uitbreidingspakket Ik zie de bui al hangen voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus Niveau 4 (AVI 4/AVI M4)

Transcriptie

1 uitbreidingspakket Ik zie de bui al hangen voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus Niveau 4 (AVI 4/AVI M4)

2 Inhoudsopgave pagina Lekker Lezen in het kort 3 Hoe werkt u met deze proeflessen? 4 Wat u vooraf moet weten 7 Niveau 4 w handleiding 8 w leesboek 14 w werkboek 18 w leeskaart 24 w antwoordenboek bij de leeskaarten 26 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch

3 Lekker Lezen in het kort Het keuzeproces voor een nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen is een zorgvuldig traject waarbij u vaak veel informatiebronnen raadpleegt om de methode goed te kunnen beoordelen op geschiktheid voor uw school. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen, raden we u aan te beginnen met het doorlezen van de informatiebrochure van Lekker Lezen. Vervolgens bekijkt u de zichtzending en geeft u eventueel proeflessen. Met deze proeflessensyllabus willen we het geven van proeflessen voor u vergemakkelijken. Wij zetten daarom eerst de belangrijkste kenmerken van Lekker Lezen op een rij. Belangrijke redenen voor scholen om te kiezen voor Lekker Lezen Motiverend voor de kinderen door: w afwisseling tussen verhalende en informatieve teksten; w teksten afgestemd op de belevingswereld van AVI 1 t/m AVI 9+ en AVI M3 t/m AVI E7 *) w full-colour leesboek. Makkelijk voor de leerkracht vanwege: w eenvoudige indeling in drie leesgroepen; w per les krijgt één leesgroep instructie; w unieke handleiding geeft in één oogopslag alle benodigde instructie-aanwijzingen. Veel voortgang voor alle kinderen vanwege: w drie niveaus vooruitgang per jaar; w extra leesstof voor de zwakkere lezers; w uitdagende opdrachten op hun eigen niveau voor de betere lezers. *) door de dubbele AVI-toekenning in ieder boek en de uitleg in de handleiding kunt u op de nieuwe AVI-indeling overstappen wanneer u maar wilt! Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch

4 Hoe werkt u met deze proeflessen? De groepsindeling U deelt uw klas in in drie leesgroepen. w Leesgroep 1 bestaat uit kinderen die lezen op het laagste AVI-niveau in uw klas. w Leesgroep 2 bestaat uit kinderen die lezen op het één na laagste AVI-niveau. w Leesgroep 3 bestaat uit kinderen die lezen op hogere AVI-niveaus. Dit geldt zowel voor de oude AVI-niveaus als de nieuwe AVI-niveaus. U geeft de instructie in leesgroep 1 en 2 op AVI-instructieniveau. In leesgroep 3 werken de kinderen zelfstandig op hun eigen AVI-instructieniveau. Leesgroep 3 kan dus op meerdere niveaus aan het werk zijn. Het instructieniveau is altijd één niveau hoger dan het niveau dat het kind al beheerst. Voor het uitvoeren van de proeflessen in uw klas heeft u materiaal nodig op minimaal 3 niveaus. w Voor Leesgroep 1 de handleiding, leesteksten en werkboeklessen op het laagste AVI-niveau (instructieniveau). w Voor Leesgroep 2 de handleiding, leesteksten en werkboeklessen op het één na laagste AVI-niveau (instructieniveau). De bijbehorende luisterteksten kunt u downloaden via w Voor Leesgroep 3 de leesteksten, leeskaarten en antwoordenboek op minimaal één (hoger) AVI-niveau. Hiermee kunt u een indruk krijgen van het organisatiemodel en de materialen. Overigens zit in Lekker Lezen ook een een voorstel voor de lesinvulling voor kinderen die AVI-uit zijn, maar voor deze proeflessen blijft dat buiten beschouwing. Weekschema Iedere les duurt 30 minuten. De gekleurde lessen in het schema zijn leerkrachtgebonden instructielessen voor leesgroep 1 of 2. De andere lessen werken de kinderen zelfstandig met de aangegeven materialen. Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch

5 Hieronder ziet u het weekschema voor de lessen. Gewoonlijk werken de kinderen zes weken aan een thema. De materialen in deze syllabus zijn voldoende voor één lesweek voor één leesgroep. U werkt in deze week driemaal met Lekker Lezen. Leesgroep 1 krijgt tweemaal per week instructie, leesgroep 2 krijgt eenmaal per week instructie en leesgroep 3 werkt volledig zelfstandig. Leesgroep 1 (werkt op laagste instructieniveau) WEEKSCHEMA DAG 1 DAG 2 DAG 3 Basisles 1 Herhalingsles 1 Basisles 2 leesboek werkboek leesboek werkboek leesboek werkboek Leesgroep 2 (werkt op één na laagste instructieniveau) Basisles 2 leesboek werkboek luister-cd Basisles 3* leesboek werkboek Herhalingsles 3* leesboek werkboek Leesgroep 3 (kinderen werken ieder op eigen instructieniveau) Leeskaarten leesboek leeskaart schrift Leeskaarten leesboek leeskaart schrift Vrij lezen boek naar keuze Deze leesgroep krijgt instructie Deze leesgroep werkt zelfstandig * Uit praktische overwegingen gebruikt u in de proeflessen Basisles 1 en Herhalingsles 1. Basisles De basislessen geeft u vanuit de handleiding ( Leswijzer, pag. 8-9 en in deze syllabus). Daarin staat het ingevulde werkboek met daarbij de aanwijzingen voor de les. De kinderen hebben het werkboek en leesboek voor zich. U doet voor, geeft uitleg en corrigeert waar nodig. De kinderen die zelfstandig werken, gebruiken hiervoor ook werkboek en leesboek. Het fragment van de luister-cd vindt u op Leeskaarten De leeskaarten kunnen aan één of meerdere teksten gekoppeld zijn. Elke leeskaart bevat opdrachten voor ongeveer twee lessen. Op de voorkant van de leeskaarten staan opdrachten die kinderen aanzetten tot het nauwkeurig lezen. Hierin oefenen de kinderen de leesmoeilijkheden van het betreffende niveau nog een keer op woord-, zinseen tekstniveau. Op de achterkant van de leeskaart staan gevarieerde opdrachten die betrekking hebben op de inhoud van de bijbehorende teksten. Bij elke opdracht staat een picto, zodat de kinderen weten wat er van hen verwacht wordt en zij deze kaarten zelfstandig kunnen maken. De antwoorden schrijven ze in hun schrift. Deze antwoorden kunnen ze zelf nakijken m.b.v. het antwoordenboek bij de leeskaarten, of u kijkt ze na. Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch

6 De picto s In de werkboeken en leeskaarten wordt gewerkt met picto s. Deze picto s ondersteunen de kinderen bij het maken van de opdrachten in het werkboek of op de leeskaarten. In Lekker Lezen worden onderstaande picto s gebruikt. Luister naar de tekst. Kijk goed wat er staat. Schrijf in je werkboek. Lees goed wat er staat. Lees in je leesboek. Hoe lang doe je er over? Werk samen met je leesmaatje. Schrijf in je schrift. Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch

7 Wat u vooraf moet weten U kunt snel en gemakkelijk aan de slag met proeflessen. Het fragment van de luistercd vindt u op Normaal gesproken hoeft u geen materialen te kopiëren. Voordat u deze proeflessen gaat geven, kopieert u alleen de materialen voor de kinderen uit de syllabus. Deze zwart-wit kopieën geven een ander beeld dan de echte leerlingmaterialen die bestaan uit een leesboek, werkboek en leeskaarten in kleur. Kijk voor de voorbeelden ook nog eens in de zichtzending. En nu aan de slag! Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch

8 Ik zie de bui al hangen Basisles 1 Op reis Lesdoel (woord-zin-tekst) Lezen van samengestelde woorden. Expressief lezen van dialogen. Materiaal leesboek Ik zie de bui al hangen, blz. 4 en 5 werkboek Ik zie de bui al hangen, blz. 4 en 5 kleurpotloden Woorden De vos (een slim dier dat in het bos leeft. Het heeft een roodbruine vacht en gaat graag op jacht) Aanknippen (het licht aandoen) Het grondzeil (zeil dat op de grond ligt, bijvoorbeeld in een tent. De spullen die erop liggen blijven droog) Het afdak (een dak tegen een muur aan. Het beschermt de spullen die eronder liggen, zodat ze droog blijven) Snuffelen (hier: ruiken, doe het voor) OPDRACHT U leest de tekst voor. Laat met verschillende stemmetjes horen wat gezegd wordt. De kinderen lezen met u mee. U legt zo nodig de betekenis van de woorden uit. OPDRACHT U laat zien dat zaklamp en kampeerplaats uit twee woorden bestaan. Benoem duidelijk beide woorden apart. U leest loodzwaar. Een kind zegt uit welke twee woorden dit woord bestaat. U doet hetzelfde met de andere woorden. 2 De kinderen kleuren het eerste woord in ieder lang woord. OPDRACHT U leest het verhaal nog een keer voor. De kinderen lezen mee en kijken welke lange woorden in de tekst staan. 2 Na afloop schrijven ze drie lange woorden op. Om de beurt noemen de kinderen een antwoord. handleiding, pagina 4 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 8

9 Aanwijzingen bij de les Organisatie Tijdens de basisles geeft u instructie over het leesprobleem. U legt de leesmoeilijkheid uit. U doet voor en de kinderen doen na. U controleert direct of de kinderen de uitleg goed toepassen in de oefeningen en in de tekst. In de herhalingsles oefenen de kinderen zelfstandig verder met het probleem. De betekenis van de picto s in het werkboek staat op de binnenkant van de omslag in het werkboek. Neem ze met de kinderen door en controleer of ze de betekenis kennen. Didactiek De kinderen leren samengestelde woorden van drie lettergepen. Samengestelde woorden bestaan uit twee (of meer) betekenisvolle woorden. Bijvoorbeeld: zaklamp en kampeerplaats. De kinderen hoeven de term samengestelde woorden nog niet te kennen. Naar de kinderen toe spreekt u over lange woorden (die uit twee of meer woorden bestaan). Koorlezen is zinvol voor kinderen die spellend blijven lezen. OPDRACHT U leest de woorden voor. U bespreekt de eerste drie woorden. 2 De kinderen kleuren de woorden als zaklamp rood. 3 U leest de roodgekleurde woorden voor. De kinderen lezen in koor met u mee. OPDRACHT De kinderen lezen de zinnen zachtjes voor zichzelf. Ze onderstrepen de lange woorden. 2 De kinderen lezen om de beurt een zin hardop. Ze noemen het lange woord in de zin. OPDRACHT U leest de opdracht voor. U doet de eerste zin voor. Zoek in de tekst de zin met het woord Vos. Controleer of het de juiste zin is. Vul het woord in. 2 De kinderen maken de opdracht af. 3 U noemt de antwoorden door de hele zin te lezen. Herhaal het woord dat ingevuld is. OPDRACHT De kinderen lezen de tekst zelfstandig. Wijs de kinderen erop om nauwkeurig, vlot en expressief te lezen. Luister bij enkele kinderen of ze expressief lezen en de samengestelde woorden al ineens kunnen lezen. Zeg een woord voor als het kind nog spellend leest. Tip Een spellende lezer is een lezer die te veel letter voor letter leest en daarmee het woordbeeld verliest. Meer informatie over spellende lezers vindt u in bijlage 1 van de Methodewijzer. handleiding, pagina 5 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 9

10 De kinderen maken deze herhalingsles zelfstandig. Ik zie de bui al hangen Herhalingsles 1 Op reis Lesdoel (woord-zin-tekst) Vlot en correct lezen van samengestelde woorden. Materiaal leesboek Ik zie de bui al hangen, blz. 4 en 5 werkboek Ik zie de bui al hangen, blz. 6 en 7 kleurpotloden handleiding, pagina 6 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 10

11 Aanwijzingen bij de les Organisatie In deze les werken de kinderen zelfstandig of met een leesmaatje. Dit wordt in het werkboek aangegeven door. Een leesmaatje is een kind in hetzelfde leesgroepje. De samenwerking met een leesmaatje verloopt bij voorkeur volgens de stappen Denken Delen Uitwisselen. De leesmaatjes maken eerst de opdracht voor zichzelf. Dan lezen zij de antwoorden aan elkaar voor. Daarna vergelijken zij de antwoorden met elkaar. De kinderen oefenen in iedere herhalingsles op nauwkeurig lezen waar het moet en vlot lezen waar het kan. Bij de opdrachten op de rechterbladzijde ligt de nadruk op automatiseren, op tempo, maar wel met behoud van nauwkeurigheid. handleiding, pagina 7 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 11

