kernteam zijn vastgelegd in een bijlage getiteld werkinstructie leider Kernteam PSHOR. Tevens is er voor deze functie een kwalificatieprofiel van toepassing. Taken lid kernteam Voor het lid kernteam is een functiebeschrijving van toepassing. De werkzaamheden van het lid kernteam zijn: preparatie formeren en onderhouden van adequaat netwerk bijhouden van een actuele lijst van deelnemers aan de opvangteams bijhouden van interne stappenplannen repressief alarmeren medewerkers contact onderhouden met rekruteerders uit eigen organisatie organisatorische zaken aansturen voor activering psychosociale opvangteams signaleren van behoefte aan PSHOR adviseren leider kernteam over inzet, samenstelling en taken opvangteams dienstroosters opstellen van de opvangteams informatie verstrekken aan leider kernteam bijhouden van logboek bewaken van privacy leider kernteam adviseren m.b.t. afschaling en nazorg zonodig gelegenheid voor napraten voor leider en leden opvangteam verzorgen nazorg leider kernteam adviseren over het traject nazorg. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 9 van 17

11 Aflossing kernteam Uitgangspunt is dat het kernteam na ongeveer 8 uur wordt afgelost, echter pas nadat het 2e opvangteam gearriveerd en geïnstrueerd is in het opvangcentrum. Locaties actiecentra PSHOR De GGZ-instellingen hebben vier locatie aangewezen die kunnen dienen als actiecentrum. De keuze voor een bepaalde locaties als actiecentrum is afhankelijk van de plaats, waaruit de rampmelding komt. Er zijn actiecentra aangewezen in Apeldoorn, Harderwijk, Doetinchem en Zutphen. 3.3 Aanbod tijdens de opvangfase Tijdens de opvangfase neemt de PSHOR de psychosociale opvang in de opvangcentra voor haar rekening. Het kernteam van de PSHOR stuurt één of meer psychosociale rampenopvangteams (opvangteams) naar de opvangcentra. De rampenopvangteams verlenen in principe geen hulp in de behandelcentra in het opvangcentrum. Deze centra zijn primair bedoeld voor de eerste somatische zorg. Wel verleent een opvangteam daar hulp indien een behandelcentrum officieel wordt aangewezen als opvangcentrum (transformatie). In de opvangcentra verrichten medewerkers van het Rode Kruis de eerste opvang. Zij zorgen voor voeding, kleding, hulp bij het oplossen van praktische problemen en luisteren naar de verhalen van de getroffenen. Zij hebben een belangrijke signalerende functie naar de psychosociale hulpverleners. Het is belangrijk dat zij een basistraining hebben gehad in het omgaan met mensen die een schokkende gebeurtenis hebben meegemaakt. Een opvangteam opereert in eerste instantie terughoudend. Alle leden van het opvangteam nemen deel aan de eerste opvang, het luisteren naar en ondersteunen van getroffenen. In tweede instantie (als er aanleiding toe is) krijgt de specifieke psychosociale opvang invulling. Inhoudelijk vallen de werkzaamheden van het opvangteam onder het kernteam. De leider opvangteam krijgt voor materiële en organisatorische aspecten instructies van het hoofd opvangcentrum. Daartoe vindt er binnen het opvangcentrum regelmatig overleg plaats tussen hoofd opvangcentrum en aanwezige diensten. 3.4 Taken psychosociaal rampenopvangteam (opvangteam) De hulp en taken van het opvangteam bestaat uit a) Het bieden van een luisterend oor, steun en troost en openstaan voor de directe praktische behoeften van getroffenen. b) Slachtoffers en andere betrokkenen feitelijke en actuele informatie geven over de schokkende gebeurtenis (mondeling en schriftelijk) over de te verwachten reacties en symptomen en over hoe de ervaringen kunnen worden verwerkt. c) Het mobiliseren van steun uit de eigen sociale omgeving. d) Het faciliteren van hereniging met naasten en het bij elkaar houden van families. e) Het bevorderen van rust en veiligheid door veroorzakers en slachtoffers van een ramp gescheiden op te vangen. f) Het geruststellen van getroffenen die normale stressreacties vertonen (mondeling en schriftelijk). g) Het signaleren van getroffenen met psychische stoornissen en/of ernstige klinische symptomen (pluis-niet pluis). h) Het informeren van de leider opvangteam. i) Het verrichten van psychologische triage en indicatiestelling. j) Bieden van ondersteuning van specifieke groepen van eerder getraumatiseerden. k) Verlenen van eerste individuele psychische opvang of crisisinterventie aan diegenen die acuut hulp nodig hebben wanneer zij (tekenen van) psychiatrisch gedrag vertonen. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 10 van 17

12 l) Consultatie en advies aan de medewerkers van het opvangcentrum die de maatschappelijke opvang verzorgen en aan de aanwezige arts. m) Psychosociale hulpcontacten met slachtoffers registreren op registratieformulier. n) Bijhouden van een logboek (door leider evt. met ondersteuning). De uitvoerende hulpverleners van het Maatschappelijk Werk, van Stichting Slachtofferhulp en van de GGZ-instellingen werken als team en zijn op meerdere taken inzetbaar. Na de eerste opvang door alle teamleden, wordt de specifieke psychosociale opvang daadwerkelijk ingevuld. De volgende accenten worden daarbij onderscheiden De taken a t/m h zijn vooral voor het Maatschappelijk Werk en voor Stichting Slachtofferhulp. Medewerkers van de GGZ-instellingen voeren de taken i t/m n uit. Afhankelijk van mogelijk psychiatrisch gedrag van eerder getraumatiseerden kan taak j ook door het AMW worden opgepakt of men werkt gezamenlijk. Daarnaast zal de GGZ-instelling zorgen voor schriftelijk informatiemateriaal (voor taak f). Taak m wordt door alle leden van het rampenopvangteam verricht. Taken leider opvangteam De taken van de leider opvangteam zijn vastgelegd in een bijlage getiteld werkinstructie leider Psychosociaal Opvangteam. Tevens is er voor deze functie een kwalificatieprofiel van toepassing. De grootte van een opvangteam wordt bepaald door de leider kernteam en is afhankelijk van de omvang van de ramp. Eén van de GGZ-hulpverleners fungeert als leider van het opvangteam. Enerzijds omdat deze GGZ-instelling inhoudelijk het meest deskundig is op dit terrein, anderzijds omdat de betrokkene dezelfde taal spreekt als de leider van het kernteam, hetgeen de aansturing vergemakkelijkt. Het team opereert in de ruimte waar zich de slachtoffers bevinden (ideaal zou zijn tevens te beschikken over een ruimte voor individuele gesprekken en over een groepsruimte). Afstemming In eerste instantie is het kernteam selfsupporting voor de PSHOR-zaken. Problemen die niet door het kernteam kunnen worden opgelost en/of betrekking hebben op zaken waarbij andere ketenpartners een rol spelen, gaan via de ACGZ. Wel dienen zaken afgestemd te worden tussen ACGZ, leider kernteam en leider opvangteam, zodat iedereen dezelfde informatie heeft. De aanvraag voor een huisarts in het opvangcentrum verloopt via de GHOR De aanvraag voor een tolk loopt via de gemeente. De leider opvangteam overlegt dit met het hoofd opvangcentrum. De aanvraag voor een psychiater verloopt via de leider kernteam. De gemeente zorgt voor speelgoed voor de kinderen. De leider opvangteam kan deze vraag neerleggen bij het hoofd opvangcentrum. De SITRAP van de ramp gaat van de ACGZ (eventueel via het actiecentrum GHOR) naar de leider kernteam en de leider opvangteam. Problemen over voorlichting aan slachtoffers in het opvangcentrum wordt door de leider opvangteam gemeld aan het hoofd opvangcentrum en aan de leider kernteam die dit terugkoppelt aan de ACGZ. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 11 van 17

