Jeugdzorg op de goede weg?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jeugdzorg op de goede weg?"

Transcriptie

1 Jeugdzorg op de goede weg? Rekenkamercommissie Kempengemeenten Juli 2017

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 De onderzoeksvragen beantwoord? 4 3 Overkoepelende conclusies en aanbevelingen 13 4 Bestuurlijke reacties 15 5 Nawoord 25 Bijlage 1 26 Feitenrapport 2

3 1. Inleiding In de periode juli 2016 maart 2017 heeft de Rekenkamercommissie Kempengemeenten onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop in Eersel, Reusel-De Mierden en Oirschot invulling is gegeven aan de transitie Jeugdzorg. Het onderzoek had tot doel vast te stellen hoe de jeugdzorg zich in deze gemeenten heeft ontwikkeld en of men op de goede weg is. In dit onderzoek is gekeken naar de transitie (de overdracht van taken en bevoegdheden) met een doorkijk naar de transformatie (de wijze waarop deze taken en bevoegdheden zijn ingevuld en in praktijk zijn gebracht). In hoofdstuk één beantwoorden we de onderzoeksvragen en formuleren we voor elke vraag afzonderlijk een korte conclusie. In hoofdstuk twee volgt een overkoepelende conclusie en de daaruit voortvloeiende aanbevelingen. De conclusies en aanbevelingen zijn voor de gemeenten Eersel en Reusel-De Mierden samengenomen. 3

4 2 De onderzoeksvragen beantwoord? De centrale onderzoeksvraag is: Hoe ontwikkelt de jeugdhulp zich in de gemeenten Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden en is men op de goede weg? Daarbij zijn 17 deelvragen geformuleerd, die onderstaand beantwoord worden. Transitie: beleid en kaderstelling 1. Welke kaders en richtlijnen hebben raad en college met elkaar afgesproken ten aanzien van de jeugdzorg? Hoe is de kwaliteit van deze kaders en richtlijnen? De regionale en lokale kaders bieden een goed uitgangspunt voor de invulling van de jeugdzorg in zowel Eersel/Reusel-De Mierden als Oirschot. De regionale kaders zijn in 2012 opgesteld en vastgelegd in de Nota 21 voor de jeugd, samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost-Brabant. De regio bestaat uit een samenwerkingsverband van 21 gemeenten, waarvan Eindhoven namens deze gemeenten de inkoop van specialistische jeugdhulp en het contractbeheer verzorgt. Dit beleidskader bevat de bekende transformatiethema s: normaliseren in plaats van problematiseren, inzetten op eigen kracht en werken conform het principe van één plan, één gezin, één regisseur. De regionale kaders zijn volledig, eenduidig en helder en bieden een adequate basis voor de lokale beleidskaders inzake de jeugdzorg. De regionale kaders bieden voldoende beleidsruimte aan de gemeenten om de kaders en richtlijnen op een concreter niveau lokaal verder uit te werken. Eersel en Reusel-De Mierden Lokale kaders en richtlijnen zijn voor beide gemeenten vastgesteld in het Meerjaren Beleidskader, Jeugdhulp in de Kempen , met als hoofduitgangspunten dichtbij, in samenhang en effectief. Daarnaast heeft Reusel-De Mierden ook nog enkele aanvullende uitgangspunten benoemd. De lokale kaders zijn volledig geformuleerd, helder omschreven en de transformatiebegrippen en hoofduitgangspunten worden op een eenduidige wijze nader toegelicht. Deze kaders bieden een adequaat uitgangspunt voor een nadere invulling van de jeugdzorg in Eersel en Reusel-De Mierden. Oirschot Oirschot heeft in 2014 het integrale Sociaal Beleidskader vastgesteld, met de volgende uitgangspunten: inzetten op eigen kracht/zelfredzaamheid, versterken van de nulde lijn, inzetten op preventie en vroegsignalering, idem op maatschappelijke participatie/wederkerigheid, kiezen voor een integrale benadering van de toegang, backoffice subregionaal en frontoffice lokaal organiseren. Ook deze kaders zijn volledig, eenduidig en helder geformuleerd en bieden een adequate basis voor het lokale, sociale beleid. 2. Is er sprake van concreet benoemde doelen en resultaten? De doelen en resultaten zoals geformuleerd in de regionale en lokale kaders zijn in beperkte mate concreet/smart benoemd. Dat geldt voor zowel Eersel en Reusel-De Mierden als voor Oirschot. De regionale uitgangspunten zijn vastgelegd in een functioneel model op basis waarvan de afzonderlijke gemeenten hun eigen beleid hebben vormgegeven. Het regionaal beleidskader en het functioneel model bevatten in beperkte mate SMART geformuleerde doelen en resultaten. Eersel en Reusel-De Mierden In het Meerjaren Beleidskader van de Kempen (2014) zijn vijf beoogde maatschappelijke effecten en zeven meetbare resultaten benoemd voor In het beleidskader worden zowel proces- als effectdoelen omschreven. Zij zijn in beperkte mate SMART geformuleerd. 4

5 Oirschot De lokale beleidskaders van Oirschot bevatten even als de regionale beleidskaders in beperkte mate SMART geformuleerde doelen en resultaten. De beleidskaders bevatten eerder ambities dan concrete doelen en beoogde resultaten. 3. Hoe hebben de gemeenten de toegang vormgegeven? Welke keuzes zijn hierbij bepalend geweest? De toegang in de gemeenten is vormgegeven via lokale teams, in Eersel en Reusel-De Mierden via een jeugdteam en in Oirschot via een team dat zich richt op alle leeftijden. Eersel en Reusel-De Mierden Het dienstverleningsmodel is het uitgangspunt van de Kempengemeenten (min Oirschot) voor de inrichting van de toegang: de lokale ondersteunings teams (LOT s) zijn voor Jeugdhulp het eerste aanspreekpunt voor burgers en deze teams hebben nauw contact met organisaties in de nulde en eerste lijn. Complexere vragen worden doorgezet naar het specialistische Kempen Team Jeugd (KTJ) (opgezet in samenwerking met andere Kempengemeenten). Bepalend voor het vormgeven van de toegang is de keuze om te gaan werken met jeugdteams in plaats van met teams die zich op alle burgers richten. De Kempengemeenten hebben voor jeugdteams gekozen vanwege het sterk specialistische karakter van de jeugdzorg. Werken met algemene teams zou ten koste (kunnen) gaan van dit specialistische karakter. Dit is echter tot op heden niet gebleken uit diverse onderzoeken naar het functioneren van lokale teams. Oirschot De toegang in Oirschot is vormgegeven via WIJzer, waar het generalistenteam deel van uitmaakt. WIJzer is digitaal, telefonisch en fysiek bereikbaar en vormt de entree tot de specialistische Wmo- en Jeugdzorg, alsmede de entree tot de ondersteuning vanuit de Participatiewet. Een onderdeel van WIJzer is het specialistenteam dat samen met de gemeenten Best en Veldhoven is opgezet en specialistische jeugdzorg kan bieden (of daarnaar kan doorverwijzen). Er is gekozen voor samenwerking met Best en Veldhoven, omdat Oirschot zich qua problematiek meer met deze gemeenten verbonden voelt dan met de andere Kempengemeenten. In 2017 wordt de toegang overigens anders ingericht: er komt één team waar ook welzijn aan wordt toegevoegd en er wordt niet langer samengewerkt met Best en Veldhoven. De keuze voor één team is ingegeven vanuit de transformatiedoelstellingen en de wens de lijnen nog korter te laten zijn. Een ander motief is de constatering dat er efficiencywinst behaald kan worden door met één team te werken. 4. Zijn de kaders en richtlijnen op het gebied van jeugdzorg expliciet en in samenhang afgestemd met de twee andere transities: Wmo 2015 en Participatiewet? De kaders en richtlijnen in Eersel en Reusel-De Mierden zijn in beperkte mate afgestemd met de andere twee transities. In Oirschot is dat beduidend meer het geval, daar is sprake van één integraal beleidskader. Eersel en Reusel-De Mierden De kaders en richtlijnen van de Jeugdwet zijn afzonderlijk van de Wmo en Participatiewet opgesteld. In het Meerjaren Beleidskader wordt het dienstverleningsmodel geïntroduceerd, dat de organisatie van de toegang beschrijft. In dit dienstverleningsmodel worden vijf leefgebieden onderscheiden. Eén van deze leefgebieden is loketten, waaronder zowel de Wmo als de Participatiewet valt (Wmo, ISD, Wonen, Werk). De twee andere decentralisaties worden dus wel genoemd, maar krijgen in het beleidskader weinig ruimte. Hierdoor kan gesteld worden dat de kaders voor jeugdzorg in beperkte mate zijn afgestemd met de twee andere transities. Oirschot De kaders en richtlijnen zijn integraal van karakter en hebben betrekking op de drie decentralisaties: Wmo, Jeugdwet en Participatiewet. Het integrale karakter zal nog worden versterkt als in de nieuwe opzet van WIJzer ook (wijk)welzijn wordt geïntegreerd. 5

6 Transitie: uitvoering 5. Hoe en bij wie hebben de gemeenten de uitvoering van de nieuwe taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het kader van de jeugdzorg belegd? In Eersel en Reusel-De Mierden is de uitvoering belegd bij het CJG+ en het LOT, in Oirschot bij WIJzer/generalistenteam. Eersel en Reusel-De Mierden Eersel en Reusel-De Mierden hebben de uitvoering van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden belegd bij het CJG+ de Kempen. In zowel Eersel als Reusel-De Mierden is een LOT actief dat verantwoordelijk is voor de lichte/ enkelvoudige vragen. Het KTJ is er voor complexe vragen. De bemensing van de LOT s verloopt voornamelijk via de Combinatie Jeugdzorg. De coördinatie van deze teams ligt bij het coördinatieteam en teams kunnen ook het adviserend expertteam raadplegen in geval van multiproblematiek. Oirschot De nieuwe taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het kader van de jeugdzorg heeft de gemeente Oirschot ondergebracht bij WIJzer, de centrale toegang tot zorg en ondersteuning vanuit de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. De eerste entree wordt verzorgd door het generalistenteam en als er specialistische zorg en ondersteuning wenselijk is, kan het specialistenteam worden ingeschakeld. WIJzer maakt nu nog deel uit van de gemeentelijke organisatie, maar zal op termijn op afstand worden gezet als een uitvoeringsorganisatie, waar ook het welzijnswerk deel van zal gaan uitmaken. 6. Welke samenwerkingsverbanden zijn er met betrekking tot de jeugdzorg ingericht (zowel met andere gemeenten als met diverse relevante maatschappelijke organisaties vanuit het perspectief van de gemeenten)? De drie gemeenten zijn verschillende regionale samenwerkingsverbanden aangegaan met de andere Kempengemeenten en met regionale uitvoeringsorganisaties als ISD de Kempen. Eersel en Reusel-De Mierden Eersel en Reusel-De Mierden werken samen met twee andere Kempengemeenten (Bergeijk en Bladel) in het CJG+ (beleid en uitvoering is gezamenlijk georganiseerd). Met huisartsen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt en met onderwijs zijn afspraken gemaakt en vastgelegd via het op overeenstemming gericht overleg (OOGO). Wat betreft de Wmo zijn er lijntjes met de lokale loketten en voor de Participatiewet is er samenwerking met de ISD de Kempen. Wmo en Participatiewet vallen beide onder het aandachtsgebied loketten. Voor dit aandachtsgebied is één functionaris vanuit het LOT verantwoordelijk, die ook de contacten verzorgt met Wmo-consulenten en de ISD. Tweedelijnsspecialisten werken vooral samen met het KTJ. Oirschot Oirschot werkt voor de backoffice van jeugdzorg samen met de Kempengemeenten (ISD de Kempen); voor het specialistenteam werkt de gemeente samen met Best en Veldhoven (BOV). Het generalistenteam werkt nauw samen met de welzijnsinstelling en met scholen en huisartsen wordt eveneens samengewerkt. Het generalistenteam behandelt vragen op gebied van Wmo, Jeugdwet en Participatiewet, en werkt hierin ook samen met de ISD de Kempen (sociale diensten), de WSD (regionaal werkbedrijf) en WBO (welzijn). 6

7 7. Welke bestuurlijke en financiële risico s hangen samen met de gekozen organisatie van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden? De keuze voor een jeugdteam dan wel een algemeen team (voor alle inwoners) brengt eigen risico s met zich mee. In Oirschot manifesteert dit risico zich in het gegeven dat de beleidsinformatie te weinig specifiek op de jeugd is gericht, hetgeen sturen op de jeugdzorg bemoeilijkt. Eersel en Reusel-De Mierden Als relatief kleine gemeenten in het regionale samenwerkingsverband dat de specialistische jeugdzorg heeft ingekocht, lopen Eersel en Reusel-De Mierden het risico dat te weinig rekening wordt gehouden met hun belangen, bijvoorbeeld door niet de juiste specialistische jeugdhulp in te kopen. Daar is echter in 2015 niets van gebleken, alhoewel de invloed van beide gemeenten op de regionale besluitvorming gering is geweest. Een ander risico dat inherent is aan de Jeugdwet is de mogelijkheid om via de huisarts (en buiten het LOT om) toegang te krijgen tot de specialistische jeugdhulp. Die optie kan leiden tot een ongewenst hoge instroom van jeugd in de dure specialistische hulp. Deze route is beperkt beheersbaar door de gemeenten, niet anders dan daarover afspraken te maken met de huisartsen en nauw met ze samen te werken. Dergelijke afspraken zijn gemaakt in beide gemeenten, waardoor dit risico (althans in theorie) beperkt is. Door te kiezen voor jeugdteams en niet voor teams bestaat het risico dat er onvoldoende afstemming plaatsvindt tussen de verschillende domeinen (Wmo, Participatiewet en Jeugdwet). Die afstemming vindt in de praktijk in het LOT plaats via één aandachtsfunctionaris. Financiële risico s zijn er ook. In 2015 realiseerde Eersel een overbesteding van 13 procent (i.v.m. woonplaatsbeginsel en aanwezigheid specialistische instelling), terwijl Reusel-De Mierden juist een onderbesteding had van 16 procent. De overbesteding in Eersel is beperkt beïnvloedbaar, anders dan ervoor te zorgen dat het woonplaatsbeginsel correct wordt toegepast. Zicht op financiële risico s is in 2015 bemoeilijkt door laat declareergedrag van aanbieders en niet betrouwbare cijfers van Vektis en CAK die de basis vormden voor de begroting Dit risico vermindert naarmate de gemeente zelf meer betrouwbare gegevens genereert over de prestaties in de jeugdzorg. Oirschot De gemeente Oirschot heeft ervoor gekozen bij de uitvoering van de Jeugdwet samen te werken met de gemeenten Best en Veldhoven als het gaat om specialistische jeugdzorg en met de ISD de Kempen als het gaat om de administratieve afhandeling van beschikkingen Jeugdzorg. Die samenwerking kost, aldus de gemeente, veel capaciteit en zorgt voor financiële risico s. De mogelijkheden om de dienstverlening in het sociaal domein integraal vorm te geven en te werken vanuit een integraal beleidskader worden in de praktijk bemoeilijkt door de gescheiden samenwerking met de Kempengemeenten en de gemeenten Best en Veldhoven. Het integrale beleid in het sociaal domein van de gemeente Oirschot resulteert in een integrale rapportage over de werkwijze en de resultaten van WIJzer. Specifieke resultaten op gebied van de jeugdzorg zijn daar lastig uit af te leiden, wat het sturen op de gewenste maatschappelijke resultaten in de jeugdzorg er niet gemakkelijker op maakt. Transformatie: beleid en uitvoering 8. In hoeverre en in welke mate wordt er in de praktijk al gewerkt conform de uitgangspunten van de transformatie zoals verwoord in de beleidsnota s van de gemeenten? In alle gemeenten wordt gewerkt conform de uitgangspunten van de transformatie. Eersel en Reusel-De Mierden Er wordt gewerkt conform de uitgangspunten van de transformatie zoals deze verwoord zijn in het beleidskader van Eersel en Reusel-De Mierden (dichtbij, in samenhang en effectief). Door de inzet van LOT s wordt ervoor gezorgd dat de ondersteuning dicht bij de burgers georganiseerd is. LOT s werken samen met partijen in het voorveld, zodat burgers ook steeds 7

8 bekender raken met het LOT. Dit uitgangspunt van de transformatie komt echter onder druk te staan, doordat er voor zowel het LOT in Eersel als in Reusel-De Mierden relatief lange wachtlijsten bestaan. In Eersel bedraagt de gemiddelde wachttijd in dagen, in Reusel-De Mierden 35. Dit is onacceptabel lang. De LOT s hebben gebruikgemaakt van inzet vanuit de flexibele schil, en ook is ingezet op extra administratieve ondersteuning. Beide zaken hebben nog niet geleid tot een voldoende vermindering van de wachttijd. Wat betreft het uitgangspunt in samenhang wordt ingezet op de eigen kracht en het versterken van het netwerk van inwoners, de samenwerking tussen het LOT en het KTJ verloopt goed. Teams hebben ook aandacht voor samenwerking met de aandachtsgebieden (loketten, vrije tijd, veiligheid, onderwijs/werk en opvang, medisch). Er zou meer aandacht kunnen worden besteed aan integrale samenwerking (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet), en er bestaat een knip in de dienstverlening tussen 18- en 18+. Wat betreft het uitgangspunt effectief kan uit de bestuursrapportages worden geconstateerd dat de effectiviteit aan de hand van een aantal prestatie-indicatoren goed wordt gemonitord (in afwachting van een brede monitor sociaal domein) en dat men tevreden kan en mag zijn over de effectiviteit van de nieuwe aanpak in Oirschot Er wordt in Oirschot in de praktijk daadwerkelijk gewerkt conform de uitgangspunten van de transformatie. De zorg en de ondersteuning is dicht bij de burger georganiseerd, het generalistenteam is laagdrempelig en voor iedereen toegankelijk (ongeacht de aard van de problematiek), er is geen sprake van wachtlijsten/-tijden en men werkt outreachend (zie bijvoorbeeld de samenwerking met de dorpsondersteuner). 9. In hoeverre zijn de doelgroepen van het beleid goed in beeld? Onduidelijk is in hoeverre potentiële doelgroepen in voldoende mate in beeld zijn in de drie gemeenten. In Eersel en Reusel-De Mierden zijn de jongeren (en hun ouders) die zorg en ondersteuning ontvangen beter in beeld bij de gemeente dan dat in Oirschot het geval is. Eersel en Reusel-De Mierden Door het in contact blijven met de vijf verschillende aandachtsgebieden (loketten, vrije tijd, veiligheid, onderwijs/werk en opvang, medisch), werken de LOT s aan het zicht krijgen op de potentiële doelgroep. Voor sommige aandachtsgebieden worden ze daarin ondersteund door samenwerkingsafspraken, convenanten, of het wekelijkse overleg op locatie. In hoeverre alle afspraken naar behoren werken en of de volledige potentiële doelgroep in beeld is, is onbekend. Maar de LOT s voldoen (met het hebben van samenwerkingsafspraken) wel aan de voorwaarden om zicht te krijgen op de potentiële doelgroep. Om zicht te krijgen op de doelgroep die bij het CJG+ binnenkomt, gebruiken beide gemeenten de halfjaarlijkse bestuursrapportage van CJG+ de Kempen. Er is zicht op de wijze van binnenkomst, het aantal cliënten, afgesloten trajecten, doorgeleiding specialistische zorg/huisarts, en mate van zorgstapeling. Inzicht in de aard van de problematiek wordt niet verschaft. Oirschot Het is onduidelijk in hoeverre de (potentiële) doelgroepen van de jeugdzorg goed in beeld zijn. De nadruk op preventie en vroegsignalering en de samenwerking met instellingen en instanties in het voorveld verschaffen de gemeente in ieder geval een goede uitgangspositie om de doelgroepen goed in beeld te krijgen. De integrale rapportage bevat geen uitgesplitste cijfers over generieke en specialistische jeugdzorg (aantallen cliënten en soorten problematiek). 10. Op welke wijze komen de begrippen eigen kracht, inzet van het netwerk en één gezin, één plan, één regisseur terug in de werkprocessen van de toegang, de wijkteams en de specialistische teams? In alle gemeenten komen de centrale begrippen van de transformatie herkenbaar terug in opzet en werkwijze van de toegang en de teams. Er wordt in de praktijk gewerkt conform deze uitgangspunten. 8

