Les 2 Vragen stellen Leestekst: Veiligheid. Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de tweede keer een tekst lezen en daarbij vragen maken.
|
|
- Alexander Cools
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Les 2 Vragen stellen Leestekst: Veiligheid "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de tweede keer een tekst lezen en daarbij vragen maken." 2. Vraag: "Wie weet nog welke nieuwe vraag er op de kaart stond?" 3. Iemand reageert. 4. "Juist, de vraag: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? hebben we hierbij nodig om straks weer goede vragen te stellen." 5. Vraag: "Welke vragen staan er nog meer op de kaart?" 6. Iemand reageert. "Juist de vragen: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? Deze drie vragen hebben we nodig om de tekst te begrijpen." Instructiefase: 1. "Om vandaag vragen te kunnen stellen hebben we weer een tekst nodig. Ik deel straks de tekst aan jullie uit. We gaan opnieuw de tekst stil in korte gedeelten lezen. Nadat we het eerste gedeelte hebben gelezen, gaan we kijken of er moeilijke woorden in de tekst staan. Daarna proberen we de belangrijkste informatie uit de tekst te halen. En dan maken we een vraag bij de tekst. Met de vraag en het antwoord moet de belangrijkste informatie genoemd worden. Dit hebben we de vorige keer ook gedaan. Nadat ik alles één keer voorgedaan heb, mag iemand van jullie het overnemen. Iedereen komt deze les aan de beurt om vragen te maken." 2. Vraag: "Is het duidelijk wat vandaag de bedoeling is?" (Zo niet, leg het dan nogmaals uit). 3. "Dan zal ik nu de tekst van vandaag uitdelen." 4. De tekst wordt uitgedeeld. 1
2 5. "De titel van de tekst is: Veiligheid." 6. Vraag: "Willen jullie het eerste gedeelte lezen tot aan de eerste streep? En gebruik de kaart maar als bladwijzer." 7. Iedereen begint te lezen: Veiligheid Eindelijk heeft Kees het voor elkaar gekregen. Een eigen hobbyschuur. Al tijden stond het bovenaan zijn wensenlijst. Een ruimte waar hij rustig kan werken. 1. Vraag: "Is iedereen klaar met lezen? Staan er moeilijke woorden in de tekst?" (Zo ja, geef instructie ophelderen). 2. "Pak de kaart er maar even bij. De eerste vraag hebben we nu al beantwoord. Ik zal nu de tweede vraag voorlezen die op de kaart staat." 3. "Ik lees voor. Op de kaart staat als tweede: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat?" 4. "Als ik in één zin moet vertellen waar de tekst over gaat, dan zou ik zeggen: Kees heeft eindelijk een eigen hobbyschuur voor elkaar gekregen. Dit is dan mijn samenvatting. Ik schrijf de samenvatting op. Samenvatting 1: Kees heeft eindelijk een eigen hobbyschuur voor elkaar gekregen." 5. "Dan kijken we nu naar de laatste vraag op de kaart. Daar staat: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? Om deze vraag te beantwoorden zal ik eerst proberen vragen te stellen over dit stukje tekst. Het antwoord op de vragen moet in de tekst te vinden zijn. Vragen kunnen dan zijn: a. Over wie gaat de tekst? b. Wat heeft Kees eindelijk voor elkaar gekregen? c. Wat stond boven aan het wensenlijstje van Kees?" (Schrijf de vragen op). 6. Vraag: "Kunnen jullie mij de antwoorden op deze vragen geven?" (Schrijf de antwoorden achter de vragen op). a. Kees. b. Een eigen hobbyschuur. c. Een ruimte waar hij rustig kan werken. 7. "We hebben nu een aantal vragen bij de tekst bedacht en hier antwoorden bij gevonden. Wat is nu de belangrijkste vraag? De belangrijkste vraag is de vraag die samen met het antwoord de samenvatting van de tekst geeft." 2
3 8. "De samenvatting hadden we al. Dat was: Kees heeft eindelijk een eigen hobbyschuur voor elkaar gekregen. We kijken nu nog eens naar de vragen. Eén van de vragen geeft het belangrijkste van de tekst weer. Dit is de vraag die het beste bij de samenvatting past. Welke vraag is dat denken jullie?" 9. Discussie 10. Vraag b is de beste vraag. Leg nog éénmaal uit waarom vraag b de beste vraag is. "De vraag die je het beste bij de tekst kunt stellen is: Wat heeft Kees eindelijk voor elkaar gekregen? Het antwoord op deze vraag is: Een eigen hobbyschuur. De vraag en het antwoord geven samen het belangrijkste uit de tekst weer. Ze vertellen hetzelfde als de samenvatting." 11. "Ik zal de andere vragen en de antwoorden weer weghalen. Dat waren wel goede vragen, maar ze pasten niet het beste bij de samenvatting." 12. Vraag: "Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 13. Iedereen leest verder: In zijn hobbyschuur kan Kees lekker knutselen. Zonder dat iemand er last van heeft. Daar heeft hij een eigen werkbank waarop zijn gereedschap ligt. En het is een ruimte waar hij rustig zijn spullen kan laten liggen. Lang heeft hij moeten wachten voordat hij hieraan kon werken. Jarenlang heeft hij zijn vakantiegeld hiervoor opzij gelegd. Vele tijdschriften heeft hij doorgelezen. Om te kijken welke spullen hij nodig had. En om te vergelijken hoe duur alles was. En nu is het dan zover. 1. Vraag: "Zijn jullie klaar met lezen?" Toepassingsfase 2. Vraag: "Wie wil het vragen stellen van mij overnemen?" 3. Stephan biedt zich aan. 4. Vraag: "Stephan, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 3
