René van Royen LATIJN LEREN LEZEN. deel I

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "René van Royen LATIJN LEREN LEZEN. deel I"

Transcriptie

1

2

3 René van Royen LATIJN LEREN LEZEN deel I ACADEMISCH UITGEEFCENTRUM AMSTERDAM 2014

4 Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd op welke wijze dan ook zonder toestemming van de uitgever. copyright 2013 en 2014 Academisch Studieen Uitgeefcentrum Amsterdam 4

5 INHOUD Voorwoord Les 1 Nederlands en Latijn Les 2 Het onderwerp - een zelfstandig naamwoord Les 3 Nog een zelfstandig naamwoord: het lijdend voorwerp Les 4 Werkwoorden van geven Les 5 Werkwoorden van ruimte Les 6 Koppelwerkwoorden Les 7 Het slachtoffer in de hoofdrol Les 8 Uitbreiden Les 9 De tweede declinatie Les 10 De bijvoeglijke naamwoorden Les 11 Bijwoorden Les 12 Nog meer uitbreiding 5

6 VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond de grammatica van Priscianus, die de Institutiones grammaticae genoemd wordt. De mensen waren er zo enthousiast over dat het een schoolboek bleef. Toen Priscianus er zelf niet meer was en het Romeinse Rijk al lang verdwenen was, leerden de kinderen nog steeds Latijn uit zijn grammatica. En eigenlijk is dat geen goed idee. Waarom? Priscianus leerde Latijn aan kinderen die het al kenden. Voor ze naar school gingen, hadden ze het thuis al van hun ouders geleerd. Latijn was hun moedertaal en die hoef je eigenlijk niet te leren. Want elk kind leert tussen zijn nulde en - zeg - zijn zesde de taal van thuis. Dat gaat vanzelf en daardoor heeft iedereen zonder moeite zijn moedertaal leren spreken. Maar daarna? Als de moedertaal eenmaal binnen is gaan onze hersens op slot. Onze hersens weigeren gewoon om het kunstje nog eens te doen. Wanneer we een tweede of een derde taal willen leren, gaat dat niet langer van zelf. We moeten onze best doen, woordjes leren en proberen de regels te begrijpen. En daarom hebben wij niet zo veel aan de grammatica van Priscianus. In dit boekje ga ik uit van onze eigen taal. Ik heb erover nagedacht hoe het Nederlands in elkaar zit en wat in onze taal de regels zijn. Daarna ben ik gaan kijken naar hoe de Romeinen hun zinnen maakten. Dat heb ik opgeschreven zodat je leert begrijpen wat de verschillen zijn tussen Nederlands en Latijn en wat eigenlijk hetzelfde is. Zo heb ik dit boekje Latijn Leren Lezen opgezet. En natuurlijk hoop ik dat je er ook echt Latijn mee zult gaan lezen. René van Royen 6

7 MIJN THEORIE Taal is een combinatie van betekenissen en regels. Elk woord heeft een betekenis maar ook een set technische kenmerken. De regels of taalregels werken niet met de betekenis van de woorden, maar met hun technische kenmerken. Zo bezitten werkwoorden bouwkundige eigenschappen waarmee ze zelfstandige naamwoorden of hun vervangers in een bepaalde omgeving bepaalde functies toekennen. Zo n combinatie van een werkwoord met zijn directe omgeving heet een kernzin. Aan de zelfstandige naamwoorden of hun vervangers in de kernzin kan extra informatie worden toegevoegd door bijvoeglijke naamwoorden of hun vervangers. Aan de andere woordsoorten in de kernzin kunnen bijwoorden of hun vervangers worden toegevoegd. Al dan niet uitgebreide kernzinnen kunnen door middel van koppelingen of hun vervangers met elkaar verbonden worden. René van Royen 7

8 LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eerst eens naar de volgende vier zinnetjes kijken: De buschauffeur wordt zeeman. Het meisje ziet het ongeluk. Mama geeft haar baby de fles. Steven sloomt naar huis. In al deze zinnetjes staat het onderwerp vooraan. Het onderwerp, kun je zeggen, is de hoofdpersoon van de zin. Net zoals in een film zorgt de hoofdpersoon voor de actie. De buschauffeur wordt iets, het meisje kijkt, moeder geeft iets en Steven is op weg. Allemaal zijn ze de hoofdpersoon in hun zin en om die reden heten ze onderwerp. Wat je ook ziet, is dat achter het onderwerp het actiewoord komt. Wat doet de chauffeur? Hij wordt iets. Wat doet het meisje? Ze ziet iets. Wat doet de moeder? Ze geeft iets. Wat doet Steven? Hij sloomt. Zo n actiewoord heet een werkwoord en in onze taal staat het werkwoord achter het onderwerp. Dat is een regel waardoor alle Nederlandse mensen weten, wie wat doet. De hoofdpersoon staat op plaats één van de zin en wat hij doet op plaats twee. Als ik het in een schema zet, ziet het er zo uit: de hoofdpersoon op plaats één en het actiewoord op de tweede plaats. EERSTE PLAATS TWEEDE PLAATS DERDE onderwerp is/wordt onderwe onderwerp ziet/maakt lijdend v onderwerp geeft meewerk onderwerp zit, ligt, loopt,sloomt voorzets 8

