Naar efficiënter instrueren: Inservice training van docenten Praktijkonderwijs Masterthesis Onderwijskunde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Naar efficiënter instrueren: Inservice training van docenten Praktijkonderwijs Masterthesis Onderwijskunde"

Transcriptie

1 Naar efficiënter instrueren: Inservice training van docenten Praktijkonderwijs Masterthesis Onderwijskunde Naam student S. van Leeuwen Studentnummer Datum Juli e Begeleider Prof. dr. E. G. Harskamp 2 e Begeleiders Drs. H. M. Naayer en Drs. H. Blik

2 Abstract In Dutch schools for Practical Education low ability students of 12 to 18 years of age are trained for manual labor. Students need individual learning paths and guidance. In technical courses schools can meet students needs by offering group tasks with enrichment for more able students or individual tasks for all students (Warnez, 2002; Blik & Naayer, 2012). The aim of this study is to train two groups of teachers of woodwork classes. One group already works with group tasks and the other group with individual tasks. We wanted to find out if teachers could improve their way of teaching during the lesson stages: introduction, demonstration, practice and evaluation. It was expected that if teachers do improve their teaching, students would be more independent during their individual work. The teacher in-service training is based on the model of Joyce and Showers (2002) which consists of presentation of theoretical knowledge (theory of effective individual or group teaching), demonstration of teaching practices, practice during training session and coaching in the classroom when the improvement of teaching is implemented. The study shows that at the start of the training the teachers of both conditions (10 individual instruction versus 8 group instruction) were underperforming in the application their teaching model. The in-service teacher training and the associated coaching period of three weeks was implemented as planned. Coaching took place by having teachers video tape some of their lessons and self-evaluate these lessons. Then they sent the information through to the researcher and they received feedback in return on how to further improve the use of their teaching model. During the coaching period, the teachers in both conditions made great progress in the application of their teaching model. In a final observation by the researchers it turned out that teachers in both conditions largely improved the use of their teaching model and students were significantly more independent in finishing their work. However, in the group teaching condition the students were more independent than in the individual teaching condition. The study confirms the effectiveness of the training model of Joyce and Showers (2002) and especially the use of coaching through feedback on teaching practices. New is the application of videos that teachers make of their lessons and the ensuing feedback by the trainers. For future research it would be interesting to compare the effect of face-to face coaching with video-based coaching of teachers. 1

3 1. Inleiding Het Praktijkonderwijs (PrO) is een vorm van voorgezet onderwijs waarbij leerlingen elementaire vaardigheden worden aangeleerd ten behoeve van sociale redzaamheid en begeleiding naar arbeid. Het gaat om leerlingen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar, met een IQ tussen de 55 en 80 en die een achterstand op minimaal twee van de vier leergebieden (technisch lezen, begrijpend lezen, spellen en inzichtelijk rekenen) hebben. Voor iedere leerling wordt, in een individueel ontwikkelplan (IOP), een traject uitgezet met de leerdoelen die de leerling wil bereiken binnen een bepaalde opleidingssector. In het PrO moet er dan ook een grote differentiatie van het onderwijsaanbod zijn om de leerlingen te laten kiezen. Voor het PrO is er de vraag hoe het onderwijsaanbod voor de IOP s georganiseerd kan worden. Aan de ene kant kan men er voor kiezen leerlingen individuele leerwegen aan te bieden met keuzes voor vakken en daarbinnen voor taken die de leerlingen willen leren beheersen en aan de andere kant kan er worden uitgegaan van vakken waarbinnen groepsverband onderwijs wordt gegeven met mogelijkheden voor individuele aanpassingen in taken en instructie. Scholen in het Praktijkonderwijs zijn al enkele jaren bezig om uit te zoeken hoe hun aanbod moet worden georganiseerd zo dat het uitvoerbaar blijft en leerlingen er de meeste vruchten van plukken (Kuijk, 2004). Differentiatie in individuele leerwegen of juist in groepsverband hebben beide hun praktische voor- en nadelen. Blik (2012) geeft aan dat veel docenten in het PrO leerlingen individuele leertrajecten aanbieden waarbij zij hen uit een cursusaanbod van de school en binnen een cursus laten kiezen welke taken zij willen uitvoeren (zie ook Bakermans, Franzen, Hoof, Veenman & Boer, 1997). Dit leidt tot individuele instructie en begeleiding voor de leerlingen. In de praktijk blijkt echter dat individueel onderwijs moeilijk hanteerbaar is bij een groepsomvang van gemiddeld meer dan twaalf leerlingen. Het aantal minuten instructietijd dat per leerling dan overblijft is vaak te kort om leerlingen goed voor te bereiden op hun taak en te begeleiden. Blik en Naayer (2012) laten zien dat zowel individueel onderwijs als groepsonderwijs kan worden verbeterd. De docenten kunnen efficiënter met een hele groep of met individuele leerlingen werken en hun tijd efficiënter over leerlingen verdelen. Leerlingen zullen op die manier de taken beter begrijpen en een beter afgerond cursusaanbod krijgen (zie ook Warnez, 2002). Voor dit onderzoek is de focus gericht op het praktische probleem hoe docenten er toe kunnen worden gebracht om hun bestaande manier van lesgeven (individueel of groepsgericht) te verbeteren en daarbinnen differentiatie van instructie en leertaken zo goed mogelijk te ondersteunen. 2

4 2. Theoretisch achtergronden 2.1 Effectief lesgeven in het Praktijkonderwijs Het blijkt dat veel docenten in het Praktijkonderwijs individueel onderwijs geven (ongeveer 60% van de docenten) en dat een minderheid groepsonderwijs geeft (Blik, Harskamp & Kuiper-Bakker, 2012). Het werken met groepsonderwijs, waarbij alle leerlingen vooraf instructie krijgen en dezelfde taak uitvoeren blijkt voor leerlingen effectiever te zijn dan individueel onderwijs waarbij leerlingen taken kiezen en leerlingen tegelijker tijd met verschillende taken bezig zijn. Docenten die groepsonderwijs geven besteden vaak per leerling meer tijd aan de instructie en leerlingen weten dan beter hoe ze een taak moeten aanpakken. Bij individueel onderwijs moet de lestijd verdeeld worden tussen de leerlingen en moeten leerlingen soms wachten op uitleg en hulp (zie ook Blik & Naayer, 2012). Niet alleen de lestijd voor de leerlingen maar ook de manier van lesgeven kan verschillen tussen docenten. Blik, Harskamp en Kuiper-Bakker (2012) constateren dat de meeste leerkrachten op een manier uitleg geven die past bij het model van directe instructie. De leerlingen krijgen een korte oriëntatie op de taak, demonstratie met uitleg, oefenen en gaan dan aan het werk. Sommige leerkrachten passen strategie instructie toe. Via vraag en antwoord wordt dan de uitvoering van een taak geïnstrueerd en gedemonstreerd. In verschillende onderzoeken is nagegaan of het uitmaakt voor leerlingen in het speciaal onderwijs op welke manier er wordt lesgegeven (Hughes, Copeland, Wehmeyer, Presley, Agran & Rodi, 2002; Montague & Dietz, 2009; Swanson, 2001). De conclusie die uit de onderzoeken kan worden getrokken is dat bij een nieuwe of complexe bewerking de leerlingen meer baat bij directe instructie (DI). Bij het leren toepassen van bekende technieken in niet al te complexe taken is strategie-instructie (SI) aan te bevelen (Adams & Carnine, 2006; Veenman, 1992). 2.2 Docenttrainingen Voorwaarden voor effectieve docenttrainingen zijn dat de docent zich als lerende moet gaan zien en open moet staan om te leren om zichzelf te kunnen ontwikkelen volgens Franke et al (2001). De boodschap van de training dient een sterke te zijn die te plaatsen valt in de eigen omgeving en aansluit op bestaande routines van docenten (Gregoire, 2003; Blik & Naayer, 2012). Als de inhoud en kennis van de scholing van toepassing is op de (lespraktijk van) docenten zal er een vorm van stress ontstaan die nodig is om gemotiveerd te raken om de inhoud aan te nemen. Als deze motivatie ontbreekt, kan er hoogstens oppervlakkige verandering in lesgeefgedrag worden bewerkstelligd en zullen docenten niet overtuigd zijn van de mogelijkheden om de inhoud te 3

