Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker. 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken."
|
|
- Johanna Verbeek
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken." 2. Vraag: "Welke vraag hebben we daarbij nodig?" 3. Discussie: "Juist, de vraag: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? hebben we hierbij nodig. Deze vraag staat op jullie kaart. Gebruik de kaart maar weer bij deze les. Je kunt de kaart ook als bladwijzer gebruiken." 5. "We hebben al eerder gezien dat we, door goede vragen te stellen over de tekst, de tekst ook goed leren begrijpen. En dat gaan we dus ook vandaag weer proberen." Instructiefase: 1. "Vandaag gaan we dus weer een tekst lezen. Bij die tekst gaan we de betekenis van moeilijke woorden zoeken, samenvatten en vragen stellen. We lezen straks het eerste gedeelte zacht. Tot aan de eerste streep. Als we gestopt zijn met lezen zal ik proberen om moeilijke woorden te vinden, een samenvatting te maken en vragen te bedenken over dat wat we gelezen hebben. Aan jullie zal ik dan vragen wat jullie de beste vraag vinden. Nadat ik alles één keer voor heb gedaan mag iemand van jullie het van mij overnemen. Iedereen komt vandaag aan de beurt om vragen te maken." 2. Vraag: "Is het duidelijk wat vandaag de bedoeling is?" 3. "Dan zal ik nu de tekst van vandaag uitdelen. De titel van de tekst is: De inbreker." 4. De tekst wordt uitgedeeld. 5. Vraag: "Willen jullie het eerste gedeelte lezen tot aan de eerste streep?" 1
2 6. Iedereen begint te lezen. De inbreker In de straat is het donker en stil. De inbreker sluipt naar een huis toe. Hij loopt zo zachtjes dat niemand hem hoort en niemand hem ziet. Bij het huis is het ook donker en stil. De inbreker weet dat de bewoners van het huis op vakantie zijn. Nu kan hij makkelijk spullen uit hun huis meenemen. Hij wil hun spullen gaan stelen. 1. Vraag: "Is iedereen klaar met lezen? Staan er moeilijke woorden in de tekst?" (Zo ja, geef instructie ophelderen). 2. "Pak de kaart er maar even bij. De eerste vraag van de kaart hebben we al beantwoord. Als tweede vraag staat er: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? Als we dat doen hebben we een samenvatting van de tekst." 3. "Ik zal nu eerst een samenvatting van de tekst geven: De tekst gaat over een inbreker. De inbreker sluipt in het donker naar een huis toe. Hij wil spullen uit het huis gaan stelen." (Schrijf de samenvatting onder de vragen: Samenvatting 1: De inbreker sluipt in het donker naar een huis toe. Hij wil spullen uit het huis gaan stelen.) 4. "Nu we de samenvatting hebben, kijken we naar de laatste vraag op de kaart. Als laatste vraag staat er: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen?" 5. "Ik zal proberen vragen te stellen over dit stukje tekst. De antwoorden op de vragen moeten in de tekst staan. Dan kan ik de volgende vragen bij de tekst stellen: a. Waar sluipt de inbreker naar toe? b. Wat weet de inbreker? c. Wat wil de inbreker gaan doen bij het huis waar hij heen sluipt?" (Schrijf de vragen op). 6. Vraag: "Kunnen jullie mij de antwoorden op deze vragen geven?" (Schrijf de antwoorden achter de vragen op). a. Naar een huis. b. Dat de bewoners van het huis op vakantie zijn. c. De inbreker wil spullen uit het huis stelen. 7. "We hebben nu een aantal vragen bij de tekst bedacht en hier antwoorden bij gevonden. Wat is nu de beste vraag? De beste vraag is de vraag die samen met het antwoord de beste samenvatting van de tekst geeft." 2
3 8. "De samenvatting hebben we al eerder gemaakt. We kijken nu nog eens naar de vragen. Eén van de vragen past, samen met het antwoord, het beste bij de samenvatting. Welke vraag is dat denken jullie?" 9. Discussie 10. Vraag c is de beste vraag. Leg nog éénmaal uit waarom vraag c de beste vraag is. "De vraag die je het beste bij de tekst kunt stellen is: Wat wil de inbreker gaan doen bij het huis waar hij heen sluipt? Het antwoord op deze vraag is: De inbreker wil spullen uit het huis stelen. De vraag en het antwoord geven samen het belangrijkste uit de tekst weer. Ze vertellen hetzelfde als de samenvatting. We halen de vragen die minder goed bij de samenvatting passen weg." 11. "We lezen verder." 