9 In het schema zie je dat er meer is dan alleen het onderwerp en het werkwoord. Een werkwoord is een actiewoord en daar zitten twee kanten aan. Er hoort een hoofdrol speler bij die voor de actie zorgt, maar de actie zelf hoort er ook bij. Als je iets maakt of repareert en als je wat ziet of wat hoort - allemaal actiewoorden - dan wil iedereen weten wat je ziet, hoort, maakt of repareert. Want bij een actiewoord wil je niet alleen weten wie iets doet, maar ook wat er gebeurt. En in onze taal hebben we daar de plaatsen drie en vier voor. In het geval van de buschauffeur gaat het alleen om hem. Hij heeft genoeg van zijn baantje en wil wat anders. Hij wil varen en naar zee en daarom heeft hij besloten zeeman te worden. De actie is dus dat de buschauffeur iets anders wordt. Maar omdat het om hemzelf gaat en de buschauffeur onderwerp van de zin is, komt er weer een onderwerp. De buschauffeur en de zeeman zijn één en dezelfde persoon en daarom komt er op plaats drie weer een onderwerp. Je hebt misschien geleerd dat dit tweede onderwerp naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde heet, maar dat is hetzelfde. Maar zien is iets anders. Het meisje ziet het ongeluk en in dit zinnetje gaat het dus om twee dingen die niet hetzelfde zijn. Het meisje is een mens en het ongeluk is iets dat gebeurt. Om duidelijk te maken dat het meisje het ongeluk ziet, staat zij in onze taal op plaats één. En het ongeluk dat gezien wordt, staat op plaats drie achter het werkwoord. En alles wat door iemand gezien wordt of gedaan, heet lijdend voorwerp. Dat is niet zielig, maar is er om uit te leggen met welk ding of met welk mens er iets gebeurt. Als de monteur de auto repareert, gebeurt er iets met de auto en daarom is de auto in dat geval lijdend voorwerp. PLAATS rp oorwerp end voorwerp el VIERDE PLAATS lijdend voorwerp 9

10 Bij het werkwoord geven, is er nog meer aan de hand. Dan zijn er, zoals je gezien hebben, drie personen in het spel. Om te beginnen is er het onderwerp en dat is moeder die haar kindje de fles geeft. Maar bij geven is er ook altijd iemand die wat krijgt, zeg maar de ontvanger. Natuurlijk kun je jezelf ook iets geven, maar meestal is een kado, of een klap, voor iemand anders bedoeld. Want bij geven hoort krijgen en bij een gever hoort dus ook een ontvanger. Zo n ontvanger heet meewerkend voorwerp en als je een kado krijgt, is dat een logische term. Maar als je de ontvanger van een klap bent die je niet wilt, heet je ook meewerkend voorwerp. Behalve de gever die op plaats één staat en de ontvanger op plaats drie, is er ook nog het kado. In het zinnetje met de baby is dat een flesje melk en omdat deze fles de actie ondergaat, is het lijdend voorwerp. De fles heeft zelf namelijk niets te vertellen, de moeder geeft het aan de baby. En zo horen ze bij elkaar: de geefster op plaats één, de actie op plaats twee, de ontvanger op plaats drie en het lijdend voorwerp op plaats vier. Tenslotte is Steven er nog. Hij sloomt naar huis. En met slomen is het zo als met alle werkwoorden die iets met ruimte of tijd te maken hebben. Dat zijn werkwoorden als, fietsen, liggen, zitten, staan, gaan, rijden, lopen, duren. Achter zulke werkwoorden komt in onze taal bijna altijd een voorzetsel. En een voorzetsel is een klein, maar heel duidelijk woordje dat precies uitlegt waar iets is of waar het gebeurt. Dus op, in, naar, bij, uit, langs, met, over, door zijn allemaal voorzetsels. En die staan in onze taal op plaats drie na een werkwoord dat iets met ruimte of tijd te maken heeft. OEFENING 1: Maak nu zelf zinnetjes met de volgende woorden en kijk wat er gebeurt. Pieter, de jongen, de fiets, het zwembad, de foto, het boek, de compu. Lopen, worden, zijn, maken, liggen, geven, Bij, naar, langs. 10

