AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Transcriptie

1 AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: Onderwerp: Beleidsdocument Bestemmingsplan Buitengebied Steenwijkerland 2007 Conceptbesluit: Het college stemt in met de antwoordnotitie zienswijzen en de voorstellen voor Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld: a. in te stemmen met de antwoordnotitie zienswijzen en de voorstellen voor b. het aangepaste ontwerp bestemmingsplan vast te stellen als beleidsdocument Bestemmingsplan Buitengebied 2007; c. besluiten te nemen voor een projectbesluit passend binnen het beleidsdocument Bestemmingsplan Buitengebied 2007 te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders; d. voor projectbesluiten die genomen worden ten gevolge van het uitstellen van vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Steenwijkerland 2007, geen leges te heffen, voor zover deze besluiten rechtstreeks passen binnen de voorschriften van het beleidsdocument. Samenvatting: Bijlagen: Medio 2008 heeft het ontwerp bestemmingsplan buitengebied Steenwijkerland 2007 ter inzage gelegen. Er zijn 172 zienswijzen ingekomen. Deze zijn becommentarieerd in de notitie zienswijzen. Daarnaast zijn er een aantal ambtshalve voorstellen tot aanpassing van het bestemmingsplan. Het aspect 'archeologie en planschade' is op dit moment een belemmering tot formele vaststelling over te gaan. Teneinde indieners van een zienswijze duidelijkheid te geven over het standpunt van de gemeenteraad en tevens het plan als beleidsdocument te kunnen toepassen bij projectprocedures, wordt voorgesteld de raad te vragen het plan als beleidsdocument vast te stellen. Zie eind voorstel Bestuurlijk traject: College Raadscommissie Raad advies B Overlegd met: Anna Petra van der Wal, Lucas Benning Communicatie: Zijn dit besluit en de achterliggende stukken openbaar? ja - Persconferentie Programma: Ruimtelijke ordening Parafen: Medewerker Harm Visserman Afdeling REO Afdelingshoofd Concernstaf

2 Secretaris Portefeuillehouder weth. Boxum Besluit B&W: Het college stemt in met de antwoordnotitie zienswijzen en de voorstellen voor Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld: a. in te stemmen met de antwoordnotitie zienswijzen en de voorstellen voor b. het aangepaste ontwerp bestemmingsplan vast te stellen als beleidsdocument Bestemmingsplan Buitengebied 2007; c. besluiten te nemen voor een projectbesluit passend binnen het beleidsdocument Bestemmingsplan Buitengebied 2007 te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders; d. voor projectbesluiten die genomen worden ten gevolge van het uitstellen van vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Steenwijkerland 2007, geen leges te heffen, voor zover deze besluiten rechtstreeks passen binnen de voorschriften van het beleidsdocument. Uit onder redactie (geen apart beslismemo). 2

3 Collegeadvies: Voorstel Het college stemt in met de antwoordnotitie zienswijzen en de voorstellen voor ambtshalve aanpassing van het ontwerp-bestemmingsplan buitengebied Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld: a. in te stemmen met de Notitie zienswijzen en de voorstellen voor ambtshalve aanpassing van het ontwerp-bestemmingsplan buitengebied b. het aangepaste ontwerp bestemmingsplan vast te stellen als beleidsdocument Bestemmingsplan Buitengebied 2007; c. besluiten te nemen voor een projectbesluit passend binnen het beleidsdocument Bestemmingsplan Buitengebied 2007 te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders; d. voor projectbesluiten die genomen worden ten gevolge van het uitstellen van vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Steenwijkerland 