12. Vraag: "Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 13. Iedereen leest verder: Aan de achterkant van het huis tuurt hij door het keukenraam heen. Met zijn ogen een beetje dicht geknepen ziet hij de koelkast staan. De inbreker slaat het raam in de keukendeur kapot. Hij wacht even om te kijken of niemand hem gehoord heeft. Dan gaat hij met zijn hand door het kapotte raam heen. Hij opent de deur vanaf de binnenkant en gaat het huis in. Toepassingsfase: 1. Vraag: "Is iedereen klaar met lezen?" 2. "Tot nu toe heb ik de vragen bedacht. Zou iemand het nu van mij over willen nemen?" 3. Stephan wil het wel overnemen. (Zo niet, dan wijs je iemand aan). 4. "Stephan, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 5. "Nu gaan we een samenvatting bedenken. Dit hebben we al eens eerder gedaan. Stephan, wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 3
4 6. Stephan geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie samenvatten. De samenvatting zou kunnen zijn: De inbreker slaat een raam kapot en opent daarna de deur vanaf de binnenkant. Dan gaat hij het huis in. 7. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 8. Discussie 9. "Jullie samenvatting is dus:." (Schrijf deze samenvatting op). 10. "Dan gaan we nu bezig met het stellen van vragen. Stephan, wil je een vraag over de tekst bedenken? Het antwoord op de vraag moet in de tekst staan." Stephan bedenkt een vraag. Als Stephan moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je hem dat hij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 11. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. Vragen kunnen zijn: a. Wat ziet de inbreker in het huis staan? b. Wat doet de inbreker met het raam? c. Waarom wacht de inbreker? d. Hoe komt de inbreker het huis binnen? 12. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). Antwoorden bij bovenstaande vragen zijn: a. Een koelkast. b. Kapot slaan. c. Om te kijken of niemand hem gehoord heeft. d. Door een raam kapot te slaan en de deur te openen. 13. "We gaan nu nog een keer kijken naar de vragen die we net hebben bedacht. Stephan, wil jij de derde vraag van de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 14. Stephan doet een poging. 15. "Stephan vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst." Vraag: "Vinden jullie dit allemaal de beste vraag bij dit gedeelte van de tekst?" 16. Discussie:... Uitkomst moet er ongeveer als volgt uitzien: Hoe komt de inbreker het huis binnen? Deze vraag wordt opgeschreven en/of de andere vragen worden verwijderd. 4
5 17. "Goed, deze vraag is dus de beste." De vraag en het antwoord geven dezelfde belangrijke informatie als de samenvatting. Laat dit aan de cursisten zien. 18. "Dan gaan we nu verder met de tekst. Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 19. Iedereen leest verder: Binnen begint het alarmsysteem te piepen. De inbreker weet dat de politie nu snel een seintje krijgt. De politie zal dan horen dat het alarmsysteem is afgegaan. Ze zullen gelijk naar het huis toe rijden. De inbreker rent de woonkamer in. Hij pakt de DVD speler en kijkt om zich heen. Dan rent hij naar buiten. 1. Vraag: "Zijn jullie klaar met lezen?" 2. "Ria, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Ria leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 3. "Als er geen moeilijke woorden meer in de tekst staan gaan we een samenvatting bedenken. Dit hebben we al eens eerder gedaan. Ria, wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Ria leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 4. Ria geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie samenvatten. De samenvatting zou kunnen zijn: Wanneer het alarmsysteem afgaat, pakt de inbreker snel de dvd-speler en rent naar buiten. 5. "Ria, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 6. Discussie 7. "Jullie samenvatting is dus:." (Schrijf deze samenvatting op). 8. "Ria, wil je een vraag over de tekst bedenken? Het antwoord op de vraag moet in de tekst staan." Ria bedenkt een vraag. Als Ria moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je haar dat zij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 5
