Gepubliceerde aanbestedings-uitspraken mei 2017

Transcriptie

1 Gepubliceerde aanbestedings-uitspraken mei 2017 Gelijkheids- en transparantiebeginsel, onduidelijke bestekseis Vzr. Rb Gelderland 26 april 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:2447 [eiser]/gemeente Epe Meervoudig onderhandse aanbesteding vervanging openbare verlichting. Eiser eindigt als tweede en maakt bezwaar. De gemeente gaat daar niet op in, maar komt tot de conclusie dat eiser bij nader inzien niet aan een bestekseis voldoet. De gemeente trekt haar gunningsvoornemen in en neemt een nieuwe gunningsbeslissing waarbij zij eiser ongeldig verklaart. Eiser start een kort geding. De voorzieningenrechter stelt in de eerste plaats vast dat de gemeente juist heeft gehandeld door de eerste gunningsbeslissing in te trekken en een nieuwe gunningsbeslissing te nemen toen zij de (vermeende) ongeldigheid na het nemen van de voorlopige gunningsbeslissing opmerkte. Wel dient een nieuwe stand still termijn in acht genomen te worden. Dat heeft de gemeente hier ook gedaan. De voorzieningenrechter beoordeelt vervolgens de vraag of de gemeente de inschrijving van eiser terecht ongeldig heeft bevonden. Daarbij komt de rechter tot de conclusie dat niet evident uit de aanbestedingsstukken kan worden afgeleid dat de gemeente besloten heeft met een bepaalde bestekseis af te wijken van een bepaling uit de CROW. Een behoorlijk geïnformeerd en normaal oplettend inschrijver heeft de bestekseis op kunnen vatten zoals eiser dat deed (conform CROW). Ten aanzien van de uitleg van de toe te passen verlichtingsarmaturen verschillen partijen ook van mening over de interpretatie van het bestek. De rechter legt het een en ander uit conform de cao norm en komt tot de conclusie dat ook hier het bestek in combinatie met de NvI niet duidelijk en eenduidig is en derhalve in strijd met het gelijkheids- en transparantiebeginsel. Geschiktheidseisen Vzr. Rb Den Haag 4 april 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:5033 Bayards, Contour [Combinatie]/Staat (Defensie Material Organisation) EA verwerving en onderhoud (on)geconditioneerde containers. Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied is van toepassing; er is gekozen voor een concurrentiegerichte dialoog. De Combinatie voldoet niet aan de geschiktheidseis omdat haar referentieprojecten niet voldoen en wordt daarom niet uitgenodigd tot de dialoogfase. Referentieproject 1 (voor DMO) is volgens DMO onvoldoende duidelijk en referentieproject 2 ziet op een raamovereenkomst, hetgeen volgens de aanbestedingsstukken niet is toegestaan. De voorzieningenrechter geeft t.a.v. referentieproject 1 aan dat de aanbestedende dienst enkel de informatie uit de inschrijving mag betrekken en niet de informatie die de aanbestedende dienst al zelf heeft over het referentieproject. Uit dat oogpunt heeft het Consortium onvoldoende informatie verstrekt. Aanvulling zou in strijd met de transparantie en gelijkheid zijn. De jurisprudentie van SAG en Cartiera dell Adda is ook van toepassing op een concurrentiegerichte dialoog. Ook referentie 2 voldoet niet volgens de rechter ook al is in de aanbestedingsstukken niet bepaald wat onder raamovereenkomst verstaan moet worden. De definitie staat namelijk wel in de wetgeving. Herstel van fouten Vzr. Rb Den Haag 8 maart 2015, ECLI:NL:RBDHA:2017:5094 Willis B.V./Hoogheemraadschap van Delfland c.s. (Delfland) Openbare EA doorlopende CAR verzekering voor een groot aantal hoogheemraadschappen en waterschappen met 11 percelen (1 perceel voor iedere deelnemer) met gunning op basis van laagste prijs. Bij de NvI is een gewijzigd prijsformulier opgenomen, waarop m.b.t. een perceel naar secundaire dekking gevraagd wordt. Willis dient een oud prijsformulier in (met primaire dekking) en geeft in haar antwoord op een verduidelijkingsvraag aan dat de opgegeven premie voor de secundaire dekking is. Delfland verklaart Willis ongeldig. In geschil is of er sprake is van een voor herstel vatbare fout. De voorzieningenrechter wijst op de jurisprudentie in het SAG- en Manova-arrest en komt tot de conclusie dat er geen sprake is van een fout die zich leent voor herstel. Het beschrijvend document stelt expliciet de sanctie van uitsluiting