12 Organisatiemodel 1: Leesgroep 2 werkt deze les zelfstandig door met behulp van de luister-cd of het computerprogramma. OPDRACHT U leest de tekst voor. Let bij het lezen van de tekst op de leestekens. Pauzeer kort bij een komma. Laat een vraag, zonder overdrijven, vragend klinken. De kinderen lezen met u mee. U legt zo nodig de betekenis van de woorden uit. Ik zie de bui al hangen Basisles 2 Poes is weg Lesdoel (woord-zin-tekst) Correct lezen van zinnen met een komma en/of een vraagteken. Over de regel heen lezen. Materiaal leesboek Ik zie de bui al hangen, blz. 6 en 7 werkboek Ik zie de bui al hangen, blz. 8 en 9 rode en groene kleurpotloden Woorden Het park (een grote tuin waarin iedereen mag wandelen en spelen. Het ligt vaak in een stad) Trillen (hier: rillen, doe het voor) De slager (een slager verkoopt vlees in zijn winkel) In de verte (ver bij je vandaan) OPDRACHT U leest de zin voor. Laat horen dat u even kort wacht bij het lezen van een komma. Wijs de kinderen erop dat u nu alvast naar het volgende deel van de zin kunt kijken. De kinderen lezen de zin om de beurt voor en wachten hoorbaar bij de komma. 2 U leest de zinnen vragend voor. Wijs de kinderen erop dat ze het eind van een zin met een vraagteken niet overdreven langgerekt en met hoge stem lezen. De kinderen lezen de vraagzinnen om de beurt voor. U geeft een compliment als het goed gaat. OPDRACHT U leest de opdracht en de zinnen voor. 2 De kinderen maken de opdracht en kleuren de komma s en de vraagtekens. Ze oefenen de zinnen zachtjes voor zichzelf. 3 Om de beurt lezen ze een zin hardop voor. OPDRACHT De kinderen lezen de zinnen zachtjes voor zichzelf. 2 De kinderen lezen om de beurt een zin voor. Geef het goede voorbeeld als er overdreven vragend gelezen wordt. Geef een compliment als het goed gaat. handleiding, pagina 8 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 12

13 Aanwijzingen bij de les Organisatie Controleer of de kinderen de betekenis van de picto s in het werkboek kennen. Kinderen van leesgroep 2 die eerder klaar zijn met het werkboek kunnen een keuzetekst lezen (tekst 13, 14 en 15 in het leesboek Ik zie de bui al hangen). Didactiek Samenwerking met een leesmaatje wordt gedaan volgens Denken Delen Uitwisselen. De leesmaatjes maken eerst de opdracht voor zichzelf. Dan lezen zij de antwoorden aan elkaar voor. Daarna vergelijken zij de antwoorden en zoeken ze naar overeenkomsten en verschillen. Bij een komma komt een korte pauze. Bij een vraagteken klinkt het eind van de zin iets hoger. OPDRACHT Wijs de kinderen erop dat de zinnen doorlopen op de volgende regel. Bij een komma pauzeer je kort. Als er geen komma staat lees je gewoon door zonder te stoppen. De kinderen oefenen de zinnen zachtjes voor zichzelf. Ze proberen vlot en goed te lezen. 2 U leest de zinnen voor. De kinderen lezen in koor met u mee. OPDRACHT De kinderen maken de opdracht. 2 Ze lezen om de beurt een zin voor. Ze letten op het juist lezen van de komma of het vraagteken. Tip Als variatie kunnen de kinderen de opdracht met een leesmaatje maken volgens Denken Delen Uitwisselen. OPDRACHT De kinderen lezen zelfstandig de tekst in het leesboek. U leest samen met een kind dat radend leest. Laat het kind rustig lezen. Zeg het woord voor als het fout gelezen wordt. Het kind herhaalt het goede woord en leest de zin nog een keer. 2 Let eventueel op het juist lezen van zinnen met een komma of een vraagteken. handleiding, pagina 9 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 13

14 Ik zie de bui al hangen 4 1 Op reis Beer en Vos in de tent Vos wordt half wakker. Er kriebelt iets op zijn wang. Hij veegt het weg. Dan draait hij zich om en gaapt. Zijn ogen blijven dicht. Er valt iets op zijn oor. Koud is het, en nat. Nu wordt Vos heel wakker. Zijn ogen gaan vanzelf open. Beer, gilt hij. Ik word nat! De bruine berg naast Vos beweegt. Watte? kreunt hij. Vos knipt de zaklamp aan. Hij ziet water op het grondzeil. Er hangt een druppel aan het dak. Schiet op, Beer! De tent lekt, roept Vos. Het regent binnen. Maak niet zo n lawaai, bromt Beer. Ga slapen, het is nog donker. De druppel valt van het dak. Hé, roept Beer. Het lekt hier. Hoe kan dat, regent het? En wat ben jij aan het doen, Vos? Vos pakt zijn tas in. leesboek, pagina 4 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 14

15 Ik word kletsnat, zegt hij. We kunnen hier niet slapen. Schiet op, Beer, help eens mee. Ze pakken alles in. De tent is heel zwaar. Dan gaan ze op pad, het donker in. De regen maakt een gordijn van druppels. Ze komen langs een schuur met een afdak. Daar wachten ze op de zon. Dit bos lijkt op ons bos De weg glimt in de regen. Brrr, wat heb ik het koud, zegt Beer. Mijn poten zijn nat. En die rugzak is zo loodzwaar. Zou het nog ver zijn, Vos? Weet je zeker dat we zo goed lopen? Zeur toch niet zo, zegt Vos. Het is je eigen schuld. Jij moest zo nodig op reis. Loop nou maar door. Ik geloof dat ik het bos al ruik. Beer blijft staan. Hij snuffelt aan de lucht. Je hebt gelijk, roept hij. Ik ruik ook bos. Het bos lijkt op het bos van Vos en Beer. Ze zien de boom van Uil. Ze zijn weer thuis! 5 TEKST: TRUUS VAN DE WAARSENBURG ILLUSTRATIES: NATALIE KUYPERS leesboek, pagina 5 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 15

16 Ik zie de bui al hangen 6 2 Poes is weg Pieter is verdrietig. Waar zou Teuntje zijn? In het park? Pieter gaat in zijn eentje op zoek. In het park is het donker. De straat is heel stil. De regen is gestopt. Het waait een beetje. Pieter kijkt om zich heen. Hij is bang en wil terug, terug naar zijn bed. Dan hoort hij een klap. Pieter draait zich om. De wind heeft de deur dichtgedaan. Hij kan niet meer terug. Dan hoort hij papa s stem, achter de deur in de gang. Pieter trilt helemaal. Hij rent weg. De straat uit. leesboek, pagina 6 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 16

17 Langs het huis van de buurman en de winkel van de slager. Aan het einde van de straat staat hij stil. Hier moet hij de weg over. Naar de andere kant, want daar is het park. Hij wacht even en denkt na. Wat zal hij doen: naar huis gaan of in het park gaan zoeken? Hij voelt tranen in zijn ogen. Het is al zo donker, denkt hij. Als het licht is, is het park fijn. Dan speel ik er vaak. Nu is het zo eng. Pieter veegt zijn tranen weg en zegt zacht: Ik ga het park in en verstop mij eerst in de hut. De geheime hut van mijn vrienden en mij. Misschien is Teuntje daar wel. Ineens hoort hij stemmen. In de verte komen mensen aan. Ze zien me, denkt Pieter. Ik moet weg. Hij rent de straat over, het park in. 7 TEKST: JACQUES VRIENS ILLUSTRATIE: JULIETTE DE WIT leesboek, pagina 7 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 17

18 1 Op reis 1 Luister naar de tekst Op reis. 2 3 Je ziet lange woorden. zak + lamp zaklamp kampeer + plaats kampeerplaats Kleur de woorden zoals in zaklamp. loodzwaar hondenweer kletsnat tentzeil Zoek in de tekst drie woorden als zaklamp werkboek, pagina 4 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 18