13 Aflossing opvangteam In het kernteam van de PSHOR wordt besloten hoeveel teams er in het actuele geval nodig zijn en wanneer deze worden afgewisseld. Met het oog op de benodigde hulpverleners is de afspraak gemaakt dat het kernteam zelf zal beslissen hoeveel hulpverleners er nodig zijn afhankelijk van de ernst/grote van de situatie. Elk opvangteam wordt na ongeveer acht uur afgelost. Van deze acht uur is twee uur bedoeld voor briefing (uitleg vooraf wat er aan de hand is, wat ze kunnen verwachten en wat gedaan moet worden) en overdracht, napraten en stoom afblazen. De deelnemers aan de PSHOR zorgen zelf voor de oproepbaarheid van medewerkers. Gemiddeld genomen bestaat een team uit negen personen. In principe lossen de opvangteams elkaar na elke zes uur actieve inzet ineens af: per 24 uur is dat dus vier x zes uur en dus 36 personen. Bij verhoogd risico kan het aantal hulpverleners per team worden verhoogd. Bij een grote groep getroffenen kunnen zowel het aantal hulpverleners per team worden verhoogd als wel het vermeerderen van de teams die tegelijkertijd in hetzelfde opvangcentrum werkzaam zijn. Er zullen in 24 uur derhalve vier leiders opvangteam aanwezig zijn. Een ingezet team krijgt minimaal twee keer acht uur rust voor een volgende inzet in het opvangcentrum. In de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland is door de betrokken instellingen gegarandeerd dat drie opvangteams vlot te formeren zijn. Dit betekent dat binnen een dag een beroep gedaan zal worden op naburige regio s. Bijstandaanvraag uit andere regio s verloopt via de ACGZ volgens landelijke richtlijnen. 3.5 Herkenbaarheid en uitrusting opvangteam De herkenbaarheid van het opvangteam wordt gerealiseerd volgens de landelijke richtlijnen van de OPRON door middel van het dragen van okergele hesjes met opdruk (voor en achter) psychosociaal opvangteam. Voor de leider van het opvangteam is een apart hesje aanwezig (groen met opschrift LPO). De opvangteamleden krijgen voor vertrek, bij de briefing in het actiecentrum PSHOR, een aantal benodigdheden uitgereikt, te weten: hesje, registratieformulieren, protocol hulpverlening, protocol evaluatie et cetera. De leider van het opvangteam is voorzien van een mobiele telefoon waarvan de hulpverleners het nummer hebben. In de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland zijn de opvangteamleden allen ook voorzien van een badge met hun naam. In overleg kan worden besloten geen gebruik te maken van de hesjes maar in plaats daarvan de badge te gebruiken. 3.6 Aanbod tijdens de nazorg Tijdens de nazorg bestaan er geen opvangcentra meer en is de inzet van opvangteams niet meer nodig. Niettemin zijn er situaties denkbaar waarin zij nog op beperkte schaal nodig zijn (bijvoorbeeld voor het begeleiden van nabestaanden tijdens een rouwdienst). De nazorg omvat drie fasen: 1. De 1 e nazorgfase: dat is de periode van de eerste zes weken. In deze periode draagt de PSHOR bij aan het aanbieden van een steunende context aan getroffenen. 2. De 2 e nazorgfase omvat de periode tussen 6 weken en 3 maanden na een ramp. In deze periode nemen bij de meeste getroffenen de stressklachten af en hoeven ze minder gebruik te maken van de steunende context. 3. De 3 e nazorgfase: deze periode kan jaren duren. Voor het opzetten van hulpverlening zijn de volgende stadia van belang: na 9 maanden moet er voldoende psychische hulpverlening voorhanden zijn voor het opvangen van een eventuele hausse aan hulpvragen, deze extra hulpverlening kan meestal na 27 maanden weer aanzienlijk worden afgebouwd. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 12 van 17

14 Het kernteam van de PSHOR beslist of en op welke wijze de inzet van de opvangteams bij de 1 e nazorgfase nodig is. Het kernteam blijft gedurende de 1 e nazorgfase operationeel, maar zal minder frequent bijeen hoeven te komen. Het kernteam is verantwoordelijk voor het opstellen van een nazorgplan en bewaakt de uitvoering. In onderling overleg bepaalt het kernteam wie het beste wat kan uitvoeren. Het aanbod tijdens de 1 e nazorgfase zal zoveel mogelijk rechtstreeks georganiseerd worden door de instellingen die deel uitmaken van de PSHOR. Dit wil niet zeggen dat het aanbod ook vanuit de reguliere hulpverleningsstructuur van de betrokken organisaties verzorgd wordt. Het is goed denkbaar dat hulpverleners geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld van hun reguliere taken en speciaal belast worden met de hulp en ondersteuning aan de slachtoffers van de ramp of calamiteit, al dan niet via speciale tijdelijke teams. Het aanbod kan bestaan uit: advisering en consultatie aan intermediairen, op hun individuele verzoek of wordt actief aan hen aangeboden (bij voorkeur in groepsverband). Intermediairen zijn al diegenen die uit hoofde van hun functie te maken hebben met de slachtoffers van de gebeurtenis. Zij voeren opvanggesprekken met slachtoffers die zichzelf gedurende de eerste dagen na de gebeurtenis melden met een vraag om hulp (binnenlopers) het geven van hulp aan slachtoffers bij wie bestaande problemen door de gebeurtenis plotseling versterkt worden, of bij wie oude trauma's gereactiveerd worden en die hiervoor momenteel geen behandeling ontvangen het leveren van deskundigen voor een centraal informatiepunt waar getroffenen met al hun vragen terecht kunnen het bieden van kortdurend groepsaanbod voor nabestaanden indien er dodelijke slachtoffers zijn gevallen het bieden van een groepsaanbod voor slachtoffers om het verwerkingsproces te bevorderen (zogeheten stoomafblaas sessies). Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de nazorg van vrijwillige hulpverleners (Rode Kruis medewerkers, EHBO ers, taxibedrijven, aannemers enz.). Het kernteam moet vaststellen of, hoe en door wie deze vrijwillige hulpverleners moeten worden benaderd met een aanbod voor nazorg. Voor de betrokken hulpverleners is de nazorg binnen hun eigen instellingen geregeld. De rollen en taken van GGZ en maatschappelijk werk voor de nazorgfase zijn in de regio Noord- en Oost-Gelderland uitgewerkt. 3.7 PSHOR bij Ingrijpende gebeurtenissen Er doen zich in ons land vaker kleinere ingrijpende gebeurtenissen voor dan rampen of crisissituaties waarbij grootschalige opvang wordt georganiseerd. Voor deze ingrijpende gebeurtenissen wordt de psychosociale opvang van betrokkenen in de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland uitgevoerd door dezelfde organisaties die deel uitmaken van de PSHOR-organisatie. Groot verschil is dat er op maat een kernteam en een opvangteam gevormd wordt die de regie op de psychosociale nazorg op zich nemen. Aanvullend kan bij ingrijpende gebeurtenissen in de acute fase de PSHOR verzocht worden de betrokken burgemeester van advies te voorzien over de psychosociale nazorgfase. Bij een ingrijpende gebeurtenis, bijvoorbeeld een misdrijf (moord, ontvoering) of grootschalig ongeluk of incident met meerdere doden, kunnen de gevolgen van de gebeurtenis (dreigen te) leiden tot maatschappelijke onrust. Vooral de afstemming tussen de eventueel betrokken hulpverleningsorganisaties moet worden geregeld. In de tijd gezien is het mogelijk om de hulp en de taken te plannen. Het protocol Ingrijpende gebeurtenissen treedt in werking buiten de normale opschalingsprocedures om. Het protocol wordt geactiveerd wanneer een ingrijpende gebeurtenis niet binnen de kaders van de GGD-protocollen voor zedenzaken of het Versie 2.0, revisiedatum Pagina 13 van 17