5 integreren in hun eigen lessen. De inhoud van de training dient zowel bekende als nieuwe kennis te bevatten (Joyce & Showers, 2002; Gregoire, 2003). Inhoudelijk beginnen docenttrainingen met het meegeven van de theorie waarop de training is gebaseerd in combinatie met het laten zien van videobeelden of het demonstreren van die theorie (Joyce & Showers, 2002). Echter het effect van docenttrainingen zal nihil zijn, zeggen Winner (2000) en Joyce en Showers (2002), als er alleen kennis wordt overgedragen en wordt gedemonstreerd. Het effect zal juist zeer groot zijn als docenten oefenen in de eigen praktijk en hierop feedback krijgen. Docenten zullen veel minder snel terugvallen op hun oude instructiegedrag. Coaching door feedback te geven kan leerprocessen, leerprestaties en resultaten van gestelde doelen in kaart brengen en dient als kritische reflectie om mensen tot nieuwe inzichten te brengen. Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat feedback snel gegeven moet worden, dan kan het als een normatief referentiepunt dienen waartegen docenten hun gedragingen evalueren en kan het helpen om hen de werkbare elementen van de interventie in hun eigen omgeving te laten begrijpen en toe te laten passen (Zimmerman & Schunk, 2004; Gabelica, Bossche, Segers & Gijselaers 2012). Een andere vorm van feedback is docenten zichzelf te laten reflecteren op hun lesgedrag. Dit zorgt ervoor dat ze zich professioneel gaan ontwikkelen, dat ze hun eigen handelen verbeteren en dat ze vanuit opvattingen van leerlingen zullen gaan denken. Hierop aansluitend zullen docenten hun instructie en lesgedrag aanpassen (Franke et al, 2001; Joyce & Showers, 2002; Gregoire, 2003; Sherin & Han 2004; Tittle zoals weergegeven in Alexander & Winne, 2006). Docenttrainingen kunnen het beste georganiseerd worden binnen een groep van professionals. Docenten zullen dan sneller in discussie gaan over effectief lesgeven, eerder geneigd zijn om fouten te maken en toe te geven. Succesvolle strategieën zullen met elkaar in de groep gedeeld worden (Shulman & Shulman, 2004; Joyce & Showers, 2002; Ashton & Webb zoals weergegeven in Franke et al, 2001). Docenten moeten een houding aannemen die als volgt wordt omschreven: Een volleerd docent is een lid van een professionele gemeenschap die bereid en in staat is om te leren van zijn of haar eigen docentervaringen (Shulman & Shulman, 2004, p. 259.). 2.3 Onderzoeksvragen en hypothesen Docenten in het Praktijkonderwijs geven vaak individueel onderwijs waarbij ze leerlingen zelf taken laten kiezen en hen individueel helpen of ze geven groepsonderwijs waarbij leerlingen dezelfde taak krijgen en als ze klaar zijn een extra taak mogen uitvoeren. Blik, Harskamp & Kuiper-Bakker, 2012) laten zien dat beide manieren van instructie vaak onvolledig en inefficiënt 4

6 worden aangeboden. Maar, het valt op dat de leerlingen bij groepsonderwijs beter begrijpen wat ze moeten doen en zelfstandiger met hun taak bezig gaan dan bij individueel onderwijs. Bij die laatste vorm van onderwijs komen docenten vaak tijd te kort om elke leerling volledige instructie en feedback te geven. Aan de toepassing van beide onderwijsvormen is veel te verbeteren. Het trainen van docenten in individueel dan wel groepsonderwijs moet die verbeteringen in het lesgeven kunnen ondersteunen. Mogelijk dat dan de leerlingen actiever doorwerken tijdens de lessen en meer zelfstandig hun taken uitvoeren. De algemene onderzoeksvraag is: In hoeverre kunnen docenten die individueel onderwijs dan wel groepsonderwijs geven worden getraind in het effectiever uitvoeren van hun onderwijsvorm en het meer zelfstandig werken van leerlingen? Deelvragen en hypothesen Onderzoeksvraag 1a.: In hoeverre passen leerkrachten, voorafgaande aan de training, individueel onderwijs dan wel groepsonderwijs toe? en 1b.: Hoe zelfstandig werken de leerlingen? Verwacht wordt dat er duidelijke verschillen zijn in manier van lesgeven tussen docenten die groepsonderwijs en zij die individueel onderwijs geven. Leerlingen die groepsonderwijs krijgen zullen zelfstandiger werken, omdat deze leerlingen voorafgaande aan hun taak uitgebreider geïnstrueerd worden en bij individueel onderwijs zal dit niet bij alle leerlingen gebeuren. Leerlingen in groepsonderwijs zullen doorgaans beter weten hoe ze hun taak moeten uitvoeren (Blik & Naayer, 2012). Onderzoeksvraag 2: In hoeverre kan de training en coaching van de docenten worden gerealiseerd zoals bedoeld? De training zal gerealiseerd worden zoals bedoeld, wanneer de docenten open staan voor verbeteringen in hun onderwijs. De training moet duidelijk maken op welke punten er verbeteringen mogelijk zijn en vervolgens aangeven hoe verbeteringen kunnen worden bereikt. Daartoe zal kennisoverdracht en demonstratie van een onderwijsvorm voor groepsonderwijs en voor individueel onderwijs plaatsvinden. Maar vooral belangrijk is dat docenten zelf oefenen en gecoacht worden bij de toepassing van hun onderwijsvorm (Joyce & Showers, 2002; Gabelica, Bossche, Segers & Gijselaers 2012). 5

7 Onderzoeksvraag 3a.: In hoeverre verbeteren docenten, na de training, de toepassing van hun onderwijsvormvorm? en 3b.: Leiden veranderingen in lesgeven tot meer zelfstandig werken van de leerlingen? Verwacht wordt dat de docenten hun manier van lesgeven meer volgens model gaan toepassen. Daardoor zullen alle leerlingen zelfstandiger hun taken kunnen uitvoeren. Wellicht bij groepsonderwijs wat meer dan bij individueel onderwijs (Blik, Harskamp & Kuiper-Bakker, 2012). 3. Onderzoeksopzet 3.1.Onderzoeksgroep en onderzoekcondities Er zijn 34 Praktijkonderwijsscholen benaderd en aanvankelijk hebben 18 docenten die tweedejaars houtbewerking gaven van 14 verschillende scholen uit vijf noordelijke provincies zich aangemeld om mee te doen aan het onderzoek. Door persoonlijke omstandigheden is een docent uitgevallen, waardoor uiteindelijk 17 docenten van 13 scholen zijn opgenomen in dit onderzoek. In de individuele conditie (individueel onderwijs) waren er tien docenten en in de groepsconditie (groepsonderwijs) waren zeven docenten. De docenten zijn aan de onderzoekcondities toegewezen op grond van een vragenlijst over onder andere de volgende aspecten: 1. Bespreekt u, aan het begin van de les, de vorige les? 2. Werken de leerlingen aan hun eigen werkstuk? 3. Geeft u groepsuitleg van een nieuw werkstuk of vertelt u individueel wat de leerling moet doen? 4. Beginnen leerlingen aan een nieuw werkstuk zodra ze het vorige af hebben gerond? In een lesobservatieronde voorafgaande aan de training van de docenten is nagegaan of de docenten terecht aan een conditie zijn toegewezen. Dit bleek steeds het geval te zijn. 3.2.Vormgeving van de docententraining De training van docenten is opgebouwd uit inhoud en werkvormen. De inhoud wordt ontleend aan Blik, Harskamp & Kuiper-Bakker (2012) en heeft betrekking op twee verschillende onderwijsvormen: individueel onderwijs of groepsonderwijs. Binnen die onderwijsvormen moet differentiatie in taken en instructie worden gerealiseerd. Om leerkrachten beter met een onderwijsvorm te laten werken wordt elke onderwijsvorm verdeeld in verschillende lesfasen. Het gebruik van de lesfasen maakt de correcte uitvoering van een model concreet voor docenten. Docenten voeren nu vaak een onderwijsvorm maar half uit en laten belangrijke fasen achterwege. Om het gebruik van de lesfasen te ondersteunen zijn uitgewerkte voorbeelden gemaakt. Een zestal 6

8 oefentaken voor leerlingen zijn uitgewerkt compleet met voorbeelden van werkstukken, werktekeningen en stappenkaarten voor uitvoering van de werkstukken. Aan de hand van voorbeeldlessen en de concrete lesmaterialen zal de docenten duidelijk worden gemaakt hoe de lesfasen kunnen worden toegepast in hun lessen. Vijf lesfasen voor individueel onderwijs of groepsonderwijs De vormgeving van de beide onderwijsvormen is als volgt te typeren Tabel 3.1: Kenmerken van de twee onderwijsvormen Lesfasen: Individueel onderwijs Groepsonderwijs Oriëntatie 1. De docent geeft een kort overzicht van de te kiezen werkstukken en de bijbehorende, stappenkaarten en fotokaarten. 2. Leerlingen kiezen een werkstuk, of pakken het werkstuk van de vorige les, en gaan aan het werk. 3. Er wordt strategisch of direct geïnstrueerd 1. De docent bespreekt met alle leerlingen het basiswerkstuk en het pluswerkstuk van de les door middel van de eindresultaten en de stappenkaarten te laten zien. 2. Er wordt strategisch geïnstrueerd door het stellen van vragen aan de leerlingen (Wat gaan we maken?, Wat hebben we daarvoor nodig?). 3. Voorkennis van de groep activeren a.d.h.v. eerdere lessen en m.b.t. het te starten werkstuk, de gebruikte technieken. bijbehorende stappenkaart en fotokaart, of over de stand van zaken t.a.v. het werkstuk, stappenkaart en bijbehorende fotokaart waarmee hij/zij bezig is. Demonstratie Begeleide Oefening Zelfstandig werken Afsluiting/ Terugkijken 1. De docent komt langs en doet voor hoe het betreffende werkstuk moet worden uitgevoerd aan de hand van de stappenkaart, de fotokaart en het eindproduct. 2. De docent gaat na of de leerling het begrepen heeft, door de leerling vragen te stellen over de stappenkaart. De fotokaart wordt als hulpmiddel ingezet, leerlingen hebben in de gaten dat ze de fotokaart kunnen gebruiken als ze vastlopen met de stappenkaart. 1. De leerling oefent even onder begeleiding van de docent met het uitvoeren van een deeltaak van het werkstuk, en corrigeert a.d.h.v. stappenkaart en de fotokaart direct wat niet goed gaat. 1. Docent beantwoordt vragen individueel door te verwijzen naar de stappenkaart en door te wijzen op de foto s van deeltaken. 2. Docent geeft feedback door concreet aan te geven wat leerlingen goed doen en corrigeert wat niet goed gaat. 3. Docent differentieert door zwakke(re) leerlingen meer aandacht te geven, vaker te wijzen op de stappenkaart; te wijzen op efficiëntere technieken en op de fotokaart van het werkstuk. 4. Docent differentieert door sterke(re) leerlingen te begeleiden in de voorbereiding en starten van het volgende werkstuk. 1. Docent kijkt met elke afzonderlijke leerling terug op het werkproces en evalueert per leerling wat er wel en niet goed is gegaan in de les. 2. Docent beoordeelt per leerling de/het eindproduct(en) dat (die) in de les zijn afgemaakt. 1. De docent demonstreert aan de hele groep het basiswerkstuk. De stappenkaart (materiaal, technieken en gereedschappen) is leidraad. Voordoen van de verschillende stappen en bij iedere stap uitleggen waarom die stap genomen wordt (gedachten zichtbaar maken). 2. De docent gaat na of de leerlingen het begrijpen door hen de stappen te laten verwoorden en door de leerlingen vragen te stellen over bijvoorbeeld de mogelijke volgordes van stappen. 1. De groep leerlingen oefent even onder begeleiding van de docent met het uitvoeren van een deeltaak van het werkstuk. Indien correctie nodig is legt hij aan de hele groep uit wat niet goed gaat. Leerlingen die het basiswerkstuk maken gaan zelfstandig werken. 2. De docent bespreekt met het groepje sterkere leerlingen de extra stappen die gemaakt moeten worden voor het pluswerkstuk door middel van het stellen van vragen en a.d.h.v. de extra stappenkaart. 1. Docent beantwoordt vragen en geeft feedback door te verwijzen naar de stappenkaarten. Signaleert de docent vragen die bij meerdere leerlingen leven dan bespreekt hij deze plenair of met een deel van de groep. 2. Docent loopt rond in de klas en stelt de leerlingen vragen; de leerlingen moeten hun aanpak kunnen verwoorden. Bespreekt de stappenkaarten: waar ben je en wat moet er nog gebeuren? 3. Docent differentieert door zwakke(re) leerlingen meer aandacht te geven, vaker te wijzen op de stappenkaart; te wijzen op efficiëntere technieken. 4. Docent geeft de kleine groep sterke(re) leerlingen extra instructie in een deeltaak (stap) van het pluswerkstuk als hij merkt dat deze niet goed gaat. 1. Docent kijkt met de gehele groep terug op het werkproces en evalueert wat er wel en niet goed is gegaan in de les. Wat waren de moeilijke en makkelijke stappen? Leerlingen zelf laten verwoorden. 2. Docent beoordeelt in de groep de eindproducten van alle leerlingen. 7