4 5. "Nu gaan we een samenvatting bedenken. Dit hebben we al eens eerder gedaan. Stephan, wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 6. Stephan geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt, maak je gebruik van de instructie samenvatten. De samenvatting zou kunnen zijn: Kees heeft lang moeten wachten voor hij zijn hobbyschuur kreeg. 7. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 8. Discussie 9. "Jullie samenvatting is dus:. " (Schrijf deze samenvatting op). 10. Vraag: "Stephan, wil je een vraag over de tekst bedenken? Het antwoord op de vraag moet in de tekst staan." Stephan bedenkt een vraag. Als Stephan moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je hem dat hij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 11. Vraag: "Stephan, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken? Het antwoord op de vragen moet in de tekst staan." (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. Vragen kunnen zijn: a. Wat gaat Kees doen in zijn hobbyschuur? b. Wat gaat Kees in zijn hobbyschuur zetten? c. Waarop heeft Kees lang moeten wachten? d. Waarom heeft Kees vele tijdschriften doorgelezen? 12. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). 13. "We gaan nu nog een keer naar de vragen kijken die we net hebben bedacht. Stephan, wil jij de derde vraag van de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 14. Stephan doet een poging. 15. "Stephan vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst." Vraag: "Vinden jullie dit allemaal de beste vraag bij dit gedeelte van de tekst?" 16. Discussie:... Uitkomst moet er ongeveer als volgt uitzien: Waarop heeft Kees lang moeten wachten? 17. "Goed, deze vraag is dus de beste." De vraag en het antwoord geven dezelfde belangrijke informatie als de samenvatting. Laat dit aan de cursisten zien. 4
5 18. "Dan halen we de andere vragen en antwoorden weer weg en laten we deze vraag staan." 19. "Dan gaan we nu verder met de tekst. Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 20. Iedereen leest verder: Vier weken geleden heeft hij de schuur besteld. Achter zijn huis is de schuur dezelfde week nog geplaatst door het bouwbedrijf. Goed vastgezet tegen wind en regen. Goed geïsoleerd tegen de kou van buiten. Binnen een dag stond de schuur achter in zijn tuin. 1. Vraag: "Zijn jullie klaar met lezen?" 2. "Jolien, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 3. Vraag: "Jolien, wil jij ook de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 4. Jolien geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt, maak je gebruik van de instructie samenvatten. De samenvatting zou kunnen zijn: De schuur is achter het huis van Kees geplaatst. 5. "Jolien, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 6. Discussie 7. "Jullie samenvatting is dus:." (Schrijf deze samenvatting op). 8. "Jolien, wil je nu een vraag over de tekst bedenken?" Jolien bedenkt een vraag. Als Jolien moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je haar dat zij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 9. "Jolien, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. 10. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). 5
6 11. "We gaan nu nog een keer kijken naar de vragen die we net hebben bedacht. Jolien, wil jij de derde vraag van de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 12. Jolien doet een poging. 13. "Jolien vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst." Vraag: "Vinden jullie dit allemaal de beste vraag bij dit gedeelte van de tekst?" 14. Discussie:... Uitkomst moet er ongeveer als volgt uitzien: Waar is de schuur geplaatst? 15. "Goed, deze vraag is dus de beste." De vraag en het antwoord geven dezelfde belangrijke informatie als de samenvatting. Laat dit aan de cursisten zien. Haal de andere vragen en de antwoorden weer weg. 16. "Dan gaan we nu verder met de tekst. Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 17. Iedereen leest verder: Aan de buitenkant hoeft Kees niets meer te doen. Binnen in de schuur wel. Stopcontacten moeten nog geplaatst worden. En lampen moeten bevestigd worden. Kasten moeten nog geplaatst worden. En natuurlijk moet ook zijn werkbank nog worden neergezet. 1. Vraag: "Zijn jullie klaar met lezen?" 2. "Ria, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Ria leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 3. "Nu gaan we een samenvatting bedenken. Ria wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Ria leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 4. Ria geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt, maak je gebruik van de instructie samenvatten. De samenvatting zou kunnen zijn: Binnen in de schuur moet Kees nog van alles maken. 5. Vraag: "Ria, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 6