2007, geen leges te heffen, voor zover deze besluiten rechtstreeks passen binnen de voorschriften van het beleidsdocument. Inleiding Medio 2008 heeft het ontwerp bestemmingsplan buitengebied Steenwijkerland 2007 ter inzage gelegen. Er zijn 172 zienswijzen ingekomen. Deze zijn becommentarieerd in de Notitie zienswijzen. Daarnaast zijn er een aantal ambtshalve voorstellen tot aanpassing van het bestemmingsplan. Het aspect 'archeologie en planschade' is op dit moment een belemmering tot formele vaststelling over te gaan. Teneinde indieners van een zienswijze duidelijkheid te geven over het standpunt van de gemeenteraad en tevens het plan als beleidsdocument te kunnen toepassen bij projectprocedures, wordt voorgesteld de raad te vragen het plan als beleidsdocument vast te stellen. Toelichting Voorontwerp bestemmingsplan Medio 2007 heeft het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Steenwijkerland 2007 in het kader van de inspraak ter inzage gelegen en is het plan in het kader van het wettelijke vooroverleg toegezonden aan verschillende overlegpartijen. Er zijn hierop 191 inspraakreacties ingekomen en een aantal overlegreacties. In de Antwoordnotitie Inspraak en de Antwoordnotitie Overleg zijn de reacties becommentarieerd, waarbij tevens is aangegeven in hoeverre de ingediende reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan. Ontwerp bestemmingsplan Naar aanleiding van de inspraak- en overlegreacties is het voorontwerp aangepast, waarna het als ontwerp-bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen van 11 juni t/m 22 juli Er zijn naar aanleiding van deze ter inzage legging 172 zienswijzen ontvangen. De zienswijzen zijn behandeld in de Notitie zienswijzen bestemmingsplan buitengebied Hoorzitting gemeenteraad Door de gemeenteraad zijn de indieners van een zienswijze in de gelegenheid gesteld een mondelinge toelichting op hun zienswijze te geven. Met de uitnodiging voor de hoorzitting is (een uittreksel van) het concept van de antwoordnotitie aan de indieners van een zienswijze toegezonden. Er is door (of namens) 48 indieners van een zienswijze gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Het verslag van de hoorzitting d.d. 25 maart 2009 is als bijlage bijgevoegd, voorafgegaan door een overzicht met voorgestelde aanpassingen naar aanleiding van de hoorzitting. Notitie zienswijzen In de Notitie zienswijzen bestemmingsplan buitengebied 2007 is allereerst ingegaan op de ontvankelijkheid van de ingekomen zienswijzen. Drie zienswijzen zijn niet binnen de gestelde termijn ingekomen, evenals een aanvulling op een andere zienswijze. Twee zienswijzen zijn per e- 3

4 mail ingebracht, waarvan één bovendien buiten de termijn. Deze zienswijzen dienen niet ontvankelijk te worden verklaard. Vervolgens wordt in de notitie in algemene zin ingegaan op de kern van een relatief groot aantal zienswijzen. Daarna worden de ingekomen zienswijzen afzonderlijk behandeld, waarbij per zienswijze eerst een samenvatting wordt gegeven, gevolgd door ons commentaar en tenslotte een voorstel voor afdoening, geformuleerd als: - zienswijze overnemen, of - zienswijze niet overnemen, of - zienswijze gedeeltelijk overnemen, of - zienswijze niet ontvankelijk verklaren. Relatief veel zienswijze hebben betrekking op: a. Natuur - en landschappelijke bestemmingen versus Vogel- en Habitatrichtlijnen en Natura 2000; b. Archeologie c. Omvang of ligging van (overwegend agrarische) bouwpercelen d. Recreatiewoningen op complexen met recreatiewoningen e. MER / Plan MER f. Ecologisch onderzoek Voor een uitgebreide toelichting op deze onderwerpen zij verwezen naar de Notitie zienswijzen. Naar aanleiding van de