Projectplan. Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard E. Dirksen. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 10 augustus

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectplan. Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard E. Dirksen. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 10 augustus"

Transcriptie

1 Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis W. Bogaard E. Dirksen Datum 10 augustus 2015 Ons kenmerk Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus GJ Amsterdam T (20 cent per gesprek, plus uw gebruikelijke belkosten) F KvK augustus 2015 Alle uitvoerende werkzaamheden van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht worden verricht door Waternet

2 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling Projectplan en inspraak Waarom dit projectplan? Procedure en inspraak M.E.R.-beoordeling Locatie en begrenzing Begrippenkader Leeswijzer 8 2 Verbeteringsmaatregelen Ontwerpuitgangspunten Beschrijving voorkeursvariant 11 3 Verbeteringsmaatregelen in detail Maatregelen Diemerdammersluis Maatregelen Ipenslotersluis Referentieontwerp Ipenslotersluis 17 4 Effecten op de omgeving Waterstaatkundige veiligheid Waterhuishouding Kwaliteit bodem en waterbodems Waterbodems bij de Ipenslotersluis Waterbodems bij de Diemerdammersluis Bodem/dijklichaam bij de Ipenslotersluis Infrastructuur Verkeer Ruimtereservering A Kabels en leidingen Wonen, werken en recreatie Woningen, bedrijfspanden en jachthavens Recreatie Cultuurhistorie en archeologie Natuur Duurzaamheid 31 5 Uitvoeringsaspecten 33 6 Verantwoording op basis van wet en beleid Vergunningen en meldingen Bestemmingsplan Beschikbaarheid gronden 39 7 Legger, beheer en onderhoud Legger augustus Projectplan 3/60

3 7.2 Beheer en onderhoud 41 8 Planning 43 9 Financiën Literatuurlijst 45 Colofon 60 A. Algemene begrippenlijst B. Foto s C. Variantennota versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis D. Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis E. M.E.R.-beoordelingsbesluit 10 augustus Projectplan 4/60

4 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De Ipensloter- en Diemerdammersluizen zijn twee spuisluizen, gelegen in de Diemerzeedijk. Ze zijn onderdeel van de primaire waterkering rond het IJmeer/Markermeer en maken deel uit van Dijkring 44, zie figuur 1. Bij de vijfjaarlijkse veiligheidstoetsing van de primaire waterkering in 2005 zijn beide sluizen afgekeurd. Om te voldoen aan de veiligheidseisen zoals vastgelegd in de Waterwet moeten de sluizen worden versterkt. Naar aanleiding daarvan heeft het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) de sluizen aangemeld bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) van het Rijk. De kosten voor het versterken van de sluizen, zodanig dat ze als veilige onderdelen van de primaire waterkering kunnen functioneren, worden mede door het Rijk gefinancierd. Figuur 1.1: Overzichtskaart Dijkring 44 Kromme Rijn. 1.2 Doelstelling De doelstelling van het project is het aanpassen van de Ipensloter- en Diemerdammersluizen, zodanig dat de waterkering op de locatie van de sluizen aan de veiligheidsnormen voldoet. De spuicapaciteit moet hierbij behouden blijven. Nevendoelstelling is om de beide sluizen passeerbaar te maken voor migrerende vissen. Kaders voor het project zijn dat het sober, robuust en doelmatig dient te worden aangepakt. 10 augustus Projectplan 5/60

5 1.3 Projectplan en inspraak Waarom dit projectplan? De voorbereiding en realisatie van de versterking van beide sluizen vergt een aantal besluiten en vergunningen. Beide sluisjes zijn onderdeel van een primaire waterkering, zodat de Waterwet van toepassing is. Voor afgekeurde dijken of onderdelen daarvan moeten oplossingen worden bepaald om de dijk weer te laten voldoen. Deze oplossingen moeten, volgens artikel 5.4, eerste lid van de Waterwet, uitgewerkt worden in een projectplan. Dit projectplan is een projectplan in de zin van artikel 5.4 van de Waterwet en bevat volgens de voorschriften uit deze wet: Een beschrijving van de maatregelen de wijze waarop deze zullen worden uitgevoerd; Een beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van de maatregelen Procedure en inspraak Op grond van artikel 5.4 van de Waterwet dient voor de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, zoals de Ipenslotersluis en de Diemerdammersluis, een projectplan te worden opgesteld. In de Waterwet wordt op de voorbereiding van projectplannen de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing verklaard. Het ontwerp-projectplan is door het Dagelijks Bestuur (DB) van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) vrijgegeven voor de inspraak. Daarna is het ontwerp-projectplan gedurende een periode van zes weken, van 25 juni tot en met 5 augustus 2015, ter inzage gelegd. In deze periode heeft een ieder mondeling of schriftelijk een zienswijze kenbaar kunnen maken. In deze periode is één zienswijze ingediend die geleid heeft tot een wijziging. Daarnaast hebben gesprekken met belanghebbenden aanleiding gegeven tot enkele wijzigingen. De wijzigingen zijn door het waterschap vastgelegd in een Nota van Wijzigingen en in een Nota van Beantwoording en verwerkt in het projectplan. Het Algemeen Bestuur (AB) van AGV heeft hierna op 8 oktober 2015 het projectplan vastgesteld. Na vaststelling door het AB wordt het projectplan ter goedkeuring voorgelegd aan Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Noord-Holland. Nadat GS goedkeuring verleent aan het projectplan, wordt dit besluit openbaar bekend gemaakt. Vervolgens legt het goedkeuringsbesluit en het goed gekeurde projectplan ter inzage. Belanghebbenden kunnen binnen een termijn van zes weken beroep instellen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Crisis- en herstelwet is van toepassing op dit plan. Dat betekent onder andere bij het instellen van beroep dat de gronden van het beroep vóór het einde van de beroepstermijn moeten zijn ingediend, dat na het verstrijken van de 10 augustus Projectplan 6/60

6 beroepstermijn geen nadere gronden meer kunnen worden ingediend en dat eventuele procedures sneller worden behandeld M.E.R.-beoordeling Op grond van de Wet Milieubeheer is het waterschap, als initiatiefnemer, nagegaan of uitvoering van het projectplan tot belangrijke nadelige milieugevolgen leidt. Uit onderzoek is gebleken dat de renovatie van de Ipensloter- en Diemerdammersluizen geen belangrijk negatief effect heeft op het milieu in het plangebied. Op grond hiervan heeft het bestuur van het waterschap Gedeputeerde Staten van Noord-Holland verzocht te besluiten dat er geen milieueffectrapport noodzakelijk is. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben op 23 juni 2015 in overeenstemming met dit verzoek besloten. De aanmeldingsnotitie ten behoeve van de m.e.r.- beoordeling en het m.e.r.-beoordelingsbesluit* zijn bij het projectplan gevoegd. * m.e.r.-beoordelingsbesluit Het m.e.r.-beoordelingsbesluit is een voorbereidingsbesluit in de zin van artikel 6.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht, waartegen geen zelfstandig bezwaar of beroep mogelijk is, tenzij belanghebbenden hierdoor los van het voor te bereiden besluit rechtsreeks in hun belang worden getroffen. Belanghebbenden krijgen wel de gelegenheid hun bedenkingen tegen het m.e.r.-beoordelingsbesluit kenbaar te maken met een zienswijze op het ontwerp projectplan. 1.4 Locatie en begrenzing De Ipensloter- en Diemerdammersluizen zijn gelegen in de Diemerzeedijk, tussen de Ringweg A10-oost en het natuurgebied De Diemervijfhoek (voorheen PENeiland ), zie figuur 2. De Ipenslotersluis ligt in de gemeente Amsterdam en de Diemerdammersluis ligt grotendeels in de gemeente Diemen. De sluizen zijn spuisluizen en vormen een verbinding tussen het IJmeer/ Markermeer en het Amsterdam-Rijnkanaal. Wanneer de buitenwaterstand op het IJmeer laag genoeg is, kunnen de sluizen onder vrij verval water van het Amsterdam-Rijnkanaal aflaten. Doordat het peil in het Amsterdam-Rijnkanaal en het Noordzeekanaal voornamelijk via het gemaal bij IJmuiden wordt beheerst, zullen de sluizen in de praktijk alleen spuien bij extreme waterstanden in het Amsterdam-Rijnkanaal. 10 augustus Projectplan 7/60

7 Figuur 1.2: Locatie sluizen. 1.5 Begrippenkader In dit projectplan wordt gebruik gemaakt van woorden en technische vaktermen die betrekking hebben op de sluizen en de maatregelen. Deze begrippen zijn in de tekst gemarkeerd met een *. Een uitleg van deze begrippen is opgenomen in bijlage A. 1.6 Leeswijzer Hieronder wordt de opbouw van dit plan beschreven. Hoofdstuk 2 beschrijft de eisen en (ontwerp)uitgangspunten voor het plan vanuit verschillende aspecten, waaronder veiligheid, waterhuishouding, infrastructuur, bebouwing, landschappelijke-, natuur-, cultuurhistorische- en archeologische waarden en uitvoeringsaspecten. Dit hoofdstuk eindigt met een beschrijving van de maatregelen op hoofdlijnen. In hoofdstuk 3 worden de maatregelen in meer detail beschreven en toegelicht. Hoofdstuk 4 gaat hierna in op de gevolgen van het plan op de in hoofdstuk 2 en 3 genoemde aspecten en op welke wijze met negatieve effecten wordt omgegaan. Belangrijke uitvoeringsaspecten worden in hoofdstuk 5 besproken. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van kaders vanuit wet en beleid en de benodigde vergunningen. Vervolgens gaat hoofdstuk 7 nader in op de legger en het beheer & onderhoud van de sluizen. Hoofdstuk 8 geeft inzicht in de planning en hoofdstuk 9 in de financiën. Hoofdstuk 10 bevat de literatuurlijst. In Bijlage A is een uitgebreide begrippenlijst opgenomen. In deze lijst worden verschillende (technische) begrippen met betrekking tot waterkeringen verklaard. Deze begrippen worden in de lopende tekst aangeduid met een *. Bijlage B bevat foto s en bijlage C bevat de variantennotitie. In bijlage D is de m.e.r.-aanmeldingsnotitie opgenomen. Bijlage E bevat het m.e.r.-beoordelingsbesluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. 10 augustus Projectplan 8/60

8 2 Verbeteringsmaatregelen Dit hoofdstuk beschrijft de uitgangspunten en verbeteringsmaatregelen op hoofdlijnen. Om tot de beoogde maatregelen te komen is er een startnotitie* opgesteld [lit. 1]. De startnotitie geeft inzicht in de noodzaak van de verbeteringsmaatregelen, de mogelijke varianten en alternatieven, het afwegingskader, de geraamde kosten en de uitgangspunten voor de verdere planvorming. In de variantennota* [lit. 2] zijn de varianten verder uitgewerkt. De effecten van de varianten zijn op hoofdlijnen beschreven en beoordeeld, waarna een voorkeursalternatief is geselecteerd. Dit plan is een nadere uitwerking van het geselecteerde voorkeursalternatief. De variantennota is als bijlage C bij dit plan gevoegd. In paragraaf 2.1 wordt een samenvatting gegeven van de uitgangspunten voor de verbetering van de Ipensloter- en Diemerdammersluizen. In paragraaf 2.2 wordt de gekozen oplossing beschreven. 2.1 Ontwerpuitgangspunten Tabel 2.1 geeft een opsomming van de ontwerpuitgangspunten. De tweede kolom geeft aan welke paragraaf in dit rapport ingaat op het uiteindelijke effect van de oplossing op dit specifieke aspect. De belangrijkste ontwerpuitgangspunten zijn: Waterstaatkundige veiligheid; Behoud van de spuicapaciteit*; Inpassing vispassage* in ontwerp; Kosten (sober en doelmatig). Hoewel het voldoen aan deze uitgangspunten het belangrijkste doel is van de verbetering van de sluizen, moet bij het opstellen van het plan ook rekening worden gehouden met andere factoren, zoals: Toekomstige ontwikkelingen, zoals beleidswijzigingen en klimaatontwikkeling; Cultuurhistorie en archeologie. Bovenstaande uitgangspunten hebben richting gegeven aan de afweging en motivatie om te komen tot de voorkeursvariant. Het ontwerp wordt uiteindelijk getoetst aan alle eisen en uitgangspunten, om te komen tot een maatschappelijk aanvaardbaar plan. 10 augustus Projectplan 9/60

9 Ontwerpuitgangspunten Waterstaatkundige veiligheid De sluizen moeten worden verbeterd om minimaal te voldoen aan de veiligheidsnorm die in de Waterwet voor Dijkring 44, is vastgesteld. Deze veiligheidsnorm bedraagt: overschrijdingskans 1/1250*. De verbetering van de sluizen moet robuust worden ontworpen. AGV laat daarom een consequentieanalyse uitvoeren om te bepalen of het hanteren van de huidige normen en leidraden geen kans oplevert op afwijkingen van de normen die in 2017 zullen worden vastgesteld. Infrastructuur In de eindsituatie dienen de huidige verkeersfunctie en verkeerssituatie behouden te blijven. Er dient in het ontwerp van de Ipenslotersluis te worden geanticipeerd op een mogelijke uitbreiding van de A10 in de toekomst. Er dient rekening te worden gehouden met kabels en leidingen. Wonen, werken en recreatie Schade aan de omgeving (o.a. de Diemerdammersluis, omliggende panden, jachthavens, kunstwerken*, dijk) dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Tijdens de uitvoering dient de invloed van de werkzaamheden op de omgeving te worden gemeten. Cultuurhistorie en archeologie Er dient rekening te worden gehouden met archeologische waarden. Natuur Er dient rekening te worden gehouden met de knelpunten voor vismigratie tussen Noordzee, IJsselmeergebied en de regionale wateren van AGV. Er dient rekening te worden gehouden met het NatuurNetwerk Nederland en het Natura 2000 gebied. Duurzaamheid De nieuwe Ipenslotersluis dient een ontwerplevensduur* van 100 jaar te hebben. De damwand bij de Diemerdammersluis dient een ontwerplevensduur van 100 jaar te hebben. De verbetering van de sluizen moet robuust worden ontworpen, door rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen (zie paragraaf 4.1) Uitvoering Schade en overlast aan omgeving dient zoveel mogelijk voorkomen te worden (zie paragraaf 4.4). In de werkvolgorde dient rekening te worden gehouden met het behoud van minimaal de halve spuicapaciteit. Hoofdstuk/paragraaf augustus Projectplan 10/60

10 Tijdens de uitvoering dienen bestaande functies zoveel mogelijk in stand te worden gehouden. Er dient rekening te worden gehouden met archeologisch onderzoek tijdens de uitvoering. Beheer en onderhoud Er dient rekening te worden gehouden met toekomstig beheer* en onderhoud*. Kosten Ontwerp en uitvoering dienen sober en doelmatig te zijn, tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Tabel 2.1: Ontwerpuitgangspunten Beschrijving voorkeursvariant In de variantennota [lit.2] zijn een aantal mogelijke varianten beoordeeld en tegen elkaar afgewogen. Uiteindelijk heeft dit geleidt tot de keuze van een voorkeursvariant. De voorkeursvariant wordt hierna beschreven. Diemerdammersluis Om de Diemerdammersluis weer aan de waterkerende eisen te laten voldoen wordt een damwand* voor de sluis aan de IJmeerzijde geplaatst. De damwand wordt ingebracht door de vleugelmuren* van de bestaande constructie. Deze oplossing heeft de volgende kenmerken: De constructieve veiligheid wordt gewaarborgd doordat de keerfunctie volledig kan worden overgenomen door de damwand. Het is daarmee een zekere oplossing voor de veiligheid, in tegenstelling tot het gebruik van de oude constructie. Door de sterkte en hoogte van de damwand wordt rekening gehouden met mogelijke toekomstige peilstijgingen. Er wordt een passage voor vissen aangebracht in de damwand. Het cultuurhistorische belang en de context blijven grotendeels behouden. De investeringskosten zijn laag. Met het plaatsen van een damwand vervalt de huidige spuifunctie van de sluis. In dit plan wordt dit gecompenseerd door bij de Ipenslotersluis een nieuwe spuisluis aan te leggen met dezelfde capaciteit als van de huidige Diemerdammersluis en Ipenslotersluis tezamen. 10 augustus Projectplan 11/60

11 Figuur 2.1: Diemerdammersluis. Ipenslotersluis Om de Ipenslotersluis weer aan de waterkerende eisen te laten voldoen wordt de bestaande sluis gesloopt en vervangen door een nieuwe spuisluis. Gezien de gekozen oplossing bij de Diemerdammersluis, wordt hier een nieuwe spuisluis met hetzelfde natte doorstroomoppervlak* als van de huidige Diemerdammersluis en Ipenslotersluis samen. De spuifunctie van de sluizen is overigens vastgelegd in het Waterakkoord 2011 [lit.14]. Deze oplossing heeft de volgende kenmerken: De constructieve veiligheid wordt gewaarborgd doordat er een nieuwe constructie wordt gerealiseerd. De totale spuicapaciteit van de huidige beide sluizen blijft gehandhaafd. Met de hoogte van de keerelementen in de spuisluis kan worden geanticipeerd op mogelijke toekomstige peilstijgingen. Figuur 2.2: Ipenslotersluis. 10 augustus Projectplan 12/60

12 3 Verbeteringsmaatregelen in detail In dit hoofdstuk zijn de verbeteringsmaatregelen voor het veiligheidsprobleem van de Ipensloter- en de Diemerdammersluis meer in detail uitgewerkt. In paragraaf 3.1 en 3.2 wordt per sluis een uitleg van de maatregelen gegeven. 3.1 Maatregelen Diemerdammersluis Figuur 3.1: Doorsnede Diemerdammersluis Figuur 3.2: Locatie damwand Diemerdammersluis. 10 augustus Projectplan 13/60

13 De Diemerdammersluis zal met een geïntegreerd contract worden aanbesteed, een zogenaamd Design & Construct-contract (D&C-contract). Dit betekent dat een marktpartij het werk zowel ontwerpt als gaat uitvoeren. De marktpartij moet zich daarbij wel houden aan de eisen die door AGV zijn gesteld. Ten behoeve van dit projectplan is een zogenaamd referentieontwerp opgesteld. Dit referentieontwerp is in feite een schetsontwerp dat belanghebbenden inzicht geeft in de uitwerking van de randvoorwaarden en de ruimtelijke gevolgen (inpassing, aanzicht). Op basis van het schetsontwerp is tevens de begroting opgesteld. De daadwerkelijke detaillering zal door de ontwerpende partij worden verzorgd. De Diemerdammersluis blijft behouden. De waterkerende functie wordt overgenomen door een damwand. De damwand wordt aangebracht door de vleugelmuren aan de zijde van het IJmeer. De damwand wordt zo dicht mogelijk tegen de ingang van de sluis geplaatst. Voor deze oplossing is gekozen, omdat: De vleugelmuren later zijn aangebouwd. Het is hierdoor aannemelijk dat de bouwkundige toestand beter is dan die van het oude sluisgewelf. Er constructietekeningen (inclusief palenplan) van de vleugelmuren beschikbaar zijn. Dit verkleint risico s bij het aanbrengen van de damwand. Het oudste deel van de sluis (het gewelf) niet wordt gesloopt. Het risico op instabiliteit en onverwacht gedrag van de sluis tijdens het slopen wordt hiermee verkleind. De werkzaamheden verder van de bestaande woningen plaatsvinden. Dit verkleint de kans op schade tijdens het inbrengen van de damwand. Er gewerkt wordt vanaf de IJmeerzijde. Hierdoor hoeven er geen grote kranen over de bestaande woningen te draaien (binnen valbereik). Tevens wordt de dijk niet overbelast door zwaar materieel. De damwand vrijwel alleen zichtbaar wordt vanaf de IJmeerzijde. Vanaf de dijk is de damwand beperkt zichtbaar en de visuele context van de locatie wordt hiermee zo min mogelijk verstoord. Figuur 3.3: Locatie damwand Diemerdammersluis; impressie van het eindbeeld. 10 augustus Projectplan 14/60

14 Inpassing in de omgeving Over de inpassing van de damwand heeft overleg plaatsgevonden met de Welstandcommissie van de Gemeente Diemen [lit. 3]. De commissie adviseerde om de damwand aan de bovenzijde af te werken met een betonnen deksloof*, qua uiterlijk passend bij de deksloven op de vleugelmuren van de sluis. De ruimte tussen de damwand en instroomopening moet veilig worden afgewerkt. Gedacht kan worden aan het vullen van de ruimte met bijvoorbeeld grond en het dichtmetselen van de opening. Hiermee wordt voorkomen dat er vuilophoping tussen de damwand en de oude sluis komt. Daarnaast wordt duidelijk dat er vroeger een opening heeft gezeten (zoals ook wel eens bij oude panden/kerken gebeurt). Vanaf het fietspad op de dijk is de damwand bijna niet te zien. Het gedeelte van de damwand tussen de instroomopening en de dijk wordt zoveel mogelijk uit het zicht weggewerkt, bijvoorbeeld door plaatselijk grond aan te brengen. Voorziening ten behoeve van vispassage De damwand wordt vispasseerbaar gemaakt. De Ipensloter- en de Diemerdammersluizen zijn namelijk opgenomen in de lijst van prioritaire knelpunten voor vismigratie in het beheergebied van AGV [lit.5] Door hun ligging tussen het IJmeer en Amsterdam-Rijnkanaal zijn dit potentieel belangrijke locaties voor vismigratie tussen het IJsselmeergebied, het Amsterdam-Rijnkanaal Noordzeekanaalgebied en aangrenzende regionale wateren. Rijkswaterstaat heeft deze locaties eveneens aangeduid als belangrijk voor vismigratie [lit.6]. Door herstel van verbinding kan de kraamkamerfunctie van het waterrijke AGV-gebied voor het IJsselmeergebied worden verbeterd. De verbinding is mogelijk ook van belang voor de trek van paling. Eindresultaat is dat de Diemerdammersluis passeerbaar moet worden gemaakt voor migrerende vis. Voor de uitvoering van deze maatregel kan een oplossing gekozen worden die vergelijkbaar is met de maatregel die genomen is bij de Grote Zeesluis van Muiden. Net als bij Muiden gaat het om een verbinding tussen het IJmeer (zomerpeil 0,20- NAP, winterpeil 0,40- NAP) en het boezemstelsel van AGV (constant streefpeil van 0,40- NAP). Uit de analyse voor de zeesluis van Muiden is bekend dat het vaak voorkomt dat het waterpeil in beide systemen vrijwel op gelijk niveau ligt. Daarom wordt voorgesteld om in de damwand een opening te creëren die bijvoorbeeld met een schuif geopend en gesloten kan worden. De functionele eisen voor vismigratie zijn: Automatische bediening van de schuif, afhankelijk van de peilverschillen tussen IJmeer en het Amsterdam Rijnkanaal. Het maakt in beginsel niet uit aan welke kant het peil hoger of lager staat. Het water mag zowel het IJmeer instromen of vanuit het IJmeer het Amsterdam Rijnkanaal instromen. De instellingen moeten kunnen worden gewijzigd; zodat bijvoorbeeld gekozen kan worden voor een preferente stroomrichting of voor het toelaten van een groter of kleiner peilverschil. Vanuit het waterbeheer kunnen aanvullende bedieningseisen worden geformuleerd, bijvoorbeeld dat de schuif altijd gesloten wordt/blijft bij een bepaald maximaal of minimaal peil. 10 augustus Projectplan 15/60

15 3.2 Maatregelen Ipenslotersluis Op basis van het opgestelde inkoopplan [lit.4] zal de Ipenslotersluis met een geïntegreerd contract worden aanbesteed, een zogenaamd Design & Constructcontract (D&C-contract). Dit betekent dat een marktpartij het werk zowel ontwerpt als gaat uitvoeren. De marktpartij moet zich daarbij wel houden aan de eisen die door AGV zijn gesteld. Ten behoeve van dit projectplan is een zogenaamd referentieontwerp opgesteld van de Ipenslotersluis. Dit referentieontwerp is in feite een schetsontwerp dat de belanghebbenden inzicht geeft in de uitwerking van de randvoorwaarden en de ruimtelijke gevolgen (inpassing, aanzicht). Op basis van dit schetsontwerp is tevens de begroting opgesteld. De daadwerkelijke detaillering zal door de ontwerpende partij worden verzorgd. Figuur 3.4: Bestaande Ipenslotersluis. 10 augustus Projectplan 16/60

16 3.2.1 Referentieontwerp Ipenslotersluis Constructieonderdelen De spuisluis bestaat uit de volgende hoofdonderdelen: Spuikoker en aansluiting op de dijk (o.a. kwelscherm*, fundering). Uitstroomopeningen. Bodembescherming. Kelder met afsluiters* (incl. noodvoorziening). Bediening (elektrisch en handmatig) en technische ruimte. Voorzieningen ten behoeve van. beheer en onderhoud (o.a. toegangstrappen, vuilvangers*). Voorziening ten behoeve van vispassage. Voorbeeld van een spuisluis Onderstaande foto s zijn gemaakt van een kleine spuisluis op IJburg en geven een beeld van hoe een spuisluis eruit kan zien. Figuur 3.5: Foto s van een kleine spuisluis op IJburg. 10 augustus Projectplan 17/60

17 Spuikoker De spuikoker verbindt het IJmeer met het Amsterdam-Rijnkanaal door de Diemerzeedijk. De koker krijgt hetzelfde natte doorstroomoppervlak* als van de huidige Diemerdammersluis en Ipenslotersluis samen. Hierbij wordt uitgegaan van het natte oppervlak onder het waterpeil van -0,40 N.A.P. De koker wordt aan de uiteinden voorzien van uitstroomopeningen. In de koker bevindt zich een ruimte met afsluiters waarmee de koker kan worden afgesloten. Bij afsluiting kan het water niet meer door de koker stromen, zodat een peilverschil tussen het IJmeer en het ARK indien nodig kan worden gehandhaafd. De spuikoker moet goed aansluiten op de dijk om onder- en achterloopsheid* te voorkomen. De spuisluis wordt gefundeerd op palen. Er wordt rekening gehouden met oude funderingsresten in de ondergrond. Naar verwachting zitten er veel houten palen in de grond; deze worden waar mogelijk gebruikt voor het funderen van de nieuwe spuisluis. Het trekken van palen is ongewenst. De koker mag zich niet aftekenen in de dijk, verkeer moet comfortabel over de sluis kunnen rijden. Dit kan door stootplaten* mee te nemen in het ontwerp. Uitstroomopeningen De uitstroomconstructies volgen de hellingen van het dijklichaam. Bij de uitstroomconstructies wordt een vuilrooster geplaatst, dat tevens voorkomt dat er personen de spuisluis in kunnen zwemmen. Er wordt een voorziening opgenomen om bij normale waterstanden de gehele spuiduikerconstructie droog te kunnen zetten. Dit is nodig om onderhoud aan de constructie te kunnen uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld door in de wanden van de uitstroomconstructies schotbalksponningen op te nemen, zodat de koker met houten schotbalken* kan worden afgesloten. Bodembescherming Ter plaatse van de in- en uitstroomopening van de spuisluis kan de bodem onder bepaalde omstandigheden aan sterke waterstroming onderhevig zijn. Sterk stromend water kan leiden tot uitschuring van de waterbodem. De bodem wordt daarom beschermd met een bekleding van bijvoorbeeld steenbestorting op een kraagstuk*. Kelder met afsluiters De spuisluis wordt voorzien van dubbele afsluiters: één elektromechanisch geregelde schuifafsluiter en één handmatig bedienbare schuifafsluiter. De elektromechanische schuif moet worden voorzien van een handmatige bedieningsmogelijkheid, waarmee de schuifafsluiter zonder elektrische besturing kan worden bewogen. In normale bedrijfstoestand staat de handmatig-bedienbare schuifafsluiter open. Deze wordt ingezet bij calamiteiten (zeer hoge buitenwaterstand) en wanneer de elektromechanisch geregelde schuifafsluiter uit bedrijf is. In de afsluiters wordt een voorziening aangebracht t.b.v. vismigratie. In verband met de mogelijke hoge waterstand van het IJmeer dient de elektrische apparatenkast te worden beschermd tegen water en deels boven het dijkniveau opgesteld te worden. De kast wordt voorzien van verlichting, verwarming en ventilatie. De installatie wordt aangesloten op het openbare net van het energiebedrijf. 10 augustus Projectplan 18/60

