ZITTING VAN 23 MEI 2012

Transcriptie

1 ZITTING VAN 23 MEI 2012 AANWEZIG: Paul DE SCHEPPER, voorzitter; Diane DE TURCK, Lutgarde GEEROMS, Renaat RAES, Hubert SOENS, Annita SONCK, Lieven MEERT, Alain TRIEST, Lutgarde VAN DEN BRANDE, Godelieve VAN EECKHOUT, leden; Carine COPPENS, secretaris; Rudy CORIJN, afgevaardigde schepen AFWEZIG: VERONTSCHULDIGD: Arlette DIERICKX, lid De Voorzitter opent de vergadering te 20 u. 00. Vervolgens gaat men over tot de behandeling van volgende punten van de agenda: OPENBAAR AGENDA: Gezien er geen opmerkingen worden geformuleerd worden de notulen van de openbare zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 25 april 2012 goedgekeurd met éénparigheid van stemmen. PERSONEEL 1. OPENVERKLARING VAN BETREKKINGEN IN DE PERSONEELSFORMATIE VAN HET GEBOUW "DE COOMAN" TE BEGEVEN BIJ AANWERVING - VASTSTELLING AANWERVINGSVOORWAARDEN OVEREENKOMSTIG DE RECHTSPOSITIEREGELING - GOEDKEURING AANLEG WERVINGSRESERVE GELDIG VOOR DRIE JAAR De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008.

2 gelet op de raadsbeslissing van 21 februari 2002 waarbij beslist werd om voor de werving van personeel aan te sluiten bij Jobpunt Vlaanderen, erkend selectiebureau van de overheid door de aankoop van aandelen; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 16 september 2010 houdende vaststelling van de personeelsformatie; gelet op het schrijven van 13 december 2010 van de heer Provinciegouverneur houdende kennisname van de raadsbeslissing van 16 september 2010 betreffende de nieuwe personeelsformatie; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 22 september 2011 betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsgroepen vermeld in artikel 104 van het OCMW-decreet houdende de opdeling van de betrekkingen in gemeenschappelijke, specifieke graden en personeel in specifieke diensten; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 22 september 2011 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het voltallig OCMW personeel van de specifieke graden, secretaris en financieel beheerder; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 17 november 2011 houdende kennisname van de opmerkingen van de provinciegouverneur, de goedkeuring van de intrekking van bepalingen en de aanpassing ervan; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 8 december 2011 houdende vaststelling van de personeelsformatie en de bezetting; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 29 februari 2012 houdende aanpassing van de rechtspositieregeling; gelet dat er in de huidige personeelsformatie 1 voltijdse betrekking van deskundige secretariaat Archief B1-3 in statutair dienstverband, 1 voltijdse betrekking van HRverantwoordelijke B 1-3 in statutair dienstverband 1 voltijds maatschappelijk werker B1-3 in contractueel dienstverband in de personeelsformatie van het gebouw De Cooman vacant zijn en dat deze dus moeten open verklaard worden; gelet dat het de bedoeling is om voor de betrekking van maatschappelijk werker in contractueel dienstverband, boekhouder in statutair dienstverband en administratief medewerker in statutair dienstverband examens te organiseren voor het aanleggen van een wervingsreserve waaruit dan kan geput worden bij uitdiensttreding van de huidige titularis, zonder dat er telkens examens moeten georganiseerd worden; gelet op de algemene toelatings- en aanwervingsvoorwaarden zoals vermeld onder artikelen 5 en 6 van de rechtspositieregeling; gelet op de bijzondere aanwervingsvoorwaarden zoals vermeld in de bijlage IV van de rechtspositieregeling; gelet op het selectieprogramma zoals vermeld onder artikel 21 van de rechtspositieregeling; gelet op artikel 25 van de rechtspositieregeling dat voorziet dat bij de vacant verklaring van een betrekking een wervingsreserve kan aangelegd worden die maximum kan vastgesteld worden op drie jaar, verlengbaar met twee jaar;

3 overwegende dat in het meerjarenplan en budget de nodige kredieten voorzien zijn zodat de boven vermelde vacante functies in de personeelsformatie van het gebouw De Cooman kunnen open verklaard worden en de examens kunnen georganiseerd worden ; overwegende dat alle betrekkingen in de nieuwe personeelsformatie voorzien zijn in voltijdse equivalenten maar dat ze wel halftijds kunnen bezet worden; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 : De volgende voltijdse betrekkingen uit de personeelsformatie van het gebouw De Cooman worden open verklaard bij aanwerving, overeenkomstig de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden zoals bepaald in de rechtspositieregeling onder artikelen 5 en 6: NIVEAU B 1 voltijdse betrekking van maatschappelijk werker niveau B1-3 in contractueel dienstverband 1 voltijdse betrekking van deskundige secretariaat Archief B1-3 in statutair dienstverband 1 voltijdse betrekking van HR-verantwoordelijke B 1-3 in statutair dienstverband Art. 2 Er zal overgegaan worden tot het organiseren van examens met het oog op de aanleg van een wervingsreserve voor de betrekking van maatschappelijk werker in contractueel dienstverband, boekhouder in statutair dienstverband en administratief medewerker in statutair dienstverband. Art. 3 De algemene toelatings-en aanwervingsvoorwaarden worden overeenkomstig de rechtspositieregeling als volgt vastgesteld: Algemene toelatingsvoorwaarden : Voor de toelating tot een betrekking geldt het volgende : Om in aanmerking te komen voor een functie moeten de kandidaten: - een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; - Ten minste de volle leeftijd van 18 jaar bereiken in het jaar van de aanwerving; - de burgerlijke en politieke rechten genieten; - medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van het personeelslid bij de uitvoering van hun werk. De medische geschiktheid van de kandidaat moet vaststaan op het ogenblik bepaald in de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers op het werk.

4 Het passend gedrag vermeld in punt 1, wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het strafregister. Het uittreksel mag niet ouder zijn dan drie maanden. Als daarop een ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een schriftelijke toelichting voorleggen. De medische geschiktheid van de kandidaat, vermeld in punt 4, moet in overeenstemming met artikel 27 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op het personeelslid vaststaan voor de effectieve tewerkstelling bij het OCMW. Kandidaten voor een contractuele functie moeten Belg zijn als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvatten die strekken tot bescherming van de belangen van het bestuur. Voor de statutaire functies moeten de kandidaten onderdaan zijn van de EER (België, Cyprus, Duitsland, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, IJsland, Italië, Liechtenstein, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk of Zweden) en de Zwitserse Bondsstaat. De algemene aanwervingsvoorwaarden: Om in aanmerking te komen voor aanwerving, moeten de kandidaten ook : - voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; slagen voor de selectieprocedure; - Bovendien moeten de kandidaten: 1 voor de functies in basisgraden van niveau A, B en C: voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is en in voorkomend geval voldoen aan de diplomavereiste opgelegd krachtens een reglementering van de hogere overheid ; 2 voor de functies in de hogere rangen van niveau A, B en C: a) voldoen aan de diplomavereiste, vermeld in punt 1 ; b) een minimum aantal jaren relevante beroepservaring hebben; De bijzondere aanwervingsvoorwaarden worden overeenkomstig de rechtspositieregeling als volgt vastgesteld : FUNCTIE NIVEAU B Deskundige secretariaat - Archief Human resources - verantwoordelijke SPECIFIEKE AANWERVINGSVOOR- WAARDEN Bachelordiploma richting secretariaatswerk en - aanvullend certificaat opleiding archiefbeheer van het opleidings- en vormingsinstituut voor overheidspersoneel Bachelordiploma in het sociaal werk - optie personeelswerk SPECIFIEKE BEVORDERINGS- VOORWAARDEN / /

5 Boekhouder Maatschappelijk werker Administratief medewerker Bachelordiploma in een van de volgende richtingen: o boekhouden; o boekhouden-informatica; o bedrijfsmanagement met één van de volgende opties: - bedrijfsadministratie; - boekhoudenaccountancy; - boekhouden-fiscaliteit; - openbare administratie; - bedrijfbeheer optie accountancy-fiscaliteit; Bachelordiploma in het sociaalagogisch werk met de titel van maatschappelijk assistent of een daarmee gelijkgesteld diploma Bachelordiploma in de verpleeg-kunde afstudeerrichting sociale verpleegkunde of een daarmee gelijkgesteld diploma Diploma van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in het ASO, TSO of BSO richting kantoor-administratie en praktische kennis van informaticatoepassingen (outlook en word) is een absolute vereiste. / / / Art. 4 Het selectieprogramma wordt overeenkomstig de rechtspositieregeling vastgesteld: Het selectieprogramma voor de graden van het niveau B wordt als volgt vastgesteld: Schriftelijk gedeelte: 1. Goede kennis van OCMW-wet/OCMW-decreet, van het administratief recht en de functierelevante wetgeving: de kandidaat moet een aantal vragen oplossen in verband met wetgeving die tijdens de uitoefening van de functie aan bod komt. De kandidaat ontvangt vooraf een gedetailleerde lijst van de wetten, decreten en besluiten die relevant zijn. Bij het oplossen van de vragen zal de kandidaat de ter beschikking gestelde wetgevende teksten mogen raadplegen (openboeksysteem) Beoordeling op 20 punten.

6 2. Functiegericht praktijkgeval: de kandidaat wordt geconfronteerd met één of meerdere situaties die zich tijdens de uitoefening van de functie kunnen voordoen. De context van het probleem of de problemen wordt geschetst en aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven een oplossing uit te werken. Beoordeling op 40 punten. 3. Opstellen van brieven of teksten: aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven om aan de hand van de gegeven instructies een brief of een beslissing op te stellen en/of aan de hand van de ter beschikking gestelde documentatie, reglementen of wetgeving een artikel voor een publicatie (bijvoorbeeld informatieblad, brochure, ) te schrijven. Beoordeling op 20 punten. Om geslaagd te zijn voor het schriftelijk gedeelte dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen. Mondeling gedeelte: Psychologisch onderzoek: 1. Het psychologisch onderzoek is opgebouwd uit een aantal psychoprofessionele testen, namelijk testen waarmee de intellectuele (cognitieve) capaciteiten en inzichten van de kandidaat gemeten worden. Daarnaast worden tijdens het onderzoek specifieke vaardigheden, competenties en gedragsattitudes onderzocht via persoonlijkheidstesten en vragenlijsten, eventueel aangevuld met simulatieoefeningen. Het psychologisch onderzoek omvat ook een competentiegericht interview via de star-interviewtechniek (situatie, taak, actie, resultaat). Het testprogramma is functie gerelateerd en afgestemd op het uitgeschreven profiel (competenties, vaardigheden, attitudes) van de functie. Het psychologisch onderzoek is adviserend voor de examencommissie, het managementteam en de aanstellende overheid. Een kandidaat die binnen een termijn van zes maanden opnieuw deelneemt aan selectieproeven voor dezelfde functie, behoudt het resultaat van het eerste psychologisch onderzoek voor de volgende selecties voor dezelfde functie. 2. Competentiegericht interview: in deze proef wordt nagegaan in welke mate het profiel van de kandidaat overeenstemt met het profiel van de functie en wordt gepeild naar de competenties voor het werkdomein. Beoordeling op 20 punten. 3. Verdedigen van het functiegericht praktijkgeval met desgevallend powerpoint-presentatie. Beoordeling op 40 punten. Om geslaagd te zijn voor de mondelinge proef dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen. De selectieprogramma s voor de basisgraden van niveau C wordt als volgt vastgesteld: Schriftelijk gedeelte: 1. Behoorlijke kennis van de OCMW-wet/OCMW-decreet, en van de functierelevante wetgeving. De kandidaat ontvangt een gedetailleerde lijst van de wetten, decreten en besluiten die relevant zijn. Bij het oplossen van de vragen zal de kandidaat de ter beschikking gestelde wetgevende teksten mogen raadplegen (openboeksysteem) Beoordeling op 20 punten.

7 2. Functiegericht praktijkgeval: de kandidaat wordt geconfronteerd met één of meerdere situaties die zich tijdens de uitoefening van de functie kunnen voordoen. De context van het probleem of de problemen worden geschetst en aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven een oplossing uit te werken. Beoordeling op 40 punten. 3. Opstellen van brieven of teksten: aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven om aan de hand van de gegeven instructies een brief of een beslissing op te stellen en/of aan de hand van ter beschikking gestelde documentatie, reglementen of wetgeving een artikel voor een publicatie (bijvoorbeeld informatieblad, brochure, ) te schrijven. Beoordeling op 20 punten. Om geslaagd te zijn voor het schriftelijk gedeelte dient de kandidaat 50 % van het totaal te behalen. Mondeling gedeelte: 1. Competentiegericht interview: in deze proef wordt nagegaan in welke mate het profiel van de kandidaat overeenstemt met het profiel van de functie en wordt gepeild naar de competenties voor het werkdomein. Beoordeling op 20 punten. 2. Verdedigen van het functiegericht praktijkgeval desgevallend met powerpoint-presentatie. Beoordeling op 20 punten. 3. Rollenspel: de kandidaat wordt geconfronteerd met situaties die zich tijdens de uitvoering van het werk kunnen voordoen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de gedragsgerelateerde competenties. Beoordeling op 20 punten. Om geslaagd te zijn voor de mondelinge proef dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen. Praktijkgedeelte: Gebruik informatica: de kandidaat moet op een pc in een bepaald tijdsbestek een tekst van ongeveer karakters typen en/of een excelblad opstellen en/of een versturen of beantwoorden. In de tekst kunnen o.a. schrappingen, tabellen en titels voorkomen. Kennis van Word, Excel en Outlook in een windowsomgeving is vereist. Beoordeling op 20 punten. Om geslaagd te zijn in het praktijkgedeelte dient de kandidaat 50 % van de punten te behalen. Art. 5 Er zal gepubliceerd worden overeenkomstig de bepalingen van artikelen 9 en 10 van de rechtspositieregeling. Art. 6 Voor de werving van personeel geheel of gedeeltelijk een beroep te doen op Jobpunt Vlaanderen, erkend selectiebureau van de overheid. Art. 7

8 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). 2. OPENVERKLARING VAN BETREKKINGEN IN DE PERSONEELSFORMATIE VAN HET WOONZORGCENTRUM EN HET GEBOUW "DE COOMAN" TE BEGEVEN BIJ BEVORDERING - VASTSTELLING BEVORDERINGSVOORWAARDEN OVEREENKOMSTIG DE RECHTSPOSITIEREGELING De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 21 februari 2002 waarbij in het kader van de gunning van de opdracht tot aanstelling van een selectiebureau voor de werving van personeel beslist werd om aan te sluiten bij Jobpunt Vlaanderen, erkend selectiebureau van de overheid, door de aankoop van aandelen; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 16 september 2010 houdende vaststelling van de personeelsformatie; gelet op het schrijven van 13 december 2010 van de heer Provinciegouverneur houdende kennisname van de raadsbeslissing van 16 september 2010 betreffende de nieuwe personeelsformatie; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 22 september 2011 betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsgroepen vermeld in artikel 104 van het OCMW-decreet houdende de opdeling van de betrekkingen in gemeenschappelijke, specifieke graden en personeel in specifieke diensten ; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 22 september 2011 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het voltallig OCMW personeel van de specifieke graden, secretaris en financieel beheerder; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 17 november 2011 houdende kennisname van de opmerkingen van de provinciegouverneur, de goedkeuring van de intrekking van bepalingen en de aanpassing ervan; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 8 december 2011 houdende vaststelling van de personeelsformatie en de bezetting; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 29 februari 2012 houdende aanpassing van de rechtspositieregeling; overwegende dat er in de huidige personeelsformatie drie betrekkingen in vast dienstverband vacant zijn en dat deze bij bevordering moeten open verklaard worden

9 namelijk de betrekkingen van hoofdboekhouder, van afdelingsverantwoordelijke en diensthoofd sociale dienst; gelet op de algemene bepalingen betreffende de bevordering, zoals vermeld onder de artikelen 115 tot 119 van de rechtspositieregeling; gelet op de algemene bevorderingsvoorwaarden zoals vermeld onder artikel 123 van de rechtspositieregeling; gelet op de bijzondere bevorderingsvoorwaarden zoals vermeld in de bijlage IV van de rechtspositieregeling; gelet op het selectieprogramma zoals vermeld onder artikel 120 van de rechtspositieregeling; gelet dat artikel 14 van de rechtspositieregeling voorziet dat de selecties geheel of gedeeltelijk kunnen uitgevoerd worden door een erkend extern selectiebureau dat de selectie uitvoert in overeenstemming met de rechtspositieregeling en met de specifieke opdracht van het OCMW; gelet dat artikel 121 van de rechtspositieregeling voorziet dat de geslaagde kandidaten onbeperkt het voordeel van hun selectieresultaat behouden en dat ze op basis daarvan in aanmerking blijven komen voor een bevordering in een functie van de graad waarvoor ze geslaagd zijn; overwegende dat de bevordering zelf gebeurt overeenkomstig de bepalingen van artikel 17 van de rechtspositieregeling; overwegende dat de personeelsleden van het OCMW van de interne vacature op de hoogte zullen gebracht worden conform de bepalingen van art 116 van de rechtspositieregeling; overwegende dat in het meerjarenplan en budget de nodige kredieten voorzien zijn zodat de vacante functies kunnen open verklaard worden bij bevordering en zodat de bevorderingsexamens kunnen georganiseerd worden ; overwegende dat alle betrekkingen in de nieuwe personeelsformatie voorzien zijn in voltijdse equivalenten maar dat ze wel halftijds kunnen bezet worden; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 : De volgende voltijdse betrekkingen worden open verklaard bij bevordering, overeenkomstig de algemene voorwaarden zoals bepaald in de rechtspositieregeling onder artikelen 115 tot 119 NIVEAU B - 1 betrekking van afdelingsverantwoordelijke BV 5 in vast dienstverband - 1 betrekking van hoofdboekhouder B4-5 in vast dienstverband - 1 betrekking van diensthoofd sociale dienst B4-5 in vast dienstverband Art. 2 A. De algemene bevorderingsvoorwaarden zijn de volgende

10 Voor de deelname aan een bevorderingsprocedure komen de volgende personeelsleden van het OCMW-bestuur in aanmerking: 1 de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, ongeacht hun administratieve toestand; 2 de contractuele personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan een van de volgende criteria beantwoorden: a. ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in Titel II, hoofdstuk II en III, en ze hebben de proeftijd beëindigd; b. ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen. Voor een graad van rang Bx BV5 (afdelingsverantwoordelijke ) - titularis zijn van een graad van niveau B; - ten minste vier jaar niveauanciënniteit hebben in niveau BV1-3; - een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie; - slagen voor de selectieprocedure. Voor een graad van rang BX B4-5 (hoofdboekhouder en diensthoofd sociale dienst ) - titularis zijn van een graad van niveau B - ten minste vier jaar niveauanciënniteit hebben in niveau B - een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie - slagen voor een selectieprocedure B. De bijzondere bevorderingsvoorwaarden zijn de volgende : Voor de betrekking van afdelingsverantwoordelijke - Ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben in weddenschaal BV1-3 - Voldoen aan de diplomavereisten die gelden bij aanwerving. - Een gunstige evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie - En een tweejarige kaderopleiding nursing met goed gevolg hebben beëindigd. Voor de betrekking van hoofdboekhouder - Ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben in weddenschaal B1-3 - Voldoen aan de diplomavereisten die gelden bij aanwerving. - Een gunstige evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie. Voor de betrekking van diensthoofd sociale dienst - Ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in weddenschaal B1-3 - Voldoen aan de diplomavereisten die gelden bij aanwerving. - Een gunstige evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie Art. 3 Het selectieprogramma wordt overeenkomstig artikel 21 van de rechtspositieregeling vastgesteld: A. Het selectieprogramma voor de graden van het niveau B voor wat betreft de betrekking van afdelingsverantwoordelijke wordt als volgt vastgesteld: Schriftelijk gedeelte:

11 1. Goede kennis van de functierelevante wetgeving inzake bejaardenvoorzieningen en kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen. De kandidaat moet een aantal vragen oplossen in verband met wetgeving die tijdens de uitoefening van de functie aan bod komt. De kandidaat ontvangt vooraf een gedetailleerde lijst van de wetten, decreten en besluiten die relevant zijn. Bij het oplossen van de vragen zal de kandidaat de ter beschikking gestelde wetgevende teksten mogen raadplegen (openboeksysteem). Beoordeling op 20 punten 2. Functiegericht praktijkgeval: De kandidaat wordt geconfronteerd met een of meerdere situaties die zich tijdens de verdere uitoefening van de functie kunnen voordoen en die verband houden met de in het profiel vereiste relevante kennis inzake bejaardenvoorzieningen en kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen. De context van het probleem of de problemen wordt geschetst en aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven een oplossing uit te werken. Beoordeling op 40 punten 3. Opstellen van brieven of teksten: aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven om aan de hand van de gegeven instructies een brief of een beslissing op te stellen en/of aan de hand van de ter beschikking gestelde documentatie, reglementen of wetgeving een artikel voor een publicatie (bijvoorbeeld informatieblad, brochure, ) te schrijven. Beoordeling op 20 punten Om geslaagd te zijn voor het schriftelijk gedeelte dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen. Mondeling gedeelte: Psychologisch onderzoek: 1. Het psychologisch onderzoek is opgebouwd uit een aantal psychoprofessionele testen, namelijk testen waarmee de intellectuele (cognitieve) capaciteiten en inzichten van de kandidaat gemeten worden. Daarnaast worden tijdens het onderzoek specifieke vaardigheden, competenties en gedragsattitudes onderzocht via persoonlijkheidstesten en vragenlijsten, eventueel aangevuld met simulatieoefeningen. Het psychologisch onderzoek omvat ook een competentiegericht interview via de star-interviewtechniek (situatie, taak, actie, resultaat). Het testprogramma is functiegerelateerd en afgestemd op het uitgeschreven profiel (competenties, vaardigheden, attitudes) van de functie. Het psychologisch onderzoek is adviserend voor de examencommissie, het managementteam en de aanstellende overheid. Een kandidaat die binnen een termijn van zes maanden opnieuw deelneemt aan selectieproeven voor dezelfde functie, behoudt het resultaat van het eerste psychologisch onderzoek voor de volgende selecties voor dezelfde functie. 2.Competentiegericht interview: In deze proef wordt nagegaan in welke mate het profiel van de kandidaat overeenstemt met het profiel van de functie en wordt gepeild naar de competenties voor het werkdomein. Beoordeling op 20 punten.

12 3. Verdedigen van het functiegericht praktijkgeval met desgevallend powerpointpresentatie. Beoordeling op 40 punten. Om geslaagd te zijn in de mondelinge proef dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen. B. Het selectieprogramma voor de graden van het niveau B voor wat betreft de betrekking van hoofdboekhouder en diensthoofd sociale dienst wordt als volgt vastgesteld: Schriftelijk gedeelte: 1. Goede kennis van OCMW-wet/OCMW-decreet, van het administratief recht en de functierelevante wetgeving: de kandidaat moet een aantal vragen oplossen in verband met wetgeving die tijdens de uitoefening van de functie aan bod komt. De kandidaat ontvangt vooraf een gedetailleerde lijst van de wetten, decreten en besluiten die relevant zijn. Bij het oplossen van de vragen zal de kandidaat de ter beschikking gestelde wetgevende teksten mogen raadplegen (openboeksysteem. Beoordeling op 20 punten. 2. Functiegericht praktijkgeval: de kandidaat wordt geconfronteerd met één of meerdere situaties die zich tijdens de uitoefening van de functie kunnen voordoen. De context van het probleem of de problemen wordt geschetst en aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven een oplossing uit te werken. Beoordeling op 40 punten. 3. Opstellen van brieven of teksten: aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven om aan de hand van de gegeven instructies een brief of een beslissing op te stellen en/of aan de hand van de ter beschikking gestelde documentatie, reglementen of wetgeving een artikel voor een publicatie (bijvoorbeeld informatieblad, brochure, ) te schrijven. Beoordeling op 20 punten. Om geslaagd te zijn voor het schriftelijk gedeelte dient de kandidaat 50 % van het totaal te behalen. Mondeling gedeelte: Psychologisch onderzoek: 1 Het psychologisch onderzoek is opgebouwd uit een aantal psychoprofessionele testen, namelijk testen waarmee de intellectuele (cognitieve) capaciteiten en inzichten van de kandidaat gemeten worden. Daarnaast worden tijdens het onderzoek specifieke vaardigheden, competenties en gedragsattitudes onderzocht via persoonlijkheidstesten en vragenlijsten, eventueel aangevuld met simulatieoefeningen. Het psychologisch onderzoek omvat ook een competentiegericht interview via de star-interviewtechniek (situatie, taak, actie, resultaat). Het testprogramma is functiegerelateerd en afgestemd op het uitgeschreven profiel (competenties, vaardigheden, attitudes) van de functie. Het psychologisch onderzoek is adviserend voor de examencommissie, het managementteam en de aanstellende overheid.

13 Een kandidaat die binnen een termijn van zes maanden opnieuw deelneemt aan selectieproeven voor dezelfde functie, behoudt het resultaat van het eerste psychologisch onderzoek voor de volgende selecties voor dezelfde functie. 2. Competentiegericht interview: in deze proef wordt nagegaan in welke mate het profiel van de kandidaat overeenstemt met het profiel van de functie en wordt gepeild naar de competenties voor het werkdomein. Beoordeling op 20 punten. 3.Verdedigen van het functiegericht praktijkgeval met desgevallend powerpointpresentatie. Beoordeling op 40 punten. Om geslaagd te zijn voor de mondelinge proef dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen. Art. 4 Er wordt conform artikel 121 van de rechtspositieregeling een bevorderingsreserve aangelegd die onbeperkt geldig is. Art. 5 Het personeel wordt van de interne vacature op de hoogte gebracht per en per brief. Art. 6 Voor de selectieproef zal geheel of gedeeltelijk een beroep gedaan worden op Jobpunt Vlaanderen, erkend selectiebureau van de overheid. Art. 7 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). 3. WOONZORGCENTRUM: OPENVERKLARING VAN BETREKKINGEN INGESTELD TER UITVOERING VAN WERKGELEGENHEIDSMAATREGELEN - VASTSTELLING AANWERVINGSVOORWAARDEN OVEREENKOMSTIG DE RECHTSPOSITIEREGELING - GOEDKEURING AANLEG VAN EEN WERVINGSRESERVE GELDIG VOOR DRIE JAAR De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de raadsbeslissing van 21 februari 2002 waarbij beslist werd om voor de werving van personeel aan te sluiten bij Jobpunt Vlaanderen, erkend selectiebureau van de overheid, door de aankoop van aandelen;

14 gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 16 september 2010 houdende vaststelling van de personeelsformatie; gelet op het schrijven van 13 december 2010 van de heer Provinciegouverneur houdende kennisname van de raadsbeslissing van 16 september 2010 betreffende de nieuwe personeelsformatie; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 22 september 2011 betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsgroepen vermeld in artikel 104 van het OCMW-decreet houdende de opdeling van de betrekkingen in gemeenschappelijke, specifieke graden en personeel in specifieke diensten; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 22 september 2011 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het voltallig OCMW personeel van de specifieke diensten; gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 december 2011 houdende vaststelling van de personeelsformatie en de bezetting; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 29 februari 2012 houdende aanpassingen aan de rechtspositieregeling; gelet dat het de bedoeling is om examens te organiseren voor de aanleg van een wervingsreserve voor de betrekkingen ingesteld in het kader van tewerkstellingsmaatregelen zodat bij uitdiensttreding van een titularis onmiddellijk beroep kan gedaan worden op deze wervingsreserves; gelet op de algemene toelatings- en aanwervingsvoorwaarden, zoals vermeld onder de artikelen 5 en 6 van de rechtspositieregeling; gelet op artikel 32 van de rechtspositieregeling betreffende de aanwervings-en selectieprocedure voor de aanwerving in sommige betrekkingen die ingesteld worden ter uitvoering van werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheden; gelet op de bijzondere aanwervingsvoorwaarden zoals vermeld in de bijlage IV van de rechtspositieregeling; gelet op het selectieprogramma zoals vermeld onder artikel 21 van de rechtspositieregeling; overwegende dat artikel 25 van de rechtspositieregeling voorziet dat er een werfreserve kan aangelegd worden die maximum vastgesteld kan worden op drie jaar, verlengbaar met twee jaar; overwegende dat, teneinde niet steeds een examen te moeten inrichten om een vacante betrekking te laten begeven in de personeelsformatie het aangewezen is om een wervingsreserve aan te leggen geldig voor drie jaar, zoals vermeld onder artikel 25 van de rechtspositieregeling; overwegende dat in het meerjarenplan en budget de nodige kredieten voorzien zijn; overwegende dat alle betrekkingen in de nieuwe personeelsformatie voorzien zijn in voltijdse equivalenten maar dat ze wel halftijds kunnen bezet worden; overwegende dat in het kader van de gunning van de opdracht tot de aanstelling van een selectiebureau voor de werving van personeel bij raadsbeslissing van 21 februari 2002

15 beslist werd om aan te sluiten bij Jobpunt Vlaanderen, erkend selectiebureau van de overheid, door de aankoop van aandelen; overwegende dat gepubliceerd zal worden conform de bepalingen van artikel 32 van de rechtspositieregeling; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er zal overgegaan worden tot het organiseren van examens voor de functies van keukenhulp, werkman, hulp wasserij en schoonmaker met het oog op de aanleg van een werfreserve voor de betrekkingen ingesteld in het kader van tewerkstellingsmaatregelen. Algemene toelatings- en aanwervingsvoorwaarden : Voor de toelating tot een betrekking gelden de volgende voorwaarden: 1. een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; 2. ten minste de volle leeftijd van 18 jaar bereiken in het jaar van de aanwerving; 3. de burgerlijke en politieke rechten genieten; 4. medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van het personeelslid bij de uitvoering van hun werk. De medische geschiktheid van de kandidaat moet vaststaan op het ogenblik bepaald in de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers op het werk. Het passend gedrag vermeld in punt 1, wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het strafregister. Het uittreksel mag niet ouder zijn dan drie maanden. Als daarop een ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een schriftelijke toelichting voorleggen. De medische geschiktheid van de kandidaat, vermeld in punt 4, moet in overeenstemming met artikel 27 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op het personeelslid vaststaan voor de effectieve tewerkstelling bij de gemeente. Kandidaten voor een contractuele functie moeten Belg zijn als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvatten die strekken tot bescherming van de belangen van het bestuur. Om in aanmerking te komen voor aanwerving moeten, de kandidaat : 1. voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; slagen voor de selectieprocedure; 2. Bovendien moeten de kandidaten : 1 voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is (art. 3), en in voorkomend geval voldoen aan de diplomavereiste opgelegd krachtens een reglementering van de hogere overheid Art. 2 De bijzondere aanwervingsvoorwaarden zijn de volgende: De werkman moet in het bezit zijn van een rijbewijs B

16 Art. 3 Er zal een wervingsreserve aangelegd worden voor drie jaar. Art. 4 Het selectieprogramma wordt overeenkomstig artikel 21 van de rechtspositieregeling als volgt vastgesteld: Mondeling gedeelte: 1. Conversatieproef: in deze proef wordt nagegaan in welke mate het profiel van de kandidaat overeenstemt met het profiel van de functie en wordt gepeild naar de competenties voor het werkdomein. -> Beoordeling op 20 punten 2. Rollenspel: de kandidaat wordt geconfronteerd met situaties die zich tijdens de uitvoering van het werk kunnen voordoen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de gedragsgerelateerde competenties. -> Beoordeling op 20 punten Om geslaagd te zijn in de mondelinge proef dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen. Praktijkgedeelte: Concrete uitvoering van een taak waaruit de vakkennis van de kandidaat moet blijken. - Beoordeling op 20 punten Om geslaagd te zijn in het praktijkgedeelte dient de kandidaat 50 % van het totaal te behalen. Om geslaagd te zijn, dient de kandidaat 60% te behalen op het totale examen. Art. 5 Er zal gepubliceerd worden conform artikel 32 van de rechtspositieregeling. Art. 6 Voor de werving van personeel geheel of gedeeltelijk een beroep te doen op Jobpunt Vlaanderen, erkend selectiebureau van de overheid. Art. 7 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). ECONOMAAT 4. OPDRACHT MET ALS VOORWERP DE SAMENWERKING VAN HET OCMW MET EEN ADVOCAAT VOOR DE DIENST SCHULDBEMIDDELING: GUNNING De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008;

17 gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel a en op de Koninklijke Besluiten van 08 januari 1996 en 26 september 1996; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op de beraadslaging van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 28 maart 2012 waarbij als wijze van gunnen de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gekozen werd en de voorwaarden werden vastgesteld; gelet op het P.V. van opening in zitting van het Bijzonder Comité voor Patrimonium en Financien van 24 april 2012; gelet op de resultaten van de raadpleging en de onderhandelingen voorgeschreven bij artikel 122-eerste alinea-2 van het Koninklijk Besluit van 08 januari 1996 waarbij twee advocaten een offerte hebben ingediend : 1. Advocatenkantoor Cottyn: 90 EUR (excl. btw) 2. Wellekens Karel : 47 EUR (excl. btw) overwegende dat na doorlichting van de prijsaanbiedingen blijkt dat de meest voordelige prijsaanbieding ingediend werd door de heer Karel WELLEKENS, Politiekegevangenenstraat 37 te 9600 Ronse, welke voldoet aan de gestelde voorwaarden; Overwegende dat de offerte van dhr. WELLEKENS Karel, advocaat, in aanmerking kan genomen worden voor toewijzing om volgende redenen : - de meest voordelige prijsaanbieding, - beschikt reeds over het gevraagde attest opleiding schuldbemiddeling - beschikt sedert 13/10/2008 tot op heden over werkervaring als juristschuldbemiddeling voor CAW Zuidoost Vlaanderen Sociaal Centrum en OCMW Geraardsbergen (deeltijdse functie 19 uur per week) ; overwegende dat de prijs van de opdracht geraamd wordt op EUR per jaar; overwegende dat de nodige budgetten voorzien zijn op het exploitatiebudget onder activiteitencentrum 832; gelet op het visum van de heer ontvanger; gelet op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 De opdracht met als voorwerp de samenwerking van het OCMW Ninove met een advocaat voor de dienst schuldbemiddeling, wordt na onderhandelingsprocedure gegund aan de heer Karel WELLEKENS, advocaat, Politiekegevangenenstraat 37 te 9600 Ronse, aan de prijs van 47 EUR per uur op basis van een prestatie van 10 uur per week op de zetel van het OCMW en aan de voorwaarden vastgesteld door de Raad om volgende reden:

18 - de meest voordelige prijsaanbieding, - beschikt reeds over het attest opleiding schuldbemiddeling - beschikt sedert 13/10/2008 over werkervaring als jurist-schuldbemiddeling voor CAW Zuidoost Vlaanderen Sociaal Centrum en OCMW Geraardsbergen (deeltijdse functie 19 uur per week). Art. 2 De opdracht waarvan sprake in artikel 1 zal ingaan op 01 september 2012 voor een periode van één jaar met mogelijkheid van stilzwijgende verlenging voor één jaar. Art. 3 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). 5. AANKOOP VAN EEN MINI SCHROB-/ZUIGMACHINE VOOR HET WZC KLATERINGEN: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN GUNNING De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de beslissing van de Raad van 22 maart 2007 waarbij de aankoop van schrobmachines werd gegund aan de firma ALPHEIOS uit Wilrijk op basis van meest voordelige regelmatige offerte prijs/kwaliteit; gelet op de vraag van dhr. SONCK om over te gaan tot aankoop van een mini schrob-/ zuigmachine voor de poetsdienst van het WZC Klateringen en het verzoek om de uniformiteit te willen bewaren met de reeds eerder aangekochte schrobmachines; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 17 2, 1 f welke de mogelijkheid biedt aankopen te doen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de levering van nog een mini schuur- en schrobmachine merk Wetrok, type Disomatic Samba voor het WZC Klateringen;

19 overwegende dat het wenselijk is om de uniformiteit met de reeds aanwezige apparaten te bewaren; gelet op de prijsofferte van de firma ALPHEIOS d.d. 26 april 2012 met ref /B51/LN; overwegende dat de prijs van de opdracht vastgesteld is op EUR, excl. btw; overwegende dat de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 17 2, 1 f, de mogelijkheid biedt aankopen te doen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien; overwegende dat de nodige budgetten voorzien zijn op het investeringsbudget onder project 2012/3, act.8341 art ; gelet op het visum van de heer ontvanger; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er wordt een opdracht gegund via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking met als voorwerp de aankoop van een mini schrob- en zuigmachine, voor het WZC Klateringen aan de firma ALPHEIOS uit Wilrijk, aan de prijs van EUR, excl. 21% btw., zijnde een toestel merk Wetrok, type Disomatic Samba art bijhorende batterijen 12V 25Ah art ; om volgende reden: om de uniformiteit te bewaren met de reeds aangekochte toestellen - stoelweegschaal - alsook om praktische redenen werd beroep gedaan op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten meer bepaald op artikel 17 2, 1 f welke toestaat aankopen te doen bij een bepaald leverancier in dit geval de firma ALPHEIOS die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien, en waarbij de opdracht gegund wordt aan de firma ALPHEIOS d.m.v. een bestelbon en een aangenomen factuur. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). 6. OPDRACHT VOOR AANKOOP VAN EEN INDUSTRIËLE WASMACHINE VOOR HET WZC KLATERINGEN: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN GUNNING De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008;

20 gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel a en f; gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp aankoop van één industriële wasmachine voor de wasserij van het WZC Klateringen; gelet op de vraag van dhr. SONCK directeur WZC Klateringen om praktische reden en om de uniformiteit te willen bewaren met de reeds aangekochte toestellen en opnieuw te opteren voor een wasmachine van de firma LDL uit Deinze; overwegende dat de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten, meer bepaald op artikel 17 2, 1 f de mogelijkheid biedt aankopen te doen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien, gelet op de prijsofferte van de firma LDL uit Deinze dd.03 mei 2012 waarbij 2 toestellen worden voorgesteld, nl een IPSO HC 100 en een IPSO HF 150 ; overwegende dat na doorlichting van de toestellen blijkt dat het toestel IPSO HF 150 het meest geschikt is gezien de grotere trommelinhoud en deuropening; overwegende dat de prijs van het toestel IPSO HF 150 vastgesteld is op EUR (excl. 21% btw ); overwegende dat de nodige budgetten werden voorzien op het investeringsbudget onder project 2012/3, activiteitencentra 8341, artikel ; overwegende dat de heer ontvanger zijn visum heeft geven voor deze opdracht; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er wordt een opdracht gegund via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking met als voorwerp de aankoop van een wasmachine voor de wasserij van het WZC Klateringen merk IPSO, type HF 150 aan de firma LDL uit Deinze, aan de prijs van EUR (excl. 21% btw.), om volgende reden: om de uniformiteit te bewaren met de reeds aangekochte toestellen stoelweegschaal alsook om praktische reden werd beroep gedaan op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten meer bepaald op artikel 17 2, 1 f welke toestaat aankopen te doen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien.

21 Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). 7. OPDRACHT VOOR AANKOOP VAN BIJKOMENDE VOORZETTAFELS EN BEDGALGEN VOOR HET WZC KLATERINGEN: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN GUNNING De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de beslissing van de Raad van 01 juli 2009 waarbij het toewijzingsbedrag werd goedgekeurd voor perceel 9 - los rusthuismeubilair voor het WZC Klateringen met het oog op de gunning door DEXIA aan de firma CREA DECOR voor een bedrag van ,62 EUR; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 17 2, 1 f welke toelaat aankopen te doen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de aankoop van bijkomende bijzettafels en bedgalgen voor het WZC Klateringen; gelet op de prijsofferte van de firma CREA-DECOR d.d. 23/04/2012 met kenmerk 12P039 ; overwegende dat de prijs van de opdracht vastgesteld is op 5.988,60 EUR, excl. btw; overwegende dat de nodige budgetten voorzien zijn op het investeringsbudget onder project 2011/5/3 act.8341 art ; gelet op het visum van de heer ontvanger;

22 op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er wordt een opdracht gegund via onderhandelingsprodedure met als voorwerp de aankoop van 20 bedgalgen; 20 eettafels voor bed en 20 eettafels voor zetel, aan de firma CREA DECOR uit Beringen aan de prijs van 5.988,60 EUR; om volgende reden: om de uniformiteit te bewaren met het reeds aangekochte rusthuismeubilair werd beroep gedaan op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten meer bepaald op artikel 17 2, 1 welke slaat op aankopen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). 8. AANKOOP VAN TWEE STOELWEEGSCHALEN VOOR HET WZC KLATERINGEN: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN GUNNING De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de beslissing van de Raad van 22 september 2011 waarbij de aankoop van twee stoelweegschalen type Seca werden gegund aan de firma Thuiszorgwinkel Oost Vlaanderen op basis van de meest voordelige offerte; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 17 2, 1 f welke slaat op aankopen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de levering van nog 2 bijkomende stoelweegschalen merk Seca type 952 voor het WZC Klateringen;