15 PSHOR-procesplan valt. Het protocol treedt bijvoorbeeld in werking wanneer de hulpverlenende organisaties van de PSHOR zelf een gezamenlijk optreden nodig achten omdat de hulpvraag de reguliere hulpverlening overstijgt. Criteria zijn dat meerdere instellingen betrokken zijn en dat psychosociale nazorg noodzakelijk is. De dienstdoende operationele ACGZ van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland kan een brugfunctie vervullen als meldpunt voor ingrijpende gebeurtenissen en/of als onafhankelijke casemanager. In een bijlage is het protocol Ingrijpende Gebeurtenissen opgenomen. 3.8 Nazorg hulpverleners In beginsel geldt, dat elke hulpverlenende instantie verantwoordelijk is voor opvang en nazorg van de eigen medewerkers. Elke instelling/organisatie, die deelneemt aan de hulpverlening bij rampen, moet daarvoor een protocol hanteren, op te stellen met de eigen Arbo-dienst. Indien door bijzondere omstandigheden deze hulp niet toereikend of gewenst is, kan een beroep worden gedaan op de PSHOR. Bijzondere aandacht wordt gevraagd voor de nazorg van vrijwillige hulpverleners. Te denken valt bijvoorbeeld aan burgers, Rode Kruismedewerkers, EHBO'ers, taxibedrijven, aannemers, etc. Het Kernteam zal moeten vaststellen of, hoe en door wie deze vrijwillige hulpverleners moeten worden benaderd met een aanbod voor nazorg. De directeuren van de instellingen die ingezet zijn, zorgen voor de opvang van de leiders en leden kernteam. De Leider Opvangteam heeft tot taak om de hulpverleners tijdens de ramp te begeleiden, te ondersteunen en te zorgen dat zij tijdig worden afgelost. Bij de beëindiging van hun dienst, roept de Leider Opvangteam de hulpverleners voor een korte evaluatie bijeen. Uit onderzoek blijkt dat eenmalige psychologische debriefing om PTSS en andere psychiatrische problemen te voorkomen, gemeden moet worden. Wel kan opvang door collega s (peer support) bijdragen aan een steunende context. Het kan praktische en emotionele ondersteuning bieden en kan het gebruik van de eigen sociale steunbronnen bevorderen. Bij deze eerste opvang bevestigen leidinggevenden dat de opvang door de hulpverleners goed is verricht. Sommige hulpverleners en vrijwilligers menen tijdens de nazorg een verkeerde beslissing gemaakt te hebben. Wanneer deze schuldvraag zo snel mogelijk besproken wordt en eventueel weggenomen kan worden, wordt de angel uit het probleem van de verwerking gehaald. Binnen twee weken na beëindigen van de acute hulpverlening, worden de hulpverleners en de leider van het Opvangteam door de Leider Kernteam opgeroepen voor een evaluatie. Deze bijeenkomst kan worden bijgewoond door deskundigen, die niet betrokken zijn geweest bij de rampenopvang. 3.9 Evaluatie Binnen twee weken na inzet van de PSHOR in het kader van een ramp vindt onder leiding van de GHOR een eerste evaluatie plaats van de opvangfase. De resultaten worden schriftelijk vastgelegd en aangeboden aan de directeur Publieke Gezondheid en directies van de betrokken instellingen. Bij de eerste evaluatie dient in ieder geval aandacht te worden besteed aan: de alarmering door de ACGZ de interne alarmering en inzet van hulpverleners de inhoud van de hulpverlening en de wijze waarop de hulp geboden is de noodzakelijke vervolgwerkzaamheden de verstrekte en nog te verstrekken informatie de samenwerking met het actiecentrum GHOR en andere diensten binnen en buiten de geneeskundige keten de direct noodzakelijke aanpassingen van het draaiboek c.q. procesplan de financiële kosten van de rampenorganisatie in de acute fase het vervolg van de noodzakelijke zorg de te verwachten kosten in de nazorgfase Versie 2.0, revisiedatum Pagina 14 van 17

16 4 Scholing 4.1 Opleiding en bijscholing De deelnemers aan de PSHOR dienen inhoudelijk geschoold en geoefend te zijn conform de multidisciplinaire richtlijn voor vroegtijdige psychosociale interventies na rampen, terrorisme en andere schokkende gebeurtenissen. Ook moeten zij geschoold zijn in de samenwerking en communicatie binnen het PSHOR-procesplan en het deelprotocol Ingrijpende gebeurtenissen. Belangrijk onderdeel is de toetsing van procesplan PSHOR. Scholing zal in overleg tussen de diverse partijen en de GHOR worden georganiseerd. Daarnaast worden deelnemers aan de PSHOR ingezet bij oefeningen waarbij het aspect psychosociale hulpverlening een onderdeel van de oefening vormt. Bij de scholing en training wordt er verschil gemaakt in training voor: Kernteamleden/ organisatorisch en secretariële ondersteuning Leiders opvangteams Leden opvangteams Als specifieke GHOR-functionarissen worden de leiders kernteam en de leiders opvangteam aangemerkt. Voor de scholing, bijscholing en het oefenen van de PSHOR zal een beroep worden gedaan op gelden beschikbaar gesteld door het ROAZ. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de personele kosten voor eigen rekening van de diverse instellingen komen. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 15 van 17