18 Bediening en technische ruimtes De besturing van afsluiters moet zowel handmatig als op afstand mogelijk te zijn, vanuit de centrale post van Waternet. Voorzieningen t.b.v. beheer en onderhoud De sluis dient efficiënt beheerbaar en onderhoudbaar te zijn. Het moet mogelijk zijn om de afsluiters uit de kelder te tillen, ook als de A10 in de toekomst uitgebreid (zie hoofdstuk 4) wordt en er een beperkte vrije hoogte beschikbaar is. Onderdelen dienen veilig bereikbaar te zijn, bijvoorbeeld via toegangstrappen. Uitstroomopeningen dienen beschermd te zijn met vuilvangers, zodat vuil niet in de koker kan komen. Voorziening ten behoeve van vispassage De nieuwe spuisluis wordt evenals de Diemerdammersluis passeerbaar gemaakt voor migrerende vis. De Ipenslotersluis is namelijk ook opgenomen in de lijst van prioritaire knelpunten voor vismigratie in het beheergebied van AGV [lit.5]. Voor de uitvoering van deze maatregel kan een oplossing gekozen worden die vergelijkbaar is met de maatregel die genomen is bij de Grote Zeesluis van Muiden. Net als bij Muiden gaat het om een verbinding tussen het IJmeer (zomerpeil 0,20- NAP, winterpeil 0,40- NAP) en het boezemstelsel van AGV (constant streefpeil van 0,40- NAP). Uit de analyse voor de zeesluis van Muiden is bekend dat het vaak voorkomt dat het waterpeil in beide systemen vrijwel op gelijk niveau ligt. Daarom wordt voorgesteld om in de Ipenslotersluis een opening te creëren die bijvoorbeeld met een schuif geopend en gesloten kan worden. De functionele eisen voor vismigratie zijn: Automatische bediening van de schuif, afhankelijk van de peilverschillen tussen IJmeer en het Amsterdam Rijnkanaal. Het maakt in beginsel niet uit aan welke kant het peil hoger of lager staat. Het water mag zowel het IJmeer instromen of vanuit het IJmeer het Amsterdam Rijnkanaal instromen. De instellingen moeten kunnen worden gewijzigd; zodat bijvoorbeeld gekozen kan worden voor een preferente stroomrichting of voor het toelaten van een groter of kleiner peilverschil. Vanuit het waterbeheer kunnen aanvullende bedieningseisen worden geformuleerd, bijvoorbeeld dat de schuif altijd gesloten wordt/blijft bij een bepaald maximaal of minimaal peil. Het vispasseerbaar maken van de Ipenslotersluis is, als één maatregel samen met het vispasseerbaar maken van de Diemerdammersluis, opgenomen in het KRWuitvoeringsprogramma van AGV. 10 augustus Projectplan 19/60

19 Inpassing in de omgeving De nieuwe spuisluis zal een grotere oppervlakte krijgen dan de huidige Ipenslotersluis. De uitbreiding zal, gelet op de aanwezigheid van de A10 (peiler viaduct), in oostelijke richting plaatsvinden. In de onderstaande figuur is door middel van gele lijnen de uitbreiding schematisch weergegeven. Figuur 3.6: Schematische weergave uitbreiding Ipenslotersluis. Verdieping het Nieuwe Diep en IJmeerzijde De waterbodemdieptes van het Nieuwe Diep (Amsterdam-Rijnkanaalzijde) en het IJmeer nabij de Ipenslotersluis zijn door middel van peilingen bepaald. Op basis van de peilingen is berekend dat de doorstroomcapaciteit van het Nieuwe Diep en van het IJmeer (bij de uitstroomopening) vergroot moet worden. Dit omdat de spuicapaciteit van de Ipenslotersluis verdubbeld wordt. Daarom zal er (100 meter vanaf de Ipenslotersluis in het Nieuwe Diep en 100 meter vanaf de sluis in het IJmeer) gebaggerd moeten worden. Hierbij wordt de waterbodem gemiddeld met circa 0,7 meter verdiept. 10 augustus Projectplan 20/60

20 4 Effecten op de omgeving In hoofdstuk 3 zijn alle maatregelen beschreven om de twee sluizen weer aan de veiligheidseisen te laten voldoen. Uit de m.e.r.-aanmeldingsnotitie [lit.7] blijkt dat er als gevolg van de verbetering van de Ipensloter- en Diemerdammersluizen geen noemenswaardige milieueffecten zijn te verwachten. Het project heeft echter ook andere effecten op de omgeving, zoals op de waterhuishouding, de woningen aan de dijk, kabels en leidingen in en bij de dijk en eventueel op het landschap. Bij het referentieontwerp is zoveel mogelijk rekening gehouden met de waarden van het gebied. Als de functies en waarden van de omgeving door de maatregelen toch in het geding komen dan wordt getracht de nadelige effecten zoveel mogelijk te beperken. Dit hoofdstuk beschrijft per aspect de mogelijke gevolgen en de maatregelen die worden getroffen om nadelige effecten in de eindsituatie tegen te gaan. In hoofdstuk 5 wordt beschreven hoe wordt omgegaan met uitvoeringsaspecten. Figuur 4.1: Omgeving Ipenslotersluis. Figuur 4.2: Omgeving Diemerdammersluis. 10 augustus Projectplan 21/60

21 4.1 Waterstaatkundige veiligheid Bij de Diemerdammersluis wordt het waterkerende vermogen geborgd met een nieuwe damwand. Bij de Ipenslotersluis wordt het waterkerend vermogen geborgd door de nieuwe sluisconstructie met afsluiters en achter- en onderloopschermen. Beide constructies worden gedimensioneerd op de huidige wettelijke veiligheidsnormen. AGV laat echter een consequentieanalyse uitvoeren om te bepalen of het hanteren van de huidige normen en leidraden geen kans oplevert op afwijkingen van de normen die in 2017 zullen worden vastgesteld. 4.2 Waterhuishouding De spuicapaciteit van de Diemerdammersluis vervalt door het plaatsen van een damwand. De nieuwe Ipenslotersluis krijgt daardoor een verdubbelde spuicapaciteit. Het project heeft daarmee geen consequenties voor het functioneren en het waterbergende en afvoerend vermogen van het Amsterdam- Rijnkanaal en de Amstellandboezem. 4.3 Kwaliteit bodem en waterbodems Waterbodems bij de Ipenslotersluis De waterbodem aan de Nieuwe Diepzijde wordt verdiept. De stroomsnelheid van het water wordt hierdoor tijdens spuisituaties aanvaardbaar. Dit geldt ook voor de stroomsnelheid bij de achterliggende jachthaven. De verdieping heeft ook als gevolg dat er geen waterbodemerosie optreedt tijdens spuisituaties. Vanwege het verdiepen, is door Waternet milieuhygiënisch waterbodemonderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat de waterbodems bij de Ipenslotersluis aan beide zijden niet of nauwelijks verontreinigd zijn: De waterbodem aan de IJmeerkant is schoon tot vrijwel schoon. De vrijkomende waterbodem kan als klasse A onder water worden toegepast en met achtergrondwaarde wonen op landbodems worden toegepast.. Aan de zuidzijde (Nieuwe Diep) is de waterbodem licht tot matig verontreinigd. De vrijkomende waterbodem kan als klasse B onder water worden toegepast en met achtergrondwaarde industrie op landbodems worden toegepast. 10 augustus Projectplan 22/60

22 4.3.2 Waterbodems bij de Diemerdammersluis Ook bij de Diemerdammersluis heeft Waternet milieuhygiënisch waterbodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat waterbodems bij de Diemerdammersluis beide zijden eveneens niet of nauwelijks verontreinigd zijn: De waterbodem aan de IJmeerkant is schoon tot vrijwel schoon. De vrijkomende waterbodem kan als klasse A onder water worden toegepast en met achtergrondwaarde wonen op landbodems worden toegepast. Aan de zuidzijde (Amsterdam Rijnkanaalzijde) is de waterbodem licht tot matig verontreinigd. De vrijkomende waterbodem kan als klasse B onder water worden toegepast en met achtergrondwaarde industrie op landbodems worden toegepast Bodem/dijklichaam bij de Ipenslotersluis Omdat de Ipenslotersluis een groter ruimtebeslag krijgt (zie figuur 3.5) zal een gedeelte van het dijklichaam moeten worden verwijderd. Om meer inzicht te krijgen in de milieuhygiënische bodemkwaliteit is door Wareco een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek geven aan dat de bodem van de kering sterk is verontreinigd met zink en PAK en niet in aanmerking komt voor hergebruik. De aard van de bodemverontreiniging lijkt sterk op verontreinigingen die in oude ophogingen elders in Amsterdam worden aangetroffen. Er zijn tijdens dit onderzoek geen verontreinigingen aangetroffen die gerelateerd kunnen worden met de voormalige vuilstortplaats op de Diemerzeedijk. De te ontgraven grond zal afgevoerd moeten worden naar een erkende verwerker. 4.4 Infrastructuur Verkeer De Diemerdammersluis is passeerbaar voor wandel- en fietsverkeer en maakt deel uit van Hoofdnet Fiets. Over de Ipenslotersluis ligt een gemeentelijke weg. Deze weg heeft geen functie voor doorgaand verkeer, maar is wel de aansluiting voor aangelegen bedrijven. De weg op de kruin komt na verbetering van de sluizen op dezelfde plaats en met vergelijkbare afmetingen en materialen terug. De weg wordt niet verbreed, maar ook niet versmald. In overleg met de gemeenten Diemen en Amsterdam worden de verkeerskundige en constructieve details verder ingevuld. Na de verbetering van de sluizen blijft de verkeerskundige situatie dus gelijk aan de huidige situatie Ruimtereservering A10 Tot 2013 had Rijkswaterstaat (RWS) een ruimtereservering aan de oostzijde van de A10 Oost ter plaatse van de Ipenslotersluis. Deze reservering bestond uit een strook met een breedte van 34 meter naast de A10 en was vastgelegd het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (BARRO). RWS heeft aangegeven dat deze formele ruimtereservering is vervallen, omdat de toekomstige ontwikkelingen m.b.t. de A10 Oost niet duidelijk zijn. De Ipenslotersluis wordt voor een periode van 100 jaar ontworpen. AGV zal spuisluis realiseren waarbij het mogelijk blijft om de afsluitvoorzieningen uit koker te tillen, als de A10 eventueel in de toekomst wordt uitgebreid. Er wordt gerekend 10 augustus Projectplan 23/60

23 dat er een beperkte vrije hoogte beschikbaar is (hoogte tot onderkant eventueel toekomstig viaduct) Kabels en leidingen Op beide locaties zijn kabels en leidingen aanwezig waarmee rekening dient te worden gehouden, zowel tijdens de uitvoering als in de eindsituatie. Bij de huidige Ipenslotersluis bevinden zich aan de noordkant van de rijweg twee onderheide persleidingen ten behoeve van riolering en een waterleiding. Ter plaatse van de sluis zijn deze leidingen niet onderheid. Aan de zuidzijde bevinden zich meerdere kabels (telecom, elektriciteit). Bij de Diemerdammersluis bevinden zich aan de zuidzijde van het fietspad twee kabels (telecom en elektriciteit). De werkzaamheden hebben hier geen gevolgen voor deze kabels. Ter plaatse van de Ipenslotersluis moeten de kabels en leidingen tijdelijk worden omgelegd. Dit betekent dat de kabels en leidingen tijdelijk aan een hulpconstructie buiten het dijklichaam worden bevestigd. Na de realisatie van de sluis worden de kabels- en leidingen in hetzelfde tracé teruggelegd als voor de werkzaamheden. Voor de tijdelijke verlegging en het terugleggen van de kabels en leidingen ter plaatse van de Ipenslotersluis is geen watervergunning noodzakelijk omdat: De tijdelijke verplaatsing van de kabels en leidingen gerealiseerd wordt om de werkzaamheden van AGV mogelijk te maken. De kabels en leidingen in het zelfde tracé terugkomen als voor de werkzaamheden. De aandrijfmechanismen van de afsluitmiddelen van de nieuwe spuisluis vragen meer elektrisch vermogen. Daarom zal Liander een nieuwe voedingskabel in de waterkering moeten aanleggen en een trafo-ruimte in de nabijheid van de sluis moeten plaatsen. Liander zal hiervoor een watervergunning moeten aanvragen. Gezien het maatschappelijke belang van de spuisluis zal deze watervergunning door AGV worden verleend. 10 augustus Projectplan 24/60

24 Omdat het tracé zich in of nabij de dijk bevindt, moet worden voldaan aan de veiligheidseisen zoals omschreven in de Keur* AGV 2011 [lit.8] en bijbehorende beleidsregels [lit. 9]. Het toekennen van eventuele nadeelcompensatie aan de kabel- en leidingbeheerders door AGV wordt gebaseerd op de Verordening Schadevergoeding van AGV d.d. 13 december 2012 [lit. 10]. Bij aanvragen die betrekking hebben op schade als gevolg van het verleggen van kabels en/of leidingen bij dijkwerkzaamheden wordt de door AGV vastgestelde beleidsregel Kabels en leidingen en dijkverbeteringswerkzaamheden d.d. 18 maart 2014 gehanteerd [lit. 11]. In Amsterdam zijn afspraken m.b.t. het verleggen van kabels en leidingen vastgelegd in de WIOR. Er is een wenstracéprocedure* opgestart zodat de kabel- en leidingbeheerders tijdig zijn betrokken. 4.5 Wonen, werken en recreatie Aan de zuidoostzijde van de Ipenslotersluis bevinden zich een jachthaven en een aantal woningen. Aan de noordwestzijde ligt de A10. Aan de zuidzijde van de Diemerdammersluis bevinden zich een jachthaven en een aantal woningen Woningen, bedrijfspanden en jachthavens Locatie Diemerdammersluis Van het oudste gedeelte van de Diemerdammersluis, het metselwerken gewelf onder de dijk, is niet bekend of deze gefundeerd is op palen. De later aangebouwde vleugelmuren aan de IJmeerzijde zijn wel gefundeerd. Van de woning het dichtst bij de Diemerdammersluis is bekend dat deze gefundeerd is op een betonplaat en niet op funderingspalen. De locatie van de te plaatsen damwand is bewust aan de zijde van het IJmeer gekozen, op ruime afstand van de woningen. De methode van aanbrengen van de damwand zal gericht zijn op het voorkomen van beschadigingen aan zowel de sluis als de woningen. De jachthaven ten zuiden van de sluis ligt op grotere afstand, zodat de werkzaamheden naar verwachting geen invloed op de activiteiten aldaar zullen hebben. Locatie Ipenslotersluis Uitgangspunt bij het ontwerp is dat de effecten van het verdubbelen van de spuicapaciteit van de Ipenslotersluis op de waterstroming in de achterliggende jachthaven aanvaardbaar dient te zijn. Monitoren kritische panden en infrastructuur in omgeving Voorafgaand, tijdens en na de uitvoering worden objecten in de omgeving zoals woningen, kunstwerken en de Diemerzeedijk gemonitord. Dit vindt plaats door het uitvoeren van een bouwkundige vooropname en het regelmatig uitvoeren van een (nauwkeurigheids-)waterpassing van vooraf op de objecten geplaatste meetbouten. Dit heeft tot doel om te onderzoeken of er door de werkzaamheden verplaatsingen optreden. 10 augustus Projectplan 25/60

25 Worden tijdens de bouwkundige vooropnames scheuren in de gevels van woningen geconstateerd, dan worden deze tijdens de uitvoering eveneens regelmatig ingemeten. Indien verplaatsingen of scheurwijdte groter wordt dan toelaatbaar, wordt het werk stilgelegd en wordt een aanvullende maatregel uitgevoerd. Hieronder is in een tabel opgenomen hoe de monitoring gaat plaatsvinden. Pand/Constructie Diemerdammersluis Overdiemerweg 39 Diemerzeedijk 80 (1 kantoor en 1 schuur) Diemerzeedijk 100 Diemerzeedijk 34 (2 dichtstbijzijnde loodsen en kleine opstal nabij spuisluis) Kunstwerk A10 Diemerzeedijk in de nabije omgeving van de werkzaamheden. Maatregel Monitoring tijdens het aanbrengen van de damwand (scheurwijdtemeting, trillingsmeters en lintvoegwaterpassing). Monitoring tijdens het aanbrengen van de damwand (scheurwijdtemeting, trillingsmeters en lintvoegwaterpassing). Monitoring tijdens het aanbrengen van de damwand (scheurwijdtemeting, trillingsmeters en lintvoegwaterpassing). Monitoring tijdens het aanbrengen van de damwand (scheurwijdtemeting, trillingsmeters en lintvoegwaterpassing). Monitoring tijdens werkzaamheden ten behoeve van de het aanbrengen van de damwanden en funderingspalen (inmeting, scheurwijdtemeting, trillingsmeters). Monitoring tijdens werkzaamheden ten behoeve van de het aanbrengen van de damwanden en funderingspalen (inmeting, scheurwijdtemeting, trillingsmeters). Monitoring tijdens werkzaamheden ten behoeve van de het aanbrengen van de damwanden en funderingspalen (inmeting, scheurwijdtemeting, trillingsmeters) Recreatie De Diemerzeedijk is onderdeel van de LAW (Langeafstandswandelpaden) en maakt deel uit van de bewegwijzerde ANWB fietsroute Zuiderzeeroute en LF55, die langs de Stelling van Amsterdam leidt. In het gebiedsprogramma van de Stelling van Amsterdam wordt de Diemerzeedijk genoemd als recreatieve fietsroute. In de eindsituatie is de recreatieve functie op locatie van de Diemerdammersluis onveranderd. De sluis is vanaf de dijk nog steeds goed zichtbaar. De Ipenslotersluis wordt gesloopt en vervangen door een nieuwe constructie. 4.6 Cultuurhistorie en archeologie De Ipensloter- en Diemerdammersluizen hebben geen vastgelegde monumentale status. Door Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) van gemeente Amsterdam is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd [lit.13] om te kunnen bepalen wat de archeologische verwachtingswaarde is van het plangebied. Daarnaast heeft BMA in het kader van het bestemmingsplan Het Nieuwe Diep van stadsdeel Oost in 2011 een archeologisch bureau-onderzoek uitgevoerd [lit.13]. BMA van de gemeente Amsterdam is het bevoegd gezag ter plaatse van de Ipenslotersluis in het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Bij de Diemerdammersluis is de gemeente Diemen het bevoegde gezag. 10 augustus Projectplan 26/60

26 De conclusies van de bureauonderzoeken zijn als volgt: Ter plaatse van de Ipenslotersluis geldt een hoge archeologische verwachting. Het betreft namelijk de middeleeuwse dijk, die als waterkering en verkeersas diende. De materiële neerslag kan bestaan uit: lagen ter aanleg en versteviging van de dijk, aanplempingen, beschoeiingen en sporen van een weg. Vanwege de lange gebruiksperiode hebben de archeologische sporen een hoge dichtheid en sterke samenhang. Voor de uitvoering van elk archeologisch veldwerk, zoals een archeologische begeleiding, een inventariserend veldonderzoek of een archeologische opgraving is een archeologisch Programma van Eisen (PvE) vereist. Ter plaatse van de Diemerdammersluis geldt eveneens een hoge archeologische verwachting. Ook hier geldt dat voor elk archeologisch onderzoek archeologisch Programma van Eisen (PvE) is vereist. Ipenslotersluis In 1651 heeft een watersnood plaatsgevonden ter plaatse van Ipenslotersluis. Daarna is in de 17e eeuw een nieuwe sluis gebouwd. Gezien de ligging van de Ipenslotersluis in een historische dijk en omdat het plangebied geclassificeerd is als een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde moet archeologisch onderzoek plaatsvinden. De werkzaamheden bieden een unieke kans om de (bouw)geschiedenis van de dijk in kaart te brengen. Doorgaans is archeologisch onderzoek in een waterkering namelijk niet mogelijk. Het onderzoek zal waarschijnlijk bestaan uit vier onderdelen: archeologische begeleiding tijdens baggerwerkzaamheden rondom de Ipenslotersluis; onderzoek sluisconstructie (vloer en palenplan) tijdens amoveren van de Ipenslotersluis; onderzoek dijkprofiel (doorsnede) naar opbouw van het dijklichaam; archeologische begeleiding bij afgraven dijkgedeelte dat noodzakelijk is om de spuikoker aan te kunnen brengen. Door analyse van afval en puinresten kan de geschiedenis van de dijk in kaart worden gebracht. Diemerdammersluis Ter plaatse van de Diemerdammersluis zal er minder archeologisch onderzoek plaatsvinden, omdat zowel de sluis als de dijk minimaal worden verstoord. Voor de sluis zal een vaargeul worden gebaggerd om vanaf het water te kunnen werken. Het baggeren zal onder archeologische begeleiding plaatsvinden. Ten behoeve van de archeologische aspecten bij de Diemerdammersluis zal een programma van eisen en een plan van aanpak worden opgesteld. Deze documenten zullen ter goedkeuring bij de gemeente Diemen worden ingediend. Uiterlijk De Ipenslotersluis is vanwege haar leeftijd en cultuurhistorie een interessant object voor archeologen. Voorafgaand aan de sloop van de oude Ipenslotersluis kan in overleg met Bureau Monumentenzorg van de gemeente Amsterdam (BMA) en de eigenaar van de sluis (AGV) worden vastgesteld of er elementen van de sluis behouden moeten blijven en wat er met deze elementen moet gebeuren. 10 augustus Projectplan 27/60

27 4.7 Natuur Beide sluizen liggen in een gebied (zowel de oeverzone als het aangrenzende IJmeer) dat deel uitmaakt NatuurNetwerk Nederland (voorheen bekend als Ecologische Hoofdstructuur EHS). De oeverzone (Zuidelijke IJmeerkust) maakt onderdeel uit van de Ecologische Verbindingscorridor Gooi-Waterland. De Ipenslotersluis ligt in deze verbinding op een schakel die Ecologische Verbindingszone Bovendiep heet. Ook de Diemerdammersluis maakt onderdeel uit van corridor Gooi-Waterland, maar ligt tegelijk ook op een schakel met een tweede verbindingszone De Natuurboog. Zie figuur 4.3. Figuur 4.3: Hoofdgroenstructuur/NNN (groen) met sluizen (rode stippen) en indicatief de Ecologische Verbindingszones. Ecologische Verbinding Bovendiep locatie Ipenslotersluis. De nieuwe Ipenslotersluis heeft een verdubbelde spuicapaciteit en zal daarom een grotere oppervlakte krijgen dan de huidige Ipenslotersluis; de omvang wordt uitgebreid in oostelijke richting (zie figuur 3.5). Met deze uitbreiding wordt een relatief smalle reep van het stortsteen afgehaald. Dit wordt in het project gemitigeerd door het dak van de spuikoker, beter passeerbaar te maken voor fauna. Ter plaatse van de Ipenslotersluis in het IJmeer zijn recent natuureilandjes aangelegd in de Ecologische Verbinding Bovendiep (zie figuur 4.4). De werkzaamheden aan de Ipenslotersluis worden zo uitgevoerd dat deze de rieteilanden en het functioneren daarvan niet nadelig beïnvloeden, zowel in de realisatiefase als in de gebruiksfase. 10 augustus Projectplan 28/60

28 Figuur 4.4: Rieteilanden nabij Ipenslotersluis. Aanpak knelpunt vismigratie Vissen kunnen door de sluizen migreren als deze worden ingezet om te spuien. Daar dit in de praktijk zelden gebeurd en de sluizen dus grotendeels van de tijd gesloten zijn, zijn ze slecht passeerbaar voor vissen. Het Rijks/provinciaal natuurbeleid stelt ten aanzien van het NatuurNetwerk Nederland (NNN) wettelijke eisen aan projecten. Naast instandhoudingsdoelstellingen (projecten mogen aanwezige natuurwaarden niet aantasten) is er daarbij sprake van een ontwikkelingsopgave, waarbij voor werkzaamheden op knelpuntlocaties geldt dat knelpunten zoveel mogelijk moeten worden opgelost. Bij de sluizen is de nu beperkte vismigratie het specifieke knelpunt. Het knelpunt wordt op beide locaties aangepakt door het aanbrengen van een vispassagevoorziening, waarmee een directe koppeling ontstaat van het Amsterdam-Rijnkanaal / het Noordzeekanaal met het IJmeer. De vispassages gaan dus twee grote watersystemen met elkaar verbinden. Dit heeft een verwacht positief effect op de migratie van doelsoorten zoals de driedoornige stekelbaars, spiering, bot, (glas)aal, winde, harder, rivierprik en haring of andere vissoorten die binnen het zoete watersysteem migreren op zoek naar voedsel-, paai- of overwinteringsplekken. De maatregel past tevens goed in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Europese Aalplan, waarbij wordt ingezet op migratie-mogelijkheden van vissoorten die afhankelijk zijn van zowel zoete als zoute watersystemen. Natura 2000 Markermeer en IJmeer Het IJmeer is gedeeltelijk onderdeel van het Natura 2000 gebied Markermeer & IJmeer. De Ipenslotersluis ligt op circa meter en de Diemerdammersluis op circa 510 meter afstand van de grens van dit gebied. De maatregelen aan de beide sluizen betreffen relatief kleinschalige en lokale activiteiten, zodat deze niet tot verstoring leiden van de aanwezige doelsoorten in het Natura 2000-gebied. De bestaande toestand blijft gehandhaafd. 10 augustus Projectplan 29/60

29 Flora- en faunawet Uit de Ecologische Atlas Amsterdam van de voormalige Dienst Ruimtelijke Ordening (nu Ruimte en Duurzaamheid) van de blijkt dat de Ipenslotersluis in het kilometervak 313 en Diemerdammersluis in kilometervak 371 liggen. In de onderstaande tabel zijn per vak de door de Flora- en Faunawet beschermende soorten vermeldt waarmee rekening moet worden gehouden. Kilometervak (volgens Atlas) 313 Ipenslotersluis 371 Diemerdammersluis Amfibieën en reptielen Ringslang Rugstreeppad Ringslang Rugstreeppad Hogere planten Rietorchis Rietorchis Vissen Kleine modderkruiper Kleine modderkruiper Bittervoorn Vogels Blauwborst Boerenzwaluw Bontbolplevier Kuifeend Grote Bonte Specht Huismus IJsvogel Kluut Kneu Kuifeend Nachtegaal Zoogdieren Laatvlieger Meervleermuis Waterspitsmuis Ruige dwergvleermuis Dwergvleermuis n.v.t. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt door een gecertificeerde ecoloog een veldinventarisatie uitgevoerd. Als er beschermde planten- en/of dierensoorten voorkomen, dan zal een ontheffing bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland worden aangevraagd. In de ontheffing zal het hoe te handelen met de aantroffen beschermde planten en/of dieren zijn voorgeschreven. Door de werkzaamheden zorgvuldig in te passen en uit te voeren en waar nodig het nemen van passende mitigerende maatregelen (algemene zorgplicht, ecologisch werkprotocol) wordt voldaan aan de Flora & Faunawet. 10 augustus Projectplan 30/60

30 Bomen Aan de noordoostzijde van de Diemerdammersluis staat een boom op een aantal meter van de vleugelmuur (figuur 4-3). Deze boom zal weggehaald moeten worden om het aanbrengen van de damwand mogelijk te maken. Figuur 4 3: Boom nabij Diemerdammersluis. 4.8 Duurzaamheid Levensduur De damwand bij de Diemerdammersluis wordt ontworpen op een levensduur van 100 jaar. Ook de nieuwe Ipenslotersluis wordt ontworpen op een levensduur van 100 jaar. Dit geldt vooral voor de hoofddraagconstructie van de sluis. Onderdelen met een kortere levensduur, zoals de aandrijving van de deuren, worden zo ontworpen dat deze relatief eenvoudig vervangbaar zijn. Toekomstige ontwikkelingen A10 Zoals omschreven in hoofdstuk 4 had RWS tot eind 2013 een ruimtereservering aan de oostzijde van de A10 Oost ter plaatse van de Ipenslotersluis. De formele ruimteclaim is vervallen. Daar de toekomstige ontwikkelingen m.b.t. de A10 Oost niet duidelijk zijn en de Ipenslotersluis voor een periode van 100 jaar wordt ontworpen, wordt onderzocht of er in het ontwerp rekening gehouden kan worden met een toekomstige uitbreiding van de A10. Toekomstige ontwikkelingen meerpeilen Het Deltaprogramma 2015 geeft de Deltabeslissingen aan voor het waterbeleid van de komende decennia in Nederland. Voor het IJsselmeergebied, waar het Markermeer en het IJmeer onder vallen, is een verandering in het waterpeilregime aangekondigd die door het kabinet worden onderschreven: voor de zomerperiode wordt een flexibel peilregime geïntroduceerd. Er wordt rekening gehouden met een maximale bovengrens van 0,30 m boven het huidige streefpeil van NAP -0,20 m in de zomer. Het huidige gemiddelde winterpeil daarentegen blijft gehandhaafd tot en met augustus Projectplan 31/60

31 Naast de beslissingen over het toekomstige peilregime, spelen de nieuwe veiligheidsnormen voor primaire waterkeringen en het nieuwe ontwerp- en toetsinstrumentarium die met het Deltaprogramma 2015 zijn aangekondigd, een belangrijke rol bij de ontwerpwerkzaamheden van de twee sluizen. Deze worden in de loop van 2017 vastgesteld. Voor projecten die nu in ontwikkeling zijn, heeft het Rijk het tijdelijke Ontwerpinstrumentarium 2014 (OI 2014) ter beschikking gesteld. De ontwerpuitgangspunten zullen worden getoetst aan het OI 2014, zodat de sluizen bij de eerstvolgende landelijke toets positief zullen worden beoordeeld. 10 augustus Projectplan 32/60

