notitie nr X DE INVLOED VAN KLAERAS EFP OP EEN OVERBELASTE ACTIEF SLIB INSTALLATIE In opdracht van D.B.W./RIZA te Lelystad.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "notitie nr X DE INVLOED VAN KLAERAS EFP OP EEN OVERBELASTE ACTIEF SLIB INSTALLATIE In opdracht van D.B.W./RIZA te Lelystad."

Transcriptie

1 DE INVLOED VAN KLAERAS EFP OP EEN OVERBELASTE ACTIEF SLIB INSTALLATIE In opdracht van D.B.W./RIZA te Lelystad. Een stageverslag van: Angelique van Beek December 1987 notitie nr X

2

3 SAMENVATTING.... Als afvalwater voldoende lang belucht wordt, zal er in dit wa- ter vlokken ontstaan. Het principe bij biologische afvalwaterzuivering berust op het feit dat de organismen in het actief- slib in staat zijn om organische verbindingen uit het water op te nemen en om te zetten in de levende massa van de vlokken. Deze vlokken zijn door bezinking eenvoudig en snel te scheiden van het gezuiverde afvalwater. Juist het snel bezinken geeft vaak de meeste problemen. De oorzaak van de slechte bezinking zijn de draadvormige bacterien, die uit de actieve slibvlok groeien en daardoor het volume sterk vergroten. Als oplossing voor dit probleem zou toevoeging van Klaeras kunnen zijn. Klaeras wordt gewonnen uit bepaalde zoutwater bruinalgen. Er zijn verschillende soorten Klaeras. Er is gebruik gemaakt van Klaeras EFP dat een poeder is en gebruikt wordt bi j aerobe afvalwaterzuivering. De toevoeging van Klaeras zou, volgens de fabricant, 0.a. de volgende uitwerkingen hebben: - bestrijding van lichtslib; - versnelling van (an)aerobe processen: - energiebesparing bij het beluchten. De volgende aspecten zijn daar verantwoordelijk voor: - Klaeras biedt een goede voedingsbodem voor vlokvormende bacterien: - er onstaat een hoger gehalte aan micro-organismen: - versnelling van deovergang van zuurstof van de waterfase naar de slibvlok. Met behulp van een proefinstallatie wordt onderzocht in hoeverre Klaeras EFP invloed heeft op de afvalwaterzuivering bij overbelasting. Deze proefinstallatie bestaat uit twee identieke straten en elke straat bestaat uit een influentbak, beluch- tings- en een nabezinktank en een effluentbak. In eerste instantie is de belasting hydraulisch verhoogd, na- derhand kunstmatig door suiker aan het afvalwater toe te voegen.

4 Om de invloed van Klaeras te volgen tijdens de zuivering, zijn een aantal bepalingen verricht (steeds in beide straten): - zuiveringsrendement; bepaalt d.m.v. CZV, KjN en NO3-: - activiteit van het slib; bepaalt d.m.v. ATP en Respiratie: - mate van licht slibvorming; bepaalt d.m.v. slibindex en microscopisch slibbeeld. De invloed van Klaeras op de resultaten van deze bepalingen is teleurstellend. Van alle voordelen, die het toevoegen van Klaeras zou opleveren, is weinig gemerkt. De enige positieve resultaten zijn: - betere zuivering KjN: - hogere activiteit van het slib bij de kunstmatige overbelast ing. - meer organisch materiaal in de laatste 5 dagen. De invloed van Klaeras is ook bij de positieve resultaten zeker niet bevredigend.

5 voorwoord HOOFDSTUK 1 INLEIDING HOOFDSTUK HET ACTIEF-SLIBPROCES Inleiding Opbouw en functie van de slibvlok Licht slib Draadvormige micro-organismen en Zoogloea organismen HOOFDSTUK KLAeRAS Inleiding Wat is Klaeras? Wat kan Klaeras 7 HOOFDSTUK ; 8 MATERIAAL EN METHODE De installatie Het influent De beluchtingstank De nabezinktank Het effluent Slibspui Toevoegen van Klaeras Procesomstandigheden EFP 14 14

6 HOOFDSTUK RESULTATEN 16 Inleiding 16 Dosering van Klaeras EFP aan tank I 17 Het influent 18 Het actief-slib 18 De slibindex 18 Het droge stofgehalte en de gloeirest 19 De respiratie meting 20 De ATP-bepaling 21 Het microscopisch slibbeeld 22 Het effluent 22 NO3-N 22 Zwevende stof 23 Het CZV-gehalte 23 KjN-gehalte 24 HOOFDSTUK 6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 25 LITERATUURLIJST 2 7 B I JLAGEN 1: D.B.W./RIZA 28 2: De voeding 31 3: Monstername-schema 32 4: Resultaten Klaeras EFP 33 5: Gebeurtenissen tijdens de gehele periode 34 6: Resultaten van het influent 35 7: Resultaten van het actief-slib 36 8: Resultaten van het effluent 41 9: Zuiveringsrendementen 42 10: NEN-normen 45

7 VOORWOORD Het doe1 van het derde jaar aan de Hogeschool Eindhoven, is ervaring opdoen in het bedrijfsleven. Hierbij hoort ook het schrijven van verslagen. Voor mij is dat 0.a. dit verslag aan de hand van de volgende opdracht: Onderzoek of KlaerasEFP lichtslibkan voorkomen of bestrijden. Uiteraard kwamen er ook problemen om de hoek ki jken ti jdens deze stage. Ik wil dan ook hierbij iedereen bedanken die mij daarbij geholpen heeft. Met name bedank ik Ineke van Beersum voor de fi jne en goede begeleiding.

8 1. INLEIDING Een van de problemen bij het zuiveren van huishoudelijkafvalwater d.m.v. een actief-slib installatie, kan de vorming van licht slib zijn (zie hoofdstuk 2). De uitvoeringsvorm van de installatie of overbelasting kunnen de oorzaken zijn van licht slib vorming. Licht slib bezinkt slecht. Dit leidt tot beheersproblemen en tot een effluent(=gezuiverd afvalwater) van slechte kwaliteit. Als oplossing voor dit probleem wordt we1 gekozen voor een andere uitvoeringsvorm, zoals het gebruik van een contacttank of een propstroom i.p.v. een volledig gemengd systeem. Een dergelijke oplossing zal in een bestaande situatie niet alti jd mogeli jk zi jn. Een andere mogelijkheid kan het toevoegen van bepaalde middelen zijn waardoor de kwaliteit van het slib verbetert. In dit onderzoek wordt de werking van zo'n middel -Klaeras- nagegaan. Het is eenbiopolymeer dat wordt gewonnen uit marine bruinalgen. Naast het bestrijden van licht slib worden er nog andere gunstige eigenschappen aantoegeschreven: zoals verbetering van de zuurstofoverdracht, verhoging van de hoeveelheid en de activiteit van de micro-organismen en verbetering van be- zinkeigenschappen van het slib. In Nederland wordt dit middel voornamelijk toegepast bij de zuivering van afvalwater met een hoge organische vuillast, zoals ontstaat bij de fabricage van suiker. Ook is het een enke- le maal gebruikt bij calamiteiten. Het wordt dan toegepast om een opgetreden probleem te verhelpen, niet om het te voorkomen. Het hoofddoel van dit onderzoek is om uit te zoeken of Klaeras licht slib kan bestrijden of de vorming ervan kan voorkomen in een actief-slibinstallatie voor huishoudelijk afvalwater. Daarnaast zal ook aandacht worden besteed aan de invloed op de bezinkeigenschappen van het slkb,"de... biomassa-concentratie en de biomassa-activiteit. Bij het onderzoek wordt gebruik gemaakt van een bestaande proefinstallatie (zie hoofdstuk 4) voor aerobe afvalwaterzui-

9 vering. De installatie bestaat uit twee identieke straten, die op gelijke wijze worden behandeld. Na een opstartperiode wordt aan een straat Klaeras (zie hoofdstuk.3) toegevoegd. Tijdens de werkzaamheden zijn problemen ont staan die 0.a. veroorzaakt werden door de beperkte grootte van de proefinstallatie, zoals het verstopt raken van pompen en slangen. Deze problemen zijn zo goed mogelijk ondervangen. Van beide straten zijn dezelfde bepalingen verricht en de resultaten hiervan worden met elkaar vergeleken in hoofdstuk 5. De conclusie is in hoofdstuk 6 te vinden.

10 2. HET ACTIEF-SLIBPROCES 2.1 Inleiding (lit.1 en 2) Het actief-slibproces werd in de jaren te Manche- ster ontwikkeld door Ardern en Lockett, die ontdekten dat als zij afvalwater voldoende lang beluchtten, zich in het water vlokken vormden en dat het bovenstaande water, na sedimentatie van deze vlokken, een aanzienlijke zuivering had onder- gaan. Indien dit sediment weer aan nieuw afvalwater werd toegevoegd en het mengsel werd belucht, bleek het water aanzienlijk sneller te worden gezuiverd dan zonder toevoeging van slibvlokken. Deze vlokken noemt men (biologisch) actief-slib. De organische stoffen die zich in het afvalwater bevinden worden door de organismen in het actief-slib opgenomen en in de levende massa van de vlokken omgezet. Door dit proces wordt een deel van de organische stoffen, die in opgeloste, niet opgeloste of colloidale vorm in het afvalwater aanwezig zijn, veranderd in bezinkbare stoffen, die door een bezinkingsproces van het gezuiverde water gescheiden kunnen worden. Een ander deel wordt afgebroken tot C02, H20 en soms N2. In de zuiveringsinrichtingen wordt van dit proces gebruik ge- maakt door afvalwater (=influent) in een ruimte te brengen waar het belucht wordt (=aeratietank). Na deze ruimte komt het afvalwater in een bezinkingstank, waarin het biologische actief-slib bezinkt en gescheiden wordt van het gezuiverde afvalwater (=effluent). Dit actief-slib wordt gedeeltelijk en continue teruggevoerd naar de aeratietank. Dit is niet alleen bevordelijk voor de vlokvorming, maar ook voor de snelheid waarmee het zuiveringsproces verloopt. De overproductie aan bacteriemateriaal wordt als spui- of surpusslib afgevoerd. Dit dient om het droge stofgehalte in de beluchtingstank op een voldoende hoog niveau te handhaven. De mate van biologische zuivering met actief-slib is voornameli jk afhankeli jk van: - de hoeveelheid en de hoedanigheid van het afvalwater:

11 - de hoeveelheid en de hoedanigheid van het actief-slib; - de aangevoerde hoeveelheid zuurstof en het zuurstofgehalte in de beluchtingsruimte. 2.2 Opbouw en functie van de slibvlok (lit.2) In een actief-slibinrichting vormen de slibvlokken de as waar het zuiverinqsproces om draait. Zeer globaal kan gesteld worden dat in een vlok aanwezig zullen zijn: - levende micro-orqanismen, hoofdzakelijk bacterien; - afgestorven cellen; - onverteerde grote organische brokstukken, welke "ingevangen" zijn door de vlok; - een anorganische Eractie, 0.a. zand. Hoe de vlok in bepaalde zuiveringsinrichtingen in feite is samengesteld, hangt af van de situatie ter plaatse. De kwaliteit van het aangevoerde rioolwater speelt natuurlijk een belangrijke rol. Daarnaast heeft ook de belasting van de rioolwaterzuiveringsinrichting (rwzi) een heel belangrijke invloed op de samenstellinq van de vlok. In hoogbelaste rwzi's zal het percentage levende cellen in het slib groter zijn dan in de laagbelaste rwzi's. Wanneer afvalwater belucht wordt dan vormen zich spontaan vlokken. Waarom zich vlokken vormen is echter vooralsnog een gedeeltelijk onverklaarbaar fenomeen. Van een aantal factoren is bekend dat ze een rol spelen bij het ontstaan van actiefslibvlokken, nl.: - veel bacterien vormen slijmkapsels. Het slijm, dat hoofdzakelijk uit polymere verbindingen is opgebouwd, kit de cel- len als het ware aan elkaar; - bacterien zijn negatief geladen. Positief geladen ionen afkomstig van anorganische verbindingen dragen bi j tot de koppeling van de cellen; - sommige bacterien vormen o m de cel heen een netwerk van uiterst dunne draadjes. Ook dit netwerk kan bijdragen tot de

12 koppeling van cellen en het invangen van andere bacterien. Het actief-slibproces is in principe een aeroob zuiveringsproces. Dit betekent dat de micro-organismen, die de aangevoerde organische verbindingen afbreken, zuurstof nodig hebben om deze omzettingsprocessen uit te kunnen voeren. Het slib-water mengsel wordt dan ook belucht om de benodigde zuurstof te leveren. De bacterien aan de rand van de slibvlok kunnen de zuurstof direct uit de waterfase opnemen. De organismen in het centrum van de vlok zijn daarentegen aangewezen op de zuurstof welke door diffusieprocessen vanuit de waterfase aangevoerd wordt. Vooral in de wat grotere vlokken is de op deze manier aange- voerde zuurstof ontoereikend om het centrum van de vlok aeroob te houden. Dit heeft als gevolg dat zich hier zogenaamde anaerobe processen gaan afspelen. In de meeste rwzi's wordt op deze manier een gedeelte van de beschikbare nitraten omgezet in N2-gas. 2.3 Licht slib (lit.2) De laatste fase van het zuiveringsproces bestaat uit een scheiding van de actief-slibvlokken en het effluent. De be- drijfsvoering van de zuiveringsinrichting is er altijd op gericht om een helder effluent te produceren. Dit lukt niet altijd. De aanwezigheid van zwevende stoffen in het effluent kan verschillende oorzaken hebben. Genoemd kunnenworden: - disperse bacteriegroei resulteert in deeltjes die niet bezinken in de nabezinktank; - - een.hydraulische overbelasting van de nabezinktank veroorzaakt soms slibverliezen, terwijl het slib in feite goede bezinkeigenschappen heeft: - opdrijvend slib ten gevolge van denitrificatie-processen in de nabezinktank, de aanwezigheid van vetbolletjes in de slibvlok, het insluiten van luchtbelletjes door de vlok, enz; - het slib heeft slechte bezinkeigenschappen doordat sprake

13 is van een massale groei van draadvormige micro-organismen en/of Zoogloea-bacterien. We spreken alleen dan van licht slib indien sprake is van laatst genoemde situatie. Licht slib kan als volgt gedefinieerd worden: Slib dat slechts langzaam bezinkt en indikt doordater sprake is van een sterke groei van draadvormige en/of Zoogloea organismen. De slibvolume index (volume van 1 gram slib) is een maat voor de bezinkeigenschappen van het slib. Bij een slibindex tot 150 ml/g wordt slib goed bezinkbaar genoemd. Bij een slibindex van 150 tot 275 ml/g is er sprake van enigszins licht slib en boven de 275 ml/g is het licht slib. 2.4 Draadvormige micro-organismen en Zoogloea organismen (lit.2) Licht slib wordt veroorzaakt door een massale groei van draadvormige micro-organismen. Een bacterie is een rond of staafvormig, eencellig organisme, dat zich voortplant d.m.v. een deling van de cel. Hierbij ontstaan twee nieuwe cellen die elkaar vervolgens meestal 10s laten. Dit laatste gebeurt echter niet bij draadvormige bacterien. Zo'n draad bestaat dus in feite uit een ketting van cellen. Deze cellen delen zich gewoon, maar laten elkaar daarna niet meer 10s. De Zoogloea bacterie vormt erg karakteristieke uitlopers vanuit de vlok. Als de bacterie aanwezig is, is er sprake van een bacteriestam waarvan de cellen omringd zi jn door een slijmkapsel. Dit kapsel kit de cellen aan elkaar vast, waardoor het slib een voluminieus karakter krijgt.

14 3. KLAERAS 3.1 Inleiding In de gebruikte literatuur (lit.3,4 en 5) komen de volgende schrijfwijzen voor:- Klaeras - KLAERAS - KLAER AS - KLAER-as - KLAERASE De eerste drie schrijfwijzen worden het meest gebruikt. In dit verslag wordt gebruik gemaakt van de eerste wijze. De volgende tekst is afkomstig uit brochures van de fabrikant van Klaeras. De resultaten uit het eigen onderzoek zijn hierin nog niet verwerkt. Aangezien veel installaties gebaseerd zijn op een actief slibproces komen ook de bijbehorende problemen met licht slib veelvuldig voor. Dit wordt 0.a. veroorzaakt door overbelasting van de installatie, hoewel ook bij normaal belaste installaties problemen voor kunnen komen. Het licht slib wordt veroorzaakt door draadvormige bacterien. Door het creeren van een voedingsbodem, zoals Klaeras dat is, biedt men de vlokvormende bacterien een goede basis. In een actief-slibproces, waar een voortdurende concurentieslag wordt geleverd tussen de draad- en de vlokvormende micro-organismen, zullen de vlokvormende organismen hierdoor sneller en meer organische verbindingen op kunnen nemen dan de draadvormende organismen. Hierdoor zullen zij ook beter kunnen uitgroeien Wat is Klaeras?.,. _..... Klaeras is een afgeleid product van alginure, dat.wordt gewonnen uit bepaalde zoutwater bruinalgen (zie fig l).

15 Figuur 1: Alginaat (lit.4) Het bestaat voor ongeveer 85% uit koolhydraten en voor 15% uit mineralen. Het molecuulgewicht lfgt tussen de en Het ge- halte aan plantenvoedingsstoffen bedraagt: 1-58 N, % P, 2-13% K, 2% Ca. Deze cijfers kunnen naar gelang het jaargetijde en het winningsgebied enigzins varieren. Er zijn verschillende soorten Klaeras: - Klaeras BSA: vloeibaar/stroopachtig en wordt gebruikt bij aerobe afvalwaterzuivering; - Klaeras EFP: poedervorm en wordt ook gebruikt bij aerobe afvalwaterzuivering: - Klaeras MTA: wordt gebruikt bi j anaerobe afvalwaterzuivering.

16 Klaeras hecht sterk aan slib en is slechts voor een deel (ca. 20%) biologisch afbreekbaar. Hierdoor zal ophoping in het slib plaatsvinden. Dit houdt in dat de benodigde hoeveelheid in de tijd zal afnemen. 3.3 Wat kan Klaeras 7 In de afvalwaterzuivering wordt het middel 0.a. toegepast ter : - versnelling van (an)aerobe processen; - energiebesparing bij beluchten: - bestrijding schuimproblemen; - bestrijding van lichtslib (zie fig.2); - vermindering stankproductie; - verkleining van de kans op overbelasting; - vastleggen van metalen en andere gifstoffen. De volgende aspecten worden genoemd, die verantwoordelijk zijn voor de betere werking, nl.: - Klaeras biedt een goede voedingsbodem voor vlokvormende bacterien; - er ontstaat een hoger gehalte aan micro-organismen; - er ontstaan grotere structuren in het slib, waardoor het - slib eenvoudig en snel ontwaterd kan worden: - het versnelt de overgang van zuurstof van de waterfase naar de slibvlok. De zuurstofopname gaat hierdoor sneller, maar neemt niet in grootte toe; - het aantal draadvormige bacterien neemt a, zodat het slib beter bezinkbaar wordt.

17 licht in gewicht zwaar in gewicht Figuur 2: Bestrijding lichtslib (lit.4)

18 4. MATERIAAL EN METHODE 4.1 De installatie De basis voor de proefinstallatie wordt gevormd door een aerobe zuiveringsinstallatie op kleine schaal (fig. 3). Er wordt gewerkt met twee identieke straten. De een dient als blanco, aan de ander wordt na een opstartperiode Klaeras EFP toegevoegd. Vanuit de influentbak (3x 120 liter) wordt continue voeding naar de beluchtingstank van 30 liter gepompt, waar.het zuiveringsproces plaatsvindt. Uit de beluchtingstank stroomt continue een slib/water mengsel naar de nabezinktank van 7 liter. Hier vindt de scheiding van slib en effluent plaats. Het effluent komt via een overstortgoot in de effluentbak (120 liter). Het bezonken slib wordt als retourslib weer in de beluchtingstank gepompt. Het surplusslib wordt deels gespuid uit de nabezinktank en deels uit de beluchtings- tank. lnfluentbak beluchtingstank naberinktank effluentbak Figuur 3: De proefinstallatie 11

19 4.2 Het influent Het influent bestaat uit niet voorbezonken huishoudelijk afvalwater. Dit wordt zoveel moqelijk daqelijks opqepompd uit een verzamelput uit een woonwijk in Lelystad. Om deze pomp is een zeef bevestiqd om grove delen teqen te houden. Bij hogere hydraulische belasting is de capaciteit van de influentvoorraadbakken niet voldoende om het weekend te overbrugqen. Daarom wordt op vri jdaq, van dag 1-58, een tijdklok ingeschakeld, die de pompen 15 minuten stil en 30 minuten aan laat staan. Om de installatie toch hetzelfde te belasten, wordt er een extra voedinq (zie bijlage 2) toeqevoeqd. Het influent wordt qebufferd met onqeveer 350 mg NaHC03/liter rioolwater tot een ph van ca. 7 om de ph-dalinq, die ontstaat door nitrificatie in de beluchtinqstank, te voorkomen. Het influent wordt gekoeld tot 4 0 C om afbraak van organisch ma- teriaal zoveel mogeli jk te beperken. Om het water qoed te menqen wordt zacht qeroerd. Voor de debietmeting van het inf luent is een kraant je in de' toevoerslanq gemaakt. Door het kraantje een bepaalde tijd opente zetten enhetuitgestroomde volumete meten,kanhet debiet berekend worden. De bemonstering van het influent kan op twee manieren gebeu- ren: 1. teqelijkertijd met de debietmeting: dan wordt het water qebruikt dat ook nodig is om het debiet te berekenen. 2. met behulp van een slangepomp, waarvan de aanzuiqopeninq op gelijke hoogte met die van de toevoerslangen is bevestigd. De samenstellinq van het monster is nu zoveel mogelijk hetzelfde als die van het influent. Het bemonsteren gebeurt met een snelheid die ongeveer gelijkis aanhet debiet van het influent. Deze methode wordt gebruikt als er geen debietmetingen worden gedaan. Tussen deze twee methoden is geen verschil ontdekt. VOOr de monstername zie bijlage 3.