9 Eersel en Reusel-De Mierden Inzet op eigen kracht en optimaal benutten van inzet van sociale netwerken worden in de praktijk toegepast in alle schakels van het dienstverleningsmodel, onder andere met behulp van regio sociale netwerk strategie (SNS) en kortdurende oplossingsgerichte therapie (KOT). Inzet op eigen kracht komt ook terug in het gezinsplan waarin moet worden beschreven of, en zo ja hoe, kan worden ingezet op eigen kracht. Het uitgangspunt van de werkwijze is één gezin, één plan, één regisseur. Als er sprake is van multiproblematiek, wordt tevens een procesregisseur aangesteld die het overzicht op verschillende trajecten dient te houden. De procesregisseur is nog niet vaak ingezet in We zien de bovengenoemde begrippen ook terug in de casuïstiek die we hebben geanalyseerd in beide gemeenten, waardoor we kunnen concluderen dat er in de praktijk ook daadwerkelijk conform de uitgangspunten van de transformatie wordt gewerkt. Oirschot Zowel het generalistenteam als het specialistenteam maken gebruik van de ZRM (zelfredzaamheidsmatrix) om te toetsen in welke mate er sprake is van eigen kracht/zelfredzaamheid bij cliënten. Deze methode brengt voor elf levensdomeinen systematisch in beeld hoe zelfredzaam de cliënt is, ook met inzet van zijn sociale omgeving/netwerk. Vanuit deze analyse kan een ondersteuningsplan worden opgesteld. Nog niet alle generalisten in Oirschot zijn medio 2016 getraind in deze systematiek. Men heeft eveneens geen specifieke trainingen gehad in methodieken om de kracht van het sociale netwerk in kaart te brengen (zoals bijvoorbeeld SNS en KOT). In de praktijk pakt de generalist ook nadrukkelijk de rol van regisseur op, zo is gebleken uit de analyse van casuïstiek in Oirschot, en wordt gewerkt met één ondersteuningsplan. 11. Hoe verloopt de samenwerking tussen het voorveld (de nulde lijn), de wijkteams en de specialisten uit de tweede lijn? De samenwerking tussen de lokale teams, het voorveld en de specialisten uit de tweede lijn verloopt over het algemeen goed en tot wederzijdse tevredenheid. In Oirschot zet men in vergelijking tot Eersel en Reusel-De Mierden meer in op samenwerking met welzijn en voorveld. Eersel en Reusel-De Mierden Vanuit het LOT is er aandacht voor samenwerking met instanties en organisaties die actief zijn in de vijf aandachtsgebieden (loketten, vrije tijd, veiligheid, onderwijs/opvang, medisch). De samenwerking vanuit LOT met onderwijs is steeds intensiever geworden en de lijnen met huisartsen zijn kort. Door de samenwerking met de huisartsen ontstaat er meer grip op de toegang tot specialistische zorg. De investeringen in contacten met welzijn, het verenigingsleven en met de politie zijn nog beperkt gebleven in 2015 en De samenwerking met de specialistische tweedelijns zorg verloopt via het KTJ en hierover is men aan beide zijden tevreden. Oirschot De samenwerking tussen organisaties en instellingen uit het voorveld, het generalistenteam en het specialistenteam verloopt goed in Oirschot. Daar is en wordt ook sterk op ingezet, bijvoorbeeld doordat de gedragswetenschapper van het specialistenteam die de schakel vormt tussen beide teams steeds vaker aanwezig is bij casuïstiekbesprekingen van het generalistenteam. Specialistische instellingen zijn dan ook tevreden over de samenwerking tussen het generalisten- en specialistenteam. Er zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met de huisartsen en met de scholen waar één van de medewerkers van het generalistenteam ook daadwerkelijk fysiek aanwezig is. Het generalistische karakter van het team leidt ertoe dat medewerkers jeugdzorg in de praktijk samenwerken met medewerkers Wmo, omdat zij allebei deel uitmaken van het team. Dat geldt niet voor de samenwerking vanuit de Participatiewet; vanuit die decentralisatie zijn geen consulenten opgenomen in het generalistenteam. Er wordt in Oirschot sterk ingezet op de samenwerking met het voorveld, zoals welzijn, maar ook met het lokale verenigingsleven. Een goed voorbeeld hiervan is het gezamenlijk optrekken van de generalist en de dorpsondersteuner. 9

10 12. Wat gaat goed en wat kan beter? In Eersel en Reusel-De Mierden kan met name meer ingezet worden op de samenwerking met uitvoerders van de Wmo en de Participatiewet. In Oirschot moet de beleidsinformatie over prestaties en resultaten in de jeugdzorg verbeteren. Eersel en Reusel-De Mierden De LOT s en het KTJ functioneren in de praktijk conform de uitgangspunten van de transformatie. De beperkte formatie van de teams en de daarmee samenhangende wachtlijsten vormen echter wel een bedreiging voor het functioneren van de teams. Beide gemeenten hebben in de praktijk goed grip op het functioneren van de teams via het periodieke overleg tussen beleidsambtenaren en het coördinatieteam (bestaande uit coördinatoren van de LOT s en het KTJ). De rapportages van het CJG+ bieden daarenboven een solide basis om grip te houden op het functioneren van de jeugdzorg in Eersel en Reusel-De Mierden. Als verbeterpunt kunnen we noemen dat de samenwerking met het voorveld, met de politie en de samenwerking met de uitvoerders van de Wmo en de Participatiewet gestructureerder moet worden opgepakt en geïntensiveerd moet worden. Oirschot Het generalistenteam en het specialistenteam functioneren in de praktijk conform de uitgangspunten van de transformatie. Een sterk punt is dat structureel gewerkt wordt met de ZRM-methodiek om de zelfredzaamheid van cliënten in beeld te krijgen. Minder sterk is dat niet systematisch/methodisch de inzetbaarheid van het sociale netwerk van cliënten wordt geanalyseerd. Oirschot zet stevig in op de verbinding met het voorveld en slaagt daar ook goed in: die sterke verbinding vormt een voorwaarde om vroegtijdig te kunnen signaleren en preventief te kunnen werken. De korte lijnen in Oirschot worden nog korter als het generalistenteam, welzijn en het specialistenteam ineengeschoven worden. De beleidsinformatie met betrekking tot de werkwijze en de resultaten van de teams kan en moet beter. Uit deze informatie blijkt niet of nauwelijks welke problemen er spelen bij de jeugdigen (en hun ouders/verzorgers) in Oirschot, wat de teams doen en welke resultaten dat oplevert. 13. Beheersen de gemeenten de (financiële) risico s? In de praktijk zijn de financiële risico s in de drie gemeenten in 2015 en 2016 beperkt gebleken. Door het ontbreken van voldoende adequate beleidsinformatie over prestaties en resultaten in de jeugdzorg in Oirschot zijn (ook financiële) risico s daar vooralsnog beperkt beheersbaar, want onvoldoende zichtbaar. Eersel en Reusel-De Mierden De financiële risico s schuilen met name in een ongewenst hoog gebruik van dure specialistische zorg. De gemeenten hebben verschillende instrumenten om daarop te sturen. Door samen te werken met de huisartsen kunnen afspraken gemaakt worden over de toegang naar specialistischer zorg via de huisartsenroute. Beide gemeenten hebben die afspraken gemaakt. Door te investeren in samenwerking met organisaties en instanties in het voorveld kan versterkt worden ingezet op vroegsignalering en preventie en aldus worden voorkomen dat problematiek verergert en een beroep moet worden gedaan op specialistische zorg en ondersteuning. In beide gemeenten kan intensiever worden ingezet op die samenwerking. Aldus beschouwd beheersen beide gemeenten de financiële risico s, in die zin dat zij daar actief beleid op voeren. Dat zegt op zich nog weinig over het resultaat: een zo gering mogelijke caseload in de specialistische zorg. De ideale verhouding van de caseload zou de volgende zijn, aldus beide gemeenten: 50 procent LOT, 30 procent KTJ, 20 procent specialistisch. Dat is nog niet gerealiseerd (Eersel: 39, 11, 50 en voor RDM: 45, 15, 40). Oirschot Op de nieuwe taken in de jeugdzorg heeft men een relatief klein tekort gerealiseerd in 2015 (-2,9%) en op de oude taken heeft men een overschot gerealiseerd. Met het tekort was rekening gehouden door een bestemmingsreserve aan te leggen voor de jaren Een kanttekening hierbij is dat 10

11 de beleidsinformatie in Oirschot wat betreft de zorg en ondersteuning die vanuit de Jeugdwet verstrekt wordt, beperkt is en onvoldoende sturingsinformatie genereert. Adequate beleidsinformatie is wel een belangrijke voorwaarde om financiële risico s te kunnen beheersen. 14. Wat zijn de financiële resultaten over 2015? Hebben de gemeenten al inzicht in 2016 en volgende jaren? Alleen de gemeente Eersel heeft in 2015 meer uitgegeven dan begroot. Het blijft lastig de ontwikkeling van de kosten gedurende het jaar te monitoren. Eersel en Reusel-De Mierden De gemeente Eersel heeft in % meer uitgegeven aan jeugdzorg dan begroot. De totale uitgaven van jeugdzorg Eersel bedragen in 2015 bijna euro. De gemeente Reusel-De Mierden gaf in % minder uit dan begroot. De overbesteding in Eersel heeft te maken met de aanwezigheid van een jeugdzorginstelling. Daarenboven zijn de financiële resultaten in beide gemeenten in 2015 in belangrijke mate bepaald door de onzekere cijfers op basis waarvan de begroting 2015 is samengesteld. Ook in 2016 is het lastig gebleken een actueel beeld te krijgen van de financiële prestaties en resultaten in de jeugdzorg, niet in de laatste plaats vanwege het declaratiegedrag van jeugdzorgaanbieders (declaraties worden met een vertraging van enkele maanden tot soms wel meer dan een half jaar na de zorgconsumptie verstuurd). Een actueel inzicht in de financiële resultaten op basis waarvan gestuurd kan worden, blijft derhalve een lastig onderwerp, wat overigens geldt voor alle Nederlandse gemeenten. Voor 2016 is uit de eerste bestuursrapportage wel bekend dat de programmakosten achterblijven bij de begroting voor beide gemeenten, maar deze cijfers waren toen nog niet volledig. Oirschot De gemeente Oirschot is met de uitgaven voor de jeugdhulp in 2015 binnen de begrotingskaders gebleven, met die kanttekening dat de nieuwe taken met 2,9% zijn overschreden en op de oude taken 8% is overgehouden. Men houdt ook voor de jaren 2016 en 2017 rekening met een tekort voor de nieuwe jeugdzorgtaken. De realisatie 2016 is vooralsnog niet bekend. Bestuurlijk proces 15. Hoe is de informatievoorziening aan de raad? Is er een instrumentarium ingericht met doelen, indicatoren, resultaten en succesfactoren en kan de raad hiermee zijn controlerende rol goed vervullen en eventueel bijsturend optreden? In Eersel en Reusel-De Mierden wordt de raad in voldoende mate geïnformeerd. In Oirschot is dat niet het geval. Eersel en Reusel-De Mierden De gemeenteraden zijn betrokken (geweest) bij het regionale jeugdzorgbeleid, waaronder de inkoop van specialistische jeugdzorg via opiniërende sessies. Zij hebben voor de transitie van 1 januari 2015 ingestemd met het regionale beleidskader en het transitiearrangement. In de opiniërende sessies is nadien gesproken over onder andere het inkoopbeleid, maar de raden van beide gemeenten staan in deze op afstand. De halfjaarlijkse bestuursrapportages vanuit het CJG+ vormen de belangrijkste vorm van informatievoorziening over het lokale jeugdzorgbeleid aan de raad. De bestuursrapportage is tot half 2016 één keer warm overgedragen (raadsessie met CJG+, colleges en maatschappelijke partners). In deze rapportage staan gegevens over het aantal jeugdigen, instroom en de eerste resultaten met betrekking tot doelen en beoogde effecten. De rapportages vormen een adequate basis voor de gemeenteraden om de controlerende en sturende rol op te pakken. Oirschot De informatievoorziening aan de raad is in 2015 en 2016 niet optimaal geweest. De beleidsinformatie over de prestaties in de jeugdzorg is summier en biedt te weinig inzicht in de prestaties en vooral de 11

12 resultaten van het generalisten- en het specialistenteam. Onvoldoende duidelijk is in welke mate men de behoeften van de (potentiële) doelgroepen van de jeugdzorg kent. De informatievoorziening aan de raad heeft plaatsgevonden via de instelling van een klankbordgroep met deelnemers van de raadsfracties. Deze opzet heeft gebrekkig gefunctioneerd: de rol en de positie van de klankbordgroep waren voor sommige raadsleden niet duidelijk, niet altijd waren alle fracties vertegenwoordigd in de klankbordgroepvergaderingen en niet altijd bereikte de informatie alle raadsleden. Eén keer heeft een presentatie van WIJzer plaatsgevonden. Deze presentatie bevatte echter te weinig feitelijke beleidsinformatie. De raad is van mening te weinig geïnformeerd te zijn geweest en te weinig zicht te hebben op jeugdzorg. Hierdoor kon en kan de raad zijn controlerende rol niet goed vervullen en al zeker niet bijsturend optreden. 16. In welke mate is de raad in de gelegenheid zijn kaderstellende en controlerende rol waar te maken? In Eersel en Reusel-De Mierden zijn de raden in voldoende mate in de gelegenheid gesteld invloed uit te oefenen op de jeugdzorg, maar hebben zij daar onvoldoende gebruik van gemaakt. In Oirschot is de raad onvoldoende in de gelegenheid gesteld. Eersel en Reusel-De Mierden De gemeenteraden van Eersel en Reusel-De Mierden hebben in 2015 en in 2016 niet periodiek en structureel gesproken met de beide colleges over de voortgang in de jeugdzorg. Informatie is wel aangeboden, maar heeft niet geleid tot (plenaire) debatten, noch in controlerende, noch in besluitvormende zin. De gemeenteraad van Reusel-De Mierden heeft aangegeven dat men onvoldoende geïnformeerd is en daarmee onvoldoende heeft kunnen sturen. Oirschot De gemeenteraad van Oirschot is in 2015 en in 2016 onvoldoende in de gelegenheid gesteld zijn kaderstellende en controlerende rol waar te maken. De gekozen opzet (klankbordgroep) en de gebrekkige beleidsinformatie zijn daar debet aan. 12

13 3 Overkoepelende conclusies en aanbevelingen Conclusies: Eersel en Reusel-De Mierden De gemeenten Eersel en Reusel-De Mierden zijn op de goede weg met de inrichting en de uitvoering van de jeugdzorg. Er is een duidelijke keuze gemaakt voor aparte jeugdteams en een specialistisch Kempenteam en beide teams werken goed samen. De samenwerking met huisartsen en scholen is goed geregeld. De aansluiting met uitvoerders van de Wmo en de Participatiewet kan beter, waardoor een integraler aanbod tot stand kan komen. De beleidsinformatie van het CJG+ biedt voldoende mogelijkheden om actief te sturen op prestaties en resultaten in de jeugdzorg. De gemeenteraad zou hier beter en actiever gebruik van kunnen en moeten maken. Oirschot De gemeente Oirschot heeft gekozen voor de inrichting van een generalistenteam dat zich op alle leeftijden richt. In dat team is eveneens de verbinding gelegd met de Wmo en de Participatiewet (in de zin dat consulenten Wmo en Participatiewet deel uitmaken van dat team). Sterk is dat Oirschot nadrukkelijk de verbinding met het voorveld zoekt en ook vindt. Daardoor is men goed in staat preventief en outreachend te werken en vanuit dat concept een integraal aanbod te doen. De beleidsinformatie op gebied van jeugd biedt onvoldoende houvast voor college en raad om actief te sturen op prestaties en resultaten. De gemeenteraad is onvoldoende in de gelegenheid geweest op actief te sturen en controleren in de jeugdzorg. Uit dit onderzoek is niet gebleken dat een specialistisch jeugdteam tot andere resultaten leidt dan een generalisten team. Aanbevelingen Gezien het feit dat alle drie de gemeenten goed op weg zijn met de inrichting en uitvoering van de jeugdzorg, is er geen aanleiding voor het formuleren van aanbevelingen die een koerswijziging inhouden. Wel zien we aanleiding voor een aantal aanbevelingen die de ingezette koers kunnen verstevigen en de informatievoorziening aan de raad kunnen optimaliseren. Eersel en Reusel-De Mierden 1. Zet meer in op de samenwerking tussen het LOT en het KJT enerzijds en instellingen in het voorveld en de politie anderzijds, zodat meer aandacht besteed kan worden aan vroegsignalering en preventie. 2. Zet meer in op de samenwerking met de uitvoerders van de Wmo en de Participatiewet. 3. Werk de wachtlijsten weg door de formatie van het LOT beter af te stemmen op de behoefte aan jeugdzorg en -ondersteuning. 4. Betrek de gemeenteraden frequenter en intensiever bij de besluitvorming rond de inrichting en de prestaties van de jeugdzorg, zowel als het gaat om de lokale inrichting en de prestaties als om de regionale inrichting en de prestaties. 5. Zoek in de kaderstelling de afstemming tussen enerzijds jeugdzorg en anderzijds de andere transities. 13

14 Oirschot 1. Leg de afspraken met huisartsen schriftelijk vast. 2. Zorg voor meer adequate beleidsinformatie over de prestaties in de jeugdzorg, zodat eventuele financiële risico s beter beheersbaar worden. 3. Presenteer die beleidsinformatie in de vorm van een dashboard waar in ieder geval informatie opgenomen is over het bereik van doelgroepen, de omvang en de aard van de problematiek, eventuele wachtlijsten, aantal/percentage afgeronde trajecten in basis- en specialistische zorg en financiële resultaten. 4. Betrek de voltallige gemeenteraad frequenter en intensiever bij de besluitvorming rond de inrichting en de prestaties van de jeugdzorg, zowel als het gaat om de lokale inrichting en de prestaties als om de regionale inrichting en de prestaties. 14

15 4. Bestuurlijke reacties 15

16 16

17 17

18 18

19 19

20 20

21 21

22 22

23 23

24 24

25 5. Nawoord Per 1 januari 2015 is de overgang van de jeugdzorg naar gemeenten een feit. In dit onderzoek constateren wij dat de gemeenten Eersel, Reusel-De Mierden en Oirschot op de goede weg zijn. Dat geldt zowel qua keuzes, inrichting als uitvoering. Eersel en Reusel-De Mierden hebben aparte jeugdteams ingericht en een specialistisch Kempenteam. Oirschot kent een generalistenteam dat zich richt op alle leeftijden. In het generalistenteam is de koppeling gemaakt met de Wmo en de Participatiewet. Beide aanpakken werken goed. Er is daarmee geen noodzaak voor een strategische koerswijziging. Wel hebben wij enkele aanbevelingen gedaan die gericht zijn op het verfijnen van de afspraken met het maatschappelijk veld en het informeren van de raad. Uit de reacties van de gemeenten maken wij op dat de organisaties niet stilstaan en al druk bezig zijn met het implementeren van de aanbevelingen. Wij wensen uw gemeenten hiermee veel succes! Voor de volledigheid melden wij nog dat de bestuurlijke reactie van Oirschot heeft geleid tot een schriftelijke en telefonische reactie van onze kant. Rekenkamercommissie Kempengemeenten 25

26 Bijlage 1: Feitenrapport Jeugdzorg Rekenkamercommissie Kempengemeenten Maart

27 Inhoudsopgave 1 Inleiding Doel- en vraagstelling Uitvoering van het onderzoek Leeswijzer 20 2 Regionale beleidskaders Regionale beleidskaders Organisatie van de uitvoering De invloed van de raden op de transitie 25 3 Subregionale en lokale beleidskaders Subregionale en lokale beleidskaders Organisatie van de uitvoering De invloed van de raden op de transitie 33 4 De transformatie in praktijk Doelgroepen in beeld Samenwerking met het voorveld Werkprocessen LOT s Samenwerking met specialistische zorg en ondersteuning Eerste resultaten 48 Bijlage 1 52 Gehanteerd normenkader Bijlage 2 55 Geraadpleegde documenten Bijlage 3 58 Factsheet jeugdhulp Kempengemeenten Bijlage 4 60 Overzicht interviews Bijlage 5 62 Lijst met afkortingen 27

