Heterogene verdeling van TBT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Heterogene verdeling van TBT"

Transcriptie

1 Werkdocument Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Aan Directie Noordzee Van Bijlage(n) F. Smedes, A.S. de Jong en P. Zuidema. 0 Datum Nummer Mei-1999 Onderwerp Project Heterogeniteit van TBT SPECIE*IBO Doorkiesnummer f.smedes@rikz.rws.minvenw.nl, Heterogene verdeling van TBT in havensediment Voorwoord... 2 Samenvatting... 3 Inleiding... 5 Theorie... 7 Uitvoering... 9 Resultaten en discussie Conclusies Aanbevelingen Vestiging Haren Postbus 207, 9750 AE Haren Bezoekadres Kerklaan 30 Telefoon Telefax Bereikbaar met buslijnen 51, 53 en 59 vanaf station Groningen of 15 minuten loopafstand van station Haren

2 Voorwoord Sedimenten uit havens en vaargeulen zijn vaak zeer inhomogeen (tussen monsterpunten en binnen een monster) zodat de analyseresultaten sterk fluctueren, wat geen solide basis is voor vergunningsverlening of saneringsmaatregelen. Zo vertoonde de TBT gehalten in Rijnmond grote variaties in opeenvolgende jaren en vertoonde HCBgehalten in specie uit een zelfde baggervak in Delfzijl variaties van een factor 100 en meer. In dit laatste geval bleek een belangrijke reductie in de variatie bereikt te kunnen worden door een goede homogenisatie (m.b.v. een kogelmolen) van het monster voordat een sub-sample wordt genomen. Toepassing van dergelijke technieken zal in de toekomst mogelijke een verbetering geven. In opdracht van Directie Noordzee en in het kader van het RIKZ projekt SPECIE*BIO is daarom een onderzoek naar de homogenisatie van baggerspecie uitgevoerd, met speciale aandacht voor TBT. De auteurs danken de meetdienst Zuid-Holland en Noord Nederland voor hun medewerking bij de bemonstering. Heterogene verdeling van TBT in havensediment 2

3 Samenvatting Naar aanleiding van inconsistente resultaten in de haven van Rotterdam voor organotin verbindingen in de jaarlijks metingen van de baggerspecie kwaliteit is door het RIKZ een onderzoek naar de oorzaken gestart. Met het doel de invloed van mogelijke monster heterogeniteit op de analyseresultaten te bestuderen zijn monsters genomen van de onderwaterbodem in de haven van Rotterdam en Harlingen. Door herhaalde analyse van hetzelfde monster is de heterogeniteit bepaald in ruwe en gehomogeniseerde monsters. De gemeten heterogeniteit in de ruwe monsters blijkt niet groot in de onderzochte monsters. Hierdoor is de effectiviteit van de homogenisatie methodes (Büchi-mixer en kogelmolen) niet zo goed zichtbaar in de heterogeniteitsmetingen. Het feit echter dat na homogenisatie de gemeten gehaltes vaak toenemen, en nooit lager worden, is een sterke aanwijzing dat aanwezige "hot-spots" door het monster gemengd worden. Op het lab kan het analyse monster op deze wijze wel goed worden gehomogeniseerd om een eenduidige analyse resultaat te geven, maar wil de bemonstering representatief zijn voor een haven vak moet in alle stadia van de bemonstering goed worden gehomogeniseerd. Aanbevolen wordt om hier verder onderzoek naar te verrichten en hangende dit onderzoek de toetsing op meervoudige bemonsteringen te baseren. De "hot-spots" in het sediment kunnen verfdeeltjes zijn waardoor het milieuchemisch als "bron" van TBT geldt. Als heterogeen verspreid materiaal wat organotin sterker bindt dan het omliggende sediment de oorzaak is van deze incidenteel hogere gehaltes is het belangrijk dit verder te onderzoeken. De huidige normstelling gebaseerd op standaardisering op organisch geeft dan een te pessimistisch beeld van de risico's. Heterogene verdeling van TBT in havensediment 3

4 Heterogene verdeling van TBT in havensediment 4

5 Inleiding Bij de jaarlijkse meetcampagnes door RWS en het Gemeentelijk Haven Bedrijf worden jaarlijks in monsters uit diverse vakken in de Rotterdamse haven organotin verbindingen bepaald. Uit de meetgegevens blijkt dat de organotin gehaltes in sedimenten vaak geen consistent beeld vertonen in tijd en ruimte. Zowel heranalyses als her-bemonsteringen laten de nodige spreiding zien, zodat het onduidelijk is of de analyse spreiding of de veldvariatie de oorzaak van de verschillen is. De analyse van organotin verbindingen in sediment is niet eenvoudig. Tot nu toe is geen gevalideerd NEN voorschrift voorhanden. Een onlangs binnen NOVEM georganiseerd ringonderzoek met een ontwerp NEN had slechts 3 deelnemers. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend. Internationaal zijn meer en uitgebreidere laboratoriumvergelijkende onderzoeken uitgevoerd. Hierbij zijn vaak grote verschillen tussen laboratoria waargenomen. Het is dan ook heel goed mogelijk dat analyse fouten sterk hebben bijgedragen aan de waargenomen variabiliteit in de meetgegevens van organotin verbindingen baggerspecie. Daarnaast kan de veldvariatie een grote rol spelen. De organotin verbindingen kunnen heterogeen verdeeld zijn in het sediment door bijvoorbeeld sedimentatie van afwisselend laag en hoog vervuild sediment al dan niet het gevolg van baggeractiviteiten. Daarnaast kan de aanwezigheid van organotin houdende verfschilfers oorzaak zijn van heterogeniteit. Wetgeving en NEN-normen schrijven voor dat als er aanleiding toe bestaat monsters cryogeen gemalen moeten worden (NEN 5730). Voor vluchtige stoffen en monsters binnen het bouwstoffen besluit is dit ook een gangbare praktijk. Dit advies geldt ook voor waterbodems maar uitvoering stuit op practische bezwaren. Het cryogeen malen van een grote hoeveelheid sediment om er daarna een mengmonster van te maken is erg tijdrovend en vergt vanwege het hoge watergehalte enorme hoeveelheden droogmiddel. Handmatig mengen met een lepel is voor waterbodem monsters dan ook de dagelijkse praktijk. Deze methode leidt fysisch gezien, deeltjesgrootte verdeling en organisch stofgehalte, ook wel tot homogene monsters maar voor de verontreinigingen hoeft dat dan niet zo te zijn. Voor de HCB verontreiniging in Delfzijls havenslib is duidelijk gebleken dat de handroermethode onvoldoende effectief was (a). Meetresultaten in een handgemengd monster verschilden soms wel een factor 100. Onderzoek naar verschillende homogenisatie methodes leerde dat zelfs mechanische methodes vaak niet te voldeden. Malen van gedroogde monsters met een kogelmolen was de enige methode die tot een goede homogeniteit leidde. Een natte mengmethode die bevredigende resultaten gaf was mengen met de Büchi-mixer. Omdat hiervoor de monsters niet gedroogd hoeven te worden verdient deze praktisch gezien de voorkeur boven de kogelmolen. (a) F. Smedes, K. Groen, W. Riesenkamp en J.F. Bakker (1997) Monitoring hexachloorbenzeen in het Zeehavenkanaal Delfzijl (Deelrapport 2 HCBMON) Vergelijking van homogenisatie technieken, Werkdokument RIKZ/IT x. Heterogene verdeling van TBT in havensediment 5

6 Dit document beschrijft onderzoek naar de heterogeniteit van organotin in monsters van havensedimenten. Vervolgens is de effectiviteit onderzocht van robuuste homogenisatie technieken zoals Büchi-mixer en kogelmolen. Daarnaast is ook beperkt onderzocht wat de invloed is van sub-bemonstering ten behoeve van het maken van mengmonsters. Deelname aan een aantal internationale ringonderzoeken heeft bevestigd dat de methode die door het RIKZ is ontwikkeld voor de bepaling van butyltin-verbindingen tot goede resultaten leidt. Omdat slechts kleine monster hoeveelheden nodig zijn is de RIKZ methode uiterst geschikt om de heterogene verdeling van deze stoffen in monsters te bestuderen. Immers, hoe kleiner submonster voor de analyse wordt gebruikt, hoe groter de variatie zal zijn. Figuur 1 In de figuur weergegeven hoe bij een heterogeen monster de totale meetspreidng (V M ) theoretisch afhangt van de monster-inweeg. In het voorbeeld is uitgegaan van een spreiding door monsterheterogeniteit (V H )van 40% bij 1 gram inweeg. De analyse spreiding (V A ) is opgebouwd uit een relatief deel (10%) en een absoluut deel (1 ng/g). De laatste overheerst als de detectiegrens wordt benaderd. Boven de 15 gram bepaald de analysefout de totale spreiding en daaronder in toenemende mate de heterogeniteit Spreiding (%) Analyse spreiding Heterogeniteit Totale spreiding V A V H V M Monster inweeg (g) Heterogene verdeling van TBT in havensediment 6