20 4.3 De beluchtingstank Het influent komt samen met het retourslib in de beluchtings- tank. In de tank bevindt zich het actief-slib dat m.b.v. een roerder gemengd wordt met het influent en het retourslib. De beluchting, d.m.v. perslucht, kan geregeld worden met een flowmeter. Het zuurstofgehalte wordt ongeveer op 2 mg/l gehou- den. De ph en het 02-gehalte worden continue gemeten en ge- schreven met behulp van een schrijver. Dagelijks wordt de temperatuur genoteerd en de wand van de tank schoongemaakt. Voor de monstername zie bijlage De nabezinktank De nabezinktank heeft een volume van ongeveer 7 liter. De tank heeft een v-vormige overstortrand met daarbinnen een ring die uitspoeling van opdrijvend slib moet voorkomen. Via de over- stortrand en een afvoergootkomthet effluent in de effluentbak. Het slib bezinkt in de tank en kan gespuid worden of als retourslib naar de beluchtingstank teruggevoerd worden. Het retour-slibdebiet wordt, net als bi j de influentstroom, m.b.v. een kraantje in de slang bepaald. Voor monstername zie bijlage Het effluent Het effluent wordt opgevangen in een bak van 120 liter, die elke dag wordt geleegd. De monsters zijn dus 24-uurs meng- monsters. Behalve voor de zwevende stofanalyse worden de mon- sters eerst voorbezonken en gedecanteerd. Hierdoor zal wisse- lende slibuitspoeling geen invloed hebben op de bepalingen. Hierdoor wordt uiteraard een gunstiger beeld bij rendementsbepalingen verkregen dan wanneer dit achterwege wordt gelaten. Voor monstername zie bijlage 3.

21 4.6 Slibspui Onderaan de nabezinktank is een kraantje gemonteerd. Bij een voldoende dikke slibdeken kan hiermee slib gespuid worden. Vanwege de slechte slibdekenvorming is weinig (alleen in het begin) van deze methode gebruik gemaakt. Bij een voldoende hoog droge stofgehalte wordt er een hoeveelheid slib uit de beluchtingstank gehaald dat gebruikt wordt voor bepaalde proeven of wordt weggegooid. 4.7 Toevoegen van Klaeras EFP Elke dag wordt een hoeveelheid Klaeras EFP toegevoegd. Er bestaat hiervoor een optimale dosering. Het bepalen van die dosering wordt beschreven in bijlage 4. Het beste is als Klaeras EFP continue kan worden toegevoegd, maar in de prak- tijk is dit niet gelukt. Daarom wordt dagelijks, met uitzon- dering van het weekend, de gewenste hoeveelheid in een keer toegevoegd aan een van de beluchtingstanken. Bij de toevoeging wordt de overloop van de beluchtingstank naar de nabezinktank gedurende 1 minuut onderbroken. Hierdoor kan de Klaeras zich goed vermengen met het actief slib. Wordt de overloop niet onderbroken, dan bestaat de kans dat een groot deel van de Klaeras meteen verdwijnt naar de nabezink- tank. Van Klaeras EFP wordt het droge stofgehalte bepaald. 4.8 Procesomstandigheden Een aantal gemiddelde procesomstandigheden, voortkomend uit de resultaten en waarnemingen, worden in tabel 1 weergegeven. Dit zijn gemiddelde over de perioden van dag 1-57 en

22 parameter eenheid droge stofgehalte g d.s./l slibbelasting g CZV/g d.s.i-d influentdebiet 1 /d verblijftijd l* uur verblijfti jd 2* uur temperatuur C PH Tabel 1: Procesomstandigheden *: 1= verblijftijd in beluchtingstank 2= verbli j ti jd in nabezinktank Doordat er veel slib uitgespoeld is, terwijl het effluent niet opgevangen is (bv. in weekend) is het moeilijk een schatting te maken naar de slibleeftijd en de hoeveelheid spuislib.

23 5. RESULTATEN 5.1 Inleiding De hele periode loopt van dag 1 tot en met dag 74, maar deze periode wordt aan de hand van belangrijke wijzigingen als volgt onderverdeeld: 1: dag 1-23, dit is de opstartperiode waarbij het debiet van het influent nog 55 l/d is. 2: dag 23-30, op dag 23 wordt influentdebiet opgevoerd naar 90 l/d om licht slib vorming te bevorderen. 3: dag 30-44, op dag 30 wordt Klaeras EFP toegevoegd aan be- luchtingstank I. 4: dag 44-58, op dag 44 is er vers actiefslib toegevoegd aan beide beluchtingstanken omdat het droge stofge- halte veel te laag is. 5: dag 58-64, op dag 58 is de hele installatie opnieuw opge- start, omdat ook nu weer het droge stofgehalte veel te laag is. 6: dag 64-71, op dag 64 wordt er suiker en Klaeras EFP toegevoegd. 7: dag 71 t/m 74, op dag 71 wordt geen suiker meer toegevoegd omtekijkeninhoeverrede zuivering zich herstelt en op dag 74 is de hele installatie stopgezet. A1 deze veranderingen hebben invloed op de resultaten. In tabe1 2 staan alle gemiddelde resultaten van de bepalingen die er gedaan zijn. (Een uitgebreide lijst van de veranderingen is te vinden in bi jlage 5).

24 Tabel 2: Gemiddelde resultaten influent-effluent *: rendement = x 100 % influent 5.2 Dosering van Klaeras EFP aan tank I De bepaling van deoptimale dosering van Klaeras EFPende resultaten daarvan worden beschreven in bijlage 4. De optimale dosering is meestal eerst 50 mg/liter influent, en na een paar dagen 30 mg/liter influent. Dit komt omdat Klaeras zich ophoopt in het slib, zodat de benodigde hoeveelheid in de tijd zal afnemen. De enige uitzondering hierop is van dag 50 tot dag 56. Hier was de optimale dosering 70 mg/liter influent. tijdens deze dagen is er waarschijnlijk samen met het slib ook veel Klaeras uitgespoeld. Het droge stofgehalte van-klaeras EFP is 83% en de gloeirest is 79%.

25 5.3 Het influent In het influent zijn het CZV- en KjN-gehalte bepaald. De gemiddelde waarde voor CZV is voor dag 1-57: 686 mg/l en voor dag 58-74: 1300 mg/l. Dit grote verschil ontstaat door de suiker toevoeging. De gemiddelde waarde voor KjN is voor dag 1-57: mg/l en voor dag 58-74: 110 mg/l 5.4 Het actief-slib A De slibindex (bi jlage 7) Een maat voor de bezinkbaarheid van het slib is de slibindex, bepaald in ml bezinksel/gram droge stof. Het bezinksel wordt bepaald door een liter slib 30 minuten te laten bezinken en dan het slibvolume in ml af te lezen. bezinksel(ml/l) Bz ml slibindex i =... = -- = -- droge stofgehalte(g/l) Ga g Tot dag 29 is het slib in tank I en tot dag 30 in tank I1 goed bezinkbaar, dus geen licht slib. Vanaf deze dagen tot periode 5 is de slibindex van tank I1 hoger dan van tank I, maar ook in tank I is er sprake van licht slib (index is 700 ml/g). Het toevoegen van vers actief-slib in periode 3 heeft we1 invloed op de slibindex maar niet zoveel dat er weer sprake is van goed bezinkbaar slib. Na 3 dagen in tank I1 en na 9 dagen in tank I stijgt de index weer sterk. Vanaf periode 5 is.de installatie opnieuw opgestart met nieuw actief-slib. Tot periode 7 is de slibindex lager dan 275 ml/g maar daarna is er weer sprake van licht slib. Vanaf periode 5 is de slibindex voor beide tanken ongeveer hetzelfde. Tot periode 5 heeft Klaeras EFP we1 inloed op de slibindex, maar in zo'n lage mate dat er zeker geen sprake is van een bevredigend resultaat. De slibindex blijft hoog (

26 ml/g) en neemt na bepaalde tijd weer sterk toe. Na deze periode (beter dag 64) is er zelfs geen of weinig verschil tussen de twee tanken. Dit komt waarschijnlijk door de suiker. Hier zou Klaeras BSA betere resultaten kunnen geven (zie literatuur 4). B Het droge stofgehalte en de gloeirest (zie bijlage 7) Hetenige verschil tussen detanken watopvaltbij de droge stofbepaling is dat in de periodes waarin veel slib-uitspoe- ling plaatsvindt, het droge stofgehalte van tank I hoger is dan het gehalte van tank 11. Dit geldt aan het einde van pe- riode 3.4 en 7. De hoeveelheid slib-uitspoeling is voor beide tanken hetzelfde op die dagen dat er monsters zijn genomen. Verder is er weinig van de slibgroei en de slibleefti jd bekend, omdat er op de meeste dagen helemaal niet bekend is (bv. in het weekend) hoeveel slib er uitgespoeld is. Ook hier geldt, net als bij de slibindex, dat Klaeras we1 in- vloed heeft,' maar in veel kleinere mate dan verwacht werd. De gloeirest (in %) is voor beide tanken tot periode 3 het- zelfde en constant, ongeveer 18 %. Vanaf periode 3 loopt de gloeirest van tank I op naar 22%, wat inhoudt dat de fractie organisch materiaal afneemt, en van tank I1 af naar 11%. Op dag 43 daalt de gloeirest van tank I naar 13%. In periode 4 blijft de gloeirest van tank I hoger dan van tank 11. Met de toevoeging van Klaeras neemt echter het droge stofgehalte zodanig toe, dat in het totaal toch een hoger organische stofgehalte wordt verkregen in tank I. In periode 5 en 6 is de gloeirest voor beide tanken hetzelf- de. Door de suikertoevoeging neemt de gloeirest geleidelijk af van 21% op dag 64 tot 14% op dag 68. In periode 7 heeft de toevoeging van Klaeras we1 degelijk in- vloed. De gloeirest van tank I is veel lager (tot 8%) dan van tank I1 (tot 45%). In totaal nam in beide tanks het droge stofgehalt af (in tank I1 sterker dan in tank I). Er spoelde