6 9. "Ria, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. Vragen kunnen zijn: a. Wat begint er binnen te piepen. b. Wie krijgt nu snel een seintje? c. Wat doet de inbreker wanneer het alarmsysteem begint te piepen? d. Waar rent de inbreker heen? 10. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). 11. "Ria, wil jij nu de derde vraag van de kaart voorlezen?" Ria leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 12. Ria doet een poging. 13. "Ria vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst." Vraag: "Vinden jullie dit allemaal de beste vraag bij dit gedeelte van de tekst?" 14. Discussie:... Uitkomst moet er ongeveer als volgt uitzien: Wat doet de inbreker als het alarmsysteem begint te piepen?. Deze vraag wordt opgeschreven en/of de andere vragen worden verwijderd. 15. "Goed, deze vraag is dus de beste." De vraag en het antwoord geven dezelfde belangrijke informatie als de samenvatting. Laat dit aan de cursisten zien. 16. "Dan gaan we nu verder met de tekst. Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 17. Iedereen leest verder: De inbreker moet nu snel weg voor de politie er is. Vliegensvlug gaat hij naar het hek achter in de tuin. Bijna struikelt hij over een losse steen. Maar hij valt niet en rent snel door. Als hij bij het hek is doet hij het open. Hij rent door de opening heen. Dan botst hij tegen een kwade buurman op. 1. Vraag: "Zijn jullie klaar met lezen?" 2. "Jolien, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 6
7 3. "Nu gaan we weer een samenvatting bedenken. Jolien, wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 4. Jolien geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie samenvatten. De samenvatting zou kunnen zijn: Als de inbreker weg rent botst hij tegen een kwade buurman op. 5. "Jolien, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 6. Discussie 7. "Jullie samenvatting is dus:." (Schrijf deze samenvatting op). 8. "Jolien, wil je nu een vraag over de tekst bedenken?" Jolien bedenkt een vraag. Als Jolien moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je haar dat zij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 9. "Jolien, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. Vragen kunnen zijn: a. Waarom moet de inbreker snel weg? b. Waarover struikelt de inbreker bijna? c. Waar rent de inbreker naartoe? d. Tegen wie botst de inbreker op als hij wegrent? 10. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). 11. "We gaan nu nog een keer kijken naar de vragen die we net hebben bedacht. Jolien, wil jij de derde vraag van de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 12. Jolien doet een poging. 13. "Jolien vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst." Vraag: "Vinden jullie dit allemaal de beste vraag bij dit gedeelte van de tekst?" 14. Discussie:... Uitkomst moet er ongeveer als volgt uitzien: Tegen wie botst de inbreker op als hij wegrent? Deze vraag wordt opgeschreven en/of de andere vragen worden verwijderd. 15. "Goed, deze vraag is dus de beste, omdat de vraag en het antwoord samen dezelfde belangrijke informatie geven als de samenvatting." Laat dit aan de cursisten zien. 7
8 16. "Dan gaan we nu verder met de tekst. Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 17. Iedereen leest verder: De buurman had het alarm gehoord en was gelijk naar buiten gegaan. Nu pakt de buurman de inbreker stevig vast. Hij is een stuk groter en sterker dan de inbreker. Vroeger was de buurman bodybuilder. Daarom is hij een man met veel spieren. De inbreker kan nergens meer heen. Pas wanneer de politie er is laat de buurman de inbreker weer los. De politieagenten bedanken de buurman. Dan pakken zij de inbreker vast en nemen hem mee naar het politiebureau. 1. Vraag: "Zijn jullie klaar met lezen?" 2. "Stephan, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 3. "Als we van alle woorden uit de tekst de betekenis weten gaan we een samenvatting van de tekst maken. Stephan, wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 4. Stephan geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie samenvatten. De samenvatting zou kunnen zijn: De buurman houdt de inbreker vast totdat de politie er is. Dan nemen de politieagenten de inbreker mee naar het politiebureau. 5. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 6. Discussie 7. "Jullie samenvatting is dus:." (Schrijf deze samenvatting op). 8. "Stephan, wil je nu een vraag over de tekst bedenken?" Stephan bedenkt een vraag. Als Stephan moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je hem dat hij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 9. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. 8