28 1 Inleiding Sinds 1 januari 2015 zijn de drie decentralisaties, van de Jeugdwet, de Awbz/Wmo en de Participatiewet, een feit. Vanaf de invoering van de nieuwe Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdzorg, die voorheen deels onder de verantwoordelijkheid van het Rijk en de provincies vielen. De doelen van deze transitie jeugdzorg zijn om het jeugdstelsel te vereenvoudigen en het efficiënter en effectiever te maken. Uitgangspunten van de Jeugdwet zijn onder andere integrale hulp bieden, door middel van één gezin, één plan, één regisseur en door het inzetten op de eigen kracht van de jeugdige en van het netwerk van de jeugdige. In de jaren voor de transitie konden gemeenten zich voorbereiden op deze stelselwijziging. Gemeenten moesten tijdens de voorbereiding antwoorden vinden op de vragen, die zich uitstrekten van een abstract en strategisch niveau (bepalen doelstellingen, invulling van begrippen als eigen kracht en integrale aanpak) tot een zeer technisch (inkoop, financiën) en concreet niveau (organisatie van zorg en ondersteuning). Veel gemeenten hebben gekozen voor het opzetten van sociale wijkteams, waarin de integrale aanpak van de 3 D s naar voren moest komen. Sociale wijkteams vormen een brede toegang voor zorg en ondersteuning vanuit zowel de Wmo als de Jeugdwet. Deze decentralisatie is gepaard gegaan met een bezuiniging van vijftien procent vanuit de gedachte dat als meer preventief en integraal wordt gewerkt, de hulpvraag kleiner wordt. Om meer inzicht te verschaffen in de stand van zaken ten aanzien van de jeugdzorg in Eersel, Reusel-De Mierden en Oirschot, heeft de rekenkamercommissie hier onderzoek naar uitgevoerd. Het betreft een tussenevaluatie die zich richt op de vraag of de drie gemeenten op de goede weg zijn inzake de jeugdhulp. Deze tussenevaluatie vindt anderhalf jaar na inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet plaats. 1.1 Doel- en vraagstelling Doel onderzoek Het onderzoek heeft tot doel de gemeenteraden van Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de transitie en transformatie van de jeugdhulp in de betreffende gemeenten en om na te gaan of de gemeenten met de door hen gemaakte keuzes op de goede weg zijn. Het onderzoek richt zich op de transitie jeugdhulp (de overgang, het neerzetten van een nieuw stelsel en het ontwikkelen van nieuw beleid), én op de transformatie (het realiseren van een inhoudelijk nieuwe werkwijze waarbij de klant centraal staat en begrippen als eigen kracht, inzet van het netwerk, één gezin, één plan, één regisseur centraal staan). 28

29 Vraagstelling De centrale onderzoeksvraag is: Hoe ontwikkelt de jeugdhulp zich in de gemeenten Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden en is men op de goede weg? Daarbij zijn de volgende deelvragen geformuleerd: Transitie: beleid en Kaderstelling 1. Welke kaders en richtlijnen hebben raad en college met elkaar afgesproken ten aanzien van de jeugdhulp? Hoe is de kwaliteit van deze kaders en richtlijnen? 2. Is er sprake van concreet benoemde doelen en resultaten? 3. Hoe hebben de gemeenten de toegang vorm gegeven? Welke keuzes zijn hierbij bepalend geweest? 4. Zijn de kaders en richtlijnen op het gebied van jeugdhulp expliciet en in samenhang afgestemd met de twee andere transities: Wmo 2015 en Participatiewet? Transitie: uitvoering 5. Hoe en bij wie hebben de gemeenten de uitvoering van de nieuwe taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het kader van de jeugdhulp belegd? 6. Welke samenwerkingsverbanden zijn er met betrekking tot de jeugdhulp ingericht (zowel met andere gemeenten als met diverse relevante maatschappelijke organisaties vanuit het perspectief van de gemeenten)? 7. Welke bestuurlijke en financiële risico s hangen samen met de gekozen organisatie van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden? Transformatie: beleid en uitvoering 8. In hoeverre en in welke mate wordt er in de praktijk al gewerkt conform de uitgangspunten van de transformatie zoals verwoord in de beleidsnota s van de gemeenten? 9. In hoeverre zijn de doelgroepen van het beleid goed in beeld? 10. Op welke wijze komen de begrippen eigen kracht, inzet van het netwerk en één gezin, één plan, één regisseur terug in de werkprocessen van de toegang, de wijkteams en de specialistische teams? 11. Hoe verloopt de samenwerking tussen het voorveld (de nulde lijn), de wijkteams en de specialisten uit de tweede lijn? 12. Wat gaat goed en wat kan beter? 13. Beheersen de gemeenten de (financiële) risico s? 14. Wat zijn de financiële resultaten over 2015? Hebben de gemeenten al inzicht in 2016 en volgende jaren? Bestuurlijk proces 15. In welke mate is de raad in de gelegenheid zijn kaderstellende en controlerende rol waar te maken? 16. Hoe is de informatievoorziening aan de raad? Is er een instrumentarium ingericht met doelen, indicatoren, resultaten en succesfactoren en kan de raad hiermee zijn controlerende rol goed vervullen en eventueel bijsturend optreden? 29

30 Vergelijking 17. Hoe hebben de drie gemeenten de jeugdhulp ingericht, zowel qua beleid als uitvoering? Wat zijn daarin relevante overeenkomsten en verschillen? Wat kunnen de gemeenten van elkaar leren ( best practices en/of mogelijke kruisbestuiving)? Om deze onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden is gebruik gemaakt van een normenkader. Dit normenkader is te vinden in bijlage Uitvoering van het onderzoek Het onderzoek is gestart in juli 2016.De onderzoeksperiode vond plaats van juli tot en met december Informatie die na deze periode beschikbaar is gesteld, is waar relevant in een voetnoot vermeld. In onderstaande tabel is de uitvoering van het onderzoek weergegeven. Fase Activiteiten Resultaat 1 Startoverleg met de RKC Een vastgestelde aanpak, normenkader en planning 2 Beleidsanalyse (het bestuderen van alle Inzicht in het regionale, subregionale en lokale beleid, de werkwijze, kaders en richtlijnen op het gebied van jeugdhulp relevante beleidsdocumenten met betrekking tot de jeugdhulp) 3 Webanalyse (gegevens van Inzicht in gegevens over het gebruik van jeugdhulp in de drie CBS afkomstig) 4 Interviews ambtenaren en bestuurders 5 Interviews uitvoerders jeugdhulp, waaronder: Wijkteam coördinatoren Wijkteammedewerkers Eerste- en tweedelijns uitvoerders jeugdhulp 6 Gesprekken fractiespecialisten van de afzonderlijke gemeenten Aanvulling en verdieping op de informatie uit de eerste drie fasen, inzicht in de uitgangspunten van het jeugdhulpbeleid en van de stand van zaken rondom de uitvoering daarvan. Verdiepend inzicht in de werkwijze van de wijkteams 1, het functioneren van de toegang, vroegsignalering, de relaties van de wijkteams met het voorveld en met de specialistische zorg, de mate van inzet op de eigen kracht van inwoners en de integraliteit van de aanpak. Inzicht in de informatievoorziening aan de raad over de decentralisatie in de jeugdhulp, de transitie, en de transformatie raadsleden 7 Analyse en rapportage Beantwoording van de onderzoeksvragen en een vergelijking tussen de drie gemeenten In de tweede fase van het onderzoek zijn alle relevante documenten opgevraagd en geanalyseerd met als doel de regionale, subregionale en lokale beleidskaders voor jeugdhulp in kaart te brengen. In bijlage 2 treft u een overzicht van de geanalyseerde documenten. In fase drie is een webanalyse uitgevoerd en zijn relevante gegevens verzameld over het gebruik van jeugdhulp. Op basis van de gegevens van het CBS is een factsheet opgesteld, met daarin per gemeente inzichtelijk gemaakt hoeveel jeugdigen gebruikmaken van het type jeugdhulp. Dit factsheet is te vinden in bijlage 3. Na de afronding van de beleids- en webanalyse hebben gesprekken plaatsgevonden met de voor de Jeugdwet verantwoordelijke bestuurders. In deze gesprekken is nader ingegaan op de transformatie in de praktijk. Dit was tevens onderwerp van gesprek met de beleidsambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de jeugdhulp. Vervolgens hebben er gesprekken plaatsgevonden met de uitvoerders van de jeugdhulp. Gesproken is met coördinatoren van de wijkteams, met wijkteam medewerkers zelf en ook met eerste- en tweedelijns uitvoerders van jeugdhulp. In al deze gesprekken stonden de transformatiedoelen centraal: preventief werken, sturen op eigen kracht en de integrale aanpak. Tevens zijn deze transformatiedoelen getoetst aan de hand van een geanonimiseerde casus. 1 We hebben ervoor gekozen om de term wijkteams te gebruiken als we het in het algemeen over wijkteams hebben en niet specifiek over bijvoorbeeld het generalistenteam van de gemeente Oirschot. 30

31 Ten slotte hebben twee groepsgesprekken plaatsgevonden met fractiespecialisten uit de raad. Voor de gemeenten Eersel en Reusel-De Mierden was dit een gezamenlijke bijeenkomst, voor de gemeente Oirschot was er een aparte bijeenkomst 2. In deze gesprekken is aandacht besteed aan de informatievoorziening aan de raad over de decentralisatie in de jeugdhulp. In bijlage 4 vindt u een volledig overzicht van de gesprekken, die we hebben gevoerd met de verschillende gesprekspartners. 1.3 Leeswijzer De rapportage is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk twee beschrijft de regionale beleidskaders, de organisatie van de regionale samenwerking en sluit af met een korte beschrijving van het beleidsproces en de invloed van de gemeenteraad. Vervolgens worden in hoofdstuk drie de subregionale en de lokale beleidskaders van de drie gemeenten omschreven. Ten slotte komt in hoofdstuk vier de transformatie van de jeugdhulp in de praktijk aan bod. Vragen die daarbij aan de orde komen, zijn onder andere in hoeverre de doelgroepen in beeld zijn, op welke wijze er in de praktijk wordt samengewerkt met het voorveld en in hoeverre er in de wijkteams gewerkt wordt conform de uitgangspunten van de transformatie. 2 Bij het gesprek in Oirschot waren alle fracties vertegenwoordigd, bij het gesprek in Eersel en Reusel de Mierden waren van Reusel de Mierden drie fracties vertegenwoordigd en van Eersel één. 31

32 2 Regionale beleidskaders In de Jeugdwet is vastgelegd dat gemeenten op een aantal onderdelen verplicht bovenlokaal moeten samenwerken. Dit betreft de taken op het gebied van jeugdbescherming en jeugdreclassering, gesloten jeugdhulp, Steunpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (Veilig Thuis) en de Kindertelefoon. Daarnaast kunnen gemeenten ook op andere delen binnen de Jeugdwet regionaal samenwerken vanuit het oogpunt van efficiëntie. Voordelen van regionale samenwerking zijn dat kennis en expertise gebundeld kunnen worden en de inkoopkracht kan worden versterkt. 3 Eersel, Reusel-De Mierden en Oirschot maken deel uit van de regio Zuidoost-Brabant. Deze regio bestaat uit een samenwerking tussen 21 gemeenten, waarvan Eindhoven verantwoordelijk is voor inkoop en contractbeheer. 4 Hieronder komen allereerst de regionale kaders aan bod, vervolgens de organisatie van de regionale samenwerking en het hoofdstuk sluit af met een korte beschrijving van het beleidsproces en de invloed van de gemeenteraad. 2.1 Regionale beleidskaders In de nota 21 voor de jeugd, samenwerking op jeugdhulp in Zuidoost-Brabant hebben de 21 gemeenten in de regio in 2011/2012 gezamenlijk kaders geformuleerd met betrekking tot de decentralisatie van de jeugdhulp. Centraal staan de volgende uitgangspunten: 5 De nadruk ligt op normaliseren en niet op problematiseren. Ouders zijn primair verantwoordelijk. De leefomgeving van het kind is het fundament bij het opgroeien en de ontwikkeling van kinderen. Ondersteuning moet gericht zijn op het versterken van de eigen kracht en die van de omgeving (familie, wijk, school) en er geldt een inspanningsplicht voor de omgeving. Eén gezin, één plan, één coördinator. Ondersteuning is zo ingericht dat met minder professionals meer problemen aangepakt kunnen worden (geen overbodige schakels in klantroute). De nota is opgesteld vanuit de filosofie lokaal waar mogelijk, regionaal waar nodig. Wat dat laatste punt betreft wordt onder meer melding gemaakt van regionale inkoop van specialistische voorzieningen en risicospreiding tussen gemeenten. De samenwerking tussen de 21 gemeenten concentreert zich op de volgende aspecten: inzet specialistische zorg; wettelijke taken waarop bovenlokale samenwerking verplicht is (jeugdbescherming en jeugdreclassering, Veilig Thuis 6 en Kindertelefoon); financiën en sturing (gezamenlijke inkoop en risicospreiding bij zeer dure vormen van zorg) 3 Sociaal beleidskader gemeente Oirschot, Lokale beleidskaders voor de decentralisatie Jeugdzorg, overheveling AWBZ naar Wmo, de invoering van de Participatiewet en de Wet Passend Onderwijs, Oirschot: vastgesteld door de gemeenteraad op 24 juni De regio Zuidoost-Brabant bestaat uit de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. 5 Deze uitgangspunten zijn uitgebreider uitgewerkt in een functioneel model, aan de hand waarvan de gemeenten vervolgens eigen beleid hebben vormgegeven. 6 Voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling heeft de regio een regiovisie opgesteld (Regiovisie aanpak Geweld in huiselijke kring en Kindermishandeling, , Fregeres, J.M.D. & Scheepers, E.F.B., 2015). 32

33 Bovengenoemde nota is besproken en vastgesteld in de gemeenteraden van de 21 gemeenten. Zowel de kaders als het functioneel model zijn gebaseerd op het wrap around care -principe. Dit principe staat voor een werkwijze waarbij een generalist, op basis van het gezinsplan praktische vraaggerichte ondersteuning biedt in het gezin, en andere noodzakelijke ondersteuning organiseert rondom het gezin. De generalist activeert de eigen kracht en het sociale netwerk van het gezin. 2.2 Organisatie van de uitvoering De regio heeft gezamenlijk contracten afgesloten met een groot aantal aanbieders van specialistische jeugdhulp, zoals zorg met verblijf en dagbehandeling, en jeugd-ggz. Eindhoven verzorgt de inkoop en het contractbeheer van (boven)regionale jeugdhulptaken namens de regiogemeenten. 7 Naast de structuur rondom de inkooporganisatie is er een regionale samenwerking rondom transitie en transformatie van jeugdhulp. Dit krijgt vorm in een werkplan dat jaarlijks (2015, 2016) en vanaf 2017 meerjarig wordt vastgesteld. In het kader van deze samenwerking zijn de gemeenten een samenwerkings- en dienstverleningsovereenkomst (DVO) aangegaan met de gemeente Eindhoven. 8 De regionale samenwerking krijgt bestuurlijke invulling via het Portefeuillehouders Overleg Jeugd (POHO) en de Stuurgroep Jeugd (zie ook figuur 1). De wethouder Jeugd van de gemeente Eindhoven is namens de 21 gemeenten voorzitter van deze stuurgroep. Van elke subregio heeft een bestuurlijk vertegenwoordiger zitting in de Stuurgroep Jeugd. 9 Namens de Kempengemeente is dat de wethouder van Eersel. Het POHO en de Stuurgroep Jeugd monitoren en houden bestuurlijk toezicht op de uitvoering van de regionale jeugdhulptaken. Daarnaast is er ambtelijk overleg in het Ambtelijk Overleg Zuidoost (AO) en het A-team waarin de regio s zijn vertegenwoordigd. Er is een onafhankelijk regionaal projectleider aangesteld om in de positie van ambtelijk secretaris van het POHO, Stuurgroep Jeugd en voorzitter van het ambtelijk overleg en A-team ervoor te zorgen dat de gestelde projectdoelen behaald worden. Bestuurders van instellingen jeugdhulp en cliëntenorganisaties hebben vier keer per jaar overleg met de Stuurgroep Jeugd, voornamelijk om in gesprek te blijven over de transformatie. Tevens is er wat betreft transformatie in 2014 een Regionale Coördinatiegroep Transformatie opgericht, met vertegenwoordigers uit gemeenten, aanbieders en cliëntorganisaties. Deze Coördinatiegroep Transformatie heeft de opdracht gegeven werkgroepen in te stellen rond verschillende aspecten van de transformatie. De werkgroepen zijn gevormd rond de volgende thema s: afstemming en samenwerking hulpverleners/aanbieders met de toegangsteams in de gemeenten; optimaliseren zorgketens tussen specialistische instellingen, gericht op de 24 uurs-zorg en behandeling; optimaliseren zorgketens tussen specialistische instellingen, gericht op ambulante (dag-) behandeling; realisatie transformatie met behulp van mogelijkheden van E-Health; realisatie van een doorlopende lijn tussen 18- en Bron: 21 voor de jeugd 2.0, In de notitie Dienstverleningsmodel DVO 2015 en 2016 (Eindhoven, 2015) staan concrete afspraken benoemd over welke taken de gemeente Eindhoven heeft met betrekking tot de inkoop van jeugdzorg. 8 Samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost Brabant, Regionaal Werkplan 2015 (Regio Zuidoost- Brabant, 2015)

34 Figuur 1 Regionale structuur voor samenwerking 10 Monitoren wordt niet regionaal opgepakt: wel vindt er een evaluatie plaats van het inkoopproces en worden er tweemaal per jaar Balansdagen gehouden samen met cliëntvertegenwoordigers en instellingen. Tijdens deze dagen wordt het transitieproces geëvalueerd Regionale crisisdienst, Veilig Thuis en het gedwongen kader De wettelijk verplichte regionale crisisdienst, heeft vorm gekregen in de organisatie van Spoed4Jeugd waarin verschillende regionale (zorg)instellingen hun crisishulp op elkaar afstemmen en op deze wijze de schotten tussen sectoren binnen de jeugd willen beslechten en transformatie mogelijk maken (Regionaal Werkplan 2015). 12 In 2017 wordt een besluit verwacht over het doorgroeien naar een integrale crisisdienst voor alle leeftijdsgroepen. Met betrekking tot Veilig Thuis heeft de regio besloten om de casusregie te beleggen bij de lokale teams, tenzij Veilig Thuis vanwege de ernst van de problematiek van de casus tijdens de triage beslist om de casus op te pakken. Daarbij wordt dan een generalist betrokken in de gevallen dat het kan (gezien de problematiek) en als mensen vrijwillig meewerken. Daarnaast heeft Veilig Thuis ZO Brabant enkele extra taken zoals het voeren van casusregie in complexe situaties met een verhoogd risico, casusregie bij Tijdelijk Huisverbod en Voorlichting. Eindhoven en Helmond zijn binnen de regio de trekkers van de ontwikkeling van Veilig Thuis Regionaal Werkplan 2015, pagina Regionaal Werkplan De wens is dat regionaal alle jeugdigen en gezinnen die in een crisissituatie belanden, na uur het meest passende zorgtraject ontvangen, waardoor de kans op inzet van zwaardere zorgvormen wordt voorkomen (Spoed4Jeugd Zuidoost-Brabant, een kans voor transitie en transformatie van jeugdzorg, Corler, van & Heijnen, 2014). 13 Veilig Thuis Zuidoost-Brabant, Advies- en meldpunt geweld in huiselijke kring en kindermishandeling. Organisatie en inrichtingsplan (Fregeres, J.M.D. & Scheepers, E.F.B., 2014). 34

