Financieringsmonitor Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Financieringsmonitor 2013-2. Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven"

Transcriptie

1 Financieringsmonitor Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Zoetermeer, 31 oktober 2013

2 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken Ro Braaksma; Wim Verhoeven; Lia Smit C05103 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

3 3

4

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding 7 2 Financiering gezocht Benutten beschikbare kredietruimte Zoeken van externe financiering Waarom géén financiering gezocht? Bron van vreemd vermogen Verkrijgen vreemd vermogen en reden afwijzing Bekendheid met overheidsregelingen De belangrijkste punten op een rijtje 19 3 Eigen vermogen Keuze om (niet) te financieren met eigen vermogen Bron van eigen vermogen Financiering krijgen, en reden indien niet geslaagd Ontwikkeling eigen vermogen De belangrijkste punten op een rijtje 26 4 Afhandeling en voorwaarden Afhandeling Rente Onderpand Financieringsvoorwaarden banken Acceptatiecriteria van banken voor kredieten MKB en GB Aanpassing van eigen betalingsvoorwaarden De belangrijkste punten op een rijtje 32 5 Verwachte financieringsbehoefte Financieringsbehoefte Doel van te zoeken financiering Bron van te zoeken financiering Verwachte slaagkans bij verkrijgen van financiering Relatie slaagkans met gezochte bedrag Alternatieve bronnen van financiering? De belangrijkste punten op een rijtje 39 6 Solvabiliteit De solvabiliteit naar bedrijfsgrootte Financiering, slaagkans en solvabiliteit De belangrijkste punten op een rijtje 42 7 Financieringsbehoefte bedrijfsleven Nederland bedragen Gezochte financieringsbedrag naar omvang bedrijf De belangrijkste punten op een rijtje 45 8 Snelle groeiers versus overige bedrijven 47 5

6 6 9 Belangrijkste uitkomsten en verschillen met de eerste meting van Uitkomsten Verschillen met de eerste meting van Bijlage 1 Vragenlijst 51 Bijlage 2 Onderzoeksverantwoording en kenmerken respondenten 57 Bijlage 3 Tabellen naar omzetklasse 59 Bijlage 4 Gezochte financieringsbedragen naar grootteklasse 64

7 1 Inleiding De financierbaarheid van het Nederlandse bedrijfsleven is voor het ministerie van Economische Zaken (EZ) een belangrijk punt van aandacht. Voldoende bedrijfsfinanciering is een noodzakelijke voorwaarde voor het continueren en groeien van bedrijven in Nederland. Zeker in het huidige economische klimaat is groei gewenst. Hier komt bij dat de komende jaren nieuwe eisen aan de kredietwaardigheid van banken worden gesteld die gevolgen kunnen hebben voor de beschikbaarheid van bedrijfsfinanciering. Mede met het oog daarop heeft een Expertgroep Bedrijfsfinanciering in 2011 advies uitgebracht, met een aantal aanbevelingen voor een gezonde bedrijfsfinanciering 1. Om de ontwikkeling van de financiering van bedrijven te volgen, heeft het ministerie van EZ aan Panteia opdracht verleend voor een halfjaarlijkse financieringsmonitor. Met de gegevens die dat oplevert, kan inzicht worden verkregen in de behoefte van ondernemers aan financiering en in de wijze waarop in die behoefte wordt voorzien. Dit stelt EZ in staat goed in te spelen op behoeften en trends. Deze rapportage behandelt de uitkomsten van de tweede meting van 2013, uitgevoerd in september Leeswijzer Er wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan: het zoeken naar financiering en in het bijzonder vreemd vermogen, bron en doel, bekendheid met en eventueel gebruik van overheidsregelingen (hoofdstuk 2), dezelfde punten voor eigen vermogen, inclusief de ontwikkeling van het eigen vermogen (hoofdstuk 3), afhandeling van aanvragen en voorwaarden voor leningen (hoofdstuk 4), de voor het komende jaar verwachte financieringsbehoefte en slaagkans (hoofdstuk 5), de solvabiliteit, in samenhang met kenmerken van bedrijven zoals de slaagkans van hun financieringsaanvraag (hoofdstuk 6), kwantificering van de financieringsbehoefte van het bedrijfsleven in Nederland (hoofdstuk 7), snelle groeiers: een aparte analyse van bedrijven die de afgelopen drie jaar met tenminste 60% zijn gegroeid (hoofdstuk 8), samenvatting van de voornaamste uitkomsten, en de verschillen met de eerste meting (hoofdstuk 9), in de Bijlagen is achtereenvolgens de vragenlijst te vinden (Bijlage I), de onderzoeksverantwoording (Bijlage II) en de belangrijkste tabellen naar omzetklasse (in plaats van naar werkgelegenheidsklasse zoals elders in het rapport: Bijlage III) 1 Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Naar een gezonde basis: bedrijfsfinanciering na de crisis, Den Haag,

8

9 2 Financiering gezocht Dit hoofdstuk behandelt de zoektocht naar financiering van bedrijven, met het accent op vreemd vermogen: waarvoor zocht men financiering en bij wie, heeft men het gezochte bedrag gekregen, en zo nee, waarom niet, en heeft men gebruik gemaakt van garantieregelingen? Zie Bijlage II voor de onderzoekverantwoording en enkele kenmerken van de deelnemers aan het onderzoek. In deze en volgende hoofdstukken zijn de cijfers in de tabellen, tenzij anders vermeld, herwogen naar het aandeel dat elke deelsector en grootteklasse heeft in de werkgelegenheid bij het totale particuliere bedrijfsleven Benutten beschikbare kredietruimte Bestaande kredietruimte Een kwart van de bedrijven heeft de beschikbare kredietruimte meer benut. Bij tweederde is het beleid dienaangaande ongewijzigd.ten opzichte van de vorige meting, in het begin van 2013 zijn er minder bedrijven die géén kredietlijn hebben. Er is weinig verschil tussen de grootteklassen; grotere bedrijven hebben de bestaande kredietruimte iets vaker meer benut. Zie tabel 2.1. Tabel 2.1 Méér benutten van bestaande kredietruimte in het afgelopen jaar Grootteklasse Aantal bedrijven: Antwoord KB MB GB totaal totaal Méér benut 23% 26% 26% 25% 23% Niet méér benut 66% 68% 66% 66% 63% Heeft geen krediet 11% 6% 9% 9% 14% 2.2 Zoeken van externe financiering Bedrijven zoeken meer naar vreemd vermogen Bijna een op de vijf bedrijven heeft in de afgelopen 12 maanden financiering gezocht buiten de bestaande kredietruimte. Ten opzichte van de eerdere meting in 2013 is er een zeer lichte toename. Grote bedrijven zoeken wat minder vaak financiering. Zij kunnen vaker een beroep doen op interne financieringsbronnen, bijvoorbeeld in concernverband. Opvallend is het gestegen aandeel dat (uitsluitend) vreemd vermogen heeft gezocht: opvallend gegeven de terughoudendheid van banken bij de kredietverlening en de scherpere maatstaven die zij hanteren bij de beoordeling van kredietaanvragen 3. 2 De werkgelegenheid is voor 13 deelsectoren en drie grootteklassen per deelsector berekend uit CBS-data betreffende het aantal bedrijven naar grootteklasse op 1 januari Zie paragraaf 4.4 en