9 Er zijn zes werkstukken samengesteld met didactisch materiaal om ze door de docent uit te laten voeren in de praktijk. Twee van deze werkstukken zijn als voorbeeld genomen in de training van de docenten. De stappenkaarten van de werkstukken hebben dezelfde lay-out en bestaan uit vier stappen die de leerlingen moeten doorlopen. Elke van de vier stappen kan echter bestaan uit meerdere handelingen om de stap succesvol af te ronden. Docenten bieden deze werkstukken in 100 minuten gedurende drie weken achter elkaar aan. Tabel 3.2 Overzicht van de werkstukken Individueel onderwijs Les 1 Brievenstandaard, appelhuisje, Les 2 Onderzetter, fruitbakje Les 3 Opbergbakje en sleutelplankje Groepsonderwijs Brievenstandaard Onderzetter Opbergbakje Docenten die groepsonderwijs aanbieden krijgen van drie verschillende werkstukken een ontwikkelde basis- en plusstappenkaart om te kunnen differentiëren in de taak. Docenten bepalen vooraf welke leerlingen het basis- en welke het pluswerkstuk maken. Docenten die individueel onderwijs geven ontvangen een lessenpakket van zes werkstukken. Docenten krijgen naast een stappenkaart een bijpassende fotokaart, die als hulpmiddel ingezet kan worden (leerlingen die vastlopen met de stappenkaart kunnen de fotokaart gebruiken om te bekijken hoe ze verder moeten gaan). Leerlingen kiezen zelf welke werkstukken ze willen maken en doen dit op hun eigen tempo. Figuur 3.1. laat een samenvattend voorbeeld zien van een stappenkaart van een van de werkstukken (brievenstandaard). 8

10 Figuur 3.1 Samenvatting van de stappenkaart de brievenstandaard De werkvormen in de training Docenten ontvangen een training om hun onderwijsvorm te optimaliseren. Er zijn twee trainingscondities met elk een eigen programma. Docenten die groepsonderwijs geven wordt geleerd om te differentiëren in de groep en de gehele groep zo effectief mogelijk te instrueren. Docenten die individueel onderwijs bieden krijgen training in efficiënte individuele instructie om leerlingen te begeleiden die aan verschillende werkstukken werken. De theorie en de vijf lesfasen van elke onderwijsvorm zullen worden uitgelegd, gedemonstreerd (in een filmpje) en geoefend in 9

11 de vorm van een werkcollege. Beide trainingscondities volgen ieder een apart werkcollege van tweeënhalfuur. Uitleg van theorie Tijdens het werkcollege zal de inhoud van de onderwijsvorm, zoals weergegeven in tabel 3.1, in een PowerPointpresentatie aan beide trainingscondities worden uitgelegd. Lesfasen die docenten niet of onvolledig toepasten tijdens de voormeting worden uitvoerig in een discussie behandeld en besproken hoe die lesfasen uitgevoerd kunnen worden. Demonstratie De theorie zal gedemonstreerd worden door een voorbeeld-les op video te laten zien aan de docenten, zodat het duidelijk wordt hoe de onderwijsvorm er in de praktijk uitziet. Docenten zullen tijdens het bekijken van de voorbeeld-les een zelfevaluatieformulier invullen, zodat ze hiermee bekend raken. De zelfevaluatieformulieren zullen tijdens de coachingsperiode, na iedere les, door de docenten zelf ingevuld worden en opgestuurd worden naar de onderzoekers. De zelfevaluatie bestaat uit een vragenlijst over volgende vragen. Ze verschillen soms voor individueel onderwijs (I) of groepsonderwijs (G): 1. Heeft u de werkstukken met de leerlingen besproken aan het begin van de les? (I en G zelfde vraag) 2. Wat deed u deze les meestal als u de leerlingen instrueerde voor een nieuw werkstuk? (I en G) 3. Hoe heeft u het werkstuk gedemonstreerd? (I en G = klassikaal gedemonstreerd) 4. Bent u nagegaan of de leerlingen de instructie begrepen hebben? (I en G) 5. Heeft u apart uitleg gegeven aan de sterkere leerlingen die het pluswerkstuk hebben gemaakt? (alleen G) 6. Hoe heeft u individuele leerlingen hulp geboden? (I en G) 7. Heeft u vrijwel alle leerlingen steeds aan het werk kunnen houden in deze les? (I en G) 8. Heeft u de werkstukken die af waren met de leerlingen besproken en beoordeeld tijdens de les? (I = individueel besproken en G = in de groep besproken) Oefening Tijdens het werkcollege zullen docenten oefenen met het uitvoeren hun onderwijsvorm. Ze zullen de lesfasen die horen bij hun onderwijsvorm met een voorbeeldtaak (stappenkaarten, fotokaarten (alleen docenten die individueel onderwijs bieden) en eindvoorbeelden) op elkaar toepassen. Na 10

12 de oefening ontvangen alle docenten een videocamera en instructie om opnames in de eigen les te maken. Coaching Na het werkcollege volgt een coachingsperiode van drie weken waarin docenten hun onderwijsvorm gaan optimaliseren in hun eigen lessen. Ze gebruiken daarvoor de werkstukken van het onderzoek. Docenten maken video-opnames van twee lessen. Met behulp van de zelfevaluaties evalueren docenten zelf de drie lessen. Vervolgens worden de zelfevaluaties en de video-opname naar de onderzoekers opgestuurd. Zij geven persoonlijke feedback op de videolessen en de zelfevaluaties van hen. Op deze manieren zal worden getracht om docenten de onderwijsvorm nog efficiënter toe te laten passen. 3.3.Instrumenten Tijdens de lesbezoeken voorafgaand en na de training wordt een observatie-instrument en een checklist ingevuld. Met het observatie-instrument van Blik en Naayer (2012) wordt het lesgeven vastgesteld tijdens vijf lesfasen (oriëntatie, demonstratie, begeleid oefenen, zelfstandig werken en afsluiting). De observatie wordt opgedeeld in blokken van vijf minuten. De eerste vier minuten wordt de docent geobserveerd. In de eerste drie lesfasen wordt gekeken naar het lesgedrag van de leerkracht. Tijdens de fase van zelfstandig werken wordt gelet op het aantal hulpvragen dat de docent krijgt en het aantal aanwijzing dat de docent geeft. Gedurende de gehele les wordt iedere vijfde minuut gekeken naar het aantal leerlingen dat inactief is (wachten op hulp van de docent, naar buiten kijken, kletsen, etc.). De observaties zijn door twee onderzoekers uitgevoerd. Voor twee lessen zijn de duur van iedere lesfase en de verschillende categorieën van lesgedrag per lesfase door beide onderzoekers gescoord en met elkaar vergeleken. Het observatie-instrument bleek een hoge interbeoordelaarsbetrouwbaarheid te hebben van gemiddeld (Kappa) K=.91 over de twee beoordeelde lessen. Checklist lesbeoordeling Naast het observatie-instrument wordt een checklist ingevuld over het correct uitvoeren van groepsonderwijs dan wel individueel onderwijs. Deze checklist is bedoeld om na te gaan in hoeverre de vijf lesfasen per onderwijsvorm worden toegepast, door punten toe te kennen aan iedere lesfase. Er worden 0 (niet uitgevoerd), 1 (gedeeltelijk uitgevoerd) of 2 (geheel uitgevoerd 11