7 Theorie In hoeverre een analyse resultaat representatief is voor het aangeboden monster hangt af van de analysespreiding en, in geval een monster heterogeen is, de subbemonsteringsspreiding. Eigenlijk zijn sedimentmonsters per definitie heterogeen omdat het een verzameling van verschillende soorten deeltjes is. Als het te analyseren monster zo klein is gekozen dat het nog maar één deeltje bevat zal dat nooit representatief voor het hele monster zijn. In het andere uiterste, analyse van het gehele aangeboden monster, speelt de heterogeniteit weer geen rol. De inweeg bij de analyse is dan ook een belangrijke factor. Om hiermee te kunnen rekenen en voor een eerlijke vergelijking is het handig om heterogeniteit (V H ) te definiëren als de bijdrage aan de totale de meetspreiding in het analyse monster (V M ) bij een monster-inweeg van 1 gram. De spreidingen worden hier weergegeven als de variatiecoëfficiënten en uitgedrukt in %. Bij een inweeg van m gram wordt de totale spreiding van het analyse monster: V M 2 2 VH = VA + m Hierin is V A de variatiecoëfficiënt van de analyse. In figuur 1 is een voorbeeld gegeven hoe, afhankelijk van de monster-inweeg (m) de meetspreiding (V M ) is opgebouwd uit analyse spreiding (V A ) en de heterogeniteit (V H ). Bij een kleine inweeg (m) is de laatste term in formule 1 het grootst en wordt de totale spreiding(v M ). Het meest bepaald door de heterogeniteit (V H ). De heterogeniteit (V H ) kan daarom het best worden berekend uit metingen van V M met een zo klein mogelijke inweeg (m). Voor de kwantificering van de heterogeniteit kan formule 1 worden om geschreven naar: 2 2 V = m ( V V ) H M A Met de onbetrouwbaarheid die voortkomt uit het feit dat V M maar met een beperkt aantal waarnemingen is bepaald, wordt wel rekening gehouden maar is hier niet behandeld omdat het voor de conclusies van dit onderzoek niet van belang is. Een monster wordt als homogeen beoordeeld voor een bepaalde parameter wanneer de laatste term in formule 1 geen rol speelt. Dus als V H / m lager is als de analyse spreiding. en de resultaten van verschillende analyses niet méér variëren dan op grond van de analysespreiding verwacht mag worden. Dit wordt bereikt door goed homogeniseren. Verder geldt natuurlijk dat het inwegen van een groter monster de heterogeniteit maskeert en de representativiteit verbetert. Voor de monstername, die representatief voor een havenvak dient te zijn, geldt derhalve ook dat het beste een zo groot mogelijk monster kan worden genomen. In Rotterdam wordt een analyse monster samengesteld uit 6 deelmonsters die verspreid over het baggervak genomen zijn en aan boord worden samengevoegd. Het is dan wel van belang dat dit goed wordt gehomogeniseerd zodat het deelmonster voor het laboratorium representatief is voor het hele monster. (1) (2) Heterogene verdeling van TBT in havensediment 7

8 Figuur 2 Monster verdelingsschema. Boven Rotterdam en onder voor Harlingen. De grijze monsters zijn ook werkelijk geanalyseerd. VD=vriesdrogen, KM=kogelmolen, Büchi-mixer. 1) Met mengapparaat als beschreven in monstername; 2) verdeling in porties; 3) Alleen handgemengd. Rotterdam Willem Alexander Haven Vak 37 Duplo bemonstering op 6 tal posities Rotterdam Missisipi Haven Vak 123 Duplo bemonstering op 6 tal posities Emmer 1 Emmer 2 Emmer 1 Emmer 2 Homogenisatie 1) aan boord Homogenisatie 1) aan boord Homogenisatie 1) aan boord Homogenisatie 1) aan boord Verdeling 2) Verdeling 2) Verdeling 2) Verdeling 2) 37-1-A 37-2-A A A 37-1-B 37-2-B B B 37-1-C 37-1-D 37-1-E VD+KM 37-1-A Mengmonster 1-A en 2-A 37-2-C 37-2-D 37-2-E VD+KM 37-2-A C D E C D E Buchi 37-(1+2)-A Buchi 37-(1+2)-A Buchi+VD+KM 37-(1+2)-A Buchi+VD+KM 37-(1+2)-A Harlingen Zuiderhaven Bemonstering op aantal posities Vat 20 L Homogenisatie 3) Harlingen Industriehaven Bemonstering op aantal posities Vat 20 L Homogenisatie 3) HZuidH 0 HIndH 0 Buchi HZuidH 1 Buchi HZuidH 2 Buchi+VD+KM HZuidH 1 Buchi+VD+KM HZuidH 2 VD+KM HZuidH 3 VD+KM HZuidH 4 Heterogene verdeling van TBT in havensediment 8

9 Uitvoering Onderzoeksopzet Om de rol van monsterheterogeniteit en homogenisatie technieken te onderzoeken zijn heterogene uitgangsmaterialen nodig, van liefst verschillende oorsprong. Na bepaling van de heterogeniteit kunnen verschillende technieken getest worden op hun effectiviteit. De verschillende technieken moeten op monsterpot schaal wel dezelfde monsters krijgen aangeboden. Om dit te bereiken is een grote hoeveelheid monster in een emmer gebracht wat daarna op vaste volgorde in porties van ±100 ml is verdeeld over verschillende potten. Voorafgaand aan de verdeling is het monster in de emmer door de monsternemers op de normaal gangbare wijze gehomogeniseerd. In het verkregen monster wordt de heterogeniteit bepaald door kleine submonsters te analyseren zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven. Gebruikelijk is om per baggervak met de valbom 6 monsters te nemen van de bovenste 25 cm en hieruit een mengmonster samen te stellen. In dit onderzoek is dat is in duplo uitgevoerd zodat twee series gelijkwaardige monsters werden verkregen. Op deze wijze is dat voor twee havens in Rotterdam uitgevoerd. Hiermee is het onderzoek gestart. Monstername Voor het onderzoek zijn in het Rotterdamse haven gebied twee havens geselecteerd: één met scheepswerf activiteit (Willem Alexander haven) en één meer diffuse verontreinigd (Mississippi haven). Op 6 lokaties in een havenvak zijn tweemaal met de valbom monsters genomen. Van deze twee monsters ging per lokatie de eerste in emmer 1 en de tweede in emmer 2. Door de monsternemers is de inhoud van elke emmer gemengd met en planeetmenger (Hobart/Foster type, N50) gedurende 5 minuten. Daarna zijn vijf monsterpotten (A-E) van 800 ml scheps-gewijs (±100ml per schep), dus 8 rondes, gevuld uit één emmer. Het schema, een soort stamboom, in figuur 2 laat zien welke monsters daaruit ontstonden (doorgetrokken lijnen). De monsters uit beide havens hadden een kleiachtig uiterlijk en een drogestofgehalte van rond de 50% In een later stadium zijn nog monsters genomen in de Zuiderhaven en de Industriehaven in Harlingen. Deze monsters (± 12 liter) zijn aan boord alleen handgemengd. Dit waren beide vloeibare monsters met een drogestofgehalte van resp. 35 en 21%. Analyse Droog of nat monster ( gram) wordt ingewogen in een 40ml vial. Voor controle van de procedure worden mono- en tripropyltin toegevoegd. Ondersteund door hard roeren worden de butyltin verbindingen met azijnzuur en methanol enigszins losgeweekt. Na toevoeging van hexaan brengt natriumacetaat de ph op 5. De derivatisering (ethylering) vindt daarna plaats door, onder intensief roeren, gedurende 15 minuten continue een oplossing van natriumtetraethylboraat te doseren. Deze procedure is nodig omdat bij de optimale ph voor de derivatisering butyltin verbindingen nog steeds aan sediment binden. Het losweken heeft wat tijd nodig maar Heterogene verdeling van TBT in havensediment 9