32 5 Uitvoeringsaspecten Ten behoeve van de uitvoering moet rekening worden gehouden met de volgende aspecten. Sommige aspecten zijn in het voorgaande hoofdstuk al aangestipt. Stormseizoen De werkzaamheden aan de Diemerdammersluis dienen buiten het stormseizoen (15 oktober t/m 15 april) plaats te vinden. Het aanleggen van een tijdelijke primaire waterkering ten behoeve van het plaatsen van de damwand is in verhouding heel kostbaar. De duur van de werkzaamheden aan de Ipenslotersluis is dusdanig dat deze ook in het stormseizoen plaats zullen vinden. Hier dient een tijdelijke primaire waterkering te worden aangelegd. Werkvolgorde Uitgangspunt is dat er tijdens werkzaamheden in ieder geval een gehalveerde spuicapaciteit beschikbaar is. Het dichtzetten van de Diemerdammersluis met een damwand kan dus pas plaatsvinden zodra de Ipenslotersluis functioneert. Daarnaast is het aannemelijk dat de fundering van de Ipenslotersluis veel overeenkomsten vertoont met die van de Diemerdammersluis, zodat de sloop van de Ipenslotersluis een mooie kans biedt om meer informatie over de fundering van de Diemerdammersluis te verkrijgen. Tijdens de sloop van de Ipenslotersluis moet de fundering onderzocht en in kaart gebracht worden. Deze informatie kan vervolgens worden gebruikt worden bij het aanbrengen van de damwand bij de Diemerdammersluis. Hinder en veiligheid Om hinder tijdens de uitvoering te beperken en uit oogpunt van veiligheid voor de omgeving en de uitvoerende instantie(s) worden de volgende maatregelen getroffen: Om hinder, overlast en risico s voor de omwonenden en andere betrokkenen (anders dan de werknemers van de aannemer) zoveel mogelijk te beperken wordt door Waternet een BLVC-plan opgesteld (= bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatieplan); het werkgebied wordt zoveel mogelijk beperkt gehouden; er wordt gewerkt op vaste tijden en niet s nachts; (weg)gedeeltes kunnen tijdelijk worden afgesloten of afgeschermd, verkeersregelaars kunnen worden ingezet; bij de Diemerdammersluis zal veelal vanaf het water (IJmeer) gewerkt worden; regelmatig informeren van omwonenden. Volgens het Arbo-besluit hebben ontwerpers en uitvoerende partijen verplichtingen aangaande Veiligheid en Gezondheidsaspecten (V&G). V&G zal in de volgende fase een duidelijke plek krijgen. Bereikbaarheid De invloed van het plaatsen van de damwand bij de Diemerdammersluis op het fietspad over de dijk zal kortdurend en beperkt zijn. De werkzaamheden op locatie van de Ipenslotersluis duren langer. Er zullen weggedeeltes tijdelijk voor verkeer 10 augustus Projectplan 33/60

33 worden afgesloten. Er zal in een vroeg stadium met belanghebbenden overleg worden gevoerd om een passende oplossing vinden voor de verminderde bereikbaarheid. Vooral met bedrijven moet hierbij rekening gehouden worden gehouden. Specifieke afspraken met betrekking tot bereikbaarheid worden gemaakt met onder andere de betreffende gemeente (bijvoorbeeld omleidingsroutes, alternatieve routes) en opgenomen in het BLVC-plan. Bewoners, bedrijven en andere belanghebbenden worden zo goed en frequent als mogelijk over een verminderde bereikbaarheid op de hoogte gesteld. Voor de uitvoering zal een calamiteitenplan worden opgesteld. Tijdens de werkzaamheden aan de sluizen moeten er bijvoorbeeld (op een nader te bepalen locatie) voorzieningen zoals draglineschotten en klei beschikbaar zijn. Deze locatie moet te allen tijde bereikbaar zijn. Gebouwen en infrastructuur De dicht langs de werkzaamheden aanwezige bebouwing, beschoeiingen etc. behoeven extra aandacht bij de uitvoering, zodat eventuele schade hieraan wordt voorkomen. Zie hoofdstuk 4. Werkzaamheden door derden De kabels- en leidingenbeheerder zullen ook werkzaamheden moeten verrichten (zie paragraaf 4.3). De werkzaamheden ten behoeve van de sluizen en ten behoeve van de kabels- en leidingen worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Het zal echter niet overal lukken tegelijk op te werken, gezien de verschillende aard van de werkzaamheden en bijbehorende voortgang. Bij de afstemming speelt het zoveel mogelijk voorkomen van hinder en de bereikbaarheid een grote rol. Flora en Fauna Het verstoren van streng beschermde soorten zoals nestelende vogels is strafbaar. Dit geldt ook voor het verstoren van vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen en streng beschermde kleine zoogdieren. Uit de Ecologische Atlas van de is gebleken dat er beschermde soorten bij de beide sluizen zijn waargenomen. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt actualiserend veldonderzoek uitgevoerd naar vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen, vogels en kleine zoogdieren. Het onderzoek naar vaste verblijfplaatsen van vleermuizen moet ruim een jaar voor de uitvoering worden ingepland. Onderzoek volgens het vleermuisprotocol vindt namelijk plaats door meerdere veldbezoeken en neemt (afhankelijk van de te verwachten soorten) maximaal een jaar in beslag. Indien streng beschermde soorten aanwezig zijn, zullen mitigerende en compenserende maatregelen worden vastgelegd in een werkprotocol (zie 4.6, natuur). Indien de werkzaamheden toch tot verstoring van vaste rust- en verblijfplaatsen leiden zal een ontheffing van de Flora- en Faunawet worden aangevraagd (zie ook 6.2). 10 augustus Projectplan 34/60

34 Archeologie Zoals beschreven in hoofdstuk 4 dient er archeologisch veldwerk plaats te vinden tijdens de werkzaamheden aan de Ipenslotersluis. Dit veldwerk wordt met de bouw geïntegreerd. Tijdens de uitvoering moet rekening gehouden worden met een onderzoeksperiode van circa vier weken. De werkruimte van de Diemerdammersluis dient in verband met potentiële archeologische waarden, zo veel mogelijk beperkt te blijven tot het terrein waarop de sluis staat. Mochten tijdens de werkzaamheden archeologische vondsten gedaan worden, dan bestaat de plicht dit te melden aan het bevoegd gezag. Opslag en bouwkeet Er zullen in de omgeving van de werkzaamheden terreinen beschikbaar moeten zijn voor opslag van materiaal en materieel en voor een eventueel tijdelijk gronddepot. De directie is tijdens de uitvoering aanspreekpunt. Op dit moment zijn over de verdere invulling hiervan nog geen zaken bekend. Werkzaamheden op/vanaf het water Indien werkzaamheden plaatsvinden op of vanaf het IJmeer of het Amsterdam Rijnkanaal dient hierover voorafgaand en tijdens de uitvoering overleg te worden gevoerd met vaarwegbeheerder Rijkswaterstaat. Communicatie Communicatie en informatie tijdens de ontwerpfase en de uitvoering zijn heel belangrijk. Gedurende de ontwerpfase wordt overlegd met de belanghebbenden uit de omgeving van de Ipensloter- en Diemendammersluizen om tot de juiste functionele eisen voor de aannemer te komen. Bewoners en ondernemers langs de dijk (en bijvoorbeeld langs omleidingsroutes) worden regelmatig geïnformeerd over bijvoorbeeld de laatste stand van zaken, waar en wanneer welke werkzaamheden plaatsvinden en de bereikbaarheid van woningen. Er wordt aan de omgeving gevraagd hoe zij het liefst op de hoogte gehouden worden, bijvoorbeeld per brief, , sms-diensten of social media. Omdat de werkzaamheden aan de Diemendammersluis pas kunnen plaatsvinden als het werk aan de Ipenslotersluis gereed is, worden belanghebbenden rond de Diemerdammersluis ook op de hoogte gehouden van de voortgang bij de Ipenslotersluis. 10 augustus Projectplan 35/60

35 6 Verantwoording op basis van wet en beleid 6.1 Vergunningen en meldingen Voordat wordt gestart met de uitvoering van de werkzaamheden aan de Diemerdammersluis en de Ipenslotersluis, moet een aantal vergunningen worden aangevraagd en zijn een aantal meldingen noodzakelijk. Meldingen hebben een relatief korte doorlooptijd en worden niet gepubliceerd. Welke meldingen gedaan moeten worden is vaak afhankelijk van de gekozen uitvoeringsmethode. Deze meldingen kunnen dan ook het beste door de aannemer worden gedaan vlak voor de uitvoering. Vergunningen hebben veelal een langere doorlooptijd en worden meestal gepubliceerd. Omwille van de doorlooptijd wordt het grootste deel van deze vergunningen tijdens de voorbereiding van het project aangevraagd. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de benodigde meldingen en vergunningen. Watervergunning Voor de werkzaamheden aan de Ipensloter- en Diemerdammersluizen wordt in het kader van de Waterwet dit projectplan opgesteld. Een watervergunning is dan niet noodzakelijk. Wbr-vergunning ( droge gedeelte ) Rondom de Zeeburgerbrug gelden Wbr-grenzen vanuit beide zijden van de brug die bepaald zijn op een vaste afstand. De Ipenslotersluis ligt binnen de Wbr-grens van dit object. Dit betekent dat alle activiteiten, die bij de aanleg van de Ipenslotersluis binnen die grenzen vallen, vergunning plichtig zijn in het kader van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr). Omgevingsvergunning (WABO) Sloopvergunning of sloopmelding Voor sloopwerkzaamheden kan een sloopvergunning nodig zijn. Dit is afhankelijk van o.a. het bestemmingsplan. Vaak is een sloopmelding voldoende. Een sloopmelding of sloopvergunning is onderdeel van de WABO en kan in één aanvraag worden ingediend. Bouwvergunning Voor de nieuwbouw van de Ipenslotersluis en de werkzaamheden aan de Diemerdammersluis dient een bouwvergunning te worden aangevraagd. Deze vergunning is onderdeel van de WABO en kan in één aanvraag worden ingediend. Kapvergunning Indien nodig moet voor bomen die als gevolg van de werkzaamheden gekapt moeten worden, een kapvergunning worden aangevraagd. Deze vergunning is ook onderdeel van de WABO en kan in één aanvraag worden ingediend. 10 augustus Projectplan 36/60

36 Hoofdnet fiets Het fietspad op de Diemerzeedijk maakt deel uit van het Hoofdnet fiets. Bij werkzaamheden aan de twee sluizen moeten maatregelen worden genomen om deze verbinding in staat te houden. In overleg met gemeente Amsterdam en Diemen moeten maatregelen worden vastgesteld en in de vergunningaanvraag worden opgenomen. Tijdelijke verkeersmaatregelen Voor de sloop van de Ipenslotersluis en de werkzaamheden aan de Diemerdammersluis moeten tijdelijke verkeersmaatregelen worden genomen. Daarnaast is de aanvraag van een opbreekontheffing nodig. Opbreekontheffing en tijdelijke verkeersmaatregelen worden bij de WABO aanvraag opgenomen. WIOR vergunning Wegwerkzaamheden veroorzaken vaak hinder voor verkeer en omgeving. Om de hinder zo beperkt mogelijk te houden, stelt de gemeente Amsterdam eisen aan het werk. Werkzaamheden moeten zoveel mogelijk gecombineerd worden. Voor het verkrijgen van een WIOR vergunning is een BLVC plan noodzakelijk en een Definitief Tracé Akkoord (DTA) waarin afspraken met nutsbedrijven zijn vastgelegd. Ontheffing Flora en Faunawet In de volgende fasen moet actualiserend veldonderzoek naar het voorkomen van beschermde flora en fauna plaatsvinden. Op basis hiervan wordt een activiteitenplan opgesteld waarin eventuele mitigerende maatregelen worden opgenomen. Mocht uit de onderzoeken en het activiteitenplan, blijken dat het noodzakelijk is dat er bepaalde beschermde planten moeten worden weggehaald of dat er beschermde dieren worden verstoord, is een ontheffing of vrijstelling nodig. Afhankelijk van de onderzoekresultaten is een ontheffing voor de Flora en Faunawet nodig. Deze ontheffing moet bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) van het ministerie van Economische Zaken worden aangevraagd. BUS-melding Een deel van de waterkering bij de Ipenslotersluis wordt ontgraven waarbij de ontgraven grond niet wordt teruggebracht. Er is een (verkennend) bodemonderzoek uitgevoerd. De resultaten van het verkennende onderzoek geven aan dat de bodem van de kering is verontreinigd met zink en PAK. Deze bodem wordt geclassificeerd als Nooit Toepasbaar en moet afgevoerd worden naar een erkende verwerker. Ten behoeve van het verwijderen en afvoeren van de grond kan volstaan worden met een melding in het kader van het Besluit Uniforme Sanering (BUS-melding). 10 augustus Projectplan 37/60

37 6.2 Bestemmingsplan Bestemmingsplan Diemen Buitengebied (Diemerdammersluis) Bij de Diemerdammersluis gelden de volgende bestemmingen (zie figuur 6.1): Waterstaat Waterkering: (dubbelbestemming), Water. Natuur. Groen. Figuur 6.1: Bestemmingsplankaart omgeving Diemerdammersluis. Op de plaats waar de damwand wordt aangebracht zijn gebouwen en overkappingen niet toegestaan. Een uitzondering is gemaakt voor gebouwen en overkappingen ten behoeve van waterhuishoudkundige voorzieningen met een oppervlak van niet meer dan 22 m2 en een bouwhoogte van niet meer dan 4,5 m. De damwand voldoet aan deze voorwaarden. Ter plaatse van de Diemerdammersluis wordt dan ook niet afgeweken van het bestemmingsplan. Bestemmingsplan Het Nieuwe Diep Stadsdeel Oost (Ipenslotersluis) Bij de Ipenslotersluis gelden de volgende bestemmingen (zie figuur 6.2): Waterstaat Waterkering (dubbelbestemming). Water. Groen. Recreatie (WV de Watergeuzen). Figuur 6.2: Bestemmingsplankaart omgeving Ipenslotersluis. 10 augustus Projectplan 38/60

38 De bestemming Waterstaat Waterkering is primair ten opzichte van de overige toegekende bestemmingen. Op locaties met de bestemming Waterstaat Waterkering mogen volgens het bestemmingsplan bouwwerken mogen gebouwd ten behoeve van waterstaatkundige voorzieningen. De uitbreiding (verdubbeling) van de Ipenslotersluis zal richting het oosten plaatsvinden (zie ook paragraaf 3.2.1). De dubbelbestemming Waterstaat Waterkering en recreatie hoeft niet gewijzigd te worden (rode driehoekje in figuur 6.2). Ter plaatse van de Ipenslotersluis wordt dan ook niet afgeweken van het bestemmingsplan. 6.3 Beschikbaarheid gronden Diemerdammersluis In de onderstaande figuur 6.3 zijn de kadastrale percelen en grenzen bij de Diemerdammersluis aangegeven. Tevens zijn de eigenaren van de percelen vermeld. Figuur 6.3: Kadastrale percelen en eigendomssituatie omgeving Diemerdammersluis. Het plaatsen van de damwand vindt plaats op percelen die in eigendom zijn van AGV en van de Staat. 10 augustus Projectplan 39/60

39 Ipenslotersluis In de onderstaande figuur 6.4 zijn de kadastrale percelen en grenzen nabij de Ipenslotersluis aangegeven. Tevens zijn de eigenaren van de percelen vermeld. Figuur 6.4: Kadastrale percelen en eigendomssituatie omgeving Ipenslotersluis. De werkzaamheden vinden grotendeels plaats op percelen die in eigendom zijn van de overheid. Met Watersportvereniging de Watergeuzen zullen afspraken moeten worden gemaakt over de werkzaamheden op het perceel dat zij in erfpacht hebben van het waterschap. 10 augustus Projectplan 40/60

40 7 Legger, beheer en onderhoud 7.1 Legger In de legger zijn de afmetingen van de kern- en beschermingszones van de waterkering vastgelegd. Binnen deze zones gelden gebods- en verbodsbepalingen zoals voor het beheergebied van AGV opgenomen in de Keur AGV [lit.8] en bijbehorende Keurbesluit Vrijstellingen en beleidsregels Keurvergunningen [lit.9]. De Diemerzeedijk wordt niet verlegd, de legger van AGV blijft daarmee ongewijzigd. 7.2 Beheer en onderhoud Het waterschap AGV is verantwoordelijk voor het beheer van de Diemerzeedijk en de Ipensloter- en Diemerdammersluis. Zowel het regulier of dagelijks onderhoud als het buitengewoon onderhoud (ook wel het groot onderhoud genoemd) ligt bij het waterschap, als eigenaar van de dijk en de sluizen. In het ontwerp wordt rekening gehouden met de essentiële beheeractiviteiten en het noodzakelijke onderhoud, zodat een goed en efficiënt beheer en onderhoud van de dijk en de sluizen mogelijk blijft. Dit betreft onder ander de volgende aspecten. Diemerdammersluis De Diemerdammersluis kan na de werkzaamheden geen water meer spuien. De sluis moet evengoed worden beheerd en onderhouden. Onderhoud aan de te plaatsen damwand die de kerende functie van de sluis overneemt is moeilijk, omdat de constructie zich deels onder water en in de grond bevindt. De damwand wordt daarom ontworpen op een levensduur van 100 jaar. Ipenslotersluis Voor de nieuwe Ipenslotersluis moet in overleg met de beheerder een beheerplan worden opgesteld, waarin het beheersysteem is vastgelegd. Alle informatie over het beheer van de sluis moet in dit beheerplan worden vastgelegd. Het beheerplan is het instrument voor de voortdurende controle en terugkoppeling naar de gestelde functies. Het bevat onderstaande onderdelen: bedieningsplan; objectnoodplan; onderhoudsplan- en inspectieplan. In het bedieningsplan wordt vermeld wat de gebruiksgrenzen zijn en wanneer en hoe er wordt gespuid. In situaties buiten de gebruiksgrenzen is het objectnoodplan van toepassing. De bedoeling van het objectnoodplan is dat de waterkerende functie gewaarborgd blijft, ook wanneer als gevolg van een incident of calamiteit de reguliere bedrijfsvoering niet mogelijk is. In het onderhouds- en inspectieplan wordt het benodigde onderhoud geregeld, zodat de spuisluis zijn functie blijvend kan vervullen en het risico op falen van het object zo klein mogelijk is. 10 augustus Projectplan 41/60

41 Geometrie dijk en oevers De dijk en de naastgelegen gronden en wateren moeten worden beheerd (o.a. dijkinspectie) en onderhouden (bijvoorbeeld maaien of beweiden). De geometrie (bermbreedte en taludhellingen) van het dijklichaam blijft ongewijzigd. Waterkering vreemde elementen Als er bomen behouden blijven, dan dienen deze in de toekomst periodiek opnieuw te worden beoordeeld. Dit geldt ook voor de aanwezige kabels en leidingen. Het waterschap toetst of de elementen voldoen aan de veiligheidseisen. De perceeleigenaar is verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer en onderhoud. Waterhuishouding De werkzaamheden hebben geen negatief effect op de waterhuishouding in het gebied. Wegbeheer AGV is de beheerder van het fietspad op de dijk ter plaatse van de Diemerdammersluis. Bij de Ipenslotersluis is de gemeente Amsterdam wegbeheerder. Over de werkzaamheden aan de weg vindt afstemming plaats met de betreffende gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud en beheer van de wegverharding na de aanpassing van de sluizen. 10 augustus Projectplan 42/60

42 8 Planning Projecten kennen verschillende fasen. Het projectplan maakt onderdeel uit van de planvoorbereidingsfase. Na vaststelling door het Algemeen Bestuur (AB) wordt het plan ter goedkeuring voorgelegd aan Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Noord-Holland. Het plan wordt na goedkeuring door GS voor beroep ter inzage gelegd. Op hoofdlijnen wordt onderstaande planning gehanteerd. 3 e kwartaal 2015 Cyclische gesprekken met belanghebbenden. Algemeen Bestuur van waterschap Amstel, Gooi en Vecht stelt definitief projectplan vast. 4 e kwartaal 2015 Gedeputeerde Staten besluiten over goedkeuring definitief projectplan. Beroepstermijn. 1 e en 2 e kwartaal 2016 Start ontwerp Ipenslotersluis. Voorbereiding van de uitvoeringswerkzaamheden van de Ipenslotersluis. 3 e kwartaal 2016 Start uitvoering Ipenslotersluis** 2 e en 3 e kwartaal 2017 Afronding uitvoering Ipenslotersluis. Start uitvoering Diemerdammersluis**. Afronding uitvoering Diemerdammersluis. 4 e kwartaal 2017 Nazorg ** Uitgaande van géén beroepsprocedures 10 augustus Projectplan 43/60

43 9 Financiën AGV heeft de sluizen aangemeld bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) van het Rijk. De kosten voor het verbeteren van de sluizen worden op basis van een afgesproken verdeelsleutel gedragen door het waterschap en Rijkswaterstaat. De totale kosten van de planvorming, voorbereiding en uitvoering van de benodigde werkzaamheden worden globaal geraamd op 5,8 miljoen inclusief BTW en onvoorzien. Vispassage De kosten voor de twee vispassagevoorzieningen zijn geraamd op ,- inclusief BTW en onvoorzien. Deze moeten bij de hierboven beschreven raming van 5,8 miljoen worden opgeteld. Deze kosten komen volledig ten laste van het waterschap en worden gedekt uit het krediet van het KRW-uitvoeringsprogramma. 10 augustus Projectplan 44/60

44 10 Literatuurlijst 1. Startnotitie Verbetering Ipensloter- en Diemerdammersluis v 3.1; Amsterdam; 29 juli Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis v 2.0; Amsterdam, 3 september Verslag behandeling schetsplan Diemerdammersluis in Welstandcommissie Gemeente Diemen; 7 november Geactualiseerd inkoopplan Ipensloter- en Diemerdammersluis; 6 maart 2015; Waternet 5. Waternet, Aan de slag met vismigratie in het beheergebied van Amstel, Gooi en Vecht. Vastgesteld door DB op 7 oktober Rijkswaterstaat IJsselmeergebied, Van zee naar IJsselmeergebied en verder; verbetering vismigratie in en rond het IJsselmeergebied 7. Aanmeldingsnotitie voor beoordeling m.e.r.-plicht Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis; 23 mei 2013; Amsterdam. 8. Keur AGV 2011, d.d. 13 oktober Keurbesluit Vrijstellingen en beleidsregels Keurvergunningen, d.d. 25 oktober Verordening Schadevergoeding, AGV, 13 december Beleidsregel Kabels en leidingen en dijkverbeteringswerkzaamheden, AGV, d.d. 18 maart Archeologisch Bureauonderzoek BO Plangebied Het Nieuwe Diep Stadsdeel Oost, 2011, Bureau Monumenten & Archeologie. 13. Archeologisch Bureauonderzoek en Diemerdammersluis en Ipenslotersluis en Diemerzeedijk; 5 augustus 2009; Bureau Monumenten & Archeologie. 14. Waterakkoord 2011 Rijkswaterstaat IJsselmeergebied-Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 10 augustus Projectplan 45/60

45 Bijlage(n) A. Algemene begrippenlijst Afsluiter Constructie die de spuikoker afsluit. Bijvoorbeeld een deur of een schuif. Beheer Het geheel van activiteiten dat noodzakelijk is om te waarborgen dat de functies van de waterkering blijven voldoen aan de daarvoor vastgestelde eisen en normen. Beheergebied In de legger gespecificeerd areaal, dat als waterkering wordt aangemerkt en door de waterkeringbeheerder wordt beheerd. Bekleding Laag klei of laag verhardingsmateriaal die dijken beschermt tegen golven en langsstromend water. Berm Naast of tegen de dijk aangebrachte grond om de dijk te ondersteunen. Beschoeiing Constructie van hout, beton, kunststof of staal die een oever van bijvoorbeeld een sloot of waterkant beschermt tegen afkalven. Bezwijken Een dijk bezwijkt als hij kapotgaat (bijvoorbeeld door afschuiven of vervormen) en daardoor onvoldoende water tegenhoudt. Binnendijks De bewoonde zijde of polderzijde van de dijk Binnenkruin De rand waar de kruin overgaat in het binnentalud Binnentalud Het schuin aflopende deel aan de landzijde van de dijk. Zie afbeelding Boezem Het geheel van (van nature stilstaande) met elkaar verbonden watergangen die van het buitenwater zijn afgesloten, waarop water uit laag gelegen polders wordt uitgeslagen en/of waaruit water op laag gelegen polders wordt afgelaten en van waaruit het water kan worden uitgeslagen of geloosd naar het buitenwater. Boezemland Direct op de boezem afwaterend gebied. 10 augustus Projectplan 46/60

46 Boezempeil Waterstand in boezem. Buitendijks De kerende of de waterzijde van de dijk Buitengewoon onderhoud Ook vaak groot' onderhoud genoemd: onderhoudswerkzaamheden van constructieve aard, zoals vervanging en reconstructie en voor waterkeringen ook ophoging en herstel van door verzakking ontstane scheuren en gaten. Buitentalud Hellend vlak van het dijklichaam aan de kerende zijde. Compenserende maatregel Maatregel die gericht is op het vervangen van waarden die verloren gaan. Damwand Grondkerende constructie, die bestaat uit een verticaal in de grond geplaatste wand. Deksloof Balk als afwerking op een damwand of muur. Vaak gemaakt van beton. Dijk Waterkerend grondlichaam. Erosie Afslijting door de invloed van het water op het dijklichaam. Fauna Dieren Flora Planten Flora- en Faunawet Nederlandse wet met als doel de bescherming en het behoud van de gunstige staat van instandhouding van in het wild levende planten- en diersoorten. Gemaal Een inrichting om water van een lager naar een hoger niveau te brengen. Geometrie De maten en hoeken van een dijk of kade. Gevolgschade Effecten die een overstroming teweegbrengt, zoals slachtoffers, materiële schade, sociale ontwrichting, effecten op gezondheid en welbevinden, of effecten op natuur, landschap, cultuurhistorie en architectuur. Gewoon onderhoud Ingrepen zoals maaien, schonen, baggeren, snoeien, materiaal en vuil verwijderen en reparaties van schade veroorzaakt door bijvoorbeeld dieren en mensen. Grondwaterstand / grondwaterpeil De hoogte van het grondwater ten opzichte van een referentieniveau, bijvoorbeeld NAP. Inspraak Het betrekken van burgers bij het voorbereiden, vormen of uitvoeren van beleid van de overheid. Kade Dijk die minder dan 2 meter boven het omringende maaiveld uitkomt. Keur Verordening van het waterschap, waarin gebods- en verbodsbepalingen zijn opgenomen 10 augustus Projectplan 47/60

47 en waarvan de naleving door sancties kan worden afgedwongen. Kruin Het bovenste gedeelte van een dijk. Zie afbeelding Kruinhoogte Niveau of hoogte van de waterkering. Kunstwerk Door de mens gemaakt bouwkundig object, zoals een sluis. Kwel Uittreden van grondwater onder invloed van een waterstandsverschil. Kwelscherm Een kwelscherm is een kunstmatige maatregel om kwelwater tegen te houden. Een kwelscherm wordt meestal in of bij een dijk aangelegd. Legger Een register of administratiesysteem waar het waterschap de afmetingen en begrenzingen van al haar waterkeringen en watergangen in bijhoudt. Leggerprofiel Het voor de kering van water benodigde (theoretische) profiel van een waterkering, waarbinnen zich geen waterkering vreemde elementen mogen bevinden. LNCA-Waarden De waarden van landschap, natuur, cultuur, archeologie zoals die worden meegewogen bij deze verbetering. Maaiveld Hoogte van het grondoppervlak, meestal aangegeven ten opzichte van NAP. Maatgevend boezempeil Maatgevend boezempeil Afgesproken maximale waterstand van de boezem. Maatgevende waterstand (of waterpeil) Hoogwaterstand die gemiddeld slechts één keer in een lange periode mag worden overschreden, bijvoorbeeld eens in de honderd jaar. m.e.r. Milieueffectrapportage m.e.r.-beoordeling Een m.e.r.-beoordeling is een toets van het bevoegd gezag om te bepalen of er bij een voorgenomen activiteit, zoals bij deze verbetering, mogelijke belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden. Mitigerende maatregel Verzachtende, effect beperkende maatregel. NAP Normaal Amsterdams Peil, het nulpunt van hoogtemetingen in Nederland. Natte oppervlak Het deel van de doorsnede van de spuikoker dat onder water staat. Dit oppervlak wordt berekend door de breedte van de spuikoker te vermenigvuldigen met het hoogteverschil tussen het boezempeil* en de hoogte van de vloer van de sluiskoker. Onder- en achterloopsheid Het stromen van water via de onderzijde en de zijkanten van een constructie. 10 augustus Projectplan 48/60