10 Tabel 2.2 Financiering gezocht búiten de bestaande kredietruimte, en aard daarvan Grootteklasse Aantal bedrijven: / 273 Antwoord KB MB GB totaal totaal Ja, financiering gezocht 21% 21% 17% 19% 18% w.v. EV 4 8% 2% 11% 8% 13% w.v. VV (leningen) 66% 65% 76% 70% 60% w.v. beide 27% 33% 13% 22% 28% Werkkapitaal blijft het belangrijkste doel, zeker bij het MKB De belangrijkste bestemming voor de gezochte financiering blijft werkkapitaal. Ten opzichte van de vorige meting is het aandeel hiervan nauwelijks veranderd. Het MKB zoekt vaker financiering voor werkkapitaal dan het grootbedrijf. Daar zijn overnames vaker de bestemming van de gezochte financiering. Het aandeel van financiering met overnames als doel is gestegen ten opzichte van begin Dit is een indicatie dat de markt voor overnames een eerste teken van herstel geeft. Dat het aanbod groot is en de prijzen gezakt zijn zal daarbij een rol hebben gespeeld. Andere doelen worden bij de huidige meting vaker genoemd. Een aantal malen genoemd worden overleven, verliesfinanciering, crediteuren of de belastingdienst betalen en dergelijke. Tabel 2.3 Doel van de gezochte financiering (meer antwoorden mogelijk) Grootteklasse Aantal bedrijven: 274 Doel KB MB GB totaal totaal Start bedrijf 4% 2% 0% 2% 1% Overname 7% 3% 22% 12% 5% Herfinanciering 5% 3% 6% 5% 9% Herstructurering balans 3% 3% 1% 2% 2% Werkkapitaal 49% 54% 38% 46% 47% Innovatie 1% 6% 0% 1% 4% Internationalisering 1% 0% 0% 0% 0% Huisvesting 17% 9% 15% 15% 12% Bedrijfsmiddelen 11% 19% 12% 13% 11% Overige investeringen 17% 13% 12% 14% 20% Anders 17% 11% 20% 17% 6% In enkele gevallen noemt men wisselen van (huis)bank, al dan niet gedwongen 5, en eveneens in enkele gevallen om het op peil houden van de liquiditeitspositie. Soms 4 Eigen vermogen, inclusief achtergestelde leningen. De drie laatste percentages tellen op tot 100%, dat wil zeggen, van degenen die het afgelopen jaar geprobeerd hebben financiering te krijgen: het percentage van de eerste rij. 5 In één geval ging het expliciet om opzegging door de bank. 10

11 ging het ook om speciale omstandigheden zoals afwikkeling van een echtscheiding of uitkoop van een compagnon. Zie verder tabel 2.3. Ketenfinanciering bij 5% van het grootbedrijf Uitsluitend aan grote bedrijven is gevraagd of zij een ketenfinancieringsprogramma hebben. Het antwoord is bevestigend bij 5%. 2.3 Waarom géén financiering gezocht? Andere redenen dan niet nodig winnen terrein De voornaamste reden om geen financiering te zoeken is nog altijd niet nodig, maar het gebeurt nu wel wat vaker om andere redenen. Kleine bedrijven verwachten iets vaker geen financiering te kunnen krijgen. Bij grotere bedrijven heeft men vaker geen financiering gezocht omdat het hoofdkantoor (moederbedrijf) daar over gaat. Tabel 2.4 Waarom geen financiering gezocht? (Meer antwoorden mogelijk) Grootteklasse Aantal bedrijven: Reden KB MB GB Niet nodig 85% 72% 61% 72% 75% 79% Te duur 0% 0% 0% 0% 0% 1% Verwacht het niet aan te kunnen trekken 7% 2% 1% 4% 2% 3% Bestaande kredietruimte is voldoende 11% 17% 17% 15% 14% 13% Moederbedrijf beslist 1% 14% 26% 15% 14% 10% Andere reden 4% 3% 4% 4% 3% 6% 2.4 Bron van vreemd vermogen Bank verliest terrein ten faveure van informele vermogensverstrekkers De in paragraaf 2.2 vastgestelde groei van de behoefte aan vreemd vermogen betekent niet dat men vaker aanklopt bij de bank: tabel 2.5 laat duidelijk zien dat niet alleen de eigen huisbank terrein heeft verloren (marktaandeel gedaald naar 55%, van 64% bij de vorige meting, en 75% bij de eerste meting van 2012), maar ook andere banken: zie tabel 2.5. Met name grotere bedrijven doen vaak een beroep op andere, c.q. meer banken of een consortium. Kleine bedrijven zijn het sterkst aangewezen op hun huisbank, maar doen daarnaast wél vaker een beroep op informele vermogensverstrekkers zoals vrienden en familie. De groei van het aandeel anders in de tabel komt met name van informele investeerders, en verder van leasing, afnemers, aandeelhouders, ontwikkelingsmaatschappijen 6 en in één geval crowdfunding. 6 Bij aandeelhouders en ontwikkelingsmaatschappijen is wél de vraag of het hier vreemd vermogen betreft. 11

12 Tabel 2.5 Bron van vreemd vermogen (meer antwoorden mogelijk) Grootteklasse Aantal bedrijven: 140 Bron KB MB GB Huisbank 62% 53% 52% 55% 64% 75% Andere dan huisbank 0% 20% 22% 16% 27% 21% Familie en vrienden 22% 6% 0% 7% 3% 3% Leveranciers 2% 0% 8% 5% 6% 3% Anders 16% 29% 24% 22% 12% 9%. 2.5 Verkrijgen vreemd vermogen en reden afwijzing Slaagkans loopt terug; vooral kleine bedrijven vaak afgewezen Bedrijven hebben het gezochte vreemd vermogen vaker niet aan kunnen trekken. De neergaande trend vanaf de eerste meting van 2012 zet door. Het verschil in slaagkans tussen klein en groot blijft: van de kleine bedrijven slaagt slechts ruim eenderde er in om het volledige gezochte bedrag aan te trekken. Bij het grootbedrijf is dat vijf op de zes. Zie figuur 2.1 Figuur 2.1 Aantrekken van de gezochte financiering, naar grootteklasse 100% 28% 6% 8% 30% 26% 19% 19% 75% 52% 18% 12% 14% 9% 21% 50% 25% 12% 54% 85% 58% 60% 72% 60% 36% 0% KB MB GB Volledig gekregen Gedeeltelijk gekregen Niet gekregen Aantal bedrijven: 204 Ook naar bedrijfstak zijn er aanzienlijke verschillen. Veel afwijzingen zijn er in de agrarische sector, de handel en de overige dienstverlening (onder andere horeca, schoonmaak, persoonlijke verzorging). In de industrie slaagt men het best, enigszins verrassend gevolgd door de bouw, waar de gezochte financiering wél vaak slechts gedeeltelijk wordt verkregen. Zie verder figuur

13 Figuur 2.2 Aantrekken van de gezochte financiering, naar sector 100% 75% 50% 25% 50% 17% 33% 16% 14% 5% 22% 80% 65% 44% 12% 44% 28% 24% 7% 17% 68% 56% 40% 11% 49% 0% Volledig gekregen Gedeeltelijk gekregen Niet gekregen Aantal bedrijven: 204 Risico de voornaamste reden van afwijzing Verreweg de meest genoemde reden van afwijzing blijft het risico voor de beoogde kredietverstrekker: zie tabel 2.6. Een te lage solvabiliteit wordt vaker genoemd dan bij de voorgaande meting, te hoge rentekosten wat minder. Bij de andere redenen spelen opstelling en criteria van banken een prominente rol: zie de citaten onder de tabel. Tabel 2.6 Reden waarom gezocht vreemd vermogen niet of niet volledig is aangetrokken Aantal bedrijven: 95 Reden (meer antwoorden mogelijk) Rentekosten 1% 5% Te lage solvabiliteit 13% 6% Kredietaanvraag onvoldoende onderbouwd 1% 5% Te hoge schuld t.o.v. winstgevendheid 2% 1% Risico kredietverstrekker 58% 58% Onvoldoende onderpand 0% 1% Onvoldoende interesse bij financier(s) 10% 5% Verslechtering bedrijfsresultaat 0% 7% Andere reden 33% 35% Enkele citaten: Bij de bank vonden ze het bedrag te laag en daardoor te veel werk, en dat wilden ze niet De norm van de bank nettoschuld gedeeld door ebitda houdt geen rekening met de aard van het bedrijf: scheepsbouw in dit geval 13

