DNA, RNA en eiwitten: rules and regulations
|
|
- Arthur van Dam
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DA, RA en eiwitten: rules and regulations met een uitgebreide toelichting VW, scheikunde Marnix College Ede
2 DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 SAMEVATTIG AFSPRAKE DA, RA, AMIZURE E EIWITTE DA E RA: Enkelstrengs DA en RA: bij afspraak schrijven we het 5 uiteinde links en het 3 uiteinde rechts. Voor de notatie van dubbelstrengs DA geldt de volgende afspraak: de bovenste streng loopt van 5 (links) naar 3 (rechts) en de onderste streng loopt van 3 (links) naar 5 (rechts). BIJ TRASCRIPTIE: - de DA-streng waaraan de te vormen mra-streng paart wordt de template strand genoemd (strand = streng) - de ándere DA-streng wordt de coding strand genoemd - het gevormde mra heeft ten opzichte van de template strand een complementaire basenvolgorde - het gevormde mra heeft dezelfde basenvolgorde als de coding strand, behalve wat betreft de T s (dat zijn in het mra namelijk U s geworden) In het algemeen noteert men de coding strand als bovenste DA-streng (dus 5 3 ) en de template strand als onderste DA-streng (dus 5 3 ). De mra-streng wordt daardoor ook genoteerd met 5 links en 3 rechts. AMIZURE E EIWITTE: Men nummert de C-atomen naast de carboxylgroep met α, β, γ, etc. Volgens afspraak zet men de C in een aminozuur rechts en de 2 in een aminozuur links. Merk op: - als de 2-groep de hoogste prioriteit heeft, dan spreekt met van een amine. Voorbeeld: ethaanamine; - als de 2-groep niet de hoogste prioriteit heeft, dan spreekt met van een aminogroep. Voorbeelden: 1-amino-2-propanol en 2-aminopropaanzuur - een amidebinding is het resultaat van condensatie tussen C en 2 Een (poly)peptide heeft een zijde met een vrije 2-groep en een zijde met een vrije C-groep. Volgens afspraak noteert men peptiden met de vrije 2-groep links en met de vrije C-groep rechts. 2
3 DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 FDTUK 1: DA E RA DA en RA zijn ketenvormige moleculen. De moleculen bestaan uit een ruggegraat (backbone) van afwisselend fosfaatgroepen en suikergroepen. Aan de suikergroepen zitten basemoleculen vast. Ruggegraat De ruggegraat van RA-moleculen bevat als suiker ribose. De ruggegraat van DAmoleculen bevat als suiker deoxyribose (ook wel desoxyrobose genoemd). et verschil tussen deze suikers blijkt uit onderstaande figuur: het betreft de atomen aan het tweede C-atoom (C2) in de ribosering (de nummering geldt volgens conventie). C 2 C 4 C 1 C 2 C 4 C 1 C 3 C 2 C 3 C 2 ribose figuur 1: ribose en deoxyribose deoxyribose ( aan C 2 is ) In zowel DA als RA zijn de suikermoleculen met elkaar verbonden door fosfaatgroepen. Fosfaat is het zuurrestion van het driewaardige zuur fosforzuur (3P4). De binding tussen de suikermoleculen en de fosfaatgroepen is chemisch gezien een fosfaatesterbinding. ierbij fungeren de suikers als alcoholen (-groepen) en fosforzuur/fosfaat als het zuur. P BASE - mdat fosforzuur driewaardig is, blijft er in het fosfaatgedeelte één vrije -groep over. Bij de gebruikelijke p s in organismen is deze groep gedeprotoneerd en is er dus aan het fosforatoom een (negatief geladen - atoom) aanwezig. C 2 BASE et geheel van een suikermolecuul en een base noemt met een nucleoside. et geheel van een suikermolecuul, base en fosfaatgroep noemt met een nucleotide In de figuur hiernaast is een keten van drie nucleotiden getekend, met deoxyribose als suiker. P - C 2 BASE figuur 2: een trinucleotide 3
4 DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 Basen In DA bevinden zich vier mogelijke basen: adenine (A), cytosine (C), guanine (G) en tyrosine (T). A en G zijn de purines, omdat ze sterk lijken op de stof purine. C en T zijn de pyrimidines, omdat ze sterk lijken op de stof pyridine. In RA bevinden zich dezelfde basen met één uitzondering: thymine komt in RA niet voor. De vierde base in RA is het pyrimidine uracil (U). 2 purine adenine guanine 2 2 De letters A, C, G, T en U worden zowel voor alleen de basen alsook voor de totale nucleotiden gebruikt. pyridine cytosine thymine uracil figuur 3: de stikstofbasen in DA en RA Totale structuur van DA of RA De totale structuur van een trinucleotide staat hieronder weergegeven. et betreft het trinucleotide ACG. 2 vrije aan C 5 5' uiteinde 2 A P - C C 2 P - 2 G C 2 vrije aan C 3 3' uiteinde figuur 4: het trinucleotide ACG 4