27 veel slib ui als gevolg van de stijgende slibindex. Daarom moest de proef worden gestopt. C De respiratie meting (zie bijlage 7) Endogene ademing is het zuurstofverbruik van de organismen die in schoon water (geen substraat aanwezig) gesuspendeerd zijn. Nadat de reservestoffen die in de cellen aanwezig zijn en het omzetbare celmateriaal zijn verbruikt sterven de cellen. Substraatademing is het zuurstofverbruik als gevolg van de afbraak tot eenvoudiger componenten van het substraat dat zich buiten deorganismen bevindt, gevolgd door de opname van deze componenten met andere gemakkelijk op te nemen verbindingen en door de opbouw van lichaamseigen verbindingen (on- I tijd + 1= beluchten A= endogeen niveau 2= stop beluchten B= totaal niveau 3= beluchten C= endogene respiratie snelheid 4= voedsel erbij D= totale respiratie snelheid 5= stop beluchten D-C= substraatademhaling 6= beluchten Figuur 4: Het verloop van het zuurstofverbruik tijdens de respiratiemeting

28 0 Uit de resultaten blijkt dat het zuurstofverbruik, van het substraat, van tank I over het algemeen lager is dan die van tank 11. Dit kan veroorzaakt worden door twee redenen, die elkaars teqenstrijd zijn, nl.: - Klaeras werkt niet; de activiteit van de micro-organismen in tank I is lager dan in tank Klaeras werkt wel; het zuurstof wordt effectiever gebruikt, zodat er minder van nodig is om hetzelfde niveau te halen. Er kan geen conclusie getrokken worden over de activiteit met alleen de resultaten van de respiratie-metingen. Met de re- sultaten van de ATP-bepaling erbij kan dat wel. Is het gehalte in I hoqer dan is het mogeli jk dat het slib in tank I toch actiever is. De ATP-bepaling kan goed gebruikt worden om de hoeveelheid biomassa te bepalen, omdat: - ATP in alle levende cellen aanwezig is; - elke levende cel een bepaald qehalte aan ATP bevat; - in dode cellen de ATP snel wordt afqebroken. Kort samen gevat qaat een ATP-bepaling als volqt: Luciferine wordt geoxideerd in aanwezigheid van het enzym lu- ciferase, waarbij per molecuul ATP een foton vrijkomt. Het aantal fotonen wordt gemeten met de fotometer. Er zijn alleen maar resultaten vanaf periode 4. In periode 4 en 5 is het gehalte in tank I1 en in periode 6 en 7 is het qehalte in tank I over het algemeen hoger. Dat wil zeggen dat in periode 6 en 7 het slib in tank I mogelijk actiever is dan het slib uit tank 11. Het lijkt erop dat Klaeras beter werkt als de belasting wordt verhoogd m.b.v. de suiker toevoeqing.

29 E Het microscopisch slibbeeld Resultaten van het microscopisch slibonderzoek zijn er pas vanaf periode 4. De structuur van de vlokken is in periode 4 tot dag 54 stevig en compact. Vanaf dag 54 zijn de vlokken agglomeraten met draden en compact. Voor alle dagen geldt dat de vlokken middel groot zi jn. Op dag 45 zijn er draadvormige micro-organismen aanwezig, maar nog niet dominerend. Vanaf dag 54 zi jn ze we1,dominerend aan- wezig. Op alle dagen zijn er in beide tanken Ciliaten, Flagellaten en Amoeben aanwezig. Ciliaten worden gekenmerkt door het feit dat hun celoppervlak, geheel of gedeeltelijk, bezet is met trilharen. De Flagellaten ontlenen hun naam aan het bezit van 1 of meer flagellen. Deze flaggelen zijn duidelijk gro- ter en steviger dan de trilharen. De Amoeben zijn eencellige organismen welke niet omgeven zijn door een stevige celwand. De vorm is daarom erg variabel. A1 deze resultaten gelden voor beide tanks, dat wil zeggen dat geen vermindering van de draadvormers wordt geconsta- teerd. 5.5 Het effluent (zie bijlage 8) A Nitrificatie Voor nitrificatie is extra zuurstof vereist. De aanwezigheid van nitraten wijst op de omzetting van het grootste deel van de organische stof, dus op vergaande zuivering. Tot periode 3 zijn de tanken gelijk aan elkaar, varierend van 96 mg/l op dag 9 tot 55 mg/l op dag 32. Door de belastingverhoging neemt de nitrificatie a. We1 is het gehalte in tank I hoger dan in tank 11, maar ook weer niet zo dat er erg grote

30 verschillen zijn. Ook hier heeft Klaeras een geringe invloed op de zuivering. Door de belastingverhoging met suiker (vanaf dag 64) wordt de nitrificatie vrijwel geheel geremd. Toevoeginq van Klaeras heeft hierop geen effect. B Zwevende stof Het zwevende stofgehalte moet zo laag mogelijk zijn. In periode 3 is het gehalte veel te hoog in beide straten. Voor tank I is het hoger dan voor tank 11. Dit komt door slibuitspoeling. Om dezelfde reden is ook.op dag 51,53,72 en 74 het gehalte te hoog. Het gehalte van tank I, op deze dagen, is de ene keer we1 en de andere keer niet hoger dan het gehalte in tank 11. Klaeras heeft blijkbaar geen invloed op dit qedeelte van de zuivering. C Het CZV-gehalte (zie bijlage 9) In periode 1 is het effluent CZV-gehalte voor beide tanken 50 mg/l en het zuiveringsrendement is 91%. Afgezien van een niet verklaarbare tijdelijke daling blijft het rendement op een zelfde niveau tot tien dagen na het opvoeren van het influentdebiet. Het rendement in beide tanks daalt tot ca. 75%. Toevoegen van een nieuw slib heeft hierop een herstellende invloed. Het toevoegen van suiker heeft ook een sterke daling van het rendement tot ca. 70% tot qevolg. Over de gehele periode gezien, heeft Klaeras EFP geen invloed gehad op de CZV-zuivering. We1 moet hier nog bi.j vermeld worden dat op dag 74 het zuiveringsrendement voor beide tanken gestegen is naar 94.5%. Dit heeft niets te maken met' de toevoeging van Klaeras, maar het is we1 een teken dat het actief slibproces zich aan het herstellen is, na stoppen van de suiker dosering.

31 D KjN-gehalte (zie bijlage 9) In tegenstelling tot het CZV-gehalte lijkt Klaeras EFP we1 enige invloed op het KjN-gehalte te hebben. In periode 1 is het effluent KjN-gehalte voor beide 2.5 mg/l met een zuivering van 97.5%. In periode 2 is het gehalte in I (26.5 mg/l en 73.4%) hoger dan in I1 (15.5 mg/l en 84.4%). Dit betekent dat tank I1 een betere uitgangspositie heeft dan I als Klaeras vanaf periode 3 wordt toegevoegd. In periode 3 is het gehalte in I 22.8 mg/l en het rendement is 77.0%. Voor tank I1 is dat 26.0 mg/l en 73.9%. Hier heeft Klaeras EFP duidelijk invloed. Niet alleen tussen de tanken onderling, maar ook tussen de verschillende periodes. In periode 4 wordt het zelfs nog beter. Het gehalte in I is nu 7.2 mg/l met 93.0% en in I mg/l met 78.0%. In de volgende periodes gaat het niet zo goed. Door toevoegen van suiker wordt de nitrificatie vrijwel volledig geremd. Voor beide verloopt het gehalte ongeveer hetzelfde: van 3 naar 14 naar 80 mg/l en van 95 naar 87 naar 27%.

32 6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In dit hoofdstuk staan puntsgewijs de conclusies uit het onderzoek naar de invloed van Klaeras EFP op het actief-slibproces genoemd in een volledig gemengd, continu gevoed systeem met lichtslib-vorming als gevolg van het genoemde regime en als gevolg van overbelasting door suiker dosering. 1. Door Klaeras wordt sti jging van de slibindex vertraagd maar niet voorkomen. Zowel met als zonder Klaeras spoelt veel slib uit als gevolg van lichtslib-vorming, waardoor het slibgehalte in de beluchtings niet op voldoende niveau kan worden gehouden. Er is geen invloed van Klaeras waar- genomen op de hoeveelheid draadvormers. 2. Klaeras heeft invloed op het slibgehalte in de beluch- tingstank:- het drogestofgehalte neemt toe; - de fractie organische stof in het slib neemt a. Bij suikerdosering neemt de fractie toe; - de totale hoeveelheid organisch materiaal in de beluchtingstank neemt toe. Het is niet bekend of de slibtoename een gevolg is van een geririgere uitspoeling of van een sterkere groei. 3. De resultaten lijken er op te wijzen, dat de activiteit van het slib toeneemt en dat de zuurstof effectiever wordt benut bij Klaeras dosering. 4. Klaeras heeft geen invloed op de mate van zuivering van organisch materiaal. 5. Klaeras lijkt een lichte verbetering van de KjN-verwijde- ring tot gevolg te hebben. Dit is niet het geval bij sui- kertoevoeging. Hier volgen enkele aanbevelingen voor een eventueel vervolg- onderzoek : - Klaeras EFP voldoet niet aan de verwachtingen. Misschien zou een andere vorm, vb. BSA, een betere werking hebben.

33 - Een manier vinden om Klaeras continu toe te voegen. - Een andere manier vinden om het actief-slibproces te belasten. Dit kan bevoorbeeld door acetaten toe te voegen aan het influent: CH3COO- + H+ + 2 O2 --> 2 C H20 - Zorgen dat de installatie in het weekend evenveel en op de- zelfde manier belast wordt. - Zorgen dat de overloopstukken, slangen, pompen e.d. niet meer verstopt kunnen raken. - Zorgen dat er qeen slibuitspoeling meer plaatsvindt, door bevoorbeeld de nabezinktank te vergroten of te verdubbelen.

