ARPS BUNDEL 552 ALGEMEEN REGLEMENT VAN DE EERVOLLE ONDERSCHEIDINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARPS BUNDEL 552 ALGEMEEN REGLEMENT VAN DE EERVOLLE ONDERSCHEIDINGEN"

Transcriptie

1 ARPS BUNDEL 552 ALGEMEEN REGLEMENT VAN DE EERVOLLE ONDERSCHEIDINGEN

2 TABEL VAN DE IN VOEGE ZIJNDE WIJZIGINGEN AAN BUNDEL 552 UITGEGEVEN BIJ BERICHT NR.90P van 1951(deel I) en 64P van 1956 (deel II, III en IV). ALGEMEEN REGLEMENT VAN DE EERVOLLE ONDERSCHEIDINGEN Deze tabel vervangt elke vroeger uitgegeven tabel. Nr. van de wijziging Nr. en datum van het bericht Te wijzigen 1 49P/ P/ P/ P/ P/ P/ P/ P/1983

3

4 A.R.P.S. BUNDEL 552 ALGEMEEN REGLEMENT VAN DE EERVOLLE ONDERSCHEIDINGEN HOOFDSTUK I - BURGERLIJKE ERETEKENS HOOFDSTUK II - NATIONALE ORDEN

5 HOOFDSTUK III - BUITENLANDSE ORDEN HOOFDSTUK IV - DRAGEN VAN DE ERETEKENS INSCHRIJVING IN HET BIOGRAFISCH OVERZICHT. 552 ALGEMEEN REGLEMENT VAN DE EERVOLLE ONDERSCHEIDINGEN

6 Inhoud. Nrs. van de paragrafen HOOFDSTUK I - BURGERLIJKE ERETEKENS A. BURGERLIJKE ERETEKENS VOOR DIENSTANCIENNITEIT... 1 I. Beginselen a) Aard der eretekens... 2 b) Grondslagen voor het toekennen van de eretekens... 3 tot 6 c) Berekenen van de anciënniteit 1. Perioden die in aanmerking komen... 7 tot 9 2. Af te trekken perioden d) Onttrekking van eretekens II. Indienen van de voorstellen a) Promoties tot 14 b) Maatregelen die het indienen van de voorstellen voorafgaan c) Verplichtingen van de bureau's P.S. der groepen en van de secretariaten der Directies d) Verplichtingen van de onmiddellijke chefs en van de bureau's der Directies 17 e) Verplichtingen van de bureau's van Directie P.S f) Bijzondere bepaling voor de bureau's P.S. der groepen, de secretariaten der Directies en de bureau's van Directie P.S g) Verplichtingen van Directie P.S., Bureau h) Bedienden die dienen uitgesloten of waarvoor het voorstel dient uitgesteld 21 III. Overhandiging van de diploma's tot 24 B. BURGERLIJK ERETEKEN VOOR DADEN VAN MOED, VAN ZELFOPOFFERING EN VAN MENSLIEVENDHEID. I. Algemene regelen en 26 II. Uitvoeringsmaatregelen a) Voorstellen b) Vermelding op de erelijst... 28

7 Bundel Inhoud. Bladz. 2. III. Carnegie Hero Fund Nrs. van de paragrafen C. ERETEKEN 1E KLASSE AAN DE SLACHTOFFERS VAN DODELIJKE ARBEIDSONGEVALLEN. I. Algemene regelen... 29bis II. Uitvoeringsmaatregelen... 29ter HOOFDSTUK II - NATIONALE ORDEN A. ALGEMEENHEDEN I. Rechthebbenden II. Hiërarchie van de graden in de Nationale Orden B. VOORWAARDEN VAN TOEKENNING I. Algemene bepalingen a) Toekenningstabel b) Groepen van bedienden c) Leeftijdsvoorwaarden d) Vereiste aanschrijving e) Bedienden gedecoreerd om extra-administratieve redenen f) Beperking in de verlening g) Bekleding van de graad h) Dienstjaren i) In aanmerking te nemen diensten j) Af te trekken perioden k) Op pensioen gestelde bedienden II. Bijzondere bepalingen a) Samenvoeging - Reserveofficieren en 44

8 b) Hogere functies c) In de wachtafdeling geplaatste bedienden d) Bedienden die beschikbaar gesteld zijn wegens onttrekking of afschaffing van bediening e) Bedienden met onbezoldigd verlof voor lange termijn f) Persoonlijke titel van de graad Bundel Inhoud. Bladz. 3. Nrs. van de paragrafen fbis) Hogere toekenningen... 49bis g) Ministeriële bevoegdheid en 51 h) Onttrekking van eretekens C. UITVOERINGSMAATREGELEN I. Promoties II. Maatregelen die het indienen van de voorstellen voorafgaan III. Indienen van de voorstellen a) Principe b) Verplichtingen van de bureau's P.S. der groepen, de bureau's van de Directie P.S. en van de secretariaten der Directies c) Verplichtingen van de onmiddellijke chef d) Verplichtingen van de Directie P.S., Bureau e) Bedienden die dienen uitgesloten of voor wie het voorstel dient uitgesteld D. OVERHANDIGING VAN DE DIPLOMA'S HOOFDSTUK III - BUITENLANDSE ORDEN HOOFDSTUK IV - DRAGEN VAN DE ERETEKENS INSCHRIJVING IN HET BIOGRAFISCH OVERZICHT A. DRAGEN VAN DE ERETEKENS. I. Eretekens in de Belgische Nationale Orden II. Andere Belgische eretekens... 63

9 III. Buitenlandse eretekens B. INSCHRIJVING IN HET BIOGRAFISCH OVERZICHT EERVOLLE ONDERSCHEIDINGEN HOOFDSTUK I - BURGERLIJKE ERETEKENS. 1 Burgerlijke eretekens kunnen toegekend worden: voor dienstanciënniteit, d.w.z. om de goede en trouwe diensten, aan de Maatschappij gedurende een lange loopbaan bewezen, te belonen; of om de bedienden die een daad van moed, van zelfopoffering en van menslievendheid stelden, te eren. A. BURGERLIJK ERETEKEN VOOR DIENSTANCIENNITEIT. I. Beginselen 2 a) Aard der eretekens. Het burgerlijk ereteken wordt verleend aan al de verdienstelijke bedienden van de Maatschappij, wanneer hun dienstanciënniteit 25 en 35 jaar bereikt. Het omvat het kruis van 1e en 2e klasse en de medailles van 1e en 2e klasse.

10 3 b) Grondslagen voor het toekennen van de eretekens. De keuze van de categorie en de klasse van het voor te stellen burgerlijk ereteken wordt bepaald door twee factoren: de graad en de anciënniteit van de bediende. De tabel bijlage I behelst dienaangaande alle bijzonderheden. De bediende die ingevolge gebrekkelijkheid of in en door de dienst opgelopen verwondingen gedeklasseerd is, bekomt het burgerlijk ereteken dat overeenkomt met de graad die hij vóór zijn deklassering had. 5 Het burgerlijk ereteken wordt enkel verleend na 25 en 35 jaar dienst. Categorie en klasse van de onderscheiding worden bepaald door de administratieve toestand van de bediende op het ogenblik waarop de termijn van 25 en 35 jaar verstreken is. Zo de bediende, die na 25 of 35 jaar dienst het burgerlijk ereteken heeft bekomen, naderhand tot een hogere graad wordt benoemd, mag er geen wijzigingsvoorstel worden ingediend tot het bekomen van het ereteken dat met zijn nieuwe graad overeenstemt. 6 De bediende die het burgerlijk ereteken heeft bekomen buiten de Maatschappij, moet zijn onmiddellijke chef hiervan dadelijk op de hoogte brengen; deze laatste zorgt er voor dat van het verlenen van de onderscheiding aantekening wordt gemaakt in de verschillende exemplaren van het biografisch overzicht van de belanghebbende. Bundel Hoofdstuk I. Bladz. 2. c) Berekenen van de anciënniteit. 1. Perioden die in aanmerking komen.

11 7 8 In aanmerking worden genomen de diensten, zo burgerlijke als militaire, bewezen te rekenen van de leeftijd van 16 jaar Komen als burgerlijke diensten in aanmerking, de perioden tijdens welke de bediende: - zijn functies bij de Maatschappij heeft uitgeoefend; - in dienst geweest is bij geconcessionneerde spoorwegmaatschappijen, met inbegrip van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen; - burgerlijke ambten bij de Staat, bij verkiezing opgedragen of onbezoldigde provinciale of gemeentelijke ambten, bezoldigde ambten bij provincie- en gemeentebesturen, alsmede een actief ambt in kerkraden (voorzitter, penningmeester en secretaris) heeft bekleed; - bij particuliere ondernemingen gewerkt heeft, voordat deze door de Staat werden overgenomen; - tijdens de oorlog bij de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie benuttigd werd; - zich om gezondheidsredenen in de wachtafdeling bevond; - wegens opheffing van betrekking op nonactiviteit was gesteld. Deze periode komt evenwel slechts in aanmerking wanneer de bediende zijn dienst hervat; - die overgenomen is van de Staat, op nonactiviteit was gesteld wegens onttrekking van bediening. Deze periode komt evenwel slechts in aanmerking wanneer de bediende zijn dienst hervat; - verlof heeft bekomen om een door de Regering of door de Maatschappij opgedragen zending te vervullen; - verlof heeft bekomen om een betrekking te bekleden in de Kolonie, voor rekening van de Staat of van een organisme dat in de Congo diensten van openbaar nut exploiteert. In beginsel moet er voor de bediende tijdens de duur van het verlof geen enkel voorstel worden ingediend. Wanneer hij zijn dienst hervat, is hij opnieuw aan het van kracht zijnd reglement onderworpen. Er wordt rekening gehouden met al de prestaties - onverschillig van welke duur per dag - met een regelmatig en bestendig karakter, zelfs als ze bij tussenpozen werden geleverd.