19 Ik zie de bui al hangen Lees de woorden. Kleur de lange woorden als zaklamp rood. kriebelhoest kriebelt grondzeil regent binnentent druppelt buitentent beweegt slaaptent geloof regenbui snuffelt tentdoek kletsnat tentdak gelijk Zet een streep onder de lange woorden. Lees de zinnen hardop. Vos ziet waterdruppels op het grondzeil. Er hangt een regendruppel aan het tentdak. Ik word echt kletsnat, zegt Vos. Die rugzak is werkelijk loodzwaar. Zoek de zin in de tekst. Welk woord mis je? Vul het in. Vos knipt de... aan. Hij ziet... op het grondzeil. De regen maakt een... van druppels. Ze komen langs een schuur met een.... Lees de tekst op bladzijde 4 en 5 uit je leesboek. 5 werkboek, pagina 5 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 19

20 1 Op reis 8 Lees de tekst op bladzijde 4 en 5 uit je leesboek. 9 Lees de rijtjes woorden twee keer. Lees rustig en foutloos. reisziekte loodzwaar weerman weerbericht zomertijd weervrouw zonnestraal luchtdruk windmolen weerstation zwaailicht windmeter wintertijd motregen waterdruppel waterdamp Lees de zinnen. Kleur het goede woord. Als je gaat kamperen in een tent, moet je zorgen voor een stevig grondzeil / tentdoek. Een goed kampeerder heeft altijd een gebaksdoos / verbanddoos bij zich. Als je in een bos verdwaalt, moet je opletten dat je geen rondjes / blokjes gaat lopen. Lees de zinnen. Welke zinnen staan in de tekst? De weg glimt in de regen. De caravan lekt, roept Beer. Hij ziet waterdruppels op het tentdoek. En die rugzak is zo loodzwaar. 6 werkboek, pagina 6 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 20

21 Ik zie de bui al hangen Lees de rijtjes woorden twee keer. fietsbel slaapkamer badhanddoek weerbericht luchtdruk windmolen wintertijd weerstation motregen spreekuur wandeltocht badhuis reisziekte zomertijd hagelsteen Lees eerst de gekleurde woorden. Lees dan de zinnen vlot en foutloos. Heb jij wel eens een wervelwind gezien? Je moet niet zo veel in die rugzak proppen! Ik geloof dat ik de dennenappels al ruik, zegt Beer. Wist jij dat er verschillende wolkensoorten zijn? Help eens even met het uitrollen van het tentdoek. Lees de zinnen. Weet jij het verschil tussen een tentdoek en een tentzeil? Werkt een zaklamp alleen op batterijen? Als je kletsnat bent, moet je zorgen dat je snel droog wordt. De regen maakt een druppelgordijn. Zet een streep onder de woorden die je lastig vond. Lees die woorden nog een keer. 7 werkboek, pagina 7 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 21

22 2 Poes is weg 1 Luister naar de tekst Poes is weg Lees de zinnen. Je ziet een, (komma). En je ziet een? (vraagteken). Hij is bang en wil terug, terug naar zijn bed. Bij een, wacht je even. Waar zou Teuntje zijn? In het park? Een? gebruik je als je iets vraagt. Kleur de komma s rood. Kleur de vraagtekens groen. Lees de zinnen voor. Wacht even bij de komma. Let op het vraagteken. In het park? Dan hoort hij papa s stem, achter de deur in de gang. Wat zal hij doen? Naar huis gaan of in het park gaan zoeken? Als het licht is, is het park fijn. Lees de zinnen. Let op het?. Wat moet ik nu toch doen? vraagt Pieter. Teuntje, Teuntje ben je daar? Waarom zou Pieter toch zo verdrietig zijn? Zullen we naar huis gaan? vraagt papa. 8 werkboek, pagina 8 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 22

23 Ik zie de bui al hangen 5 6 Lees de zinnen vlot en goed. Pieter hoort papa s stem, achter de deur in de gang. Pieter rent langs het huis van de buurman en de winkel van de slager. Pieter veegt zijn tranen weg en zegt zacht: Ik ga het park in en verstop mij eerst in de hut. Hier moet hij de weg over. Naar de andere kant, want daar is het park. Kies een, of een?. Lees de zinnen. Mag ik mee... vraagt Pieter. Zou Teuntje in het park kunnen zijn... vraagt de slager. Hij is bang en wil terug... weg van hier. Dan hoort hij zijn stem... achter de deur in de gang. Zullen we naar huis gaan... 7 Lees de tekst op bladzijde 6 en 7 uit je leesboek. 9 werkboek, pagina 9 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 23

24 Op reis Lees de tekst Op reis op bladzijde 4 en 5 van je leesboek. Zoek drie lange woorden zoals zaklamp. In het lange woord zie je twee korte woorden. Lees de lange woorden twee keer. Maak lange woorden. Kies uit: zeil deur kamer doek Schrijf de lange woorden in je schrift. Lees dan de woorden. tent grond achter hotel Zoek de woorden. Lees de zinnen met de woorden. Hij ziet water op het Er hangt een aan het dak. Ik word, zegt hij. We kunnen hier slapen. De regen maakt een gordijn van Ze komen langs een schuur met een Ik zie de bui al hangen Zoek de woorden loodzwaar en rugzak. Lees de zin met die woorden twee keer. Eerst rustig, dan vlot. Lees de zinnen in de goede volgorde. Kijk naar de tekst. Zet de letters in de goede volgorde in je schrift. a Loop nou maar door. b Het is je eigen schuld. c Ik geloof dat ik het bos al ruik. d Jij moest zo nodig op reis. Lees een deel van de tekst Op reis eerst stil voor jezelf. Daarna lees je om de beurt je deel van de tekst hardop voor. Geef elkaar een tip. Leeskaart 1 leeskaarten, pagina 49 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 24

25 Bedenk een spannend kort verhaal. Schrijf het in je schrift. Jij bent de hoofdpersoon. Gebruik de woorden: kletsnat grondzeil loodzwaar De bruine berg naast Vos beweegt. Teken deze bruine berg. Waar denk jij aan bij de woorden bruine berg? Bij bruine berg denk ik aan Beer en Vos zien de boom van Uil. Ze zijn weer thuis! Maak het gesprek tussen Vos en Beer af. Beer: Je hebt gelijk. Ik ruik ook bos. Vos: Beer: Vos: Beer: De een is Vos. De ander is Beer. Zoek zinnen die gezegd worden. Bedenk een instrument dat past bij de zinnen. Bedenk dan een ritme bij elke zin. Kun je het ritme laten horen? Er valt een druppel van het tentdoek. De regen klettert op het tentdoek. Het giet! De regen maakt een gordijn van druppels. instrument Maak een rollenspel bij de tekst. Vraag of je het toneelstukje mag spelen. leeskaarten, pagina 50 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 25

26 Leeskaart 1 Ik zie de bui al hangen Op reis 88 2 Heb je drie van deze woorden gevonden? zaklamp: vanzelf, grondzeil, kletsnat, afdak, rugzak, loodzwaar 3 Heb je deze woorden gevonden? tentdoek grondzeil achterdeur hotelkamer 4 Heb je deze woorden gevonden? grondzeil druppel kletsnat niet druppels afdak 5 Heb je deze zin gevonden? En die rugzak is zo loodzwaar. 6 b, d, a, c 12 Heb je al deze zinnen gevonden? Bij Vos: Beer, gilt hij. Ik word nat! Schiet op, Beer! De tent lekt, Het regent binnen. Ga slapen, het is nog donker. Ik word kletsnat, zegt hij. We kunnen hier niet slapen. Schiet op, Beer, help eens mee. antwoorden leeskaarten, pagina 88 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 26

27 Ik zie de bui al hangen Leeskaart 1 Zeur toch niet zo, zegt Vos. Het is je eigen schuld. Jij moest zo nodig op reis. Loop nou maar door. Ik geloof dat ik het bos al ruik. Bij Beer: Watte? kreunt hij. Maak niet zo n lawaai, bromt Beer. Hé, roept Beer. Het lekt hier. Hoe kan dat, regent het? En wat ben jij aan het doen, Vos? Brrr, wat heb ik het koud, zegt Beer. Mijn poten zijn nat. En die rugzak is zo loodzwaar. Zou het nog ver zijn, Vos? Weet je zeker dat we zo goed lopen? Je hebt gelijk, roept hij. Ik ruik ook bos. 89 antwoorden leeskaarten, pagina 89 Lekker Lezen! Voortgezet technisch lezen Proeflessensyllabus niveau 4 Malmberg, s-hertogenbosch 27