17 5 Relatie met andere processen Rampenbestrijding 5.1 Geneeskundige Hulpverlening De GHOR is verantwoordelijk voor de invulling van de Geneeskundige Hulpverlening. Dit gebeurt volgens de geneeskundige hulpverleningsketen. Deze keten omvat het geheel van handelen vanaf het moment van opsporen van een slachtoffer op de plaats van de ramp tot en met het moment dat verdere behandeling niet nodig of mogelijk is. De keten omvat medische-, paramedische- en psychosociale hulpverlening aan slachtoffers op het rampterrein in ziekenhuizen of in opvangcentra. De inzet is afhankelijk van de aard en omvang van de ramp. 5.2 Preventieve Volksgezondheid en Medische Milieukundige maatregelen Op het terrein van de 'dagelijkse' preventieve volksgezondheid en medisch milieukundige maatregelen ligt de centrale rol bij de GGD. In situaties, die de dagelijkse routine overstijgen, komt de procesverantwoordelijkheid te liggen bij de GHOR. Hierbij valt te denken aan het vrijkomen van gevaarlijke stoffen, uitval c.q. beschadiging van de infrastructuur, besmet drinkwater en natuurrampen. 5.3 Opvang en verzorging In de acute fase van een ramp dient altijd een opvangcentrum door de desbetreffende gemeente worden ingericht. Dit kan echter ook als preventieve maatregel van toepassing zijn. Het opvangcentrum is de aangewezen plaats om aan de eerste psychosociale hulpverlening te werken om zodoende de ontwikkeling van acute stress (en in een later stadium ernstige relationele en/of psychische problemen) te beperken en voorwaarden te creëren om mogelijk noodzakelijk toekomstige hulpverlening in gang te zetten. In deze situatie zal men moeten samenwerken met de gemeentelijke instanties (verantwoordelijk voor het proces opvang/verzorgen.) De gemeente draagt zorg voor logistieke verzorging (maaltijden, meubilair, spel- en recreatievoorzieningen, etc.) voor zowel de hulpverleners als de getroffenen in het opvangcentrum. Verder zorgt zij er, met hulp van de politie, voor dat er geen ongewenste personen, zoals journalisten, in het opvangcentrum komen. Daarnaast moet er voor de hulpverleners de mogelijkheid zijn om in afgesloten ruimtes individuele gesprekken te voeren. De leider van het psychosociaal opvangteam kan in de opvangcentra gebruikmaken van de door de andere diensten geboden faciliteiten. Afstemming dient plaats te vinden met de centrale leiding van het opvangcentrum. In principe worden alle evacués naar de van tevoren in het evacuatieplan bepaalde opvangcentra gebracht. 5.4 Informeren van de media De gemeente is verantwoordelijk voor het proces Voorlichting/Informeren. Vaak zal dit proces aangestuurd worden vanuit het gemeentehuis (Gemeentelijk of Regionaal Operationeel Team). De binnen de rampenorganisatie werkende voorlichters dienen hun voorlichtingsbeleid af te stemmen op het centrale voorlichtingsbeleid en de verantwoordelijke functionaris van deskundig advies te voorzien. Op het rampterrein verzorgt de politie de voorlichting aan de media. In beide gevallen kan men via de GHOR een beroep doen op de PSHOR om specifieke publieksinformatie aan te leveren m.b.t. de psychosociale hulpverlening. In die gevallen dient men hier medewerking aan te verlenen. De PSHOR kan tevens eigen initiatieven op dit terrein ontwikkelen, zoals algemene publieksvoorlichting over de psychische reacties, en dit ter goedkeuring voorleggen aan de directeur Publieke Gezondheid. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 16 van 17

18 5.5 Nazorg De gemeente is verantwoordelijk voor het proces Nazorg. Nazorg na een ramp kent vele aspecten. Zo kan onderscheid gemaakt worden in somatische, psycho-sociale, materiele, financiële en juridische nazorg. De manier waarop deze verschillende aspecten van nazorg worden ingevuld kan van invloed zijn en een relatie hebben met de behoefte aan psycho-sociale nazorg. Derhalve is het van belang deze verschillende aspecten van nazorg integraal onder te brengen binnen een projectorganisatie veelal onder regie van de gemeente. Hiertoe is in de rampenplannen voorzien in het inrichten van een Informatie en Adviescentrum (IAC). Binnen deze structuur zal de psycho-sociale hulpverlening plaatsvinden. De invulling van deze hulpverlening wordt omschreven in de structuurnota: de rol van de GHOR/GGD/PSHOR in de nazorg. Versie 2.0, revisiedatum Pagina 17 van 17

19 Protocol Ingrijpende Gebeurtenissen soortdocument Directeur GHOR Ellen Kramer actiepunten GHOR Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Auteur: Ellen Kamer Versie: 7.0 Documentdatum: Revisiedatum: Decosnummer: Kwaliteitsdocumenten\1176 Zaaknummer:

20 Protocol Ingrijpende Gebeurtenissen GHOR Noord en Oost- Gelderland PROTOCOL INGRIJPENDE GEBEURTENISSEN Psychosociale hulpverlening bij ingrijpende gebeurtenissen in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland van, voor en door: Politie Noord- en Oost-Gelderland Stichting Slachtofferhulp Nederland, regio Twente/Noord- en Oost Gelderland GGNet GGzCentraal Maatschappelijk Werk Sensire IJsselkring Verian Stimenz Buurtplein Doetinchem GGD Noord- en Oost-Gelderland Perspectief Zutphen GHOR Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Versie 7.0, Revisiedatum Pagina 2 van 6