14 De bank hanteert strikte regels voor de relatie tussen krediet en aantal medewerkers: minder medewerkers = minder krediet Media is een lastige bedrijfstak om investeringen gefinancierd te krijgen De bank wilde het totaal uitstaande bedrag niet verhogen, zonder opgaaf van reden De investeerder [in dit geval niet de bank] vond denk ik het risico te groot De bank heeft eerlijk gezegd: u bent te klein en daarom niet interessant genoeg 60% probeert alsnog aan financiering te komen De meeste, maar niet alle bedrijven die bot hebben gevangen met de gezochte financiering hebben geprobeerd op een andere manier alsnog aan financiering te komen. Bij het grootbedrijf is dat het vaakst het geval. Figuur 2.3 Heeft men geprobeerd op een andere manier aan financiering te komen? 100% 79% 75% 50% 60% 50% 60% 25% 0% KB MB GB alternatieve financiering geprobeerd Aantal bedrijven: 99 Wie geld zoekt voor werkkapitaal heeft minder kans van slagen Tabel 2.7 laat zien in hoeverre de slaagkans van de financieringsaanvraag verband houdt met het doel waarvoor men financiering zoekt. Als de financiering bestemd is voor extra werkkapitaal lijkt de slaagkans minder te zijn. Maar ook bij investeringen, anders dan in huisvesting of bedrijfsmiddelen, is de relatie licht negatief. Tabel 2.7 Toe- of afwijzing naar doel van de gezochte financiering Beslissing op aanvraag financiering Aantal bedrijven: 204 Doel Volledig gekregen 7 Deels gekregen Niet gekregen Werkkapitaal 44% 47% 58% Huisvesting of verbouwing 12% 11% 12% Aanschaf bedrijfsmiddelen 18% 21% 13% Andere investeringen 12% 18% 15% 7 Toelichting bij de percentages in de tabel: van degenen die de gezochte financiering volledig hebben gekregen heeft 44% werkkapitaal genoemd als bestemming, en 12% huisvesting. Van degenen die de gezochte financiering niet hebben gekregen heeft 58% werkkapitaal genoemd als bestemming, en 12% huisvesting. 14

15 Niet geprobeerd: geen succes verwacht, en onbekendheid met alternatieven Aan degenen met een geheel of gedeeltelijk afgewezen aanvraag die aangeven dat zij geen pogingen hebben ondernomen om alsnog aan financiering te komen is gevraagd waarom zij niet verder hebben gezocht. De meest genoemde redenen zijn dat zij daarvan geen succes verwachten, en onbekendheid met mogelijke alternatieven. Het eerste antwoord komt vaker van grote bedrijven, het laatste van kleine. Zie verder tabel 27a. Bij de percentages van de tabel moet overigens worden aangetekend dat het deels om kleine aantallen gaat, met name bij grotere bedrijven: die zijn vaker geslaagd in hun pogingen financiering te krijgen, en zoeken tevens vaker naar alternatieven als dat niet lukt bij de bank. Tabel 2.7a Reden waarom men niet heeft gezocht naar andere manieren om aan financiering te komen Grootteklasse Aantal bedrijven: 42* Reden KB MB GB Investering (kon) uitgesteld 8% 9% - 10% Investeringskans gepasseerd 4% 0% - 3% Verwacht elders geen succes 23% 18% - 25% Onbekend met alternatieven 28% 0% - 21% Eigen middelen ingezet 0% 27% - 8% Andere reden 35% 46% - 35% * De vraag naar de reden waarom men niet verder heeft gezocht is uitsluitend gesteld aan bedrijven die niet hebben geprobeerd op een andere manier aan financiering te komen. In het grootbedrijf waren dat er te weinig om zinvol te kunnen percenteren. De andere redenen in de tabel zijn uiteenlopend. Enkele malen genoemd worden: als gering ingeschatte kansen gezien de ontwikkeling van de markt en de vooruitzichten voor het bedrijf. Er zijn anderzijds ook bedrijven waarvoor de gezochte financiering niet heel dringend is en die makkelijk over de afwijzing heenstappen. Ook enkele malen genoemd: de baten van de financiering wogen niet op tegen kosten en tijd om er aan te komen. Zie verder de citaten hierna. Citaten: De werkvoorraad is te laag. Je moet de zekerheid hebben het terug te kunnen betalen: dat was bij ons onvoldoende het geval We hebben de rest uit eigen middelen gefinancierd Ik ga nu verder met wat we hèbben om het passend te maken: met iets minder dus We hebben besloten om de groei van ons bedrijf langzamer te laten verlopen Vond dat te omslachtig, en de situatie was niet nijpend Het was een wens van de aandeelhouder om geen derde partijen binnen te halen Kost gewoon te veel tijd We hebben het intern kunnen oplossen 15

16 Uiteenlopende gevolgen van geen of onvolledige financiering De gevolgen van de niet verkregen financiering variëren van géén gevolgen tot bedreiging van het voortbestaan van de onderneming. Niet kunnen investeren wordt vooral genoemd bij kleine bedrijven, géén gevolgen wordt vaker genoemd bij grote. Verreweg het meest noemt men ándere gevolgen: bezuinigingen, doorgaans ten koste van de mogelijkheden van het bedrijf (groei, investeringen, marktkansen benutten), en daarnaast inzetten van (privé)middelen die zijn bestemd voor andere doelen zoals pensioenvoorziening. Zie de citaten onder tabel 2.8 voor een bloemlezing van wat onder ander gevolg valt. Uitblijven financiering remt met name klein ere bedrijven Bedrijven die na de eerste afwijzing niet verder hebben gezocht of zonder succes hebben geprobeerd op een andere manier aan financiering te komen zijn door het uitblijven van financiering vaak in hun groei geremd. Dit geldt uitsluitend voor kleinere bedrijven. Met name voor grotere bedrijven heeft uitblijven van financiering in een aantal gevallen géén gevolgen. Wellicht is die hier minder urgent, maar het is ook mogelijk dat er alternatieven waren, zoals interne financiering of alternatieve financiering met iets minder gunstige voorwaarden. Tabel 2.8 Gevolgen van niet krijgen van financiering Grootteklasse Aantal bedrijven: 70* Gevolg KB MB GB Geremd in ontwikkeling / groei 8 55% 33% 0% 45% w.v. niet kunnen investeren 35% 19% 0% 29% Geen R&D kunnen doen 2% 0% 0% 1% Bedrijfsbeëindiging 0% 0% 0% 0% Personeel moeten ontslaan 2% 0% 0% 1% Ander gevolg 64% 63% 80% 65% Geen gevolg 4% 31% 20% 12% * De vraag naar de gevolgen is gesteld aan bedrijven die niet hebben geprobeerd op een andere manier aan financiering te komen, óf het wel hebben geprobeerd maar niet geslaagd zijn. We gebruiken minder personeel, en verkopen minder producten Te late betalingen, incasso s, boetes. Het is momenteel slecht in de bouw. Eerder was men nog wel coulant, maar nu niet meer, want de leveranciers zitten nu zelf ook moeilijk Het is heel krap, we betalen crediteuren later Nog geen gevolgen, maar kàn leiden tot weigering van een grote nieuwe klant We doen minder onderhoud, nemen minder mensen aan: voorzichtiger ondernemen Het hele project gaat niet door. Het is ontzettend jammer als dat gebeurt. Het zou 8 Deze categorie is een optelling van niet kunnen investeren en andere gevolgen voor zover die een geremde ontwikkeling of groei inhouden. Voorbeelden zijn te vinden in de citaten: langzamere groei, project gaat niet door. 16