11 De grote verrassing Met Latijnse werkwoorden is het niet veel anders dan bij ons. Om te beginnen hebben ze ook allemaal een onderwerp nodig en dat is ook in die taal de hoofdpersoon van de zin. En ook is het zo dat het Latijn dezelfde vier soorten werkwoorden heeft als onze taal. En deze werkwoorden gedragen zich ook nog eens precies hetzelfde. Dat wil zeggen dat na wordt of is weer een onderwerp komt, bij zien en maken hoort in het Latijn ook een lijdend voorwerp. En als geven het werkwoord is staat er in een Latijnse zin ook een gever, een ontvanger en een kado. Of anders gezegd: een onderwerp, een meewerkend voorwerp en een lijdend voorwerp. En tenslotte komt ook in het Latijn na werkwoorden van ruimte een voorzetsel. Maar waar de woorden in de zin staan, doet er niet zoveel toe. Dat komt omdat in het Latijn aan elk woord apart te zien is wat het is. Als een woord bijvoorbeeld onderwerp is van de zin, zie je dat aan de laatste letter. Kijk maar eens naar het schema hieronder. Daar staat het woord toga en dat betekent ook toga, een lange mantel voor Romeinse heren. En dat woord toga heeft een aparte vorm voor wanneer het onderwerp is, dan staat er namelijk toga. toga onderwerp nominativus togae bezitter genitivus togae meewerkend voorwerp dativus togam lijdend voorwerp accusativus toga met of door ablativus Maar als het lijdend voorwerp is, verandert toga in togam en als het meewerkend voorwerp is in togae. Er is een hele groep woorden die precies hetzelfde doen. Behalve toga is er het Latijnse woord casa dat huis betekent. In alle zinnen waar huis onderwerp is, zegt een Romein casa. Maar als het lijdend voorwerp is, verandert dat in casam. Zo gaat het ook met amica dat vriendin betekent. En als een Romeinse jongen zijn vriendin iets geeft, verandert amica in amicae. En zo gaat het met alle woorden die in het lijstje hieronder staan. 11

12 toga casa amica Claudia vacca terra aqua Caecilia ad (voorzetsel) toga huis vriendin Claudia koe land water Caecilia naar of bij OEFENING 2: Kijk naar de volgende zinnetjes. Est is het werkwoord en het betekent: is. Vacca est Caecilia Est vacca Caecilia Est Caecilia vacca Dit zijn drie Latijnse zinnen die voor een Romein ongeveer hetzelfde betekenen en allemaal goed Latijn zijn. Bedenk zelf welk zinnetje je met dezelfde betekenis aan de reeks kunt toevoegen. OEFENING 3: Kijk nu naar deze zinnetjes. Videt is het werkwoord en het betekent: ziet. Casam Claudia videt Videt Claudia casam Videt casam Claudia Dit zijn ook weer drie zinnetjes die in het Latijn ongeveer hetzelfde betekenen. Bedenk zelf welk zinnetje je met dezelfde woorden nog kunt toevoegen. OEFENING 4: Kijk nu naar deze vijf zinnetjes die weer allemaal hetzelfde betekenen. Dat is het werkwoord en het betekent: geeft. Claudia aquam dat vaccae Vaccae Claudia aquam dat. Vaccae dat aquam Claudia Aquam Claudia dat vaccae. Aquam vaccae Claudia dat. 12

13 Vertaal deze zinnen en bedenk zelf nog een zesde manier waarop je hetzelfde kunt zeggen. OEFENING 5: Kijk naar de volgende zinnetjes. It is het werkwoord en het betekent: gaat. Het woord dat na het voorzetsel ad komt, staat in het Latijn altijd in de accusativus. Maar daar hoef je je verder niets van aan te trekken. Ad casam Claudia it. It Claudia ad casam It ad casam Claudia. Er is nog een vierde manier om hetzelfde te zeggen. Welke is dat? 13

14 LES 2 HET ONDERWERP: EEN ZELFSTANDIG NAAMWOORD zo zelfstandig Wat wij een woord noemen, is vaak een zelfstandig naamwoord. Dat zijn alle woorden in onze taal waar de, het of een voor gezet kan worden zonder dat het raar klinkt. Dus woorden als bal, auto, kind, moeder, kikker of computer. Want je kunt gewoon zeggen daar ligt de bal, de auto scheurt door de straat, het kind is ziek of de kikker zwemt een rondje. Met opzet zeg ik kàn omdat de, het en een er niet altijd bij staan. In het zinnetje moeder bakt patat zijn moeder en patat allebei zelfstandige naamwoorden maar dan zonder lidwoord, zoals de woordjes de, het en een heten. Zelfstandig wil zeggen dat je niemand nodig hebt. Als je groot genoeg bent, kun je zelfstandig gaan wonen. En wanneer je zonder hulp en helemaal alleen een werkstuk geschreven hebt, kun je zelfstandig werken. Met zelfstandige naamwoorden is iets dergelijks aan de hand. Ze hebben eigenlijk niemand nodig, maar kunnen alles wat ze moeten doen op eigen kracht. Dat geldt voor de moeder die patat bakt of de bal die ergens heen gaat. Maar zelf ben je ook een zelfstandig naamwoord en dat geldt ook voor plaatsnamen, auto s of merkartikelen. Amsterdam, de Noordzee, Sinterklaas, een Audi en Nike zijn gewone zelfstandige naamwoorden. OEFENING 6 Wijs de zelfstandige naamwoorden aan: rots, branding, fietst, uitje, lang, erg, in, tandpasta, met, vuilnis, avond, Zwitserland, Jansen, peddelt, niest, heel, vies, visje, tramconducteur, ziekte. zelfstandige naamwoorden en namen in het Latijn In het Latijn kunnen zelfstandige naamwoorden even veel als bij ons. Alleen zijn ze in de zin veel moeilijker aan te wijzen. Eerlijk 14