2 op niet volledige inschrijvingen. Een onjuist prijsformulier leidt er toe dat de inschrijving niet volledig is en derhalve uitgesloten met worden. Wijziging of aanvulling leidt er toe dat in feite een nieuwe inschrijving wordt gedaan. Motivering Vzr. Rb Den Haag 14 april 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:4930 Krämer Bouw/gemeente Den Haag Niet openbare EA onderhoud gemeentelijke panden in 2 percelen op beste kwaliteit (70%)/prijs (30%). Krämer krijgt geen van beide percelen gegund en start een kort geding. Volgens Krämer schiet de motivering op beide percelen tekort nu er geen onderbouwing van de puntentoekenning aan de winnaar heeft plaatsgevonden. Volgens Krämer is zij onjuist beoordeeld en op perceel 2 had de winnaar bovendien wegens integriteitsschending uitgesloten moeten worden (de gemeente heeft aan de winnaar een ernstige waarschuwing wegens integriteitsschending gegeven en er loopt volgens Krämer een strafrechtelijk onderzoek). De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente niet verplicht is om de winnaar op perceel 2 uit te sluiten, de gemeente heeft de vrijheid om de facultatieve uitsluitingsgrond niet op de onderhavige aanbesteding van toepassing te verklaren. Het had op de weg van Krämer gelegen om bezwaar te maken tegen de beoordelingssystematiek, ook v.w.b. het niet voorzien in een Bibob-onderzoek. Bovendien heeft gemeente wel een onderzoek gedaan of er reden was tot uitsluiting o.g.v. art AW Ten aanzien van de inhoudelijke beoordeling benadrukt de rechter zijn marginale rol. Hij geeft aan dat bij de motivering de relevante redenen meegedeeld moeten worden. Deze redenen kunnen onder meer bevatten: - Bekendmaking van de eindscores van de afgewezen als de geselecteerde inschrijver; - Bekendmaking van de scores van de afgewezen inschrijver op specifieke kenmerken en de reden waarom op dat specifieke kenmerk niet de maximale score is toegekend. Het betoog van Krämer stuit voor een deel af op deze uitgangspunten. De aan Krämer toegekende waarderingen zijn niet onjuist/onbegrijpelijk. Ongeldigheid Vzr. Rb Den Haag 15 november 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:17062 Qiagen/Staat (NFI) Openbare EA levering van Short Tandem Repeat typeringskits (STR-kits) ten behoeve van het generen van DNAprofielen voor het NFI. De inschrijving van Qiagen wordt ongeldig verklaard omdat er is ingeschreven met een nultarief terwijl het PvE dit verbood. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de aanbestedingsstukken helder zijn en dat een behoorlijk geïnformeerd en normaal oplettend inschrijver moest begrijpen dat de Staat aparte prijzen geoffreerd wilde krijgen voor de STR-kits en voor de dienstverlening op het terrein van implementatie en training. Voorts zijn manipulatieve en irreële inschrijvingen zijn uitdrukkelijk verboden en er is aangegeven dat dat het geval is indien met nultarieven wordt ingeschreven. De aanbestedingstukken zijn niet tegenstrijdig en bovendien is het in de scoringsformule voor prijs per wens rekenkundig niet mogelijk om een laagste prijs van 0,00 in aanmerking te nemen. Qiagen is terecht ongeldig verklaard. Vzr. Rb Den Haag 15 november 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:17061 Life Technology Europe/Staat (NFI) In dezelfde aanbesteding als hierboven is ook LTE vanwege het inschrijven met nultarieven terzijde gelegd. LTE stelt enerzijds dat de uitgevraagde werkzaamheden op het gebied van implementatie en training zeer beperkt zijn en voert anderzijds aan dat de kosten die voor deze beperkte dienstverlening worden gemaakt zijn verdisconteerd in haar tarief voor de STR-kits. Bovendien