5 DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 Merk op, dat een keten van nucleotiden een richting heeft. In dit geval is aan de kant van het nucleotide A een vrije -groep aan C5 van het deoxyribose aanwezig. Aan de kant van de G is een vrije -groep aan C3 van het deoxyribose. Deze kanten worden aangeduid met respectievelijk 5 en 3. et komt overigens ook voor, dat aan de 5 of 3 nog een of meer fosfaatgroepen aanwezig zijn. Bij afspraak schrijven we het 5 uiteinde links en het 3 uiteinde rechts. De notatie van het bovenstaande trinucleotide is dus ACG (of vollediger: 5 ACG 3 ). ACG is dus niet hetzelfde als GCA! DA is een dubbelstrengs molecuul In 1953 ontdekten James Watson en Francis Crick wát de ruimtelijke structuur van DA moest zijn (noot: met de onmisbare hulp van Maurice Wilkins en Rosalind Franklin). un model is als volgt: 1. DA komt voor als dubbelstrengs molecuul; 2. de strengen winden zich als dubbel helix door elkaar; 3. de ruggegraat van fosfaten en deoxyriboses bevindt zich aan de buitenkant en de basen bevinden zich aan de binnenkant van de dubbele helix; 4. door waterstofbruggen worden specifieke paren gevormd tussen de basen. A paart altijd met T en C paart altijd met G (dit resulteert in zogenaamde complementaire ketens ); 5. het 5 uiteinde van de ene streng ligt tegenover het 3 uiteinde van de andere streng ( antiparallel ) Deze baanbrekende ontdekking legde de weg bloot voor vele volgende ontdekkingen, onder andere de ontdekking van de manier waarop (het mechanisme waarmee) DA zichzelf kopieert (DA-replicatie). Voor de notatie van dubbelstrengs DA geldt de volgende afspraak: de bovenste streng loopt van 5 (links) naar 3 (rechts) en de onderste streng loopt van 3 (links) naar 5 (rechts) RA is een enkelstrengs molecuul RA verschilt in verschillende opzichten van DA. pgemerkt is al het verschil in suiker (voor RA is dat ribose) en het verschil in de aanwezige basen (U in plaats van T). RA komt meestal voor als enkelstrengs molecuul. et komt voor dat één deel van een RA-keten toevallig complementair is aan een ander deel van de keten. In zulke gevallen kan uit één RA-keten gedeeltelijk een dubbele streng worden gevormd. ok bij RA geldt de afspraak: 5 links en 3 rechts. Soorten RA In de cel hebben RA-moleculen verschillende functies. De drie bekendste soorten RA zijn rra, tra en mra. rra: in ribosomen (bepaalde celorganellen, waarover later meer) bevinden zich twee soorten bouwstenen: zogenaamd ribosomaal RA (rra) en eiwitten. tra: ook bestaat er transfer-ra (tra), dat als een soort taxi zorgdraagt voor de juiste aflevering van aminozuren bij het vormen van eiwitketens (eiwitten zijn zoals bekend aminozuurpolymeren). mra: het soort RA waar wij ons voorlopig op zullen richten is het messenger-ra (mra) 5
6 DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 Transcriptie: RA wordt afgeschreven van het voorbeeldmolecuul DA Veel (zo niet alle) chemische reacties in levende wezens worden gekatalyseerd door enzymen. Enzymen zijn eiwitten, óf bestaan voor het grootste deel uit eiwitmoleculen. et geheel aan eiwitmoleculen in een cel bepaalt dus, wát de cel allemaal wel of niet kan. et is dus belangrijk om de juiste eiwitmoleculen in een cel te hebben. oe wordt hiervoor gezorgd? Eiwitten (enzymen) worden in de cel gemaakt. De bouwtekeningen van deze eiwitten bevinden zich als het ware in het DA. De volgorde van de nucleotiden in DA bepalen, wélke aminozuren in wélke volgorde aan elkaar worden verbonden (door condensatiereacties tussen de 2-groepen en de C-groepen van de naburige aminozuren). oe zorgt het DA ervoor, dat de juiste aminozuren aan elkaar worden gebonden?dit gebeurt via RA als boodschapper (vandaar messenger-ra of mra). Van een gedeelte van één van de twee DA-strengen in dubbelstrengs DA wordt een afdruk gemaakt. Deze afdruk wordt als mra-keten gemaakt. Vervolgens gaat een mra-keten naar een ribosoom (of komt het ribosoom naar de mra-keten toe). et ribosoom is als het ware de fabriek, waarin de aminozuren van het te vormen eiwit aan elkaar worden gekoppeld. et afdrukken van DA in een mra-molecuul wordt transcriptie genoemd. Dit gebeurt door het paren van RA-nucleotiden aan één van de DA-strengen. Wanneer in deze DA-streng zich een C bevindt, paart daar een G aan (maar dan wél een G met ribose in plaats van deoxyribose er wordt immers RA gemaakt). Er is dus zoals ook bij DA-replicatie complementaire paring van de nucleotiden. et aan elkaar binden van de nucleotiden wordt gekatalyseerd door een speciaal enzym. Afspraken: - de DA-streng waaraan de te vormen mra-streng paart wordt de template strand genoemd (strand = streng) - de ándere DA-streng wordt de coding strand genoemd - het gevormde mra heeft ten opzichte van de template strand een complementaire basenvolgorde - het gevormde mra heeft dezelfde basenvolgorde als de coding strand, behalve wat betreft de T s (dat zijn in het mra namelijk U s geworden) In het algemeen noteert men de coding strand als bovenste DA-streng (dus 5 3 ) en de template strand als onderste DA-streng (dus 5 3 ). De mra-streng wordt daardoor ook genoteerd met 5 links en 3 rechts. figuur 5: transcriptie 6