13 zoals gepland) punten toegekend per onderdeel van een lesfase. Tabel 3.3 vat de checklists voor het beoordelen van de uitvoering van individueel onderwijs en groepsonderwijs samen. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de checklist is vastgesteld op de voormeting door van elk van de 17 geobserveerde lessen de totaalscores van het lesgedrag per les om te zetten in oordelen op de vragenlijst. Dit is gedaan door een onafhankelijk onderzoeker. Vervolgens zijn deze checklist-scores vergeleken met de checklist-scores van de twee onderzoekers die de observaties deden. Er is een Kappa overeenstemming berekend die voldoende hoog bleek te zijn: K=.62. Tabel 3.3. Checklists onderwijsvormen Lesfasen Individueel onderwijs Groepsonderwijs Score Oriëntatiefase (0-2) Overzicht werkstukken: Strategische instructie: Demonstratiefase (0 4) Fase begeleide oefening (0-2) Fase zelfstandig werken (0 8) Afsluitingsfase (0 4) stappenkaarten en fotokaarten. Leerlingen kiezen een werkstuk, of pakken het werkstuk van de vorige les. Strategische of directe instructie. Demonstratie van stappenkaart i.c.m. het eindproduct. Nagaan of de leerling het heeft begrepen door vragen te stellen. Oefenen van een (moeilijke) deeltaak onder begeleiding. Gelijk corrigeren wat niet goed gaat a.d.h.v. stappenkaart en de fotokaart. Vragen individueel beantwoorden en verwijzen naar de stappenkaart, fotokaart en eindproducten. Concrete feedback geven. Differentiëren zwakke(re) leerlingen: efficiëntere technieken. Differentiëren sterke(re) leerlingen: begeleiden in de voorbereiding van het volgende werkstuk. Evalueren en beoordelen van werkstukken per leerling. stappenkaarten van basis- en pluswerkstuk. Voorkennis van de groep activeren. Vragenderwijs stappen uitleggen i.c.m. de stappenkaart en het eindvoorbeeld van het basiswerkstuk. Leerlingen stappen laten verwoorden en voordoen. Oefenen van een (moeilijke) deeltaak onder begeleiding. Leerlingen die het basiswerkstuk maken gaan zelfstandig werken. Pluswerkstuk (extra stappen) instrueren aan sterkere leerlingen. Feedback geven: verwijzen stappenkaarten/voorbeeld. Meer voorkomende zelfde vragen plenair bespreken. Leerlingen hun aanpak laten verwoorden. Differentiëren door zwakke(re) leerlingen te wijzen op stappenkaart. Evalueren en beoordelen van werkstukken en het proces met de gehele groep. Differentiatie In beide onderwijsvormen is sprake van differentiatie van het onderwijs, maar op verschillende manieren. Differentiatie werd gescoord door drie kenmerken uit de checklists per onderwijsvorm er uit te lichten. Het eerste kenmerk is differentiëren in instructie: wordt directe en strategische instructie afgewisseld tijdens de oriëntatie en demonstratiefase (zowel I als G). Het tweede kenmerk is differentiatie in het bieden van hulp: verschillende leerlingen krijgen op verschillende 12

14 momenten tijdens de les instructie en hulp (I) of verschillende leerlingen krijgen extra hulp tijdens het zelfstandig werken (G) en tot slot het derde kenmerk: is er differentiatie tussen leerlingen in technieken (zaagtechnieken, gebruik van een mal i.p.v. opmeten en aftekenen) (I en G) en andere taken als leerlingen de taak van de onderzoekers af hadden (I) of uitbreiding in de taak van de taak van de onderzoeker (G). Voor differentiatie kunnen docenten maximaal 2 punten per kenmerk krijgen; in totaal 6. Zelfstandig werken van leerlingen Drie indicatoren geven aan in hoeverre leerlingen zelfstandig kunnen doorwerken. De eerste twee geven belemmeringen voor zelfstandig werken aan: gevraagde en ongevraagde hulp tijdens het zelfstandig werken. De leerlingen hebben voor het uitvoeren van hun opdracht een stappenkaart en als de instructie voldoende duidelijk is geweest zullen ze daar genoeg steun aan hebben. De docent bevordert het zelfstandig werken van leerlingen vaak niet als deze veel hulpvragen beantwoordt en leerlingen ongevraagd aanwijzingen geeft De eerste indicator voor zelfstandig werken is dan ook het percentage leerlingen dat gemiddeld genomen in een les een hulpvraag stelt en beantwoord krijgt door de docent. In het observatieinstrument wordt per 4 minuten bijgehouden hoeveel leerlingen een vraag stellen en beantwoord krijgen. Het totaal aan beantwoorde vragen van de leerlingen wordt gedeeld door het aantal leerlingen in een klas en gedeeld door het aantal geobserveerde lesperiodes van 4 minuten. De tweede indicator is het percentage leerlingen dat tijdens de les ongevraagde hulp krijgt van de docent. In het observatie-instrument wordt per 4 minuten bijgehouden hoeveel leerlingen ongevraagde hulp kregen. Het totaal aantal leerlingen met ongevraagde hulp in de les wordt gedeeld door het aantal leerlingen in een klas en gedeeld door het aantal geobserveerde lesperiodes van 4 minuten. De derde indicator is het percentage leerlingen dat inactief is tijdens de les. Leerlingen werken zelfstandig door als ze actief zijn. In het observatie-instrument wordt elke vijfde minuut bijgehouden hoeveel leerlingen niet bezig zijn met de taak. Het totaal aantal leerlingen dat niet taakgericht is in de les wordt gedeeld door het aantal leerlingen in een klas en gedeeld door het aantal geobserveerde lesperiodes van 1 minuut. 3.4.Procedure Voormeting: De voormeting is een lesobservatie die bedoeld is om de mate waarin docenten groepsonderwijs dan wel individueel onderwijs aanbieden in kaart te brengen en in hoeverre dit terug is te zien in de toepassing van de lesfasen. Docenten ontvangen voor deze les een 13

15 stappenkaart en/of fotokaart van het werkstuk De boekensteun. Dit werkstuk dienen docenten aan te bieden op de manier zoals zij die gewend zijn: individueel of groepsgewijs. Tijdens de lesobservatie wordt ook de mate van zelfstandig werken van de leerlingen, het ingaan van de docent op hulpvragen en het ongevraagd aanwijzingen geven door de docent in kaart gebracht. De training: De training is beschreven in paragraaf 3.2. Binnen twee weken na het werkcollege wordt er bij iedere docent een korte vragenlijst afgenomen om te checken wat hun kennis is van hun onderwijsvorm. Nameting: Eenzelfde lesobservatie als bij de voormeting wordt uitgevoerd waarbij iedere docent het werkstuk Memoblok met pennenhouder behandelt. Het gaat erom te controleren of de docenten effectiever volgens het model individueel onderwijs of groepsonderwijs zijn gaan werken en in welke mate leerlingen meer zelfstandig werken en docent minder ongevraagd aanwijzingen geeft en op hulpvragen ingaat. 3.5.Analyseplan De eerste onderzoeksvraag (1a.) over in hoeverre docenten in beide condities individueel onderwijs dan wel groepsonderwijs volgens de bedoelingen toepassen wordt beantwoord door een beschrijving van beide condities te geven aan de hand van de voormeting. Deze beschrijving wordt ondersteund door de gemiddelden en standaard deviaties van de docentvariabelen: oriëntatie, demonstratie, begeleide oefening, zelfstandig werken, afsluiting, differentiatie, hulpvragen beantwoord en aanwijzingen gegeven. Ook de inactiviteit van de leerling (vraag 1b.) wordt gemeten. De tweede onderzoeksvraag: In hoeverre kan de training en coaching van de docenten worden gerealiseerd zoals bedoeld? wordt beantwoord door de activiteiten van de training te beschrijven. Hierbij wordt de aanwezigheid van docenten en het verloop van beide werkcolleges weergegeven. De resultaten van een vragenlijst om de kennis te checken die docenten hebben van hun onderwijsvorm (I of G) wordt gepresenteerd. Ook de mate van sturing van de docenten in de vorm van gegeven feedback wordt gemeten. Er wordt een inhoudelijk omschrijving gegeven van de trainingsinhoud en verloop. De derde onderzoeksvraag (3a.): In hoeverre verbeteren docenten, na de training, de toepassing van hun onderwijsvormvorm? en (3b) Leiden veranderingen in lesgeven tot meer zelfstandig werken van de leerlingen? wordt beantwoord door per onderzoeksconditie de gemiddelden van de docentvariabelen en de leerlingvariabelen te vergelijken tussen de nameting en de voormeting. 14