7 6. Discussie 7. "Jullie samenvatting is dus:." (Schrijf deze samenvatting op). 8. "Ria, wil je een vraag over de tekst bedenken? Het antwoord op de vraag moet in de tekst staan." Ria bedenkt een vraag. Als Ria moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je haar dat zij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 9. "Ria, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. 10. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). 11. "We gaan nu nog een keer kijken naar de vragen die we net hebben bedacht. Ria, wil jij de derde vraag van de kaart voorlezen?" Ria leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 12. Ria doet een poging. 13. "Ria vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst." Vraag: "Vinden jullie dit allemaal de beste vraag bij dit gedeelte van de tekst?" 14. Discussie:... Uitkomst moet er ongeveer als volgt uitzien: Waar moet Kees nog van alles maken? 15. "Goed, deze vraag is dus de beste." De vraag en het antwoord geven dezelfde belangrijke informatie als de samenvatting. Laat dit aan de cursisten zien. Haal de andere vragen en antwoorden weer weg. 16. "Dan gaan we nu verder met de tekst. Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 17. Iedereen leest verder: Vol goede moed gaat hij aan het werk om zijn schuur af te maken. Zo snel mogelijk wordt er een aantal stopcontacten aangebracht. En ook een aantal t.l.- buizen opgehangen. Een open kast wordt in het schuurtje geplaatst, waar verf, olie en andere spullen opgeborgen worden. Zijn hout stapelt Kees netjes op, naast de deur op de grond. Binnen de kortste tijd is hij klaar. Klaar om lekker te gaan timmeren, boren, schuren en verven. 7
8 1. Vraag: "Zijn jullie klaar met lezen?" 2. "Jolien, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 3. "Nu gaan we een samenvatting bedenken. Jolien wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 4. Jolien geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt, maak je gebruik van de instructie samenvatten. De samenvatting zou kunnen zijn: Kees maakt snel zijn schuur af, zodat hij er kan klussen. 5. "Jolien, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 6. Discussie 7. "Jullie samenvatting is dus:." (Schrijf deze samenvatting op). 8. "Jolien, wil je een vraag over de tekst bedenken? Het antwoord op de vraag moet in de tekst staan." Jolien bedenkt een vraag. Als Jolien moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je haar dat zij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 9. "Jolien, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken, waarvan het antwoord in de tekst staat?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten moeite hebben met het bedenken van vragen, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. 10. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). 11. "We gaan nu nog een keer naar de vragen kijken. Jolien, wil jij de derde vraag van de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 12. Jolien doet een poging. 13. "Jolien vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst." Vraag: "Vinden jullie dit allemaal de beste vraag bij dit gedeelte van de tekst?" 14. Discussie:... Uitkomst moet er ongeveer als volgt uitzien: Waarom maakt Kees zijn schuur snel af? 8
9 15. "Goed, deze vraag is dus de beste." De vraag en het antwoord geven dezelfde belangrijke informatie als de samenvatting. Laat dit aan de cursisten zien. Haal de andere vragen en antwoorden weer weg. 16. "Dan gaan we nu verder met de tekst. Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 17. Iedereen leest verder: Vol trots laat hij de schuur zien aan zijn buurman Gert. Maar buurman Gert is niet zo blij met wat hij ziet. "Heb je wel eens gehoord over veiligheid?" vraagt hij aan Kees. "Deze schuur is bepaald niet veilig." "Stopcontacten hangen scheef en hier en daar zijn nog wat stroomdraden zichtbaar. De t.l.-buizen hangen zo laag dat je makkelijk met je hoofd er tegen aanstoot. En je hebt een open kast voor olie en verf, terwijl het regel is om deze middelen in een afgesloten kast op te bergen. Ook hout op de grond is veel te gevaarlijk. Je struikelt er veel te makkelijk over." 1. Vraag: "Zijn jullie klaar met lezen?" 2. "Stephan, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 3. "Nu gaan we een samenvatting bedenken. Stephan wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 4. Stephan geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie samenvatten. De samenvatting zou kunnen zijn: De buurman van Kees vindt zijn schuur niet veilig. 5. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 6. Discussie 7. "Jullie samenvatting is dus:." (Schrijf deze samenvatting op). 9