7 DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 et deel van een DA-streng dat codeert voor een eiwit wordt een gen genoemd. Translatie: tra paart aan mra et mra (de kopie van de bouwtekening) wordt in ribosomen afgelezen. Dit gebeurt doordat aan het mra opnieuw complementaire basenparing plaatsvindt. Aan de basen van mra paart namelijk tra. Aan een molecuul tra zit een aminozuur vast en daardoor komen er aminozuren naast elkaar te liggen. Wanneer deze door condensatie (amidevorming) aan elkaar worden gekoppeld, is het maken van de eiwitketen een feit. De paring tussen mra en tra vindt plaats tussen stukjes van drie nucleotiden. et stukje in het mra noemt men een codon en het complementaire stukje in het tra noemt met het anticodon. Doordat elk tra een verschillend anticodon bevat, kan er verschil worden gemaakt tussen de bij elkaar te brengen aminozuren. Elk tramolecuul sleept zijn eigen aminozuur mee. Dit vertalingsproces in het ribosoom wordt translatie genoemd. Eiwitten in organismen (mensen, dieren, planten) bestaan uit slechts 20 verschillende aminozuren. Wanneer een codon (en het complementaire anticodon) slechts uit twee nucleotiden zou bestaan, zouden slechts 16 verschillende mogelijkheden bestaan (4 keuzen voor het eerste nucleotide maal 4 keuzen voor het tweede). et is daarom niet verwondelijk, dat een codon en een anticodon minimaal drie nucleotiden moeten bevatten. Daarmee zijn 4 maal 4 maal 4 (dus 4 3 ) = 64 codemogelijkheden beschikbaar. Elk codon codeert voor één aminozuur. Wél zijn er vaak verschillende codons, die voor hetzelfde aminozuur coderen. De vertaling van de codons (dus de mra-fragmenten) naar de aminozuren wordt de genetische code genoemd. Let er goed op, dat tabellen voor de genetische code in het algemeen zijn gebaseerd op codons, dus op mra!! m ervoor te zorgen, dat het onderscheid tussen de codons op de juiste plek wordt afgelezen, moet het voor de cel duidelijk zijn bij welke plek op het mra men moet beginnen met aflezen. Daar is een zogenaamd startcodon voor nodig. et startcodon (dus de mra-volgorde waar wordt gestart met translatie) is AUG. Er zijn ook enkele stopcodons, die duidelijk maken waar gestopt moet worden met de aangroei van de eiwitketen. Mutaties Een kleine fout in het aflezen van het DA en het mra kan uiteraard grote gevolgen hebben. Wanneer een nucleotide in het DA veranderd (gemuteerd) is (bijvoorbeeld door toedoen van mutagene chemicaliën of door UV- of andere straling), dan bestaat de kans dat het nieuwe codon codeert voor hetzelfde aminozuur en dat dus hetzelfde eiwit ontstaat. Wanneer een extra nucleotide in het DA of mra is tussengevoegd (of er juist tussenuit is gehaald), zijn vaak grotere veranderingen in de aflezing en dus in de aminozuurvolgorde van het gevormde eiwit het gevolg. ok bij insertie of deletie van een nucleotide spreekt men van mutatie van het DA. Dit kan zeer ernstige effecten hebben, doordat bepaalde celreacties niet meer worden gekatalyseerd. Disfunctionerende cellen en daardoor ziekten kunnen het gevolg zijn. Een voorbeeld is de stofwisselingsziekte hemochromatose ofwel ijzerstapeling; dit komt bij één op de 200 ederlanders voor (en één op de tien ederlanders is drager!). 7
8 DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 FDSTUK 2: EIWITTE Aminozuren Eiwitten zijn polymeren van α-aminozuren. Een aminozuur is een molecuul, dat zowel een aminogroep (2-groep) als een carboxylgroep (C-groep) bevat. mdat de C-groep volgens de algemene regels voor naamgeving (zoals bepaald door de IUPAC) een hogere prioriteit heeft dan de 2-groep, wordt de 2-groep als zijgroep gezien en als voorvoegsel (amino) genoteerd. Vandaar de algemene naamgeving aminozuur. α-aminozuren Een α-aminozuur is een aminozuur, waarbij de aminogroep aan de C naast de carboxylgroep is verbonden. Men nummert de C-atomen naast de carboxylgroep met α, β, γ, etc. Volgens afspraak zet men de C in een aminozuur rechts en de 2 in een aminozuur links. 