35 Wat betreft de samenwerking tussen de gemeenten en de Raad voor de Kinderbescherming zijn regionale afspraken vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. In de regio zijn voor jeugdbescherming en jeugdreclassering Bureau Jeugdzorg (BJZ) en de William Schrikker Groep gecontracteerd als gecertificeerde instelling (voor zowel 2015 als 2016). Vervolgens ontving BJZ begin 2015 geen certificering en heeft de William Schrikker Groep tijdelijk als enige GI gefunctioneerd. In april 2015 heeft Bureau Jeugdzorg Brabant een certificaat gekregen van het Keurmerkinstituut en werd BJZ ook gecontracteerd voor de taken van jeugdbescherming, jeugdreclassering en spoedeisende zorg (naast de al gecontracteerde William Schrikker Groep) Regionale inkoop De tweedelijns specialistische jeugdhulp en Jeugdhulp met verblijf wordt regionaal ingekocht via de gemeente Eindhoven die daartoe door de meeste gemeenten uit de regio gemandateerd is. 15 Er is voor gekozen om de jeugdhulp via een bestuurlijke aanbestedingsprocedure in te kopen: potentiele aanbieders moeten als stap 1 een basisdocument ondertekenen waarin zij gevraagd worden in te stemmen met de aanbestedingsregels. Meer dan 100 aanbieders hebben dit gedaan. Stap 2 omvat de eigenlijke aanbestedingsprocedure waarin aanbieders op basis van kwaliteit, prijs en beschikbaarheid worden geselecteerd. In juli 2015 heeft de gemeenteraad van Eindhoven de inkoopkaders voor 2016 vastgesteld 16. Leidend bij de inkoop is de (vernieuwde) productencatalogus die drie hoofdcategorieën diensten onderscheidt: wonen, zelfstandig leven en maatschappelijke deelname/werk Ontwikkeltafel Jeugd Vanaf mei 2015 wordt er in de regio gewerkt met een fysieke en een virtuele ontwikkeltafel jeugd. De fysieke ontwikkeltafel Jeugd wordt gevormd door vertegenwoordigers van instellingen, cliëntorganisaties en gemeenten in Zuidoost-Brabant. De eerder opgerichte Regionale coördinatiegroep transformatie Zuidoost Brabant is in deze fysieke ontwikkeltafel opgegaan. De gemeenten Eindhoven, Veldhoven, Helmond, Geldrop en Gemert-Bakel zitten namens de gemeenten aan in deze ontwikkeltafel Op de goede weg? Uit een memo van een discussiebijeenkomst over de jeugdhulp in de regio Zuidoost-Brabant op 16 maart 2016 blijkt dat zowel bestuurders als uitvoerders van gemeenten en instellingen over het algemeen tevreden zijn over de ruimte die er binnen de regio is voor goede jeugdhulp. De tachtig aanwezigen (zowel professionals van instellingen als bestuurders en uitvoerders van gemeenten) waren eveneens tevreden over de integrale samenwerking op cliëntniveau, over de wijze waarop wordt geprobeerd om zorg af te schalen en over het vergroten van het kostenbewustzijn. Verbeterpunten die werden genoemd, zijn onder andere de samenwerking tussen jeugdhulp en onderwijs, het verkrijgen van informatieve gegevens die inzicht verschaffen in het gebruik en de effectiviteit van (typen) zorg in de regio en het verminderen van de administratieve lasten, ook voor cliënten. Deze punten waarop verbetering wenselijk is, zien we ook terug bij andere gemeenten waar de jeugdhulpstructuur geëvalueerd is. 17 Bovengenoemde tevredenheid over de regionale samenwerking wordt bevestigd door de bestuurders van Oirschot, Eersel en Reusel-De Mierden die we hebben gesproken. De regionale samenwerking biedt naar hun mening tevens voldoende ruimte om subregionaal/lokaal eigen keuzes te kunnen maken. 14 Jaarverslag en jaarrekening 2015 (Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, 2016). 15 Uitzonderingen zijn Helmond, de Peelgemeenten en de Dommelvallei+ gemeenten, die deels zelf inkopen. 16 Adviesnota Opdracht sociaal domein 2016, kaders om te transformeren in de sociale uitvoeringspraktijk 17 Onder andere Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Amersfoort. 35

36 2.3. De invloed van de raden op de transitie De verschillende regionale beleidskaders (zoals het beleidsplan 21 voor de jeugd, het regionaal werkplan, en het dienstverleningsmodel) zijn besproken in de raden van Eersel, Reusel-De Mierden als Oirschot. 18 Uit een collegebesluit van Oirschot blijkt dat het college op 23 juli 2013 heeft ingestemd met de nota 21 voor de jeugd, samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost Brabant. In dit collegebesluit wordt benoemd dat dit besluit actief wordt gecommuniceerd met de klankbordgroep (deze heeft een uitnodiging ontvangen op 10 september 2013 voor een bijeenkomst om ervaringen uit te wisselen op het terrein van jeugdzorg) en met de gemeenteraad (raadsinformatiebrief is verzonden op 13 augustus 2013). 19 Tevens hebben de gemeenteraden van de 21 gemeenten in de regio Zuidoost Brabant vóór 1 maart 2014 ingestemd met het Regionaal Transitie Arrangement (RTA) Jeugdzorg. De gemeenteraad van Oirschot heeft reeds op 3 december 2013 ingestemd met het RTA. 20 De regionale structuur die is opgezet om de regionale samenwerking bestuurlijk en ambtelijk vorm te gegeven, werkt volgens ambtenaren van Oirschot, Eersel en Reusel-De Mierden naar behoren. Het is wel zaak voor de kleinere gemeenten om zich assertief en directief op te stellen in het regionale overleg zowel bestuurlijk als ambtelijk, aldus enkele geïnterviewden. De raden worden door middel van onder andere opiniërende sessies betrokken bij de besluitvorming over de inrichting van de jeugdhulp, zoals ook uit onderstaand citaat blijkt: 21 De constructie met het POHO, de Stuurgroep, het A team (ambtenaren van de subregio s) en het ambtelijk overleg (21 ambtenaren van alle gemeenten in de Regio) functioneert naar behoren. Hoe directief je daarin kan zijn als kleine gemeente(n) is afhankelijk van hoe belangrijk je dat vindt. In gezamenlijkheid kom je regionaal tot voorstellen. Er hebben voorafgaande aan 2015 diverse opiniërende sessies met de gemeenteraden plaatsgevonden. Gezamenlijk maar ook voor de raden afzonderlijk. 18 Zoals blijkt uit de verschillende interviews, gehouden op 4 oktober 2016 met ambtenaren van Eersel en Reusel-De Mierden en op 12 oktober met ambtenaren en wethouder van Oirschot. 19 Collegebesluit B. en W. (23 juli 2013). Inzake: 21 voor de jeugd samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost Brabant (Gemeente Oirschot, 23 juli 2013). 20 Raadsbesluit B. en W. inzake: Regionaal Transitie Arrangement (RTA) Jeugdzorg (Gemeente Oirschot, 3 december 2013). 21 Interview op 4 oktober 2016 met ambtenaren van Eersel en Reusel-De Mierden. 36

37 3 Subregionale en lokale beleidskaders In dit hoofdstuk omschrijven we de subregionale/lokale beleidskaders van de gemeenten Eersel, Reusel-De Mierden en Oirschot. We beschrijven Eersel en Reusel-De Mierden tezamen omdat zij gezamenlijke beleidskaders hanteren. 3.1 Subregionale en lokale beleidskaders Eersel en Reusel-De Mierden De gemeenten Reusel-De Mierden en Eersel werken op het gebied van jeugd samen met de gemeenten Bladel en Bergeijk. Voor de administratieve verwerking in de backoffice wordt ook met Oirschot samengewerkt. 22 De Kempengemeenten (min Oirschot) beschouwen de transitie en transformatie als een serieuze opgave om samen te werken aan passende ondersteuning voor de jeugd en hun ouders: dichtbij, in samenhang en effectief. 23 Dichtbij: hulp en ondersteuning moet voor jeugdigen en hun gezinnen toegankelijk zijn en zo dichtbij mogelijk worden georganiseerd. In samenhang: eigen kracht en netwerk wordt in beeld gebracht en er wordt een samenhangend aanbod aangeboden. Effectief: er wordt ingezet op de effectiviteit van de ondersteuner (goede relatie cliënthulpverlener, gestructureerd werken et cetera). Het doel is om te bereiken dat meer kinderen opgroeien in een kansrijk en veilig thuis tot zelfstandige burgers die actief deelnemen aan de samenleving en zowel sociaal als economisch zelfredzaam zijn. De vier gemeenten hebben naast de landelijke en regionaal vastgestelde kaders rondom Jeugdhulp nog aanvullende kaders vastgesteld. Dit betreft de volgende vier punten: 1. De generalist is spin in het web en kijkt met een onafhankelijke blik (deze medewerker is niet gebonden aan een organisatie die specialistische zorg levert). 2. Specialisten worden alleen ingezet waar nodig, generalisten waar mogelijk, om zo de instroom in specialistische zorg te verminderen. 3. De generalisten werken proactief en vindplaatsgericht, aangezien inwoners in de Kempen vaak pas op een laat moment hulp inroepen. 4. Om de lokale kracht te benutten bij het signaleren en voorkomen van problemen, wordt uitgegaan van de vraag en de kracht van de burger en van de wijk. 24 Reusel-De Mierden heeft nog enkele aanvullende uitgangspunten benoemd: Door middel van collectieve preventieprogramma s en preventieve ondersteuning wordt ervoor gezorgd dat kinderen opgroeien in een stimulerende en zorgzame omgeving. De route naar de specialist mag geen overbodige schakels hebben en het streven is om geen wachtlijsten te hebben. Bovenlokale samenwerking moet alleen worden aangegaan als dit leidt tot financiële of inhoudelijke meerwaarde en betere zorg. 22 Eersel, Reusel-De Mierden, Bladel, Bergeijk en Oirschot vormen tezamen de zogenoemde Kempengemeenten. In het vervolg reserveren wij deze term voor een samenwerkingsverband waar alle vijf gemeenten in participeren. Daar waar dat anders is, geven we dat aan. 23 Meerjaren beleidskader, Jeugdhulp in de Kempen (Kuijpers, Kremers, Leeuwen, van, Sanders, Meeuwisse, Noten & Kiewik, 2014). 24 Meerjaren beleidskader, Jeugdhulp in de Kempen (Kuijpers et al., 2014). 37

38 Verantwoordelijkheden en budgetten moeten zo laag mogelijk belegd worden. 25 De Kempengemeenten (min Oirschot) hebben een gezamenlijk document opgesteld waarin is aangegeven hoe met onderwerpen als gegevensverwerking, privacy en klachtrecht wordt omgegaan. De volgende uitdagingen worden genoemd: vroegtijdig signaleren, versterking van het bereik van allochtone gezinnen, inzet op problemen van ouders, doelgroepanalyse gedwongen kader, uitgaan van mogelijkheden en inzet op de eigen kracht van gezinnen. 26 Doelen en resultaten In het meerjarenbeleidskader Jeugdhulp zijn vijf beoogde maatschappelijke effecten en zeven meetbare resultaten benoemd (zie tabel 1). 27 In 2017 wordt aan de hand van de resultaten geëvalueerd of er bijsturing nodig is en vindt er voorafgaand een 0-meting plaats. Tabel 1 Beoogde maatschappelijke effecten en meetbare resultaten van de jeugdhulp 28 Beoogde maatschappelijke effecten: 1 Ouders benutten hun eigen kracht en die van de omgeving bij het oplossen van opgroei- en opvoedproblemen. 2 Elke afzonderlijke Kempengemeente heeft een sterke sociale samenleving, waardoor problemen klein blijven en talenten worden ontwikkeld; collectieve preventie draagt daaraan bij. 3 In de Kempen wordt, waar nodig, passende ondersteuning en bescherming (zoveel mogelijk) in de vertrouwde omgeving geboden. 4 De jeugdhulp in de Kempengemeenten is kwalitatief goed, dichtbij, effectief, in samenhang en betaalbaar. De zorgconsumptie buiten de thuissituatie vermindert. 5 In de Kempen wordt de jeugdhulp afgestemd op de geboden onderwijs-, opvang-, of werkplek van de jeugdige en vice versa. Meetbare resultaten in 2017: 1 Beschikken professionals van het lokale ondersteuningsteam en het Kempenteam over de competenties en bevoegdheden om snel en adequaat te signaleren, gezinnen in hun eigen kracht te ondersteunen, adviseren, door te verwijzen en (specialistische) hulp te coördineren ten behoeve van een samenhangend gezinsplan? 2 Worden gezinnen die onvoldoende zelfredzaam zijn, bij problemen op verschillende leefgebieden, die zich melden of worden gesignaleerd, ondersteund door het Kempenteam? 3 Is er bij ondersteuningsvragen op verschillende leefgebieden een eenduidig gezinsplan met criteria voor de ondersteuning, opgesteld door het lokale ondersteuningsteam of Kempenteam, samen met de verantwoordelijke ouder(s) of gezaghebbenden? 4 Wordt alle ondersteuning zoveel mogelijk in het dagelijks leven van het gezin aangeboden? Specialistische inzet buiten deze setting vindt alleen plaats als de problematiek en/of de veiligheidssituatie dat nadrukkelijk vereisen wat tot uiting komt in het gezinsplan en na raadplegen van het Adviserend Expertteam. 5 Is Jeugdhulp, indien nodig, afgestemd met interventies in of rondom het gezin op het gebied van veiligheid, (passend) onderwijs, opvang, werk en inkomen, maatschappelijke ondersteuning, (jeugd)gezondheidszorg, vrije tijd en wonen? 6 Is de inzet van specialistische zorg verminderd ten opzichte van 2015 en 2016? 7 Is er een heldere en inzichtelijke ondersteunings- en zorgstructuur in en om de scholen, ingericht door scholen en gemeente? 25 Meerjaren beleidskader, Jeugdhulp in de Kempen (Kuijpers et al., 2014). 26 Meerjaren beleidskader Jeugdhulp in de Kempen (Kuijpers et al., 2014). 27 In dit document worden eveneens kwaliteitseisen omschreven die de Kempengemeenten willen stellen aan de jeugdhulp, zoals het gebruik van een gezinsplan en de zelfredzaamheidsmatrix (aanvullend aan de wettelijke eisen die gesteld worden). 28 Meerjaren beleidskader, Jeugdhulp in de Kempen , pagina s 14 en 15 (Kuijpers et al., 2014). 38

39 Oirschot In het Sociaal Beleidskader van de gemeente Oirschot 29 wordt de visie op het sociaal domein en het daarbij gestelde ambitieniveau beschreven. Oirschot heeft ervoor gekozen de beleidskaders Jeugd, Wmo, Participatiewet en Passend Onderwijs in één document te integreren, in verband met een integrale benadering van de decentralisaties. Iedere burger, ieder gezin en iedere jeugdige wordt vanaf 2015 door de gemeente Oirschot geholpen. Geen burger, gezin of jeugdige valt tussen wal en schip. De sociale piramide vormt de basis van de visie van het sociaal domein. Dit houdt in dat mensen allereerst zelf verantwoordelijk zijn voor hun sociale netwerk, het voeren van een huishouden en deelnemen aan de maatschappij (nulde lijn). Wanneer dit nodig is, kunnen burgers hulp krijgen uit de eerste of tweede lijn, maar de basis blijft de nuldelijn. Daarnaast benoemt Oirschot de volgende uitgangspunten wat betreft het sociaal beleid: 1. Er wordt uitgegaan van de eigen kracht en zelfredzaamheid van burgers waarbij de zelfredzaamheidsmatrix wordt gebruikt als instrument (de gemeente zet in op het versterken van de nullijn, preventie en vroegsignalering). 2. Qua maatschappelijke inzet en participatie gaat de gemeente ervan uit dat inwoners zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren en wonen, zelfredzaam zijn en participeren in de samenleving. De gemeente verwacht wederkerigheid van met name de inwoners die hulp en ondersteuning ontvangen. 3. De gemeente hanteert een integrale benadering als het gaat om de toegang (één gezin, één plan, één regisseur); er is één loket en het uitgangspunt is generalistisch waar mogelijk en specialistisch waar nodig. 4. Ten aanzien van de organisatie van de uitvoering is besloten dat de frontoffice zo lokaal mogelijk wordt georganiseerd en de backoffice op subregionaal niveau. Centraal uitgangspunt is dat de gemeente inwoners wil helpen om zichzelf te helpen en om daarbij uit te gaan van de eigen kracht. Oirschot wil de komende jaren de nadruk leggen op de transformatie van de samenleving; versterking van de functie van de basisstructuur (onderwijs, verenigingen en kinderopvang) door aandacht te hebben voor de preventieve en signalerende rol en in te zetten op het verbeteren van de toegang tot zorg en ondersteuning. 30 In de kadernota worden de volgende ambities gesteld met betrekking tot zorg, werkgelegenheid en participatie: Alle inwoners die dat nodig hebben, worden door de gemeente geholpen. Inwoners en de samenleving zijn (meer) zelfredzaam. De netwerken worden versterkt; extra aandacht gaat uit naar mantelzorgers, de kwaliteit van de dienstverlening van WIJzer en de communicatie. Doorontwikkeling van de integrale toegang. In de kadernota worden de volgende kwaliteitseisen genoemd waarop gemonitord gaat worden: inzet en uitkomsten van de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM), de focus op eigen kracht, sociale samenleving, effectief samenwerken, nadruk op preventief en laagdrempelig werken. 29 Sociaal beleidskader, voor elkaar, door elkaar, met elkaar, vastgesteld door de gemeenteraad op 24 juni Kadernota 2017, gemeente Oirschot. 39

40 3.2 Organisatie van de uitvoering Organisatie van de toegang Eersel en Reusel-De Mierden De transitie jeugdhulp is ingericht conform onderstaand model. Dit model is uitgangspunt voor alle Kempengemeenten (behalve Oirschot) en is in juni 2013 door alle gemeenteraden van de Kempengemeenten (behalve Oirschot) vastgesteld. Figuur 1 Dienstverleningsmodel jeugdhulp in de Kempen Het uitgangspunt in dit model is dat de lokale ondersteuningsteams (LOT s) zich bezighouden met lichte/enkelvoudige vragen en bij complexe problematiek het Kempenteam Jeugdhulp inschakelen. De LOT s werken nauw samen met organisaties en instellingen die actief zijn in de vijf onderscheiden leefgebieden, dus inclusief de gemeentelijke loketten die zich bezighouden met de toegang tot de Wmo, Participatiewet en wonen. Zichtbaarheid en laagdrempelige toegang is daarbij het uitgangspunt. De bemensing van het LOT en KTJ loopt via de Combinatie Jeugdzorg als hoofdaannemer. De jeugden gezinswerkers komen van verschillende onderaannemers. In het CJG+ zijn vier teams met jeugd- en gezinswerkers actief, de zogeheten Lokale Ondersteuningsteams (LOT s). Elke gemeente beschikt over een LOT. Dit LOT richt zich op jeugdigen en hun ouders/verzorgers. De teams dragen zorg voor het bieden van ondersteuning bij enkelvoudige, lichte vragen op het gebied van opvoeden en opgroeien. De LOT s vormen de toegangspoort naar ondersteuning. De LOT s hebben als taak om o.a. informatie en (opvoed)advies te verzorgen en zich bezig te houden met: jongerencoaching, online hulpverlening, gezinsondersteuning & casusregie en voorlichting, cursussen en trainingen. 31 Voor meervoudige problematieken en/of problematiek gericht op veiligheid schakelt het LOT het Kempenteam voor Jeugdhulp (KTJ) in, dat eveneens deel uitmaakt van het CJG+. Het KTJ levert de ondersteuning zoveel mogelijk zelf, maar kan ook specialistische hulp inzetten. Zowel professionals van het KTJ als van het LOT zijn bevoegd om specialistische hulp in te zetten. Zowel in het LOT als in 31 Verordening Jeugdhulp (Kempengemeenten, 2015). 40