10 8. "Stephan, wil je een vraag over de tekst bedenken? Het antwoord op de vraag moet in de tekst staan." Stephan bedenkt een vraag. (Schrijf de vraag op). Als Stephan moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je hem dat hij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 9. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen weten te bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. 10. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). 11. "We gaan nu nog een keer naar de vragen kijken. Stephan, wil jij de derde vraag van de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 12. Stephan doet een poging. 13. "Stephan vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst. Stephan, wil jij aan de anderen vragen of zij dit ook de beste vraag vinden?" 14. Discussie:... Uitkomst moet er ongeveer als volgt uitzien: Wat vindt de buurman van de schuur van Kees? 15. "Goed, deze vraag is dus de beste." De vraag en het antwoord geven dezelfde belangrijke informatie als de samenvatting. Laat dit aan de cursisten zien. Haal de andere vragen en antwoorden weer weg. 16. "Dan gaan we nu verder met de tekst. Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 17. Iedereen leest verder: Geschrokken hoort Kees zijn buurman praten. Daar had hij nog nooit over nagedacht. Een stukje veiligheid in zijn schuur. Stel je voor wat er allemaal wel niet zou kunnen gebeuren. Hij belooft alle dingen, die de veiligheid zouden kunnen vergroten, te verbeteren. Hij zal zijn schuur veiliger maken. Want werken in zijn schuur is zijn wens, maar dan wel zo veilig mogelijk. 1. Vraag: "Zijn jullie klaar met lezen?" 10
11 2. "Ria, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Ria leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 3. "Nu gaan we een samenvatting bedenken. Dit hebben we al eens eerder gedaan. Ria, wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Ria leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 4. Ria geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie samenvatten. De samenvatting zou kunnen zijn: Kees gaat zijn schuur veiliger maken. 5. "Ria, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 6. Discussie 7. "Jullie samenvatting is dus:. " (Schrijf deze samenvatting op). 8. "Ria, wil je een vraag over de tekst bedenken?" Ria bedenkt een vraag. Als Ria moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je haar dat zij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 9. "Ria, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. 10. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). 11. "We gaan nu nog een keer naar de vragen kijken. Ria, wil jij de derde vraag van de kaart voorlezen?" Ria leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 12. Ria doet een poging. 13. "Ria vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst. Ria, wil jij aan de anderen vragen of zij dit ook de beste vraag bij dit gedeelte van de tekst vinden?" 14. Discussie:... Uitkomst moet er ongeveer als volgt uitzien: Wat gaat Kees doen? 15. "Goed, deze vraag is dus de beste." De vraag en het antwoord geven dezelfde belangrijke informatie als de samenvatting. Laat dit aan de cursisten zien. haal tot slot weer de andere vragen en antwoorden weg. 11
12 Afrondingsfase: 1. "Dan zijn we nu klaar met deze tekst. Vandaag hebben we weer vragen gemaakt. Daarna hebben we een samenvatting gemaakt. Met de samenvatting konden we kijken wat de beste vraag was. Dat is ons prima gelukt. Bedankt daarvoor en tot de volgende keer. Dan gaan we nog eens vragen maken bij een tekst." 12
Algemene instructies voor de Integratielessen. Introductiefase
Algemene instructies voor de Integratielessen "Welkom,." Introductiefase 1. "We hebben de afgelopen weken al veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken
Nadere informatieLes 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker. 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken."
Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken." 2. Vraag: "Welke vraag hebben we daarbij nodig?"
Nadere informatieLes 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts
Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan
Nadere informatieAlgemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:
Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie
Nadere informatieAlgemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?
Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"
Nadere informatieLes 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase
Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige les hebben we weer met een kaart gewerkt. Daarop stonden alle 4 de vragen die we de vorige lessen gebruikt hebben
Nadere informatieLes 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase
Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken
Nadere informatieLes 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?
Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen "Welkom:..." Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer samenvatten." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?"
Nadere informatieLes 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"
Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...