15 gezegd is er ook geen simpel trucje waarmee je elk Latijns zelfstandig naamwoord kunt opsporen. Het komt er eigenlijk gewoon op neer dat je ze uit je hoofd kent. Zoiets als puella (spreek uit poeëlla) is Latijn voor meisje en een zelfstandig naamwoord. Dat komt omdat het Latijn geen lidwoord gebruikt. De, het en een gebruikten de Romeinen niet. Ook waren ze erg zuinig met mijn, haar en hun. Een Romein begreep uit het verhaal of het ging om het meisje, een meisje, meisje, mijn meisje, zijn meisje of hun meisje. In het Latijn is het dus een kwestie van onthouden en moet je van een woord onthouden dat het een zelfstandig naamwoord is. Je enige steun is dat alle woorden die in het Latijn een zelfstandig naamwoord zijn dat ook in het Nederlands zijn. Dat zie je aan het lijstje woorden hieronder. toga casa amica vacca aqua rosa terra victoria puella toga huis vriendin koe water roos land overwinning meisje Ook eigennamen zijn in het Latijn zelfstandige naamwoorden. De hoofdstad van het Romeinse Rijk heette Roma en dat is ook een zelfstandig naamwoord. En een van de beroemdste Romeinen heette Gaius Julius Caesar. Dat zijn drie namen die allemaal een zelfstandig naamwoord zijn. En Romeinse vrouwen en meisjes droegen namen die zelfstandige naamwoorden zijn. In de zin spelen deze zelfstandige naamwoorden de hoofdrol. Dat is in het Latijn zo, maar ook in onze eigen taal. het onderwerp of de hoofdpersoon Een zin is net een film. Er komt een hoofdpersoon in voor die zelf iets doet, of waar iets mee gebeurt. Die hoofdpersoon is het onderwerp 15

16 en dat is, zoals je weet een zelfstandig naamwoord. Een onderwerp hoeft dus geen mens te zijn of een levend wezen, maar elk zelfstandig naamwoord kan het zijn. De chauffeur scheurde met zijn taxi door de stad, het bioscoopbezoek is verminderd, de honger in Afrika is erg, Jansen zag het op zijn werk niet meer zitten of Mijn Ipod is zoek. Chauffeur, bioscoopbezoek, honger, Jansen en Ipod zijn allemaal gewone zelfstandige naamwoorden. Alleen zijn ze in deze zinnetjes wel allemaal de hoofdpersoon. Dat dit zo is, kun je aan het werkwoord zien. Zoals de hoofdpersoon in de film voor actie zorgt, doet het onderwerp dat in de zin. Kijk maar wie er voor de actie zorgt. Dat zijn de zelfstandige naamwoorden die vooraan staan op de eerste plaats. Zij zijn degene die voor de actie zorgen en dat kun je zien wanneer je naar het werkwoord kijkt. De chauffeur is degene die rijdt, het bioscoopbezoek heeft last van vermindering, de honger is er en je Ipod is nog steeds weg. Het onderwerp stuurt dus het werkwoord aan, het regeert het werkwoord zoals dat ook genoemd wordt. Om dat goed te zien, moet je het onderwerp maar eens in het meervoud zetten. Dan zeg je De chauffeurs scheuren door de stad en De Jansens zagen het niet meer zitten. Als het onderwerp in het enkelvoud staat, staat het werkwoord dat ook. Wanneer het onderwerp meervoud is, is het werkwoord ook meervoud. En aan die verandering kun je zien dat het onderwerp het werkwoord regeert want de andere zelfstandige naamwoorden in de zin hebben die invloed niet. OEFENING 7 Zet het onderwerp in het meervoud en kijk wat er moet veranderen. 1. De fiets staat tegen het hekje.2. De politieagent zit in de surveillancewagen. 3. De krant ligt in de goot. 4. De regenbui trekt over. OEFENING 8 Zet het onderwerp in het enkelvoud en kijk wat er moet veranderen. 1. De artiesten hebben de trein gemist. 2. De aardbevingen hebben de hele stad verwoest. 3. De televisiezenders gaan op zwart. 4. De hooligans verbouwden een bushokje. 16