2 C α C R figuur 6: algemene weergave van een aminozuur De zijgroep R bepaalt, van wélk α-aminozuur sprake is. In de natuur komen 20 verschillende aminozuren geregeld voor. Elk aminozuur heeft zijn eigen drieletterige afkorting (bijvoorbeeld Gly voor glycine en Ala voor alanine). Soms wordt ook een éénletterige code voor de aminozuren gebruikt (G voor glycine en A voor alanine). Merk op dat C α een asymmetrisch C-atoom is. In de natuur komt slechts één stereochemische configuratie voor, namelijk de L-configuratie. Eiwitvorming: amidebinding De C-groep van het ene aminozuur kan reageren met de 2-groep van het andere aminozuur. Deze reactie vertoont sterke gelijkenissen met de normale estervorming (tussen C en ). et resultaat is, dat een condensatiereactie plaatsvindt (er ontstaat 2) en dat een nieuw type karakteristieke groep ontstaat: de amidebinding. C figuur 7: de amidebinding Merk dus op (subtiele verschillen!): - als de 2-groep de hoogste prioriteit heeft, dan spreekt met van een amine. Voorbeeld: ethaanamine; - als de 2-groep niet de hoogste prioriteit heeft, dan spreekt met van een aminogroep. Voorbeelden: 1-amino-2-propanol en 2-aminopropaanzuur - een amidebinding is het resultaat van condensatie tussen C en 2 De amidebinding wordt ook wel peptidebinding genoemd. 8
9 DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 Wanneer vele aminozuren aan elkaar worden gekoppeld (condensatiepolymerisatie), dan heet het resultaat een polyamide of een polypeptide. Een eiwit is dus een polypeptide. Een (poly)peptide heeft een zijde met een vrije 2-groep en een zijde met een vrije C-groep. Volgens afspraak noteert men peptiden met de vrije 2-groep links en met de vrije C-groep rechts. Er is dus een verschil tussen het dipeptide glycine-alanine (afgekort Gly-Ala) en het dipeptide alanine-glycine (Ala-Gly)! 2 C C 2 C C C 3 glycine (R = ) alanine (R = C 3 ) 2 C C C C 2 C C C C C 3 C 3 Gly-Ala Ala-Gly figuur 8: Gly-Ala en Ala-Gly Gebruikte literatuur: L. Stryer, Biochemistry (1995) vakgroep Biochemie/vakgroep Moleculaire Biologie, Landbouwuniversiteit Wageningen, Dictaat Celfysiologie I (1996) J.F.J. Engbersen en Æ. de Groot, Inleiding in de bio-organische chemie (1995) 9
Hetzelfde DNA in elke cel
EIWITSYNTHESE (H18) Hetzelfde DNA in elke cel 2 Structuur en functie van DNA (1) Genen bestaan uit DNA Genen worden gedragen door chromosomen Chromosomen bestaan uit DNAmoleculen samengepakt met eiwitten
Nadere informatieWe wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!
Voorwoord Beste geneeskundestudent, Voor je ligt de samenvatting van Blok 1.1.1 Deel 2 voor de studie geneeskunde. SlimStuderen.nl heeft de belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor
Nadere informatie4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november 2005 4,4 5 keer beoordeeld Vak ANW Voorwoord Het leven, wat heeft er allemaal met het leven te maken. Het leven is erg ingewikkeld, een goede
Nadere informatieANTWOORDEN HOOFDSTUK 6 VAN GEN TOT EIWIT
ANTWOORDEN HOOFDSTUK 6 VAN GEN TOT EIWIT ANTWOORDEN 6.5 /TM 6.8 Codering 1.een juiste aanvulling van het schema : nucleotiden in mrna juist nucleotiden in DNA juist 3 kant en 5 kant bij mrna en DNA juist
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008
DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life
DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je,
Nadere informatieScheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18
Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Reactietypen Substitutiereactie Een atoom(groep) wordt vervangen door een andere atoomgroep. Bij halogenen gebeurt dat alleen onder straling.
Nadere informatieBOUWSTENEN VAN HET LEVEN
BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn
Nadere informatieAminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren.
Activiteit 5 Peptidebindingen en Penicilline Aminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. In de natuur komen ongeveer 100 verschillende
Nadere informatieBiochemie van Leven college 6 uit de serie Het Levend Heelal
Biochemie van Leven college 6 uit de serie Het Levend Heelal Nora Goosen Moleculaire Genetica Leids Instituut voor Chemie Universiteit Leiden 1. Introductie Elke vorm van leven op aarde is opgebouwd uit
Nadere informatieDoor recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb
Nadere informatie2,4. Samenvatting door R woorden 5 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Stofwisseling Biologie. Atomen en Moleculen
Samenvatting door R. 1478 woorden 5 maart 2014 2,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Stofwisseling Biologie Atomen en Moleculen -Stof à moleculen à atomen (in kleine hoeveelheden
Nadere informatie94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten
94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten Transcriptie bij prokaryoten: Prokaryoten hebben geen celkern, waardoor het DNA los in het cytoplasma ligt. Hier vindt de transcriptie
Nadere informatieSamenvatting. Figuur 1. Algemene structuur van een nucleotide (links) en de structuren van de verschillende basen (rechts).