17 veel werkgelegenheid creëren niet alleen dit project maar in de hele regio [het desbetreffende project is onderdeel van een groter regionaalontwikkelingsplan]. Ondanks mijn eigen grote startkapitaal en de grond die mijn eigendom is krijg ik geen financiering. Ze durven het niet aan, zeggen letterlijk: 5 jaar geleden was het geen probleem en zouden we het wel durven, nu niet. Maar ik geef de moed niet op! De groei van ons bedrijf gaat langzamer Heb alles zo scherp mogelijk gezet. De bank heeft letterlijk gezegd dat ik zelf eerst meer financiële middelen moet zien te krijgen alvorens een kleine lening te kunnen krijgen. Ik ben het nu helemaal zat om steeds maar te moeten smeken om wat geld los te krijgen We moeten overwegen het bedrijf te stoppen. Het project waar we financiering voor zochten (productie) gaat door tot eind volgend jaar en daarna stopt het bedrijf We kunnen onze leveranciers niet op tijd betalen Het gevraagde krediet was voor aanschaf van machines. We hebben één machine minder kunnen aanschaffen Wachten tot de bui over is: we groeien tegen de stroom in. Het ging om uitbreiding van het gebouw: grond en vergunningen liggen klaar Ik had graag wat extra ruimte gehad, die is er nu niet Mijn oudedagsvoorziening er in gestoken, dus die is nu weg Privé wordt het erg krap en het bedrijf blijft stilstaan, er is geen groei Uitbreiding van het personeelsbestand is niet mogelijk, terwijl daar wel behoefte aan is. Dat leidt tot verhoging van de werkdruk We zitten daardoor krap in het werkkapitaal 2.6 Bekendheid met overheidsregelingen Overheidsregelingen bij lang niet iedereen bekend Figuur 2.3 laat zien dat WBSO en RDA bij ondernemingen de bekendste overheidsregelingen zijn op het gebied van financiering en fiscaliteit, gevolgd door Innovatiekrediet, BMKB en Garantie Ondernemingsfinanciering. De helft van de deelnemers aan het onderzoek is bekend met de WBSO, maar voor andere regelingen is dat minder dan één op de drie. Een minderheid maakt gebruik van regelingen, behalve van de WBSO Van de bedrijven die bekend zijn met de WBSO maken veel er ook gebruik van. Van de bedrijven die een andere regeling kennen, zijn dat er slechts weinig 9. 9 Deze vraag is alleen gesteld wanneer men vreemd vermogen heeft gezocht bij een bank, dus een bancaire lening, én wanneer men aangeeft met de desbetreffende regeling bekend te zijn. Maximaal enkele tientallen bedrijven voldoen aan die voorwaarde. Dáárvan hebben er slechts enkele ook daadwerkelijk gebruik gemaakt van een regeling. 17

18 Figuur 2.3 Bekendheid met overheidsregelingen (garantie- en innovatieregelingen) 75% 50% 48% 25% 0% 22% 11% 19% 5% 30% 26% bekendheid Aantal bedrijven: Grote bedrijven beter op de hoogte Tabel 2.10 (volgende bladzijde) laat zien dat men bij grotere bedrijven aanzienlijk beter op de hoogte is van overheidsregelingen dan bij kleine. De BMKB is de enige (voor de hand liggende) uitzondering, maar ook die is bij het kleinbedrijf niet beter bekend dan bij middelgrote en grote ondernemingen. Dit illustreert nog eens de bevinding van de meting in 2012 waarbij is vastgesteld dat ondernemers in het kleinbedrijf hun eigen kennis van zaken op het gebied van financiering niet heel hoog aanslaan: zie tabel 2.9. Tabel 2.9 Oordeel eigen kennis van financiering en hoe die te krijgen, per sector Sector Rapportcijfer Agrosector 6,7 Industrie 6,2 Bouw 6,0 Groothandel 7,0 Detailhandel 6,1 Horeca 5,8 Transport en opslag 6,3 Zakelijke diensten 6,4 Overige diensten 5,8 Bron: Panteia, 2012 Waardering voor de regelingen verschilt weinig De waardering van ondernemers voor de verschillende garantieregelingen loopt niet erg ver uiteen. BMKB en Innovatiekrediet komen iets beter uit de bus, de Groeifaciliteit iets minder. Ten opzichte van de voorgaande meting is de waardering wat minder, met name voor de laatste twee regelingen: Seedfaciliteit en Innovatiekrediet. 18

19 Tabel 2.10 Bekendheid garantieregelingen per grootteklasse Grootteklasse Aantal bedrijven: Regeling KB MB GB BMKB 22% 27% 21% Groeifaciliteit 6% 16% 14% Garantie Ondernemingsfinanciering 12% 24% 22% Seedfaciliteit technostarters 4% 6% 6% Innovatiekrediet / Innovatiefonds MKB 34% 36% 32% WBSO 18% 61% 67% RDA 10% 38% 34% Tabel 2.11 Garantieregelingen, beoordeling door gebruikers Rapportcijfer Gemiddeld cijfer Rapportcijfer 5 of minder Bekend met overheidsgarantieregelingen BMKB 6,7 16% Groeifaciliteit 6,4 20% Garantie Ondernemingsfinanciering 6,6 16% Seedfaciliteit technostarters 6,6 11% Innovatiekrediet of Innovatiefonds MKB+ 6,8 14% Aantal bedrijven: afh. van aantal bekend variërend van 67 (Seedfaciliteit Technostarters) tot 266 (Innovatiekrediet) De belangrijkste punten op een rijtje Eén op de vier bedrijven heeft het afgelopen jaar de bestaande kredietruimte méér benut 19% heeft in deze periode extra financiering gezocht: een lichte toename; Grote bedrijven zoeken wat minder vaak financiering dan kleine. Interne financiering in concernverband is daarvan de achtergrond; Verreweg de belangrijkste bestemming is werkkapitaal, bij het MKB nog wat meer dan bij het grootbedrijf; Het kleinbedrijf is het sterkst aangewezen op zijn huisbank, maar wendt zich ook vaker tot familie en vrienden; Het gat tussen de slaagkans van het kleinbedrijf en die van het grootbedrijf groeit: in het kleinbedrijf kan 36% de gezochte financiering aantrekken, in het grootbedrijf is dit 85% Ten opzichte van de eerste meting, begin 2013, is de slaagkans afgenomen; De slaagkans hangt samen met het doel van de financiering: wie geld zoekt voor werkkapitaal heeft minder kans van slagen; In het kleinbedrijf noemt men na een afwijzing onbekendheid met mogelijke alternatieven vaker als reden om niet verder te zoeken; Met name het kleinbedrijf wordt geremd in zijn ontwikkeling als financiering uitblijft. 19

20

21 3 Eigen vermogen Dit hoofdstuk behandelt het zoeken van eigen vermogen en redenen om daar juist van af te zien, en verder, of men het heeft gekregen en bij wie, en eventuele reden waarom men het gewenste bedrag niet heeft kunnen aantrekken. 3.1 Keuze om (niet) te financieren met eigen vermogen Eigen vermogen, omdat: makkelijker en goed voor de solvabiliteit In het vorige hoofdstuk is al gemeld dat 30% van de bedrijven die financiering hebben proberen te vinden naar eigen vermogen heeft gezocht, waarvan 22% in combinatie met vreemd vermogen en 8% uitsluitend eigen vermogen: zie tabel 2.2. Van die laatste (kleine) groep vindt de helft aantrekken van eigen vermogen makkelijker, en nog enkele het verbeteren van de solvabiliteit. Tabel 3.1 Reden om te kiezen voor financiering met eigen vermogen 10 Reden (meer antwoorden mogelijk) Aantal bedrijven: 20 Aantrekken eigen vermogen makkelijker 50% Andere reden 42% Solvabiliteit verbeteren 27% Vreemd vermogen te duur 19% De meest genoemde andere reden om te kiezen voor financiering met eigen vermogen is dat men geen bancair krediet kan aantrekken of denkt te kunnen aantrekken, c.q. gebrek aan bereidheid bij banken om dat te verstrekken. Soms speelt de termijn waarop financiering nodig is een rol: Het moest snel worden geregeld, binnen een aantal dagen, en bij de bank gaat daar een paar weken overheen De bank zou hier niet in meegaan en we hadden financiering op korte termijn nodig Géén eigen vermogen omdat: niet nodig, of niet te krijgen De voornaamste reden om géén eigen vermogen te zoeken, voor degenen die uitsluitend vreemd vermogen hebben gezocht, is enerzijds de verwachting dat niet te kunnen aantrekken en anderzijds niet nodig : zie tabel 3.2. Bij dit laatste antwoord speelt vermoedelijk ook weerstand tegen delen van zeggenschap met nieuwe investeerders of tegen een andere verdeling van de zeggenschap tussen bestaande aandeelhouders mee. Kleinbedrijf denkt vaak eigen vermogen niet aan te kunnen trekken Ten opzichte van de eerste meting van 2013 komt het antwoord niet nodig nu overigens minder vaak, terwijl méér bedrijven verwachten het niet aan te kunnen trekken. Dat antwoord komt met name vaak van kleine bedrijven. Zie verder tabel Het betreft bedrijven die alleen eigen vermogen gezocht hebben. 21