9 10. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). 11. "Nu we de vragen hebben bedacht, moeten we nog één ding doen. Dat is de laatste vraag van de kaart beantwoorden. Stephan, wil jij de laatste vraag van de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 12. Stephan doet een poging. 13. "Stephan vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst. Stephan wil jij aan de anderen vragen of zij dit ook de beste vraag vinden bij dit gedeelte van de tekst?" 14. Discussie:... Uitkomst moet er ongeveer als volgt uitzien: Wat gebeurt er met de inbreker? Deze vraag wordt opgeschreven en/of de andere vragen worden verwijderd. 15. "Goed, deze vraag is dus de beste." De vraag en het antwoord geven samen dezelfde belangrijke informatie als de samenvatting. Laat dit aan de cursisten zien. Afrondingsfase: "Vandaag hebben we weer geprobeerd vragen bij de tekst te maken. Dit hebben we gedaan omdat we door het maken van goede vragen ook de tekst goed leren begrijpen. We hebben gezien dat je veel vragen kunt bedenken. Sommige vragen geven maar een klein beetje informatie. Wat we hebben gezocht zijn die vragen die gaan over de belangrijkste informatie uit de tekst. Als we goed blijven kijken naar wat de belangrijkste informatie is, kunnen we ook de beste vragen bedenken. En dat is ons goed gelukt. Bedankt daarvoor. Blijf goed letten op de belangrijkste informatie. Dan kun je ook de beste vraag kiezen. Tot de volgende keer." 9
Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:
Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie
Nadere informatieLes 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts
Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan
Nadere informatieAlgemene instructies voor de Integratielessen. Introductiefase
Algemene instructies voor de Integratielessen "Welkom,." Introductiefase 1. "We hebben de afgelopen weken al veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken
Nadere informatieLes 2 Vragen stellen Leestekst: Veiligheid. Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de tweede keer een tekst lezen en daarbij vragen maken.
Les 2 Vragen stellen Leestekst: Veiligheid "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de tweede keer een tekst lezen en daarbij vragen maken." 2. Vraag: "Wie weet nog welke nieuwe vraag er
Nadere informatieLes 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase
Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken
Nadere informatieLes 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?
Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen "Welkom:..." Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer samenvatten." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?"
Nadere informatieAlgemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?
Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"
Nadere informatieLes 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"
Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...
Nadere informatieLes 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase
Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige les hebben we weer met een kaart gewerkt. Daarop stonden alle 4 de vragen die we de vorige lessen gebruikt hebben
Nadere informatieLes 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie. Introductiefase
Les 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige twee lessen hebben we met de kaart gewerkt, waarop alle vragen stonden die we gebruikt hebben om de tekst
Nadere informatieLes 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?
Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het
Nadere informatieLes 2 Ophelderen Leestekst: Het zonnestelsel
Les 2 Ophelderen Leestekst: Het zonnestelsel "Welkom:... " Introductiefase: 1. "We gaan vandaag, net als de vorige keer, proberen de betekenis te vinden van moeilijke woorden. We hebben dit de vorige keer
Nadere informatieLes 1 Ophelderen Leestekst: Bibliotheek
Les 1 Ophelderen Leestekst: Bibliotheek "Welkom. Dit is de allereerste les van de cursus Begrijpend lezen. Leuk dat jullie meedoen aan de cursus. De komende weken gaan we teksten lezen over allerlei leuke
Nadere informatieLes 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom. Introductiefase:
Les 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom "Welkom:..." Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de laatste keer voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag wij onszelf moeten stellen om
Nadere informatieLes 2 Samenvatten. Leestekst: Lachen. 1. "We gaan vandaag weer proberen om de tekst die jullie krijgen samen te vatten."
Les 2 Samenvatten Leestekst: Lachen 1. "Goedemorgen." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag weer proberen om de tekst die jullie krijgen samen te vatten." 2. Vraag: "Wie kan vertellen wat we de vorige les
Nadere informatieLes 1 Samenvatten Leestekst: Afval
Les 1 Samenvatten Leestekst: Afval "Goedemorgen.. De vorige lessen zijn we bezig geweest met het ophelderen van moeilijke woorden in de tekst. Vandaag gaan we een andere manier proberen om de tekst beter
Nadere informatieLes 3 Ophelderen Leestekst: De Friese Elfstedentocht
"Welkom:... " Les 3 Ophelderen Leestekst: De Friese Elfstedentocht Introductiefase: 1. "We gaan vandaag weer proberen om de betekenis te vinden van moeilijke woorden. Dit noemen we 'Ophelderen van moeilijke
Nadere informatieFormeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.
Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent
Nadere informatieReality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap
Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten Hey Russel! Een bijzondere vriendschap Lees blz. 5 tot en met 8. Jim vindt Rudsel een rare naam. Jim zegt dit ook tegen Rudsel. Vind jij het ook een rare naam? Is
Nadere informatieLesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt
Lesbrief Blauw water Simone van der Vlugt Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan
Nadere informatieHuiswerk Spreekbeurten Werkstukken
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.
Nadere informatieEen goed leven voor.
Een goed leven voor. Juultje Holla - Perspectief - maart 2013 Als onderdeel van het ZonMW project Zeggenschap en Inclusie Met dank aan Rob, die mij hierbij enorm geholpen heeft. Een goed leven voor. Een
Nadere informatie2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Nadere informatieWat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?
Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid
Nadere informatieDwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.
Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het
Nadere informatieAlles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
Nadere informatieVoorspellen en tekst lezen
Voorspellen en tekst lezen 1. Lees de uitleg. Als je gaat lezen, doe je eerst een voorspelling. Waar zou de tekst over gaan? Kijk eerst goed hoe de tekst eruitziet. Want je kunt aan de buitenkant van de
Nadere informatieDe gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.
De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel dingen
Nadere informatieMet hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden
Let op: je maakt Opdracht 1 Met hulp óf Opdracht 1 Zonder hulp 1. Lees de uitleg. Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden Als je een tekst actief leest, probeer je de tekst zo goed mogelijk
Nadere informatieOPA EN OMA DE OMA VAN OMA
Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en
Nadere informatieDe Drakendokter: Gideon
De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in
Nadere informatieNationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld
Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal
Nadere informatieWerkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6
We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet
Nadere informatieBeertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig
Beertje Anders zit stil in een hoekje als Beertje Bruin langskomt. Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig bent. Kan ik je helpen, want ik ben je vriend en vrienden
Nadere informatieChecklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding
Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht
Nadere informatieWerkwijzer Verslagkring:
Werkwijzer Verslagkring: 1. Je maakt een tweetal. 2. Met zijn tweeën kies je een onderwerp, waarin jullie je willen verdiepen en waarover jullie meer willen weten. 3. Samen ga je op zoek naar informatie
Nadere informatieLesbrief. Voetstappen Kader Abdolah
Lesbrief Voetstappen Kader Abdolah Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan vragen,
Nadere informatieWaar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?