21 Protocol Ingrijpende Gebeurtenissen GHOR Noord en Oost- Gelderland Aanleiding en doelstelling Regelmatig worden instellingen die zijn opgeleid om na rampsituaties psychosociale hulpverlening te bieden aan getroffenen en betrokkenen (de PSHOR-partners), ook betrokken bij kleinere incidenten of crisissituaties die zich in de regio Noord- en Oost Gelderland voordoen. Deze crisissen bevinden zich meestal in een "grijs gebied", dit wil zeggen dat de hulpvraag het gewone aanbod overstijgt, echter er is geen sprake van een opgeschaalde crisis- of rampenorganisatie waarbinnen de PSHOR kan worden ingezet. Geconcludeerd kan worden dat instellingen vaak pas achteraf vernemen dat ook andere instellingen betrokken zijn geweest bij de psychosociale nazorg rondom dezelfde crisis maar dat coördinatie heeft ontbroken. Dit is geen wenselijke situatie. Doel van dit protocol ingrijpende gebeurtenissen is tweeledig: a. het gestructureerd bieden van een hulpaanbod in de nazorgfase van een crisis; b. door middel van coördinatie van de nazorg de (dreiging van) maatschappelijke onrust doen afnemen. Ingrijpende gebeurtenissen zoals misdrijven (moord, verkrachting, ontvoering) of grootschalige incidenten/ongelukken met dodelijke afloop hebben vaak niet alleen grote gevolgen voor de mensen die er direct bij betrokken zijn maar hebben daarnaast veel invloed op de (wijde) omgeving. Ongelukken waarbij schoolgaande jongeren omkomen, incidenten die het stempel zinloos geweld meekrijgen, gezinsdrama s en incidenten op het gebied van medische milieukunde brengen onrust in een wijk, gemeenschap of binnen de maatschappij teweeg. De angst en onzekerheid van de slachtoffers en direct betrokkenen wordt hierdoor (soms onnodig) groter. Ook de uitgebreide aandacht die de pers tegenwoordig aan dergelijke gebeurtenissen besteedt draagt meestal niet bij tot het creëren van rust. De onrust blijft aanwezig wanneer verschillende instanties na een dergelijke gebeurtenis hulp aanbieden zonder deze activiteiten met elkaar af te stemmen. De manier waarop door instanties wordt gereageerd tijdens en na schokkende gebeurtenissen, is mede bepalend voor de verwerking van trauma's en het herstel van het gewone leven. Uitgangsstelling In principe wordt na elk misdrijf, groot ongeluk of incident, gehandeld volgens standaard procedures. Veelal wordt naast de politie Stichting Slachtofferhulp ingeschakeld. Wanneer een gebeurtenis tot maatschappelijke onrust leidt, kunnen diverse andere instellingen bewust of toevallig betrokken raken bij bijvoorbeeld de organisatie van stille tochten, voorlichtingsbijeenkomsten in de buurt, ondersteuning op scholen, enz. Uitgangspunt hierbij is dat instellingen wel aanwezig moeten zijn, maar zij dienen zich terughoudend op te stellen, kunnen adviserend te werk gaan en kunnen werken aan het stimuleren van natuurlijke verwerkingsprocessen. Zoveel mogelijk wordt aangesloten bij bestaande structuren. Indien er onrust op een school is, zal veelal de jeugdarts van de school worden opgeroepen. In andere gevallen zal de expertise door andere instellingen worden ingebracht, variërend van uitvoering en advisering (Stichting Slachtofferhulp, Bureau Jeugdzorg, GGZ, kerken en maatschappelijk werk instellingen) tot regie (GHOR en GGD). De bevolking heeft met name behoefte aan informatie. Deze informatie dient gegeven te worden door een professionele voorlichter (bijvoorbeeld van de betreffende gemeente). Versie 7.0, Revisiedatum Pagina 3 van 6

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

PROCESDEELPLAN NR. 18 RAMPENPLAN ZEELAND GEMEENTE X. Psychosociale hulpverlening

PROCESDEELPLAN NR. 18 RAMPENPLAN ZEELAND GEMEENTE X. Psychosociale hulpverlening PROCESDEELPLAN NR. 18 RAMPENPLAN ZEELAND GEMEENTE X Psychosociale hulpverlening INHOUDSOPGAVE 2 Hoofdstuk 1 Procesplan psychosociale hulpverlening Doelstelling 1.1 Inleiding 4 1.2 Doelstelling - 1.3 Doelgroep

Nadere informatie

Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl. Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl. Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl Protocol voor opvang bij ernstige incidenten Sint Clemensschool School Sint Clemensschool Bevoegd gezag Stichting Catent Bestuursnummer

Nadere informatie

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE Apeldoorn, 1 december 2006 Auteur M.H. Luikinga Afdeling Personeel & Organisatie December 2006 INHOUD blz. 1 Inleiding...

Nadere informatie

Status: vastgesteld dd. 17-10-2006 Datum: 30-08-2005. Procesbeschrijving PSHOR GHOR Gelderland Midden (Proces 10)

Status: vastgesteld dd. 17-10-2006 Datum: 30-08-2005. Procesbeschrijving PSHOR GHOR Gelderland Midden (Proces 10) Status: vastgesteld dd. 17-10-2006 Datum: 30-08-2005 Procesbeschrijving PSHOR GHOR Gelderland Midden (Proces 10) Inhoudsopgave 1. Inleiding...1 1.1 Doel van het Procesplan PSHOR... 1 1.2 Probleembeschrijving...

Nadere informatie

OPVANG PERSONEEL BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

OPVANG PERSONEEL BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE OPVANG PERSONEEL BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE Apeldoorn, 1 december 2006 Auteur M.H. Luikinga Afdeling Personeel & Organisatie December 2006 INHOUD blz. 1 Inleiding...

Nadere informatie

Landelijk Model Procesplan. Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen. Uitgave: Raad van RGF'en, in samenwerking met OPRON en IPSHOR

Landelijk Model Procesplan. Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen. Uitgave: Raad van RGF'en, in samenwerking met OPRON en IPSHOR Landelijk Model Procesplan Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Uitgave: Raad van RGF'en, in samenwerking met OPRON en IPSHOR Versie 1.0 vastgesteld door Raad van RGF en op 12 februari

Nadere informatie

Bijlage 3. Protocol bij ernstige incidenten

Bijlage 3. Protocol bij ernstige incidenten Bijlage 3 Protocol bij ernstige incidenten Vooral naar aanleiding van geweldincidenten die in ons land plaatsvonden tussen leerlingen, tussen een leerling en een personeelslid en tussen een ouder en een

Nadere informatie

Samenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg

Samenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg Samenhang GHOR Zuid-Holland Zuid uw veiligheid, onze zorg De GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio) is belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening

Nadere informatie

PLAN INZET PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ ONGEVALLEN EN RAMPEN (PSHOR) Psychosociale Hulpverlening bij Incidenten (PSHI)

PLAN INZET PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ ONGEVALLEN EN RAMPEN (PSHOR) Psychosociale Hulpverlening bij Incidenten (PSHI) Regio Zuidoost-Brabant PLAN INZET PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ ONGEVALLEN EN RAMPEN (PSHOR) EN Psychosociale Hulpverlening bij Incidenten (PSHI) Eindhoven, mei 2007 (versie 2) INHOUDSOPGAVE Pagina INLEIDING

Nadere informatie

Paul van Limbeek. School shooting ook in Nederland? Psychosociale hulpverlening in de hoogste versnelling. Lessons Learn

Paul van Limbeek. School shooting ook in Nederland? Psychosociale hulpverlening in de hoogste versnelling. Lessons Learn Psychosociale hulpverlening in de hoogste versnelling. Lessons Learn (Leider kernteam PSH Maatschappelijke Onrust en Zeden) Inhoudsopgave Situatie schets incident scholengemeenschap in Roermond 14 september

Nadere informatie

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur Ondersteuning Proces: Preparatie nafase Positionering van proces in structuur Doel van proces Ondersteunen van de overdracht van de crisisorganisatie naar de projectorganisatie Nafase 11, door in de acute

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Rampenplan gemeente Heerhugowaard. Inhoudsopgave

Rampenplan gemeente Heerhugowaard. Inhoudsopgave Rampenplan gemeente Heerhugowaard Inhoudsopgave Vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 08-07-2008 0. Inhoudsopgave Inhoud Dit document bevat de volgende onderwerpen. DEEL A RAMPENPLAN:

Nadere informatie

Inleiding. Deze folder is bestemd voor netwerkpartners van Slachtofferhulp Nederland die