hoorzitting zijn de reactievoorstellen voor enkele zienswijzen aangepast (zie de bijlage Aanpassingen voorstel bp buitengebied n.a.v. hoorzitting ). Voorgesteld wordt in te stemmen met de voorstellen zoals die in de Notitie zienswijzen zijn opgenomen. Voorstellen voor ambtshalve aanpassing Naast de aanpassingen die voortvloeien uit de ingediende zienswijzen, zijn er ook redenen om het ontwerpbestemmingsplan op meerdere punten ambtshalve aan te passen. Het betreft hier aanpassingen in verband met onvolkomenheden, maar ook het verwerken van meest recent verkregen informatie met betrekking tot bijvoorbeeld bouwblokken in verband met vergunningverlening. In de Notitie ambtshalve voorstellen aanpassing bestemmingsplan buitengebied Steenwijkerland 2007 zijn deze voorstellen nader omschreven. Per onderwerp wordt een toelichting gegeven en wordt vervolgens een voorstel voor de ambtshalve aanpassing geformuleerd. Voorgesteld wordt in te stemmen met de voorstellen zoals die in de Notitie ambtshalve aanpassing zijn opgenomen. Knelpunten voor vaststelling Belangrijkste overweging om (nog) niet tot vaststelling over te gaan is het aspect archeologie en planschade. Omdat er als gevolg van de dubbelbestemmingen met het oog op de bescherming van archeologische waarden (grote) planschaderisico s kunnen ontstaan, hebben wij deze problematiek bij de ministers van VROM en OCW en gedeputeerde staten onder de aandacht gebracht. De minister van VROM heeft toegegeven dat er problemen zijn. Op dit moment (december 2009) hebben wij de gewenste duidelijkheid echter nog niet. Wel is uit ambtelijk overleg met het ministerie van VROM duidelijk geworden dat hard gewerkt wordt aan een wetswijziging van artikel 6.1 Wro teneinde de gesignaleerde knelpunten op te lossen. Zonder de gewenste duidelijkheid is het niet aan te bevelen tot vaststelling over te gaan. Om de indieners van een zienswijze wel enige duidelijkheid te geven omtrent het standpunt van de gemeenteraad op hun zienswijze, is dit voorstel opgesteld. Hiermee wordt het bestemmingsplan formeel (nog) niet vastgesteld. 4

5 Behalve het aspect van archeologie en planschade is er ook een knelpunt gerezen ten aanzien van het wel of niet opstellen van een Plan-MER. Een Plan-MER is nodig voor wettelijk of bestuursrechtelijk verplichte plannen waarvoor een passende beoordeling nodig is op grond van de Natuurbeschermingswet Dit betekent dat wanneer niet met zekerheid kan worden gesteld dat een plan geen significant negatieve effecten heeft op Natura 2000 gebieden, een Passende Beoordeling nodig is. De regeling in het ontwerpbestemmingsplan is afgestemd op het ecologische onderzoek uit 2005 van A&W, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen activiteiten die naar verwachting wel en activiteiten die naar verwachting geen significante effecten zullen hebben op de Natura gebieden. In dat onderzoek is de uitbreiding van melkveehouderijen niet genoemd als activiteit die tot significante effecten zal leiden. Op grond van de huidige inzichten moet echter geconcludeerd worden dat uitbreiding van een melkveebedrijf wel tot significante negatieve effecten kan leiden. Aangezien het ontwerpbestemmingsplan meer uitbreidingsruimte voor bijvoorbeeld melkveehouderijen bevat dan volgens de Natuurbeschermingswet mogelijk is, is een aanpassing van het plan op dit punt noodzakelijk. Samengevat is de situatie voor de gemeente Steenwijkerland als volgt: a. de in het ontwerp-bestemmingsplan in sommige gevallen toegelaten uitbreiding van agrarische bedrijven (niet zijnde intensieve veehouderijen) kan (mogelijk) leiden tot een significant negatief effect op Natura gebieden; b. er is (nog) geen beheerplan waarin gemotiveerde uitspraken worden gedaan over de veehouderij in relatie tot Natura-2000 gebieden; c. de Crisis- en herstelwet is nog niet in werking getreden. Hierom stellen wij voor in de voorschriften van het bestemmingsplan op te nemen dat het bouwen van bedrijfsgebouwen voor de huisvesting vee mogelijk is met dien verstande dat bouwvergunning voor het bouwen en/of uitbreiden van bedrijfsgebouwen voor de huisvesting van dieren slechts wordt verleend indien vaststaat dat de ammoniakdepositie op nabijgelegen natuurbeschermingsgebieden niet zal toenemen, danwel dat aangetoond is dat er geen significant negatieve effecten op nabijgelegen natuurbeschermingsgebieden optreden. Op die manier bevat het bestemmingsplan geen uitbreidingsruimte voor melkveebedrijven (voorzover deze uitbreiding zal leiden tot significant negatieve effecten). Een betere oplossing is naar onze mening momenteel niet voorhanden. Van belang is op te merken dat het uitvoeren van een planmer niet tot een andere conclusie/regeling zal leiden. Wanneer het beheerplan gereed is en de Crisis- en herstelwet in werking is getreden is er mogelijk een andere situatie, welke aanleiding kan zijn tot een aanpassing van het bestemmingsplan op dit punt. Verschil tussen vaststelling als beleidsdocument en de feitelijke vaststelling van het bestemmingsplan Opgemerkt zij hierbij allereerst dat vaststellen als beleidsdocument geen formele stap is in het kader van de procedure als bedoeld in Hoofdstuk 3 WRO. De gemeenteraad spreekt zich wel uit over de zienswijzen en de ambtshalve voorstellen en geeft daarmee de indieners duidelijkheid over het standpunt van de raad op de zienswijzen.. Het indienen bij gedeputeerde staten van bedenkingen is echter nog niet mogelijk. Die weg staat open na de feitelijke en formele vaststelling van het bestemmingsplan. De Gemeentewet zegt (art. 4.81): Een bestuursorgaan kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomend of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid. Op basis hiervan staat het de gemeenteraad vrij om een beleidsdocument vast te stellen. Het beleidsdocument biedt de basis voor projectprocedures. Daarmee kunnen (na een ontheffingprocedure) bijvoorbeeld bouwvergunningen worden verleend voor projecten die niet passen in het vigerende, maar wel in het nieuwe bestemmingsplan. Het voornemen het bestemmingsplan als beleidsdocument door de gemeenteraad te laten vaststellen is in een ambtelijk overleg met de provincie besproken. In dat overleg is aangegeven dat 5

6 er van de zijde van de provincie geen bezwaar bestaat tegen deze stap. Integendeel: men vond het wel een inventieve optie. Een soortgelijke reactie viel te beluisteren in een telefonisch overleg met de behandelend ambtenaar van het ministerie van VROM. Teneinde de beoogde snelheid van een projectprocedure te bevorderen stellen wij voor om de volledige procedure te delegeren aan het college. Wij betreuren het dat aanvragers van vergunning nadelig kunnen worden getroffen door de vertraging in de vaststelling van het bestemmingsplan. Om aanvragers zoveel mogelijk tegemoet te komen stellen wij voor de aanvragers niet de volgens de legesverordening verplichte leges in rekening te brengen, althans voor zover het betreft besluiten die rechtstreeks passen binnen de voorschriften van het beleidsdocument. Wanneer vaststellen bestemmingsplan Onvoorziene omstandigheden uitgezonderd is het nu de verwachting dat medio c.q. najaar 2010 tot vaststelling kan worden overgegaan. Verwacht wordt dat de gewenste duidelijkheid op het punt van archeologie en planschade er dan wel is. Wanneer die duidelijkheid er eerder is, zal het voorstel