Nadere informatieLes 2 Ophelderen Leestekst: Het zonnestelsel
Les 2 Ophelderen Leestekst: Het zonnestelsel "Welkom:... " Introductiefase: 1. "We gaan vandaag, net als de vorige keer, proberen de betekenis te vinden van moeilijke woorden. We hebben dit de vorige keer
Nadere informatieLes 1 Ophelderen Leestekst: Bibliotheek
Les 1 Ophelderen Leestekst: Bibliotheek "Welkom. Dit is de allereerste les van de cursus Begrijpend lezen. Leuk dat jullie meedoen aan de cursus. De komende weken gaan we teksten lezen over allerlei leuke
Nadere informatieLes 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie. Introductiefase
Les 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige twee lessen hebben we met de kaart gewerkt, waarop alle vragen stonden die we gebruikt hebben om de tekst
Nadere informatieLes 2 Samenvatten. Leestekst: Lachen. 1. "We gaan vandaag weer proberen om de tekst die jullie krijgen samen te vatten."
Les 2 Samenvatten Leestekst: Lachen 1. "Goedemorgen." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag weer proberen om de tekst die jullie krijgen samen te vatten." 2. Vraag: "Wie kan vertellen wat we de vorige les
Nadere informatieLes 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom. Introductiefase:
Les 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom "Welkom:..." Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de laatste keer voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag wij onszelf moeten stellen om
Nadere informatieLes 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?
Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het
Nadere informatieLes 1 Samenvatten Leestekst: Afval
Les 1 Samenvatten Leestekst: Afval "Goedemorgen.. De vorige lessen zijn we bezig geweest met het ophelderen van moeilijke woorden in de tekst. Vandaag gaan we een andere manier proberen om de tekst beter
Nadere informatieLes 3 Ophelderen Leestekst: De Friese Elfstedentocht
"Welkom:... " Les 3 Ophelderen Leestekst: De Friese Elfstedentocht Introductiefase: 1. "We gaan vandaag weer proberen om de betekenis te vinden van moeilijke woorden. Dit noemen we 'Ophelderen van moeilijke
Nadere informatieWaar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?
Les 1: Een verhaal schrijven Voor je gaat schrijven: een schema maken Je hebt net een verhaal bedacht. Schrijf alles wat je hebt bedacht kort op in het schema hieronder. Zijn er vragen waar je nog niet
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieTekst lezen en vragen stellen over de tekst
Voorspellen Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en het plaatje. Tekst lezen en vragen stellen over de tekst 1. Lees de uitleg. Tijdens het lezen van een tekst,
Nadere informatieVoorbereidingsblad boekbespreking
Voorbereidingsblad boekbespreking Eigenlijk moet je drie belangrijke dingen vooraf doen: 1. Het kiezen van een boek; 2. Het lezen van een boek; 3. Het voorbereiden en uitschrijven van de boekbespreking.
Nadere informatie* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet / dit is een moeilijk woord. Verkopen voor het goede doel
Tekst lezen en een tekstschema maken 1. Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en de plaatjes. 2. Lees de tekst actief. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieWerkwijzer Verslagkring:
Werkwijzer Verslagkring: 1. Je maakt een tweetal. 2. Met zijn tweeën kies je een onderwerp, waarin jullie je willen verdiepen en waarover jullie meer willen weten. 3. Samen ga je op zoek naar informatie
Nadere informatieWorkshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?
Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt
Nadere informatieWat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?
Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid
Nadere informatievoorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik
voorwoord Dit werkboek gaat over de omgang met andere mensen. We bespreken hoe jij met anderen kunt omgaan. Bijvoorbeeld hoe je problemen oplost, omgaat met pesten, gevoelens en vriendschappen en hoe je
Nadere informatieBeoordeling power-point groep 5
Beoordeling power-point groep 5 Leerkracht: Leerling: Onderdeel 2 4 6 8 10 Opmerkingen Titeldia: Duidelijke titel met onderwerp/naam/groep Inhoudsopgave: Puntsgewijs wat ga je behandelen. Plaatjes: Functioneel
Nadere informatieUitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt.
Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt. Om het overzichtelijk te maken, hebben we onder elk onderdeel een afvinklijstje
Nadere informatieBedenken: een tekening maken van de held
Les 1: De uitdaging Wat ga je schrijven? In deze les ga je een verhaal schrijven. Je bent zelf de held van het verhaal. De held van je verhaal gaat een uitdaging aan. Iets wat spannend of moeilijk is om
Nadere informatieLes 2 opdrachten 1F. 2. Lees de tekst met het stappenplan. Welke antwoorden op je vragen heb je gevonden? Strategie: ophelderen van onduidelijkheden
Het Repair Café Tekst lezen 1. De tekst gaat over het repareren van spullen in het Repair Café. Wat zou je over het Repair Café willen weten? 2. Lees de tekst met het stappenplan. Welke antwoorden op je
Nadere informatieJe eigen nieuwjaarsbrief
Je eigen nieuwjaarsbrief Doelgroep Eerste, tweede, derde graad Aard van de activiteit De leerlingen schrijven zelf een nieuwjaarsbrief voor hun ouders. Vooraf Verzamel allerhande nieuwjaarsbrieven: tekstjes
Nadere informatieMentor Datum Groep Aantal lln
Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Rachel van der Pijl P14EhvADT De Springplank. Eindhoven
Nadere informatieZonder hulp: Zinnen maken en tekst lezen
Zonder hulp: Zinnen maken en tekst lezen 1. Je gaat straks een tekst lezen met de titel Geluk is heel gewoon in Nederland. Voordat je de tekst leest, bedenk je vijf zinnen met de belangrijkste woorden
Nadere informatieLESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs
LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs Inhoud Handleiding docent... 2 Meet & Greet de boeken!... 4 TOP 3... 5 Opdrachtblad vragenspel... 6 Kopieerblad vragenkaartjes spel...