41 het KTJ werken generalisten, die de mogelijkheid hebben om specialistische hulp in te zetten waar nodig en fungeren als coach, regisseur en aannemer (regelen en doen) van het gezin. Naast de LOT s en het KTJ is er een adviserend expertteam, dat geraadpleegd kan worden bij het maken van de juiste inschatting wanneer het complexe vragen betreft. De coördinatie van zowel de LOT s als het KTJ ligt in handen van één Coördinatieteam. Het LOT, het KTJ, het coördinatieteam en het adviserend expertteam samen vormen het CJG+. 32 In 2015 zijn het dienstverleningsmodel en de organisatie-inrichting van de afdeling Jeugdhulp van de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten (GRSK) geëvalueerd voor de Kempengemeenten (min Oirschot). De organisatie van het CJG+ wordt over het algemeen positief gewaardeerd. De LOT-coördinatoren en de kwartiermaker zijn overbelast in taken, daarom wordt aanbevolen om deze functies te verhogen met 0,7 fte. Daarnaast wordt benoemd dat de professionals meer ontlast zouden kunnen worden van administratieve taken, door de administratieve front office verder te ontwikkelen. 33 Oirschot Wat betreft de organisatie en uitvoering van de Jeugdwet werkt de gemeente Oirschot nauw samen met de gemeenten Best en Veldhoven: de drie gemeenten hanteren eenzelfde visie op organisatie en uitvoering van dienstverlening aan de burger vanuit het perspectief van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet, namelijk een integrale dienstverlening die alle drie de decentralisaties omvat. De gemeente Oirschot heeft er dus voor gekozen om één centrale toegang te regelen voor alle vragen op het gebied van Wmo, Jeugd en Participatiewet: WIJzer 34, het loket waar mensen fysiek, digitaal of telefonisch terecht kunnen. De toegang tot het gemeentelijk aanbod van voorzieningen kan lopen via het generalistenteam (bereikbaar via WIJzer) en het specialistenteam, alsmede via huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten. 35 De administratieve afhandeling van beschikkingen jeugdzorg geschiedt in Oirschot bij de backoffice van het CJG+. 36 De generalisten in WIJzer beslissen of beschikte jeugdzorg noodzakelijk is en treffen voorbereidingen om beschikkingen administratief af te handelen. Het generalistenteam (dat zich richt op jarigen) wordt ingezet wanneer er sprake is van enkelvoudige en/of meervoudige problematiek en kan opschalen naar de expertise van het specialistenteam. Het specialistenteam is georganiseerd in samenwerking met de gemeenten Best en Veldhoven. Dit team heeft een advies- en consultfunctie voor de generalisten en wordt alleen in die gevallen ingeschakeld wanneer het generalistenteam niet in staat is de juiste ondersteuning te bieden én voor het inzetten van zware individuele voorzieningen. De specialisten en de coördinator zijn in dienst van de gemeente Veldhoven. Bij zowel het generalisten- als het specialistenteam wordt gewerkt met hetzelfde format voor het ondersteuningsplan en wordt gewerkt met de ZRM. 37 Verandering organisatie toegang Medio 2016 zijn in de gemeente Oirschot veranderingen gaande. WIJzer zal extern worden aanbesteed (is nu nog een onderdeel van de gemeentelijke organisatie) en er zijn ook vergevorderde plannen om het generalistenteam, het specialistenteam en Welzijn Best Oirschot ineen te schuiven en onder te brengen bij één organisatie. Een en ander is verwoord in een raadsvoorstel van 29 september De drie afzonderlijke uitvoeringsorganisaties worden ondergebracht in één nieuwe structuur. De gemeenteraad wordt gevraagd in het kader van de organisatorische doorontwikkeling in te stemmen met een andere samenstelling van het generalistenteam onder voorwaarde dat de hulpverleningsdomeinen financiën, dagbesteding, huisvesting, huiselijke relaties, geestelijke 32 Dienstverleningsmodel Jeugdhulp in de Kempen: dichtbij, in samenhang en effectief (Kempengemeenten, 2013). 33 Evaluatie organisatiemodel CJG+ De Kempen 2015, Het voormalige CJG en het Lokaal Loket zijn ook onderdeel geworden van WIJzer. 35 In het geval van doorverwijzing via huisarts, jeugdarts of medisch specialisten moet de doorverwijzing worden bekrachtigd door de gemeente (Nota van Toelichting bij verordening Jeugdhulp 2015, Oirschot, 2014). 36 Beschikken en de administratieve afhandeling daarvan vanuit de Wmo en Participatiewet heeft de gemeente Oirschot ondergebracht bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst De Kempen. 37 Notitie (concept) inrichting specialistenteam, Oirschot Raadsvoorstel voorbereiding kwaliteitsverbetering sociaal domein, 27 september Besproken in de raadsvergadering van 4 oktober Raadsvoorstel is aangenomen. 41

42 gezondheid, lichamelijke gezondheid, verslaving, activiteiten dagelijks leven, sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en justitie in het team blijven vertegenwoordigd. De achtergrond van dit besluit is dat er op management en structuur niveau sprake is van een relatieve lappendeken. 39 Een tweede reden wordt gevormd door het besluit van de gemeente Best om medio 2017 niet langer samen te werken met de beide andere BOV-gemeenten met betrekking tot het specialistenteam. Een derde reden is dat de wijziging het integraal werken zou bevorderen Samenwerking Eersel en Reusel-De Mierden De gemeenten Eersel en Reusel-De Mierden hechten aan een nauwe samenwerking met de instellingen en instanties in het zogenoemde voorveld, oftewel de nulde lijn. In het dienstverleningsmodel is die samenwerking expliciet benoemd en het LOT heeft ook de taakopdracht gekregen zichtbaar te zijn bij deze instanties. Met de huisartsen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt, onder andere over onderlinge doorverwijzing en informatiedelen. Een belangrijk onderdeel is dat bij (vermoedens van) meervoudige problematiek in een gezin/huishouden altijd het CJG+ (LOT of KTJ) wordt ingeschakeld. De samenwerking met het onderwijs is vormgegeven vanuit de Wet passend onderwijs en krijgt in de praktijk gestalte via het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) tussen gemeenten en schoolbesturen. De samenwerking met andere loketten (Wmo, Participatiewet) maakt onderdeel uit van het dienstverleningsmodel en behoort tot het aandachtsgebied loketten. In zowel Eersel als Reusel-De Mierden is er een lokaal loket in het gemeentehuis (Wmo loket voor Eersel en loket van A-Z in Reusel- De Mierden) en kunnen inwoners tevens worden doorverwezen voor vragen over de zorg, werk en inkomen naar de ISD De Kempen (gevestigd te Bladel). De samenwerking met tweedelijnsspecialisten maakt integraal deel uit van het dienstverleningsmodel. Oirschot Ook Oirschot hecht sterk aan goede verbindingen met de instellingen en instanties in de zogenoemde nulde lijn, het voorveld. Deze verbinding is een centraal aspect in de visie op het functioneren van het generalistenteam. Er moet en wordt nauw samengewerkt met welzijnsinstellingen, zo geven de wethouder, betrokken ambtenaren en ook de coördinator aan. In de nieuwe organisatie van WIJzer wordt het belang van deze verbinding nog eens extra benadrukt door de (beoogde) samenvoeging van welzijn, generalistenteam en specialistenteam tot één team. Oirschot werkt op het gebied van Passend Onderwijs samen met onderwijsinstellingen door participatie in het samenwerkingsverband PO Stichting samenwerkingsverband Passend Onderwijs De Kempen en bij RSV-VO Eindhoven-Kempenland. Met de individuele scholen als vindplaats en de huisartsen wordt eveneens samengewerkt. De medewerkers van het generalistenteam zijn zichtbaar aanwezig op scholen en kinderdagverblijven, en met de huisartsen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt, onder meer over het doorverwijzen via de huisartsenroute naar de gespecialiseerde tweedelijnszorg en over het delen van informatie tussen huisartsen en het generalistenteam (vanuit het principe één gezin, één plan, één regisseur). Informatie wordt ook gedeeld om te kijken of laagdrempelige en kortdurende ondersteuning vanuit WIJzer mogelijk is, zodat verwijzing naar (dure) tweedelijnszorg niet nodig is. De generalisten uit het team zijn eveneens verbonden met de buitendienst van de gemeente die onder andere verantwoordelijk is voor het groenonderhoud. Door deze koppeling zouden eerder signalen moeten kunnen worden opgepikt dat iemand hulp/ondersteuning nodig heeft. Doordat in Oirschot gewerkt wordt met een team is er sprake van samenwerking vanuit de drie D-filosofie: het generalistenteam beoordeelt en behandelt zowel Jeugdwet-casussen, als Wmo- 39 Daals, W. Th. (2015). Decentralisatie Sociaal Domein, organiseren en managen. 42

43 casussen als Participatiewetcasussen. Samenwerking aan de voorkant als het gaat om het signaleren en oppakken van casuïstiek is een logisch gevolg van deze keuze. De beschikkingen voor de Jeugdwet worden uitgevoerd door het generalistenteam en afgehandeld in de backoffice van het CJG+. Diezelfde werkzaamheden als het gaat om de Wmo en de Participatiewet worden uitgevoerd door een medewerker van de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD). Het mandaat voor het afgeven van beschikkingen ligt namelijk bij de ISD. Aangezien een aantal medewerkers van de ISD deel uitmaken van het generalistenteam kunnen casussen inhoudelijk integraal worden behandeld Financiële sturing/risicobeheersing Eersel en Reusel-De Mierden De jaarrekening 2015 van de gemeente Eersel 40 biedt geen integraal overzicht van de begroting en de kosten in het kader van de uitvoering van de Jeugdwet. Aangegeven wordt dat een eenduidig beeld lastig is op te maken onder andere vanwege het (late) declareergedrag van aanbieders. Wel wordt duidelijk uit het overzicht incidentele afwijkingen (pagina 148 van de jaarrekening) dat een batig saldo van euro is overgehouden op de component landelijke voorzieningen jeugdhulp. 41 De kostenpost ZIN (Zorg in Natura) levert een verlies op van euro (jeugd en Wmo), hetgeen verklaard kan worden door de aanwezigheid van de specialistische jeugdinstelling Lunetzorg binnen de gemeentegrenzen van Eersel. 42 Uit de Tweede bestuursrapportage CJG (februari 2016) is af te leiden dat de totale uitgaven voor jeugdhulp in Eersel bijna euro bedragen. Bovengenoemde bestuursrapportage (Berap) bevat een separaat hoofdstuk/bijlage getiteld risicoindicatoren waarin de uitgaven worden vergeleken met de begrote bedragen. In de Berap over het eerste half jaar van 2016 zijn de totaalcijfers 2015 opgenomen. Voor de gemeente Eersel geldt dat er in 2015 sprake was van een overbesteding van dertien procent. Tabel 2 Begrote en werkelijke bedragen jeugdhulp 2015 Begroot Werkelijk Over/onderbesteding Eersel % Reusel-De Mierden % De jaarrekening 2015 van de gemeente Reusel-De Mierden 43 laat zien dat er voor de gemeente Reusel-De Mierden in 2015 sprake was van een onderbesteding van 16%. Eveneens laat de jaarrekening zien dat de kosten voor het LOT en het KTJ gezamenlijk euro per jaar bedragen. Net als Eersel, stelt ook Reusel-De Mierden dat aanbieders laat hebben gedeclareerd, en dat er nog onverwachte kosten bij kunnen komen betreffende cliënten die nog niet zijn doorgegeven bij de gemeente en in 2015 recht hadden op zorgcontinuïteit. Tevens is aangegeven dat het van rijkswege beschikbaar gestelde en dus beschikbare budget voor de uitvoering van de (nieuwe) taken van de Jeugdwet...een onzekere factor vormde. In de loop van 2014 zijn cijfers met betrekking tot de afname van geïndiceerde jeugdhulp beschikbaar gekomen, afkomstig van Vektis en het CAK en deze cijfers zijn niet altijd even betrouwbaar gebleken. In de bestuursrapportage wordt dan ook geconstateerd dat het de vraag is of het ontvangen budget toereikend is. Oirschot In het document Sociaal Beleidskader 2014 wordt aangegeven dat de samenwerking van Oirschot binnen twee samenwerkingsverbanden (ISD De Kempen en BOV) de gemeente zowel ambtelijk als bestuurlijk veel capaciteit kost:...het zorgt voor extra inzet ten aanzien van afstemming en kan dus voor financiële risico s zorgen.. De gemeente verwacht dat ze voor de jaren niet binnen de gemeentelijke financiële kaders kan werken als het gaat om de uitvoering van de Jeugdwet. Deze jaren verwacht de gemeente nog 40 Aangeboden aan de gemeenteraad voor de vergadering van 31 mei Op de uitvoering van de Wmo is euro overgehouden. 42 De gemeente Eersel is over deze kostenpost in gesprek met het ministerie van VWS. 43 Aangeboden aan de gemeenteraad voor de vergadering van 7 juni

44 geen (financieel) effect van de inzet op eigen kracht en preventie. Daarnaast is de verwachting dat het werken met nieuwe structuren, processen en medewerkers in de eerste jaren ook extra financiële inzet vraagt. Om die reden is een bestemmingsreserve aangelegd. De jaarrekening 2015 van de gemeente Oirschot laat zien dat de werkelijke programmakosten voor jeugdhulp in 2015 in totaal euro zijn geweest. Voor de nieuwe jeugdhulp bleek er ongeveer euro te weinig te zijn begroot, voor de overigen oud was dit meer dan euro, terwijl de oude jeugdhulp euro te ruim was begroot. Ten slotte waren de uitvoeringskosten van het gehele sociale domein (voor zowel Wmo, Jeugd als participatie) in totaal euro. Tabel 3 Begrote en werkelijke bedragen jeugdhulp 2015 Begroot Werkelijk Over/onderbesteding Jeugdhulp nieuwe taken ,9% Jeugdhulp oud % Overigen oud % Totaal ,9% De gemeente sluit het gehele sociaal domein af met een financieel voordeel van 1,4 miljoen euro. De helft van het voordeel kan verklaard worden doordat de verbouwing van een dorpshuis is doorgeschoven naar Tevens bleek de nieuwe zorg, jeugdhulp en begeleiding Wmo euro goedkoper dan begroot. Vandaar dat de geplande besparing van euro in 2015 dan ook is gerealiseerd, en het verwachte tekort van bleek uit te komen op een tekort van De invloed van de raden op de transitie Eersel en Reusel de Mierden De wens van de gemeenteraad (Eersel en Reusel-De Mierden) is om tweemaal per jaar op de hoogte te worden gehouden over de uitvoering van het nieuwe jeugdstelsel. In 2015 hebben er raadsessies plaatsgevonden (in Eersel op 3 maart, in Reusel-De Mierden op 2 april) in het kader van een onderzoek dat Deloitte in opdracht van de Gemeenschappelijke Regeling Kempengemeenten 45 heeft uitgevoerd. Dit onderzoek richtte zich op Monitoring in het Sociaal Domein. Tijdens deze raadsessies hebben de raden van de Kempengemeenten hun voorkeuren gegeven over hoe monitoring vormgegeven zou moeten worden, welke indicatoren belangrijk zijn, en hoe de informatievoorziening aan de raad zou moeten verlopen. Onder meer aan de hand van deze raadsessies heeft Deloitte een document opgesteld dat als input heeft gediend voor de verdere invulling van de monitoring sociaal domein in de Kempengemeenten. (zie ook hieronder) 46 Het CJG+ brengt tweemaal per jaar een bestuursrapportage uit, waarin kwantitatieve cijfers worden gecombineerd met kwalitatieve onderzoeken en analyses. 47 Deze rapportage bevat onder andere gegevens over het aantal jeugdigen dat zich heeft gemeld bij één van de LOT s of bij het KTJ. Eveneens bevat het gegevens over de instroom van cliënten. Daarnaast worden de eerste resultaten bekeken met het oog op de beoogde maatschappelijke effecten. Deloitte heeft geadviseerd focusgroepen te organiseren, voor een kwalitatieve duiding van de cijfers. In 2015 en 2016 zijn er geen focusgroepen georganiseerd en in 2017 heeft Eersel het plan opgevat een focusgroep te organiseren over weerbaarheid/pesten en Reusel-De Mierden over depressie/suïcidaliteit onder jongeren Programmarekening Oirschot 2015, (Programma 2, Zorg, werkgelegenheid en participatie). 45 Oirschot behoort wel tot de Gemeenschappelijke Regeling Kempengemeenten, maar is niet meegenomen in dit onderzoek. 46 Jong, M. van, Kiewik M. (2015). Monitoring van het sociaal domein, grip op ontwikkelingen. Deloitte Consulting. 47 Tweede Bestuursrapportage 2015 (CJG+ 2016). 48 Tweede Bestuursrapportage 2015 (CJG+ 2016). 44

45 Uit de raadsessies (gehouden door Deloitte) blijkt dat de raden voorkeur hebben voor een warme overdracht van de bestuurlijke rapportages aan de gemeenteraden. Deze warme overdracht bestaat uit een raadsessie waarbij de het CJG+, de colleges en eventuele maatschappelijke partners de resultaten van de bestuursrapportage toelichten en waarin één thema apart wordt belicht. 49 Zowel in Eersel als in Reusel-De Mierden heeft in de eerste anderhalf jaar één keer zo n warme overdracht plaatsgevonden. Tevens is er eind 2015 eenmalig een raadsinformatiebrief verstuurd met betrekking tot de heronderzoeken jeugd, naar aanleiding van de ophef in de media over het recht op zorgcontinuïteit en het vervroegen van de termijn waarop alle herkeuringen plaats hadden moeten vinden. 50 Uit het gesprek dat Regioplan en de rekenkamercommissie hebben gevoerd met raadsleden uit Eersel en Reusel-De Mierden (dd. 14 november ) is gebleken dat met name in Reusel-De Mierden de gemeenteraad van oordeel is dat men maar in zeer beperkte mate wordt geïnformeerd over de voortgang in de uitvoering van de Jeugdwet. De aanwezige raadsleden gaven aan niet het gevoel te hebben te kunnen sturen op de uitvoering van de Jeugdwet ( we zijn meer een aanhangwagen dan dat we sturend zijn. ), maar zich tegelijkertijd af te vragen in hoeverre de raad sturen moet op dit dossier. Oirschot De raad wordt op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in het sociaal domein door middel van raadsinformatiebrieven (bijvoorbeeld over de uitkomsten van het klanttevredenheidsonderzoek Jeugd) en collegebesluiten. In 2013 is er een klankbordgroep opgericht van raadsleden, waarbij elke fractie twee personen (inhoudsdeskundigen) heeft geleverd. De toenmalige portefeuillehouder heeft de keuze voor een klankbordgroep sociaal domein in overleg met de gemeenteraad gemaakt. De klankbordgroep komt elke twee maanden bijeen. Het informeren van de klankbordgroep heeft tot gevolg dat de raad niet altijd in voltallige samenstelling wordt geïnformeerd. 52 Daarom wordt, naast het informeren van de klankbordgroep, de raad ook in voltallige samenstelling geïnformeerd, via debatten en rapportages. Een voorbeeld daarvan is dat de raad wordt betrokken bij de structuurwijziging van het sociaal domein. Het voorstel voor wijziging van de structuur (onder andere het onderbrengen van generalistenteam en specialistenteam bij één hoofdaannemer) is op 18 oktober 2016 dan ook voorgelegd aan de raad. 53 De raad heeft ingestemd met dit voorstel. De raad heeft tevens het sociaal beleidskader en de verordening Jeugd vastgesteld. Het college heeft de raad monitoringsinformatie over het eerste kwartaal van 2015 toegestuurd, en rapporteert via de reguliere P&C cyclus over de financiële voortgang. Uit een bijeenkomst die de rekenkamercommissie heeft georganiseerd voor de fractiespecialisten jeugd in de gemeenteraad van Oirschot, is gebleken dat de meeste raadsleden van mening zijn dat zij marginaal betrokken zijn bij de transitie en transformatie van de jeugdzorg. 54 De raad werd geïnformeerd via een speciaal daarvoor ingestelde klankbordgroep, maar de informatie die aan de klankbordgroep werd verstrekt, werd niet altijd doorgegeven aan de voltallige raad. De aanwezige fractiespecialisten gaven bovendien aan dat de status van de klankbordgroep onduidelijk was. Om bovengenoemde redenen is medio 2016 gekozen voor een andere constructie, waarbij een werkgroep is ingesteld die een meer actieve, toetsende rol moet gaan vervullen. De meeste raadsleden gaven aan dat er weinig feitelijke cijfermatige informatie met betrekking tot het functioneren van de jeugdzorg is aangeleverd sinds de transitie, waardoor de raad onvoldoende grip ervaart op de stand van zaken van in de jeugdzorg. De fractiespecialisten geven aan dat de raad daardoor onvoldoende aan zet is en niet voldoende zicht heeft op de jeugdzorg. 49 Jong, M. van, Kiewik M. (2015). Monitoring van het sociaal domein, grip op ontwikkelingen. Deloitte Consulting. 50 Interview van 4 oktober 2016 met de beleidsambtenaren van Eersel en Reusel-De Mierden. 51 Bij dat gesprek waren vier raadsleden aanwezig: drie uit Eersel en één uit Reusel-De Mierden. 52 Deze constatering is zowel ambtelijk als bestuurlijk (door raadsleden) gemaakt. 53 Raadsvoorstel voorbereiding kwaliteitsverbetering organisatie sociaal domein van 29 september Bijeenkomst met fractiespecialisten van de raad Oirschot, 7 december Oirschot. Van alle fracties waren de specialisten vertegenwoordigd. 45

46 4 De transformatie in praktijk In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de transformatie van de jeugdhulp in de praktijk. Dat doen we door achtereenvolgens vast te stellen in hoeverre de doelgroepen in beeld zijn (als voorwaarde om een effectief en efficiënt jeugdhulpbeleid te kunnen voeren), op welke wijze en in welke mate er in de praktijk wordt samengewerkt met het voorveld (als voorwaarde om preventief te kunnen werken en snel/eerder te kunnen signaleren) en als derde, in hoeverre er in de LOT s/het generalistenteam wordt gewerkt conform de uitgangspunten van de transformatie. Ten slotte besteden we aandacht aan de eerste resultaten van het nieuwe beleid. 4.1 Doelgroepen in beeld Eersel en Reusel-De Mierden Het belangrijkste instrument dat beide gemeenten hanteren om de doelgroepen van het jeugdbeleid in beeld te krijgen zijn de zogenaamde bestuursrapportage van het CJG+ de Kempen. Over 2015 zijn twee rapportages verschenen. De tweede is in februari 2016 verschenen en biedt een overzicht over heel De rapportages hebben betrekking op vier van de vijf Kempengemeenten (minus Oirschot). In de rapportages wordt een onderscheid gemaakt tussen beleidsindicatoren, prestatie-indicatoren, effectiviteitsindicatoren en risico-indicatoren. In de onderstaande tabel zijn voor Eersel en Reusel-De Mierden enkele kengetallen over 2015 weergegeven. Kengetal Eersel Reusel-De Mierden Aantal jeugdigen 1 januari <20 jaar Aantal unieke cliënten in traject Aantal afgesloten trajecten Kempenteam Aantal unieke cliënten in traject Aantal afgesloten trajecten 11 Eind 2015 had het CJG+ enkele tientallen cliënten op de wachtlijst staan. In de bestuursrapportage is onderscheiden naar de vier gemeenten aangegeven langs welke weg de cliënten bij het CJG+ terecht zijn gekomen, zowel voor het LOT als voor het Kempenteam. Het Kempenteam wordt in belangrijke mate gevoed door de gecertificeerde instelling (Bureau Jeugdzorg en WSG); respectievelijk 47 procent van de instroom in Eersel en 60 procent van de instroom in Reusel-De Mierden. De beide LOT s worden met name gevoed door het onderwijs, in Reusel-De Mierden ook (meer dan in Eersel) door de familie, dan wel op initiatief van de cliënt zelf. In de rapportage wordt eveneens bijgehouden hoe de doorgeleiding naar de specialistische zorg via het LOT zich verhoudt tot de doorgeleiding via de huisarts (de zogenaamde huisartsenroute). Men constateert dat er in het vierde kwartaal minder doorverwijzingen hebben plaatsgevonden via de huisartsen en benoemt dat als een wenselijke ontwikkeling. De rapportage geeft eveneens inzicht in het percentage cliënten waarbij sprake is van zorgstapeling (2-4 specialistische trajecten) en geeft de gemiddelde cliёnttevredenheid aan. Inzicht in de aard van de problematiek verschaft de rapportage niet. Er wordt voorgesteld het meten van prestaties aan de hand van de ZRM-systematiek (zelfredzaamheidsmatrix) niet langer te gebruiken vanwege de grote administratieve belasting voor de 46

47 teamleden van het LOT. 55 In plaats daarvan wordt voorgesteld te gaan meten aan de hand van doelrealisatie zoals opgenomen in de gezinsplannen en de cliënttevredenheid. Oirschot De recentste verantwoordingsinformatie over de jeugdzorg is afkomstig uit de Burap van september In de Burap wordt geen onderscheid gemaakt tussen het aantal cliënten van de generalistenteams en het aantal cliënten van het specialistenteam (het gaat in onderstaande tabel om trajecten bij specialisten). Aantal unieke cliënten in traject Aantal voorzieningen totaal 4e kwartaal e kwartaal e kwartaal e kwartaal Zonder verblijf Met verblijf Ondersteuning zelfstandig leven Veilig wonen Behandeling zonder verblijf jeugdhulp Bovenstaande tabel laat zien dat zowel het aantal unieke cliënten als het totaal aantal voorzieningen sinds eind 2015 is gedaald. 57 In de Burap wordt gesteld dat de daling onder andere het gevolg is van de vernieuwde werkwijze, door de focus meer te leggen op eigen kracht en het voorveld. Tevens wordt gesteld dat alle overgangscliënten tijdig opnieuw zijn geïndiceerd. De gegevens uit de Burap bieden geen inzicht in de aard van de problematiek, enkel in het soort voorziening dat is toegekend. Ten slotte is de cliënttevredenheid niet opgenomen in de Burap. 4.2 Samenwerking met het voorveld Bij het beschouwen van de samenwerking met het voorveld maken we een onderscheid tussen: - de samenwerking met onderwijsinstellingen; - de samenwerking met huisartsen; - de samenwerking met de loketten Wmo en Participatiewet - de samenwerking met overige instanties/instellingen (waaronder politie, welzijn, peuterspeelzalen, et cetera); Eersel en Reusel De Mierden Onderwijs De samenwerking met het onderwijs krijgt in de praktijk vooral vorm via de aandachtsfunctionaris onderwijs van het LOT 58 (voorheen de schoolmaatschappelijk werker). De aandachtsfunctionaris is aanwezig op de scholen (VO en PO), heeft daar spreekuur, voert daar ook gesprekken met jeugdigen 55 Bijkomend argument is dat de ZRM vaak niet geheel kan worden afgenomen in verband met de privacy van cliënten. Afname van de gehele ZRM wordt door de ontwikkelaars benoemd als voorwaarde om het instrument op een goede manier in te zetten. 56 Tweede tussentijdse rapportage (Burap), Oirschot september In het 3 e kwartaal 2016 waren er 170 unieke cliënten met in totaal 221 voorzieningen. Dit is een factor van 1,3 (221/170). In het 4 e kwartaal 2015 bedroeg de factor 1,6. Aan de hand van deze cijfers mag geconcludeerd worden dat niet alleen het aantal unieke cliënten daalt, maar zeker ook het aantal voorzieningen per cliënt (Burap), Oirschot september 2016). 58 De werkers van het LOT hebben de vijf aandachtsgebieden onderling verdeeld; elke medewerker is daarmee specialist op één van de aandachtsgebieden. 47

48 en hun ouders/verzorgers als dat noodzakelijk/wenselijk is en stemt af met de ondersteuningsstructuur op de scholen (zorg advies teams). Deze samenwerking wordt overigens niet alleen vormgegeven en aangestuurd vanuit het LOT, maar ook vanuit andere beleidskaders die gericht zijn op bijvoorbeeld de ontwikkeling van het bredeschoolconcept naar integrale kindcentra, deelname aan de proeftuin PACT. 59 Een goed voorbeeld van de samenwerking is dat er rond het protocol dyslexie afspraken gemaakt zijn over nauwere samenwerking tussen gemeente, onderwijs en jeugdhulpaanbieders. De samenwerking verloopt, aldus de geïnterviewde ambtenaren, coördinator en werkers van het LOT, naar volle tevredenheid. De school is ook een belangrijke leverancier van casuïstiek voor het LOT. Dit wordt beaamd door een ondersteuningscoördinator van een middelbare school in Eersel; de coördinator vult samen met ouders een aanmeldformulier in om inzet te vragen van het LOT. De samenwerking tussen onderwijs en LOT verloopt steeds beter, aldus de ondersteuningscoördinator. In het begin was het onderwijs voor sommige LOT-medewerkers nog onbekend terrein; in de afgelopen twee jaar is de samenwerking intensiever geworden en weten beide partijen beter wat ze aan elkaar hebben. De coördinator stelt dat veel ouders nog niet bekend zijn met het bestaan van het LOT. En de coördinator mist de aanwezigheid van een psycholoog in het LOT: medewerkers kunnen wel een psycholoog consulteren, maar voorheen was er vanuit de school veel directer contact met zowel een jeugdverpleegkundige (deze is nog wel op school werkzaam) als met een psycholoog (beiden vanuit de GGD). 60 Huisartsen Richtinggevend voor de samenwerking met de huisartsen is het afgesloten convenant. Met de huisartsen in de Kempen is afgesproken dat ze een brief naar het LOT sturen indien ze een kind verwijzen naar een J&G-werker van het LOT. De brief bevat ten minste: BSN, type jeugdhulp en jeugdhulpaanbieder waarnaar verwezen is. Er is in de praktijk sprake van periodiek contact met alle huisartsen in Eersel en Reusel- De Mierden en het CJG+ (lees: het LOT) is in sommige praktijken enkele dagdelen fysiek aanwezig. De lijnen zijn kort, aldus de geïnterviewden, en de afspraken vanuit de samenwerkingsovereenkomst worden steeds beter vormgegeven in de praktijk. De contacten met het KTJ en de huisartsen verlopen via de POH Jeugd. Voor de contacten tussen het LOT en een zestal huisartsen in Eersel is de POH (generalist) het aanspreekpunt. Volgens een huisarts in Eersel verloopt de samenwerking met het LOT goed, maar komt het wel eens voor dat niet wordt teruggekoppeld door het LOT als een casus is afgesloten. 61 Er is eind 2015 sprake van een (lichte) daling van doorverwijzingen vanuit de huisartsenpraktijken naar de specialistische zorg, hetgeen als een wenselijke ontwikkeling wordt beschouwd. Loketten Wmo en Participatiewet Het gegeven dat Eersel en Reusel-De Mierden werken met een ondersteuningsteam dat specifiek gericht is op jeugdigen impliceert dat er in theorie een knip is tussen 18- en 18+ dienstverlening aan jeugdigen en hun ouders. Er moet dus rond het 18 e levensjaar van jongeren een (bij voorkeur warme) overdracht van dossier plaatsvinden. Doordat gewerkt wordt met één en hetzelfde registratiesysteem (Suite4) is dat in principe goed mogelijk. De bijbehorende werkprocessen zijn beschreven in het document CJG+, handboek procesbeschrijvingen. 62 De samenwerking met bovengenoemde loketten geschiedt via de aandachtsfunctionarissen die Wmo en Werk en Inkomen als hun aandachtsgebied hebben. Als er sprake is van multiproblematiek in een gezin die meerdere levensdomeinen omvat en dus niet alleen om jeugdhulpinterventies vraagt, dan wordt de procesregisseur (een Wmo-consulent) ingezet die de expertise in huis heeft om te schakelen tussen de verschillende levensdomeinen. De regisseur onderhoudt contacten met specialisten Wmo en Participatiewet. Er is nog niet veel ervaring mee opgedaan in de praktijk, zo valt te beluisteren bij diverse geïnterviewden. 59 PACT is een landelijk project gericht op het ontwikkelen van innovatieve concepten met als doel een sterke pedagogische omgeving voor kinderen te ontwikkelen vanuit de idee van doorlopende ontwikkellijnen. Samenwerking is daarbij een belangrijk concept. 60 Bron: interview met ondersteuningscoördinator vo-school Eersel (24 november 2016) 61 Bron: interview met huisarts in Eersel (25 november 2016) 62 Dit handboek wordt periodiek aangepast en bijgesteld aan de hand van ervaringen met het CJG+. Wij hebben gebruikgemaakt van de versie van 24 mei

49 Overige instanties/instellingen Vanuit het LOT wordt geïnvesteerd in het opbouwen van contacten met welzijn, verenigingsleven en ook de politie. Die investering is in 2015 beperkt gebleven, aldus meerdere geïnterviewden, simpelweg vanwege tijdsgebrek. De aandacht is vooral uitgegaan naar bestaande en nieuwe casuïstiek, waarbij met name de herindicaties relatief veel tijd in beslag genomen hebben. Daarbij is weliswaar een beroep gedaan op de zogenaamde flexibele schil, maar dat heeft niet kunnen voorkomen dat er minder tijd dan gewenst besteed is aan investeren in de opbouw van het netwerk met het voorveld. 63 De samenwerking met de politie spitst zich toe op het beheersbaar houden van jongerengroepen en de overlast die zij veroorzaken. In 2015 is er om de week afstemming gezocht met de politie. Feitelijk wordt van het LOT gevraagd de positie van de (niet langer werkzame) jongerenwerker in te nemen en dus te investeren in het opbouwen van een relatie met groepen jeugdigen. De politie geeft aan een gespecialiseerde jeugdwerker te missen, waardoor te weinig preventief wordt gewerkt, wat uiteindelijk tot gevolg zou kunnen hebben dat te snel moet worden opgeschaald richting zorg. 64 Oirschot De gemeente Oirschot heeft vóór 2015 geïnvesteerd in de relatie met lokale partners in het preventieve veld, zoals het onderhouden van contacten en maken van sluitende afspraken met vindplaatsen (zoals scholen, consultatiebureaus en verenigingen). Een voorbeeld hiervan is het Signaleringsoverleg Kwetsbaren Oirschot, dat sinds 2008 bestaat in het kader van vroegsignalering. Bij dit Signaleringsoverleg zijn verschillende maatschappelijk partners betrokken (zoals politie, maatschappelijk werk, woningbouwvereniging, welzijnsorganisatie, ISD en de gemeente). 65 Deze aanpak zet de gemeente ook in 2016 voort, door in te zetten op de samenwerking tussen generalisten en vindplaatsen. De medewerkers werken vindplaatsgericht en zijn in de wijk aanwezig. 66 Hieronder volgt de beschrijving in hoeverre dit voor de verschillende domeinen geldt. Onderwijs Samenwerking met het onderwijs krijgt in de praktijk met name vorm, doordat twee generalisten van team WIJzer fysiek op de scholen aanwezig zijn voor gesprekken met ouders, leerlingen en docenten. Tevens zijn er afspraken gemaakt met betrekking tot het uitgangspunt één gezin, één plan, één regisseur. 67 Twee generalisten (een schoolmaatschappelijk werkster en een medewerker van de GGD) zijn aangewezen om de contacten met de scholen in Oirschot te onderhouden. De generalisten zitten aan bij de verschillende overleggen van zowel het primair onderwijs (zorg advies teams) als van het voortgezet onderwijs. De generalisten hebben niet alleen via deze overleggen contact met de scholen, maar ook via een voorlichting die ze in 2015 hebben gegeven over de Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Hierop wordt nog een vervolg georganiseerd, op aanvraag van een aantal scholen. 68 Tussen het generalistenteam en de scholen bestaan korte lijnen en de samenwerking verloopt naar tevredenheid. Huisartsen Aangezien jeugdartsen, huisartsen en andere artsen ook het mandaat hebben om inwoners door te verwijzen naar alle vormen van jeugdhulp, heeft de gemeente Oirschot nog voor de feitelijke transitie het voornemen geuit afspraken te maken over afstemming tussen huisartsen en het generalistenteam. 69 Deze samenwerking wordt belangrijk geacht, aangezien huisartsen in Oirschot (volgens de gemeente) nog veel doorverwijzen naar specialistische zorg. Vanuit het generalistenteam is één vast contactpersoon aangesteld voor alle huisartsen en is een informatiepakket samengesteld. In de eerste helft van 2016 is extra ingezet op de contacten tussen het generalistenteam en de huisartsen en de praktijkondersteuners. De coördinator en een 63 Eén van de geïnterviewden (een verpleegkundige) formuleert het als volgt: ik was gewend om heel preventief te werken, maar vanuit het LOT wordt meer probleemgericht gewerkt. 64 Bron: interview met wethouder jeugd Reusel-De Mierden, 27 september Sociaal Beleidskader (Oirschot, 2014) 66 Memo inrichting generalistenteam, Oirschot 67 Bron: interview met ambtenaren en wethouder Oirschot (12 oktober 2016) 68 Bron: interview met medewerkers van het generalistenteam (20 oktober 2016). 69 Sociaal beleidskader (Oirschot, 2014, pagina 50). 49

50 medewerker van het generalistenteam hebben een ronde langs alle huisartsen en praktijkondersteuners gemaakt om afspraken te maken over onder meer het terugkoppelen van informatie. 70 Deze afspraken zijn schriftelijk vastgelegd, maar zijn door de beide partijen niet ondertekend. 71 Deze afspraken worden steeds verfijnder, aldus een van de praktijkondersteuners (POH GGZ). Eén keer in de drie maanden vindt er overleg plaats tussen huisartsen en het generalistenteam en het voordeel van het generalistenteam is volgens de POH GGZ dat er één aanspreekpunt is voor de cliënt en dat er één plek is waar alle zorg gebundeld is. 72 Bij aanmelding van cliënten bij team WIJzer wordt door huisartsen gebruikgemaakt van een aanmeldformulier. Hierin worden de volgende gegevens vermeld: - persoonlijke gegevens van de inwoner (NAW, BSN); - contactgegevens van de verwijzer; - een korte beschrijving van het functioneren van de cliënt op verschillende leefgebieden (wonen, financiën, gezondheid, dagbesteding, gezinssituatie); - de verwachting van de ondersteuning vanuit WIJzer; - of er andere betrokkenen zijn (informeel netwerk). 73 Ook wordt door team WIJzer gebruikgemaakt van terugkoppelformulieren gericht aan huisartsen. Wanneer huisartsen cliënten doorsturen, ontvangen ze een schriftelijke terugkoppeling na het keukentafelgesprek en op het moment dat het ondersteuningstraject vanuit team WIJzer wordt beëindigd. Vanuit het specialistenteam is de afspraak gemaakt met huisartsen dat in dementietrajecten de huisarts de casusverantwoordelijke is. 74 Jeugd, Wmo en Participatiewet Oirschot heeft gekozen voor een generalistenteam. Dit team is toegankelijk voor inwoners van en inwoners kunnen er terecht voor vragen op het gebied van zorg, werk en jeugdhulp. Het mandaat voor het afgeven van beschikkingen voor jeugdvoorzieningen ligt bij het generalistenteam. Het mandaat om te beschikken voor jeugdhulpplus en behandeling verblijf 24-uur is gegeven aan de coördinator van het generalistenteam en de medewerkers van het specialistenteam. De administratieve afhandeling voor jeugd vindt plaats bij de ISD. 75 Voor de Wmo geldt dat Wmo-consulenten deel uitmaken van het generalistenteam; ze zitten aan bij werkverdelings-, casuïstiek- en teamvergaderingen. Voor de Participatiewet heeft team WIJzer korte lijnen met de WSD. 76 Voorheen maakte een WSDconsulent deel uit van het team. Het team is in 2016 kleiner geworden en de WSD-consulent maakt geen deel meer uit van het team. Wel is de afspraak gemaakt dat de consulent regelmatig op locatie werkt, om zo de verbinding te houden tussen de WSD en team WIJzer. Ook wordt gezocht naar een nieuwe medewerker vanuit de WSD die nog meer over de kwaliteiten bezit om aan te sluiten bij de integrale werkwijze van WIJzer. In het kader van de Participatiewet wordt eveneens samengewerkt met de organisatie WBO; deze organisatie heeft het vrijwilligerswerk onder haar hoede in Best en Oirschot. In het generalistenteam zitten ook enkele medewerkers van de ISD. Voor zowel de Wmo als de Participatiewet worden de beschikkingen afgegeven door de ISD. Formeel betekent dit een knip, maar de inhoudelijke afweging om specialistische zorg in te zetten, vindt lokaal plaats, aldus ambtenaren en de coördinator van het generalistenteam. De samenwerking tussen de ISD en het generalistenteam wordt versterkt, doordat ze beiden met hetzelfde systeem werken. 77 Overige instanties/instellingen 70 Bron: interview met ambtenaren en wethouder (12 oktober 2016) en medewerkers van het generalistenteam (20 oktober 2016). 71 Samenwerkingsafspraken huisartsenpraktijk en team WIJzer, concept november Bron: interview met POH GGZ uit Oirschot (1 december 2016) 73 Aanmeldformulier WIJzer (Oirschot 2016). 74 Notitie (concept) inrichting specialistenteam (Oirschot, 2014). 75 Bron: interview met ambtenaren en wethouder (12 oktober 2016) en medewerkers van het generalistenteam (20 oktober 2016). 76 WSD is een SW bedrijf dat erop inzet om een zo groot mogelijk gedeelte van de mensen die tot de Participatiewet behoren te matchen, te ontwikkelen en in te zetten. 77 Bron: interview met ambtenaren en wethouder (12 oktober 2016) en medewerkers van het generalistenteam (20 oktober 2016). 50