worden geen concrete werkzaamheden voorgeschreven in de stukken en ligt een nultarief voor de hand. De voorzieningenrechter oordeelt ook hier dat de aanbestedingsstukken helder zijn en dat het op grond van de aanbestedingsstukken eenvoudigweg niet toegestaan was om zo te handelen. De rechter is het eens met LTE dat op het gebied van training geen concrete werkzaamheden in de aanbestedingsdocumenten worden voorgeschreven, maar hij stelt dat de aanbestedingsdocumenten wel uitdrukkelijk tot uitgangspunt nemen, dat op dat gebied door de opdrachtnemer werkzaamheden zullen worden verricht. Voor zover hierover bij LTE onduidelijkheid bestond over de te verrichten werkzaamheden en de aldus in rekening te brengen kosten, had zij hierover in de inlichtingenronde vragen moeten stellen. Dat heeft zij niet gedaan en het staat haar nu niet meer vrij daartegen bezwaren te maken. Ook LTE is terecht uitgesloten. Gebrek Vzr. Rb Limburg 24 april 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:3763 CT-Plus/gemeente Echt-Susteren Openbare aanbesteding RAW-bestek op basis van laagste prijs. Opgenomen is dat in elke post alle kosten dienen te zitten, er mag een algemene korting gegeven worden en in de NvI is opgenomen dat er geen negatieve bedragen

3 opgenomen mogen worden. CT-Plus heeft bij de algemene korting een negatief bedrag ingevuld. De gemeente verklaart de inschrijving van CT-Plus ongeldig. De voorzieningenrechter concludeert dat de gemeente de inschrijving ongeldig mocht verklaren nu zij niet voldeed aan de eisen in de NvI. Er is geen sprake van een eenvoudig te herstellen gebrek, omdat een korting van aanmerkelijke invloed is op de prijs waartegen is ingeschreven. Een toelichting vragen was ook niet nodig omdat dit niet zou kunnen leiden tot wijziging van de inschrijfsom. Niet besteksconform Vzr. Rb Den Haag 4 mei 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:4646 Saab technologies/rws Niet openbare aanbesteding CCTV scheepvaartbegeleiding. 5 Partijen, waaronder Saab, doen een inschrijving. RWS vraagt aan Saab haar inschrijving te verduidelijken. Daarop verklaart RWS de inschrijving ongeldig. De aangeboden oplossing wijkt af van de Vraagspecificatie Eisen. Saab wil herbeoordeling; volgens haar is de gunningsbeslissing niet deugdelijk gemotiveerd en uitsluiting disproportioneel. De voorzieningenrechter is van oordeel dat RWS wel voldoende heeft gemotiveerd en dat een behoorlijk geïnformeerd en normaal oplettend inschrijver heeft moeten begrijpen dat er niet functioneel is uitgevraagd, zoals Saab gesteld heeft, maar gevraagd is naar een modulair systeem. Saab heeft een niet besteksconform aanbod gedaan en diende om die reden als ongeldig terzijde gelegd worden. Uitsluiting is niet disproportioneel, omdat Saab niet ongeldig verklaard is wegens het niet voldoen aan een eis, maar niet heeft ingeschreven met het gevraagde systeem. Bovendien staat het gelijkheidsbeginsel niet toe dat een niet-besteksconforme inschrijving toch geldig verklaard wordt. Ongeldigheid Vzr. Rb Den Haag 31 oktober 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:17059 [eiser]/staat (RWS) Openbare EA leveren van sets olie-geleidende schermen en opslagcontainers voor oppervlaktewater in Nederland en de BES-eilanden. Inschrijving van eiser wordt ongeldig verklaard. In geding is of het plan van aanpak van eiser voldoet aan de eisen die het Inschrijvings- en beoordelingsdocument stelt. Het PvA mag max. 5 pag. per criterium zijn. In haar PvA (2 pag.) verwijst eiser naar een groter technisch dossier waardoor het totaal ruim boven het maximale aantal pagina s uitkomt. Verder is eiser van mening dat de inschrijvingen niet zijn beoordeeld conform de vastgestelde beoordelingsprocedure. De voorzieningenrechter oordeelt m.b.t. het laatste punt dat anders dan eiser lijkt te betogen bij de beoordeling van de kwalitatieve gunningscriteria, niet beoordeeld hoeft te worden of een inschrijving aan de gestelde