16 De verschillen worden beschreven en getoetst met behulp van t-testen voor gepaarde waarnemingen. De mate van inactiviteit van leerlingen op de nameting wordt gezien als negatieve indicator voor de zelfstandigheid van leerlingen. Deze zal tussen de twee condities worden vergeleken met behulp van een t-test voor onafhankelijke steekproeven. Vanwege de beperkte omvang van de steekproef (en de power van statistische toetsen) zal een overschrijding kans van p =.10 worden aangehouden bij tweezijdige toetsing. 4. Resultaten Dit hoofdstuk geeft de resultaten weer van de drie onderzoeksvragen. Er volgt een beschrijving van persoonlijk feedback die docenten ontvingen op hun zelfevaluaties van hun lessen, op de videobeelden van twee lessen en op de antwoorden die zij gaven op de kennischeck. 4.1.Voormeting Tijdens de voormeting behandelden alle docenten hetzelfde werkstuk. Voordeel van een uniforme taak was dat de moeilijkheidsgraad van de taak gelijk was voor alle leerlingen en de vergelijking tussen de groepen docenten een gelijke basis had. Nadeel was dat docenten die individuele instructie gaven met een klassikale taak gingen werken terwijl de leerlingen normaal gesproken met verschillende taken zouden werken. Het ging bij de observatie van de voormeting vooral om het vaststellen in hoeverre docenten de onderwijsvormen, zoals weergegeven in tabel 3.1, toepassen in hun lessen. De uitkomsten van de voormeting staan weergegeven in tabellen 4.1, 4.2 en 4.3. Toepassing van de onderwijsvormen (algemeen) Tabel 4.1 geeft de toepassing van de onderwijsvormen (vijf lesfasen) tijdens de voormeting weer. Onder de tabel wordt per onderwijsvorm een omschrijving hiervan gegeven. 15

17 Tabel 4.1 Toepassing de onderwijsvormen in de checklists (algemeen) Individueel onderwijs Groepsonderwijs Gemiddeld SD Gemiddeld SD Oriëntatiefase (0-2) Demonstratiefase (0 4) Fase begeleide oefening (0-2) Fase zelfstandig werken (0 8) Afsluitingsfase (0 4) Docenten in de conditie Individueel onderwijs (I) pasten voor een derde de oriëntatiefase toe. Minder dan de helft van de docenten demonstreerde hoe het werkstuk gemaakt moest worden. Een kwart van de docenten liet de leerling begeleid een taak oefenen. Vragen werden in mindere mate individueel beantwoord. Een derde van de docenten sloot de les juist af met een individuele evaluatie en beoordeling. Docenten in de conditie Groepsonderwijs (G) pasten hun onderwijsvorm nagenoeg vergelijkbaar toe, met uitzondering van de fase van begeleide oefening. Deze fase werd sporadisch toegepast. Differentiëren: Tabel 4.2 geeft de mate van differentiëren weer van de beide onderwijsvormen tijdens de voormeting. Differentiatie werd gescoord door drie kenmerken uit de checklists per onderwijsvorm te lichten. Het eerste kenmerk is differentiëren in instructie: Wordt directe en strategische instructie afgewisseld tijdens de oriëntatie en demonstratiefase (zowel I als G)? Het tweede kenmerk is differentiatie in het bieden van hulp: Verschillende leerlingen krijgen op verschillende momenten tijdens de les instructie en hulp (I) of verschillende leerlingen krijgen extra hulp tijdens het zelfstandig werken (G).Tot slot het derde kenmerk: Is er differentiatie tussen leerlingen in technieken (I en G) en andere taken als leerlingen de taak van de onderzoekers af hadden (I) of uitbreiding in de taak van de taak van de onderzoeker (G)? Tabel 4.2 Differentiëren tijdens de voormeting Individueel onderwijs Groepsonderwijs Gemiddeld SD Gemiddeld SD Differentiëren (0 6)

18 Differentiëren bij Individueel onderwijs (I) is nog niet ver gevorderd. Gemiddeld scoorden docenten bijna twee van de zes punten op het individueel differentiëren tijdens de voormeting. Het blijkt dat de docenten niet differentiëren in wijze van instructie (kenmerk 1), maar vooral differentiëren in het bieden van hulp (tweede kenmerk) en technieken (derde kenmerk). Differentiatie voor zwakkere leerlingen (door hen vaker te wijzen op de stappenkaart en efficiëntere technieken) en voor sterkere leerlingen (door hen voor te bereiden op een nieuw werkstuk) gebeurde weinig. Differentiëren bij groepsonderwijs is ook nog niet ver gevorderd. Nog geen twee van de zes punten werden in groepsonderwijs gescoord tijdens de voormeting. Deze docenten differentiëren door hulp te geven bij vragen van leerlingen en door leerlingen ongevraagde hulp te geven (kenmerk 2). Maar er was nauwelijks differentiatie in technieken en taken voor zwakke en sterke leerlingen (kenmerk 3). Zelfstandig werken van leerlingen Tabel 4.3 geeft het zelfstandig werken van leerlingen weer tijdens de voormeting. Twee van de drie aspecten van het zelfstandig werken werden door de docent uitgevoerd ter bevordering van het zelfstandig werken van de leerlingen. Dit waren hulpvragen beantwoorden en het gegeven van ongevraagde aanwijzingen. De inactiviteit van leerlingen is het laatste aspect dat de daadwerkelijke zelfstandigheid van leerlingen weergeeft tijdens de voormeting. Tabel 4.3 Zelfstandig werken van de leerlingen tijdens de voormeting Individueel onderwijs Groepsonderwijs Gemiddeld SD Gemiddeld SD Percentage leerlingen dat gevraagde hulp krijgt. Percentage leerlingen dat ongevraagde hulp krijgt Percentage leerlingen dat inactief was In het individueel onderwijs gaven docenten iedere vier minuten gemiddeld 51% van de leerlingen gevraagde en ongevraagde hulp. Dit betekent dat bij een groep van 14 leerlingen de docenten ruim 7 leerlingen gedurende blokken van vier minuten hulp bieden bij het maken van de taak. Tijdens 17

19 groepsonderwijs boden docenten gemiddeld 49% van de leerlingen gevraagde en ongevraagde hulp gedurende blokken van vier minuten. Gemiddeld was 28% van de leerlingen die individueel onderwijs kreeg, om de vijf minuten inactief. Dit percentage lag gemiddeld bij groepsonderwijs op 15%. Het verschil tussen de beide onderwijscondities is significant (t= 2.156; p=.048). In de voormeting zijn tijdens het groepsonderwijs minder inactieve leerlingen dan in het individueel onderwijs. De inactiviteit van leerlingen houdt in dat nadat docenten gedurende vier minuten gemiddeld de helft van alle leerlingen hulpboden er bij individueel onderwijs bijna een derde en bij groepsonderwijs 15% van de leerlingen alsnog niet doorwerkte aan het werkstuk. 4.2.Training (werkcollege) en coaching Per conditie (I en G) werd een werkcollege gegeven. Ruim 84% van de docenten was aanwezig tijdens deze werkcolleges. Docenten die afwezig waren kregen de informatie later in een persoonlijk gesprek toegelicht. Docenten gaven in discussie met elkaar en de onderzoekers hun problemen weer die ze in hun lessen tegenkwamen. Docenten droegen zelf oplossingen voor diezelfde problemen. Door de onderzoekers zijn de theoretische achtergrond van beide onderwijsvormen toegelicht. De vijf lesfasen die in beide onderwijsvormen werden getoond (door een voorbeeld-les te laten zien), bediscussieerd en door alle docenten in eigen woorden verwoord en geëvalueerd. De docenten werd uitgelegd hoe de coaching van de toepassing van het onderwijsmodel I of G) in de eigen lespraktijk zou verlopen en wat zij van de onderzoekers konden verwachten. Er bleek tijdens de werkcolleges geen tijd te zijn om de onderwijsvormen te oefenen. Kennischeck van de onderwijsvormen na het werkcollege. Er is een korte kennisvragenlijst per conditie gemaakt die na het werkcollege door alle docenten (17) is ingevuld. De vragenlijst bestond uit 10 vragen. Er konden maximaal 17 punten gescoord worden. De antwoorden laten zien dat ruim twee derde van de docenten een voldoende of goed hierop scoort (6 tot 17 punten behaalden). Vijf docenten bleken na de training een onvoldoende te scoren (0-5 punten). Alle docenten ontvingen persoonlijke feedback op hun ingevulde vragenlijst. Docenten die onvoldoende scoorden kregen meer uitgebreide feedback. 18

20 Tabel 4.4 Uitslag kennischeck van de docenten na het werkcollege Individueel onderwijs Groepsonderwijs Aantal Aantal Onvoldoende (0 5) 2 3 Voldoende (6 12) 7 4 Goed (13 17) 1 - Voor beide condities gold dat de hiaten in de kennis van de onderwijsvormen vooral zat in de toepassing van de juiste instructiewijze (SI voor bekende technieken en DI voor nieuwe of ingewikkelde technieken) in het differentiëren tijdens de les en het preventief handelen om hulpvragen te voorkomen. Minder hulpvragen betekent dat leerlingen zelfstandiger werken. Coaching van het lesgeven in de praktijk Iedere docent ontving persoonlijke feedback van de onderzoekers op de zelfevaluaties en de twee gefilmde lessen. De gegeven feedback was telkens gestoeld op de theoretische modellen van de onderwijsvormen. Het gemiddeld aantal opgestuurde zelfevaluaties en op video opgenomen lessen staan, per conditie, weergegeven in tabel 4.5. Tabel 4.5 Geanalyseerde zelfevaluaties en videobeelden tijdens de coachingsperiode Individueel onderwijs Groepsonderwijs Gemiddeld SD Gemiddeld SD Zelfevaluaties (0 3) Videobeelden (0 2) Docenten in de groepsconditie leverden gemiddeld 2.3 zelfevaluaties en 1.5 les op video aan. De verdeling in individuele conditie was respectievelijk 2.1 en 1.8. Het aantal videobeelden van groepsonderwijs is iets lager, omdat er een aantal videobeelden missen van een docent waarbij niet gefilmd werd. Niet alle docenten hebben even veel en even intensieve coaching gehad. Er waren twee redenen voor het feit dat drie docenten minder coaching kregen. Deze docenten (één van de individuele conditie en twee van de groepsconditie) kozen ervoor om niet te oefenen met (de instructie van) de werkstukken of niet te filmen tijdens de coachingsperiode. Er waren grote veranderingen op hun 19