DA is het molecuul dat in levende organismen alle genetische informatie bevat. et komt doorgaans voor als een dimeer van twee complementaire nucleotide-polymeren, waarbij de individuele nucleotiden in
Nadere informatieSTEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT
A LIFE TYPEFACE STEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT De eiwitsynthese is één van de belangrijkste processen die zich in de cel afspelen. Eiwitten staan aan de basis van het functioneren van de cel. Wat een
Nadere informatiePeriode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA
Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Lesstof PW9 Toets 9.1 Boek: Biologie voor het MLO (zesde druk) Hoofdstuk 5 Biomoleculen blz. 89 t/m 106 Hoofdstuk 11 Klassieke genetica blz. 224 t/m 227 Hoofdstuk
Nadere informatieBIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6
BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6 Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai DOELSTELLINGEN:
Nadere informatieBegrippenlijst DNA adenine Eén van de nucelotidebasen die in DNA en RNA voorkomen. Adenine (A) vormt een basenpaar met thymine (T) in het DNA en met
Begrippenlijst DNA adenine Eén van de nucelotidebasen die in DNA en RNA voorkomen. Adenine (A) vormt een basenpaar met thymine (T) in het DNA en met uracil (U) in RNA. Adenine komt ook voor in AMP, ADP,
Nadere informatieHumane levenscyclus 1
Humane levenscyclus 1 Genexpressie 2 8 september 2011 Doel: Genexpressie (via welke stappen de informatie die in het DNA is opgeslagen gebruikt kan worden om eiwitten te vormen. Differentiële genexpressie
Nadere informatieDesoxyribose heeft 5 C-atomen. De fosfaatgroep zit aan het 5e C-atoom en de stikstofbase aan het 1e C-atoom.
Desoxyribose heeft 5 C-atomen. De fosfaatgroep zit aan het 5e C-atoom en de stikstofbase aan het 1e C-atoom. Afbeelding 2. DNA-nucleotide.1 Bij het aan elkaar koppelen van nucleotiden gaat het 3e C-atoom
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese (Junior College Utrecht) Vragen bij COO-programma
DNA & eiwitsynthese (Junior College Utrecht) Vragen bij COO-programma De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je, als
Nadere informatieSTEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT
A LIFE TYPEFACE STEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT De eiwitsynthese is één van de belangrijkste processen die zich in de cel afspelen. Eiwitten staan aan de basis van het functioneren van de cel. Wat een
Nadere informatieNederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied
Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied Met dit proefschrift ga ik promoveren in de biochemie. In dit vakgebied wordt de biologie bestudeerd vanuit chemisch perspectief. Het
Nadere informatieTENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld :00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 25-01-2010 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie) 1 (~30 minuten; 20 punten) Onderstaand is een stukje
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Polymelkzuur 1 et juiste antwoord kan bijvoorbeeld zijn genoteerd als: Indien slechts één juiste ruimtelijke structuurformule van melkzuur is getekend 0 Indien de twee getekende structuurformules
Nadere informatie6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.
Nadere informatieComputer Ondersteund Onderwijs (COO).
Computer Ondersteund Onderwijs (COO). Over DNA en eiwit is er een computer praktikum. Bij dit COO leer je via een interactieve manier omgaan met de stof. Opstarten COO. Ga naar de site van het departement
Nadere informatieAfsluitende les. Leerlingenhandleiding. Wat voor eiwit ben jij? (Basis)
Afsluitende les Leerlingenhandleiding Wat voor eiwit ben jij? (Basis) Deel 1 In het DNA ligt het erfelijk materiaal van een organisme in code opgeslagen. Deze code is opgebouwd uit vier nucleotiden: adenosine
Nadere informatieFiguur 1. Representatie van de dubbele helix en de structuren van de verschillende basen.
Het DNA molecuul is verantwoordelijk voor het opslaan van de genetische informatie die gebruikt wordt voor de ontwikkeling en het functioneren van levende organismen. Aangezien het de instructies voor
Nadere informatie8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica
Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke
Nadere informatieDNA: een allesomvattend begrip voor het leven
DNA: een allesomvattend begrip voor het leven 1 INHOUD Inhoud... 2 Les 1 Algemene informatie over DNA, TRANSCRIPTIE en TRANSLATIE... 4 1.1 DNA... 4 1.2 Transcriptie: Van DNA naar RNA... 6 1.3 Translatie:
Nadere informatieVragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie
Chemie van het leven Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie 2014-2015 Chemische achtergrond van leven 1. Atoomnummer
Nadere informatieIntermezzo, De expressie van een eiwit.