Les 1: Een verhaal schrijven Voor je gaat schrijven: een schema maken Je hebt net een verhaal bedacht. Schrijf alles wat je hebt bedacht kort op in het schema hieronder. Zijn er vragen waar je nog niet
Nadere informatieDe gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.
De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel
Nadere informatieInstructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.
VOORBEELD DE KLAS ALS TEAM (LEERLINGENBOEK) INHOUDSOPGAVE Instructie voor leerlingen.. 5 Gebruik van de lesbrieven. 6 Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7 Wat wil je zijn en worden. 11 Wat wil je zijn
Nadere informatieLes 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd
ProJOP jeugdwerk VPKB 40 Days stilstaan in de 40 dagentijd Hey! Voor je ligt 40 Days. De veertigdagentijd is de periode waarin we uitkijken naar Pasen, het feest van Jezus opstanding. Onderweg lezen we
Nadere informatiegedragsregel in verhaal: pesten
gedragsregel in verhaal: pesten Hallo zwemmers! Zoals jullie weten, is Miep Muis van zwemclub de Spatters nog niet zolang geleden gestopt met zwemmen. Haar trainer heeft mij verteld dat ze niet meer wilde
Nadere informatieLeesdossier moderne vreemde talen (Engels / Duits) VMBO onderbouw
Leesdossier moderne vreemde talen (Engels / Duits) VMBO onderbouw 2 boekjes 2 boekjes WAT MOET JE DOEN? Engels: Duits: Kies op school een boek uit dat bij jouw niveau past ( beginner of starter). Dit in
Nadere informatieH.A.N.G. PLEKKEN. Heel Aardig? Niet Geweldig! > OP BEZOEK BIJ HET NAI
H.A.N.G. PLEKKEN Heel Aardig? Niet Geweldig! > OP BEZOEK BIJ HET NAI Binnenkort ga je met je klas op bezoek bij het Nederlands Architectuur instituut (NAi). Daar zal je het programma H.A.N.G. plekken volgen.
Nadere informatieVoordoen (modelen, hardop denken)
Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van
Nadere informatieLes 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper
Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper Het lampje is aan, dat betekent dat we gaan filosoferen. Isa-Noa vertlede in de eerste les dat zij lippenstift en badeendjes
Nadere informatieJezus vertelt, dat God onze Vader is
Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.
Nadere informatieIk heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.
Prent 1 Sst, ik hoor iets! Prent 1. Sst, ik hoor iets! Said en Jamal zitten aan tafel te eten. Samen met papa en mama. Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk. Papa laat het horloge zien. Het is een
Nadere informatieBepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag
Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling
Nadere informatieToets informatieve en andere teksten Niveau AA Toets 2 (februari), deel 2
Voordat je de toets maakt Je gaat een toets maken. Deze toets bestaat uit twee delen. Dit is deel 2. Je krijgt drie teksten en 10 opdrachten. Geef altijd een antwoord! Succes! pagina 1 van 8 Tekst 1 Hotel
Nadere informatieU leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Nadere informatiea. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?
5. Woordplaatjes Bijzondere woorden Woorden maken samen zinnen. Zinnen maken samen tekst. Een zin begint met een hoofdletter. Hij eindigt met een punt. Zo weet je hoe je moet lezen. De woorden staan netjes
Nadere informatie1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.
1. Joris Hé Roos, fiets eens niet zo hard. Roos schrikt op en kijkt naast zich. Recht in het vrolijke gezicht van Joris. Joris zit in haar klas. Ben je voor mij op de vlucht?, vraagt hij. Wat een onzin.
