Schadevaststelling bij nadeelcompensatie onder de Omgevingswet: een deels nieuwe peildatum en vergelijkingsmaatstaf

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schadevaststelling bij nadeelcompensatie onder de Omgevingswet: een deels nieuwe peildatum en vergelijkingsmaatstaf"

Transcriptie

1 <Rubriek: Wetenschap> <O&A 2017/62> Mr. dr. D.G.J. Sanderink 1 Schadevaststelling bij nadeelcompensatie onder de Omgevingswet: een deels nieuwe peildatum en vergelijkingsmaatstaf Recent is (het concept van) het wetsvoorstel van de Invoeringswet Omgevingswet gepubliceerd. Dit wetsvoorstel stelt ten opzichte van het huidige stelsel van nadeelcompensatie en planschade fundamentele wijzingen voor ten aanzien van de schadevaststelling. Het gaat dan om situaties waarin sprake is van indirecte schade, omdat de schadevaststelling bij directe schade niet wijzigt. Bij indirecte schade verschuift het moment waarop het recht op schadevergoeding ontstaat en wijzigt de vergelijkingsmaatstaf. Deze bijdrage bespreekt de overeenkomsten en verschillen tussen de schadevaststelling in het huidige stelsel van nadeelcompensatie en planschade en het voorgestelde stelsel. De wijzigen bij de vaststelling van indirecte schade worden beoordeeld en geconcludeerd wordt dat het voorgestelde stelsel op het punt van schaduwschade onevenwichtig is. 1. Inleiding De nadeelcompensatieregeling van art. 4:126 e.v. Algemene wet bestuursrecht (Awb) is reeds begin 2013 in het Staatsblad verschenen, maar nog altijd niet in werking getreden. 2 Het wordt algemeen aangenomen dat de inwerkingtreding vooral vertraging heeft opgelopen door de vraag hoe die algemene nadeelcompensatieregeling zich moet verhouden tot het omgevingsrecht. 3 De regering lijkt die vraag voor zichzelf eindelijk beantwoord te hebben. Nadat zij op 5 januari 2017 een voorontwerp van de Invoeringswet Omgevingswet had gepubliceerd, heeft zij namelijk op 30 juni 2017 (het concept van) het wetsvoorstel voor deze invoeringswet voor advies aan de Raad van State voorgelegd. 4 Daarin is in afdeling 15.1 Omgevingswet een nadeelcompensatieregeling voor het omgevingsrecht opgenomen en wordt de verhouding tot art. 4:126 e.v. Awb geregeld. Het wetsvoorstel stelt belangrijke wijzigingen ten opzichte van het huidige stelsel van nadeelcompensatie en planschade voor. Deze wijzigingen worden in dit themanummer van Overheid en Aansprakelijkheid besproken. Eén van de meest fundamentele wijzigingen betreft de deels nieuwe wijze waarop wordt vastgesteld of sprake is van schade en het moment waarop het recht op nadeelcompensatie ontstaat. 5 Deze bijdrage bespreekt deze wijziging. 1 Dirk Sanderink is advocaat bij Damsté advocaten notarissen en research fellow bij de vaksectie Bestuursrecht van de Radboud Universiteit Nijmegen. 2 Zie Stb. 2013, Zie ook G.M. van den Broek en M.K.G. Tjepkema, De regeling van planschadevergoeding in de Omgevingswet. Ondoordachte voorstellen met rigoureuze gevolgen, NJB 2016/1942 (p ) i.h.b Naar (het concept van) het wetsvoorstel van de Invoeringswet Omgevingswet verwijs ik hierna kortheidshalve ook wel als het wetsvoorstel. Bij het verwijzen naar artikelen uit dit wetsvoorstel noem ik het artikel gevolgd door Omgevingswet, aangezien het wetsvoorstel de bepalingen over nadeelcompensatie toevoegt aan de reeds in het Staatsblad verschenen Omgevingswet (Stb. 2016, 156). Het bijbehorende concept van de memorie van toelichting zal kortheidshalve worden aangeduid als MvT. 5 Het wetsvoorstel spreekt alleen nog van nadeelcompensatie. De termen planschade en tegemoetkoming in (plan)schade behoren daarmee straks tot het verleden. In navolging daarvan gebruik ik in deze bijdrage voor de toekomstige situatie slechts de term nadeelcompensatie. De termen planschade en vergoeding van planschade gebruik ik alleen voor de huidige schade en tegemoetkoming als bedoeld in art. 6.1 e.v. Wet ruimtelijke ordening (Wro). 1

2 2. Schadevaststelling naar huidig planschade- en nadeelcompensatierecht 2.1 Nadeelcompensatie In het huidige en nieuwe stelsel van nadeelcompensatie kan alleen recht op nadeelcompensatie bestaan, indien de benadeelde schade lijdt als gevolg van een rechtmatige uitoefening van een publiekrechtelijke bevoegdheid of taak. Dit impliceert dat bij de beoordeling van een verzoek om nadeelcompensatie vastgesteld moet worden of sprake is van schade en, zo ja, welke omvang de schade heeft. Deze vaststelling van de schade vindt plaats door een vergelijking te maken tussen de financiële situatie waarin een benadeelde zich daadwerkelijk bevindt en de hypothetische financiële situatie waarin hij zich zou hebben bevonden indien het betreffende schadeveroorzakende handelen of nalaten niet had plaatsgevonden. 6 Bij deze vergelijking gaat het bij nadeelcompensatie (althans in het geval van indirecte schade) in beginsel om de financiële situatie waarin de benadeelde zich feitelijk bevindt en de financiële situatie waarin hij zich feitelijk zou hebben bevonden als het betreffende schadeveroorzakende handelen of nalaten (bijvoorbeeld de feitelijke werkzaamheden aan infrastructuur) niet had plaatsgevonden. 7 Het moment waarop (de omvang van) de schade moet worden vastgesteld (de peildatum) is bij nadeelcompensatie in het algemeen het moment waarop de schade door de benadeelde daadwerkelijk wordt geleden. 8 Indien de schade het gevolg is van een besluit (waaronder begrepen eventuele feitelijke handelingen ter uitvoering van zo n besluit en/of eventuele feitelijke handelingen die zo n besluit rechtens toestaat), wordt dit uitgangspunt bij schade in de vorm van waardevermindering van (onroerende) zaken in beginsel aldus toegepast dat de schade moet worden berekend naar het moment van de inwerkingtreding van het besluit door een vergelijking te maken tussen de waarde van de zaak direct vóór en na de inwerkingtreding. 9 Bij tijdelijke inkomensschade (bijvoorbeeld doordat een bedrijf tijdelijk minder bereikbaar is door infrastructurele werkzaamheden) wordt de schade berekend over de periode waarin het inkomen gederfd wordt. 10 Bij permanente inkomensschade (bijvoorbeeld doordat een bedrijf blijvend minder bereikbaar is door een wijziging van infrastructuur of doordat een besluit bepaalde bedrijfsactiviteiten blijvend onmogelijk maakt) wordt de schade echter doorgaans berekend door het jaarlijks gederfde inkomen te kapitaliseren met een bepaalde factor (die doorgaans voor eigenaren tien en voor 6 Zie bijvoorbeeld ABRvS 15 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1650, AB 2016/363, m.nt. Tjepkema (r.o. 11.1). Zie ook M.K.G. Tjepkema, Nadeelcompensatie op basis van het égalitébeginsel, Deventer: Kluwer 2010, p Deze wijze van schadevaststelling is een algemeen beginsel van schadevergoedingsrecht en zij wordt daarom ook in het burgerlijke recht gehanteerd (zie bijvoorbeeld HR 11 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BX9830, NJ 2013/48 (Griffioen/De Groot) en HR 26 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0539): Dat beginsel brengt mee dat de omvang van de schade wordt bepaald door een vergelijking van de toestand zoals deze in werkelijkheid is met de toestand zoals die (vermoedelijk) zou zijn geweest indien het schadeveroorzakende feit niet zou hebben plaatsgevonden. 7 Zie ABRvS 2 juli 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2396 en ABRvS 9 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1198, AB 2015/184, m.nt. Tjepkema, JB 2014/110. Zie ook M.A.E. Planken en R.J.R. Hazen, De planschadevergoedingsregeling in de Omgevingswet. Oplossing of probleem?, O&A 2017/5 (p ) i.h.b. 36 en I.P.A. van Heijst, Planschade en nadeelcompensatie, Amsterdam: Berghauser Pont Publishing 2017, p Zie ook Van Heijst 2017, p. 211 en Tjepkema 2010, p Dit is ook in het burgerlijke recht het geval (zie HR 11 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BX9830 (Griffioen/De Groot)). 9 Zie ook Van Heijst 2017, p. 211 en Tjepkema 2010, p Zie ook bijvoorbeeld ABRvS 27 februari 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ2513. Overigens kan een waardevermindering alleen voor vergoeding in aanmerking komen, indien zij een duurzaam (niet-tijdelijk) karakter heeft (zie bijvoorbeeld ABRvS 30 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3168). 10 Zie bijvoorbeeld ABRvS 15 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1650 (r.o ). 2