Nadere informatieWeek 2. De Hemel op Aarde: Thuis! Opdrachten om het adventsproject ook thuis te beleven.
Week 2. De Hemel op Aarde: Thuis! Opdrachten om het adventsproject ook thuis te beleven. Met de stukjes in dit boekje kun je ook thuis als gezin verder gaan met het adventsproject De Hemel op Aarde. De
Nadere informatieIn je kracht. Werkboek voor deelnemers
In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers
Nadere informatieIedereen een te gekke zomer
Tekst lezen: wat is belangrijk? 1. Kijk naar de tekst. Voorspel wat je denkt dat de tekst jou gaat vertellen. 2. Lees de tekst. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp.
Nadere informatieTekst lezen en vragen stellen over de tekst
Voorspellen Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en het plaatje. Tekst lezen en vragen stellen over de tekst 1. Lees de uitleg. Als je een tekst actief leest,
Nadere informatieAfhankelijk gedrag. Andere factoren zijn wel te beïnvloeden, met andere woorden: daar kun je mogelijk wel iets aan doen:
Afhankelijk gedrag Samenvatting Hieronder hebben we de inhoud van de aflevering Afhankelijk gedrag samengevat. Gemakkelijk om er nog eens bij te pakken. Wat is afhankelijk gedrag? Mensen met dementie die
Nadere informatieHEB JE HUISWERK VANDAAG?
BLAD 1 HEB JE HUISWERK VANDAAG? Je kind moet thuis werken voor school. In de agenda kan je kijken wat je kind moet doen. Wat moet je doen? 1 Maak oefening 1 op blad 2: Wat doet je kind na de school? 2
Nadere informatieWorkshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?
Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt
Nadere informatieWat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat
Les 1: De uitdaging Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat In deze les ga je een verhaal verzinnen. Je bent zelf de held van het verhaal. In het verhaal ga je als held
Nadere informatie? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.
Zonder hulp: onduidelijkheden ophelderen 1. Lees de tekst actief. Schrijf de volgende tekens in de kantlijn bij de tekst om te laten zien dat je actief leest. X Dit klopt niet met wat ik al wist/dacht.
Nadere informatieWeet wat je kan. Je laten horen
Weet wat je kan Je laten horen Jij bent er ook nog Hoofdstuk 7 gaat over vertellen wat je moeilijk vindt. Onderwerpen in dit hoofdstuk: Stripje: Jij bent er ook nog. blz 2 Je laten horen. blz 3 Moeite
Nadere informatie* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet. / Dit is een moeilijk woord.
Tekst lezen en een tekstschema maken 1. Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en de plaatjes. 2. Lees de tekst actief. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de
Nadere informatieLes 1: Een verhaal dat zich afspeelt in de toekomst
Les 1: Een verhaal dat zich afspeelt in de toekomst Voorbereiden: een onderwerp kiezen 1. Wat kun je allemaal meemaken als je in 2050 op school zit? Hieronder staan een paar verhaalideeën. Is mijn leerkracht
Nadere informatieReality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap
Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten Hey Russel! Een bijzondere vriendschap Lees blz. 5 tot en met 8. Jim vindt Rudsel een rare naam. Jim zegt dit ook tegen Rudsel. Vind jij het ook een rare naam? Is
Nadere informatieHandleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen
Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:
Nadere informatieTekst lezen en een tekstschema invullen
Tekst lezen en een tekstschema invullen Je gaat straks bij opdracht 2 de tekst samenvatten. In een samenvatting vertel je in het kort waar de tekst over gaat. 1. Lees eerst de tekst en onderstreep de woorden
Nadere informatieWaarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte
Les 1: Een gedicht over Egypte schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje gaat over de situatie
Nadere informatieHandleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk
Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest
Nadere informatieDe Drakendokter: Gideon
De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in
Nadere informatieHOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR
HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR Deze lesbrief hoort bij Hoe niemand mij geloofde en ik bijna alles verloor van Gertrud Jetten. In dit boek wil Iris niets liever dan bij haar verzorgpony
Nadere informatie1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind
1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind 1. Wat kijk je graag op tv? 2. Wat is je lievelingsfilm? 3. Wat doe je op internet? 4. Welke games speel je? 5. Waar praat je over op facebook, twitter, enzo? 6. Wat doe
Nadere informatieGroep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES
Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.