tot vaststelling uiteraard eerder aan college en raad worden voorgelegd. Opgemerkt zij dat de vertraging in de vaststelling op zich ook een risicofactor is. Nu al constateren wij dat nieuwe wetgeving en inzichten leiden tot noodzakelijke aanpassingen. Het is als het achter de muziek aan blijven lopen. Er kan een moment ontstaan dat de conclusie moet worden getrokken dat een aanpassing zo ingrijpend van aard is dat het gewenst is het bestemmingsplan opnieuw als ontwerp ter inzage te leggen. Met andere woorden: de procedure opnieuw te starten. Dat zal niet betekenen dat alle werkzaamheden opnieuw moeten worden gedaan. Vooroverleg en inspraak kunnen wellicht achterwege blijven. De basis is het huidige plan, maar deze moet wel worden aangepast aan de nieuwe standaarden (SVBP 2008) en ook bijvoorbeeld de Omgevingsvisie. Gevolgen voor gebruiks- en bouwmogelijkheden Een bestemmingsplan dient door de gemeenteraad te worden vastgesteld binnen 4 maanden na het einde van de termijn van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan. Dit is geen fatale termijn, maar een termijn van orde. Het heeft wel tot gevolg dat de aanhoudingsplicht voor aanvragen bouwvergunning na die vier maanden is vervallen. Daarmee ook de voorbereidingsbescherming van het ontwerp. Dat betekent dat aanvragen die passen binnen een vigerend bestemmingsplan (buitengebied), moeten worden vergund, ook al voldoen ze niet aan het nieuwe bestemmingsplan (er van uitgaande dat er geen andere weigeringsgronden zijn zoals Bouwverordening, Bouwbesluit, Welstand). Of dit tot ongewenste ontwikkelingen zal leiden is de vraag. Gebleken is namelijk al dat het bestemmingsplan bijvoorbeeld voor uitbreiding van veestalling geen belemmering is, maar de Natuurbeschermingswet daarentegen wel. Teneinde volledige zekerheid te hebben dat op basis van het bestemmingsplan ongewenste ontwikkelingen kunnen worden tegengegaan, zou een voorbereidingsbesluit moeten worden vastgesteld. Dat betekent echter ook dat alle aanvragen om bouwvergunning die daar onder vallen, moeten worden aangehouden tot het moment van vervallen van het voorbereidingsbesluit, tenzij passend in beide bestemmingsplannen, in welke geval de aanhouding kan worden doorbroken. Voor zaken die passen in beide (oud en nieuw) plannen, levert het een (lichte) verzwaring op. In feite niet meer dan een lichte administratieve handeling. Argumenten Verwerkt in bovenstaande Kanttekeningen Verwerkt in bovenstaande Financiële toelichting 6

7 Het opstellen van het bestemmingsplan en de aanpassing als gevolg van de zienswijzen en ambtshalve voorstellen wordt gedekt uit het budget voor updaten en herzien van verouderde bestemmingsplannen. Personeel en organisatie Niet specifiek aan de orde Communicatietraject De indieners van een zienswijze ontvangen schriftelijke bericht van het voornemen tot vaststelling als beleidsdocument. Het raadsvoorstel en de bijbehorende notities worden op de website geplaatst. Uitvoering en planning 5 januari 2010: behandeling in college 2 februari 2010: raadscommissie 16 februari 2010: gemeenteraad, vaststelling bestemmingsplan buitengebied als beleidsdocument Medio 2010: vaststelling bestemmingsplan buitengebied Inkoop-en aanbestedingsprocedure Niet specifiek aan de orde Bijlagen/concepten Notitie zienswijzen Notitie ambtshalve voorstellen Voorstel wijzigingen plankaart Aangepaste ontwerp bestemmingsplan (toelichting, voorschriften, plankaart) Overzicht voorgestelde aanpassingen als gevolg van hoorzitting d.d Verslag hoorzitting d.d Antwoordnotitie overleg Antwoordnotitie inspraak Notitie Uitleg verwerking Inspraak en Overleg Onderzoek Natuurwaarden bestemmingsplan Buitengebied