22 Tabel 3.2 Waarom géén eigen vermogen gezocht? (meer antwoorden mogelijk) Grootteklasse Aantal bedrijven: 177 Reden KB MB GB totaal totaal totaal Niet nodig 14% 23% 17% 17% 24% 36% Vreemd vermogen is goedkoper 1% 5% 9% 5% 6% 6% Moederbedrijf beslist 1% 3% 21% 10% 6% 5% Verwacht het niet aan te kunnen trekken 41% 8% 15% 23% 12% 20% Te duur 4% 0% 5% 4% 2% 3% Te veel werk 1% 3% 0% 1% 4% 1% Wil geen zeggenschap inleveren 5% 18% 5% 7% 4% 4% Wil eigendom behouden 1% 3% 0% 1% 8% Ziet VV / bank als eerste keus 2% 0% 0% 1% 8% Bedrijfsstructuur 11 0% 5% 12% 6% Andere reden 30% 30% 27% 29% 23% 24% Andere redenen waarom niet naar eigen vermogen is gezocht zijn uiteenlopend. In een aantal gevallen gaat het om bestaande aandeelhouders die niet bereid of in staat zijn (meestal dat laatste) om nog eens extra bij te springen voor financiering van het bedrijf. Ook in een aantal gevallen geeft men aan onvoldoende bekend te zijn met de mogelijkheden, of er eenvoudigweg niet aan te hebben gedacht. Enkelen noemen hun bank, die er moeilijk over doet. En er zijn ook enkelen die bewust kiezen voor vreemd vermogen als dat voorhanden is. Dat kunnen de [bestaande] aandeelhouders niet ophoesten Vreemd vermogen is de beste financieringsmethode Eigen vermogen past niet bij de behoefte: kortetermijn financiering Wij verwachten [in dat geval] problemen met de bank Vreemd vermogen was makkelijker [Aantrekken van eigen vermogen] past niet binnen onze bedrijfsstrategie Daar hebben we niet aangedacht 11 Bedrijfsstructuur verwijst naar juridische obstakels voor het aantrekken van extern eigen vermogen, zoals bij een beursnotering of een coöperatie. 22

23 3.2 Bron van eigen vermogen Belang van familie en vrienden groeit, vooral in het kleinbedrijf Bestaande aandeelhouders en familie of vrienden zijn de twee voornaamste bronnen van extra eigen vermogen. Er heeft ten opzichte van de vorige meting wél een flinke verschuiving plaatsgevonden van aandeelhouders (minder) naar familie en vrienden (meer), voornamelijk door toedoen van het kleinbedrijf: hier zijn familie en vrienden voor meer dan de helft een bron van extra eigen vermogen. Waarschijnlijk is dit voor een toenemend aantal bedrijven het alternatief voor een lening bij de bank, die niet meer te krijgen is, of die men niet verwacht te krijgen. Tabel 3.3 Bron van eigen vermogen (meer antwoorden mogelijk) Grootteklasse Aantal bedrijven: 52 Bron KB MB GB Privévermogen 25% 14% 0% 15% 17% 25% Bestaande aandeelhouders 13% 29% 59% 31% 38% 33% Nieuwe aandeelhouders 4% 15% 0% 6% 13% 6% Andere bedrijven 0% 8% 12% 6% 6% 10% Familie / vrienden 58% 15% 0% 30% 19% 11% Participatiemaatschappij, ROM 12 0% 0% 18% 6% 6% 6% Informal investors 8% 8% 12% 9% 6% 4% Banken 8% 21% 12% 13% 5% 10% 3.3 Financiering krijgen, en reden indien niet geslaagd Minder kans om eigen vermogen aan te trekken, vooral voor kleine bedrijven Voor pogingen om eigen vermogen te krijgen geldt wat ook voor vreemd vermogen geldt: de trend sinds de meting van begin 2012 is dat de slaagkans minder is geworden: bij de huidige meting slaagt iets minder dan de helft er in het volledige gezochte bedrag binnen te halen. De slaagkans is voor kleine bedrijven aanzienlijk minder dan voor grote, eveneens dezelfde bevinding als bij vreemd vermogen 13. In het licht van de slaagkans is het opvallend dat een meerderheid extern eigen vermogen beoordeelt als makkelijk te vinden, en dat het aandeel van degenen die dat vinden ten opzichte van de vorige meting zelfs is toegenomen. Zie verder figuur ROM: Regionale Ontwikkelingsmaatschappij. 13 Kanttekening hierbij is wél dat het aantal observaties vrij gering is. 23

24 Figuur 3.1 Geslaagd of niet bij aantrekken van het gezochte eigen vermogen 100% 75% 40% 13% 33% 29% 32% 24% 21% 19% 8% 19% 21% 20% 50% 28% 25% 53% 71% 48% 57% 71% 60% 33% 0% KB MB GB Volledig gekregen Gedeeltelijk gekregen Niet gekregen KB MB GB Extern EV makkelijk te vinden 73% 62% 69% 69% 55% Aantal bedrijven: 75 / 91 Op de vraag waarom men het gezochte eigen vermogen niet heeft kunnen aantrekken komt minder antwoord dan bij de vorige meting. Een andere reden dan risico voor en interesse bij de beoogde financier(s) wordt het meest genoemd. Die andere redenen zijn echter tamelijk uiteenlopend. Het wás er eenvoudigweg niet, wordt enkele malen genoemd, evenals niet acceptabel geachte eisen van vermogensverschaffers, bijvoorbeeld wat betreft zeggenschap. Zie de citaten na tabel 3.4 Tabel 3.4 Reden waarom gezocht eigen vermogen niet of niet volledig is verkregen Aantal bedrijven: 44 Reden Te duur 0% 10% Te risicovol voor financier 19% 38% Te tijdrovend 2% 6% Onvoldoende interesse bij financiers 12% 21% Geen toestemming commissarissen of aandeelhouders 2% 2% Anders 52% 40% 24

25 Citaten: De tijdsduur was te kort om het [voldoende eigen vermogen] te kunnen vinden Geen vertrouwen in de economische toekomst Een vordering is omgezet in agio om zodoende de ratio s te verbeteren, in de hoop zo wél krediet te krijgen Er zat een limiet op [het bedrag]: het moest komen van de werknemers, vanwege werknemersparticipatie Externen wilden teveel zeggenschap hebben Weinig vertrouwen in de sector [bij vermogensverschaffers] De vermogensverschaffers stelden eisen waarop wij niet wilden ingaan 3.4 Ontwikkeling eigen vermogen EV afgenomen bij 1 op de 3, vooral door negatieve bedrijfsresultaten Bij ongeveer één op de drie bedrijven is het eigen vermogen afgenomen, absoluut en/of als percentage van het balanstotaal. Ten opzichte van de voorgaande meting is er een iets groter aandeel met een daling van het eigen vermogen. In combinatie met de uitkomsten van begin 2012 tekent zich een dalende trend af. Een negatief resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening is verreweg de voornaamste oorzaak. Zie tabel 3.5. Tabel 3.5 Ontwikkeling eigen vermogen (meer antwoorden mogelijk) Grootteklasse Aantal bedrijven: 302 / 121* Ontwikkeling KB MB GB Absoluut bedrag EV afgenomen 37% 33% 29% 33% 32% 28% EV als % balans afgenomen 29% 34% 34% 32% 31% 28% Oorzaak afname: Negatief resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 68% 72% 51% 62% 61% 66% Dividenduitkering 1% 10% 11% 6% 9% 6% Andere reden 4% 0% 5% 3% 9% 6% Geen reden genoemd 13% 11% 17% 14% 14% 0% * De vraag naar de oorzaak van afname van eigen vermogen is uitsluitend gesteld aan bedrijven die aangeven dat hun eigen vermogen is gedaald. Afnemend EV beïnvloedt de slaagkans bij financiering negatief Bedrijven waar het absolute bedrag aan eigen vermogen is afgenomen slagen er minder vaak in de gezochte financiering aan te trekken: 44%, tegen 56% bij bedrijven waar het eigen vermogen niet is afgenomen. 25

26 3.5 De belangrijkste punten op een rijtje Gemak en verbeteren van de solvabiliteit zijn reden om te zoeken naar eigen vermogen; Verwachting het niet aan te kunnen trekken en niet nodig zijn reden om dat niet te doen; Familie en vrienden zijn de belangrijkste bron van EV voor het kleinbedrijf; (bestaande) aandeelhouders zijn de belangrijkste bron voor het grootbedrijf; De kans dat men gezocht EV kan aantrekken is verminderd; Eenderde van het kleinbedrijf, de helft van het middenbedrijf en ruim tweederde van het grootbedrijf ziet kans het volledige bedrag aan te trekken; Kleine en middelgrote bedrijven halen wél vaak nog een deel binnen. 26