34 LITERATUURLIJST 1 Koot A.C.J., Behandeling van afvalwater, Waltman Delft. 2 Stora, Handleiding voor microscopisch slibonderzoek, Ri jswi jk, Publicatie van Tilco Biochemie GMBH, Qualitatskontrolle Fur Klaeras Producte, Stuttgart. 4 Grad1 T., Klaeras, afvalverwerking in suikerfabrieken. 5 A.A.A. Ruizendaal b.v., Bio techniek A.A.A., KLAERAS lichtslibproblemen (info K1-03), Bussum. 6 Ministerie van verkeer en waterstaat, Info-blad van de dienst binnenwateren/riza, Lelystad, 1987.

35 Bi jlage 1 DBW/RIZA Taken en organisatie van de Dienst ~innenwateren/~iza van de Rijkswaterstaat (lit.6). Algemeen De Rijkswaterstaat houdt zich bezig met taken die verband houden met: - de beveiliging van het land tegen het water; - de waterhuishouding in kwantitatieve en kwalitatieve zin; - de aanleg en het onderhoud van landwegen en oeververbindingen: - scheepvaartwegen en havens: - veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer te water en op de weg. Rijkswaterstaat is organisatorisch onderverdeeld in een aantal beheersdirecties, technische wetenschappelijke diensten en een tweetal bouwdiensten. Dit geheel staat onder leiding van de.. hoofddirectie. Figuur 5: Organisatieschema RWS (lit.6)

36 DBW/RIZA is een van de technische wetenschappelijke diensten van Rijkswaterstaat. In 1985 is deze Dienst ontstaan door een integratie van delen van de Directie Waterhuishouding en Waterbeweging, het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater en de Deltadienst. Deze reorganisatie werd ingegeven door de gedachte dat menbeterhethoofd zoukunnenbieden aandeproblemen indien een integrale benadering van het waterbeheer zou worden gekozen. Deze integrale benadering van het waterbeheer omvat aspecten als: - watervoorziening; - (grond)waterstanden: - waterkwaliteit en de ecologie van het water; - verzilting(sbestrijding): - scheepvaart. DBW/RIZA beperkt zich tot de binnenwateren (zoet). Voor Noordzee, Waddenzee e.d. is de Dienst Getijdewater in het leven geroepen. Bij DBW/RIZA werken ongeveer 360 medewerkers. Organisatie DBW/RIZA verleent technisch wetenschappelijke ondersteuning aan het beleid en het beheer van de oppervlaktewateren en het grondwater op het gebied van de: hydrologie, morfologie,.hydrometric, biologie, chemie, aquatische ecologie, toxicologic en milieutechniek. De dienst beschikt daartoe over een aantal hoofdafdelingen. - hoofdafdeling Algemeen Onderzoek: verricht onderzoek om de kennis op een voldoende hoog peil te houden voor het oplossen van vraagstukken die het waterbeheer betreffen; - hoofdafdeling Watersystemen: bereidt het overheidsbeleid t.a.v. het zoete oppervlaktewater en het grondwater voor: - hoofdafdeling Riza: doet onderzoek naar en adviseert over de wijze waarop de oppervlaktewateren kunnen

37 worden beschermd tegen emissies van verontreinigende stoffen: - hoofdafdeling Informatie en Ontwikkeling: draagt zorg voor de beschikbaarheid en de verwerking van gegevens en de ontwikkeling van het automatiseringsbeleid van de dienst: - hoofdafdeling Economie en bedrijfszaken: ondersteunt financieel en bedrijfseconomische taken en zorgt voor materiele zaken, logistiek en documentatie. De dienst bestaat verder uit een directie en twee ondersteunende stafafdelingen. Figuur 6: Organisatieschema DBW/RIZA (lit.6)

38 Bijlage 2 De voeding Voeding voor het weekend De installatie draait in het weekend gewoon door, maar omdat de capaciteit van de influentbakken te klein is, kan de installatie niet constant draaien. Dit probleem is verholpen door een tijdklok in te schakelen, die de pompen tweederde van de totale ti jd laat werken. Om nu toch dezelfde belasting te houden, wordt er een extra voeding toegevoegd: Totaal wordt er 3 liter voeding gemaakt. Deze oplossing moet 10 g BZV/l= 25 g CZV/1 bevatten. Uit de praktijk volgt dan de volgende voeding : bacto-pepton : g/l voeding liebig vleesextract: " ureum : " NaCl : " CaC12 : " MgC12 : " Voeding m.b.v. suiker vanaf dag 58 Stel BZV verhogen tot 2000 mg 02/1(= 1700 mg/l toevoegen) mg 02/1= mol suiker= 1.6 g/l influent suiker. dagnummer hoeveelheid Tabel 3: Dosering suiker

39 Bijlage 3 Monstername-schema... CZV KjN zw.stof g.r. NO3-N bezinksel ATP resp. micr.... MAANDAG in luent * actief-slib * * * effluent DINSDAG in luent actief-slib effluent * * WOENSDAG in luent * actief-slib effluent DONDERDAG in luent * * actief-slib effluent VRI JDAG influent * actief-slib * * t * I effluent... Schema 1: Monstername-schema

40 Bijlage 4 Resultaten Klaeras EFP Bepaling optimale dosering - neem 4 imhofftrechters van 1 liter: - vul iedere trechter met actief-slib uit beluchtingstank I: - doe resp. 70,50,30 en 0 mg Klaeras EFP in de trechters: - belucht 1.5 uur; - stop beluchten en lees om de 5 minuten de hoogte van het slib a ; - doe dit een half uur, of als het dan niet goed afleesbaar is (door lichtslib) langer; - de trechter met het hoogste slibvolume*, bevat de optimale dosering bv. 50 mg, deze hoeveelheid wordt per liter influent toegevoegd; *: Er wordt van uitgegaan dat het slib in alle 4 de trechters even snel bezinkt. Tijdens het beluchten groeit de hoeveelheid slib. Dus hoe hoger het slibvolume, hoe harder dat slib is ge- groeit. resultaten dagnummer optimale dosering Tabel 4: Resultaten optimale dosering Klaeras EFP

41 Bijlage 5 Gebeurtenissen tijdens de gehele periode Tijdens de hele periode (74 dagen) zijn er dingen veranderd en gewijzigd, die van belang zijn voor de resultaten van alle bepalingen: dag 1 : actief-slib gehaald bij de afvalwaterzuivering. dag 23: opvoeren debiet influent. dag 25: lichtslib vorming. dag 26: lek ontdekt in persluchtslang. dag 30: vanaf nu iedere dag Klaeras EFP toevoegen in tank I dag 39: opvoeren debiet van retourslib stroom, om slibuitspoeling te voorkomen (2x influent debiet). dag 43: vanaf nu veel slib-uitspoeling. dag 44: de beluchtingstanken bevatten zo weinig actief-slib, dat er nieuw slib gehaald is bij de zuivering. dag 51:- veel slib-uitspoeling, waardoor besloten is de retourslib stroom nog meer te verhogen (3x influent debiet). dag 53: contacttank jes geplaatst. dag 58: er is veel slib uitgespoeld, zodat de hele installatie is stopgezet en weer opnieuw is opgestart. Op dag 58 is dus opnieuw begonnen, maar nu verhogen we de be- lasting niet door het debiet op te voeren, maar door suiker toe te voegen aan het influent. Nu wordt tijdens het weekend geen ti jdklok meer ingeschakeld. dag 64: toevoegen suiker en Klaeras EFP dag 66: verhogen retourslib stroom (3x influent debiet). dag 67: schuimvorming dag 68: belasting weer verlagen door slib-uitspoeling. dag 71: geen suiker meer toevoegen, doordat er weer veel slib uitgespoeld is. Vanaf nu wordt gekeken of en hoe de installatie zich hersteld. Er is nog steeds veel schimmel en een eigenaardige lucht.,.., dag 74: gestopt.

42 Bijlage 6 Resultaten van het influent - - dagnr CzV(mg/l) dagnr czv(mg/l) dagnr CZV(m9/1) Tabel 5: Resultaten CZV-gehalte van het influent Grafiek 1: CZV influent dagen

43 Bijlaqe 7 Resultaten van het actief-slib A Slibindex i= bezinksel (ml/l)/droqe stofgehalte(q/l) = ~z/~a= ml/g rekenvoorbeeld: daq 4---> GaI= 2.62 q/l GaII= 3.12 q/l BzI= 280 ml/l BzII= 370 ml/l i= ~z/ga--> ii= 107 ml/g iii= 119 ml/q aagnummer bezlnksellml/l) sllbindex l(ml/g) tank I tank I1 tank I tank I Tabel 6: Resultaten bezinkse1,actief-~lib en slibindex ' L. i,'..?.:.