17 de Latijnse hoofdpersoon In het Latijn is het onderwerp ook de hoofdpersoon van de zin. En dat is in die taal ook altijd een zelfstandig naamwoord. Maar het ontdekken ervan in de zin is veel moeilijker dan bij ons. Dat komt omdat het in het Latijn niet op een vaste plaats staat, zoals bij ons. Het is een bepaalde vorm van het woord dat vooraan, achteraan of ergens in het midden kan staan. Je moet dus op zoek naar een zelfstandig naamwoord dat in de onderwerpsvorm staat. Dat is ook de vorm waarin je leert. Alle woorden in het lijstje Latijnse zelfstandige naamwoorden, staan in de onderwerpsvorm. Wanneer een Romein het woord toga hoorde, betekende dat voor hem twee dingen. Hij hoorde de stam tog en wist dat het om een toga ging. Maar achter de stam tog- hoorde hij ook de uitgang -a, met een korte -a. Die ene letter vertelde hem dat toga in de onderwerpsvorm staat en dus onderwerp van de zin kan zijn. Toga moet je dus lezen alsof er staat toga-onderwerp. De betekenis zit vast in de stam tog- en de functie - onderwerp - zit vast aan de uitgang -a. Zo is het bij alle woordjes die je nu al kent. Wanneer je het Latijnse woord toga uitspreekt, zeg je dus eigenlijk toga-onderwerp en dat is ook de beste manier om het te leren. Want in het woordenboek staan alle Latijnse zelfstandige naamwoorden in hun onderwerpsvorm. En de officiële term voor de onderwerpsvorm is nominativus. OEFENING 9 Vertaal het onderwerp en zet het woord in de nominativus. 1. De koe staat in het weiland. 2. Claudia heeft een lieve moeder en een leuke broer. 3. Het huis van Marcella heeft geen tuin. 4. De toga van Julius is vuil. OEFENING 10 In de zinnetjes die nu komen, hoef je alleen maar het onderwerp aan te wijzen en te vertalen. Het gaat alleen om het onderwerp enkelvoud. 1. Claudiae casa ianuam non habet. 2. Togam puella amicae dat. 3. Aquam Claudiae vacca ad terram bibit. 4. Claudiae et Marcellae laeti 17

18 tiam dat victoria. Het woord onderwerp klinkt alsof het altijd om één ding of één persoon gaat. Maar zoals je gezien hebt is dat niet zo. Als het onderwerp meervoud is, is het werkwoord ook meervoud: Het kind speelt, De kinderen spelen, de auto rijdt, De auto s rijden enz. Dat is in het Latijn ook zo. Het ene onderwerp staat in het enkelvoud - de toga, de vacca, de casa - maar diezelfde woorden kunnen ook in het meervoud staan en toch onderwerp zijn. In het Nederlands laat de plaats van het woord zien dat het onderwerp is. En daarom is het in onze taal genoeg om één of een paar letters achter het onderwerp te zetten: koe, koeien, auto, auto s, kind, kinderen. Maar in het Latijn is er een aparte uitgang nodig om te laten zien dat het onderwerp meervoud is. En voor het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp geldt hetzelfde. Daarvoor heeft het Latijn een aparte meervoudsuitgang, zoals je in het schema hieronder ziet. OEFENING 11 Vertaal het onderwerp en zet dat in de nominativus meervoud. 1. De koeien staan in de wei. 2. De vriendinnen zien het huis. 3. De meisjes geven een toga aan de godin. 4. De overwinningen zijn een feest voor de Romeinen. OEFENING 12 ENKELVOUD F1 toga onderwerp nominativus F2 togae bezitter genitivus F3 togae meewerkend voorwerp dativus F4 togam lijdend voorwerp accusativus F5 toga met of door ablativus MEERVOUD F6 togae onderwerp nominativus F7 togarum bezitter genitivus F8 togis meewerkend voorwerp dativus F9 togas lijdend voorwerp accusativus F10 togis met / door ablativus 18

19 Zoek nu de onderwerpen in de Latijnse zinnen en vertaal ze. Je hoeft alleen maar naar het onderwerp meervoud te zoeken. 1. Julium Caesarem puellae omnes semper admirantur. 2. In pratis ad Romam vaccae aquam bibunt. 3. Casas habent omnes amicae. 4. Multam bibunt aquam rosae. uitspraak De uitspraak van het Latijn is niet erg moeilijk. Alle letters klinken hetzelfde als bij ons, met één uitzondering. De Romeinen schrijven een u, maar spreken deze altijd uit als en -oe. Wat de letter c betreft, is de regel heel eenvoudig. Deze wordt altijd uitgesproken als onze k en dat is niet helemaal zoals wij het gewend zijn. Want wij zeggen gewoon Julius Caesar met een soort -s, maar een Romein zei Julius Kaesar. Waar je aan moet wennen zijn de dubbelklanken. De Romeinen schreven -ae, zoals in vaccae, togae enz, maar ze spraken deze combinatie uit als een lange -ee, dus zoals in teen bij ons. Maar de gewoonte om deze -ae uit te spreken als -ai, bestaat ook. Als je vaccae ziet, kun je dus zeggen vakkee, maar ook vakkai. Dat mag jezelf beslissen. Wat de letter i en de letter j betreft, is er geen verschil in uitspraak. Ze worden allebei uitgesproken als de Nederlandse j in een woord als jullie of juli. Waar de klemtoon ligt in het Latijn, hoor je in de volgende les. 19

20 20

VOORWOORD. René van Royen

VOORWOORD. René van Royen VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond

Nadere informatie

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken:

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken: LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken: Het meisje ziet de roos. De moeder geeft haar baby de

Nadere informatie

Voor deze uitgave is een gebruiksrecht afgegeven tot 15 augustus 2014.