Inleiding. Deze folder is bestemd voor netwerkpartners van Slachtofferhulp Nederland die Inleiding Deze folder is bestemd voor netwerkpartners van Slachtofferhulp Nederland die betrokken zijn of hulp verlenen aan nabestaanden van levensdelicten. U leest hierin wat Slachtofferhulp Nederland

Nadere informatie

Opvang na calamiteiten

Opvang na calamiteiten Opvang na calamiteiten 2011 Inleiding Je moet genieten van het moment, want voor je het weet is het voorbij. Je kunt geen plannen maken op lange termijn. Ik heb nu geleerd wie ik echt kan vertrouwen en

Nadere informatie

sychosociale specten an crises en Psychosociale aspecten van crises en rampen Psychosociale aspecten van crises en rampen

sychosociale specten an crises en Psychosociale aspecten van crises en rampen Psychosociale aspecten van crises en rampen sychosociale specten Psychosociale aspecten van crises en rampen an crises en Psychosociale aspecten van crises en rampen Preparatie, crisismanagement, opvang en nazorg Fotografie: Hollandse Hoogte Psychosociale

Nadere informatie

Instructies. Oefen Stelling. Stelling 1. Stelling 3. Stelling 2. Waar. Niet Waar. Niet verlegen zijn!

Instructies. Oefen Stelling. Stelling 1. Stelling 3. Stelling 2. Waar. Niet Waar. Niet verlegen zijn! Instructies NIK Themadag Sterke schouders: De mens achter de professional = = Waar Niet Waar drs. Leonie Hoijtink dr. Hans te Brake dr. Michel Dückers 22 april 2010, Ede Niet verlegen zijn! Oefen Stelling

Nadere informatie

GGD Rampenopvangplan Flevoland

GGD Rampenopvangplan Flevoland GGD Rampenopvangplan Flevoland Opsteller M. Vluggen Bedrijfsonderdeel GGD Flevoland Afdeling GHOR Versie 2.0 Datum 31 mei 2011 Status Vastgesteld Vaststelling door / datum MT GGD 6 juni 2011 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Dit calamiteitenprotocol Wmo/Jeugdwet bevat proces- en communicatieafspraken wanneer zich een calamiteit of geweldsincident voordoet

Nadere informatie

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het

Nadere informatie

Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis, hierna te noemen 'het ziekenhuis', vertegenwoordigd door mevr. P. Terwijn, lid Raad van Bestuur,

Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis, hierna te noemen 'het ziekenhuis', vertegenwoordigd door mevr. P. Terwijn, lid Raad van Bestuur, Overeenkomst tussen Veiligheidsregio IJsselland en de Saxenburgh Groep, Röpcke-Zweers Ziekenhuis, over de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen, rampen en crises Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis,

Nadere informatie

Geestelijke Hulp bij Ongevallen en Rampen (GVOR)

Geestelijke Hulp bij Ongevallen en Rampen (GVOR) Procesplan Geestelijke Hulp bij Ongevallen en Rampen oktober 2008 Regio Groningen Geestelijke Hulp bij Ongevallen en Rampen (GVOR) Regio Groningen Procesplan GVOR Bureau GHOR Groningen In samenwerking

Nadere informatie

Convenant PSHi Protocol Drenthe

Convenant PSHi Protocol Drenthe Convenant PSHi Protocol Drenthe Waarom een convenant? In de aanpak van (kleinschalige) incidenten waarbij (het risico op) maatschappelijke onrust bestaat, is coördinatie op het gebied van psychosociale

Nadere informatie

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Gecoördineerde afstemming communicatie bij sociale calamiteiten Inleiding Sinds de transitie van WMO-voorzieningen en jeugdzorg is de gemeente verantwoordelijk

Nadere informatie

Publieke Zorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Publieke Zorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Publieke Zorg Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Publieke Zorg Handboek Bevolkingszorg Deel C Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Protocol Opvang en nazorg na schokkende gebeurtenissen

Protocol Opvang en nazorg na schokkende gebeurtenissen Protocol Opvang en nazorg na schokkende gebeurtenissen Doel Door een goede opvang en nazorg bij schokkende gebeurtenissen wordt het risico op psychische overbelasting verminderd. Er is sprake van een schokkende

Nadere informatie

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Functiebeschrijving netwerk dementie regio Haaglanden

Functiebeschrijving netwerk dementie regio Haaglanden Functiebeschrijving netwerk dementie regio Haaglanden Inleiding De voor de cliënt en zijn omgeving zeer ingrijpende diagnose dementie roept veel vragen op over de ziekte en het verloop hiervan maar ook

Nadere informatie

Geneeskundige Hulpverlening

Geneeskundige Hulpverlening Veiligheidsregio Utrecht Bureau GHOR Utrecht November 2008 Draaiboek Titel Draaiboek coördinator Doelstelling Doelgroep Verantwoordelijkheid Taken Aandachtspunten Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Geneeskundige

Nadere informatie

Contact tussen slachtoffer/nabestaande en tbs-er

Contact tussen slachtoffer/nabestaande en tbs-er Contact tussen slachtoffer/nabestaande en tbs-er Een richtlijn voor forensisch netwerkbegeleiders in Forensisch Psychiatrische Centra M. van Denderen, R. Bax, en N. Sweers Fase 1 Initiatief en motivatie

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst. Huisartsenzorg. GHOR Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond

Samenwerkingsovereenkomst. Huisartsenzorg. GHOR Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond Samenwerkingsovereenkomst Huisartsenzorg en GHOR Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond Vastgesteld op 1 juli 2013 te Rotterdam Inhoudsopgave I. Partijen... 3 II. Overwegingen... 3 III. Doel en begrippen...

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Geestelijke zorg Deelproces 24b

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Geestelijke zorg Deelproces 24b Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Geestelijke zorg Deelproces 24b Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch

Nadere informatie

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord

Nadere informatie

De GHOR Wij zijn er voor jou. samenwerken aan veiligheid en gezondheid 1

De GHOR Wij zijn er voor jou. samenwerken aan veiligheid en gezondheid 1 De GHOR Wij zijn er voor jou. samenwerken aan veiligheid en gezondheid 1 Dit e-magazine is een kennismaking met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) van Veiligheidsregio Limburg-Noord;

Nadere informatie

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan voor de regio s Noord-Holland en Flevoland Versie 4.0 : 16 maart 2018 Bekrachtigt : ROAZ 16 juni 2017 Auteurs Frank Berg Jan Filippo Corina de Groot Karin Meijer Arjan

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1 Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel

Nadere informatie

Protocol Psychosociale ondersteuning

Protocol Psychosociale ondersteuning Protocol Psychosociale ondersteuning Zandvoortse Reddingsbrigade Datum: 1 juni 2015 Versie: 1.0 Versiehouder: Lars Carree Toepassing Het protocol psychosociale ondersteuning is van toepassing op de psychosociale

Nadere informatie

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten Roel Kerkhoff Beleidsmedewerker GHOR Reggie Diets Regionaal Opleidingscoördinator RAV / Officier van Dienst Geneeskundig