44 B Slibbelasting K = B/G~= g CZV/ d.s.*d B = h draulische belast'n?zv/l *d) Ga = &oge stofgehalte igylfg rekenvoorbeeld: dag 4---> GaI= 2.62 g/l GaII= 3.12 g/l CZV= 500 m [I in luentde%let. I=54 l/d II=58 16d BI = = 0.9 )11=0.5~ KI = = 0.34 KII= = tank I tank I1 tank I tank I1 tank I tank I1 dagnr. droge stofgehalte* gloeirest*** slibbelasting****... 7: Resultaten droge stofgehalte actief-~lib en slibbelasting ***Jig CZV/~ d.s. Rd **:i.v.m. weekendstand; ~=2/3 x B/G~

45 neem 2 erlenmeyers van 1 liter; - doe in de ene 400 ml slib uit tank I en in de andere 400 ml siib-uit tank 11; - het slib wordt gedurende de hele proef zacht geroerd m.b.v. een magneetroerder; - belucht zodra het zuurstofgehalte ongeveer 0 mg/l is; - het zuurstofgehalte wordt constant opgeschreven door een recorder; - stop beluchten als het zuurstofgehalte nagenoeg constant is; - start beluchten als zuurstofgehalte voldoende gedaald is (voldoende om het verbruik daarna te bepalen); - voeg aan beide erlenmeyers 600 ml influent toe en belucht weer totdat het zuurstofgehalte constant is; - stop beluchting. aagnr endogeenx totaalx substraatx... tank I tank I1 tank I tank I1 tank I tank I1... Tabel 8: Resultaten respiratie meting * in mg 02/g x 1 D ATP resultaten aagnr. Tank I (mg/g d.s.1 Tank I1 (mg/g d.s. J, Tabel 9: Resultaten ATP-bepalingen

46 droge stofgehal te (g d.s./l ) 4 3 I 1 I1 li Id 1) 11?I 14 R X 11!Y il It II II I{ (g 4 # (I b: # $1 jl f] 54 jl Graflek 2: droqe stofgehalte dagen actief-slib 0J 1 1 ~~~i~~~~nn~rasnrun~rnnn~aaauew~usnnsnnuuannrcannn GRAFlEK 3: GLOEIREST ACTIEF dagen S L I B

47 1400 slibindex (ml/g d.s.) 1000 I RII Grafiek 4: slibindex actief slib dagen 4 f' libbelasting (g czv/g d.s. d) 0 ~ i l i ~ I,,*lllH*j#' I l l U I, l l "I(I,#,,P Grafiek 5: slibbelasting actief slib dagen E,, W uiluiii,

48 Bijlage 8 Resultaten van het effluent dagnummer droge stofgehalte(mg/l) ~o~-~(mg/l)... tank I tank I1 tank I tank I1 Tabel 10: Resultaten droge stofgehalte effluent en NO3- N-gehalte

49 Bijlage 9 Zuiveringsresultaten In tabel 10 staan alleen die CZV-waardes van het influent, die nodig zijn voor de rendementsbepalingen. De CZV-waardes van het influent zijn van een dag eerder dan die van het effluent. dagnr. in luent (mg/l) effluent (mg/l ) zuivering (%) tank I tank I1 tank I tank I1 Tabel 10: Zuiveringsresultaten CZV...,:.

50 In tabel 11 staan de zuiveringsresultaten van KjN-gehalte: dagnr influent (mg/l) effluent (mg/l) zuivering (%)* tank I tank I1 tank I tank I1... Tabel 11: Zuiveringsresultaten KjN * van dag 9 tot dag 53 is omhetzuiveringspercentageteberekenen, een gemiddelde waarde genomen voor het influent (=99.45). Effluent monsters zijn 24-uurs monsters. Om het percentage te be- rekenen moet eigenlijk het monster van het influent een dag eer- der bemonsterd worden. Dit is tot dag 53 niet gedaan, zodat daar een gemiddelde waarde wordt genomen voor het gehalte in het in ,..,...,.::. fluent......,.

51 0 EFI EFI I o, & Grafiek 6: CZV effluent dagen zuiverinsrendement CZV 0 EFI EFI I Graf iek 7: zuiveringsrende- dagen ment CZV EFI m EFI I X In : KjN in- en effluent dagen u i ' ' rendement KjN (%) 0 EFI EFI I G R A F I E K Y : Z U I V E R I N G S - daqen RENDEMENT KjN

52 Bi jlage 10 NEI!I-normen bepa 1 ing in NEN-norm droge stof en gloeirest CZV NO3- KjN slibvolume-index effluent slib in luent effluent effluent in luent effluent slib

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Het voorkomen en bestrijden van licht slib door middel vaneen hogevlokbelading

Het voorkomen en bestrijden van licht slib door middel vaneen hogevlokbelading Het voorkomen en bestrijden van licht slib door middel vaneen hogevlokbelading Voordracht gehouden tijdens de NVA-najaarsvergadernig op 10 oktober 1979 te Delft. 1. Inleiding In een rioolwaterzuiveringsinrichting

Nadere informatie

Inhoud De oxidatiesloot: succesvolle Nederlandse ontwikkeling

Inhoud De oxidatiesloot: succesvolle Nederlandse ontwikkeling Biologische waterzuivering de oxydatiesloot, geschiedenis met een grote toekomst Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen WATER AND SANITATION FOR ALL 60e Vakantiecursus in Drinkwatervoorziening

Nadere informatie

Verkorte ZAHN- WELLENS test voor afvalwaters

Verkorte ZAHN- WELLENS test voor afvalwaters Verkorte ZAHN- WELLENS test voor afvalwaters februari 2010 Pagina 1 van 7 WAC/V/B/005 INHOUD 1 INLEIDING... 3 2 PRINCIPE... 3 3 BIODEGRADATIEVOORWAARDEN... 3 4 TESTVOORWAARDEN... 3 5 MATERIAAL... 4 5.1

Nadere informatie

Inleiding. Afvalwater. Afvalwaterzuivering

Inleiding. Afvalwater. Afvalwaterzuivering Inleiding Je poetst je tanden en spoelt je mond. Hup, doorspoelen! Vieze handen? Flink wat zeep en de kraan open: hup, ook maar doorspoelen! Elke dag spoel jij vele liters schoon drinkwater door de wastafel,

Nadere informatie

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Organische vracht continue on-line bewaken Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Waardeketen Organische stoffen TOC/CZV correlatie Inhoud Afvalwater karakteristiek zuivel-industrie Redenen om

Nadere informatie

Tabel 1 - Waterkwaliteit voor een aantal parameters (indien geen eenheid vermeld is de eenheid in mg/l). aeroob grondwater

Tabel 1 - Waterkwaliteit voor een aantal parameters (indien geen eenheid vermeld is de eenheid in mg/l). aeroob grondwater Oefenopgaven Zuivering Vraag 1 In de onderstaande tabel staan de analyses van het ruwe water van drie zuiveringsstations gegeven. Het betreft een aeroob grondwater, een oppervlaktewater (directe zuivering)

Nadere informatie

Dimensioneren civiele constructieonderdelen

Dimensioneren civiele constructieonderdelen Dimensioneren civiele constructieonderdelen Bijlage II in het kader project "Uitbreiding rwzi Numansdorp" voor course 15/16 Begeleiders namens: Hogeschool van Arnhem & Nijmegen Dhr. A.C. de Wit Waterschap

Nadere informatie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Prof. ir. Hans van Dijk 1 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Inhoud hydrologische kringloop kwalitatief 1. regenwater 2. afstromend/oppervlaktewater. infiltratie

Nadere informatie

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek LTO42 Toets 5.1 Boek: Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk, Blz 321-324, Blz 328-332, Blz 336-345)

Nadere informatie

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal)

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) LTO42 Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk,

Nadere informatie

SKIW / KNW - Symposium

SKIW / KNW - Symposium SKIW / KNW - Symposium Waterzuivering bij BASF Antwerpen en ervaring met inhibitie van actief slib. Steven Meul 31 mei 2018 1 31.05.2018 SKIW / KNW - Symposium Waterbeheer bij BASF Antwerpen Verschillende

Nadere informatie

hoofdgroep maatschappelijke technologie

hoofdgroep maatschappelijke technologie hoofdgroep maatschappelijke technologie organisatie voor. toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek Rapport nr. Project nr. Datum R 84/41 10881 15-03-1984 ONDERZOEK NAAR DE BIODEGRADATIE VAN DE KLEURSTOF

Nadere informatie

2 De zuivering van afvalwater Typen bedrijfsafvalwater De zuivering in vogelvlucht Afsluiting 21

2 De zuivering van afvalwater Typen bedrijfsafvalwater De zuivering in vogelvlucht Afsluiting 21 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Waterverontreiniging: aard en omvang 9 1.1 Oorzaken van de waterverontreiniging 9 1.2 Om welke stoffen gaat het? 10 1.3 Kengetallen van waterverontreiniging 12 1.4 Afsluiting

Nadere informatie

SEMESTER 1, BLOK B SIMULATIE

SEMESTER 1, BLOK B SIMULATIE INLEIDING In deze workshop gaan we met behulp van Excel een simulatie uitvoeren die betrekking heeft op chemische omzettingen en het schoonspoelen van een reactorsysteem. We bekijken dan wat er gebeurt

Nadere informatie

TECHNISCHE GEGEVENS ASTERIA 750 WATERZUIVERINGSSTATION

TECHNISCHE GEGEVENS ASTERIA 750 WATERZUIVERINGSSTATION TECHNISCHE GEGEVENS ASTERIA 750 WATERZUIVERINGSSTATION ASTERIA 750 De Asteria waterzuiveringen zijn ontworpen voor het zuiveren van huishoudelijk type afvalwater berekend op een debiet van 150 liter /

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden door een scholier 1478 woorden 16 februari 2009 5,6 56 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jouw Havo 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf

Nadere informatie

1 Inleiding Leerdoelen... 21

1 Inleiding Leerdoelen... 21 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 Leerdoelen... 1 1.1 De waterkringloop... 1 1.1.1 Eigenschappen van water... 1 1.1.2 Kringloop... 2 1.1.3 Waterbalans... 3 1.2 Het watersysteem... 4 1.3 Het waterbeheer...

Nadere informatie

WAT BIED BORALIT AAN?

WAT BIED BORALIT AAN? WAT BIED BORALIT AAN? Boralit bied 2 systemen aan. Een intensief en een extensief systeem. Wat is het verschil? Bij een intensief systeem wordt er zuurstof in de zuivering geblazen door middel van een

Nadere informatie

2 Achtergrondinformatie van het EssDe -proces Het EssDe -proces is een alternatief voor de conventionele stikstofverwijderingsroute 1.

2 Achtergrondinformatie van het EssDe -proces Het EssDe -proces is een alternatief voor de conventionele stikstofverwijderingsroute 1. Notitie Referentienummer Datum Kenmerk Versie 5 12 juli 2015 334159 Betreft Beschrijving EssDe en energiebalans t.b.v. MER oplegnotitie 1 Inleiding Vanwege het feit dat de gekozen oplossing voor de renovatie

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Bepaling benodigd doorspoelregime Lijnbaansgracht

Bepaling benodigd doorspoelregime Lijnbaansgracht Doorspoelgemaal Lijnbaansgracht Contactpersoon Mirjam Hulsbos Datum 18 juli 2016 Kenmerk N001-1241330MHB-wga-V01-NL Bepaling benodigd doorspoelregime Lijnbaansgracht 1.1 Inleiding Onder het Kleine Gartmanplantsoen

Nadere informatie

Cellulose Assisted Dewatering of SLudge:

Cellulose Assisted Dewatering of SLudge: 14 september 2017 1 Cellulose Assisted Dewatering of SLudge: Gericht op ontwatering van slib door hergebruik van cellulosevezel! 4 jarig onderzoeksproject (eind 10 september 2017) Uitgevoerd door 6 partijen

Nadere informatie

Stikstofeis noodzaakt rwzi Dokhaven tot innovatie Waterkwaliteit > Afvalwaterbehandeling > Beschrijving van r.w.z.i.