technische voorwaarden voldoet, maar uitsluitend of een inschrijving uit oogpunt van de gestelde kwaliteitscriteria toegevoegde waarde biedt. Aan de gestelde technische eisen moet immers reeds zijn voldaan om een geldige inschrijving te kunnen doen. V.w.b. het PvA oordeelt de rechter dat gezien de wijze van verwijzing in het PvA van eiser en de wijze van overleggen van het technisch dossier, ook voor de voorzieningenrechter, niet zonder meer duidelijk is naar welke delen van het technisch dossier eiser beoogde te verwijzen. Het staat RWS niet vrij om bij de beoordeling van een plan van aanpak zelf te bepalen. Inschrijving van eiser is terecht ongeldig verklaard. Valse verklaring Vzr. Rb Den Haag 31 oktober 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:17058 KPN/Politie en Politieacademie Openbare EA voor vaste telefonie en dienstverlening. Bij de eigen verklaring heeft KPN wel een document gevoegd waarin zij verwijst naar de procedures waarin KPN beticht wordt van het maken van een ernstige fout en zich schuldig maken aan het doen van een valse verklaring en KPN geeft aan dat de voornoemde kwesties naar haar mening geen ernstige beroepsfout opleveren, dat daarover nog discussie in bezwaar en/of beroep wordt gevoerd en in het bijzonder geen vaststaand feit is dat KPN in ernstige mate nalatig is geweest, c.q. kwaad opzet heeft gehad én de professionele geloofwaardigheid is beïnvloed, kan er geen sprake zijn geweest van een valse verklaring. De Politie besluit KPN uit te sluiten vanwege het door KPN niet melden van een ernstige fout. De voorzieningenrechter is van mening dat voldoende vaststaat dat KPN zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstige fout ten aanzien van de ISDN Lijnbewaking als bedoeld in artikel 2.87 lid 1 onder c Aw. Het moet voor KPN duidelijk zijn geweest dat de gedraging had moeten worden gemeld in de Eigen verklaring, ook als zij deze gedraging zelf niet als ernstige fout beschouwt en zij het met het oordeel van de ACM niet eens is. Dat in het model van de Eigen verklaring niet specifiek naar (nog niet onherroepelijke) boetebesluiten van de ACM werd gevraagd, maakt dit niet anders. Maatschappelijke waarde Vzr. Rb Den Haag 12 januari 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:4854 [eiseres]/staat (CJIB) EA Gerechtsdeurwaardersdiensten Clustering Rijksincasso. De vorige aanbestedingen zijn (op last van de rechter) ingetrokken en na een marktconsultatie volgt deze nieuwe aanbesteding. De aanbesteding wordt uitgevoerd conform

4 het Europese regime voor sociale en andere specifieke diensten (2.38 AW 2012). Eiseres stelt dat er niet voldaan wordt aan 1.4 AW 2012 (zoveel mogelijk maatschappelijke waarde): het CJIB werkt volgens haar enerzijds met een vaste niet-marktconforme vergoeding en hanteert anderzijds twee gunningscriteria die geen onderscheidend vermogen hebben. De voorzieningenrechter is van mening dat het bereiken van zoveel mogelijk maatschappelijke waarde niet betekent dat inschrijvers in een aanbestedingsprocedure zich moeten kunnen onderscheiden op de prijscomponent. Uit dit 1.4 lid 2 AW 2012 kan niet (in algemene zin) worden afgeleid dat een aanbesteding met een vaste prijs niet toelaatbaar is. Gelet hierop en omdat uit de eerdere (ingetrokken) aanbestedingsprocedures over dezelfde opdracht reeds is gebleken dat concurrentie op prijs ten aanzien van onderhavige opdracht niet of slechts zeer beperkt mogelijk lijkt te zijn, kon CJIB er toe overgaan prijs niet als gunningscriterium te hanteren. Volgens de rechter is, zonder nadere toelichting van de zijde van eiseres, niet in te zien waarom de beoordelingsprocedure met twee kwalitatieve gunningscriteria geen onderscheidend vermogen zou hebben. Onvolledige inschrijving (Tenderned) Vzr. Rb Den Haag 14 februari 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:4897 PA Consulting Services/ Staat (ministerie van I&M) Openbare EA raamovereenkomst met