Nadere informatie

Overeenkomst betreffende de samenwerking tussen

Overeenkomst betreffende de samenwerking tussen Overeenkomst betreffende de samenwerking tussen Veiligheidsregio Zeeland & Ziekenhuis ZorgSaam & Ziekenhuis ADRZ. 2/10 Overeenkomst betreffendee de samenwerking tussen de Veiligheidsregio Zeeland en de

Nadere informatie

Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden

Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden B.1 1. Algemeen Onderwerp: Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden Implementatie Slachtoffer Informatie Systematiek (SIS) in de VRHM en opzeggen convenanten Nederlandse Rode Kruis Opgesteld door:

Nadere informatie

Protocol opvang bij ernstige incidenten en calamiteiten

Protocol opvang bij ernstige incidenten en calamiteiten Protocol opvang bij ernstige incidenten en calamiteiten Voorlopige vaststelling 11/9/2018 Proces/document G. Kolker directeur/bestuurder eigenaar MR: 27/9/2018 Versienummer 1.0 PMR instemming / advisering

Nadere informatie

Richtlijn Angst (2016)

Richtlijn Angst (2016) Richtlijn Angst (2016) Onderbouwing Uitgangsvragen Hoe kunnen rollen en taken optimaal worden verdeeld tussen betrokken zorgverleners bij jeugdigen (0-18 jaar) met angst, ter voorkoming van dubbelingen,

Nadere informatie

B & W-nota. Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem

B & W-nota. Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem B & W-nota Portefeuille mr. J.J.H. Pop Auteur P. Abma Telefoon 023 5114489 E-mail: pabma@haarlem.nl PD/Veiligheid/2005/547

Nadere informatie

Regio Haaglanden Functiebeschrijving Casemanager dementie regio Haaglanden augustus 2012

Regio Haaglanden Functiebeschrijving Casemanager dementie regio Haaglanden augustus 2012 Regio Haaglanden Inleiding De voor de cliënt en zijn omgeving zeer ingrijpende diagnose dementie roept veel vragen op over de ziekte en het verloop hiervan, maar ook over de organisatie van zorg en over

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar 1. Inleiding Dit protocol bevat proces- en communicatieafspraken tussen jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER. Samenvatting

HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER. Samenvatting HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER Samenvatting 1 HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER Samenvatting HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER Samenvatting Brandweermensen krijgen te maken met schokkende

Nadere informatie

HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER. Samenvatting

HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER. Samenvatting HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER Samenvatting 1 HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER Samenvatting Brandweermensen krijgen te maken met schokkende gebeurtenissen. Dat is niet te voorkomen en dat

Nadere informatie

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor: Inleiding Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk behandeld. In het verleden is verschillende malen geconstateerd dat de onderlinge verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Inleiding Calamiteiten bij zorg en ondersteuning kunnen helaas niet altijd voorkomen worden. Ze hebben een grote impact op betrokkenen

Nadere informatie

Nota Crisiscommunicatie RSG Enkhuizen

Nota Crisiscommunicatie RSG Enkhuizen Nota Crisiscommunicatie RSG Enkhuizen 1 Inhoudsopgave 1 Aanleiding en doel pagina 3 2 Crisis pagina 3 3 Schoolactiviteiten en eerste verantwoordelijkheden pagina 3 4 Crisisteam pagina 3 5 Algemene policy

Nadere informatie

Protocol Hulp aan leerling en personeel

Protocol Hulp aan leerling en personeel Protocol Hulp aan leerling en personeel IV PROTOCOL Agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten binnen de school (Dit protocol is gebaseerd op het beleidsplan in bijlage I) Hieronder

Nadere informatie

Convenant. Huisartsenzorg Friesland GHOR Fryslân GGD Fryslân

Convenant. Huisartsenzorg Friesland GHOR Fryslân GGD Fryslân Convenant Huisartsenzorg Friesland GHOR Fryslân GGD Fryslân Inhoudsopgave Partijen Overwegingen Doel en begrippen Verantwoordelijkheden Grootschalige infectieziektebestrijding Flitsramp (opgeschaalde acute

Nadere informatie

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag Ondergetekenden - (naam + functie), namens Gemeente Den Haag -, namens Regiopolitie Haaglanden, -, namens Algemeen Maatschappelijk Werk Den Haag, bestaande

Nadere informatie

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis Vragenlijst Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis Voor u ligt de vragenlijst Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis. Deze vragenlijst wordt u aangeboden door [instantie].

Nadere informatie

Handboek Personeelsmanagement

Handboek Personeelsmanagement Handboek Personeelsmanagement Hoofdstuk 8 : ARBO Onderwerp : Melding (bijna) bedrijfsongevallen, agressie en geweld en (mogelijke) beroepsziekten. Datum : 1 augustus 2006 Versie : 1.0 Autorisatie : RvB,

Nadere informatie

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden IJsselland TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden Captain crisis campagne In december 2013 is het project Captain Crisis gelanceerd. Het GHOR-bureau hielp de zorginstellingen om:

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Bedrijfsmaatschappelijk werker

Bedrijfsmaatschappelijk werker Bedrijfsmaatschappelijk werker Doel Verlenen van hulp aan werknemers met (dreigende) (psycho)sociale moeilijkheden, alsmede adviseren van leidinggevenden over (psycho)sociale vraagstukken, binnen het sociaal

Nadere informatie

B4 - Hoofdproces Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen

B4 - Hoofdproces Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen B4 - Hoofdproces Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen B4-0 Inleiding en leeswijzer Inleiding Dit deelplan heeft betrekking op de wijze van organisatie van de Geneeskundige Hulpverlening

Nadere informatie

Crisisplan HAWB Scenario. Flitsrampen CRBN-E. Huisartsenzorg West Brabant

Crisisplan HAWB Scenario. Flitsrampen CRBN-E. Huisartsenzorg West Brabant Crisisplan HAWB Scenario Flitsrampen CRBN-E Huisartsenzorg West Brabant Colofon Versie: 2015-11-02 Auteurs: Erik Stevens Huisartsenkring West-Brabant Karin Kwekkeboom Stichting Huisartsenposten West-Brabant

Nadere informatie

VICTIMS IN MODERN SOCIETY

VICTIMS IN MODERN SOCIETY VICTIMS IN MODERN SOCIETY (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking met CentERdata en dr. P.G. van der Velden VICTIMS IN MODERN SOCIETY 2018 (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

We worden steeds ouder. Notitie Ouderen

We worden steeds ouder. Notitie Ouderen We worden steeds ouder Notitie Ouderen Apeldoorn, maart 2018 We worden steeds ouder We worden steeds ouder en we blijven langer thuis wonen. Ouder worden kent verschillende fases. De 65+er van nu is actief

Nadere informatie

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011 Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011 Goed voorbereid zijn, heb je zelf in de hand Ernout van Gils Beleidsadviseur Veiligheid Beleid en Strategie Datum: 1 december 2011 INHOUD