27 4 Afhandeling en voorwaarden Dit hoofdstuk behandelt de voorwaarden van banken voor kredietverlening aan bedrijven, en wijzigingen daarvan, en daarnaast eventuele aanpassing van het eigen debiteurenbeleid. 4.1 Afhandeling Eerder uitsluitsel, maar ook hogere eisen aan de looptijd Figuur 4.1 laat zien dat banken ten opzichte van de vorige meting nu minder tijd nodig hebben voor het afhandelen van financieringsaanvragen (vanaf correcte indiening van alle gevraagde documenten). De looptijd die bedrijven aanvaardbaar achten voor die afhandeling is echter ook teruggelopen: van gemiddeld bijna 7 weken naar nog geen 5,5 week. Het lijkt er op dat bedrijven nu meer haast hebben als zij eenmaal hebben besloten externe financiering te zoeken. Dat houdt mogelijk verband met het ontbreken van voldoende liquiditeit en werkkapitaal waarvoor men in veel gevallen financiering zoekt. Figuur 4.1 Aanvaardbare looptijd van de behandeling door de kredietverstrekker 100% 16% 13% 20% 9% 18% 18% 19% 75% 38% 27% 27% 28% 30% 22% 23% 50% 14% 30% 27% 23% 24% 23% 20% 25% 0% 27% 20% 5% 10% 21% 4% 23% 16% KB MB GB % 6% % 13% % 21% minder dan 2 weken 2 weken tot 1 maand 1 tot 2 maanden 2 tot 4 maanden langer dan 4 maanden KB MB GB Aanvaardbaar geachte looptijd (weken) 4,9 5,3 5,5 5,3 6,7 6,0 Aantal bedrijven: 96 / Rente Vaste rente omlaag, variabele rente omhoog Bij de rentes van tabel 4.1 is een waarschuwing op zijn plaats: de opgaven van een deel van de respondenten leveren ongeloofwaardige rentes op. Die zijn gecorrigeerd 14, 14 Bij een opgave van tientallen procenten is aangenomen dat er een nul teveel is geplaatst, en is die verwijderd. 27

28 maar of dat de feitelijk betaalde rentes zijn blijft onzeker. Met die kanttekening lijkt de vaste rente enigszins te zijn gedaald, en de variabele gestegen. Tabel 4.1 Betaalde rente Gewogen percentages Grootteklasse Aantal bedrijven 15 : 101 Rente KB MB GB Vaste rente 4,3 3,7 3,4 3,8 4,2% Variabele rente 4,9 3,6 2,6 3,9 3,3% 4.3 Onderpand Aan twee op de vijf bedrijven wordt gevraagd onderpand te bieden voor het krediet. Ten opzichte van de vorige meting is er dienaangaande weinig veranderd. MKBondernemingen moeten vaker onderpand bieden dan grote bedrijven. Dat onderpand bestaat meestal uit bedrijfspanden, en in het kleinbedrijf ook uit privépanden zoals de eigen woning van de ondernemer 16. Grote bedrijven geven vaker debiteuren en voorraden in onderpand. Ander onderpand dan de genoemde zijn: onroerend goed (anders dan privéwoning of bedrijfspand) en hypotheken, combinaties van roerend en onroerend goed, borgstellingen, privévermogen en bezittingen, pandrecht op aandelen, en de investering zelf waarvoor men financiering zoekt. Tabel 4.2 Gevraagd onderpand Grootteklasse Aantal bedrijven: 138 / 59 Onderpand KB MB GB Onderpand gevraagd 50% 46% 29% 39% 40% Waarvan: Bedrijfspand(en) 40% 43% 4% 27% 27% Machines, inventaris, beleggingen 4% 14% 0% 5% 10% Privéwoning 28% 0% 0% 11% 4% Debiteuren en voorraden 4% 13% 36% 18% 9% Ander onderpand 28% 29% 61% 40% 49% 100% 100% 100% 100% 100% 15 Aantal bij respectievelijk vaste en variabele rente. 16 Bij de aard van het onderpand de kanttekening dat het gaat om een vrij gering aantal bedrijven, zeker in het grootbedrijf, waar slechts 29% onderpand heeft moeten bieden. 28

29 4.4 Financieringsvoorwaarden banken Aanpassingen van bankvoorwaarden meestal ten nadele van de debiteur Uit tabel 4.3 is af te lezen dat het aantal bedrijven dat één of meer aanpassingen meldt van de financieringsvoorwaarden die hun bank hanteert met bijna 50% vrijwel onveranderd is ten opzichte van de vorige meting. Wél is het aantal aanpassingen wat minder, met name van de rente en de andere kosten. De aard van de aanpassing is in de meeste gevallen een verslechtering: hogere rente en kosten, een kleinere kredietlijn, hogere solvabiliteiseisen en aanscherping van andere voorwaarden. De enige uitzondering is de looptijd van kredieten: die is even vaak verlengd als gekort. Wanneer het percentage verscherping, respectievelijk versoepeling van de kredietvoorwaarden wordt vergeleken met dat van de vorige meting blijkt in de eerste plaats dat men nu vaker een verscherping meldt, en in de tweede plaats dat dat met name het geval is bij grotere bedrijven. Dit is opvallend, gegeven onderzoek van DNB aan de aanbodkant (door banken gerapporteerde aanpassing van de kredietvoorwaarden bij kleine en grote bedrijven), waaruit voor kleine bedrijven minstens evenveel aanscherping naar voren komt als voor grote: zie de volgende paragraaf, figuur

30 Tabel 4.3 Aanpassing van financieringsvoorwaarden Grootteklasse Aantal bedrijven: / * Aard aanpassing KB MB GB Aanpassingen genoemd 50% 57% 45% 49% 48% Rente 34% 34% 28% 31% 33% w.v. vaste rente verhoogd 16% 15% 15% 16% 20% w.v. vaste rente verlaagd 12% 10% 5% 8% 13% w.v. var. rente verhoogd 13% 14% 14% 14% 17% w.v. var. rente verlaagd 8% 11% 7% 8% 12% Andere kosten 31% 32% 19% 25% 31% w.v. verhoogd 30% 30% 14% 22% 29% w.v. verlaagd 1% 2% 5% 3% 2% Omvang krediet(lijn) 12% 17% 15% 14% 16% w.v. vergroot 4% 7% 8% 6% 8% w.v. verkleind 8% 10% 7% 8% 8% Looptijd krediet 6% 5% 7% 6% 5% w.v. verkort 1% 2% 2% 3% 2% w.v. verlengd 5% 3% 5% 3% 3% Eisen onderpand 10% 12% 8% 9% 7% w.v. aangescherpt 9% 11% 7% 8% 6% w.v. versoepeld 2% 1% 1% 1% 1% Solvabiliteitseisen 3% 6% 4% 4% 6% w.v. aangescherpt 3% 5% 3% 3% 4% w.v. versoepeld 0% 1% 1% 1% 2% Andere voorwaarden 9% 9% 7% 8% 9% w.v. aangescherpt 7% 8% 7% 7% 8% w.v. versoepeld 2% 1% 0% 1% 1% * Aantal bedrijven dat de vraag naar de aard van een aanpassing heeft beantwoord (hoger / lager of soepeler / aangescherpt) is afhankelijk van het aantal met die aanpassing. 30