Voor deze uitgave is een gebruiksrecht afgegeven tot 15 augustus 2014. Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd op welke wijze dan ook zonder toestemming van de uitgever. Voor deze uitgave is een gebruiksrecht afgegeven tot 15 augustus 2014. copyright 2013 en 2014

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8 Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Denken over taal: ontleden #2.0

Denken over taal: ontleden #2.0 DOMINICUS COLLEGE tweede klassen VWO NIJMEGEN december 2011 Denken over taal: ontleden #2.0 Je krijgt in tweetallen een aantal losse kaartjes, waarop taaluitingen staan van een tweejarige kleuter. Je ziet

Nadere informatie

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders INHOUD INHOUD... 2 REDEKUNDIGE ONTLEDING: ZINSDELEN... 3 PERSOONSVORM (pv)... 3 WERKWOORDELIJK GEZEGDE (ww gez)... 3

Nadere informatie

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen

Nadere informatie

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT ROOS Roos (27) is zeer slechtziend. Ze heeft een geleidehond, Noah, een leuke, zwarte labrador. Roos legt uit hoe je het beste met geleidehond en zijn baas

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen. Zinsdelen Nederlands Bijvoeglijke bepaling Bijwoordelijke bepaling Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Naamwoordelijk gezegde Onderwerp Persoonsvorm Voorzetselvoorwerp Werkwoordelijk gezegde Bijvoeglijke

Nadere informatie

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde

Nadere informatie

René van Royen CLAUDIA. Latijn om mee te beginnen ACADEMISCH UITGEEFCENTRUM AMSTERDAM academisch studie- en uitgeefcentrum

René van Royen CLAUDIA. Latijn om mee te beginnen ACADEMISCH UITGEEFCENTRUM AMSTERDAM academisch studie- en uitgeefcentrum René van Royen CLAUDIA Latijn om mee te beginnen ACADEMISCH UITGEEFCENTRUM AMSTERDAM 2011 2 René van Royen 2011 Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder voorafgaande toestemming van de

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Als je ouders uit elkaar gaan is dat heel ingrijpend. Vaak verandert er nogal wat in je leven. Een rechter wil hierover met je praten tijdens een kinderverhoor.

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

JAARGANG 9 / NUMMER 1 SEPTEMBER 2014. Mede mogelijk dankzij:

JAARGANG 9 / NUMMER 1 SEPTEMBER 2014. Mede mogelijk dankzij: JAARGANG 9 / NUMMER 1 SEPTEMBER 2014 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Thuis op vakantie Lang niet iedereen is afgelopen zomer op vakantie geweest. Een groot deel van de bevolking heeft de zomer

Nadere informatie

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen! 1 Wil je wel leren? Opdracht 1a Wat heb jij vanzelf geleerd? 7 Opdracht 1b Van externe naar interne motivatie 7 Opdracht 1c Wat willen jullie graag leren? 8 2 Kun je wel leren? Opdracht 2a Op wie lijk

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE nieuw en anders Natuurlijk ken je Julius Caesar, de Romeinse generaal die tweeduizend jaar geleden Gallië veroverde. Maar heb je wel eens goed naar zijn naam gekeken? Het eerste

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Inhoud. Het leven van Escher. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld op z n kop.

Inhoud. Het leven van Escher. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld op z n kop. Inhoud. Blz. 1. Blz. 2. Blz. 3. Blz. 4. Blz. 5. Blz. 6. Blz. 7. Blz. 8. Blz. 9. Blz. 10. Blz. 11. Kaft Inhoud Het leven van Escher. Moeilijke jaren. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld

Nadere informatie

Wat doen jongeren op internet?

Wat doen jongeren op internet? Hoofdstuk 1 - Oefening 17 - Leesdossier Opdracht 1 Lees de tekst Wat doen jongeren op internet? U gebruikt op de leeskaart Zoekend lezen. Beantwoord daarna de vragen. Leeskaart Zoekend lezen Wat doen jongeren

Nadere informatie

1. Hoeveel uur per week zaten jongeren op internet in 2009?

1. Hoeveel uur per week zaten jongeren op internet in 2009? Hoofdstuk 1 - Oefening 17 Leesdossier Opdracht 1 Lees de tekst Wat doen jongeren op internet? U gebruikt de leeskaart: zoekend lezen. Beantwoord daarna de vragen. Wat doen jongeren op internet? Onder 13-

Nadere informatie

Werkblad 3: Gravenfeest China

Werkblad 3: Gravenfeest China 1. Lees onderstaande mails en noteer op een apart blad wat je leert over Qing Ming Jie. 2. Bedenk een verhaal over het gravenfeest dat je kan vertellen aan de andere kinderen van je klas. Welke prenten

Nadere informatie

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie

Grammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8

Grammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8 Zinsontleding - Uitgebreid Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8 Inhoudsopgave Persoonsvorm 4 Onderwerp 6 Gezegde: werkwoordelijk en naamwoordelijk 7 Lijdend voorwerp

Nadere informatie

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding. VOORBEELDPAGINA S Zinnen Zinsontleding Soorten zinnen Er zijn verschillende soorten zinnen. De meest gebruikte zijn: s MEDEDELENDE ZINNEN IN DE AANTONENDE WIJS )K GA VANDAAG NAAR HET STRAND s VRAGENDE

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v. Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen 7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema

Nadere informatie

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7 E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7 1 Vera Kleuskens groep 7 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding... 4 1. Wat is E.H.B.O... 5 2. E.H.B.O. vereniging... 6 3. Cursus... 7+8+9 4. Reanimatie en A.E.D....