meerdere leveranciers voor IV-expertisediensten op het gebied van informatievoorziening. De inschrijving van PA Consulting wordt terzijde gelegd omdat die niet is geregistreerd in Tenderned (wel geüpload maar niet in de digitale kluis gezet). Volgens PA Consulting is dit een gevolg van aan de Staat toe te rekenen onduidelijkheden in de TenderNed-portal, waardoor sprake is van een schending van het transparantiebeginsel. De voorzieningenrechter volgt PA Consulting hierin niet. In het Beschrijvend Document is in heldere bewoordingen beschreven dat de via de TenderNed-portal aan te leveren documenten met behulp van een via TenderNed te verkrijgen sms-transactiecode in een digitale kluis dienen te worden geplaatst en dat de inschrijving pas na deze plaatsing is voltooid en als geldig kan worden aangemerkt. Voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettend potentiële inschrijver moet duidelijk zijn geweest wat de te ondernemen stappen waren. Er is geen strijd met het transparantiebeginsel. Beoordeling kwaliteitscriteria Vzr. Rb Noord-Nederland 24 mei 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:1884 Combinatie/gemeente Smallingerland Nationale openbare aanbestedingsprocedure cf. ARW 2016 m.b.t. de realisatie van het uitvoeringsontwerp van de herinrichting van de Splitting te Drachten d.m.v. gunnen op waarde. De Combinatie is het niet eens met de toegekende score op twee kwaliteitscriteria (Communicatie en Groen), volgens haar heeft de gemeente evidente beoordelingsfouten gemaakt en heeft de gemeente zich niet gehouden aan de uitgangspunten zoals geformuleerd in de publicatie 253 van het CROW 'Gunnen op waarde'. De Gemeente betwist een en ander en stelt dat de in de Inschrijvingsleidraad genoemde methode 'Gunnen op waarde' volgens publicatie van 253 van het CROW geldt als basis, maar het beoordelingskader vervolgens uitgewerkt is in de Inschrijvingsleidraad. De voorzieningenrechter benadrukt zijn marginale rol in de kwalitatieve beoordeling door de gemeente en komt na deze marginale toetsing tot de conclusie dat niet aannemelijk is geworden dat de Gemeente evidente beoordelingsfouten heeft gemaakt, noch dat de Gemeente onzorgvuldig gehandeld heeft door de inschrijving van de Combinatie te beoordelen zoals zij blijkens het proces-verbaal van aanbesteding heeft gedaan. Vzr. Rb Overijssel 24 mei 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:2163 NDIX/Regio Twente Meervoudig onderhandse aanbesteding voor Huur glasvezel en gerelateerde dienstverlening. De gunningssystematiek Negometrix Utility Index wordt gehanteerd waarbij De Negometrix Utility Index de economisch meest voordelige inschrijving berekent. NDIX is de zittende dienstverlener en is het niet eens met de score die zij heeft gekregen op het kwaliteitsonderdeel Implementatie en Migratie. De vraag is of de toegekende score deugdelijk is en of de motivering voldoende is. De voorzieningenrechter stelt voorop dat Regio Twente in de aanbestedingsleidraad en het plan van aanpak op heldere wijze heeft uiteengezet wat zij ten aanzien van het implementatieplan van de inschrijvers verwachtte en op welke wijze de inschrijvingen zouden worden beoordeeld. Het door NDIX ingediende implementatieplan was beperkt in omvang. Voor zover sprake was van continuering van bestaande dienstverlening, hoefde volgens NDIX niets te worden geïmplementeerd noch gemigreerd. NDIX heeft dit ook in haar implementatieplan benadrukt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Regio Twente, gelet op de vooraf bekend gemaakte beoordelingssystematiek, niet anders kon en mocht dan het toekennen van een lage score aan het (beperkte) implementatieplan van NDIX. Regio Twente kan en mag haar beoordeling niet baseren op haar ervaring met en kennis van de zittende dienstverlener NDIX, maar moet haar beoordeling baseren op de ingediende inschrijvingen, anders zou er strijd met het gelijkheids- en transparantiebeginsel ontstaan.