31 4.5 Acceptatiecriteria van banken voor kredieten MKB en GB Banken scherpen hun voorwaarden aan, en meer voor kleine bedrijven Figuur 4.2 laat zien hoe de acceptatiecriteria van banken voor kredieten aan kleine en middelgrote, respectievelijk grote ondernemingen zich hebben ontwikkeld sinds Het gaat om gegevens die elk kwartaal door Nederlandse banken worden gerapporteerd aan DNB, namelijk het netto verschil tussen banken die strengere en banken die soepeler criteria zeggen te hanteren. Als ze in evenwicht zijn zit de grafiek op de nullijn. Als een meerderheid strengere criteria hanteert zit de grafiek er boven; als een meerderheid soepelere criteria hanteert zit de grafiek er onder 17. De grafiek laat zien dat de teugels direkt na het intreden van de kredietcrisis flink zijn aangetrokken. Dat geldt in eerste instantie voor grote ondernemingen het sterkst: al begin 2008 worden de voorwaarden veel vaker aangescherpt dan versoepeld. De voorwaarden voor kleine bedrijven volgen in de tweede helft van dat jaar, en vanaf 2010 ligt de lijn van meer aanscherping dan versoepeling bij kleine bedrijven continu boven die van grotere bedrijven. In de loop van 2013 is het verschil groter geworden. Hiermee reageren banken op het gestegen risico bij hun leningen aan het MKB. Figuur 4.2 ontwikkeling kredietbeoordeling voor kleine en grote ondernemingen trendlijn wijziging acceptatiecriteria banken (voortschrijdend jaargemiddelde) kleine bedrijven grote bedrijven Bron: DNB, Bank Lending Survey, kwartaalmetingen /3 4.6 Aanpassing van eigen betalingsvoorwaarden Eigen betalingsvoorwaarden: scherpere betalingstermijn en eerder manen Ten opzichte van de vorige meting is er weinig veranderd in de betalingsvoorwaarden die bedrijven zelf hanteren voor hun afnemers: in 18% van de gevallen heeft een aanpassing plaatsgevonden, en daarbij gaat het meestal om een aanscherping van de betalingstermijn of sneller manen van debiteuren. Er is wat dat betreft nauwelijks verschil tussen kleine en grote bedrijven. Wél ligt het aandeel met aanpassing van de eigen betalingsvoorwaarden nu hoger dan in Het gaat hier uitdrukkelijk om de eigen opgave van bankiers aangaande de ontwikkeling van acceptatiecriteria bij hun bank. 31

32 Tabel 4.4 Aanpassing eigen debiteurenbeleid bedrijven (meer antwoorden mogelijk 18 ) Grootteklasse Aantal bedrijven:1.403 Wijziging KB MB GB Betalingstermijn aangescherpt 10% 11% 11% 11% 13% Betalingstermijn versoepeld 2% 2% 3% 3% 3% Debiteuren sneller gemaand 6% 8% 5% 6% 5% Geen leverancierskrediet meer 1% 1% 1% 1% 1% Geen wijziging 82% 82% 81% 82% 81% 4.7 De belangrijkste punten op een rijtje De looptijd van behandeling van een financieringsaanvraag is nu korter dan bij de voorgaande meting; De aanvaardbaar geachte looptijd is echter ook korter: kennelijk is er nu meer vraag naar een snelle afhandeling; Twee op de vijf bedrijven moet onderpand bieden voor het gevraagde krediet; MKB-bedrijven moeten vaker dan het grootbedrijf onderpand bieden; Voor het MKB is dat onderpand meestal bedrijfspand of privéwoning, voor grote bedrijven vaker debiteuren en voorraden; De helft van de bedrijven meldt wijzing van de kredietvoorwaarden door hun bank; Meestal is de wijziging een aanscherping van de voorwaarden; Grote bedrijven melden wat vaker aanscherping dan kleinere; Een minderheid heeft de eigen betalingsvoorwaarden aangescherpt, meestal gaat het in deze gevallen om een kortere betalingstermijn. 18 De aantallen kunnen dus optellen tot meer dan 100%. 32

33 5 Verwachte financieringsbehoefte In dit hoofdstuk komt de financieringsbehoefte aan bod die men voor het komende jaar verwacht, het doel waarvoor de financiering bestemd is, en een inschatting van de kans van slagen. 5.1 Financieringsbehoefte Meer bedrijven denken financiering nodig te hebben Bijna een kwart van de ondernemingen denkt het komende jaar financiering nodig te hebben. Dat is wat meer dan bij de vorige meting, begin Men denkt daarbij wat vaker aan een combinatie van eigen en vreemd vermogen. Het percentage dat uitsluitend vreemd dan wel uitsluitend eigen vermogen denkt aan te trekken blijft ongewijzigd. De veronderstelling dat de kredietbeoordelingscriteria van banken daar iets mee te maken hebben ligt voor de hand: in het volgende hoofdstuk wordt vastgesteld dat de solvabiliteit een rol speelt: bedrijven die de gevraagde financiering niet of maar voor een deel hebben gekregen hebben een lagere solvabiliteit (zie tabel 6.2). Een motief voor het (mede) aantrekken van eigen vermogen is verbetering van de solvabiliteit (zie hoofdstuk 3, tabel 3.1). Banken stellen die soms expliciet als voorwaarde voor te verlenen krediet, zo blijkt uit de toelichting van enkele deelnemers aan het onderzoek bij hun antwoord op de vraag waarom zij eigen vermogen hebben gezocht. In het MKB meer bedrijven die financiering (gaan) zoeke n Het aandeel bedrijven dat denkt financiering nodig te hebben is in het MKB wat groter dan bij het grootbedrijf. Met name in het MKB denkt men vaker aan de combinatie van eigen en vreemd vermogen. Zie verder figuur 5.1. Figuur 5.1 Verwachte financieringsbehoefte in de komende 12 maanden 100% 75% 74% 73% 79% 76% 79% 76% 79% 50% 25% 0% 12% 10% 6% 9% 7% 7% 5% 11% 14% 12% 12% 12% 15% 14% 3% 4% 3% 3% 3% 3% 3% KB MB GB Eigen vermogen Vreemd vermogen Eigen én vreemd vermogen Geen financieringsbehoefte Aantal bedrijven:

34 5.2 Doel van te zoeken financiering Werkkapitaal het belangrijkste doel, groei en overnames nu wat minder De gezochte financiering is in de eerste plaats bestemd voor werkkapitaal. Dat geldt voor klein en groot, maar voor kleine bedrijven wél in wat sterkere mate. Andere belangrijke doelen zijn bedrijfsmiddelen en huisvesting. Ten opzichte van de vorige metingen is het aandeel van werkkapitaal verder opgelopen. De bestemming is in wat minder mate groei en overnames, maar wél wat meer vernieuwing. Bij grote bedrijven is de te zoeken financiering vaker bestemd voor groei en acquisities, bij kleine bedrijven wat vaker voor huisvesting. Andere bestemmingen variëren van overleven via debiteurenfinanciering en versterking van liquiditeit en eigen vermogen tot reorganisatiekosten en uitkopen van partners. Zie tabel 5.1. Tabel 5.1 Doel waarvoor financiering nodig is Grootteklasse Aantal bedrijven: 336 Doel KB MB GB Start bedrijf 7% 1% 0% 3% 1% 0% Groei, overnames 8% 7% 13% 10% 14% 15% Herfinanciering 5% 2% 7% 5% 4% 5% Herstructurering balans 1% 2% 5% 3% 3% 5% Werkkapitaal 52% 39% 51% 49% 45% 41% Internationalisering 1% 0% 0% 0% 1% 0% Huisvesting 22% 17% 15% 18% 15% 16% Bedrijfsmiddelen 25% 42% 17% 25% 28% 27% Innovatie 7% 9% 8% 8% 4% 6% Anders 11% 10% 4% 8% 5% 2% 5.3 Bron van te zoeken financiering Grotere rol bestaande aandeelhouders en (informele) investeerders Voor de te zoeken financiering geldt wat ook al is vastgesteld bij de in het afgelopen jaar gezochte financiering: banken zijn nog steeds verreweg de belangrijkste bron, maar hun aandeel loopt wél wat terug. Men noemt een breed palet aan alternatieven, waarbij niet één er duidelijk uitspringt. Wel denkt men wat vaker een beroep te doen op eigenaren, c.q. bestaande aandeelhouders. Met name kleine bedrijven overwegen vaker om financiering te zoeken bij informal investors. Zie verder tabel 5.2. Met de combinatie van enerzijds een daling van het aandeel dat financiering wil zoeken bij de bank, en anderzijds de groei van het aandeel informal investors en bestaande aandeelhouders lijkt zich een trend af te tekenen: ondernemingen beginnen hun zoektocht naar financiering voorzichtig te verleggen van de bank naar verschaffers van (extern) eigen vermogen. 34

Financiering bij familiebedrijven

Financiering bij familiebedrijven Financiering bij familiebedrijven Ro Braaksma Zoetermeer, 23 september 2011 Dit onderzoek is gefinancierd door het Centrum van het Familiebedrijf. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