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen GODS GEZIN Studielessen voor 4-7 jarigen 2003 Geschreven door Beryl Voorhoeve en Judith Maarsen Oorspronkelijk bedoeld voor studie in kleine groepen in de Levend Evangelie Gemeente Gebruikte Bijbelvertaling

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

Praten leer je niet vanzelf

Praten leer je niet vanzelf jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten

Nadere informatie

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten Hey Russel! Een bijzondere vriendschap Lees blz. 5 tot en met 8. Jim vindt Rudsel een rare naam. Jim zegt dit ook tegen Rudsel. Vind jij het ook een rare naam? Is

Nadere informatie

Knabbel en Babbeltijd.

Knabbel en Babbeltijd. Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55

Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55 Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55 Maria gaat op visite bij Elisabet. Maria was natuurlijk helemaal vol van het geweldige nieuws dat ze van de Gabriël had gehoord. Ze wilde het heel graag aan

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Grammatica Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Zinnen knippen 4 Het onderwerp 7 De persoonsvorm 11 Het gezegde 17 Het werkwoordelijk gezegde 21 Het naamwoordelijk gezegde 24 Het lijdend

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord zelfstandig naamwoord Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. de man de kat de fiets lidwoord Het lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord. de het een samenstelling Een

Nadere informatie

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16 Inhoud Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7 Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11 Activiteit 03: Acting out 16 Activiteit 04: Schuld 22 Activiteit 05: Angst 26 Activiteit 06: Verdriet

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al: Niet meer overgeven Vaak is de eerste zin die de klant uitspreekt een aanwijzing voor de hulpvraag. Paula zat nog maar net toen ze zei: ik ben bang om over te geven. Voor deze angst is een mooie naam:

Nadere informatie

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Hoe leer ik uit... Naam: Klas: Hoe leer ik uit... Naam: Klas: 1 Inhoud Woorden... 3 Flashcards... 3 Opschrijven... 3 WRTS... 3 Tekenen... 4 Stones... 5 Flashcards Opschrijven - WRTS... 5 Het thema van de Stone... 5 Stukjes combineren...

Nadere informatie

Het koninkrijk van God vlakbij

Het koninkrijk van God vlakbij Het koninkrijk van God vlakbij Dit werkboek is van : Cellessen voor kinderen van 8-12 jaar Serie lessen voor kleine groepen; leeftijd 8-12 jaar Lessen zijn geschreven op basis van het boek Natuurlijk BOVENnatuurlijk

Nadere informatie

Pdf versie uitleg Grammatica

Pdf versie uitleg Grammatica Uitleg Grammatica Inleiding In deze zelfstudiemodule kun je grammatica oefenen. Grammatica betekent volgens de Van Dale Leer van het systeem van een taal, geheel van regels volgens welke woorden en zinnen

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Eerwraak. Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman. Blz 1.

Eerwraak. Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman. Blz 1. Eerwraak Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman Blz 1. Vra!n. 1) Wat voor soort verhaal is je boek? Mijn boek is een eigentijdsverhaal/roman 2) Waar

Nadere informatie

ADHD: je kunt t niet zien

ADHD: je kunt t niet zien ➂ ADHD: je kunt t niet zien Je ziet het niet aan de buitenkant. Je kunt niet gelijk naar iemand kijken en zeggen: die heeft ADHD. Dat kan een voordeel zijn. Als iemand niet weet dat jij het hebt, dan kunnen

Nadere informatie

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen Informatieblad speciaal voor kinderen Datum; Aalsmeer, jaar 2011 Gemaakt door; Bianca Wegbrands daar, Wat leuk dat je dit informatieblad speciaal voor kinderen wilt lezen. Ik zal me eerst even aan jou

Nadere informatie

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. STRUCTUUR De lesstof is ingedeeld in rubrieken (onderwerpen)

Nadere informatie

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Als je ouders uit elkaar gaan is dat heel ingrijpend. Vaak verandert er nogal wat in je leven. Een rechter wil hierover met je praten tijdens een kinderverhoor.

Nadere informatie

Borstkanker ''Angst voor het onbekende''

Borstkanker ''Angst voor het onbekende'' Borstkanker ''Angst voor het onbekende'' Borstkanker ''Angst voor het onbekende'' Ellen Wagter-Streep Schrijver: Ellen Wagter-Streep ISBN: 9789402129663 Ellen Wagter-Streep Inhoud Inhoud... 05 Voorwoord...

Nadere informatie

Handleiding voor het maken van je eigen webpagina op de schoolsite

Handleiding voor het maken van je eigen webpagina op de schoolsite Waar gaat dit over? Handleiding voor het maken van je eigen webpagina op de schoolsite Hier leer je hoe je een eigen webpagina kunt maken op de site van de school. Op deze webpagina kun je vertellen wie

Nadere informatie

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar NAAM Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar voorjaar 2005 Geschreven door Beryl Voorhoeve en opgemaakt door Judith Maarsen Geschreven voor kleine studiegroepen in de levend Evangelie Gemeente Gebruikte

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2 Pagina:1 Her. 2.1 Inleiding In deze les herhalen we de belangrijkste zaken uit les 6 t/m 10. Leest u voordat u verder gaat met deze les eerst de theorie van de lessen 6 t/m 10 nog eens grondig door! Her.