48 Onderhoud Het in stand houden van waterkeringen in overeenstemming met de oorspronkelijke of in de legger bepaalde richting, vorm, afmeting en constructie en het vrijhouden daarvan van vuil en overmatige plantengroei. Zie ook buitengewoon en gewoon onderhoud. Overhoogte Extra hoogte van een waterkering boven de maatgevende hoogwaterstand, in verband met bodemdaling of zeespiegelstijging in de toekomst. Overschrijdingskans 1/1250 De kans dat de waterkering niet bestand is tegen bepaalde waterstanden en golven. De waterstand is te hoog en de golven te groot. En ze overschrijden daarmee de omstandigheden waarvoor de waterkering is ontworpen, ook wel de maatgevende omstandigheden genoemd. Deze zijn per dijkvak bepaald. Het gebruik van de term overschrijdingskans heeft te maken met de manier waarop in Nederland de veiligheidsnormen zijn vastgelegd. Nederland ontwerpt een dijk op basis van een voorgeschreven overschrijdingskans. Bijvoorbeeld: een overschrijdingskans van één op betekent dat de waterkering geschikt moet zijn om alle combinaties van waterstanden en golven te weerstaan, die een kans van één op per jaar hebben om voor te komen. Ontwerplevensduur/ Periode dat het ontwerp van de sluizen voldoet aan de gestelde veiligheidseisen. Planperiode Polder Op de boezem uitslaand of lozend gebied met geregelde waterstand. Profiel van vrije Ruimte De ruimte die naar het oordeel van het waterschap nodig is om zowel gewoon als buitengewoon onderhoud uit te kunnen voeren en om in de toekomst vereiste versterkingen van de waterkering uit te kunnen voeren. Programma van eisen Document waarin de verwachtingen van de opdrachtgever of gebruiker zijn vastgelegd. Schotbalken Houten balken die in de uitstroomopening van een constructie kunnen worden opgestapeld, zodat het water wordt tegengehouden in geval van nood. Hiervoor worden sponningen aangebracht in de constructie. Spuisluis Een kunstwerk gelegen in een waterkering en in de eerste plaats bedoeld om water te keren. In de tweede plaats dient een sluis om water door te laten. Spuicapaciteit Het aantal kubieke meter water dat per seconde doorgevoerd kan worden door de constructie. 10 augustus Projectplan 49/60

49 Startnotitie Beschrijving van het te doorlopen planproces bij een projectplan in het kader van de Waterwet. Stootplaat Een betonnen plaat in de grond die ervoor zorgt dat de overgang tussen een op palen gefundeerde constructie en de dijk gelijkmatig verloopt. Stortsteen Breuksteen op het buitentalud aangebracht ter bescherming van de oever. Talud Hellend vlak van een dijklichaam. Een talud met helling 1:2 wil zeggen dat een (verticaal) hoogteverschil van 1 meter gelijkmatig over 2 meter (horizontaal) afloopt. Een taludhelling van 1:2 staat gelijk aan een helling van 26 graden ten opzichte van een horizontale vlak. Een taludheling van 1:3, 1:6 en 1:10 staat respectievelijk gelijk aan 18 graden, 10 graden en 6 graden ten opzichte van een horizontaal vlak. helling 1:2 helling 1:3 helling 1:6 helling 1:10 Teen De lijn die overeenkomt met de snijlijn van het waterkeringtalud met het horizontaal gelegen maaiveld dan wel met de bodem van het aangrenzende water. Toetspeil Waterstand die wordt gebruikt voor het beoordelen van de toestand van de waterkeringen. In het Toetspeil is de verwachte waterstandstijging (inclusief NAP-daling) tot en met de peildatum verwerkt. Variantennota Nota die de effecten van verbeteringsvarianten beschrijft en beoordeelt en een voorkeursalternatief aangeeft. Dit voorkeursalternatief is uitgewerkt in dit projectplan. Verkeersbesluit Besluit van een wegbeheerder om een bepaald verkeersteken te plaatsen, te wijzigen of in te trekken of een bepaalde fysieke maatregel te treffen. Vispassage Het passeren van vissen van de ene kant van de dijk naar de andere kant, bijvoorbeeld via een sluis. Vleugelmuur Een verticale wand die de achterliggende grond keert. Vuilvanger Een constructie die drijfvuil tegenhoudt. Bijvoorbeeld een rooster voor de opening van een spuikoker, waar wel water doorheen kan maar geen vuil. Waterhuishouding Natuurlijke of kunstmatige wijze waarop het aan- en afvoer van water in een gebied verloopt. Waterkerende Constructie die onderdeel uitmaakt van een waterkering of de waterkering vervangt. 10 augustus Projectplan 50/60

50 constructie Waterkering Kunstmatige hoogten en die (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hooggelegen gronden, met inbegrip van daarin of daaraan aangebrachte werken, die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben. Waterschap Overheidsinstantie die de waterhuishouding regelt in een bepaalde regio in Nederland, bijvoorbeeld een stroomgebied of afwateringsgebied. Waterbeheerplan Wettelijk verplicht plan dat waterschappen eens in de zes jaar opstellen en waarin ze beschrijven hoe ze zorgen voor schoon water op het juiste peil en droge voeten in hun beheergebied. Wegbeheerder Overheidsinstelling die openbare wegen beheert. Wenstracéprocedure Amsterdamse procedure waarin is vastgelegd hoe kabel- en leidingbeheerders in het ontwerp- en uitvoeringsproces van een project worden betrokken. Zetting Verticale vervorming van grondlagen, hoofdzakelijk als gevolg van bovenbelasting, de eigen massa en/of het uittreden van water. Zienswijze Formele reactie van een belanghebbende op een ontwerp-projectplan. 10 augustus Projectplan 51/60

51 B. Foto s Foto s Diemerdammersluis Foto 1: Overzicht vanaf oostzijde. Foto 2: Kleine opbouw vanaf westzijde. 10 augustus Projectplan 52/60

52 Foto 3: Grote opbouw vanaf westzijde. Foto 4: Overzicht vanaf noordzijde. 10 augustus Projectplan 53/60

53 Foto 5: Overzicht zuidzijde. Foto 6: Zuidoostzijde kolk, zicht op buitenste vloeddeuren. 10 augustus Projectplan 54/60

54 Foto s Ipenslotersluis Foto 1: Ipenslotersluis met de A10 op de achtergrond. Foto 2: Ipenslotersluis met jachthaven op de achtergrond. 10 augustus Projectplan 55/60

55 Foto 3: Uitstroomopening en stalen schuif. Foto 4: Opbouw van metselwerk. 10 augustus Projectplan 56/60

56 C. Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis 10 augustus Projectplan 57/60

57

58

59 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Inhoudsopgave 1 Inleiding Probleem en oplossingen Probleembeschrijving Resultaten toetsing Resultaten duikinspectie november Doelstelling Beschrijving varianten Geselecteerde varianten voor beoordeling Effectenbeschrijving en beoordeling Inleiding Beoordelingsaspecten Veiligheid en functie Infrastructuur Landschap Natuur Cultuur en archeologie Recreatie Beheer en onderhoud Kosten Planperiode Wonen en werken Resultaten Dominante criteria Voorkeursalternatief Mitigerende maatregelen Conclusies en advies Bronvermelding Bijlage(n) Bijlage 1 - Inspectierapport Ipensloter- en Diemerdammersluis, H.Bonsink, d.d. 8 december 2008 Bijlage 2 - SSK ramingen varianten Bijlage 3 - Planning Bijlage 4 - Fotobewerking Diemerdammersluis Bijlage 5 - Schetsontwerp verdubbelde Ipenslotersluis

60

61 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis 1 Inleiding Aanleiding De Ipensloter- en Diemerdammersluis zijn twee spuisluizen, gelegen in de Diemerzeedijk. Ze zijn onderdeel van de primaire waterkering rond het IJmeer/Markermeer en maken deel uit van Dijkring 44, zie figuur 1. Bij de vijfjaarlijkse veiligheidstoetsing van de primaire waterkering in 2005 zijn beide sluizen afgekeurd. Om te voldoen aan de veiligheidseisen, moeten de sluizen worden versterkt. Naar aanleiding daarvan heeft Waternet de sluizen aangemeld bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) van het Rijk. De kosten voor het versterken van de sluizen, zodanig dat ze als veilige onderdelen van de primaire waterkering kunnen functioneren, worden mede door het Rijk gefinancierd. Figuur 1-1: Overzichtskaart Dijkring 44 Kromme Rijn Gebiedsbeschrijving De Ipensloter- en de Diemerdammersluis zijn beide gelegen in de Diemerzeedijk, tussen de Ringweg A10- oost en het natuurgebied De Diemervijfhoek (voorheen PEN-eiland ), zie figuur 2. De sluizen zijn spuisluizen en vormen een verbinding tussen het IJmeer/Markeermeer en de Amsterdam- Rijnkanaalboezem. Wanneer de buitenwaterstand op het IJmeer laag genoeg is, kunnen de sluizen onder vrij verval water van het Amsterdam-Rijnkanaal aflaten. De sluizen hebben nog een functie voor de waterhuishouding van het achterland, ondanks het feit dat het peil in het Amsterdam-Rijnkanaal en het Noordzeekanaal voornamelijk via het gemaal bij IJmuiden wordt beheerst. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 5

62 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Figuur 1-1-2: Diemerzeedijk met sluizen Voorgaande fasen Voor dit project is een startnotitie opgesteld. De startnotitie gaf onder meer inzicht in de noodzaak van de versterking van de kustwerken, de betrokken belangen, het afwegingskader, de geraamde kosten, de uitgangspunten voor de verdere planvorming en een aantal varianten voor de versterking. In 2008 is deze startnotitie door het bestuur van AGV vastgesteld. Hierna is in 2009 een variantennota opgesteld, waarin de geselecteerde varianten uit de startnotitie verder zijn uitgewerkt, binnen de in de startnotitie beschreven kaders. De effecten van de varianten zijn op hoofdlijnen beschreven en beoordeeld, waarna een voorkeursvariant is aangegeven. Het doel van de variantennota is te komen tot een weloverwogen en breed gedragen oplossing (voorkeursalternatief) voor het gestelde probleem. Op basis van de oorspronkelijke variantennota zijn afspraken gemaakt tussen AGV en HWBP over de financiering van de versterkingsmaatregelen. Begin 2012 is door AGV opnieuw gekeken naar de voorkeursvariant uit Er is gesteld dat ook de volgende varianten moeten worden meegewogen in de variantennota: Verwijderen Ipenslotersluis en terugplaatsen van een dubbele spuikoker. Dichtzetten Diemerdammersluis met een damwand. In het voorliggende stuk zijn deze varianten opgenomen. Leeswijzer Hoofdstuk 2 van deze variantennota bevat de beschrijving van het probleem en de oplossingen van dit project. De effectenbeschrijving en de beoordeling van de sluizen is opgenomen in hoofdstuk 3. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 een samenvatting gegeven van de beoordeling en wordt het voorkeursalternatief besproken. Compenserende en mitigerende maatregelen worden behandeld in hoofdstuk 5, waarna de conclusies en het advies volgen in hoofdstuk 6. Ten slotte bevat hoofdstuk 7 de literatuurlijst. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 6

63 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis 2 Probleem en oplossingen 2.1 Probleembeschrijving De Waterwet (voorheen Wet op de waterkering) schrijft voor dat bij alle primaire waterkeringen in Nederland elke vijf jaar de aanwezige veiligheid tegen overstroming moet worden getoetst aan de norm, die in de Waterwet is vastgelegd. Met de wet van 18 april 2002 (Staatsblad, 2002, 304) is de voormalige Wet op de waterkering (Wov) gewijzigd en is het Markermeer aan de definitie van Buitenwater in het eerste artikel van die wet toegevoegd. Met deze wijziging zijn de Markermeerdijken toen onder het regime van de Wow en nu de Waterwet gebracht. Als gevolg hiervan is de Diemerzeedijk, waar de Ipensloter- en Diemerdammersluis onderdeel van uitmaken, in de tweede vijfjaarlijkse toetsronde ( ) in 2005 voor het eerst op veiligheid getoetst. 2.2 Resultaten toetsing In de startnotitie [lit. 1] is beschreven aan welke toetssporen als onderdeel van de primaire waterkering de sluizen moeten voldoen. De resultaten van de toetsing zijn in onderstaande tabel samengevat. Toetsspoor Toetsscores Ipenslotersluis Diemerdammersluis 1. hoogte goed goed 2. stabiliteit en sterkte onvoldoende onvoldoende stabiliteit constructie en nader onderzoek nodig nader onderzoek nodig grondlichaam sterkte waterkerende onvoldoende onvoldoende onderdelen piping nader onderzoek nodig nader onderzoek nodig stabiliteit voorland goed goed 3. betrouwbaarheid sluiting goed goed Beide sluizen scoren onvoldoende op het toetsspoor sterkte en stabiliteit, als gevolg van het gebrek aan sterkte van de waterkerende onderdelen (in dit geval de vloeddeuren in het bovenhoofd). Op het toetsspoor hoogte scoren beide sluizen goed, omdat de hoogte van de buitenste vloeddeuren plus bovenaanslag meer dan voldoende hoog zijn. Bij beide sluizen bevinden deze deuren zich echter in een slechte staat. Alleen de nog aanwezige stalen schuiven aan de buitenkant mogen als betrouwbaar keermiddel van de sluizen worden aangemerkt. De stalen schuiven, die normaal als waterkerend middel dienen, zijn echter te laag. Tijdens maatgevende omstandigheden bij het IJmeer/ Markermeer komt er zoveel water over deze schuiven dat dit een gevaar voor de rest van de constructie kan opleveren. Bij volledig niet functioneren van de sluizen komt er een dusdanige hoeveelheid water op het Amsterdam- Rijnkanaal dat dit een gevaar kan gaan vormen. De twee sluizen kunnen daarom de waterstaatkundige veiligheid, zoals voorgeschreven in de Waterwet, niet garanderen. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 7

64 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Omdat de toetsscore op het toetsspoor sterkte van de waterkerende onderdelen reeds onvoldoende was en ontwerpuitgangspunten en gegevens over de fundering onbekend waren, is de gedetailleerde toetsing volgens de VTV op de sporen stabiliteit constructie en grondlichaam en piping niet meer doorlopen. Om de sluizen ook op deze sporen te toetsen was aanvullend onderzoek nodig. Dit onderzoek was in het kader van deze toetsing echter niet zinvol meer, omdat de sluizen reeds op een ander spoor waren afgekeurd. 2.3 Resultaten duikinspectie november 2008 Uit de toetsronde van 2005 bleek dat er nader onderzoek nodig was op de toetssporen piping en stabiliteit constructie en grondlichaam. De sluizen zijn daarom in november 2008 door een duikploeg geïnspecteerd. De resultaten van deze inspectie zijn beschreven in het Inspectierapport Ipensloter- en Diemerdammersluis [lit. 2]. Toetsspoor piping Piping kan worden voorkomen door een kwelscherm. De aanwezigheid en de staat van eventuele kwelschermen kon tijdens de inspectie niet worden onderzocht, omdat deze schermen net als de overige onderbouw onder de huidige omstandigheden niet bereikbaar zijn. In het inspectierapport wordt geadviseerd om bij renovatie een kwelscherm onder de stalen hefdeur aan te brengen, om er zeker van te zijn dat de mechanismen onder- en achterloopsheid niet zullen optreden. Toetsspoor stabiliteit constructie en grondlichaam De stabiliteit van de constructie is onder te verdelen in onderbouw en bovenbouw. De onderbouw, ofwel de fundering van de sluis, is onder de huidige omstandigheden niet bereikbaar. Om de fundering te kunnen inspecteren moet deze blootgelegd worden. Dat kan door de sluis van buitenaf aan beide zijden tot op het niveau van de fundering te ontgraven. Een andere mogelijkheid is de vloer van binnenuit (vanuit de kolk) te slopen en de palen op te zoeken. Beide methoden zijn drastische ingrepen, die tijdens deze inspectie niet uitgevoerd zijn, omdat daarmee mogelijk onherstelbare schade aan de sluizen zou worden toegebracht. De bovenbouw is het gedeelte vanaf de bovenkant van de houten vloeren. Deze is goed bereikbaar en kon wel door de duikploeg worden geïnspecteerd. Bovenbouw De vloeren en wanden zijn eerst grondig schoongemaakt. Tijdens de inspectie bleek dat de Diemerdammersluis in aanmerkelijk betere staat verkeerd dan de Ipenslotersluis. De wanden van de Diemerdammersluis vertonen slijtage, het metselwerk is plaatselijk afgebrokkeld. Dit is schade die hersteld kan worden. De wanden van de Ipenslotersluis vertonen echter diverse grote scheuren, die verticaal over de wanden lopen. De vorm van de scheuren wijst erop dat de duiker van de sluis (het gedeelte onder de weg) doorgezakt en gebroken is. De Ipenslotersluis is belast door zwaar bouwverkeer in de tijd dat zware afvaltransporten naar de Diemerzeedijk plaatsvonden en de A10-oost werd aangelegd. Het is aannemelijk dat de scheuren in die tijd zijn ontstaan. Ook de beheerder bevestigt dit. Dit verklaart ook waarom de Diemerdammersluis deze scheuren niet vertoont. Verder werd bevestigd dat bij beide sluizen de houten eb- en vloeddeuren in slechte staat verkeren. Ook de drempels en de vloeren zijn ernstig aangetast. De stalen hefdeuren van beide sluizen vertonen veel corrosie en sluiten niet aan op de wanden en de vloer (kieren van plaatselijk 5 cm). Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 8

65 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis In het onderzoeksrapport wordt geadviseerd om de Ipenslotersluis vanwege haar zeer slechte staat geheel te vervangen. Voor de Diemerdammersluis wordt herstel geadviseerd. Dit houdt in dat de drempels, vloeren en deuren worden vervangen en dat het metselwerk wordt hersteld. Onderbouw Uit de inspectieresultaten blijkt dat de onderbouw van de Ipenslotersluis waarschijnlijk in zeer slechte staat verkeerd. De fundering van de Diemerdammersluis lijkt in goede staat te zijn, er zijn tijdens de inspectie geen tekenen gezien die duiden op gebreken. Vanwege het gebrek aan bewijs over de vorm en de staat van de fundering bestaan twee mogelijkheden: intact laten of versterken. Bij het versterken worden de bestaande kolkwanden van bovenaf verticaal doorboord om stalen palen te kunnen aanbrengen. Zo wordt de bestaande fundering ontlast en rust de constructie geheel op de nieuwe palen. Dit is een zeer drastische ingreep. De kans is aanwezig dat de bestaande constructie wordt beschadigd tijdens het aanbrengen van de nieuwe fundering. Er zijn tijdens de inspectie van de Diemerdammersluis geen tekenen in de bovenbouw en het aansluitende grondlichaam gezien die erop wijzen dat de fundering in slechte staat is (bijvoorbeeld scheuren). Ondanks de ouderdom van de constructie (circa 300 jaar), verkeert deze in goede staat. We raden daarom aan om de bestaande constructie zoveel mogelijk intact te laten, zodat de historische kenmerken zo goed mogelijk gehandhaafd blijven. Wij hebben contact gezocht met de Helpdesk Water, om duidelijkheid te verkrijgen over hoe om te gaan met de onzekerheden omtrent de fundering van een historische constructie in een primaire waterkering. Volgens de Helpdesk wordt de constructie zelfs met een versterkte fundering niet goedgekeurd, omdat de draagconstructie voor een groot deel uit oud metselwerk bestaat. De sterkte van dit metselwerk kan volgens het Voorschrift Toetsen op Veiligheid (VTV) niet rekenkundig worden aangetoond. De constructie zal bij de toetsing geen oordeel krijgen. In dergelijke situaties is het voldoende om een versterkingsplan (renovatieplan) op te stellen. Zowel de beheerder als de toetsende instantie dienen ervan overtuigd te zijn, dat de maatregelen in dit plan voldoende zijn om de veiligheid te waarborgen. In het geval van de Diemerdammersluis bestaan de maatregelen uit: A. Vervangen en versterken van onderdelen (zoals deuren en vloer). B. Aannemelijk maken dat de fundering van de Diemerdammersluis voldoende sterk is. Er zijn een aantal manieren om dit te doen: Bewezen sterkte. Tijdens de bouw van de Diemerdammersluis bestond de Afsluitdijk nog niet. Het is aantoonbaar dat de sluis in het verleden waterstanden heeft gekeerd die veel hoger waren dan tegenwoordig (circa 2 tot 2,5 m + NAP). De fundering heeft deze belastingen goed kunnen dragen, er zijn geen tekenen dat de fundering niet in orde zou zijn. Metingen. Door de positie van de sluis jaarlijks in te meten, kan worden aangetoond of de sluis in de loop van de tijd verplaatst. Verplaatsing van de sluis kan duiden op een slechte fundering. Referentieonderzoek. De Ipenslotersluis en de Diemerdammersluis zijn gelijksoortige constructies die omstreeks dezelfde tijd zijn gebouwd. Het is aannemelijk dat de beide sluizen op gelijke wijze zijn gefundeerd en dat de materiaalkwaliteit van de houten palen overeenkomstig is. Mede op basis van het inspectierapport adviseren wij om de Ipenslotersluis te slopen en te vervangen door een dijklichaam met een spuisluis. Tijdens de sloop van de Ipenslotersluis wordt de fundering blootgelegd en kan deze worden onderzocht. Informatie die hieruit wordt verkregen kan gebruikt worden bij de plannen voor de Diemerdammersluis. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 9

66 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Hierbij moet er rekening mee worden gehouden dat de fundering van de Ipenslotersluis waarschijnlijk in slechte staat verkeerd als gevolg van overbelasting. C. Opstellen calamiteitenplan. Als de sluis ondanks een zorgvuldig uitgevoerde renovatie toch een keer bezwijkt, moet er een plan klaarliggen om de veiligheid van het achterliggende gebied te waarborgen. Bijvoorbeeld het volstorten van het gat met zand. 2.4 Doelstelling De sluizen moeten worden verbeterd om te voldoen aan de veiligheidsnorm die in de Waterwet voor Dijkring 44, Kromme Rijn, is vastgesteld. Deze veiligheidsnorm bedraagt 1/1250. Hoewel het voldoen aan de waterstaatkundige veiligheid het belangrijkste doel is van de verbetering van de sluizen, moet bij het opstellen van het dijkversterkingsplan ook rekening worden gehouden met andere factoren, zoals: Toekomstige ontwikkelingen, zoals beleidswijzigingen en klimaatontwikkeling; Landschap, natuur, cultuurhistorie en archeologie (de LNCA-waarden); Ecologische en recreatieve functies van de dijk. 2.5 Beschrijving varianten Om tot een afgewogen voorkeursvariant te komen worden onderstaande varianten in deze nota beschouwd en in deze paragraaf beschreven: Variant 1: Renovatie. Variant 2: Reconstructie. Variant 3: Sluis slopen en vervangen door nieuwe spuisluis. Variant 4: Sluis behouden, zelfstandig waterkerend element* aanbrengen t.p.v. sluis. *) Een aannemelijke oplossing is een stalen damwand. In de navolgende tekst wordt daarom de term damwand gehanteerd. N.B. Bij alle nieuwbouw varianten bestaat de mogelijkheid om een reservering op te nemen voor een gemaal, zodat de beschikbaarheid van de spuifunctie wordt vergroot en de spuien ook bij hogere peilen mogelijk blijft. Bij renovatie kan deze mogelijkheid worden onderzocht. Het AGV heeft echter aangegeven dat spuien onder vrij verval uitgangspunt is. Plaatsen van een gemaal wordt daarom niet als aparte (sub)variant benoemd, maar komt in de beoordeling wel terug als beoordelingsaspect. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 10

67 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Variant 1: Renovatie Figuur 2-1 Ipenslotersluis Figuur 2-2 Diemerdammersluis Bij de renovatie wordt het historische karakter van de constructie zoveel mogelijk gehandhaafd. De bestaande constructie wordt versterkt en er worden onderdelen vervangen om de constructie aan de huidige veiligheidsnormen te laten voldoen. De spuifunctie onder vrij verval blijft behouden. Voordelen behoud cultuurhistorische waarden en mogelijkheid deze te versterken; behoud mogelijkheid vismigratie (beperkt) en inpassen van huiszwaluwkasten; behoud recreatieve functie en mogelijkheid deze te versterken; behoud landschappelijke oriëntatie; behoud spuifunctie. Nadelen levensduur kering afhankelijk van renovatiemaatregelen; hoge kosten voor beheer- en onderhoud; uitbreiding van de A10 is een risico voor het behoud van de Ipenslotersluis. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 11

68 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Variant 2: Reconstructie Bij deze variant wordt de oude sluis gesloopt en wordt een nieuwe, technisch efficiëntere constructie teruggebracht met behoud van het aanzicht, bijvoorbeeld door gelijke materialen te gebruiken en indien mogelijk oud materiaal opnieuw te gebruiken. De huidige spuifunctie onder vrij verval blijft behouden. Voordelen levensduur kering 100 jaar; behoud cultuurhistorische functie en mogelijkheid deze te versterken; behoud mogelijkheid vismigratie (beperkt); behoud recreatieve functie en mogelijkheid deze te versterken; behoud landschappelijke oriëntatie; behoud spuifunctie. Nadelen verlies cultuurhistorisch bouwwerk; kostbaar; uitbreiding van de A10 is een risico voor reconstructie van de Ipenslotersluis. Variant 3: Sluis slopen en vervangen door nieuwe spuisluis Na het verschijnen van de startnotitie heeft het dagelijks bestuur van AGV zich uitgesproken voor het behoud van de spuifunctie van beide sluizen. Indien gewenst kan de spuifunctie worden behouden door een sluis met een verdubbelde spuicapaciteit. Voordelen levensduur kering 100 jaar; lage kosten voor beheer- en onderhoud; behoud mogelijkheid vismigratie; behoud spuifunctie Nadelen verlies cultuurhistorisch bouwwerk; kostbaar; uitbreiding van de A10 kan een risico zijn voor de locatie van de Ipenslotersluis. Variant 4: Sluis behouden, damwand aanbrengen door sluis Bij deze variant blijft de sluis behouden. De waterkerende functie wordt overgenomen door een zelfstandig waterkerend element (bijvoorbeeld damwand). Ter hoogte van de sluis is een zwaar profiel benodigd. Voor een goede aansluiting op de dijk wordt aan weerzijden van het zware profiel een lichter profiel aangebracht. Er zijn verschillende posities voor de damwand beschouwd, weergegeven in onderstaande figuur. Figuur 2-3: Doorsnede van de Diemerdammersluis (dwars op de dijk), met beschouwde damwandlocaties. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 12

69 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Toelichting beschouwde damwandlocaties: A. Damwand door de oude constructie, onder de rijweg. Toelichting: het oudste deel van de constructie, het metselwerk gewelf en de houten vloer, wordt volledig doormidden gezaagd. Er wordt een sleuf gemaakt, waarin een zware damwand voorzichtig wordt aangebracht, indien nodig wordt de ondergrond voorgeboord. B. Damwand door de oude constructie, t.p.v. het houten sluishuisje (zijde ARK). Toelichting: het houten huisje aan de binnenwaterzijde wordt gedemonteerd. De vleugelmuren en de houten vloer aan binnenwaterzijde worden doormidden gezaagd. In de sleuf wordt de damwand aangebracht (conform A). C. Damwand door de vleugelwanden aan zijde IJmeer. Toelichting: De later (omstreeks 1929) aangebouwde vleugelmuren en de betonvloer aan de buitenwaterzijde worden doormidden gezaagd. In de sleuf wordt een damwand aangebracht. Er wordt niet gesloopt aan de oude sluis. D. Damwand buitenom zijde ARK. Toelichting: De damwand wordt om de sluis aangebracht aan zijde ARK en sluit aan op de dijk. De damwand is volledig in het zicht en bevindt zich vlakbij bestaande bebouwing. E. Damwand buitenom zijde IJmeer. Toelichting: De damwand wordt om de sluis aangebracht aan zijde IJmeer en is volledig in het zicht. De damwand bevindt op ruime afstand van bestaande bebouwing. De varianten zijn beschouwd op een aantal aspecten, opgenomen in onderstaande tabel. Damwand onder rijwegadamwa Damwand door houten huisje Damwand door vleugelwanden Damwand buitenom zijde ARKmwa Damwand buitenom zijde IJmeermwa Aspecten A B C D E Uitvoerbaarheid/uitvoeringsrisico s Aanvoer en opstelmogelijkheid van materieel Invloed op de sluis Invloed op omliggende bebouwing Invloed op cultuurhistorisch aanzicht / Variant A en B zijn afgevallen vanwege de grote risico s tijdens de uitvoering door o.a. de krappe werkruimte, de onzekerheden in het gedrag van het oude sluisje, het ontbreken van funderingstekeningen en de nabijheid van bestaande woningen (waarvan de dichtstbijzijnde gefundeerd is op een betonplaat, niet op funderingspalen). Variant D valt af vanwege de hoge uitvoeringsrisico s. Variant E valt af omdat de damwand geheel in het zicht komt en het risico op weerstand vanuit de omgeving groot is. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 13