3 huurders zeven is) op het moment van de inwerkingtreding van het besluit dat de oorzaak van de schade is Planschade Ook bij de beoordeling van een verzoek om vergoeding van planschade moet vastgesteld worden of sprake is van schade en, zo ja, welke omvang de schade heeft. Anders dan bij een verzoek om nadeelcompensatie vindt deze vaststelling echter niet plaats aan de hand van een vergelijking van de feitelijke financiële situatie waarin de benadeelde zich daadwerkelijk bevindt met de feitelijke financiële situatie waarin hij zich zou hebben bevonden als het betreffende schadeveroorzakende handelen of nalaten niet had plaatsgevonden. Bij de vaststelling van (de omvang van) de schade als gevolg van een planologisch besluit als bedoeld in art. 6.1 lid 2 Wro zijn niet de feitelijke situaties vóór en na inwerkingtreding van dat besluit van belang, maar slechts de situaties die vóór en na inwerkingtreding van dat besluit juridisch maximaal mogelijk waren, ongeacht of die mogelijkheden feitelijk zijn of naar verwachting zullen worden verwezenlijkt. Voor de vaststelling van (de omvang van) de schade dient derhalve een vergelijking gemaakt te worden tussen de maximale mogelijkheden die het oude planologische regime bood en de maximale mogelijkheden die het nieuwe planologische regime biedt. Bij de beoordeling van een verzoek om vergoeding van planschade als gevolg van planologische ontwikkelingen op gronden van derden, moet worden uitgegaan van de voor de aanvrager meest ongunstige invulling van de planologische mogelijkheden van die gronden. Slechts indien realisering van de maximale mogelijkheden met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden uitgesloten, kan aanleiding bestaan om van dit uitgangspunt af te wijken. 12 Bij schade in de vorm van waardevermindering van een onroerende zaak moet de schade worden berekend naar het moment van de inwerkingtreding van het besluit (de peildatum) door een vergelijking te maken tussen de waarde van de zaak direct vóór en na de inwerkingtreding. 13 Bij permanente inkomensschade wordt de schade (net als bij nadeelcompensatie) doorgaans berekend door het jaarlijks gederfde inkomen te kapitaliseren met een bepaalde factor op het moment van de inwerkingtreding van het planologische besluit dat de oorzaak van de schade is. De inkomensschade wordt berekend door het inkomen in de periode waarin het inkomen daadwerkelijk geheel of gedeeltelijk gederfd wordt (welke periode niet direct hoeft aan te vangen op het moment van inwerkingtreding van het planologische besluit omdat de feitelijke uitvoering ervan vaak later zal plaatsvinden), te vergelijken met het inkomen dat de benadeelde in die periode naar verwachting zou hebben gehad als het schadeveroorzakende planologische besluit niet was genomen en uitgevoerd Zie bijvoorbeeld ABRvS 18 januari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:127 (r.o. 28, 32 en 42), ABRvS 30 mei 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW6926 (r.o. 2.27, 2.38 en 2.45), ABRvS 16 mei 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW5932, JB 2012/164 en ABRvS 27 juni 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA8139. Hoewel de inkomensschade permanent is, krijgt de benadeelde dus geen vergoeding voor een oneindig aantal jaren waarin het inkomen gederfd wordt. Door de kapitalisatiefactor wordt de vergoeding gemaximeerd. Indien de inkomensschade niet direct na de inwerkingtreding van het schadeveroorzakende besluit intreedt doordat de feitelijke handelingen ter uitvoering ervan pas later plaatsvinden, mogen de inkomsten die de benadeelde heeft verworven in de periode tussen de inwerkingtreding en de feitelijke uitvoering in mindering worden gebracht op de vergoeding voor de inkomensschade (zie de genoemde rechtspraak). 12 Zie voor een en ander onder meer de overzichtsuitspraak ABRvS 28 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2582, AB 2016/399, m.nt. Van den Broek en Tjepkema, r.o Zie ook uitgebreid Van Heijst 2017, p Zie bijvoorbeeld ABRvS 28 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2582, r.o. 4.2 en 4.6. Zie ook Van Heijst 2017, p. 75 en 78. Overigens kan ook bij planschade een waardevermindering alleen voor vergoeding in aanmerking komen, indien zij een duurzaam (niet-tijdelijk) karakter heeft (zie bijvoorbeeld ABRvS 23 oktober 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1621, r.o. 6.1). 14 Zie Van Heijst 2017, p. 75 en 85. Zie voor een goed voorbeeld ABRvS 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:906. 3

4 Van belang is in dit verband overigens dat inkomensschade in beginsel alleen voor vergoeding in aanmerking kan komen, indien op het moment van inwerkingtreding van het schadeveroorzakende planologische besluit al inkomen werd verworven met de betreffende activiteit De schadevaststelling bij directe schade: geen wijziging onder de Omgevingswet In afwijking van art. 4:126 Awb introduceert het wetsvoorstel in art lid 1 Omgevingswet een limitatieve lijst van schadeveroorzakende overheidsmaatregelen die aanleiding kunnen zijn voor een recht op nadeelcompensatie. 16 Anders dan de huidige limitatieve lijst van art. 6.1 lid 2 Wro bestrijkt die lijst het gehele omgevingsrecht en bevat zij niet alleen planologische besluiten. De in art lid 1 Omgevingswet genoemde besluiten (zoals het omgevingsplan, de waterschapsverordening, de omgevingsverordening en de omgevingsvergunning) hebben immers alle betrekking op de fysieke leefomgeving (in het algemeen), waarvan blijkens art. 1.2 lid 2 Omgevingswet onder meer bouwwerken, infrastructuur, water, bodem, lucht en natuur deel uitmaken. Dit betekent dat niet alleen de schaderegeling van het huidige art. 6.1 Wro ten aanzien van schade als gevolg van planologische besluiten opgaat in de regeling van art e.v. Omgevingswet, maar ook bijvoorbeeld de regeling van art Waterwet betreffende schade als gevolg van de uitoefening van een taak of bevoegdheid in het kader van het waterbeheer en de regeling van art. 4.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ten aanzien van onder meer schade als gevolg van de wijziging of intrekking van omgevingsvergunningen. 17 Het wetsvoorstel bevat voor de schadevaststelling bij directe schade geen wijzigingen. 18 Directe schade is schade die het gevolg is van overheidsmaatregelen (vooral besluiten) die juridische beperkingen van het gebruik van eigendommen of de uitoefening van andere goederenrechtelijke of verbintenisrechtelijke rechten (bijvoorbeeld een opstalrecht of huurrecht) tot gevolg hebben. 19 Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om de wijziging van een omgevingsplan of verordening waardoor bepaalde gebruiksmogelijkheden van gronden vervallen of worden beperkt, maar ook om de wijziging of intrekking van een omgevingsvergunning die tot gevolg heeft dat de gebruiksmogelijkheden van eigendommen of andere goederenrechtelijke of verbintenisrechtelijke rechten vervallen of verminderen. 20 Bij directe schade moet de omvang van de schade volgens de MvT (net als onder de huidige Wro) vastgesteld worden door de maximale mogelijkheden voor en na het nemen van het besluit te vergelijken. 21 Dat betekent dat de financiële situatie (vooral de waarde van een onroerende zaak en/of het inkomen 22 ) bij de maximale gebruiksmogelijkheden onder het oude rechtsregime vergeleken wordt met de financiële situatie bij de maximale gebruiksmogelijkheden onder het nieuwe rechtsregime dat door het schadeveroorzakende besluit tot stand is gebracht. Het ligt mijns inziens verder voor de hand de schade bij waardevermindering, tijdelijke inkomensschade en permanente inkomensschade te 15 Zie bijvoorbeeld ABRvS 28 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2582, r.o. 4.8 en ABRvS 23 oktober 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1621, r.o Zie ook Van Heijst 2017, p Zie voor het limitatieve en exclusieve karakter van deze lijst MvT, p. 23 en Zie MvT, p Zie MvT, p. 171 en vergelijk ten aanzien van het voorontwerp ook Planken en Hazen 2017, p Zie ook D.G.J. Sanderink, Het EVRM en het materiële omgevingsrecht (diss. Nijmegen), Deventer: Kluwer 2015, p Vergelijk Sanderink 2015, p Zie MvT, p Dit is logisch, omdat bij directe schade (anders dan bij indirecte schade) de directe schadeoorzaak niet een (hinderlijke) activiteit is maar de juridische beperkingen die door een besluit aan gebruiksmogelijkheden worden gesteld. 22 Daarnaast kunnen ook bijvoorbeeld bepaalde kosten die moeten worden gemaakt om aan een besluit te voldoen, voor vergoeding in aanmerking komen (zie MvT, p ). 4

5 berekenen naar het moment en op de wijze waarop dergelijke schade in het nadeelcompensatierecht thans ook wordt berekend De schadevaststelling bij indirecte schade: verschuiving van de peildatum en vergelijking van feitelijke situaties Voor de vaststelling van de schade bij indirecte schade bevat het wetsvoorstel fundamentele wijzigingen ten opzichte van het huidige stelsel. Indirecte schade is schade die het gevolg is van overheidsmaatregelen die in de omgeving van eigendommen of zaken waarop andere goederenrechtelijke of verbintenisrechtelijke rechten rusten, bepaalde werken en/of activiteiten toestaan of zelf tot stand brengen. 24 Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om (een projectbesluit voor) de aanleg of verbreding van een snelweg die de waarde van nabij gelegen woningen doet dalen. In het voorgestelde stelsel van nadeelcompensatie onder de Omgevingswet is de peildatum voor het vaststellen van de schade niet de datum van inwerkingtreding van een omgevingsplan, waterschapsverordening, omgevingsverordening of algemene maatregel van bestuur (hierna: AMvB). Art lid 2 Omgevingswet bepaalt namelijk dat alleen de omgevingsvergunning als schadeveroorzakend besluit geldt, als voor een schadeveroorzakende activiteit een omgevingsvergunning is vereist op grond van een van die besluiten. 25 Als voor een schadeveroorzakende activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, kan een aanvraag om schadevergoeding ingevolge art lid 1 Omgevingswet bovendien pas worden ingediend zodra over de activiteit aan het bevoegd gezag informatie is verstrekt (bij een informatieplicht) of zodra met de activiteit is begonnen (in andere gevallen). 26 Deze bepalingen brengen met zich dat (anders dan in het huidige planschaderecht) niet reeds een recht op nadeelcompensatie bestaat bij de wijziging van een planologisch regime. 27 De reden om het ontstaan van het recht op nadeelcompensatie in de tijd naar achteren te verplaatsen is volgens de MvT dat het op het moment van vaststellen van een omgevingsplan, verordening of AMvB nog niet duidelijk is van welke mogelijkheden die zij bieden gebruik wordt gemaakt, waardoor een reële inschatting van de schade op dat moment niet goed mogelijk is. Op het moment van vergunningverlening, informatieverstrekking of het feitelijk beginnen met de activiteit, is wel vast te stellen of en, zo ja, in hoeverre schade optreedt. 28 Indien voor de schadeveroorzakende activiteit een omgevingsvergunning nodig is, is volgens de MvT het moment waarop de omgevingsvergunning wordt verleend bepalend voor het vaststellen van de omvang van de schade. 29 Dit betekent dat bij het vaststellen van de omvang van schade in de vorm van waardevermindering van een onroerende zaak de schade wordt vastgesteld aan de hand van een vergelijking van de waarde van de onroerende zaak direct voor en direct na de verlening van de omgevingsvergunning. 30 Voor gevallen waarin de schade in de vorm van waardevermindering van een onroerende zaak het gevolg is van een activiteit waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist, bepaalt art lid 2 Omgevingswet uitdrukkelijk dat de schade wordt vastgesteld aan de hand van een vergelijking van de waarde van de onroerende zaak onmiddellijk voor en na het tijdstip waarop de op grond van een informatieplicht vereiste informatie door de initiatiefnemer is verstrekt of, als die 23 Zie hiervoor paragraaf Zie ook Sanderink 2015, p De directe oorzaak van de schade is in deze situatie de activiteit en niet de omgevingsvergunning, maar de schade wordt juridisch toegerekend aan de omgevingsvergunning. Zonder de toerekening van de schade aan een besluit van de overheid valt immers geen overheidsaansprakelijkheid te construeren, indien de activiteit door een burger wordt verricht. Ingevolge art lid 3 Omgevingswet geldt een projectbesluit overigens ook als exclusieve schadeoorzaak ten opzichte van een omgevingsplan (zie ook MvT, p. 174). 26 Ook in deze situaties is de directe oorzaak van de schade de activiteit, maar de schade wordt hier juridisch toegerekend aan het omgevingsplan, de verordening of de AMvB (vergelijk MvT, p. 176). 27 Zie ook MvT, p , 172, 174 en Zie MvT, p , en Zie MvT. p Zie MvT. p

6 informatie niet is verstrekt, onmiddellijk voor en na het tijdstip waarop met de activiteit is begonnen. 31 In de overige gevallen worden volgens de MvT geen regels gesteld over de vaststelling van de schade, omdat dat aansluit bij de huidige praktijk van nadeelcompensatie waarin het vaststellen van de schade op verschillende manieren gebeurt en vrijwel nooit wettelijk is vastgelegd. 32 Wel is duidelijk dat (de omvang van) de schade volgens het wetsvoorstel in gevallen van indirecte schade vastgesteld moet worden aan de hand van (kort gezegd) een vergelijking tussen de financiële situatie in de oude feitelijke situatie en de nieuwe feitelijke situatie die ontstaat door de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning of het projectbesluit is vastgesteld, waarvoor de informatie is verstrekt dan wel die zonder nadere formaliteit van rechtswege is toegestaan. 33 Dit brengt met zich dat in gevallen van indirecte schade het vergelijken van twee juridische situaties (rechtsregimes) op basis van maximale mogelijkheden waarvan onzeker is of deze ooit worden gerealiseerd niet meer mogelijk is. Het vaststellen van de omvang van de schade sluit hiermee aan op de wijzigingen die daadwerkelijk in de fysieke leefomgeving worden aangebracht Beoordeling van de stelselwijziging bij indirecte schade De keuze in het wetsvoorstel om bij indirecte schade de schade vast te stellen aan de hand van de opvolgende feitelijke situaties en niet aan de hand van de maximale mogelijkheden van de opvolgende rechtsregimes valt mijns inziens op zichzelf positief te waarderen. 35 Daarmee sluit de schadevaststelling immers inderdaad, zoals de MvT stelt, aan op de wijzigingen die daadwerkelijk in de fysieke leefomgeving worden aangebracht. 36 Daardoor sluit zij ook beter aan bij de beleving van de benadeelden. Anders dan Van den Broek en Tjepkema vind ik dit niet dogmatisch minder juist. 37 Mijns inziens kan namelijk niet ontkend worden dat in werkelijkheid (de dreiging van) de feitelijke activiteit de directe oorzaak van de schade is en niet zozeer het besluit dat die activiteit rechtens mogelijk maakt. Indien op voorhand zou vaststaan dat die activiteit niet zal plaatsvinden, is het immers niet aannemelijk dat er schade ontstaat door het enkele feit dat dat besluit die activiteit wel mogelijk maakt. 38 Uit een oogpunt van causaliteit is een schadevaststelling die aansluit bij de feitelijke activiteit mijns inziens daarom niet per definitie minder juist. Een nadeel van het verschuiven van het ontstaan van het recht op nadeelcompensatie naar het moment van (de verlening van de omgevingsvergunning voor) de activiteit is voor de overheid dat zij nog vele jaren na het vaststellen van het omgevingsplan, de verordening of 31 Overigens is mij niet duidelijk waarom het wetsvoorstel wel een bepaling bevat die voorschrijft op welke wijze (de omvang van) de schade moet worden vastgesteld in gevallen waarin geen omgevingsvergunning is vereist en de schade bestaat uit een waardevermindering van een onroerende zaak en waarom het wetsvoorstel geen vergelijkbare bepaling bevat voor gevallen waarin wel een omgevingsvergunning is vereist en de schade ook bestaat uit een dergelijke waardevermindering. Door de wijze waarop art lid 2 aanhef en onder b Omgevingswet thans is geformuleerd, lijkt dit artikellid bovendien alleen betrekking te hebben op gevallen waarin in strijd met een informatieplicht de informatie niet aan het bevoegde gezag is verstrekt. Gelet op de MvT (p. 171 en 176) lijkt dit artikellid echter ook bedoeld voor gevallen waarin geen informatie is verstrekt, omdat geen informatieplicht bestaat. 32 Zie MvT, p Zie MvT, p. 25, 172 en Zie MvT, p Zo ook Planken en Hazen 2017, p Zie MvT, p Zie Van den Broek en Tjepkema 2016, p en G.M. van den Broek en M.K.G. Tjepkema, De nadeelcompensatieregeling in de Omgevingswet: geen aantrekkelijk alternatief voor het huidige planschadestelsel, Tijdschrift voor Omgevingsrecht 2017, p i.h.b Het besluit van de overheid dat de activiteit rechtens mogelijk maakt is de indirecte schadeoorzaak die nodig is om overheidsaansprakelijkheid te kunnen construeren, als de activiteit door een burger wordt verricht. 6

7 AMvB nadeelcompensatie moet uitkeren iedere keer als op basis daarvan en in overeenstemming daarmee (door een burger) een nieuwe schadeveroorzakende activiteit wordt verricht. 39 Voor de benadeelde is het een nadeel dat hij bij iedere nieuwe schadeveroorzakende activiteit die op basis van die besluiten mogelijk is, een nieuw verzoek om nadeelcompensatie moet doen. De mogelijkheid om schadevergoeding te vragen op basis van maximale planologische mogelijkheden verdwijnt immers. Een probleem dat hiermee samenhangt vormt de toepassing van het in art lid 1 Omgevingswet opgenomen forfait op grond waarvan in ieder geval een bedrag ter grootte van vijf procent van de waarde van de (in waarde gedaalde) onroerende zaak binnen het normale maatschappelijke risico valt. Indien dit forfait bij elk verzoek om nadeelcompensatie wegens een nieuwe schadeveroorzakende activiteit zou worden toegepast, dan kan dit ertoe leiden dat de schade als gevolg van elke afzonderlijke schadeveroorzakende activiteit steeds binnen het forfait valt en dus niet voor vergoeding in aanmerking komt, terwijl de opvolgende schadeveroorzakende activiteiten tezamen wel degelijk een schade tot gevolg hebben die meer dan vijf procent van de waarde van de onroerende zaak bedraagt. Art leden 2 en 3 Omgevingswet bevat voor dit probleem een anticumulatievoorziening. Een serieus nadeel is ook dat het naar achteren verschuiven van het moment waarop nadeelcompensatie verkregen kan worden, de periode van schaduwschade verlengt. 40 In het wetsvoorstel wordt gepoogd een verlenging van de periode van schaduwschade enigszins te voorkomen door een beperking van het leerstuk van actieve risicoaanvaarding. 41 Ingevolge art Omgevingswet blijft het recht op nadeelcompensatie namelijk bestaan, indien (kort gezegd) de benadeelde een tot woning bestemde onroerende zaak heeft gekocht na de vaststelling van een omgevingsplan. Dit is echter een erg magere poging om een verlenging van de periode van schaduwschade te voorkomen, omdat zij niet geldt voor inkomensschade en niet voor andere onroerende zaken dan woningen. Daar komt bij dat het zeer de vraag is of de beperking van het leerstuk van actieve risicoaanvaarding schaduwschade in de praktijk daadwerkelijk grotendeels voorkomt. 42 In de literatuur zijn recent voorstellen gedaan voor een voorziening voor het probleem van schaduwschade. Die voorstellen passen in de systematiek van art. 4:126 Awb en beogen een zorgvuldig evenwicht tussen het algemeen belang en het belang van benadeelden tot stand te brengen. 43 De kern van deze voorstellen is dat het in art. 4:126 Awb besloten liggende vereiste van de abnormale last zodanig kan worden toegepast dat schaduwschade slechts onder bepaalde stringente voorwaarden voor vergoeding in aanmerking komt. De gedachte is dat, gelet op het algemeen belang dat met een schadeveroorzakend (beleids)voornemen is gemoeid, van benadeelden gedurende een zekere tijd verlangd kan worden dat zij schaduwschade zonder schadevergoeding accepteren, omdat het in beginsel tot het normale maatschappelijke risico behoort dat de overheid (beleids)voornemens publiceert en dat die publicatie op sommige belangen een nadelige uitwerking kan hebben. Indien door trage besluitvorming van de overheid over de verwezenlijking van die voornemens de benadeelden jarenlang in onzekerheid worden gelaten en de periode van schaduwschade derhalve lang duurt, zal de schaduwschade in deze gedachte echter op enig moment niet meer tot het normale maatschappelijke risico behoren, zodat zij, als ook aan andere voorwaarden is voldaan, (deels) voor vergoeding in aanmerking komt. 44 De regering wil daar echter niet aan en 39 Zie ook Van den Broek en Tjepkema 2016, p en Van den Broek en Tjepkema 2017, p Zie ook Planken en Hazen 2017, p. 38, Van den Broek en Tjepkema 2016, p en Van den Broek en Tjepkema 2017, p Schaduwschade is, kort gezegd, schade als gevolg van de dreiging van een schadeveroorzakende activiteit (zie hierover uitgebreid Sanderink 2015, p. 451 e.v.). 41 Zie MvT, p en Zie Sanderink 2015, p Zie ook Planken en Hazen 2017, p. 38, Van den Broek en Tjepkema 2016, p en Van den Broek en Tjepkema 2017, p Zie het in mijn proefschrift uitgewerkte stelsel (Sanderink 2015, p ) en het voorstel van Van den Broek en Tjepkema (G.M. van den Broek en M.K.G. Tjepkema, De reikwijdte en rechtsgrondslag van nadeelcompensatie in het omgevingsrecht (VBR-preadvies), Instituut voor Bouwrecht 2015, p ). 44 Zie Sanderink 2015, p en Van den Broek en Tjepkema 2015, p Van den Broek en Tjepkema opperen dat de voorwaarden voor de vergoeding van schaduwschade in een nieuw lid van art. 4:126 Awb kunnen worden opgenomen als een toespitsing van art. 4:126 lid 1 (zie p. 42). Een dergelijke toespitsing in een apart lid lijkt mij echter niet nodig, omdat ook zonder zo n toespitsing duidelijk is dat schaduwschade, gelet op 7

8 meent dat schrijnende gevallen in de praktijk vrijwel altijd worden opgelost. 45 De praktijk is mijns inziens weerbarstiger, zoals ook moge blijken uit een schrijnend geval waarin de Minister van Infrastructuur en Milieu nota bene om principiële redenen jarenlang weigerde om een oplossing te bieden aan eigenaren van percelen die getroffen waren door schaduwschade. 46 Het buiten de wet om in de praktijk oplossen van schrijnende gevallen, zoals de MvT voorstaat, verdraagt zich mijns inziens niet met het legaliteitsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel en kan dan ook geen rechtvaardiging zijn voor het niet scheppen van een wettelijke grondslag. Op het punt van schaduwschade acht ik het wetsvoorstel dan ook onevenwichtig. Het moment waarop en de vergelijkingsmaatstaven waarmee (de omvang van) de schade vastgesteld moet worden, lijken in art lid 2 Omgevingswet en de MvT enigszins vereenvoudigd geformuleerd. Bij de vaststelling van de omvang van de schade moet bij indirecte schade volgens dat artikel en de MvT (kort gezegd) een vergelijking worden gemaakt tussen de financiële situatie in de oude feitelijke situatie en de nieuwe feitelijke situatie die ontstaat door de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning of het projectbesluit is vastgesteld, waarvoor de informatie is verstrekt dan wel die zonder nadere formaliteit van rechtswege is toegestaan. 47 Een vergelijking tussen de financiële situatie in de oude situatie en de nieuwe situatie wijkt af van het in het schadevergoedingsrecht geldende (en in paragraaf 2.1 reeds genoemde) beginsel dat de vaststelling van de schade plaatsvindt door een vergelijking te maken tussen de financiële situatie waarin een benadeelde zich daadwerkelijk bevindt en de hypothetische financiële situatie waarin hij zich zou hebben bevonden indien het betreffende schadeveroorzakende handelen of nalaten (hier: de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning of het projectbesluit is vastgesteld, waarvoor de informatie is verstrekt dan wel die zonder nadere formaliteit van rechtswege is toegestaan) niet had plaatsgevonden. Voor het beantwoorden van de vraag in welke financiële situatie de benadeelde zich zou hebben bevonden indien het betreffende schadeveroorzakende handelen of nalaten niet had plaatsgevonden, wordt in de praktijk vanzelfsprekend en noodzakelijkerwijs wel bekeken hoe de financiële situatie was voorafgaand aan het schadeveroorzakende handelen of nalaten (hier dus genoemde activiteit). Dat is echter niet hetzelfde als het vergelijken van de financiële situatie in de oude situatie en de nieuwe situatie. 48 Overigens blijkt uit de MvT dat de wijze waarop (de omvang van) de schade moet worden vastgesteld ook nog niet helemaal is uitgekristalliseerd, want zij meldt dat samen met de praktijk verder verkend zal worden hoe de vaststelling van de schade onder de Omgevingswet moet plaatsvinden. 49 Het moment waarnaar de schade berekend moet worden lijkt ook in te algemene bewoordingen in de MvT weergegeven. Daarin staat dat bij schadeveroorzakende activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning nodig is, het moment van verlening van de vergunning bepalend is voor het vaststellen van de omvang van de schade. 50 Dit zou bijvoorbeeld bij inkomensschade tot vreemde situaties kunnen leiden. Het is immers goed mogelijk dat inkomensschade pas enige tijd na het verlenen (in werking treden) van de vergunning intreedt. Het moment waarop (de omvang van) de schade moet worden vastgesteld (de peildatum) moet daarom (zoals in paragraaf 2.1 is opgemerkt) bij nadeelcompensatie zijn het moment waarop de schade door de benadeelde daadwerkelijk wordt geleden. Bij schade in de vorm van waardevermindering van onroerende zaken zou dit beginsel aldus het normale maatschappelijke risico, slechts in gevallen van langdurige onzekerheid voor vergoeding in aanmerking kan komen. Overigens impliceren deze voorstellen voor een voorziening voor schaduwschade dat de limitatieve lijst van schadeveroorzakende overheidsmaatregelen in art lid 1 Omgevingswet dient te vervallen. 45 Zie MvT, p. 23 en Zie Nationale ombudsman 13 oktober 2013, rapportnr. 2013/144, waarin geoordeeld werd dat de minister onbehoorlijk handelde. 47 Zie MvT, p. 25, 172 en Het vergelijken van de financiële situatie in de oude en nieuwe situatie is onjuist, omdat het geen causaliteitsbeoordeling omvat. Het houdt immers geen rekening met de mogelijkheid dat de financiële situatie door andere oorzaken dan de betreffende activiteit ten nadele van de benadeelde is gewijzigd (zie ook Tjepkema 2010, p. 309). 49 Zie MvT, p Zie MvT, p

9 toegepast kunnen worden dat de schade moet worden berekend naar het moment van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning of het projectbesluit dan wel naar het moment van het begin van de schadeveroorzakende activiteit door (vereenvoudigd gezegd) een vergelijking te maken tussen de waarde van de zaak direct daarvóór en daarna. Bij tijdelijke inkomensschade zal de schade berekend moeten worden over de periode waarin het inkomen gederfd wordt. Bij permanente inkomensschade kan genoemd beginsel aldus worden toegepast dat de schade in beginsel berekend wordt door het jaarlijks gederfde inkomen te kapitaliseren met een bepaalde factor op het moment van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning of het projectbesluit dan wel op het moment van het begin van de schadeveroorzakende activiteit. 6. Conclusie Het is mijns inziens positief dat de verschillende nadeelcompensatieregelingen en de planschaderegeling in het wetsvoorstel geïntegreerd worden tot één nadeelcompensatieregeling op basis van art. 4:126 e.v. Awb. Dat komt de rechtseenheid en overzichtelijkheid ten goede. Voor de schadevaststelling bij directe schade brengt het wetsvoorstel geen wijzigingen. Voor de schadevaststelling bij indirecte schade brengt het wetsvoorstel echter een fundamentele wijziging, doordat de schade niet langer aan de hand van een vergelijking van de maximale mogelijkheden van de opvolgende rechtsregimes maar door middel van een vergelijking van de opvolgende feitelijke situaties vastgesteld moet worden. Ook dit lijkt mij op zichzelf positief. Daarnaast verschuift het ontstaan van het recht op nadeelcompensatie bij indirecte schade naar het moment van (de verlening van de omgevingsvergunning voor) het verrichten van de activiteit, terwijl dit recht bij planologische besluiten thans reeds ontstaat op het moment van de wijzing van het planologische regime. Deze verschuiving verlengt de periode van schaduwschade en is mijns inziens daarom alleen aanvaardbaar, indien art. 4:126 e.v. Awb in combinatie met art e.v. Omgevingswet onder bepaalde voorwaarden recht geeft op vergoeding van schaduwschade. Dat is niet het geval. Op het punt van de problematiek van schaduwschade schiet het wetsvoorstel daarom naar mijn mening ernstig tekort. Een recht op vergoeding van schaduwschade onder bepaalde voorwaarden behoort daarom alsnog mogelijk te worden gemaakt, bijvoorbeeld overeenkomstig een van de genoemde voorstellen in de literatuur Zo ook Van den Broek en Tjepkema 2017, p. 27 en

Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet. Mr. dr. Dirk Sanderink

Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet. Mr. dr. Dirk Sanderink Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet Mr. dr. Dirk Sanderink Algemene regeling van art. 4:126 e.v. Awb (1) Art. 4:126 lid 1 Awb (Stb. 2013/50 nog niet in werking) Indien een bestuursorgaan in de rechtmatige

Nadere informatie

Planschade & nadeelcompensatie: actuele ontwikkelingen StAB 19 september 2017

Planschade & nadeelcompensatie: actuele ontwikkelingen StAB 19 september 2017 Planschade & nadeelcompensatie: actuele ontwikkelingen StAB 19 september 2017 Berthy van den Broek g.m.vandenbroek@uu.nl Onderwerpen 1. (G)één uniforme nadeelcompensatieregeling op basis van het égalitébeginsel?

Nadere informatie

2 april DE NIEUWE OMGEVINGSWET Wat betekent dat voor u?

2 april DE NIEUWE OMGEVINGSWET Wat betekent dat voor u? 2 april 2019 DE NIEUWE OMGEVINGSWET Wat betekent dat voor u? Expertgroep Omgevingswet Hans Turenhout Anke van de Laar Arjan van Delden Coline Norde Jos Pfeifer 2 Inhoud workshop De Omgevingswet in vogelvlucht

Nadere informatie

Invoeringswet Omgevingswet

Invoeringswet Omgevingswet Invoeringswet Omgevingswet Overgangsrecht en andere onderwerpen Bert Rademaker Overgangsrecht Een uiterst belangrijk en notoir moeilijk onderwerp in de wetgevingsleer, betreft het overgangsrecht. Wetgeven

Nadere informatie

Planschade in de Omgevingswet. Luuk Gerritsen & Merel Copier

Planschade in de Omgevingswet. Luuk Gerritsen & Merel Copier Planschade in de Omgevingswet Luuk Gerritsen & Merel Copier Inhoud Doelen Verhouding tot afdeling 4.5 Awb Reikwijdte Verleggen moment van schadevergoeding Actieve risicoaanvaarding Passieve risicoaanvaarding

Nadere informatie

Nadeelcompensatie in de Ow

Nadeelcompensatie in de Ow Ministerie BZK PDEB Nadeelcompensatie in de Ow Wetgevingsupdate VNG Jeroen Huijben coördinerend beleidsmedewerker Amersfoort, 26 november 2018 Stelselherziening Omgevingswet PLANNING: 1-1-2021 2 Stelselherziening

Nadere informatie

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 3: VOORZIENBAARHEID

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 3: VOORZIENBAARHEID PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 3: VOORZIENBAARHEID In deze aflevering van de Nieuwsbrief de derde episode van de serie planschadespecials. Als vaste planschadecommissie voor een groot aantal gemeenten

Nadere informatie

Planschadevergoeding. t Mr. G.M. van den Broek. Het recht op schadevergoeding bij wijziging van het pianologische regime. door

Planschadevergoeding. t Mr. G.M. van den Broek. Het recht op schadevergoeding bij wijziging van het pianologische regime. door Planschadevergoeding Het recht op schadevergoeding bij wijziging van het pianologische regime door t Mr. G.M. van den Broek Kluwer - Deventer - 2002 Inhoudsopgave Voorwoord Lijst van gebruikte qflcortingen

Nadere informatie

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING Dat het vaststellen van overgangsrecht bij nieuwe wet- en regelgeving niet altijd een gemakkelijke opgave is, bleek al met de invoering van de nieuwe Wet

Nadere informatie

Planschade en nadeelcompensatie

Planschade en nadeelcompensatie Planschade en nadeelcompensatie schadevergoeding bij rechtmatig overheidshandelen op het gebied van ruimtelijke ordening, openbare ruimte en infrastructuur Planschade en nadeelcompensatie schadevergoeding

Nadere informatie

Nadeelcompensatie binnen de verbeterdoelen van de

Nadeelcompensatie binnen de verbeterdoelen van de Mr. T. ten Have 1 en mr. ing. J.J. Thoonen 2 Nadeelcompensatie binnen de verbeterdoelen van de Omgevingswet 1 Inleiding Op 22 maart 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de nieuwe Omgevingswet. Hoofdstuk

Nadere informatie

Actualiteiten aansprakelijkheid

Actualiteiten aansprakelijkheid Actualiteiten aansprakelijkheid Zo, nu eerst overheidsaansprakelijkheid en nadeelcompensatie! Mr.dr. C.N.J. Kortmann 7 november 2016 Sessie 1G Onderwerpen vandaag Korte verkenning van het veld en de spelers

Nadere informatie

Memorie van toelichting bij het voorgestelde 15e hoofdstuk: zie vanaf p. 6 (bron: onder 2.

Memorie van toelichting bij het voorgestelde 15e hoofdstuk: zie vanaf p. 6 (bron:   onder 2. Het voorgestelde Hoofdstuk 15 van de Omgevingswet zoals opgenomen in het Wetsvoorstel Invoeringswet Omgevingsrecht (bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34986-2.html) Memorie van toelichting

Nadere informatie

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 5: TAXATIE, VOORDEELVERREKENING EN SCHADE ANDERSZINS VERZEKERD (SLOT)

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 5: TAXATIE, VOORDEELVERREKENING EN SCHADE ANDERSZINS VERZEKERD (SLOT) PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 5: TAXATIE, VOORDEELVERREKENING EN SCHADE ANDERSZINS VERZEKERD (SLOT) In deze Nieuwsbrief de laatste aflevering van onze serie van planschadespecials. Als vaste planschadecommissie

Nadere informatie

Planschade en compensatie in natura

Planschade en compensatie in natura 0074 Land- en Tuinbouw Bulletin (LTB), oktober 2018, Afl. 10, LTB 2018/40 Door Mr. W.J.E. van der Werf 1 Planschade en compensatie in natura Wie schade lijdt als gevolg van planologische besluitvorming

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2014:110 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201300676/1/A2 Eerste

Nadere informatie

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 2: VERMOGENSSCHADE VS. INKOMENSSCHADE, DIRECTE EN INDIRECTE PLANSCHADE EN DE PLANOLOGISCHE VERGELIJKING

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 2: VERMOGENSSCHADE VS. INKOMENSSCHADE, DIRECTE EN INDIRECTE PLANSCHADE EN DE PLANOLOGISCHE VERGELIJKING PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 2: VERMOGENSSCHADE VS. INKOMENSSCHADE, DIRECTE EN INDIRECTE PLANSCHADE EN DE PLANOLOGISCHE VERGELIJKING In deze aflevering van de Nieuwsbrief de tweede episode van de serie

Nadere informatie

Gemeente Heumen Procedureverordening tegemoetkoming in planschade, gemeente Heumen 2008

Gemeente Heumen Procedureverordening tegemoetkoming in planschade, gemeente Heumen 2008 Gemeente Heumen Procedureverordening tegemoetkoming in planschade, gemeente Heumen 2008 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld

Nadere informatie

Lijst van afkortingen. 1 Inleiding Inleiding Opzet van het boek; terminologie Opzet van het boek

Lijst van afkortingen. 1 Inleiding Inleiding Opzet van het boek; terminologie Opzet van het boek Inhoud Voorwoord V Lijst van afkortingen XVII 1 Inleiding 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Opzet van het boek; terminologie 3 1.2.1 Opzet van het boek 3 1.2.2 Terminologie 3 2 Overheidshandelen en schade 7 2.1 Inleiding

Nadere informatie

Wat en hoe. druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland

Wat en hoe. druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland Wat en hoe PLANSCHADE druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland 2008 afdeling Bestuursondersteuning / COM-EJ-102008 2 11 Als de nieuwe wet en de twee procentregel van toepassing is op het voorbeeld dan

Nadere informatie

Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter?

Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter? Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter? Mr. C.G.J.M. Termaat* 1 Inleiding Het wetsvoorstel voor de nieuwe Omgevingswet (hierna: Omgevingswet) van 16 juni jl. heeft inmiddels alweer de nodige aandacht

Nadere informatie

Update Omgevingswet. Chantal van Mil Advocaat bestuursrecht en omgevingsrecht. 2 april 2019

Update Omgevingswet. Chantal van Mil Advocaat bestuursrecht en omgevingsrecht. 2 april 2019 Update Omgevingswet Chantal van Mil Advocaat bestuursrecht en omgevingsrecht 2 april 2019 Update omgevingsrecht Stelling: Met de Omgevingswet kunnen projecten straks sneller en eenvoudiger worden gerealiseerd.

Nadere informatie

Planschade en nadeelcompensatie

Planschade en nadeelcompensatie Planschade en nadeelcompensatie SCHADEVERGOEDING BIJ RECHTMATIG OVERHEIDSHANDELEN OP HET GEBIED VAN RUIMTELIJKE ORDENING, OPENBARE RUIMTE EN INFRASTRUCTUUR Planschade en nadeelcompensatie SCHADEVERGOEDING

Nadere informatie

De nadeelcompensatieregeling in de Omgevingswet: geen aantrekkelijk alternatief voor het huidige planschadestelsel

De nadeelcompensatieregeling in de Omgevingswet: geen aantrekkelijk alternatief voor het huidige planschadestelsel De nadeelcompensatieregeling in de Omgevingswet: geen aantrekkelijk alternatief voor het huidige planschadestelsel Mr. dr. G.M. (Berthy) van den Broek en mr. dr. M.K.G. (Michiel) Tjepkema* 1 Inleiding

Nadere informatie

Beslissen op verzoeken tegemoetkoming planschade eigenaren/ bewoners de Meeuwse Acker 12-33, 12-35, 12-37 en 12-43

Beslissen op verzoeken tegemoetkoming planschade eigenaren/ bewoners de Meeuwse Acker 12-33, 12-35, 12-37 en 12-43 Embargo tot vrijdag 6 maart 2015 Onderwerp Beslissen op verzoeken tegemoetkoming planschade eigenaren/ bewoners de Meeuwse Acker 12-33, 12-35, 12-37 en 12-43 Programma Stedelijke ontwikkeling BW-nummer

Nadere informatie

Ad a. Algemeen belang Elke handeling met een publieke grondslag wordt geacht genomen of gedaan te zijn in het algemeen belang.

Ad a. Algemeen belang Elke handeling met een publieke grondslag wordt geacht genomen of gedaan te zijn in het algemeen belang. Toelichting Algemene toelichting Inleiding Artikel 7.14 van de Waterwet bevat een algemene regeling die voorziet in de vergoeding van schade als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling 2.0: Omgevingswet & Aanvullingswet Grondeigendom.

Gebiedsontwikkeling 2.0: Omgevingswet & Aanvullingswet Grondeigendom. Gebiedsontwikkeling 2.0: Omgevingswet & Aanvullingswet Grondeigendom. Hugo Botter en Egbert de Groot Wat verandert er? Door bomen het bos zien? 1. Doel van de wetgever. 2. Wat verandert er voor gemeentelijke

Nadere informatie

Wat en hoe PLANSCHADE

Wat en hoe PLANSCHADE Wat en hoe PLANSCHADE 1 2 Planschade In het kort komt planschade erop neer dat paticulieren en bedrijven die schade lijden door een verandering van een bestemmingsplan in bepaalde gevallen van de overheid

Nadere informatie

«JG» Actueel commentaar

«JG» Actueel commentaar Actueel commentaar Planschade beperken of ongedaan maken met toepassing van artikel 6.1.3.4 Bro? Bestemmingsplannen moeten elke tien jaar worden geactualiseerd (art. 3.1 lid 1 Wro). 1 Dan zal voor vergelijkbare

Nadere informatie

003. Verordening advisering planschade

003. Verordening advisering planschade 003. Verordening advisering planschade Inhoudsopgave 003. Verordening advisering planschade... 2 Raadsvoorstel verordening planschade... 3 003. Verordening advisering planschade 003. Verordening advisering

Nadere informatie

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO In deze aflevering van de Nieuwsbrief de vierde episode van de serie planschadespecials. Als vaste planschadecommissie voor een groot aantal

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 7 Datum :

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 7 Datum : Ag nr. : 7 Datum :07-10-08 Onderwerp procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade Boxtel 2008 Status besluitvormend Voorstel 1) de procedureverordening voor advisering tegemoetkoming

Nadere informatie

Schadevergoeding in de vorm van nadeelcompensatie en planschade. Datum 10 oktober 2014

Schadevergoeding in de vorm van nadeelcompensatie en planschade. Datum 10 oktober 2014 Schadevergoeding in de vorm van nadeelcompensatie en planschade Datum 10 oktober 2014 Inleiding Burgers, bedrijven en organisaties kunnen door het optreden van de overheid tijdelijk of blijvend nadeel

Nadere informatie

Onderwerp: Procedureverordening tegemoetkoming in planschade 2010

Onderwerp: Procedureverordening tegemoetkoming in planschade 2010 Vergadering: 9 februari 2010 Agendanummer: 18 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: J. Steen Behandelend ambtenaar A. Spier, 0595-447793 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. A. Spier) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

Toelichting Procedureverordening voor tegemoetkoming in planschade 2008

Toelichting Procedureverordening voor tegemoetkoming in planschade 2008 Toelichting Procedureverordening voor tegemoetkoming in planschade 2008 Tegemoetkoming in schade in de Wro en Bro Krachtens artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan degene die in de vorm van

Nadere informatie

Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland

Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland Artikel 1: Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder : aanvraag : adviseur: commissie: Besluit: deskundige belanghebbende:

Nadere informatie

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 1: EISEN WAARAAN EEN PLANSCHADEVERZOEK MOET VOLDOEN EN DE PLANSCHADEPROCEDURE

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 1: EISEN WAARAAN EEN PLANSCHADEVERZOEK MOET VOLDOEN EN DE PLANSCHADEPROCEDURE PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 1: EISEN WAARAAN EEN PLANSCHADEVERZOEK MOET VOLDOEN EN DE PLANSCHADEPROCEDURE Deze eerste aflevering heeft betrekking op de vraag waaraan een verzoek om planschade dient

Nadere informatie

DESKUNDIGENADVIES. Ondergetekende:

DESKUNDIGENADVIES. Ondergetekende: 1380.64-D3/gbr/i DESKUNDIGENADVIES Ondergetekende: ing. J.P.A.M. Broekmans RT RMT, registermakelaar-taxateur, verbonden aan Gloudemans, gevestigd Hintham 117c, 5246 AE Rosmalen, Postbus 455, 5240 AL Rosmalen

Nadere informatie

Geregistreerd partnerschap. Planschade

Geregistreerd partnerschap. Planschade Geregistreerd partnerschap Planschade Planschade Deze folder gaat over planschade. U krijgt antwoord op vragen zoals: 1. Wat is planschade? 2. In welke gevallen kan ik aanspraak maken op een tegemoetkoming?

Nadere informatie

Hoofdlijnen invoeringswet

Hoofdlijnen invoeringswet Hoofdlijnen invoeringswet Technische briefing Tweede Kamer 29 september 2016 Eenvoudig Beter Planning voorhang AMvB s Tweede Kamer Technische briefing 29 september Ronde tafel bijeenkomst 10 oktober Schriftelijke

Nadere informatie

Op weg naar de Omgevingswet. De Invoeringswet. Masja Stefanski Projectleider Invoeringswet Projectdirectie Eenvoudig Beter. 29 juni 2017 Schakeldag

Op weg naar de Omgevingswet. De Invoeringswet. Masja Stefanski Projectleider Invoeringswet Projectdirectie Eenvoudig Beter. 29 juni 2017 Schakeldag Op weg naar de Omgevingswet De Invoeringswet Masja Stefanski Projectleider Invoeringswet Projectdirectie Eenvoudig Beter 29 juni 2017 Schakeldag Verbeterdoelen stelselherziening 2 Ministerie van Infrastructuur

Nadere informatie

Aanvraagformulier Tegemoetkoming in planschade, gemeente Simpelveld 2011 Als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro)

Aanvraagformulier Tegemoetkoming in planschade, gemeente Simpelveld 2011 Als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) Toelichting Krachtens artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan degene die in de vorm van inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak schade lijdt of zal lijden als

Nadere informatie

Kees van der Lee Sinds 1996 werkzaam voor de SAOZ, vanaf 2001 als adjunctdirecteur.

Kees van der Lee Sinds 1996 werkzaam voor de SAOZ, vanaf 2001 als adjunctdirecteur. Spreker: Kees van der Lee Sinds 1996 werkzaam voor de SAOZ, vanaf 2001 als adjunctdirecteur. De SAOZ adviseert overheden inzake o.a. planschade- en nadeelcompensatieclaims van burgers en bedrijven (objectief

Nadere informatie

Wabo = Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bor = Besluit omgevingsrecht Awb = Algemene wet bestuursrecht vvgb = verklaring van geen bedenkingen

Wabo = Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bor = Besluit omgevingsrecht Awb = Algemene wet bestuursrecht vvgb = verklaring van geen bedenkingen Procedure omgevingsvergunning art. 2.12 lid 1 sub a onder 3 o Wabo (voormalig projectbesluit), voor zover het gaat om het voorleggen aan de gemeenteraad Wabo = Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bor

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE. afdeling Ruimte en Leefomgeving postbus 9000 6600 AH Wijchen

AANVRAAGFORMULIER TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE. afdeling Ruimte en Leefomgeving postbus 9000 6600 AH Wijchen AANVRAAGFORMULIER TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE Gegevens gemeente (datum ontvangst) Verzendadres: Gemeente Wijchen afdeling Ruimte en Leefomgeving postbus 9000 6600 AH Wijchen De Wet ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Planschaderisicoanalyse

Planschaderisicoanalyse Planschaderisicoanalyse Concept-bestemmingsplan Hoek Molenstraat Troelstralaan Gemeente Assen Opdrachtgever: BügelHajema Betreft: Planschaderisicoanalyse met betrekking tot het concept-bestemmingsplan

Nadere informatie

Schadevergoeding in de Waterwet Seminar VVOR17 januari 2013. Dr.mr. Frank Groothuijse

Schadevergoeding in de Waterwet Seminar VVOR17 januari 2013. Dr.mr. Frank Groothuijse Schadevergoeding in de Waterwet Seminar VVOR17 januari 2013 Dr.mr. Frank Groothuijse Plan van behandeling 1. Hoofdlijnen Waterwet 2. Schadevergoedingsregeling: 7.14 Wtw 3. Gedoogplicht aanleg/wijziging

Nadere informatie

Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006

Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006 Agendapunt 15 2006 VOORSTELLEN Nr. 185 (1) Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006 Onderwerp: Beslissing op bezwaar afwijzing planschade Spiegheldreef 2 Aan de raad. Beslispunten 1. het bezwaarschrift

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang Inhoud Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang 2. Grondslag aanvraag omgevingsvergunning voor artikel 2.1 lid 1 onder e- activiteiten (milieu) 3. OBM en milieuneutrale verandering 4. Overig

Nadere informatie

Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Het in gebruik nemen en verbouwen van een vakantie-appartementsgebouw.

Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Het in gebruik nemen en verbouwen van een vakantie-appartementsgebouw. OMGEVINGSVERGUNNING 20110088 Aanvraag Mevrouw L.M.T. Otten heeft op 29 juni 2011 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het verzoek tot in gebruik name van een vakantie-appartementsgebouw op het

Nadere informatie

Welkom bij de workshop. Highlights Omgevingswet en Invoeringswet. Chantal van Mil

Welkom bij de workshop. Highlights Omgevingswet en Invoeringswet. Chantal van Mil Welkom bij de workshop Highlights Omgevingswet en Invoeringswet Chantal van Mil 1. Highlights Omgevingswet en Invoeringswet Stelling: Met de Omgevingswet kunnen projecten sneller en eenvoudiger worden

Nadere informatie

Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf

Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf Actualiteiten Bouwrecht Nieuws Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf Publicatiedatum: 24-11-2016 En weer

Nadere informatie

3. Relatie met bestaand beleid De gevolgen kunnen worden uitgesplitst in wijzigingen en het overgangsrecht.

3. Relatie met bestaand beleid De gevolgen kunnen worden uitgesplitst in wijzigingen en het overgangsrecht. Raadsnota Raadsvergadering d.d.: Agenda nr: Onderwerp: Planschade, de gevolgen van de nieuwe Wro Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel Uw raad te informeren over de

Nadere informatie

Onderwerp Nieuwe Bouwverordening gemeente Noordenveld, 13e serie van wijzigingen

Onderwerp Nieuwe Bouwverordening gemeente Noordenveld, 13e serie van wijzigingen Aan de gemeenteraad Agendapunt Documentnr.: RV10.0370 Roden, 24 augustus 2010 Onderwerp Nieuwe Bouwverordening gemeente Noordenveld, 13e serie van wijzigingen Onderdeel programmabegroting: Ja Begrotingsprogramma:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:107

ECLI:NL:RBMNE:2014:107 ECLI:NL:RBMNE:2014:107 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 15-01-2014 Zaaknummer UTR 12/4508 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 355 8 januari 2010 Beleidsregel houdende bepalingen met betrekking tot het aanvragen en behandelen van aanvragen voor

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen Raadsvoorstel Zaakkenmerk: 1024264 Raad 5 juni 2014 Documentkenmerk: 1024272 B. en W. 6 mei 2014 Behandeld door: dhr. D. Doornweerd E-mail: Dries.Doornweerd@ommen-hardenberg.nl Onderwerp: coördinatieverordening

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Andere voorbeelden waarbij mogelijk sprake kan zijn van planschade zijn verlies van privacy, (toename van) geluidsoverlast of andere hinder.

Andere voorbeelden waarbij mogelijk sprake kan zijn van planschade zijn verlies van privacy, (toename van) geluidsoverlast of andere hinder. Wat is planschade? Planschade is financiële schade die een persoon of een bedrijf lijdt als gevolg van een planologische maatregel. Zo n maatregel is in de meeste gevallen een wijziging van het bestemmingsplan

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Toelichting Planschade

Toelichting Planschade Toelichting Planschade Wat is planschade? De Wet ruimtelijke ordening bepaalt in artikel 6.1 de mogelijkheden voor het verhalen van schade als gevolg van planologische wijzigingen, ook wel planschade genoemd.

Nadere informatie

Nadeelcompensatie. Nadeelcompensatie 24-11-2015. Nadeelcompensatie

Nadeelcompensatie. Nadeelcompensatie 24-11-2015. Nadeelcompensatie Utrecht, 18 november 2015.net/Christa Lagerweij-Duits voor perceeleigenaren Kockengen waterproof RTV Stichtse Vecht, 27 oktober 2015 Rechtmatige overheidsdaad Geen strijd met wettelijke plicht (art. 6:162

Nadere informatie

Nadeelcompensatie in de Omgevingswet

Nadeelcompensatie in de Omgevingswet Page 1 of 11 Dit document is afgedrukt via IBRTracker op en uitsluitend bedoeld voor licentiehouder. nr. 6 - juni 2017 (/docs/articles/2017/juni[1]) Deel dit artikel (https://twitter.com/intent/tweet?text=nr.

Nadere informatie

Werken met de Wabo. Actualiteit rond de Wabo en uitvoering en uitvoerbaarheid van het daaruit voortvloeiende stelsel

Werken met de Wabo. Actualiteit rond de Wabo en uitvoering en uitvoerbaarheid van het daaruit voortvloeiende stelsel Werken met de Wabo Actualiteit rond de Wabo en uitvoering en uitvoerbaarheid van het daaruit voortvloeiende stelsel Opzet sessie 1. De theorie, wat heeft 5 jaar Wabo aan echte wijzigingen opgeleverd 2.