Nadere informatieBegrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL
Begrijpend luisteren Annemarieke Kool CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Strategieën en voorbeelden 4. Differentiëren mbv taxonomie 5. Oefening
Nadere informatieCharles den Tex VERDWIJNING
Charles den Tex VERDWIJNING 3 Klikketik-tik-tik Het is halftwaalf s ochtends. Marja vouwt een hemd. En kijkt om zich heen. Even staat ze op haar tenen. Zo kan ze over de kledingrekken kijken. Die rekken
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieJuf Sabine en juf Maaike
Je moet daar heel wat voor kunnen: - Je moet goed kunnen lezen - En ook goed begrijpen wat je leest - Je moet goed kunnen opzoeken - En goed kunnen kiezen wat je wel en niet nodig hebt. - Je moet je verhaal
Nadere informatieDiscussiëren Kun Je Leren:
Chantal Deken Discussiëren Kun Je Leren: discussielessen voor groep 3 t/m 8; sluit aan bij referentieniveaus Mondelinge taal; versterkt 21 e -eeuwvaardigheden als communiceren en samenwerken; compleet
Nadere informatieBreukenpizza! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de breuken te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd. www.klasvanjuflinda.
Breukenpizza! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de breuken te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd. www.klasvanjuflinda.nl Breukenpizza! 1. Knijpkaart 2. Decimalen 3. Domino 4.
Nadere informatieDingen die licht geven:
Vooraf 1 Licht geven in het donker Niveau C - Les 1 ls je vanavond in het donker in de auto of in de tram zit, kijk dan eens naar buiten. Probeer een fietser met licht, en een fietser zonder licht te ontdekken.
Nadere informatieVoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips
VoorleesExpress Samen met ouders aan de slag Praktische tips Samen met ouders aan de slag Ouders betrekken bij het voorlezen Je gaat straks via de VoorleesExpress twintig weken voorlezen bij een of meerdere
Nadere informatieKennismaken met de beroepsbeoefenaar
Kennismaken met de beroepsbeoefenaar Tijdens je oriëntatie bij een bedrijf kom je verschillende beroepsbeoefenaars tegen. Om meer te weten te komen over de beroepsmogelijkheden in de techniek, ga je interviews
Nadere informatieKijk naar de prenten van de bekende kunstenaar Andy Warhol. Kan je bij elke afbeelding het juiste product en de keersom geven?
Kijk naar de prenten van de bekende kunstenaar Andy Warhol. Kan je bij elke afbeelding het juiste product en de keersom geven? Teken een beeldtafel. Kijk naar het voorbeeld en gebruik je eigen fantasie.
Nadere informatieBen jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!
Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw
Nadere informatieTekst lezen en vragen stellen over de tekst
Voorspellen Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en het plaatje. Tekst lezen en vragen stellen over de tekst 1. Lees de uitleg. Als je een tekst actief leest,
Nadere informatieSOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN
SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna
Nadere informatieStil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.
Wild Op het laatste moment ziet Lisa de man pas. Ze hangt de was op in de tuin. En ineens komt hij achter de lakens vandaan. Lisa laat het mandje met was in het gras vallen. Ze gilt. De man ziet er slecht
Nadere informatieEEN BRIEF NAAR DE DOCENT
EEN BRIEF NAAR DE DOCENT Je hebt een vraag en je schrijft een brief naar je docent. Wat moet je doen? 1. Lees de e-mail op blad 2. Beantwoord de vragen. 2. Lees de e-mail op blad 3. Beantwoord de vragen.
Nadere informatieHet houden van een spreekbeurt
Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat
Nadere informatieSAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie
SAMEN DELEN een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie INHOUD LESBRIEF 1. Introductie 2. De SAMEN DELEN Lesinhoud 3. De SAMEN DELEN Quizzz 4. Het SAMEN DELEN Diploma 5. De SAMEN DELEN Activiteiten
Nadere informatieLeerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Hoe help je bij een ongeval? Groep 8
Leerlingboekje les 11 en 12 Naam: Schrijfopdracht 6 Hoe help je bij een ongeval? Groep 8 Leren schrijven met peer response Tekst: M. Hoogeveen Illustraties: S. Loenen SLO, 2018 1 Waarover gaan de lessen?
