Beeldkwaliteitplan Emmen, Oude Meerdijk

Transcriptie

1 Beeldkwaliteitplan Emmen, Oude Meerdijk

2 Project: Beeldkwaliteitplan Emmen, Oude Meerdijk Opdrachtgever: Gemeente Emmen Opsteller: Compositie 5 stedenbouw bv Datum: 21 maart 2011

3 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Bestaande situatie 7 Plantoelichting 9 Beeldkwaliteit Algemeen 13 Beeldkwaliteit Het Lint 15 Beeldkwaliteit De Boog 19 1

4 L I G G I N G 2 P L A N G E B I E D

5 INLEIDING DE OPGAVE Onderhavig beeldkwaliteitplan geeft randvoorwaarden voor het bereiken van een hoge beeldkwaliteit voor het nieuw te ontwikkelen woongebied dat is gelegen aan weerszijden van de weg Oude Meerdijk, in de zuidoostelijke hoek van de wijk Angelslo in de gemeente Emmen. Een beeldkwaliteitplan kan als volgt gedefinieerd worden: Een samenhangend pakket van eisen voor het creëren en verbeteren van de beeldkwaliteit in een bepaald gebied. Het beeldkwaliteitplan geeft in woord en beeld uitgangspunten aan voor de te ontwikkelen stedenbouwkundige en architectonische vormgeving. De grondslag is een inventarisatie, analyse en evaluatie van de bestaande c.q. gewenste ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde resp. te bouwen omgeving. Bij het streven naar integraal beleid voor ruimtelijke kwaliteitszorg is het beeldkwaliteitplan een onmisbaar instrument. Daarnaast beoogt de opzet van dit plan het creëren van een woongebied dat de kwaliteit op de lange termijn behoudt. Een goede ruimtelijke kwaliteit en daarmee een hoge gebruiks- en belevingswaarde zijn daarbij uitgangspunt. Hierbij spelen ook de ruimtelijke samenhang en een eigen identiteit een belangrijke rol. De beeldkwaliteiteisen zijn spelregels die zorgen voor samenhang binnen het plangebied en herkenbaarheid van de ruimtelijke structuur (afgestemd op de directe omgeving). Dit wordt bereikt door in sommige aspecten afstemming en samenhang na te streven en in andere aspecten juist differentiatie voor te schrijven. 3

6 4

7 Het stedenbouwkundig plan Oude Meerdijk heeft betrekking op de bouw van maximaal 41 woningen. Door het toevoegen van woningaanbod, middels een ruim opgezette buurt met een groen karakter, wordt een toekomstperspectief geboden aan de wijk Angelslo. De kansen op een wooncarrière in de wijk zullen toenemen en er ontstaan kansen om de bevolkingssamenstelling van de wijk in positieve zin te beïnvloeden. Dit beeldkwaliteitplan bevat naast een korte beschrijving van de locatie en het stedenbouwkundig plan, beoordelingskaders voor de bebouwing en de openbare ruimte. Ten aanzien van de bebouwing komen de volgende onderdelen aan bod: plaatsing; massa en vorm; gevelkarakteristiek; detaillering, kleur- en materiaalgebruik; overgang privé/openbaar. De beoordelingskaders zijn ter verduidelijking voorzien van referentiebeelden (dienen slechts als voorbeeld) en toelichtende kaarten. Situering plangebied 5

8 IMPRESSIE PLANGEBIED Bestaande woning aan de Oude Meerdijk 54 (ten westen plangebied) Platte woningen langs de Veldlaan en ten noorden van de Hietbrink Bestaande woning aan de Oude Meerdijk aan de oostzijde van het plangebied Bestaande woning aan de Oude Meerdijk 169 (ten noord-westen van het plangebied) Platte woningen langs de Veldlaan en ten noorden van de Hietbrink De Oude Meerdijk met de waardevolle forse laanbeplanting Bestaande woning aan de Oude Meerdijk 179 Platte woningen langs de Veldlaan en ten noorden van de Hietbrink Het paardendressuurcentrum in de groene driehoek 6

9 BESTAANDE SITUATIE Situering en begrenzingen plangebied Het plangebied ligt in de zuidoostelijke hoek van de wijk Angelslo in de gemeente Emmen en wordt doorsneden door de weg Oude Meerdijk. Aan de noordzijde grenst het gebied aan de achtertuinen van de woningen aan de Hietbrink. De oostgrens wordt gevormd door de Rondweg. Aan de westzijde grenst het plangebied aan een tweetal bestaande woningen langs de Oude Meerdijk. De zuidelijke grens ligt in de groene driehoek, waarmee het gebied tussen industrieterrein Bargermeer en de Oude Meerdijk wordt bedoeld. Het deel van de groene driehoek dat grenst aan de Rondweg is in gebruik als volkstuinencomplex. Ten westen van het volkstuinencomplex, ook onderdeel uitmakende van de groene driehoek, ligt een open weiland waarbinnen een paardendressuurcentrum is gebouwd. Het centrum is dusdanig ingepast dat er een minimale aantasting van de groene verbinding tussen Angelslo en de groene driehoek heeft plaatsgevonden. In het noordoosten van het deel ten zuiden van de Oude Meerdijk lag het voormalige tankstation Van der Weerd en een bestaande woning. In het plangebied, aan de Oude meerdijk, bevinden zich nog eens een tweetal bestaande woningen. Het plan biedt ruimte aan maximaal 41 nieuwe woningen en 2 bestaande woningen. Globale begrenzingen plangebied Bestaande woning aan de westzijde van het plangebied Karakteristiek Het plangebied is bereikbaar via de Oude Meerdijk. De Rondweg doorsnijdt de Oude Meerdijk en gaat aan de oostzijde verder onder de naam Meerdijk. Alleen een fietstunnel onder de Rondweg verbindt beide zijden met elkaar. Een belangrijk kenmerk van de Oude Meerdijk is de aan de zuidzijde gelegen forse en waardevolle laanbeplanting bestaande uit hoofdzakelijk Amerikaanse eiken. Langs de Oude Meerdijk staat een aantal woningen. Deze liggen, soms met enige afstand van elkaar, direct aan de weg. Ze zijn gesitueerd op de overgang naar de groene driehoek en vormen tezamen als lintbebouwing de rand van Angelslo. Kenmerkend voor deze bebouwing zijn de kappen die grotendeels loodrecht op de weg gesitueerd zijn. Het plangebied vormt de afronding van de zuid-oostrand van de wijk Angelslo. Deze wijk bestaat uit een zestal bebouwingsclusters die allen ontsloten worden via een buurtontsluitingsweg. Tussen de clusters liggen karakteristieke grote, brede groenzones. Kenmerkend voor Angelslo zijn de plat afgedekte woningen, de groene opzet en de geasfalteerde wegen. Het plangebied grenst aan de noordzijde aan de Hietbrink. Hier staan platte woningen in zowel één als twee bouwlagen. De woningen direct grenzende aan het plangebied zijn bungalows bestaande uit één bouwlaag en opgetrokken uit metselwerk. Tussen de woningen van de Hietbrink en het plangebied ligt een brede groenzone. Een deel van deze zone is verkocht aan de bewoners aan de Hietbrink, het overige deel maakt onderdeel uit van het plangebied en zal uitgegeven worden aan de toekomstige bewoners. De verkaveling sluit dus rechtstreeks aan op de achtertuinen van de woningen aan de Hietbrink, zonder tussenliggende openbare groenstrook. 7

10 CONCEPT STEDENBOUWKUNDIG PLAN 8

11 PLANTOELICHTING Ruimtelijke opzet De hoofdstructuur in de buurt wordt bepaald door een combinatie van een centraal gelegen grote groene brink, een bebouwingsboog met een kleine brink en woningen die passen binnen het type lintbebouwing. De gehele buurt wordt gekenmerkt door een groene en ruime opzet. De grote brink ontstaat door de voormalig rechtdoor lopende Oude Meerdijk aan het begin (westzijde) van het plangebied te splitsen. De brink vormt hiermee zowel de beëindiging van de Oude Meerdijk als het hart van het plangebied. De oude structuur van de buurt blijft herkenbaar door de doorlopende bomenrij over de brink. Het handhaven en inpassen van deze bestaande groenstructuur is een van de typische kenmerken van de wijk Angelsolo. Door zijn centrale ligging vormt de grote brink het verbindende element tussen het noordelijke en zuidelijke deel van het plangebied. Er zijn 2 deelgebieden te onderscheiden die zich kenmerken door onderlinge samenhang in vormgeving en uitstraling: de boog en het lint. De boog De boog bestaat geheel uit vrijstaande woningen en omarmt het plangebied aan de noord- en oostzijde. Aan de noordzijde grenst de boog aan de bestaande plat afgedekte woningen aan de Hietbrink. Aan de oostzijde vormt het de oostelijke begrenzing van het plangebied. De woningen in de boog kenmerken zich doordat ze allen plat afgedekt zijn (1-2 bouwlagen, dus ook 1 bouwlaag met dakopbouw). Deelgebieden Het Lint Het lint bevindt zich ten zuiden en westen van de boog en bestaat geheel uit vrijstaande woningen. Een noordelijke en zuidelijke rij met woningen begrenst de nieuw te vormen grote brink en de Oude Meerdijk. Een rij met woningen ten zuiden hiervan vormt de nieuwe zuidrand van de wijk Angelslo en daarmee de overgang naar de parkzone en de groene driehoek. De vrijstaande woningen aan de noordzijde vormen de zuidelijke begrenzing van de kleine brink. De woningen onderscheiden zich van de boog doordat ze uitgevoerd worden met kap (1-1,5 bouwlaag met kap). Infrastructuur De wegenstructuur is duidelijk en overzichtelijk. De Oude Meerdijk eindigt in een brink. Twee lussen die zowel in verbinding staan met de Oude Meerdijk als de brink verzorgen de ontsluiting voor de overige woningen. De straten worden uitgevoerd in asfalt conform de opzet van de wijk Angelslo. Een uitzondering hierop vormt de centraal gesitueerde brink. Dit hart van het plangebied onderscheidt zich door de uitvoering in elementenbestrating. Het weggetje rond de kleine brink aan de noordzijde, de toegang tot het volkstuinencomplex aan de zuidzijde en de verbinding tussen de brink en het fietspad worden eveneens uitgevoerd in elementenbestrating. Ontsluitingsstructuur Het bestaande fietspad langs de Rondweg en de fietstunnel onder de Rondweg 9

12 Parkeren De parkeernorm is 1,8 parkeerplaats per woning. Garages dienen minimaal 5 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw geplaatst te worden. Hierdoor is er voldoende ruimte voor het stallen van twee auto s op een oprit naast de woning. Voor bezoekers worden er voldoende openbare parkeerplaatsen gerealiseerd. Deze openbare parkeerplaatsen worden grotendeels in een groenstrook gesitueerd en worden net als de inritten uitgevoerd middels een open verharding. Op deze wijze blijft het groene karakter gehandhaafd. Het betreft circa 22 langsparkeerplaatsen waarmee voldaan wordt aan de parkeernorm. Bebouwing De bebouwing bestaat geheel uit vrijstaande woningen (maximaal 41). Twee bestaande woningen maken onderdeel uit van het plangebied en worden opgenomen in de totale ruimtelijke structuur. De aansluiting op de plat afgedekte woningen aan de Hietbrink wordt gevormd door woningen die eveneens plat afgedekt zijn en zich bevinden in de boog. De boog omarmt het gebied aan de noord- en oostzijde. Het overige deel wordt gevormd door lintbebouwing bestaande uit woningen met kap. Enerzijds begeleiden ze de nieuw te vormen brink en de Oude Meerdijk, anderzijds vormen ze de zuidelijke rand van het plangebied die grenst aan de groene driehoek. Bebouwingsstructuur Situering bijgebouwen bij hoekwoningen Op hoeken (met twee zijden grenzende aan de openbare ruimte) en aan het einde van zichtlijnen geldt dat het hoofdgebouw beeldbepalend dient te zijn. Dit betekent dat bij een aantal aangegeven kavels (zie afbeelding rechtsonder op de pagina) de garages slechts aan één zijde van het hoofdgebouw gesitueerd mogen worden. Het betreft de zijde die niet grenst aan de openbare ruimte. Het hoofdgebouw van de woningen dient minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens gesitueerd te worden, bijgebouwen in de vorm van garages dienen minimaal 2 meter uit de zijdelingse perceelsgrens gesitueerd te worden. Situering bijgebouwen bij hoekwoningen Goede hoekoplossing: 2 representatief vormgegeven gevels richting openbare ruimte 10

13 Groen Het plangebied kent een zeer groene invulling bestaande uit groene brinken, groenstroken, groene randen en bestaande en nieuwe bomen. Brinken De centraal gesitueerde brink wordt gedomineerd door de bestaande bomenrij aan de huidige Oude Meerdijk. De bomenrij wordt op een viertal plekken onderbroken (1 inrit en 3 straten). Deze kenmerkende bomenrij maakt onderdeel uit van een wigvormige groene ruimte die ingeleid wordt door een steeds breder wordende groenstrook. Deze inleidende groenstrook wordt doorsneden door een brede inrit (bestaande uit een open verharding) die de ontsluiting van 2 woningen verzorgt. De brink bestaat naast de bomenrij uit een ondiepe wadi en een aantal solitaire bomen. Het noordelijk gesitueerd brinkje, dat onderdeel uitmaakt van de boog, biedt ruimte voor speelvoorzieningen en bestaat uit gras met enkele solitaire bomen. Groen Groenstroken In het noordelijke deel van het plan, tussen de weg en de voortuinen van de woningen komt een circa 5 meter brede groenstrook. Deze bestaat uit gras en bomen. Door deze groenstrook lopen de inritten van de woningen. Door het gebruik een open verharding krijgen ook deze inritten een groene uitstraling. Aan alle zijtuinen grenst een circa 3-5 meter brede groenstrook. Deze strook versterkt het groene karakter van de buurt, en zal bestaan uit gras langs de straat en heesters naast de zijerven. Inritten door deze stroken zijn niet mogelijk. In de groenstroken langs de boog worden bomen geplant. De groenstroken worden voorzien van enkele parkeerplaatsen die net zo als de inritten aangelegd worden als open verharding. Naast de bestaande woning aan de zuid-westzijde van het plangebied komen ook groenstroken voorzien van onder andere struiken. Deze vormen de overgang (buffer) naar de bestaande tuin. De overgang naar de bestaande woning aan de noord-westzijde bestaat uit een bestaande bomenrij. Groene randen (parkzone en geluidwallen) De parkzone vormt de zuidelijke rand van het plangebied en biedt ruimte voor waterberging, spelen en korte ommetjes. Tevens fungeert de zone als buffer richting de volkstuinen. Het geheel bestaat overwegend uit gras met boomgroepen. Op enkele plekken zullen groepen heesters voor accenten en variatie zorgen. Verlagingen en verhogingen komen voor in een natuurlijke en logische vormgeving. Deze hoogteverschillen hebben mede het doel het plangebied geschikt te maken voor waterberging in de vorm van een wadi. Evenwijdig aan de Rondweg loopt een groene zone die in verbinding staat met de parkzone. Deze groenzone is voorzien van geluidwallen die, gecombineerd met een geluidscherm, voor de noodzakelijke geluidwering zorgen ten behoeve van het geluid dat wordt veroorzaakt door het verkeer op de Rondweg. Zicht op de groene driehoek vanaf de Veldlaan 11

14 C O N C E P T 12 S T E D E N B O U W K U N D I G P L A N

15 BEELDKWALITEIT Algemeen Hoofdstructuur een centrale brink structureert het plangebied Typologie het plangebied bestaat uit maximaal 41 vrijstaande woningen, twee bestaande vrijstaande woningen worden in het plangebied geïntegreerd. De woningen zijn georiënteerd op de openbare ruimte Plaatsing alle hoofdgebouwen staan minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens de voorgevel van het hoofdgebouw wordt loodrecht danwel evenwijdig op/aan de straat gesitueerd (zie nevenstaande figuur) de garages (aangebouwde bijgebouwen) staan op minimaal 2 meter uit de zijdelingse perceelsgrens garages liggen minimaal 5 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw per woning één in-/uitrit met een maximale breedte van 4 meter per woning 2 auto-opstelplaatsen op eigen terrein Openbare ruimte straten zijn circa 5 meter breed en worden vormgegeven in asfalt. Een uitzondering hierop vormt de centraal gesitueerde brink. Dit hart van het plangebied onderscheidt zich door de uitvoering in elementenbestrating. Het weggetje rond de kleine brink aan de noordzijde, de toegang tot het volkstuinencomplex aan de zuidzijde en de verbinding tussen de brink en het fietspad worden eveneens uitgevoerd in elementenbestrating langsparkeervakken zijn 2 meter breed en worden uitgevoerd in een open verharding de inritten die door het groen lopen worden eveneens in een open verharding uitgevoerd groene inrichting bestaande uit een combinatie van gras, bomen, wadi s, hoogteverschillen en struiken de mogelijkheid voor het plaatsen van speelvoorzieningen is mogelijk op het kleine brinkje Principe plaatsing hoofdgebouw: hoofdgebouw staat loodrecht/evenwijdig op/aan de rijweg en voorgevel begeleidt het gebogen stratenpatroon 13

16 14 Zowel een lange gevel haaks of evenwijdig aan de straat is mogelijk en zorgt voor de nodige afwisseling in het lint

17 BEELDKWALITEIT H et lint Plaatsing de hoofdgebouwen kunnen in een verspringende rooilijn staan. Verspringingen van hoofdgebouw tot hoofdgebouw maximaal 2 meter (dus plaatsing van hoofdgebouw is 5-7 meter uit de voorste perceelsgrens) afwisseling tussen oriëntatie lange gevel parallel danwel haaks op de straat is mogelijk bij hoekwoningen mogen garages niet aan de zijde van de openbare ruimte gesitueerd worden (tenzij architectonisch onderdeel van het hoofdgebouw). Zie uitleg op pagina 10. Massa en vorm de hoofdgebouwen bestaan uit 1 of 1,5 bouwlaag met kap (dakhelling van minimaal 45 graden en maximaal 60 graden) langgerekte kap, zadeldak, samengestelde kap of een mansardekap eventueel met wolfs- of schilddakeind aan- en bijgebouwen dienen qua massaopbouw en architectuurstijl een harmonieus geheel te vormen met het hoofdgebouw (voor bijgebouwen geldt maximale goothoogte 3 meter en maximale bouwhoogte 6 meter) Gevelkarakteristiek de bebouwing heeft een traditioneel gevelbeeld hoekwoningen (grenzende met 2 zijden aan de openbare ruimte) hebben een tweezijdige oriëntatie en dienen vormgegeven te worden met twee voorzijden (twee representatieve gevels, en dus geen blinde gevels, richting de openbare ruimte) Detaillering, kleur en materiaal gebruik van natuurlijke materialen. De woningen worden opgetrokken uit baksteen eventueel gecombineerd met hout. gevelopbouw: baksteen dominant in basis, baksteen en/of houten plankenbekleding hoger in het gevelbeeld kap: keramische pannen of riet voor alle woningen een grote gelijkheid in kleurtoepassing bestaande uit gedekte aardetinten (er zijn monsterborden samengesteld) de woningen hebben een eenvoudige tot fijne detaillering raamopeningen: ramen met onderverdelingen gebruik van houten kozijnen danwel materialen met een vergelijkbare uitstraling en detaillering gebruik van dakkapellen passende bij de architectuurstijl en kapvorm 15

18 16

19 In onderstaande tabel worden de randvoorwaarden van de woningen in het lint opgesomd en wordt er een onderscheid gemaakt in deelaspecten: schaalniveau onderwerp beeldkwaliteit bebouwing hoofdstructuur woningtypologie plaatsing massa en vorm gevelkarakteristiek detaillering, kleur- en materiaalgebruik woningen begrenzen noordelijke en zuidelijke zijde Oude Meerdijk, de centrale brink, en de groene driehoek 23 vrijstaande woningen hoofdgebouw minimaal 3 m en aangebouwde garage minimaal 2 m uit de zijdelingse perceelsgrens hoofdgebouwen kunnen in verspringende rooilijn staan (minimaal 5 en maximaal 7 uit voorste perceelsgrens) afwisseling tussen oriëntatie lange gevel parallel danwel haaks op de straat is mogelijk voorgevel hoofdgebouw wordt loodrecht danwel evenwijdig op/aan de straat gesitueerd garages minimaal 5 m achter voorgevelrooilijn bij hoekwoningen mogen garages niet aan de zijde van de openbare ruimte gesitueerd worden (tenzij architectonisch onderdeel van het hoofdgebouw) per woning één in-/uitrit met een maximale breedte van 4 meter per woning: 2 auto-opstelplaatsen op eigen terrein en 0,8 parkeerplaats in de openbare ruimte 1-1,5 bouwlagen met kap (dakhelling minimaal 45 graden en maximaal 60 graden) langgerekte kap, zadeldak, samengestelde kap of een mansardekap eventueel met wolfs- of schilddakeind aan- en bijgebouwen dienen qua massaopbouw en architectuurstijl een harmonieus geheel te worden met hoofdgebouw (voor bijgebouwen geldt maximale goothoogte 3 meter en maximale bouwhoogte 6 meter) de bebouwing heeft een traditioneel gevelbeeld hoekwoningen (grenzende met 2 zijden aan de openbare ruimte) hebben een tweezijdige oriëntatie en dienen vormgegeven te worden met twee voorzijden (twee representatieve gevels, en dus geen blinde gevels, richting de openbare ruimte) gebruik van natuurlijke materialen. De woningen worden opgetrokken uit baksteen eventueel gecombineerd met hout gevelopbouw: baksteen dominant in basis, baksteen en/of houten plankenbekleding hoger in het gevelbeeld kap: keramische pannen of riet voor alle woningen een grote gelijkheid in kleurtoepassing bestaande uit gedekte aardetinten (er zijn monsterborden samengesteld) de woningen hebben een eenvoudige tot fijne detaillering raamopeningen: ramen met onderverdelingen gebruik van houten kozijnen danwel materialen met een vergelijkbare uitstraling en detaillering gebruik van dakkapellen passende bij de architectuurstijl en kapvorm 17

20 18 Referentiebeelden hebben betrekking op de bouwmassa en vorm en niet op het kleur- en materiaalgebruik!

21 BEELDKWALITEIT D e boog Plaatsing de hoofdgebouwen staan in een rooilijn die op 5 meter uit de voorste perceelsgrens is gelegen bij vrijstaande hoekwoningen mogen garages niet aan de zijde van de openbare ruimte gesitueerd worden (tenzij architectonisch onderdeel van het hoofdgebouw). Zie uitleg op pagina 10. Massa en vorm de hoofdgebouwen bestaan uit 1 tot 2 volledige bouwlagen (dus ook 1 bouwlaag met een dakopbouw) en worden plat afgedekt hoofdmassa is samengesteld uit, een of meerdere rechthoekige, loodrecht in elkaar hakende doosvormige volumes aan- en bijgebouwen dienen qua massaopbouw en architectuurstijl een harmonieus geheel te vormen met het hoofdgebouw (voor bijgebouwen geldt een maximale goot- en bouwhoogte van 3 meter, plat afgedekt) Gevelkarakteristiek architectuurstijl is vrij hoekwoningen (grenzende met 2 zijden aan de openbare ruimte) hebben een tweezijdige oriëntatie en dienen vormgegeven te worden met twee voorzijden (twee representatieve gevels, en dus geen blinde gevels, richting de openbare ruimte) per perceel dient de architectuurstijl consequent uitgewerkt te worden (dus niet meerdere stijlen op één perceel) Detaillering, kleur en materiaal gebruik van natuurlijke materialen. De woningen worden opgetrokken uit baksteen eventueel gecombineerd met hout voor alle woningen een grote gelijkheid in kleurtoepassing bestaande uit gedekte aardetinten (er zijn monsterborden samengesteld) gebruik van houten kozijnen danwel materialen met een vergelijkbare uitstraling en detaillering 19

22 20

23 In onderstaande tabel worden de randvoorwaarden van de woningen in de boog opgesomd en wordt er een onderscheid gemaakt in deelaspecten: schaalniveau onderwerp beeldkwaliteit bebouwing hoofdstructuur omarmt het plangebied aan de noord- en oostzijde woningtypologie plaatsing massa en vorm gevelkarakteristiek detaillering, kleur- en materiaalgebruik 18 vrijstaande woningen hoofdgebouw minimaal 3 m en aangebouwde garage minimaal 2 m uit de zijdelingse perceelsgrens hoofdgebouwen staan in de rooilijn (5 meter uit voorste perceelsgrens) voorgevel hoofdgebouw wordt evenwijdig aan de straat gesitueerd (dus hoofdgebouw loodrecht op de straat oriënteren) bij vrijstaande hoekwoningen mogen garages niet aan de zijde van de openbare ruimte gesitueerd worden (tenzij architectonisch onderdeel van het hoofdgebouw) per woning één in-/uitrit met een maximale breedte van 4 meter garages minimaal 5 m achter voorgevelrooilijn per woning: 2 auto-opstelplaatsen op eigen terrein en 0,8 parkeerplaats in de openbare ruimte 1-2 bouwlagen plat afgedekt (dus ook 1 bouwlaag met een dakopbouw) samengesteld uit, een of meerdere rechthoekige, loodrecht in elkaar hakende doosvormige volumes aan- en bijgebouwen dienen qua massaopbouw en architectuurstijl een harmonieus geheel te worden met hoofdgebouw (voor bijgebouwen geldt een maximale goot- en bouwhoogte van 3 meter, plat afgedekt) architectuurstijl is vrij hoekwoningen (grenzende met 2 zijden aan de openbare ruimte) hebben een tweezijdige oriëntatie en dienen vormgegeven te worden met twee voorzijden (twee representatieve gevels, en dus geen blinde gevels, richting de openbare ruimte) per perceel dient de architectuurstijl consequent uitgewerkt te worden (dus niet meerdere stijlen op één perceel) gebruik van natuurlijke materialen. De woningen worden opgetrokken uit baksteen eventueel gecombineerd met hout voor alle woningen een grote gelijkheid in kleurtoepassing bestaande uit gedekte aardetinten (er zijn monsterborden samengesteld) gebruik van houten kozijnen danwel materialen met een vergelijkbare uitstraling en detaillering 21

24 22