10 eenmaal losgeweekt zorgt de derivatisering voor een snelle extractie naar hexaan en kan weer nieuw butyltin in oplossing gaan. Dosering van het reagens, natriumtetraethylboraat, gebeurt continue omdat de levensduur bij ph 5 maar beperkt is. Door elutie over aluminiumoxide beladen met 10% water vindt zuivering van het hexaan extract plaats, waarna het eluaat wordt geconcentreerd door indampen. De gederivatiseerde tinverbindingen worden met capillaire gaschromatografie gescheiden en gedetecteerd met een atomaire emissie detector (GC-AED, Hewlett Packard). De kwantificering vindt plaats op basis van een interne standaard (tetrapropyltin) die aan het eind van de analyse aan het extract wordt toegevoegd. Aan de hand van de terugvinding van aan het begin van de analyse toegevoegde mono- en tripropyltin kan beoordeeld worden of de analyseprocedure goed is verlopen. Typische terugvindpercentages zijn 75% voor monopropyltin en 100% voor tripropyltin. De relatieve analyse spreiding (V R ) ligt rond de 10% maar neemt bij de detectiegrens sterk toe. De totale relatieve standaardafwijking (V A ) van een willekeurig monster met een gehalte (C) en een inweeg (m) is dan ook opgebouwd uit de relatieve spreiding vermeerderd met de helft van de detectiegrens (1/2 DL=1 ng). In formule is dat: V A ( 1 DL) 2 = VR m C 2 Als het product van inweeg en concentratie (m.c) hoog is zal de tweede term onder het wortel teken verwaarloosbaar zijn en overheerst de het relatieve deel voor de analyse spreiding. In dit onderzoek is dat voor TBT vanwege de overwegend hoge gehaltes bijna altijd het geval. Voor MBT en DBT speelt de eerste term vaak wel mee. De gehaltes in deze rapportage zijn allemaal opgegeven in ng Tin/g droge stof (3) Heterogene verdeling van TBT in havensediment 10

11 Tabel 1 Onbehandelde monsters Rotterdam Meervoudig analyse in monsters uit havens in Rotterdam. Geanalyseerd zijn de A monsters van emmer 1 en emmer 2, waarbij een emmer een mengmonster is van 6 lokaties in een vak (duplo bemonstering). De gehaltes zijn opgegeven in ng Tin/g droge stof. De inweeg is weergegeven in grammen Mississippihaven (vak 123) Emmer 1 Emmer 2 Analyse nr. Inweeg MBT DBT TBT Inweeg MBT DBT TBT Gemiddelde V M (%) V A (%) V H (%) < < Willem Alexanderhaven (vak 37) Emmer 1 Emmer 2 Analyse nr. Inweeg MBT DBT TBT Inweeg MBT DBT TBT Gemiddelde V M (%) V A (%) V H (%) < <27 <8 13 Heterogene verdeling van TBT in havensediment 11

12 Heterogene verdeling van TBT in havensediment 12

13 Resultaten en discussie. Onbehandelde monsters De analyse resultaten van de A monsters, van beide duplo-bemonsteringen (emmers 1 en 2) in de Rotterdamse havens staan vermeld in tabel 1. Het ingewogen gewicht is ook vermeldt omdat dat nodig is voor de berekening van de heterogeniteit en de verwachte analyse spreiding. Uit de meetresultaten is de ruwe meetspreiding in de monsters berekend als de variatiecoëfficiënt (V M ). De analyse spreiding (V A ) is berekend met formule 3 met 1ng/g voor het absolute deel en 10% voor het relatieve deel. Met formule 2 is daarna de heterogeniteit van het monster berekend, waarbij deze is terug gerekend naar 1 gram inweeg. In geval dat de verwachte analyse spreiding (V A ) groter was dan ruwe meetspreiding is uit V M bepaald wat de heterogeniteit maximaal kan zijn en dit opgegeven als "kleiner dan waarde". De heterogeniteit is van dezelfde orde als de analyse spreiding wat de monsters niet erg geschikt maakte voor het testen van verschillende homogenisatie technieken. Om die reden is besloten om ook in de haven van Harlingen nog enige monsters te nemen en deze op dezelfde wijze te testen. De resultaten hiervan staan in tabel 2. Hoewel de gehaltes veel hoger zijn en deze monsters alleen met de hand zijn gehomogeniseerd, is ook hier geen heterogeniteit aanwezig. Dat wil zeggen na terugrekening naar 1 gram intake. Op het niveau van 0.2 gram inweeg komen in de Willem Alexander en de Zuiderhaven voor TBT nog wél verschillen voor van een factor 2. Deze monsters zijn dan ook gebruikt om de homogenisatie technieken, Büchi-mixer en kogelmolen (na vriesdrogen), verder te onderzoeken. Eerst is het grote verschil onderzocht tussen de duplo bemonsteringen in de Willem Alexander haven (Vak 37). Tussen de A-monsters van beide emmers is een significant verschil aanwezig terwijl dat voor de Mississippi haven niet het geval is (zie tabel 1). Om de vraag te beantwoorden of dit door bemonstering of de sub bemonstering van A-E is veroorzaakt zijn deze monsters van beide emmers allemaal in duplo geanalyseerd. In tabel 3 zijn de resultaten weergegeven waarbij voor de berekening van de variatiecoëfficiënten de submonsters als gelijkwaardig zijn beschouwd. Hoewel de gemiddeldes van de beide emmers elkaar dichter benaderen, 82 en 117, is uit de afzonderlijke metingen duidelijk te zien dat één enkele meting in monster D van emmer 1 hierbij een grote rol speelt. Alle andere metingen zijn veel lager en in overeenstemming met de resultaten van het A-monster uit tabel 1. Wel komt in tabel 3 naar voren dat heterogeniteit ook echt bestaat. Het verschil tussen de laagste (15 ng/g) en de hoogste (502 ng/g) is een factor 30. In een monster kan dus een "hot-spot" voorkomen die het gehalte behoorlijk kan beïnvloeden. Het hebben van zo n hot-spot in het analyse monster is blijkens het geringe voorkomen gebaseerd op een soort kans. Er is dan ook geen reden om aan te nemen dat dit specifiek voor dat ene submonster (D) zou gelden. Alleen bij de andere potten zijn de hot-spots toevallig niet in het analyse monster terecht gekomen. Heterogene verdeling van TBT in havensediment 13

14 Tabel 2 Onbehandelde monsters Harlingen Resultaten van alleen handgemengde monsters uit haven van Harlingen. Industrie haven Zuider haven Analyse nr. Inweeg MBT DBT TBT Inweeg MBT DBT TBT Gemiddelde V M (%) V A (%) V H (%) < Tabel 3 Onbehandelde submonsters Willem Alexanderhaven Resultaten van sub-bemonstering van de beide emmers uit de Willem Alexander haven. De potten A-E-zijn steeds in duplo geanalyseerd. Emmer 1 Emmer 2 Analyse nr. Inweeg MBT DBT TBT Inweeg MBT DBT TBT A B C D E Gemiddelde V M (%) V A (%) V H (%) < < Heterogene verdeling van TBT in havensediment 14

15 Büchi-mixer Bij de analyses in onbehandelde monsters bleek de heterogeniteit in de monsters uit de Rotterdamse haven niet erg groot te zijn en dat gold ook voor de later in Harlingen genomen monsters. De heterogeniteit, op een enkele uitschieter na is onvoldoende om een zinvolle test voor verschillende homogenisatie methodes uit te voeren. Omdat wel een duidelijk verschil was gevonden tussen de duplo bemonsteringen in de Willem Alexander haven is besloten om een mengsel van de beide A monsters (afkomstig uit emmer 1 en 2) in de Büchi-mixer te mengen en daarna hierin de heterogeniteit te bepalen. De uitkomsten kunnen ook vergeleken worden met het rekenkundig gemiddelde. Het simpelweg bij elkaar gooien van twee monsters met verschillend gehalte betekent dat het mengen met de Büchi-mixer in ieder geval start met een per definitie heterogeen monster. Dit mengen is uitgevoerd met porties van 200 g van de beide A monsters omdat daarin al de meeste analyses waren uitgevoerd. In het schema in figuur 2 zijn de mengroutes aangegeven met stippellijnen. Naast deze monsters uit de Willem Alexanderhaven zijn ook twee submonsters uit de Zuiderhaven met de Büchi-mixer gemengd. In tabel 4 zijn de resultaten weergegeven. Voor géén van de monsters komt de heterogeniteit boven de 10% uit, met één uitzondering voor MBT, maar dat lijkt gezien de lage gehaltes eerder aan analyse spreiding te wijten. Ook de meetspreiding is ondanks de kleine monster inweeg bijna altijd lager dan 20%. Homogeniseren met de Büchi-mixer heeft dus een gunstig effect op de heterogeniteit. Uit de resultaten in tabel 4 komt verder naar voren hoe belangrijk homogeniteit van afzonderlijke monsters is voordat daar een mengmonster van wordt gemaakt. Volgens de metingen in tabel 1 komt het rekenkundig gemiddelde voor TBT op 98 ng/g terwijl voor de Willem Alexanderhaven álle meetresultaten in tabel 4 hoger zijn. Voor TBT wordt resp. 113 en 170 ng/g gevonden. De porties van 200 g waaruit het monster is samengesteld hebben blijkbaar toch andere gemiddelde gehaltes gehad, mogelijk door de aanwezigheid van wisselende aantallen hot-spots?. Ook in eerder onderzoek bleek dat goed homogeniseren altijd tot een hoger gemiddeld gehalte leidt omdat de in de analyses gemiste hot-spots bij verdeling over het monster het basis gehalte verhogen. Voor de submonsters uit de Zuiderhaven geldt dat één monster goed aansluit, met de resultaten voor TBT in tabel 2 (886 ng Tin/g tegen 860), maar het 2e submonster met 1337 ng/g een hoger gehalte bevat. Dit geldt ook voor de DBT. Heterogene verdeling van TBT in havensediment 15

16 Tabel 4 Mengen met de Büchi-mixer Voor de Willem Alexander haven zijn de A-monsters van de beide emmer 1 op 1 gemengd met de Büchi-mixer. Dit is in duplo uitgevoerd, resulterend in een "1e" en een "2e" mengmonster. Onderin de tabel twee submonsters van het Zuiderhaven monster die beide behandeld zijn met de Büchi-mixer. Willem Alexander haven (Büchi-mixer) 1e mengmonster 1-A en 2-A 2e mengmonster 1-A en 2-A Analyse nr. Inweeg MBT DBT TBT Inweeg MBT DBT TBT Gemiddelde V M (%) V A (%) V H (%) <13 <8 <5 <3 8 9 Harlingen Zuiderhaven (Büchi-mixer) Submonster 1 Submonster 2 Analyse nr. Inweeg MBT DBT TBT Inweeg MBT DBT TBT Gemiddelde V M (%) V A (%) V H (%) <4 <2 < Heterogene verdeling van TBT in havensediment 16

17 Tabel 5 Büchi-mixer, vriesdrogen en kogelmolen Als in tabel 5, zelfde monsters, alleen zijn de monsters nu ook gevriesdroogd en gemalen met de kogelmolen. Willem Alexander haven (Büchi-mixer, + vriesdrogen, kogelmolen) 1e mengmonster 1-A en 2-A 2e mengmonster 1-A en 2-A Analyse nr. Inweeg MBT DBT TBT Inweeg MBT DBT TBT Gemiddelde V M (%) V A (%) V H (%) <11 <9 <5 <12 15 <6 Harlingen Zuiderhaven (Büchi-mixer, + vriesdrogen, kogelmolen) Submonster 1 Submonster 2 Analyse nr. Inweeg MBT DBT TBT Inweeg MBT DBT TBT Gemiddelde V M (%) V A (%) V H (%) <3 Heterogene verdeling van TBT in havensediment 17

18 Vriesdrogen en kogelmolen De vier met de Büchi-mixer gemengde monsters zijn na uitvoering van de analyses gevriesdroogd en met de kogelmolen gemalen waarna opnieuw analyses zijn uitgevoerd (tabel 5). Het doel is te onderzoeken of de meetspreiding nog verder terug zou lopen en of de gehaltes zouden veranderen. De heterogeniteit blijkt nauwelijks te veranderen en lijkt zelf iets hoger maar dat is niet significant. De gemeten gehaltes wijken voor TBT nauwelijks af van de resultaten in tabel 4, maar in de monsters uit de Zuiderhaven is het gemeten DBT en vooral het MBT gehalte na vriesdrogen duidelijk toegenomen. Voor de monsters uit de Willem Alexander haven zijn die verschillen voor DBT en MBT niet waargenomen. Naast het vriesdrogen van de monsters die al met de Büchi-mixer waren gehomogeniseerd is ook het restant van A monsters uit de Willem Alexanderhaven en twee submonsters van het Zuiderhaven monster gevriesdroogd en gemalen. Zie ook het schema in figuur 1. In tabel 6 zijn de resultaten weergegeven en blijkt voor de Willem Alexanderhaven dat A-monsters van de beide emmers ruwweg dezelfde resultaten geven als de natte monsters in tabel 1. De resultaten voor TBT in de Zuiderhaven sluiten gemiddeld ook goed aan bij de vorige metingen, ook die in natte monsters, maar een waarde van 1780 naast 990 geeft aan dat de homogeniteit nog steeds niet perfect is. Voor de Zuiderhaven komen de gehaltes voor DBT en MBT overeen met de andere resultaten in gevriesdroogde monsters, maar zijn hoger dan in de natte monsters. Voor de Willem Alexander haven lijkt dat voor emmer 2 ook het geval te zijn maar de significantie is gering. Toename van het gehalte? Door het vriesdrogen en/of malen lijken dus de gemeten gehaltes van MBT en TBT toe te nemen. Al speculerend komen de volgende mogelijke verklaringen naar voren: a) bij het vriesdrogen wordt het monster gecontamineerd; b) tijdens het vriesdrogen neemt de TBT af door ontleding in DBT en vervolgens MBT; c) de stoffen zijn beter beschikbaar voor analyse omdat het monster droog is en/of stuk gemalen. Het is duidelijk dat de verhoging niet door contaminatie is veroorzaakt omdat juist de monsters met de laagste gehaltes niet merkbaar zijn verhoogd. Daarbij is MBT een zout wat helemaal niet via de dampfase getransporteerd kan worden. Ontleding is daarentegen niet helemaal uitgesloten. Een massa balans kan hierbij geen uitsluitsel geven omdat de toename van MBT en DBT niet groter is als de meetspreiding van het relatief hoge TBT gehalte. Een betere beschikbaarheid voor extractie is een plausibele verklaring omdat bekend is dat een onvolledige ontsluiting voor MBT nog wel eens wil voor komen. De hogere opbrengst zal dan voornamelijk veroorzaakt worden door het malen. Hoewel voor de extractie van organische stoffen bekend is dat deze gehinderd wordt door de aanwezigheid van water lost MBT juist beter op in water omdat het zich meer als een metaal gedraagt dan een organische stof. Het vermalen van de deeltjes met de Heterogene verdeling van TBT in havensediment 18

19 kogelmolen vergroot het oppervlak en daardoor mogelijk dus de beschikbaarheid voor extractie. Het Zuiderhaven monster bestond nagenoeg uit zuiver slib, getuige het vocht gehalte van 80%, waardoor de kogels in de kogelmolen ook de heel kleine deeltjes kunnen pletten. Het monster uit de Willem Alexander haven bevat nog een aanzienlijk deel silt en wat fijn zand zodat de kogels de kleine deeltjes niet kan bereiken. Omdat de kleine deeltjes ook de meeste contaminanten bevatten kan dit mogelijk verklaren dat een verhoging door verbeterde extractie vooral optrad in de monsters uit de Zuiderhaven. Helaas kan het optreden van insluiting van een deel van de contaminanten ook niet gedetecteerd worden middels de terugvinding van de interne standaard (monopropytin). Afhankelijk van de werkelijke oorzaak van de verhoging van MBT na vriesdrogen zullen dus zelfs de analyse methodes opnieuw moeten worden geoptimaliseerd. Optimalisatie's van een methode wordt meestal uitgevoerd met een gangbaar monster of zelfs een mooi gevriesdroogd en gemalen CRM (Certified Reference Material). De waarde voor MBT in CRM's is in veel gevallen indicatief wat aangeeft dat analyse methodes vaak kampen met onzekerheid in de opbrengst van vooral MBT. Bovenstaande geeft aan dat altijd alertheid is geboden voor speciale lastige monsters die een nieuwe optimalisatie vereisen. Dit geldt zowel voor analyse methoden als monster voorbereidingstechnieken. Om te achterhalen of bij het vriesdrogen en malen sprake is van ontleding of verbeterde extractie efficiëntie is aanvullend onderzoek nodig. Tabel 6 Vriesdrogen en kogelmolen Van beide emmers uit de Willem Alexander haven zijn de A monsters gevriesdroogd en gemalen met de kogelmolen. Na correctie voor het verschil in gehalte zijn de resultaten van beide monsters gecombineerd voor de berekening van de V M, V A en V H waardes (n.t.=door het verschil tussen beide emmers is berekening van het gemiddelde niet toegestaan). Voor het monster uit de Zuiderhaven zijn twee submonster gevriesdroogd en gemalen. De resultaten zijn zonder correctie samengevoegd voor de berekening. Willem Alexanderhaven Zuiderhaven Emmer 1, monster A Sub monster 3 Analyse nr. Inweeg MBT DBT TBT Inweeg MBT DBT TBT Emmer 2, monster A Sub monster Gemiddelde 0.4 n.t. n.t. n.t V M (%) V A (%) Gem V H (%) < Heterogene verdeling van TBT in havensediment 19

20 Heterogene verdeling van TBT in havensediment 20

21 Conclusies De grote variaties in TBT gehaltes die in de jaarlijkse metingen van de Rotterdamse haven vakken zijn gevonden blijken in dit onderzoek nauwelijks tot uiting te komen. Bij herhaalde metingen in één monster liggen de hoogste en laagste TBT gehaltes bijna altijd binnen een factor twee. In slechts een enkel geval is de heterogeniteit, gedefinieerd als de variatie bij inweeg van 1gram, significant hoger dan de analyse spreiding. Dit blijkt dan nog het gevolg van één enkel monster (zie tabel 3). Eigenlijk waren nog meer analyses nodig om een goede indruk te krijgen van aantal en omvang van deze incidenteel hoge gehaltes. Het beeld is dat van een loterij, één iemand heeft de "prijs" en de anderen hebben niets. Doordat de metingen slechts een geringe heterogeniteit in de monsters weergaven komt de effectiviteit van homogenisatie technieken als Büchi-mixer (natte methode) en vriesdrogen gevolgd door malen in de kogelmolen maar beperkt tot uiting in een daling van de heterogeniteit. De effectiviteit blijkt echter wel uit het feit dat gehaltes na homogeniseren in veel gevallen hoger worden, maar nooit lager. Dit geeft aan dat hotspots zeker voorkomen, al is hun aantal zo gering dat deze in de metingen voor de heterogeniteit meestal gemist worden. Homogenisatie is als het verdelen van de (hoofd)prijzen van een loterij over alle deelnemers. Vrijwel iedereen heeft na de verdeling meer geld dan ervoor. Dit betekent dat voor het maken van mengmonsters, waarbij deelmonsters worden gemengd (ook aan boord), de afzonderlijke monsters ook homogeen moeten zijn. Een representatief analyse resultaat staat of valt dus bij het toepassen van een goede homogenisatie techniek. Voor het analyse monster dat aan het laboratorium wordt aangeboden is de Büchi-mixer of kogelmolen toepasbaar en redelijk effectief maar aan boord zal op grotere schaal gemengd moeten worden wil het monster ook representatief voor een havenvak zijn. Na vriesdrogen en/of malen worden hogere gehaltes gevonden voor MBT en DBT. De oorzaak hiervan is onbekend. Zowel ontleding van TBT in DBT en vervolgens MBT, alsook een verbeterde extractie efficiëntie kan een verklaring zijn. De toetsing van TBT gaat momenteel uit van normering op organisch stof. Het is niet te verwachten dat hot-spots het gevolg zijn van een eveneens hot-spot in organisch stof gehalte omdat dit dan onrealistisch hoog zou zijn. Een meer logische verklaring is de aanwezigheid van TBT houdende verfdeeltjes of bijvoorbeeld sorptie aan met sediment vermengd roet. In beide situaties is het organotin waarschijnlijk sterker gebonden dan op basis van organisch stofgehalte verwacht wordt. De incidenteel hoge gehaltes zijn uiteraard wel belangrijk voor vrachten maar het is de vraag of met organisch stof als normaliseringsparameter het milieuchemisch risico juist wordt gereflecteerd. Voor MBT en in mindere mate ook voor DBT en TBT is eigenlijk meer sprake van een metaal dan van een organische verbinding en de binding aan sediment zal deze zich ook als zodanig gedragen d.w.z. meer ionogeen dan hydrofoob gebonden. Heterogene verdeling van TBT in havensediment 21

22 Heterogene verdeling van TBT in havensediment 22

23 Aanbevelingen Hoewel een betrekkelijk klein analyse monster op het lab wel goed kan worden gehomogeniseerd moet, om te zorgen dat het analyse resultaat ook representatief is voor de genomen monsters, in alle fasen goed wordt gehomogeniseerd. Bij de bemonsterende diensten is daar al het een en ander aan verbeterd doordat inmiddels gebruik gemaakt wordt van mengapparatuur in plaats van handmengen. De gebruikte technieken lijken echter nog niet in staat om hot-spots voldoende door het monster te mengen. Met de kennis verzameld in dit onderzoek is een verdere optimalisatie mogelijk of kunnen andere systemen getest worden die op de meng en roer markt beschikbaar zijn. Zolang bovengenoemde optimalisatie nog niet is uitgevoerd wordt aanbevolen om de toetsing van havenvakken op meerdere bemonsteringen te baseren. Nader onderzoek is nodig naar de toename van MBT en DBT gehaltes na vriesdrogen en/of malen. Ter ondersteuning van een evenwichtiger beoordeling van de milieurisico s lijkt onderzoek naar de bindingsvormen van organotin s aan sediment van groot belang. Heterogene verdeling van TBT in havensediment 23

24 Heterogene verdeling van TBT in havensediment 24

Vaste mest en vaste behandelde mest Monstervoorbehandeling

Vaste mest en vaste behandelde mest Monstervoorbehandeling Bemonsterings- en analysemethodes voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet Vaste mest en vaste behandelde mest Versie december 2018 BAM/deel 4/02 Inhoud INHOUD 1 Principe 3 2 Materiaal

Nadere informatie

Tekst Inhoudstafel Begin

Tekst Inhoudstafel Begin 27 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van het nemen van monsters voor de officiële controle op de maximum-gehalten aan mycotoxines in bepaalde voedingsmiddelen. (NOTA : Raadpleging

Nadere informatie

Ontwikkeling nieuwe minerale olie standaard RIVM-NMi-001

Ontwikkeling nieuwe minerale olie standaard RIVM-NMi-001 Ontwikkeling nieuwe minerale olie standaard RIVM-NMi-001 Michel van Son NMi Van Swinden Laboratorium B.V. Afdeling MDKV+CH Datum: 22 juni 2007 Rapportcode: S-CH.07.11 De werkzaamheden die worden beschreven

Nadere informatie

WATERBODEM. Indien er een VOC bepaling dient te gebeuren, moet er een afzonderlijk monster voorzien worden.

WATERBODEM. Indien er een VOC bepaling dient te gebeuren, moet er een afzonderlijk monster voorzien worden. 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED WATERBODEM Deze methode beschrijft de voorbehandeling van waterbodemmonsters en is van toepassing voor de bepaling van parameters beschreven in CMA/2/II/A.15. 2 ALGEMENE OPMERKINGEN

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest Monstervoorbehandeling

Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest Monstervoorbehandeling Bemonsterings- en analysemethodes voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest Versie december 2018 BAM/deel 3/02 Inhoud INHOUD 1 Principe

Nadere informatie

Waterbodem. Ministerieel besluit van 06 februari Belgisch Staatsblad van 08 maart 2018

Waterbodem.   Ministerieel besluit van 06 februari Belgisch Staatsblad van 08 maart 2018 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie oktober 2017 CMA/5/B.3 Inhoud INHOUD 1 Doel en toepassingsgebied 3 2 Algemene opmerkingen 3 3

Nadere informatie

Waterbodem. Ministerieel besluit van 10 maart Belgisch Staatsblad van 3 april 2014

Waterbodem.   Ministerieel besluit van 10 maart Belgisch Staatsblad van 3 april 2014 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie november 2013 CMA/5/B.3 Inhoud INHOUD 1 Doel en toepassingsgebied 3 2 Algemene opmerkingen 3

Nadere informatie

De vergelijking van vijf sulfonamide referentiematerialen van RIKILT en Laboratorium VWA/RVV

De vergelijking van vijf sulfonamide referentiematerialen van RIKILT en Laboratorium VWA/RVV Projectnr.: 71.520.03 Borging diergeneesmiddelen RVV Projectleider: J.A. van Rhijn Rapport 2005.002 maart 2005 De vergelijking van vijf sulfonamide referentiematerialen van RIKILT en Laboratorium VWA/RVV

Nadere informatie

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Project: NAUTILUS Werkdocument: RIKZ/OS-98.145X Ministerie van Verkeer en Waterstaat In opdracht van: Directie Noordzee Directie Zuid-Holland

Nadere informatie

WATERBODEM. Ministerieel besluit van 12 januari Belgisch Staatsblad van 25 januari DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED

WATERBODEM.   Ministerieel besluit van 12 januari Belgisch Staatsblad van 25 januari DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED WATERBODEM Deze methode beschrijft de voorbehandeling van waterbodemmonsters en is van toepassing voor de bepaling van parameters beschreven in CMA/2/II/A.15. 2 ALGEMENE OPMERKINGEN

Nadere informatie

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze methode beschrijft de spectrofotometrische bepaling van het organisch koolstofgehalte in bodem

Nadere informatie

Onderwerp: Vergelijkend onderzoek tussen spectrofotometrische en HPLC bepaling van natamycine.

Onderwerp: Vergelijkend onderzoek tussen spectrofotometrische en HPLC bepaling van natamycine. Lnh. 80 Additieven Verslag 80G18 80.61 Daturn 1980-11- 10 Pr.nr. 7.476 Project: Method en voor het aantonen en bepalen van schimmelwerende middelen. Onderwerp: Vergelijkend onderzoek tussen spectrofotometrische

Nadere informatie

FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR

FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR INHOUDSOPGAVE Pagina SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 2. BESCHRIJVING PROEFOPZET... 4 3. BESCHRIJVING MONSTERS...

Nadere informatie

Analyses organotinverbindingen in monsters Westerschelde 2008

Analyses organotinverbindingen in monsters Westerschelde 2008 Analyses organotinverbindingen in monsters Westerschelde 2008 M. Hoek van Nieuwenhuizen Rapport C096/08 Vestiging IJmuiden Opdrachtgever: Mevr. J.L. Maas RWS Waterdienst van het Ministerie van Verkeer

Nadere informatie

Versie 03 Datum van toepassing 2014-04-28

Versie 03 Datum van toepassing 2014-04-28 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria I-MET-FLVVT-055 I-MET-FLVVT-055 BEPALING VAN RUW VET IN DIERENVOEDERS Versie 03 Datum van toepassing 2014-04-28 Opgesteld

Nadere informatie

Bodem. Ministerieel besluit van 14 februari Belgisch Staatsblad van 11 april 2019

Bodem.   Ministerieel besluit van 14 februari Belgisch Staatsblad van 11 april 2019 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het decreet Versie december 2018 CMA/5/B.4 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure vervangt de procedure CMA/5/B.4

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Voorbeeld partijkeuring III

Voorbeeld partijkeuring III Voorbeeld partijkeuring III Partijgegevens Omvang: Kenmerken 2.000 ton asbestverdachte materialen aangetroffen, grofste deel >31,5 mm Monstername en analyses 2x6 grepen, gestratificeerd aselect (diameter

Nadere informatie

Vertrouwelijk. Memo. Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018

Vertrouwelijk. Memo. Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018 Memo Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018 Doel memo Bij een DAT (diepgaand administratief toezicht) onderzoek in 2017 is naar voren gekomen

Nadere informatie

Validatie conserveertermijn EOX in water

Validatie conserveertermijn EOX in water Validatie conserveertermijn EOX in water Dienst Waterbeheer en Riolering Ingenieursbureau Willie van den Berg Eddy Yedema Rapportnummer 03.780225 November 2003 Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding 3 3 Beschrijving

Nadere informatie

1 Chloorfenolen Interne standaard: middel: hexaan; met cleanup en derivatisering met azijnzuuranhydride.

1 Chloorfenolen Interne standaard: middel: hexaan; met cleanup en derivatisering met azijnzuuranhydride. Bijlage 6 bij de Regeling milieukwaliteitseisen gevaarlijke stoffen oppervlaktewateren: Informatie over gangbare analysemethoden voor individuele stoffen en stofgroepen waarvoor in bijlage 1 milieukwaliteitseisen

Nadere informatie

KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag.

KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. KEURING KUNSTGRASVELDEN Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. eindrapport Opdrachtgever / Client RecyBEM B.V. t.a.v. de heer drs. C. van Oostenrijk Postbus 418 2260 AK LEIDSCHENDAM

Nadere informatie

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement.

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Een statistische onderbouwing voor bemonstering van partijen champignons. P.C.C. van Loon Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet

Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet Resultaten aanvullende metingen van arseen in de Waddenzee i.v.m. het verlies van houtverduurzaammiddel

Nadere informatie

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x]

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x] Ministerie van Verkeer en WalersUai Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA doorkiesnummer 0320 298498 Werkdocument Kd-waarden van

Nadere informatie

Zeesla, van lastige bijvangst tot nieuw visserij product: Ulva-mest. Tussenrapportage fase 2. Bemestingstoepassing Ulva

Zeesla, van lastige bijvangst tot nieuw visserij product: Ulva-mest. Tussenrapportage fase 2. Bemestingstoepassing Ulva Zeesla, van lastige bijvangst tot nieuw visserij product: Ulva-mest Tussenrapportage fase 2 Bemestingstoepassing Ulva uitgevoerd door Zilt Proefbedrijf B.V. dagelijkse uitvoering en controle: Mark van

Nadere informatie

RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016

RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016 RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016 Bijlage(n) 1 Contactpersoon Mark van Bruggen A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683

Nadere informatie

Het watergehalte in verse en gerookte haringfilets

Het watergehalte in verse en gerookte haringfilets MINISTERIE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent PROEFSTATION VOOR ZEEVISSERIJ Directeur : P. Hovart Nr 6 Het watergehalte in verse en gerookte

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Onderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond.

Onderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond. Onderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond. Analytico Milieu B.V. November 2003 INHOUDSOPGAVE 1. SAMENVATTING... 3 2. INLEIDING.. 4 3. BESCHRIJVING PROEFOPZET.

Nadere informatie

Algemene informatie monsternemingsplan 1

Algemene informatie monsternemingsplan 1 Algemene informatie monsternemingsplan 1 Monsternemingsplan Indien u voor de monitoring in het kader van EU ETS berekeningsfactoren bepaalt door analyses, dan moet u bij de NEa ter goedkeuring een monsternemingsplan

Nadere informatie

Ionenbalans. Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016

Ionenbalans.   Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie december 2006 CMA/7/A.4 ontwerp INHOUD Inhoud 1 Toepassingsgebied 3 2 Principe 3 3 Opstelling

Nadere informatie

Minimum bepaalbaarheidsgrens

Minimum bepaalbaarheidsgrens Stofnaam Type methode Te onderzoeken in Minimum bepaalbaarheidsgrens Vocht Gravimetrisch Mengvoeders uitgezonderd mineralenmengsels; diervoedergrondstoffen en enkelvoudige diervoeders uitgezonderd minerale

Nadere informatie

2 Concentratie in oplossingen

2 Concentratie in oplossingen 2 Concentratie in oplossingen 2.1 Concentratiebegrippen gehalte Er zijn veel manieren om de samenstelling van een mengsel op te geven. De samenstelling van voedingsmiddelen staat op de verpakking vermeld.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 november 2009 (23.11) (OR. fr) 16333/09 AGRILEG 220 DENLEG 120

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 november 2009 (23.11) (OR. fr) 16333/09 AGRILEG 220 DENLEG 120 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 november 2009 (23.11) (OR. fr) 16333/09 AGRILEG 220 DENLEG 120 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jens Nymand-CHRISTENSEN, directeur, namens de secretarisgeneraal van

Nadere informatie

Granulaten/as en slakken

Granulaten/as en slakken Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie december 2011 CMA/5/B.6 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure vervangt de procedure van

Nadere informatie

Bodem. Ministerieel besluit van 10 januari Belgisch Staatsblad van 28 februari 2017

Bodem.  Ministerieel besluit van 10 januari Belgisch Staatsblad van 28 februari 2017 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het decreet Versie november 2016 CMA/5/B.4 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure vervangt de procedure CMA/5/B.4

Nadere informatie

Strategie bodemonderzoek diffuus lood in de bodem van kinderspeelplaatsen

Strategie bodemonderzoek diffuus lood in de bodem van kinderspeelplaatsen Strategie bodemonderzoek diffuus lood in de bodem van kinderspeelplaatsen Nikolaj Walraven 24 mei 2018 Geschiedenis van het ontstaan van diffuse loodverontreinigingen (1) Geschiedenis van het ontstaan

Nadere informatie

ci/) /i z 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen

ci/) /i z 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen ci/) ONDER GLAS TE NAALPWIJK Bibliotheek Proefstation Naaldwijk /i z W 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen juli 1991 Intern

Nadere informatie

Exact Periode 6.1. Juist & Precies Testen

Exact Periode 6.1. Juist & Precies Testen Juist & Precies Testen Exact periode 6.1 Juist en Precies Gemiddelde Standaarddeviatie (=Standaard Afwijking) Betrouwbaarheidsinterval Dixon s Q-test Student s t-test F-test 2 Juist: gemiddeld klopt de

Nadere informatie

Zesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015. NVB Wageningen

Zesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015. NVB Wageningen Zesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015 NVB Wageningen NVB Postbus 360 6700 AJ WAGENINGEN Referentie: KC-21417-ZsPr/JeSa/361010 Wageningen, 26 mei 2015 Rapport betreffende Zesde Landelijke

Nadere informatie

VALIDATIE VAN DE CONSERVERINGSTERMIJN VAN VLUCHTIGE AROMATISCHE OPLOSMIDDELEN EN NAFTALEEN IN GROND

VALIDATIE VAN DE CONSERVERINGSTERMIJN VAN VLUCHTIGE AROMATISCHE OPLOSMIDDELEN EN NAFTALEEN IN GROND VALIDATIE VAN DE CONSERVERINGSTERMIJN VAN VLUCHTIGE AROMATISCHE OPLOSMIDDELEN EN NAFTALEEN IN GROND Ons kenmerk / Our reference 06112003 validatie conserveringstermijn aromaten en naftaleen in grond Autorisatie

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor veevoeder in het kader van het mestdecreet Veevoeder Droge stof gehalte

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor veevoeder in het kader van het mestdecreet Veevoeder Droge stof gehalte - Bemonsterings- en analysemethodes voor veevoeder in het kader van het mestdecreet Veevoeder Droge stof gehalte VERSIE 3.1 juni 2010 Pagina 1 van 6 BAM/deel 2/03 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Het voorschrift

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

Rapport pr.nr Onderwerp: Vergelijkend onderzoek nitraat in kaas

Rapport pr.nr Onderwerp: Vergelijkend onderzoek nitraat in kaas Afdeling Organische Contaminanten/Algemene Chemie 1984-03-20 Rapport 84.25 pr.nr. 505. 0410 Onderwerp: Vergelijkend onderzoek nitraat in kaas Verzendlijst: direkte ur, direktie VKA, sektorhoofd, afd. Org.

Nadere informatie

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland Ministerie van Verkeer en Waterstaat Meetkundige Dienst De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland Versie 1.0 19 juli 2002 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Meetkundige Dienst De Grids van het

Nadere informatie

Hasten Spint komkommer

Hasten Spint komkommer Hasten Spint komkommer Uitgave SURfaPLUS Trading September 2014 INHOUD: HASTEN VERBETERT EFFECTIVITEIT ABAMECTINE TEGEN SPINT IN KOMKOMMER (PAG 1) NIEUW HASTEN SOLO HEEFT GEEN EFFECT OP BESTRIJDING (3)

Nadere informatie

Meetkundige Dienst

Meetkundige Dienst Notitie Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Meetkundige Dienst Aan Monitoring Maas projectgroep Van Ardis Bollweg Marc Crombaghs Regine Brügelmann Erik de Min Doorkiesnummer

Nadere informatie

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni

Nadere informatie

6/06/2013. Ringtest staalname van mest in varkensstallen. Analyseresultaten, meetonzekerheid, ver- en gevolg. Siegfried Hofman 06/06/2013

6/06/2013. Ringtest staalname van mest in varkensstallen. Analyseresultaten, meetonzekerheid, ver- en gevolg. Siegfried Hofman 06/06/2013 06/06/2013 Analyseresultaten, meetonzekerheid, ver- en gevolg Siegfried Hofman 06/06/2013 2 1 De vragen Hoe «juist» zijn de resultaten? Welke verschillen kunnen we verwachten bij 2 staalnames? Hoe presteren

Nadere informatie

Veevoeder Vochtgehalte

Veevoeder Vochtgehalte Bemonsterings- en analysemethodes voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet Veevoeder Versie juni 2014 BAM/deel 2/03 Inhoud INHOUD 1 Doel en toepassingsgebied 3 2 Principe 3 3 Materiaal

Nadere informatie

Waterbodemonderzoek (1)

Waterbodemonderzoek (1) Waterbodemonderzoek (1) Schutssluis Sluissloot Inspectie civieltechnisch gedeelte sluis. In opdracht van de gemeente Zaanstad heeft Witteveen+Bos, Raadgevend ingenieurs b.v. te Deventer een indicatief

Nadere informatie

Validatierapport. Uitvoering onderzoek Onderzoeksleider : W. Broer datum: paraaf: Start : september 2003 Afronding : oktober 2003.

Validatierapport. Uitvoering onderzoek Onderzoeksleider : W. Broer datum: paraaf: Start : september 2003 Afronding : oktober 2003. Validatierapport Onderzoeksrapport: validatie van conserveringstermijn van chloorbenzenen, organochloor bestrijdingsmiddelen en polychloorbifenylen in slib/waterbodem, klei, veen en zand. =. Uitvoering

Nadere informatie

BEPALING VAN DE MEETONZEKERHEID VOOR KWANTITATIEVE CHEMISCHE ANALYSES

BEPALING VAN DE MEETONZEKERHEID VOOR KWANTITATIEVE CHEMISCHE ANALYSES Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria Procedure BEPALING VAN DE MEETONZEKERHEID VOOR KWANTITATIEVE CHEMISCHE ANALYSES Datum van toepassing : zie datum goedkeuring

Nadere informatie

Briefrapport /2007 A.C.W. van de Beek. Bepaling loodgehalte in soldeer m.b.t. RoHS

Briefrapport /2007 A.C.W. van de Beek. Bepaling loodgehalte in soldeer m.b.t. RoHS Briefrapport 609021065/2007 A.C.W. van de Beek Bepaling loodgehalte in soldeer m.b.t. RoHS Briefrapport 609021065/2007 Bepaling loodgehalte in soldeer m.b.t. RoHS A.C.W. van de Beek Contact: A.C.W. van

Nadere informatie

Test Dylos fijnstof sensor. Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen

Test Dylos fijnstof sensor. Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen Test Dylos fijnstof sensor Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen DCPJ1R mil.ieudienst Rijn mond Test Dylos fijn stof sensor vergelijking Dylos met BAM1O2O metingen Auteur (s) Afdeling Bureau Docu mentnu

Nadere informatie

Drogen. Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016

Drogen.  Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Drogen Versie september 2005 CMA/5/A.4 1 INLEIDING Afhankelijk van de aard van het laboratoriummonster

Nadere informatie

Bodem buurttuin Pieter de la Courtstraat

Bodem buurttuin Pieter de la Courtstraat Bodem buurttuin Pieter de la Courtstraat Samenvatting en interpretatie van informatie over bodemverontreiniging Anne Marie van Dam Bodemdienst Van Dam Januari 2014 Deze studie is uitgevoerd in opdracht

Nadere informatie

Shredder. Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016

Shredder.   Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie december 2011 CMA/5/B.5 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure vervangt CMA/5/B.5 van oktober

Nadere informatie

De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten. Datum 7 oktober 2013

De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten. Datum 7 oktober 2013 De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten Datum 7 oktober 2013 De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten 27 februari 2013 Inhoud Samenvatting...

Nadere informatie

VALIDATIE VAN DE CONSERVERINGSTERMIJN VAN VLUCHTIGE AROMATISCHE OPLOSMIDDELEN IN WATER

VALIDATIE VAN DE CONSERVERINGSTERMIJN VAN VLUCHTIGE AROMATISCHE OPLOSMIDDELEN IN WATER VALIDATIE VAN DE CONSERVERINGSTERMIJN VAN VLUCHTIGE AROMATISCHE OPLOSMIDDELEN IN WATER Analytico milieu BV P. van Kranenburg Oktober 20 pagina 1 van 19 INHOUDSOPGAVE Pagina SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING...

Nadere informatie

COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING

COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING 1 BEMONSTERING... 1 1.1 Doelstelling en toepassingsgebied... 1 1.2 Bemonsteringsstrategie... 1 1.3 Materiaal... 2 1.4 Praktische

Nadere informatie

Conservering en behandeling van watermonsters

Conservering en behandeling van watermonsters Conservering en behandeling van watermonsters oktober 2010 Pagina 1 van 9 WAC/I/A/010 INHOUD 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 TERMEN EN DEFINITIES... 3 3 PRINCIPE... 3 4 VOORBEHANDELING... 9 4.1 HOMOGENISATIE...

Nadere informatie

Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) Jacobaweg MX Kamperland. Project nummer: Afdelingshoofd Milieu en Voedselveiligheid

Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) Jacobaweg MX Kamperland. Project nummer: Afdelingshoofd Milieu en Voedselveiligheid Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 572781 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

april 2003 Validatie ringonderzoek VGK en VAK in afvalwater

april 2003 Validatie ringonderzoek VGK en VAK in afvalwater april 2003 Validatie ringonderzoek VGK en VAK in afvalwater April 2003 Validatie ringonderzoek VGK en VAK in afvalwater 2002 Kiwa N.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

Nadere informatie

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische Nederlandse samenvatting Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische farmacokinetische modellen Algemene inleiding Klinisch onderzoek

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) analyse Henri de Ruiter, Ernie Weijers Februari 2018 Sinds juli 2017 meten burgers met behulp van goedkope sensoren de luchtkwaliteit in Schiedam.

Nadere informatie

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Adviesdienst Geo-informatie en ICT De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland Versie 1.3 28 januari 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

REKENVOORBEELDEN. http://www.emis.vito.be Ministerieel besluit van 14 mei 2007 --- Belgisch Staatsblad van 06 juli 2007 1 PRESTATIEKENMERKEN

REKENVOORBEELDEN. http://www.emis.vito.be Ministerieel besluit van 14 mei 2007 --- Belgisch Staatsblad van 06 juli 2007 1 PRESTATIEKENMERKEN 1 PRESTATIEKENMERKEN 1.1 Bepaling van PCB s in olie met GC-MS REKENVOORBEELDEN Bepalingsmethode: verdunning van olie in hexaan, zuivering op gecombineerde zure silica/basische silica, DMSO/hexaan partitie,

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities

Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities Auteur: IDsW> Kenmerk: W 0908-0026> Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie Auteur Wijziging 18 aug 2009 0.9 Hinne Reitsma Initieel

Nadere informatie

BETROUWBAARHEID EN REPRODUCEERBAARHEID VAN HET BEPALEN VAN VOCHT EN ZOUT IN ZOUTE ZANDGRONDEN. door. Chr. Visscher. 1980-78 Abw f ebruari

BETROUWBAARHEID EN REPRODUCEERBAARHEID VAN HET BEPALEN VAN VOCHT EN ZOUT IN ZOUTE ZANDGRONDEN. door. Chr. Visscher. 1980-78 Abw f ebruari W E R K D O C U M E N T BETROUWBAARHEID EN REPRODUCEERBAARHEID VAN HET BEPALEN VAN VOCHT EN ZOUT IN ZOUTE ZANDGRONDEN door Chr. Visscher 1980-78 Abw f ebruari I E N S T V O O R D E I J S S E L M E E R

Nadere informatie

Bemonstering bij continue productie van vaste mest

Bemonstering bij continue productie van vaste mest Bemonstering bij continue productie van vaste mest Paul Hoeksma Wageningen UR Livestock Research februari 2016 1 Wageningen UR (University & Research centre) Inleiding Het Accreditatieprogramma bemonstering

Nadere informatie

Statistiek = leuk + zinvol

Statistiek = leuk + zinvol Statistiek = leuk + zinvol Doel 1: Doel : Doel 3: zie titel een statistisch onderzoek kunnen beoordelen een statistisch onderzoek kunnen opzetten een probleem vertalen in standaardmethoden gegevens verzamelen,

Nadere informatie

Validatie rapport conserveringstermijnen OCB, PCB en CB in afvalwater. ing. J. Meijer, M. Jonker en diverse analisten OMEGAM Laboratoria BV

Validatie rapport conserveringstermijnen OCB, PCB en CB in afvalwater. ing. J. Meijer, M. Jonker en diverse analisten OMEGAM Laboratoria BV Validatie van conserveringstermijnen in Afvalwater Houdbaarheid van OCB, PCB en CB (chloorbenzenen) Ons kenmerk Validatie rapport conserveringstermijnen OCB, PCB en CB in afvalwater Datum juli 2009 Uitvoerders

Nadere informatie

COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING. VERSIE januari 2008

COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING. VERSIE januari 2008 COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING VERSIE januari 2008 1 BEMONSTERING... 1 1.1 Doelstelling en toepassingsgebied... 1 1.2 Bemonsteringsstrategie... 1 1.3 Materiaal...

Nadere informatie

OEFENSET 2006_1 OPGAVEN

OEFENSET 2006_1 OPGAVEN EFENSET 2006_1 PGAVEN werk: Evelien Veltman (secretaresse) Instituut voor eerplanontwikkeling Postbus 2041/7500 CA Enschede Telefoon: (053)4840339 privé: P.A.M. de Groot Kamperzand 1/1274 HK Huizen Telefoon:

Nadere informatie

BEPALING VAN VOCHT IN DIERENVOEDERS (GRAVIMETRIE)

BEPALING VAN VOCHT IN DIERENVOEDERS (GRAVIMETRIE) Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria 2015/I-MET-021/LAB/FLVVT BEPALING VAN VOCHT IN DIERENVOEDERS (GRAVIMETRIE) Versie 04 In toepassing vanaf 30/04/2015 Verantwoordelijke

Nadere informatie

Project Oliva. Oliva B.V. Molenveld CK Millingen aan de Rijn

Project Oliva. Oliva B.V. Molenveld CK Millingen aan de Rijn Project Oliva Oliva B.V. Molenveld 26-28 6566 CK Millingen aan de Rijn Opgesteld door: Fédor van den Bos MicroCare Foodlab & Research B.V. Rapportagedatum: 26--2016 Inhoudsopgave 1. Achtergrond... 3 2.

Nadere informatie

Toelichting bij NEN 5720 'Verkennend waterbodemonderzoek' (i.c.m. NEN 5717)

Toelichting bij NEN 5720 'Verkennend waterbodemonderzoek' (i.c.m. NEN 5717) Toelichting bij NEN 5720 'Verkennend waterbodemonderzoek' (i.c.m. NEN 5717) Voorwoord In 2009 zijn NEN 5720:2009 'Bodem - Waterbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend onderzoek - Onderzoek

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof

Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof Auteur: IDsW Kenmerk: W 0810-0022 Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie Auteur Wijziging 13 okt. 2008 0.4

Nadere informatie

VERKLEINEN DEELTJESGROOTTE

VERKLEINEN DEELTJESGROOTTE 1 INLEIDING VERKLEINEN DEELTJESGROOTTE Verkleinen is het proces waarbij door middel van breken, malen of snijden de korrelgrootte van het materiaal wordt gereduceerd. Tijdens het verkleinen moet de monstergrootte

Nadere informatie

Stenen en bodemvreemde materialen in uitgegraven bodem

Stenen en bodemvreemde materialen in uitgegraven bodem Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemsaneringsdecreet in uitgegraven bodem Versie november 212 CMA/2/II/A.11 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure

Nadere informatie

In het kader van de bovenstaande interlaboratoriumvergelijking worden u hierbij monsters ter analyse aangeboden.

In het kader van de bovenstaande interlaboratoriumvergelijking worden u hierbij monsters ter analyse aangeboden. Datum: 5/10/2011 Uw kenmerk: Ons kenmerk: REE/E001A/CK/ck/11 088 Betreffende: ringonderzoek AARDE oktober 2011 pakket 3.2 Beste, In het kader van de bovenstaande interlaboratoriumvergelijking worden u

Nadere informatie

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van

Nadere informatie

hoofdgroep maatschappelijke technologie

hoofdgroep maatschappelijke technologie hoofdgroep maatschappelijke technologie organisatie voor. toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek Rapport nr. Project nr. Datum R 84/41 10881 15-03-1984 ONDERZOEK NAAR DE BIODEGRADATIE VAN DE KLEURSTOF

Nadere informatie

Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland

Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland Projectnr: HHD015-001 Datum: 5 juli 2017 Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland Projectnr: HHD015-001 Rapportnr: HHD015-FFDNA-Def01 Status: Definitief

Nadere informatie

Een enkele detector op de grond geeft een signaal, dit wordt een single genoemd.

Een enkele detector op de grond geeft een signaal, dit wordt een single genoemd. Uitwerkingen HiSPARC Air-showers, events en coïncidenties N.G. Schultheiss 1 Inleiding Op de HiSPARC site is RouteNet te vinden. Hierin staan modules die als verdieping gebruikt kunnen worden. Klik bijvoorbeeld

Nadere informatie

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Pythiumbestrijding broeierij tulp Pythiumbestrijding broeierij tulp In opdracht van Productschap Tuinbouw juli 2004 F. Kreuk INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING.. 3 1. INLEIDING 4 2. PROEFOPZET.. 4 3. ALGEMEEN.. 4 4. RESULTATEN. 5 4.1 Teeltgegevens

Nadere informatie

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode.

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode. Verificatie Shen en Carpenter RDEC methodiek voor de karakterisering van asfaltvermoeiing; vergelijking van verschillende methoden voor het berekenen van de parameters. Jan Telman, Q-Consult Bedrijfskundig

Nadere informatie

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Kwaliteit van medische laboratoria Verwerking van gecensureerde waarden 1 ste versie Pr. Albert (februari 2002) 2 de versie Aangepast door WIV (toepassingsdatum:

Nadere informatie

Onderzoek naar de vervuilingswaarde van huishoudens

Onderzoek naar de vervuilingswaarde van huishoudens Onderzoek naar de vervuilingswaarde van huishoudens Bepaling zuurstofvraag huishoudelijk afvalwater aan de hand van een meetonderzoek Paul Telkamp, Tauw Rien de Ridder, waterschap Zuiderzeeland 9 oktober

Nadere informatie

ZINK IN DRAINAGEWATER ONDER KUNSTGRASVELDEN MET SBR. metingen 2008

ZINK IN DRAINAGEWATER ONDER KUNSTGRASVELDEN MET SBR. metingen 2008 ZINK IN DRAINAGEWATER ONDER KUNSTGRASVELDEN MET SBR metingen 2008 eindrapport Opdrachtgever / Client RecyBEM B.V. t.a.v. de heer drs. C. van Oostenrijk Postbus 418 2260 AK LEIDSCHENDAM Vereniging VACO

Nadere informatie

Zeespiegelmonitor 2018

Zeespiegelmonitor 2018 Zeespiegelmonitor 2018 Wat is de aanleiding van dit rapport? Jaarlijks rapporteren Deltares en HKV met de Zeespiegelmonitor over de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust. De zeespiegel en het getij

Nadere informatie

De ontdekking van organismen in extreme milieus op Aarde heeft onze kijk op het leven

De ontdekking van organismen in extreme milieus op Aarde heeft onze kijk op het leven Samenvatting Op weg naar de moleculaire detectie van leven op Mars De ontdekking van organismen in extreme milieus op Aarde heeft onze kijk op het leven drastisch veranderd en de verwachtingen voor het

Nadere informatie

ILT Sectordag. Eigen Werken RWS. aandachtspunten NEN februari Joris van Kesteren Inspectie Leefomgeving en Transport

ILT Sectordag. Eigen Werken RWS. aandachtspunten NEN februari Joris van Kesteren Inspectie Leefomgeving en Transport ILT Sectordag Eigen Werken RWS aandachtspunten NEN 5720 16 februari 2016 Joris van Kesteren Inspectie Leefomgeving en Transport Kaders I -NEN5720 NEN5717 november 2009 (vooronderzoek) NEN5720 november

Nadere informatie

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 5,6 15 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 1 stoffen bij elkaar 1.1 waar gaat dit hoofdstuk over? Als je 2 stoffen bij elkaar doet

Nadere informatie