5 Let op dat zittende dienstverleners niet anders beoordeeld worden dan de andere inschrijvers. Er mag geen rekening gehouden worden met de al bestaande kennis over de inschrijver, dit is in strijd met het gelijkheids- en transparantiebeginsel. Antilliaanse zaak Vzr. Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 24 mei 2017, ECLI:NL:OGEAA:2017:402 Oduber Agencies/Uitvoeringsorgaan Algemene Ziektekostenverzekering (UO-AZV) Eind 2012 heeft UO-AZV het verstrekken van diabetes hulpmiddelen aan AZV verzekerden openbaar aanbesteed. Het contract is in januari 2013 gegund aan Botica di Servicio. Ook Oduber heeft meegedongen in de aanbestedingsprocedure, maar heeft zich vrijwillig teruggetrokken. Botica di Servicio heeft met Oduber gecontracteerd met betrekking tot de levering van diabetes hulpmiddelen, die dan vervolgens weer aan daarvoor in aanmerking komende AZV verzekerden werden verstrekt. In februari 2017 heeft Botica di Servicio aan Oduber laten weten niet langer diabetes hulpmiddelen van haar af te nemen. Oduber wil dat UO-AZV opnieuw gaat aanbesteden. De voorzieningenrechter wijst de vordering af. Hij weegt de belangen van Oduber tegen het belang van UO-AZV zelf en het belang van zijn verzekerden alsook het belang van Botica di Servicio, die geen partij is in deze procedure maar van toewijzing van het gevorderde wel direct gevolgen zou ondergaan en die gevolgen bovendien mogelijk weer zal afwentelen op UO-AZV. Het belang van Oduber is louter financieel en geeft niet de doorslag. De voorzieningenrechter doet geen uitspraak over de vraag of UO-AZV gehouden was om begin 2017 een openbare aanbestedingsprocedure te starten, omdat sprake zou zijn van een nieuw contract of door tijdsverloop hoe dan ook opnieuw diende aan te besteden. De rechter geeft ook geen oordeel of in deze zaak het niet voldoen aan een openbare aanbestedingsplicht in het onderhavige geval leidt tot nietigheid van het in strijd daarmee gesloten contract. Uitsluiting Hof Arnhem-Leeuwarden 23 mei 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:4396 Nederlandse Gasunie/Flow Meter Group B.V. Hoger beroep in de zaak van de aanbesteding uitgeschreven voor de levering en het onderhoud van turbine gasmeters. De inschrijving van FMG is terzijde gelegd, omdat na een tussentijdse audit is gebleken dat FMG op diverse punten niet voldoet aan het gestelde in wet- en regelgeving. Hiermee heeft FMG volgens de Gasunie ten onrechte verklaard te voldoen aan wet- en regelgeving. Vanwege het niet voldoen aan wet- en regelgeving is de inschrijving terzijde gelegd. De voorzieningenrechter heeft de Gasunie in het ongelijk gesteld omdat de aanbestedingsstukken aangaven wat de gevolgen van een tussentijdse audit waren in de fase tussen selectie en gunning van de opdracht. De inschrijvers behoefden er geen rekening mee te houden dat een negatieve uitkomst van de tussentijdse audit tot terzijdelegging van de inschrijving zou kunnen leiden. Het Hof beantwoordt de vraag of Gasunie FMG terecht mocht uitsluiten n.a.v. de tussentijdse audit. Bij het antwoord op deze vragen geldt als uitgangspunt de lijn van het arrest van het HvJ EU in de zaak Succhi di Frutta en de Hoge Raad in de zaak Eiseres de Staat en NIC. Dat brengt niet alleen mee dat alle aanbieders gelijk worden behandeld, maar ook dat zij in gelijke mate, mede met het oog op een goede controle achteraf, een duidelijk inzicht moet hebben in de voorwaarden waaronder de aanbesteding plaatsvindt, zoals de selectiecriteria. Dat Gasunie een specialesectorbedrijf is doet aan deze uitgangspunten niet af. Daarnaast dient eveneens acht te worden geslagen op de bewoordingen van de Guideline gelezen in het licht van de gehele tekst van alle relevante aanbestedingsstukken. Het Hof concludeert dat er voor het houden van die audit én voor het uitsluiten van FMG op basis van de resultaten geen deugdelijke grondslag is. Gasunie heeft in strijd met het gelijkheids- en transparantiebeginsel gehandeld.