Stikstofeis noodzaakt rwzi Dokhaven tot innovatie Waterkwaliteit > Afvalwaterbehandeling > Beschrijving van r.w.z.i. Page 1 of 5 home actualiteiten evenementen bedrijvengids archief zoeken adverteren abonneren colofon Redactie R. van Dalen Kopij Neerslag zenden aan: NVA, t.a.v. redactie Neerslag Postbus 70, 2280 AB Rijswijk

Nadere informatie

De afvalwaterzuivering als energiefabriek

De afvalwaterzuivering als energiefabriek De afvalwaterzuivering als energiefabriek Joop Colsen Energiebesparing op RWZI s anno 2010 www.colsen.nl info@colsen.nl Introductie (1) Afvalwaterzuivering levert energie op: Door vergisting van biomassa

Nadere informatie

Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering

Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering Onderzoek waterkwaliteit en Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering Met behulp van kiezel, grof en fijn zand, actieve kool en wat watten werd het natuurlijk zuiveringssysteem van de bodem nagebootst.

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I Anammox In deze opgave staat een bacteriële omzetting van ammoniumionen met nitrietionen centraal, de zogenoemde anammoxreactie. Bij deze opgave horen twee tekstfragmenten die zijn afgedrukt in de bijlage

Nadere informatie

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held Inkuilproces Proces bij het inkuilen: In de kuil ondergaat het gewas een biochemisch proces onder invloed van micro-organismen Een

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1018 woorden 18 januari 2017 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting H3 3.1 Ecosysteem: afgebakend gebied met

Nadere informatie

Werkstuk Techniek. Rioolwaterzuiveringsinstallaties. Werkstuk gemaakt door: Klas: B2E Datum inleveren werkstuk: Dinsdag 30 mei Docent: JGT

Werkstuk Techniek. Rioolwaterzuiveringsinstallaties. Werkstuk gemaakt door: Klas: B2E Datum inleveren werkstuk: Dinsdag 30 mei Docent: JGT Werkstuk Techniek Rioolwaterzuiveringsinstallaties Bron foto: www.wve.nl Bron foto: www.wve.nl Werkstuk gemaakt door: Anoniem Samantha (op van eigen de verzoek) Maat Bert Bert van van Naamen Naamen Klas:

Nadere informatie

TIPS & TRICKS. TIP 5: Reinigen Bewateringssysteem

TIPS & TRICKS. TIP 5: Reinigen Bewateringssysteem TIP 5: Reinigen Bewateringssysteem Ongelijke waterafgiftes door leidingvernauwingen en/of verstopte druppelaars of sproei-installatie zijn een doorn in het oog van een kweker. Ongelijke bewatering verstoort

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

Praktische opdracht ANW Waterzuivering

Praktische opdracht ANW Waterzuivering Praktische opdracht ANW Waterzuivering Praktische-opdracht door een scholier 1612 woorden 3 maart 2006 6,9 59 keer beoordeeld Vak ANW Waterzuivering Inhoudsopgave 1. Water (over water zelf) 2. Riolering

Nadere informatie

Totale verwerking van mest en/of digestaat

Totale verwerking van mest en/of digestaat Totale verwerking van mest en/of digestaat Verwerking van slib, mest en/of digestaat is geen eenvoudige zaak. Zeker niet wanneer het doel is deze te verwerken tot loosbaar water en fracties die een toegevoegde

Nadere informatie

Slibverwerking. 1 Inhoud... 1

Slibverwerking. 1 Inhoud... 1 1 Inhoud 1 Inhoud... 1 2 Slibverwerking... 1 2.1 Biologische afvalwaterzuivering en slibproductie... 1 2.2 Slibverwerking... 2 2.3 Enkele voorbeelden van een slibverwerkingsketen... 4 2.3.1 Biologische

Nadere informatie

Techniek afvalwaterzuivering

Techniek afvalwaterzuivering Techniek afvalwaterzuivering Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, september 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 4.0 Niets van

Nadere informatie

Aangenomen dat alleen de waarde voor natrium niet gemeten is, is de concentratie natrium in mg/l van het bovenstaande water.

Aangenomen dat alleen de waarde voor natrium niet gemeten is, is de concentratie natrium in mg/l van het bovenstaande water. Page 1 of 9 CT011 INLEIDING WATERMANAGEMENT (20082009 Q1) (9805080901) > TEST MANAGER > TEST CANVAS Test Canvas Add, modify, and remove questions. Select a question type from the Add dropdown list and

Nadere informatie

BVB Substrates. Kwaliteitskenmerken substraten voor openbaar groen

BVB Substrates. Kwaliteitskenmerken substraten voor openbaar groen BVB Substrates Kwaliteitskenmerken substraten voor openbaar groen Marc Spierings 9 en 10 juni 2016 1 2 Het belang van groen 3 Het gewenste eindbeeld? Enkele parameters Goed ontwerp Goed bestek Kennis van

Nadere informatie

Handleiding. Afvalwaterzuivering. Uitleg Samenvatting Test jezelf

Handleiding. Afvalwaterzuivering. Uitleg Samenvatting Test jezelf Handleiding Voorbereiding Organiseer eventueel een excursie naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie in de directe omgeving. Deze excursie kan worden gepland voorafgaand aan de behandeling van dit Bloq,

Nadere informatie

Erfafspoeling en groene zuivering

Erfafspoeling en groene zuivering Erfafspoeling en groene zuivering Meten, onderzoeken en praktische oplossingen René Gerritsen Medewerker Toezicht & Handhaving Inhoud presentatie Korte inleiding groene zuivering Wat is een groene zuivering?

Nadere informatie

AWZI Schiphol. Ervaringen met het DEMON-proces. Marthe de Graaff. 22 mei 2019

AWZI Schiphol. Ervaringen met het DEMON-proces. Marthe de Graaff. 22 mei 2019 AWZI Schiphol Ervaringen met het DEMON-proces Marthe de Graaff 22 mei 2019 AWZI Schiphol In eigendom vanaf 2004 3.000 5.000 m 3 /d afvalwater van: Passagiers Bedrijven Schiphol terrein Catering Fecaliën

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

STIKSTOF & FOSFOR CURSUSBOEK NIEUWEGEIN

STIKSTOF & FOSFOR CURSUSBOEK NIEUWEGEIN STIKSTOF & FOSFOR CURSUSBOEK NIEUWEGEIN 2017 Stichting Wateropleidingen, Oktober 2017 Nieuwegein Versie 6.1 Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

Full scale de-ammonificatie in de waterlijn

Full scale de-ammonificatie in de waterlijn Full scale de-ammonificatie in de waterlijn 1 Met DEMON en EssDe Harm Baten Hoogheemraadschap van Rijnland Annette Buunen - Grontmij Nederland B.V. (part of Sweco) Full scale de-ammonificiatie in de waterlijn

Nadere informatie

Chris Ruiken. 21 juni 2011

Chris Ruiken. 21 juni 2011 Influent zeven Chris Ruiken 21 juni 2011 Inhoud 1. Introductie 2. Demo installatie Blaricum 3. Massabalansen cellulose 4. Conclusie Afvalwater bevat van alles en nog wat. Toiletpapier is ongeveer 30% van

Nadere informatie

djksdienst voor de ijsselmeerpolders

djksdienst voor de ijsselmeerpolders ,-- L,.a-.* mlnlsterle van verkeer en waterstaat ".Is djksdienst voor de ijsselmeerpolders 8161..10T i.-etu R1JKYDlt:t3 i V

Nadere informatie

voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver

voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver Mobiele waterzuivering voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver ing Afvalwater zuiveren voor de deur Afvalwater zuiveren voor de deur? Niet

Nadere informatie

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar 17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume

Nadere informatie

Hybride Nereda : anderhalf jaar ervaring met verrassend resultaat

Hybride Nereda : anderhalf jaar ervaring met verrassend resultaat Hybride Nereda : anderhalf jaar ervaring met verrassend resultaat Mathijs Oosterhuis, Meinard Eekhof (waterschap Vechtstromen), André van Bentem en Helle van der Roest (Royal HaskoningDHV) De rioolwaterzuiveringsinstalla

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Zie Basisscheikunde voor het hbo bij https://www.syntaxmedia.nl/basisscheikunde-voor-het-hbo Uitwerkingen van de opgaven uit: Hoofdstuk 15 Milieu en veiligheid bladzijde 1 Opgave 1 Welke schade veroorzaakt

Nadere informatie

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Zwevende stof vormt een complex mengsel van allerlei verschillende deeltjes, en speelt een belangrijke rol

Nadere informatie

Handleiding voor. microscopisch slibonderzoek - -

Handleiding voor. microscopisch slibonderzoek - - Handleiding voor microscopisch slibonderzoek - - postbus 80200, 2508 GE den haag, 070-51 271 0 stichting toegepast onderzoek reiniging afvalwater Handleiding voor microscopisch sli bonderzoek INHOUD TEN

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

Energie uit drinkwater en afvalwater

Energie uit drinkwater en afvalwater Energie uit drinkwater en afvalwater Inhoud 1. De cyclus van de stedelijke drinkwatervoorziening en afvalwater 2. Installeren van een turbine in het drinkwaternet 2.1. De druk in drinkwaternetten 2.2.

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 14 Chemische processen bladzijde 1 Opgave 1 Wat denk je, zijn de volgende processen continuprocessen of batch-processen? a productie van verschillende soorten medicijnen b productie van verschillende

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof

Nadere informatie

Verzadigingsindex of Langelier index

Verzadigingsindex of Langelier index Verzadigingsindex of Langelier index Water dat gebruikt wordt om het zwembad te vullen en het suppletiewater is gewoonlijk leidingwater met een constante en bekende samenstelling. Door toevoeging van chemische

Nadere informatie

VERWIJDERING VAN ZWEVEND EN DRIJVEND WIL MET BEHULP VAN STAAFROOSTERS OP DE R.W.Z.I. TE LELYSTAD. door. november. 1982-290 Abw 1644 I

VERWIJDERING VAN ZWEVEND EN DRIJVEND WIL MET BEHULP VAN STAAFROOSTERS OP DE R.W.Z.I. TE LELYSTAD. door. november. 1982-290 Abw 1644 I W E R K D O C U M E N T VERWIJDERING VAN ZWEVEND EN DRIJVEND WIL MET BEHULP VAN STAAFROOSTERS OP DE R.W.Z.I. TE LELYSTAD door f- 1982-290 Abw november 1644 I n - - X N I S T E R I E V A N V E R K E E R

Nadere informatie

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype. TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende

Nadere informatie

Eindexamen biologie compex havo 2009 - I

Eindexamen biologie compex havo 2009 - I Wilde paarden in China Het Przewalskipaard komt al tientallen jaren niet meer in het wild voor. In het eerste filmfragment is te zien dat Chinese onderzoekers deze diersoort opnieuw introduceren in een

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van

Nadere informatie

Uitgewerkte oefeningen

Uitgewerkte oefeningen Uitgewerkte oefeningen Rekenen met procenten en evenredigheden Oefening Een patiënt had vorig jaar een cholesterol van 60 mg/dl. Een jaar later is zijn cholesterol met 5% toegenomen. Wat is zijn cholesterol

Nadere informatie

Scheikundige begrippen

Scheikundige begrippen Scheikundige begrippen Door: Ruby Vreedenburgh, Jesse Bosman, Colana van Klink en Fleur Jansen Scheikunde begrippen 1 Chemische reactie Ruby Vreedenburgh Overal om ons heen vinden er chemische reacties

Nadere informatie

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter Water en kooldioxide zijn qua hoeveelheid de belangrijkste bouwstoffen voor planten. Van andere voedingsstoffen hebben ze minder nodig, al zijn die wel

Nadere informatie

1.7 Innovatie Afsluitend... 16

1.7 Innovatie Afsluitend... 16 Inhoudsopgave 1 Inleiding en kader... 1 1.1 Waterzuivering: verleden, heden en toekomst... 1 1.2 Wie is verantwoordelijk voor de afvalwaterzuivering?... 3 1.3 Financiën en functioneren... 5 1.4 Belanghebbenden...

Nadere informatie

EUROPEAN UNION SCIENCE OLYMPIAD ANTWOORDENBUNDEL TEST 1 13 APRIL 13, 2010. Land:

EUROPEAN UNION SCIENCE OLYMPIAD ANTWOORDENBUNDEL TEST 1 13 APRIL 13, 2010. Land: EUROPEAN UNION SCIENCE OLYMPIAD ANTWOORDENBUNDEL TEST 1 13 APRIL 13, 2010 Land: Team: Namen en handtekeningen 1 OPDRACHT 1 Relatieve vochtigheid van de lucht 1.1: Het dauwpunt is (noteer ook de eenheid)

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

AWZI Schiphol Aërobe zuivering van industrieel afvalwater

AWZI Schiphol Aërobe zuivering van industrieel afvalwater AWZI Schiphol Aërobe zuivering van industrieel afvalwater A 50-FL1230 50-V1200 50-XV1202 50-HV1217 50-HV1218 903.401-011 REGENERATION 903.401-009 1201 1202 0-PI 205 1202 WBA 1206 1206 50-XV1206 SBA CIRCULATION

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen: Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,

Nadere informatie

Overdaad Schaadt. Onderzoek naar vervuild water. Naam:... Foto: creative commons; Flickr eddi07.

Overdaad Schaadt. Onderzoek naar vervuild water. Naam:... Foto: creative commons; Flickr eddi07. Overdaad Schaadt Onderzoek naar vervuild water Naam:... Foto: creative commons; Flickr eddi07. 1 inleiding Inleiding: Vroeger was alles beter. Dus niet. Neem bijvoorbeeld drinkwater. Tot ver in de vorige

Nadere informatie

4 'y, rijksdienst voor de ijsselmeerpolders. R.W. Greiner. G.D. Butijn. minikterie van verkeer en waterstaat. De aansluiting van de sectie OZ op de

4 'y, rijksdienst voor de ijsselmeerpolders. R.W. Greiner. G.D. Butijn. minikterie van verkeer en waterstaat. De aansluiting van de sectie OZ op de minikterie van verkeer en waterstaat rijksdienst voor de ijsselmeerpolders ti 4 'y, BlBLlOTnEeK RIJKSDIENST~VOOR 08 I~SSELMEERPOLOERS werkdocument I De aansluiting van de sectie OZ op de rioolwaterzuiveringsinstallatie

Nadere informatie

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495. Voorstel. Het college stelt u voor om

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495. Voorstel. Het college stelt u voor om VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 9 Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495 In D&H: 16-07-2013 Steller: Tonny Oosterhoff In Cie: BMZ 03-09-2013 Telefoonnummer: (030) 6345726

Nadere informatie

1 Inleiding Leerdoelen... 19

1 Inleiding Leerdoelen... 19 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 Leerdoelen... 1 1.1 Watersysteem en waterketen... 1 1.2 Actoren en belanghebbenden... 3 1.3 Natuurlijke processen O 2, N en P... 6 1.4 Verstoringen en effecten... 6 1.5 Waterzuivering...

Nadere informatie

Excursie Rioolwaterzuivering van Waterschap Vallei en Veluwe te Apeldoorn. d.d

Excursie Rioolwaterzuivering van Waterschap Vallei en Veluwe te Apeldoorn. d.d Excursie Rioolwaterzuivering van Waterschap Vallei en Veluwe te Apeldoorn. d.d.23-06-2017. We werden rond 14.00 uur verwelkomd door de heren Dick v.d.outenaar, die als spreker optrad, samen met Arjan Buitenhuis

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

Oplossingen Scheikunde van 2001

Oplossingen Scheikunde van 2001 www. Oplossingen Scheikunde van 2001 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Om deze vragen te kunnen

Nadere informatie

RWZI s-hertogenbosch - renovatie

RWZI s-hertogenbosch - renovatie Rapport datum: 17 juli 2015 RWZI s-hertogenbosch - renovatie MER oplegnotitie Gegund ontwerp & Groen gas project Aanvullingen Projectnummer 7341.09.08 Rapport titel : Project nummer : 7341.09.08 Rapport

Nadere informatie

Waar leven is, zijn ook Enzymen

Waar leven is, zijn ook Enzymen Waar leven is, zijn ook Enzymen De verschillende functies van de Enzymen zijn ontelbaar veelzijdig, net zo als bij Microorganismen, maar Enzymen zijn geen Micro organismen. Het betreft hier dus geen levende

Nadere informatie

Indien er onduidelijkheden zijn betreffende de vraagstelling, meld deze dan om verwarring te voorkomen.

Indien er onduidelijkheden zijn betreffende de vraagstelling, meld deze dan om verwarring te voorkomen. TU Delft Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen Subfaculteit Civiele Techniek Sectie Gezondheidstechniek Tentamen CT3420 Gezondheidstechniek Datum : 4 april 2007 Tijd : 14.00 17.00 Er zijn

Nadere informatie

Slibuitspoeling op rwzi s;

Slibuitspoeling op rwzi s; Fina l re port Slibuitspoeling op rwzi s; Cold Cases rapport 2012 w11 Slibuitspoeling op rwzi's; Cold Cases rapport 2012 w11 ISBN 978.90.5773.556.1 stowa@stowa.nl www.stowa.nl TEL 033 460 32 00 FAX 033

Nadere informatie

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken. Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en

Nadere informatie

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011 Ammonium in de Emissieregistratie?! Natuurlijke processen, antropogene bronnen en emissies in de ER Bert Bellert, Waterdienst Ammonium als stof ook in ER??: In kader welke prioritaire stoffen, probleemstoffen,

Nadere informatie

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV)

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV) Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV) Effect twee vulgewichten op opbrengst en kwaliteit Johan Baars, Anton Sonnenberg & Pieter de Visser & Chris Blok Dit project

Nadere informatie

7.1 Het deeltjesmodel

7.1 Het deeltjesmodel Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een

Nadere informatie

Hoogbelaste voorzuivering afvalwater inventarisatie en bouwstenen voor het A-trap-procesontwerp

Hoogbelaste voorzuivering afvalwater inventarisatie en bouwstenen voor het A-trap-procesontwerp Hoogbelaste voorzuivering afvalwater inventarisatie en bouwstenen voor het A-trap-procesontwerp Kees Roest, Tessa van den Brand (KWR Watercycle Research Institute), Marcel Zandvoort (Waternet), Marthe

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor,

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, 1981-2017 Indicator 28 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Aquafin - leerpakket. werken aan zuiver water WERKBLAD VOOR DE LEERLING NIVEAU 1 - MEERKEUZEVRAGEN

Aquafin - leerpakket. werken aan zuiver water WERKBLAD VOOR DE LEERLING NIVEAU 1 - MEERKEUZEVRAGEN werken aan zuiver water WERKBLAD VOOR DE LEERLING Aquafin - leerpakket NIVEAU 1 - MEERKEUZEVRAGEN 1. Hoeveel water gebruikt de Vlaming gemiddeld per dag? 1. 120 liter 2. 80 liter 3. 200 liter 8. Waar komt

Nadere informatie

Wageningen UR Livestock Research

Wageningen UR Livestock Research Wageningen UR Livestock Research Partner in livestock innovations Mestverwerking met Evodossysteem Oktober 2009 Colofon O Opdrachtgever/financier / financier: Evodos BV Uitgever Wageningen UR Livestock

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen,

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen, Indicator 22 juni 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De afgelopen dertig jaar is voor

Nadere informatie

Brouwland, 26 mei 2012

Brouwland, 26 mei 2012 Zuurstof, een vloek of een zegen? Jacques Bertens Een vet verhaal Brouwland, 26 mei 2012 Vet Dit verhaal gaat over zuurstof en vet Verzadigde vetzuren worden onder invloed van zuurstof omgezet in onverzadigde

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot II

Eindexamen vwo scheikunde pilot II Selectieve opname koolstofdioxide 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: rechts van de pijl H + 1 juiste coëfficiënten 1 Indien in een overigens juiste vergelijking H 2 is

Nadere informatie

Werkblad voor de leerling

Werkblad voor de leerling Werkblad voor de leerling werken aan zuiver water 1. Kies het juiste antwoord Water uit een gemengd rioolstelsel dat op de RWZI wordt verwerkt is: 1. regenwater 2. huishoudelijk afvalwater 3. een mengsel

Nadere informatie

Doel van deze opleiding:

Doel van deze opleiding: Doel van deze opleiding: Wat zijn biologische agentia? Hoe kan men besmet geraken? Waar zijn biologische agentia te vinden? Wat zit er in rioolwater? Wat zijn risicovolle werkzaamheden mbt biologische

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde I

Eindexamen vwo scheikunde I Waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 1 O 6 + 4 H O 4 H + CH COO + HCO + 4 H + molverhouding CH COO : HCO = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor H + gelijk aan de som van de coëfficiënten

Nadere informatie

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van

Nadere informatie