Samenvatting Bacteriën leven in een omgeving die voortdurend en snel verandert. Om adequaat te kunnen reageren op deze veranderingen beschikken bacteriën over tal van sensor systemen die de omgeving in
Nadere informatieExamen Voorbereiding DNA. Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016. 2016 JasperOut.nl. Thema 2 DNA
Examen Voorbereiding DNA Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 DNA Begrippenlijst: Begrip mtdna kerndna Plasmiden Genoom DNA-replicatie DNA-polymerase Eiwitsynthese RNA-molecuul Codon Genregulatie
Nadere informatieAfsluitende les. Leerlingenhandleiding. Wat voor eiwit ben jij? (Basis)
Afsluitende les Leerlingenhandleiding Wat voor eiwit ben jij? (Basis) Deel 1 In het DNA ligt het erfelijk materiaal van een organisme in code opgeslagen. Deze code is opgebouwd uit vier nucleotiden: adenosine
Nadere informatieVoortplanting en celdeling
Voortplanting en celdeling Inleiding Kenmerkend voor de levende natuur is het streven om de soort in stand te houden. Voor de groene plant als groep komt daar nog bij het vastleggen en beschikbaar maken
Nadere informatieHANDLEIDING VOOR DOCENTEN Versie september 2011
HANDLEIDING VOOR DOCENTEN Versie september 2011 DNAbAND is aanvankelijk ontwikkeld voor 1 e jaars modules moleculaire biologie binnen de unit Life Sciences and Technology, een samenwerking tussen Hogeschool
Nadere informatievan de cel Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Celbiologie Elementaire celbiologie
Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Michael Egmont-Petersen Watisdebetekenis [in brede zin] van het menselijk genome? Welke structuur hebben de
Nadere informatie- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur
Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier
Nadere informatieLEERPLAN 2014005. LEERPLANDOELSTELLINGEN: De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN
Hoofdstuk1: Erfelijke informatie in de cel... 2 1. Bouw van de kern tijdens de interfase... 2 2. Nucleïnezuren... 2 2.1. Primaire structuur van nucleïnezuren... 2 2.1.1. Bouwstenen... 2 2.1.2. Binding
Nadere informatieOefenopgaven Biochemie
6VW efenopgaven Biochemie Parkinson De ziekte van Parkinson is een neurologische aandoening. Wanneer van een bepaalde soort hersencellen een aanzienlijk deel is afgestorven, komt deze ziekte tot uiting.
Nadere informatieD N A e N c h r o m o s o m e N humane genoom adenosine (A), guanosine (G), cytidine (C) thymidine (T) nucleotiden Uridine (U)
26 Erfelijke aanleg D N A e n c h r o m o s o m e n Onze menselijke ontwikkeling, zowel de lichamelijke als de geestelijke, wordt bepaald en gestuurd door onze erfelijke aanleg. Recent is gebleken dat
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2005-II
4 Beoordelingsmodel Alcoholtest 1 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat de werking van het enzym aldehydedehydrogenase wordt geblokkeerd. (misselijkheid betekent) aceetaldehyde wordt niet omgezet
Nadere informatieWerkstuk Biologie DNA
Werkstuk Biologie DNA Werkstuk door een scholier 3345 woorden 27 mei 2005 6,3 94 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding Ik heb DNA als onderwerp van mijn werkstuk gekozen omdat DNA de basis is van het
Nadere informatie3,3. Samenvatting door D woorden 28 november keer beoordeeld. Thema 3: Chemische samenstelling van organismen 1.
Samenvatting door D. 1431 woorden 28 november 2016 3,3 4 keer beoordeeld Vak Biologie Thema 3: Chemische samenstelling van organismen 1. Inleiding Scheikundige samenstelling persoon 70kg Scheikundige samenstelling
Nadere informatievwo eiwitsynthese 2010
vwo eiwitsynthese 2010 Aan- en uitzetten van genen Escherichia coli leeft in de dikke darm van onder andere de mens. Deze bacterie heeft vijf structurele genen die coderen voor enzymen die betrokken zijn
Nadere informatie<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine
Nadere informatie<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine
Nadere informatiedoor dr. W. H. Mager Vakgroep Biochemie en Moleculaire Biologie Vrije Universiteit Amsterdam
113 1 Biotechnologie door dr. W. H. Mager Vakgroep Biochemie en Moleculaire Biologie Vrije Universiteit Amsterdam 1. Inleiding 113 3 2. Chemische structuur van erfelijke eigenschappen. Het DNA 113 4 3.
Nadere informatieOefenopgaven Biochemie. Parkinson
6VW efenopgaven Biochemie Parkinson De ziekte van Parkinson is een neurologische aandoening. Wanneer van een bepaalde soort hersencellen een aanzienlijk deel is afgestorven, komt deze ziekte tot uiting.
Nadere informatieSamenvatting Biologie DNA
Samenvatting Biologie DNA Samenvatting door Magali 3748 woorden 30 december 2016 5,5 15 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie 5VWO DNA zie plaatsjes in het boek voor referentie
Nadere informatieUniversity of Groningen. To be competent or not Smits, Wiep Klaas
University of Groningen To be competent or not Smits, Wiep Klaas IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document
Nadere informatieOverzicht van reactievergelijkingen Scheikunde
verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding
Nadere informatieHet moet ook duidelijk zijn dat dit niet betekent dat
Chemische evolutie en het ontstaan van het leven Profdr, A.W. Schwartz Op aarde gebruiken alle levende organismen in wezen hetzelfde chemische mechanisme om to leven. Natuurlijk zijn er verschillen tussen
Nadere informatieHand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al.
Centraal Dogma Hand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al., 6e druk Mei 2016 Van DNA naar mrna Hier zie je een deel van de sequentie
Nadere informatie(~30 minuten; 20 punten)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 04-11-2011 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! Additioneel 1 STar vraag (alleen
Nadere informatieBiologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer
Nadere informatieCitation for published version (APA): Sancho Oltra, N. (2011). Modular assembly of functional DNA-based systems Groningen: s.n.
University of Groningen Modular assembly of functional DA-based systems Sancho Oltra, úria IMPORTAT OTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it.
Nadere informatieNaam: Studentnummer: Opleiding:..
EINDTETS Biochemie (8RA00) en TENTAMEN Biochemie (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 25-06-2014 09:00 12:00 (totaal 100 punten, plus max. 5 extra voor bonus) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven
Nadere informatieEr zijn verschillende redenen om aan te nemen dat een A en een T tegenover elkaar liggen en een C tegenover een G
Werkstuk door een scholier 2522 woorden 2 augustus 2001 5,8 220 keer beoordeeld Vak Biologie Wat is DNA? Onderzoekers waren al heel vroeg te weten gekomen dat het lichaam uit cellen bestond. Ze dachten
Nadere informatieVragen bij paragraaf 5.1 en 5.2
Vragen bij paragraaf 5.1 en 5.2 1. Geef van onderstaande begrippen een omschrijving. celdifferentiatie overgang van stamcellen in specifieke cellen (specialisatie) katalysator een stof die een bepaalde
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/37052 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Vliet, Rudy van Title: DNA expressions : a formal notation for DNA Issue Date:
Nadere informatieCelstofwisseling. 2.1 Opbouwprocessen in de cel 16. 2.2 Afbraakprocessen in de cel 22
15 elstofwisseling.1 pbouwprocessen in de cel 16.1.1 De cel is de kleinste chemische fabriek ter wereld 16.1. De synthese van een eiwit is als het schrijven van een lang woord, met aminozuren als letters
Nadere informatieGENETICA EN EVOLUTIE. Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.)
GENETICA EN EVOLUTIE Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.) VAN DNA NAAR EIWIT GENETICA EN EVOLUTIE DNA Alle erfelijke informatie ligt opgeslagen in DNA in de vorm van genen.
Nadere informatieOnderstaand is een stukje peptide getoond dat deel uit maakt van een groter eiwit en de naam draagt van een lokaal beroemde biochemicus:
1 Onderstaand is een stukje peptide getoond dat deel uit maakt van een groter eiwit en de naam draagt van een lokaal beroemde biochemicus: a. Geef de 1-lettercode van de 6 uitgeschreven aminozuren in de
Nadere informatieSamenvatting Biologie Advanced biology 4, 18, 19
Samenvatting Biologie Advanced biology 4, 18, 1 Samenvatting door een scholier 4213 woorden 16 januari 2011 8 1 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie PTA (blok 2) 2.6 Koolhydraten: simpele suikers Koolhydraten
Nadere informatieBegrippen Hoofdstuk 3
Begrippen Hoofdstuk 3 aminozuur organische stoffen met carboxyl- en aminogroepen. Ongeveer 20 aminozuren spelen een rol als grondstof voor de synthese van eiwitten amyloplasten basenparing biotechnologie
Nadere informatieGrootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Biologie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.
Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland Biologie Trainingsmateriaal De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl Traininingsmateriaal Biologie Lyceo-trainingsdag 2015 Jij staat op het
Nadere informatieHERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007
HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007 NAAM: STUDENTNUMMER: CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 14 PAGINA S BEVAT. Veel succes! o Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken,
Nadere informatieEIWITTEN ZIJN OVERAL. De vliegveldmoord; eiwitten en ziekten: het medisch congres; toetscontext
EIWITTEN ZIJN OVERAL De vliegveldmoord; eiwitten en ziekten: het medisch congres; toetscontext oktober 2008 Inhoudsopgave 1. Introductie 1.1. Leerdoelen 1.2 Theorie.. 3 3 3 2. De vliegveldmoord 2.1. Inleiding...
Nadere informatieTabel 1. Moleculaire onderdelen van DNA en de corresponderende materialen voor het model.
Model van DNA met blikjes en flesjes Doel Je gaat een driedimensionaal model van DNA bouwen uit blikjes en flesjes. Om dat goed te kunnen doen moet je weten hoe DNA opgebouwd is. Gebruik daarbij je leerboek
Nadere informatieTentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, Antwoorden
Tentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 Antwoorden 1. Hieronder is de structuur weergegeven van octadecyl rhodamine B chloride. Let op de alifatische (CH 2 ) 17 keten die is veresterd
Nadere informatie1 Na + Na + Na + ATP K +
2 a + 1 a + a + P a + a + a + ATP Cytoplasma K + 6 K + 5 a + P a + K + P P K + a + 3 K + K + 4 185 BILGIE THERIE 186 1 Inleiding HFDSTUK II Celdeling Celdeling bestaat uit de celdeling of cytokinese zelf
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2008-II
Beoordelingsmodel De nylonbacterie 1 maximumscore 3 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 2,0 10 2. notie dat N 2 2 2 2 2 de repeterende eenheid is van een molecuul nylon-6 (eventueel impliciet)
Nadere informatieBiotechnologie deel I
Biotechnologie deel I Hand-out bij de eerste oefen- en zelftoetsmodule van Biotechnologie & maatschappij behorende bij hoofdstuk 2,3, 4 en 5 van Introduction to Biotechnology, Thieman & Palladino, 3 e
Nadere informatieBiologie Vraag 1 <A> <B> <C> <D> Vraag 1. Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur.
Biologie Vraag 1 Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur. 1. Het is een enkelvoudige keten. 2. Het bevat als basen: G A C T. 3. Het varieert naargelang de soort cel binnen één organisme. 4.
Nadere informatieMoleculen in Leven. Taaislijmziekte. op moleculair niveau ontrafeld. Versie 2.0. Op de omslag: Waltz of the polypeptides
Moleculen in Leven Taaislijmziekte op moleculair niveau ontrafeld Versie 2.0 Op de omslag: Waltz of the polypeptides Installatie door Mara Haseltine, 2006 voor Cold Spring Harbor Laboratory Foto: Courtesy
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieDocentenhandleiding DNA-model van flessen en blikjes
Docentenhandleiding DNA-model van flessen en blikjes Dionisios Karounias, Evanthia Papanikolaou and Athanasios Psarreas, uit Griekenland, beschrijven hun vernieuwende model van de dubbele DNA-helix gemaakt
Nadere informatie2 Leg uit hoe de verschillende subtypes van Chlamydia trachomatis zijn ontstaan. Beschrijf de rol van antibioticagebruik hierin.
Examentrainer Vragen Nieuwe DNA-test voor chlamydia Chlamydia is de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening (soa) en kan onder meer leiden tot onvruchtbaarheid. In Nederland worden jaarlijks
Nadere informatieDiagnostische toets Van HIV tot AIDS?
Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug
Nadere informatieSamenvatting Biologie B2
Samenvatting Biologie B2 Samenvatting door Jacco 2000 woorden 22 mei 2018 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Wat kun je doen met DNA DNA bevat eigenschappen over een organisme.
Nadere informatieExamen structurele bioinformatica Naam:
1. Naast helices en beta strengen kunnen we nog een derde type van secundaire structuur onderscheiden in eiwitten. Welke, waar vinden we ze typisch in de 3D structuur en hoe worden ze nog verder onderverdeeld?
Nadere informatieNeanderthaler Genoom PROBUS 25 november 2015. Presentatie van Allan R. de Monchy
Neanderthaler Genoom PROBUS 25 november 2015 Presentatie van Allan R. de Monchy Onze Erfelijkheid; Genetische en cel kennis opfrissen. Als we in de eerste plaats kijken naar de mens dan bestaan wij uit
Nadere informatieLeerlingenhandleiding
Leerlingenhandleiding Niveau: basis Bioinformatica: leven in de computer Ontwikkeld door het Netherlands Bioinformatics Centre in samenwerking met het Centre for Molecular and Biomolecular Informatics
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen
Samenvatting Biologie Hoofdstuk : Cellen Samenvatting door Anna 1714 woorden 12 november 2017 8,1 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk : Cellen Paragraaf 1: Celonderdelen Om het overzicht
Nadere informatieEindexamen scheikunde vwo I
Beoordelingsmodel Ureum 1 maximumscore 3 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat in ureum het massapercentage hoger is dan in ammoniumnitraat. de formule van ammoniumnitraat is 4 3 1 de massa van
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2006-II
4 Beoordelingsmodel ollageen 1 et antwoord kan als volgt zijn genoteerd: 3 S 2 2 2 2 2 N N 2 N peptidebindingen juist getekend 1 het begin van de structuurformule weergegeven met N met N met N en het einde
Nadere informatieStudiehandleiding Biochemie I
Studiehandleiding Biochemie I 2006-2007 1 Proeftentamen Biochemie I 1. Vul de juiste term uit de lijst op de open plaatsen in onderstaande tekst in. Elke term mag maar éénmaal worden gebruikt maar niet
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2006-I
4 Beoordelingsmodel MZA Maximumscore 4 1 stof I: cis-buteendizuur stereo-isomeer van stof I: trans-buteendizuur buteen als stamnaam 1 dizuur als achtervoegsel 1 voorvoegsel cis bij de naam van stof I en
Nadere informatieVerslag: Het humane genoom; taal van de toekomst.
Verslag: Het humane genoom; taal van de toekomst. Medicijn en maatschappij Rick Langen Laboratorium van de ziekenhuisapotheek Midden-Brabant Dr. Deelenlaan 5 5042 AD Tilburg 013-4655662 E-mail: RLangen@zamb.tsz.nl
Nadere informatiewww. Biologie 2001 Vraag 1 Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur. 1. Het is een enkelvoudige keten. 2. Het bevat als basen: G - A - C - T. 3. Het varieert naargelang de soort cel binnen één
Nadere informatieSignaaltransductie versie
Signaaltransductie versie 2015-2016 Vragen bij COO over hoofdstuk 16 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk De vragen die voorkomen in het COO-programma zijn op dit formulier weergegeven. Het is de
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 22 het topje van de eiwitberg
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 22 het topje van de eiwitberg Samenvatting door een scholier 1627 woorden 31 mei 2011 8,3 20 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar HOOFDSTUK 22 Het topje van de eiwitberg
Nadere informatie4 VWO thema 4 Genetica EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Erfelijke kaalheid De aanwezigheid of het geheel of gedeeltelijk ontbreken van hoofdhaar (kaalheid) berust op de allelen H n k (niet kaal) en H (kaal). In aanwezigheid van hoge concentraties
Nadere informatieVoor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
scheikunde 1 orrectievoorschrift VW Voorbereidend Wetenschappelijk nderwijs et correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Nadere informatie