Financieringsmonitor MKB

Financieringsmonitor MKB Financieringsmonitor MKB Het financieringsklimaat van juli 2010. Resultaten van de kwartaalmeting. Ro Braaksma Lia Smit Zoetermeer, 16 augustus 2010 Dit onderzoek is gefinancierd door Ministerie van Economische

Nadere informatie

Financieringsmonitor 2011

Financieringsmonitor 2011 Financieringsmonitor 2011 Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Ro Braaksma Lia Smit Wim Verhoeven Zoetermeer, augustus 2011 ISBN: 978-90-371-1030-2 Bestelnummer: A201110 Prijs:

Nadere informatie

Financieringsmonitor MKB

Financieringsmonitor MKB Financieringsmonitor MKB Het financieringsklimaat van juli 2010. Resultaten van de halfjaarlijkse meting. Ro Braaksma Lia Smit Zoetermeer, 16 augustus 2010 Dit onderzoek is gefinancierd door Ministerie

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Financieringsmonitor Groei

Financieringsmonitor Groei M200908 Financieringsmonitor Groei Gevestigde bedrijven en snelle groeiers vergeleken Lia Smit Joris Meijaard Zoetermeer, 20 mei 2009 Financieringsmonitor groei Terugval financieringsbehoefte snelle groeiers

Nadere informatie

Financieringsmonitor Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven

Financieringsmonitor Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Financieringsmonitor 2014-2 Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. Tommy Span Ro Braaksma Lia Smit Wim

Nadere informatie

Financieringsmonitor MKB Starters

Financieringsmonitor MKB Starters Financieringsmonitor MKB Starters Starters en gevestigd MKB vergeleken Pim van der Valk Lia Smit Zoetermeer, 19 januari 2010 Dit onderzoek is gefinancierd door Ministerie van Economische Zaken Programmaonderzoek

Nadere informatie

Financieringsmonitor MKB

Financieringsmonitor MKB M200901 Financieringsmonitor MKB Eerste resultaten, december 2008 dr. J. Meijaard drs. W.D.M. van der Valk Zoetermeer, januari 2009 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Onderchap,

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Financieringsmonitor 2010

Financieringsmonitor 2010 Financieringsmonitor 2010 Grote bedrijven Ro Braaksma Lia Smit Zoetermeer, 12 april 2010 Dit onderzoek is gefinancierd door Ministerie van Economische Zaken. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Financieringsmonitor MKB. Tussenmeting financieringsklimaat April 2010

Financieringsmonitor MKB. Tussenmeting financieringsklimaat April 2010 Financieringsmonitor MKB Tussenmeting financieringsklimaat April 2010 Lia Smit Johan Snoei Zoetermeer, mei 2010 Samenvatting Afnemende financieringsbehoefte in alle branches, maar groei in behoefte aan

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Financieringsmonitor MKB

Financieringsmonitor MKB Financieringsmonitor MKB December 2008 en december 2009 vergeleken Lia Smit Pim van der Valk Zoetermeer, 19 januari 2010 Dit onderzoek is gefinancierd door Ministerie van Economische Zaken Programmaonderzoek

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Financieringsmonitor 2015-1. Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven CONCEPTRAPPORTAGE

Financieringsmonitor 2015-1. Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven CONCEPTRAPPORTAGE Financieringsmonitor 2015-1 Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven CONCEPTRAPPORTAGE Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. Tommy Span Lia Smit

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Financieringsmonitor MKB

Financieringsmonitor MKB M201006 Financieringsmonitor MKB December 2008 en december 2009 vergeleken Lia Smit Pim van der Valk Zoetermeer, januari 2010 Financieringsmonitor MKB 1 Samenvatting MKB-bedrijven in 2009 meer op zoek

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurmeting oktober 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66

Nadere informatie

MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven

MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven Lia Smit, Ro Braaksma, Pieter Fris Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1108-8 Rapportnummer : A201374

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Financieringsmonitor

Financieringsmonitor Financieringsmonitor 2012-1 Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Ro Braaksma Wim Verhoeven Tommy Span Lia Smit Zoetermeer, 1 mei 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door het

Nadere informatie

Financieringsmonitor MKB Starters

Financieringsmonitor MKB Starters M201007 Financieringsmonitor MKB Starters Starters en gevestigd MKB vergeleken Pim van der Valk Lia Smit Zoetermeer, januari 2010 Financieringsmonitor MKB Starters 1 Samenvatting Starters zoeken minder

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Exportontwikkeling van het industriële MKB Exportontwikkeling van het industriële MKB Ro Braaksma Zoetermeer, 3 september 2003 Bestelnummer: M200305 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Financieringsmonitor 2009

Financieringsmonitor 2009 Financieringsmonitor 2009 Grote bedrijven Ro Braaksma Joris Meijaard Lia Smit Zoetermeer, 2 september 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door Ministerie van Economische Zaken. De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1096-8 Rapportnummer : A201363 Dit onderzoek is gefinancierd

Nadere informatie

Financieringsmonitor topsectoren 2013-1. Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven

Financieringsmonitor topsectoren 2013-1. Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Financieringsmonitor topsectoren 2013-1 Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Ro Braaksma Wim Verhoeven Lia Smit Tommy Span Zoetermeer, april 2013 Dit onderzoek is gefinancierd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurpeiling voorjaar 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36

Nadere informatie

Financieringsproblemen in de binnenvaart

Financieringsproblemen in de binnenvaart Financieringsproblemen in de binnenvaart Drs. M.J. Overweel Drs. P.Th. van der Zeijden Zoetermeer, 26 maart 2014 ISBN : 978-90-371-1120-0 Rapportnummer : A201414 Dit onderzoek is gefinancierd door het

Nadere informatie

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom VBO Woonindex Tweede 2008 drs. P. Rosenboom Zoetermeer, 10 juli 2008 In opdracht van VBO Makelaars. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 19 december 2013 Betreft Ondernemingsfinanciering

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 19 december 2013 Betreft Ondernemingsfinanciering > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Curatoren middag 2015

Curatoren middag 2015 Curatoren middag 2015 Alternatieve financieringsvormen Wat zijn de mogelijkheden in het huidige financieringslandschap 11 november 2015 Spreker: Onderwerpen 1. Financieringsbehoefte bedrijfsleven 2. Veranderende

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Update Financieringsmonitor MKB September 2009

Update Financieringsmonitor MKB September 2009 Update Financieringsmonitor MKB September Lia Smit Joris Meijaard Johan Snoei Pim van der Valk Zoetermeer, 10 september Financieringssituatie MKB blijft zorgelijk De vierde meting van de MKB-Financieringsmonitor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Behoefte aan financiering in het MKB

Behoefte aan financiering in het MKB M200909 Behoefte aan financiering in het MKB Ontwikkelingen van december 2008 tot april 2009 Lia Smit Joris Meijaard Zoetermeer, 20 mei 2009 MKB iets minder pessimistisch over financiering Het algemene

Nadere informatie

MKBfinancieringsbarometer

MKBfinancieringsbarometer MKBfinancieringsbarometer Q3 24 2 MKB-Financieringsbarometer Inhoud Omzetgroei- en verwachtingen 4 Medewerkersgroei- en verwachtingen 6 Financieringsbehoefte- en verwachtingen 7 Kennis over financieringsvormen

Nadere informatie

Benchmark klanten Qredits

Benchmark klanten Qredits Benchmark klanten Qredits Lia Smit Zoetermeer, maart 2013 Rapportnummer: A201308 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl). Voor alle

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Financieringsmonitor 2014-1. Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven

Financieringsmonitor 2014-1. Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Financieringsmonitor 2014-1 Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Zoetermeer, 28 April 2014 Dit onderzoek is gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken Ro Braaksma;

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Midden Nederland Participatieopleidingen De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Financieringsmonitor Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven

Financieringsmonitor Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Financieringsmonitor 2015-2 Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven Dit onderzoek is gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken. Tommy Span Wim Verhoeven Zoetermeer,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 31 311 Zelfstandig ondernemerschap Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 TAMA TalentCentrum Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van TAMA TalentCentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten Evaluatie campagne Doe meer met Afval mening betrokken gemeenten Zoetermeer, 10 maart 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie