Plangroep H eggen b.v.

Transcriptie

1 Plangroep H eggen b.v. bureau voor ruimtelijke planning en infrastructuur Beeldkwaliteitplan Parkplan Emma jw -TC particuliere bouwkavels vlek E10 en E11 stedenbouw verkeerskunde landschapsinrichting cultuurtechniek civieltechniek recreatie-advisering Projektontwikkelingsmaatschappij Heuvelland BV J Parkweg la Postbus AA Born tel.: (046) fax: (046) W \ e. v 2. CC'

2 Beeldkwaliteitplan particuliere bouwkavels Parkplan Emma De particuliere bouwkavels zijn gelegen in de zuidoost hoek van het Parkplan Emma en vormen de overgang met de wijk Passart aan de zuidzijde. De kavels aan de oostzijde grenzen aan een groenzone waarin een waterbuffer en een (groen) grondlichaam zijn gelegen. Het grondlichaam vormt een visuele afscherming met het oostelijk gelegen bedrijventerrein aan de Pijler. Stedenbouwkundige uitgangspunten De wijk kent een duidelijke geleding qua stedelijkheid. De grootste verstedelijking is terug te vinden langs de Akerstraat-Noord en de Emmaweg, waar de bebouwing bestaat uit gestapelde en geschakelde woningen. Langs de centrale ontsluiting, welke wordt begeleid door een groene wig, zijn aan één zijde geschakelde woningen gesitueerd. In het binnengebied bestaat de bebouwing uit halfvrijstaande woningen. Aan de randen van de wijk neemt de stedelijkheid verder af en bestaat de bebouwing uit vrijstaande woningen. Door de opzet met vrijstaande woningen ontstaat een enigszins transparante bebouwingswand, waardoor het groene karakter van de wijk wordt benadrukt. Beeldkwaliteit Dit beeldkwaliteitplan beschrijft de particuliere bouwkavels aan de zuidoost rand van het plangebied. Door verschil in kavelbreedte is onderscheid gemaakt in een tweetal locaties, nl. Aan de zuidzijde, Vlek E10 (13 kavels) m Aan de oostzijde, Vlek E11 (11+2 kavels) ~ ' Op beide locaties komen vrijstaande woningen te staan met een bouwhoogte tussen twee en twee en een halve bouwlaag (setback). naast het homogene beeld van de projectmatige woningbouw aan de overzijde van de straat wordt bij de particuliere kavels gestreefd naar een gemêleerd beeld. Om dit beeld te kunnen bereiken bieden de randvoorwaarden een duidelijke mate van flexibiliteit t.a.v. volume opbouw en bouwhoogte, kleuren materiaalgebruik en de wijze van dakafdekking. Ter versterking van de stedenbouwkundige structuur worden bijzondere eisen qua presentatie en bouwvolume gesteld t.a.v. hoekwoningen en woningen in de zicht-as van de zijstraten (accenten). Duurzaam Bouwen In oostelijk Zuid-Limburg is in het Convenant Duurzaam Bouwen O.Z.L. vastgelegd dat bij de planontwikkeling en de nieuwbouw van woningen de betrokken partijen de verplichting op zich nemen om naast het uitvoeren van de vaste maatregelen, per bouwproject ten minste 60% van de aanbevelingen, de variabele maatregelen te realiseren. In dit kader zal de aanvraag voor een bouwvergunning door de gemeente tevens op de naleving van het gestelde in het Convenant Duurzaam Bouwen worden getoetst

3 VLEK E10

4 VLEK E10

5 ] Bebouwingsregels E-10 Situering 1. De kavels hebben een breedte van ca. 16 meter; versmalling of opdeling is niet toegestaan. Hierdoor ontstaat een straatwand met een rustig ritme. 2. De voorgevel rooilijn ligt op 5 meter afstand van het trottoir. 3. De afstand van de zijgevels tot de erfgrens bedraagt minimaal 3 meter. Hierdoor worden blinde gevels voorkomen en wordt de kans op hinder tussen de kavels verminderd. Indien de entree van de woning in de zijgevel is gesitueerd, dan bedraagt de afstand van de zijgevel tot de erfscheiding minimaal 3,5 meter. 4. De achtergevelrooilijn ligt op maximaal 17 meter afstand van het trottoir. 5. Binnen het hierboven beschrevene resteert een bebouwbaar oppervlak van 10x12 meter waarbinnen de situering van de hoofdbouwmassa mogelijk is. Massa en vorm 6. De hoofdboówmassa kent 2 bouwlagen en is afgedekt met een plat c.q. hellend dak. 7. Indien plat afgedekt is een derde bouwlaag toegestaan mits deze minimaal 2,5 meter terugliggend t.o.v. de voorgevel wordt uitgevoerd. 8. De dakhelling van de hoofdbouwmassa bedraagt maximaal 45 graden. 9. De (goot)hoogten van de hoofdbouwmassa moeten liggen tussen minimaal 5 meter en maximaal 6 meter gemeten vanaf het peil van de woning. 10. Indien de bebouwing een hellend dak kent, dient de noklijn van de hoofdbouwmassa evenwijdig of haaks op de voorgevel te staan. Wolfseinden worden niet wenselijk geacht. 11. De garages kunnen binnen het hoofdvolume worden opgenomen. De voorkant van de geïntegreerde garages dient daarbij op minimaal 5 meter afstand van het trottoir te zijn gesitueerd. Bij situering van dergelijke garages dient rekening te worden gehouden met de locatie van de inritten (zie tekening). 12. Indien garages niet worden geïntegreerd binnen de hoofdbouwmassa, moeten deze aan de zijde van de inrit (noordoostzijde van het hoofdgebouw), in de zijdelingse perceelsgrens worden gesitueerd. Deze garages dienen minimaal 5 meter achter de voorgevelrooilijn te worden gesitueerd. 13. De aan en bijgebouwen bestaan uit één bouwlaag en moeten worden afgedekt met platte daken. De maximale goothoogte bedraagt 3,5 meter. Gevelkarakteristiek 14. De gevelgeleding is voornamelijk horizontaal. 15. De gevel kent een zekere mate van gelaagdheid doordat de gevelopeningen terugspringen ( gatengevel ) of juist uit de gevel springen. 16. De architectuur is duurzaam en eigentijds. Detaillering 17. De materiaalkeuze voor de muurvlakken is metsel- of pleisterwerk. 18. Qua kleurstelling wordt aansluiting gezocht bij de tegenoverliggende projectmatige woningbouw. De muurvlakken dienen daarom te worden uitgevoerd in mangaan, crème of een combinatie van beide kleuren (maximaal 2 kleuren), waarbij crème overheerst. 19. Hellende daken dienen te worden afgedekt met donkere antracietkleurige dakpannen. Het gebruik van geglazuurde dakpannen is niet toegestaan. 20. Ondergeschikte bouwdelen kunnen tevens worden uitgevoerd in hout, staal, glas of beton. Daarbij dient de materiaal eigen kleur te worden behouden. 21. Inzetten op zorgvuldig materiaalgebruik en een goede detaillering. 22. De erfafscheidingen voor de voorgevel van de woning mogen maximaal 1 meter hoog zijn. De erfafscheidingen 1 meter achter de voorgevel maximaal 2 meter. Op de achtererfafscheiding zal een hekwerk (hoogte ± 1,60 m.) met een haag worden geplant. 23. Bouwkundige elementen als rolluiken e.d. dienen binnen het bouwvolume te worden geïntegreerd.

6 Accenten 24. Bij de met -ft gemarkeerde woningen dient, ter ondersteuning van de stedenbouwkundige structuur, de gehele hoofdbouwmassa een bouwhoogte te hebben van twee bouwlagen, twee bouwlagen met kap dan wel 2 bouwlagen met een terug liggende derde laag (set-back). Ten behoeve van de nadere vormgeving van de accenten is een vroegtijdig overleg met de gemeente gewenst. 25. De met T gemarkeerde woningen kennen aan de zijde van de markering een duidelijke presentatie/oriëntatie op de voorliggende openbare ruimte. De architectuur ondersteunt de bijzondere (stedenbouwkundige) situatie van deze woningen.

7 J

8

9 Bebouwingsregels E-11 Situering 1. De kavels hebben een breedte van ca. 17 meter; versmalling of opdeling is niet toegestaan. Hierdoor ontstaat een straatwand met een rustig ritme. 2. De voorgevel rooilijn ligt op 5 meter afstand van het trottoir. 3. De afstand van de zijgevels tot de erfgrens bedraagt minimaal 3 meter. Hierdoor worden blinde gevels voorkomen en wordt de kans op hinder tussen de kavels verminderd. Indien de entree van de woning in de zijgevel is gesitueerd, dan bedraagt de afstand van de zijgevel tot de erfscheiding minimaal 3,5 meter. 4. De achtergevelrooilijn ligt op maximaal 17 meter afstand van het trottoir. 5. Binnen het hierboven beschrevene resteert een bebouwbaar oppervlak van 10x12 meter waarbinnen de situering van de hoofdbouwmassa mogelijk is. Massa en vorm 6. De hoofdbo'uwmassa kent 2 bouwlagen en is afgedekt met een plat c.q. hellend dak. 7. Indien plat afgedekt is een derde bouwlaag toegestaan mits deze minimaal 2,5 meter terugliggend t.o.v. de voorgevel wordt uitgevoerd. (<>. f k a. < ^ k ) 8. De dakhelling van de hoofdbouwmassa bedraagt maximaal 45 graden. 9. De (goot)hoogten van de hoofdbouwmassa moeten liggen tussen minimaal 5 meter en maximaal 6 meter gemeten vanaf het peil van de woning. 10. Indien de bebouwing een hellend dak kent, dient de noklijn van de hoofdbouwmassa evenwijdig of haaks op de voorgevel te staan. Wolfseinden worden niet wenselijk geacht. 11. De garages kunnen binnen het hoofdvolume worden opgenomen. De voorkant van de geïntegreerde garages dient daarbij op minimaal 5 meter afstand van het trottoir te zijn gesitueerd. Bij situering van dergelijke garages dient rekening te worden gehouden met de locatie van de inritten (zie tekening). 12. Indien garages niet worden geïntegreerd binnen de hoofdbouwmassa, moeten deze aan de zijde van de inrit in de zijdelingse perceelsgrens worden gesitueerd. Dit houdt in dat, met uitzondering van de twee meest noordelijke kavels, deze garages aan de noordzijde van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens dienen te worden gesitueerd. Bij de twee meest noordelijke kavels dienen deze garages ten zuiden van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens te worden gesitueerd. De garages dienen daarbij minimaal 5 meter achter de voorgevelrooilijn te worden gesitueerd. 13. De aan en bijgebouwen bestaan uit een bouwlaag en moeten worden afgedekt met platte daken. De maximale goothoogte bedraagt 3,5 meter. Gevelkarakteristiek 14. De gevelgeleding is voornamelijk horizontaal. 15. De gevel kent een zekere mate van gelaagdheid doordat de gevelopeningen terugspringen ( gatengevel ) of juist uit de gevel springen. 16. De architectuur is duurzaam en eigentijds. Detaillering 17. De materiaalkeuze voor de muurvlakken is metsel- of pleisterwerk. 18. Qua kleurstelling wordt aansluiting gezocht bij de tegenoverliggende projectmatige woningbouw. De muurvlakken dienen daarom te worden uitgevoerd in mangaan, crème of een combinatie van beide kleuren (maximaal 2 kleuren), waarbij crème overheerst. 19. Hellende daken dienen te worden afgedekt met donkere antracietkleurige dakpannen. Het gebruik van geglazuurde dakpannen is niet toegestaan. 20. Ondergeschikte bouwdelen kunnen tevens worden uitgevoerd in hout, staal, glas of beton. Daarbij dient de materiaal eigen kleur te worden behouden. 21. Inzetten op zorgvuldig materiaalgebruik en een goede detaillering. 22. De erfafscheidingen voor de voorgevel van de woning mogen maximaal 1 meter hoog zijn. De erfafscheidingen 1 meter achter de voorgevel maximaal 2 meter. Op de achtererfafscheiding zal een hekwerk (hoogte ± 1,60 m.) met een haag worden geplant. 23. Bouwkundige elementen als rolluiken e.d. dienen binnen het bouwvolume te worden geïntegreerd.

10 Accenten 24. Bij de met ' & gemarkeerde woningen dient, ter ondersteuning van de stedenbouwkundige structuur, de gehele hoofdbouwmassa een bouwhoogte te hebben van twee bouwlagen, twee bouwlagen met kap dan wel 2 bouwlagen met een terug liggende derde laag (set-back). Ten behoeve van de nadere vormgeving van de accenten is een vroegtijdig overleg met de gemeente gewenst. 25. De met f * ' gemarkeerde woningen kennen aan de zijde van de markering een duidelijke presentatie/oriëntatie op de voorliggende openbare ruimte. De architectuur ondersteunt de bijzondere (stedenbouwkundige) situatie van deze woningen.

11 garage in hoofdbouwmassa 2 bouwlagen hoofdbouwmassa 2 bouwlagen + kap hoofdbouwmassa 2 bouwlagen + kap i : garage op perceelsgrens 2 bouwlagen + kap garage op perceelsgrens 2 bouwlagen + kap garage op perceelsgrens 2 bouwlagen garage op perceelsgrens 3e bouwlaag set-back REFERENTIES GEVELAANZICHT STRAATZIJDE