70 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis In overleg met Waternet is besloten om locatie C op te nemen in de variantennota. Toelichting: De vleugelmuren zijn later aangebouwd, het is aannemelijk dat de bouwkundige toestand beter is dan die van het oude sluisgewelf. Er zijn constructietekeningen (inclusief palenplan) van de vleugelmuren beschikbaar, dit verkleint risico s bij het aanbrengen van de damwand. Het oudste deel van de sluis (het gewelf) wordt niet gesloopt. Risico s op instabiliteit en onverwacht gedrag van de sluis tijdens het slopen worden voorkomen. De werkzaamheden vinden verder van de bestaande woningen plaats, wat de kans op schade tijdens het inbrengen van de damwand verkleint. Er wordt gewerkt vanaf zijde IJmeer, zodat er geen grote kranen over bestaande woningen draaien (binnen valbereik). De damwand is zichtbaar vanaf zijde IJmeer, echter niet vanaf zijde ARK. Figuur 2-4: Principe variant C. Na het verschijnen van de startnotitie heeft het dagelijks bestuur van AGV zich uitgesproken voor het behoud van de spuifunctie van beide sluizen. Dat betekent dat variant 4 alleen kan worden gecombineerd met de aanleg van een nieuwe voorziening die de huidige spuicapaciteit garandeert. Voordelen levensduur kering 100 jaar; behoud cultuurhistorische waarden en mogelijkheid deze te versterken; relatief goedkoop; lage kosten voor beheer- en onderhoud. Nadelen verlies spuifunctie (alleen toegestaan in combinatie met nieuwe spuisluis met verdubbelde capaciteit). verlies mogelijkheid vismigratie; risico op schade aan bestaande constructies, met name de sluis zelf; damwand zichtbaar vanaf het IJmeer; spuifunctie moet elders gecompenseerd worden. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 14

71 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis 2.6 Geselecteerde varianten voor beoordeling Tijdens de behandeling en vaststelling van de startnotitie heeft het Algemeen Bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht de volgende uitgangspunten gesteld: De spuifunctie dient behouden te blijven. Slopen van de Diemerdammersluis is ongewenst, vanwege beoogde wensen vanuit de omgeving, de mogelijk toekomstige monumentenstatus, de relatie met de Stelling van Amsterdam. Sober en doelmatig ontwerpen. Daarnaast is uit duikinspecties van de sluizen gebleken dat de Ipenslotersluis in een zeer slechte staat verkeerd (zie bijlage 1). Dit betekent dat renovatie van de Ipenslotersluis niet wordt beoordeeld, dit zou in feite neerkomen op reconstrueren, omdat de gehele draagconstructie gebroken is. Op basis van de bovenstaande inzichten worden de volgende varianten beoordeeld. Ipenslotersluis Variant 2: reconstructie Variant 3: sluis slopen en vervangen door nieuwe spuisluis. Diemerdammersluis Variant 1: renovatie. Variant 2: reconstructie. Variant 4: sluis behouden, damwand aanbrengen door sluis. Voorwaarde is dat elders een nieuwe voorziening wordt gerealiseerd die de huidige spuicapaciteit kan garanderen Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 15

72 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis 3 Effectenbeschrijving en beoordeling 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de effecten van de geselecteerde varianten op verschillende aspecten beschreven en beoordeeld. De beoordeling wordt gebruikt om de varianten onderling te vergelijken en vindt plaats door het toekennen van een score van plussen en minnen: -- zeer negatief - negatief o neutraal/geen effect + positief ++ zeer positief Bij de beoordeling wordt onderscheid gemaakt tussen de Ipenslotersluis en de Diemerdammersluis. 3.2 Beoordelingsaspecten De geselecteerde varianten uit hoofdstuk 2 worden op onderstaande aspecten nader onderzocht. Aspecten Veiligheid en Constructieve veiligheid van de sluizen. functie Behoud van de spuifunctie. Effecten van een eventueel te plaatsen gemaal op de constructie. Infrastructuur Invloed werkzaamheden op de verkeerssituatie/bereikbaarheid. Invloed werkzaamheden op de functie van kabels en leidingen. Landschap Belang van een oriëntatiepunt in het landschap. Herkenbaarheid van de functie. Aantasting talud en breedte van de kruin van de aanliggende dijk. Natuur Verstoring natuurwaarden in de aanlegfase. Beïnvloeding, en indien mogelijk verbetering, ecologische relaties. Mogelijkheden voor vismigratie. Cultuur en archeologie Cultuurhistorisch belang sluizen (kenmerkendheid sluisdeuren, vorm en architectuur van de opbouw, materialisering). Historische context. Mogelijke aantasting bodemarchief. Recreatie Verandering recreatieve functie sluizen. Verandering wandel- en fietsfunctie. Beheer en Beheerbaarheid. onderhoud Onderhoudbaarheid. Duurzaamheid. Kosten Aanlegkosten. Beheer en onderhoud. Planperiode Levensduur / anticipatie op toekomstige ontwikkelingen. Wonen & Bereikbaarheid woningen en bedrijven. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 16

73 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Aspecten Werken Hinder tijdens realisatie. Aantasting bestaande bebouwing. 3.3 Veiligheid en functie Constructieve veiligheid De constructies moeten voldoen aan de huidige eisen voor veiligheid. Dit betekent dat ze voldoende hoog, stabiel en sterk moeten zijn. In dit geval hebben we te maken met zeer oude constructies, waarvan we niet precies weten in welke staat ze verkeren. Door middel van duikinspecties is een beter beeld verkregen, maar onderdelen die niet bereikbaar zijn, zoals de fundering, blijven een risico. Bij renovatie worden de noodzakelijke onderdelen van de constructie vervangen en blijft er een risico bestaan voor de overige delen. Bij reconstructie wordt de gehele constructie vervangen door moderne materialen. In geval van sloop wordt met moderne materialen een spuisluis gebouwd. De mate waarin er met meer zekerheid aan de constructieve veiligheid kan worden voldaan komt tot uiting in een positievere score. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie ++ Gebruik van moderne materialen. 3 Nieuwe spuisluis ++ Gebruik van moderne materialen. Diemerdammersluis 1 Renovatie + Alleen de noodzakelijke onderdelen worden vervangen. 2 Reconstructie ++ Gebruik van moderne materialen. 4 Damwand ++ Keerfunctie wordt overgenomen door nieuwe constructie. Behoud van de spuifunctie Het dagelijks bestuur van AGV heeft zich uitgesproken voor het behoud van de spuifunctie van beide sluizen. Voorwaarde voor variant 4 (damwand door Diemerdammersluis) is dus dat de Ipenslotersluis wordt vervangen door een nieuwe sluis met dubbele spuicapaciteit. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Huidige spuifunctie blijft behouden. 3 Nieuwe spuisluis ++ Huidige spuifunctie blijft behouden. Mogelijkheid om de huidige spuicapaciteit te vergroten. Diemerdammersluis 1 Renovatie + Huidige spuifunctie blijft behouden. 2 Reconstructie + Huidige spuifunctie blijft behouden. 4 Damwand - Spuifunctie vervalt. Dient t.p.v. de Ipenslotersluis gecompenseerd te worden. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 17

74 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Effecten van een eventueel te plaatsen gemaal op de constructie Bij alle nieuwbouw varianten bestaat de mogelijkheid om een reservering op te nemen voor een gemaal, zodat de beschikbaarheid van de spuifunctie wordt vergroot en de spuien ook bij hogere peilen mogelijk blijft. Dit kan gevolgen hebben voor het uiterlijk van de constructie. Bij renovatie of plaatsen van een damwand kan deze mogelijkheid worden onderzocht, dit is duidelijk wel een grote ingreep in een bestaande constructie. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Inpassing in een nieuwe constructie mogelijk, dit kan gevolgen hebben voor het uiterlijk. 3 Nieuwe spuisluis ++ Inpassing in een nieuwe constructie is mogelijk. Diemerdammersluis 1 Renovatie - Grote ingreep op de bestaande constructie. 2 Reconstructie + Inpassing in een nieuwe constructie is eenvoudiger dan in een bestaande constructie. 4 Damwand - Grote ingreep op de bestaande constructie. Kan t.p.v. de Ipenslotersluis worden gecompenseerd. 3.4 Infrastructuur Verkeerssituatie Op dit moment is de Diemerdammersluis passeerbaar voor wandel- en fietsverkeer. Over de Ipenslotersluis ligt een gemeentelijke weg. Deze heeft geen functie voor doorgaand verkeer, maar is wel de aansluiting voor aangelegen bedrijven. De constructie van de Ipenslotersluis is in het verleden versterkt met een betonplaat, zodat deze de belasting van het verkeer kan dragen. Bij reconstructie bestaat de mogelijkheid de situatie te verbeteren door een sterkere constructie terug te brengen. Ook bij sloop met nieuwbouw van een spuisluis kan de toegestane wegbelasting eenvoudig worden vergroot. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Mogelijkheid om de situatie te verbeteren. 3 Nieuwe spuisluis + Mogelijkheid om de situatie te verbeteren. Diemerdammersluis 1 Renovatie 0 Situatie blijft gelijk. 2 Reconstructie + Mogelijkheid om de situatie te verbeteren. 4 Damwand 0 Situatie blijft gelijk. Kabels en leidingen De kabels en leidingen in de dijk kunnen bij een renovatie blijven liggen, omdat de constructie niet ter plaatse van de weg hoeft te worden ontgraven (tenzij voor een drastische funderingsversterking wordt gekozen). Bij reconstructie en sloop wordt de bestaande constructie verwijderd en moet tot niveau van de fundering worden ontgraven. Kabels en leidingen moeten (tijdelijk) worden omgelegd. Ook bij het plaatsen van een damwand is de kans groot dat tijdelijke verlegging nodig is. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 18

75 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie - Kabels en leidingen moeten (tijdelijk) worden omgelegd. 3 Nieuwe spuisluis - Kabels en leidingen moeten (tijdelijk) worden omgelegd. Diemerdammersluis 1 Renovatie 0 Kabels en leidingen blijven liggen. 2 Reconstructie -- Kabels en leidingen moeten (tijdelijk) worden omgelegd. 4 Damwand 0 Kabels en leidingen blijven liggen. 3.5 Landschap Belang van een oriëntatiepunt in het landschap De sluizen vormen een oriëntatiepunt in het landschap. Dit blijft zowel bij renovatie als bij reconstructie en het aanbrengen van een damwand het geval. Bij nieuwbouw zal de constructie minder zichtbaar zijn. Er is wel een mogelijkheid een modern oriëntatiepunt te creëren dat de waterhuishoudkundige geschiedenis benadrukt. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Sluis blijft een oriëntatiepunt. 3 Nieuwe spuisluis - Huidig oriëntatiepunt verdwijnt. Er kan echter weer (een modern) oriëntatiepunt gecreëerd worden. Diemerdammersluis 1 Renovatie + Sluis blijft een oriëntatiepunt. 2 Reconstructie + Sluis blijft een oriëntatiepunt. 4 Damwand + Sluis blijft een oriëntatiepunt. Herkenbaarheid van de functie De spuifunctie van de sluizen blijft bij renovatie en reconstructie herkenbaar. Ook bij nieuwbouw zal de spuifunctie herkenbaar zijn. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Herkenbaarheid van de functie blijft gewaarborgd. 3 Nieuwe spuisluis + Herkenbaarheid van de functie blijft gewaarborgd. Diemerdammersluis 1 Renovatie + Herkenbaarheid van de functie blijft gewaarborgd. 2 Reconstructie + Herkenbaarheid van de functie blijft gewaarborgd. 4 Damwand + Herkenbaarheid van de functie blijft gewaarborgd. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 19

76 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Aantasting talud en breedte van de kruin van de aanliggende dijk Bij alle varianten blijft het profiel van de aanliggende dijk gelijk aan de huidige situatie. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie 0 Situatie verandert niet. 3 Nieuwe spuisluis 0 Situatie verandert niet. Diemerdammersluis 1 Renovatie 0 Situatie verandert niet. 2 Reconstructie 0 Situatie verandert niet. 4 Damwand 0 Situatie verandert niet. 3.6 Natuur Verstoring natuurwaarden in de aanlegfase Tijdens de werkzaamheden aan de sluizen zal de natuurlijke omgeving altijd enigszins worden verstoord. Deze verstoring wordt groter naarmate de werkzaamheden ingrijpender zijn en een groter werkterrein omvatten. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie -- Verstoring ingrijpender dan bij renovatie. 3 Nieuwe spuisluis -- Verstoring ingrijpender dan bij renovatie. Diemerdammersluis 1 Renovatie - Enige verstoring zal altijd plaatsvinden. 2 Reconstructie -- Verstoring ingrijpender dan bij renovatie. 4 Damwand - Enige verstoring zal altijd plaatsvinden. Beïnvloeding, en indien nodig mogelijk verbetering, ecologische relaties De Diemerzeedijk maakt deel uit van de provinciale ecologische hoofdstructuur (PEHS). De PEHS wordt verbeterd als de dijk beter begaanbaar wordt voor dieren (zoals de ringslang) door bijvoorbeeld: breuksteen als bekleding aan de buitenzijde toe te passen en dit een stukje boven water het laten uitsteken; klinkers op het wegdek toe te passen in plaats van asfalt (klinkers zijn voor ringslangen beter te overbruggen dan asfalt); de dijk kaal te maken en te houden (kappen buiten broedseizoen en gekapte materiaal neerleggen als dekking voor de ringslang). Bij reconstructie, renovatie en bij het plaatsen van een damwand bestaat de mogelijkheid om de PEHS te verbeteren. Bij nieuwbouw zal het dijkprofiel meer het aanliggende profiel benaderen, dit is gunstig voor de PEHS. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Verbetering PEHS is mogelijk. 3 Nieuwe spuisluis ++ Grotere mogelijkheid tot verbetering PEHS dan bij renovatie en reconstructie. Diemerdammersluis 1 Renovatie + Verbetering PEHS is mogelijk. 2 Reconstructie + Verbetering PEHS is mogelijk. 4 Damwand + Verbetering PEHS is mogelijk. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 20

77 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Mogelijkheden voor vismigratie Als de sluizen geopend zijn kunnen er vissen doorheen zwemmen. In de praktijk zijn beide sluizen de meeste tijd gesloten, daarmee zijn ze slecht passeerbaar voor vissen. De als knelpunt benoemde sluizen kunnen (na de Oranjesluizen) een goede tweede intrek-mogelijkheid zijn voor vissen vanuit de regionale wateren naar het IJmeer en verder naar IJmuiden. Dit past goed in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Europese Aalplan. In dit Aalplan wordt ingezet op migratiemogelijkheden van vissoorten die afhankelijk zijn van zowel zoete als zoute watersystemen. De beide sluizen zijn opgenomen als knelpunten in het KRW maatregelenprogramma van AGV. Zowel Rijkswaterstaat (RWS) IJsselmeergebied en het Hoogheemraadschap AGV hebben als uitgangspunt opgenomen dat de sluizen passeerbaar/visvriendelijker gemaakt moeten worden voor vissen. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie ++ Maatregelen voor vismigratie zijn eenvoudig in te passen. 3 Nieuwe spuisluis ++ Maatregelen voor vismigratie zijn eenvoudig in te passen. Diemerdammersluis 1 Renovatie + Maatregelen voor vismigratie zijn (beperkt) in te passen. 2 Reconstructie ++ Maatregelen voor vismigratie zijn eenvoudig in te passen. 4 Damwand - Maatregelen voor vismigratie vervallen. Deze kunnen elders worden gecompenseerd. 3.7 Cultuur en archeologie Cultuurhistorisch belang sluizen Beide sluizen hebben cultuurhistorische kenmerken, zoals de sluisdeuren en de vorm en architectuur van de opbouw. In de loop van de tijd is de materialisering van de sluizen plaatselijk aangepast zonder veel aandacht voor de historische context. Bij renovatie blijven de historische kenmerken grotendeels behouden. Bij plaatsing van een damwand gaat een deel van het aanzicht verloren (vanaf het IJmeer), de kenmerken blijven wel bestaan. In geval van reconstructie worden ze opnieuw tot stand gebracht. Bij nieuwbouw kan de cultuurhistorische (waterhuishoudkundige) context eventueel zichtbaar gemaakt worden door het creëren van een modern oriëntatiepunt. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Cultuurhistorische kenmerken opnieuw tot stand gebracht. 3 Nieuwe spuisluis - Cultuurhistorische kenmerken worden verwijderd. Diemerdammersluis 1 Renovatie ++ Behoud van cultuurhistorische kenmerken. 2 Reconstructie + Cultuurhistorische kenmerken opnieuw tot stand gebracht. 4 Damwand + Behoud van cultuurhistorische kenmerken. Aanzicht vanaf het IJmeer wijzigt. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 21

78 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Historische context De Diemerdammersluis heeft een grote historische context. De sluis kon gebruikt worden ten behoeve van de Stelling van Amsterdam en had als doel te dienen voor eventuele inundatie. De sluis ligt vlakbij het fort Diemerdam en maakt bovendien uit van de beoogde Natuurboulevard. De Ipenslotersluis ligt in de schaduw van de A10 wat de historische context kleiner maakt. Bij reconstructie, renovatie en bij het plaatsen van een damwand blijft de historische context (gedeeltelijk) behouden. Bij nieuwbouw is de context alleen nog kunstmatig terug te brengen met behulp van bijvoorbeeld een informatiebord. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Historische context opnieuw opgebouwd. 3 Nieuwe spuisluis - Historische context vervalt. Er kan echter weer (een modern) oriëntatiepunt gecreëerd worden. Diemerdammersluis 1 Renovatie ++ Behoud grote historische context. 2 Reconstructie + Historische context opnieuw opgebouwd. 4 Damwand ++ Behoud grote historische context. Mogelijke aantasting bodemarchief Volgens de RACM, afdeling archeologie, zijn in de nabijheid van de sluizen geen karteringen gedaan op grond waarvan verwachtingen over de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden gedaan kunnen worden. Zoals vermeld op de archeologische monumentenkaart (nr ) is de Diemerzeedijk zelf als terrein van archeologische waarde op kaart weergegeven. Bij de Diemerdammersluis zijn ook twee terreinen (14618 en 14619) aan de zuidkant van de Diem aangegeven als terrein van archeologische waarde. Verder zijn er geen bekende archeologische waarden aanwezig. In de nabijheid van de sluizen zijn geen karteringen gedaan op grond waarvan verwachtingen over de aanwezigheid van archeologische waarden gedaan kunnen worden. Volgens de dienst Amsterdam Beheer zijn er naar verwachting geen archeologische waarden op de locatie aanwezig. Ter plaatse van beide sluizen is het bodemarchief waarschijnlijk verstoord en zijn de archeologische resten niet meer aanwezig. Indien herstelwerkzaamheden zich beperken tot de sluizen zelf, dan is archeologisch vooronderzoek niet nodig. Indien het dijklichaam zelf aangesneden wordt, is een nadere waardestelling in de vorm van een archeologisch bureauonderzoek noodzakelijk. Dit is het geval bij reconstructie en nieuwbouw, omdat er wordt ontgraven tot het niveau van de fundering. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie -- Grotere verstoring van de bodem. 3 Nieuwe spuisluis -- Grotere verstoring van de bodem. Diemerdammersluis 1 Renovatie - Verstoring van de bodem. 2 Reconstructie -- Grotere verstoring van de bodem. 4 Damwand - Verstoring van de bodem. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 22

79 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis 3.8 Recreatie Verandering recreatieve functies Fietsen en wandelen spelen een centrale rol in de recreatieve functie van de dijk. Reconstructie, renovatie, nieuwbouw en plaatsen van een damwand hebben in de eindsituatie geen invloed op deze recreatieve functie. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie 0 Geen invloed. 3 Nieuwe spuisluis 0 Geen invloed. Diemerdammersluis 1 Renovatie 0 Geen invloed. 2 Reconstructie 0 Geen invloed. 4 Damwand 0 Geen invloed. 3.9 Beheer en onderhoud Beheerbaarheid De gebreken die de sluizen momenteel vertonen worden bij renovatie hersteld en gelijk gebracht aan de situatie bij reconstructie. Bij nieuwbouw kan de beheerbaarheid van de spuifunctie worden vereenvoudigd. Bij plaatsing van de damwand is beheer van de spuifunctie niet meer van toepassing. Beheer van de waterkerende functie wordt met een damwand vereenvoudigd. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Beheer beter dan huidige situatie. 3 Nieuwe spuisluis ++ Beheer kan worden vereenvoudigd. Diemerdammersluis 1 Renovatie + Beheer vereenvoudigd door herstel oude gebreken. 2 Reconstructie + Beheer beter dan huidige situatie. 4 Damwand ++ Beheer van de spuifunctie niet meer van toepassing. Onderhoudbaarheid Het onderhoud van een bestaande constructie kost meer tijd en geld dan het onderhoud van een nieuwe constructie. Er zijn oude materialen gebruikt en de constructie moet regelmatig worden geïnspecteerd. In geval van reconstructie en nieuwbouw worden nieuwe, onderhoudsarme materialen worden gebruikt, wat de onderhoudsinspanning beperkt. Bij toepassen van een damwand wordt het onderhoud aan de Diemerdammersluis slechts cosmetisch. De damwand zelf hoeft niet onderhouden te worden. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Toepassing nieuwe materialen. 3 Nieuwe spuisluis + Toepassing nieuwe materialen. Diemerdammersluis 1 Renovatie 0 Geen verandering. 2 Reconstructie + Toepassing nieuwe materialen. 4 Damwand ++ Damwand vergt geen onderhoud. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 23

80 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Duurzaamheid (duurzaam bouwen) Duurzaamheid wordt hier uitgelegd als de mate waarop het materiaalgebruik bij een variant schade aan de natuur of de omgeving aanbrengt. Renovatie leidt tot optimaal hergebruik van materialen en is daarmee een duurzame oplossing. Bij plaatsing van een damwand, reconstructie en nieuwbouw worden nieuwe materialen gebruikt, wat in dit kader negatief scoort. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie - Nieuwe materialen. 3 Nieuwe spuisluis - Nieuwe materialen. Diemerdammersluis 1 Renovatie ++ Hergebruik materialen. 2 Reconstructie - Nieuwe materialen. 4 Damwand + Beperkt gebruik van nieuwe materialen Kosten Aanlegkosten De kosten voor renovatie zijn afhankelijk van de staat van de constructie. Het plaatsen van een damwand is naar verwachting goedkoper dan renovatie. Er dient voldoende aandacht aan de uitvoeringsrisico s te worden besteed. Renovatie is goedkoper dan reconstructie. Bij reconstructie en nieuwbouw moet de bestaande constructie worden gesloopt en een nieuwe worden aangelegd. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie -- Opnieuw bouwen constructie. 3 Nieuwe spuisluis -- Opnieuw bouwen constructie. Diemerdammersluis 1 Renovatie - Afhankelijk van al dan niet aanpassen fundering. 2 Reconstructie -- Opnieuw bouwen constructie. 4 Damwand - Voldoende aandacht voor uitvoeringsrisico s. N.B. Indien bij de Diemerdammersluis een damwand wordt geplaatst, zal vanwege de spuifunctie de Ipenslotersluis als een dubbele spuisluis moeten worden uitgevoerd. Dit werkt kostenverhogend. Beheer en onderhoud De inspanning voor beheer en onderhoud is bij oude constructies, zoals deze sluizen, groter dan bij nieuwbouw. Renovatie van de oude constructie leidt tot hogere onderhoudskosten (gedurende de levenscyclus) dan reconstructie of nieuwbouw. Bij plaatsen van een damwand vervalt de spuifunctie en wordt de noodzaak tot onderhoud kleiner. Op basis van de wens tot behoud van de cultuurhistorische waarde, gaan we er vanuit dat het onderhoud ongeveer gelijk blijft aan de situatie bij renovatie. Bij nieuwbouw kan ingezet worden op een onderhoudsvriendelijk ontwerp. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 24

81 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Optimalisatie onderhoudskosten mogelijk. 3 Nieuwe spuisluis + Optimalisatie onderhoudskosten mogelijk. Diemerdammersluis 1 Renovatie - In stand houden oude constructie leidt tot hogere onderhoudskosten. 2 Reconstructie + Optimalisatie onderhoudskosten mogelijk. 4 Damwand ++ Damwand behoeft geen beheer en onderhoud Planperiode Levensduur / anticipatie op toekomstige ontwikkelingen De mate waarin de levensduur wordt vergroot en er kan worden geanticipeerd op toekomstige ontwikkelingen wordt positief beoordeeld. Er wordt beoordeeld op de volgende factoren: mogelijke meerpeilstijging (van belang voor beide sluizen); mogelijke uitbreiding van de A10 (van belang voor de Ipenslotersluis); restlevensduur. Voor de Ipenslotersluis geldt dat bij reconstructie niet wordt geanticipeerd op mogelijke uitbreiding van de A10. Er wordt geld geïnvesteerd in het opnieuw bouwen van een historische constructie, terwijl de kans aanwezig is dat deze bij uitbreiding van de A10 in het niet valt of verwijderd moet worden. Bij het plaatsen van een spuisluis wordt wel geanticipeerd op mogelijke uitbreiding van de A10 (uitgangspunt hierbij is dat de spuisluis zodanig wordt ontworpen dat deze in stand kan blijven bij verbreding van de A10). Voor de Diemerdammersluis geldt dat zowel bij reconstructie als bij renovatie en bij het plaatsen van een damwand geanticipeerd wordt op een eventuele meerpeilstijging. Bij renovatie zal de restlevensduur lager zijn dan bij reconstructie. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Geen anticipatie op uitbreiding A10, wel anticipatie op meerpeilstijging. Optimale restlevensduur. 3 Nieuwe spuisluis ++ Anticipatie op uitbreiding A10 en meerpeilstijging. Optimale restlevensduur. Diemerdammersluis 1 Renovatie + Anticipatie op meerpeilstijging. 2 Reconstructie ++ Anticipatie op meerpeilstijging. Optimale restlevensduur. 4 Damwand ++ Anticipatie op meerpeilstijging. Optimale restlevensduur. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 25

82 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis 3.12 Wonen en werken Bereikbaarheid woningen en bedrijven Renovatie en het plaatsen van een damwand brengen geen verandering in de bereikbaarheid van omliggende woningen en bedrijven. Reconstructie en sloop met plaatsing van een spuisluis biedt de mogelijkheid om een sterkere constructie terug te brengen, waardoor de bereikbaarheid kan worden verbeterd. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie + Mogelijkheid een sterkere constructie terug te brengen. 3 Nieuwe spuisluis + Mogelijkheid een sterkere constructie terug te brengen. Diemerdammersluis 1 Renovatie 0 Geen verandering. 2 Reconstructie + Mogelijkheid een sterkere constructie terug te brengen. 4 Damwand 0 Geen verandering. Hinder tijdens realisatie Alle varianten veroorzaken tijdens de realisatie hinder op aan de omgeving. Reconstructie en sloop met plaatsing van een spuisluis zijn ingrijpende maatregelen. Renovatie en het plaatsen van een damwand veroorzaken minder grote hinder. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie -- Hinder aan de omgeving groter. 3 Nieuwe spuisluis -- Hinder aan de omgeving groter. Diemerdammersluis 1 Renovatie - Hinder aan de omgeving. 2 Reconstructie -- Hinder aan de omgeving groter. 4 Damwand - Hinder aan de omgeving. Aantasting bestaande bebouwing Renovatie levert een klein risico op aantasting van de bestaande bebouwing. Bij het plaatsen van een damwand door de Diemerdammersluis, zelf ook een bestaand bouwwerk, is er risico op beschadiging/verzakking van de sluis en in mindere mate de omliggende woningen. Reconstructie en nieuwbouw zijn ingrijpender en leveren daarom een groter risico. Bij de Diemerdammersluis staat de bebouwing op een kortere afstand dan bij de Ipenslotersluis, wat een negatievere score oplevert. Sluis Variant Score Toelichting Ipenslotersluis 2 Reconstructie - Risico op aantasting. 3 Nieuwe spuisluis - Risico op aantasting. Diemerdammersluis 1 Renovatie 0 Klein risico op aantasting. 2 Reconstructie -- Risico op aantasting groter. 4 Damwand - Risico op aantasting. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 26

83 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis 4 Resultaten 4.1 Dominante criteria De tabel op de volgende pagina s geeft een overzicht van de in hoofdstuk 3 toegekende scores. De volgende criteria worden als dominant gekenmerkt: Constructieve veiligheid: deze moet in alle gevallen minimaal voldoen aan de vigerende normen en toekomstbestendig zijn; Behoud van de spuifunctie: de totale spuicapaciteit dient gelijk te zijn aan de huidige situatie. Cultuurhistorisch belang en historische context: behoud van het historisch karakter van de Diemerdammersluis is van groot belang voor AGV; Kosten: deze moeten zo laag mogelijk zijn (voorwaarde HWBP), of in ieder geval geoptimaliseerd naar de overige afwegingscriteria; Planperiode van de Ipenslotersluis: met name voor deze sluis is anticipatie op toekomstige ontwikkelingen van belang (in verband met de A10). Toelichting scores: -- zeer negatief - negatief o neutraal/geen effect + positief ++ zeer positief Toelichting op de tabel: Rood = dominante criteria in de afweging Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 27

84 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Diemerdammersluis Aspect Criterium Renovatie Reconstructie Damwand Toelichting Veiligheid en functie Constructieve veiligheid Bij reconstructie en plaatsing damwand worden nieuwe materialen gebruikt voor de kerende functie. Bij renovatie worden alleen de noodzakelijke onderdelen vervangen. Behoud van de spuifunctie Bij renovatie en reconstructie blijft de huidige functie behouden. Bij plaatsing van een damwand vervalt de spuifunctie maar dit wordt t.p.v. de Ipenslotersluis gecompenseerd. Effecten van een eventueel te plaatsen gemaal op de constructie Bij renovatie betekent dit een grote ingreep op de bestaande constructie. Bij reconstructie is dit makkelijker in de constructie in te passen. Bij plaatsing van een damwand kan het t.p.v. de Ipenslotersluis worden uitgevoerd. Infrastructuur Verkeerssituatie Bij renovatie en plaatsing van een damwand verandert er niets aan de verkeerssituatie, bij reconstructie bestaat de mogelijkheid de situatie te verbeteren. Kabels en leidingen Bij renovatie kunnen de bestaande K+L blijven liggen. Bij reconstructie moeten ze (tijdelijk) omgelegd worden. Bij plaatsing van een damwand kunnen ze blijven liggen. Landschap Belang van een oriëntatiepunt in De sluis blijft bij alle varianten een oriëntatiepunt. het landschap Herkenbaarheid van de functie De herkenbaarheid blijft gewaarborgd. Aantasting talud en breedte van De huidige situatie veranderd bij geen van de varianten. de kruin van de aanliggende dijk. Natuur Verstoring natuurwaarden in de aanlegfase Enige verstoring van de natuurwaarden zal altijd plaatsvinden. Reconstructie is op dat punt ingrijpender dan renovatie en plaatsing damwand. Beïnvloeding, en indien mogelijk verbetering, ecologische relaties Bij alle varianten is een verbetering van de ecologische relatie (PEHS) mogelijk. Mogelijkheden voor vismigratie Bij reconstructie en renovatie zijn maatregelen in te bouwen. Dit is bij reconstructie eenvoudiger dan bij renovatie. Cultuur en archeologie Cultuurhistorisch belang sluizen (kenmerkendheid sluisdeuren, vorm en architectuur van de opbouw, materialisering) Renovatie en het plaatsen van een damwand leidt tot behoud van cultuurhistorische kenmerken, waarbij de damwand het aanzicht vanaf het IJmeer wijzigt. Bij reconstructie worden deze kenmerken opnieuw tot stand gebracht. Historische context Bij renovatie en plaatsing damwand blijft de bestaande historische context behouden en kan deze worden versterkt. Bij reconstructie kan de context opnieuw worden Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 28

85 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Aspect Criterium Renovatie Reconstructie Damwand Toelichting opgebouwd. Mogelijke aantasting bodemarchief Reconstructie is ingrijpender, omdat daarbij ook de gehele fundering wordt vervangen. Recreatie Verandering recreatieve functie Er is geen verandering. sluizen Verandering wandel- en Er is geen verandering. fietsfunctie Beheer en onderhoud Beheerbaarheid Het beheer van de sluis zal eenvoudiger worden, doordat oude gebreken worden hersteld. Bij plaatsing damwand is beheer van de spuifunctie niet meer van toepassing. Onderhoudbaarheid Bij reconstructie kunnen nieuwe, onderhoudsarme materialen worden gebruikt. Damwand vergt geen onderhoud. Duurzaamheid Renovatie leidt tot optimaal hergebruik van materialen en is dus de meest duurzame oplossing. Bij plaatsing van een damwand en nieuwbouw wordt (in toenemende mate) nieuw materiaal gebruikt, dit is minder duurzaam. Kosten Aanlegkosten Plaatsen van een damwand is een relatief goedkope oplossing. Beheer en onderhoud Renovatie van een oude constructie leidt tot hogere onderhoudskosten dan reconstructie. Damwand vergt geen beheer en onderhoud. Planperiode Levensduur / anticipatie op toekomstige ontwikkelingen Bij reconstructie en plaatsing van een damwand wordt de levensduur optimaal vergroot. Wonen & werken Bereikbaarheid woningen en bedrijven Bij reconstructie kan de bereikbaarheid worden verbeterd door ontwerp van een sterkere constructie. Hinder tijdens realisatie In alle gevallen zullen de werkzaamheden tot hinder voor de omgeving leiden. Reconstructie is ingrijpender. Aantasting bestaande bebouwing Renovatie leidt niet tot aantasting. Reconstructie kan leiden tot overlast/schade door bijvoorbeeld trillingen tijdens heien. Bij plaatsing van een damwand is de kans op schade kleiner. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 29

86 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Ipenslotersluis Aspect Criterium Reconstructie Nieuwe spuisluis Toelichting Veiligheid en functie Constructieve veiligheid Bij reconstructie en nieuwbouw worden nieuwe materialen gebruikt. Behoud van de spuifunctie + ++ Bij reconstructie blijft de huidige functie behouden. Bij nieuwbouw bestaat de mogelijkheid de spuifunctie te vergroten. Effecten van een eventueel te plaatsen gemaal op de constructie + ++ Inpassing in een nieuwe constructie is in beide gevallen mogelijk. Bij reconstructie is men gebonden aan de bestaande afmetingen van de sluis. Infrastructuur Verkeerssituatie + + Bij reconstructie en nieuwbouw bestaat de mogelijkheid de situatie te verbeteren. Kabels en leidingen Bij reconstructie en nieuwbouw moeten kabels en leidingen (tijdelijk) omgelegd worden. Landschap Belang van een oriëntatiepunt in het landschap + - Bij reconstructie blijft de sluis een oriëntatiepunt. Bij nieuwbouw wordt de constructie minder zichtbaar. Herkenbaarheid van de functie + + De herkenbaarheid blijft ook nieuwbouw gewaarborgd. Aantasting talud en breedte van de kruin van de aanliggende dijk. 0 0 De huidige situatie verslechtert niet. Uitgangspunt is dat de werkzaamheden niet leiden tot aantasting van de aanliggende dijk. Natuur Verstoring natuurwaarden in de Enige verstoring van de natuurwaarden zal altijd plaatsvinden. aanlegfase Beïnvloeding, en indien mogelijk verbetering, ecologische relaties + ++ Bij beide varianten is een verbetering van de ecologische relatie (PEHS) mogelijk. Bij nieuwbouw is de mogelijkheid groter. Mogelijkheden voor vismigratie Bij beide varianten zijn maatregelen voor vismigratie in te passen (zie notitie vispassage ) Cultuur en archeologie Cultuurhistorisch belang sluizen (kenmerkendheid sluisdeuren, + - Reconstructie leidt tot behoud van historische kenmerken. Bij nieuwbouw worden ze verwijderd. vorm en architectuur van de opbouw, materialisering) Historische context + - Bij nieuwbouw wordt de historische context verwijderd. Mogelijke aantasting bodemarchief Beide varianten leiden tot verstoring van de bodem. Recreatie Verandering recreatieve functie 0 0 Er is geen verandering. sluizen Verandering wandel- en 0 0 Er is geen verandering. fietsfunctie Beheer en onderhoud Beheerbaarheid + ++ Het beheer van de sluis zal eenvoudiger worden, doordat oude gebreken volledig worden hersteld. Variant nieuwbouw levert een vereenvoudiging in het beheer op. Onderhoudbaarheid + + Bij beide varianten kunnen nieuwe, onderhoudsarme materialen worden gebruikt. Duurzaamheid - - Bij zowel de reconstructie als nieuwbouw worden nieuwe Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 30

87 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Aspect Criterium Reconstructie Nieuwe spuisluis Toelichting materialen gebruikt, dit is minder duurzaam. Kosten Aanlegkosten Nieuwbouw van een dubbele spuisluis is duurder. Beheer en onderhoud + + Bij zowel reconstructie als nieuwbouw kunnen de onderhoudskosten geoptimaliseerd worden. Planperiode Levensduur / anticipatie op toekomstige ontwikkelingen + ++ Bij de variant nieuwbouw wordt voor de Ipenslotersluis optimaal geanticipeerd op de A10 en mogelijke peilstijging. Wonen & werken Bereikbaarheid woningen en bedrijven + ++ Bij beide varianten kan de bereikbaarheid worden verbeterd door een sterkere constructie te realiseren. Hinder tijdens realisatie In beide gevallen zullen de werkzaamheden tot hinder voor de omgeving leiden. Aantasting bestaande bebouwing. - - Zowel reconstructie als nieuwbouw kan leiden tot overlast/schade door bijvoorbeeld trillingen tijdens heien. 4.2 Voorkeursalternatief Er zijn een aantal dominante criteria benoemd, op basis waarvan we onderstaand voorkeursalternatief hebben bepaald: Diemerdammersluis Voor de Diemerdammersluis gaat de voorkeur uit naar het plaatsen van een damwand door de vleugelmuren aan zijde IJmeer van de bestaande constructie (variant 4, locatie C, zie bijlage 4): De constructieve veiligheid wordt gewaarborgd doordat de keerfunctie volledig kan worden overgenomen door een damwand. Het is daarmee een zekere oplossing voor de veiligheid, in tegenstelling tot het gebruik van de oude constructie. Met de hoogte van de damwand kan rekening worden gehouden met mogelijke toekomstige peilstijgingen. Cultuurhistorisch belang en context blijven grotendeels behouden. Deze variant heeft de laagste investeringskosten. Met het plaatsen van een damwand vervalt de spuifunctie van de sluis. In de voorkeursvariant wordt dit gecompenseerd door bij de Ipenslotersluis een nieuwe spuisluis met een verdubbelde spuicapaciteit aan te leggen. Ipenslotersluis Voor de Ipenslotersluis gaat de voorkeur uit een nieuwe spuisluis. Gezien het hierboven uitgesproken voorkeuralternatief voor de Diemerdammersluis is het wenselijk om de nieuwe spuisluis met verdubbelde spuicapaciteit uit te voeren (zie bijlage 5): De constructieve veiligheid wordt gewaarborgd doordat er een nieuwe constructie wordt gerealiseerd. De totale spuicapaciteit van beide sluizen blijft gehandhaafd. Met de hoogte van de keerelementen in de spuisluis kan rekening worden gehouden met mogelijke toekomstige peilstijgingen. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 31

88 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Het verdubbelen van de Ipenslotersluis heeft relatief hoge investeringskosten. Als naar de totaaloplossing voor beide sluizen wordt gekeken, blijkt dat het geld geïnvesteerd wordt in de criteria veiligheid en spuifunctie. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 32

89 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis 5 Mitigerende maatregelen In de voorgaande hoofdstukken zijn de varianten van het voorkeursalternatief op een aantal aspecten negatief beoordeeld. Deze negatieve beoordelingen geven aanleiding tot het zoeken naar zogenoemde mitigerende of compenserende maatregelen om de negatieve effecten te voorkomen of te beperken c.q. te minimaliseren. Dit hoofdstuk geeft een doorkijk naar welke mitigerende of compenserende maatregelen per beoordelingsaspect gekozen kunnen worden. Als de varianten bij een beoordelingsaspect geen negatieve beoordeling hebben gescoord wordt dit aangegeven met n.v.t.. Aspecten Veiligheid en functie Mitigerende of compenserende maatregel Constructieve veiligheid van de sluizen. N.v.t. Behoud van de spuifunctie. N.v.t. Effecten van een eventueel te plaatsen Elders anticiperen op mogelijke toekomstige peilstijgingen: gemaal op de constructie. capaciteit bestaande gemalen verhogen; elders in de dijk een nieuw gemaal maken. Infrastructuur Invloed werkzaamheden op de N.v.t. verkeerssituatie/bereikbaarheid. Invloed werkzaamheden op de functie van kabels en leidingen. KLIC onderzoek en tijdig overleg met eigenaren K&L. Landschap Belang van een oriëntatiepunt in het landschap. Bij de Ipenslotersluis een modern oriëntatiepunt creëren (bijv. een informatiebord) welke de waterhuishoudkundige geschiedenis benadrukt. Herkenbaarheid van de functie. N.v.t. Aantasting talud en breedte van de kruin van de aanliggende dijk. N.v.t. Natuur Verstoring natuurwaarden in de aanlegfase. Bij voorkeur werken buiten broedseizoen vogels en paaiperiode vissen. Door (maai)beheer dijk tijdelijk minder aantrekkelijk maken voor bepaalde diersoorten. Faseren werk t.b.v. vluchtmogelijkheid dieren. Beïnvloeding, en indien mogelijk N.v.t. verbetering, ecologische relaties. Mogelijkheden voor vismigratie. N.v.t. Cultuur en archeologie Cultuurhistorisch belang sluizen (kenmerkendheid sluisdeuren, vorm en architectuur van de opbouw, Bij de Ipenslotersluis een modern oriëntatiepunt creëren (bijv. een informatiebord) welke de waterhuishoudkundige geschiedenis benadrukt. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 33

90 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Aspecten materialisering). Mitigerende of compenserende maatregel Historische context. Bij de Ipenslotersluis een modern oriëntatiepunt creëren (bijv. een informatiebord) welke de waterhuishoudkundige geschiedenis benadrukt. Mogelijke aantasting bodemarchief. Archeologisch onderzoek voor aanvang en tijdens de werkzaamheden. Recreatie Verandering recreatieve functie sluizen. N.v.t. Verandering wandel- en fietsfunctie. N.v.t. Beheer en onderhoud Beheerbaarheid. N.v.t. Onderhoudbaarheid. N.v.t. Duurzaamheid. Accepteren. Kosten Aanlegkosten. Accepteren. Beheer en onderhoud. Accepteren. Planperiode Levensduur / anticipatie op toekomstige ontwikkelingen. N.v.t. Wonen & Werken Bereikbaarheid woningen en bedrijven. N.v.t. Hinder tijdens realisatie. Geluidsarme bouwmethoden toepassen. Goede omleidingsroutes. Aandacht voor communicatie. Aantasting bestaande bebouwing. Vooraf staat van de bebouwing onderzoeken (vooropame starten circa 1 jaar voor start uitvoering). Monitoren tijdens werkzaamheden. Bouwmethode afstemmen op risico s. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 34

91 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis 6 Conclusies en advies Het doel van deze variantennota is te komen tot een weloverwogen en breed gedragen oplossing (voorkeursalternatief) voor het gestelde probleem. Hiertoe zijn de varianten op verschillende aspecten beoordeeld. Er zijn een aantal dominante criteria benoemd, op basis waarvan we onderstaand voorkeursalternatief hebben bepaald: Voorkeursalternatief Diemerdammersluis Voor de Diemerdammersluis gaat de voorkeur uit naar het plaatsen van een damwand door de vleugelmuren aan zijde IJmeer van de bestaande constructie: De constructieve veiligheid wordt gewaarborgd doordat de keerfunctie volledig kan worden overgenomen door een damwand. Het is daarmee een zekere oplossing voor de veiligheid, in tegenstelling tot het gebruik van de oude constructie. Met de hoogte van de damwand kan rekening worden gehouden met mogelijke toekomstige peilstijgingen. Cultuurhistorisch belang en context blijven grotendeels behouden. Deze variant heeft de laagste investeringskosten. Met het plaatsen van een damwand vervalt de spuifunctie van de sluis. In de voorkeursvariant wordt dit gecompenseerd door bij de Ipenslotersluis een nieuwe spuisluis met een verdubbelde spuicapaciteit aan te leggen. Ipenslotersluis Voor de Ipenslotersluis gaat de voorkeur uit een nieuwe spuisluis. Gezien het hierboven uitgesproken voorkeuralternatief voor de Diemerdammersluis is het wenselijk om de nieuwe spuisluis met verdubbelde spuicapaciteit uit te voeren: De constructieve veiligheid wordt gewaarborgd doordat er een nieuwe constructie wordt gerealiseerd. De totale spuicapaciteit van beide sluizen blijft gehandhaafd. Met de hoogte van de keerelementen in de spuisluis kan rekening worden gehouden met mogelijke toekomstige peilstijgingen. Het verdubbelen van de Ipenslotersluis heeft relatief hoge investeringskosten. Als naar de totaaloplossing voor beide sluizen wordt gekeken, blijkt dat het geld voornamelijk geïnvesteerd wordt in de criteria veiligheid en spuifunctie. Kosten Er is een deterministische kostenraming opgesteld voor het voorkeursalternatief (zie bijlage 2). Hierbij zijn onderstaande uitgangspunten gehanteerd: Ipenslotersluis Er zijn kosten opgenomen voor de afvoer van vervuilde grond. Aanname: grond is niet-reinigbaar (onderzoek naar kwaliteit grond is nog niet uitgevoerd). Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 35

92 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Raming uit 2010 is geïndexeerd volgens de CBS indexcijfers voor grond- weg- en waterbouw respectievelijk weg en waterbouw (gemiddeld percentage ca. 11%). Het BTW percentage is aangepast naar 21%. Diemerdammersluis Geen saneringskosten opgenomen. Geen stortkosten opgenomen (hergebruik materialen), bestaande basaltstenen worden hergebruikt. Er is rekening gehouden met 1000 m3 baggeren. We gaan er vanuit dat er gewerkt wordt vanaf het water, met een zware kraan op een ponton. Het is niet bekend of het IJmeer voldoende diep is om met een ponton op locatie te komen (peilingen zijn nog niet uitgevoerd). Uitgangspunt is dat eventuele bagger schoon is. Er is uitgegaan van werken in den natte. Er zijn geen kosten voor afdamming, droogzetting of bemaling opgenomen. Werkzaamheden dienen buiten het stormseizoen plaats te vinden. Zware kraan met ponton gerekend voor overzetten materieel en materiaal. Vanwege de aard van het werk is voor het percentage eenmalige kosten, bouwplaatskosten, algemene kosten en winst & risico in totaal 36% gehanteerd (i.p.v. 27% bij de Ipenslotersluis). Vanwege het risicoprofiel zijn een aantal percentages verhoogd: percentage object onvoorzien (20% i.p.v. 10%). percentage object overstijgend risico (25% i.p.v. 10%). percentage nader te detailleren (15% i.p.v. 10%). Geraamde kosten inclusief BTW Ipenslotersluis ,- Diemerdammersluis ,- Totaal ,- Planning Er is een deterministische planning opgesteld voor het voorkeursalternatief (zie bijlage 3). Hierbij zijn onderstaande uitgangspunten gehanteerd. Contractvorm Er is gekozen voor het separaat aanbesteden van de sluizen. Voor de werkzaamheden aan de Ipenslotersluis gaan we uit van een D&C contract. Voor de Diemerdammersluis gaan we uit van een traditioneel RAW contract. Er is een inkoopstrategie opgesteld, waarin de keuze voor de contractvorm en de methode van aanbesteden van de sluizen wordt onderbouwd. Faseren uitvoering We adviseren om de werkzaamheden aan de Ipenslotersluis en de Diemerdammersluis gefaseerd uit te voeren en daarbij te starten met de Ipenslotersluis. De spuicapaciteit wordt tijdens de bouwwerkzaamheden namelijk gehalveerd. Indien gelijktijdig aan beide sluizen wordt gewerkt verdwijnt de spuicapaciteit gedurende de werkzaamheden geheel. Zodra de Ipenslotersluis is gerealiseerd, is de spuicapaciteit gewaarborgd. Starten met de Diemerdammersluis betekent dat er tijdens werkzaamheden aan de Ipenslotersluis niet gespuid kan worden. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 36

93 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Verder gaan we er in de planning vanuit dat de werkzaamheden aan de Diemerdammersluis buiten het stormseizoen plaatsvinden. Het aanbrengen van de damwand vergt namelijk wat sloopwerk aan de vleugelwanden en beperkt graafwerk in de dijk. Uitvoering buiten het stormseizoen is mogelijk omdat de uitvoeringsduur relatief kort is, in tegenstelling tot de die van de Ipenslotersluis. Architectonische aanpassing Voor beide sluizen zijn in het verleden voorstellen gedaan voor architectonische aanpassingen [lit. 3]. Uit kostenoverweging is door de opdrachtgever besloten geen aanpassingen te doen (sober en doelmatig ontwerp van de versterking). Mitigerende maatregelen Om de negatieve gevolgen die aan het voorkeursalternatief kleven te minimaliseren of op te heffen kunnen mitigerende of compenserende maatregelen worden ingezet. Hoofdstuk 5 geeft, voor de aspecten waarop de varianten negatief zijn beoordeeld, een doorkijk naar de mogelijke mitigerende en compenserende maatregelen. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 37

94 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Bronvermelding [1] Startnotitie Verbetering Ipensloter- en Diemerdammersluis, IBA, versie 3.1, d.d. 29 juli [2] Inspectierapport Ipensloter- en Diemerdammersluis, H. Bonsink, d.d. 8 december [3] Verbetering Ipensloter- en Diemerdammersluis Architectonische mogelijkheden S. Bokkinga, concept 15 januari Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 38

95 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Bijlage(n)

96

97 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Bijlage 1 - Inspectierapport Ipensloter- en Diemerdammersluis, H. Bonsink, d.d. 8 december 2008 Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

98 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

99 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Bijlage 2 - SSK ramingen voorkeursvariant Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

100 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

101 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Bijlage 3 - Planning Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

102 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

103 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Bijlage 4 - Fotobewerking Diemerdammersluis Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

104 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

105 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

106 Definitief Versie 2 3 september 2014 Projectnr Documentnr Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Bijlage 5 - Schetsontwerp Ipenslotersluis Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

107 Colofon Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis Tekst Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder bronvermelding. Weesperstraat 430 Postbus AR AMSTERDAM

108 D. Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Reconstructie Ipensloteren Diemerdammersluis 10 augustus Projectplan 58/60

109

110

111 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Inhoudsopgave 1 Inleiding Soort activiteit De m.e.r. beoordeling aanmeldingsprocedure Betrokken partijen Locatie activiteit Tijd Motivering van activiteit Aanleiding Voorgenomen activiteit Kenmerken van de activiteit Aard en omvang Wijze van aanleg Effecten op het milieu Natuur Landschap en cultuurhistorie Water (aanlegfase) Verkeer en vervoer Lucht en geluid (aanlegfase) Milieukwaliteit waterbodems- en bodem Milieukwaliteit waterbodems bij de Ipenslotersluis Milieukwaliteit waterbodems bij de Ipenslotersluis Milieukwaliteit bodem dijklichaam bij Ipenslotersluis Conclusies Bronvermelding... 22

112

113 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht 1 Inleiding De Ipensloter- en Diemerdammersluis zijn twee spuisluizen in de Diemerzeedijk. Ze zijn onderdeel van de primaire waterkering rond het IJmeer/Markermeer en maken deel uit van Dijkring 44 ( zie figuur 1). Bij de vijfjaarlijkse veiligheidstoetsing van de primaire waterkering in 2005 zijn beide sluizen afgekeurd. Om te voldoen aan de veiligheidseisen, moeten de sluizen worden versterkt. Figuur 1-1 Overzichtskaart Dijkring 44 Kromme Rijn. 1.1 Soort activiteit Waterwet De activiteit betreft de versterking van de twee spuisluizen in deze primaire waterkering, zodat ze voldoen aan de veiligheidsnormen. Daartoe wordt de procedure uit de Waterwet, volgens artikel 5.7 doorlopen. De waterkering beheerder (Dagelijks Bestuur) stelt een ontwerp-projectplan op en legt dit ter visie. Na de tervisielegging stelt het Algemeen Bestuur het definitieve projectplan vast en zendt dit vervolgens voor goedkeuring naar Gedeputeerde Staten (GS) van Noord-Holland.GS leggen hun goedkeuringsbesluit ter visie. Door belanghebbenden kan beroep ingesteld worden bij de Raad van State. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 5

114 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Milieueffectrapportage De activiteit betreft een wijziging van een gedeelte van de primaire waterkering van de dijkring 44.. Op grond van het gewijzigde Besluit m.e.r valt deze activiteit onder artikel 3.2 van onderdeel D Dat betekent dat voor deze wijziging aan een primaire waterkering door het bevoegd gezag in het kader van de Waterwetprocedure moet worden beoordeeld of het ontwerp-projectplan al dan niet vergezeld moet worden van een milieueffectrapport (de zogenaamde m.e.r.-beoordeling). 1.2 De m.e.r. beoordeling aanmeldingsprocedure De initiatiefnemer deelt aan het bevoegd gezag mede dat zij voornemens is een m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteit te realiseren. Dit doet de initiatiefnemer middels het opstellen en aanbieden van een aanmeldingsnotitie. Het bevoegd gezag beslist binnen zes weken na ontvangst van deze aanmeldingsnotitie of er al of niet een MER moet worden opgesteld en deelt deze beslissing onverwijld aan de initiatiefnemer mede. Het beoordelingsbesluit wordt vervolgens bekend gemaakt (in dag-, nieuws- of huis aan huisbladen) en tegelijkertijd met het ontwerp-projectplan ter inzage gelegd. Het beoordelingsbesluit vormt ook een bijlage bij het uiteindelijk te nemen besluit: goedkeuring van het ontwerp-projectplan. Pas op dat moment kunnen direct belanghebbenden beroep aantekenen tegen het m.e.r.-beoordelingsbesluit. In de m.e.r.-beoordelingsprocedure wordt de voorgenomen activiteit beoordeeld op het voorkomen van belangrijke nadelige milieugevolgen. Deze aspecten zijn hier toegelicht. Belangrijke nadelige gevolgen Of er sprake is van belangrijke nadelige gevolgen wordt beoordeeld aan de hand van drie specifieke punten, die hier kort worden toegelicht. 1. De kenmerken van de activiteit. Hierbij gaat het om de omvang van de versterking van de sluizen. 2. De locatie waar de activiteit plaatsvindt (bijvoorbeeld: gevoelige gebieden). Indien de uitbreiding is gepland in of in de nabijheid van een gevoelig gebied en negatieve gevolgen heeft voor dit gebied, is sprake van belangrijke nadelige milieugevolgen. Ook wordt beschouwd of cumulatie van effecten met plannen in de omgeving optreden. 3. De kenmerken van belangrijke nadelige gevolgen die de activiteit kan hebben voor het milieu. Hierbij gaat het om de aard en omvang van nadelige gevolgen voor natuur, landschap, cultuurhistorie en tijdens de aanlegfase voor water, verkeer en vervoer, luchtkwaliteit en geluid. 1.3 Betrokken partijen Bevoegd gezag Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland zijn bevoegd gezag en nemen op basis van de aanmeldingsnotitie de uiteindelijke beslissing of voor de voorgenomen activiteit al dan niet een MER moet worden opgesteld. Initiatiefnemer Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht p/a Waternet Sector Techniek, Onderzoek en Projecten Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 6

115 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Postbus GJ Amsterdam Bezoekadres Korte Ouderkerkerdijk AC Amsterdam 1.4 Locatie activiteit De Ipensloter- en de Diemerdammersluis zijn beide gelegen in de Diemerzeedijk, tussen de Ringweg A10- oost en het natuurgebied De Diemervijfhoek (voorheen PEN-eiland ), zie figuur 2. De sluizen zijn spuisluizen en vormen een verbinding tussen het IJmeer/Markeermeer en de Amsterdam- Rijnkanaalboezem. Wanneer de buitenwaterstand op het IJmeer laag genoeg is, kunnen de sluizen onder vrij verval water van het Amsterdam-Rijnkanaal aflaten. Doordat het peil in het Amsterdam-Rijnkanaal en het Noordzeekanaal voornamelijk via het gemaal bij IJmuiden wordt beheerst, hebben de sluizen nog een beperkte functie voor de waterhuishouding in het achterland. Figuur 1-2: Diemerzeedijk met sluizen. 1.5 Tijd De versterking van de sluizen zal naar verwachting plaatsvinden in 2016 en De werkzaamheden aan de sluizen worden na elkaar uitgevoerd en zullen ongeveer een jaar in beslag nemen. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 7

116 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht 2 Motivering van activiteit 2.1 Aanleiding In 2002 is de status van het Markermeer (inclusief IJmeer) als gevolg van een wijziging van de toenmalige Wet op waterkering Buitenwater geworden. Hiermee zijn de omringende dijken gepromoveerd tot primaire waterkeringen. In het kader van de Wet op de waterkering (nu Waterwet) geldt een verplichting om primaire waterkeringen iedere vijf jaar te inspecteren en op waterstaatkundige veiligheid te toetsen. De Ipensloter- en Diemerdammersluis zijn als onderdeel van de Diemerzeedijk in 2005 voor het eerst op veiligheid getoetst. De resultaten van deze toetsing zijn in de onderstaande tabel gepresenteerd. Toetsspoor Toetsscores Ipenslotersluis Diemerdammersluis 1. hoogte goed goed 2. stabiliteit en sterkte onvoldoende onvoldoende - stabiliteit constructie en nader onderzoek nodig nader onderzoek nodig grondlichaam - sterkte waterkerende onvoldoende onvoldoende onderdelen - piping nader onderzoek nodig nader onderzoek nodig - stabiliteit voorland goed goed 3. betrouwbaarheid sluiting goed goed Beide sluizen scoren onvoldoende op het toetsspoor sterkte en stabiliteit, als gevolg van het gebrek aan sterkte van de waterkerende onderdelen (in dit geval de vloeddeuren in het bovenhoofd). Op het toetsspoor hoogte scoren beide sluizen goed, omdat de hoogte van de buitenste vloeddeuren plus bovenaanslag meer dan voldoende hoog zijn. Bij beide sluizen bevinden deze deuren zich echter in een slechte staat. Alleen de nog aanwezige stalen schuiven aan de buitenkant mogen als betrouwbaar keermiddel van de sluizen worden aangemerkt. De stalen schuiven, die normaal als waterkerend middel dienen, zijn echter te laag. Tijdens maatgevende omstandigheden komt er zoveel water over deze schuiven dat dit een gevaar voor de rest van de constructie kan opleveren. Bij volledig niet functioneren van de sluizen komt er een dusdanige hoeveelheid water op het Amsterdam-Rijnkanaal dat dit een gevaar kan gaan vormen. De twee sluizen kunnen derhalve de waterstaatkundige veiligheid, zoals voorgeschreven in de Waterwet (voormalige) Wet op waterkering) niet garanderen. Omdat de toetsscore op het toetsspoor sterkte van de waterkerende onderdelen reeds onvoldoende was en ontwerpuitgangspunten en gegevens over de fundering onbekend waren, is de gedetailleerde toetsing volgens de VTV op de sporen stabiliteit constructie en grondlichaam en piping niet meer doorlopen. Om de sluizen ook op deze sporen te toetsen is aanvullend onderzoek nodig. Dit onderzoek is in het kader van de toetsing echter niet zinvol meer, omdat de sluizen reeds op een ander spoor zijn afgekeurd. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 8

117 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht 2.2 Voorgenomen activiteit De sluizen zullen moeten worden versterkt om te voldoen aan de veiligheidsnorm die in de Waterwet voor Dijkring 44, Kromme Rijn, is vastgesteld. Deze veiligheidsnorm bedraagt 1/1250. Er wordt geanticipeerd op de nieuwe veiligheidsnormen die naar verwachting in 2017 in werking treden, door gebruik te maken van een tijdelijk Ontwerpinstrumentarium 2014 (OI 2014) dat hiervoor door het Rijk ter beschikking is gesteld. Hoewel het voldoen aan de waterstaatkundige veiligheid het belangrijkste doel is van de verbetering van de sluizen, moet bij het opstellen van het dijkversterkingsplan ook rekening worden gehouden met andere factoren, zoals: toekomstige ontwikkelingen, zoals beleidswijzigingen en klimaatontwikkeling; landschap, natuur, cultuurhistorie en archeologie (de LNCA-waarden); ecologische en recreatieve functies van de dijk. Vanwege de slechte constructieve staat van de Ipenslotersluis bestaat de waterstaatkundige verbetering uit het verwijderen van deze sluis en vervanging door nieuwe spuisluis met een verdubbelde spuicapaciteit. De waterstaatkundige verbetering voor de Diemerdammersluis bestaat uit het plaatsen van een damwand voor de sluis, welke de waterkerende functie overneemt. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 9

118 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht 3 Kenmerken van de activiteit 3.1 Aard en omvang De versterking van beide sluizen wordt met een geïntegreerd contract worden aanbesteed, een zogenaamd Design & Construct contract (D&C contract). Dit betekent dat een marktpartij het werk zowel ontwerpt als gaat uitvoeren. De marktpartij moet zich daarbij wel houden aan de eisen die door het waterschap zijn gesteld. Er is een zogenaamd referentieontwerp opgesteld van de damwand voor de Diemerdammersluis en de nieuwe Ipenslotersluis. Dit referentieontwerp is in feite een schetsontwerp dat de belanghebbenden inzicht geeft in de uitwerking van de randvoorwaarden en de ruimtelijke gevolgen (inpassing, aanzicht). Op basis van dit schetsontwerp is tevens de begroting opgesteld. De daadwerkelijke detaillering zal door de ontwerpende partij worden verzorgd Maatregelen Diemerdammersluis Om de Diemerdammersluis weer aan de waterkerende eisen te laten voldoen wordt een damwand voor de sluis aan de IJmeerzijde geplaatst. Deze damwand wordt ingebracht door de vleugelmuren van de bestaande constructie. Deze oplossing heeft de volgende kenmerken: De constructieve veiligheid wordt gewaarborgd doordat de keerfunctie volledig kan worden overgenomen door de damwand. Het is daarmee een zekere oplossing voor de veiligheid, in tegenstelling tot het gebruik van de oude constructie. Door de sterkte en hoogte van de damwand wordt rekening gehouden met mogelijke toekomstige peilstijgingen. Er wordt een passage voor vissen aangebracht in de damwand. Het cultuurhistorische belang en de context blijven grotendeels behouden. Deze variant heeft de laagste investeringskosten. Figuur 3-1: Diemerdammersluis. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 10

119 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Met het plaatsen van een damwand vervalt de huidige spuifunctie van de sluis. In dit plan wordt dit gecompenseerd door bij de Ipenslotersluis een nieuwe spuisluis aan te leggen met dezelfde capaciteit als van de huidige Diemerdammersluis en Ipenslotersluis samen. Figuur 3-2: Doorsnede Diemerdammersluis Figuur 3-3: Locatie damwand Diemerdammersluis. Voor de locatie van de damwand zijn verschillende alternatieven onderzocht. Er is voor deze locatie gekozen omdat: De vleugelmuren later zijn aangebouwd. Het is hierdoor aannemelijk dat de bouwkundige toestand beter is dan die van het oude sluisgewelf. Er constructietekeningen (inclusief palenplan) van de vleugelmuren beschikbaar zijn. Dit verkleint risico s bij het aanbrengen van de damwand. Het oudste deel van de sluis (het gewelf) niet wordt gesloopt. Het risico op instabiliteit en onverwacht gedrag van de sluis tijdens het slopen wordt hiermee verkleind. De werkzaamheden verder van de bestaande woningen plaats vinden. Dit verkleint de kans op schade tijdens het inbrengen van de damwand. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 11

120 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Er gewerkt wordt vanaf de IJmeerzijde. Hierdoor hoeven er geen grote kranen over de bestaande woningen te draaien (binnen valbereik). Tevens wordt de dijk niet overbelast door zwaar materieel. De damwand zichtbaar wordt vanaf de IJmeerzijde. Vanaf de dijk is de damwand beperkt zichtbaar en de visuele context van de locatie wordt hiermee zo min mogelijk verstoord. Maatregelen Ipenslotersluis Om de Ipenslotersluis weer aan de waterkerende eisen te laten voldoen wordt de bestaande sluis gesloopt en vervangen door een nieuwe spuisluis. Gezien de gekozen oplossing bij de Diemerdammersluis, wordt hier een nieuwe spuisluis met hetzelfde natte doorstroomoppervlak als van de huidige Diemerdammersluis en Ipenslotersluis samen. Figuur 3-4: Bestaande Ipenslotersluis. Deze oplossing heeft de volgende kenmerken: De constructieve veiligheid wordt gewaarborgd doordat er een nieuwe constructie wordt gerealiseerd. De totale spuicapaciteit van de huidige beide sluizen blijft gehandhaafd. Met de hoogte van de keerelementen in de spuisluis kan worden geanticipeerd op mogelijke toekomstige peilstijgingen. De nieuwe spuisluis wordt gerealiseerd op de locatie van de bestaande, te verwijderen sluis (zie figuur 3.4). De nieuwe sluis heeft een verdubbelde spuicapaciteit en zal daarom een grotere oppervlakte krijgen dan de huidige Ipenslotersluis. De uitbreiding zal gelet op de aanwezigheid van de A10 (pijler viaduct) in oostelijke richting plaatsvinden (zie figuur 3.5). De spuisluis zal bestaan uit de volgende hoofdonderdelen: Spuikoker en aansluiting op de dijk (o.a. kwelscherm, fundering). Uitstroomopeningen. Bodembescherming. Kelder met afsluiters (incl. noodvoorziening). Bediening (elektrisch en handmatig) en technische ruimte. Voorzieningen ten behoeve van. beheer en onderhoud (o.a. toegangstrappen, vuilvangers). Voorziening ten behoeve van vispassage. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 12

121 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht In de onderstaande figuur is door middel van gele lijnen de uitbreiding schematisch weergegeven. Figuur 3-5: Schematische weergave uitbreiding Ipenslotersluis. 3.2 Wijze van aanleg Het aanbrengen van de damwand door en tussen de vleugelmuren van de Diemerdammersluis zal vanaf het water plaatsvinden, al dan niet in den droge. De werkzaamheden aan de nieuwe spuisluis ter plaatse van Ipenslotersluis worden waarschijnlijk binnen een bouwkuip uitgevoerd. Ter plaatse van de Ipenslotersluis worden de opstallen en sluis gesloopt. Na het aanbrengen van de nieuwe spuisluis wordt het dijklichaam conform het aangrenzende dijkprofiel aangelegd. 3.3 Effecten op het milieu De volgende milieuaspecten zullen in deze aanmeldingsnotitie voor beoordeling m.e.r-plicht aan de orde komen: natuur (ecologie); landschap en cultuurhistorie; water (aanlegfase); verkeer en vervoer, lucht en geluid (aanlegfase) Natuur Beide sluizen liggen in een gebied, zowel de kustzone als het aangrenzende IJmeer, dat deel uitmaakt Natuurnetwerk Nederland (voorheen bekend als Ecologische Hoofdstructuur EHS). Het kustgebied (Zuidelijke IJmeerkust) maakt onderdeel uit van de Ecologische Verbindingscorridor Gooi-Waterland. De Ipenslotersluis ligt in deze verbinding op een schakel die Ecologische Verbindingszone Bovendiep heet. Ook de Diemerdammersluis maakt onderdeel uit van corridor Gooi-Waterland, maar ligt tegelijk ook op een schakel met een 2 de verbindingszone De Natuurboog. Zie figuur 3-6. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 13

122 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Figuur 3-6: Hoofdgroenstructuur/NNN (groen) met sluizen (rode stippen) en indicatief de Ecologische Verbindingszones. Ecologische Verbinding Bovendiep locatie Ipenslotersluis. De nieuwe Ipenslotersluis heeft een verdubbelde spuicapaciteit en zal daarom een grotere oppervlakte krijgen dan de huidige Ipenslotersluis en wordt uitgebreid in oostelijke richting (zie figuur 3.5). Met deze uitbreiding wordt een relatief smalle reep van het stortsteen op het dijktalud afgehaald. Dit wordt in het project gemitigeerd door de Ipenslotersluis beter passeerbaar te maken voor fauna. Ter plaatse van de Ipenslotersluis in het IJmeer zijn recent natuureilandjes aangelegd in de Ecologische Verbinding Bovendiep, zie figuur 3-5 en 3-7. De werkzaamheden aan de Ipenslotersluis worden zo uitgevoerd dat deze de rieteilanden en het functioneren daarvan niet nadelig beïnvloeden, zowel in de realisatiefase als in de gebruiksfase. Figuur 3-7: Rieteilanden nabij Ipenslotersluis. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 14

123 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Aanpak knelpunt vismigratie Op dit moment kunnen vissen migreren door de sluizen, als deze worden ingezet om te spuien. In de praktijk worden de sluizen zelden ingezet en zijn ze grotendeels gesloten, daarmee zijn ze slecht passeerbaar voor vissen. Het rijks/provinciaal natuurbeleid stelt ten aanzien van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) wettelijk eisen aan projecten. Naast een instandhoudingsdoelstelling (projecten mogen de natuurkwaliteit niet aantasten) is er daarbij sprake van een ontwikkelingsopgave, waarbij voor werkzaamheden op knelpuntlocaties geldt dat knelpunten zoveel mogelijk moeten worden opgelost. Bij de sluizen is de nu beperkte vismigratie het specifieke knelpunt. Dat knelpunt wordt (op beide locaties) aangepakt door het aanbrengen van een vispassagevoorziening, waarmee een directe koppeling ontstaat van het Amsterdam-Rijnkanaal en het Noordzeekanaal met het IJmeer. Door de maatregel worden twee grote watersystemen verbonden. Dit heeft een positief effect op de doelsoorten zoals de drie-doornige stekelbaars, spiering, bot, (glas)aal, winde, harder, rivierprik en haring. Maar ook voor andere vissoorten die binnen het zoete water migreren op zoek naar voedsel-, paai- of overwinteringsplekken is dit potentieel een belangrijke locatie voor vismigratie. De maatregel past goed in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Europese Aalplan, waar wordt ingezet op migratie-mogelijkheden van vissoorten die afhankelijk zijn van zowel zoete als zoute watersystemen. Natura 2000 Markermeer en IJmeer Het IJmeer is gedeeltelijk onderdeel van het Natura 2000 gebied Markermeer & IJmeer. De Ipenslotersluis ligt op circa meter en de Diemerdammersluis ligt op circa 510 meter afstand van de grens van dit gebied. De maatregelen aan de beide sluizen betreffen relatief kleinschalige en lokale activiteiten, welke niet leiden tot een verstoring van de aanwezige soorten in het Natura 2000 gebied. De bestaande toestand blijft in feite gehandhaafd en de effecten op het Naturagebied zelf zijn nihil. Flora- en faunawet Uit de Ecologische Atlas Amsterdam van dro blijkt dat de Ipenslotersluis in het kilometervak 313 en Diemerdammersluis in kilometervak 371 liggen. In de onderstaande tabel zijn per vak de, door de Flora- en faunawet, beschermende soorten vermeldt waarmee rekening moet worden gehouden. Kilometervaknummer (volgens Atlas) 313 Ipenslotersluis 371 Diemerdammersluis Amfibieën en reptielen Ringslang Ringslang Rugstreeppad Rugstreeppad Hogere planten Rietorchis Rietorchis Vissen Vogels Kleine modderkruiper Bittervoorn Blauwborst Boerenzwaluw Grote Bonte Specht Huismus IJsvogel Kluut Kneu Kuifeend Nachtegaal Kleine modderkruiper Bontbolplevier Kuifeend Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 15

124 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Kilometervaknummer (volgens Atlas) Zoogdieren 313 Ipenslotersluis Laatvlieger Meervleermuis Waterspitsmuis Ruige dwergvleermuis Dwergvleermuis 371 Diemerdammersluis n.v.t. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt er door een gecertificeerde ecoloog een veldinventarisatie uitgevoerd. Als er beschermde planten- en/of dierensoorten voorkomen, dan zal een ontheffing bij de rijksdienst voor Ondernemend Nederland worden aangevraagd. In de ontheffing zal het hoe te handelen met de aantroffen beschermde planten en/of dieren zijn voorgeschreven. Door de werkzaamheden zorgvuldig in te passen en uit te voeren en door het nemen van passende mitigerende maatregelen (algemene zorgplicht, ecologisch werkprotocol) wordt voldaan aan de Flora & Faunawet Landschap en cultuurhistorie Landschap Huidige situatie De Ipenslotersluis ligt ten zuidoosten van de rijksweg A10, bijna onder het viaduct /brug van de rijksweg, zie figuur 3-8. Op de dijk staan geen bomen. Ten oosten en ten westen van de sluis is de dijk enige tijd geleden versterkt. Ten zuiden van de sluis ligt een jachthaven en staan een aantal gebouwen. Figuur 3-8: Ligging Ipenslotersluis naast A10. De Diemerdammersluis ligt in de nabijheid van de Kustbatterij Diemerdam. Ten oosten van de dijk staat (aan de noordzijde) een solitaire boom. Aan de zuidzijde van de sluis ligt een jachthaven en staan een aantal gebouwen. Projectplan De wijzigingen aan de sluizen zijn landschappelijk gezien kleinschalig. Bij de Ipenslotersluis speelt ook een samenloop met een verbreding met de A10. Landschappelijk wordt de Ipenslotersluis (met opstallen zoals nu of straks zonder opstallen) dan nog meer naar de achtergrond gedrukt. Op grotere gezichtsafstand zullen Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 16

125 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht de veranderingen aan de Diemerdammersluis landschappelijk geen noemenswaardige gevolgen hebben. Op kleinere gezichtsafstand zal de damwand wel zichtbaar zijn, dit is besproken met de Welstandcommissie van Gemeente Diemen. De commissie heeft aangegeven dat de gekozen oplossing denkbaar is. De damwand dient zodanig te worden vormgegeven dat deze visueel qua materiaal, afwerking en kleur en aansluit bij de bestaande sluis [ref.13]. Het landschappelijke verschil is uiteindelijk klein. Cultuurhistorie Huidige situatie In de 18e eeuw zijn de huidige Diemerdammersluis en Ipenslotersluis aangelegd. Hoewel de sluizen gebruikt konden worden voor het functioneren van de Stelling van Amsterdam, zijn ze niet als element van de Stelling benoemd. Recent is de Stelling van Amsterdam op initiatief van de provincie Noord-Holland op de Unesco Werelderfgoedlijst geplaatst. Deze beide sluizen vallen dus niet onder de beschermende status van de Stelling van Amsterdam. De sluizen zijn ook niet op een gemeentelijke of provinciale monumentenlijst opgenomen. De beide sluizen hebben geen monumentenstatus. De sluizen zijn gedeeltelijk in natuursteen opgetrokken. Ter plaatse van de sluizen zijn opstallen grotendeels uit nieuw timmerwerk en golfplaat opgetrokken (zie figuur 3-4). In het boekje Water van niveau wordt het timmerwerk op de Diemerdammersluis het uiterlijk van een opslagloods toegedicht. Aan de zuidzijde van de dijk is het oorspronkelijke deel van de sluisopbouw afgeschermd met rasterhekwerk en prikkeldraad. De Diemerdammersluis is, qua vorm van de opbouw, nog in de oorspronkelijke staat. De materialisatie is echter aangepast zonder veel aandacht voor de historische context: brievenbussen staan bijvoorbeeld tegen de wand aan geplaatst. Projectplan Ter plaatse van de Ipenslotersluis worden de opstallen gesloopt. Hiermee gaan geen grote cultuurhistorische waarden verloren. Bij de Diemerdammersluis blijft de huidige cultuurhistorische waarde gehandhaafd Water (aanlegfase) Huidige situatie De Ipenslotersluis scheidt waterstaatkundig de oppervlaktewateren Nieuwe Diep en IJmeer en de Diemerdammersluis de oppervlaktewateren Derde Diem en IJmeer. Ondanks de waterstaatkundige scheiding zal de milieuhygiënische kwaliteit van de oppervlaktewateren ter plaatse van de sluizen nagenoeg gelijk zijn. Op het microniveau van de milieuhygiënische parameters (diffusie en in mindere mate convectie) vindt door sluizen uitwisseling plaats, ondanks dat op macroniveau de waterstroom nihil, nagenoeg lekdicht is. Bij te grote milieuhygiënische kwaliteitsverschillen tussen de oppervlaktewateren zou het spuien van overtollig water van het ene oppervlaktewater op het andere oppervlaktewater qua milieuwetgeving problemen geven. Projectplan Indien de werkzaamheden in den droge in een bouwkuip worden uitgevoerd, wordt water vanuit de bouwkuip op het oppervlaktewater geloosd. Het te lozen water binnen de bouwkuip is van dezelfde milieuhygiënische kwaliteit als van de ontvangende oppervlaktewateren. Het te lozen debiet is beperkt en tijdelijk. Voor de lozing zal waarschijnlijk met een melding aan het bevoegd gezag volstaan kunnen worden. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 17

126 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Verkeer en vervoer Huidige situatie De Diemerzeedijk is voor fietsers en wandelaars een belangrijke (recreatieve) route, over het Diemerpark via de Nescioburg of door het vervolgen van de zeedijk naar het Zeeburgereiland. De lange-afstandwandelpaden LAW 4-1 (Waterlandpad) en LAW 8 (Zuiderzeepad) lopen over de dijk. De dijk maakt ook deel uit van de bewegwijzerde ANWB-fietsroute (Zuiderzeeroute en LF55), die langs de Stelling van Amsterdam leidt. Vanaf het Zeeburgereiland is de Ipenslotersluis over een relatief smalle dijkweg (Diemerzeedijk) met de auto bereikbaar. Doordat de dijkweg voor auto ter hoogte van de Nescioburg cq. Diemerpark doodloopt, wordt de weg alleen door bestemmingsverkeer naar de bedrijven en jachthavens en dergelijke gebruikt. De Diemerdammersluis is met de auto aan de oostzijde via de Overdiemerweg bereikbaar. Vanaf de Diemerdammersluis gaat de Diemerzeedijk over in een verplicht fietspad. Projectplan De weg op de kruin komt na verbetering van de sluizen op dezelfde plaats en met vergelijkbare afmetingen en materialen terug. De weg wordt niet verbreed, maar ook niet versmald. In overleg met de gemeente Diemen en Amsterdam worden de verkeerskundige en constructieve details verder ingevuld. Na de verbetering van de sluizen blijft de verkeerskundige situatie dus gelijk aan de huidige situatie. Tijdens de werkzaamheden aan de sluizen zullen materialen en materieel aangevoerd moeten worden. Bij de Diemerdammersluis wordt zoveel mogelijk gewerkt vanaf water. Bij de Ipenslotersluis zal de aanvoerroute voor bouwverkeer voornamelijk via de Zuiderzeeweg lopen, en/of via water Lucht en geluid (aanlegfase) Huidige situatie Ter plaatse van de Ipenslotersluis wordt de luchtkwaliteit en het geluidsniveau meer bepaald door de Rijksweg die erboven loopt dan de beperkte verkeersstroom op de dit deel van Diemerzeedijk. Ter plaatse van Diemerdammersluis is de verkeerstroom hoofdzakelijk bestemmingsverkeer. Het effect op de luchtkwaliteit en het geluidsniveau daar is vanwege de geringe verkeerstroom verwaarloosbaar. Projectplan De werkzaamheden zullen tijdelijk extra transportbewegingen over de weg en over het water naar de sluizen tot gevolg hebben. Het aantal extra transportbewegingen per dag zijn verwaarloosbaar. Het aantal bewegingen per dag is dusdanig klein dat de effecten op de luchtkwaliteit en geluidsniveau te verwaarlozen zijn. Het aanbrengen van een bouwkuip en funderingselementen kan tijdelijk een hoog geluidsniveau veroorzaken. Dit is kortdurend en de benodigde werkzaamheden zullen alleen overdag uitgevoerd worden. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 18

127 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht 3.4 Milieukwaliteit waterbodems- en bodem Milieukwaliteit waterbodems bij de Ipenslotersluis De waterbodemdieptes van het Nieuwe Diep (Amsterdam Rijnkanaalzijde) en het IJmeer nabij de Ipenslotersluis zijn door middel van peilingen bepaald. Op basis van de peilingen is berekend dat de doorstroomcapaciteit van het Nieuwe Diep en van het IJmeer (bij de uitstroomopening) vergroot moet worden. Dit omdat de spuicapaciteit van de Ipenslotersluis verdubbeld wordt. Daarom zal er (100 meter vanaf de Ipenslotersluis in het Nieuwe Diep en 100 meter vanaf de sluis in het IJmeer) gebaggerd moeten worden. Hierbij wordt de waterbodem gemiddeld met circa 0,7 meter verdiept. De stroomsnelheid van het water wordt hierdoor tijdens spuisituaties, door de verdubbelde spuikoker, aanvaardbaar. Dit geldt ook voor de stroomsnelheid bij de achterliggende jachthaven. Omdat er gebaggerd moet worden is door Waternet een milieuhygiënisch waterbodemonderzoek uitgevoerd. Uit de onderzoeken blijkt dat de waterbodems aan beide zijden niet zwaar verontreinigd zijn. De resultaten zijn als volgt: De waterbodem aan de IJmeerzijde is schoon tot vrijwel schoon. De vrijkomende waterbodem kan als klasse A onder water worden toegepast en met achtergrondwaarde wonen op landbodems worden toegepast.. Aan de zuidzijde (Nieuwe Diep) is de waterbodem licht tot matig verontreinigd. De vrijkomende waterbodem kan als klasse B onder water worden toegepast en met achtergrondwaarde industrie op landbodems worden toegepast. De verdieping heeft leidt tot reductie van de stroomsnelheid van het water tijdens spuisituaties. Door de lagere stroomsnelheid treedt tijdens spuien geen waterbodemerosie op Milieukwaliteit waterbodems bij de Ipenslotersluis Ook bij de Diemerdammersluis heeft Waternet milieuhygiënisch waterbodemonderzoek uitgevoerd. Uit de onderzoeken blijkt dat waterbodems bij de Diemerdammersluis beide zijden niet zwaar verontreinigd zijn. De resultaten van het onderzoek zijn als volgt: De waterbodem aan de IJmeerkant is schoon tot vrijwel schoon. De vrijkomende waterbodem kan als klasse A onder water worden toegepast en met achtergrondwaarde wonen op landbodems worden toegepast. Aan de zuidzijde (Amsterdam Rijnkanaalzijde) is de waterbodem licht tot matig verontreinigd. De vrijkomende waterbodem kan als klasse B onder water worden toegepast en met achtergrondwaarde industrie op landbodems worden toegepast. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 19

128 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Milieukwaliteit bodem dijklichaam bij Ipenslotersluis Omdat de Ipenslotersluis een groter ruimtebeslag krijgt (zie figuur 3.5) zal een gedeelte van het dijklichaam moeten worden verwijderd. Om meer inzicht te krijgen in de milieuhygiënische bodemkwaliteit is door Wareco een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. De resultaten van het uitgevoerde verkennende onderzoek geven aan dat de bodem van de kering sterk is verontreinigd met zink en PAK en niet in aanmerking komt voor hergebruik. De aard van de bodemverontreiniging lijkt sterk op verontreinigingen die in oude ophogingen elders in Amsterdam worden aangetroffen. Er zijn dan ook tijdens dit onderzoek geen verontreinigingen aangetroffen die gerelateerd kunnen worden met de voormalige vuilstortplaats op de Diemerzeedijk. De te ontgraven grond zal afgevoerd moeten worden naar een erkende verwerker. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 20

129 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht 4 Conclusies De wijzigingswerkzaamheden aan de Ipenslotersluis en Diemdammersluis betreffen relatief gezien kleinschalige en lokale activiteiten. Op de schaal van de Natuurnetwerk Nederland-gebieden en landschappelijk gezien op de schaal van de Diemerzeedijk vinden er geen belangrijke nadelige effecten plaats. Lokaal worden ecologische knelpunten aanzienlijk verbeterd. De Ipenslotersluis ligt in het NNN en vernieuwing van de sluis levert daarbij geen knelpunten op. Vanuit het project wordt gezorgd voor een optimale inpassing, waarbij passagemogelijkheden voor fauna plaatselijk worden verbeterd. De bestaande Ipenslotersluis vormt daarnaast een ecologisch knelpunt voor migrerende vissen. Door het realiseren van een vispassage in de sluis wordt dit knelpunt sterk verbeterd. Hiermee wordt voldaan aan de beleidsdoelstelling omtrent ecologische knelpunten. De Diemerdammersluis is in zijn huidige vorm een ecologisch knelpunt in de Ecologische Verbindingszone Natuurboog. Door hier een vispassage te realiseren wordt dit knelpunt voor een belangrijk deel opgelost. Hiermee wordt voldaan aan de beleidsdoelstelling omtrent ecologische knelpunten. De wijzigingswerkzaamheden hebben geen effect op de cultuurhistorische waarden van de Diemerdammersluis. De (opstallen van de) sluis blijven in hun huidige staat. Met de sloop van de huidige opstallen van de Ipenslotersluis gaat cultuurhistorisch weinig verloren. Door de wijzigingswerkzaamheden zorgvuldig uit te voeren (algemene zorgplicht en vooruitlopend veldinventarisatie) wordt voldaan aan de Flora- en faunawet en regelgeving. Tijdens de werkzaamheden zijn de effecten op water, verkeer en vervoer, lucht en geluid verwaarloosbaar. Als al enige hinder mocht optreden, dan is het kortdurend (bijvoorbeeld bij aanbrengen van funderingselementen). Lozingen zijn kortdurend en gering. Verkeersstromen als gevolg van de werkzaamheden zijn beperkt en daarmee ook de verslechtering van luchtkwaliteit en geluid. Resumerend: De werkzaamheden aan de Ipenslotersluis en de Diemerdammersluis zijn door de gekozen aanpak, met waar nodig mitigerende maatregelen, geen nadelige gevolgen op de natuur (NNN), landschap en cultuurhistorie en tijdens de aanleg op natuur (F&F-wet) water, verkeer en vervoer, luchtkwaliteit en geluid. Het opstellen van een Milieueffectrapportage heeft geen toegevoegde waarde voor de besluitvorming. Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 21