51 Vanuit het generalistenteam wordt niet alleen samengewerkt met huisartsen, scholen en met medewerkers van de ISD, ook ligt de nadruk op samenwerking met bijvoorbeeld de buitendienst van de gemeente, woningcorporatie, politie, MEE, Zuidzorg (voorschoolse voorzieningen), het verenigingsleven en andere partners in het voorveld. Oirschot wil de netwerken van burgers aanboren om signalen op te vangen en om burgers te laten participeren in de samenleving. Een voorbeeld hiervan is dat degenen die maaltijden verstrekken aan inwoners de training signalen achter de voordeur hebben gevolgd. Hierdoor merkt het generalistenteam dat er ook casussen binnenkomen van de zorgmijders. Tevens wil het generalistenteam bewoners laten participeren in de sociale basis. 78 Vanuit het project Vitaal Oirschot ontwikkelt de gemeente een nieuw subsidiebeleid, gebaseerd op de uitgangspunten van het sociaal beleidskader. Uit het project Vitaal Oirschot blijkt dat de gemeente verenigingen meer wil stimuleren in het vergroten en versterken van hun maatschappelijke bijdrage. 79 Het generalistenteam is bezig met een aanpak om wijkgericht te gaan werken. Hierbij wordt een generalist gekoppeld aan een medewerker uit het voorveld, een zogeheten dorpsondersteuner vanuit de welzijnsorganisatie WBO. In verschillende kernen van Oirschot wordt deze aanpak momenteel uitgevoerd: in Oostelbeers, Middelbeers en Westelbeers, en in Spoordonk. Deze koppels werken in de wijk op locatie, om zo een vast gezicht te worden in de wijk. Deze wijkgerichte aanpak dient ter ondersteuning van preventie en vroegsignalering. Met deze aanpak wordt beoogd de doelgroep te bereiken die zelf niet (meer) om ondersteuning vraagt. De belangrijkste doelstellingen van de aanpak zijn het activeren van bewoners en hun zelforganiserend vermogen vergroten, het versterken van de sociale basisinfrastructuur, en het ondersteunen van buurtnetwerken, vrijwilligers en mantelzorgers in hun werk. In het kader van deze aanpak zijn specifieke werkafspraken voor generalisten en dorpsondersteuners schriftelijk vastgelegd Werkprocessen LOT s Eersel en Reusel-De Mierden De werkprocessen van de LOT s zijn beschreven in een handboek: CJG+, handboek procesbeschrijvingen. Dit handboek beschrijft zowel het primaire CJG+-proces als ook de administratieve afhandeling, de ondersteunende bedrijfsprocessen en is richtinggevend voor het handelen van de medewerkers van het LOT in de praktijk. Het handboek beschrijft het primaire proces vanaf het moment dat een melding met een (nieuwe) ondersteuningsvraag binnenkomt tot aan het moment dat een melding (na een evaluatiegesprek) functioneel wordt afgehandeld (zie ook figuur 2). 78 Bron: interview met ambtenaren en wethouder (12 oktober 2016) en medewerkers van het generalistenteam (20 oktober 2016). 79 Koersnotitie subsidiebeleid (Oirschot, 2017). 80 Projectplan integrale aanpak gebiedsgericht werken Oirschot,

52 Figuur 2 Het primaire proces van het CJG+ (handboek procesbeschrijvingen) Het handboek beschrijft het eerste kennismakingsgesprek waarin de vraagverheldering plaats moet vinden (hoe stel ik me voor als jeugd- en gezinswerker CKG+ de Kempen), maar gaat niet gedetailleerd in op de wijze waarop die vraagverheldering moet plaatsvinden (de systematiek). Wel benoemt het handboek als hulpmiddel het gezinsplan. Onderdeel is ook een checklist of alle belangrijke onderwerpen (zoals bijvoorbeeld toestemming vragen voor registratie) aan de orde zijn gekomen. Gezinsplan Wat betreft het gezinsplan dat een centrale plek inneemt in de werkwijze van de jeugd en gezinswerker, is in het handboek het volgende opgenomen: 52

53 Het gezinsplan heeft de volgende kenmerken: is gebaseerd op de mogelijkheden, beperkingen, wensen en ondersteuningsbehoeften van de inwoner; benut en versterkt zo veel mogelijk de eigen kracht van de inwoners; is gericht op het in stand houden of verbeteren van diens kwaliteit van bestaan; omvat de aan te wenden strategieën en hulpbronnen; aangegeven is wie de inwoner kan aanspreken met betrekking tot de voortgang en de coördinatie van de uitvoering van het gezinsplan; benoemt betrokken uitvoerders die bij het werken aan de doelen en de afspraken betrokken zijn; aangegeven is wie voor de verschillende onderdelen van de ondersteuning verantwoordelijk is; aangegeven is wanneer evaluatie van de doelen gepland staat. Aan de ondersteuningsdoelen worden concrete acties gekoppeld met een duidelijke einddatum. Bij het realiseren van de doelstellingen wordt uitgegaan van de eigen kracht van de inwoner en wordt bekeken welke acties de inwoner zelf gaat realiseren, welke acties de inwoner samen met het netwerk gaat realiseren en welke acties de inwoner met ondersteuning van de hulpverlener(s) gaat realiseren. In het gezinsplan wordt tevens beschreven welke partijen betrokken zijn bij de inwoner en bij de uitvoering van de ondersteuning (zowel professionals, instanties, als het informeel netwerk). Het gezinsplan wordt opgemaakt voor alle trajecten die langer dan zes weken duren en wordt samen met de cliënt ingevuld én ondertekend. 81 Het inzetten op eigen kracht en het optimaal benutten van de sociale netwerken van cliënten wordt in de praktijk in alle schakels van het dienstverleningsmodel (inzet LOT, KTJ, en tweedelijns specialisten) toegepast, aldus de geïnterviewde medewerkers van het LOT en de ambtenaren. Alle jeugd- en gezinsmedewerkers hebben in 2015 en 2016 trainingen gehad in het toepassen van de methodieken Sociale Netwerk strategieën (SNS) en Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie (KOT). In samenwerking met het Nederlands Jeugd Instituut is een implementatietraject eigen kracht opgezet, aldus de geïnterviewde ambtenaren. In de praktijk wordt medio 2016 niet meer gewerkt met de ZRM, de zelfredzaamheidsmatrix, maar wordt gewerkt vanuit de concrete doelstellingen die zijn opgenomen in de gezinsplannen. Integraal werken Een belangrijk aspect van het functioneren van de LOT s is het concept integraal werken. Binnen dit concept neemt de regiefunctie een centrale plaats in. De LOT s in Eersel en Reusel-De Mierden maken een onderscheid tussen casusregie en procesregie. Elke casus krijgt een eigen regisseur, één van de jeugd en gezinswerkers van het LOT. Als de casus ingewikkeld is, er sprake is van multiproblematiek en er afstemming moet plaatsvinden met bijvoorbeeld zorg en ondersteuning vanuit de Wmo en/of de Participatiewet, wordt een procesregisseur ingezet, naast de casusregisseur. De procesregisseur heeft geen directe cliëntcontacten, maar bewaakt de procesgang rondom de casus. De procesregisseur is verantwoordelijk voor de coördinatie van de ondersteuning rondom de cliënt/het gezin, het bewaken van de kwaliteit van zorg en het behalen van het beoogde eindresultaat. Uit een evaluatie van het functioneren van de procesregierol kwamen enkele knelpunten aan het licht die ertoe geleid hebben dat er een duidelijkere scheiding in taken en verantwoordelijkheden is aangebracht tussen procesregisseur en casusregisseur. De mogelijkheid beide functies te verenigen in één persoon bleek verwarrend te werken: problemen aanpakken in het eigen domein en daarnaast het proces regisseren, bleek te zwaar. De regierol zou worden opgepakt door de medewerker van het domein waar het zwaartepunt van de problematiek lag. Dit bleek niet altijd in de praktijk zo te werken, waardoor het de procesregisseur aan de juiste kennis ontbrak. Besloten is dan ook dat de functie van procesregisseur niet langer kan samengaan met de functie van casusregisseur: hij regisseert, adviseert en coördineert de betrokken professionals en houdt zich niet langer bezig met een onderdeel van de ondersteuning. 82 Het gezinsplan is nader uitgewerkt in een afzonderlijke werkprocesbeschrijving. 82 Bron: document Nadere uitwerking Regierol Kempengemeenten meer D-processen,

54 Oirschot De werkprocessen van het generalistenteam zijn beschreven in een Notitie Generalistenteam Oirschot. Deze notitie beschrijft de keuzes die gemaakt zijn met betrekking tot het generalistenteam; zowel de inrichting van het klantproces als de inrichting van het team zelf. Allereerst worden de taakstelling, de uitgangspunten van de werkwijze 83, en de verbinding met het specialistenteam en met de basisstructuur 84 aan de orde gesteld. Verder beschrijft de notitie het primaire proces vanaf het moment dat een vraag of melding bij het generalistenteam binnenkomt, tot aan het moment van uitstroom (zie figuur 3). De notitie beschrijft dat tijdens het eerste keukentafelgesprek alle leefdomeinen aan de orde worden gesteld door middel van de ZRM en er tevens met de inwoner een ondersteuningsplan wordt opgesteld. Waar nodig kunnen meerdere gesprekken plaats vinden, met eventueel meerdere generalisten voor een breder perspectief. De notitie bevat geen checklist waarop alle onderwerpen staan die tijdens het gesprek aan de orde moeten komen. Wel wordt nadrukkelijk vermeld dat maatschappelijke inzet (wederkerigheid) altijd onderwerp is van gesprek. 83 Voorbeelden van uitgangspunten die genoemd worden, zijn bijvoorbeeld: inzet op eigen kracht, zichtbaar en aanwezig zijn in de wijk, laagdrempelig en vindplaatsgericht werken, waken voor administratieve lasten en de komende jaren doorontwikkelen. 84 Ook wel de vindplaatsen of het voorveld genoemd. 54

55 Figuur 3 Inrichting klantproces generalistenteam 55

Kempische Krachtsessie CJG-partners in de Kempen

Kempische Krachtsessie CJG-partners in de Kempen Kempische Krachtsessie CJG-partners in de Kempen Reusel, 13 juni 2014 Welkom Opening en welkom door wethouder Toon Antonis (Reusel-De Mierden) Programma 1. Toelichting op het Dienstverleningsmodel Jeugdhulp

Nadere informatie

Presentatie hoe werkt de jeugdhulp in de Kempen vanaf 2015 Bijeenkomst Wmo raden op 11 december 2014

Presentatie hoe werkt de jeugdhulp in de Kempen vanaf 2015 Bijeenkomst Wmo raden op 11 december 2014 Presentatie hoe werkt de jeugdhulp in de Kempen vanaf 2015 Bijeenkomst Wmo raden op 11 december 2014 Reusel, 11 december 2014 Welkom Programma Korte Toelichting op het dienstverleningsmodel De teams Wat

Nadere informatie

Jeugdzorg op de goede weg?

Jeugdzorg op de goede weg? Jeugdzorg op de goede weg? gemeente Eersel Gemeente Oirschot Gemeente Reusel-De Mierden Rekenkamercommissie Kempengemeenten Juli 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 De onderzoeksvragen beantwoord? 4 3 Overkoepelende

Nadere informatie

Samen sterk voor jeugd!

Samen sterk voor jeugd! Samen sterk voor jeugd! 2018 Drie jaar na de decentralisatie van de jeugdhulp en jeugdbescherming De tussenevaluatie van de Jeugdwet is begin 2018 aangeboden aan de Tweede Kamer. De minister constateert

Nadere informatie

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoeksopzet van de Rekenkamercommissie voor Vlagtwedde en Bellingwedde Inleiding De gezamenlijke Rekenkamercommissie (RKC) van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Overbetuwe Onderzoeksopzet Decentralisaties jeugdzorg en Wmo/AWBZ (2 D s)

Rekenkamercommissie Overbetuwe Onderzoeksopzet Decentralisaties jeugdzorg en Wmo/AWBZ (2 D s) Rekenkamercommissie Overbetuwe Onderzoeksopzet Decentralisaties jeugdzorg en Wmo/AWBZ (2 D s) 1. Aanleiding voor het onderzoek De decentralisaties van de jeugdzorg, de extramurale AWBZ-taken en taken op

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Transitie en Transformatie Jeugd. 9 oktober 2013

Informatiebijeenkomst Transitie en Transformatie Jeugd. 9 oktober 2013 Informatiebijeenkomst Transitie en Transformatie Jeugd 9 oktober 2013 Welkom Aanvullende vragen kunnen worden gesteld via: transitie@reuseldemierden.nl Programma Welkom Stand van zaken Jeugdwet Plan van

Nadere informatie

Voor u ligt de eerste managementrapportage (marap) CJG+ de Kempen van het eerste kwartaal van 2015.

Voor u ligt de eerste managementrapportage (marap) CJG+ de Kempen van het eerste kwartaal van 2015. Inleiding Voor u ligt de eerste managementrapportage (marap) CJG+ de Kempen van het eerste kwartaal van 2015. Deze rapportage bevat relevante resultaat gegevens (kwantitatief en financieel) over het afgelopen

Nadere informatie

Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO

Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO Tussentijds overzicht zienswijzen gemeenteraden op de ontwerpbegroting 2016 van VRBZO en suggesties daarbij voor behandeling en respons aan de raden.

Nadere informatie

Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO

Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO Overzicht zienswijzen gemeenteraden op de ontwerpbegroting 2016 van VRBZO en suggesties daarbij voor behandeling en respons aan de raden. Bij de gemeentenaam

Nadere informatie

Integrale toegang Best, Oirschot en Veldhoven

Integrale toegang Best, Oirschot en Veldhoven Integrale toegang Best, Oirschot en Veldhoven Integrale toegang vanuit perspectief inwoners Laagdrempelige toegang voor hulpvragen 1 contactpersoon (casemanager) Inwoner behoudt zelf de regie Snel hulp,

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

Stand van zaken Sociaal Domein

Stand van zaken Sociaal Domein Stand van zaken Sociaal Domein Van transitie naar transformatie Gemeenteraad 27 oktober 2016 Voorbereiding Inhoud 2013 2020 Implementatie en borging Transformatie 1-1-2015 transitie heden Waar staan we

Nadere informatie

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Datum: 28-10-14 Onderwerp Beleidsplan jeugd en verordening jeugdhulp Status Besluitvormend Voorstel 1. het regionale beleidsplan jeugd vast te stellen 2. het lokale beleidsplan jeugd gemeente Boxtel 2015

Nadere informatie

Samen sterk in het sociaal domein

Samen sterk in het sociaal domein Samen sterk in het sociaal domein Duurzaam organiseren van het sociaal domein door intergemeentelijke samenwerking In dit artikel gaan we in op de meerwaarde van samenwerking tussen gemeenten in het sociaal

Nadere informatie

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 23 september 2011 1. Achtergrond en aanleiding In 2008 heeft de gemeente Oirschot de Bestuursvisie 2002-2012

Nadere informatie

: Aanbieding onderzoeksrapport Klaar voor de start? Onderzoek naar de rol van gemeenteraden rond de transitie jeugdzorg in B4-gemeenten

: Aanbieding onderzoeksrapport Klaar voor de start? Onderzoek naar de rol van gemeenteraden rond de transitie jeugdzorg in B4-gemeenten Rekenkamercommissie Aan de gemeenteraad van de gemeente s-hertogenbosch Uw brief van : Ref. : H.W.M. Wouters Uw kenmerk : Tel. : 073-6159770 Ons kenmerk : Fax : Datum : 23 oktober 2013 E-mail : e.wouters@s-hertogenbosch.nl

Nadere informatie

Kaderstellende notitie. De basis voor andere jeugdzorg dichtbij, in samenhang, effectief

Kaderstellende notitie. De basis voor andere jeugdzorg dichtbij, in samenhang, effectief Kaderstellende notitie De basis voor andere jeugdzorg dichtbij, in samenhang, effectief Colofon De basis voor andere jeugdzorg in de Kempen Teksten en samenstelling: S. Kuijpers, gemeente Bergeijk M. Jacobs

Nadere informatie

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck 2016-2017 Inhoud Voorwoord... 3 Doelstellingen monitor sociaal domein... 3 Meetbare doelstellingen... 4 Rol van raad en college... 4 Visie,

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen. Raadsvoorstel Aan : Gemeenteraad Datum vergadering : 15 oktober 2014 Agenda nummer : 2014-07-13997 Portefeuillehouder : K. Krook Onderwerp : Vaststelling beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen

Nadere informatie

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) Vragenlijst Inhoud: 1. In hoeverre is er een gedeelde visie in de regio over wat er op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau dient te worden ingekocht en georganiseerd? Er vindt al goede samenwerking

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5 Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder H.A. Driessen en M. Melissen Begrotingsprogramma Onderwerp - Beleidsplan Wmo en Jeugdhulp 2015 2016 - Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Beleidsplan jeugdhulp lokaal Registratienummer: 00531755 Op voorstel B&W d.d.: 18-11-2014 Datum vergadering: 27-01-2015 Portefeuillehouder: M. Schlösser Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

Samen op weg naar het meerjaren beleidskader Jeugd Gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden

Samen op weg naar het meerjaren beleidskader Jeugd Gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden Samen op weg naar het meerjaren beleidskader Jeugd Gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden De Kempen, 16 december 2013 Welkom Doel van deze bijeenkomst: informatie delen over belangrijke

Nadere informatie

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013 Stelselwijziging jeugd Informatie 20 februari 2013 Inhoud - Decentralisatie jeugdzorg - In dialoog met ouders www.krimpenaandenijssel.nl Was Wordt OUD NIEUW (2015) AWBZ J-LVG en PGB voor J-LVG / J-GGZ

Nadere informatie

Beantwoording raadsvraag van Corine van Overdijk en Ad van de Sande (VVD), ingediend op 15 november 2015.

Beantwoording raadsvraag van Corine van Overdijk en Ad van de Sande (VVD), ingediend op 15 november 2015. Beantwoording raadsvraag van Corine van Overdijk en Ad van de Sande (VVD), ingediend op 15 november 2015. Onderwerp: Vangnetregeling en decentralisaties Nummer: Het college is van mening dat dit type vragen

Nadere informatie

Kempenteam voor Jeugdhulp i.o. 2e rapportage 2014 Kempenteam voor Jeugdhulp i.o. Derde kwartaal Periode juli, augustus, september 2014

Kempenteam voor Jeugdhulp i.o. 2e rapportage 2014 Kempenteam voor Jeugdhulp i.o. Derde kwartaal Periode juli, augustus, september 2014 Kempenteam voor Jeugdhulp i.o. 2e rapportage 2014 Kempenteam voor Jeugdhulp i.o. Derde kwartaal Periode juli, augustus, september 2014 1 1 Inleiding Aanleiding Nog een paar maanden en dan is het zover;

Nadere informatie

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep

Nadere informatie

Raadsplanning 3 Decentralisaties 2014 Gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden

Raadsplanning 3 Decentralisaties 2014 Gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden Raadsplanning 3 Decentralisaties 2014 Gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden De Kempen, 7 januari 2014 Inhoudsopgave 3D Raadsplanning Planning 3 decentralisaties voor de Raden Aanlevermomenten

Nadere informatie

Vragen fractie PVDA Reusel-De Mierden naar aanleiding van Meerjaren beleidskader Jeugdhulp in De Kempen

Vragen fractie PVDA Reusel-De Mierden naar aanleiding van Meerjaren beleidskader Jeugdhulp in De Kempen Vragen fractie PVDA Reusel-De Mierden naar aanleiding van Meerjaren beleidskader Jeugdhulp in De Kempen 1. Is er nu een wachtlijst en zo ja kunnen we dit jaar al een aanvang maken met deze werkmethode

Nadere informatie

KADERSTELLENDE NOTITIE VAN DE GEMEENTE OIRSCHOT

KADERSTELLENDE NOTITIE VAN DE GEMEENTE OIRSCHOT KADERSTELLENDE NOTITIE VAN DE GEMEENTE OIRSCHOT De basis voor andere jeugdzorg dichtbij, in samenhang, effectief Vastgesteld door de gemeenteraad van Oirschot op 23 april 2013 Kaderstellende notitie.doc\

Nadere informatie

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Factsheet Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, en geestelijke

Nadere informatie

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. 1005258 Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink. Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. 1005258 Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink. Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente SAMENVATTING RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 1005258 Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink ONDERWERP Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente AGENDANUMMER SAMENVATTING

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL (via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: AST/2014/009141

RAADSVOORSTEL (via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: AST/2014/009141 RAADSVOORSTEL (via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: AST/2014/009141 COMMISSIE Burgers op 13 oktober 2014 Onderwerp: Voorstel over Beleidsplan jeugdhulp in de Peelregio 2015-2016 en de verordening jeugdhulp peelgemeente

Nadere informatie

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting - Kadernota Sociaal Domein Managementsamenvatting Kadernota Sociaal Domein Managementsamenvatting DOEN wat nodig is Managementsamenvatting - 1 - Kadernota sociaal domein 2 Doen wat nodig is De gemeente Almere

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijk bij Duurstede Onderzoeksplanning 2013

Rekenkamercommissie Wijk bij Duurstede Onderzoeksplanning 2013 Rekenkamercommissie Wijk bij Duurstede Onderzoeksplanning 2013 Juni 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Onderzoeksonderwerpen in 2013 2.1.Onderzoek naar de effectiviteit van de re-integratieactiviteiten

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF CJG+ TRANSITIE JEUGD IN DE KEMPEN: UPDATE VAN NOVEMBER 2014 VOORWOORD. Zoals Loesje het beschrijft: Als de tijd vliegt, vlieg mee.

NIEUWSBRIEF CJG+ TRANSITIE JEUGD IN DE KEMPEN: UPDATE VAN NOVEMBER 2014 VOORWOORD. Zoals Loesje het beschrijft: Als de tijd vliegt, vlieg mee. NIEUWSBRIEF CJG+ TRANSITIE JEUGD IN DE KEMPEN: UPDATE VAN NOVEMBER 2014 VOORWOORD Zoals Loesje het beschrijft: Als de tijd vliegt, vlieg mee. Zomaar een Loesje die betrekking heeft op de transformatie

Nadere informatie

BESTUURLIJK TRANSFORMATIE AKKOORD JEUGD DRENTHE

BESTUURLIJK TRANSFORMATIE AKKOORD JEUGD DRENTHE BESTUURLIJK TRANSFORMATIE AKKOORD JEUGD DRENTHE 2019-2022 1 INLEIDING Binnen de jeugdhulpregio Drenthe zijn de gemeenten in 2017 geconfronteerd met een tekort op het jeugdhulpbudget. De verwachting is

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 december 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 DECEMBER Regiovisie op het sociaal domein

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 december 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 DECEMBER Regiovisie op het sociaal domein Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8.5 ALDUS VASTGESTELD 21 DECEMBER 2017 Regiovisie op het sociaal domein Te besluiten om: 1. De regionale visie op samenwerking in het sociaal domein, zoals beschreven in het

Nadere informatie

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin)

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin) Vergadering: 11 maart 2014 Agendanummer: 9 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse Toezichtonderzoek op beleidsniveau naar de verantwoorde zorg en ondersteuning van gezinnen met geringe sociale redzaamheid September 2013 Samenwerkend Toezicht

Nadere informatie

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9.

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9. Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 21 mei 2014 Portefeuillehouder Dhr. H.A. Driessen Begrotingsprogramma 8 Onderwerp Beleidskader Sturing, Bekostiging en Inkoop nieuwe gemeentelijke taken Jeugdwet

Nadere informatie

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Achtergrondinformatie: De transitie van de jeugdzorg dient één centrale missie: er voor zorgen dat jeugdigen gezond en

Nadere informatie

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen Transitie Jeugdzorg Inhoud Waar gaat het over? Over welke taken jeugdzorg gaat het? Waarom een transitie? Om welke cliënten gaat het? Wie zijn betrokken? Wanneer vindt de transitie plaats? Financiële aspecten

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Praktijkplatform 3D en Gemeentefinanciën. Kwaliteits- en budgetsturing 3D s

Praktijkplatform 3D en Gemeentefinanciën. Kwaliteits- en budgetsturing 3D s Praktijkplatform 3D en Gemeentefinanciën Kwaliteits- en budgetsturing 3D s De decentralisaties vragen sturing op kwaliteit en budget Aanleiding De decentralisaties (Jeugdzorg, delen van de AWBZ en Participatiewet)

Nadere informatie

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten Rekenkamercommissie Kempengemeenten 13 september 2010 Voorwoord Het onderzoek naar het woonbeleid binnen de Kempengemeenten heeft in twee fasen plaatsgevonden.

Nadere informatie

6lzob. Onderwerp: Acties t.b.v. de jaarverantwoording en facturatie 2016 Wmo & Jeugdzorg

6lzob. Onderwerp: Acties t.b.v. de jaarverantwoording en facturatie 2016 Wmo & Jeugdzorg Bezoekadres Markt 1 5ó88 AJ Oirschot Postadrês Postbus 2 1 5 5688 ZL Oirschot Telefoon +31 499 583 45'l E-mail info@bizob.nl lnternet www.bizob.nl BTW NL81 3699393801 KvK'17159755 BAN NL70 RABO 0170895238

Nadere informatie

ECSD/U Lbr. 14/010

ECSD/U Lbr. 14/010 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Bestuurljke afspraken clientondersteuning Wmo uw kenmerk ons kenmerk ECSD/U201400446 Lbr. 14/010 bijlage(n)

Nadere informatie

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN Samenvatting Kompas voor de zorg voor de jeugd in Fryslân De zorg voor de jeugd valt vanaf 2015 onder de taken van de gemeente. De 27 Friese gemeenten

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 11

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 11 Raadsvoorstel Agenda nr. 11 Onderwerp: Vaststellen van het beleidsplan 'Regiovisie aanpak huiselijke kring en kindermishandeling 2015-2018' en kennis nemen van de genomen besluiten door de gemeenten Helmond

Nadere informatie

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( )

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( ) gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates (0650814004) 2015.005622Z- Inleiding Op 1 januari 2015 is, vanwege

Nadere informatie

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg) RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 386736 Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1 Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg) Verantwoordelijk portefeuillehouder: A. Grootenboer-Dubbelman

Nadere informatie

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Datum: Onderwerp Beleidsplan jeugd en verordening jeugdhulp Status Besluitvormend Voorstel 1. het regionale beleidsplan jeugd vast te stellen 2. het lokale beleidsplan jeugd gemeente Boxtel 2015 vast te

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Aan de raad van de gemeente Wormerland RAADSVOORSTEL Aan de raad van de gemeente Wormerland Datum aanmaak 10-09-2014 Onderwerp Beleidsplan Jeugdhulp Wormerland 2015-2017 Programma en portefeuillehouder E. Fens Raadsvergadering 21 oktober 2014

Nadere informatie

Met elkaar voor elkaar

Met elkaar voor elkaar Met elkaar voor elkaar Publiekssamenvatting Oktober 2013 1 1 Inleiding Met elkaar, voor elkaar. De titel van deze notitie is ook ons motto voor de komende jaren. Samen met u (inwoners en beroepskrachten)

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6. Doetinchem, 20 september 2018 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6. Doetinchem, 20 september 2018 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER 2018 Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021 Te besluiten om: In te stemmen met de regionale visie op inkoop voor het Sociaal Domein

Nadere informatie

Ontwikkelagenda van het Regionaal BeleidsplanTransitie Jeugdzorg van de gemeenten Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk, Teylingen, Katwijk en Hillegom

Ontwikkelagenda van het Regionaal BeleidsplanTransitie Jeugdzorg van de gemeenten Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk, Teylingen, Katwijk en Hillegom Ontwikkelagenda van het Regionaal BeleidsplanTransitie Jeugdzorg van de gemeenten Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk, Teylingen, Katwijk en Hillegom Inleiding Het Regionale Beleidsplan Transitie Jeugdhulp

Nadere informatie

Medisch specialist ziekenhuis

Medisch specialist ziekenhuis Factsheet Medisch specialist ziekenhuis en de Jeugdhulp Almere 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en

Nadere informatie

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014 DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN Raadsvoorstellen 2014 Presentatie: 11-12 12-20132013 Planning raadsbesluiten Beleidskader (nieuwe Wmo en Jeugdwet): januari 2014 Transitiearrangement Zorg voor Jeugd: :

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Regionaal beleidskader transitie jeugd Zuidoost Utrecht en Lokaal beleidsplan jeugdhulp

Raadsvergadering. Onderwerp Regionaal beleidskader transitie jeugd Zuidoost Utrecht en Lokaal beleidsplan jeugdhulp RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 13 maart 2014 14-013 Onderwerp Regionaal beleidskader transitie jeugd Zuidoost Utrecht 2014-2018 en Lokaal beleidsplan jeugdhulp Aan de raad, Onderwerp Regionaal beleidskader

Nadere informatie

Beoogd effect We voldoen aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Beoogd effect We voldoen aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Aan de gemeenteraad Volgnummer: Dienst/afdeling: Onderwerp Beleidsplan jeugd en Verordening jeugdhulp. Voorstel 1. Het beleidsplan jeugd gemeente Oss vast te stellen. 2. De Verordening jeugdhulp gemeente

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder een gezin met geringe sociale redzaamheid een

Nadere informatie

Reactienota Voorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven, versie 25 oktober 2017

Reactienota Voorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven, versie 25 oktober 2017 Reactienota Voorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven, versie 25 oktober 2017 De gemeenteraden is gevraagd voor 1 oktober 2017 een reactie te geven. Alle gemeenteraden hebben

Nadere informatie

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp Handreiking Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp Woord vooraf Voor u ligt de handreiking randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp,

Nadere informatie

Algemene Zaken Openbare Orde en Wijkbeheer Financiën en Control Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Algemene Zaken Openbare Orde en Wijkbeheer Financiën en Control Sociale Zaken en Werkgelegenheid Advies B en W (openbaar) 1900 Afdeling Welzijn zaaknummer Z-14-11603 registratienummer ADV-14-02729 opsteller advies Mevrouw C. Potters-Kemp doorkiesnummer 010-5931898 directeur/afdelingshoofd mevrouw

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : B.J.N Fintelman : Beleid en Projecten : J.R.A. (Nelly) Wijnker Voorstel aan de raad Onderwerp : Beleidsplan

Nadere informatie

Samen met Wmo adviesraden de plannen ontwikkelen 22 mei 2019

Samen met Wmo adviesraden de plannen ontwikkelen 22 mei 2019 Jeugdhulp in de Kempen 2020-2023 Samen met Wmo adviesraden de plannen ontwikkelen 22 mei 2019 1 22-5-2019 https://www.youtube.com/watch?v=oqt3gjdbs80 Myriam van Corler, programmamanager regionale integrale

Nadere informatie

Hoe regelt Heerlen de toegang tot zorg?

Hoe regelt Heerlen de toegang tot zorg? Hoe regelt Heerlen de toegang tot zorg? Zo regelt Heerlen de toegang tot de Wmo, jeugdhulp en participatie Bent u professional in de zorg of heeft u in uw (vrijwilligers)werk met de zorg te maken? Wilt

Nadere informatie

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving Aanpak: GRIP-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Bureau Jeugdzorg

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF

RAADSINFORMATIEBRIEF RAADSINFORMATIEBRIEF Onderwerp: Regionale bestuurlijke afspraken gemeenten Zuidoost- Brabant en MEE Zuidoost-Brabant Registratienummer: 00524401 Datum: 23 juni 2014 Portefeuillehouder: M. Schlösser Steller:

Nadere informatie

Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider

Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider Sjabloon PROJECTOPDRACHT PROJECTOPDRACHT Versie 0.1 Decosnummer: /CONCEPT Transformatie Sociaal Domein Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider Eric Dammingh Onderwerp

Nadere informatie

Onderwerp: Beleidskader decentralisatie jeugdzorg Regio Alkmaar. Aan de raad,

Onderwerp: Beleidskader decentralisatie jeugdzorg Regio Alkmaar. Aan de raad, Agendapunt : 08. Voorstelnummer : 01-005 Raadsvergadering : 30 januari 2014 Naam opsteller : Martine Zweers Informatie op te vragen bij : M. Zweers Portefeuillehouders : Wethouder Mesu Registratienummer

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN ONTWIKKELING SOCIALE WIJKTEAMS GEMEENTEN IN DRENTHE

STAND VAN ZAKEN ONTWIKKELING SOCIALE WIJKTEAMS GEMEENTEN IN DRENTHE STAND VAN ZAKEN ONTWIKKELING SOCIALE WIJKTEAMS GEMEENTEN IN DRENTHE Gemeente Naam Soort Inrichtingsvariant Ontwikkelingsfase Toelichting Aa en Hunze wijkteam Assen Buurtteams Ontwikkeling sociaal team

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Gemeente

Hoofdstuk 2. Gemeente Fawzi Salih van K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd heeft voor u een eerste screening gemaakt van hoofdstuk 2. Het resultaat van de screening is terug te vinden op de volgende pagina s. De samenvatting per

Nadere informatie

Input cliëntperspectief Beschermd wonen 10 maart 2016

Input cliëntperspectief Beschermd wonen 10 maart 2016 Input cliëntperspectief Beschermd wonen 10 maart 2016 We (cliënten) zijn geen cassettebandje die steeds alles herhaalt" (citaat cliënt) Inleiding Op 10 maart 2016 heeft een bijeenkomst beschermd wonen/cliëntperspectief

Nadere informatie

FACTSHEET SAMENWERKING COA

FACTSHEET SAMENWERKING COA FACTSHEET SAMENWERKING COA LOCATIE EN GEMEENTE VOOR JEUGDHULP AAN ASIELZOEKERSKINDEREN INLEIDING ALGEMEEN Met de inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet zijn sinds 1-1-2015 de gemeenten verantwoordelijk

Nadere informatie

ACTUELE OPGAVEN VOOR DE WONINGMARKT EN DE RELATIE TUSSEN LEEGSTAND EN HET WONEN

ACTUELE OPGAVEN VOOR DE WONINGMARKT EN DE RELATIE TUSSEN LEEGSTAND EN HET WONEN ACTUELE OPGAVEN VOOR DE WONINGMARKT EN DE RELATIE TUSSEN LEEGSTAND EN HET WONEN RRO + - Zuidoost-Brabant 11 mei 2016 Niek Bargeman senior adviseur bevolking en wonen Provincie Noord-Brabant REGIONALE AGENDA

Nadere informatie

6lzob. Oirschot, 10 november 2015. Aan de directie van de zorgaanbieders van de 21 regiogemeenten

6lzob. Oirschot, 10 november 2015. Aan de directie van de zorgaanbieders van de 21 regiogemeenten Bezoekadres Markt 1 5688 AJ O rschot Postadres Postbus 21 5 568821 Oirschot Telefoon +31 499 583 451 E-mail ìnfo@bizob.nl lnternet www.b zob.nl Rabobânk 1708.95.238 KvK 17159755 tban NL70 RABO 0170 8952

Nadere informatie

REKENKAMERCOMMISSIE KEMPENGEMEENTEN

REKENKAMERCOMMISSIE KEMPENGEMEENTEN REKENKAMERCOMMISSIE KEMPENGEMEENTEN Bijlage(n): Jaarverslag 2006 Onderwerp: Rekenkamercommissie Datum: 20 maart 2007 Verzonden: 29 maart 2007 Geachte leden van de Raad, Hierbij heeft de rekenkamercommissie

Nadere informatie

AAN DE RAAD. Raadsvergadering d.d. : 26 juni 2014 Voorstelnummer : Portefeuillehouder : E. Hollenberg Carrousel d.d.

AAN DE RAAD. Raadsvergadering d.d. : 26 juni 2014 Voorstelnummer : Portefeuillehouder : E. Hollenberg Carrousel d.d. AAN DE RAAD Raadsvergadering d.d. : 26 juni 2014 Voorstelnummer : Portefeuillehouder : E. Hollenberg Carrousel d.d. : 12 juni 2014 Afdeling : Welzijn Opsteller : I. Sneekes Onderwerp : De inrichting van

Nadere informatie

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Sociale wijkzorgteams Den Haag Sociale wijkzorgteams Den Haag Onderzoek naar voorwaarden voor doeltreffend en doelmatig functioneren De rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de sociale wijkzorgteams in Den Haag. Daarbij is gekeken

Nadere informatie

Zelftest Basisteam Jeugd -

Zelftest Basisteam Jeugd - Zelftest Basisteam Jeugd - Realisatie doelen van de jeugdwet 2015 Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Gezondheidswetenschappen Ant. Deusinglaan 1 9713 AV Groningen Uitvoeringsteam C4Youth Contactpersoon:

Nadere informatie

1. Onderwerp Schuldhulpverlening

1. Onderwerp Schuldhulpverlening Naam: Functie: dr.ir. M. van Lieshout Onderzoeker-secretaris Rekenkamer Zaaknr: 273186 Betreft: Concept onderzoeksvoorstel Schuldhulpverlening juni 2018 1. Onderwerp Schuldhulpverlening 2. Aanleiding en

Nadere informatie

Toelichting BenW-adviesnota

Toelichting BenW-adviesnota Onderwerp: Toelichting BenW-adviesnota Afdeling/team: Welzijn Convenant samenwerking gemeenten Noord- Limburg, VGZ zorgkantoor Noord- en Midden- Limburg en zorgverzekeraar cvgz Afdelingshoofd: Bremmers,

Nadere informatie

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten: Voorstel Cluster : samenleving Nummer : 5 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 20 april 2015 Onderwerp : Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling Inleiding Als gevolg van

Nadere informatie

Informatienota. Inleiding

Informatienota. Inleiding Informatienota Vergadering : Voorstelnummer : Registratienummer : 13.014527 Portefeuillehouder : W. Hompe Afdeling : KCC 2 Bijlage(n) : B&W-datum/nummer : juli 2013, nummer Commissie/datum : Samenleving,

Nadere informatie

Ervaringsdeskundigheid: Meerwaarde?!

Ervaringsdeskundigheid: Meerwaarde?! Ervaringsdeskundigheid: Meerwaarde?! Ervaringsdeskundigheid: MEERWAARDE?! Welkom en inleiding Marjan Enning: Netwerkcoördinator Ervaringsdeskundigheid bij NAH Jeroen Kwak: Manager Zorgbelang/ Senior Beleidsadviseur

Nadere informatie

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013 Transitie jeugdzorg Ab Czech programmamanager gemeente Eindhoven januari 2013 1. Samenhangende maatregelen Decentralisatie jeugdzorg Decentralisatie participatie Decentralisatie AWBZ begeleiding Passend

Nadere informatie

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake Lokaal en regionaal beleidskader voor jeugdzorg. Samenvatting Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Inleiding Op 1 januari 2015

Nadere informatie

Toelichting BenW-adviesnota

Toelichting BenW-adviesnota Onderwerp: Toelichting BenW-adviesnota Afdeling/team : Welzijn Regionaal beleids- en afsprakenkader Wmo 2015 Afdelingshoofd : Bremmers, P.H.M. Auteur : Bankers, J. Datum vergadering : 08 december 2014

Nadere informatie

Bijlage bij BURAP 2016-1 - Monitor sociaal domein gemeente Cranendonck

Bijlage bij BURAP 2016-1 - Monitor sociaal domein gemeente Cranendonck Bijlage bij BURAP 216-1 - Monitor sociaal domein gemeente Cranendonck Inleiding De monitor is een instrument waarmee gevolgd kan worden of de transformatie gerealiseerd wordt en of de gestelde doelen worden

Nadere informatie

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) BOB 14/001 BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) Aan de raad, Voorgeschiedenis / aanleiding Per 1 januari 2015 worden de volgende taken vanuit het rijk naar de gemeenten gedecentraliseerd:

Nadere informatie

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost 2015-2018 Inleiding Op 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. Gemeenten worden bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle vormen

Nadere informatie

Raadscommissievoorstel

Raadscommissievoorstel Raadscommissievoorstel Status: Voorbereidend besluitvormend Agendapunt: 4 Onderwerp: Transformatie jeugdzorg Regionaal projectplan Datum: 10 december 2012 Portefeuillehouder: Jhr. M.R.H.M. von Martels

Nadere informatie

De slimste route? Vormgeven toegang

De slimste route? Vormgeven toegang De slimste route? Vormgeven toegang Grote veranderingen in zorg en ondersteuning Taken vanuit AWBZ, Jeugdzorg, Werk en inkomen. Passend onderwijs (toegang tot onderwijs) De slimste route (voor Hengelo)

Nadere informatie

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare zorg Regio Arnhem Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niet-toewijsbare zorg Dit is een toelichting bij het instrument Effectenanalyse

Nadere informatie

Onderwerp Beleidskader Jeugd Datum 6 november 2018

Onderwerp Beleidskader Jeugd Datum 6 november 2018 2018-377 Gemeenteraad Onderwerp Beleidskader Jeugd 2018-2022 Datum 6 november 2018 Raadsvoorstel Afdeling Strategie Maatschappelijke Ontwikkeling Portefeuillehouder J. Kuiper Onderwerp Vaststelling Beleidskader

Nadere informatie

Regiemodel Jeugdhulp 2015

Regiemodel Jeugdhulp 2015 Regiemodel Jeugdhulp 2015 Visie op de inrichting van een nieuw stelsel voor jeugdhulp na de decentralisatie versie 1 november 2012 Registratienr. 12.0013899 1 INLEIDING... 2 1.1 Schets van de opbouw van

Nadere informatie