12 De verschillende betrekkingen moeten achtereenvolgens bekleed geweest zijn, en niet gelijktijdig. Bundel Hoofdstuk I. Bladz. 3. De diensten bewezen als leerjongen, als berichten-, spoed- of telegrambesteller, of als leerling of helper bij de Posterijen, de Telegrafie of de Telefonie, tellen mede tot beloop van de dagen werkelijke benuttiging. 9 De niet met het militair ereteken beloonde militaire diensten mogen in aanmerking komen voor het verlenen van het burgerlijk ereteken wegens dienstancienniteit, terwijl de militaire diensten welke reeds voor 10 of 15 jaar bij het leger beloond werden, enkel voor het burgerlijk ereteken mogen medetellen als het gaat om de bevordering voor 35 jaar dienst. De jaren doorgebracht in de pupillenschool van het leger of in de cadettenschool komen niet in aanmerking, evenmin als de tijd doorgebracht bij het Verzet vóór de indiensttreding bij de NMBS. 2. Af te trekken perioden. 10 Dienen afgetrokken, de perioden tijdens welke de bediende: - de beoordelingsvermelding "slecht" heeft bekomen (voorheen verdienstecijfer gelijk aan of kleiner dan 6) op een tijdstip dat niet verder dan 10 jaar terug gaat. - wegens opheffing van betrekking op nonactiviteit was gesteld en vervolgens werd gepensionneerd zonder zijn dienst te hebben hervat; - die overgenomen is van de Staat, op nonactiviteit was gesteld wegens onttrekking van bediening en vervolgens werd gepensionneerd zonder zijn dienst te hebben hervat; - verlof zonder wedde op lange termijn heeft bekomen om persoonlijke redenen; - in zijn betrekking geschorst is geweest als tuchtmaatregel.

13 d) Onttrekking van eretekens. 11 De met afzetting gestrafte bediende is niet meer gerechtigd een ereteken te dragen dat hem bij zijn medeburgers zou doen doorgaan voor iemand die goede en trouwe diensten aan zijn land bewezen heeft. De onmiddellijke chef van een afgezette bediende moet een voorstel tot onttrekking van Belgische eretekens indienen. Daartoe maakt hij een staat op naar het model van bijlage II, die hij door bemiddeling van het secretariaat van de Directie of van het bureau P.S. van de groep aan Directie P.S., bureau overmaakt. Bundel Hoofdstuk I. Bladz. 4. II. Indienen van de voorstellen. a) Promoties 12 Voor de in dienst zijnde bedienden worden de voorstellen tweemaal per jaar opgemaakt: de eerste maal voor de bedienden die de reglementaire voorwaarden vervullen op 30 juni; de tweede maal voor de bedienden die in aanmerking komen op 31 december. 13 De bediende die met onbezoldigd verlof is, met behoud van de graad- en dienstanciënniteit, mag slechts worden voorgedragen na zijn diensthervatting, mits gunstige inlichtingen over hem verstrekt worden door de bevoegde overheden (koloniale of andere).

14 14 Voor de bedienden die op pensioen gesteld worden in de loop van een halfjaar op het einde waarvan te hunnen gunste een voorstel tot toekenning van een burgerlijk ereteken moet worden ingediend, wordt, samen met het voorstel tot oppensioenstelling, een bijzonder voorstel ingediend, voor zover zij op de datum van oppensioenstelling de door de reglementen voorgeschreven anciënniteit bezitten. b) Maatregelen die het indienen van de voorstellen voorafgaan. 15 De bureau's P.S. van de groepen, de bureau's van Directie P.S. en de secretariaten van de Directies vermelden op de omslag van al de biografische overzichten in hun bezit het halfjaar in de loop waarvan de bediende de vereiste voorwaarden vervult om een burgerlijk ereteken te bekomen, om het even of het bedienden betreft die vóór of na 1 september 1926 werden aangeworven. Hiertoe maken ze gebruik van het onderste vak van de voor de Nationale Orden gebruikte stempelafdruk. De daartoe te gebruiken overeengekomen tekens zijn: B.E. 1/55 = voor te stellen voor een burgerlijk ereteken in het 1e halfjaar 1955; B.E. X = heeft de burgerlijke eretekens bekomen. Deze inschrijvingen, in duidelijke letters en cijfers, dienen onmiddellijk aangebracht na het verschijnen van onderhavige onderrichting of bij het in dienst treden van een nieuwe bediende en vervolgens bijgewerkt wanneer de bediende zich in een toestand bevindt waardoor hij niet meer in aanmerking komt voor het ereteken of die het uitstellen van het voorstel tot gevolg heeft gehad (zie cijfer 21). De aandacht van de bureau's P.S. van de groepen, van de bureau's van Directie P.S. alsmede van de secretariaten der Directies wordt bijzonder op dit punt gevestigd. Zij hebben tot plicht maatregelen te nemen opdat geen enkel niet gerechtvaardigd voorstel zou worden ingediend. Bundel Hoofdstuk I. Bladz. 5.

15 c) Verplichtingen van de bureau's P.S. der groepen en van de secretariaten der Directies. 16 De bureau's P.S. van de groepen en de secretariaten van de Directies: - maken op 1 juni en op 1 december, volgens de aanwijzingen die op de omslag van de biografische overzichten voorkomen, een minuutlijst op van al de onder hun gezag staande bedienden die aan de beurt komen om op het einde van het beschouwd halfjaar een ereteken te ontvangen; - maken voor elke dienst of elk bureau een I.C. 66 (bijlage III) op met vermelding van de bedienden die aan de beurt komen voor een ereteken, en zenden dit formulier naar de betrokken onmiddellijke chefs. Deze laatsten sturen de formulieren binnen de 5 dagen met hun eventuele opmerkingen terug; - maken, bij het verstrijken van de voormelde periode van 5 dagen, met de schrijfmachine, een afzonderlijk P 311 (bijlage IV) op voor elk van de 5 groepen van bedienden die in bijlage V voorkomen. De namen van de voorgestelde bedienden moeten in elke groep in alfabetische volgorde vermeld worden; - zenden de P311 op 10 juni en 10 december naar Directie P.S., bureau d) Verplichtingen van de onmiddellijke chefs en van de bureau's der Directies. 17 Zodra de onmiddellijke chefs of de bureau's van de Directies de kennisgeving I.C. 66 hebben ontvangen, verzekeren ze er zich van of de voorgedragen bedienden niet onder een der bij cijfer 21 opgesomde gevallen van uitsluiting vallen. Ze zenden het I.C. 66, ondertekend en gedateerd, binnen de 5 dagen terug naar het bureau P.S. van de groep of naar het secretariaat van de Directie, na er hun eventuele opmerkingen te hebben op gesteld. Ze moeten er zich bovendien van verzekeren of geen enkele bediende vergeten werd. Eventueel vragen ze aan het bureau P.S. van de groep of aan het secretariaat van de Directie om het voorstel in te dienen. e) Verplichtingen van de bureau's van Directie P.S. 18 De bureau's van Directie P.S.:

16 - nemen op 1 juni en op 1 december, volgens de aanwijzingen op de omslag van de biografische overzichten, de namen op van al de onder hun gezag staande bedienden die aan de beurt komen om op het einde van het beschouwd halfjaar een ereteken te ontvangen; - maken vervolgens met de schrijfmachine een afzonderlijk P311 op voor voor elk van de 5 groepen van bedienden die in bijlage V voorkomen. De namen van de voorgestelde bedienden moeten in elke groep in alfabetische volgorde vermeld worden. Bundel Hoofdstuk I. Bladz zenden de P311 voor 10 juni en voor 10 december naar Directie P.S., bureau f) Bijzondere bepaling voor de bureau's P.S. der groepen, de secretariaten der Directies en de bureau's van Directie P.S. 19 Elke verandering in de toestand van de bedienden die begrepen zijn in reeds overgemaakte voorstellen, waardoor deze voorstellen moeten gewijzigd worden (overlijden, straffen, wijzigingen van aanschrijving), moet onmiddellijk aan Directie P.S., bureau gemeld worden, voor zover deze verandering zich voordoet vóór de datum waarop de belanghebbenden werkelijk recht hebben op een burgerlijk ereteken. g) Verplichtingen van Directie P.S., bureau Directie P.S., bureau verifieert al de voorstellen, zowel wat de jaren dienst als de te verlenen onderscheiding betreft; - legt al de voorstellen ter visering voor aan Directie P.S., bureau 52-21, om er zich van te verzekeren dat er onder de voorgedragen bedienden geen bedienden voorkomen die wegens burgerontrouw werden gestraft; - maakt, op grond van de ingediende P311 een samenvattende lijst in drie exemplaren op van de voorgestelde bedienden, verdeeld over de vijf groepen vermeld in bijlage V.

17 - maakt op 15 januari en op 15 juli vier exemplaren van de samenvattende lijst over aan de Algemene Diensten van het Ministerie van Verkeerswezen; - bewaart als minuut het vierde exemplaar van de samenvattende lijst en klasseert de P311 die haar werden overgemaakt door de secretariaten van de Directies, de bureaus van de Directie P.S. en de bureaus P.S. van de groepen. h) Bedienden die dienen uitgesloten of waarvoor het voorstel dient uitgesteld. 21 De hierna vermelde straffen brengen het volgend uitstel in het verlenen van de burgerlijke eretekens met zich; Uitboetingstermijn - Eenvoudige vermaning 2 jaar (1) - Strenge vermaning 2 jaar (1) - Afhouding van wedde of loon 2 jaar (1) Alleen voor gevallen van burgerontrouw. Er wordt dus geen rekening gehouden met de eenvoudige of strenge vermaning wegens gewone feiten. Bundel Hoofdstuk I. Bladz Verplaatsing als tuchtmaatregel 3 jaar - Uitstel in de bevordering 3 jaar - Schorsing als baanmachinist of onttrekking van de bediening (tijdelijk) 3 jaar - Tijdelijke verlaging in rang 3 jaar - Onttrekking van de bediening (onbepaalde tijd of definitief) 5 jaar

18 - Verlaging in rang voor onbepaalde tijd of vermindering van wedde of loon 5 jaar - Schorsing als tuchtmaatregel 10 jaar De in vorenstaande tabel opgenomen uitboetingstermijnen mogen niet worden verminderd en beginnen te lopen op de datum waarop het ereteken normaal moest worden toegekend. Er dient te worden opgemerkt dat bedoeld uitstel slechts invloed heeft op de datum van toekenning van het eerste ereteken dat aan de betrokken bedienden dient verleend, na het opleggen van een tuchtstraf. De diensten die de voorstellen moeten opmaken, moeten in de kolom "opmerkingen" van de P311 of in een bijlage al de straffen vermelden die eventueel aan de voorgestelde bedienden werden opgelegd en die niet werden opgeheven bij een van de 3 volgende onderrichtingen : Bijzonder bevel nr. 27 E/12 V/13 M van 1 maart 1928, Algemeen bevel nr. 74 van , Bericht nr. 37P van 2 oktober In beginsel dienen de uitboetingstermijnen voor elk der door een zelfde bediende opgelopen straffen niet samengevoegd. Alleen het uitstel veroorzaakt door de zwaarste straf dient in aanmerking genomen, waarbij dit uitstel evenwel kan verlengd worden ingeval de betrokken bediende niet enig bewijs heeft geleverd van zich te beteren. Elk soortgelijk geval moet ter beslissing aan de Minister van Verkeerswezen worden voorgelegd. Daartoe dient bij het voorstel tot toekenning van het ereteken een advies met al de beoordelingselementen gevoegd. Door een verbetering in het gedrag van de bedienden die gestraft geweest zijn, kunnen deze een vrijstelling van de uitboetingstermijn verkrijgen; elk geval moet afzonderlijk ter beoordeling aan de Minister van Verkeerswezen worden voorgelegd. Daartoe moeten de diensten die de P311 opmaken, aan de Directie P.S., bureau 53.23, een voorstel laten geworden gestaafd met al de overwegingen die deze maatregel kunnen rechtvaardigen, zo bij voorbeeld: - een lange periode die sedert de oplegging van de straf is verlopen (periode die ten minste tweemaal zo lang is als de uitboetingstermijn), de aard van de feiten die tot de straf(fen) hebben aanleiding gegeven (feiten tegen de eer en de eerlijkheid moeten inzonderheid worden uitgesloten), het onberispelijk gedrag en de onberispelijke wijze van dienen van de belanghebbende sedert de laatste straf. Bundel Hoofdstuk I. Bladz. 8.

19 Voor de bediende die, wegens burgerontrouw tijdens de vijandelijke bezetting, een hogere straf heeft opgelopen dan de afhouding van wedde of loon, mag geen voorstel worden opgemaakt. Het geval van bedienden die wegens burgerontrouw gestraft werden met de eenvoudige vermaning, de strenge vermaning of de afhouding van wedde of loon en die in aanmerking komen voor toekenning van een burgerlijk ereteken, na een uitstel van ten minste twee jaar te hebben opgelopen, dient ter beoordeling aan de Minister van Verkeerswezen voorgelegd. III. Overhandiging van de diploma's. 22 De diploma's van burgerlijke eretekens worden overhandigd : - in de Directiediensten, door een ambtenaar van rang II of van hogere rang III; - in de centrale werkplaatsen, door de leidende ambtenaar; - voor de bureau's der groepen en voor de uitvoerende diensten, door de groepschef of een door hem gemachtigd ambtenaar. Deze overheden stellen alles in het werk om de ter gelegenheid van de overhandiging der diploma's ingerichte plechtigheden de grootst mogelijke luister bij te zetten. Zij kiezen de dag en het ogenblik waarop de omstandigheden toelaten de plechtigheid door het grootst mogelijk aantal bedienden te laten bijwonen. 23 De diploma's mogen niet worden uitgereikt aan bedienden die, tussen de dag waarop ze recht verkrijgen op het ereteken en de dag van afgifte van de diploma's, een straf hebben opgelopen voor vergrijpen die afbreuk doen aan de eer of de eerlijkheid of die met afzetting werden gestraft. Bedoelde diploma's dienen samen met een rechtvaardigende nota aan de Directie P.S., bureau teruggezonden. 24 Bedienden die tussen de dag waarop ze recht verkrijgen op het ereteken en de dag van uitreiking van de diploma's om andere redenen een straf van de 2e graad hebben opgelopen, worden niet tot de officiële uitreiking van de diploma's uitgenodigd.

20 De onmiddellijke chef van deze bedienden moet verzocht worden hun het diploma te overhandigen, en daarbij hun aandacht te vestigen op de oorzaak van deze uitzonderingsmaatregel. Bundel Hoofdstuk I. Bladz. 9. B. BURGERLIJK ERETEKEN VOOR DADEN VAN MOED, VAN ZELFOP-OFFERING EN VAN MENSLIEVENDHEID. I. Algemene regelen. 25 Om aanspraak te mogen maken op het burgerlijk ereteken voor daden van moed, van zelfopoffering en van menslievendheid, is het niet voldoende hulp en bijstand aan zijn medemens te hebben verleend; men moet zichzelf, en wel vrijwillig, aan een ernstig en dreigend gevaar blootgesteld hebben. Men onthoude er zich van, veel te hoge beloningen in verhouding tot de volbrachte daad voor te stellen. Er moet alleen rekening gehouden worden met de daad en niet met de maatschappelijke stand van hem die ze gesteld heeft. Het is niet omdat iemand vroeger reeds een beloning heeft bekomen voor een daad van moed, dat hem noodzakelijk, voor een nieuw feit, een hogere beloning dient verleend. Doch men kan een hogere onderscheiding voorstellen voor een redder, als beloning voor verschillende daden van moed, binnen het jaar volbracht en welke, afzonderlijk beschouwd, slechts een mindere onderscheiding waardig schijnen.

21 26 Onafhankelijk van het voorstel tot verlening van een burgerlijk ereteken dat eventueel moet worden ingediend ten gunste van bedienden die zich op een buitengewone wijze hebben onderscheiden bij ernstige ongevallen of rampen in de aanhorigheden van de spoorweg, moeten de bedienden die deze daden hebben verricht onmiddellijk worden bekendgemaakt aan de Directie P.S., bureau Bij de kennisgeving moet een omstandig verslag van de feiten worden gevoegd. II. Uitvoeringsmaatregelen. a) Voorstellen. 27 De onmiddelllijke chef maakt ambtshalve het voorstel tot eervolle onderscheiding op voor de bediende die - al of niet bij de uitoefening van zijn dienst - een schitterende daad van moed, van zelfopoffering of van menslievendheid in de aanhorigheden van de spoorweg heeft volbracht. Een omstandig verslag dient voor dit voorstel opgemaakt, opdat zou kunnen geoordeeld worden over de waarde van de daad en over het getrotseerde gevaar. Het wordt door bemiddeling van het bureau P.S. van de groep of van het secretariaat van de Directie aan de Directie P.S., bureau gezonden. Voor feiten voorgevallen buiten de aanhorigheden van de spoorweg behoort het onderzoek tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur. Bundel Hoofdstuk I. Bladz. 10. Ieder voorstel tot eervolle onderscheiding voor daden van moed en zelfopoffering dat door een gemeentebestuur wordt ingediend voor een bediende der Maatschappij, moet vergezeld gaan van een gunstig of ongunstig verslag van de onmiddellijke chef van deze laatste. Het onderzoek dat de Maatschappij heeft in te stellen op verzoek van een gemeentebestuur dat een voorstel wil indienen tot toekenning van een eervolle onderscheiding aan een persoon die niet tot de Maatschappij behoort, is beperkt tot de daden van moed die binnen de aanhorigheden van de spoorweg werden volbracht.

22 Hetzelfde geldt voor de voorstellen welke door de provinciegouverneurs aan diensten van de Maatschappij voor advies worden overgemaakt. Het voorstel vermeldt of het diploma in het Nederlands, het Frans of het Duits dient gesteld. Opdat de onderscheidingen voor daden van moed hun hoge zedelijke waarde behouden, dient in de voorstellen oordeelkundig gewikt en gewogen van welke graad de beloning behoort te wezen, naargelang het gevaar min of meer groot, en de daad min of meer belangrijk was. Men tone zich breed in de voorstellen betreffende bedienden die buitengewone blijken van opofferingsgeest enz. hebben gegeven om rampen of ernstige ongevallen te voorkomen of om personen te redden die in levensgevaar verkeerden. Zij die daden van minder belang hebben verricht, kunnen, benevens de vermelding op de erelijst, geldelijke beloningen bekomen. Iedere wijziging die zich in de toestand van de bediende voordoet nadat het voorstel is ingediend, en waardoor dit voorstel zijn reden van bestaan verliest, dient onverwijld ter kennis van de Directie P.S., bureau gebracht. b) Vermelding op de "Erelijst". 28 De bediende die een ereteken bekomt voor een binnen het gebied van de Maatschappij volbrachte daad van moed, van zelfopoffering en menslievendheid, wordt op de "Erelijst" vermeld. III. Carnegie Hero Fund. 29 De Directie P.S., bureau 53.23, deelt de door spoorwegmannen volbrachte vreedzame heldendaden mede aan de Carnegie-stichting. Benevens de uitreiking van een medaille of een diploma, kan de Carnegiestichting, indien zulks nodig blijkt, ook geldelijke hulp verlenen aan hen die daden van moed hebben verricht, of aan hun rechthebbenden.

23 Bundel Hoofdstuk I. Bladz. 11. C. ERETEKEN EERSTE KLASSE AAN DE SLACHTOFFERS VAN DODELIJKE ARBEIDSONGEVALLEN. I. Algemene regelen. 29 bis Het ereteken eerste klasse mag posthuum verleend worden aan alle werknemers, slachtoffers van dodelijke arbeidsongevallen, welke ook hun nationaliteit en hun leeftijd mogen zijn. Tot het verlenen van het ereteken geven evenwel geen aanleiding, de dodelijke arbeidsongevallen op de weg van en naar het werk, noch die, welke opzettelijk door het slachtoffer veroorzaakt werden. II. Uitvoeringsmaatregelen. 29 ter Bureau geeft van de medegedeelde dodelijke ongevallen kennis aan bureau PS De onmiddellijke chef maakt aan dit laatste bureau een afschrift over van de volledig ingevulde aangiften van arbeidsongeval I.C. 201 alsook een afschrift van het bijzonder verslag van ongeval I.C. 231 en eventueel van het Pro Justitia I.C. 220 A. In geval van overlijden na het ongeval zendt het gewestelijk centrum aan bureau P.S een verklaring van overlijden naar onderstaand model, behoorlijk ingevuld door de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld. Bureau P.S dient bij de Algemene Diensten van het Ministerie van Verkeerswezen het voorstel tot verlening van het ereteken eerste klasse in.

24 De ondergetekende,... Docter in de geneeskunde...straat, te...bevestigt dat...straat, te...overleden op...te... aan de gevolgen van verwondingen is bezweken die hij heeft opgelopen ingevolge een arbeidsongeval dat hem is overkomen : (1) op..., te... Te... (1) Aanduiding van het bestuur of het organisme waartoe het slachtoffer behoort. 552 EERVOLLE ONDERSCHEIDINGEN HOOFDSTUK II - NATIONALE ORDEN A. ALGEMEENHEDEN I. Rechthebbenden. 30 Buiten de burgerlijke eretekens voor dienstanciënniteit (25 of 35 jaar goede en trouwe diensten), kunnen al de verdienstelijke definitieve bedienden van gelijk welke administratieve betiteling eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden bekomen.

25 II. Hiërarchie van de graden in de Nationale Orden. 31 In de tabel van bijlage VI zijn, in hiërarchische volgorde, de verschillende graden opgegeven waaruit de drie Belgische Nationale Orden bestaan die normaal kunnen worden toegekend aan definitieve bedienden van de Maatschappij. Om deze hiërarchie te handhaven, onthoude men er zich van aan al wie een graad in een van deze Orden heeft, een lagere graad in een andere Orde te verlenen, of zelfs in een lagere Orde dezelfde graad te verlenen als die welke de te decoreren persoon heeft in een hogere Orde. In geen geval mag aan iemand die een graad in een bepaalde Orde bezit, een lagere graad in dezelfde Orde worden verleend. Uit deze hiërarchie vloeit ook voort dat de graad van officier in een Orde altijd hoger zal zijn dan die van ridder in een andere Orde, dat de graad van commandeur in een Orde hoger zal zijn dan die van officier in een andere Orde, en evenzo voor de andere graden. Deze hiërarchie moet eveneens in acht worden genomen bij het dragen van de eretekens (zie cijfer 62). B. VOORWAARDEN VAN TOEKENNING. I. Algemene bepalingen. a) Toekenningstabel. 32 De tabel - bijlage VII - geeft de algemene lijnen aan voor het verlenen van een eervolle onderscheiding in de Nationale Orden. b) Groepen van bedienden. 33 Bijlage VIII geeft, voor elke groep, de administratieve betiteling aan van de bedienden die er toe behoren en die dezelfde onderscheidingen onder dezelfde voorwaarden kunnen bekomen.

26 Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 13. c) Leeftijdsvoorwaarden. 34 Zoals uit de tabel van bijlage VII blijkt, is de minimumleeftijd voor opneming in de Nationale Orden vastgesteld op 42, 52 of 62 jaar, al naar de bediende respectievelijk tot groepen 1 tot 5, 6 of 7 tot 11 behoort. d) Vereiste aanschrijving. 35 Eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden worden slechts toegekend aan bedienden die ten minste de beoordelingsvermelding "goed" hebben. De bedienden die een lagere beoordelingsvermelding hebben dan "goed", mogen voor een onderscheiding in de Nationale Orden worden voorgesteld zodra zij opnieuw ten minste de beoordeling "goed" hebben en onder voorbehoud dat zij de andere vereiste voorwaarden vervullen. Wat de werklieden betreft, dienen de onmiddellijke chefs slechts voorstellen in voor die waarvan het gedrag en de wijze van dienen goed zijn. e) Bedienden gedecoreerd om extra-administratieve redenen. 36 Indien iemand ten minste houder is van het ereteken dat voor zijn toestand is bepaald, wordt hem geen ereteken verleend. Van deze regel wordt alleen afgeweken wanneer het gaat om: 1) eretekens die worden toegekend op grond van een titel van hoge waarde en inzonderheid die welke met palm, biesjes of streep zijn toegekend; 2) eretekens die worden toegekend wegens oorlogsfeiten, oorlogsinvaliditeit of oorlogstitels.

27 In die gevallen kan de belanghebbende, in de Leopoldsorde, de Kroonorde of de Orde van Leopold II en volgens de algemene hiërarchie, het ereteken krijgen dat onmiddellijk hoger is dan dat waarvan hij houder is, telkens wanneer zijn administratieve toestand in de toekenning van een ereteken voorziet. De toekenning van een ereteken onder de hiervoor vermelde voorwaarden wordt echter beperkt tot het Commandeurschap in de Orde van Leopold II, met uitsluiting van hogere eretekens. De bediende moet het bewijs leveren dat hij houder is van een ereteken dat hem om een van de onder 1) of 2) opgesomde redenen werd toegekend. Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 14. Voorbeelden. 1. Een onderbureauchef in actieve dienst die reeds houder is van het Kruis van Ridder der Kroonorde met zwaarden, aan wie op 62- jarige leeftijd het ridderschap van dezelfde Orde zou moeten worden toegekend voor administratieve diensten, zal geen enkel ander ereteken in de Nationale Orden bekomen voor administratieve diensten. 2. Een klerk in actieve dienst die reeds houder is van het Kruis van Ridder der Leopoldsorde met palm, aan wie op 62-jarige leeftijd de Gouden Palmen van de Kroonorde zouden moeten worden verleend voor administratieve diensten, mag tot Officier der Orde van Leopold II worden benoemd. f) Beperking in de verlening.

28 37 Tussen verleningen in de Nationale Orden ten gunste van een zelfde bediende moet ten minste 5 jaar verlopen, behalve wanneer het gaat over eretekens verleend met palm, biesjes, streep of zwaarden. Met dit zelfde voorbehoud, mag niemand in ieder der leeftijden van 42 tot 52, van 52 tot 62 en van 62 tot 65 jaar een onderscheiding in de Nationale Orden ontvangen indien hij reeds in deze Orden gedecoreerd is in de loop van dezelfde leeftijd. Geen enkele termijn is vereist tussen de toekenning van een onderscheiding in de Nationale Orden en de verlening van een ereteken van een andere aard. g) Bekleding van de graad. 38 De bedienden die tot de zes eerste groepen behoren, moeten gedurende minstens 2 jaar hun functie uitgeoefend hebben opdat hun het ereteken in kwestie zou kunnen verleend worden. De datum die voor het bepalen van de anciënniteit van twee jaar moet worden in aanmerking genomen, is die welke voor de rangschikking in aanmerking komt, d.w.z. de datum van ranginneming in de graad. h) Dienstjaren. 39 De bedienden die tot de andere groepen behoren, moeten een loopbaan van ten minste 30 jaar hebben volbracht om het vastgesteld ereteken te kunnen bekomen. i) In aanmerking te nemen diensten. 40 Worden in aanmerking genomen de diensten bewezen vanaf 16 jaar. Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 15.

29 Als dusdanig komen in aanmerking de perioden tijdens dewelke de bediende: - zijn functies bij het voormalig Bestuur der Staatsspoorwegen of bij de Maatschappij heeft uitgeoefend; - in dienst geweest is bij geconcessionneerde spoorwegmaatschappijen, met inbegrip van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen; - burgerlijke ambten bij de Staat, bij verkiezing opgedragen of onbezoldigde provinciale of gemeentelijke ambten, bezoldigde ambten bij provincie- en gemeentebesturen, alsmede een actief ambt in kerkraden (voorzitter, penningmeester en secretaris) heeft bekleed; - bij particuliere ondernemingen gewerkt heeft voordat deze door de Staat werden overgenomen; - tijdens de oorlog bij de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie werkzaam is geweest; - zich om gezondheidsredenen in de wachtafdeling bevond; - wegens opheffing van betrekking beschikbaar was gesteld. Deze periode komt evenwel slechts in aanmerking wanneer de bediende zijn dienst hervat; - die, overgenomen van de Staat, beschikbaar was gesteld wegens onttrekking van bediening. Deze periode komt evenwel slechts in aanmerking wanneer de bediende zijn dienst hervat; - verlof heeft bekomen om een door de Regering of door de Maatschappij gegeven opdracht te vervullen; - verlof heeft bekomen om een betrekking te bekleden in de Kolonie, voor rekening van de Staat of van een organisme dat in Congo diensten van openbaar nut exploiteert. In beginsel moet er voor de bediende tijdens de duur van het verlof geen enkel voorstel worden ingediend. Wanneer hij zijn dienst hervat, is hij opnieuw aan het van kracht zijnde reglement onderworpen. Worden eveneens in aanmerking genomen:

30 - de diensten die als tijdelijk bediende zijn bewezen vóór de definitieve benoeming; - de tijd welke in militaire dienst of in de Weerstand is doorgebracht gedurende de administratieve loopbaan. Er wordt rekening gehouden met al de prestaties - onverschillig van welke duur per dag - met een regelmatig en bestendig karakter, zelfs als ze bij tussenpozen werden geleverd. Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 16. De verschillende betrekkingen moeten achtereenvolgens bekleed geweest zijn, en niet gelijktijdig. De diensten bewezen als leerjongen, als berichten-, spoed- of telegrambesteller, of als leerling of helper bij de Posterijen, de Telegrafie of de Telefonie, tellen mede tot beloop van de dagen werkelijke benuttiging. j) Af te trekken perioden. 41 Dienen afgetrokken de perioden tijdens welke de bediende: - wegens opheffing van betrekking beschikbaar was gesteld, waarna hij werd gepensionneerd zonder zijn dienst te hebben hervat; - die, overgenomen van de Staat, beschikbaar was gesteld wegens onttrekking van bediening, waarna hij werd gepensionneerd zonder zijn dienst te hebben hervat; - onbezoldigd verlof op lange termijn heeft bekomen om persoonlijke redenen; - in zijn betrekking geschorst is geweest als tuchtmaatregel. k) Oppensioengestelde bedienden.

31 42 Indien de bedienden die behoren tot de groepen 7 tot 11 niet ten minste 30 jaar dienst tellen bij hun oppensioenstelling wegens het bereiken van de leeftijdsgrens of om gezondheidsredenen, mogen zij in de Kroonorde of in de Orde van Leopold II het ereteken ontvangen dat onmiddellijk lager staat in de gezamenlijke hiërarchie op voorwaarde dat zij ten minste 25 jaar dienst tellen en 62 jaar oud zijn. II. Bijzondere bepalingen. a) Samenvoeging - Reserveofficieren. 43 De bedienden van de Maatschappij mogen in geen andere hoedanigheid in de Nationale Orden gedecoreerd worden, tenzij als lid van een ander ministerieel bestuur (zie cijfer 50). 44 Er wordt enkel uitzondering gemaakt wat betreft: 1) de eretekens wegens oorlogsfeiten; 2) de reserveofficieren, die mogen kiezen tussen het administratief reglement en het militair reglement; deze keus is bindend voor de ganse duur van de inschrijving der belanghebbenden in het reservekader van het leger. Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 17. b) Hogere functies.

32 45 Er wordt geen rekening gehouden met de tijdelijke uitoefening, door sommige bedienden, van functies die hoger zijn dan de graad waarmede zij definitief bekleed zijn. c) In de wachtafdeling geplaatste bedienden. 46 Voor de bedienden die om gezondheidsredenen in de wachtafdeling geplaatst zijn, wordt het reglement toegepast zoals voor de bedienden in actieve dienst. d) Bedienden die beschikbaar gesteld zijn wegens onttrekking of afschaffing van bediening. 47 Deze bedienden kunnen op eervolle onderscheidingen slechts aanspraak maken bij hervatting van de dienst of bij oppensioenstelling. In het laatste geval zijn de bepalingen van cijfer 42 eventueel van toepassing. e) Bedienden met onbezoldigd verlof voor lange termijn. 48 1) Om persoonlijke redenen. Deze bedienden kunnen geen eervolle onderscheidingen bekomen zolang hun verlof duurt. 2) Bijzondere opdracht gegeven door de regering of door de Maatschappij. Voor deze bedienden moet worden gehandeld zoals voor de bedienden in actieve dienst. 3) Betrekking in de Kolonie voor rekening van het Ministerie van Koloniën of van een organisme, erkend als zijnde van openbaar nut. Voor de bedienden die zich in dit geval bevinden moet, in principe, geen enkel voorstel tot eervolle onderscheiding worden gedaan op initiatief van de Maatschappij. Indien zij niet in de Nationale Orden werden gedecoreerd door toedoen van het Ministerie van Koloniën, zullen zij dit worden bij hun wederindiensttreding bij de Maatschappij, voor zover zij voldoen aan de vereiste voorwaarden.

33 Aan de bediende die in dienst genomen is voor een beperkte periode of voor een bijzondere opdracht in de Kolonie, mag, op voorstel van de Maatschappij, tijdens zijn dienstperiode en met de toestemming van de Minister van Koloniën een eervolle onderscheiding binnen het kader van onderhavige bundel worden verleend wegens zijn prestaties in het moederland. Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 18. f) Persoonlijke titel van de graad. 49 Onderhavig reglement is eveneens van toepassing voor de bedienden die de persoonlijke titel van de graad hebben. 49bis fbis) Hogere toekenningen. De hogere toekenningen zijn enkel bestemd voor bedienden die vóór hun 45e verjaardag zijn benoemd in een graad van adjunct eerste inspecteur of in een gelijkgestelde of hogere graad. Ze worden verleend overeenkomstig de aanwijzingen van de tabel op de keerzijde, volgens de algemene regels, inzonderheid die onder nrs 1), 2) en 4) hierna en volgens de bijzondere regels onder nrs. 3) en 5) hierna. 1) Tussen hogere toekenningen in de Nationale Orden ten gunste van eenzelfde bediende moet ten minste 5 jaar verlopen behalve wanneer het ereteken met palm, biesjes, streep of zwaarden betreft (zie cijfer 37). 2) Evenmin mag iemand in ieder van de leeftijdsklassen van 42 tot 50, van 50 tot 58, van 58 tot 65 jaar een onderscheiding in de Nationale Orden ontvangen, indien hij daarin al een ereteken kreeg in de loop van dezelfde periode (zie cijfer 37). 3) Bij vertrek om gezondheidsredenen kort voor de 65e verjaardag, mag de onderscheiding, die bij het einde van de loopbaan, op 65 jarige leeftijd, wordt verleend toch toegekend worden als de termijn van 5 jaar sedert de toekenning van de onderscheiding voor de periode verstreken is.

34 4) Overeenkomstig de bepalingen van cijfer 38 moet de functie gedurende ten minste twee jaar uitgeoefend zijn, opdat het ereteken in kwestie verleend zou kunnen worden. 5) In afwijking van de regels 1) en 2) hiervoor vermeld, krijgt de Directeur-Generaal die, op het ogenblik waarop hij 2 jaar functies in zijn graad telt, nog meer dan 2 jaar op een onderscheiding van rang 17 zou moeten wachten, onmiddellijk als supplemant, de onderscheiding die met zijn rang en leeftijd overeenstemt. g) Ministeriële bevoegdheid. 50 1) Een bediende mag niet worden gedecoreerd op voordracht van een andere Minister dan die waaronder hij ressorteert, tenzij met de toestemming van deze laatste, in onderhavig geval de Minister van Verkeerswezen. Van deze regel wordt slechts afgeweken ingeval een bediende zich, in oorlogstijd, eventueel bij het leger bevindt. Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 19. Wanneer, in weerwil van de hiervoren aangehaalde regel, een bediende een onderscheiding in de Nationale Orden ontvangt door toedoen van een ander ministerie dan dat van Verkeerswezen, behoort de belanghebbende daarvan zo spoedig mogelijk kennis te geven aan zijn onmiddellijke chef, die zulks op het biografisch overzicht van de belanghebbende noteert en het, volgens het geval mededeelt aan het secretariaat van de Directie of het Bureau P.S. van de groep. Deze laatste verwittigen de Bureau's en of van de Directie P.S., wanneer het een bediende betreft die door het Hoofdbestuur is aangeworven. 51 2) Elk voorstel tot decoratie of tot promotie in een der Nationale Orden in een geval dat bij onderhavige bundel niet is voorzien, moet worden overgemaakt aan de Directie P.S., Bureau 53.23, die het geval aan het Ministerie van Verkeerswezen zal voorleggen. h) Onttrekking van eretekens.

35 52 De bediende die wordt afgezet wegens ernstige feiten die afbreuk doen aan de eer of de eerlijkheid, is niet meer gerechtigd een ereteken te dragen dat hem bij zijn medeburgers zou doen doorgaan als een verdienstelijk bediende. De onmiddellijke chef van een bediende die wegens dergelijke feiten werd afgezet, moet een voorstel tot onttrekking van Belgische eretekens indienen. Daartoe maakt hij een staat op naar het model van bijlage II, die hij door bemiddeling van het secretariaat van de Directie of van het bureau P.S. van de groep aan Directie P.S., Bureau overmaakt. C. UITVOERINGSMAATREGELEN. I. Promoties. 53 De promoties voor de eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden hebben elk jaar plaats op 8 april en 15 november. II. Maatregelen die het indienen van de voorstellen voorafgaan. 54 De bureau's P.S. van de Groepen, de bureau's van de Directie P.S. en de secretariaten van de Directies moeten in de linker bovenhoek van de omslag van al de in hun bezit zijnde biografische overzichten de beknopte aanwijzingen betreffende de voorstellen vermelden. Voor de eenvormigheid dienen de voornoemde diensten een stempel naar onderstaand model te gebruiken, welke hun ambtshalve door de Directie P.S., bureau 53.23, werd verschaft. Voor de bureau's van de Directie P.S. wordt op het bureau een stempel te hunner beschikking gehouden. Het onderste vak van de stempel is voorbehouden voor de burgerlijke eretekens (zie hoofdstuk I). Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 20.

36 NATIONALE ORDEN Promotie : N.O. Voorstel ingediend op Ereteken bekomen bij besluit van Voorstel ter gelegenheid van de oppensioenstelling ingediend op BURGERLIJKE ERETEKENS B.E.: B.E. De inschrijving "Promotie" moet worden aangevuld met de datum van de promotie waarin de verlening van de eervolle onderscheiding in de Nationale Orden moet geschieden. De daartoe te gebruiken overeengekomen tekens zijn: N.O. : 4-55 : voor te stellen in de Nationale Orden op ; N.O. : : voor te stellen in de Nationale Orden op Deze inschrijvingen, in duidelijke letters, dienen onmiddellijk gedaan en moeten nadien worden bijgewerkt wanneer de aanvankelijke datum die er in opgegeven is, dient gewijzigd of moet wegvallen (bij voorbeeld : uitsluiting van het recht op het ereteken, verdaging van het voorstel, datum van indienen vervroegd pensioen wegens graadbevordering). De aandacht van de bureau's P.S. van de Groepen, de bureau's van de Directie P.S. alsmede de Secretariaten van de Directies wordt bijzonder op dit punt gevestigd. Zij behoren maatregelen te nemen om geen voorstellen in te dienen die niet verantwoord zijn. III. Indienen van de voorstellen. a) Principe. 55 Elke verlening vindt plaats bij gelegenheid van de promotie die het ogenblik voorafgaat waarop de betrokken bediende werkelijk aan de voorwaarden zou voldoen om gedecoreerd te worden.

37 Daar het, rekening houdend met die regel, niet mogelijk is tijdig (zie cijfer 56, 4 ) de voorstellen in te dienen voor de om gezondheidsredenen op pensioen gestelde bedienden waarvan onder cijfer 42 sprake is, of voor de bedienden die opnieuw de aanschrijving "goed" of meer bekomen (zie cijfer 35) moeten de diensten, belast met het opmaken van de voorstellen, deze aan de Directie P.S., bureau laten geworden naargelang de gevallen zich voordoen. Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 21. Voorbeelden. 1) Een klerk, geboren op , heeft op de vereiste leeftijd om een ereteken te bekomen. Hij mag voor de Gouden Palmen der Kroonorde worden voorgesteld bij de promotie van 8 april 1965, op voorwaarde dat hij 30 jaar dienst telt vóór 15 november 1965 en ten minste de beoordelingsvermelding "goed" heeft. 2) Een lader A, geboren op , wordt wegens het bereiken van de leeftijdsgrens gepensionneerd op Op die laatste datum telt hij nog geen 30 doch ten minste 25 jaar dienst. Bij toepassing van cijfer 42 mag hij worden voorgesteld voor de Gouden Medaille der Orde van Leopold II en op grond van cijfer 55 bij de promotie van ) Een spoorlegger B, geboren op , wordt om gezondheidsredenen gepensionneerd op Op die laatste datum telt hij nog geen 30 doch ten minste 25 jaar dienst. Bij toepassing der cijfers 42 en 55 mag hij worden voorgesteld voor de Gouden Medaille der Orde van Leopold II bij de promotie van