Nadere informatieVeerkracht. Vitaliteit en levenskunst. werken aan vitaliteit
Veerkracht Vitaliteit en levenskunst Welkom Wat is veerkracht? Vertel een eigen positieve ervaring van veerkracht aan je buurman/-vrouw Wat is veerkracht? Terugveren na tegenslag, weerbaar, minder last
Nadere informatieDeze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?
Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Deze opdracht doe je alleen, in tweetallen of in een Maak een woordveld bij de tekst. Je mag
Nadere informatieHandleiding niveau B. week 7 9 februari 2009 handleiding niveau B
Handleiding niveau B Vooraf In Australië woeden op dit moment hevige bosbranden die veel slachtoffers geëist hebben. Verschillende scholen hebben aangegeven hierover een tekst te willen. Daarom besteedt
Nadere informatieLes 1: Een sprookje schrijven
Les 1: Een sprookje schrijven Wat ga je schrijven: een sprookje. In deze les ga je een sprookje verzinnen. De held van het sprookje heeft een slechte gewoonte. 1. Wat zijn slechte gewoontes? Kun je voorbeelden
Nadere informatieTekst lezen zonder hulp: samenvatten
1. Bekijk de buitenkant van de tekst: de titel, de tussenkopjes en het plaatje. De tekst gaat over de laatste speelgoedrage: de fidget spinner. Wat gaat de tekst je hierover vertellen, denk je? 2. Welke
Nadere informatieLesbrief bij Niemand mag het weten. Trudy van Harten
Lesbrief bij Niemand mag het weten Trudy van Harten Voor groep 6 en 7 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage 1: Opdrachtenblad - Bijlage 2: Niemand
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in
Nadere informatieBenodigdheden: A. Inleiding: kringgesprek 15 minuten.
Handleiding Groep Les Thema Wat zie je en wat vind je ervan? Weet wat je ziet Welkom bij de eerste les van het Nationaal Media paspoort voor uw groep! De kinderen (en u als leerkracht) worden zich in deze
Nadere informatieLesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen?
Lesplan theaterlezen Wil je aan de slag met theaterlezen? Dit lesplan laat zien hoe je dat kunt doen. Je geeft vier lessen van elk ongeveer een half uur. Elke les heeft een ander aandachtspunt. Zo help
Nadere informatieHoe maak ik... Naam: Groep:
Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen
Nadere informatieVoordoen (modelen, hardop denken)
week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.
Nadere informatieGezond thema: DE HUISARTS
Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een
Nadere informatieChecklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding
Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht
Nadere informatie? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.
1. Kijk naar de titel en de tussenkopjes van de tekst. Kijk ook naar het plaatje. Waar gaat de tekst over? 2. Tijdens deze les let je extra op moeilijke woorden in de tekst. Kies of je opdracht 1 met hulp
Nadere informatieFilms kijken op internet: verboden of niet?
Les over auteursrecht tekst niveau A Films kijken op internet: verboden of niet? Veel mensen kijken graag naar films. Jij ook? Als je zin hebt om een film te zien, kun je natuurlijk naar de bioscoop gaan.
Nadere informatieBen jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!
Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw
Nadere informatieSchrijf van elk stukje tekst de belangrijkste informatie in losse woorden in het schema. Kijk daarvoor naar de woorden die je hebt onderstreept.
1. Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. 2. Lees de tekst actief. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 3. Je gaat bij opdracht 1 een tekstschema maken.
Nadere informatieWERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA
WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA Verhalen van de Hodja: Hassan en de tijgers Introductie van het verhaal - DILIT-luisteren: o De cursisten gaan per 2 zitten (bij voorkeur 2 cursisten met dezelfde moedertaal
Nadere informatieNationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld
Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal
Nadere informatieMentor Datum Groep Aantal lln
Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Rachel van der Pijl P14EhvADT De Springplank. Eindhoven
Nadere informatieLes 1: Een sprookje schrijven
Les 1: Een sprookje schrijven Wat ga je schrijven: een sprookje over een held, die van een slechte gewoonte wil afkomen In deze les ga je een sprookje verzinnen. De held van het sprookje heeft een slechte
Nadere informatieHoe maak ik een werkstuk?