Nadere informatie

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. Oekraïners boos op president

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. Oekraïners boos op president PrO -weekkrant Week 49 december 2013 Voor jongeren in het praktijkonderwijs 2-8 december 2013 Eenvoudig Communiceren Oekraïners boos op president Foto: ANP Foto: Shutterstock In Oekraïne protesteren inwoners

Nadere informatie

Wat staat er in dit boekje?

Wat staat er in dit boekje? Wat staat er in dit boekje? Informatie voor ouders (scheur t maar uit voor ze!) 7 Even uitleggen 11 Ik & Zo! Dit ben ik! 15 Ik & Zo! Handig om te weten 17 Weekschema co-ouderschap 29 Planning weekenden,

Nadere informatie

Gemaakt door: Kelly.

Gemaakt door: Kelly. De kanjertraining. Gemaakt door: Kelly. Inhoud. Inhoud. 1 Inleiding. 2 Wat is de Kanjertraining? 3 Hoe en wanneer is de Kanjertraining ontstaan? 4 Wanneer ga je naar de Kanjertraining? 6 Welke stappen

Nadere informatie

Online cursus spelling en grammatica

Online cursus spelling en grammatica Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts

Nadere informatie

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het

Nadere informatie

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven Taal actief 3 Handleiding groep 6 en 7 Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven Dit is een extra activiteit die past binnen het thema sinterklaas. Tijdsduur 45 minuten Tip: De kinderen die moeite hebben

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd 0 tot 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Dit boekje bestaat uit drie delen:

Inhoudsopgave. Dit boekje bestaat uit drie delen: Inhoudsopgave Dit boekje bestaat uit drie delen: Deel 1: uitleg (stappenplan) blz. 2 t/m 5 Deel 2: oefenzinnen blz. 6 Deel 3: antwoorden blz. 7 t/m 12 Disclaimer Aan de inhoud van dit boekje kunnen geen

Nadere informatie

ze er iets gewichtigs mee wil aangeven, al is het nooit duidelijk haar schouders reikte, is nagenoeg gehalveerd. Een simpele

ze er iets gewichtigs mee wil aangeven, al is het nooit duidelijk haar schouders reikte, is nagenoeg gehalveerd. Een simpele En, wat vind je? Hoe bedoel je, wat vind ik? Mijn haar. Kijk nou even. Mark kijkt op van zijn scherm. Yvonne staat in de deuropening van de woonkamer, een bakje yoghurt in haar hand. Ze beweegt niet. Ze

Nadere informatie

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou. Voor jou! 9 Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou. Het boek gaat over geloven. Het gaat over jouw geloof! Lees en bekijk alles goed. Je

Nadere informatie

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 Beertje Anders Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 H. Vos Beertje Anders Wat zonlicht is voor bloemen, is een glimlach voor een beer. Beertje Anders en Beertje Bruin gaan bij oma spelen. Het was maar even

Nadere informatie

De tijd die ik nooit meer

De tijd die ik nooit meer De tijd die ik nooit meer vergeet Jan Smit uit eigen pen deel 3 De Stiep Educatief De tijd die ik nooit meer vergeet De schrijver die blij is dat hij iets kan lezen en schrijven, vertelt over zijn jeugd.

Nadere informatie

Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1

Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1 Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave 6 2. Werkwoorden schrijven, een verhaal (1). 9 We missen iemand Werkwoorden: een begin 3. Werkwoorden

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden.

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden. 1 Lezen 1.1 Lezen wat er staat Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden. Leren kun je op allerlei manieren doen. Je kunt een opleiding of cursus volgen, maar je

Nadere informatie

Lesbrief nummer 23 december 2015

Lesbrief nummer 23 december 2015 Lesbrief nummer 23 december 2015 Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons: redactie@tlpst.nl. Hoe klink jij? Wat vinden andere mensen van hoe jij

Nadere informatie

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik. juni 2014 Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie Eerste nummer Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik. INHOUD juni 2014 Eten als een kind Op kamers

Nadere informatie

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag.

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag. Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag. Onze vragen: 1. Wanneer bent u met uw schrijfcarrière begonnen? 8 jaar geleden ben ik begonnen met het schrijven.

Nadere informatie

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

Verslag Creatief Denken en Pitchen

Verslag Creatief Denken en Pitchen Verslag Creatief Denken en Pitchen Jeroen Dusseldorp 2041664 PM1DV Leraar: Serge verwiel 1 Voorwoord Korte evaluatie van trainingen De beroepsvaardigheden trainingen vond ik dit blok toch wel het leukste

Nadere informatie

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8. Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige

Nadere informatie

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Competenties Sociaal en communicatief functioneren (P9) Initiatief (P10) Reflectie (P11) Afgelopen module heb je met een groepje gewerkt aan je project. In week 7

Nadere informatie

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 06 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74568 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie