Brede screening Bestrijdingsmiddelen Maasstroomgebied 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Brede screening Bestrijdingsmiddelen Maasstroomgebied 2007"

Transcriptie

1 Brede screening Bestrijdingsmiddelen Maasstroomgebied 2007 Projectgroep Brede Screening Bestrijdingsmiddelen 27 oktober 2008 Definitief rapport 9T3398

2 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Boschveldweg 21 Postbus AM 's-hertogenbosch +31 (0) Telefoon +31 (0) Fax Internet Arnhem KvK Documenttitel Brede screening Bestrijdingsmiddelen Maasstroomgebied 2007 Verkorte documenttitel Status Definitief rapport Datum 27 oktober 2008 Projectnaam Projectnummer Opdrachtgever Referentie Maasstroomgebied 9T3398 Projectgroep Brede Screening Bestrijdingsmiddelen Auteur(s) Collegiale toets ir. F.Th. Verhagen, ir. H.L. de Coninck, ir. F. Vervest ir. R.A.E. Knoben Datum/paraaf.. Vrijgegeven door drs. M. van Elswijk Datum/paraaf..

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Doelstelling Betrokken organisaties Relatie met eerdere brede screenings- en KRW/RWSRrapportages Leeswijzer 3 2 OPZET MONITORING EN TOETSING Meetlocaties Tijdstip van bemonstering Keuze stoffen Laboratorium analyses Toetsingkader Rekenregels toetsing 12 3 RESULATEN GRONDWATER Beschikbare meetpunten Correctie dataset voor anthraquinone en dinoterb Aangetroffen stoffen boven de detectielimiet Overschrijding van de drinkwaternorm Overschrijding van de streefwaarde Verschillen tussen Noord-Brabant en Limburg Meest aangetroffen stoffen boven de drinkwaternorm en streefwaarde Toetsing aan KRW-norm 22 4 RESULTATEN OPPERVLAKTEWATER Beschikbare meetpunten en metingen Stoffen boven detectielimiet Overschrijding van de norm Overschrijding per beheersgebied Top-10 stoffen per waternorm Probleemstoffen per waterbeheerder Geografisch beeld verontreinigingen 37 5 HERKOMST EN TRENDS IN HET GRONDWATER Probleemstoffen voor zowel het grondwater als oppervlaktewater Trends in de tijd Relatie tussen het voorkomen van stoffen in het grondwater en de homogene gebiedstypes Aangetroffen stoffen in grondwater waarnemingspunten van de waterbedrijven Trendanalyse van zuiveringsinspanning in onttrokken grondwater 42 Blz. - i - Definitief rapport 27 oktober 2008

4 6 HERKOMST EN TRENDS IN HET OPPERVLAKTEWATER Relatie aangetroffen stoffen in oppervlaktewater met het grondgebruik Relatie stoffen en teelt of grondgebruik in bestrijdingsmiddelenatlas Invloed van RWZI s op voorkomen bestrijdingsmiddelen De Maas en de invloed op de drinkwaterwinning en het regionale watersysteem Verhardingen en openbaar groen Grensoverschrijdende aanvoer Vergelijking screening 2000 en Seizoensverschillen in het oppervlaktewater Vergelijking met andere rapportages in het Maasstroomgebied Waterschap Roer en Overmaas Hollandse Delta De Maas 60 7 PERSPECTIEF EN ADVIEZEN Nieuwe stoffen Consequenties en aanbevelingen voor monitoring Relatie onderzoek met Ctgb en herevaluatie Relatie evaluatie Duurzame gewasbescherming Normstelling van het MTR Illegaal gebruik In het algemeen op de goede weg Concrete maatregelen 64 8 SAMENVATTING EN CONCLUSIES Bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater Bestrijdingsmiddelen in het grondwater 68 9 LITERATUUR 70 BIJLAGEN BIJLAGE 1 LOCATIES MEETPUNTEN 1.1. Kaart met locaties van de oppervlaktewater meetpunten 1.2 Kaart met locaties van de grondwatermeetpunten 1.3 Tabel met kenmerken van de oppervlaktewater meetpunten 1.4 Tabel met kenmerken van de grondwatermeetpunten BIJLAGE 2 STOFFEN 2.1 Tabel met analysepakket 2.2 Tabel met normen per stof 2.3 Analysemethode en monsterconservering 2.4 Achtergrondinformatie over de meest aangetroffen bestrijdingsmiddelen - ii - Definitief rapport 27 oktober 2008

5 BIJLAGE 3-6 KAARTEN GRONDWATER 3. Overschrijding drinkwaternorm in grondwater in bronnenmeetnet 4. Overschrijding drinkwaternorm in ondiepe grondwater 5. Overschrijding drinkwaternorm in middeldiepe grondwater 6. Overschrijding drinkwaternorm in diepe grondwater BIJLAGE 7-11 KAARTEN OPPERVLAKTEWATER 7. Overschrijding streefwaarde in oppervlaktewater 8.1 Overschrijding MTR in oppervlaktewater 8.2 Overschrijding ad-hoc MTR in oppervlaktewater 9.1 Overschrijding KRW jaargemiddelde in oppervlaktewater 9.2 Overschrijding KRW maximum in oppervlaktewater 10 Overschrijding drinkwaternorm in oppervlaktewater 11 Overschrijding toelatingscriterium in oppervlaktewater BIJLAGE 12 OVERSCHRIJDINGEN OPPERVLAKTEWATER IN DETAIL 12.1 Tabellen met overschrijdingen van de normen per waterbeheerder 12.2 Tabel met aantallen stoffen gevonden boven de detectielimiet in het oppervlaktewater 12.3 Kaarten met overschrijdingen per stof in het oppervlaktewater BIJLAGE 13 KAARTEN PER STOF IN GRONDWATER 13 Overschrijdingen per stof in het grondwater - iii - Definitief rapport 27 oktober 2008

6 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Bestrijdingsmiddelen in grond- en oppervlaktewater vergen nog voortdurende aandacht in het waterbeleid en -beheer. Onder druk van milieucriteria in de toelating verdwijnen er wel notoire probleemstoffen van de markt en uit het milieu, maar aan de andere kant komen er ook steeds weer nieuwe gewasbeschermingsmiddelen en stoffen bij die een nieuw probleem kunnen vormen. Vragen die daarbij centraal staan zijn: welke stoffen worden aangetoond, welke overschrijden een norm en wat is de herkomst? In de provincie Noord-Brabant wordt daarom om de vier jaar een brede screening uitgevoerd om op een aantal monitoringlocaties een vinger aan de pols te houden. Deze screening is nu uitgebreid naar het Nederlandse deel van het Maasstroomgebied. De resultaten worden mede gebruikt in de RWSR rapportage van Noord Brabant en het grondwatergedeelte van het KRW Stroomgebiedbeheersplan voor de Maas. In deze rapportage is de brede screening voor 2007 opgenomen. Royal Haskoning heeft deze rapportage in opdracht van de projectgroep Brede Screening 2007 verzorgd. De projectgroep bestaat uit de partijen genoemd in paragraaf 1.3. In dit rapport worden de resultaten van het oppervlaktewater en grondwater gepresenteerd. Daarnaast wordt aandacht besteed aan regionale verschillen, de herkomst van stoffen en de opvallende verschillen met de voorgaande screeningsjaren. 1.2 Doelstelling Het doel van dit project is het opstellen van een integrale rapportage over het voorkomen van bestrijdingsmiddelen in grond- en oppervlaktewater in het Nederlandse stroomgebied Maas over de monsternames en analyses uit Hiermee wordt meer kennis en inzicht verkregen in de aanwezigheid en herkomst van bestrijdingsmiddelen in grond- en oppervlaktewater. 1.3 Betrokken organisaties Aan de brede screening 2007 is door een brede groep deelgenomen en meegewerkt. Waterbedrijven Waterbeheerders Provincies WML WS Aa en Maas Provincie Noord-Brabant Brabant Water WS Peel en Maasvallei Provincie Limburg Evides WS Rivierenland WS Roer en Overmaas WS Brabantse Delta WS De Dommel WS Hollandse Delta Rijkswaterstaat Alle partijen, met uitzondering van Waterschap Hollandse Delta, hebben monsters aangeleverd die door het laboratorium van TNO zijn geanalyseerd. Alleen voor Waterschap de Hollandse Delta is gebruik gemaakt van metingen uit hun reguliere meetprogramma. Definitief rapport oktober 2008

7 De waterbedrijven hebben aanvullend analyses uit hun eigen laboratorium aangeleverd van de kwaliteit van het onttrokken grondwater in de periode De metingen dekken het gehele Maasstroomgebied, met uitzondering van de metingen in het grondwater in het Zuid-Hollandse gedeelte. 1.4 Relatie met eerdere brede screenings- en KRW/RWSR-rapportages Eerdere brede screenings zijn uitgevoerd in 1998 (een zeer beperkt programma voor grondwater), 2000 (oppervlaktewater) en 2003 (grond en oppervlaktewater). De eerdere brede screenings waren beperkt tot Noord-Brabant. In 2007 is de brede screening uitgebreid tot het gehele stroomgebied van de Maas, inclusief geheel Limburg en een deel van Zuid-Holland. De metingen van 2007 in het grondwater worden gebruikt voor de beschrijving van de toestand en trend van het grondwater in het eerste stroomgebiedbeheersplan Maas voor de Kaderrichtlijn Water. Het betreft meetgegevens van de officieel ingediende monitoringlocaties in de grondwaterlichamen in het Maasstroomgebied, De conclusies over het oppervlaktewater uit dit rapport worden meegenomen in de Regionale WaterSysteem Rapportage (RWSR) van Noord-Brabant. De KRWrapportage loopt mee met de beschrijving van alle prioritaire stoffen in een ander traject. In het rapport wordt wel een toetsing uitgevoerd aan de KRW-normen voor prioritaire stoffen voor het oppervlaktewater. In figuur 1-1 wordt de relatie gepresenteerd tussen het aantal KRW en Brede Screening meetpunten. In deze figuur worden het totaal aantal meetpunten gepresenteerd en niet de deelverzameling. Voor oppervlaktewater geldt dat per KRW meetpunt verschillende stoffen gemeten moeten worden. Het aantal meetpunten met een KRW label (zie bijlage 1.3) komt ongeveer overeen met het aantal KRW meetpunten met metingen naar bestrijdingsmiddelen. Voor grondwater geldt dat er minder meetpunten in de Brede Screening zijn opgenomen dan in het KRW programma is voorgeschreven. Paragraaf 3.1 gaat hier nader op in. Figuur 1-1: Relatie tussen aantal meetpunten in de KRW meetnetten en het Brede Screening meetprogramma Oppervlaktewater Circa Brede Screening KRW meetnet Maas Aantal verschilt per stof Grondwater (zie 3.1) Brede Screening KRW meetnet Maas Definitief rapport oktober 2008

8 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de monitoringopzet beschreven, inclusief de keuze van stoffen en analyses, de toetsingskaders en de mate van interpretatie. In hoofdstuk 3 en 4 staan respectievelijk de resultaten van het grond- en oppervlaktewater. In hoofdstuk 5 wordt een nadere analyse gegeven over de herkomst van de stoffen en trends in concentraties in het grondwater. Hoofdstuk 6 is een soortgelijk hoofdstuk voor het oppervlaktewater. Hoofdstuk 7 verwerkt de bevindingen uit dit rapport ten aanzien van normstelling, monitoring en maatregelen in concrete aanbevelingen. Het rapport sluit af met hoofdstuk 8 met de conclusies en aanbevelingen. Definitief rapport oktober 2008

9 2 OPZET MONITORING EN TOETSING 2.1 Meetlocaties Grondwater Voor het grondwater zijn gegevens beschikbaar voor 189 meetpunten. De locaties van de meetpunten zijn op kaart en in een lijst opgenomen (bijlage 1.2 en 1.4). De metingen zijn uitgevoerd in een selectie uit het provinciaal meetnet grondwater (PMG) van de Provincies Noord-Brabant en Limburg. Een groot gedeelte (120) van deze meetpunten is ook als KRW meetpunt gelabeld. Daarnaast is gebruik gemaakt van metingen in waarnemingsbuizen binnen de grondwaterbeschermingsgebieden van de waterbedrijven Brabant Water en Waterleidingmaatschappij Limburg (WML). Voor een deel van de meetpunten zijn monsters op verschillende diepten op dezelfde locatie uitgevoerd. Omdat voor de grondwatermetingen vaak metingen op verschillende dieptes in een put of peilbuis beschikbaar zijn, hanteren we de volgende definities: een meetlocatie is een bemonsteringslocatie (xy) waarbij op verschillende dieptes meetpunten (xyz) kunnen zitten, waar metingen zijn uitgevoerd; een meetpunt is een vast punt (xyz) op een vaste diepte, meestal gekoppeld aan een filterdiepte. Naast metingen uit waarnemingsbuizen wordt ook gebruik gemaakt van metingen in de pompputten van de waterbedrijven. Deze gegevens worden alleen gebruikt voor trendanalyse over de periode (zie paragraaf 5.5). Voor de waarnemingsputten, de peilbuizen en de bronnen is steeds één meting per meetpunt beschikbaar (meting uit 2007). Voor de pompputten zijn veelal meerdere metingen per pompput afkomstig uit de periode beschikbaar. Oppervlaktewater De monitoring van het oppervlaktewater heeft op 88 meetlocaties plaatsgevonden. Ten opzichte van 2003 zijn specifieke KRW meetpunten aan het meetprogramma toegevoegd. Ook alle meetpunten in Limburg en van Waterschap Hollandse Delta zijn nieuw. De meetpunten liggen zowel in regionale wateren als in rijkswateren. De locaties van de meetpunten zijn op kaart en in een lijst opgenomen (bijlage 1.1 en 1.3). 2.2 Tijdstip van bemonstering Oppervlaktewater Het oppervlaktewater is bemonsterd in vier perioden: april/ mei 2007; juni/juli 2007; augustus/september 2007; oktober/november Deze perioden komen ongeveer overeen met de perioden in de brede screening van Wanneer mogelijk is bemonsterd na een periode van regenval. Dit was niet altijd mogelijk voor de periode april/mei, omdat in deze periode nauwelijks regen is gevallen (zie intermezzo). 1 Evides heeft het laatste monster in december 2007 genomen. Definitief rapport oktober 2008

10 Drie waterbeheerders (Rivierenland, Brabantse Delta en RWS) hebben hun meting in april 2007 uitgevoerd. De overige waterbeheerders hebben bewust gewacht tot de eerste regenval op 8 mei In Waterschap Hollandse Delta zijn ook vier metingen per jaar uitgevoerd in ongeveer dezelfde tijdsperioden. In plaats van een oktober/november meting is in dit waterschap een meting uitgevoerd in de periode januari/februari Weersomstandigheden 2007 (Bron: KNMI) en debieten Maas Het meteorologische jaar 2007 was gemiddeld gezien het warmste jaar in 300 jaar. De gemiddelde temperatuur lag in 2007 op 11,2 C, terwijl het langjarige gemiddelde op 9,8 C ligt. De laagste temperatuur van 2007 is -9,8 C en is op 22 december gemeten in Eindhoven. De hoogste temperatuur van 2007 is 32,9 C en is op 15 juli gemeten in Maastricht kenmerkte zich ook door een ongebruikelijk lange droge periode. In de periode van 22 maart tot en met 6 mei is er gemiddeld in heel Nederland 0,4 mm neerslag gevallen. Normaal gesproken valt er 44 mm neerslag. De lengte van deze periode, 45 dagen, is in de afgelopen 100 jaar niet eerder voorgekomen. Gemiddeld gezien was 2007 een heel nat jaar. Er is over het hele jaar circa 920 mm neerslag gevallen, terwijl dit normaal gesproken 797 mm is. Vooral juli was ongebruikelijk nat. In deze maand viel er namelijk 155 mm neerslag, terwijl dit normaal gesproken 70 mm is. In Figuur 2-1 is een overzicht gegeven van het verloop van de debieten in de jaren (bron: waterbase.nl). Van het jaar 2007 (vetgedrukt in figuur) zijn tot en met september debieten beschikbaar. Uit de figuur blijkt dat 2007 een vrij normaal jaar was met, zoals gebruikelijk, de hoogste debieten in het winterseizoen. Wel valt op dat de debieten in de maanden maart en april relatief laag waren vergeleken met de meeste overige jaren in de voorafgaande tien jaar. Figuur 2-1: Gemeten debieten in de Maas (1996 tot 2007). In vet: dagdebiet (m3/s) datum Definitief rapport oktober 2008

11 Figuur 2-2: Gemeten neerslag in Volkel in Neerslag (mm/d) neerslag in mei na lange droogte jan-07 feb-07 mrt-07 apr-07 mei-07 jun-07 jul-07 aug-07 sep-07 okt-07 nov-07 dec-07 Grondwater Om een beeld te krijgen van de grondwaterkwaliteit is één monster per locatie genomen binnen het tijdsinterval juli 2007 tot en met februari Gezien de lange reistijden van het grondwater is het tijdstip (precieze datum) van bemonstering van minder groot belang. 2.3 Keuze stoffen In de Brede Screening 2007 zijn de oppervlakte- en grondwatermonsters geanalyseerd op de aanwezigheid van 149 stoffen. Dit is een uitbreiding ten opzichte van de Brede Screening in 2003 (106 stoffen). Voor grond- en oppervlaktewater is hetzelfde analysepakket gekozen. In het oppervlaktewater is daarnaast ook het zwevend stofgehalte gemeten, omdat dit nodig is voor het correct uitvoeren van de toetsingen (standaardiseren). De totale stoffenlijst en de wijzigingen in stoffenpakket ten opzichte van de voorgaande brede screening in 2003 is opgenomen in bijlage 2.1. Vooraf zijn drie lijsten samengesteld, waar mogelijk op geanalyseerd kan worden: Een basislijst met stoffen. Dit zijn de stoffen uit de brede screening 2003 die ook zijn aangetoond en/of een redelijke kans op aantonen hebben. Een verlanglijst stoffen. Dit zijn extra stoffen ten opzichte van de brede screening 2003, bijvoorbeeld nieuw toegelaten stoffen. Een optionele lijst stoffen. Dit zijn stoffen uit de brede screening 2003 die niet zijn aangetoond. Uiteindelijk is er voor gekozen om alle drie de lijsten in het analysepakket op te nemen. Dit betekent dat alle stoffen uit de brede screening 2003 weer zijn opgenomen, met uitzondering van butoxycarboxim (geen gevalideerde TNO methode beschikbaar) en ETU (uiteindelijk afgemeld door projectgroep). Door waterschap Aa en Maas is vanwege financiële redenen besloten om AMPA, glyfosaat en glufosinaat-ammonium niet mee te nemen in het analysepakket. Deze stoffen waren al meegnomen in een eerder onderzoek. Definitief rapport oktober 2008

12 Waterschap De Hollandse Delta heeft een apart meetprogramma. Er is hier vooral gericht gekeken naar middelen die voor de betreffende sector van belang zijn. Daarnaast wordt op alle meetpunten het basispakket onderzocht. Het basispakket bestaat uit twaalf stoffen die voor meerdere sectoren belangrijk zijn. Ook stoffen die in het verleden een probleem vormden, zijn in het basispakket opgenomen. Dit middelenpakket wordt op alle punten geanalyseerd, ongeacht de sector. In totaal is er geanalyseerd op 130 verschillende stoffen. In grote lijnen zijn de gekozen stoffen ongeveer gelijk aan het pakket uit de Brede Screening. Maar op details verschilt het pakket. Bij de Hollandse Delta is bijvoorbeeld niet geanalyseerd op metolachloor en penconazool. Extra stoffen ten opzichte van het Brede Screening pakket zijn onder andere ETU, trifluralin, DDT en endrin. Het stoffenpakket van Hollandse Delta is apart opgenomen in bijlage Laboratorium analyses De chemische analyses zijn uitgevoerd in het laboratorium van TNO. In bijlage 2.3 is de TNO rapportage opgenomen over de wijze van conserveren en analyseren van de verschillende stoffen. Gedurende het project zijn een aantal zaken naar voren gekomen: Het is in sommige gevallen van isomerenmengsels niet mogelijk om in het laboratorium in het chromatogram het onderscheid te maken tussen de verschillende componenten. Dit geldt voor metolachloor/metolachloor-s, mecoprop/mecoprop-p en dimethenamid/dimethenamid-p. In de rapportage wordt altijd de korte naam gebruikt. Dit is de verboden of minder gebruikte vorm van de stof. In de praktijk kan het dus ook gaan om de huidig toegestane variant. Sommige monsters zijn in het laboratorium eerst gefiltreerd in een glasvezelfilterhuls om verstopping van de SPE-cartridge te voorkomen. Deze gefilterde monsters bleken niet betrouwbaar te zijn voor de bepaling van dinoterb en anthraquinone. Na een test met een schoon monster, waarbij de glasvezelhuls direct is geëxtraheerd met MTBE, werden duidelijk hogere concentraties anthraquinone en dinoterb aangetoond. De gefilterde monsters voor deze twee parameters zijn daarom verwijderd uit de Brede Screening dataset. De niet gefilterde monsters zijn wel in de beschouwing meegenomen. De verwijderde monsters (met soms hoge concentraties dinoterb en anthraquinone) betreffen vooral grondwatermonsters. Dezelfde test is gedaan voor de andere parameters. Deze bleken allemaal betrouwbare resultaten te geven. Door Evides zijn in eerder onderzoek hoge concentraties nicosulfuron (pieken tot 0,4 µg/l) gevonden in de Maas. In de Brede Screening is deze stof slechts twee keer aangetoond. Bij verschillende laboratorium experts is navraag gedaan of de wijze van monstervoorbehandeling (al dan niet aanzuren) een reden voor dit verschil kan zijn. Dit lijkt niet waarschijnlijk te zijn. 2.5 Toetsingkader De resultaten van de analyses op het oppervlakte- en grondwater zijn getoetst aan verschillende normen (Tabel 2-1). Niet voor alle stoffen is in alle gevallen een norm beschikbaar. Bijvoorbeeld voor de KRW wordt in dit rapport getoetst op 9 prioritaire bestrijdingsmiddelen. Voor grondwater zijn slechts voor 34 van de 149 geanalyseerde stoffen streefwaarden beschikbaar. Alle getalsmatige normen zijn opgenomen in bijlage 2.2. Definitief rapport oktober 2008

13 Tabel 2-1: Overzicht van de wijze waarop getoetst is of de normen voor het grondwater en oppervlaktewater overschreden worden Kader Toetswaarde Toetsvoorschrift Grondwater NW4 Streefwaarde Maximum KRW 0,1 µg/l (incl. BAM en AMPA) Som <0,5 µg/l Drinkwaternorm 0,1 µg/l (excl. BAM en AMPA) Som <0,5 µg/l Maximum Maximum van som Oppervlaktewater NW4 Streefwaarde 90-percentiel Nieuw MTR Ad hoc MTRs KRW prioritair AA-EQS MAC-EQS Jaargemiddelde Maximum per jaar Drinkwaternorm 0,1 µg/l Som <0,5 µg/l Maximum Maximum van som Algemeen Ctgb Toelatingscriterium Maximum Grondwater NW4 en KRW De toetsing aan de normen van het grondwater is relatief simpel. De individuele concentratie mag zowel voor de KRW als de drinkwaternorm niet hoger zijn dan 0,1 µg/l. Voor de som norm is dit 0,5 µg/l. Voor 34 stoffen is een streefwaarde (SW) uit de 4 e Nota Waterhuishouding beschikbaar. Drinkwatertoetsing grond- en oppervlaktewater De drinkwaternormen voor grond en oppervlaktewater zijn voor bijna alle stoffen gelijk: 0,1 µg/l voor een individuele stof en 0,5 µg/l voor de som-norm. Voor de toetsing volgens het waterleidingbesluit geldt de norm van 0,1 µg/l niet voor humaan toxicologisch niet relevante metabolieten, zoals BAM en AMPA. Volgens het waterleidingbesluit geldt voor aldrin, dieldrin, heptachloor en heptachloorepoxide een maximum waarde van 0,03 µg/l. Alleen Aldrin is in het analysepakket opgenomen van de Brede Screening, maar niet boven de detectielimiet aangetoond. Daarom is dit onderscheid verder niet gemaakt in dit rapport. Oppervlaktewater NW4 Voor oppervlaktewater zijn drie normen beschikbaar: de normen uit de 4 e Nota Waterhuishouding, de KRW-normen en de drinkwaternormen. De normen uit de 4 e Nota Waterhuishouding bestaan uit een Streefwaarde (SW), gelijk aan het verwaarloosbare Risico (VR) en het Maximaal Toelaatbare Risiconiveau (MTR). In 2004 zijn sommige MTR-getalswaarden vervangen door de Milieukwaliteitseisen voor gevaarlijke stoffen (MKN). In dat geval is aan deze norm getoetst. Voor het toetsen van de MTR-waarden is de bestrijdingsmiddelentoets in ibever gebruikt. Deze bevat de milieukwaliteitseisen, de meest actuele MTR-waarden en de Ad-hoc MTR waarden. In het rapport wordt voor de overzichtelijkheid alleen de term MTR,en niet MKN, gebruikt. Indien een MKN beschikbaar is, is dus op deze waarde getoetst, in plaats van het MTR. Het algemene beleidsmatige doel uit het derde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP3) is dat voor elke stof het MTR in 2000 is gehaald; voor de streefwaarde geldt 2010 als doel. Voor deze waarden geldt een inspanningsverplichting; ze hebben geen wettelijke status. Definitief rapport oktober 2008

14 De MTR waarden zijn ten gevolge van Europese harmonisering bijgesteld in het project Internationale Normstelling Stoffen. Daarom zijn ten opzichte van de Brede Screening 2003 de MTR waarden voor 2,4-D, atrazin, carbendazim, MCPA, parathion-ethyl en mecoprop opnieuw afgeleid en bijgesteld. Voor bijna al deze stoffen is het MTR minder streng geworden ten opzichte van het jaar Enige uitzondering is atrazin waarvoor het MTR iets is aangescherpt. De Ad-hoc MTR waarden zijn alleen richtinggevend en geven dus een indicatie voor het maximaal toelaatbare risico. Ze worden afgeleid volgens een zelfde methodiek als de gewone MTR en streefwaarde, met het verschil dat een minder uitvoerig literatuuronderzoek naar de toxiciteitsgegevens wordt uitgevoerd en de gegevens minder zwaar worden getoetst op validiteit. Door het geringer aantal toxiciteitsgegevens moet een veiligheidsfactor toegepast worden. De algemene regel is dat de veiligheidsfactor kleiner wordt, naarmate er meer en betere toxiciteitgegevens beschikbaar zijn; het MTR wordt dan hoger. Zodra een gedegen norm is vastgesteld vervalt de ad hoc-waarde. Aanpassing van de (ad-hoc) MTR s De MTR s van 25 stoffen worden eind 2008 aangepast. Bij het schrijven van dit rapport waren de nieuwe getalswaarden van het MTR al afgeleid door het RIVM en vastgelegd in een conceptrapportage, maar nog niet openbaar gemaakt. Bij de aanpassing is rekening gehouden met Europese uniforme beginselen voor het evalueren en toelaten van gewasbeschermingsmiddelen. Van sommige middelen wordt het ad-hoc MTR omgezet in een MTR waarde (bijvoorbeeld imidacloprid). Dit kan er toe leiden dat gesignaleerde normoverschrijdingen in dit rapport mogelijk in de toekomst zullen verdwijnen na het aanpassen van de nieuwe normen. Oppervlaktewater KRW De KRW-normen zijn getoetst voor de stoffen die een groot risico vormen voor het watermilieu: de prioritaire stoffenlijst KRW. De meest risicovolle stoffen op de lijst zijn aangemerkt als prioritair gevaarlijk. Van prioritair gevaarlijke stoffen moeten de lozingen, emissies en verliezen in de gehele Europese Unie worden stopgezet of geleidelijk beëindigd in de periode tot Er zijn op dit moment 33 KRW prioritaire stoffen inclusief 14 bestrijdingsmiddelen: alachloor, atrazin, chloorfenvinfos, chloorpyrifos, diuron, endosulfan (alpha), isoproturon, hexachloorbutadieen, lindaan, pentachloorbenzeen (onzuiverheid van quintozeen), pentachloorfenol, simazin, tributyltinverbindingen en trifluralin (Tabel 2-2). Slechts drie van deze stoffen hadden in Nederland nog een toelating, namelijk chloorfenvinfos, chloorpyrifos en isoproturon. In 2008 is de toelating voor isoproturon verder beperkt en is nog maar toegelaten in twee middelen. Daarnaast zijn er 8 overige stoffen waarvoor ook EU normen bestaan, waarvan twee bestrijdingsmiddelen: DDT en som drins (bestaande uit aldrin, dieldrin, endrin en isodrin). Er zijn per KRW prioritaire stof twee normen: een norm voor het gemiddelde (annual average AA) en een norm voor het maximum (MAC). Deze normen worden vastgesteld door de Europese Commissie, na raadpleging van het Europees Parlement. Deze normen zijn apart voor binnenwateren (Nederlandse R-en M-typen) en buitenwateren (O- en K-typen) bepaald. Definitief rapport oktober 2008

15 Het Europees Parlement heeft het akkoord bekrachtigd over de richtlijn prioritaire stoffen in haar plenaire vergadering op 17 juni Het akkoord is tot stand gekomen tussen Raad, Commissie en Europees Parlement. De KRW toetsing is conform het protocol (werkgroep MIR, 2008) uitgevoerd. De genoemde normen in het Nederlandse protocol, zoals verwerkt in ibever, zijn niet meer aangepast na de totstandkoming van het Europese akkoord over de Richtlijn Prioritaire Stoffen. De KRW toetsing is uitgevoerd voor de 9 KRW prioritaire stoffen die waren opgenomen in het analysepakket van de Brede Screening (Tabel 2-2). Tabel 2-2: Overzicht van de bestrijdingsmiddelen uit de KRW prioritaire stoffenlijst Opgenomen in analysepakket Brede Stof EU indeling Screening alachloor KRW Prioritair Ja atrazin KRW Prioritair Ja chloorfenvinvos KRW Prioritair Ja chloorpyrifos KRW Prioritair Ja diuron KRW Prioritair Ja endosulfan KRW Prioritair Gevaarlijk Ja hexachloorcyclohexaan (lindaan) KRW Prioritair Gevaarlijk Ja hexachloorbutadieen KRW Prioritair Gevaarlijk Nee isoproturon KRW Prioritair Ja simazin KRW Prioritair Ja trifluralin KRW Prioritair Nee pentachloorbenzeen KRW Prioritair Nee pentachloorfenol (pcp) KRW Prioritair Nee tributyltinverbindingen KRW Prioritair Gevaarlijk Nee DDT Overige verontreinigende stoffen Nee som drins (aldrin/dieldrin/endrin/isodrin) Overige verontreinigende stoffen Nee Toelatingscriterium Ctgb Er is getoetst aan het toelatingscriterium zoals dat wordt gehanteerd door het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb). Het toelatingscriterium voor een stof is relevant wanneer een firma een bestrijdingsmiddel in Nederland op de markt brengt. Het College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb) beoordeelt de aanvraag tot toelating op de Nederlandse markt op basis van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. In de wet en regelgeving zijn daartoe normen opgenomen. De beoordelingsmethodiek wordt beschreven in de Handleiding voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (HTB), die is opgenomen in de website van het Ctgb ( Voor de beoordeling van de aanvraag levert de firma gegevens over het middel en de werkzame stof. De milieugegevens, die nodig zijn voor de beoordeling van het risico voor waterorganismen, zijn gegevens over gedrag in watersystemen en ecotoxiciteitgegevens. De beoordeling van het risico voor waterorganismen volgt een getrapte benadering ( tiers ). Het Rijk voert momenteel het beleidsproject beslisboom water uit. In dit project moeten de discrepanties tussen toelatingsciterium en MTR-waarden, het te beschermen doel en het te gebruiken emissiemodel verduidelijkt worden. Definitief rapport oktober 2008

16 Achtergronden van de normen en relatie uitkomsten Brede Screening In het voorliggende rapport wordt getoetst in hoeverre wordt voldaan aan de gestelde normen. In Tabel 2-3 en Tabel 2-4 wordt samengevat wat de achtergronden zijn van betreffende normen en hoe de geconstateerde overschrijdingen geïnterpreteerd en beleidsmatig vertaald kunnen worden. Tabel 2-3: Achtergronden over de normen voor het oppervlaktewater in relatie met het Brede Screening rapport Wijze tot stand komen norm, beleidsdoel Juridische status Ontwikkelingen Relatie met rapport Brede Screening MTR Ad hoc MTR KRW Toelatingscriterium Uitgebreid Zoals MTR, maar Europees Via een uitgebreide ecotoxicologisch globaal geschat met vastgesteld op basis getrapte onderzoek o.b.v. een van wetenschappelijk risicobeoordeling obv: 95% bescherming veiligheidsmarge. onderzoek. geen acute van de soort bij ecologische schade. chronische belasting. Niet wettelijk. Is een Geen. Via EU Richtlijn Toelating van beleidsdoelstelling. Prioritaire Stoffen in middelen is NL vastgelegd in de vastgelegd in de Wet AMVB gewasbeschermings- Doelstellingen. middelen en Biociden. Amper getalsmatige Omzetten in een De prioritaire Middelen worden bijstellingen in de definitieve MTR leidt stoffenlijst is in juni regelmatig maak. Norm wordt tot minder 2008 definitief herbeoordeeld. op termijn vervangen onzekerheid en dus vastgesteld en wordt door Europese hogere norm. verder aangevuld in regelgeving. de komende jaren. 1. Vergelijking met 1. Vergelijking met 1. Aandacht voor de Aanbevelingen voor eerdere screeningen. eerdere screeningen. beleidsmatig meest toelatingsbeleid o.b.v. relevante geconstateerde aandachtsstoffen. milieuproblemen. 2. Harde signalering 2. Zachte signalering 2. Vergelijking van probleemstoffen. van probleemstoffen. officiële KRW rapportage. Definitief rapport oktober 2008

17 Tabel 2-4: Achtergronden over de normen voor het grondwater in relatie met het Brede Screening rapport Drinkwaternorm KRW Toelatings criterium Wijze tot stand komen norm, beleidsdoel Geen risico s voor drinkwaterconsumptie. Algemeen vastgesteld op Overgenomen uit EU Richtlijn Drinkwater (0,1 µg/l). Via een uitgebreide getrapte risicobeoordeling obv: geen acute ecologische schade 0,1 µg/l. Juridische status Kwaliteit onttrokken water moet voldoen aan Waterleidingbesluit. Via EU Richtlijn Grondwater in NL vastgelegd in de AMVB Doelstellingen. Toelating van middelen is vastgelegd in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. Ontwikkelingen Geen. Mogelijk verdere differentiatie in normen. Middelen worden regelmatig herbeoordeeld. Relatie met rapport Brede Screening 1. Vergelijking met eerdere screeningen. 2. Harde signalering van probleemstoffen. Bijdrage aan SGBP KRW Maas. Aanbevelingen voor toelatingsbeleid o.b.v. geconstateerde milieuproblemen. 2.6 Rekenregels toetsing De rekenregels voor de toetsing zijn vermeld in Tabel 2-5. In de gerapporteerde getallen door TNO wordt een verschil gemaakt tussen de kleinst meetbare gehalte (detectiegrens) en de laagste gerapporteerde waarde (rapportagegrens). Vanwege de eenduidigheid wordt in dit rapport altijd de term detectielimiet gebruikt. Tabel 2-5: Rekenregels voor het bepalen van het toetsvoorschrift per norm Grondwater Oppervlaktewater Kader Toetsvoorschrift Rekenregel NW4 Maximum Drinkwaternorm Maximum Maximum van som Kleiner dan detectielimiet = 0 NW4 90-percentiel KRW prioritair Gemiddelde Maximum Kleiner dan detectielimiet = 0* Drinkwaternorm Maximum Maximum van som Kleiner dan detectielimiet = 0 Beoordeeld per afzonderlijke meting (bijvoorbeeld meting 18 april 2007) Algemeen CTGB Maximum * Dit is de rekenregel verwerkt in ibever mei Volgens het KRW protocol wordt kleiner dan de detectielimiet vervangen door 0,5 maal de detectielimiet. Drinkwatertoetsing Voor de toetsing aan de drinkwaternorm zijn zowel voor oppervlaktewater als grondwater de metingen lager dan de detectielimiet gelijk gesteld aan nul. Gehalten lager dan de detectielimiet kunnen dus niet tot een normoverschrijding leiden. Definitief rapport oktober 2008

18 Het totaal gesommeerde gehalte van alle bestrijdingsmiddelen bestaat dus alleen uit gehalten die hoger zijn dan de detectielimieten voor de betreffende parameters. Voor grondwater zijn alle stoffen getoetst aan de 0,1 ug/l norm. Ook stoffen die niet relevant zijn voor de drinkwaterbereiding, zoals AMPA en BAM, zijn aan deze norm getoetst. KRW toetsing oppervlaktewater Bij het aggregeren van gegevens moet een keus gemaakt worden hoe meetresultaten onder de rapportagegrens gebruikt worden. Mogelijkheden zijn: vervanging door de waarde van de detectielimiet zelf; vervanging door de waarde nul; vervanging door de helft van de detectielimiet. Het Nederlandse protocol (Werkgroep MIR, 2008) gaat uit van de laatste optie, overeenkomstig het Europees voorstel (EU QA/QC document). Echter in de versie van ibever die is gebruikt voor de toetsing in dit rapport was abusievelijk nog de tweede optie opgenomen. De officiële KRW toetsing is later uitgevoerd waarin de juiste versie van ibever is gebruikt. Daarom is in hoofdstuk 4 van dit rapport een vergelijking gemaakt met de officiële KRW toetsing van prioritaire stoffen. Er zijn per stof twee normen: een norm voor het gemiddelde en een norm voor het maximum (MAC). Aan beide normen is getoetst. KRW toetsing grondwater De KRW toetsing wordt uitgevoerd per afzonderlijk meetpunt. In ieder meetpunt wordt getoetst of: Een stof zich boven de individuele norm van 0,1 µg/l bevindt. Deze toets is uitgevoerd voor 149 verschillende stoffen. De som norm van alle 149 stoffen zich boven de 0,5 µg/l grens bevindt. Waarden kleiner dan de detectielimiet zijn gelijk aan nul gesteld, conform het Nederlandse protocol (RIVM, 2008) en het Europese protocol (EU 2007). De toetsing is uitgevoerd voor individuele bestrijdingsmiddelen en hun metabolieten (zoals BAM en AMPA). Indien een meetpunt voor een of beide toetsingen niet voldoet is de toestand in het meetpunt slecht. De meetpunten worden per diepte-interval (10 en 25 meter onder maaiveld) en per grondwaterlichaam geclusterd. Indien 20% van de meetpunten in slechte toestand is, is de toestand van het grondwaterlichaam slecht (RIVM, 2008). NW4 toetsing oppervlaktewater In het oppervlaktewater zijn gedurende het jaar meerdere monsters genomen en geanalyseerd. Per parameter is voor elk meetpunt de 90-percentielwaarde bepaald. Deze 90-percentielwaarden zijn aan de in paragraaf 2.5 vermelde normen getoetst. Definitief rapport oktober 2008

19 3 RESULATEN GRONDWATER 3.1 Beschikbare meetpunten Er zijn gegevens beschikbaar van 189 meetpunten in putten, peilbuizen of bronnen op verschillende dieptes (Tabel 3-1). Voor het overzicht is een onderverdeling gemaakt in vier klassen: ondiep grondwater tot maximaal 5 meter onder maaiveld (onderrand filter); middeldiep grondwater, globaal op 10 meter onder maaiveld; diep grondwater, globaal op 25 meter onder maaiveld grondwater uit bronnenmeetnet Zuid-Limburg. Het diepe grondwater is alleen in de provincie Limburg onderzocht, in een beperkte dataset van drie meetpunten. De Provincie Noord-Brabant verwachtte op voorhand weinig overschrijdingen en heeft de diepe metingen daarom (voorlopig) geheel buiten het meetprogramma gelaten. In Zuid Limburg zit het grondwater vaak erg diep onder maaiveld. Daarom wordt in deze regio gebruik gemaakt van uittredend grondwater aan de randen van de plateaus ( bron ). Van vier peilbuizen (drie van Provincie Limburg en één van de Provincie Noord-Brabant) is de naam en locatie onbekend. De resultaten worden verder wel in deze rapportage meegenomen. Tabel 3-1: Overzicht beschikbare meetpunten per organisatie en meetdiepte. Diepte Prov. Noord-Brabant Prov. Limburg Brabant Water WML Totaal 0-5 m-mv m-mv m-mv Bron Onbekend Totaal De meetdieptes zijn gecategoriseerd op basis van de diepte van de onderkant van het betreffende filter. 3.2 Correctie dataset voor anthraquinone en dinoterb De gefilterde monsters zijn voor wat betreft anthraquinone en dinoterb niet betrouwbaar (zie paragraaf 2.4). In totaal betreft het 72 grondwatermonsters (32 van de Provincie Limburg, 10 van de Provincie Noord-Brabant, 14 van de WML en 16 van Brabant Water). Deze gegevens zijn niet in de beoordeling gebruikt. In de overige niet gefilterde grondwatermonsters zijn geen overschrijdingen van de drinkwaternorm aangetroffen voor deze twee stoffen. In drie monsters werd anthraquinone aangetoond (hoogste concentratie 0,033 µg/l); in zes monsters werd dinoterb aangetoond (hoogste concentratie 0,06 µg/l). Definitief rapport oktober 2008

20 3.3 Aangetroffen stoffen boven de detectielimiet In totaal zijn afzonderlijke (en betrouwbare) metingen in het grondwater uitgevoerd. 1,3 % van deze metingen bevindt zich boven de detectielimiet (Tabel 3-2). Tabel 3-2: Aantal metingen boven de detectielimiet per organisatie Totaal aantal metingen Aantal boven detectielimiet % boven detectielimiet Provincie Limburg ,0% Provincie Noord-Brabant ,0% WML ,6% Brabant Water ,9% Totaal ,3% Van de in totaal 149 geanalyseerde stoffen zijn er 65 boven de detectielimiet (Figuur 3-1) aangetoond. 84 stoffen zijn dus nooit aangetoond in het grondwater. Er is een beperkt aantal stoffen dat relatief veel wordt aangetoond (Figuur 3-1 en Figuur 3-2). De nummer 1 (DEET) en nummer 3 (BAM) op de lijst zijn geen standaard bestrijdingsmiddelen. DEET is een insectenwerend middel; BAM is een humaan toxicologische niet relevante metaboliet (zie verder bijlage 2.4). Figuur 3-1: Aantal metingen (uit totaal 189) boven de detectielimiet voor alle 149 stoffen 60 Aantallen metingen boven detectielimiet Afzonderlijke stoffen uit het analysepakket in de Brede Screening Definitief rapport oktober 2008

21 Figuur 3-2: Aantal metingen (uit totaal 189) boven de detectielimiet voor de 10 meest gevonden stoffen (grafiek is detail van figuur 3.1) Aantal keer aangetoond boven detectiemiet DEET bentazon BAM atrazin O-fenylfenol diuron simazin metalaxyl mecoprop diflubenzuron Definitief rapport oktober 2008

22 3.4 Overschrijding van de drinkwaternorm Per stof Toetsing aan de drinkwaternorm (0,1 µg/l) geeft als resultaat dat 20 stoffen boven de norm zijn aangetroffen (Tabel 3-3). BAM en AMPA zijn humaan toxicologisch niet relevante stoffen en vallen formeel buiten de beoordeling. Deze stoffen zijn daarom ook niet in de Som beoordeling meegenomen. In dat geval blijven er 18 stoffen over. Van de overige 18 stoffen worden glufosinaat-ammonium en glyfosaat het meest aangetroffen boven de drinkwaternorm (6 keer ofwel in 3,2 % van de in totaal 189 meetpunten). Tabel 3-3: Aantal metingen boven de drinkwaternorm per stof (0,1 µg/l) en som-norm (0,5 µg/l) Provincie Stof Noord- Brabant Brabant Water Provincie Limburg WML Totaal 1,2-dichloorpropaan BAM # aclonifen ampa # atrazin bentazon bifenox DEET diuron ethofumesaat glufosinaat-ammonium glyfosaat kresoxim-methyl lenacil mecoprop metoxuron metribuzin o-fenylfenol simazin teflubenzuron triasulfuron TOTAAL (minus BAM en AMPA) Som-norm (0,5 µg/l) (excl. BAM en AMPA) # = BAM en AMPA zijn humaan toxicologisch niet relevante stoffen en vallen formeel buiten de beoordeling. Definitief rapport oktober 2008

23 Per diepteniveau De overschrijdingen ten opzichte van de normen zijn op twee manieren weergegeven. In Tabel 3-4 is de overschrijding van een afzonderlijke meting weergegeven; in Tabel 3-5 is dit gedaan per meetpunt. Bijvoorbeeld: er zijn 43 meetpunten beschikbaar in het ondiepe meetinterval. In deze 43 meetpunten wordt 12 keer een meting boven de drinkwaternorm aangetoond. Van de 43 meetpunten wordt in 9 meetpunten (21 %) een overschrijding gevonden. Dit betekent dat soms meerdere metingen (stoffen) een overschrijding in één meetput geven. Tabel 3-4: Aantal metingen waar de drinkwaternorm wordt overschreden Diepte Totaal aantal Overschrijding per individuele stof (0,1 µg/l) metingen Aantal Percentage van de metingen Ondiep % Middeldiep % Diep % Bron % Onbekend % Totaal % (NB: Een meting is een analyseresultaat voor een afzonderlijke stof op een meetpunt en een datum.) Tabel 3-5: Aantal en percentage van de meetpunten waar de drinkwaternorm wordt overschreden Aantal Aantal meetpunten met minimaal 1 stof boven de drinkwaternorm Aantal meetpunten waar de somnorm wordt overschreden Diepte Meet Percentage van Percentage van Punten Aantal de meetpunten Aantal de meetpunten Ondiep % 2 5% Middeldiep % 3 3% Diep % 0 0% Bron % 1 4% Onbekend 4 0 0% 0 0% Totaal % 6 3% Per meetpunt worden maximaal 3 verschillende stoffen (van de totaal 149 gemeten) stoffen boven de drinkwaternorm gevonden. De overschrijding per meetpunt is op kaart gepresenteerd in bijlage 3 tot en met 6. In het algemeen is moeilijk een algemene hypothese te geven over de verdeling in de diepte. Stoffen die goed afbreken of retarderen zullen in concentratie afnemen met de diepte. Maar aan de andere kant zorgen verlaging in doseringen, verbetering van toepassingstechnieken en verbod op najaarstoepassingen ervoor dat de concentraties van het ondiepe grondwater afnemen. Voor sommige stoffen zullen daarom juist lagere concentraties op geringe diepte worden gevonden. Het grootste percentage overschrijdingen wordt zowel voor de metingen als de meetpunten op het ondiepe niveau gevonden (Tabel 3-4 en Tabel 3-5). Definitief rapport oktober 2008

24 3.5 Overschrijding van de streefwaarde Voor 48 stoffen is een streefwaarde beschikbaar voor het grondwater (zie bijlage 2.2). Deze waarde is veelal strenger dan de detectielimiet. Voor deze stoffen is het dus mogelijk dat in werkelijkheid de norm wel wordt overschreden, terwijl dit niet kon worden aangetoond. Stoffen waarvoor dit het geval is zijn licht weergegeven in bijlage 2.2. Diuron en simazin overschrijden het meest frequent de streefwaarde (zie paragraaf 3.7). Tabel 3-6: Meetpunten en metingen boven de streefwaarden per diepte-interval Meetpunten boven streefwaarde Metingen boven de streefwaarde Diepte Percentage van Percentage van Aantal de meetpunten Aantal de metingen Ondiep 15 35% 24 0,38% Middeldiep 28 25% 39 0,23% Diep 1 14% 1 0,10% Bron 6 26% 12 0,35% Onbekend 2 5% 2 0,03% Totaal 52 28% 78 0,28% Tabel 3-7: Meetpunten en metingen boven de streefwaarden per waterbeheerder Meetpunten boven streefwaarde Metingen boven de streefwaarde Diepte Percentage van Percentage van Aantal de meetpunten Aantal de metingen Noord-Brabant 19 23% 32 0,27% Limburg 16 31% 26 0,35% Brabant Water 4 14% 7 0,17% WML 13 45% 13 0,30% Brabant Water + Noord- Brabant 23 21% 39 0,24% WML + Provincie Limburg 29 36% 39 0,33% Totaal 52 28% 78 0,28% In het bronnenmeetnet komen niet meer overschrijdingen voor van de streefwaarde ten opzichte van het ondiepe en diepe meetniveau in het zandgebied (Tabel 3-6). Echter in het bronnenmeetnet zijn met name ook diflubenzuron en o-fenylfenol aangetroffen, waarvoor geen streefwaarde beschikbaar is. Definitief rapport oktober 2008

25 3.6 Verschillen tussen Noord-Brabant en Limburg In Tabel 3-8 zijn de resultaten per meetnetbeheerder samengevat. Het valt op dat voor zowel de drinkwaternorm als de streefwaarde procentueel meer overschrijdingen in het Limburgse deel dan in het Brabantse deel worden gevonden. Dit geldt zowel voor de vergelijking tussen de provinciale meetnetten als de meetnetten van de waterbedrijven. Stoffen die relatief meer overschrijdingen geven in het Limburgse deel zijn AMPA, atrazin, bentazon, DEET, glufosinaat-ammonium, glyfosaat, kresoxim-methyl, en o-fenyl-fenol. Tabel 3-8: Samenvatting in de overschrijding van de drinkwaternorm en streefwaarde Waterbeheerder Overschrijding Drinkwaternorm per meetpunt Overschrijding Streefwaarde per meetpunt Aantal Percentage Aantal Percentage Noord-Brabant 13 16% 19 23% Limburg 20 39% 16 31% Brabant Water 4 14% 4 14% WML 9 31% 13 45% Totaal 46 24% 52 28% De regionale verschillen per regio en diepte zijn op kaart ook terug te zien in de bijlage figuren 3 tot en met 6. Hierin zijn kaarten opgenomen waarin de aantallen stoffen met een overschrijding van de verschillende normenkaders is weergegeven. In de figuren is de overschrijding (kleur van het bolletje) en het aantal stoffen met een overschrijding (grootte van het bolletje) met elkaar gecombineerd. Definitief rapport oktober 2008

26 3.7 Meest aangetroffen stoffen boven de drinkwaternorm en streefwaarde Hoogste gemeten concentraties De hoogste gemeten concentratie is gemeten voor 1,2-dichloorpropaan in de provincie Noord-Brabant (Tabel 3-9). De hoogste concentraties worden vooral op het middeldiepe niveau gemeten. Tabel 3-9: Top 10 met de hoogst gemeten concentraties Locatie Waterbeheerder Datum Stof Diepte Concentratie (ug/l) PNB_loc76_filter1 Noord-Brabant 18-okt-07 1,2-dichloorpropaan Middeldiep 1,89 PLI_loc33_filter1 Limburg 12-jul-07 DEET Middeldiep 1,48 PLI_loc29_filter1 Limburg 8-aug-07 BAM Middeldiep 1,22 PNB_loc34_filter1 Noord-Brabant 2-okt-07 BAM Middeldiep 1,14 PNB_loc45_filter1 Noord-Brabant 15-jan-08 BAM Middeldiep 1,11 PLI_loc35_filter1 Limburg 12-jul-07 DEET Middeldiep 1,03 PNB_loc2_filter1 Noord-Brabant 11-dec-07 BAM Middeldiep 0,93 WML_loc1_put1 WML 17-okt-07 glufosinaat-ammonium Ondiep 0,72 PLI_loc36_filter1 Limburg 11-jul-07 BAM Middeldiep 0,69 BW_loc10_put1 Brabant Water 1-okt-07 glyfosaat Ondiep 0,62 In Tabel 3-10 en Tabel 3-11 is een overzicht gegeven van de stoffen die het meest frequent zijn aangetroffen in het grondwater boven de drinkwaternorm en de streefwaarde. In bijlage 2.4 wordt nader ingegaan op de achtergronden van de meest aangetroffen stoffen. In bijlage 13 worden kaartjes van zeven afzonderlijke stoffen gepresenteerd. Tabel 3-10: Top 10 stoffen die het meest frequent de drinkwaternorm (0,1 µg/l) overschrijden Parameter Aantal overschrijdingen Percentage van de meetpunten glufosinaat-ammonium 6 3,2% glyfosaat 6 3,2% bentazon 4 2,1% o-fenyl-fenol 4 2,1% simazin 4 2,1% DEET (N,N-Diethyl-3-methylbenzamide) 3 1,6% 1,2-dichloorpropaan 3 1,6% atrazin 2 1,1% diuron 2 1,1% kresoxim-methyl 2 1,1% aclonifen 1 0,5% * BAM en AMPA zijn metabolieten die geen humaan toxicologische problemen geven. Deze stoffen zijn daarom niet in de Top-10 opgenomen. Definitief rapport oktober 2008

27 Tabel 3-11: Top 10 stoffen die het meest frequent de streefwaarde overschrijden Parameter Streefwaarde (µg/l) Aantal overschrijdingen Percentage van de meetpunten diuron % simazin % atrazin % chloorpyrifos % dinoterb % mecoprop % metolachloor % penconazool % thiabendazool % carbendazim % 3.8 Toetsing aan KRW-norm Beschikbare meetpunten per grondwaterlichaam De metingen uit de Brede Screening worden ook gebruikt voor het KRW stroomgebiedbeheersplan. Daarom is het aantal beschikbare meetpunten uit de Brede screening vergeleken met het opgegeven KRW meetprogramma (Tabel 3-12). Te zien is dat niet alle KRW meetpunten gebruikt zijn. In Tabel 3-12 wordt kort uitgelegd wat de reden van deze afwijking is. De beschikbare KRW meetpunten worden samengevat in Tabel In bijlage 1.4 is te zien welk Brede Screening meetpunt een KRW label heeft gekregen. Voor de grondwaterlichamen is gebruik gemaakt van de meest actuele kaart aangeleverd door het KRW-portaal van RWS Waterdienst (februari 2008). Op deze kaart komt bijvoorbeeld het vroegere grondwaterlichaam Klei-Maas niet meer voor. Voor de ligging van de KRW meetpunten is gebruik gemaakt van de dataset zoals die door het Ministerie van V&W is doorgegeven aan de Europese Unie (maart 2007). Op de kaart in bijlage 1.2 is te zien of het meetpunt van de Brede Screening ook deel uitmaakt van het KRW-meetnet. Als eis is gesteld dat de twee meetpunten (Brede Screening meetpunt en landelijk KRW databestand) maximaal 100 meter van elkaar verwijderd mogen liggen. De KRW-meetpunten binnen de Brede Screening maken alle onderdeel uit van het Landelijke of Provinciale Meetnet Grondwater van de provincies. Alle waarnemingsmeetputten van de waterbedrijven vallen buiten het KRW-meetnet. Voor het grondwaterlichaam Krijt-Maas is aangenomen dat alle 23 meetpunten in de bronnen ook tot het KRW-meetnet behoren. Definitief rapport oktober 2008

28 Tabel 3-12: Vergelijking tussen het aantal beschikbare meetpunten in de Brede Screening en het KRW grondwater meetnet Grondwaterlichaam Aantal meetpunten Aantal meetpunten Toelichting in landelijk KRW monitoring databestand in Brede Screening Duin-Maas 4 0 Geen gegevens aangeleverd uit Provincie Zuid-Holland. Klei-Maas 25 0 Grondwaterlichaam is komen te vervallen. Landelijk databestand is hier nog niet op aangepast. Zand Maas (97 = KRW) In Brede Screening zijn niet alle KRW meetpunten meegenomen. Slechts 3 meetpunten op 25 meter diepte zijn gekozen in Brede Screening. Zand-Maas Diep 0 0 Geen overschrijding verwacht. Data van waterbedrijven wordt gebruikt. Krijt-Maas (bodemvocht en bronnenmeetnet) (23 = KRW) Meetnet is nog in ontwikkeling. Bodemvochtmeetnet Mergelland is niet meegenomen in Brede Screening. Ondiep waarnemingsmeetnet BW en WML 0 58 Geen onderdeel van KRW meetnet, maar is wel aan Brede Screening toegevoegd. Pompputten Maas 71 0 Betreft metingen van het gezamenlijk ruw water per onttrekking. Deze gegevens zijn niet beschikbaar. Totaal Tabel 3-13: Samenvatting aantallen KRW meetpunten beschikbaar in de Brede Screening dataset Zand Maas Krijt Totaal 10m 25m Van drie grondwaterlichamen zijn geen meetpunten beschikbaar. Zout-Maas en Duin Maas liggen binnen de Provincie Zuid-Holland. Hier zijn geen gegevens voor aangeleverd in het kader van de brede screening. Binnen Zand Maas ligt een apart diep grondwaterlichaam. Binnen dit grondwaterlichaam liggen geen aparte diepe KRW grondwatermeetpunten. Ook metingen van de waterbedrijven ontbreken voor deze diepe winningen. Gezien de grote diepte van dit grondwaterlichaam en de goede bescherming van dit grondwaterlichaam worden op voorhand hier geen overschrijdingen verwacht. Dit kan echter niet gecontroleerd worden met metingen. Resultaten KRW toetsing Binnen de KRW geldt als eis een individuele norm van 0,1 µg/l en een som-norm van 0,5 µg/l. Per grondwaterlichaam mag niet meer dan 20% van de meetpunten de KRWnorm overschrijden. Deze afspraak is gedurende de uitvoering van dit project gemaakt en afgestemd met de andere Nederlandse stroomgebieden. De eis geldt voor alle bestrijdingsmiddelen en hun metabolieten. Definitief rapport oktober 2008

29 In totaal zijn er 17 verschillende stoffen (van in totaal 149 stoffen) waar de norm van 0,1 µg/l wordt overschreden in één of meer meetpunten van het grondwaterlichaam (Tabel 3-14). Voor drie stoffen (BAM, AMPA en O-fenylfenol) wordt in meer dan 20% van de meetpunten de 0,1 µg/l norm overschreden, in het grondwaterlichaam Zand Maas op 25 meter diepte. Er zijn echter maar drie meetpunten beschikbaar op deze diepte. Overschrijding van de norm in één meetpunt resulteert daarom al in een slechte toestand. Het resultaat is daarom weinig representatief. De som norm (< 0,5 µg/l voor alle stoffen) wordt niet overschreden. BAM geeft de meeste overschrijdingen van de KRW (drinkwater)norm. Deze overschrijdingen worden vooral in het Limburgse deel gevonden (bijlage 13). Tabel 3-14: Percentage KRW-meetpunten per grondwaterlichaam waar de KRW norm wordt overschreden Percentage overschrijding Stof (> 0,1 µg/l) Zand Maas 10m 25m Krijt Maas 1,2-dichloorpropaan 2.1% 0.0% 0.0% 2,6-dichloorbenzamide (BAM) 12.8% 66.7% 8.7% aclonifen 1.1% 0.0% 0.0% ampa 3.2% 33.3% 0.0% atrazin 0.0% 0.0% 8.7% bentazon 4.3% 0.0% 0.0% DEET 2.1% 0.0% 4.3% diuron 2.1% 0.0% 0.0% glufosinaat-ammonium 3.2% 0.0% 0.0% glyfosaat 2.1% 0.0% 13.0% kresoxim-methyl 1.1% 0.0% 0.0% lenacil 1.1% 0.0% 0.0% mecoprop 1.1% 0.0% 0.0% metribuzin 1.1% 0.0% 0.0% o-fenylfenol 2.1% 33.3% 0.0% simazin 2.1% 0.0% 0.0% teflubenzuron 1.1% 0.0% 0.0% SOM (> 0,5 µg/l) 18.1% 0.0% 4.3% 0.0% Niet aangetroffen 10.0% Kleiner dan 20% 33.0% Groter dan 20% Definitief rapport oktober 2008

30 4 RESULTATEN OPPERVLAKTEWATER 4.1 Beschikbare meetpunten en metingen In Tabel 4-1 is een overzicht opgenomen van het aantal meetpunten en metingen per waterbeheerder. In totaal zijn van 88 meetpunten oppervlaktewatergegevens beschikbaar. De meeste meetpunten liggen in het regionale watersysteem. Rijkswaterstaat/RIZA heeft vier meetpunten in de grotere wateren: twee in de Maas, één in de Nieuwe Waterweg en één in de Zuid-Willemsvaart. Het meetpunt in de Zuid-Willemsvaart wordt sterk beïnvloed door het regionale water van het stroomgebied van Waterschap Aa en Maas. Het aantal metingen is globaal gelijk aan het aantal meetpunten * 149 stoffen * 4 meetrondes. De volgende uitzonderingen gelden: Bij Waterschap Roer en Overmaas kon 1 monster uit de Vlootbeek niet worden genomen. Tijdens de bemonsteringsperiode in november 2007 was er ten gevolge van de aanleg van de A73 te weinig water in de Vlootbeek. Voor Waterschap Aa en Maas zijn geen metingen uitgevoerd voor AMPA, glyfosaat en glufosinaat-ammonium. De gefilterde monsters zijn onbetrouwbaar voor anthraquinone en dinoterb (zie paragraaf 2.4). Deze monsters zijn verwijderd uit de dataset. Het betreffen 2 monsters van Aa en Maas, 2 van Brabantse Delta, 4 van De Dommel en 10 van Rivierenland. Het aantal meetpunten van de Hollandse Delta is relatief hoog (27). Hier is gebruik gemaakt van alle beschikbare meetdata uit het meetprogramma van Hollandse Delta. Het meetprogramma (te analyseren stof en meetfrequentie) verschilt per meetpunt. In totaal is op maximaal 130 verschillende bestrijdingsmiddelen geanalyseerd (zie bijlage 2.1). In 25 meetpunten is voor meerdere stoffen uit het analysepakket op 4 tijdstippen een monster genomen. In de meetpunten LGGA9181 en LG9182 is alleen op ETU geanalyseerd (drie bemonsteringen). Voor deze twee meetpunten zijn in totaal dus maar zes metingen beschikbaar. Deze zijn niet als afzonderlijke bemonsteringen in Tabel 4-1 meegenomen; wel als afzonderlijke meting. Definitief rapport oktober 2008

31 Tabel 4-1: Overzicht aantallen meetpunten en metingen per organisatie Waterbeheerder Totaal aantal meetpunten Totaal aantal bemonsteringen Aantal metingen Aa & Maas Brabantse Delta De Dommel Evides Hollandse Delta Peel & Maasvallei Rivierenland Roer & Overmaas Rijkswaterstaat Totaal Stoffen boven detectielimiet Van alle geanalyseerde stoffen (inclusief het analysepakket van Hollandse Delta) zijn er 142 boven de detectielimiet (Figuur 4-1) aangetoond. Bij de in Figuur 4-1 opgenomen aantallen zijn alle 345 bemonsteringen per parameter apart beschouwd. In bijlage 12.2 is een gedetailleerd overzicht opgenomen van de aangetroffen stoffen per waterschap. In totaal wordt van alle uitgevoerde analyses in 16 % van de gevallen de detectielimiet overschreden (Tabel 4-2). Dit leidt uiteraard niet in alle gevallen tot een overschrijding van een norm. Tabel 4-2: Aantal metingen boven de detectielimiet Totaal aantal metingen Metingen boven detectielimiet Percentage boven detectielimiet (%) WS Aa en Maas % WS Brabantse delta % WS De Dommel % Evides % WS Hollandse Delta % WS Peel en Maasvallei % WS Rivierenland % WS Roer en Overmaas % Rijkswaterstaat % Totaal % Er is een beperkt aantal stoffen dat relatief veel wordt aangetoond. De 20 meest aangetroffen stoffen zijn apart weergeven in Figuur 4-2. De meeste van de in Figuur 4-2 genoemde tien stoffen geven ook regelmatig normoverschrijdingen in het oppervlaktewater. Mecoprop wordt het meeste aangetoond boven de detectielimiet. De vijf stoffen die het meest worden aangetoond zijn ook relatief vaak gemeten in de Hollandse Delta. De hoge score is hier dus deels uit te verklaren. Definitief rapport oktober 2008

32 Penconazool en anthraquinone (nummer 8 en 9 op de lijst) zijn niet bij Hollandse Delta opgenomen in het analysepakket. De mate van overschrijding van de detectielimiet wordt voor deze stoffen dus mogelijk onderschat. Figuur 4-1: Aantallen metingen (uit totaal 345) boven de detectielimiet 350 aantallen metingen > det.limiet per parameter Afzonderlijke stoffen uit het analysepakket in de Brede Screening Figuur 4-2: Twintig stoffen met hoogste aantallen metingen boven detectielimiet (deze figuur is een detail van figuur 4-1) aantallen metingen > detectielimiet mecoprop (MCPP) bentazon diuron MCPA isoproturon AMPA DEET penconazool anthraquinone simazin carbendazim terbutylazin atrazin metolachloor metamitron fluroxypyr Lenacil chloridazon imidacloprid glyfosaat Definitief rapport oktober 2008

33 4.3 Overschrijding van de norm De streefwaarde is het meest streng: 8,7% van de analyses ligt boven de streefwaarde. In Tabel 4-3 is een overzicht opgenomen van het aantal meetpunten met minimaal één overschrijding van de gegeven norm per meetpunt. In Tabel 4-4 wordt een onderscheid gemaakt in de afzonderlijke metingen die de betreffende norm overschrijden. Niet voor alle stoffen is een norm aanwezig (bijvoorbeeld maar voor negen KRW stoffen is een norm beschikbaar). De stoffen die niet getoetst kunnen worden staan in de kolom geen norm. Voor sommige stoffen is de norm (met name ad-hoc MTR of de streefwaarde) lager dan de detectielimiet. Voor deze stoffen is het dus mogelijk dat in werkelijkheid de norm wel wordt overschreden, terwijl dit niet kon worden aangetoond ( niet toetsbaar ). Stoffen waarvoor dit het geval is, zijn licht weergegeven in bijlage 2.2. Tabel 4-3: Aantal meetpunten waarin een wettelijke norm wordt overschreden op basis van alle beschikbare metingen Beleidskader Norm < norm 1-2x norm 2-5 x norm > 5x norm Totaal 4e nota MTR waterhuishouding Streefwaarde Kaderrichtlijn AA water MAC Drinkwater Drinkwater norm Toelating Toelatingscriterium Tabel 4-4: Aantal metingen (en percentage) waarin een (wettelijke) norm wordt overschreden Beleidskader 4e nota waterhuishouding Kaderrichtlijn water Drinkwater Toelating Normniveau MTR Streefwaarde AA0 MAC drinkwaternorm Toelatingscriterium Geen norm < norm 1-2x norm 2-5 x norm > 5x norm (68 %) (31%) (0 %) (0 %) (0 %) (7 %) (90 %) (0 %) (0 %) (3 %) (95 %) (5 %) (0 %) (0 %) (0 %) (95 %) (5 %) (0 %) (0 %) (0 %) (0 %) (97 %) (1 %) (1 %) (1 %) (33 %) (66 %) (0 %) (0 %) (0 %) Uit Tabel 4-3 blijkt dat de streefwaarde en drinkwaardenorm het meeste worden overschreden per meetpunt. Overschrijding van de KRW normen vindt het minst plaats per meetpunt. Definitief rapport oktober 2008

34 4.4 Overschrijding per beheersgebied In Figuur 4-3 tot en met Figuur 4-8 wordt het percentage overschrijdingen van de verschillende normen per beheersgebied gepresenteerd. Bij de interpretatie van de figuren moet rekening worden gehouden met het feit dat het aantal beschikbare metingen per waterschap verschilt. Dit aantal is vermeld op x-as per waterschap. De achterliggende getallen zijn in tabelvorm opgenomen in bijlage Figuur 4-3: Percentage meetpunten waar het MTR wordt overschreden per beheergebied 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% > 5x MTR 2-5 x MTR 1-2x MTR < MTR 20% 10% 0% Aa en Maas (14) Brabantse Delta (12) Dommel (14) Evides (2) Hollandse Delta (27) Peel en Maasvallei (6) Rivierenland (5) Roer en Overmaas (4) RWS (4) Figuur 4-4: Percentage meetpunten waar het ad-hoc MTR wordt overschreden per beheergebied 100% 90% 80% 70% 60% > 5x adhoc MTR 2-5 x adhoc MTR 50% 40% 30% 20% 10% 1-2x adhoc MTR < ad-hoc MTR 0% Aa en Maas (14) Brabantse Delta (12) Dommel (14) Evides (2) Hollandse Delta (27) Peel en Maasvallei (6) Rivierenland (5) Roer en Overmaas (4) RWS (4) Definitief rapport oktober 2008

35 Figuur 4-5: Percentage meetpunten waar de drinkwaternorm wordt overschreden per beheergebied 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% > 5x drinkwater norm 2-5 x drinkwater norm 1-2x drinkwater norm < drinkwater norm 10% 0% Aa en Maas (14) Brabantse Delta (12) Dommel (14) Evides (2) Hollandse Delta (27) Peel en Maasvallei (6) Rivierenland (5) Roer en Overmaas (4) RWS (4) Figuur 4-6: Percentage meetpunten waar het Cbtg toelatingscriterium wordt overschreden per beheergebied 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% > 5x CBTG 2-5 x CBTG 1-2x CBTG < CBTG 20% 10% 0% Aa en Maas (14) Brabantse Delta (12) Dommel (14) Evides (2) Hollandse Delta (27) Peel en Maasvallei (6) Rivierenland (5) Roer en Overmaas (4) RWS (4) Definitief rapport oktober 2008

36 Figuur 4-7: Percentage meetpunten waar de KRW-MAC-waarde wordt overschreden per beheergebied 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% > 5x MAC 2-5 x MAC 1-2x MAC < MAC 20% 10% 0% Aa en Maas (14) Brabantse Delta (12) Dommel (14) Evides (2) Hollandse Delta (27) Peel en Maasvallei (6) Rivierenland (5) Roer en Overmaas (4) RWS (4) Figuur 4-8: Percentage meetpunten waar de KRW-AA0 wordt overschreden per beheergebied 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% > 5x AA0 2-5 x AA0 1-2x AA0 < AA0 20% 10% 0% Aa en Maas (14) Brabantse Delta (12) Dommel (14) Evides (2) Hollandse Delta (27) Peel en Maasvallei (6) Rivierenland (5) Roer en Overmaas (4) RWS (4) Uit de bovenstaande staafdiagrammen blijkt dat overschrijding van de verschillende normen relatief veel voorkomt bij de waterschappen Brabantse Delta, Peel & Maasvallei en Roer & Overmaas. De 4 meetpunten van de Roer en Overmaas geven ook relatief veel overschrijdingen van de KRW-normen. Bij Waterschap Hollandse Delta valt op dat het MTR en het toelatingscriterium relatief weinig worden overschreden; echter er zijn wel relatief veel overschrijdingen van de Ad-hoc MTR s. In de rijkswateren (metingen Evides, RWS) zijn relatief weinig overschrijdingen van de verschillende normen. Definitief rapport oktober 2008

37 4.5 Top-10 stoffen per waternorm KRW-prioritaire stoffen Er zijn 9 KRW prioritaire stoffen in het analysepakket van de brede screening opgenomen (Tabel 2-2). Van deze stoffen worden er vijf boven de KRW-normen aangetoond (Tabel 4-5). De overige vier (alachloor, atrazin, isoproturon en simazin) zijn niet boven de KRW-norm aangetoond. Alachloor is nooit toegelaten geweest in Nederland en is in de Brede Screening ook nergens aangetoond. Het volgende valt per stof op: Alachloor is nooit aangetoond. Atrazin wordt breed aangetroffen bij alle waterschappen. De 9 hoogste concentraties liggen echter allemaal vlak langs de grens met België. Dit zijn meetpunten in de Jeker (drie metingen) en de Geul in Zuid Limburg en de Boven Mark (twee metingen) en de Tongelreep in Noord-Brabant. Chloorfenvinfos wordt vooral in Waterschap Peel en Maasvallei aangetoond (4 van de 8 metingen) met tevens de hoogste concentraties (maximaal 0,49 µg/l in de Rijnbeek). Chloorpyrifos komt in de hoogste concentraties voor in de Maas (meetpunten RWS en Evides); daarnaast komt de stof relatief veel voor bij Waterschap De Dommel. Diuron komt bij alle waterschappen voor. De 7 hoogste concentraties worden alle gemeten in meetpunten langs de grens met België. Dit zijn de Jeker (twee metingen), de Geul en Thornerbeek in Limburg en de Boven Mark (twee metingen) en de Molenbeek (Brabantse Delta) in Noord-Brabant. Endosulfan is slechts vier keer aangetroffen. Dit leidt in alle gevallen tot een overschrijding van de KRW-MAC waarde. Het betreft drie meetpunten van Roer en Overmaas (Geleenbeek, Jeker en Vlootbeek) en één meetpunt van Brabantse Delta (Lange Water). Gezien de eenmalige pieken duiden deze overschrijdingen op illegaal gebruik. Lindaan is slechts één keer aangetoond boven de detectielimiet in een duidelijk verhoogde concentratie: (0,49 µg/l op 20-nov-07 in de Geleenbeek). Dit duidt op illegaal gebruik. Isoproturon wordt breed aangetroffen, maar het meest veelvuldig en in de hoogste concentraties bij Waterschap Hollandse Delta. Simazin komt bij alle waterschappen voor. Ook hier komen de hoogste concentraties voor langs de grensstreek zoals in de Jeker en Thornerbeek (Limburg) en de Boven Dommel, Tongelreep en Boven Mark in Noord-Brabant. De resultaten van de 88 meetpunten uit de Brede Screening zijn vergeleken met de officiële KRW toetsing in het Maasstroomgebied. De twee toetsingen zijn voor ongeveer dezelfde meetpunten uitgevoerd. Echter in de officiële KRW toetsing zijn meer metingen beschikbaar (12 per jaar in plaats van 4 in de Brede Screening) en is het jaargemiddelde getoetst op de AA0.5 in plaats van de AA0. Uit de vergelijking is te concluderen dat globaal dezelfde stoffen naar voren komen met overschrijding van de KRW-normen. Alleen isoproturon heeft duidelijk meer overschrijdingen in de officiële KRW toetsing. Op basis van een snelle beoordeling van de hoogte van de concentraties is onze verwachting dat de keuze van een AA0.5 of een AA0 weinig verschil in mate van overschrijding geeft. Definitief rapport oktober 2008

38 Tabel 4-5: Overschrijding van KRW-normen voor de 9 prioritaire stoffen in vergelijking met de officiële KRW toetsing Aantal keer boven KRW prioritaire stof detectielimiet aangetoond in Brede Screening Aantal meetpunten met overschrijding jaargemiddelde Aantal meetpunten met overschrijding maximum waarde (MAC) AA0.5 in AA0 in Brede officiële KRW Brede Officiële KRW Screening rapportage Screening rapportage alachloor atrazin chloorfenvinfos chloorpyrifos diuron endosulfan (alfa) lindaan isoproturon simazin Lindaan = gamma-hexachloorcyclohexaan. Hoogste gemeten concentraties De hoogste gemeten concentraties komen voor bij Waterschap Peel en Maasvallei (Tabel 4-6). Dit is opvallend omdat deze waterlopen niet specifiek worden beïnvloed door RWZI, grensoverschrijdende aanvoer of stedelijk gebied. De hoge concentraties bij Hollandse Delta zijn verklaarbaar omdat hier vaak in de haarvaten van het watersysteem wordt gemeten. Tabel 4-6: Top 10 met de hoogst gemeten concentraties Locatie Waterschap Datum Stof Concentratie (ug/l) PM_loc2_t2 Peel en Maasvallei 25-jun-07 isoxaflutool 57,9 PM_loc4_t4 Peel en Maasvallei 19-nov-07 DEET 25,7 PM_loc4_t2 Peel en Maasvallei 25-jun-07 DEET 25,4 PM_loc2_t3 Peel en Maasvallei 11-sep-07 glyfosaat 7,1 LGGA5102 Hollandse Delta 21-mei-07 metribuzin 5,8 DO_loc14_t1 De Dommel 8-mei-07 AMPA 5,5 LGGA5102 Hollandse Delta 01-jan-07 metribuzin 4,8 LGGA5102 Hollandse Delta 03-sep-07 atrazin 4,8 LGGA5104 Hollandse Delta 17-jul-07 carbendazim 4,7 DO_loc14_t4 De Dommel 29-okt-07 AMPA 4,5 MTR en drinkwaternorm In Tabel 4.7, Tabel 4-8 en Tabel 4-9 worden de stoffen gepresenteerd die het meest het MTR, het ad-hoc MTR en de drinkwaternorm overschrijden. Voor het MTR en de drinkwaternorm is voor een Top 10 gekozen. Vanwege de grote variëteit in stoffen is voor het Ad-hoc MTR gekozen voor een Top 12. De verdeling per waterschap is gepresenteerd in de volgende paragraaf. Definitief rapport oktober 2008

39 Tabel 4-7: Top 10 stoffen die het meest frequent het MTR overschrijden Stof MTR (μg/l) Aantal metingen propoxur # 0,01 16 metolachloor 0,2 10 simazin # 0,14 10 diuron # 0,43 9 linuron 0,25 5 chloorpyrifos 0,003 4 dichloorvos 0, pirimicarb 0,09 3 isoproturon 0,32 2 chloorfenvinfos 0,002 1 # = niet meer toegelaten in 2007 in agrarische toepassingen. De vier stoffen die het meest het MTR overschrijden zijn alle (deels) verboden. Propoxur is alleen nog toegestaan als biocide tegen vlooien bij honden en katten. Metolachloor is alleen nog toegestaan in de vorm van metolachloor-s. In het laboratorium kon niet het onderscheid gemaakt worden tussen de twee verschillende vormen. Simazin en diuron zijn al lange tijd verboden in Nederland. De overschrijdingen zijn deels te verklaren uit de grensoverschrijdende aanvoer uit België. Tabel 4-8: Top 12 stoffen die het meest frequent het Ad-hoc MTR overschrijden Stof Ad-hoc MTR (μg/l) Aantal metingen imidacloprid 0, kresoxim-methyl 0, metribuzin iprodion 0,5 9 dichlofluanide 0,03 5 monolinuron # 0,001 2 dithianon 0,4 2 diflubenzuron 0,004 2 penconazool 1,7 1 methiocarb 0,016 1 lambda-cyhalothrin 0, desmedifam 1,0 1 # = niet meer toegelaten in 2007 in agrarische toepassingen. Imidacloprid overschrijdt het meest frequent het Ad-hoc MTR. In het najaar van 2008 wordt het ad-hoc MTR omgezet in een veel minder strenge MTR. De verwachting is dat het aantal overschrijdingen dan veel minder groot zal zijn. Definitief rapport oktober 2008

40 Tabel 4-9: Top 10 stoffen die het meest frequent de drinkwaternorm (0,1 µg/l) overschrijden Stof Aantal metingen MCPA 54 bentazon 42 diuron # 42 metolachloor 25 linuron 23 terbutylazine 22 simazin # 19 2,4-dinitrofenol 16 oxamyl 15 metoxuron 11 MCPA, bentazon en diuron overschrijden het meeste de drinkwaternorm. MCPA en bentazon zijn al opgenomen als aandachtstof in het project Schone Bronnen. 4.6 Probleemstoffen per waterbeheerder De 10 stoffen die het meest boven het MTR, ad-hoc MTR en drinkwaternorm worden aangetroffen verschillen per waterbeheerder (Figuur 4-9, Figuur 4-10 en Figuur 4-11). Bij de interpretatie van de figuren moet rekening worden gehouden met het feit dat het aantal beschikbare metingen per waterschap verschilt. Dit aantal is vermeld op x-as per waterschap. Bij WS Aa en Maas is propoxur het meeste boven het MTR aangetoond, bij WS De Dommel simazin en bij WS Peel en Maasvallei pirimicarb. Ten opzichte van de drinkwaternormen geeft bentazon de meeste overschrijdingen in WS Hollandse Delta. Voor de ad-hoc MTR s is er nog een grotere variatie per waterschap. Daarom hebben we hier voor een Top-12 gekozen. De verschillen in aangetroffen stoffen zijn deels te verklaren uit verschillen in meetstrategie en gewasgebruik in het beheersgebied. Hoofdstuk 6 gaat hier nader op in. Figuur 4-9: Aantal overschrijdingen van het MTR voor de Top-10 stoffen per waterbeheerder 25 simazin propoxur aantal overschrijdingen MTR pirimicarb metolachloor linuron isoproturon diuron dichloorvos chloorpyrifos chloorfenvinfos 0 Aa en Maas (14) Brabantse Delta (12) De Dommel (14) Hollandse Delta (27) Peel en Maasvallei (6) RIZA/RWS (4) Rivierenland (5) Roer en Overmaas (4) Evides (2) Definitief rapport oktober 2008

41 Figuur 4-10: Aantal overschrijdingen van het ad-hoc MTR voor de Top-12 stoffen per waterbeheerder aantal overschrijdingen ad hoc MTR penconazool monolinuron metribuzin methiocarb lambda-cyhalothrin kresoxim-methyl iprodion imidacloprid dithianon diflubenzuron 0 Aa en Maas (14) Brabantse Delta (12) De Dommel (14) Hollandse Delta (27) Peel en Maasvallei (6) RWS (4) Rivierenland (5) Roer en Overmaas (4) Evides (2) dichlofluanide desmedifam Figuur 4-11: Aantal overschrijdingen van de drinkwaternorm voor de Top-10 stoffen per waterbeheerder 80 aantal overschrijdingen dw-norm metoxuron oxamyl 2,4-dinitrofenol simazin terbutylazine linuron metolachloor 0 Aa en Maas (14) Brabantse Delta (12) De Dommel (14) Hollandse Delta (27) Peel en Maasvallei (6) RWS (4) Rivierenland (5) Roer en Overmaas (4) Evides (2) diuron bentazon MCPA Definitief rapport oktober 2008

42 4.7 Geografisch beeld verontreinigingen In bijlage 7 tot en met 11 zijn kaarten opgenomen waarin de mate van overschrijding van de verschillende normen is weergegeven. In de figuren is de overschrijding (kleur van het bolletje) en het aantal stoffen met een overschrijding (grootte van het bolletje) met elkaar gecombineerd. In bijlage 12.3 worden kaartjes van 11 afzonderlijke stoffen gepresenteerd met de maximaal gemeten concentraties. De streefwaarde is dermate laag dat deze in bijna alle meetpunten wordt overschreden (bijlage 7). Alleen in waterschap Hollandse Delta, Rivierenland en Aa en Maas en het spaarbekken van Evides komen nog enkele meetpunten voor waar de streefwaarde niet wordt overschreden. Overschrijding van het MTR (bijlage 8.1) vindt voor de meeste stoffen plaats in de meetpunten in de Jeker (WS Roer en Overmaas) met 6 verschillende stoffen, de monding van de Thornerbeek (WS Peel en Maasvallei) en de Boven Mark (WS Brabantse Delta) met beide 4 verschillende stoffen. Overschrijdingen worden relatief meer in de grensoverschrijdende beken aangetoond. Overschrijding van het ad-hoc MTR (bijlage 8.2) vindt voor 7 verschillende stoffen plaats in de Jeker (WS Roer en Overmaas). In de Aa (AM_loc5 in Waterschap Aa en Maas) wordt voor 4 verschillende stoffen een overschrijding aangetoond. Voor alle andere meetpunten wordt voor drie of minder stoffen het ad-hoc MTR overschreden. Relatief veel overschrijdingen zitten binnen Waterschap Hollandse Delta en het grensgebied tussen Waterschap Aa en Maas en de Dommel. Overschrijding van de KRW-norm voor het jaargemiddelde (bijlage 9.1) wordt bijna altijd veroorzaakt door een overschrijding van de waarde voor diuron. Dit vindt vooral plaats door grensoverschrijdende aanvoer in Zuid-Limburg, en met name het oostelijk deel van Noord-Brabant. Overschrijding van de KRW-norm voor de maximum waarde (bijlage 9.2) vindt plaats in Limburg en Hollandse Delta. In Noord-Brabant wordt slechts één overschrijding gevonden. De drinkwaternorm wordt in alle beheergebieden veel overschreden (bijlage 10). Het achterliggende ruimtelijk patroon van de individuele overschrijdingen is gelijk aan het patroon van de overschrijding van de somnorm. Dit onderscheid is niet zichtbaar op de kaarten gemaakt. Het toelatingscriterium wordt in de meeste meetpunten overschreden (bijlage 11). Alleen in Waterschap Hollandse Delta is dit niet het geval. Definitief rapport oktober 2008

43 5 HERKOMST EN TRENDS IN HET GRONDWATER 5.1 Probleemstoffen voor zowel het grondwater als oppervlaktewater Er zijn vier stoffen die zowel in het oppervlaktewater als het grondwater regelmatig tot overschrijdingen van de normen leiden: simazin; diuron; bentazon; glyfosaat. Uitgezonderd diuron gaat het hierbij om stoffen die vooral een probleemstof zijn in het grond- en oppervlaktewater vanwege drinkwaternormoverschrijdingen. De stoffen simazin, diuron en dinoterb zijn sinds eind jaren negentig niet meer toegelaten in Nederland. In België zijn ze pas later verboden. Uit de resultaten van de screening van 2007, 2003 en 2000 blijkt dat het intrekken van de toelating tot een duidelijk waarneembare daling van de overschrijdingen in het oppervlaktewater heeft geleid. Voor diuron heeft het verbod ook in het grondwater tot een duidelijke daling van de drinkwaternormoverschrijdingen geleid (zie tabel 5.1). Voor simazin zijn het aantal overschrijdingen in grondwater echter (vrijwel) gelijk gebleven. Het aantal drinkwaternormoverschrijdingen van simazin was echter in 2003 al vrij laag (2%). 5.2 Trends in de tijd In 2003 werden 23 stoffen boven de detectielimiet aangetoond. In 2007 is dat bijna drie keer zoveel: 65 stoffen. Dit is deels te verklaren uit de uitbreiding van het analysepakket. Bijvoorbeeld anthraquinone, dinoterb en O-fenylfenol waren in het analysepakket van 2003 nog niet opgenomen. Maar in 2007 zijn ook stoffen aangetoond, die in 2003 wel waren opgenomen in het analysepakket, maar toen niet zijn aangetroffen. Voorbeelden zijn diflubenzuron (8 keer aangetoond), AMPA (7), glyfosaat (6), penconazool (6), chloorpyrifos (5) en kresoxim-methyl (5). In Tabel 5-1 wordt een vergelijking gemaakt van de stoffen die zowel in 2003 en 2007 het meeste werden aangetoond. In deze tabel is te zien dat DEET relatief meer wordt aangetoond; bentazon en diuron minder vaak. Definitief rapport oktober 2008

44 Tabel 5-1: Vergelijking van het aantal keer dat een stof is aangetoond in 2003 en 2007 in het grondwater Boven detectielimiet Boven drinkwaternorm DEET 5% 31% 0% 2% bentazon 33% 20% 2% 2% BAM 20% 20% 10% 13% atrazin # 5% 11% 1% 1% o-fenylfenol Nb 11% Nb 2% diuron # 7% 8% 8% 1% simazin # 5% 8% 2% 2% metalaxyl 3% 6% 2% 0% mecoprop (MCPP) 6% 6% 6% 1% Nb = niet bepaald. # = niet toegelaten in 2007 als agrarische toepassing. 5.3 Relatie tussen het voorkomen van stoffen in het grondwater en de homogene gebiedstypes Voor een analyse van de stoffen die in het grondwater voorkomen wordt gebruik gemaakt van de indeling in homogene gebiedstypes. Dit is een indeling die rekening houdt met het grondgebruik (landbouw, natuur of stad) en de hydrologie (kwel en stad). De meeste meetpunten uit de provinciale meetnetten grondwaterkwaliteit van de Provincie Limburg en Noord-Brabant zijn ingedeeld, waarbij aan elk meetpunt een gebiedstype is toegekend: landbouw-droog (46 meetpunten beschikbaar voor de Brede screening); landbouw-nat (20 meetpunten beschikbaar voor de Brede screening); kwel (10 meetpunten beschikbaar voor de Brede screening); natuurgebieden (13 meetpunten beschikbaar voor de Brede screening); stad (6 meetpunten beschikbaar voor de Brede screening). Een gedetailleerd overzicht per meetpunt is in bijlage 1.4 te vinden. Er is geen onderscheid in diepte gemaakt. De meeste meetpunten liggen op een diepte van 10 meter onder maaiveld. De landbouw-droog gebieden zijn de hoger gelegen landbouwgebieden op zandgrond waar verontreinigingen naar de diepte kunnen infiltreren. Het grondwater in deze gebieden loopt dus meer risico dan het grondwater in de lager gelegen landbouw-nat gebieden die langs de beekdalen en op de kleigronden liggen. De kwelgebieden en natuurgebieden lopen (theoretisch) nog minder risico. Definitief rapport oktober 2008

45 Figuur 5-1: Relatie overschrijdingen drinkwaternorm in het grondwater per homogeen gebiedstype landbouw -droog (46) 70 landbouw -nat (20) % overschrijdingen dw-norm kw el (10) natuur (13) stad (6) 10 0 BAM AMPA atrazin bentazon diuron glyfosaat simazin In Figuur 5-1 is voor negen veel aangetroffen stoffen het percentage overschrijding per homogeen gebiedstype uitgedrukt. In deze grafiek is te zien dat: In stedelijk gebied (met een beperkte dataset van 6 meetpunten) relatief de meeste overschrijdingen voorkomen. Dit geldt voor de metabolieten BAM (van dichlobenil) en AMPA (van glyfosaat) afkomstig van gebruik van bestrijdingsmiddelen op verhardingen. Zowel in de landbouw-droog en landbouw-nat gebieden overschrijdingen van verschillende stoffen gevonden worden. De parameter BAM komt juist in natte landbouwgebieden (landbouw-nat) vaker verhoogd voor. In kwelgebieden bentazon wordt gevonden. In natuurgebieden BAM wordt gevonden. 5.4 Aangetroffen stoffen in grondwater waarnemingspunten van de waterbedrijven Brabant Water Het meetnet van Brabant Water ligt in 14 verschillende grondwaterbeschermingsgebieden. Het betreffen de meest kwetsbare freatische winningen. In elke gebied liggen twee verschillende waarnemingsmeetpunten. De waarnemingsmeetpunten staan enkele meters onder maaiveld, zodat de meest recente emissies naar het grondwater kunnen worden waargenomen. In totaal zijn dit dus 28 meetpunten. Van de totaal 149 stoffen zijn er 21 boven de detectielimiet aangetoond. In 5 van de 14 grondwaterbeschermingsgebieden, en 6 van de 28 waarnemingspunten, zijn bestrijdingsmiddelen boven de drinkwaternorm (0,1 µg/l) aangetoond. Het betreft zes verschillende stoffen: glyfosaat, AMPA, 2,6-dichloorbenzamide (BAM), ethofumesaat, metoxuron en triasulfuron. Glyfosaat komt in de hoogste concentratie voor (0,615 µg/l in het grondwaterbeschermingsgebied van Nuland). Definitief rapport oktober 2008

46 Ethofumesaat, metoxuron en triasulfuron zijn alleen binnen het grondwaterbeschermingsgebied van Vierlingsbeek aangetoond. Per grondwaterbeschermingsgebied zijn nooit meer dan twee verschillende stoffen boven de 0,1 µg/l grens aangetoond. WML Het meetnet van WML ligt in 12 verschillende grondwaterbeschermingsgebieden. Het betreft de meest kwetsbare freatische winningen. Per gebied liggen één tot vier verschillende waarnemingsmeetpunten. In enkele putten zijn op meerdere diepten in het freatisch grondwater monsters genomen. De waarnemingsmeetpunten staan enkele meters onder maaiveld, zodat de meest recente emissies naar het grondwater kunnen worden waargenomen. In totaal zijn er 29 verschillende meetpunten. Van de totaal 149 stoffen zijn er 26 boven de detectielimiet aangetoond. In 6 van de 12 grondwaterbeschermingsgebieden, en 9 van de 29 waarnemingspunten, zijn bestrijdingsmiddelen boven de drinkwaternorm (0,1 µg/l) aangetoond. Het betreffen 8 verschillende stoffen: simazin, 2,6-dichloorbenzamide (BAM), glufosinaat-ammonium, bifenox, kresoxim-methyl, o-fenylfenol, 1,2-dichloorpropaan en AMPA. Glufosinaatammonium komt in de hoogste concentratie voor (0,724 µg/l in het grondwaterbeschermingsgebied van Beegem). BAM komt het meeste voor: in 5 verschillende waarnemingspunten. Bifenox, kresoxim-methyl, o-fenylfenol, 1,2- dichloorpropaan en AMPA zijn alle vijf slechts één keer boven de 0,1 µg/l norm aangetoond. In grondwaterbeschermingsgebied Beegem zijn de meeste verschillende stoffen aangetoond: 2,6-dichloorbenzamide (BAM), glufosinaat-ammonium en AMPA. Bij de boven beschreven analyse zijn de overschrijdingen voor de humaan toxicologisch niet relevante stoffen zoals BAM en AMPA meegenomen. In Tabel 5-2 en Tabel 5-3 worden de verschillende beoordelingen samengevat zowel rekening houdend met als zonder BAM en AMPA. Tabel 5-2: Samenvatting van overschrijdingen boven de 0,1 µg/l norm inclusief humaan toxicologisch niet relevante metabolieten (BAM en AMPA) in de grondwaterbeschermingsgebieden Brabant Water WML Totaal aanwezig Boven 0,1 µg/l Totaal aanwezig Boven 0,1 µg/l Grondwater beschermingsgebieden Waarnemingspunten Stoffen Tabel 5-3: Samenvatting van overschrijdingen boven de 0,1 µg/l norm exclusief humaan toxicologisch niet relevante metabolieten (BAM en AMPA) in de grondwaterbeschermingsgebieden Brabant Water WML Totaal aanwezig Boven 0,1 µg/l Totaal aanwezig Boven 0,1 µg/l Grondwater beschermingsgebieden Waarnemingspunten Stoffen Definitief rapport oktober 2008

47 Verboden stoffen De meetpunten staan in het bovenste en dus jonge grondwater. In deze meetpunten zouden eigenlijk geen verboden stoffen aangetroffen mogen worden. Dit is wel het geval, zij het in beperkte mate, voor simazin. 5.5 Trendanalyse van zuiveringsinspanning in onttrokken grondwater Algemeen Volgens artikel 7.3 van de KRW mag de zuiveringsinspanning ten behoeve van de drinkwaterbereiding niet toenemen. Hoe dit criterium getoetst dient te worden is binnen de KRW niet uitgewerkt. Een manier om deze beoordeling uit te voeren is een beoordeling van alle aangetroffen bestrijdingsmiddelen in het onttrokken water (het ruw water ). Hiervoor zijn door Brabant Water en WML analysegegevens aangeleverd van verschillende pompputten in de periode De frequentie van meten per meetlocatie, pompput en jaar verschilt echter sterk. De totaal gemeten concentratie wordt dan meer beïnvloed door het totaal uitgevoerde metingen dan door de werkelijk aanwezige stoffen in het onttrokken water. Daarom is een globale analyse gemaakt van de gemiddelde concentratie per meetlocatie per jaar. Het resultaat is de gemiddelde concentratie bestrijdingsmiddel in dat jaar. Er is geen rekening gehouden met de verschillende hoeveelheden opgepompt water per pompput. Daarnaast kunnen de metingen beïnvloed zijn door ingrepen van het waterbedrijf. In geval van problemen kunnen namelijk bewust putten uitgezet worden of debieten aangepast worden. Brabant Water Door Brabant Water zijn gegevens aangeleverd voor 16 van de 34 winningslocaties. Het betreffen de meest kwetsbare winningen. Gegevens van de diepe en dus goed beschermde winningen zijn op voorhand buiten beschouwing gelaten, omdat mag worden aangenomen dat hier geen verontreinigende componenten worden aangetroffen. Uit de dataset zijn na overleg met Brabant Water de volgende conclusies getrokken: In het onttrokken water van 6 van die 16 winlocaties zijn geen of nauwelijks bestrijdingsmiddelen aangetoond. Bij 5 winlocaties worden wel sporen van verontreinigingen aangetroffen. Er is echter geen sprake van een stijgende trend in de periode Bij 1 winlocatie zijn dusdanig verhoogde concentraties bentazon aangetoond in 1999 dat besloten is om gedurende een aantal jaren niet meer te onttrekken uit de betreffende pompputten. Inmiddels is er een zuivering van actieve kool geïnstalleerd, en wordt wel weer water onttrokken uit deze pompput en zijn de concentraties gedaald tot onder het niveau van 2002 en De putten worden zodanig ingezet dat de concentratie in het ruwwater afgestemd is op de zuivering, waarmee doorslag kan worden voorkomen. Bij 4 winlocaties is sprake van stijgende concentraties in de laatste 2 of 3 jaren. Bij 1 winlocatie betreft het een stijging in concentratie van MCPP, waarna één pompput is afgeschakeld en het onttrokken water geloosd wordt op het oppervlaktewater. Bij de andere 3 locaties gaat het om BAM, een humaan toxicologisch niet relevante stof. Door verstandig met de inzet van specifieke pompputten om te gaan, worden te hoge concentraties in ruw en rein water voorkomen. 2 Voor sommige winlocaties zijn erg weinig metingen beschikbaar. Definitief rapport oktober 2008

48 Samenvattend kan dus geconcludeerd worden dat van de 16 winningen in vier winningen sprake is van een stijging in concentraties in de laatste 3 jaar. De analyse is gebaseerd op een beperkte dataset. Voor het trekken van harde conclusies zijn langere meetreeksen nodig. Van de overige 18 winningen in Noord-Brabant zijn geen gegevens aangeleverd, maar hier worden op voorhand geen problemen met bestrijdingsmiddelen verwacht. WML In het onttrokken grondwater worden vier stoffen boven de drinkwaternorm van 0,1 µg/l aangetroffen: bentazon, BAM, dichlobenil (één meting) en metolachloor (één meting). Bentazon zorgt voor de meest frequente en hoogste overschrijdingen. Er is vooral voor het jaar 2007 veel data aangeleverd. Data uit voorgaande jaren ontbreekt. Daarom is het niet mogelijk een trendanalyse van de zuiveringsinspanning te maken. Definitief rapport oktober 2008

49 6 HERKOMST EN TRENDS IN HET OPPERVLAKTEWATER 6.1 Relatie aangetroffen stoffen in oppervlaktewater met het grondgebruik Algemene aanpak De aangetroffen stoffen in het oppervlaktewater worden mede bepaald door het grondgebruik rond het betreffende monitoringpunt. Dit is in dit rapport in beeld gebracht door het grondgebruik (Figuur 6-1) te vergelijken met de veel gebruikte middelen per teelt (Tabel 6-1). Het relatieve aandeel van verschillende vormen van grondgebruik is berekend uit het LGN5 GIS bestand. Alleen de oppervlaktes die binnen het projectgebied van de Brede Screening liggen, zijn meegenomen in het overzicht. Met name voor Waterschap Rivierenland en Waterschap Hollandse Delta betekent dit dat alleen het relevante gedeelte van hun waterschap is meegenomen in Figuur 6-1. Dit zijn het voormalige waterschap Alm en Biesbosch binnen Waterschap Rivierenland en het eiland Goeree- Overflakkee op Hollandse Delta. Figuur 6-1: Grondgebruik per waterschap binnen het projectgebied van de Brede Screening (LGN5) Landgebruik per waterschap 100% 80% 60% 40% bebouwd gebied natuur hoofdwegen en spoorwegen gras in bebouwd gebied bollen boomgaard glastuinbouw overige landbouwgewassen granen 20% bieten aardappelen 0% Aa en Maas Brabantse Delta De Dommel Goeree-Overflakkee Peel en Maas Altena-Biesbosch Roer en Overmaas mais gras buiten lgnbestand Definitief rapport oktober 2008

50 Op basis van kennis over het gebruik van middelen per teelt, zoals het rapport van de Brede Screening in 2003 (CLM, 2003), de Milieumonitor en kennis van de begeleidingsgroep is een overzicht gemaakt van middelen die voor specifieke teelten worden en werden gebruikt (Tabel 6-1). Tabel 6-1: Toepassing van veel aangetroffen bestrijdingsmiddelen per teelt Snijmaïs Grasland Aard- Granen Ver- Tuinbouw Huis- Boomteelt appelen hardingen houdens bentazon metolachloor ** MCPA mecoprop-p metribuzin oxamyl isoproturon MCPA diuron * glyfosaat carbendazim chloorpyrifos DEET propoxur linuron chloorpyrifos terbutylazin bentazon mecoprop-p (AMPA) oxamyl chloorpyrifos dinoterb * MCPA dichloorvos BAM * Niet meer toegelaten in 2007 in agrarische toepassingen. ** S-metolachloor en dimethenamide-p zijn toegelaten. De mix van isomeren is niet meer toegelaten. In dit overzicht zijn zowel middelen opgenomen die nog zijn toegelaten als middelen die niet meer zijn toegelaten. In de tabel zijn vooral de stoffen opgenomen die ook veel tot normoverschrijdingen leiden. Middelen die breed worden of werden toegepast voor verschillende teelten zoals bijvoorbeeld imidacloprid en simazin zijn niet in de lijst opgenomen. Sommige stoffen die in meerdere teelten worden gebruikt, zoals bentazon (gras, maïsteelt en vele andere gewassen) en MCPA (gras, granen en op verhardingen) zijn wel opgenomen in de tabel. Analyse per waterschap Waterschap Aa en Maas De meetpunten zijn gelijk aan de meetpunten van de Brede Screening in 2000 en De variatie in grondgebruik is groot in dit gebied. Er zijn meetpunten met een duidelijk stedelijk karakter en meetpunten met een agrarisch karakter. De meetpunten zijn zo gekozen dat er geen of weinig invloed is van steden en RWZI's. Het agrarisch grondgebruik wordt gekenmerkt door gras en snijmaïs. In het noordelijk deel is het aandeel gras relatief groot; in het zuidelijke deel het aandeel snijmaïs. Het aandeel akkerbouw is geringer ten opzichte van de andere waterschappen. De afwateringsgebieden van twee meetpunten liggen in de gemeentes 's- Hertogenbosch en Oss. De meetpunten zijn blauwe knooppunten die water ontvangen uit een afwateringsgebied van tenminste tienduizend hectare. Uitzondering is het meetpunt, de Aa bij Keldonk (140219), dat representatief is voor ruwweg 3/4 deel voor het ingelaten water uit de Zuid Willemsvaart. Door de gekozen opzet van het meetnet geven de meetpunten een gemiddeld beeld van de waterkwaliteit in het hele achterliggende watersysteem. Daardoor worden relatief veel verschillende stoffen aangetoond (paragraaf 4.6) die de normen overschrijden. Op basis van het agrarisch grondgebruik hebben vooral stoffen die gerelateerd zijn aan de teelt van snijmaïs en gras een hoge aantrefkans. Definitief rapport oktober 2008

51 Opvallend is het relatief grote aandeel van het verboden middel propoxur, dat tegen bladluizen werd gebruikt, bijvoorbeeld bij de vollegronds groenteteelt. Propoxur werd in 13 meetpunten boven de detectielimiet aangetoond. De hoogste meetwaarden komen voor in de mei-metingen. Juist dit middel is minder snel te verwachten in een waterschap dat wordt gedomineerd door gras en maïsteelt. Waterschap De Dommel Het agrarisch grondgebruik wordt gedomineerd door gras en snijmaïs. Daarnaast komt er in dit waterschap ook relatief veel natuur voor. De meetpunten zijn gelijk aan de meetpunten van de Brede Screening in 2000 en De meetpunten zijn dusdanig gekozen dat een goed gebiedsdekkend beeld wordt verkregen van de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in het gehele beheergebied. Dit wordt gedaan door per RWSR gebied 1 (hoofd)meetpunt te selecteren. De meetpunten zijn benedenstrooms in de deelstroomgebieden gelegen. Aanvullend zijn drie meetpunten aan de grens met België opgenomen. Het meetpunt (240128) in de Zandleij in de Gemeente Haaren heeft relatief veel boomteelt (laan- en parkbomen en sierconiferen). Daarnaast worden drie meetpunten sterk beïnvloed door de stedelijke omgeving van Eindhoven. Op basis van het agrarisch grondgebruik hebben vooral stoffen die gerelateerd zijn aan de teelt van snijmaïs en gras een hoge aantrefkans. Opvallend is dat in vier meetpunten linuron is aangetoond boven het MTR (0,25 ug/l). Dit zijn de meetpunten in de Beerze, de Groote Beerze, de Kleine Dommel en de Zandleij. Linuron is een stof die is toegelaten in onder andere de teelt van snijmaïs en boomkwekerij. Het meetpunt in de Zandleij (Haaren) heeft relatief veel boomteelt, maar wordt ook beïnvloed door de RWZI Tilburg-Noord. Ook chloorpyrifos komt in het stroomgebied van de Dommel relatief veel voor boven het MTR. Chloorpyrifos wordt toegepast in de akkerbouw, boomteelt en diverse kasteelten. Deze stof wordt daarom niet als eerste in het stroomgebied van De Dommel verwacht. De hoogste concentraties chloorpyrifos komen voor in de Tongelreep, vlak aan de Belgische grens. De verhoogde concentraties worden dus veroorzaakt door grensoverschrijdende aanvoer. Waterschap Rivierenland Het grondgebruik in Waterschap Rivierenland (gedeelte Alm en Biesbosch) wordt gedomineerd door akkerbouw (wintertarwe, consumptieaardappelen en suikerbieten), grasland en natuur. Het aandeel snijmaïs is relatief laag ten opzichte van de andere Brabantse waterschappen. De vijf meetpunten zijn gelijk aan de meetpunten van de Brede Screening in Vier meetpunten liggen in een kanaal; één meetpunt in een kreek. Het aantal probleemstoffen is beperkt. Bentazon wordt relatief veel boven de drinkwaternorm aangetroffen. Deze stof wordt toegepast in de teelt van maïs- en akkerbouwgewassen. Waterschap Brabantse Delta Het Waterschap Brabantse Delta is gesitueerd in het westen van Brabant met relatief veel akkerbouw. Het meetnet bestaat uit 12 meetpunten. Drie meetpunten staan langs de grens om het binnenstromende water te controleren. Drie meetpunten staan op blauwe knooppunten bij de uitstroompunten van het waterschap. De andere 6 meetpunten staan in gebieden met verschillende agrarische invloeden en soms ook invloed van RWZI s. Definitief rapport oktober 2008

52 Stoffen die relatief veel de normen overschrijden zijn simazin (verboden), diuron (verboden), propoxur (middel tegen ongedierte en bladluis) en metolachloor (maïs). Deze stoffen zijn juist niet kenmerkend voor de akkerbouw. Waterschap Hollandse Delta Waterschap Hollandse Delta (eiland Goeree Overflakkee) is zowel wat betreft grondgebruik als meetnetopzet duidelijk verschillend van de andere waterschappen. Naast 11 KRW meetpunten in de grotere watergangen zijn 16 meetpunten uit het eigen meetnet gebruikt in deze rapportage. In het waterschap komt overwegend akkerbouw voor met de teelt van aardappelen, bieten, granen en andere landbouwgewassen. Het aandeel gras, maïs en bebouwd gebied is laag. Sinds 2002 wordt door het waterschap jaarlijks een meetronde uitgevoerd op vier verschillende tijdstippen (gelijk aan de opzet van de brede screening). De 11 KRW meetpunten liggen in de hoofdwaterlopen. De overige 16 aangeleverde meetpunten liggen naast agrarische percelen ( haarvaten ), op plaatsen waar het slootwater een zo betrouwbaar mogelijk beeld geeft van één bepaalde sector: akkerbouw/spruitkool (12 meetpunten), fruitteelt (2 meetpunten), weidegebied (1 meetpunt) of een referentiegebied (zuidelijke Preekhilpolder). Dit is dus een duidelijk andere strategie dan de andere waterschappen waar meer in de hoofdwaterlopen wordt gemeten. Per meetpunt kunnen daarom verschillende stoffen worden gevonden, die niet in de algemene overzichten (Top-10 stoffen) in dit rapport voorkomen. Voor de meest gevonden stoffen in Noord-Brabant en Limburg geldt dat deze relatief weinig voorkomen in Waterschap Hollandse Delta. Uitzondering is bentazon dat relatief veel boven de drinkwaternorm wordt gevonden. Imidacloprid wordt relatief veel boven het ad-hoc MTR gevonden. Dit gebeurt in hoge pieken in concentratiewaarden die vooral in de januari/februari en meimeting voorkomen. De hoge overschrijdingen komen voor in drie meetpunten uit het KRW-meetnet (Afwatering Galathee, Groote Kreek, Spui van Oude-Tonge) en het meetpunt LGGA5104. De stoffen zijn mogelijk afkomstig uit de kassenteelt. Waterschap Peel en Maasvallei Waterschap Peel en Maasvallei heeft niet één type landgebruik dat in relatieve zin meer voorkomt ten opzichte van de andere waterschappen. Er zijn 6 meetpunten aangeleverd voor de Brede Screening: Twee meetpunten aan de monding van een relatief groot stroomgebied in de Groote Molenbeek en de Neerbeek. Tevens zijn dit de KRW meetpunten voor Toestand en Trend bepaling. Een meetpunt aan de monding van een kleiner beekstelsel (Molenbeek van Lottum) dat onder andere rozentelers afwatert. Een meetpunt ter controle van de invloed van vanuit België (monding Thornerbeek). Twee meetpunten in het gebied waar het water een kassengebied verlaat: de Rijnbeek en Kraayselse loop. Opvallend is dat in het beperkte aantal meetpunten voor relatief veel verschillende stoffen een normoverschrijding wordt gevonden. Pirimicarb, gebruikt bij de teelt van groente, graan en bomen komt relatief veel voor. Deze stof werd in hoge concentraties aangetoond in de Thornerbeek (0,26 ug/l in mei 2007) en de Rijnbeek (0,17 ug/l in september 2007). Het eerste meetpunt wordt beïnvloed door België; het tweede door het kassengebied. Definitief rapport oktober 2008

53 Waterschap Roer en Overmaas Waterschap Roer en Overmaas heeft relatief veel stedelijk gebied en wordt beïnvloed door aanvoer vanuit België en (in geringe mate) Duitsland. Drie meetpunten liggen in de Jeker, Geleenbeek en Geul. Dit zijn grotere wateren waar al een aantal jaren bestrijdingsmiddelen worden gemeten en langjarige meetreeksen beschikbaar zijn. Het meetpunt in de Geleenbeek wordt sterk door drie RWZI s beïnvloed (waarvan twee grote). Het meetpunt in de Geul wordt gedeeltelijk (40 % van het debiet) door buitenlandse aanvoer beïnvloed en daarnaast door het effluent van drie kleinere RWZI s (waarvan één in België). De Jeker bestaat grotendeels uit grensoverschrijdende aanvoer. Het meetpunt in de Vlootbeek is gekozen als referentie omdat dit de enige beek is waarop geen RWZI loost. De invloed van de RWZI s en de grensoverschrijdende aanvoer is waarschijnlijk de oorzaak dat veel verschillende stoffen boven de normen worden aangetroffen. Een relatie met de verdeling van het grondgebruik binnen het afwateringsgebied is daarom moeilijk te maken. Samenvattende conclusie relatie met grondgebruik Het grondgebruik per waterschap verschilt. In de drie Brabantse waterschappen Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta is een meetnet opgezet dat een algemeen beeld geeft van de waterkwaliteit in het watersysteem. In Noord-Brabant komt met name veel gras en maïs voor. Het meetnet van Hollandse Delta is relatief dicht van opzet met metingen in de kleinere sloten. In dit waterschap wordt relatief veel imidacloprid gevonden. De meetnetten van Rivierenland, Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei bestaan uit 4 tot 6 meetpunten. Hier is het moeilijk bij dit geringe aantal om algemene conclusies te trekken over het grondgebruik. Bovendien worden de Limburgse metingen sterk beïnvloed door de RWZI s en grensoverschrijdende aanvoer. 6.2 Relatie stoffen en teelt of grondgebruik in bestrijdingsmiddelenatlas In de voorgaande paragraaf is aandacht besteed aan de opzet van het meetnet, het grondgebruik en de aangetroffen stoffen. Een deelconclusie is dat het vaak moeilijk is om 1 op 1 conclusies te trekken over de aangetroffen stoffen en het grondgebruik. Veel meetpunten worden namelijk beïnvloed door meerdere invloeden, zoals bovenstroomse aanvoer, inlaat van water en RWZI s. Daarom is het moeilijk om statistisch verantwoorde conclusies te trekken over de relatie tussen grondgebruik en de gevonden stoffen. Op landelijke schaal is in het kader van de Bestrijdingsmiddelenatlas ( op basis van een grote dataset naar correlaties gezocht tussen de aangetroffen middelen en het landgebruik. In Tabel 6-2 is op basis van landelijke meetgegevens uit de jaren de relatie tussen grondgebruik en voorkomen van acht bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater van het Maasstroomgebied gemaakt. Definitief rapport oktober 2008

54 Tabel 6-2: Relatie grondgebruik en voorkomen bestrijdingsmiddelen (bron: Metola chloor Penconazool MCPA Imida cloprid Kresoximmethyl Propoxur Metribuzin Glyfosaat Parameter Stof toegelaten? Ja *** Ja Ja Ja Ja Ja** Ja Ja Gras x Maïs x Suikerbieten x x Tarwe/graan Fruitteelt x x Boomteelt x x Kasteelt x x x x Aardappels/uien x x x x Bloemisterij/-teelt x x x x Koolsoorten x x X = significante correlatie tussen grondgebruik en parameter aanwezig. ** Alleen bij huisdieren. *** Alleen als Metolachloor-S. Er is gezocht op gewassen die ook veel in het projectgebied van de Brede Screening voorkomen. De bijbehorende stoffen in Tabel 6.2 zijn allemaal ook aangetroffen in de metingen van de brede screening. De landelijke analyse blijkt dus overeen te komen met de aangetroffen stoffen in de Brede Screening. 6.3 Invloed van RWZI s op voorkomen bestrijdingsmiddelen Hypothese vooraf Rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn een belangrijk doorgeefstation van verontreinigingen. Daarnaast zijn sommige kassen aangesloten op een RWZI en voeren zo geconcentreerd bestrijdingsmiddelen aan die niet allemaal verwijderd kunnen worden. Vergelijking van meetgegevens uit beken van voor en na een effluentlozingspunt laten zien dat door de lozing de gehalten aan herbiciden (vooral diuron, isoproturon en ethofumesaat) flink toenemen (Waterschap Roer en Overmaas, 2008). Ook enkele insecticiden (propoxur) die in het huishouden gebruikt mogen (of mochten) worden nemen in gehalte toe. Daarnaast kunnen glyfosaat en het afbraakproduct AMPA in hogere concentraties verwacht worden, vanwege het gebruik op verhardingen in stedelijk gebied. Het beste kan de invloed van een RWZI worden gecontroleerd door meetpunten vlak voor en vlak na de effluentlozing van een RWZI met elkaar te vergelijken. Doorgaans zijn punten vlak voor een lozing niet beschikbaar. Daarnaast is het belangrijk te weten wat er in het effluent zelf zit. In deze Brede Screening zijn geen metingen aan het effluent gedaan. Conclusies uit metingen Brede Screening In Figuur 6-2 zijn de overschrijdingen van zeven meetpunten, die volgens informatie van de waterschappen beïnvloed worden door RWZI s (bijlage 1.3), vergeleken met de overige meetpunten in de database. Definitief rapport oktober 2008

55 De zeven 3 door RWZI beïnvloede meetpunten liggen in het stroomgebied van Aa en Maas (twee meetpunten), Brabantse Delta (drie meetpunten), de Dommel (één meetpunt) en Roer en Overmaas (één meetpunt). Meetpunten die gedeeltelijk door een RWZI worden beïnvloed, maar een grotere invloed vanuit grensoverschrijdende aanvoer hebben, zijn bij de overige meetpunten ingedeeld. Figuur 6-2: Vergelijking relatieve aandeel overschrijdingen van de normen van meetpunten beïnvloed door RWZI s met de overige meetpunten 100 % overschrijdingen van norm RWZI beïnvloed(7) overige meetpunten (81) 0 propoxur* metolachloor* simazin* diuron* *: percentage o.b.v. MTR **: percentage o.b.v. ad hoc MTR ***: percentage o.b.v. drinkw aternorm ****: percentage o.b.v. Cbtg -toelatingscriterium endosulfan* MCPA*** bentazon*** glyfosaat**** metribuzine** penconazool** kresoxim-methyl** imidacloprid** Uit Figuur 6-2 blijkt dat voor meetpunten beïnvloed door RWZI s relatief meer overschrijdingen van de normen voor propoxur, MCPA en glyfosaat zijn aangetoond. Dit bevestigt de bovengenoemde resultaten van WS Roer en Overmaas over de toename van gehalten als gevolg van effluentlozing. Daarnaast vallen de verhogingen van simazin en diuron op. De zeven door RWZI s beïnvloede meetpunten (Figuur 6-2) worden ook beïnvloed door andere omgevingsfactoren zoals grondgebruik en grensoverschrijdende aanvoer. 6.4 De Maas en de invloed op de drinkwaterwinning en het regionale watersysteem Bij Eijsden komt de Maas Nederland binnen. Bewaking van de kwaliteit van het water is belangrijk omdat het Maaswater als grondstof dient voor de bereiding van drinkwater. Zes miljoen mensen drinken dagelijks gezuiverd Maaswater. Regelmatig komen nog calamiteiten voor. Bijvoorbeeld op 31 juli 2007 heeft het chemiebedrijf Chimac-Agriphar in het Waalse Ougrée tijdens een bedrijfsstoring 80 kilo bestrijdingsmiddelen in de Maas geloosd. Dit leidde tot vissterfte in de Maas. Maaswater wordt bovendien op grote schaal ingelaten in het regionale watersysteem. In Limburg wordt water direct ingelaten in beken zoals de Oostrumse beek, de Grote Molenbeek en de Tungelrooyse beek. 3 Later is nog een door RWZI beïnvloed meetpunt door Hollandse Delta aangemerkt. Deze is niet meer meegenomen in de analyse en bij de overige punten ingedeeld. Definitief rapport oktober 2008

56 In Noord-Brabant wordt water ingelaten in de kanalen, zoals het Peelkanaal, de Zuid- Willemsvaart en het Wilhelminakanaal en van daaruit over een groot aantal watergangen in het Oost- en Midden-Brabantse zandgebied verspreid. Daarnaast wordt Maaswater ingelaten in de poldergebieden in het noorden en westen van Noord-Brabant en het beheersgebied van Hollandse Delta. Bij binnenkomst in Nederland bij Eijsden worden er 32 verschillende stoffen (boven de detectielimiet) aangetoond. De hoogste concentraties worden aangetoond voor glyfosaat (max. 0,72 µg/l), AMPA (max. 0,72 µg/l) en diuron (0,18 µg/l). Glyfosaat en AMPA zijn bekende probleemstoffen in het Maaswater. Uit onderzoek (Volz, 2007) is bekend dat de Franse bijdrage aan glyfosaat en het afbraakproduct AMPA aan deze belasting buitenproportioneel groot is. De hoge concentraties worden in het algemeen meer in het najaar gemeten (september en november metingen). Verder wordt het MTR voor chloorpyrifos overschreden. Het tweede meetpunt in de Maas ligt bij Belfeld in Midden Limburg. Op dit punt is het aantal stoffen dat (boven de detectielimiet) is aangetoond toegenomen tot 43. Vanaf Eijsden zijn dus 11 nieuwe stoffen in Nederland aan het water van de Maas tot meetbare gehalten toegevoegd. De maximale concentratie AMPA is toegenomen tot 1,4 µg/l (september meting). Ook wordt een hoog gehalte triadimenol (0,51 µg/l in de september meting) gevonden. Deze stof wordt in Eijsden niet aangetoond. De concentratie diuron blijft hoog (0,21 µg/l in de juli meting). Overschrijdingen van het MTR vinden niet meer plaats. Km stroomopwaarts van het innamepunt in de Biesbosch ligt een meetpunt in de Maas bij Keizersveer (bij het meetstation van de Waterdienst van RWS). Dit punt wordt door Evides gebruikt als bewakingspunt voor de inname van Maaswater in de spaarbekkens van de Brabantse Biesbosch. Op dit punt worden nog 39 stoffen boven de detectielimiet aangetoond. AMPA, diuron (0,17 µg/l), MCPA en glyfosaat worden in de hoogste concentraties aangetoond. Diuron overschrijdt de drinkwaternorm. MTR-waarden worden niet overschreden. Het tweede meetpunt van Evides ligt in de spaarbekkens van de Biesbosch. De metingen bestaan uit voorgezuiverd Maaswater dat als ruwwater wordt aangeboden aan de zuiveringslocaties voor de productie van drinkwater. Dit water heeft na passage door drie spaarbekkens (De Gijster, De Honderd en Dertig en De Petrusplaat), met een verblijftijd van gemiddeld 3 tot 5 maanden, een natuurlijke zuivering doorgemaakt. Deze zuivering bestaat onder andere uit bezinking van zwevende stof, nitrificatie van ammonium, oxidatie, fotolyse en hydrolyse van organische verbindingen en afname van organismen door afsterving en graas van zoöplankton. Het streven van Evides is om dit water voor wat betreft bestrijdingsmiddelen te laten voldoen aan de drinkwaternorm van 0,1 µg/l. Voor alle stoffen wordt aan dit criterium voldaan. Alleen twee metingen van AMPA waren hoger (0,43 µg/l in mei 2007 en 0,50 µg/l in mei 2007) dan 0,1 µg/l. AMPA is echter humaan toxicologisch niet relevant voor de drinkwaterbereiding. Het laatste meetpunt in de Maas ligt bij Maassluis. Dit meetpunt ligt buiten het Maas stroomgebied. Het water is inmiddels gemengd met water afkomstig uit de Rijn. Het aantal stoffen dat boven de detectielimiet wordt aangetoond is verder afgenomen tot 25. De concentratie AMPA is verder gestegen tot maximaal 1,64 µg/l (november meting). Glyfosaat wordt niet meer boven de detectielimiet aangetoond. Het glyfosaat is in Maassluis dusdanig verdund en/of afgebroken tot AMPA, dat het niet meer te meten is. De maximale concentratie diuron is afgenomen tot 0,08 µg/l. Definitief rapport oktober 2008

57 6.5 Verhardingen en openbaar groen Glyfosaat (en afbraakproduct AMPA), dichlobenil (en afbraakproduct BAM), MCPA en 2,4 D zijn de onkruidbestrijdingsmiddelen die het meeste in stedelijk gebied worden gebruikt ( Deze middelen hebben alle een relatief hoge MTR waarde (20 tot 280 µg/l). De MTR waarde wordt voor deze stoffen in geen enkel punt overschreden. Naast deze onkruidbestrijdingsmiddelen zal ook het anti insectenmiddel DEET meer in stedelijk gebied gebruikt worden. Daarom is het aantal overschrijdingen van deze stoffen vergeleken met de 0,1 µg/l grens. In Figuur 6-3 zijn de overschrijdingen van vijf meetpunten, die volgens informatie van de waterschappen beïnvloed worden door stedelijk gebied (bijlage 1.3), vergeleken met de overige meetpunten in de database. De vijf beïnvloede meetpunten liggen in het stroomgebied van Aa en Maas (één meetpunt), de Dommel (drie meetpunten) en Roer en Overmaas (één meetpunt). Omdat in het waterschap Aa en Maas geen gegevens zijn aangeleverd voor glyfosaat en AMPA, is hiervoor gecorrigeerd in Figuur 6-3. In Figuur 6-3 is te zien dat voor alle stoffen een hoger percentage in de stedelijke meetpunten wordt aangetroffen, met uitzondering van glyfosaat. Mogelijk is de oorzaak dat glyfosaat ook veel in de Maas wordt aangetroffen en zo verder wordt verdeeld over de rest van Limburg en Noord-Brabant. Figuur 6-3: Vergelijking percentage overschrijdingen van de 0,1 µg/l grens in de vijf meetpunten beïnvloed door stedelijk gebied met de 83 overige meetpunten 18% % metingen met overschrijding van 0,1 µg/l grens 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 5 stedelijke meetpunten 83 overige meetpunten 2,4-D MCPA BAM DEET dichlobenil glyfosaat AMPA 6.6 Grensoverschrijdende aanvoer Tien meetpunten in de beheergebieden zijn gekenmerkt als grensoverschrijdend : de Maas bij Eijsden en meetpunten langs de Belgische grens van de waterschappen Roer en Overmaas, Peel en Maasvallei, De Dommel en Brabantse Delta. Al deze meetpunten ontvangen grensoverschrijdend water vanuit België 4. 4 Waterschap Roer en Overmaas heeft een meetpunt in de Vlootbeek dat beperkt water ontvangt uit Duitsland. Dit meetpunt is niet aangemerkt als specifiek grensoverschrijdend. Definitief rapport oktober 2008

58 De tien meetpunten kunnen worden gebruikt om te onderzoeken of mogelijk sprake is van verhogingen als gevolg van grensoverschrijdende aanvoer. In Figuur 6-4 zijn de percentages overschrijdingen van het MTR van de top 10-stoffen uitgezet tegen de overschrijdingen van de rest van het Maasstroomgebied. Uit Figuur 6-4 blijkt dat met name de stoffen chloorpyrifos, diuron, propoxur en simazin veel vaker verhoogd voorkomen in de nabijheid van de grens van België. De drie laatste genoemde drie stoffen zijn zowel in Nederland als in België verboden. Het verbod in België is voor al deze stoffen later ingegaan dan in Nederland. Bijvoorbeeld het verbod op gebruik van diuron is in België pas in april 2004 ingesteld. In Nederland is dit verbod al sinds 1999 van kracht. Atrazin is niet opgenomen in Figuur 6-4. De verboden stof atrazin wordt in drie gevallen boven de drinkwaternorm aangetroffen. Alle drie de meetpunten staan vlak aan de grens met België (Geul, Jeker en Tongelreep). In een aparte rapportage (Volz 2007) is aandacht besteed aan de grensoverschrijdende aanvoer van glyfosaat en AMPA vanuit Frankrijk en België. In paragraaf 6.4 is al nader ingegaan op de gemeten concentraties AMPA in de Maas. Figuur 6-4: Vergelijking overschrijdingen van het MTR en ad hoc MTR voor stoffen (Top-10) voor 10 grensmeetpunten en de overige 78 meetpunten 70 % meetpunten met overschrijding meetpunten nabij België overige 78 meetpunten 0 chloorfenvinfos chloorpyrifos dichloorvos diuron isoproturon linuron metolachloor pirimicarb propoxur simazin Definitief rapport oktober 2008

59 6.7 Vergelijking screening 2000 en 2003 De aangetoonde stoffen in de brede screening van 2003 en 2007 zijn met elkaar vergeleken. In Tabel 6-3 zijn de stoffen opgenomen die in 2003 en/of 2007 het MTR of ad hoc MTR overschreden. In 2003 overschreden twaalf stoffen in totaal 88 maal het MTR. In 2007 overschrijden elf stoffen 66 maal het MTR. Het gaat hierbij om een duidelijke afname in percentage overschrijdingen, omdat het aantal meetlocaties in het oppervlaktewater ongeveer is verdubbeld van 46 tot 88 meetpunten. Carbendazim, carbaryl en diazinon gaven in 2003 nog MTR overschrijdingen. Het MTR voor carbendazim is versoepeld. Dit kan dus de oorzaak zijn dat het MTR niet meer wordt overschreden. Het aantal stoffen dat het ad hoc MTR overschrijdt is gestegen in 2007; in 2003 waren dit er 10, terwijl in stoffen het ad hoc MTR overschrijden. Aangetekend moet worden dat vijf nieuwe stoffen boven het ad-hoc MTR zijn aangetoond die niet in het analysepakket van 2003 waren opgenomen (Tabel 6-3). Het aantal overschrijdingen is gedaald. In 2007 bedroeg het aantal ad hoc MTR overschrijdingen 80, terwijl dit er in 2003 nog 98 waren. Dit is een aanzienlijke daling, gezien het feit dat het aantal meetpunten in de screening van 2007 bijna twee keer zo groot is. Van de stoffen die in 2007 het ad hoc MTR overschreden zijn er relatief veel voor het eerst gemeten in 2007, zodat een vergelijking met 2003 niet mogelijk is. Het gaat hierbij om de stoffen desmedifam, dithianon, lambda-cyhalothrin en monolinuron. Deze stoffen overschrijden slechts één of twee keer het ad hoc MTR. Het betreffen stoffen die al meer dan tien jaar zijn toegelaten. Desmedifam als herbicide in de bietenteelt, dithianon als fungicide in de teelt van onder andere tarwe, rozen en fruit; lambda-cyhalothrin als insecticide in een breed scala land- en tuinbouwgewassen. Het herbicide monolinuron is vanaf 2000 niet meer toegelaten in Nederland. De stof 2,4-dinitrofenol overschrijdt op zes meetpunten de norm. Bij de stoffen die in 2007 het (ad hoc) MTR overschrijden vallen met name de stoffen chloorpyrifos, dichloorvos, iprodion en dichlofluanide op. Deze overschrijden 4 tot 9 keer de norm, terwijl deze stoffen in 2003 niet verhoogd zijn aangetroffen. Deze verschillen zijn niet te verklaren door de uitbreiding van het meetgebied (met onder andere Limburg), omdat de verhogingen vooral in de Brabantse beheergebieden zijn gemeten. Chloorpyrifos (een KRW prioritaire stof) wordt vooral gebruikt in huishoudens, bedrijven en instellingen ter bestrijding van mieren en allerlei andere kruipende insecten. Dichloorvos is veel gebruikt in huishoudens ter bestrijding van vlooien, vliegen en andere insecten. Ipodrion is een fungicide dat is toegelaten voor een groot aantal groentegewassen, pootaardappelen en bloembollen. Dichlofluanide wordt gebruikt als antifouling om aangroei op scheepswanden tegen te gaan. Definitief rapport oktober 2008

60 Tabel 6-3: Vergelijking van stoffen die aangetoond zijn boven het (ad hoc) MTR in 2003 en 2007 in het oppervlaktewater MTR overschrijdingen Verdwenen stoffen uit 2003 met parathion(ethyl) # overschrijdingen prosulfocarb carbaryl # diazinon # Overschrijdingen zowel in 2003 simazin # als 2007 propoxur # pirmicarb metolachloor # linuron diuron # chloorfenvinfos carbendazim # Nieuwe overschrijdingen in 2007 isoproturon dichloorvos chloorpyrifos Nieuw toegevoegde stoffen aan analysepakket 2007 die verhoogd voorkomen # = niet meer toegelaten in 2007 in agrarische toepassingen. Ad-hoc MTR overschrijdingen dimethanid terbutylazin bromoxynil azoxystrobin fenoxycarb # pymetrozine imidacloprid metribuzin kresoxim-methyl DEET penconazool iprodion dichlofluanide methiocarb diflubenzuron desmedifam dithianon lambda-cyhalotrin monolinuron # 2,4-dinitrofenol # endosulfan # fenmedifam Samengevat: het aantal stoffen waarvan het (ad-hoc) MTR wordt overschreden neemt niet af (Tabel 6-4), maar dit kan ook deels veroorzaakt zijn door de uitbreiding van het analysepakket. Tabel 6-4: Aantal metingen en aantal stoffen waarvoor het (ad-hoc) MTR wordt overschreden in het oppervlaktewater Beschikbare MTR Ad-hoc MTR meetpunten Aantal metingen Aantal stoffen Aantal metingen Aantal stoffen boven MTR boven MTR boven ad-hoc MTR boven ad-hoc MTR NB: In 2007 zijn de metingen uitgebreid met metingen in Limburg, Hollandse Delta en de Rijkswateren. In 2007 zijn daarom ongeveer twee keer zo veel metingen uitgevoerd als in Definitief rapport oktober 2008

61 6.8 Seizoensverschillen in het oppervlaktewater In Figuur 6-5 is het percentage van de metingen boven de detectielimiet weergegeven voor 12 stoffen in het oppervlaktewater. Figuur 6-5: Percentage van de metingen boven de detectielimiet voor vijf tijdsperioden voor 12 stoffen in het oppervlaktewater 350% % > van de meting boven de detectielimiet 300% 250% 200% 150% 100% 50% 0% dec - mrt apr - mei jun - jul aug - sept okt - nov (293) (1289) (1256) (1285) (1239) imidacloprid kresoxim-methyl penconazool metribuzin glyfosaat bentazon MCPA endosulfan diuron simazin metolachloor propoxur Van de periode december tot maart zijn alleen metingen beschikbaar van Evides en het Waterschap Hollandse Delta. De resultaten van deze periode geven daarom mogelijk geen representatief beeld voor het hele Maasstroomgebied. Uit Figuur 6-5 blijkt dat het aantal verhogingen boven de detectielimieten in de periode juni-juli lager is dan de voorafgaande en opvolgende periode. Mogelijk is dit te verklaren, omdat het in deze periode droger was en dus minder middelen naar het oppervlaktewater konden uitstromen. Dit vermoeden wordt bevestigd, door de grafiek waarin is uitgezet op welk moment de hoogste concentratie voor de betreffende stof is aangetoond (Figuur 6-6). In deze grafiek is te zien dat voor 43 stoffen (van de in totaal 142 stoffen boven de detectielimiet) de hoogste concentratie in mei is gemeten. Dit is de periode na de hevige regenval van 8 mei 2007 (zie Figuur 2-2). Definitief rapport oktober 2008

62 Figuur 6-6: Aantal stoffen (uit 142) waarvoor de hoogste concentratie in het oppervlaktewater is gemeten in de betreffende maand Aantal stoffen waarvoor de hoogste concentratie is gemeten jan feb mrt apr mei juni juli aug sep okt nov dec In Figuur 6-7 zijn de gemiddelde gehalten voor glyfosaat, metolachloor, simazin en diuron per meetperiode uitgezet. Uit Figuur 6-7 blijkt dat voor de verboden stof diuron een duidelijke piek in concentraties waarneembaar is in de periode juni/juli. In Figuur 6-5 is te zien dat het percentage overschrijdingen van de detectielimiet voor diuron wel ongeveer gelijk blijft. Voor de (verboden) stof simazin komen de hoogste gehalten in de periode april tot juli voor. Voor de stof glyfosaat, die voornamelijk bij stedelijk gebied en RWZI s voorkomt, is er minder duidelijk sprake van een piek. Figuur 6-7: vergelijking per seizoen in gemiddelde gehalten in oppervlaktewater voor glyfosaat, metolachloor, diuron en simazin gehalte (ug/l) dec - mrt apr - mei jun - jul aug - sept okt - nov glyfosaat metolachloor diuron simazin Net als voor Figuur 6-5 dient bij Figuur 6-7 opgemerkt te worden dat voor de periode december tot maart alleen metingen van het Waterschap Hollandse Delta en Evides beschikbaar zijn. De gehalten van deze periode geven daarom geen representatief beeld voor het gehele Maasstroomgebied. Definitief rapport oktober 2008

63 6.9 Vergelijking met andere rapportages in het Maasstroomgebied Waterschap Roer en Overmaas Onderzoek bestrijdingsmiddelen Limburg (Waterschap Roer en Overmaas, 2008) In de periode is in de provincie Limburg onderzoek verricht naar het voorkomen van bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewateren. De meest aangetroffen stoffen waren diuron, lindaan, atrazin, isoproturon en simazin. In het rapport wordt aangegeven dat de gehalten aan bestrijdingsmiddelen in de uit België afkomstige Jeker verreweg het hoogst zijn. Ook de gehalten in de uit Duitsland afkomstige Mühlenbach zijn duidelijk hoger dan in de overige delen van Limburg. Vanaf 2000 is er een daling waargenomen van het aantal aangetoonde bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater. Wel is in het jaar 2005 weer sprake van een stijging. Omdat dit het laatste meetjaar is, is niet bekend of deze stijging doorzet. Ook de gehalten van de meest voorkomende stof diuron nemen gestaag af sinds het verbod in Nederland, België en Duitsland. De grootste vrachten van deze stof komen uit België. Door het verbod op diuron is het gebruik van glyfosaat toegenomen. Deze stof, en het afbraakproduct AMPA, werd dan ook vaak aangetroffen in effluenten van RWZI s en in alle onderzochte beken waarop een RWZI loost. Uit de metingen blijkt dat RWZI s een belangrijke doorgeefstation van verontreiniging van bestrijdingsmiddelen op het oppervlaktewater zijn. Conclusies uit Brede Screening Afgezien van lindaan komen diuron, atrazin, isoproturon en simazin ook in de top 10-stoffen boven de detectielimieten voor. Aangezien de Limburgse waterschappen voor het eerst meedoen aan de Brede Screening in 2007, kunnen vragen over trends niet beantwoord worden. Definitief rapport oktober 2008

64 6.9.2 Hollandse Delta Watersysteemrapportage Hollandse Delta (Hollandse Delta, 2007) Akkerbouw en spruitkool De stoffen bentazon, ethofumesaat, isoproturon, MCPA en glyfosaat en het afbraakproduct van glyfosaat AMPA zijn in meer dan een kwart van alle monsters aangetroffen. Isoproturon zat zelfs in 58% van de monsters. Het herbicide fluroxypyr liet in 2005 een plotselinge toename zien. In 2006 was het percentage monsters waarin het middel werd gevonden gedaald van 27 naar 14. Metribuzin, eveneens een herbicide, was in 2005 nog een probleemstof, met normoverschrijdende concentraties in 11% van de monsters. Het afgelopen jaar is het nog maar 2 keer gevonden, maar daarvan werd in één monster de norm met 23 keer overschreden. In 2006 is voor het eerst ook imidacloprid in het pakket voor de akkerbouw opgenomen. Het is een insecticide dat in glastuinbouw- en fruitteeltgebieden veelvuldig in sloten aangetroffen. Het blijkt ook in akkerbouwgebied in bijna 40% van de monsters te zitten. De hoogste concentraties worden gemeten in mei, vlak na de toepassingsperiode in pootaardappelen (grondbehandeling bij poten). De stof breekt met name in kleigrond slecht tot zeer slecht af, waardoor hij toch gedurende het hele jaar in sloten wordt teruggevonden. Gelet op de combinatie van monitoringresultaten, toepassing en stofeigenschappen, lijkt de voornaamste emissieroute van imidacloprid in de akkerbouw uitspoeling te zijn. Fruitteelt ETU (afbraakproduct van meerdere stoffen) en imidacloprid zijn als nieuwe probleemstoffen aangemerkt. De overige probleemstoffen van 2005 zijn in 2006 nog steeds allemaal in normoverschrijdende concentraties aangetroffen, maar minder vaak dan voorheen. Die stoffen zijn DMST, pyrimethanyl en pirimicarb. Aandachtstoffen die in een kwart of meer van de monsters zijn gevonden zijn dichlobenil, MCPA en MCPP. Weidegebied In weidegebieden worden gewasbeschermingsmiddelen niet in normoverschrijdende concentraties gevonden. Wel worden nog in relatief veel monsters middelen aangetroffen in de zomerperiode. Glastuinbouw Het aantal pieken in concentraties van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater in 2006 lager dan in het jaar daarvoor. Daar staat tegenover dat er in meer monsters gewasbeschermingsmiddelen zijn aangetroffen dan in de voorgaande jaren. Stoffen die als probleemstof kunnen worden aangemerkt zijn imidacloprid en DMST. Imidacloprid werd in totaal in 60% van alle monsters gevonden. Voor pyrimethanil was dit percentage 55, maar dit middel werd niet in concentraties boven de norm gevonden. Conclusies uit Brede Screening De dalende trend in normoverschrijdingen ( ) bij Hollandse Delta wordt bevestigd door het algemene beeld in de Brede Screening (periode ). De dalende trend bij Hollandse Delta lijkt zich in 2007 voort te zetten. Stoffen die in 2005 en 2006 nog probleemstoffen waren zijn dat niet meer in 2007: - Fluroxypyr is niet meer aangetoond in 2007; - Pyrimethanil is niet meer aangetoond in 2007 met uitzondering van een zeer licht verhoogde concentratie (0,02 µg/l); - Pirimicarb is niet meer aangetoond in Definitief rapport oktober 2008

65 6.9.3 De Maas Isoproturon en Imidacloprid komen in de Brede Screening ook naar voren als typische probleemstoffen. Deze stoffen worden meer frequent en in hogere concentraties aangetroffen in de Hollandse Delta in vergelijking met andere waterschappen. Metribuzin werd ook in één monsterpunt (LGGA5102) in duidelijk verhoogde concentraties aangetoond: (5,8 µg/l in de mei meting en 1 µg/l in de september meting). Opvallend is dat deze stof niet is aangetoond in de tussenliggende juli meting in dit meetpunt. Ook in alle andere metingen op de andere meetpunten wordt deze stof niet of nauwelijks verhoogd aangetoond (maximaal 0,08 µg/l). ETU werd in 1/3 van de metingen boven de detectielimiet gevonden; Aangezien het MTR streng is (0,005 µg/l) betekent dit ook vaak een overschrijding van deze norm. Onderzoek glyfosaat en AMPA in Maasstroomgebied 2006 (Volz 2007) Voor de stoffen glyfosaat en AMPA is een aparte rapportage opgesteld voor het meetjaar Glyfosaat komt in de Maas in steeds hogere concentraties voor, doordat het als vervanging van het inmiddels verboden diuron wordt gebruikt. De resultaten van het onderzoek bevestigen het vermoeden dat glyfosaat voornamelijk na sterke neerslag afspoelt naar het oppervlaktewater via de rioolstelsels. In rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt de stof nauwelijks afgebroken. In de gestuwde Maas wordt glyfosaat vervolgens geleidelijk omgezet in zijn belangrijkste metaboliet AMPA (aminomethylfosfonzuur). Dit afbraakproduct is weliswaar toxicologisch niet relevant, maar vanwege zijn grote persistentie zijn de huidige gehaltes in het Maaswater uit drinkwaterperspectief eveneens problematisch. Op basis van de onderzoeksresultaten lijkt het overigens zeer waarschijnlijk dat ongeveer 40% van de AMPA-belasting van de Maas uit andere bronnen dan van glyfosaat-afbraak afkomstig moet zijn. Die moeten vooral langs de Nederlandse Maas worden gezocht. Wat de glyfosaatbelasting van de Maas betreft spannen naar verhouding vooral de stroomgebieden van de volgende waterlopen de kroon: de Franse bovenloop van de Maas, de Samber, de Jeker, de Geleenbeek, de Thornerbeek en de Maasnielderbeek. Conclusies uit Brede Screening Aan het voorkomen van glyfosaat en AMPA is apart aandacht besteed in paragraaf 6.4. Definitief rapport oktober 2008

66 7 PERSPECTIEF EN ADVIEZEN 7.1 Nieuwe stoffen In de Brede Screening van 2007 zijn 43 meer stoffen opgenomen ten opzichte van de Brede Screening in Dit kunnen middelen zijn die al langer waren toegestaan, maar nu weer aan de lijst zijn toegevoegd. Vier van deze nieuw toegevoegde stoffen (desmedifam, dithianon, lambda-cyhalothrin en monolinuron) overschrijden in één of twee gevallen het ad-hoc MTR. Het betreft stoffen die al ruim tien jaar worden toegepast. Desmedifam als herbicide in de bietenteelt, dithianon als fungicide in de teelt van onder andere tarwe, rozen en fruit, Lambda-cyhalothrin als insecticide in een breed scala land- en tuinbouwgewassen. Het herbicide monolinuron is vanaf 2000 niet meer toegelaten in Nederland. Wanneer de ad-hoc MTR s worden omgezet in MTR s zullen de overschrijdingen mogelijk weer verdwijnen. Opvallend is verder dat vooral stoffen die in huishoudens tegen insecten worden gebruikt meer boven de norm worden aangetoond. In het grondwater wordt DEET meer aangetoond ten opzichte van Ook voor het eerst boven de drinkwaternorm. In het oppervlaktewater worden de insectenbestrijdingsmiddelen chloorpyrifos en dichloorvos boven het MTR gevonden. In 2003 was dit nog niet het geval. 7.2 Consequenties en aanbevelingen voor monitoring We raden aan om de Brede Screening voort te zetten in de huidige cyclus van vier jaar. Aandachtspunten zijn: Oppervlaktewater Een meer evenwichtige verdeling van het aantal monitoringpunten over het gebied. In deze rapportage was waterschap Hollandse Delta oververtegenwoordigd; de Limburgse waterschappen waren ondervertegenwoordigd. Het opnemen van alle bestrijdingsmiddelen op de lijst van KRW prioritaire stoffen (op basis van de meest actuele lijst van prioritaire stoffen) in het analysepakket. In de Brede Screening ontbrak bijvoorbeeld trifluralin. Het toevoegen van enkele metingen van het RWZI effluent. Grondwater Selectie van de officiële KRW monitoringlocaties. In de huidige rapportage ontbreken sommige KRW meetpunten. Het toevoegen van meetpunten in het Zuid-Hollandse gedeelte van het Maas stroomgebied. Uitbreiding van de meetpunten naar een diepte van 25 meter. In de beperkte meetset werden namelijk regelmatig overschrijdingen van de normen op die diepte aangetoond. Algemeen Het kiezen van een conserverings- en analysemethode waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen de verschillende componenten in isomerenmengsels: met name metolachloor/metolachloor-s, mecoprop/mecoprop-p en dimethenamid/dimethenamid-p. Definitief rapport oktober 2008

67 Het opnemen van alle resultaten, ook van het grondwater, in de landelijke website bestrijdingsmiddelenatlas. Hiervoor moet de bestrijdingsmiddelenatlas nog aangepast worden. 7.3 Relatie onderzoek met Ctgb en herevaluatie Toelating van bestrijdingsmiddelen wordt verzorgd door het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb). De toewijzing vindt getrapt plaats, waarbij onder andere ook gebruik wordt gemaakt van metingen aangeleverd door producenten van bestrijdingsmiddelen. De belasting van het oppervlaktewater en grondwater wordt daarbij modelmatig benaderd. De meetresultaten uit dit rapport kunnen worden gebruikt bij de herevaluatie van sommige middelen. Zo ontstaat beter inzicht op basis van werkelijk gemeten concentraties in het veld. In Tabel 7-1 worden de 10 stoffen genoemd die het meest het toelatingscriterium overschrijden. Met name glyfosaat en metribuzin blijken nog frequent boven het toelatingscriterium voor te komen. We raden het Ctgb aan om bij de herevaluatie van deze middelen rekening te houden met de resultaten van deze brede screening. We raden daarom aan om deze rapportage en achterliggende gegevens ter beschikking te stellen aan het Ctgb. Tabel 7-1: Top 10 stoffen die het meest frequent het toelatingscriterium overschrijden Norm Aantal metingen glyfosaat 16 metribuzin 15 penconazool 9 llambda-cyhalothrin 7 malathion 7 bifenox 6 metsulfuron-methyl 6 glufosinaat-ammonium 4 teflubenzuron 3 metozachloor Relatie evaluatie Duurzame gewasbescherming In de evaluatie van de Nota Duurzame gewasbescherming (RIVM, 2006) zijn de meest milieubelastende werkzame stoffen voor het oppervlaktewater op basis van metingen uit de bestrijdingsmiddelenatlas op een rij gezet. In het kader van het convenant duurzame gewasbescherming worden mogelijke oplossingen gezocht ter vermindering van emissies. In de nota Duurzame gewasbescherming geldt als operationele doelstelling: een reductie in de milieubelasting van de waterkwaliteit van 95% ten opzichte van 1998, te bereiken in 2010, met een tussendoelstelling van 75% te bereiken in Op basis van de verschillen in normoverschrijdingen van het (ad-hoc) MTR in 2003 en 2007 is te concluderen dat aan de doelstellingen wordt voldaan. Het aantal overschrijdingen is licht afgenomen, terwijl het meetprogramma ongeveer verdubbeld is. Definitief rapport oktober 2008

68 7.5 Normstelling van het MTR In de Brede Screening 2007 zijn voor vijf stoffen relatief veel overschrijdingen van het ad-hoc MTR gevonden: imidacloprid, kresoxim-methyl, metribuzin, iprodion en dichlofluanide (Tabel 4-8). We raden het Ministerie van VROM aan om voor deze stoffen een definitieve MTR af te leiden Illegaal gebruik Oppervlaktewater Evenals in de Brede Screening 2003 worden regelmatig verboden stoffen gemeten. Bijvoorbeeld diuron, simazin en propoxur. Pieken in concentratie in het voorjaar en de zomer kunnen er op wijzen dat deze stoffen nog steeds actief worden gebruikt. Naast illegaal gebruik speelt ook de aanvoer vanuit België (zie paragraaf 6.6) en mogelijk de nalevering uit het grondwater of waterbodem (diuron) een rol. Daarom hoeven de aangetroffen gehalten niet voort te komen uit illegaal gebruik. Verdacht hoge pieken in het oppervlaktewater die een sterke aanwijzing zijn op illegaal gebruik zijn: Atrazin, simazin en diuron zijn zowel in België als in Nederland verboden. Deze stoffen worden echter in duidelijke hogere concentraties in de grensstreek aangetoond in zowel Limburg als Noord-Brabant. Het gebruik van endosulfan in Roer en Overmaas (Geleenbeek, Jeker en Vlootbeek) en Brabantse Delta (Lange Water). Het gebruik van lindaan in de Geleenbeek (november meting 2007). Simazin komt bij alle waterschappen voor. Ook hier komen de hoogste concentraties voor in de grensstreek zoals in de Jeker en Thornerbeek (Limburg) en de Boven Dommel, Tongelreep en Boven Mark in Noord-Brabant. Atrazin en diuron in Waterschap Hollandse Delta. Het betreffen eenmalige uitschieters in duidelijke verhoogde concentraties. Actie is gewenst om dit probleem op te lossen. Daarbij is overleg nodig tussen provincie, waterschappen en AID. Ook overleg met landbouwbedrijfsleven, gemeenten en producenten is van belang. Grondwater In het grondwater zijn illegale stoffen zoals atrazin, diuron, o-fenyl-fenol en simazin boven de drinkwaternorm aangetroffen. Daarnaast zijn ook illegale stoffen boven de detectielimiet aangetroffen zoals lenacil en anthraquinone. De aangetroffen stoffen bevinden zich op minimaal 10 meter en zijn het resultaat van het gebruik van minimaal 10 jaar geleden. In de grondwaterbeschermingsgebieden zijn monsters genomen van het ondiepe grondwater. In deze, in de regel goede beschermde gebieden, is in enkele gevallen ook simazin aangetroffen. Dit duidt wel op illegaal gebruik. 5 Tijdens het schrijven van dit rapport vond al parallel een aanpassing van sommige normen plaats (bijvoorbeeld imidacloprid). Deze aanbeveling ie gebaseerd op de geldende normstelling van zomer Definitief rapport oktober 2008

69 7.7 In het algemeen op de goede weg De daling in aantal overschrijdingen van het Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR) in 2003 van bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater in Noord-Brabant heeft zich in 2007 voortgezet. Het aantal overschrijdingen neemt duidelijk af. Genomen maatregelen om emissies te beperken hebben dus een positieve uitwerking gehad. Deze effecten zijn nog niet merkbaar in het grondwater. Maar dat is ook verklaarbaar omdat op een diepte van 10 meter pas op langere termijn de effecten meetbaar zijn. 7.8 Concrete maatregelen Het gebruik van bestrijdingsmiddelen kan het beste verminderd worden door een doelgroep- en stofgerichte aanpak. Dergelijke lopende initiatieven en projecten kunnen voortgezet en uitgebreid worden. Concrete lopende projecten zijn: Het stimuleren van nieuwe apparatuur (sleepdoek, rollmaster) die het gebruik en drift van bestrijdingsmiddelen beperken. Het stimuleren van gemeentes om te voldoen aan de eisen van de certificering voor duurzaam terreinbeheer. Provinciebrede voorlichting aan burgers over het gebruik van (toegestane) bestrijdingsmiddelen in tuin en op open verhardingen (zoals glyfosaat, dichlobenil) en middelen tegen insecten (DEET, chloorpyrifos en dichloorvos). Het actief verminderen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in (kwetsbare) grondwaterbeschermingsgebieden. De aanpak van het Brabantse project Schoon Water kan in Limburg worden overgenomen. Internationaal overleg over het gebruik van bestrijdingsmiddelen in België, Frankrijk en Duitsland. Met name de overschrijdingen van KRW prioritaire stoffen worden veroorzaakt door aanvoer vanuit België. In KRW verband kan de aanpak van illegaal gebruik van deze stoffen besproken worden. Het intensiveren van controle op illegaal gebruik door de AID. Definitief rapport oktober 2008

70 8 SAMENVATTING EN CONCLUSIES Dit rapport beschrijft de resultaten van de 'Brede Screening Bestrijdingsmiddelen in het Maasstroomgebied in Het betreffen metingen van bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater en het grondwater. Aan de brede screening 2007 is door een brede groep deelgenomen en meegewerkt: Waterbedrijven Waterbeheerders Provincies WML WS Aa en Maas Provincie Noord-Brabant Brabant Water WS Peel en Maasvallei Provincie Limburg Evides WS Rivierenland WS Roer en Overmaas WS Brabantse Delta WS De Dommel WS Hollandse Delta Rijkswaterstaat De Brede Screening is een vervolg op de Brede Screening 2003 die in Noord-Brabant is uitgevoerd. De meetresultaten van 2007 in oppervlakte- en grondwater worden beschreven en getoetst aan normen en streefwaarden voor waterkwaliteit. Deze resultaten worden vergeleken met die van eerdere metingen. Aansluitend is een analyse gemaakt van de herkomst van de bestrijdingsmiddelen en de trendontwikkeling ten opzichte van eerdere jaren. De belangrijkste conclusies van de screening zijn hieronder weergegeven. 8.1 Bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater Afname dalende trend in (ad-hoc) MTR overschrijdingen zet zich voort De daling in aantal overschrijdingen van het Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) van bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater in Noord-Brabant in de periode heeft zich in 2007 voortgezet. Het aantal overschrijdingen van MTR en ad-hoc MTR s is gedaald ten opzichte van het jaar Het meetprogramma is ongeveer verdubbeld ten opzichte van 2003 met nieuwe metingen in Waterschap Hollandse Delta en Limburg. Daarom is de verbetering relatief groot. Het aantal stoffen dat overschreden wordt neemt echter niet af (Tabel 8-1). Het aantal stoffen dat het ad-hoc MTR overschrijdt is zelfs toegenomen. Maar dit kan ook veroorzaakt zijn door de uitbreiding van het analysepakket. Zeven aangetroffen stoffen met een ad-hoc MTR overschrijding, zijn ten opzichte van 2003 nieuw toegevoegd aan het analysepakket. Tabel 8-1: Aantal metingen per meetpunt en aantal stoffen waarin het (ad-hoc) MTR wordt overschreden in het oppervlaktewater Jaar MTR Ad-hoc MTR Aantal metingen boven MTR per Aantal stoffen boven MTR Aantal metingen boven ad-hoc MTR Aantal stoffen boven ad-hoc MTR meetpunt per meetpunt ,2 9 3, ,9 12 2, ,8 11 0,9 16 Definitief rapport oktober 2008

71 Tabel 8-2: Vergelijking van stoffen die aangetoond zijn boven het (ad hoc) MTR in 2003 en 2007 in het oppervlaktewater MTR overschrijdingen Ad-hoc MTR overschrijdingen Overschrijdingen in 2003 die zijn verdwenen in 2007 parathion(ethyl) # prosulfocarb carbaryl # diazinon # dimethanid terbutylazin bromoxynil azoxystrobin fenoxycarb # pymetrozine Overschrijdingen zowel in 2003 als 2007 simazin # propoxur # pirmicarb metolachloor # imidacloprid metribuzin kresoxim-methyl DEET linuron diuron # chloorfenvinfos carbendazim # Nieuwe overschrijdingen in 2007 isoproturon dichloorvos chloorpyrifos penconazool iprodion dichlofluanide methiocarb diflubenzuron Nieuw toegevoegde stoffen aan analysepakket 2007 die verhoogd voorkomen desmedifam dithianon lambda-cyhalotrin monolinuron # 2,4-dinitrofenol # endosulfan # fenmedifam # = niet meer toegelaten in 2007 in agrarische toepassingen. ## = stof is niet meer toegelaten als isomerenmix. Metolachloor-S en dimethanid-p zijn nog wel toegestaan. Het onderscheid kon niet gemaakt worden in het laboratorium. Het MTR en ad-hoc MTR van de genoemde stoffen in Tabel 8-2 worden niet bij alle waterbeheerders overschreden. Overschrijding van het MTR vindt het meeste plaats voor propoxur namelijk bij WS Aa en Maas, WS Brabantse Delta, WS De Dommel, WS Hollandse Delta, WS Peel en Maasvallei en WS Roer en Overmaas. Simazin, metolachloor en diuron overschrijden in vier waterschappen het MTR. De ad-hoc MTR s worden het meeste overschreden voor het anti insectenmiddel DEET (bij vijf waterbeheerders) en imidacloprid (bij zes waterbeheerders). Definitief rapport oktober 2008

72 Vooral diuron en endosulfan geven overschrijdingen van de KRW norm De resultaten van de 88 meetpunten uit de Brede Screening zijn vergeleken met de officiële KRW toetsing in het Maasstroomgebied. Uit de vergelijking komt een iets ander beeld. In beide gevallen geeft diuron de meeste overschrijdingen. In de Brede screening wordt de KRW norm MAC voor endosulfan meer overschreden. In de officiële KRW rapportage geven isoproturon en trifluralin (niet gemeten in Brede Screening) ook relatief veel overschrijdingen van de KRW norm. Om aan de KRW doelstellingen te voldoen is vooral aandacht nodig voor het reduceren van gebruik van verboden stoffen, zoals lindaan, endosulfan en diuron. De aangetroffen piekconcentraties duiden op plaatselijk illegaal gebruik. Daarnaast is overleg nodig met België over de hoge diuron concentraties in het aangevoerde water. Herkomst van de stoffen Belangrijke bronnen van de aangetroffen stoffen in oppervlaktewater vormen het niet landbouwkundig gebruik in groen en verhardingen (glyfosaat, AMPA 6, MCPA) en het landbouwkundig gebruik in de maïsteelt (metolachloor), grasland (MCPA), akkerbouw (carbendazim en isoproturon), vollegrondsgroente (chloorfenvinfos en simazin), fruitteelt (carbendazim) en boomteelt (linuron). Opvallend blijft het aantreffen van inmiddels verboden stoffen zoals atrazin, simazin, diuron, endosulfan, lindaan en simazin. Aanvoer vanuit België In de waterlopen langs de landsgrens worden duidelijk hogere concentraties aangetoond van verboden stoffen zoals atrazin, diuron, endosulfan en simazin. De beek met de meeste MTR en ad-hoc MTR overschrijdingen is de Jeker in Zuid-Limburg, vlak aan de Belgische grens. Daarnaast komen in beken zoals de Geul, Thornerbeek, Boven Dommel, Tongelreep en Boven Mark duidelijk meer normoverschrijdingen voor ten opzichte van de waterlopen verder stroomafwaarts in Nederland. RWZI s als doorgeefstation Rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn mogelijk een belangrijk doorgeefstation van bestrijdingsmiddelen. In de meetset van de Brede Screening zijn de zeven door RWZI beïnvloede meetpunten vergeleken met de overige meetpunten. Voor deze meetpunten worden meer overschrijdingen van de normen voor propoxur, MCPA en glyfosaat aangetoond. 6 Glyfosaat (met als afbraakproduct AMPA) is de stof die het meest frequent het toelatingscriterium overschrijdt, overschrijding van het MTR is geen probleem. Definitief rapport oktober 2008

73 8.2 Bestrijdingsmiddelen in het grondwater Aantal probleemstoffen in grondwater is groter dan in 2003 In 2003 werden 23 stoffen boven de detectielimiet aangetoond. In 2007 is dat bijna drie keer zoveel: 65 stoffen. Dit is deels te verklaren uit de uitbreiding van het analysepakket. Bijvoorbeeld anthraquinone, dinoterb en O-fenylfenol waren in het analysepakket van 2003 nog niet opgenomen. Maar in 2007 zijn ook stoffen aangetoond, die in 2003 wel waren opgenomen in het analysepakket, maar toen niet zijn aangetroffen. Voorbeelden zijn diflubenzuron (8 keer aangetoond), AMPA (7), glyfosaat (6), penconazool (6), chloorpyrifos (5) en kresoxim-methyl (5). In Tabel 8-3 wordt een vergelijking gemaakt van de stoffen die zowel in 2003 en 2007 het meeste werden aangetoond. In deze tabel is te zien dat DEET relatief meer wordt aangetoond; bentazon en diuron minder vaak. Tabel 8-3: Aandeel meetpunten waar een bestrijdingsmiddel boven de detectielimiet of drinkwaternorm is aangetoond in 2003 en 2007 in het grondwater Boven detectielimiet Boven drinkwaternorm DEET 5% 31% 0% 2% dinoterb Nb 26% Nb 7% bentazon 33% 20% 2% 2% diuron 7% 8% 8% 1% BAM 20% 20% 10% 13% atrazin # 5% 11% 1% 1% o-fenylfenol Nb 11% Nb 2% simazin # 5% 8% 2% 2% metalaxyl 3% 6% 2% 0% mecoprop 6% 6% 6% 1% # = niet meer toegelaten in 2007 in agrarische toepassingen. Nb = geen metingen beschikbaar. Mate van zuiveringsinspanning neemt toe bij vier winningen Volgens de KRW mag de zuiveringsinspanning ten behoeve van de drinkwaterbereiding niet toenemen. Alleen voor de winningen van Brabant Water kon de trend in zuiveringsinspanning globaal worden bepaald. Vier winningen hebben een stijgende trend; bij één andere winning is de trend omgebogen door aanpassingen in de bedrijfsvoering. De analyse voor WML kon vanwege gebrek aan gegevens niet uitgevoerd worden. In het opgepompte water van de waterbedrijven komen bentazon en BAM in de hoogste concentraties voor. Definitief rapport oktober 2008

74 Toestand KRW grondwaterlichamen is goed met uitzondering van Zand-Maas diep De Brede Screening is gebruikt als basis voor het afleiden van de toestand van de KRW grondwaterlichamen. Voor de beoordeling is alleen gebruik gemaakt van de aangemelde KRW meetpunten. Binnen de KRW geldt als eis een individuele norm van 0,1 µg/l en een som-norm van 0,5 µg/l. Per grondwaterlichaam mag niet meer dan 20% van de meetpunten de KRW-norm overschrijden. In totaal zijn er 17 verschillende stoffen (van in totaal 149 stoffen) waar de norm van 0,1 µg/l wordt overschreden in één of meer meetpunten van het grondwaterlichaam. Voor drie stoffen (BAM, AMPA en O- fenylfenol) overschrijden in grondwaterlichaam Zand Maas Diep (25 meter diepte) meer dan 20% van de meetpunten de 0,1 µg/l norm. Er zijn echter maar drie meetpunten beschikbaar op deze diepte. Overschrijding van de norm in één meetpunt resulteert daarom al in een slechte toestand. Het resultaat is daarom weinig representatief. De som norm (0,5 µg/l voor alle stoffen) wordt niet overschreden. Meer overschrijdingen in Limburg dan in Noord-Brabant Opvallend is dat meer overschrijdingen (streefwaarde en drinkwaternorm) in de provincie Limburg worden aangetoond dan in de provincie Noord-Brabant. Dit geldt zowel voor de provinciale meetnetten als de meetnetten van de waterbedrijven. Een verschil in landgebruik kan niet de oorzaak zijn van dit verschil. Bij de opzet van de provinciale meetnetten is namelijk rekening gehouden met de verdeling in homogene gebiedstypes. Uit de metingen van de Brede Screening blijkt, zoals verwacht, dat in de gebiedstypes landbouw-droog en landbouw-nat de meeste overschrijdingen voorkomen. Herkomst van de stoffen De aangetroffen stoffen zijn waarschijnlijk vooral afkomstig uit openbaar groen (BAM en diuron), grasland (mecoprop-p), maïs (atrazin, anthraquinone, bentazon), akkerbouw (carbendazim en metalaxyl) en tuinbouw (metalaxyl en simazin). Het aantreffen in het grondwater kan gerelateerd zijn aan gebruik in het verleden. In de waarnemingsputten van de waterbedrijven met filters in het bovenste grondwater komt simazin als illegale stof voor. Definitief rapport oktober 2008

75 9 LITERATUUR (CLM, 2004) Brede Screening Bestrijdingsmiddelen 2003, juni 2004, CLM, nr. CLM (RIZA 2005) Emissies van gewasbeschermingsmiddelen uit de glastuinbouw. RIZA rapport November (RIVM 2006) Evaluatie duurzame gewasbescherming 2006: milieu AMA van der Linden, P van Beelen, R Kruijne, RCM Merkelbach, JG Groenwold, RAN Vijftigschild, AJ van der Wal MG Vijver, GR de Snoo, GA van den Berg, JFM Huijsmans, DJ van der Gaag, M de Boer, SAM de Kool en DF Kalf. RIVM rapport /2006. (RIVM 2007) Residuen van gewasbeschermingsmiddelen in het grondwater. Een analyse voor de KRW. A.M.A. van der Linden, H.F.R. Reijnders, M.C. Zijp en A.M. Durand-Huiting RIVM rapport /2007 (concept ). (RIVM 2008) Protocol voor de beoordeling van de chemische toestand van grondwaterlichamen Een theoretisch concept. RIVM Briefrapport /2008. M.C. Zijp, P. van Beelen, L.J.M. Boumans, A.C.M. de Nijs, W.Verweij en S. Wuijts. (Schuttelaar en partners, 2007) Schone bronnen, nu en in de toekomst: tweede reeks knelpunten. Uitvoeringsprogramma dichlobenil. 23 november Laura Mout, Léon Jansen, Suzanne van der Pijll en Sylvia van Nierop op verzoek van: Stuurgroep Schone bronnen, nu en in de toekomst. (VMM 2007) Milieurapport Vlaanderen MIRA. Achtergronddocument. Thema Verspreiding van bestrijdingsmiddelen. December (Volz, 2007) Glyfosaat en AMPA in het stroomgebied van de Maas; Resultaten van een meetcampagne in het jaar 2006, RIWA Maas, J.Volz, (VROM 2006) Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in VROM-Inspectie, Den Haag. 48 pp. incl. bijlagen. (Waterschap Hollandse Delta, 2007) Watersysteemrapportage Waterschap Hollandse Delta Directie Strategie & Planning Directie Regulering & Laboratorium Directie Beheer & Onderhoud Juli Definitief rapport oktober 2008

76 (Waterschap Roer en Overmaas 2008) Bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewateren in zuidelijk Limburg in de periode Waterschap Roer en Overmaas, Sittard. 41 pp. + bijlagen. (Werkgroep MIR, 2008) Protocol toetsen en beoordelen voor de operationele monitoring en toestand- en trendmonitoring toetsjaar R. Torenbeek (Arcadis) & T.A.H.M. Pelsma (RWS) in opdracht van: RWS-Waterdienst. Definitief, goedgekeurd door MRE d.d. 28 januari Definitief rapport oktober 2008

77 A COMPANY OF Bijlage 1 Locaties meetpunten Definitief rapport 27 oktober 2008

78 ##LOS DOCUMENT## Bijlage 1 Definitief rapport oktober 2008

79 A COMPANY OF Bijlage 2 Stoffen Definitief rapport 27 oktober 2008

80 ##LOS DOCUMENT## Bijlage 2 Definitief rapport oktober 2008

81 A COMPANY OF Bijlage 3-6 Kaarten grondwater Definitief rapport 27 oktober 2008

82 ##LOS DOCUMENT## Bijlage 3-6 Definitief rapport oktober 2008

83 A COMPANY OF Bijlage 7-11 Kaarten oppervlaktewater Definitief rapport 27 oktober 2008

84 ##LOS DOCUMENT## Bijlage 7-11 Definitief rapport oktober 2008

85 A COMPANY OF Bijlage 12 Overschrijdingen oppervlaktewater in detail Definitief rapport 27 oktober 2008

86 ##LOS DOCUMENT## Bijlage 12 Definitief rapport oktober 2008

87 A COMPANY OF Bijlage 13 Kaarten per stof in grondwater Definitief rapport 27 oktober 2008

88 ##LOS DOCUMENT## Bijlage 13 Definitief rapport oktober 2008

89 N Legenda Beheerders Aa en Maas Brabantse Delta De Dommel Peel en Maasvallei Rivierenland Hollandse Delta Roer en Overmaas Evides RWS Type stedelijk nabij RWZI grensoverschrijdend stedelijk en RWZI nabij RWZI & grensoverschrijdend overig KRW meetpunt KRW oppervlaktewaterlichamen Rwzi's KRW maasstroomgebied Provinciesgrens Waterschapsgrens Titel: Overzicht meetpunten oppervlaktewater Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Opdrachtgever: Projectgroep Brede Screening Datum: Schaal: : Bijlage: 1.1 A4-formaat I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart01.1_oppervlaktewater-overzicht-meetpunten-A4.mxd nr:9t

90 N Legenda Beheerders Provincie Noord Brabant Provincie Limburg Brabant Water WML KRW meetpunt Maas Stedelijk gebied Opp. water Natuur Landbouw Grondwaterbeschermingsgebied KRW maasstroomgebied Provinciesgrens Waterschapsgrens Titel: Overzicht meetpunten grondwater Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Opdrachtgever: Projectgroep Brede Screening Datum: Schaal: Bijlage: 1.2 1: A4-formaat I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart01.2_grondwater-overzicht-meetpunten-A4.mxd nr:9t

91 code beheerder Meetlocatie code Waterloop nabij RWZI stedelijk KRW nabij grens primair grondgebruik X Y AM_loc1 Aa en Maas obakeaa100 Bakelse Aa nee gras/maïs/tuinbouw AM_loc10 Aa en Maas ohertwe900 Hertogswetering ja ja gras/stedelijk AM_loc11 Aa en Maas okonivl800 Koningsvliet ja divers AM_loc12 Aa en Maas olokago800 Loop v/h Kattenhol naar het Goor nee gras/maïs AM_loc13 Aa en Maas osambui860 Sambeekse uitwatering nee gras/mais AM_loc14 Aa en Maas ovliet_900 Uitwatering Nieuwe Vliet nee gras AM_loc2 Aa en Maas obiezlo850 Biezenloop ja gras/mais AM_loc3 Aa en Maas ode_aa_330 Aa nee gras/maïs AM_loc4 Aa en Maas ode_aa_500 Aa nee gras/maïs/stedelijk AM_loc5 Aa en Maas ode_aa_860 Aa nee gras/maïs/stedelijk AM_loc6 Aa en Maas odieze_900 Dieze ja ja nee divers AM_loc7 Aa en Maas ogoorlo690 Goorloop ja gras/mais AM_loc8 Aa en Maas ograara100 Graafse Raam ja gras/mais AM_loc9 Aa en Maas ogroowe320 Groote Wetering ja gras BD_loc1 Brabantse Delta molenbeek ja ja België landbouw BD_loc10 Brabantse Delta afw. pr. karelpolder nee tuinbouw BD_loc11 Brabantse Delta steenbergsche vliet nee landbouw divers BD_loc12 Brabantse Delta zuider afwaterings kanaal ja landbouw divers BD_loc2 Brabantse Delta Lange Water ja ja landbouw divers BD_loc3 Brabantse Delta boven mark nee veehouderij (mais) BD_loc4 Brabantse Delta aa of weerijs ja tuinbouw BD_loc5 Brabantse Delta boven mark ja België tuinbouw BD_loc6 Brabantse Delta Aa of weerijs nee België tuinbouw BD_loc7 Brabantse Delta mark en dintel ja landbouw divers BD_loc8 Brabantse Delta chaamse beek ja ja landbouw divers BD_loc9 Brabantse Delta laakse vaart nee landbouw divers DO_loc1 Dommel Beerze ja landbouw DO_loc10 Dommel Koevertsche Loop nee landbouw DO_loc11 Dommel Strekselsch Kanaal nee landbouw DO_loc12 Dommel Tongelreep ja België DO_loc13 Dommel Tongelreep ja ja stedelijk DO_loc14 Dommel Zandleij ja ja landbouw/rwzi DO_loc2 Dommel Beneden Dommel ja landelijk/stedelijk DO_loc3 Dommel Beneden Dommel ja landelijk/stedelijk DO_loc4 Dommel Boven Dommel ja België DO_loc5 Dommel Boven Dommel ja nee stedelijk DO_loc6 Dommel Buulder Aa nee België DO_loc7 Dommel Esschestroom ja landelijk/stedelijk DO_loc8 Dommel Groote Beerze nee landbouw/rwzi DO_loc9 Dommel Kleine Dommel ja ja stedelijk EV_loc1 Evides RKEI00MEET Maas benedenloop ja EV_loc2 Evides PPPT9M080UITG Na spaarbekkens Biesbosch nee FO 01 Hollandse Delta FO 01 Haven van Dirksland Ja Akkerbouw/fruitkwekerij FO 03 Hollandse Delta FO 03 Haven van Oude Tonge rand van Ja Akkerbouw FOP 1101 Hollandse Delta FOP 1101 Groote Kreek Ja d FOP 1301 Hollandse Delta FOP 1301 Afwatering Galathee Ja Akkerbouw/fruitkwekerij FOP 1401 Hollandse Delta FOP 1401 Groote Kreek en Kleine Kreek rand van Ja gebied FOP 1710 Hollandse Delta FOP 1710 Afwatering Oudeland van Middelharnis Ja Akkerbouw GO 02 Hollandse Delta GO 02 Haven van Goedereede Ja Ja Akkerbouw GO 04 Hollandse Delta GO 04 Haven van Stellendam Ja Ja Stedelijk/akkerbouw GO 08 Hollandse Delta GO 08 Zuiderdiep Ja Natuurgebied GOP 0201 Hollandse Delta GOP 0201 Afwatering Witte Brug Ja Weiland GOP 0302 Hollandse Delta GOP 0302 Afwatering Stellendam Ja Akkerbouw LGGA5101 Hollandse Delta LGGA5101 Hoofdwatergang nabij Groote Kreek Nee Akkerbouw +spruiten LGGA5102 Hollandse Delta LGGA5102 Oudelandse Watering Nee Akkerbouw +spruiten LGGA5104 Hollandse Delta LGGA5104 Dijksloot langs Kraaijensteinse Dijk Nee Akkerbouw +spruiten LGGA5105 Hollandse Delta LGGA5105 Zuiddiep Nee Akkerbouw +spruiten LGGA5106 Hollandse Delta LGGA5106 Hoofdwatergang nabij Kamerweg Nee Akkerbouw +spruiten LGGA5107 Hollandse Delta LGGA5107 Zuidelijke wegsloot langs Doornbosweg Nee Akkerbouw +spruiten LGGA5108 Hollandse Delta LGGA5108 Hoofdwatergang langs de Tweede Stoofweg Nee Akkerbouw +spruiten LGGA5109 Hollandse Delta LGGA5109 Dijksloot langs de westelijke kant van de Westdijk Nee Akkerbouw +spruiten LGGA5110 Hollandse Delta LGGA5110 Hoofdwatergang ten noorden en haaks op de Nieuwe Dijk Nee Akkerbouw +spruiten LGGA5111 Hollandse Delta LGGA5111 Dijksloot zuidelijk halverwege Galatheese dijk Nee Akkerbouw +spruiten LGGA9181 Hollandse Delta LGGA9181 Watergang nabij Korteweegje Nee akkerbouw ETU LGGA9182 Hollandse Delta LGGA9182 Watergang bij Tweede Groeneweg Nee akkerbouw ETU LGGE6218 Hollandse Delta LGGE6218 Watergang nabij Romeinse weg Nee Grasland/veehouderij LGGF7308 Hollandse Delta LGGF7308 Verlengde van Groote Kreek Nee Fruitteelt LGGF7309 Hollandse Delta LGGF7309 Hoofdwatergang haaks op de staakweg Nee Fruitteelt LGRR1009 Hollandse Delta LGRR1009 Zuidelijke Preekhilpolder Nee Referentie PM_loc1 Peel en Maasvallei OKRAA600 Krayelse Loop Nee glastuinbouw PM_loc2 Peel en Maasvallei OMBLO900 Molenbeek v Lottum Nee rozenteelt PM_loc3 Peel en Maasvallei OGRMB900 NL57_GRM_01 Ja landbouw divers PM_loc4 Peel en Maasvallei OTHOR900 NL57_HAE_01 Ja België PM_loc5 Peel en Maasvallei ONEER900 NL57_TUN_01 Ja landbouw divers PM_loc6 Peel en Maasvallei ORIJN400 Rijnbeek Nee glastuinbouw RL_loc1 Rivierenland kanaal Bakkerskil ja RL_loc2 Rivierenland Oude Maasje Nee RL_loc3 Rivierenland Oude Maasje Nee RL_loc4 Rivierenland kanaal Alm en Biesbosch Nee RL_loc5 Rivierenland kreekrestant Alm en Biesbosch Nee RO_loc1 Roer en Overmaas OGELE900 Geleenbeek Ja Ja Ja stedelijk RO_loc2 Roer en Overmaas OGEUL900 Geul beperkt Ja België landbouw divers RO_loc3 Roer en Overmaas OJEKE900 Jeker beperkt Nee België landbouw divers RO_loc4 Roer en Overmaas OVLOO Vlootbeek Nee Zeer landbouw divers RWS_loc1 RWS EIJSDTPN Maas bij Eijsden ja België RWS_loc2 RWS BELFBVN Maas bij Belfeld ja RWS_loc3 RWS MAASSS Nieuwe Waterweg ja RWS_loc4 RWS ozuidwv780 Zuid-Willemsvaart Nee

92 !"#" $% B46D0819! " " " B46D1083 # ###! # " B45B0564 #! $ " B45B0555 ##$ $! $" "$ " B51G0228 " $" %!! # ## " B51GP0627 $ $ %!! # " B44H0284 $$ %!! &# "" B44H0498 $"! & " $ B49EB0053 $$# %!! # $" B49E0299 $ %!! &$$ " B49F0531 # $! #" " " B49F0419 " $"$"# %!! &$ ## " B57E0339 #$ $! ""$ # "" B57E0105 " $##! "$ $ B45B0307 ##$ "#! "" $" B45B0339 ## "$#! B57A0037 "# $ %!! $"$ " B57A0038 "# $# %!! $ # # B45E0392 ##"# ""! $ #$ #" B45E0400 #$# "$#! "$ " B51C0394 " $ %!! "$ $" " B51C0393 " $"$"! " B52B0599 $ $$ %!! # # " B52B0597 $$#! " B45C0576 " $#! ## " B45C0188 # # %!! " B51F0151 # $$! # "# " B51F0106 ## $# %!! $$ $# & '! ( &" '! ( &$ '! ( & & ')*! '! ( + "", #"# " %!! ')*!" '! ( + "", #"# " -! " ')*! '! ( & ( """, "" # %!! ')*! '! ( ""$, "$ %!! ')"*! '! ( "", $ %!! ')"*! '! ( ""#, # $# %!! ')""*! '! ( & "", " $# %!! ## # ')"$*! '! ( & ( "", # $"# %!! # # ')"*! '! ( & ( "", " $" %!! ')"*! '! ( + ""#, ## $"" %!! # # ')"*! '! ( & ( "", "# $"$$ %!! ')"*! '! ( & "", # $! $# ')"*! '! ( & ( """, ## $## %!! # ')$*! '! ( & ( """, $# %!! " ')$*! '! ( & ( """", # $## %!! # ')$*!" '! ( & ( """", # $## -! "$ "# ')$$*! '! ( """, " $# %!! " " ')$*! '! ( & ( """, $## %!! " " ')$#*! '! ( & """, #" $## %!! # # ')$*! '! ( + """, $ $$## %!! " ')$*!" '! ( + """, $ $$## -! "$ "# ')$*! '! ( ""$ ""$ $"$ %!! "# # ')$*! '! ( & #.&$$, ## $" %!! ')$*! '! ( & ( #/&"", " $"" %!! " ') '! ( & ( #/&"", " $"" %!! " ') '! (.%. &", $"" ')" '! ( 01/. &", $ $ ')$ '! (.1.1&"", $" $"$ ') '! (.1.1&, $"# ')# '! (.1/.1/&#, # $" ') '! (.1/.1/&", # $"$ ') '! (.%.%&$, $"# ') '! (.21/.21/&$, $## ') '! (.21/.21/&$", $ $ ')# '! ( &#, # $# ')#" '! ( %1/ %1/&, " $#" ')#$ '! ( %1/ %1/&, $ ')# '! ( % %&, # $$ ')## '! ( % %&", $ $ ')# '! ( 0/)3 0/4&", # $# ')# '! ( 0/4 0/4&"#, #$# $## ')# '! ( 01/ 01/&, " $$$ ')# '! ( 05) 05)&, $# ') '! ( 05) 05)&$, " $#$$ ') '! ( 6)31/ 641/&, $$# $" ')" '! ( 6)31/ 641/&#, #$## $ ')$ '! ( 645) 645)&", # $$# ') '! ( 645) 645)&$, "" $" *! & landbouw-nat 7$" $$" %!! # # *!" & landbouw-droog #$$$, # $ %!! 2/-

93 !"#" $% *! & natuur #$$#, $ $" %!! # 2/- "*! & landbouw-droog #$", $ $#! # 2/- $*! & landbouw-droog #/$$$, #"# $$" %!! # 2/01/' *! & landbouw-droog #/$, $" %!! 0-/' #*! & landbouw-droog #-$$", "$# $$"# %!! #.58/'2/ *! & landbouw-nat #$"", $"! $ #.7% *!" & landbouw-droog #".$", " $$" %!! -/02/ *! & landbouw-nat #7$$, $ $#! " $ -)/55/ "*! & natuur #1$, " $"#$ %!! 2'/7/281 "*! & landbouw-droog 1$"$, "# #"! $# # -1/ "*!" & kwel #9$", $ $## %!! -: ""*!" & natuur #$, " $$$$ %!! //25/' "$*! & landbouw-droog #$, $ $$"$! $ //25/' "*! & landbouw-droog #9$"#, $! " $ /2 "#*! & landbouw-droog #$", " $$ %!! # 1'-/2 "*! & landbouw-droog #9$$,, #$ $## %!! " "*! & 2)6%$ $#"# # %!! # # "*! & landbouw-droog #/$, "$# $"# %!! ## # $*! & landbouw-droog #1$, "## $$# %!! 2'/550 $*! & landbouw-nat #/$$, "$ $"" %!! 1)';/ $*!" & kwel #9$$, # $# %!! ## # 1)2'/ $"*! & landbouw-nat #.#, " $"! $" " 7/'1/%)/2-/ $$*! & landbouw-droog #.$"",, #$$ %!! $*! & landbouw-nat #1$"", # %!! 7//5)3:&-)87/2 $#*! & landbouw-droog #9$$,, $$#" $#! $ # $*! & landbouw-nat #1$,, " $#" %!! $*!" & kwel #7$, $ $"$ %!! '1/%)/2-/ $*! & landbouw-nat.$#, "# $$ %!! $*! & landbouw-droog #$"#, #$# $" %!! ')/%-/ *! & overig #/$$ $ $" %!! $ *! & rivierklei #$", ### "$ %!! ')87 "*! & landbouw-droog #$, $$ $"! $# # '04:51/58/' $*! & landbouw-droog #$, # $"! # '04:51/58/' *! & overig #$$, "$ $"! " $ %/21/58/' #*! & landbouw-droog /$", #" $#$ %!! )5/ *! & landbouw-droog #1$"$, # # %!! # # )58/'2-/ *! & kwel #/$$, # $ %!! # # 0// *! & landbouw-droog #$$, ## $$$! $ # /:/' *!" & natuur #$, $ $"" %!! # "# )58/2)3: #*!" & stad $#, $ %!! $ # /21/;% #*! & landbouw-nat #$,, #$ $$ %!! # # #*! & landbouw-nat 1$"$, " $! # 58/2708 #"*! & landbouw-droog #"$,, "# $ %!! # # #$*!" & natuur #", # $ %!! 2)5/5.7 #*! & natuur 1$" " $ %!! # # 088/ #*!" & kwel 1$"$, "$ "# %!! 2)3/ #*! & landbouw-droog #$"$,, ##$ $ %!! # # #*! & natuur #"$", $ %!! 2)5 #*!" & 9$$, $ $$" %!! 25/-' *! & 2)6%$$ # "# %!! ## $## *! & landbouw-nat 9$$, $$ $! $ 20.7/ *! & landbouw-droog -$,, %!! "*! & landbouw-droog #9$", " "! $ 5.74: "*!" & landbouw-droog #9$" " " %!! $*! & kwel #9$"#, "# " %!! 5.74: *!" & natuur #7$, $# $# %!! # 5%/2/ #*! & landbouw-nat #$#,, # $$$" %!! *! & landbouw-droog #-$", #"#" ""! $ 58%).7)/'51/58/' *!" & landbouw-droog 7$, $#$ $$ %!! 0-/708 *! & natuur.$, ### $ %!! 0'')15.7//21/ *!" & kwel #/$, $" %!! 6':/52- *! & landbouw-droog #9$##,, $ $$# %!! # # *!" & natuur #/$, $$$ $$# %!! 6':/52- *! & landbouw-nat #7$, "" %!! # 6/7258 "*! & landbouw-droog 7$#, $ "$! # ')3: $*! & landbouw-nat.$, ##$ " %!! 24 *! & landbouw-droog #$$,, $# %!! #*! & landbouw-droog #$, ### $"## %!! $ *! & landbouw-droog #7$, $#$ $$ %!! ):/'5828 *!" & kwel #/$$", "#$ $$## %!! '9):/' *! & landbouw-droog /$", " $$ %!! " " 0 *! & landbouw-nat /"$, $$# %!! $ # *! & landbouw-droog #.$$, $ "$! # )/;/%28/' *! & kwel #9$", "# $$! $ ;//'- *! & 2)6%$ ##" #" %!! # # "*! & landbouw-droog #$$, # $" %!! # ;0-/28 $*! & landbouw-nat #$$", "# $"! " $ ;0-/28 *! & rivierklei -$, #"$ # %!! 2/- %' %' #.$" $# $##! "#" "" %'" %' #.$$ " $#! " "$ %'$ %' #.$# $ $## %!! "## $ %' %' #.$# $ $## %!! $#

94 !"#" $% %' %' 9" # $# -! ## %'" %' "# "" $" -! %' %' "$ " $"$$ -! ## %'" %' "$" " $""" %!! ##" " %'" %' "$ $" $"# %!! " %'"" %' "$" $ $" %!! " ## %'"$ %' "$ $"! $# " %'" %' #"'"" $$#! "# " %'"" %' #"- $# $#$ %!! "" $# %'"$ %' #""$# $"#! "" %'$ %' ". $ $ -! "# %' %' #"1 "# $ %!! $" " %'" %' #"/ " $ %!! ## %'$ %' #"/ " $ %!! #" "# %'# %' #.$ $### %!! "" $" %'#" %' #.$ $### %!! "$ %'#$ %' #.$ $### %!! " %'# %' #.$# # $####! "$ " %'## %' #.$# # $#### %!! # %' %' " %!! %' %' $# #" $$ %!! ## %'" %' $ $$# %!! %'$ %' # $$""# %!! "#$ %' %' $ # $ %!! "$#" # %'" %' $ $ $$# %!! " # %' %' 9$ ## $# %!! # #,:2,,6 + :2<!=!!=:2 + >

95 ! Basislijst stoffen Verlanglijst stoffen (nieuw tov 2003) Optionele lijst stoffen 2,4-D atrazin azoxystrobin BAM!" # bentazon bitertanol ## bromoxynil buprimaat # carbaryl carbendazim carbofuran $%"$ chloorfenvinfos & chloorprofam chloridazon cyprodinil diazinon dichlobenil '() dichloorvos diethyl-m-toluamide difenoconazool dimethenamid dimethoaat diuron ethofumesaat & # etridiazool fenhexamid fenoxycarb # fluazinam # fluroxypyr # flutolanil hexythiazox imazalil imidacloprid iprodion #" isoproturon kresoxim-methyl # # linuron malathion MCPA MCPP metabenzthiazuron metalaxyl metamitron metazachloor methomyl metolachloor metoxuron # metribuzin nicosulfuron parathion-ethyl penconazool pencycuron pirimicarb prochloraz procimidon propiconazool propoxur propyzamide prosulfocarb pymetrozine pyrimethanil simazine tebuconazool terbutylazine triadimenol tri-allaat triclopyr vinclozolin

96 Bijlage 2.1 Analysepakket Hollandse Delta Parameter Aantal analyses Parameter Aantal analyses 1,2-dichloorethaan 129 glyfosaat 50 2,4,5-trichloorfenoxyazijnzuur 50 haloxyfop 50 2,4-dichloorfenoxyazijnzuur 50 hexachloorbenzeen (HCB) 129 2,4-dichloorfenoxyboterzuur 50 hexachloorbutadieen 129 2,4-dichloorfenoxypropionzuur 179 imazalil 89 2,6-dichloorbenzamide (BAM) 50 imidacloprid 94 2-methyl-4-chloorfenoxyazijnzuur (MCPA) 179 indoxacarb 94 2-methyl-4-chloorfenoxyboterzuur 50 ioxynil 50 2-methyl-4-chloorfenoxypropionzuur (mecoprop) 179 iprodion 50 4,4'-dichloordifenyltrichloorethaan (DDT) 129 isoproturon chloorfenoxyazijnzuur 50 kresoxim-methyl 50 4-dimethylaminosulfotoluidide 50 linuron 94 4-hydroxy-2,5,6-trichloorisoftalonitril 50 malathion 50 abamectine 89 metalaxyl 50 acetamiprid 89 metaldehyde 39 alachloor 44 metamitron 50 aldicarb 94 metazachloor 50 aldicarbsulfon 94 methiocarb 94 aminomethylfosfonzuur 50 methiocarbsulfon 94 amitrol 12 methiocarbsulfoxide 94 atrazin 94 methomyl 94 azoxystrobin 50 methoxyfenozide 89 bentazon 179 methylazinfos 50 bitertanol 50 metoxuron 94 bromoxynil 50 metribuzin 50 bupirimaat 50 N,N-diethyl-3-methylbenzamide (DEET) 50 buprofezin 50 pendimethalin 50 carbaryl 50 pentachloorbenzeen 129 carbendazim 94 Pentachloorfenol (PCP) 129 carbofuran 94 pirimicarb 50 chloorfenvinfos 94 procimidon 50 chloorprofam 50 propachloor 50 chloorpyrifos 144 propamocarb 89 chloortoluron 129 propoxur 94 chloridazon 50 propyzamide 50 clomazone 50 prosulfocarb 50 cyprodinil 50 pymetrozine 89 cyromazine 89 pyrazofos 50 deltamethrin 50 pyridaben 50 desmetryn 50 pyrifenox 50 diazinon 50 pyrimethanil 50 dibutyltin 44 pyriproxyfen 50 dicamba 50 simazin 94 dichlobenil 50 som 2,4'- en 4,4'-DDT 129 dichloormethaan 129 som a-, b-, c- en d-hch 129 dichloorvos 44 som aldrin, dieldrin, endrin en isodrin 129 diethofencarb 50 som alfa- en beta-endosulfan en endosulfan 129 difenoconazool 50 spinosad 89 dimethoaat 94 tebuconazol 50 dimethomorf 50 teflubenzuron 56 diuron 175 terbutryne 50 endrin 129 terbutylazine 50 esfenvaleraat 50 thiacloprid 89 ethofumesaat 50 thiamethoxam 89 ethyleenthioureum (ETU) 21 thiofanaat-methyl 89 etridiazol 50 thiometon 50 fenoxycarb 50 tolclofos-methyl 50 fenpropimorf 50 tolylfluanide 50 fluazifop 50 triadimenol 50 fluazinam 50 tributyltin 44 fluroxypyr 50 triclopyr 50 flutolanil 50 trifloxystrobin 50 gamma-hexachloorcyclohexaan (lindaan) 129 triflumizool 50 glufosinaat 50 trifluraline 44 glufosinaat-ammonium 50 vinclozolin 50

97 Bijlage 2.2 Normen per stof in µg/l Stofnaam Cas Nr Opmerking bij stofnaam BSBM-pakket TNO-analyse code Brede Screening analyse bij TNO Detectie grens Rapportage grens MTR *=ad-hoc MTR NW4 streefwaarde oppervlakte water streefwaarde grondwater KRW jaar maximum gemiddelde 1,2-dichloorpropaan verlanglijst VOC #N/A #N/A #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A 2,4-D basislijst GCPEST #N/A #N/A 2,4-dinitrofenol verlanglijst GCPEST #N/A #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A 2,6-dichloorbenzamide (BAM) basislijst GCPEST * 10 #N/A #N/A 1800 #N/A #N/A 2-aminoacetophenon verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A Abamectine optioneel LCPEST * #N/A #N/A #N/A Aclonifen verlanglijst GCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A a-endosulfan + sulfaat verlanglijst GCPEST * #N/A aldicarb optioneel LCPEST #N/A #N/A aldrin verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A aminomethylfosforzuur (AMPA) basislijst GLY #N/A #N/A 8980 #N/A #N/A anthraquinone verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A atrazin basislijst GCPEST #N/A Azaconazool optioneel LCPEST * 0.51 #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A azoxystrobin basislijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A bentazon basislijst GCPEST #N/A #N/A bifenox optioneel GCPEST * #N/A #N/A #N/A bifenthrin optioneel GCPEST #N/A #N/A #N/A bitertanol som isomeren basislijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A bromoxynyl(-octanaat) basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A bupirimaat basislijst GCPEST * 0.3 #N/A #N/A #N/A carbaryl basislijst GCPEST #N/A #N/A #N/A carbendazim basislijst LCPEST #N/A #N/A carbofuran basislijst GCPEST #N/A #N/A c-hch (lindaan) verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A chloorfenvinfos basislijst GCPEST chloorprofam basislijst GCPEST #N/A #N/A #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A chloorpyrifos optioneel GCPEST chloortoluron verlanglijst LCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A chloridazon basislijst LCPEST #N/A #N/A #N/A cinidon-ethyl verlanglijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A clomazone verlanglijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A Clopyralid verlanglijst GCPEST * 0.75 #N/A #N/A #N/A cyazofamid verlanglijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A Cycloxydim optioneel LCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A cyfluthrin som isomeren optioneel GCPEST * #N/A #N/A #N/A cypermethrin som isomeren optioneel GCPEST #N/A #N/A #N/A cyproconazool som isomeren optioneel LCPEST * #N/A #N/A #N/A Cyprodinil basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A DDT Holl Delta , #N/A #N/A #N/A drinkwater norm Ctbg-toelatings criterium

98 Bijlage 2.2 Normen per stof in µg/l Stofnaam Cas Nr Opmerking bij stofnaam BSBM-pakket TNO-analyse code Brede Screening analyse bij TNO Detectie grens Rapportage grens MTR *=ad-hoc MTR NW4 streefwaarde oppervlakte water streefwaarde grondwater drinkwater norm Ctbg-toelatings criterium KRW jaar maximum gemiddelde deltamethrin optioneel GCPEST #N/A #N/A Desmedifam som desmedifam verlanglijst LCPEST * 0.01 #N/A #N/A #N/A diazinon basislijst GCPEST #N/A #N/A #N/A Dicamba verlanglijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A dichlobenil basislijst GCPEST * 0.2 #N/A #N/A #N/A dichlofluanide optioneel GCPEST * #N/A #N/A #N/A dichloorprop-p verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A #N/A #N/A dichloorvos basislijst GCPEST #N/A #N/A diethyltoluamide (DEET) basislijst GCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A difenoconazool som isomeren basislijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A diflubenzuron optioneel LCPEST * #N/A #N/A #N/A Diflufenican verlanglijst GCPEST * 0.09 #N/A #N/A #N/A dimethenamide basislijst GCPEST * 0.02 #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A dimethoaat basislijst GCPEST #N/A #N/A dinoterb verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A Dithianon verlanglijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A diuron basislijst LCPEST #N/A dodemorf optioneel GCPEST * 0.33 #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A Dodine optioneel LCPEST * #N/A #N/A #N/A endrin Holl Delta #N/A #N/A #N/A esfenvaleraat verlanglijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A ethofumesaat basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A ethoprofos verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A etridiazool basislijst GCPEST * 0.18 #N/A #N/A #N/A ETU Holl Delta #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A famoxadone verlanglijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A fenamifos optioneel GCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A fenarimol optioneel LCPEST * #N/A #N/A #N/A fenbutatin verlanglijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A fenhexamid basislijst LCPEST * 0.02 #N/A #N/A #N/A fenitrothion optioneel GCPEST #N/A #N/A #N/A fenmedifam som desmedifam/fverlanglijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A fenoxycarb basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A Fenpropimorf optioneel GCPEST * #N/A #N/A #N/A Fenvaleraat optioneel GCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A fluazifop-butyl optioneel GCPEST * #N/A #N/A #N/A fluazinam basislijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A fluroxypyr basislijst GCPEST * 11 #N/A #N/A #N/A flutolanil basislijst LCPEST #N/A #N/A glufosinaat verlanglijst GLY * 13.6 #N/A #N/A #N/A

99 Bijlage 2.2 Normen per stof in µg/l Stofnaam Cas Nr Opmerking bij stofnaam BSBM-pakket TNO-analyse code Brede Screening analyse bij TNO Detectie grens Rapportage grens MTR *=ad-hoc MTR NW4 streefwaarde oppervlakte water streefwaarde grondwater drinkwater norm Ctbg-toelatings criterium KRW jaar maximum gemiddelde glyfosaat basislijst GLY * 0.77 #N/A #N/A #N/A haloxyfop-p-methyl verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A Hexythiazox basislijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A imazalil basislijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A imidacloprid basislijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A ioxynil (-fenol) optioneel GCPEST * #N/A #N/A #N/A iprodion basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A isoproturon basislijst LCPEST #N/A isoxaflutool verlanglijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A kresoxim-methyl basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A lambda-cyhalothrin verlanglijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A Lenacil verlanglijst LCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A linuron basislijst LCPEST #N/A #N/A malathion basislijst GCPEST #N/A #N/A MCPA basislijst GCPEST #N/A #N/A mecoprop basislijst GCPEST #N/A #N/A #N/A metalaxyl basislijst LCPEST * 0.46 #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A metamitron basislijst LCPEST #N/A #N/A metazachloor basislijst GCPEST #N/A #N/A methabenzthiazuron basislijst LCPEST #N/A #N/A #N/A methiocarb optioneel GCPEST * #N/A #N/A #N/A methomyl basislijst LCPEST #N/A #N/A metobromuron verlanglijst LCPEST #N/A #N/A #N/A metolachloor basislijst GCPEST #N/A #N/A #N/A metoxuron basislijst LCPEST * 0.19 #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A metribuzine basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A metsulfuron-methyl optioneel LCPEST * #N/A #N/A #N/A monolinuron verlanglijst LCPEST #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A monuron verlanglijst LCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A Nicosulfuron basislijst LCPEST * 11 #N/A #N/A #N/A O-fenylfenol verlanglijst LCPEST #N/A #N/A #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A oxamyl optioneel LCPEST #N/A #N/A #N/A oxydemethon-methyl verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A parathion-ethyl basislijst GCPEST #N/A #N/A #N/A parathion-methyl optioneel GCPEST #N/A #N/A #N/A penconazool basislijst LCPEST * #N/A #N/A pencycuron basislijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A pendimethalin verlanglijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A permethrin som isomeren optioneel GCPEST #N/A #N/A pirimicarb basislijst GCPEST #N/A #N/A

100 Bijlage 2.2 Normen per stof in µg/l Stofnaam Cas Nr Opmerking bij stofnaam BSBM-pakket TNO-analyse code Brede Screening analyse bij TNO Detectie grens Rapportage grens MTR *=ad-hoc MTR NW4 streefwaarde oppervlakte water streefwaarde grondwater drinkwater norm Ctbg-toelatings criterium KRW jaar maximum gemiddelde pirimifos-methyl optioneel GCPEST * #N/A #N/A #N/A prochloraz basislijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A procymidon basislijst GCPEST * 3.7 #N/A #N/A #N/A propiconazool som isomeren basislijst LCPEST * 0.1 #N/A #N/A #N/A propoxur basislijst GCPEST #N/A #N/A propyzamide basislijst GCPEST * 0.11 #N/A #N/A #N/A prosulfocarb basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A prosulfuron verlanglijst LCPEST #N/A #N/A #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A pymetrozine basislijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A pyridaat-(methyl) verlanglijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A pyrimethanil basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A rimsulfuron verlanglijst LCPEST #N/A #N/A #N/A #N/A #N/A simazin basislijst GCPEST #N/A sulcotrione verlanglijst LCPEST * 0.13 #N/A #N/A #N/A tebuconazool basislijst LCPEST * 0.01 #N/A #N/A #N/A Tebufenpyrad verlanglijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A teflubenzuron optioneel LCPEST * #N/A #N/A #N/A terbutrin verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A terbutylazin basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A Tetramethrin som isomeren optioneel GCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A thiabendazool verlanglijst LCPEST * #N/A #N/A thiacloprid verlanglijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A tolclofos-methyl optioneel GCPEST #N/A #N/A #N/A tolylfluanide optioneel GCPEST * #N/A #N/A #N/A Triadimenol basislijst LCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A triallaat basislijst GCPEST #N/A #N/A triazamaat verlanglijst GCPEST #N/A #N/A #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A tributyltin-verbindingen #N/A Holl Delta #N/A trichlopyr-bee basislijst GCPEST * #N/A #N/A #N/A trifloxystrobin optioneel GCPEST * #N/A #N/A #N/A trifluralin Holl Delta #N/A 0.03 #N/A triflusulfuron-methyl verlanglijst LCPEST * #N/A #N/A #N/A vinchlozolin basislijst GCPEST * #N/A 0.1 #N/A #N/A #N/A #NA = geen norm aanwezig Getallen licht afgedrukt zijn niet toetsbaar, omdat de detectielimiet hoger ligt dan de norm

101 Bijlage 2.3 Wijze van analyseren in het laboratorium (aangeleverd door TNO) Bestrijdingsmiddelen GC-MS en LC-MS Voor de bepaling van bestrijdingsmiddelen met behulp van GC-MS en LC-MS zijn de aangeleverde 1 liter groene monsterflessen (geconserveerd met azijnzuur) in behandeling genomen. Voorafgaand aan de monstervoorbehandeling is een mengsel van interne standaarden toegevoegd. Het monster is door middel van een tweevoudige solid phase extractie (SPE) bij ph 2 en bij ph 7 geëxtraheerd en geconcentreerd, waarbij tevens de lege monsterfles met organisch oplosmiddel is nagespoeld. Het verkregen eindextract is opgesplitst in twee gelijke delen. Het deelextract voor de LC-MS analyse is na droogdampen opgenomen in een voor deze techniek geschikt oplosmiddel en geanalyseerd. Het deelextract voor de GC-MS analyse is voorafgaand aan de analyse gederivatiseerd met diazomethaan.voor de kwantificering van de bestrijdingsmiddelen is voor beide analysetechnieken gebruik gemaakt van een externe kalibratiereeks bestaande uit standaardoplossingen op vier concentratieniveaus. De identificatie van de bestrijdingsmiddelen is uitgevoerd op basis van de retentietijd en de aanwezigheid van één of meerdere specifieke massafragmenten ten opzichte van de standaardoplossing. Bij elke serie monsters is een methodeblanco en een referentie watermonster met en zonder standaardaddities meegenomen. Uit de resultaten voor de methodeblanco s blijkt dat er geen sprake is van storingen, als gevolg van de gebruikte chemicaliën en laboratoriumapparatuur. Uit de resultaten van het referentie watermonster met en zonder additie blijkt dat de toegepaste methode voor de gewenste bestrijdingsmiddelen voldoet aan de prestatiekenmerken, zoals opgenomen in de offerte van TNO-B&O voor dit project. Glyfosaat, glufosinaat-ammonium en AMPA Voor de bepaling van glyfosaat, glufosinaat-ammonium en AMPA is het aangeleverde kunststof flesje van 100 ml (zonder conserveringsmiddel) in behandeling genomen. Uit de monsterflessen is, in duplo, een deelmonster genomen. Aan één van de deelmonsters is een standaardoplossing van de betreffende componenten toegevoegd ter controle van de retentietijden en de terugvinding. Het deelmonsters is vervolgens met een buffer op ph 9 gebracht en gederivatiseerd met 9- fluorenmethylchloroformaat (FMOC-Cl). De gederivatiseerd deelmonsters zijn zonder verdere voorbehandeling geanalyseerd met behulp van LC met fluorescentie detectie. Voor de kwantificering van glyfosaat, glufosinaat-ammonium en AMPA is gebruik gemaakt van een externe kalibratiereeks op drie concentratieniveaus, die onder identieke condities als de monsters is gederivatiseerd met FMOC-Cl. De componenten zijn geïdentificeerd op basis van de retentietijd ten opzichte van de standaardadditie in het duplo deelmonster. Bij elke serie monsters is een blanco watermonster met en zonder standaardaddities meegenomen. Uit de resultaten voor de blanco s blijkt dat er geen sprake is van storingen, als gevolg van de gebruikte chemicaliën en laboratoriumapparatuur. Uit de resultaten van het blanco watermonster met en zonder additie blijkt dat de toegepaste methode geschikt is voor de bepaling van glyfosaat, glufosinaat-ammonium en AMPA met een aantoonbaarheidsgrens van 0,1 µg/l.

102 1,2-dichloorpropaan (VOC) Voor de bepaling van de relatief vluchtige component 1,2-dichloorpropaan is het aangeleverde donkerbruine monsterflesje van 100 ml (geconserveerd met azijnzuur) in behandeling genomen. De flesjes zijn op verzoek van TNO door de monsternemers volledig gevuld (geen headspace). Een deelmonster is overgebracht in een headspace monsternameflesje en na toevoeging van een mengsel van interne standaarden direct afgesloten. Door middel van een headspace solid phase micro-extractie (HS-SPME) is 1,2-dichloorpropaan geëxtraheerd, geconcentreerd en automatisch geanalyseerd met behulp van GC-MS. Voor de kwantificering is gebruik gemaakt van een externe kalibratiereeks op drie concentratieniveau s, die onder identieke condities als de monsters is geanalyseerd met HS- SPME. De identificatie van 1,2-dichloorpropaan is uitgevoerd op basis van de retentietijd en de aanwezigheid van één of meerdere specifieke massafragmenten ten opzichte van de standaardoplossing. Bij iedere in behandeling genomen serie monsters is een methodeblanco en een watermonster met en zonder standaardaddities meegenomen. Uit de resultaten voor de methodeblanco s blijkt dat er geen sprake is van storingen, als gevolg van de gebruikte chemicaliën en laboratoriumapparatuur. Uit de resultaten van het watermonster met en zonder additie blijkt dat de toegepaste methode geschikt is voor de bepaling van 1,2- dichloorpropaan aantoonbaarheidsgrens van 0,1 µg/l. Kwaliteitsborging en certificering analyses De door TNO-Bouw en Ondergrond (B&O) uitgevoerde werkzaamheden in het kader van het project Brede Screening Bestrijdingsmiddelen Maasregio 2007 zijn uitgevoerd onder een kwaliteitsborgingsysteem dat voldoet aan de eisen van ISO 9001 (certificaat nr AQ-ROT-RvA). De door TNO-B&O uitgevoerde analyses zijn uitgevoerd onder de erkenning voor Onderzoek en Ontwikkeling (O&O) van de Raad van Accreditatie (ISO/IEC 17025, accreditatie-certificaat nr. L026). De uitbestede analyse van het gehalte zwevende stof in oppervlaktewatermonsters is uitgevoerd door Al-West B.V. onder erkenning van de Raad van Accreditatie (accreditatie-certificaat nr. L005).

103 BIJLAGE 2.4 ACHTERGRONDINFORMATIE OVER DE MEEST AANGETROFFEN BESTRIJDINGSMIDDELEN 2,4-D (2,4-dichloorfenoxyazijnzuur) 2,4-D is toegelaten als breedwerkend onkruidbestrijdingsmiddel in grasgroenbemesters, in de fruitteelt onder appel- en perenbomen en onder windschermen, op tijdelijk onbeteeld land, op akkerranden en randen van weilanden en op braakliggend bloembollenland. Diverse andere toepassingen zijn voor de monoformulering sinds mei 2007 verboden. 2,4-D behoort netzo als MCPA, MCPP (mecoprop) tot de groep van de fenoxyzuren die snel uitspoelen naar grond- en oppervlaktewater. Aminomethylfosfonzuur (AMPA) Aminomethylfosfonzuur (AMPA) is een afbraakproduct van voornamelijk glyfosaat. Daarnaast kan AMPA ook ontstaan uit huishoudelijke en industriële reinigingsmiddelen en koelwateradditieven. AMPA is meer persistent dan glyfosaat en ook slecht afbreekbaar in RWZI s. Anthraquinone Anthraquinone is een aromatische verbinding en komt ook in de natuur voor in sommige planten, paddenstoelen en insecten. Het kan ook chemisch worden gefabriceerd. Het middel wordt onder meer als smaakstof gebruikt voor het lokken van ganzen, als kruidenextract in medicijnen (laxeermiddel, pijnstiller) en als afweermiddel tegen vogels. In Frankrijk wordt de stof toegevoegd aan (maïs)zaad om te voorkomen dat zaaizaad wordt opgegeten. In Nederland is de stof voor dit doel tot 1993 gebruikt, maar is thans verboden. Het gebruik van behandeld zaad afkomstig uit Frankrijk gedoogd (mondelinge mededeling Plantenziektenkundige Dienst). De stof is niet meegenomen in het analysepakket van de KRW nulmeting naar bestrijdingsmiddelen bij de overige 10 provincies in Nederland in Atrazin Atrazin werd als herbicide destijds vooral gebruikt in de maïsteelt, maar ook in bijvoorbeeld de teelt van asperges. De concentratiegebieden zijn dan ook vooral in zuid en oost Nederland. De stof is sinds 2000 verboden. Atrazin is een KRW prioritaire stof. Bentazon Bentazon is toegelaten voor de bestrijding van éénjarige onkruiden in grasland, maïs en andere akkerbouw- en groentegewassen. Bentazon is vooral bekend vanwege overschrijdingen van de drinkwaternorm in het grondwater. Vanwege deze reden is deze stof ook geselecteerd in het project Schone Bronnen. Het gebruik van bentazon is sinds 2000 sterk verminderd door etiketbeperkingen en de toelating van nieuwe onkruidbestrijdingsmiddelen. Verder is het onkruidbestand in maïs veranderd; grassen zijn opgekomen, bentazon werkt hier niet tegen en wordt dus minder ingezet. Carbendazim Carbendazim is veel gebruikt in o.a. de teelt van suikerbieten, tarwe, bloembollen, groente-, fruit- en bloemisterijgewassen. Daarnaast is het veel als schimmelwerend middel toegevoegd aan o.a. muurverven en textiel. Deze toepassing is nog toegestaan. Alle toelatingen voor agrarische toepassing zijn sinds 2007 komen te vervallen. Het is mogelijk dat carbendazim nog steeds is toegevoegd als biocide aan producten die uit het buitenland worden geïmporteerd. Ook kan het ontstaan uit thiofanaat-methyl dat wel is toegestaan.

104 Dichlobenil (en BAM) Dichlobenil is de werkzame stof in Casoronkorrels. 2,6 dichloorbenzamide (BAM) is in het project Schone bronnen, nu en in de toekomst van de Vewin, Nefyto, de Unie van Waterschappen en LTO-Nederland als aandachtsstof opgenomen. De onderstaande beschrijving is afkomstig uit het uitvoeringsprogramma Schone Bronnen (Schuttelaar en partners, 2007): Dichlobenil is een herbicide en is toegelaten als granulaat om te strooien onder vangrails, rondom verkeersborden en wegbebakening, evenals op de grensstrook met een breedte van maximaal 25 centimeter tussen wegen en of paden en de daarlangs liggende bermen, appelen perenbomen, houtige gewassen, in parken en plantsoenen, evenals onder wegbeplantingen en windsingels en permanent onbeteelde terreinen (maar geen verhardingen). In 1993 is de maximale dosering per jaar verlaagd van 23 kg naar 6,75 kg werkzame stof per hectare. In 1996 is de maximale dosering verder verlaagd naar 4,05 kg werkzame stof per hectare. Dichlobenil wordt volgens de toelatinghouder vooral toegepast in openbaar groen, voornamelijk onder beplantingen (54%), gevolgd door toepassingen op halfverhardingen bijvoorbeeld naast wegen (halfverhard, 32%) en tenslotte 13% op onbeteeld terrein (industriegebieden). De afzet in de agrarische sector is miniem. De totale afzet van dichlobenil is volgens de toelatinghouder licht gegroeid van kg werkzame stof in 2002 naar kg werkzame stof in Dit komt vooral door een toename van toepassingen onder beplantingen. Dichlobenil breekt af in de bodem en verdwijnt ook na toepassing via vervluchtiging. De metaboliet BAM is persistent en uitspoelingsgevoelig, maar is niet-relevant verklaard en hoeft daarom niet te voldoen aan het MTR en de drinkwaternorm. Dichlobenil en BAM zijn relatief weinig toxisch. BAM is ook een metaboliet van de stof fluopicolide, één van de werkzame stoffen in het middel Infinito. Dit middel beschermt tegen blad-, stengel-, en knolphytophthora. Volgens de CTB-beoordeling van fluopicolide is BAM niet-relevant. CTB maakt echter de volgende notitie: It should be noted that the DAR of fluopicolide is still under EU review and some discussion on the relevance of BAM is foreseen. Dichlofluanide Dichlofluanide is als gewasbeschermingsmiddel sinds 1992 niet meet toegestaan. In Europa geldt een verbod sinds 31 december De stof zit nog wel in een aantal biociden voor houtbehandeling tegen schimmels en als antifoulingmiddel in verf voor boten. Het gebruik als schimmelwerend middel is sedert circa 1989 sterk toegenomen, als vervangmiddel voor het verboden pentachloorfenol (PCP). Chloorfenvinvos Chloorfenvinvos is een biocide dat tot juni 2007 beperkt toegelaten was. Na deze datum is deze stof geheel verboden. Chloorfenvinvos is een KRW prioritaire stof voor het oppervlaktewater. Chloorpyrifos Chloorpyrifos is een insecticide dat midden jaren 1960 op de markt kwam. Het is één van de meest gebruikte organofosfaat-pesticiden geworden. Het werd vooral gebruikt bij de teelt van koolsoorten (Brassica), maar ook van asperge, prei, sierplanten, in de boomkwekerij en toegevoegd aan potgrond en kas. Chloorpyrifos is een KRW prioritaire stof voor het oppervlaktewater. Chloorpyrifos wordt nu nog gebruikt in huishoudens, bedrijven en

105 instellingen ter bestrijding van mieren en allerlei andere kruipende insecten. En verder in de boomkwekerij. Dichloorvos Dichloorvos of DDVP (2,2-dichloorvinyl-dimethyl-fosfaat) wordt gebruikt als insecticide en strijdgas (tabun, sarin, soman, VX). Dichloorvos is veel gebruikt in huishoudens ter bestrijding van vlooien, vliegen en andere insecten. Dichloorvos is in de Europese Unie niet meer toegelaten vanaf 6 december 2007; bestaande voorraden mogen tot 6 december 2008 gebruikt worden. Het is nu alleen nog toegelaten voor bestrijding van motten en tapijtkevers. Dimethenamid Dimethenamid(-p) is sinds 2000 op de markt en toegelaten als herbicide in maïs van mei 2000 tot juli In maart 2003 is een nieuw middel op basis van dimethenamid-p op de markt gekomen met een toelating in maïs en bieten. De isomerenmix van dimethenamid die vroeger werd toegepast, is niet meer toegelaten. Voor het toepassen van dimethenamid-p gelden driftreducerende maatregelen met een driftreductie van 75%. De stof is als relatief nieuwe aandachtsstof opgenomen in de tweede ronde van het project schone bronnen. 2,4- dinitrofenol Onderzoek heeft aangetoond dat 2,4- dinitrofenol in regenwater ook afkomstig kan zijn van andere bronnen, zoals uitlaatgassen van verkeer of verbrandingsinstallaties. Dinoterb Dinoterb werd tot en met 1998 gebruikt ter bestrijding van eenjarige tweezaadlobbigen in graan. Nu wordt dat gedaan met chloortoluron en isoproturon. Diuron Diuron wordt zowel in het grondwater als oppervlaktewater veelvuldig aangetroffen. Het is een onkruidbestrijdingsmiddel met een lange nawerking dat vooral als een totaalherbicide wordt gebruikt. Gebruik als anti-fouling op schepen is sinds 2004 verboden. De stof kwam voor in tientallen producten, maar is sinds 2005 geheel verboden. Diuron werd voor het verbod veel toegepast op verhardingen door gemeentes en op bedrijventerreinen op verhardingen. De stof vormde regelmatig een bedreiging voor de drinkwaterwinning uit Maaswater. Dat heeft geleid tot een verbod op de toepassing van de stof voor onkruidbestrijding op verhardingen in Duitsland volgde iets later en België nog wat later. Diuron is een KRW prioritaire stof voor het oppervlaktewater. Endosulfan Endosulfan is een insecticide en acaricide, dat vooral gebruikt werd om landbouwgewassen te besproeien om ze tegen insecten en mijten te beschermen. Endosulfan is zeer schadelijk voor dierlijk waterleven. Toepassing heeft in Limburg tot grote vissterfte geleid. Toepassing is in Nederland sinds 1988 verboden. In België was toepassing van het middel in de open lucht nog toegestaan tot 31 mei Ethyleenthioureum (ETU) Ethyleenthioureum (ETU) is een metaboliet van de bestrijdingsmiddelen zineb en maneb. Deze stof is in het analysepakket van Hollandse Delta opgenomen.

106 Glyfosaat Glyfosaat is een totaalherbicide dat op de markt is gebracht onder de merknaam Roundup. Glyfosaat wordt ook op grote schaal toegepast op verhardingen. Het gebruik is toegenomen na het verbod op Diuron. Deze toepassingen worden gezien als de voornaamste bron van glyfosaat in oppervlaktewater ( Vanaf 1 januari 2007 mag glyfosaat door professionele toepassers slechts worden toegepast volgens het concept Duurzaam onkruidbeheer op verhardingen, beter bekend als het DOB-systeem, of een vergelijkbaar gecertificeerd systeem. Eventuele voorraad mocht worden opgemaakt tot 1 januari Particulieren mogen zowel glyfosaat als glufosinaat-ammonium op verhardingen gebruiken hetgeen ook expliciet op de verpakking staat vermeld. Naast het gebruik als onkruidbestrijder op verharde oppervlakken wordt glyfosaat ook gebruikt om in het voorjaar de groenbemesters, voor het inzaaien van het gewenste akkerbouwgewas, te doden. Glyfosaat breekt af tot aminomethylfosfonzuur (AMPA). Dit afbraakproduct is humaan toxicologisch niet relevant. Imidacloprid Imidacloprid is een insecticide dat in vele producten (onder andere Admire en Gaucho) wordt gebruikt ten behoeve van de bescherming van de teelt van sla, graan, mais aardappelen, suikerbieten en fruit. Imidacloprid kent een groot gebruik in de glastuinbouw en diverse kasteelten (vruchtgroenten en sierteelt). Imidacloprid komt onder andere voor in het middel Gaucho dat in Nederland is toegelaten als zaadbehandelingsmiddel met toepassingen in suiker- en voederbieten tegen diverse insecten, in snijmaïs en korrelmaïs tegen diverse insecten en in sla, kool en prei tegen bladluizen en tripsen. Naast Gaucho zijn er in Nederland zeven middelen op basis van imidacloprid met een landbouwkundige toepassing toegelaten tegen diverse insecten. Dit wordt gebruikt door onder andere particulieren (pot en sierplanten) en bij de teelt van appels, glasteelt, bloembollen en kassenteelt. Het middel stond vooral in Frankrijk ter discussie omdat het in verband werd gebracht met grote sterfte onder bijenvolken. Voor deze stof bestaat nog een relatief strenge ad-hoc MTR. In het najaar van 2008 zal de norm worden bijgesteld in een minder strenge MTR waarde. Isoproturon Isoproturon is een herbicide dat tot juni 2007 in Nederland was toegestaan in de graanteelt. Sinds eind 2007 is gebruik van deze stof nog in twee middelen toegestaan. In Duitsland en in mindere mate België wordt de stof op grote schaal gebruikt in de graanteelt en de wijnbouw. In de uit deze landen afkomstige beken en rivieren wordt zij dan ook regelmatig aangetroffen. De stof wordt echter ook bij tijd en wijle aangetroffen in (Nederlands) RWZIeffluent. Isoproturon is een KRW prioritaire stof. Linuron Linuron is een herbicide dat in veel verschillende teelten gebruikt wordt voor de bestrijding van eenjarige tweezaadlobbige onkruiden. Linuron is een stof die is toegelaten in onder andere de teelt van snijmaïs, aardappelen en boomkwekerij N,N-diethyl-3-methylbenzamide (DEET) DEET is een insectenwerende chemische stof, in het bijzonder tegen teken en muggen. Het is verkrijgbaar in verschillende vormen (vloeistof, lotion, spray en geïmpregneerde producten zoals polsbanden).

107 Metolachloor Metolachloor is een onkruidwerend middel dat veel in de maïsteelt werd toegepast. Het middel is verboden sinds Het is vervangen door S-metolachloor dat is toegelaten vanaf Beide stoffen kunnen in de gebruikte analysemethode van de Brede Screening 2007 niet van elkaar worden onderscheiden. MCPA (2-methyl-4-chloorfenoxy azijnzuur) MCPA is een zwak zuur herbicide, gebruikt als onkruidbestrijdingsmiddel tegen éénjarige en overblijvende tweezaadlobbige onkruiden zoals distel, boterbloem, paardenbloem, kruiskruid. Het is systemisch, de opname gebeurt vooral via het blad. Het wordt toegepast bij de teelt van granen, vlas, en, asperges, gladiolen, op gazons en sportvelden en onder fruitbomen. Vanwege de werking op wortelonkruiden wordt MCPA ook wel toegepast op verhardingen. Agrarisch gebruik is als belangrijkste emissieroute geïdentificeerd. Mecoprop (MCPP / (2-mehyl-4-chloor-fenoxy-propionzuur) Mecoprop is een zwak zuur herbicide dat evenals MCPA gebruikt wordt ter bestrijding van breedbladige onkruiden in voornamelijk granen en op grasland. Mecoprop wordt vaak in combinaties met MCPA toegepast. In 1988 is mecoprop-p in Nederland toegelaten. Mecoprop-P is de werkzame component (de werkzame enantiomeer) van mecoprop. Sinds 1990 wordt in Nederland vrijwel uitsluitend mecoprop-p verkocht. Metribuzin Metribuzin is een herbicide dat wordt toegepast bij de teelt van aardappelen, asperges, graszaad, peen of tomaten. In de Europese Unie is metribuzin sedert 1 oktober 2007 opgenomen in de lijst van toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. De toelatingsperiode loopt af op 30 september O-fenyl-fenol o-fenyl-fenol werd toegepast als anti-schimmelmiddel op citrusvruchten. Deze toepassing is sinds 1999 verboden. Parathion-ethyl Parathion-ethyl werd voornamelijk als ontsmettingsmiddel gebruikt in de glastuinbouw bij de teelt van chrysanten en radijs. Sinds 1 april 2002 is het bezit van deze stof Europees verboden. Penconazool Penconazool komt voor in het schimmelbestrijdingsmiddel Topaz. Het middel is toegelaten in de teelt van rozen en Gerbera onder glas. Pirimicarb Pirimicarb is een insecticide dat wordt gebruikt in de teelt van aardappelen, groente, graan en bomen. Pirimor (pirimicarb) wordt in enkele teelten veel gebruikt. Het heeft vooral een werking tegen bladluizen. Pirimifos Pirimifos-methyl is een insecticide. De toepassing van pirimifos-methyl is in november 1999 door het CTB beperkt tot bewaarplaatsen van graan en opslag en/of behandeling van bloembollen.

108 Propoxur Propoxur werd in het verleden in de land- en tuinbouw gebruikt (merknaam: Undeen), tegen o.a. bladluizen, maar deze toepassing is inmiddels niet meer toegelaten in de Europese Unie. Het werd ook gebruikt in plantensprays voor binnenhuis (merknaam: Lizetan) en als middel tegen vlooien bij honden en katten. Deze toepassing was tot 2003 toegelaten. Simazin Simazin is een herbicide dat veel werd gebruikt als totaalherbicide bij de teelt van granen, koolzaad, erwten, fruit, bloembollen en boomkwekerij. Simazin bestrijdt vooral éénjarige onkruiden. Het gebruik is sinds 1999 verboden, (met een uitzondering tot 30 juni 2007 bij de teelt van aardbeien). In België was het gebruik van simazin-houdende producten sedert 2002 beperkt: enkel een strikt land- of tuinbouwgebruik door professionele gebruikers was toegelaten, waarbij de maximale gebruiksdosis 1 kg/ha per jaar was. De Europese Commissie heeft (bij Beschikking 2004/247/EG van 10 maart 2004) het gebruik van simazin in gewasbeschermingsmiddelen verboden vanaf 10 september In enkele landen mocht het nog bij uitzondering worden toegepast tot 30 juni 2007 bij bepaalde teelten (in België bij schorseneren, asperges, siergewassen en rabarber; in Nederland bij aardbeien). Inmiddels is het volledig verboden. Simazin is een KRW prioritaire gevaarlijke stof voor het oppervlaktewater. Terbutylazin Terbutylazin is een onkruidbestrijdingsmiddel dat uitsluitend is toegelaten in maïs en wordt toegepast in mei en juni. Met het wegvallen van het middel Atrazin in 1999 is het gebruik van terbutylazin verachtienvoudigd Voor dit overzicht is onder andere gebruik gemaakt van: Brede screening 2003 (CLM, 2003) Bestrijdingsmiddelen in zuidelijk Limburg (Waterschap Roer en Overmaas 2008) Residuen van gewasbeschermingsmiddelen in het grondwater. (RIVM 2007) Milieurapport Vlaanderen (VMM 2007) Aanvullingen door leden van de begeleidingsgroep

109 Legenda N Aantal stoffen boven de norm op basis van 1 stof op basis van 2 stoffen op basis van 3 stoffen Mate van overschrijding Overschrijding(en) drinkwaternorm (0,1 ug/l) en/of somnorm (0,5 ug/l) Overschrijdingen detectielimiet(en) Gehalten kleiner dan detectielimiet Grondwaterlichamen Duin Maas Krijt Zuid-Limburg Maas Slenk diep Zand Maas Zout Maas Provinciegrens Grondgebruik Stedelijk gebied Opp. water Natuur Landbouw Grondwaterbeschermingsgebied Studiegebied Titel: Overschrijding drinkwaternorm in grondwater in het bronnenmeetnet Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Grondwaterlichamen Duin Maas Zout Maas Zand Maas Zand Maas Maas Slenk Diep Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Bijlage: 3 1: A4-formaat Krijt Maas I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart03_grondwater-overschrijding-drinkwaternorm-bronnenmeetnet-A4.mxd nr:9t

110 Legenda N Aantal stoffen boven de norm op basis van 1 stof op basis van 2 stoffen op basis van 3 stoffen Mate van overschrijding Overschrijding(en) drinkwaternorm (0,1 ug/l) en/of somnorm (0,5 ug/l) Overschrijdingen detectielimiet(en) Gehalten kleiner dan detectielimiet Homogene gebiedstypes kwel landbouw-droog landbouw-nat natuur stad overig Grondwaterlichamen Duin Maas Krijt Zuid-Limburg Maas Slenk diep Zand Maas Zout Maas Provinciegrens Grondgebruik Stedelijk gebied Opp. water Natuur Landbouw Grondwaterbeschermingsgebied Studiegebied Titel: Overschrijding drinkwaternorm in het ondiepe grondwater (0-5 m) Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Grondwaterlichamen Duin Maas Zout Maas Zand Maas Zand Maas Maas Slenk Diep Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Bijlage: 4 1: A4-formaat Krijt Maas I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart04_grondwater-overschrijding-drinkwaternorm-ondiep-A4.mxd nr:9t

111 Legenda N Aantal stoffen boven de norm op basis van 1 stof op basis van 2 stoffen op basis van 3 stoffen Mate van overschrijding Overschrijding(en) drinkwaternorm (0,1 ug/l) en/of somnorm (0,5 ug/l) Overschrijdingen detectielimiet(en) Gehalten kleiner dan detectielimiet Homogene gebiedstypes kwel landbouw-droog landbouw-nat natuur stad overig Grondwaterlichamen Duin Maas Krijt Zuid-Limburg Maas Slenk diep Zand Maas Zout Maas Provinciegrens Grondgebruik Stedelijk gebied Opp. water Natuur Landbouw Grondwaterbeschermingsgebied Studiegebied Titel: Overschrijding drinkwaternorm in het middeldiepe grondwater (5-15 m) Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied maas Grondwaterlichamen Duin Maas Zout Maas Zand Maas Zand Maas Maas Slenk Diep Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Bijlage: 5 1: A4-formaat Krijt Maas I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart05_grondwater-overschrijding-drinkwaternorm-middeldiep-A4.mxd nr:9t

112 Legenda N Aantal stoffen boven de norm op basis van 1 stof op basis van 2 stoffen op basis van 3 stoffen Mate van overschrijding Overschrijding(en) drinkwaternorm (0,1 ug/l) en/of somnorm (0,5 ug/l) Overschrijdingen detectielimiet(en) Gehalten kleiner dan detectielimiet Homogene gebiedstypes kwel landbouw-droog landbouw-nat natuur stad overig Grondwaterlichamen Duin Maas Krijt Zuid-Limburg Maas Slenk diep Zand Maas Zout Maas Provinciegrens Grondgebruik Stedelijk gebied Opp. water Natuur Landbouw Grondwaterbeschermingsgebied Studiegebied Titel: Overschrijding drinkwaternorm in het diepe grondwater (> 15 m) Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Grondwaterlichamen Duin Maas Zout Maas Zand Maas Zand Maas Maas Slenk Diep Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Bijlage: 6 1: A4-formaat Krijt Maas I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart07_oppervlaktewater-overschrijding-streefwaarde-A4.mxd nr:9t

113 N Legenda aantal stoffen 1 overschrijding 2-4 overschrijdingen > 5 overschrijdingen mate van overschrijding boven de streefwaarde geen overschrijdingen KRW oppervlaktewaterlichamen Rwzi's Provinciegrens Titel: Overschrijding van de streefwaarde in het oppervlaktewater Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Bijlage: 7 1: A4-formaat I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart07_oppervlaktewateroverschrijding-streefwaarde-A4.mxd nr:9t

114 N Legenda aantal stoffen 1 overschrijding 2-4 overschrijdingen > 5 overschrijdingen mate van overschrijding boven het MTR geen overschrijdingen KRW oppervlaktewaterlichamen Rwzi's Provinciegrens Titel: Overschrijding van het MTR in het oppervlaktewater Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Bijlage: 8.1 1: A4-formaat I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart08_1_oppervlaktewater-overschrijding-MTR-A4.mxd nr:9t

115 N Legenda aantal stoffen 1 overschrijding 2-4 overschrijdingen > 5 overschrijdingen mate van overschrijding boven het ad-hoc MTR geen overschrijdingen KRW oppervlaktewaterlichamen Rwzi's Provinciegrens Titel: Overschrijding van het ad-hoc MTR in het oppervlaktewater Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Bijlage: 8.2 1: A4-formaat I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart08_2_oppervlaktewater-overschrijding-MTR-A4.mxd nr:9t

116 N Legenda aantal stoffen 1 overschrijding 2-4 overschrijdingen > 5 overschrijdingen mate van overschrijding boven de Ad-hoc norm geen overschrijdingen KRW oppervlaktewaterlichamen Rwzi's Provinciegrens Titel: Overschrijding van het KRW-jaargemiddelde in het oppervlaktewater Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Bijlage: 9.1 1: A4-formaat I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart09_1_oppervlaktewater-overschrijding-KRW-jaargemiddelde-A4.mxd nr:9t

117 N Legenda aantal stoffen 1 overschrijding 2-4 overschrijdingen > 5 overschrijdingen mate van overschrijding boven de KRW maximale norm geen overschrijdingen KRW oppervlaktewaterlichamen Rwzi's Provinciegrens Titel: Overschrijding van het KRW-maximum in het oppervlaktewater Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Bijlage: 9.2 1: A4-formaat I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart09_1_oppervlaktewater-overschrijding-KRW-maximum-A4.mxd nr:9t

118 N Legenda aantal stoffen 1 overschrijding 2-4 overschrijdingen > 5 overschrijdingen mate van overschrijding boven de norm van het drinkwater geen overschrijdingen KRW oppervlaktewaterlichamen Rwzi's Provinciegrens Titel: Overschrijding van de drinkwaternorm in het oppervlaktewater Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Figuur: 10 1: A4-formaat I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart10_oppervlaktewater-overschrijding-drinkwaternorm-A4.mxd nr:9t

119 N Legenda aantal stoffen 1 overschrijding 2-4 overschrijdingen > 5 overschrijdingen mate van overschrijding boven toelatingscriterium geen overschrijdingen KRW oppervlaktewaterlichamen Rwzi's Provinciegrens Titel: Overschrijding van het toelatingscriterium in het oppervlaktewater Project: 9T3398: Brede screening bestrijdings middelen stroomgebied Maas Opdrachtgever: Projectgroep brede screening Datum: Schaal: Bijlage: 11 1: A4-formaat I:\9T3398\Technical_Data\GIS\Projects\kaarten\kaart11_oppervlaktewater-overschrijding-toelatingsnorm-A4.mxd nr:9t

120 Bijlage 12.1 Overschrijdingen van de normen per waterbeheerder Tabel A.12.1 Aantal meetpunten met overschrijdingen van het MTR per beheergebied organisatie < norm 1-2x norm 2-5 x norm > 5x norm totaal Aa en Maas 9 ( 64%) 3 ( 21%) 1 ( 7%) 1 ( 7%) 14 Brabantse Delta 2 ( 17%) 6 ( 50%) 3 ( 25%) 1 ( 8%) 12 Dommel 5 ( 36%) 4 ( 29%) 3 ( 21%) 2 ( 14%) 14 Evides 2 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 2 Hollandse Delta 26 ( 96%) 0 ( 0%) 1 ( 4%) 0 ( 0%) 27 Peel en Maasvallei 3 ( 50%) 0 ( 0%) 1 ( 17%) 2 ( 33%) 6 Rivierenland 5 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 5 Roer en Overmaas 1 ( 25%) 1 ( 25%) 0 ( 0%) 2 ( 50%) 4 RWS 3 ( 75%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 1 ( 25%) 4 totaal 56 ( 64%) 14 ( 16%) 9 ( 10%) 9 ( 10%) 88 Tabel A.12.2 Aantal meetpunten met overschrijdingen van de ad hoc MTR per beheergebied Organisatie < norm 1-2x norm 2-5 x norm > 5x norm totaal Aa en Maas 7 ( 50%) 4 ( 29%) 2 ( 14%) 1 ( 7%) 14 Brabantse Delta 3 ( 25%) 1 ( 8%) 4 ( 33%) 4 ( 33%) 12 Dommel 4 ( 29%) 6 ( 43%) 3 ( 21%) 1 ( 7%) 14 Evides 2 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 2 Hollandse Delta 12 ( 44%) 5 ( 19%) 3 ( 11%) 7 ( 26%) 27 Peel en Maasvallei 2 ( 33%) 1 ( 17%) 0 ( 0%) 3 ( 50%) 6 Rivierenland 3 ( 60%) 1 ( 20%) 0 ( 0%) 1 ( 20%) 5 Roer en Overmaas 0 ( 0%) 3 ( 75%) 1 ( 25%) 0 ( 0%) 4 RWS 3 ( 75%) 0 ( 0%) 1 ( 25%) 0 ( 0%) 4 totaal 36 ( 41%) 21 ( 24%) 14 ( 16%) 17 ( 19%) 88 Tabel A.12.3 Aantal meetpunten met overschrijdingen van de drinkwaternorm per beheergebied organisatie < norm 1-2x norm 2-5 x norm > 5x norm totaal Aa en Maas 4 ( 29%) 2 ( 14%) 6 ( 43%) 2 ( 14%) 14 Brabantse Delta 0 ( 0%) 1 ( 8%) 4 ( 33%) 7 ( 58%) 12 Dommel 0 ( 0%) 0 ( 0%) 10 ( 71%) 4 ( 29%) 14 Evides 2 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 2 Hollandse Delta 4 ( 15%) 3 ( 11%) 14 ( 52%) 6 ( 22%) 27 Peel en Maasvallei 1 ( 17%) 1 ( 17%) 2 ( 33%) 2 ( 33%) 6 Rivierenland 0 ( 0%) 2 ( 40%) 2 ( 40%) 1 ( 20%) 5 Roer en Overmaas 0 ( 0%) 0 ( 0%) 1 ( 25%) 3 ( 75%) 4 RWS 0 ( 0%) 2 ( 50%) 1 ( 25%) 1 ( 25%) 4 totaal 11 ( 13%) 11 ( 13%) 40 ( 45%) 26 ( 30%) 88

121 Tabel A.12.4 Aantal meetpunten met overschrijdingen van de CBTGtoelatingscriterium per beheergebied Organisatie < norm 1-2x norm 2-5 x norm > 5x norm totaal Aa en Maas 7 ( 50%) 3 ( 21%) 1 ( 7%) 3 ( 21%) 14 Brabantse Delta 4 ( 33%) 1 ( 8%) 0 ( 0%) 7 ( 58%) 12 Dommel 5 ( 36%) 1 ( 7%) 0 ( 0%) 8 ( 57%) 14 Evides 2 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 2 Hollandse Delta 26 ( 96%) 1 ( 4%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 27 Peel en Maasvallei 2 ( 33%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 4 ( 67%) 6 Rivierenland 3 ( 60%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 2 ( 40%) 5 Roer en Overmaas 0 ( 0%) 1 ( 25%) 0 ( 0%) 3 ( 75%) 4 RWS 1 ( 25%) 1 ( 25%) 1 ( 25%) 1 ( 25%) 4 otaal 50 ( 57%) 8 ( 9%) 2 ( 2%) 28 ( 32%) 88 Tabel A.12.5 Aantal meetpunten met overschrijdingen van de KRW-MAC-waarde per beheergebied Organisatie < norm 1-2x norm 2-5 x norm > 5x norm totaal Aa en Maas 14 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 14 Brabantse Delta 11 ( 92%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 1 ( 8%) 12 Dommel 14 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 14 Evides 2 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 2 Hollandse Delta 25 ( 93%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 2 ( 7%) 27 Peel en Maasvallei 5 ( 83%) 0 ( 0%) 1 ( 17%) 0 ( 0%) 6 Rivierenland 5 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 5 Roer en Overmaas 1 ( 25%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 3 ( 75%) 4 RWS 3 ( 75%) 0 ( 0%) 1 ( 25%) 0 ( 0%) 4 totaal 80 ( 91%) 0 ( 0%) 2 ( 2%) 6 ( 7%) 88 Tabel A.12.6 Aantal meetpunten met overschrijdingen van de KRW-AA0-norm per beheergebied 2-5 x organisatie < norm 1-2x norm norm > 5x norm totaal Aa en Maas 14 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 14 Brabantse Delta 7 ( 58%) 5 ( 42%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 12 Dommel 13 ( 93%) 1 ( 7%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 14 Evides 2 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 2 Hollandse Delta 27 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 27 Peel en Maasvallei 5 ( 83%) 1 ( 17%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 6 Rivierenland 5 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 5 Roer en Overmaas 2 ( 50%) 1 ( 25%) 0 ( 0%) 1 ( 25%) 4 RWS 4 ( 100%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 0 ( 0%) 4 totaal 79 ( 90%) 8 ( 9%) 0 ( 0%) 1 ( 1%) 88

122 ! "!"# $% $ $ % #$ && ' % $ ( )" # * + &' ( & "( $ " ( ( (( "!"# $ * $ $%, %" ' + $ ($ " + + % $ "$( ) # ( % # ( ' $ $ * + '# ' ' $ ' - # &( + + % $ "% & + $ ) * ' $ + + * % ( % % & ' $ % &# ( + % ( ' % # & ( & & $ #.//011. ( ( # + + % #&. ( ( % % $ "& ( ( % $ * % #" * * + % ' && ' + "$ - $ % ). % % ( ( % + * + * )" ( ' ) ( ( (. ' " % % + +' $ "$ ( - ( ' + * $ & ( % % $ ( $ ( % $ & ( ( % % $ "& 2 &&( ( ( # & ' ' ' + $ ' 3((44# 3 * ) 3((( * * + (' 3 $ ' $' & &!( % 4 " ( (& ' + + $& & * % % &% & + * $ # 5 (( ' * '& ( % 6 + $ % ' $ # % $ + % )( ( % ( &&!!# $ + * * " & ( % ' ( % * $ #% ( " ( ( % % ' $ "' ( * $ + + )" ( $ ( ( ( " ( ( ( ( % $ $ ' $ "& ( + % &) ( $ $ % ( ( # ( % " ( " 1 7 ( ' $ $ &( & # " &( ' & + + % * + %# & & ( " & ( &( * &( & & &( $ + ")

123 ! && &&( && % % % & && ' ' "$ &&( ' ' * $ (" & $ "( &( & &( $ '# ( ( * $ &" + * % (& " " + % * '$ & $ " ( & 0( % $ & ( 0& $ * * % $ %( % # 0( - * ' % &&! $%$ (" () '( #$ '#" "% (&$ && & '"

124

125

126

127

Feitenrapport brede screening bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen Maasstroomgebied 2011-2012

Feitenrapport brede screening bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen Maasstroomgebied 2011-2012 Feitenrapport brede screening bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen Maasstroomgebied 2011-2012 Projectgroep Brede Screening Bestrijdingsmiddelen 21 maart 2013 Definitief rapport 9X5223 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Verslag aanpassingen omgang met normen in de Bestrijdingsmiddelenatlas

Verslag aanpassingen omgang met normen in de Bestrijdingsmiddelenatlas Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden Afdeling Conservation Biology Postbus 9518, 2300 RA Leiden Verslag aanpassingen omgang met normen in de Bestrijdingsmiddelenatlas Wil Tamis, Maarten van t Zelfde,

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Samenvatting Dit document geeft een toelichting op de

Nadere informatie

GLYFOSAAT EN AMPA IN HET STROOMGEBIED VAN DE MAAS

GLYFOSAAT EN AMPA IN HET STROOMGEBIED VAN DE MAAS Maart 2009 GLYFOSAAT EN AMPA IN HET STROOMGEBIED VAN DE MAAS Resultaten van de meetcampagne in het jaar 2008 MANAGEMENT SAMENVATTING Auteur drs. Jurgen Volz ii Glyfosaat en AMPA in het stroomgebied van

Nadere informatie

A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU. Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater. 26 april 2002 RIZA

A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU. Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater. 26 april 2002 RIZA A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater 26 april 2002 RIZA A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU Barbarossastraat

Nadere informatie

Normen voor het waterkwaliteitsbeheer: wat kun, mag en moet je er mee?

Normen voor het waterkwaliteitsbeheer: wat kun, mag en moet je er mee? Normen voor het waterkwaliteitsbeheer: wat kun, mag en moet je er mee? José Vos, Els Smit (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Dennis Kalf (Rijkswaterstaat), Ronald Gylstra (Waterschap Rivierenland)

Nadere informatie

Grondwateratlas voor bestrijdingsmiddelen gepubliceerd

Grondwateratlas voor bestrijdingsmiddelen gepubliceerd Grondwateratlas voor bestrijdingsmiddelen gepubliceerd Roel Kruijne (Wageningen Environmental Research, Alterra), Ton van der Linden (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Hugo van den Berg (Brabant

Nadere informatie

Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen

Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen Dennis Kalf Ministerie Infrastructuur en Milieu; RWS Waterdienst 22 mei 2012 Inhoud Aanleiding/overwegingen NAP/nieuwe nota duurzame gewasbescherming(bm)

Nadere informatie

Bijlage E Goede chemische toestand oppervlaktewateren

Bijlage E Goede chemische toestand oppervlaktewateren Bijlage E Goede chemische toestand............................................................... Tabel 1 voor de goede chemische toestand van oppervlaktewaterlichamen (prioritaire stoffen) Prioritaire

Nadere informatie

DTS meting Huizingalaan

DTS meting Huizingalaan Gemeente Eindhoven 3 mei 2011 Conceptrapport 9W3537.A0 Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen +31 (0)24 328 42 84 Telefoon +31 (0)24 323 2918 Fax info@nijmegen.royalhaskoning.com E-mail www.royalhaskoning.com

Nadere informatie

Bestrijdingsmiddelen bij drinkwaterwinningen en maatregelen om uitspoeling naar grondwater te verminderen

Bestrijdingsmiddelen bij drinkwaterwinningen en maatregelen om uitspoeling naar grondwater te verminderen Bestrijdingsmiddelen bij drinkwaterwinningen en maatregelen om uitspoeling naar grondwater te verminderen Monique van der Aa en Frank Swartjes (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) Restanten

Nadere informatie

Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd.

Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd. Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd. Waarom staan stoffen op verschillende stoffenlijsten? Het Nederlandse waterbeleid heeft als doel: een ecologisch gezond oppervlaktewater

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater

bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater Rapportage 2006-2007 Inhoudsopgave samenvatting 7 leeswijzer 9 1 Landelijk beeld 10 1.1 Hoe is de waterkwaliteit in Flevoland in vergelijking tot de rest van

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden

Nadere informatie

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015.

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Provincie Noord-Brabant Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Rapport no. 4257342, 8 maart 2016 Projectverantwoordelijke: J. van Loon Provincie Noord-Brabant Cluster

Nadere informatie

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de KRW De Europese Kaderrichtlijn water Een grote kans voor de verbetering van de waterkwaliteit en daarmee ook voor de drinkwatervoorziening. Water nu en... Vereniging van Waterbedrijven in Nederand KRW

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B. Canton (PvdD) (d.d. 14 augustus 2017) Nummer Onderwerp Drinkwaterkwaliteit Zuid-Holland

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B. Canton (PvdD) (d.d. 14 augustus 2017) Nummer Onderwerp Drinkwaterkwaliteit Zuid-Holland van Gedeputeerde Staten op vragen van B. Canton (PvdD) (d.d. 14 augustus 2017) Nummer 3319 Onderwerp Drinkwaterkwaliteit Zuid-Holland Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller In 2016

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. In opdracht van Gemeente Nuenen c.a. Opgesteld door Auteur Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Keizer Karel V Singel 8 Postbus 8035

Nadere informatie

CML. Uitwerking referentieperiode Tweede nota Duurzame Gewasbescherming. Wil L.M. Tamis Maarten van t Zelfde. Centrum voor Milieuwetenschappen

CML. Uitwerking referentieperiode Tweede nota Duurzame Gewasbescherming. Wil L.M. Tamis Maarten van t Zelfde. Centrum voor Milieuwetenschappen CML Centrum voor Milieuwetenschappen Uitwerking referentieperiode Tweede nota Duurzame Gewasbescherming Wil L.M. Tamis Maarten van t Zelfde Dit rapport is vrij te downloaden via de website van het CML:

Nadere informatie

Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet

Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet Resultaten aanvullende metingen van arseen in de Waddenzee i.v.m. het verlies van houtverduurzaammiddel

Nadere informatie

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

- 1 - april mei juni juli augustus september maand - 1 - ER Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september voor de stoffen O 3, PM, SO 2, en NO 2. In de zomerperiode van zijn er 7

Nadere informatie

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is.

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is. Zaaknr. : 11.ZK56591 Kenmerk : 12IT002508 Barcode : *12IT002508* memo Van : Jaap Oosthoek Via : Hermen Keizer Aan : Steven Marijnissen Onderwerp : Toelaatbaarheid tijdelijke lozing effluent Nieuwveer op

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Schelde is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de inhoud,

Nadere informatie

Validatierapport. Uitvoering onderzoek Onderzoeksleider : W. Broer datum: paraaf: Start : september 2003 Afronding : oktober 2003.

Validatierapport. Uitvoering onderzoek Onderzoeksleider : W. Broer datum: paraaf: Start : september 2003 Afronding : oktober 2003. Validatierapport Onderzoeksrapport: validatie van conserveringstermijn van chloorbenzenen, organochloor bestrijdingsmiddelen en polychloorbifenylen in slib/waterbodem, klei, veen en zand. =. Uitvoering

Nadere informatie

Gewasbescherming buiten de landbouw

Gewasbescherming buiten de landbouw Gewasbescherming buiten de landbouw Wat zegt de wet? Marcel van der Weijden Den Bosch, Gewasbescherming buiten de landbouw 1. Samenvatting regelgeving (wet, besluit, regeling) 2. Aanleiding voor de regelgeving

Nadere informatie

Illlllllllllllllllllll

Illlllllllllllllllllll Illlllllllllllllllllll 2IN00872 C VAN WATHRSCHAPPÜN Bezoekadres O. De leden-waterschappen t.a.v. het dagelijks bestuur fk. UI - ~ CK > > (MT A(N@EIM 0 MEI 202 Koningskade 40 29 AA Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011 Ammonium in de Emissieregistratie?! Natuurlijke processen, antropogene bronnen en emissies in de ER Bert Bellert, Waterdienst Ammonium als stof ook in ER??: In kader welke prioritaire stoffen, probleemstoffen,

Nadere informatie

Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten. MSc D.D.J. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse

Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten. MSc D.D.J. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten MSc D.D.J. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten MSc D. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse

Nadere informatie

Validatie rapport conserveringstermijnen OCB, PCB en CB in afvalwater. ing. J. Meijer, M. Jonker en diverse analisten OMEGAM Laboratoria BV

Validatie rapport conserveringstermijnen OCB, PCB en CB in afvalwater. ing. J. Meijer, M. Jonker en diverse analisten OMEGAM Laboratoria BV Validatie van conserveringstermijnen in Afvalwater Houdbaarheid van OCB, PCB en CB (chloorbenzenen) Ons kenmerk Validatie rapport conserveringstermijnen OCB, PCB en CB in afvalwater Datum juli 2009 Uitvoerders

Nadere informatie

beleidsmatig vaststellen VR s voor water

beleidsmatig vaststellen VR s voor water Stuurgroep Normstelling water en lucht Akkoord WG normstelling water en lucht 15-12-2015 Akkoord SG normstelling water en lucht 11-01-2016 A. van Leeuwenhoeklaan 9 Bilthoven 3721 MA Bilthoven www.rivm.nl

Nadere informatie

Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Wat is de chemische toestand?

Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Wat is de chemische toestand? Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Dr. Jaap Postma Wat is de chemische toestand? Er zijn meerdere beschermingsdoelen voor oppervlaktewater i) Normen voor microverontreinigingen

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0005 -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals

Nadere informatie

Gewasbescherming buiten de landbouw

Gewasbescherming buiten de landbouw Gewasbescherming buiten de landbouw Wat zegt de Wet? Martin Keve / Lukas Florijn Ba Dennis Kalf Sessie Utrecht Gewasbescherming buiten de landbouw 1. Samenvatting regelgeving (Wet, besluit, regeling) 2.

Nadere informatie

Overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof in 2016 en 2020

Overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof in 2016 en 2020 Overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof in 2016 en 2020 In dit document wordt, vooruitlopend op de komende NSL rapportage van 2017, een kort overzicht gegeven van de resultaten

Nadere informatie

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003. Bezoekadres Houtplein 33 Het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer T.a.v. de Staatssecretaris P.L.B.A. van Geel Postbus 20951 2500 EX DEN HAAG Haarlem Postadres Postbus 3007

Nadere informatie

Verbetering schatting effluentvrachten

Verbetering schatting effluentvrachten Verbetering schatting effluentvrachten Dick Bakker, Nanette van Duijnhoven (Deltares) Rob Berbee (RWS WD) Barry Pieters, Mattijs Hehenkamp (Grontmij) 1 Introductie Voor V&W voert Deltares onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Niels Evers

Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Niels Evers Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Normen om te weten of iets goed is of niet Wetenschap én politiek Er zit altijd ontwikkeling

Nadere informatie

CML. Uitbreiding van de Bestrijdingsmiddelenatlas voor de Tweede nota duurzame gewasbescherming 2013-2023

CML. Uitbreiding van de Bestrijdingsmiddelenatlas voor de Tweede nota duurzame gewasbescherming 2013-2023 CML Centrum voor Milieuwetenschappen Uitbreiding van de Bestrijdingsmiddelenatlas voor de Tweede nota duurzame gewasbescherming 2013-2023 Wil L.M. Tamis Maarten van t Zelfde A. Hoogeveen L. van der Burgt

Nadere informatie

Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2

Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2 Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2 Projectbureau A2 Eindrapport 9P2534 000... 0...,.._0---- 000 HASKONING NEDERLAND BV RUIMTELlJKE ONTWIKKELING Randwycksingel 20 Postbus 1754 6201

Nadere informatie

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Piershil, voor het lozen van fosfor op het Spui. Zaaknummer RWSZ2016-00018059 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Rijndelta is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden

Nadere informatie

datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049

datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049 MEMO aan RVB van Ko Hage (TTE Consultants) datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049 Inleiding Ter plaatse van de voormalige

Nadere informatie

Microverontreinigingen in RWA. Jeroen Langeveld

Microverontreinigingen in RWA. Jeroen Langeveld Microverontreinigingen in RWA Jeroen Langeveld Ketenaanpak medicijnresten Is ketenaanpak genoeg? Effluent niet enige lozingsroute Ibuprofen Is ketenaanpak genoeg? Effluent niet enige lozingsroute Carbamazepine

Nadere informatie

JAARRAPPORTAGE WATERKWALITEIT

JAARRAPPORTAGE WATERKWALITEIT JAARRAPPORTAGE WATERKWALITEIT 2012 Colofon Titel: Jaarrapportage waterkwaliteit 2012 Plaats en datum: Veendam, 12 augustus 2013 Databewerking: Arjen Kolkman en Evert van der Laan Databewerking biologie:

Nadere informatie

Evaluatie van metingen van glyfosaat en AMPA in grondwater in Nederland

Evaluatie van metingen van glyfosaat en AMPA in grondwater in Nederland Evaluatie van metingen van glyfosaat en AMPA in grondwater in Nederland A.C. Franke, R.M.W. Groeneveld & C. Kempenaar Rapport 354 Evaluatie van metingen van glyfosaat en AMPA in grondwater in Nederland

Nadere informatie

Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen

Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen Aniel Balla, Rob van de Boomen (Wi2eveen+Bos), Marcel Tonkes (provincie Overijssel) Met een afwentelingsonderzoek is in Rijn- Oost

Nadere informatie

Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea

Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea Van de site van Evides: In de media: PFOA en GenX Diverse media berichtten over de kwaliteit van het drinkwater in relatie tot de stoffen GenX en

Nadere informatie

Waterkwaliteit KRW, 2015

Waterkwaliteit KRW, 2015 Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014 MENS Staat van Utrecht 204 Bodemsanering Hoeveel humane spoedlocaties zijn nog niet volledig gesaneerd? 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd Kaart (Humane spoedlocaties bodemverontreiniging

Nadere informatie

Verslag update monitoringsgegevens Bestrijdingsmiddelenatlas 2016

Verslag update monitoringsgegevens Bestrijdingsmiddelenatlas 2016 Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden Afdeling Conservation Biology Postbus 9518, 2300 RA Leiden Verslag update monitoringsgegevens Bestrijdingsmiddelenatlas 2016 20-03-2018, versie 4 W.L.M. Tamis M.

Nadere informatie

FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR

FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR INHOUDSOPGAVE Pagina SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 2. BESCHRIJVING PROEFOPZET... 4 3. BESCHRIJVING MONSTERS...

Nadere informatie

Windpark Avri Onderzoek slagschaduw

Windpark Avri Onderzoek slagschaduw Windpark Avri Onderzoek slagschaduw Winvast december 2015 Definitief rapport BD5519 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. PLANNING & STRATEGY Chopinlaan 12 Postbus 8064 9702 KB Groningen +31 88 348 53 00 Telefoon

Nadere informatie

Nazorgplan Shell station Provinciale weg 25 te Boskoop (behorende bij saneringsplan)

Nazorgplan Shell station Provinciale weg 25 te Boskoop (behorende bij saneringsplan) Nazorgplan hell station Provinciale weg 25 te Boskoop (behorende bij saneringsplan) hell Nederland Verkoopmaatschappij B.V. 6 augustus 2003 Definitief rapport 9PO486 El 0 El 110 ID 0 ID El El thinking

Nadere informatie

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking KRWdoelen voor de overige wateren in NoordBrabant: een pragma:sche uitwerking Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV), Marco Beers (waterschap Brabantse Delta), Ma>hijs ten Harkel en Doesjka Ertsen (provincie

Nadere informatie

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT ZUIDOOST-BRABANT Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant van de ambtshalve wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet van Refresco B.V., gelegen aan de Oranje Nassaulaan

Nadere informatie

Bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen en in beeld gebracht voor Maasstroomgebied

Bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen en in beeld gebracht voor Maasstroomgebied Bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen en in beeld gebracht voor Maasstroomgebied Floris Verhagen (Royal HaskoningDHV), Roel Kruijne (Alterra) en Janneke Klein (Deltares) De schadelijkheid van bestrijdingsmiddelen

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmiddelen en biociden Drentsche Aa. Meetresultaten waterkwaliteit van de Drentsche Aa in 2016

Gewasbeschermingsmiddelen en biociden Drentsche Aa. Meetresultaten waterkwaliteit van de Drentsche Aa in 2016 Gewasbeschermingsmiddelen en biociden Drentsche Aa Meetresultaten waterkwaliteit van de Drentsche Aa in 2016 Gewasbeschermingsmiddelen en biociden Drentsche Aa Meetresultaten seizoen 2016 Theo Vlaar, Waterbedrijf

Nadere informatie

Nieuwe stoffenlijsten in het waterbeheer - oppervlaktewater

Nieuwe stoffenlijsten in het waterbeheer - oppervlaktewater Nieuwe stoffenlijsten in het waterbeheer - oppervlaktewater Waterrapportage-dag 10 december 2012 Jelka Appelman (IenM/DGMI) Gerrit Niebeek (WD), Max Linsen (WD), Ronald van Dokkum (WD), Marcel Kotte (WD),

Nadere informatie

Samenhang tussen het toelatingsbeleid en de KRW

Samenhang tussen het toelatingsbeleid en de KRW 27858 Gewasbeschermingsbeleid 27625 Waterbeleid Nr. 326 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 15 oktober 2015 In

Nadere informatie

Gelet op artikel 13, eerste lid, van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009;

Gelet op artikel 13, eerste lid, van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009; Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en milieubeheer, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van., nr. DP/.

Nadere informatie

Protocol voor de beoordeling van de chemische toestand van grondwaterlichamen Een theoretisch concept

Protocol voor de beoordeling van de chemische toestand van grondwaterlichamen Een theoretisch concept RIVM Briefrapport 607300008/2008 Protocol voor de beoordeling van de chemische toestand van grondwaterlichamen Een theoretisch concept M.C. Zijp P. van Beelen L.J.M. Boumans A.C.M. de Nijs W.Verweij S.

Nadere informatie

Onderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond.

Onderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond. Onderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond. Analytico Milieu B.V. November 2003 INHOUDSOPGAVE 1. SAMENVATTING... 3 2. INLEIDING.. 4 3. BESCHRIJVING PROEFOPZET.

Nadere informatie

Behoud effectief middelenpakket: verantwoord gebruik en risico van einde toelating. Arjan de Bever Berkel Enschot 27 maart 2013

Behoud effectief middelenpakket: verantwoord gebruik en risico van einde toelating. Arjan de Bever Berkel Enschot 27 maart 2013 Behoud effectief middelenpakket: verantwoord gebruik en risico van einde toelating Arjan de Bever Berkel Enschot 27 maart 2013 Inhoud presentatie Emissie oppervlaktewater Normen & waarden Kaderrichtlijn

Nadere informatie

Rapportage Sanscrit.nl

Rapportage Sanscrit.nl Rapportage Sanscrit.nl Instrument ter bepaling van spoedeisendheid van saneren V. Sanscrit 2.5.4 V. rapport 2.16 Algemeen Naam dossier: Waalbanddijk Nijmegen GRONDWATER Code: 20165144 Beoordelaar: buist@bioclear.nl

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Hoofdlijnenverslag van de internetconsultatie

Hoofdlijnenverslag van de internetconsultatie Wijziging Drinkwaterregeling Hoofdlijnenverslag van de internetconsultatie Openbare internetconsultatie van 24 april tot en met 29 mei 2019 Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een wijziging

Nadere informatie

Zware metalen in grondwater

Zware metalen in grondwater Zware metalen in grondwater Janneke Klein 1204148-003 Deltares, 2011 Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Probleemstelling 1 1.2 Doelstelling 1 2 Methode 2 2.1 Voorgaand onderzoek 2 2.2 Gebruikte dataset 2 2.3 Dataverwerking

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

WORKSHOP: Bronnenanalyse: een uitdaging voor de regio!

WORKSHOP: Bronnenanalyse: een uitdaging voor de regio! WORKSHOP: Bronnenanalyse: een uitdaging voor de regio! Welke vragen dienen beantwoord te worden in de regio voor de volgende generatie SGBP s? Hoe worden beschikbare informatie en kennis zo goed mogelijk

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmiddelen en biociden Drentsche Aa. Meetresultaten waterkwaliteit van de Drentsche Aa in 2017

Gewasbeschermingsmiddelen en biociden Drentsche Aa. Meetresultaten waterkwaliteit van de Drentsche Aa in 2017 Gewasbeschermingsmiddelen en biociden Drentsche Aa Meetresultaten waterkwaliteit van de Drentsche Aa in 2017 Gewasbeschermingsmiddelen en biociden Drentsche Aa Meetresultaten seizoen 2017 Theo Vlaar, Waterbedrijf

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Handleiding GIS-viewer pilot Mijnsteen

Handleiding GIS-viewer pilot Mijnsteen Handleiding GIS-viewer pilot Mijnsteen 1. Inleiding In het kader van de ILG-bodeminformatiepilot Mijnsteen zijn bestaande meetgegevens van het grondwater en oppervlaktewater in de gemeenten Brunssum, Heerlen,

Nadere informatie

Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007

Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 wordt per 1 januari 2013 respectievelijk 1 januari 2014, 1 januari 2016 en 1

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Conclusies Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse

Nadere informatie

Werkgroep. Commissie Integraal Waterbeheer. Water en milieu. Bestrijdingsmiddelenrapportage

Werkgroep. Commissie Integraal Waterbeheer. Water en milieu. Bestrijdingsmiddelenrapportage Werkgroep Water en milieu 4 Commissie Integraal Waterbeheer Bestrijdingsmiddelenrapportage 2002 CIW-rapporten kunnen worden besteld bij drukkerij Cabri BV, fax (0320) 28 53 11 of e-mail: ciw@cabri.nl,

Nadere informatie

Deze bodemsanering is uitgevoerd op de locatie kadastraal bekend als: Kadastrale gemeente Sectie Nummer De Bilt D 7723

Deze bodemsanering is uitgevoerd op de locatie kadastraal bekend als: Kadastrale gemeente Sectie Nummer De Bilt D 7723 1 Afdeling Handhaving Aan: Gemeente De Bilt T.a.v. de heer J. Dijkkamp Postbus 300 3720 AH Bilthoven Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583877 Fax 030-2582121 http://www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode

Nadere informatie

Landelijke screening nieuwe stoffen

Landelijke screening nieuwe stoffen Landelijke screening nieuwe stoffen 215 25 Landelijke screening nieuwe stoffen 215 25 COLOFON Uitgave Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer Postbus 218 38 CD Amersfoort AUTEURS Dr J.F. Postma ing.

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

NOVEMBER Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde

NOVEMBER Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde NOVEMBER 2004 Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde Colofon In opdracht van Uitvoering Redactie Tekst Vormgeving Fotografie Datum 1 november 2004 Status definitief concept Nummer IKS-04-500

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmiddelen in Vlaanderen: validatie emissies en waterkwaliteit

Gewasbeschermingsmiddelen in Vlaanderen: validatie emissies en waterkwaliteit 17/3/214 Gewasbeschermingsmiddelen in Vlaanderen: validatie emissies en waterkwaliteit Emissie Symposium, Utrecht, 13 maart 214 Leen Van Esch, Ingeborg Joris, Guy Engelen en Piet Seuntjens Doelstelling

Nadere informatie

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Ex ante evaluatie PBL KRW Nummer: Bestuursstukken\1931 Agendapunt: 8 DB: Ja 31-8-2015 BPP: Ja 16-9-2015 FAZ: Ja 16-9-2015 VVSW: Ja 16-9-2015 AB: Ja 30-9-2015 Opsteller: Marie-Louise Meijer,

Nadere informatie

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 5. Verdamping Voor de verdamping in het stroomgebied de Goorloop is de gemiddelde referentiegewasverdamping van het KNMI weerstation in Eindhoven gebruikt. Dit station is het dichtstbij gelegen KNMI station

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 12 november 2018 DATUM 20 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083725337 A VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin Inleiding Op

Nadere informatie

bij drinkwaterwinningen. Dit

bij drinkwaterwinningen. Dit Bron: RWS beeldbank Grip op bodemverontreinigingen bij drinkwaterwinning Een aanzienlijk deel van de grondwaterwinningen voor drinkwater in Nederland wordt beïnvloed door menselijke activiteiten, zoals

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 15 juli 2013) Nummer Onderwerp Gebruik glyfosaat

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 15 juli 2013) Nummer Onderwerp Gebruik glyfosaat van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 15 juli 2013) Nummer 2836 Onderwerp Gebruik glyfosaat Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller Uit een recent onderzoek

Nadere informatie

Aquo-kit portaal 2012. Waterrapportagedag 12-12-11 ir. Hinne Reitsma

Aquo-kit portaal 2012. Waterrapportagedag 12-12-11 ir. Hinne Reitsma Aquo-kit portaal 2012 Waterrapportagedag 12-12-11 ir. Hinne Reitsma Opgaan, blinken en met ere verzinken! Waterrapportagedag IHW 12 dec 2011 Wat is ibever Ontwikkeld halverwege jaren negentig Toetsen meetgegevens

Nadere informatie

Zie Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2013 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007.

Zie Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2013 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007. Toelichting Deze notitie beschrijft de resultaten van de uitgevoerde actualisatie. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke verplichting voor de actualisatie van PCB s, daarnaast worden ook de consequenties

Nadere informatie

Evaluatie, monitoring en meetnet. 1. Inleiding. 2. Evaluatiesysteem. 3. Monitoringsplan

Evaluatie, monitoring en meetnet. 1. Inleiding. 2. Evaluatiesysteem. 3. Monitoringsplan Evaluatie, monitoring en meetnet 1. Inleiding Voor het waterplan van gemeente Woudrichem zijn een aantal maatregelen vastgelegd om het watersysteem op orde te brengen en te houden. Het is van belang om

Nadere informatie

Rapportage Sanscrit.nl

Rapportage Sanscrit.nl Rapportage Sanscrit.nl Instrument ter bepaling van spoedeisendheid van saneren V. Sanscrit 2.5.4 V. rapport 2.16 Algemeen Naam dossier: Waalbanddijk Nijmegen GROND Code: 20165144 Beoordelaar: buist@bioclear.nl

Nadere informatie

HPLC- UV- screening: geharmoniseerde analysemethode voor efficiënte waterkwaliteitsbewaking

HPLC- UV- screening: geharmoniseerde analysemethode voor efficiënte waterkwaliteitsbewaking HPLC- UV- screening: geharmoniseerde analysemethode voor efficiënte waterkwaliteitsbewaking Annemieke Kolkman (KWR), Erik Emke (KWR), Gerard Stroomberg (Rijkswaterstaat), Henk Ketelaars (Evides) Bij een

Nadere informatie

Adri Nipshagen (Bioclear), Niels van Ras (Stichting Bosatex)

Adri Nipshagen (Bioclear), Niels van Ras (Stichting Bosatex) Betreft Samenvatting resultaten nader onderzoek en modelsimulatie VOCl verontreiniging voor het fasegebied 3 van de bodemverontreiniging Acacialaan 7-9 te Doorn Auteurs Adri Nipshagen (Bioclear), Niels

Nadere informatie