Nadere informatieTekst lezen en vragen stellen over de tekst
Voorspellen Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en het plaatje. Tekst lezen en vragen stellen over de tekst 1. Lees de uitleg. Tijdens het lezen van een tekst,
Nadere informatieTekst lezen en vragen stellen
1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij
Nadere informatieMeten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid
Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel
Nadere informatie* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet / dit is een moeilijk woord. Verkopen voor het goede doel
Tekst lezen en een tekstschema maken 1. Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en de plaatjes. 2. Lees de tekst actief. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de
Nadere informatieKnabbel en Babbeltijd.
Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte
Nadere informatieen zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht
I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieHoe maak ik... Naam: Groep:
Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen
Nadere informatiewie ben k? Ik ben... Samen aan de slag met de Ik ben teksten van Jezus
wie ben k? Ik ben... Samen aan de slag met de Ik ben teksten van Jezus COLOFON ISBN 9789033832932 NUR 224 WIE BEN IK? 2015 Ark Media Donauweg 4, 1043 AJ Amsterdam www.arkmedia.nl Geschreven door Nieske
Nadere informatiespelregels Paul de Leeuw
spelregels Paul de Leeuw In onvoorspelbaar strijd je alleen of in teams tegen elkaar. Het spel draait om het verzamelen van bitterballen en bamihapjes. Heb jij aan het eind van het spel de meeste bitterballen
Nadere informatieLucas 10:25-37 - Mag Jezus jouw naaste zijn?
Lucas 10:25-37 - Mag Jezus jouw naaste zijn? Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op: hmveurink@gmail.com. Bij deze preek is geen powerpoint
Nadere informatieBijlage interview meisje
Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je
Nadere informatieLesbrief. Een echte man Yvonne Kroonenberg
Lesbrief Een echte man Yvonne Kroonenberg Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan
Nadere informatieBijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen
DOELSTELLINGEN De ouders hebben ervaren dat hun kind niet het enige is dat moeilijke vragen stelt en dat zij elkaar kunnen ondersteunen in de omgang hiermee. De ouders kunnen met hun kind in gesprek gaan
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Nadere informatieTechniekkaart: Het houden van een interview
WAT IS EEN INTERVIEW? Een interview is een vraaggesprek. Wat een interview speciaal maakt, is dat je met een interview aan informatie kunt komen, die je niet uit boeken kunt halen. Als je de specifieke
Nadere informatieMARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren
MARIAN HOEFNAGEL De nieuwe buurt Uitgeverij Eenvoudig Communiceren 1 4 Een nieuw huis Dit is nu ons nieuwe huis. De auto stopt en Kika s vader wijst trots naar het huis rechts. Kika kijkt. Het is een rijtjeshuis
Nadere informatie2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST
2: vergaderen Als je lid bent van een studentenraad, vergader je vaak. Je hebt vergaderen met de studentenraad, maar ook vergaderingen met het College van Bestuur en de Ondernemingsraad (OR). Gemiddeld
Nadere informatieGESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:
AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieVoorbereiding Heilig Avondmaal
Voorbereiding Heilig Avondmaal Delen (bijlage) MAANDAG: voor de jongere kinderen MAANDAG: voor de oudere kinderen Stel je bent in het buitenland op vakantie en je bezoekt daar een kerk. Bij binnenkomst
Nadere informatieMijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.
2 INTRODUCTIE is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het. In het wordt de geschiedenis verteld aan de hand van schilderijen en voorwerpen. Je gaat met de groep naar het museum. In dit werkboekje
Nadere informatieWorkshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?
Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt
Nadere informatieDocument vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:
Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd
Nadere informatieSchrijfopdracht 6 Hoe maak je een gebruiksvoorwerp?
Leerlingenboekje les 7 en 8 Naam. Schrijfopdracht 6 Hoe maak je een gebruiksvoorwerp? Groep 8 Schrijven met peerresponse Tekst: M. Hoogeveen Illustraties: S. Loenen SLO, 2018 1 Waarover gaan de lessen?
Nadere informatieHet onze Vader. Naam:
Het onze Vader Naam: Onze Vader Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood.
Nadere informatie