Hoe maak ik een werkstuk? Je gaat, misschien wel voor de eerste keer, een eigen werkstuk maken. Dat is leuk, maar ook best moeilijk. Je moet er namelijk een heleboel voor doen. Heb je al eens een eigen
Nadere informatieStart met voorlezen van het verhaal. De kinderen kunnen lekker luisteren en griezelen, of lachen.
Lesplan theaterlezen Wil je aan de slag met theaterlezen? Dit lesplan laat zien hoe je dat kunt doen. Je geeft vier lessen van elk ongeveer een half uur. Elke les heeft een ander aandachtspunt. Zo help
Nadere informatieMentor Datum Groep Aantal lln
Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Rachel van der Pijl P14EhvADT De Springplank. Eindhoven
Nadere informatieSchrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?
Leerlingboekje Les 9 en 10 Naam:. Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens? Groep 7 Leren schrijven met peer response Tekst: M. Hoogeveen, A. van Gelderen, A. Wijnbergh Illustraties: V. van Asperen
Nadere informatieOpgeruimd staat netjes
Opgeruimd staat netjes NNENWERK-Meermetminder.indd 3 25-07-13 14:55 Dag 1 Mooi citaat Wanneer je een ander vergeeft, verander je niet je verleden maar zonder twijfel wel je toekomst. Bernard Meltzer Dag
Nadere informatieWat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen
Les 1: Een gedicht over de Paralympische Spelen schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje
Nadere informatieWerkstuk of verslag. de vormvoorschriften
Werkstuk of verslag de vormvoorschriften begeleider: (naam van de docent) het vak waarvoor je het verslag maakt naam en klas van de leerling schooljaar en datum van inleveren 2 Samenvatting Elk onderzoeksverslag
Nadere informatieHOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR
HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR Deze lesbrief hoort bij Hoe niemand mij geloofde en ik bijna alles verloor van Gertrud Jetten. In dit boek wil Iris niets liever dan bij haar verzorgpony
Nadere informatiemonsters & ander speelgoed! *
let op: al het klooien is op eigen risico! ;) Lekker samen klooien! Klooikoffer voor ouders & kinderen die samen aan de slag willen monsters & ander speelgoed! * klooikoffer #2: het lijmpistool! * bijvoorbeeld
Nadere informatieMaak je eigen Frankenstein! Uitleg om zelf een monster te klussen van hout. Zagen, timmeren, lijmen en verven maar!
Maak je eigen Frankenstein! Uitleg om zelf een monster te klussen van hout. Zagen, timmeren, lijmen en verven maar! WAT HEB JE NODIG? Spullen: een blok of balkje hout, een paar stukjes hout, enkele spijkers,
Nadere informatieIn groep 8 gaan we een aantal dingen door het jaar heen doen, namelijk het maken van een:
Beste groep 8-er, In groep 8 gaan we een aantal dingen door het jaar heen doen, namelijk het maken van een: een boekbespreking een werkstuk een boekverslag een spreekbeurt Je krijgt nu in één keer de instructie
Nadere informatieBegrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A
Begrijpend lezen Strategie 6 en 7 Extra oefenen Niveau A Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau A 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel
Nadere informatieVoordoen (modelen, hardop denken)
Voordoen (modelen, hardop denken) De tekst hieronder gebruikt bij opdracht 3. U doet dan op het bord voor hoe u een gedicht schrijft. Hardopdenktekst We hebben samen naar de Nieuwsbegripfilm gekeken. Zelf
Nadere informatieStappenplan voor het maken van een presentatie
Stappenplan voor het maken van een presentatie De voorbereiding van een presentatie is erg belangrijk. Je kunt niet de avond ervoor even een presentatie maken. Je moet informatie verzamelen (bv. uit boeken,
Nadere informatieBepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag
Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling
Nadere informatieLesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten
groep 5 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les
Nadere informatieLesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8
Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage: opdrachtenblad Thema s
Nadere informatieStudenten ervaren de manier waarop in de Europese Unie vergaderd wordt en hoe de verschillende bestuurslagen zich tot elkaar verhouden.
ROLLENSPEL EUROPESE BESLUITVORMING KORTE OMSCHRIJVING De studenten gaan in verschillende groepjes de weg van Europese besluitvorming naspelen. Ze gaan met elkaar in debat en moeten lobbyen. Als(gast)docent
Nadere informatieGroep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES
Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.
Nadere informatienaam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.
WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. Ga het vragen. Zoek in boeken en op internet. Schrijf de antwoorden op. Zoek er plaatjes bij.
Nadere informatie