21 school gaande. Een docent van de individuele conditie behandelde wel de werkstukken van het onderzoek maar maakte geen filmopnames. Deze docenten hebben wel hun model gevolgd en op eigen gelegenheid geprobeerd hun manier van lesgeven te verbeteren op grond van de informatie in het werkcollege. Feedback op de videobeelden en zelfevaluaties Er zijn door de meeste docenten (zie tabel 4.5) twee lessen opgenomen en opgestuurd naar de onderzoekers. De beelden zijn door de onderzoekers inhoudelijk geanalyseerd en bovendien vergeleken met de zelfevaluaties van de docenten. De analyses door de onderzoekers kwamen goed overeen met het eigen beeld van de docenten. Docenten die individuele onderwijs gaven hebben veelal de feedback gekregen om iedere stap van de stappenkaart te instrueren en demonstreren. Uit de beelden bleek dat de docenten de werkstukken meestal direct beoordeelden als een leerling ermee klaar was. Deze beoordeling bleek echter veelal algemeen te zijn. De docenten werd verteld dat een beoordeling effectiever zal zijn als die toegespitst wordt op de stappen van de stappenkaart en op het doorlopen van het proces. De kans is dan groter dat de gegeven feedback bij een volgend werkstuk door de leerling wordt meegenomen. Docenten kregen feedback op het bieden van hulp aan de leerlingen. Hen werd aanbevolen om leerlingen zo zelfstandig mogelijk achter antwoorden te laten komen en leerlingen te wijzen op de stappenkaarten, fotokaarten (individuele conditie) en voorbeelden van de werkstukken te bestuderen (i.p.v. door deeltaken van leerlingen over te nemen). In de tweede ronde demonstreerden sommige leerkrachten nog niet alle stappen. Zij kregen alsnog het advies dit wel te doen. Ongeveer de helft van de docenten heeft onder hun begeleiding de leerling deeltaken uit laten voeren voordat de leerling zelfstandig aan het werk ging. Docenten die leerlingen van te voren geen deeltaak lieten uit voeren kregen als tip om dit toch te doen. De docenten bleven vervolgens deeltaken voordoen en onderwezen niet vragenderwijs. Leerlingen deden vooral na zonder te verwoorden of zelf te oefenen. De docenten kregen wederom te horen dat deeltaken voordoen en overnemen minder effectief is dan leerlingen zelfstandig achter hun antwoorden te laten komen en hen zelfstandig fouten te laten herstellen. De tip laatste aan de docenten in de individuele conditie was om tijdens het zelfstandig werken zelf geen handelingen uit te voeren. Docenten van beide condities kregen de tip, om na de demonstratiefase de leerling een deeltaak uit te laten voeren, zodat gecheckt kon worden of de leerling die deeltaak begreep en uit kon voeren. 20

22 De meeste docenten van de groepsconditie oriënteerden en demonstreerden in de eerste ronde van lessen door DI toe te passen. Zij kregen de feedback om de stappen te demonstreren door vraagen-antwoordspel met de leerlingen (SI) toe te passen. Om na te gaan of leerlingen de demonstratie en instructie begrepen kregen docenten de tip om leerlingen (vooral moeilijke) deeltaken voor te laten doen en leerlingen na te laten denken over de volgorde van de stappen (hierdoor ontstaan minder wachtrijen bij machines en gereedschappen tijdens het zelfstandig werken). Docenten kregen als aanwijzing om leerlingen te corrigeren door hen de stappen op de kaart te laten verwoorden en niet door stappen voor te doen of over te nemen. Ze kregen de tip om alleen leerlingen te helpen als ze daar om vroegen, dus niet ongevraagd. Bij de tweede ronde van lessen bleek dat docenten de lesfase oriëntatie en demonstratie vrijwel volledig volgens de bedoelingen toepasten. Bijna alle docenten gebruikten naast een heel ook een half afgemaakt voorbeeld om de stappen te demonstreren. De docenten van de groepsconditie hebben leerlingen deeltaken uit laten voeren onder hun begeleiding. 4.3.Nameting De nameting werd een week na het einde van de coachingsperiode uitgevoerd. Het ging erom te controleren of de docenten effectiever volgens hun onderwijsvorm werkten en of leerlingen meer zelfstandig doorwerkten tijdens de les. Toepassing van de beide onderwijsvormen Met behulp van lesobservaties is nagegaan hoe leerkrachten hun onderwijsvorm uitvoerden. Na afloop van de observaties en analyse van de videobeelden hebben de onderzoekers een checklist ingevuld. Hierin beoordeelden ze in hoeverre de docenten aan hun onderwijsvorm ten uitvoer brachten. De gemiddelde scores van de docenten van beide onderzoeksgroepen staan in tabel 4.6. De verschillen tussen nameting en voormeting zijn per lesfase in een aparte kolom aangegeven. De verschillen zijn getoetst met een overschrijdingskans p <. 10. De verschillen zijn omgerekend naar effect sizes (d) volgens Cohen (1988). 21

23 Tabel 4.6 Vooruitgang in de toepassing van de onderwijsvormen Individueel onderwijs Groepsonderwijs Gem voor SD voor Gem Na SD Na Verschil * Gem voor SD voor Gem na SD na Verschil * Oriëntatiefase (0-2) Demonstratiefase (0 4) Fase begeleide oefening (0-2) Fase zelfstandig , werken (0 8) Afsluitingsfase (0 4) *Alle verschillen zijn significant, p<.10 bij tweezijdige toetsing. De conditie Individueel onderwijs (I) ging op de toepassing van de oriëntatiefase significant vooruit en werd tijdens de nameting voor meer dan drie kwart volledig toegepast (d= 1.6). De demonstratiefase werd tijdens de nameting nagenoeg volledig toegepast. Er is een duidelijk verschil met de voormeting (d= 2.1). De fase van begeleide oefening werd het minst goed toegepast, maar er is toch behoorlijke vooruitgang geboekt in de uitvoering van deze fase (d= 0.7). De fase van het zelfstandig werken ging duidelijk vooruit en werd voor ruim twee derde volledig toegepast tijdens de nameting (d= 2.4). De afsluitingsfase werd meer dan een keer zo volledig uitgevoerd tijdens de nameting. De vooruitgang bleek significant (d= 1.5). De conditie Groepsonderwijs (G) ging in het toepassen van alle lesfasen significant vooruit. De meeste vooruitgegaan werd geconstateerd in het toepassen van de afsluitingsfase. Deze fase werd bijna drie keer zo volledig toegepast tijdens de nameting (d= 2.4). De oriëntatiefase werd meer dan een keer zo volledig uitgevoerd (d= 1.3). De demonstratiefase werd bijna een keer zo volledig toegepast (d= 1.6). De fase van begeleide oefening werd tijdens de nameting het minst volledig uitgevoerd. Toch werd deze fase meer dan een keer zo volledig toegepast in vergelijking met de voormeting (d= 0.7). De fase van het zelfstandig werken pasten de docenten ook meer dan een keer zo volledig toe (d= 2.6). 22

Differentiatievormen voor technieklessen in het

Differentiatievormen voor technieklessen in het KORTLOPEND ONDERWIJSONDERZOEK Vormgeving van leerprocessen 107 Differentiatievormen voor technieklessen in het Praktijkonderwijs Training van docenten en effecten bij leerlingen Harm Naayer Henk Blik Sjaak

Nadere informatie

Docenttraining Interactieve Instructie. Verandering van het lesgeven en de zelfstandige taakuitvoering van moeilijk lerenden.

Docenttraining Interactieve Instructie. Verandering van het lesgeven en de zelfstandige taakuitvoering van moeilijk lerenden. Docenttraining Interactieve Instructie. Verandering van het lesgeven en de zelfstandige taakuitvoering van moeilijk lerenden. H. Blik, H.M. Naayer, S. van Leeuwen en R. Hoekstra 1. 290 2015 (92) 290-308

Nadere informatie

Effecten van strategie-instructie versus directe instructie in het Praktijkonderwijs

Effecten van strategie-instructie versus directe instructie in het Praktijkonderwijs Effecten van strategie-instructie versus directe instructie in het Praktijkonderwijs Rijksuniversiteit Groningen GION Anne Hannink Henk Blik Effecten van strategie-instructie versus directe instructie

Nadere informatie

Groepsinstructie versus tweetalinstructie in het Praktijkonderwijs

Groepsinstructie versus tweetalinstructie in het Praktijkonderwijs KORTLOPEND ONDERWIJSONDERZOEK Vormgeving van leerprocessen 96 Groepsinstructie versus tweetalinstructie in het Praktijkonderwijs Henk Blik Harm Naayer Groepsinstructie versus tweetalinstructie in het Praktijkonderwijs

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

Strategisch lezen voor beroep en studie

Strategisch lezen voor beroep en studie Strategisch lezen voor beroep en studie Roos Scharten (Expertisecentrum Nederlands) Georgia Vasilaras (ROC de Leijgraaf) Edith Vissers (KPC Groep) 9 december 2015 Leijgraaf: het uitgangspunt! Elke professional

Nadere informatie

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente)

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente) Vragenlijst formatief toetsen - Docent Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente op basis van bestaande vragenlijsten* en heeft als doel te onderzoeken in welke mate de docenten en leerlingen

Nadere informatie

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars. op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars. Auteur: Anneke Lucassen Zelfevaluatie begeleiden bij zelfstandig

Nadere informatie

VOORBEELD. Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst. Naam docent: Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen

VOORBEELD. Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst. Naam docent: Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst Een terugkoppeling ten behoeve van uw professionele ontwikkeling Naam docent: VOORBEELD Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen juli 2016 Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen volgende Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen Eindrapportage onderzoek Toekomstgericht Onderwijs Inhoud Onderzoek Toekomstgericht Onderwijs door Kohnstamm Instituut Schoolportret Herbert Vissers

Nadere informatie

Strategisch lezen voor beroep en studie

Strategisch lezen voor beroep en studie Strategisch lezen voor beroep en studie Roos Scharten (Expertisecentrum Nederlands) Georgia Vasilaras (ROC de Leijgraaf) Edith Vissers (KPC Groep) 9 december 2015 Leijgraaf: het uitgangspunt! Elke professional

Nadere informatie

Leren observeren en collegiale consultatie

Leren observeren en collegiale consultatie 1 03-09-2015 30-09-2016 1 Leren observeren en collegiale consultatie Michelle Helms-Lorenz 2 03-09-2015 30-09-2017 2 Bij het observeren komt veel kijken Bij het trekken van conclusies nav observaties komt

Nadere informatie

Lesgeven in het praktijkonderwijs en opleiden naar zelfstandigheid Een observationeel onderzoek in lessen hout- en metaalbewerking

Lesgeven in het praktijkonderwijs en opleiden naar zelfstandigheid Een observationeel onderzoek in lessen hout- en metaalbewerking Lesgeven in het praktijkonderwijs en opleiden naar zelfstandigheid Een observationeel onderzoek in lessen hout- en metaalbewerking H. Blik, E.G. Harskamp en E. Kuiper-Bakker 1-11-2011 Abstract (Nederlands)

Nadere informatie

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten.

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten. 1. Differentiëren Onderzoeken welke manieren en mogelijkheden er zijn om te differentiëren en praktische handvatten bieden om hiermee aan de slag te gaan. Vervolgens deze kennis toepassen in de praktijk

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR LEERLINGEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL

Nadere informatie

WELKOM! Wil je op je A4 opschrijven wat je nu weet over Lesson Study? Evelien van Geffen 12 mei 2016

WELKOM! Wil je op je A4 opschrijven wat je nu weet over Lesson Study? Evelien van Geffen 12 mei 2016 WELKOM! Wil je op je A4 opschrijven wat je nu weet over Lesson Study? Evelien van Geffen e.c.van.geffen@hva.nl 12 mei 2016 1 UITKOMSTEN VORIG ONDERZOEK Een aantal conclusies uit het onderzoek van Amagir,

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs

Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs VELON/VELOV CONFERENTIE Brussel, 4-5 februari 2016 Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs Fontys Hogescholen, Eindhoven Dr. E. Klatter, Dr. K. Vloet, Dr. S. Janssen & MEd

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Pleincollege Sint Joris PRO PRO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Pleincollege Sint Joris PRO PRO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Pleincollege Sint Joris PRO PRO Plaats : Eindhoven BRIN nummer : 20AT C6 BRIN nummer : 20AT 05 PRO Onderzoeksnummer : 273588 Datum onderzoek : 16 april 2014

Nadere informatie

Alle ondersteuning is voor deelnemende scholen aan het BSL project gratis. Fase Activiteit Betrokkenen Ondersteuning

Alle ondersteuning is voor deelnemende scholen aan het BSL project gratis. Fase Activiteit Betrokkenen Ondersteuning In het kader van de BSL-projecten in opdracht van OC&W heeft Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT) samen met Tilburg University (TiU) een programma samengesteld om scholen te ondersteunen bij het vormgeven

Nadere informatie

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie

Nadere informatie

In gesprek over lesobservaties: mentorrollen en feedback strategieën

In gesprek over lesobservaties: mentorrollen en feedback strategieën In gesprek over lesobservaties: mentorrollen en feedback strategieën Velon 17 maart 2017 Joris Beek & Itzél Zuiker g.j.beek@uu.nl / i.zuiker@uu.nl Het onderzoek Een sterk begin: Inductieprogramma Lesobservatie

Nadere informatie

Resultaten zelfevaluatie Met Waalwijk School voor praktijkonderwijs

Resultaten zelfevaluatie Met Waalwijk School voor praktijkonderwijs Resultaten zelfevaluatie Met Waalwijk School voor praktijkonderwijs PrOZO! December 2008 Pagina 1/14 Pagina 2/14 INLEIDING De Met Waalwijk heeft een zelfevaluatie uitgevoerd in 2008, waarbij gebruik is

Nadere informatie

UNIVERSITY OF TWENTS MEESTERSCHAP 1/25/2017 FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: TIPS VOOR IN DE LES

UNIVERSITY OF TWENTS MEESTERSCHAP 1/25/2017 FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: TIPS VOOR IN DE LES UNIVERSITY OF TWENTS MEESTERSCHAP FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: TIPS VOOR IN DE LES Kim Schildkamp Wilma Kippers Christel Wolterinck Fer Coenders 1 IN DEZE WORKSHOP: 1. 2. 3. 4. 5. LEERDOELEN THEORIE VRAGENLIJST

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Bonifatius Mavo VMBOGT Plaats : Emmeloord BRIN nummer : 02KR C1 BRIN nummer : 02KR 00 VMBOGT Onderzoeksnummer : 290332 Datum onderzoek : 4 oktober 2016 Datum

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Formatief toetsen: Randvoorwaarden & concrete handvaten voor in de klas

Formatief toetsen: Randvoorwaarden & concrete handvaten voor in de klas Formatief toetsen: Randvoorwaarden & concrete handvaten voor in de klas Kim Schildkamp Contact: k.schildkamp@utwente.nl Programma Formatief toetsen Voorwaarden voor formatief toetsen Voorbeelden van technieken

Nadere informatie

Feedback middels formatief toetsen

Feedback middels formatief toetsen Feedback middels formatief toetsen Studiedag Mbo Taalacademie Kim Schildkamp Contact: k.schildkamp@utwente.nl Formatief toetsen en feedback Waar denkt u aan bij de termen formatief toetsen en feedback?

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek Prof. dr. Perry den Brok Betrokkenen Connect College (opdrachtgever) Kennisnet (subsidie onderzoek) Technische Universiteit Eindhoven

Nadere informatie

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente)

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente) Vragenlijst formatief toetsen - Leerlingen Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente op basis van bestaande vragenlijsten* en heeft als doel te onderzoeken in welke mate de docenten en

Nadere informatie

Professionalisering van leraren ter bevordering van zelfsturend leren van basisschoolleerlingen

Professionalisering van leraren ter bevordering van zelfsturend leren van basisschoolleerlingen Professionalisering van leraren ter bevordering van zelfsturend leren van basisschoolleerlingen Patrick Sins: Lectoraat Vernieuwingsonderwijs, Saxion Hogeschool; Thomas More Hogeschool Emmy Vrieling: Welten-instituut,

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken International School VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken International School VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Het Baken International School VWO Plaats : Almere BRIN nummer : 01FP C3 BRIN nummer : 01FP 06 VWO Onderzoeksnummer : 275538 Datum onderzoek : 15 april 2014

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk)

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk) Christine Prast, onderwijskundige Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk) Vooraf Onderwijskundig kader waarbinnen herontwerp plaatsvond Uitgangspunt bij het hier

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

EFFECTIEF LEREN DOOR FORMATIEVE INSTRUCTIE EN EVALUATIE STRATEGIEEN DR. KELLY MEUSEN-BEEKMAN

EFFECTIEF LEREN DOOR FORMATIEVE INSTRUCTIE EN EVALUATIE STRATEGIEEN DR. KELLY MEUSEN-BEEKMAN EFFECTIEF LEREN DOOR FORMATIEVE INSTRUCTIE EN EVALUATIE STRATEGIEEN DR. KELLY MEUSEN-BEEKMAN HET DOEL VAN DEZE LEZING - Wat is formatief toetsen - De relatie tot bijvoorbeeld SRL en motivatie - Introduceren

Nadere informatie

Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen: Van signalering naar diagnose

Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen: Van signalering naar diagnose Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen: Van signalering naar diagnose Als een kind rekenproblemen heeft, is het belangrijk om dit snel aan te pakken. Tijdig ingrijpen kan heel wat voorkomen. Maar

Nadere informatie

Lesontwerp 9. Examenvoorbereiding maatschappijwetenschappen

Lesontwerp 9. Examenvoorbereiding maatschappijwetenschappen Lesontwerp 9. Examenvoorbereiding maatschappijwetenschappen Ontwikkelaar School Vak Groep Genre Gianna Troiani & Henri Boer Cartesius Lyceum, Amsterdam Maatschappijwetenschappen 5 havo/ 6 vwo argumenteren,

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Lezen voor Beroep en Studie. 1 e trainingsavond, 6 oktober 2014

Lezen voor Beroep en Studie. 1 e trainingsavond, 6 oktober 2014 Lezen voor Beroep en Studie 1 e trainingsavond, 6 oktober 2014 Welkom en kennismaking José Gary Gerrit Regina Pauline Edith Roos Belgin Doelen van de eerste trainingsdag - Deelnemers maken kennis met elkaar

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Huygens College VMBOB VMBOK Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 21ET 04 BRIN nummer : 21ET 04 VMBOB BRIN nummer : 21ET 04

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Angelique van het Kaar Risbo Erasmus Universiteit Rotterdam 7 november 2012 Overzicht onderwerpen Training Didactische

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Almende College, locatie Isala voor havo en vwo HAVO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Almende College, locatie Isala voor havo en vwo HAVO ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Almende College, locatie Isala voor havo en vwo HAVO Plaats : Silvolde BRIN nummer : 14UM C1 BRIN nummer : 14UM 00 HAVO Onderzoeksnummer : 276258 Datum onderzoek :

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Christelijk Gymnasium VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Christelijk Gymnasium VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Christelijk Gymnasium VWO Plaats : Utrecht BRIN nummer : 16PA C1 BRIN nummer : 16PA 00 VWO Onderzoeksnummer : 283237 Datum onderzoek : 8 april 2015 Datum vaststelling

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren met Acadin

Zelfgestuurd leren met Acadin Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Rekenen: ook in de andere vmbo vakken

Rekenen: ook in de andere vmbo vakken Rekenen: ook in de andere vmbo vakken verdiepingsconferenties Freudenthal Instituut Korte inhoud werkgroep Het onderhouden en uitbreiden van rekenvaardigheden is een belangrijk thema in klas 3 en 4 van

Nadere informatie

SOL. SOL self-organised learning

SOL. SOL self-organised learning SOL self-organised learning SOL is een didactisch concept waarin verschillende moderne methoden op een nieuwe manier gebruikt worden. Essentieel is dat SOL het leren combineert met doceren met als achterliggende

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DUBBELDEKKER

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DUBBELDEKKER RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DUBBELDEKKER School : Basisschool Dubbeldekker Plaats : Hilversum BRIN-nummer : 19LM Onderzoeksnummer : 94493 Datum schoolbezoek : 21 juni 2007 Datum vaststelling

Nadere informatie

OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN

OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN BESCHRIJVING OPDRACHT In deze opdracht leer je hoe je door meer en beter formatief te evalueren toetsen onderdeel van het leerproces kan maken,

Nadere informatie

Docentenhandleiding PO Schoolkamp

Docentenhandleiding PO Schoolkamp Docentenhandleiding PO Schoolkamp Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Wat maakt deze opdracht 21 e eeuws?... 1 2.1 Lesdoelstellingen... 2 2.2 Leerdoelen... 2 3 Opzet van de opdracht... 2 3.1 Indeling van

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. : De Toermalijn. Onderzoeksnummer :

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. : De Toermalijn. Onderzoeksnummer : RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK School : De Toermalijn Plaats : Arnhem BRIN-nummer : 15XH Onderzoeksnummer : 104068 Datum schoolbezoek : 18 maart 2008 Concept datum : 21 mei 2008 Datum vaststelling

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Heeft trainen zin? De coachende benadering in trainingen

Heeft trainen zin? De coachende benadering in trainingen Heeft trainen zin? De coachende benadering in trainingen Training is voor een groot deel verspilde energie! Dat was de boodschap van een kort artikel dat ik onlangs vertaalde voor de Nieuwsbrief van de

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO Plaats : Delft BRIN nummer : 26MJ 00 PRO Onderzoeksnummer : 253466 Datum onderzoek : 15 oktober 2013 Datum vaststelling : 6 december 2013 Pagina 2 van 9

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. CSG De Lage Waard HAVO VWO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. CSG De Lage Waard HAVO VWO KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 CSG De Lage Waard HAVO VWO Plaats : Papendrecht BRIN nummer : 16QA C1 BRIN nummer : 16QA 00 HAVO BRIN nummer : 16QA 00 VWO Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Creatief onderzoekend leren

Creatief onderzoekend leren Creatief onderzoekend leren De onderwijskundige: Wouter van Joolingen Universiteit Twente GW/IST Het probleem Te weinig bèta's Te laag niveau? Leidt tot economische rampspoed. Hoe dan? Beta is spelen?

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Wat leren docenten in een community of practice? Hoe leren ze?

Wat leren docenten in een community of practice? Hoe leren ze? stti / mei 2012, v2 Opzet Vragen: Wat leren docenten in een community of practice? Hoe leren ze? 1. Beschrijving van de werkwijze: Wat is een community of practice; hoe hebben we deze community ingericht;

Nadere informatie

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) Veiliger, vraagt naar algemeenheden: basis Overzichtelijk maar te globaal Niet gedifferentieerd in niveau ICALT Meer gedetailleerd, biedt mogelijkheden tot verdieping

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Together Everyone Achieves More

Together Everyone Achieves More Together Everyone Achieves More dr. Evelien Opdecam Prof. dr. Patricia Everaert Faculteit Economie en Bedrijfskunde Coöperatief leren Contributie Waarom? Wat? Hoe concreet aangepakt? Evaluatie: Ervaringen

Nadere informatie

Martine van Schaik

Martine van Schaik Martine van Schaik m.vanschaik@hsmarnix.nl Leerkrachten van 9 basisscholen en drie begeleiders vanuit Marnix en Saxion Deelnemers aan het project Deelnemers scholen regio Deventer: Deventer: De kleine

Nadere informatie

Handleiding. Pagina 1 van 9

Handleiding. Pagina 1 van 9 Begeleiding De website is opgebouwd uit stappen. De stappen op de website volgen elkaar logisch op en alle opdrachten staan duidelijk op de website beschreven. De informatie op de website is voor iedere

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN

FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN ONDERWIJS RESEARCH DAGEN, ROTTERDAM, 26 MEI 2016 CHRISTEL H.D. WOLTERINCK WILMA B. KIPPERS KIM SCHILDKAMP CINDY L. POORTMAN FORMATIEF

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. OSG Singelland "De Venen" PRO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. OSG Singelland De Venen PRO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK OSG Singelland "De Venen" PRO Plaats : Drachten BRIN nummer : 04YE C7 BRIN nummer : 04YE 09 PRO Onderzoeksnummer : 276720 Datum onderzoek : 25 september 2014

Nadere informatie

Competenter lesgeven door Lesson Study (#27)

Competenter lesgeven door Lesson Study (#27) Competenter lesgeven door Lesson Study (#27) Pabo Domstad Utrecht 9 th May, 2017 Competentiebeleving - In hoeverre lukt het u om. - In hoeverre lukt het u om uw leerlingen kritisch te leren denken? Competenter

Nadere informatie

5/18/2017 DOOR SAMENWERKEN LEREN DIFFERENTIEREN; LESSON STUDY, EEN CASE STUDY. Vu Lesson Study cyclus: focus onderwijsbehoeften en differentiëren

5/18/2017 DOOR SAMENWERKEN LEREN DIFFERENTIEREN; LESSON STUDY, EEN CASE STUDY. Vu Lesson Study cyclus: focus onderwijsbehoeften en differentiëren DOOR SAMENWERKEN LEREN DIFFERENTIEREN; LESSON STUDY, EEN CASE STUDY Tirza Bosma Lesson study conferentie 9 mei 2017 ONDERZOEK NAAR DIFFERENTIEREN IN COMBINATIE MET LESSON STUDY 1. Case study van ontwikkeling

Nadere informatie

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn 2015-2016 Stageopdracht Effectief leren 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Werken aan competenties... 3 Praktijkopdracht Effectief leren... 3 Bijlage 1: Beoordelingsformulier...

Nadere informatie

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1 15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni 2016 Inhoudsopgave 1...1 2 Hoofdsectie...2 1 Geef bij de onderstaande stellingen aan of u ermee zeer mee oneens/oneens/eens/zeer mee eens bent, dan wel neutraal

Nadere informatie

Realisatiefase fase 5

Realisatiefase fase 5 Realisatiefase fase 5 Dit is de tweede doe-fase. Tijdens de realisatiefase voeren jullie de ontwerpen uit om het product te realiseren. Tijdens de voorbereidingsfase hebben jullie alles wat jullie nodig

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Didactiek voor het Praktijkonderwijs

Didactiek voor het Praktijkonderwijs KORTLOPEND ONDERWIJSONDERZOEK Vormgeving van leerprocessen 82 Didactiek voor het Praktijkonderwijs Onderzoek naar een didactisch alternatief dr. Theo van Batenburg met medewerking van Trynke Keuning MSc.

Nadere informatie

VERSLAG AUDIT SOP 1 INLEIDING

VERSLAG AUDIT SOP 1 INLEIDING VERSLAG AUDIT SOP Naam school OBS De Bundel Brinnummer school 23RY Adres Anna Bijnsring 201 Postcode/Plaats 7321 HG Apeldoorn Directeur/contactpersoon Inge Voncken Datum audit 22-01-2015 Auditor(en) Theo

Nadere informatie

Aansluiting op kern- en deeltaken

Aansluiting op kern- en deeltaken GLVF Implementatie In studiejaar 2016-2017 zullen alle studenten leren lesgeven met de GLVF. Enkele aanpassingen in de GLVF formulieren: Aansluiting op kern- en deeltaken; Aantallen GLVF per semester;

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER School : basisschool Albert Schweitzer Plaats : Emmeloord BRIN-nummer : 08JS Onderzoeksnummer : 94651 Datum schoolbezoek : 4 juni 2007 Datum

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Leerwerktaak: Wiskundeproefwerk nakijken en bespreken

Leerwerktaak: Wiskundeproefwerk nakijken en bespreken Leerwerktaak: Titel Gekoppeld aan beroepstaak OWE ILS-wi 614 Gekoppeld aan de volgende competenties(s) Niveau Geschikt voor de volgende vakken Ontwerper/ ontwerpgroep/ sectie/ school Relevantie/ kader

Nadere informatie

Interventieonderzoek als onderdeel van docentenprofessionalering Een good practice

Interventieonderzoek als onderdeel van docentenprofessionalering Een good practice Interventieonderzoek als onderdeel van docentenprofessionalering Een good practice Interventieonderzoek als onderdeel van docentenprofessionalisering: het stimuleren van een onderzoekende houding bij honoursdocenten

Nadere informatie