Nadere informatie

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan voor de regio s Noord-Holland en Flevoland Versie 3.0 : 21 juli 2017 Bekrachtigt : ROAZ 16 juni 2017 Auteurs Frank Berg Jan Filippo Corina de Groot Karin Meijer Arjan

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

Crisismanagement op scholen: de rol van de schoolpsycholoog

Crisismanagement op scholen: de rol van de schoolpsycholoog Crisismanagement op scholen: de rol van de schoolpsycholoog 25 maart 2011 Wil Koning, gz-psycholoog i.s.m. Odeth Bloemberg-Van Bekerom, schoolpsycholoog Een schokkende gebeurtenis op een school Een man

Nadere informatie

1. Voorzitter CT (per pand)

1. Voorzitter CT (per pand) BCM Voorbeeld Bijlage 15 : Functietaken/profielen 1. Voorzitter Coordinatieteam (CT, per pand) 2. Hoofd (centrale) CalamiteitenOrganisatie (HCO in het CT ) 3. Voorzitter Crisis Management Team (CMT op

Nadere informatie

Helpt na een misdrijf, verkeersongeval, calamiteit of bij vermissing

Helpt na een misdrijf, verkeersongeval, calamiteit of bij vermissing Helpt na een misdrijf, verkeersongeval, calamiteit of bij vermissing PROGRAMMA Wie helpen wij? De dienstverlening Onze vrijwilligers Ontwikkelingen Financiering SLACHTOFFERHULP NEDERLAND Slachtofferhulp

Nadere informatie

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Crisismodel GHOR Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Status Definitief Besluit Raad DPG d.d. 26 april 2013 Beheer PGVN

Nadere informatie

Raadsvergadering, 29 januari 2008. Voorstel aan de Raad

Raadsvergadering, 29 januari 2008. Voorstel aan de Raad Raadsvergadering, 29 januari 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 206 Agendapunt: 8 Datum: 11 december 2007 Onderwerp: Vaststelling speerpunten uit de conceptnota Lokaal Gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede 2008-2011

Nadere informatie

Aardbevingen en psychische klachten

Aardbevingen en psychische klachten Aardbevingen en psychische klachten (Karin Folkers, Klinisch Psycholoog) Jantien Mast, Verpleegkundig Specialist Peter Pijper en Coosje Klootwijk, verpleegkundigen Bouke Koopmans, psychiater Loppersum,

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder

Terrorisme en dan verder Terrorisme en dan verder Hoe kunt u omgaan met de gevolgen van een aanslag? - Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie.

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09.

Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09. Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09. Kwalitatieve multidisciplinaire samenwerking in crisisomstandigheden. Toelichting gebeurtenissen Multidisciplinaire samenwerking Hoe aangepakt

Nadere informatie

December Deelproces Verslaglegging en archivering

December Deelproces Verslaglegging en archivering December 2006 Deelproces Verslaglegging en archivering Deelproces verslaglegging en archivering December 2006 Inhoudsopgave 1 Algemeen...2 2 Verslaglegging en dossiervorming...2 2.1 Doel...2 2.2 Doelgroep...2

Nadere informatie

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos Bijlage 2 Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos A1 Uitbrengen jaarkrant A2 Advertentie huis aan huis bladen A3 Consultatie B1 Brochures

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 Het college van burgemeester en wethouders van Tiel; Gelet op artikel 3.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 4.1.8 van de Jeugdwet, Besluit vast te stellen het volgende: Calamiteitenprotocol

Nadere informatie

voor Hulpverlenend Personeel VNOG

voor Hulpverlenend Personeel VNOG Organisatie: Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Regie: Sector Risicobeheersing Voorbereiding: RC BOT Status: voor Hulpverlenend Personeel Pagina: Pagina 1 van 9 Regionale Regeling TraumaNazorg

Nadere informatie

Notitie inzet NL-Alert

Notitie inzet NL-Alert Notitie inzet NL-Alert In de afgelopen jaren richt de (rijks)overheid zich steeds meer op een betere vorm van informatie aan de burger. In het geval van (dreigende) crises of incidenten is het immers van

Nadere informatie

Communicatietoolkit Verwantencontact

Communicatietoolkit Verwantencontact Communicatietoolkit Verwantencontact 088 269 00 00 Inhoud 1. Standaard berichten voor website en Twitter 2. Website Verwantencontact en animatie 3. Q en A voor burgers 4. Informatie over Verwantencontact

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Voorzitter Crisisbeleidsteam

Voorzitter Crisisbeleidsteam - generieke - - Voorzitter Crisisbeleidsteam Naam: Reguliere functie: Crisisfunctie sinds: ROP-coördinator: Organisatie: Periode: Typering van de functie De voorzitter van het Crisisbeleidsteam is (in

Nadere informatie

PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ INCIDENTEN

PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ INCIDENTEN 1 PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ INCIDENTEN Wim Hermans, Psychosociaal Manager (PSM) PSYCHOSOCIAAL MANAGER (PSM) - Vertegenwoordigt het psychosociaal luik binnen de noodplanning; - Werkend bij de FOD

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD

A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 4 de augustus 2015, no. 15/2524, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening rampenbestrijding D e G o u v e r n e u r v a

Nadere informatie

Raadsmededeling - Openbaar

Raadsmededeling - Openbaar Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 85/2016 Datum : B&W datum : 17 mei 2016 Beh. ambtenaar : M. Nijmeijer Portefeuillehouder : G. Berghoef Onderwerp : wijziging Gemeenschappelijke Regeling VNOG 2010 Aanleiding

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

Autisme Netwerk Zaanstreek-Waterland 25 september 2018 [1]

Autisme Netwerk Zaanstreek-Waterland 25 september 2018 [1] 1. Aanleiding Sinds 2006 is er een Convenant Autisme Zaanstreek/Waterland. Elke twee jaar wordt het convenant geëvalueerd en eventueel aangepast en opnieuw ondertekend. Met ingang van het nieuwe convenant

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 14 januari Agendapunt: 13. Portefeuillehouders: De heer Wolfsen/mevrouw Westerlaken

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 14 januari Agendapunt: 13. Portefeuillehouders: De heer Wolfsen/mevrouw Westerlaken VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 14 januari 2013 Agendapunt: 13 Datum: 20 december 2012 Contactpersoon: Adriaan Buitink Telefoon: 06-21206470 E-mail: a.buitink@vru.nl Portefeuillehouders: De heer

Nadere informatie

Vrijwilligersondersteuning in het verzorgings- en verpleeghuis in de laatste levensfase 1

Vrijwilligersondersteuning in het verzorgings- en verpleeghuis in de laatste levensfase 1 Vrijwilligersondersteuning in het verzorgings- en verpleeghuis in de laatste levensfase 1 Beschrijving werkwijze 1 Gebaseerd op de eindevaluatie Vrijwilligersondersteuning in het verzorgings- en verpleeghuis

Nadere informatie

Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten, openbaar

Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten, openbaar Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten, openbaar Doelstellingen: Het Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten (LPCGBI) heeft twee doelstellingen

Nadere informatie