Nadere informatie

ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49)

ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49) ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49) Door C.M.P. Julicher Zegers en B. Weekers is een artikel geschreven voor het tijdschrift Bouwrecht. Gemeenten krijgen te maken met een nieuwe actualisatieronde

Nadere informatie

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Gemeente Emmen Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor

Nadere informatie

Procedureverordening tegemoetkoming in planschade gemeente Tiel

Procedureverordening tegemoetkoming in planschade gemeente Tiel Nr. 5a, afdeling SO De raad van de gemeente Tiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op hoofdstuk 6, afdeling 6.1 'Tegemoetkoming in schade', Wet ruimtelijke ordening (Wro); gelet

Nadere informatie

Artikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst Eerste lid

Artikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst Eerste lid Toelichting bij de Procedureregeling planschadevergoeding 2005 Algemene toelichting Op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) heeft een belanghebbende de mogelijkheid om van de

Nadere informatie

INTREKKINGSBELEID OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN VAN ÉÉN OF MEER WONINGEN/ APPARTEMENTEN

INTREKKINGSBELEID OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN VAN ÉÉN OF MEER WONINGEN/ APPARTEMENTEN INTREKKINGSBELEID OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN VAN ÉÉN OF MEER WONINGEN/ APPARTEMENTEN Intrekkingsbeleid omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen van één of meer woningen/ appartementen

Nadere informatie

BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING

BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING afdeling Milieu & Bouwen i.s.m. afdeling Ontwikkeling & Grondzaken 29 oktober 2012 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 828 Wijziging van de Wet milieubeheer (reparatie milieueffectrapportage) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen Dit wetsvoorstel bevat technische

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 25-02-2011 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak

Nadere informatie

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR623004_1 4 april 2019 Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019 DE

Nadere informatie

Informatie van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad

Informatie van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad RAADSBERICHT Informatie van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad Nummer : 2012-29 Datum : 10 oktober 2012 Onderwerp : Informatie actualisatie bestemmingsplannen/toepassen beheersverordeningen

Nadere informatie

TOELICHTING PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE 2008

TOELICHTING PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE 2008 TOELICHTING PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE 2008 Algemene toelichting Krachtens artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan degene die in de vorm van inkomensderving

Nadere informatie

Ruimte voor dijken Ruimte door recht

Ruimte voor dijken Ruimte door recht Ruimte voor dijken Ruimte door recht SLOTBIJEENKOMST RUIMTELIJK INSTRUMENTARIUM DIJKEN 11 februari 2016 - Inntel Hotel Rotterdam Centre Berthy van den Broek & Marleen van Rijswick Inhoud Regelgeving is

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERORDENING NADEELCOMPENSATIE, PLANSCHADETEGEMOETKOMING EN SCHADEVERGOEDING VOOR ONRECHTMATIGE HANDELINGEN ROTTERDAMSEBAAN 2014:

GEMEENSCHAPPELIJKE VERORDENING NADEELCOMPENSATIE, PLANSCHADETEGEMOETKOMING EN SCHADEVERGOEDING VOOR ONRECHTMATIGE HANDELINGEN ROTTERDAMSEBAAN 2014: GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rijswijk. Nr. 69895 2 december 2014 GEMEENSCHAPPELIJKE VERORDENING NADEELCOMPENSATIE, PLANSCHADETEGEMOETKOMING EN SCHADEVERGOEDING VOOR ONRECHTMATIGE HANDELINGEN

Nadere informatie

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken. omgevingsvergunning realiseren van een zonnepark en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening realiseren van een zonnepark en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Beschikking 261760

Nadere informatie

Jaargang 20 01 Nummer. planschadeverzoek van de heer Van Liere en mevrouw Kasius.

Jaargang 20 01 Nummer. planschadeverzoek van de heer Van Liere en mevrouw Kasius. Raadsvoorstel Datum Dienst/sector/afdeling DSO/JZ/S&M Jaargang 20 01 Nummer 213 Kenmerk DSO 01.102518/01.005439 BGS Onderwerp Bijlagen planschadeverzoek van de heer Van Liere en mevrouw Kasius. rapport

Nadere informatie

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om: Bijlage 2. Juridische uiteenzetting De onderbouwing van dit raadsbesluit is juridisch complex door de chronologie van besluitvorming (in de procedures voor aanlegvergunning en vaststelling bestemmingsplan)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 Instantie Datum uitspraak 12-06-2017 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 17_175 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Omgevingsrecht Eerste

Nadere informatie

Actualiteiten Gebiedsontwikkeling oktober 2018 Jurgen Vermeulen

Actualiteiten Gebiedsontwikkeling oktober 2018 Jurgen Vermeulen Actualiteiten Gebiedsontwikkeling 2018 11 oktober 2018 Jurgen Vermeulen Actualiteiten gebiedsontwikkeling 2018 Duurzaamheid in gebiedsontwikkeling: mogelijkheden en beperkingen Sneller ontwikkelen en bouwen:

Nadere informatie

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht j o artikel 4 van bijlage II Besluit omgevingsrecht Gemeente Barneveld maart 2013 Afwijkingenbeleid

Nadere informatie

PROCEDUREREGELING PLANSCHADEVERGOEDING ARTIKEL 49 WRO 2005 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

PROCEDUREREGELING PLANSCHADEVERGOEDING ARTIKEL 49 WRO 2005 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Gemeente Den Haag Ons kenmerk DSO/2005.3396 RIS133161_24-NOV-2005 PROCEDUREREGELING PLANSCHADEVERGOEDING ARTIKEL 49 WRO 2005 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, - gezien de ledenbrief van de Vereniging

Nadere informatie

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gemeente Utrechtse Heuvelrug. Opmerkingen m.b.t. de regeling De Wabo geeft de mogelijkheid om omgevingsvergunningen waarvan geen of niet langer gebruik wordt gemaakt, in te trekken. In de beleidsregel wordt omschreven hoe de gemeente

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening;

gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening; De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2016; gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van

Nadere informatie

*14.040393*14.040393omgevingsvergunningomgevingsvergunning150743543

*14.040393*14.040393omgevingsvergunningomgevingsvergunning150743543 Zaaknummer: 186570 Behoort bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van Uden van, 09 01 2015 wnd. hoofd afdeling Bouwen en Milieu. *14.040393*14.040393omgevingsvergunningomgevingsvergunning150743543

Nadere informatie

ACTUALITEITEN PLANSCHADERECHT

ACTUALITEITEN PLANSCHADERECHT ACTUALITEITEN PLANSCHADERECHT 1. Inleiding Het planschaderecht blijft steeds in ontwikkeling. In 2015 en het begin van dit jaar heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: Afdeling)

Nadere informatie

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten Raad : 30 september 2003 Agendanr. : 11 Doc.nr : B 2003 11821 Afdeling: : Bouwen en Wonen RAADSVOORSTEL Onderwerp : beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

Nadere informatie

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming

Nadere informatie

Toelichting op de Coördinatieverordening

Toelichting op de Coördinatieverordening Toelichting op de Coördinatieverordening Hoofdstuk 1: Algemene toelichting 1. Coördinatieregeling ex artikel 3.30 Wro Afdeling 3.6 Wro bevat verschillende coördinatieregelingen voor Rijk, provincie en

Nadere informatie

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Moerdijk hebben op 19 december 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Nadere informatie

Inhoud voorstel aan Raad

Inhoud voorstel aan Raad 2016/112134 Onderwerp Vaststelling Beheersverordening Inverdan Inhoud voorstel aan Raad Gevraagd besluit De beheersverordening Inverdan, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Zaaknummer: OLOGMM11-01 Collegevoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o.

Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o. Openbaar megen Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o. Programma Stedelijke Ontwikkeling BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak

Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak - een Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De Minister van Infrastructuur en Milieu Mw drs. M.H. Schultz van Haegen Postbus 2090 2500 EX DEN HAAG Datum 8april207 Uw kenmerk Contactpersoon J.M.A. Timmer

Nadere informatie

Bestuursrechtelijke rechtsbescherming Opmerkingen

Bestuursrechtelijke rechtsbescherming Opmerkingen Factsheet: rechtsbescherming tegen besluiten op grond van de Omgevingswet Bij het vormgeven van de rechtsbescherming onder de Omgevingswet is aangesloten bij het bestaande wettelijke stelsel. Onderstaande

Nadere informatie

Onderwerp: Notitie Planschade en Procedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade

Onderwerp: Notitie Planschade en Procedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade Raadsvergadering, 12 mei 2009 Voorstel aan de Raad Nr: 302 Agendapunt: 8 Datum: 21 april 2009 Onderwerp: Notitie Planschade en Procedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade Onderdeel raadsprogramma:

Nadere informatie