130 Definitief Versie 2 26 februari 2015 Projectnr Documentnr Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Bronvermelding 1. INFRAM, Waterkering langs IJ- en Gooimeer. Gedetailleerde toets op veiligheid voor de kunstwerken, 10 augustus Linkit consult voor RWS, Van Zee, naar IJsselmeergebied en verder, september Linkit consult, Van zee tot Amstel, Gooi en Vecht, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, De veiligheid van de primaire waterkeringen in Nederland; Voorschrift Toetsen op Veiligheid voor de tweede toetsronde , januari Ministerie van Verkeer en Waterstaat: Hydraulische Randvoorwaarden primaire waterkeringen. Voor de derde toetsronde (HR2006), augustus Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Waterhuishouding in het Natte Hart. WIN-strategie als leidraad voor toekomstig waterkwantiteitsbeheer van het Natte Hart, mei Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Een ander IJsselmeergebied, een ander beleid, 28 februari Provincie Noord-Holland en dro, IJdijken - Een dijk van een dijk, Provincie Noord Holland, Bewust omgaan met water. Provinciaal Waterplan Noord Holland , 30 januari RIZA-nota , Achtergronden en rekenresultaten van hydraulische belasting dijken Markermeergebied, januari Waternet, Water van Niveau, januari Waternet, Definitiestudie vismigratievoorzieningen, Verslag behandeling schetsplan Diemerdammersluis in Welstandcommissie Gemeente Diemen; 7 november Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam 22

131 Colofon Reconstructie Ipensloter- en Diemerdammersluis Aanmeldingsnotitie voor beoordeling M.E.R.-plicht Tekst Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder bronvermelding. Weesperstraat 430 Postbus AR AMSTERDAM

132 E. M.E.R.-beoordelingsbesluit 10 augustus Projectplan 59/60

133 571719/ Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; gelezen de Aanmeldingsnotitie, krachtens de Wet milieubeheer, van 26 februari 2015 van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht voor de beoordeling m.e.r.-plicht voor de renovatie van de lpensloter- en Diemerdammersluis door het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht; gelet op artikel 7.17 van de Wet Milieubeheer en Onderdeel D, onder 3.2, van het Besluit milieueffectrapportage; overwegende dat de door het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht verstrekte m.e.r. aanmeldingsnotitie geen aanleiding geeft tot de conclusie dat er voor de voorgenomen activiteiten een milieu-effectrapport dient te worden opgesteld. De activiteiten leiden niet tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de locatie van het project, de kenmerken van het project en de soort en kenmerken van de potentiële effecten. beslissing: Bij de voorbereiding van het besluit voor de renovatie van de Ipensloter- en Diemerdammersluis behoeft geen milieu-effectrapportage te worden gemaa kt. Haarlem, Gedeputeerde Staten voornoemd, 9~aris 1

134

Ontwerp-projectplan. Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard E. Dirksen. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 22 juni

Ontwerp-projectplan. Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard E. Dirksen. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 22 juni Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Ontwerp-projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis W. Bogaard E. Dirksen Datum 22 juni 2015 Ons kenmerk 14.134035 Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370

Nadere informatie

Nota van Wijzigingen. Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 7 augustus

Nota van Wijzigingen. Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 7 augustus Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Nota van Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis W. Bogaard Datum 7 augustus 2015 Ons kenmerk 15.094827 Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370 1090

Nadere informatie

Mand. Noord-Ho 1 9 NOV NOV WATERNET \, Ontvangen

Mand. Noord-Ho 1 9 NOV NOV WATERNET \, Ontvangen 15.135425 V I I I Noord-Ho Mand r WATERNET \, Ontvangen 1 9 NOV. 2015 Tl fcp^^o POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht College van dijkgraaf en hoogheemraden Korte Ouderkerkerdijk

Nadere informatie

Nota van Beantwoording. zienswijzen. Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

Nota van Beantwoording. zienswijzen. Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Nota van Beantwoording zienswijzen Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis W. Bogaard Datum 10 augustus 2015 Ons kenmerk 15.094836 Projectnummer 00.9816 Korte

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau. Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis. 1 Inleiding... 5

Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau. Variantennota Versterking Ipensloter- en Diemerdammersluis. 1 Inleiding... 5 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Probleem en oplossingen... 7 2.1 Probleembeschrijving... 7 2.2 Resultaten toetsing 2001-2006... 7 2.3 Resultaten duikinspectie november 2008... 8 2.4 Doelstelling... 10

Nadere informatie

Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade

Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade Datum 8 mei 2017 Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade Versie 1.0 Projectnummer 01.0371/001 R. Kuipers Inhoud Inhoud 3 1 Inleiding 5 2 Procedure 5 3 Advertentie 5 4 Reacties 8 5 Rechtsbescherming

Nadere informatie

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL Concept Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen Contactpersoon M.C.E. Faasse Doorkiesnummer 1 AANLEIDING EN DOEL De direct secundaire waterkering langs de Vecht rond Slot

Nadere informatie

Projectplan. Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje. A.I.L. Rennings september Watersystemen.

Projectplan. Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje. A.I.L. Rennings september Watersystemen. Projectplan Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje Auteur A.I.L. Rennings Registratienummer 14.46624 Afdeling Watersystemen 2 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Huidige situatie 5 3

Nadere informatie

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DATUM 30 april 2017 BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DEEL I VERVANGEN DAMWANDEN REGIONALE WATERKERING PLUUTHAVEN ZEEWOLDE 1. Aanleiding en doel Het waterschap is naar aanleiding van het AV besluit

Nadere informatie

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel Contactpersoon M.C.E. Faasse Doorkiesnummer 1 AANLEIDING EN DOEL De ligging van de direct secundaire waterkering

Nadere informatie

Ontwerp-projectplan Waterwet Voorboezem Duifhuisvliet oost

Ontwerp-projectplan Waterwet Voorboezem Duifhuisvliet oost Ontwerp-projectplan Waterwet Voorboezem Duifhuisvliet oost Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Ter inzage van 3 november tot en met 14 december 2015 Verantwoording Titel: Ontwerp-projectplan Waterwet

Nadere informatie

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering A10 Oost Diemen

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering A10 Oost Diemen Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering A10 Oost Diemen Contactpersoon M.C.E. Faasse Doorkiesnummer 1 AANLEIDING EN DOEL De ligging van de indirect secundaire waterkering langs het Amsterdam Rijnkanaal

Nadere informatie

Projectplan Verlegging Waterkering Weesperweg Muiden

Projectplan Verlegging Waterkering Weesperweg Muiden Projectplan Verlegging Waterkering Weesperweg Muiden 1 AANLEIDING EN DOEL De waterkering in de vigerende legger van AGV uit 2007 ligt tussen de Weesperweg en de Vecht door tuinen van woonbooteigenaren

Nadere informatie

vergunninghouder Wijziging Watervergunning Stammerdijk 41 in Diemen realiseren van een uitbouw 31 augustus 2015 W

vergunninghouder Wijziging Watervergunning Stammerdijk 41 in Diemen realiseren van een uitbouw 31 augustus 2015 W vergunninghouder Stammerdijk 41 in Diemen Datum 31 augustus 2015 Casecode W-15.02322 Kenmerk 15.102675 Wijziging Watervergunning realiseren van een uitbouw Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370

Nadere informatie

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van Ontwerp- Dijkverbetering de Horn Dijktraject Utrechtseweg [VO2-243B] W. Bogaard A.

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van Ontwerp- Dijkverbetering de Horn Dijktraject Utrechtseweg [VO2-243B] W. Bogaard A. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Nota van ten opzichte van Ontwerp- Dijkverbetering de Horn Dijktraject Utrechtseweg [VO2-243B] W. Bogaard A. Schopman Datum 25 september 2015 Projectnummer 00.4074

Nadere informatie

Verslag van inspraak. Bij dijkverbeteringsplan Nieuweweg en Waterleidingkade. A. Schopman I. Mulders. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

Verslag van inspraak. Bij dijkverbeteringsplan Nieuweweg en Waterleidingkade. A. Schopman I. Mulders. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Verslag van inspraak Bij dijkverbeteringsplan Nieuweweg en Waterleidingkade A. Schopman I. Mulders Datum 15 december 2015 Ons kenmerk 15.139115 Projectnummer 00.9007

Nadere informatie

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DAT UM 10 juni 2016 (ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DEEL I AANLEG ZONNEWEIDE GEMAAL LOVINK 1. Aanleiding en doel Op grond van de Waterwet is het nodig, wanneer er sprake is van een aanpassing aan een waterstaatskundig

Nadere informatie

Datum 18 april Ons kenmerk Verslag van inspraak. Projectnummer dijkverbeteringsplan Amsteldijk. S.

Datum 18 april Ons kenmerk Verslag van inspraak. Projectnummer dijkverbeteringsplan Amsteldijk. S. Datum 18 april 2018 Verslag van inspraak dijkverbeteringsplan Amsteldijk Ons kenmerk 18.020093 Projectnummer 01.0374-002 S. Nij Bijvank Inhoud 1 Inleiding 5 2 Procedure 5 3 Advertentie 6 4 Reacties 7

Nadere informatie

De vergunninghouder. Watervergunning. voor het plaatsen van een aanlegsteiger met meerpalen nabij Dijksgracht 23 in Amsterdam. Datum 25 juli 2018

De vergunninghouder. Watervergunning. voor het plaatsen van een aanlegsteiger met meerpalen nabij Dijksgracht 23 in Amsterdam. Datum 25 juli 2018 De vergunninghouder Datum 25 juli 2018 Kenmerk DMS2018-0030860 Zaaknummer WN2018-004141 Watervergunning voor het plaatsen van een aanlegsteiger met meerpalen nabij Dijksgracht 23 in Amsterdam. Uw kenmerk/projectcode:

Nadere informatie

: Projectplan Waterwet Realiseren open water verbinding vijver Coehoornsingel in Zutphen met de Berkel

: Projectplan Waterwet Realiseren open water verbinding vijver Coehoornsingel in Zutphen met de Berkel Onderwerp Status : Projectplan Waterwet Realiseren open water verbinding vijver Coehoornsingel in Zutphen met de Berkel : Besluit Datum vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden : 21 november

Nadere informatie

Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg

Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg Versie 16 juni 2016 701948 Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg Opsteller: C.M. Woltering Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Datum: 16-06-2016 Datum: 16-06-2016

Nadere informatie

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen maart 204 Inhoud. Inleiding... 2. Beleidsregel algemeen... 2 3. Beleidsregel bebouwing... 3 4. Beleidsregel kabels en leidingen... 8 5. Beleidsregel buitengewoon

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017. Watervergunning Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht Datum 16 juni 2017 Zaaknummer 13429 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 post@hdsr.nl

Nadere informatie

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik Voornemen Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is voornemens, gelet op artikel

Nadere informatie

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen 13 juni 2013 Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Beleidsregel algemeen... 2 3. Beleidsregel bebouwing... 3 4. Beleidsregel kabels en leidingen... 8 5. Beleidsregel

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Auteur: N. van Rooij District: Raam Inhoudsopgave Pagina 1 van 7 Leeswijzer... 3 DEEL

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Dit Projectplan gaat over het aanpassen van de Heelsumse beek vanaf de N225 tot aan de

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 3 juli 2014 Status definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, N.Landsman Telefoon 088 7972502 Email contractenbuffet@rws.nl

Nadere informatie

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Besteksfase 701897 Datum: 29 augustus 2016 Datum: 29 augustus

Nadere informatie

Projectplan Watergebiedsplan Zoeterwoude- Zoetermeer

Projectplan Watergebiedsplan Zoeterwoude- Zoetermeer Projectplan Watergebiedsplan Zoeterwoude- Zoetermeer projectnummer: (Ontwerp) Projectplan op basis van Archimedesweg 1 CORSA nummer: 17.038168 postadres: postbus 156 auteur: Marieke Desmense 2300 AD Leiden

Nadere informatie

Projectplan Vispassage Zwarte Haan

Projectplan Vispassage Zwarte Haan Projectplan Vispassage Zwarte Haan Wetterskip Fryslan Cluster Projecten December 2012 D.M. de Vries 2 1 Inleiding 4 2 Doelstelling van het project 5 2.1 Hoofddoelstelling 5 2.2 Nevendoelstellingen 5 3

Nadere informatie

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok)

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT Datum: 27 04-2011 Kopie: Archief Opdrachtgever Teamleider Projectleider

Nadere informatie

Verslag van inspraak dijkverbeteringsplan Ringdijk Watergraafsmeer

Verslag van inspraak dijkverbeteringsplan Ringdijk Watergraafsmeer Datum 8 juni 2018 Verslag van inspraak dijkverbeteringsplan Ringdijk Watergraafsmeer Ons kenmerk 18.030662 Projectnummer 01.1015 S.L.S. Versluis Inhoud Inhoud 3 1 Inleiding 5 2 Procedure 5 3 Advertentie

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570 Watervergunning Voor het dempen, graven en verbreden van (een) watergang(en) en het aanleggen van plasbermen op de locatie bij Heeswijk 120 in Montfoort Datum 27 september 2017 Zaaknummer 16570 Poldermolen

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie 4 2.1 Plangebied 4 2.2 Vigerende bestemmingsplan 4 2.3 bestaande situatie 5 3. Gewenste ontwikkeling 5 4. Milieu 5 5. Planbeschrijving 8 6. Inspraak 8 7.

Nadere informatie

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe PROJECTPLAN WATERWET Datum 14 december 2015 Projectnummer P205508 Onderwerp Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit het

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Watervergunning Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Datum 4 juli 2017 Zaaknummer 13832 Poldermolen 2 Postbus

Nadere informatie

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam Datum 17 april 2018 Kenmerk DMS2018-0011879 Zaaknummer WN2018-000943 Watervergunning voor het aanbrengen van 2.550 m 2 verhard oppervlak op het voormalige voetbalveld

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

Projectplan Aanleg stuwen skivijver te Naaldwijk, Gemeente Westland

Projectplan Aanleg stuwen skivijver te Naaldwijk, Gemeente Westland Projectplan Aanleg stuwen skivijver te Naaldwijk, Gemeente Westland Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief (versie 2) Projectfase: Projectnummer: Schetsontwerp 702048 Datum: 24 juli 2018 Datum:

Nadere informatie

PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet

PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet Verwijderen 2 bruggen vervangen door 2 duikers in Zandhoekse Loop en Landmeersche Loop Pagina 1 van 6 26-3-2019 projectplan verwijderen

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866 Watervergunning Voor het slopen van een woning en het afdekken van de fundering met grond bij een waterkering op de locatie bij Provincialeweg Oost 29 in Haastrecht Datum 17 oktober 2017 Zaaknummer 16866

Nadere informatie

Brede Afspraak Archeologie

Brede Afspraak Archeologie Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum Status 7 oktober 2016 definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, Nico Landsman Telefoon 088 7972502 Email

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld GEMEENTE HOOGEVEEN Wijzigingsplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord Vastgesteld 18 Mei 2010 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief 3 Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 6 april 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat DI-IMG Informatie Contractenbuffet IMG, N. Landsman Telefoon 088 7972502 Fax contractmanagement.img@rws.nl

Nadere informatie

Projectplan Verlegging Waterkering Kerkstraat Loenen aan de Vecht

Projectplan Verlegging Waterkering Kerkstraat Loenen aan de Vecht Projectplan Verlegging Waterkering Kerkstraat Loenen aan de Vecht 1 AANLEIDING EN DOEL De waterkering tussen de Dorpsstraat en de N402 is in de vigerende legger van AGV uit 07 niet correct weergegeven.

Nadere informatie

Projectplan Stuwput Handellaan gemeente Westland

Projectplan Stuwput Handellaan gemeente Westland Projectplan Stuwput Handellaan gemeente Westland Opsteller: P. Jol Status: Concept Projectfase: Projectnummer: Besteksfase 701666 Datum: 29-04-2014 Kopie: Archief Opdrachtgever Teamleider Projectleider

Nadere informatie

Verslag van inspraak. Dijkverbeteringsplan de Horn Dijktraject Utrechtsweg [VO2-243B] I. Mulders W. Bogaard. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

Verslag van inspraak. Dijkverbeteringsplan de Horn Dijktraject Utrechtsweg [VO2-243B] I. Mulders W. Bogaard. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan de Horn Dijktraject Utrechtsweg [VO2-243B] I. Mulders W. Bogaard Datum 6 oktober 2015 Ons kenmerk 15.116944 Korte Ouderkerkerdijk

Nadere informatie

Wegenbouwbedrijf J. Rutte B.V.

Wegenbouwbedrijf J. Rutte B.V. Wegenbouwbedrijf J. Rutte B.V. Datum 5 juni 2018 Kenmerk DMS2018-0023700 Zaaknummer WN2018-003783 Watervergunning voor het plaatsen van een hulpconstructie in het oppervlaktewater om de werkzaamheden die

Nadere informatie

bouwen van een kademuur aan de Polygoongracht ter hoogte van Ad Windighof 4 in Amsterdam IJburg

bouwen van een kademuur aan de Polygoongracht ter hoogte van Ad Windighof 4 in Amsterdam IJburg Vergunninghouder Datum 9 juni 2017 Casecode W-17.01294 Kenmerk 17.088844 Watervergunning bouwen van een kademuur aan de Polygoongracht ter hoogte van Ad Windighof 4 in Amsterdam IJburg OLO kenmerk 2995453

Nadere informatie

gelet op artikel 3.16 Keur AGV 2011 en het bepaalde in beleidsregel 16 Beleidsregels Keurvergunningen AGV 2011,

gelet op artikel 3.16 Keur AGV 2011 en het bepaalde in beleidsregel 16 Beleidsregels Keurvergunningen AGV 2011, Algemene regels hoogwatervoorzieningen Aetsveldse Polder West Het Dagelijks Bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht; gelet op artikel 3.16 Keur AGV 2011 en het bepaalde in beleidsregel

Nadere informatie

Algemene regels hoogwatervoorzieningen Hoeker- Garstenpolder

Algemene regels hoogwatervoorzieningen Hoeker- Garstenpolder Algemene regels hoogwatervoorzieningen Hoeker- Garstenpolder Het Dagelijks Bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht; gelet op artikel 3.16 Keur AGV 2011 en het bepaalde in beleidsregel 16

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het verwijderen van een brug en het aanleggen van een dam met duiker op de locatie bij Gruttostraat 1 in Benschop

Watervergunning. Voor het verwijderen van een brug en het aanleggen van een dam met duiker op de locatie bij Gruttostraat 1 in Benschop Watervergunning Voor het verwijderen van een brug en het aanleggen van een dam met duiker op de locatie bij Gruttostraat 1 in Benschop Datum 14 juli 2017 Zaaknummer 13919 Poldermolen 2 Postbus 550 3990

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Visvriendelijk waterbeheer. Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk

Visvriendelijk waterbeheer. Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk et Visvriendelijk waterbeheer Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk Visvriendelijk waterbeheer Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Verbetering peilscheiding polder abessinië (reeuwijk) Projectplan op basis van artikel 5.4 van de Waterwet

Verbetering peilscheiding polder abessinië (reeuwijk) Projectplan op basis van artikel 5.4 van de Waterwet Verbetering peilscheiding polder abessinië (reeuwijk) Projectplan op basis van artikel 5.4 van de Waterwet Archimedesweg 1 CORSA nummer: 16.10198 postadres: postbus 156 auteur: Marieke Desmense 2300 AD

Nadere informatie

: Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal

: Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal Onderwerp Status : Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal : Ontwerpbesluit Datum vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden : 3 december

Nadere informatie

Projectplan Vervangen stuw , polder Schieveen. Gemeente Rotterdam

Projectplan Vervangen stuw , polder Schieveen. Gemeente Rotterdam Projectplan Vervangen stuw 217472, polder Schieveen Gemeente Rotterdam Opsteller: Esmeralda Jansens Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Schetsontwerp 100087-03.430925 Datum: 21 juni 2018 Datum:

Nadere informatie

Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland

Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT pagina 1 Van 7 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Beschrijving

Nadere informatie

Projectplan Holsdiek Orvelte

Projectplan Holsdiek Orvelte Projectplan Holsdiek Orvelte Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl Telefoonnummer: 088 2331200 Datum:

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Aanhef Op 17 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Provincie Utrecht mevrouw

Nadere informatie

Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle

Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle Definitieve versie, april 2013 Waterschap Groot Salland Daartoe gemandateerd door het dagelijks bestuur van het waterschap, besluit de secretaris-directeur van het

Nadere informatie

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering 5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.1 eerste lid onder b: Zonder vergunning van het bestuur is het verboden gebruik

Nadere informatie

Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland

Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland Opsteller: Rienke Dekker Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Definitief ontwerp 701581 Datum: 25 april 2012 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

Conditionerende onderzoeken bij dijkversterking

Conditionerende onderzoeken bij dijkversterking Conditionerende onderzoeken bij dijkversterking Wat houdt dat in? sterke dijken schoon water Voor het maken van een dijkontwerp en voor de uitvoering van de dijkversterking heeft het waterschap veel informatie

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 13 juli Zaaknummer 13497

Watervergunning. Datum 13 juli Zaaknummer 13497 Watervergunning Voor het graven en dempen van watergangen en het aanleggen en verwijderen van dammen met duiker op de locatie Laag Nieuwkoop 30 in Kockengen Datum 13 juli 2017 Zaaknummer 13497 Poldermolen

Nadere informatie

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W De heer D. Verweij Datum 2 juni 2015 Casecode W-14.03094 Kenmerk 14.116186 Ambtshalve intrekkingsbesluit Onderbemalingsvergunning met kenmerk 26.04.88.20 Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584 Watervergunning Voor het hebben van een tijdelijke gedeeltelijke verondieping in een tertiair oppervlaktewaterlichaam (=natuursloot) op de locatie achter Meije 89 te Bodegraven Datum 29 augustus 2017 Zaaknummer

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142 WATERVERGUNNING Voor het vervangen van een verkeersregelinstallatiekast (VRI kast) bij een watergang en een waterkering op de locatie Boerendijk ter hoogte van de brug in de Chrysantstraat in Woerden Datum

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Bestemmingsplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Pagina 3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 5 2. Bestaande situatie 5 2.1 Plangebied 5 2.2 Vigerende bestemmingsplan 5 2.3 bestaande situatie 6 3. Gewenste ontwikkeling

Nadere informatie

Projectplan Aanpassingen secundaire waterkeringen A601 en A602 in Amsterdam Noord

Projectplan Aanpassingen secundaire waterkeringen A601 en A602 in Amsterdam Noord Projectplan Aanpassingen secundaire waterkeringen A601 en A602 in Amsterdam Noord Dit projectplan dient om een aantal wijzigingen aan de secundaire waterkeringen A601 en A602 te Amsterdam Noord te beschrijven

Nadere informatie

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3 REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3 Reactienota Overleg en Inspraak Bestemmingsplan Waterland - Broekermeerdijk 30-Middenweg 1-3 Code 1212102 /

Nadere informatie

Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht

Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht 2 15 Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht 3 15 Inhoudsopgave Leeswijzer... 5 Hoofdstuk 1

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 27 juli Zaaknummer 14885

Watervergunning. Datum 27 juli Zaaknummer 14885 Watervergunning Voor het graven van een watergang ter compensatie van het versneld afvoeren en lozen van hemelwater vanaf nieuw verhard oppervlak op de locatie Van Musschenbroekbaan 13 in Nieuwegein Datum

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Opsteller: N. Verhoof-Schuil Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Voorontwerpfase 701700 Datum: 17-01-2013 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

Projectplan Waterwet

Projectplan Waterwet Projectplan Waterwet Verplaatsen stuw 280 DHS Nieuwe Ervenloop nabij de Ploegstraat te Someren-Eind Document titel Projectplan Waterwet Verplaatsen stuw 280 DHS Nieuwe Ervenloop nabij de Ploegstraat te

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017 Watervergunning Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt Datum 19 juni 2017 Zaaknummer 13121 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634

Nadere informatie

Dijkversterking Omringkade Marken

Dijkversterking Omringkade Marken Dijkversterking Omringkade Marken Het ontwerp Projectgroep/klankbordgroep 19 juni 2012 Welkom! Doel van deze bijeenkomst: Toelichting geven op ontwerp dijkversterking Gedachten wisselen over dilemma s

Nadere informatie

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel

Nadere informatie

Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland

Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bodem Op 21 mei 2008 heeft er door Wareco Ingenieurs een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden. Bij het uitgevoerde bodemonderzoek

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 3, ontheffing soorten Datum besluit : 6 april 2018 Onderwerp : Wet natuurbescherming - 2017-016696

Nadere informatie

Ontwerpbesluit Projectplan Verbetering Laakkade fase 3a/ Laakverbreding/ Laakzone fase A

Ontwerpbesluit Projectplan Verbetering Laakkade fase 3a/ Laakverbreding/ Laakzone fase A Ontwerpbesluit Projectplan Verbetering Laakkade fase 3a/ Laakverbreding/ Laakzone fase A 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? De Laakkades moeten voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen

Nadere informatie

ALGEMENE REGELS WATERKWANTITEIT KEUR WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5

ALGEMENE REGELS WATERKWANTITEIT KEUR WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5 Artikel 1 Begripsbepalingen a. Steiger: constructie, die over een oppervlaktewaterlichaam is geplaatst en is verankerd in het achterliggende perceel. b. Natuurvriendelijke

Nadere informatie

Algemene regels hoogwatervoorzieningen Polder Gansenhoef (BBV )

Algemene regels hoogwatervoorzieningen Polder Gansenhoef (BBV ) Algemene regels hoogwatervoorzieningen Gansenhoef (BBV15.0361) Het Dagelijks Bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht; gelet op artikel 3.16 Keur AGV 2011 en het bepaalde in beleidsregel

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam Verkeer en Openbare Ruimte. Het verlengen van een snelfietspad ter hoogte van de Oostzanerdijk 180 in Amsterdam

Gemeente Amsterdam Verkeer en Openbare Ruimte. Het verlengen van een snelfietspad ter hoogte van de Oostzanerdijk 180 in Amsterdam Gemeente Amsterdam Verkeer en Openbare Ruimte Datum 18 januari 2017 Kenmerk 16.170742/W-16.03034 Wijzigingsbesluit Het verlengen van een snelfietspad ter hoogte van de Oostzanerdijk 180 in Amsterdam Uw

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Liander Infra West NV. Wijzigingsvergunning. Overdiemerweg 37 in Diemen

Liander Infra West NV. Wijzigingsvergunning. Overdiemerweg 37 in Diemen Liander Infra West NV Overdiemerweg 37 in Diemen Datum 23 maart 2016 Casecode W-16.00815 Kenmerk 16.032012 Wijzigingsvergunning voor het vervangen van middenspanningskabels onder de brug over het koelwaterkanaal

Nadere informatie

Projectplan Waterwet No-Regret maatregelen regionale keringen Groningen; deelgebied A2

Projectplan Waterwet No-Regret maatregelen regionale keringen Groningen; deelgebied A2 Groningen; deelgebied A2 projectnr. 343811 revisie 0 9 oktober 2018 auteur(s) Opdrachtgever Waterschap Noorderzijlvest Postbus 18 9700 AA Groningen Inhoud 1 No-Regret... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2

Nadere informatie

Concept. Legger van de Boezemwateren van Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam Achtergronddocument. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

Concept. Legger van de Boezemwateren van Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam Achtergronddocument. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Legger van de Boezemwateren van Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam Achtergronddocument Concept Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Roderik Bijlard De uitvoerende taak van het Hoogheemraadschap Amstel,

Nadere informatie

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Ontwerp projectplan Deurzerdiep Anreeperdiep Nummer: Bestuursstukken\1548 Agendapunt: 11 DB: Ja 10-2-2014 BPP: Ja 5-3-2014 Workflow Opsteller: Harriët Bosman, 0598-693226 Beleid, Projecten en

Nadere informatie

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier. MEMO Aan: Koos verbeek Van: J. den Dulk Datum: 23 mei 2007 Onderwerp: Stand van zaken maatregelen ter voorkoming wateroverlast Oranjebuurt, De Lier Bijlagen: Functioneel programma van eisen voor de verbetering

Nadere informatie