38 4) Een opsteller, geboren op , werd op de leeftijd van 62 jaar niet voorgesteld voor het Ridderschap der Orde van Leopold II, daar zijn beoordelingsvermelding lager was dan "goed". Hij bekomt de beoordeling "goed" in het 2e semester Hij mag voor bedoelde onderscheiding worden voorgesteld met de beweging van , met ranginneming vanaf Voor de voorbeelden vermeld onder cijfers 3) en 4) worden de voorstellen opgemaakt zodra de diensten die daarmee belast zijn, kennis hebben van de wijziging in de loopbaan van de bediende. b) Verplichtingen van de bureau's P.S. der Groepen, de bureau's van de Directie P.S. en van de secretariaten der Directies. 1) Opmaken van de voorstellen 56 De voornoemde diensten maken een afzonderlijk voorstel op (P98, bijlage IX) voor elke bediende die tot een der groepen 7 tot 11 behoort en die voldoet aan de voorwaarden om benoemd te worden of om een promotie te bekomen in de Nationale Orden. De 3 bladen (A,B, C) van het P98 moeten juist worden ingevuld; het gebruik van de schrijfmachine is verplicht. De 3 bladen dienen in éénmaal ingevuld; de nodige vellen carbonpapier moeten dus op de passende plaats worden ingelegd vóór het invullen met de schrijfmachine. Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 22. Als verantwoording (rubriek 17) dienen in elk geval de verwijzing naar de basistoestand van het Staatspersoneel (zie bijlage VIII) en de feitelijke omstandigheden te worden opgegeven die, bij toepassing van een regel die moet worden vermeld, het ingediende voorstel wettigen. Voorbeelden; - "Basistoestand : klerk Is ten minste 62 jaar oud en telt ten minste 30 jaar dienst (in dienst getreden op...)";

39 - Bij toepassing van de beschikkingen van cijfer 42: "Basistoestand : hoofddeurwachter. Is ten minste 62 jaar oud en telt ten minste 25 jaar dienst op de datum van oppensioenstelling (in dienst getreden op..., gepensioeneerd op...) punt 42". Die formules moeten eventueel aangevuld worden met een van volgende aanwijzingen, wanneer het voorstel een bediende geldt die reeds een eervolle onderscheiding in de Nationale Orden heeft bekomen of waarvoor een uitboetingstermijn werd toegepast wegens een opgelopen straf: -... en 5 jaar anciënniteit sedert het verlenen van de laatste onderscheiding; -..., een vertraging van... jaar werd toegepast krachtens de bepalingen van punt 59. In de onderstelling dat de voorgestelde bediende reeds houder is van een ereteken met palm, biesjes, streep of zwaard (cijfer 36), moet bij het voorstel een afschrift gevoegd worden van het besluit waarbij dergelijke onderscheiding aan de belanghebbende werd verleend. 2) Visering en rangschikking van de voorstellen. Na de 3 bladen van het P98 te hebben ingevuld, moeten de bureau's P.S. van de Groepen en de Secretariaten van de Directies het blad C afscheuren en het naar de onmiddellijke chef van de voorgestelde bediende sturen, voor visering door de bediende en de onmiddellijke chef. De bladen A en B worden aaneengelaten en moeten in een bijzondere map (map I) gelegd en in alfabetische volgorde gerangschikt worden. Bundel Hoofdstuk II. Bladz. 23.

Eretekens van de arbeid

Eretekens van de arbeid Eretekens van de arbeid 1. Definitie - Wat : Toekenning aan het loon- en weddetrekkend personeel van een premie na een bepaald aantal dienstjaren. - Vergoedingscode : Arbeidsereteken 2 de Klasse, volledig

Nadere informatie

ARPS bundel 501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL I

ARPS bundel 501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL I ARPS bundel 501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL I TOEGANG TOT DE GRADEN VAN ONDERBUREAUCHEF, BUREAUCHEF, AFDELINGSSECRETARIS EN DAARMEE GELIJKGESTELDE GRADEN Hoofdstuk

Nadere informatie

ARPS BUNDEL 570. Arbeidsongeschiktheid om gezondheidsredenen

ARPS BUNDEL 570. Arbeidsongeschiktheid om gezondheidsredenen ARPS BUNDEL 570 Arbeidsongeschiktheid om gezondheidsredenen ARBEIDSONGESCHIKTHEID OM GEZONDHEIDSREDENEN. Titel I. Beslissingen inzake geschiktheid of ongeschiktheid getroffen door de geneeskundige diensten.

Nadere informatie

BERICHT Nr. 27 PP 3 juli 2000

BERICHT Nr. 27 PP 3 juli 2000 BERICHT Nr. 27 PP 3 juli 2000 HAARD- EN STANDPLAATSTOELAGE Tabel van de van kracht zijnde bijvoegsels bij bericht 27 PP van 2000 Nr. van het bijvoegsel Nr. en jaar van het bericht Wijzigingen 2 50 PP/2001

Nadere informatie

GEMEENTEPERSONEEL : HUISHOUDELIJK REGLEMENT AANGAANDE DE STAND DISPONIBILITEIT.

GEMEENTEPERSONEEL : HUISHOUDELIJK REGLEMENT AANGAANDE DE STAND DISPONIBILITEIT. 1 GEMEENTEBESTUUR VAN OUDERGEM. SECRETARIAAT. GEMEENTEPERSONEEL : HUISHOUDELIJK REGLEMENT AANGAANDE DE STAND DISPONIBILITEIT. HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Onderhavig reglement is alleen

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN Directie Human Resources Brussel, 19 april 2004 Bureau HR 124 Sectie 53 Tel. 911/52993 Nr.2.1.393 BERICHT 23 HR Uitreiking: 99 999: 0 (Reserve HR 124:25

Nadere informatie

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1 TITEL 8. - Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de

Nadere informatie

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III TREINBEGELEIDER

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III TREINBEGELEIDER 50 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III TREINBEGELEIDER A. WERKZAAMHEDEN Nazien van de vervoerbewijzen van de reizigers. Veiligheid tijdens het verloop van de treinreis

Nadere informatie

TOEWIJZING VAN DE BETREKKINGEN. Tenzij anders bepaald in Titel III - Deel III, worden de aanvangsbetrekkingen toegewezen door middel van proeven.

TOEWIJZING VAN DE BETREKKINGEN. Tenzij anders bepaald in Titel III - Deel III, worden de aanvangsbetrekkingen toegewezen door middel van proeven. 501 TITEL I DEEL II Hoofdstuk II TOEWIJZING VAN DE AANVANGSBETREKKINGEN TOEWIJZING VAN DE BETREKKINGEN Betrekkingen toegewezen door middel van proeven A. ORGANISATIE B. DIPLOMA Tenzij anders bepaald in

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN. BERICHT Nr. 23 HR. Uitreiking : T.25/002 (reserve : 40 ex.)

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN. BERICHT Nr. 23 HR. Uitreiking : T.25/002 (reserve : 40 ex.) NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE HUMAN RESOURCES CENTRALE EXAMENCOMMISSIE BUREAU 3 (SECTIE 6) TEL. 9/5362 Brussel, 26 maart 2003. BERICHT Nr. 23 HR Uitreiking : T.25/002 (reserve

Nadere informatie

STAGEREGLEMENT KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 1965 TOT GOEDKEURING VAN HET DOOR DE NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARCHITECTEN VASTGESTELD

STAGEREGLEMENT KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 1965 TOT GOEDKEURING VAN HET DOOR DE NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARCHITECTEN VASTGESTELD KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 1965 TOT GOEDKEURING VAN HET DOOR DE NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARCHITECTEN VASTGESTELD - OVERZICHT Toepassingsveld Inschrijving op de lijst van de stagiairs Organisatie

Nadere informatie

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3) Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S. 13.7.1999 Ed. 3) Hoofdstuk I. Algemene bepaling Artikel 1.- Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104 19 (1950) No. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1956 No. 104 A. TITEL Verdrag inzake de nomenclatuur voor de indeling van goederen in de douanetarieven, met Bijlage; Brussel,

Nadere informatie

TITEL I Algemene bepalingen

TITEL I Algemene bepalingen ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd

Nadere informatie

ZIEKTEVERLOF. Gemeenteraadsbesluit van 27 juni 1966.

ZIEKTEVERLOF. Gemeenteraadsbesluit van 27 juni 1966. ZIEKTEVERLOF Gemeenteraadsbesluit van 27 juni 1966. Inwerkingtreding op 1 juli 1966 Uitvoering van artikel 58 van het Algemeen Stadsambtenarenreglement. Laatste wijziging: 02.05.2006. HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED.

Nadere informatie

BUNDEL 535 REGLEMENT VOOR DE OVERPLAATSINGEN

BUNDEL 535 REGLEMENT VOOR DE OVERPLAATSINGEN BUNDEL 535 REGLEMENT VOOR DE OVERPLAATSINGEN TABEL VAN DE VAN KRACHT ZIJNDE BIJVOEGSELS AAN HET A.R. P.S. BUNDEL 535, UITGEGEVEN MET BERICHT 77 P/85. 77 P/1985 REGLEMENT VOOR DE OVERPLAATSINGEN. DEEL I.

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

Versie van DEEL III De wedde Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Algemeen 2.1 Definitie van de wedde 2.1.

Versie van DEEL III De wedde Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Algemeen 2.1 Definitie van de wedde 2.1. Versie van 21-03-2011 DEEL III De wedde Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Algemeen 2.1 Definitie van de wedde 2.1.1 Volledige wedde 2.1.2 Niet volledig verschuldigde wedde 3. Recht

Nadere informatie

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, 09-07-1948 (vertaling: nl) Verdrag No. 87 betreffende de vrijheid tot

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

De leidende ambtenaar,

De leidende ambtenaar, VILLE DE BRUXELLES STAD BRUSSEL DEPARTEMENT INSTRUCTION PUBLIQUE DEPARTEMENT OPENBAAR ONDERWIJS Brussel, 14 december 2004 VN 2004/2005-01/36 Aan de Hoofden van de School- en bijschoolse inrichtingen..

Nadere informatie

Artikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 31 januari 2003, wordt vervangen door wat volgt:

Artikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 31 januari 2003, wordt vervangen door wat volgt: Uittreksel van decreet van 6 juli 2005 houdende de wijziging van diverse decreten, wat het statuut van de mandaathouders in de aan het Vlaams Parlement verbonden instellingen betreft [ ] HOOFDSTUK III

Nadere informatie

van Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg,

van Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg, Administratieve schikking houdende de toepassingsmodaliteiten van de Overeenkomst betreffende de Sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël, ondertekend te Brussel op 5 juli 1971

Nadere informatie

MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE

MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE Wet van 26 juni 2004 tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte

Nadere informatie

TITEL II. Deel III. GESPECIALISEERD VAKBEDIENDE (SPOREN)

TITEL II. Deel III. GESPECIALISEERD VAKBEDIENDE (SPOREN) TITEL II. GRAADBEVORDERING EN VERANDERING VAN GRAAD. Deel III. Toegangsvoorwaarden. GESPECIALISEERD VAKBEDIENDE (SPOREN) A. WERKZAAMHEDEN. 1 Uitvoeren van spoorwerken waarvoor een bijzondere vaardigheid

Nadere informatie

Bij zijn verzoek tot inschrijving op de lijst van de stagiairs maakt de kandidaat-stagiair aan het secretariaat van de Orde volgende documenten over:

Bij zijn verzoek tot inschrijving op de lijst van de stagiairs maakt de kandidaat-stagiair aan het secretariaat van de Orde volgende documenten over: REGLEMENT BETREFFENDE DE STAGE HOOFDSTUK 1: ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE STAGE Artikel 1 Bij zijn verzoek tot inschrijving op de lijst van de stagiairs maakt de kandidaat-stagiair aan het secretariaat van

Nadere informatie

Federale Politie STATUTAIRE NOTA PUBLIEK Onderwerp Toelage Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het nieuwe CALog-statuut - Richtlijnen

Federale Politie STATUTAIRE NOTA PUBLIEK Onderwerp Toelage Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het nieuwe CALog-statuut - Richtlijnen Federale Politie Algemene Directie Personeel Uitgiftenummer DGP/DPS/P-2006/61716 Directie van de juridische dienst, Uitgiftedatum 21/12/2006 het contentieux en de statuten Classificatie PUBLIEK Fritz Toussaintstraat

Nadere informatie

TITEL III BIIZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN POLITIEOFFICIER

TITEL III BIIZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN POLITIEOFFICIER TITEL III BIIZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III POLITIEOFFICIER A. AMBTSBEZIGHEDEN De politieofficier wordt overeenkomstig de wetten en reglementen, onder het toezicht of

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders Bron : Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement

Nadere informatie

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen (van toepassing

Nadere informatie

(*) De twee exemplaren 2009 zullen U teruggestuurd worden na nazicht door mijn diensten; één exemplaar is bestemd voor het betrokken personeelslid

(*) De twee exemplaren 2009 zullen U teruggestuurd worden na nazicht door mijn diensten; één exemplaar is bestemd voor het betrokken personeelslid VILLE DE BRUXELLES STAD BRUSSEL DEPARTEMENT INSTRUCTION PUBLIQUE DEPARTEMENT OPENBAAR ONDERWIJS Brussel, 2 oktober 2008 CM 2008/2009-01/15 Aan de Hoofden van de School- en bijschoolse inrichtingen. BETREFT

Nadere informatie

24 JUNI NIEUWE GEMEENTEWET. Hoofdstuk I. - Toepassingsgebied

24 JUNI NIEUWE GEMEENTEWET. Hoofdstuk I. - Toepassingsgebied 24 JUNI 1988. - NIEUWE GEMEENTEWET Hoofdstuk I. - Toepassingsgebied Art. 281. - De bepalingen van deze titel zijn toepasselijk op alle leden van het gemeentepersoneel, met uitzondering van het personeel

Nadere informatie

ARPS bundel 501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III ONDERSTATIONSCHEF

ARPS bundel 501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III ONDERSTATIONSCHEF A. WERKZAAMHEDEN ARPS bundel TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III ONDERSTATIONSCHEF Uitvoeren van de taken die voorzien zijn voor de adjunct-onderstationschef.

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters (B.S )

Koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters (B.S ) Koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters (B.S. 3.8.2001) HOOFDSTUK I. Definities Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 7e Directie Dienst 71 Personeelsbeheer, Wedden en Pensioenen Provincieraadsbesluit betreft PROVINCIAAL ONDERWIJS - ALLE SCHOLEN Statuut niet-gesubsidieerd administratief en technisch, meesters-, vak- en

Nadere informatie

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. Officieuze coördinatie van de wet van 26 juni 2004 tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte

Nadere informatie

11 FEBRUARI Koninklijk besluit tot vaststelling. van de regels voor de medische verkiezingen. zoals bedoeld in artikel 211, 1,

11 FEBRUARI Koninklijk besluit tot vaststelling. van de regels voor de medische verkiezingen. zoals bedoeld in artikel 211, 1, 11 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de medische verkiezingen zoals bedoeld in artikel 211, 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige

Nadere informatie

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 april 2011 (20.04) (OR. en) 8753/1/11 REV 1 PE 164 INST 195 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de delegaties Consensus - Gedelegeerde handelingen Voor de

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74 51 (1959) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1961 Nr. 74 A. TITEL Europees Verdrag inzake de academische erkenning van universitaire kwalificaties; Parijs, 14 december 1959

Nadere informatie

1.2 tussen te komen bij ongevallen overkomen aan de COV-leden volgens de voorwaarden bepaald in deze statuten (Speciale Kas).

1.2 tussen te komen bij ongevallen overkomen aan de COV-leden volgens de voorwaarden bepaald in deze statuten (Speciale Kas). STATUTEN OHBV I. Algemene bepalingen Artikel 1: Doel Binnen het Christelijk Onderwijzersverbond bestaat een mutuele kas. Deze kas draagt als titel "Onderlinge Hulp tegen Burgerlijke Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december

Nadere informatie

BERICHT Nr. 61 PP BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL. 6e bijvoegsel bij ARPS Bundel e bijvoegsel bij bericht 27PP/2000

BERICHT Nr. 61 PP BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL. 6e bijvoegsel bij ARPS Bundel e bijvoegsel bij bericht 27PP/2000 BERICHT Nr. 61 PP 21 november 2002 BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL 6e bijvoegsel bij ARPS Bundel 520 1e bijvoegsel bij bericht 26PP/2000 2e bijvoegsel bij bericht 27PP/2000 1e bijvoegsel bij bericht 8PP/2001

Nadere informatie

ARPS BUNDEL 571. Ziekte

ARPS BUNDEL 571. Ziekte bundel 571 ARPS BUNDEL 571 Ziekte bundel 571 1 TITEL I. AFWEZIGHEID WEGENS ZIEKTE. bundel 571 1 TITEL I. AFWEZIGHEID WEGENS ZIEKTE. I. BEGINSELEN. 1. In het raam van onderhavige reglementering wordt een

Nadere informatie

Artikel 1. - Er wordt een Ombudsdienst Pensioenen bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu opgericht.

Artikel 1. - Er wordt een Ombudsdienst Pensioenen bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu opgericht. Bijlage 1 Koninklijk besluit van 27 april 1997 tot instelling van een Ombudsdienst Pensioenen met toepassing van artikel 15, 5 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en

Nadere informatie

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder. Intitulé : Bioscoopverordening Citeertitel: Bioscoopverordening Vindplaats : AB 1990 no. GT 12 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34 De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder Artikel 1 1. Het

Nadere informatie

Ministerieel besluit van 8 juli 1966 (B.S. van 9.8.1966) houdende de interne regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven.

Ministerieel besluit van 8 juli 1966 (B.S. van 9.8.1966) houdende de interne regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven. Ministerieel besluit van 8 juli 1966 (B.S. van 9.8.1966) houdende de interne regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven. COORDINATIE WIJZIGEND BESLUIT 1. M.B. van 14.4.1967 (B.S. van 6.5.1967)

Nadere informatie

Datum ondertekening. Bron bekendmaking

Datum ondertekening. Bron bekendmaking Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 16de september 1970 ter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Wijziging van de bepalingen inzake beroep in de Kieswet en de Wet Europese verkiezingen NADER GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET Wij eatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

TRACTATENBLAB VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 11

TRACTATENBLAB VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 11 37 (1982) Nr. 2 TRACTATENBLAB VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1983 Nr. 11 A, TITEL Overeenkomst betreffende de afgifte van een verklaring van verscheidenheid van familienamen, met bijlage;

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2003 TOT INSTELLING VAN EEN HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRAND-WEERDIENSTEN EN TWEE SUPRA-PROVINCIALE OPLEIDINGSRADEN VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN.

Nadere informatie

DEPARTEMENT INSTRUCTION PUBLIQUE DEPARTEMENT OPENBAAR ONDERWIJS. Brussel, 18 januari 2010 CM 2009/ /30

DEPARTEMENT INSTRUCTION PUBLIQUE DEPARTEMENT OPENBAAR ONDERWIJS. Brussel, 18 januari 2010 CM 2009/ /30 VILLE DE BRUXELLES STAD BRUSSEL DEPARTEMENT INSTRUCTION PUBLIQUE DEPARTEMENT OPENBAAR ONDERWIJS Brussel, 18 januari 2010 CM 2009/2010-01/30 Aan de Hoofden van de School- en bijschoolse inrichtingen. BETREFT

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE HUMAN RESOURCES Brussel, 24 februari 2004 Bureau HR.341 Sectie 52 Tel. : 911/52516 BERICHT Nr. 18 HR Uitreiking: 999 : 0 Reserve : 100 ex. STATUTAIRE

Nadere informatie

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER Voordracht van de kandidaten door de kiezers (Art. 22 en 23 BGKWB) 1

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER Voordracht van de kandidaten door de kiezers (Art. 22 en 23 BGKWB) 1 Formulier C1 GEMEENTE. GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER 2006 Voordracht van de kandidaten door de kiezers (Art. 22 en 23 BGKWB) 1 Voorwerp van dit formulier. Dit formulier is een model van een akte

Nadere informatie

ADVIES Nr 89 / 082 van 21 augustus 1989

ADVIES Nr 89 / 082 van 21 augustus 1989 RAADGEVENDE COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 89 / 082 van 21 augustus 1989 ---------------------------------------------------------------- O. ref. : 10527 / L /

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM - 1 - Reglement Administratieve Sancties Politiezone HEKLA Gemeente EDEGEM Goedgekeurd in de gemeenteraad op 18 april 2007. - 2 - HOOFDSTUK I: TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Dit reglement is - behoudens andersluidende

Nadere informatie

28 DECEMBER 2011. - Wet houdende diverse bepalingen (1)

28 DECEMBER 2011. - Wet houdende diverse bepalingen (1) 28 DECEMBER 2011. - Wet houdende diverse bepalingen (1) TITEL 8. Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de wet

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term «gemeente» ook een «brandweerintercommunale» verstaan.

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term «gemeente» ook een «brandweerintercommunale» verstaan. KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2011 TOT OVERPLAATSING NAAR DE FOD BINNENLANDSE ZAKEN VAN DE PERSONEELSLEDEN IN DIENST BIJ DE CENTRA VAN HET EENVORMIG OPROEPSTELSEL. (inw. 31 oktober 2011) (B.S. 21.10.2011)

Nadere informatie

VR DOC.0834/4BIS

VR DOC.0834/4BIS VR 2018 2007 DOC.0834/4BIS Bijlage 3 Besluit van de Vlaamse Regering houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden

Nadere informatie

Reglement voor de ondernemingsraad van de provincie Zeeland

Reglement voor de ondernemingsraad van de provincie Zeeland Reglement voor de ondernemingsraad van de provincie Zeeland 25 januari 1996 Vastgesteld in de vergadering van de ondernemingsraad van 25 januari 1996 en gewijzigd in de vergadering van 21 maart 1996, 18

Nadere informatie

Versie DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel

Versie DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel Versie 11-09-2017 DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire grondslagen 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 5. Bedrag 5.1 De overledene

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, l EGIRichtiijn 681360 c1 4-3 C14-3 Richtlijn inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der Lid-Staten en van hun familie binnen de Gemeenschap [68/360/EEG)

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving

belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Page 1 of 6 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef 2 2 gearchiveerde Inhoudstafel uitvoeringbesluiten versies Franstalige Einde versie Raad van State

Nadere informatie

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt:

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt: Adventure Diving vzw H. Theresialaan 79, bus 3 1700 Dilbeek NIEUWE STATUTEN De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt: HOOFDSTUK I Naam, zetel, doel

Nadere informatie

BUNDEL 595 VERSTREKKEN VAN INLICHTINGEN AFLEVEREN VAN ATTESTEN AFLEVEREN VAN ATTESTEN

BUNDEL 595 VERSTREKKEN VAN INLICHTINGEN AFLEVEREN VAN ATTESTEN AFLEVEREN VAN ATTESTEN BUNDEL 595 VERSTREKKEN VAN INLICHTINGEN EN AFLEVEREN VAN ATTESTEN AFLEVEREN VAN ATTESTEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN ALGEMENE DIENSTEN Brussel, 08-04 - 1987 Personeel en Sociale Zaken

Nadere informatie

De artikelen 51 tot 53 van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende de werkloosheidsreglementering (B.S.31.12.1991)

De artikelen 51 tot 53 van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende de werkloosheidsreglementering (B.S.31.12.1991) De artikelen 51 tot 53 van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende de werkloosheidsreglementering (B.S.31.12.1991) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van [02 oktober 1992 tot wijziging van het

Nadere informatie

VOORSTEL TOT WIJZIGING HUISHOUDELIJK REGLEMENT ten behoeve van Partijcongres 4 november 2017

VOORSTEL TOT WIJZIGING HUISHOUDELIJK REGLEMENT ten behoeve van Partijcongres 4 november 2017 VOORSTEL TOT WIJZIGING HUISHOUDELIJK REGLEMENT ten behoeve van Partijcongres 4 november 2017 Art. Huidige tekst Art. Voorgestelde tekst Toelichting HOOFDSTUK I: VAN HET LIDMAATSCHAP AANMELDING EN INSCHRIJVING

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. DE TEGEMOETKOMING IN DE REISKOSTEN (B.S. 4.VI.1969) 1. Art. 1.

HOOFDSTUK I. DE TEGEMOETKOMING IN DE REISKOSTEN (B.S. 4.VI.1969) 1. Art. 1. MINISTERIEEL BESLUIT van 23 MEI 1969 tot vaststelling van de perken binnen en de voorwaarden onder welke de lasten die voor de mindervaliden voortvloeien uit de verplaatsing naar en het verblijf op de

Nadere informatie

(*) De twee exemplaren 2008 zullen U teruggestuurd worden na nazicht door mijn diensten; één exemplaar is bestemd voor het betrokken personeelslid

(*) De twee exemplaren 2008 zullen U teruggestuurd worden na nazicht door mijn diensten; één exemplaar is bestemd voor het betrokken personeelslid VILLE DE BRUXELLES STAD BRUSSEL DEPARTEMENT INSTRUCTION PUBLIQUE DEPARTEMENT OPENBAAR ONDERWIJS Brussel, 11 december 2007 CM 2007/2008-01/31 Aan de Hoofden van de School- en bijschoolse inrichtingen. BETREFT

Nadere informatie

PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 20 APRIL 2009 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE VIII

PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 20 APRIL 2009 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE VIII Agentschap voor Overheidspersoneel SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 273.895 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 20 APRIL 2009 DIE GEVOERD WERDEN

Nadere informatie

Koninklijk besluit betreffende de documenten voor het verblijf in België van bepaalde vreemdelingen.

Koninklijk besluit betreffende de documenten voor het verblijf in België van bepaalde vreemdelingen. Datum : 30/10/1991 Gewijzigd door het K.B. van 17/10/2000 (B.S. : 21/11/2000) Gewijzigd door het K.B. van 25/05/2005 (B.S. : 13/06/2005) B.S. : 17/12/1991 (Bijgewerkt 14/06/2005) Koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Intitulé : LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Citeertitel: Landsverordening erkenning buitenlandse diploma's Vindplaats : AB 1995

Nadere informatie

DEEL V Titel I Hoofdstuk V Afdeling III Functietoelage Detachement belast met de onmiddellijke beveiliging van de koninklijke familie

DEEL V Titel I Hoofdstuk V Afdeling III Functietoelage Detachement belast met de onmiddellijke beveiliging van de koninklijke familie Versie 04-03-2011 DEEL V Titel I Hoofdstuk V Afdeling III Functietoelage Detachement belast met de onmiddellijke beveiliging van de koninklijke familie Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2001 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2001 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit :.. Repertoriumnummer :.. Nationaal nummer : TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (art. van de Programmawet van 0.. tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap,

Nadere informatie

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III BESTUURDER RANGERINGEN

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III BESTUURDER RANGERINGEN 501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III BESTUURDER RANGERINGEN A. WERKZAAMHEDEN De werkzaamheden die aan een bestuurder rangeringen kunnen worden toevertrouwd

Nadere informatie

[Artikel 1. [ 1. De wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State worden vastgesteld als volgt (in euro):

[Artikel 1. [ 1. De wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State worden vastgesteld als volgt (in euro): [Wet van 5 april 1955 inzake de wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State en de magistraten en leden van de griffie van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen] 1 (B.S. 23-4-1955) Historisch overzicht

Nadere informatie

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober Omzendbrief Vlaamse regering Kabinet van Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport Kreupelenstraat 2, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 23 11 - Fax (02)553 23 05 Datum: 8 december

Nadere informatie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,

Nadere informatie

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. 5 JULI 1994. - Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. BS : 16-09-1994 in voege 16/09/1994 (art. 11) Gewijzigd door: KB BS in voege blz 04/07/2004

Nadere informatie

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III VEILIGHEIDSBEDIENDE. - Securail

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III VEILIGHEIDSBEDIENDE. - Securail TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III VEILIGHEIDSBEDIENDE Specialiteiten : - B-Security - Securail A. WERKZAAMHEDEN I. Specialiteit: B-Security Bewaking en beveiliging

Nadere informatie

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9) 28 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de medische verkiezingen zoals bedoeld in artikel 211, 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige

Nadere informatie

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector. 2. De verhoging van de leeftijd en loopbaanvoorwaarde voor vervroegd

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector. 2. De verhoging van de leeftijd en loopbaanvoorwaarde voor vervroegd Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector 1. 0verzicht Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijd en loopbaanvoorwaarde om een vervroegd rustpensioen te kunnen genieten.

Nadere informatie

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR14362_1 15 maart 2016 Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze instructie wordt verstaan onder:

Nadere informatie

O V E R E E N K O M S T Betreffende de gezondheidszorgenverzekering tussen het Koninkrijk België en Australië

O V E R E E N K O M S T Betreffende de gezondheidszorgenverzekering tussen het Koninkrijk België en Australië O V E R E E N K O M S T Betreffende de gezondheidszorgenverzekering tussen het Koninkrijk België en Australië (Inwerking getreden op 1 september 2009 Belgisch Staatsblad: 21 augustus 2009) Het Koninkrijk

Nadere informatie

- 7 - HOOFDSTUK III. INSCHRIJVING

- 7 - HOOFDSTUK III. INSCHRIJVING - 7 - HOOFDSTUK III. INSCHRIJVING Artikel 6 De werkgevers die werknemers in vast dienstverband aanwerven als vaklui, dienen hiervan onverwijld kennis te geven aan de Administratieve Commissie met het oog

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Page 1 of 6 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Einde Franstalige versie belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving ELI - Navigatie systeem via een

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

21 APRIL Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen

21 APRIL Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen 21 APRIL 1983. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen BS 27/04/1983 in voege 07/05/1983 Gewijzigd door: KB 08-08-1984 BS 07/09/1984

Nadere informatie

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87)

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) ---------------------------------------------------------------- LANDSVERORDENING

Nadere informatie

(*) De twee exemplaren 2007 zullen U teruggestuurd worden na nazicht door mijn diensten; één exemplaar is bestemd voor het betrokken personeelslid

(*) De twee exemplaren 2007 zullen U teruggestuurd worden na nazicht door mijn diensten; één exemplaar is bestemd voor het betrokken personeelslid VILLE DE BRUXELLES STAD BRUSSEL DEPARTEMENT INSTRUCTION PUBLIQUE DEPARTEMENT OPENBAAR ONDERWIJS Brussel, 4 oktober 2006 CM 2006/2007-01/05 Aan de Hoofden van de School- en bijschoolse inrichtingen.. BETREFT

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Titel 10 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezinsof familielid. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies

Nadere informatie

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren

6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren 6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren BS 20/03/2007 (dit KB vervangt het KB dd 31/03/1983 zie art 6 van KB 06-03-2007) Gewijzigd

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gegeven 1 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gegeven 1 juli 2016; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/162 BERAADSLAGING NR. 07/059 VAN 6 NOVEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Uitkeringen Omzendbrief VI nr 2010/504 van 23 december 2010 484/4 Van toepassing vanaf 1 januari 2011 Toepassing van artikel 28bis, 2

Nadere informatie

Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten

Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangende om het vereiste van diplomatieke of consulaire legalisatie

Nadere informatie